Dr. Hans Max Hirschfeld Hans Max Hirschfeld 137X213 1-12-10 15:33 Pagina 2 Hans Max Hirschfeld 137X213 1-12-10 15:33 Pagina 3
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
hans max hirschfeld_137x213 1-12-10 15:33 Pagina 1 Dr. Hans Max Hirschfeld hans max hirschfeld_137x213 1-12-10 15:33 Pagina 2 hans max hirschfeld_137x213 1-12-10 15:33 Pagina 3 Meindert Fennema en John Rhijnsburger Dr. Hans Max Hirschfeld Man van het grote geld 2007 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam hans max hirschfeld_137x213 1-12-10 15:33 Pagina 4 Voor Charlotte Honsbeek De publicatie van dit boek werd mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van abn Amro. © 2007 Meindert Fennema Omslagontwerp Suzan Beyer Foto omslag Spaarnestad Photo www.uitgeverijbertbakker.nl isbn 978 90 351 3139 2 Uitgeverij Bert Bakker is onderdeel van Uitgeverij Prometheus hans max hirschfeld_137x213 1-12-10 15:33 Pagina 5 Inhoud Woord vooraf 7 1 Hans Hirschfeld ontdekt het saint-simonisme (1916-1925) 13 2 Bij de Javasche Bank (1925-1931) 41 3 Directeur-generaal van Handel en Nijverheid (1931-1939) 66 4 De machtigste secretaris-generaal in oorlogstijd 103 5 Gezuiverd van bijna alle blaam (mei 1945- december 1946) 135 6 Architect van het Europese Herstelprogramma (1947) 158 7 Simultaan schaken: het Europese Herstelprogramma en de Indonesische kwestie (januari-juli 1948) 181 8 De verdeling van de Marshallhulp in Nederland (zomer 1948-voorjaar 1949) 202 9 Het wonderbaarlijke herstel van de betalingsbalans (november 1948-oktober 1949) 219 10 Hoge commissaris in Jakarta (oktober 1949-augustus 1950) 235 11 Hirschfelds vertrek als regeringscommissaris (september 1950-september 1952) 271 12 Achttien commissariaten 296 Epiloog 315 Noten 335 Lijst van afkortingen 387 hans max hirschfeld_137x213 1-12-10 15:33 Pagina 6 Bibliografie 391 Register 407 hans max hirschfeld_137x213 1-12-10 15:33 Pagina 7 Woord vooraf Deze biografie van Hans Max Hirschfeld heeft een lange weg af- gelegd. Zij vond haar oorsprong in een gezamenlijk afstudeerpro- ject van de Universiteit van Groningen en de Universiteit van Am- sterdam, geleid door prof. dr. H. Baudet en de eerste auteur van deze biografie. Dat onderzoeksproject heeft geresulteerd in een gezamenlijke publicatie, Het Nederlands Belang bij Indië (1983). Bij het onderzoek in de archieven van de ministeries van bz, ez, Fi- nanciën en Overzeese Gebiedsdelen, was mij opgevallen hoe be- langrijk Hirschfeld in de onderhandelingen over de dekolonisatie van Indonesië was geweest. Bovendien werd mij duidelijk dat Hirschfeld nog belangrijker was geweest voor de onderhandelin- gen over de Marshallhulp. De conclusie drong zich op dat deze man, die als waarnemend secretaris-generaal van Economische Zaken, Landbouw en Voedselvoorziening tijdens de bezetting een twijfelachtige bekendheid had gekregen, na de oorlog een nog grotere, maar veel minder bekende rol gespeeld had. Om die reden heb ik in 1983 een van de leden van het onderzoeks- team, John Rhijnsburger, gevraagd of hij ervoor voelde om een dissertatie te schrijven over de betekenis van Hirschfeld voor de wederopbouw van Nederland. Met bescheiden financiële steun van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onder- zoek (nwo, toen nog zwo) en van prof. dr. Ernst van der Beugel, ging Rhijnsburger aan het werk en wist een indrukwekkende hoe- veelheid archiefmateriaal te verzamelen. Maar bij het schrijven van het proefschrift ontstond