werelderfgoed Amsterdamse

masterplan of niet? werelderfgoed Amsterdamse grachtengordel - masterplan of niet?

e mythe van het masterplan, staat boven een alinea over de zeventiende-eeuwse stadsuitleg van Jan Evert Abra- D hamse. Hoezo mythe? Wat is dan wel een masterplan? Waaraan moet dat voldoen? Even zien wat de betreffende beroeps- groep daar op Architectenweb over te zeggen heeft: Een masterplan is het plan dat in de eerste fase van groot- schalige, veelal stedenbouwkundige projecten wordt gemaakt. In een masterplan wordt een kader geschept voor de vele on- derdelen en (bouw)fasen waaruit het bouwproces bestaat en waarbij meestal vele verschillende partijen betrokken zijn. Naast de stedenbouwkundige verkenningen bevat een masterplan ook omschrijvingen van de functies die een gebied kan krijgen, een globale inschatting van de financiële haalbaarheid en een inschatting van de invloed die een dergelijk plan zal hebben op zaken als milieu en verkeer. Andere fasen in het bouwproces, welke binnen het masterplan worden vormgegeven, zijn: stedenbouwkundig plan, voorlo- Een kader dus, een denkraam, een uitgangspunt waar elk vervolg- pig ontwerp, definitief ontwerp, bestekfase en uitvoeringsfase. en definitief ontwerp en uitwerking vandaan vertrekken. Waarom Een masterplan kan bijvoorbeeld leidend zijn voor de ontwikkeling dat niet mag gelden voor de planmatige uitleg van in van een gebied, de uitbreiding van een station of de bouw van een de zeventiende eeuw is niet duidelijk. In vorige eeuwen legde de nieuwe gemeente.... stedelijke overheid een nieuwe burgwal en werd het gewonnen ter- rein al of niet opgehoogd en bouwrijp gemaakt. De invulling werd En ook nog wat Jan Evert Abrahamse zelf in zijn boek zegt: aan het particuliere initiatief overgelaten. Heel anders ging het in de [....] in algemene zin beoogt een masterplan om in conceptuele, zeventiende eeuw. Er was oog voor de vormgeving van de nieuwe juridische en fysieke zin greep te krijgen op een situatie, om die buurten, er was een indeling naar soort van bewoning of werken. te transformeren vanuit een stedenbouwkundige visie, aan de Aan de grachtengordel kwamen grote brede percelen voor grote hand van een (impliciet of expliciet) programma van eisen. In de chique huizen, waar geen stinkende of lawaaiige ambachten moch- Amsterdamse situatie was meer nodig dan een stadsontwerp. Er ten worden uitgeoefend. Er kwamen grote en kleine winkelstraten, was tevens een planologisch kader nodig, omdat de meeste grond specifiek voor dienstverlening aan de bewoners om de hoek. privébezit was. De voedselvoorziening van buiten de stad werd gefaciliteerd door 2 werelderfgoed Amsterdamse grachtengordel - masterplan of niet?

