Kunst En Beleid in Nederland

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Kunst En Beleid in Nederland Kunst en beleid in Nederland Amsterdam Gennep Van / Marlou Thijssen Paul Hefting Arti et Amicitiae 1839-1870 Dienst Esthetische Vormgeving PTT Warna Oosterbaan Martinius Truus Guhbels en Tineke Pronk itichting Kunsten in parlement 1984-1985 Kroniek 1985 f Boekmanstudies Kunst en beleid in Nederland 2 Een reeks van de Boekmanstichting te Amsterdam, onder redactie van Hans van Duiken, Jan Kassies, Marjolein van der Tweel (eindredactie) en Otto Valkman Kunst en beleid in Nederland 2 Marlou Thijssen De Maatschappij Arti et Amicitiae 1839-1870 Paul Hefting De Dienst voor Esthetische Vormgeving van de PTT Warna Oosterhaan Martinius De kunsten in het parlement 1984-1985 Truus Gubbels en Tineke Pronk Kroniek van kunst en beleid in Nederland 1985 ^ . -p Airijjtötüa'i TGI.; 2 ri736<243737/243738/243ï'ö9 Boekmanstichting / Van Gennep Amsterdam 1986 © 1986 Boekmanstichting Amsterdam / Uitgeverij en boekhandel Van Gennep bv. Spuistraat 283, 1012 VR Amsterdam Boekverzorging: Jacques Janssen Afbeeldingen omslag: Een kunstbeschouwing met dames in de kunstzaal in 1851 (ets van J. de Mare naar Ch. Rochussen, detail); Verkiezingspamflet voor Onafhankelijke Kamerleden 1922 (voorblad, ontwerp J. F. van Royen) Druk: Drukkerij C. Haasbeek bv, Alphen aan den Rijn Bindwerk: Kramer Boekbinders bv, Apeldoorn CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Kunst Kunst en beleid in Nederland. - Amsterdam : Boekmanstichting : Van Gennep. - (Boekmanstudies Kunst en beleid in Nederland) Verschijnt jaarlijks Kunst en beleid in Nederland 2 / [ill. Jan Kassies]. - 111. Bevat: De Maatschappij Arti et Amicitiae 1839-1870 / Marlou Thijssen. De Dienst voor esthetische Vormgeving van de PTT / Paul Hefting. De kunsten in het parlement 1984-1985 / Warna Oosterbaan Martinius. Kroniek van kunst en beleid in Nederland 1985 / Truus Gubbels en Tineke Pronk SISO 700.7 UDC 351.854(492) NUGI 644 Trefw.: kunstbeleid ; Nederland. ISBN 90-6012-707-2 Inhoud Voorwoord 7 Marlou Thijssen DE MAATSCHAPPIJ ARTI ET AMICITIAE 1839-1870. 9 Over het ontstaan en de betekenis van een kunstenaarsvereni- ging in de negentiende eeuw 1 De voorgeschiedenis 11 Kunst en beschaving 11 Kunst, een staatsbelang 14 Kunst voor een breder publiek 20 Roem, rijkdom en onsterfelijkheid 24 2 De Maatschappij Arti et Amicitiae 27 De oprichting van Arti in 1839 27 De doelstellingen 30 Bestuur en organisatie 30 De leden 32 Tentoonstellingen in eigen beheer 36 Arti en de kunstkritiek 39 De bevordering van de kunstkennis 40 De sociëteit 42 De financiële opbouw 42 Arti’s visie op kunst en kunstenaarschap 44 3 Op weg naar het vrije kunstenaarschap 48 De overheid en de kunst 48 Het tentoonstellingsbeleid 58 Het publiek 62 De kunstkritiek: een opkomend specialisme 65 De opkomst van het ‘dealer-critic-system’ 68 Kunst en kunstenaars op eenzame hoogte 72 4 Conclusies 75 Paul Hefting DE DIENST VOOR ESTHETISCHE VORMGEVING VAN DE PTT 85 1 Een korte schets van de historische achtergrond van de DEV 88 2 Van Royen, pleitbezorger voor kunst en vormgeving en voor de kunstenaar 92 3 De DEV—de eerste twintig jaar 106 4 De DEV vanaf 1966 116 Warna Oosterbaan Martinius DE KUNSTEN IN HET PARLEMENT I 984-1985 125 1 De behandeling van de begroting 126 2 De P.C. Hooft-affaire 136 3 De reorganisatie van het toneelbestel 142 4 De Beeldende kunstenaarsregeling 147 5 Het architectuurmuseum 