helaas stagnatie, die deels te maken had met problemen op het persoonlijke vlak. Uiteindelijk zou Rhijnsburger in 1999 overlijden zonder zijn proefschrift voltooid 7 hans max hirschfeld_137x213 1-12-10 15:33 Pagina 8 te hebben. Kort voor zijn dood vroeg hij mij of ik zijn boek wilde afmaken. Ik heb dat toegezegd, maar moest om mijn belofte ge- stand te doen wachten tot ik een langere periode bevrijd zou zijn van de onderwijsverplichtingen die mijn functie als hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam nu eenmaal met zich mee- brengen. Wéér schoot nwo te hulp met een vervangingssubsidie waardoor ik in de jaren 2004 en 2005 vrij ongestoord aan het boek kon werken. Daarvóór had ik, in 2001, op het Netherlands Institute for Advanced Study (nias) delen van hoofdstuk 4 en hoofdstuk 12 kunnen schrijven. En bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (niod) werd ik als gastonderzoeker gastvrij ontvangen. Ik had besloten het manuscript van Rhijnsburger om te werken tot een volledige biografie en dus ook Hirschfelds studentenjaren, zijn verblijf in Batavia als rechterhand van mr. L.J.A. Trip (toen president van de Javasche Bank), zijn rol als onderhandelaar met Hitler-Duitsland, zijn betekenis voor Nederland in bezettingstijd, zijn optreden als Hoge Commissaris in Jakarta en zijn commissa- riaten bij de Rotterdamse Bank en vele andere grote bedrijven, in het verhaal te betrekken. Dat maakte mijn taak niet gemakkelij- ker. Maar gelukkig kon ik daarbij gebruikmaken van recent onder- zoek naar de rol van Hirschfeld vóór en na de Tweede Wereldoor- log. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan de studie van Arie van der Zwan over Hirschfeld, In de ban van de Macht, die zich richtte op Hirschfelds rol als onderhandelaar met Duitsland. Hoewel ik het grondig oneens ben met zijn stelling dat Hirschfeld opkwam voor het Duitse belang, was het boek van Van der Zwan toch nut- tig door zijn gedetailleerde behandeling van Hirschfelds rol als onderhandelaar. Daarnaast kon ik beschikken over de doctoraal- scripties van Robin de Bruin, over Hirschfelds visie op Duitsland tussen 1946 en 1949 en van Rutger Boot, over de rol van Hirsch- feld bij de onderhandelingen met Duitsland tussen 1932 en 1934. Boot stelde mij bovendien de banden van de interviews die hij met oud-medewerkers van Hirschfeld gevoerd had ter beschikking. In zijn dissertatie over de Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1952 beschrijft Hans Meijer Hirschfelds optreden als Hoge Commissaris in 1950. Het proefschrift van Joggli Meihuizen over de bestraffing van economische collaboratie na de Tweede We- 8 hans max hirschfeld_137x213 1-12-10 15:33 Pagina 9 reldoorlog bevat een nauwkeurige beschrijving van Hirschfelds zuiveringsproces in 1946 en zijn optreden in de dagen onmiddel- lijk na de Duitse inval. Het boek van Hein Klemann, Economie en Samenleving in jaren van oorlog en bezetting, overtuigde mij van het belang van Hirschfeld voor de voedselvoorziening tijdens de oor- log. De Drees-biografie van Hans Daalder laat de ambivalentie zien van de sociaaldemocraten ten opzichte van Hirschfeld. Zij beschouwden hem vaak als een economische collaborateur (in dat opzicht past de biografie van Arie van der Zwan in een lange tra- ditie), maar toch meenden zij dat hij onmisbaar was bij de weder- opbouw. Drees zelf was een van de eersten in zijn partij die Hirschfeld positiever zou gaan waarderen. Drees en Hirschfeld waren het