om ook de neus te sparen. Aan het realiseren van ingewikkelde Er ging geen schop de grond in stroomschema’s heeft de stad miljoenen besteed. Dat zijn allemaal voorzieningen die helemaal horen bij een master- zonder dat er over nagedacht was plan voor een nieuwe buurt. goede vaarwegen aan te leggen, met zo min mogelijk sluizen of Toch zijn er ook verschillen tussen het zeventiende-eeuwse uit- overhalen en leidend naar de oude en nieuwe markten in de stad. breidingsplan en tegenwoordige masterplannen. Dat heeft vooral In de grachtengordel kwamen, behalve winkels, ook diverse mark- te maken met de vorm en hoogte van de bouwvolumes. Die volgde ten, maar alleen langs de , zodat de woongrachten in de zeventiende eeuw meer uit mode en gewoonten dan uit voor- gevrijwaard bleven van lawaai en afval die nu eenmaal bij markten schriften. Aan de nieuwe grachten waren niet projectontwikkelaars horen. De kaden langs de grachten werden royaal bemeten zodat bezig om grootschalige bouwsels neer te zetten. Als iemand meer bij de dure huizen koetshuizen gebouwd konden worden. De Kerk- dan één perceel kocht was dat óf om een groter huis voor zichzelf straat en de Reguliersdwarsstraat werden zelfs met hetzelfde doel óf om bij wijze van geldbelegging een aantal huizen voor verkoop gerooid, met de mogelijkheid om met voorrang kopers van perce- of verhuur te bouwen. len aan de desbetreffende gracht een corresponderend perceel aan Ik ga hieronder omschrijven hoe een plan van uitbreiding ontstond die straten erbij te laten kopen. De grachten werden regelmatig ge- onder invloed van noodzakelijkheden, onmogelijkheden, pragma- kruist door extra brede radiaalstraten naar de stadspoorten en aan- sluitende uitvalswegen. De grachtengordel werd standaard opge- hoogd tot een niveau dat het mogelijk maakte dat alle verdiepingen riolering op de gracht kregen. Alle kaden daar werden van steen gemetseld, weliswaar voor rekening van de aanwonenden. Ook de vaste bruggen werden van steen en vlakker dan de overige bruggen in de stad. De werkzame gebieden tussen de Prinsengracht en Lijn- baansgracht waren ver weg opdat de luxe grachten er geen last van zouden hebben en werden zelfs aan het oog onttrokken door aange- paste bouw aan de buitenkant van de Prinsengracht. Er werd – met wisselend succes – gewerkt aan de waterkwaliteit van de grachten, Rechts: Op de stadssteenhouwerswerf werkte men onder hoogspanning. Hier wer- den in prefab de vestingwerken en menig overheidsgebouw voorbereid. Al- les, ook losse bouwmaterialen, werd per boot op de bestemming afgeleverd. 3 werelderfgoed Amsterdamse grachtengordel - masterplan of niet?

tisme en zuinig koopmanschap. Het resultaat leverde een glorieuze lijk maakten. Anderzijds diende Beeldsnijder de mogelijkheid te grachtengordel op waar destijds en vandaag duizenden van heinde scheppen om een goede fortificatie te bouwen naar de nieuwste en verre naar komen kijken. inzichten van de vestingbouw. Daarvoor had de stad prins Maurits Eerst de Tweede Uitleg van 1585, toen Joost Jansz Beeldsnijder en Menno van Coehoorn als adviseurs aangetrokken. Dat hield in: landmeter in dienst van de stad was. Hij definieerde de grondvorm strakke rechte muren, buitenstekende bastions zodat die muren be- van de nieuwe stad, d.w.z. de aanstaande cirkelvorm van de grach- streken konden worden, geen scherpe knikken in de wal en zeker tengordel. Ook Beeldsnijder werd daarbij beïnvloed door ideeën geen buitenwaartse knikken. Voor een nieuwe wal rond de stad van buitenaf, namelijk enerzijds Simon Stevin die met de rechthoe- zoals die toen bestond volgt de cirkel- of ellipsvorm al doende van- kige bouwblokken kwam, gebaseerd op de theorieën van de ‘ide- zelf. Wij zien dat elke oneffenheid in de loop van het door ale stad’. Het stadsbestuur zag de voordelen in van rechthoekige Boven: Op dit detail uit de vogelvluchtkaart van Pieter Bast uit 1597 is de Tweede Uitleg gemarkeerd. Zowel de oude muurtorens aan het Singel als de nieuwe bastions bouwblokken die praktische en goed verkoopbare percelen moge- staan op de kaart. 4 werelderfgoed Amsterdamse grachtengordel - masterplan of niet?