150 6 Slot 150 Truus Guhbels en Tineke Pronk KRONIEK VAN KUNST EN BELEID IN NEDERLAND 1985 153 NOTEN 183 PERSONALIA VAN DE AUTEURS 207 Voorwoord Het tweede Jaarboek in de reeks Boekmanstudies Kunst en Beleid in Nederland verschijnt zonder een woord vooraf van Jan Rogier, direc- teur van de Boekmanstichting en initiatiefnemer van deze reeks. Hij is begin januari 1986 overleden na een langdurige ziekte. Tot het laatst was hij bij onze stichting en vooral bij dit Jaarboek betrokken: voor- stellen, nieuwe ideeën, kritiek, ze kwamen vooral van hem. Dit boek draagt dan ook grotendeels zijn signatuur. Het is een blijvend gedenk- teken voor de man die zijn activiteiten over een breed gebied heeft ont- vouwd, met een scherp verstand, zeker, maar vooral met een grote emotionele betrokkenheid. Rogiers bedoeling was dat de Jaarboeken de ontwikkeling van het den- ken over kunstbeleid zou volgen door de publikatie van artikelen die elders door hun specifieke karakter geen plaats kunnen krijgen, door de presentatie van nieuwe visies op actuele problemen, door--hoe zou het anders kunnen bij Rogier historische beschouwingen. Dit boek beantwoordt in menig opzicht aan die bedoelingen. Het artikel van Marlou Thijssen is een bewerking van een scriptie die zij samen met Cocki Vink maakte voor haar doctoraalexamen culture- le antropologie. Centraal in deze studie staat de Maatschappij Arti et Amicitiae in de eerste drie decennia van haar bestaan. Uitgebreid wordt ingegaan op de plaats die deze belangenorganisatie innam in de toenmalige kunstfiguratie: de overheids- c.q. koninklijke bemoeienis- sen met de beeldende kunsten en de ideeën die leefden omtrent het kunstenaarschap. Het artikel kan worden gezien als een vervolg op An- nemieke Hoogenbooms relaas over het beeldende kunstbeleid in de eerste helft van de negentiende eeuw in het vorige Jaarboek. Paul Hefting schrijft over een unieke instelling: de Dienst voor Estheti- sche Vormgeving van het Staatsbedrijf der PTT, een in het bedrijfsleven als het ware ingeweven platform van artistieke activiteit. Hoe zal het met die Dienst —inderdaad: een dienst aan de spreiding van een leven- 7 de cultuur—straks gaan als het Staatsbedrijf wordt geprivatiseerd? Ook op die vraag gaat Paul Hefting in. Voor het eerst verschijnen in dit Jaarboek twee rubrieken, artikelen die de redactie ieder jaar hoopt te kunnen plaatsen. Zij beogen de belang- rijkste evenementen op het gebied van kunst en cultuur vast te leggen en de ontwikkeling van het beleid op de voet de volgen. Het artikel ‘De kunsten in het parlement’ van Warna Oosterbaan Mar- tinius loopt van september 1984 tot september 1985 en volgt dus het parlementaire jaar. De Kroniek, dit keer lopend van januari 1985 tot januari 1986, is sa- mengesteld door Truus Gubbels en Tineke Pronk. Wij hopen dat met deze overzichten een service aan de lezers wordt ge- boden die zij elders niet vinden en die het gebruik van dit boek aantrek- kelijk zal maken. Jan Kassies 8 Marlou Thijssen De Maatschappij Arti et Amicitiae 1839-1870 Over het ontstaan en de betekenis van een kunstenaarsvereniging in de negentiende eeuw In de stroom publikaties, debatten, lezingen en nota’s over het huidige cultuurbeleid zijn enkele constanten die opvallen. De betrokken par- tijen houden min of meer expliciet vast aan ideaalvoorstellingen over het functioneren van kunstenaars en hun relatie tot de overheid. Kun- stenaars worden voorgesteld als aan niets