Masterscriptie September 2019 Scriptiebegeleider: Dr
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
MASTER'S THESIS De reputatie van Leo Gestel Een kunstkritische waarderingsgeschiedenis van zijn werk Langstraat, E. Award date: 2019 Link to publication General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us at: [email protected] providing details and we will investigate your claim. Downloaded from https://research.ou.nl/ on date: 05. Oct. 2021 Open Universiteit www.ou.nl De reputatie van Leo Gestel Een kunstkritische waarderingsgeschiedenis van zijn werk The reputation of Leo Gestel A study into the art critical reception of his work Elisabeth Langstraat ‘Ik zal in mijn werk blijven voortleven’ De reputatie van Leo Gestel Een kunstkritische waarderingsgeschiedenis van zijn werk The reputation of Leo Gestel A study into the art critical reception of his work Elisabeth Langstraat Zuideinde 223 2627 CE Delft tel: 015-2610035 email: [email protected] Studentnummer 830316054 Open Universiteit Nederland Kunst en Cultuurwetenschappen Masterscriptie september 2019 Scriptiebegeleider: dr. A. Schulenberg Examinator: dr. J. Pouls INHOUDSOPGAVE 5 Inleiding 10 Hoofdstuk 1 De weg naar succes 10 1.1 Het theoretisch model van Alan Bowness 14 1.2 Eric Moody 16 1.3 Art worlds van Howard S. Becker 17 Hoofdstuk 2 Erkenning van Gestel als modernist. De Amsterdamse jaren (1905-1913) 19 2.1 Particulier verzamelaars 2.1.1 J.F.S. Esser 21 2.1.2 Piet Boendermaker 23 2.1.3 Hélène Kröller-Müller 25 2.1.4 W.W. Beffie 28 2.2 Kunstenaarsverenigingen 29 2.1.1 Arti et Amicitiae 2.2.2 Sint Lucas 30 2.2.3 De Moderne Kunstkring 31 2.3 Tentoonstellingen en de kunstkritieken 2.3.1 De rol van de kunstkritiek 2.3.2 Arti en Sint Lucas 38 2.3.3 Pictura en de Moderne Kunstkring 45 2.3.4 Kunsthandel Schüller en Eisenloeffel 47 2.3.5 Deelname aan buitenlandse tentoonstellingen 48 Samenvatting 51 Hoofdstuk 3 Toenemende erkenning. Amsterdam/Bergen (1914-1928) 52 3.1 Particuliere verzamelaars 3.1.1 J.F.S. Esser 55 3.1.2 Piet Boendermaker 58 3.1.2.1 ‘De kwestie Boendermaker’ 61 3.1.3 Hélène Kröller-Müller 63 3.1.4 W.W. Beffie 64 3.2 De Hollandsche Kunstenaarskring en de Moderne Kunstkring 3.2.1 De oprichting van de Hollandsche Kunstenaarskring 65 3.2.2 De neergang van de Moderne Kunstkring 67 3.3 Tentoonstellingen, kunstkritieken, ontwikkelingen en activiteiten 3.3.1 Een succesvol intermezzo: De vlucht uit België 73 3.3.2 Gestel en de Hollandsche Kunstenaarskring 78 3.3.3 Deelname aan (buitenlandse) tentoonstellingen 79 3.3.4 Gestel in een buitenlands overzichtswerk 80 3.3.5 Gestel in Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift 83 3.3.6. Verhuizing en een tijd van buitenlandse reizen (1923-1927) 84 3.3.6.1 Bergen 84 3.3.6.2 Duitsland, Italië en Vlaanderen 88 Samenvatting 90 Hoofdstuk 4 Wisselende erkenning. Bergen/Blaricum (1929-1946) 4.1 Particulier verzamelaars 91 4.1.1 Piet Boendermaker 92 4.1.2 P.A. Regnault: Een nieuwe verzamelaar 97 4.2 Brand in atelier en verhuizing naar Blaricum 98 4.3 Tentoonstellingen, kunstkritieken, ontwikkelingen en activiteiten 4.3.1 Galerij van Moderne Kunst 99 4.3.2 Kunsthandel