moesten worden. Het plan voorzag oorspronkelijk in een omwal- ling die stopte tegenover fort Zwanenburg aan de Zwanenburg- wal, ongeveer t.p.v. de huidige Bakkerstraat (zie afb. links). Door het uitleggen van Vlooienburg, Marken, en moest de wal verder zuidwaarts verlegd worden. Dat gebeurde op de plaats waar nu de Nieuwe begint om aan te sluiten op bolwerk Rijssenhooft (nu Kadijksplein). Dit veroorzaakte een zo verfoeide buitenwaartse knik in de vestingwal ter hoogte van de nieuwe vestingwal glad getrokken werd. We zien ook dat het de (tweede) Regulierspoort. Dit ziet er allemaal niet erg planmatig aantal bastions een fractie was van het aantal muurtorens aan het uit. Toch werd met de Tweede Uitleg de contour aangegeven voor Singel, wat zijn oorzaak weer had in het grotere bereik van modern de verdere uitleg. geschut. Bastions worden in Amsterdam steevast ‘bolwerken’ ge- noemd, wat onjuist is. De vijfhoekige uitbouw is een bastion, een De defensie was doorslaggevend bij het ontwerpen van de bolwerk is een deels buiten de muur stekende ronde toren en een Tweede Uitleg en elke zeventiende-eeuwse stadsuitbreiding voor de helft of meer uitstekende ronde toren is een rondeel. daarna. De minimum vereisten aan de fortificatie bepaalden Een nieuwtje bij de Tweede Uitleg was de smalle binnengracht die de vorm ervan en daarmee de stadsomtrek. parallel aan de schans gegraven werd, in feite zelfs voorafgaand aan de constructie van de fortificatie. In Amsterdam moesten alle bouwmaterialen per boot vervoerd worden, zeker bij werken in het poldergebied buiten de stad. Het uitgraven van een nieuwe vest- gracht leverde niet voldoende modder op om een wal op te werpen en binnen de wal op te hogen en dus moest de rest aangevoerd wor- den door modderschuiten. Deze gracht werd later, tijdens de Derde Uitleg, verbreed tot de Herengracht, de vestgracht werd gedempt en de bastions geslecht. Er kwam een kink in de kabel tijdens deze uitleg, namelijk in 1593 toen het eilanden Vlooienburg en Rapenburg extra binnengesloten Boven: De verhuizing tijdens de Tweede Uitleg van het bolwerk t.p.v. de huidige Bak- kerstraat naar een punt voorbij de Blauwbrug. Rechts: Dezelfde situatie met de Blauwbrug en ter weerszijden een bolwerk met molen. 5 werelderfgoed Amsterdamse grachtengordel - masterplan of niet?

Dirck Cornelisse Swart maakte in 1623 deze kaart van de stadsuitleg.

Medio 1613, toen de bouw van de nieuwe omwalling al gaande was, werden de plan- nen voor die uitbreiding drastisch bijgesteld. De omwalling zou vóór de Overtoomsevaart stop- pen en aansluiten op de oude wal van de Tweede Uitleg. De geplande twee grachten werden er in het nieuwe plan drie, waarbij de eerste gracht niet opnieuw op de strook van de oude vestingwerken gegraven werd maar bestond uit het verbreden van de binnengracht. Daardoor konden de bestaande huizen aan de oostzijde van die binnengracht blijven staan: geen kapi-

taalvernietiging dus. 6 werelderfgoed Amsterdamse grachtengordel - masterplan of niet?

Dan de Derde Uitleg van 1612, die vormgegeven is door de sa- menwerkende stadsambten en fabrieksmeesters onder leiding van stadstimmerman Hendrick Jacobsz Staets. Deze uitbreiding legde het begin van de grachtengordel vast door het graven van twee brede grachten parallel aan de binnengracht van de Tweede Uitleg, die tot Herengracht werd verbreed. Door voort te borduren op de bestaande vestgracht (Herengracht) ontstonden de concentrische lijnen waarlangs de volgende grachten gegraven werden. Het plan voor deze uitleg is in twee etappen ontstaan. Er werd eerst twee. Die twee grachten zouden zo ver uit elkaar liggen dat een een commissie van ambtenaren benoemd, onder leiding van ex- straat halverwege nodig zou zijn. Hoe de bouwmaterialen voor de burgemeester C.P. Hooft. Die commissie ontwikkelde een plan van huizen daaraan aangevoerd moesten worden had het eerste plan uitbreiding met twee grachten inclusief de nieuw te graven He- genegeerd. Ook werd het probleem van de verschillende water- rengracht waarbij de tweede gracht op 400 voet van de oude bin- peilen binnen de uitleg () opgelost, waardoor de sluis naar nengracht lag. Medio 1613 ging dit plan − na goedkeuring door het IJ in het belangrijkste vaarwater in de nieuwe uitleg – de Prin- de Vroedschap − naar een nieuwe commissie van techneuten ter sengracht – terecht kwam. De grootste ingreep in het eerste plan uitvoering. Die commissie begon onmiddellijk te sleutelen aan het kwam door het medio 1613 beslissen niet de volledige uitbreiding ontwerp en kwam met de derde gracht halverwege de geplande in één keer uit te voeren maar te stoppen vóór de Overtoomsevaart. Dat maakte een groot aantal aanpassingen nodig om de nieuwe aan de oude omwalling te verbinden. Het belangrijkste in het plan van uitvoering was dat hier de basis gelegd werd voor het patroon van concentrische cirkels. Er bestond ook een vastomlijnd plan voor de voortzetting van de uitbreiding rond de rest van de stad. In de vele plattegronden tussen 1613 en 1662 staat de ontworpen voortzetting van de omwalling steeds als symmetrisch aangeduid. Boven: De aansluiting van de nieuwe op de oude omwalling, zoals hier even buiten de Heiligewegspoort, verdiende niet de schoonheidsprijs. Dit was de militairen een doorn in ‘t oog. Links: Zo werden de nieuwe grachten gepland. De oude binnengracht werd verbreed tot Herengracht. De Prinsengracht kwam op 400 voet daar omheen en halverwege kwam een derde gracht: de . 7 werelderfgoed Amsterdamse grachtengordel - masterplan of niet?