en niemand gebonden en als- of zij uit persoonlijke gedrevenheid, maatschappelijke erkenning of niet, hun beroep uitoefenen. Tegelijkertijd worden zij als ‘cultuurdra- gers’ gewaardeerd en verdienen zodoende ruimte om ‘hun taak’ te ver- vullen. Het is de overheid die deze ruimte moet scheppen zonder zich verder met vorm en inhoud van de kunst zelf te bemoeien. Centraal in dit onderzoek staan de bijzondere positie en het beroeps- prestige van beeldende kunstenaars. Om hierin meer inzicht te krijgen is gekozen voor een historisch-sociologisch onderzoek, dat wellicht verhelderend kan werken in de tegenwoordig als problematisch ervaren relatie tussen kunstenaars en overheid.' Het onderzoek strekt zich uit over de periode 1795-1870 en beperkt zich tot de bij de kunstwereld betrokken groeperingen en instanties, waarmee kunstenaars uit hoofde van hun beroep in wisselende afhan- kelijkheidsrelaties stonden. De ontwikkelingen en verwikkelingen in deze kunstfiguratie zijn niet los te zien van de staatsvormings- en civili- satieprocessen in deze periode. Nederland kreeg in het begin van de negentiende eeuw de contouren die wij nu kennen. De constitutionele monarchie werd een feit. Het overheidsapparaat breidde zich uit. Centralisatie, unificatie en integra- tie stonden voorop. Het terrein waarop de overheid regulerend optrad, breidde zich eveneens sterk uit. Er kwam een kunst- en kunstenaars- beleid van overheidswege van de grond en Nederlandse kunstenaars richtten hun eerste belangenorganisatie op. Dit hangt nauw samen met nieuwe opvattingen over kunst en beschaving, die met de verburgerlij- 9 king van de samenleving opkwamen.^ Kunst werd niet alleen teken van, maar ook middel tot beschaving. Kunst kreeg een functie in de nationale eenwording en natievorming. De vooruitgeschoven positie die de kunstenaars door de overheid toegewezen kregen en de erken- ning van hun functie in haar beschavingsoffensief zouden vergaande gevolgen hebben voor de beroepsvorming van de Nederlandse kun- stenaars. ‘In de achttiende eeuw en nog in de eerste jaren der negentiende eeuw was, op weinige uitzonderingen na, de kunstenaar niet veel meer geteld dan den ambachtsman. (...) een paria, die van de gelegenheid verstoken bleef om zijn zeden te beschaven en daardoor maar al te dikwijls den blaam verdiende, op zijn stand geworpen. (...) En thans! welk een om- keer! Het vooroordeel van vroeger is geweken. Even als de Cellinis, de Rubbensen, de Van Dijken, de Carel van Manders, hebben de kun- stenaars, ook de onze, zich aan de hoven der vorsten en in de paleizen der grooten op vleiende wijze zien ontfangen (...). Dat voorbeeld, in de hoogste kringen gegeven, heeft navolging gevonden. (...) Ja, meer nog: het is niet langer de man of jongeling van goeden huize, die door zijnen omgang den kunstenaar eer meent aan te doen, het is hij integen- deel, die zich door den omgang met den kunstenaar vereerd gevoelt, die van hem hoopt te leeren, hoe zijn smaak, hoe zijn oordeel, hoe zijn kennis te vermeerderen. (...) Werpt slechts een blik op de lijst der leden van deze Maatschappij’.3 Dit citaat uit de lijkrede ter nagedachtenis van de schilder Jan Willem Pieneman (1797-1853) werd uitgesproken door mr. Jacob van Lennep (1820-1868) in het gebouw van de Maatschappij Arti et Amicitiae aan het Rokin in Amsterdam. Pieneman werd hier herdacht als medeop- richter en eerste voorzitter van Arti en als ‘Nestor van de Vaderlandse Schilderkunst’.