Frans Buffa & Zonen en Kunstzaal D’Audretsch 104 4.3.3 Verdere ontwikkelingen 107 4.4 Gestel in (buitenlandse) literatuur en deelname aan buitenlandse tentoonstellingen 4.4.1 Palet 108 4.4.2 L’Art Hollandais contemporain 111 4.4.3 Gestels deelname aan de XIX Biënnale van Venetië 113 4.4.4 Wezen en ontwikkeling der Europeesche Schilderkunst 4.4.5 Toekenning ‘Goldene Jubilaemplakette’ 4.4.6 Leo Gestel. De Schilder en zijn werk 114 4.5 De periode 1940-1946 120 Samenvatting 122 Slotbeschouwing 126 Literatuurlijst 131 Archieven 132 Lijst met afbeeldingen 135 Herkomst van de afbeeldingen Citaat omslag: Leo Gestel ‘Ik zal in mijn werk blijven voortleven’ 5 Inleiding ‘[…] Wij kunnen van dezen kameleontischen schilder nog veel verrassends verwachten, aleer hij de behoudende haven van een eigen opvatting is binnen gezeild.’1 Deze intrigerende woorden schreef de kunstcriticus G.D. Gratama in 1913 naar aanleiding van de eerste solotentoonstelling van Leo Gestel (1881-1941) bij kunsthandel Schüller en Eisenlöffel. Wat bewoog deze ‘kameleontische’ schilder? Welke betekenis hadden waardeoordelende kritieken zoals die van Gratama voor Gestels reputatie? Gestels artistieke uitgangspunt was het impressionisme. Hij werd geïnspireerd door fauvisme en pointillisme dat uitmondde in het Amsterdams luminisme. Op de tentoonstellingen van de Amsterdamse schildersvereniging Sint Lucas gehouden tussen 1907-1910 waren Piet Mondriaan (1872-1944) en Jan Sluijters (1881-1957) de grote sensatie met hun luministische, fel gekleurde landschappen.2 Gestels ontwikkeling verliep wat trager; pas vanaf 1909 was er in zijn werk sprake van luministische explosies van licht en kleur. Gestel was steeds op zoek naar nieuwe vormen, stijlen en onderwerpen, naar verdieping en vernieuwing. Het luminisme liet hij al snel weer achter zich en richtte zich vanaf 1912 op het kubisme met landschappen, bloemstillevens en portretten.3 De ontwikkeling van zijn werk verliep geleidelijk. Hij maakte zich na verloop van tijd los van het kubisme en zijn werk werd vanaf 1919 expressionistisch en donkerder van aard. In de jaren dertig veranderde hij nogmaals van stijl. Naast het tekenen van het Gooise landschap ging hij grote gedeformeerde figuurstukken schilderen. In de eerste decennia van de twintigste eeuw stond Gestel volop in de belangstelling. In de dagbladen en kunsttijdschriften verschenen tal van kritieken en beschouwingen over zijn werk. Hij was een vernieuwer van de schilderkunst, maar kunstcritici konden de opeenvolgende stijlen in zijn werk niet altijd waarderen. Dat nam niet weg dat Gestel succes kreeg. Hij nam regelmatig deel aan groeps- en solotentoonstellingen, georganiseerd door kunstzalen, galerieën en kunstenaarsverenigingen. Particuliere verzamelaars kochten zijn werk en musea verwierven zijn werk in bruikleen of als schenking. Daarnaast werd zijn werk opgenomen in een aantal contemporaine overzichtswerken. In 1936 verscheen een biografie van prof. W. v.d. Pluijm, Leo Gestel. De schilder en zijn werk.4 Vijf jaar later in 1941, overleed Gestel vrij onverwacht op zestigjarige leeftijd aan de gevolgen van een maagkwaal. 