Links: Doordat de Jordaan tegen de geringst mogelijke kosten werd uitgelegd verpauperde ze snel, vooral het noordelijke deel. Onder: Uit nood geboren kreeg de vestingmuur alsnog twee doorlaten voor perso- neel dat buiten de stad werk gevonden had: in de houtindustrie (Zaagmo- lenpoortje) en de textielindustrie (Raampoortje). was een opgedrongen beslissing waar de stad eigenlijk geen zin in had. Men was zeker niet bereid daar veel geld aan te besteden. Verdient het plan van uitleg, dat tijdens de uitvoering zo drastisch bijgesteld werd, dus de titel masterplan niet? Men kan ook vaststellen dat bij een uitleg de mogelijkheden en – nog belangrijker – onmogelijkheden binnen het plange- bied doorslaggevend zijn bij de uiteindelijke uitvoering. In die zin gaan ze deel uitmaken van het masterplan, ook als ze pas tijdens de uitvoering tevoorschijn komen. IJzereheinig vasthouden aan potloodlijnen veroorzaakt mogelijk onvol- komenheden en leidt vaak tot kapitaalvernietiging.

Pragmatisme tot daar aan toe, goed koopmanschap O.K. Maar het binnensluiten van de pre-stedelijke bebouwing in de toekomstige Jordaan1 heeft de stad eeuwenlange narigheid bezorgd. Dat was niet doordacht en kan zeker niet planmatig genoemd worden. Dit

1 De eisen die aan de fortificatie gesteld werden verplichtten de stad ertoe de Jor- daan binnen te sluiten, maar dat moest dan tegen de laagst mogelijke kosten. De polderstructuur bleef gehandhaafd, er werd niet of nauwelijks opgehoogd en de bestaande bebouwing werd zoveel mogelijk gespaard om geen vergoedingen te hoeven betalen. Daardoor is de Jordaan vijf duim beneden het ontwerppeil van de grachtengordel komen te liggen en kreeg het gebied een eigen waterpeil, met extra sluizen van dien. Bovendien lag er achter de knik bij de Westermarkt geen brede radiaalstraat. Er kwam in de hele Jordaan ook geen poort bij gebrek aan een uitvalsweg. Dat werd later enigszins gecorrigeerd door twee muurdoorlaten voor personeel van de hout- en textielindustrie direct buiten de Jordaan. 8 In 1662 kreeg Daniël Stalpaert van burgemeesteren de opdracht een kaart van de vervolmaking van de stadsuitleg te maken. Dit was de plankaart van wat de komende decennia uitgevoerd zou worden. Hierin waren alle beraadslagingen en deelbeslissingen verwerkt. In grote lijnen is de uitleg ook zó verwezenlijkt, met de grandioze grachtengrodel tot gevolg. werelderfgoed Amsterdamse grachtengordel - masterplan of niet?

