Download Scans
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
DE KATHOLIEK. GODSDIENSTIG-, GESCHIED- EN LETTERKUNDIG MAANDSCHRIFT. DE KATHOLIEK. GODSDIENSTIG, GESCHIED- EN LETTERKUNDIG MAANDSCHRIFT. VIJF EN ZESTIGSTE DEEL. '1874. Vindicamus hereditatem patrum nostrorum. 1 Mach. XV, 34. X an+en te domen in be poert ' ergiu bie 3aume benebiebe (in eine Qlert^che is`cop roiebe. Melis Stoke. LEIDEN, J. W. VAN LEEUWEN. SJ BIBLIOTHEEK BERCH -i.'AANIANUM NIJMEGEN F11 INHOUD HOOFDARTIKELEN. Bladz. De algemeene vergadering der fransche geestelijkheid van 1682. I . .. 1. P. A. DE BRUIJN. Onze Lieve Vrouwe van Lourdes . 33. H. J. J. PRENGER. Sanctissimi Domini Nostri Pil Papae IX Epistola Encyclica »Etst malta" . 43. De algemeene vergadering der fransche geestelijkheid van 1682. II. 69. P A. DE BRUIJN. Erasmus. 96. W. J. VAN CAMPEN. Sanctissimi Domini Nostri Pu Papae IX Constitutio super vicariis capitularibus neenon electis et nominatis ad se- des episcopales vacanter . 122. De strijd tegen het Vaticaanscfh Concilie. I. 128. J. KIMMAN. D@ algemeene vergadering der fransche geestelijkheid van 1682 II1. 161. P. A. DE BRUIJN. IV Bladz. Veroordeeling van de Jansenisten-bissch oppen van Deventer en van Haarlem . 194. Het Enthusiasme. Eene voorlezing . 199. G. F. DRABBE. Het lijdelijk verzet. I en II. 248. H. J. H. RUSCHEBLATT. Broere's Constantijn. V}jfde Zang . , . 271. De strijd tegen het Vaticaansch Concilie. II. 298. J. KIMMAN. Broere's Constantijn. Zesde Zang . 339. Mgr. Antonius Joseph Pluym. I. 365. TH. BORRET. VERSCHEIDENHEDEN. Liever heiden dan christen . .. 59. v. D. H. Naschrift . .. ..t . De Vmcentius-Almanak voor 1874 . 62. V. D. H. Jaarboekje van de H. Familie, 187 . 63. V. D H. Scheurkalender der Katholieke Illustratie, 4874 65. H. J. J. P. Challoner's Overwegingen . 128. H. J. J. P. »Staatsgefaehrlich" . .264. H. J. J. P. Maand van Maria, Onze Lieve Vrouw van Lourdes . 338 H. J. J. P. V Bladz. »Afstamming van Z. M. Koning Willem den Derde en van H, M. Koningin Sophia uit Keizer Karel den Groote". 425. H. J. J. P. SPROKKELINGEN. Een Protestant bij een »Requiem". 65. »Liever Modern dan Paapsch". 197. Eene protestantsche gemeente op Zondagmorgen . 269. LETTERLOOVER. Kruiszang . 66. J. P. G. DRUKFEIL. B r o e r e' s Constantijn ,Vierden Zang, blz. 292 (laatsten regel) staat: Hij kraakte, lees: Het kraakte. DE ALGEMEENE VERGADERING DER FRANSCHE GEESTELIJKHEID VAN 1682. I. Als in 1661 de 23jarige Lodewijk XIV zelf de teugels van liet bewind in handen nam, liet het zich alras aanzien dat de tamelijk gunstige verhouding, waarin Frankrijk onder Richelieu en Mazarin tot den H. Stoel zich had bevonden, spoedig door eenen meer gespannen toestand zou worden opgevolgd. Wel is waar hadden de zooge- naamde gallicaansche meeningen veel van haar tooverkracht verlorèn en hing verreweg het grootste gedeelte der geeste- lijkheid met trouwe aanhankelijkheid aan den Paus als den onfeilbaren regter over de christelijke waarheid l); maar toch waren in de laatste jaren onder de bisschoppen som opgenomen, die hunne benoeming minder hadden-migen :l Fleury getuigt bil Gérin , .Recherches historiques sur l'assemólée du clerge de France de 1682, p. 340. '.En France on ne trouvera guére de réguliers qui ne sment persuadés de I'mfaillibilité, et non seulement les religieas, mais les communautés de prêtres , gnoique sans privilèges et soumis anx