1 G.D. Gratama, ‘Leo Gestel bij Schüller en Eisenlöffel’, Onze Kunst, deel XXIV, 1913, p.33. 2 M. Trappeniers en E. Wouthuysen (red.), Leo Gestel als modernist (Haarlem 1983) p. 8. 3 Caroline Roodenburg-Schadd en A. van Lienden, Gestel 1881-1941 (Bussum 2015) p. 156. 4 W. van der Pluym, Leo Gestel. De schilder en zijn werk (Amsterdam 1936). 6 Ook na Gestels dood bleef tijdens de oorlogsjaren de belangstelling voor zijn kunst bestaan. Na de Tweede Wereldoorlog nam de belangstelling voor Gestels werk langzaam af. In de jaren vijftig en zestig toen de abstracte kunst hoogtij vierde, was er weinig belangstelling meer voor zijn expressionisme. De laatste decennia echter, staat zijn werk weer volop in de belangstelling. Dit blijkt ondermeer uit een aantal grote overzichtstentoonstellingen die gehouden werden in 1983 in het Frans Hals Museum te Haarlem en het Noordbrabants Museum in Den Bosch en in 1993 en 2015 in het Singer Museum te Laren. Ook verschenen er recensies, artikelen, essays en tentoonstellingscatalogi. De aandacht in de literatuur gaat vooral uit naar Gestels artistieke ontwikkeling, zijn opeenvolgende stijlen, de vele onderwerpen die hij aanroerde, de reizen die hij maakte en zijn plaats in de Bergense School.5 Er is nog niet eerder systematisch onderzoek gedaan naar de reputatie van Gestel in de periode 1905- 1946 door middel van contemporain receptieonderzoek. Het doel van mijn onderzoek is om in deze leemte te voorzien. De reputatiegeschiedenis van Leo Gestel, in het bijzonder de receptie van zijn kunst in de periode 1905-1946 in Nederland, is het onderwerp van dit onderzoek. De kunstkritiek staat momenteel volop in de wetenschappelijke belangstelling. Dit blijkt ondermeer uit de elfdelige reeks Kunstkritiek in Nederland 1885-2015.6 In de delen Kunstkritiek en moderne kunst 1905-1925 (deel 3) en Critici kiezen positie 1925-1945 (deel 7) wordt inzicht geboden in het hoe en wat van de Nederlandse kunstkritiek, waarbij een groot aantal kritieken integraal is opgenomen.7 Mijn onderzoek beslaat dezelfde periode maar richt zich, in tegenstelling tot dit onderzoek, op de kunstkritische receptie van het werk van één kunstenaar: Leo Gestel. Ik beoog met dit onderzoek een aanvulling te geven op het bestaande Nederlandse kunstkritische onderzoek. Bovendien wil ik met mijn onderzoek naar de reputatie van Gestel een bijdrage leveren aan het onderzoek van het Comité Leo Gestel. Het doel van dit Comité is om het belang van Gestel in de Nederlandse kunstgeschiedenis uit te dragen. Het Comité werkt aan de inventarisatie van het oeuvre van Gestel waarvoor een kritische catalogus wordt voorbereid. Mijn onderzoek sluit daarnaast aan bij het onderzoeksgebied van de Open Universiteit dat handelt over receptie en museale collecties. 5 Zie bijvoorbeeld: Caroline Roodenburg-Schadd en Anne van Lienden, Leo Gestel 1881-1941(Bussum 2015) en Eveline Heuves, e.a., Gestel in Bergen (Zwolle 2002). 6 P. de Ruiter en J. Jobse (red.), Serie Kunstkritiek in Nederland 1885-2015 (Rotterdam). 7 Jan de Vries en Marijke de Groot, Van Sintels vuurwerk maken. Kunstkritiek en moderne kunst 1905-1925 en Mieke Rijnders, Realisme in Nederland.