op meer punten eens dan de buitenwereld wist. Zelf kom ik, net als Van der Zwan, uit de linkse hoek en ik deelde aanvankelijk het oordeel over Hirschfeld van linkse intellectue- len. Maar door de studie van Hirschfelds rol ná de oorlog kwam ook de betekenis van zijn rol ín de oorlog in een ander daglicht te staan. Zijn optreden volgde een historische logica die men achter- af gemakkelijk kan bestrijden, maar die op het moment zelf moei- lijk te doorbreken was. Zijn joodse collega-onderhandelaar met Hitler-Duitsland, L.A. Ries, die in 1936 ontslagen was op grond van nooit bewezen ontucht met een minderjarige jongen, schreef na de oorlog over Hirschfeld: ‘Hy heeft een enorme horse sense en is een onphilosofies pragmaticus, hetgeen er altyd toe leidt, dat la- ter, als alles voorby is, de flinke principiëlen hem te pakken kry- gen.’ De schrijvers van deze biografie behoren niet tot die ‘flinke principiëlen’ die met de wijsheid achteraf een moreel oordeel wil- len vellen. Deze biografie is veeleer een zoektocht naar de betekenis van Hirschfeld voor Nederland en naar het denken van deze onzicht- bare man die door zijn naaste collega’s en anderen die direct met hem te maken hadden, onder wie ook zijn tegenspelers, vaak op handen gedragen werd. Niet alleen bij de Duitsers met wie hij vóór en in de oorlog moest onderhandelen stond hij zeer goed aangeschreven. Ook Sukarno had groot respect voor Hirschfeld. ‘De man van het grote geld’ noemde Sukarno hem bij zijn aantre- den als Hoge Commissaris in Jakarta. 9 hans max hirschfeld_137x213 1-12-10 15:33 Pagina 10 Bij het schrijven van dit boek heb ik veel hulp gehad. Allereerst van Albert Kersten, die een biografie over Luns voorbereidt en die bij- na vanaf het begin bij het Hirschfeld-project betrokken was. Hij heeft de beide auteurs van dit boek gestimuleerd om door te gaan. Hij heeft mij zijn zeer gewaardeerde vriendschap aangeboden. Een tweede persoon die mij geholpen heeft is Johan de Vries, de nestor van de Nederlandse bankgeschiedenis met wie ik de fas- cinatie voor de persoon Hirschfeld deelde en die mij, als econo- misch historicus, tijdens het schrijven van dit boek met raad en daad heeft bijgestaan. Door Hirschfeld zijn wij vrienden gewor- den. Datzelfde geldt voor Joggli Meihuizen, die mij het restant van Hirschfelds bibliotheek in bruikleen gaf. Maar het aantal collega’s en direct betrokkenen dat mij heeft ge- holpen is veel groter dan ik ooit had durven denken. Ik noem ze in alfabetische volgorde: David Barnouw, Joop van den Berg, Tom van den Berge, Mevrouw W. Boersma-Trip, Rutger Boot, Ulbe Bosma, Hessel Bouman, Hans Daalder, Ton de Graaf, Sjoerdje van Heer- den, Nico van Horn, Joop de Jong, Hein Klemann, Wim van der Kooij, Susan Legêne, Herman de Liagre Böhl, Elsbeth Locher- Scholten, Hans Meijer, Sierk Plantinga, Hans Renders, Ries Roo - waan, Kees Schaepman, Boudewijn Smits, Jan Willem Stutje, Seijer Troost, Hans Vervoort, Harry van Wijnen en Jan Rutger van Zwet. De meeste dank ben ik echter verschuldigd aan Els Hirschfeld, zelf ook geïnteresseerd in haar beroemde oom, die zij als meisje maar heel weinig gezien had, maar die haar op latere leeftijd steeds meer ging intrigeren. Zij verschafte mij toegang tot het fotoalbum van de familie, tot de plakboeken die haar vader, Heinrich Hirsch- feld, had bijgehouden en tot de familieverhalen die mij iets meer zicht gaven op het privéleven van Hirschfeld, dat hij zelf altijd zo zorgvuldig had afgeschermd.