Recommended publications
  • Van Gogh Museum Journal 1995
    Van Gogh Museum Journal 1995 bron Van Gogh Museum Journal 1995. Waanders, Zwolle 1995 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_van012199501_01/colofon.php © 2012 dbnl / Rijksmuseum Vincent Van Gogh 6 Director's Foreword The Van Gogh Museum shortly after its opening in 1973 For those of us who experienced the foundation of the Van Gogh Museum at first hand, it may come as a shock to discover that over 20 years have passed since Her Majesty Queen Juliana officially opened the Museum on 2 June 1973. For a younger generation, it is perhaps surprising to discover that the institution is in fact so young. Indeed, it is remarkable that in such a short period of time the Museum has been able to create its own specific niche in both the Dutch and international art worlds. This first issue of the Van Gogh Museum Journal marks the passage of the Rijksmuseum (National Museum) Vincent van Gogh to its new status as Stichting Van Gogh Museum (Foundation Van Gogh Museum). The publication is designed to both report on the Museum's activities and, more particularly, to be a motor and repository for the scholarship on the work of Van Gogh and aspects of the permanent collection in broader context. Besides articles on individual works or groups of objects from both the Van Gogh Museum's collection and the collection of the Museum Mesdag, the Journal will publish the acquisitions of the previous year. Scholars not only from the Museum but from all over the world are and will be invited to submit their contributions.
    [Show full text]
  • In Goed Gezelschap Van Talent Tot Meester Van Atelier Tot Amsterdams Kunstacademie Impressionisme
    In goed gezelschap Van talent tot meester Van Atelier tot Amsterdams Kunstacademie impressionisme Stel: je wilt kunstenaar worden. Amsterdam prijst zich gelukkig. Met Vroeg 1800. Als het in de familie zit, August Allebé, docent en directeur zoals bij de Koekkoeks, bof je. Dan aan de Rijksacademie. Een kanjer. krijg je les van opa, papa, broer of Maar ook met vrije, spontane oom. Anders kun je elders in de leer. schilders als Breitner, Willem Witsen Schilderateliers. Kunstacademies en Isaac Israels. Ondertussen wordt zijn er nog maar mondjesmaat. Wel Arti behoudend. Sint Lucas frist de tekenscholen zonder schilderlessen. boel weer op. Lees meer op pag. 4 Lees meer op pag. 66 Romantiek Rotterdamse Den Haag Academie Den Haag is er al vroeg bij. Met de Hierdoor tot Hooger. Rotterdam oudste Teekenacademie van ons land meldt zich. Van Mastenbroek boert (1682). Typisch hofstad: de grote goed, Van Voorden wordt chroni- ateliers, Bart van Hove, Andreas queur, Willem Hussem en Klaas Schelfhout, Hendrikus van de Sande Gubbels geven les, de Academie Bakhuyzen, Pulchri, samen aan het wordt vernoemd naar Willem de werk, samen op reis. Kooning. Toch wordt de stad nog geen sprankelende kunstenstad. Lees meer op pag. 24 Lees meer op pag. 80 Romantiek Academie Amsterdam Minerva Amsterdam is Den Haag niet. Het is Daar is het Hoge Noorden. er veel losser. En de romantiek ligt er Groningen. Met Minerva, Pictura, de op straat, voor wie haar maar vinden broertjes Mesdag, Eerelman en later wil. Springer, Eversen, Greive en Rust het kleurrijke eigen expressionisme blinken uit, Fodor verzamelt, Arti van De Ploeg: Wiegers, Altink, Van et Amicitiae verbroedert.
