Noodwaterberging Groot Weijerswold
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Noodwaterberging Groot Weijerswold Aanmeldingsnotitie voor m.e.r.-beoordeling Concept Opdrachtgever: Waterschap Velt en Vecht Grontmij Nederland B.V. Assen, 5 februari 2010 272230 02 Verantwoording Titel : Noodwaterberging Groot Weijerswold Subtitel : Aanmeldingsnotitie voor m.e.r.-beoordeling Projectnummer : 272230 Referentienummer : 272230 Revisie 02 Datum 5 februari 2010 Auteur(s) : drs. F.M.W. Bax; drs. H. Praamstra E-mail adres : [email protected] Gecontroleerd door : drs. A. Luinenburg Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : drs. ing. J.W. Popken Paraaf goedgekeurd : Contact : Stationsplein 12 9401 LB Assen Postbus 29 9400 AA Assen T +31 592 33 88 99 F +31 592 33 06 67 [email protected] www.grontmij.nl 272230 02 Pagina 3 van 40 Inhoudsopgave 1 Inleiding......................................................................................................................... 7 1.1 Aanleiding ..................................................................................................................... 7 1.2 Groot Weijerswold......................................................................................................... 7 1.3 Plan-m.e.r......................................................................................................................8 1.4 M.e.r.-beoordeling......................................................................................................... 8 1.5 Initiatiefnemer en bevoegd gezag................................................................................. 9 1.6 Leeswijzer ..................................................................................................................... 9 2 Kenmerken voorgenomen activiteit ............................................................................ 11 2.1 Beleidskeuzes............................................................................................................. 11 2.2 Uitgangspunten en randvoorwaarden......................................................................... 12 2.3 Inrichtingsplan............................................................................................................. 14 2.4 Toekomstige bestemming en beheer ......................................................................... 15 3 Plaats activiteit en effectanalyse................................................................................. 17 3.1 Plaats van de activiteit ................................................................................................ 17 3.2 Kenmerken van de potentiële milieueffecten.............................................................. 18 3.2.1 Ruimtegebruik en leefbaarheid................................................................................... 18 3.2.2 Landschap en cultuurhistorie...................................................................................... 19 3.2.3 Archeologie en geomorfologie .................................................................................... 25 3.2.4 Flora en fauna............................................................................................................. 28 3.2.5 Water...........................................................................................................................32 3.2.6 Bodemhygiëne ............................................................................................................ 33 3.2.7 Verkeer, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid ................................................... 34 4 Afweging ..................................................................................................................... 37 4.1 Overzicht omstandigheden ......................................................................................... 37 4.2 Conclusie .................................................................................................................... 38 Bijlage 1: Maatregelenkaart 272230 02 Pagina 5 van 40 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het najaar van 1998 hadden de drie noordelijke Provincies te kampen met ernstige water- overlast. Ten zuiden van Coevorden heeft Waterschap Velt en Vecht polders langs de Vecht onder water laten lopen om ernstiger problemen elders te voorkomen. Op veel plaatsen is water over de kades gestroomd, waardoor landerijen onder water zijn gelopen. De verwachting is dat Nederland in de toekomst vaker te maken krijgt met extreme neerslag- situaties. Het beleid van Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en het Nationaal Bestuursakkoord Wa- ter (NBW) voorziet in het anticiperen op deze veranderingen. Mede naar aanleiding van deze wateroverlast heeft de Provincie Drenthe samen met de Waterschappen Velt & Vecht en Reest & Wieden besloten