Tot slot de Vierde Uitleg van 1662. Vanaf 1659 was de Raad al aan ’t brainstormen over het voltooien van de uitleg. In 1662 kreeg Daniël Stalpaert de opdracht een kaart te maken van de in de Vroedschap gedurende vele zittingen en onderzoekingen door commissies uit- gedokterde ideeën. Hij produceerde een plattegrond van de meest ideale uitleg, in de zin van de grootst mogelijke hoeveelheid ver- koopbare bouwgrond in een zo aangenaam mogelijk woongebied. Hij werkte het principe van de radiaalstraten uit, die naar de poor- ten voerden en breder waren dan de overige straten en die op wagenpleinen uitkwamen, die elk aangapst waren aan een speci- fieke bestemming. De enige radiaalstraat van de Derde Uitleg, de Haarlemmerdijk, sloot nog aan op een uitvalsweg. Stalpaert liet die noodzaak varen om tot een harmonischer stratenpatroon te ko- men. Tevens werkte hij het benutten van de hoekpercelen in de knikken van de grachtengordel uit. De voorzet was in 1613 met de vijfhoekige Westermarkt al gegeven, maar Stalpaert maakte er ongelijkzijdige vierhoeken van. Hij plaatste hierin zoals voorzien kerken, maar daar is er maar één van gerealiseerd: de Amstelkerk. Hij zorgde er ook voor dat de Amsteloevers strak getrokken wer- den, niet om de landwinst maar om de esthetiek. Waar men aan- vankelijk geen raad mee wist was de Sint Anthoniesdijk door het plangebied. De dijk, zijnde een zeewering, mocht van het hoog- heemraadschap niet geslecht worden. Daar is later pas in voorzien Boven: Kort voor het begin van de werkzaamheden aan de Vierde Uitleg besloot men die ruimer uit te voeren dan oorspronkelijk gepland. Het meest opval- lend bleek dat waar de stadsveste afweek van de loop van de latere Heren- gracht. De voormalige schans kwam de Reguliersdwarsstraat en de oude stadspoort stond opeens midden op de Botermarkt. Links: Het begin van het uitzwaaien van de grachtengordel, ter hoogte van de Beulingstraat. De rode lijn geeft aan hoe de huizenwand tot 1662 verliep en op de foto is te zien hoe ‘t daarna werd. 10 werelderfgoed Amsterdamse grachtengordel - masterplan of niet?

laatste bolwerk van 1613 en de schans van de Tweede Uit- leg (Reguliersdwarsstraat) zou de wal verder uitzwaaien. De He- rengracht en alle volgende grachten kregen een strikter concen- trische vorm. De aansluiting met de omwalling maakte een extra gracht mogelijk en zelfs nodig: de . Hoe moeten we nu aankijken tegen een planmatige stadsuitleg die een halve eeuw in beslag neemt? Maken alle wijzigingen, nood- zakelijk of mogelijk geworden door gewijzigde omstandigheden, een masterplan waardeloos? Of mag een plan zich over zo’n lange termijn door veranderende inzichten of noodzaken ontwikkelen?

Als men de uitleg van 1612 en 1662 als een eenheid ziet blijkt dat in een tijdspanne van een halve eeuw een masterplan door door het leggen van een nieuwe zeewering (Hoogte Kadijk) en het een ruimer budget verbeterd kan worden. Zo’n masterplan (pas na tien jaar) slechten van de oude dijk. Dit werd al verwerkt blijft een masterplan en wordt een beter masterplan. in de kaart van Stalpaert. De bleef altijd een afwijkende structuur vertonen, mede door de die een afwijkende richting kreeg, niet haaks op de omwalling. Een belangrijke afwijking van de plannen van 1613 was het veel grotere gebied dat ingesloten zou worden. In eerste opzet zou de omwalling symmetrisch zijn met een afsluitende dam met bastions iets buiten Kattenburg. Er kwamen echter nog twee kunstmatige eilanden bij: Wittenburg en Oostenburg. Meteen beginnend bij het Boven: De nieuwe vorm van de uitleg veroorzaakte ook de wijziging in het bolwerk Osdorp, dat tot dan de knik inleidde, die er niet kwam. Die werd verplaatst naar de , die ook niet op de plaats van de vestgracht kwam. Rechts: De eerste ideeën over de Plantage. Langdurige onderhandelingen met het betreffende Hoogheemraadschap en aansluitend hoge kosten maakten de Plantage tot wat het vandaag is. Er werd een nieuwe zeewering gelegd (Hoogte Kadijk) en de Sint Anthoniesdijk werd geslecht. Toen kon de struc- tuur aangelegd worden, zoals die op de plattegrond op pag. 9 te zien is. 11 werelderfgoed Amsterdamse grachtengordel - masterplan of niet?