    [Show full text]
  • Masterscriptie September 2019 Scriptiebegeleider: Dr
    MASTER'S THESIS De reputatie van Leo Gestel Een kunstkritische waarderingsgeschiedenis van zijn werk Langstraat, E. Award date: 2019 Link to publication General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us at: [email protected] providing details and we will investigate your claim. Downloaded from https://research.ou.nl/ on date: 05. Oct. 2021 Open Universiteit www.ou.nl De reputatie van Leo Gestel Een kunstkritische waarderingsgeschiedenis van zijn werk The reputation of Leo Gestel A study into the art critical reception of his work Elisabeth Langstraat ‘Ik zal in mijn werk blijven voortleven’ De reputatie van Leo Gestel Een kunstkritische waarderingsgeschiedenis van zijn werk The reputation of Leo Gestel A study into the art critical reception of his work Elisabeth Langstraat Zuideinde 223 2627 CE Delft tel: 015-2610035 email: [email protected] Studentnummer 830316054 Open Universiteit Nederland Kunst en Cultuurwetenschappen Masterscriptie september 2019 Scriptiebegeleider: dr. A. Schulenberg Examinator: dr. J. Pouls INHOUDSOPGAVE 5 Inleiding 10 Hoofdstuk 1 De weg naar succes 10 1.1 Het theoretisch model van Alan Bowness 14 1.2 Eric Moody 16 1.3 Art worlds van Howard S.
    [Show full text]
  • Ontdek Schilder, Aquarellist, Tekenaar August Allebé
    1197 14 afbeeldingen August Allebé man / Nederlands schilder, aquarellist, tekenaar, lithograaf, auteur, hoogleraar, directeur van academie Naamvarianten In dit veld worden niet-voorkeursnamen zoals die in bronnen zijn aangetroffen, vastgelegd en toegankelijk gemaakt. Dit zijn bijvoorbeeld andere schrijfwijzen, bijnamen of namen van getrouwde vrouwen met of juist zonder de achternaam van een echtgenoot. Allebé, Augustus signeerde: 'Allebé' of ' A. Allebé' Monogrammeert als AA A.A. Kwalificaties schilder, aquarellist, tekenaar, lithograaf, auteur, hoogleraar, directeur van academie professor 1870-1880; director 1880-1906 Nationaliteit/school Nederlands Geboren Amsterdam 1838-04-19 Overleden Amsterdam 1927-01-10 Deze persoon/entiteit in andere databases 1 treffer in RKDcollections 119 treffers in RKDimages als kunstenaar 10 treffers in RKDlibrary als onderwerp 113 treffers in RKDexcerpts als kunstenaar Verder zoeken in RKDartists& Geboren 1838-04-19 Sterfplaats Amsterdam Plaats van werkzaamheid Singel (Amsterdam) Plaats van werkzaamheid Bloemgracht (Amsterdam) Plaats van werkzaamheid Antwerpen Plaats van werkzaamheid Parijs Plaats van werkzaamheid Amsterdam Plaats van werkzaamheid Artis (Amsterdam) Plaats van werkzaamheid Leiden Plaats van werkzaamheid Dongen Plaats van werkzaamheid Andernach Plaats van werkzaamheid Brussel Kwalificaties schilder Kwalificaties aquarellist Kwalificaties tekenaar Kwalificaties lithograaf Kwalificaties auteur Kwalificaties hoogleraar Kwalificaties directeur van academie Onderwerpen figuurvoorstelling Onderwerpen
    [Show full text]
  • The Avant-Garde Artist, an Entrepreneur?