évêques, mciment de ce coté, comme plus favorable á la piété. " Een gelijk getuigenis gaven de Gallicanen A de Harlay en J Do- mat. Verg Acta et Decreia S. Cone. recentzorum Gollectso Laeensis Tom. 1, p. 800, nota 3 et 5. Dl. LXV Jannarij 1874. z te danken aan hun kerkelijken geest en levenswandel dan wel aan hunne buigzaamheid onder het gezag van den Staat. Vele misbruiken waren langzamerhand ingeslopen, die tie onafhankelijkheid der Kerk maar al te veel bena- deelden, en deze onder eene onregtmatige overheersching van den Staat hadden gebragt. De geestelijkheid was met belastingen van allerlei aard, met gewone en buitengewone, zoogenaamd vrijwillige, maar in de (laad gedwongeu.e oíf'er- gaven , die bij millioenen telden, overladen. De Koning beschikte als opperheer over de inkomsten van bisdommen en kloosters en liet hiervan naar zijn willekeur groote pensioenen aan zijne gunstelingen uitbetalen. Het aller- verderfelijkst was evenwel de wijze, waarop de bisschoppelijke zetels en abdijen bezet werden. Vele schenen niet anders als een domeingoed van zekere familie te wezen, en de bevordering van ongeschikte en onwaardige personen, die zich echter bij liet hof verdienstelijk hadden gemaakt, was geene zeldzaamheid. De commendatuurabten , een soort menschen, wier eenige bezigheid hierin bestond, de in- komsten der kloosters te verteeren, en die overigens naar karakter en stand geheel wereldlingen waren, werden hoe langer hoe meer een landplaag van Frankrijk. Bij dit alles kan het niemand verwonderen, dat ook onder de geestelijkheid een zekere slaafsche geest tegenover het staats- gezag doordrong, welke nog gevoed werd door de schit- terende en onder meerdere opzigten ook prijzenswaardige eigenschappen van Lodewijk XIV, niet het minst door het groote geluk zijner wapenen 1 ). Daarbij , had het Gallicanisme onder de geestelijkheid ook vele aanhangers verloren, uitgestorven was het niet, en vooral in de paélementen, inzonderheid in het Parijsche 1) Yerg Stimmen aus Marza-Laack V S 241, v 3 was zijn invloed nog magtig. Het was of bij de Fransche magistraatspersonen een ingeboren afkeer tegen den H. Stoel heerschte ') ; en terwijl zij de koninklijke raagt steeds zochten uit te breiden en een waar despotisme hielpen vestigen , hielden zij met de grootste hardnekkig- beid aan meeningen vast, welke vijandig waren aan liet gezag des Pausen. Hetzij de zucht om hun eigen gezag steeds te vergrooten, hetzij de studie en de voortdurende toepassing van 't Romeinsche regt, hetzij het verlangen om aan den Vorst te behagen oorzaak zij van dit ver- schijnsel, zeker is het, dat reeds van de dagen van Phi- lippus den Schoone af een dergelijke geest inzonderheid het Parijsche parlement bezielde en met den tijd eer toe- dan afnam. De stelling, door P. Pithou in 1594 gefor- muleerd , dat het gezag van den Paus, schoon souverein in geestelijke zaken, in Frankrijk altoos gelimiteerd was door de canons en , regels der oude Kerk, die in Frankrijk waren aangenomen , bleef gehandhaafd. Het parlement stelde zich aan als de verdediger van de vrijheden der Fransche Kerk en besliste natuurlijk zelf, wat onder die vrijheden moest worden verstaan, welke canons en regelen van vroegere Concilién door de Kerk van Frankrijk waren aangenomen of niet 2 ). Ook het Jansenisme, ofschoon veroordeeld en veelzins gefnuikt, had nog niet allen invloed verloren. Openlijk kon het zich niet meer zoo vertoonen als weleer, des te 1) Ik spreek hier natuurlijk in het algemeen. Het ontbrak niet aan loffelijke uitzonderingen. 