Concluderend kan gesteld worden dat de hedendaagse kritiek op Op pagina 2 staan wat defi- het masterplan-idee voor de grachtengordel op twee misvattingen nities van een masterplan en hinkt. Ten eerste kan een plan uit de zeventiende eeuw niet volgens op pagina 3 e.v. beschrijf ik hedendaagse maatstaven beoordeeld worden. Vandaag gaat, na op- hoe de Amsterdamse Vroed- dracht, een commissie van vaklieden op studiereis naar voorbeel- schap daar invulling aan gaf. den, om daarvan te leren en ideeën op te doen. In 1609, de eerste Als ik de grachtengordel ver- aanzet voor de zeventiende-eeuwse uitleg, was er geen vergelij- gelijk met bijvoorbeeld het kingsmateriaal. Alles moest uitgevonden worden en het valt niet te masterplan voor het KNSM- verwijten dat dit soms met vallen en opstaan geschiedde. eiland van rijksbouwmees- Ten tweede wordt een masterplan nogal eens verward met ontwer- ter Jo Coenen doorstaat het pen voor de ‘ideale stad’, plannen die vooral voortkwamen uit Ita- zeventiende-eeuwse plan de liaanse traktaten maar ook door Simon Stevin (afb. onder) werden toets glansrijk. Coenen heeft gebezigd. Dit soort ontwerpen kunnen alleen van toepassing zijn een dode forensenwijk ge- op steden die vanuit het niets ontstaan, zoals Canberra, Brasilia of schapen waar je alleen komt dichterbij Almere. om te slapen. Hoogstens zijn collega’s liggen in katzwijm. Theo Bakker - 2014

Links: De ideale stad volgens Simon Stevin. Onder: Erkend masterplan: het KNSM-eiland door rijksbouwmeester Jo Coenen.... Rechts: ....en het uitgevoerde plan: geen winkels, geen school, een dode forensen- wijk, maar massa’s architectuurstudenten op bedevaartsreis!

12 Bij problemen met weergave in uw browser } naar website Theo Bakker’s Domein opent u dit pdf-bestand in Acrobat (Reader)