    The Avant-garde Artist, an Entrepreneur? Jan Toorop and Les XX‟s exhibition at the Haagsche Kunstkring Valérie Alexine Lewis 8 May 2015 Supervisor: Mw. dr. R. Esner Second Reader: Dhr. dr. G.M. Langfeld Universiteit van Amsterdam Faculteit der Geesteswetenschappen Masters Dutch Art Word count: 19.123 Cover page: Portrait of Jan Toorop by Antoon Molkenboer drawn in the society album of the Haagsche Kunstkring. GAG, The Hague, archives of the HKK, No. 262, folder 41. Foreword Throughout this research many people have advised, supported, and encouraged me. I would like to thank all, and a few in particular. First of all, my supervisor Rachel Esner, who has given me insights and ideas to work on and always found a spare moment to answer my questions or help me out in case of doubt. She also handed me several important contacts, who, in their turn, provided me with new entries to deepen my research: Dr. Jan Dirk Baetens, Drs. Mayken Jonkman, and Noémie Goldman, thank you. Secondly, I would like to thank my boyfriend Zeno Koenigs and my friends, who were all keen to hear my newest discoveries and appreciated my enthusiasm, despite their lack of knowledge in Art History. They were great library companions, right until closing hour, and served as good coffee-buddies. Last of all, I would like to express my gratitude to both of my parents, who have supported me and have given valuable advice throughout its (sometimes seemingly eternal) process. 2 Table of Contents Foreword 2 Introduction 5 1. Entrepreneurial artists in the late-nineteenth century 14 1.1.
    [Show full text]
  • Dutch and Flemish Art at the Utah Museum of Fine Arts A
    DUTCH AND FLEMISH ART AT THE UTAH MUSEUM OF FINE ARTS A Guide to the Collection by Ursula M. Brinkmann Pimentel Copyright © Ursula Marie Brinkmann Pimentel 1993 All Rights Reserved Published by the Utah Museum of Fine Arts, University of Utah, Salt Lake City, UT 84112. This publication is made possible, in part, by a grant from the Salt Lake County Commission. Accredited by the CONTENTS Page Acknowledgments…………………………………………………………………………………………………..……...7 History of the Utah Museum of Fine Arts and its Dutch and Flemish Collection…………………………….…..……….8 Art of the Netherlands: Visual Images as Cultural Reflections…………………………………………………….....…17 Catalogue……………………………………………………………………………………………………………….…31 Explanation of Cataloguing Practices………………………………………………………………………………….…32 1 Unknown Artist (Flemish?), Bust Portrait of a Bearded Man…………………………………………………..34 2 Ambrosius Benson, Elegant Couples Dancing in a Landscape…………………………………………………38 3 Unknown Artist (Dutch?), Visiones Apocalypticae……………………………………………………………...42 4 Pieter Bruegel the Elder, Charity (Charitas) (1559), after a drawing; Plate no. 3 of The Seven Virtues, published by Hieronymous Cock……………………………………………………………45 5 Jan (or Johan) Wierix, Pieter Coecke van Aelst holding a Palette and Brushes, no. 16 from the Cock-Lampsonius Set, first edition (1572)…………………………………………………..…48 6 Jan (or Johan) Wierix, Jan van Amstel (Jan de Hollander), no. 11 from the Cock-Lampsonius Set, first edition (1572)………………………………………………………….……….51 7 Jan van der Straet, called Stradanus, Title Page from Equile. Ioannis Austriaci
    [Show full text]
  • Waarom Het Kleine Niet Klein Hoeft Te Zijn
    Waarom het kleine niet klein hoeft te zijn. Jan Voerman, Portret van Eduard Karsen, 1886. Thesis Bachelor Taal- en cultuurstudies Roxanne Hofman 3671828 Docent: Dr. Saskia de Bodt 1 Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 Inleiding: Een bijzonder portret(je) ......................................................................................................... 4 Traditie van het kunstenaarsportret ..................................................................................................... 7 De IJsselschilder .................................................................................................................................... 10 Eduard Karsen ...................................................................................................................................... 14 Beweging van tachtig……………………………………………………………………………………………………………………...16 Conclusie ............................................................................................................................................... 20 Samenvatting ........................................................................................................................................ 22 Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 23 Archivalia ..............................................................................................................................................