2) Niet ten onregte geeft J de Maistee de volgende definitie der galli vrijheden: « Elles ne soot qu'un accord fatal signé par l'E_hse-caansche de France, en vertu duquel eile se soumettait á recevoir les outrages du parlement, A la charge d'être déclarée libre de les rendre au Souveram• Pontife" Vgl. De l'Eglzae gallecane, Livro I1, Chap. )iIII. 4 sterker werkte het in het geheim; en daar verschillenden zijner aanhangers zich door groote geestesgaven onder aanzienlijke familièn behoorden, of ge--scheidden, of tot wigtige ambten bekleedden, laat het zich gereedelijk be- grijpen, dat die werking niet zonder gevolgen bleef. De Jansenisten vereenigden zich met de Gallicanen , om door de medewerking van deze tot stand te brengen wat zij alleen niet vermogten: de liefde voor den H. Stoel te verminderen en daarmede tevens de onderworpenheid aan het leerend gezag des Pausen. Uit dit beknopte overzigt van den algemeenen kerkelijken toestand van Frankrijk op het oogenblik, dat de jeugdige Lodewijk XIV den troon besteeg, blijkt genoegzaam, dat het niet ontbrak aan elementen om een aanslag op de regten van den H. Stoel te beproeven, noch aan dezulken, die hetzij uit instemming, hetzij uit zwakheid, den ver wederstand niet zouden bidden. -schuldigden Ongelukkig voor den jeugdigen monarch waren zijne drie voornaamste ministers sterk van gallicaansche mee doortrokken, en hadden zij ieder een Jansenist tot-ningen vertrouwden vriend en raadgever'). Colbert stond op den besten voet met den abbé de Bourseys, LeTellier met den dotter der Sorbonne Cocquelin en Hugo de Lyonne met J. Gaudon. Zoo verkregen de Jansenisten, ofschoon per- soonlijk door hem gehaat, niettemin grooten invloed op den Koning, en wordt het ons verklaarbaar, dat van het begin zijner regering af, volgens het woord van Bossuet de politiek d' humilier Rome et de s'affermir contre eile" gevolgd werd 2). Bij zijn ambitieus karakter en het hooge 1) Rapiu. Mémoires. Ill, p. 193. Coll. Lac, 1 , p 797 2) Journal de Le Dieu I. p. 8. v. Bossuet wijt deze politiek vooral aan Colbert, dien hij den waren auteur noemt van de Declaratiogallecana, 5 denkbeeld, wat hij koesterde van zijn onbeperkt gezag, bid zijne uiterste gevoeligheid omtrent alles, wat zijn eer betrof, kon het zijnen raadslieden niet moeijelijk vallen, hem tot een breuk met Rome te verleiden. En in de daad het duurde niet lang, of eene vechtpartij tusschen soldaten van het gevolg des Franschen ambassa- deurs te Rome, den hertog van Crequi, en eenige Cor lijfwacht des Pausen behoorden, op-sicanen, die tot de den 20 Augustus 1662, gaf aanleiding, dat Lodewijk XIV in hevigen toorn ontstak tegen den H. Stoel, en toen deze in de buitensporige en onregtvaardige eischen van het Fransche hof niet wilde treden, met een heir van 15000 man den geheel verlatenen Paus dwong den ver vrede van Pisa, den 12 Februarij 1664, te-nederenden sluiten. Te midden der hierdoor ontstane gisting waagden de vereenigde Gallicaxien en Jansenisten met behulp van het parlement eene poging, om hun altoos nagejaagd doel te bereiken. Op den 19 Januari,) 1663, zonde de baccalaureus Gabriel Drouet van Villeneuve, voor de Sorbonne o. a. ook deze theses verdedigen, die onder goedkeuring van den syndicus Grandin gesteld waren: 1.