om in (onder meer) Zuid Drenthe bergingsgebieden aan te wijzen om het watersysteem op orde te brengen of te houden. In de Stroomgebiedsvisie Vecht – Zwarte Water hebben de waterschappen in Zuid Drenthe de taak gekregen om een concrete en meer precieze invulling te geven aan de benodigde ruimte- claim binnen hun beheergebieden die nodig is om de watersystemen op orde te brengen en te houden. De ruimteclaim is vervolgens vertaald naar en vastgelegd in de provinciale plannen. Met de aanwijzing van (nood)waterbergingsgebieden in het Provinciaal Omgevingsplan (POP) wordt de inrichting van deze gebieden voor noodwaterberging planologisch mogelijk gemaakt en worden deze gebieden in de toekomst voor deze functie geschikt gehouden. De aanwijzing van de (nood)waterbergingsgebieden in Zuid Drenthe vindt plaats door middel van een uitwer- king van het POP. Gedeputeerde staten van Drenthe hebben op 27 januari 2009 de ontwerp-deelstructuurvisie Waterberging Zuid-Drenthe vastgesteld. De ontwerp-deelstructuurvisie heeft van 11 februari 2009 tot en met 25 maart 2009 ter inzage gelegen. Het ligt in de planning dat Gedeputeerde staten van Drenthe de deelstructuurvisie later in 2009 vaststelt. Door deze aanwijzing kunnen gemeenten de bestemmingsplannen aanpassen, zodat de gebie- den door het waterschap voor (nood)waterberging kunnen worden ingericht. Noodwaterberging Groot Weijerswold is één van de gebieden die is aangewezen als bergingsgebied. 1.2 Groot Weijerswold Groot Weijerswold is één van de gebieden die is aangewezen als noodwaterberging. Het ge- plande bergingsgebied heeft een omvang van circa 200 hectare en ligt tussen de kernen Coe- vorden en Schoonebeek. De aanwijzing betekent dat het gebied door Waterschap Velt en Vecht geschikt gemaakt wordt voor de berging van water in tijden van extreem natte situaties. Dit houdt in dat het gebied gemiddeld één keer per 100 jaar of minder wordt ingezet. Het is de bedoeling dat Groot Weijerswold uiterlijk in 2011 operationeel is en vanaf dat moment kan worden ingezet als noodwaterberging. De planning is om het project daarom in 2009 ge- heel uit te voeren en af te ronden, waarbij rekening wordt gehouden met de broedperiode van onder meer weidevogels. De tussenliggende periode is bestemd voor de afronding van het be- stemmingsplan. 272230 02 Pagina 7 van 40 Inleiding Ligging plangebied noodwaterberging Weijerswold Het plangebied heeft globaal de volgende begrenzing: • De noordrand wordt begrensd door het gehucht Weijerswold en de Europaweg N863; • De oostkant wordt begrensd door de weg tussen het Schoonebekerdiep en de N863; • De zuidkant wordt begrensd door de Schoonerbekerdiep, tevens de landsgrens tussen Ne- derland en Duitsland; 1.3 Plan-m.e.r. De aanwijzing van noodwaterbergingsgebieden is een activiteit waarvoor een Plan-MER1 moet worden doorlopen. Er is namelijk sprake van het nemen van maatregelen om overstromingen tegen te gaan (“flood relief works”) als bedoeld in de Europese richtlijn betreffende milieueffect- rapportage. De m.e.r. is uitgevoerd ter voorbereiding op de POP-uitwerking waarin de noodwa- terbergingsgebieden worden aangewezen. Het Plan-MER beschrijft de milieueffecten van verschillende oplossingen en geeft een relatieve vergelijking van alternatieven (op milieueffecten). De drie alternatieven omvatten een combina- tie van zoekgebieden waarmee voldoende waterberging kan worden gerealiseerd zodat het wa- tersysteem op orde wordt gebracht en wordt voldaan aan de opgave voor waterberging. In dit rapport zijn 12 potentiële (nood)waterbergingsgebieden in het beheersgebied van waterschap Reest & Wieden en Velt & Vecht vergeleken en op milieueffecten beoordeeld. 1.4 M.e.r.-beoordeling De voorgenomen activiteit is het nemen van maatregelen om overstromingen tegen te gaan (“flood relief works”) als bedoeld in de Europese richtlijn betreffende milieueffectrapportage. Voor deze activiteit geldt een m.e.r-beoordelingsplicht. Voordat berging Groot Weijerswold daadwerkelijk kan worden ingericht als noodwaterbergingsgebied is een bestemmingsplanwijzi- ging nodig. Gekoppeld aan deze bestemmingsplanwijziging dient een m.e.r.-beoordeling uitge- voerd te worden. In de voorliggende aanmeldingsnotitie wordt – in aanvulling op het plan-MER – meer in detail ingegaan op de milieueffecten die worden verwacht als gevolg van de inrichting en het gebruik van Groot Weijerswold als noodwaterbergingsgebied. Deze notitie heeft tot doel om het be- voegd gezag (de raad van de gemeente Coevorden) in kennis te stellen van de voorgenomen activiteit, zodat zij een besluit kan nemen over de noodzaak tot het opstellen van een MER. De m.e.r.-beoordeling moet gedaan zijn op het moment dat een ontwerp van het bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. De m.e.r.-aanmeldingsnotitie wordt geschreven onder vigeur van het Besluit milieu-effectrapportage (hierna: Besluit m.e.r.),