    [Show full text]
  • Studies in the History of Collecting & Art Markets
    Art Crossing Borders Studies in the History of Collecting & Art Markets Editor in Chief Christian Huemer (Belvedere Research Center, Vienna) Editorial Board Malcolm Baker (University of California, Riverside) Ursula Frohne (Westfälische Wilhelms-Universität Münster) Daniela Gallo (Université de Lorraine, Nancy) Hans van Miegroet (Duke University, Durham) Inge Reist (The Frick Collection, New York) Adriana Turpin (Institut d’Études Supérieures des Arts, London) Filip Vermeylen (Erasmus University, Rotterdam) VOLUME 6 The titles published in this series are listed at brill.com/hcam Art Crossing Borders The Internationalisation of the Art Market in the Age of Nation States, 1750–1914 Edited by Jan Dirk Baetens Dries Lyna LEIDEN | BOSTON This is an open access title distributed under the terms of the prevailing CC-BY-NC License at the time of publication, which permits any non-commercial use, distribution, and reproduction in any medium, provided no alterations are made and the original author(s) and source are credited. Cover illustration: Giuseppe de Nittis, The National Gallery, 1877. Oil on canvas, 70 × 105 cm. Paris, Petit Palais, Musée des Beaux-Arts de la Ville de Paris. © Julien Vidal – Petit Palais – Roger-Viollet The Library of Congress Cataloging-in-Publication Data is available online at http://catalog.loc.gov LC record available at http://lccn.loc.gov/2019001443 Typeface for the Latin, Greek, and Cyrillic scripts: “Brill”. See and download: brill.com/brill-typeface. ISSN 2352-0485 ISBN 978-90-04-29198-0 (hardback) ISBN 978-90-04-29199-7 (e-book) Copyright 2019 by the Editors and Authors. Published by Koninklijke Brill NV, Leiden, The Netherlands.
    [Show full text]
  • De Hollandsche Teekenmaatschappij
    De Hollandsche Teekenmaatschappij Een aquarel aan de muur Nanne Walenberg Studentnummer: 3147762 Master Kunstgeschiedenis Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Begeleider: Prof. dr. Saskia de Bodt Tweede lezer: Jeroen Kapelle, Assistent-conservator afd. Negentiende eeuw , Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) Voorwoord 2 Tijdens mijn stage bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) heb ik onderzoek mogen doen naar de werken op papier uit de collectie van Hendrik Willem Mesdag. Omdat het RKD voor dit project samenwerkte met het Van Gogh Museum in Amsterdam, mocht ik een dag meelopen met Maite van Dijk, conservator schilderijen, bij het Van Gogh Museum. Zij was op dat moment bezig met het inrichten van de nieuwe tentoonstelling Meesters uit Museum Mesdag . Een groot gedeelte van de 79 tekeningen waar ik onderzoek naar heb gedaan, zouden de muren van deze tentoonstelling bekleden. Eén van de thema’s waar de kunstwerken in onderverdeeld waren, was Mesdag en de Hollandsche Teekenmaatschappij . Maite van Dijk liet mij tijdens de meeloopdag weten, dat over deze Haagse kunstenaarsvereniging nog wel het een en ander uitgezocht zou kunnen worden. Gedurende het onderzoek bleek inderdaad al snel dat de Hollandsche Teekenmaatschappij nog de nodige aandacht verdiende. Vreemd genoeg was er nooit een publicatie verschenen over deze kunstenaarsvereniging, die zich inzette ter promotie van de aquarel. Wel kwam het onderwerp summier aan bod in publicaties van onder andere Saskia de Bodt, Chris Stolwijk en Richard Bionda. Een overzicht, zoals verschenen over andere kunstenaarsverenigingen als Arti et Amicitiae en Pulchri Studio, ontbrak echter nog. Het leek mij de hoogste tijd dat hier verandering in zou komen en zo besloot ik mijn thesis aan de Hollandsche Teekenmaatschappij te gaan wijden.