De topografische bijzonderheden van Amsterdams ontwikkeling ○ = elders in de lijst ook al genoemd * = ondersteunend artikel van andere auteur Middeleeuws Amsterdam ● Topografische fotografen in Amsterdam ● De Da Costabuurt en de Réveilbeweging, Ria Scharn ● De cope-ontginning van Amstelland ● Amsterdamse architecten * Westerplantsoen in de , A.. Huyser ● Poerte ende Vrihede van Amstelredamme ● Wereldtentoonstelling van 1883 * De wet kent geen steden, Drs. J. P. Janse, 1992 ● De eerste 300 jaar in het bestaan van Amsterdam ● Samuel Sarphati, visionair en entrepreneur (annexatie Nieuwer-) ● Stadspoorten op de Nieuwendijk ● Casino, Musis Sacrum en Huize Bob * Dorpse straten in de stad, Ph. Spangenberg 1995-1996 ● Is de Nieuwezijds wel gegraven? ● Van Liesveldsche Bijbel tot Beursplein 5: Bible Hotel Amsterdam-Noord ● De kop van de Nieuwendijk, een 14e-eeuwse stadsuitbreiding ● Brouwerij De Hooiberg & Die Port van Cleve ● Volewijckslanden en Buiksloterham, de ruggegraat van Noord ● De Boerenwetering en zijn loop door Amsterdam ● Nederlandsche Scheepbouw Maatschappij ○ De geschiedenis van de Waterlandse tram ● Hoe oud is het als kade langs de Amstel? Amsterdam havenstad * Industrie Buiksloterham door Wim Huissen ● Middeleeuwse kloosters van Amsterdam ● Zeehaven in beweging, alle locaties tot WOII * ENTOS door Wim Huissen ● Het Sint Anthonius gasthuis (Leprozenhuis) ○ Westelijke eilanden Bickers-, Prinsen- & Realeneiland * ELTA door Wim Huisen * Het Leprozenhuis te Amsterdam, I. H. van Eeghen 1955 * Opkomst der Amsterdamse haven, W. H. M. de Fremery ○ Nederlandsche Scheepbouw Maatschappij ● Het Kartuizerklooster Sint Andries ter Zaliger Haven * Geschiedenis Amsterdamse scheepsbouw, Dr. L.van Nierop Verkeersdoorbraken ● In den Uutersten Nesse bider Amstel; Binnengasthuis ● Van Petroleumhaven tot grootste benzinehaven ter wereld ● Damstraat-Paleisstraat 1865-1914 ● De metamorfose van die Plaetse tot de Dam Stadsuitleg 1578-1596 ● Raadhuisstraat 1894-1897 ● Amsterdam, van Heren, van bisschoppen en van graven ● De Eerste en Tweede Uitleg 1578-1596 ● Vijzelstraat 1917-1935 ● Amsterdam, van Hoeken en Kabeljauwen ● Rembrandtplein, metamorfose van een onbedoeld plein ● Weesperstraat 1959-1969; de Wibaut-as ● Pacificatie, Satisfactie & Alteratie ● Vlooienburg & Zwanenburg ● Het Papeneiland Amsterdam en het water ● De Haarlemmerbuurt, verdeeld over 2e en 3e Uitleg ● Amsterdams Waterstaat Amsterdams nijverheid, handel en transport ● De eerste Joodse gemeenten en hun synagogen ● Raadselachtige waterwerken ● Markten van Amsterdam (locaties door de eeuwen gevolgd) Stadsuitleg 1609-1700 ● Sluizen, keringen en duikers in Amsterdam * Botermarkt en Kaasplein, Dr. A. Halberstadt 1910 ● Donkeresluis ● Beurtvaarders, trekschuiten en overzetveren ● De Derde en Vierde Uitleg 1609-1700 ● Die Verheelinghe; geschiedenis van de Leidsegracht ● Stadsuitleg en de omringende waterschappen en gemeenten ● Middeleeuwse bierbrouwerijen in Amsterdam ● ‘t IJ, van getijdekreek via waterwolf tot droogmakerij ● Vroege industriegebieden: Stadsrietlanden, Zaagmolensloot, ● De Amsterdamse schans en bolwerken ● De Trapjesschans, een nijver stukje Schans ● Van open havenfront tot Open Havenfront Mennonietensloot, Overtoomsevaart, Kwakerspoel en Zaag- ● De geschiedenis van de Kostverlorenwetering en de overtoom molenbuurt ● Westelijke eilanden Bickers-, Prinsen- & Realeneiland ● De vijf grote wagenpleinen ● Aanloop tot het Noordzeekanaal, Amsterdam op z’n smalst * Molens in Stadsrietlanden, Mr. J. H. van den Hoek Ostende ● Het ontstaan van de Jordaan ● Hoe komt de Mirakelbrug aan z’n naam? * Het einde van de korenmolens op de bolwerken aan de Sin- gelgracht, Mr. J. H. van den Hoek Ostende, 1972 ● Gangen en hoven van de Jordaan Diversen ● De vertraagde bebouwing van de Driehoekstraat ● Pakhuis Oostenburg, Fons Baede * Precario en Windgeld, Mr. J. H. van den Hoek Ostende, 1969 ● Geschiedenis van Rederij J. H. Bergmann ● De Plantage, een geslaagde mislukking ● Nieuwe Doelenstraat, Robert Raat ● Geschiedenis van Rederij Boekel ● Amstelkerk, noodgebouw met eeuwigheidswaarde ● Regeringsjubileum 1874 Willem III, Paul Graalman ● Geschiedenis van het Leidseplein en Hirsch & Cie Stadsuitleg 1877-1921 Jaarboeken, enzovoort ● De geschiedenis van de Haarlemse tram (NZH) ● Annexaties 1877-1921 ● Index quizpagina’s 2014 en later, kleinere onderwerpen ● De geschiedenis van de Waterlandse tram (NHTM) ● Stadsontwikkeling en de politiek ● Jaarboek 2015, 50 opstellen over Amsterdamse items ● Straattypen en standwerkers ● en Zeeheldenbuurt ● Jaarboek 2016, 11 opstellen, idem ● Straathandel ● Van Smalle Pad tot Planciusstraat ● Jaarboek 2017, 6 opstellen, idem ● Stadschroniqueurs in de 17e en 18e eeuw ● Het Museumkwartier en de Waskaarsenfabriek ● Jaarboek 2018, 8 opstellen, idem ● Topografische tekenaars in Amsterdam ● Stads- en Godshuispolder, een stukje Amsterdam in de polder ● Jaarboek 2019, 8 opstellen. idem