    [Show full text]
  • PDF Catalogue
    AMSTERDAM Lekstraat 63, 1079 EM Tel. +31 20 301 29 50 Fax +31 20 301 29 60 Email: [email protected] Website: www.aagauctioneers.com GENEVA Rue du Rhône 59-I CH-1204 Tel. +41 22 310 33 32 Fax +41 22 312 02 03 JAKARTA Jl. Pasuruan no. 9 10310 Tel. +62 21 315 86 36 Fax +62 21 398 99 533 SINGAPORE 30 Bideford Road #03-02 Thong Sia Building, 229922 Tel. +65 67 372 130 Fax +65 67 371 859 OLD MASTERS TO MODERNISTS 512 Amsterdam Auction: Monday 2 December 2019, 2 p.m. Viewing: Friday 29 November - Sunday 1 December, 10 a.m. - 5 p.m. Please note: Faults or imperfections are not recorded in the lot description. We encourage you to inspect the lots during our viewing days. Condition reports are available upon request. You are requested to collect the acquired item(s) within five days after the auction. After five days this can be done by appointment only. PLEASE NOTE: Faults or imperfections are not recorded in the lot description. We encourage you to inspect the lots during our viewing days. Condition reports are available upon request. Before picking up your acquisition, the payment has to be received on bank account: NL28FVLB0637264002 in the name of Stichting Derdengelden. Payments in cash, debit- or credit card are accepted by AAG Auctioneers. For credit card payments a surcharge is applicable. You are requested to collect the acquired item(s) within five days after the auction. After five days this can be done by appointment only. AAG shall have the right to put items that have been sold but not yet collected into storage at the buyer’s expense after five working days.
    [Show full text]
  • 'Aan U Waarde Heer Blijf Ik' Een Analyse Van
    ‘Aan U Waarde Heer blijf ik’ Een analyse van de relatie tussen G.H. Breitner en zijn beschermheer A.P. van Stolk Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit Letteren Master Kunstbeleid en Mecenaat Masterscriptie Floor Claessen 4003357 Juni 2015, Tilburg Begeleider: Dr. J.D.M. Baetens Tweede lezer: Dr. M. Gieskes Inhoudsopgave 1 Inleiding .....................................................................................................................................5 1.1 Een bijzondere relatie ..........................................................................................................5 1.2 Probleemstelling ..................................................................................................................6 1.3 Methodologie en opbouw ....................................................................................................7 1.4 Status Quaestionis ...............................................................................................................8 1.5 Theoretisch kader: Pierre Bourdieu .................................................................................... 11 1.5.1 Inleiding .................................................................................................................... 11 1.5.2 De veldentheorie van Bourdieu .................................................................................. 11 1.5.3 Klassen ...................................................................................................................... 12 1.5.4 Culturele productie ...................................................................................................
    [Show full text]
  • Van Gogh Museum Journal 1999
    Van Gogh Museum Journal 1999 bron Van Gogh Museum Journal 1999. Waanders, Zwolle 1999 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_van012199901_01/colofon.php © 2012 dbnl / Rijksmuseum Vincent Van Gogh 7 Director's foreword On 23 June 1999 the new exhibition wing and renovated existing building of the Van Gogh Museum were opened in the presence of Her Majesty Queen Beatrix. This was a momentous occasion, marking the beginning of a new phase in our history. From its origins as a showcase for the collections that had been cared for by the artist's family, the Van Gogh Museum has developed into one of the most popular museums in Europe. Over the years, the museum's ambitions have expanded in numerous ways: the collection has been broadened to encompass a wide range of paintings, sculptures, drawings and prints from the period c. 1840-1920, forming a crucial link between the collections of our neighbours the Rijksmuseum and the Stedelijk Museum; changing exhibitions have become an essential complement to the permanent displays; new activities have been added and more emphasis is now placed on education and making the collection accessible to a broad public. Throughout the 1980s and 1990s these ambitions placed increasing pressures on the original building designed by Gerrit Rietveld and his partners, and the need for extra space was urgent. This need was met by an extraordinarily generous donation from the private sector. The Yasuda Fire and Marine Insurance Company Ltd. provided, via The Japan Foundation, the funds which enabled the museum to create a new building to house its temporary exhibitions.
    [Show full text]