Viertalig Aanvullend Hulpwoordenboek Voor Groot-Nederland
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Viertalig aanvullend hulpwoordenboek voor Groot-Nederland F.P.H. Prick van Wely bron F.P.H. Prick van Wely, Viertalig aanvullend hulpwoordenboek voor Groot-Nederland. G.B. van Goor Zonen's N.V. Boekh. Visser & Co, Weltevreden 1910 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/pric005vier01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven F.P.H. Prick van Wely π2r Voorrede. Op verzoek van den schrijver is ondergeteekende gaarne bereid om over aard en strekking van 't voorliggende werk een meening uit te spreken. Het doel, dat de schrijver zich gesteld heeft, is de aanvulling en verbetering van alle in Nederland verschenen geschriften, waarin de Indische en in Nederlandsch-Indië gebruikelijke Nederlandsche woorden of geheel ontbreken of onjuist opgegeven zijn. Tevens moet de toevoeging van een vertaling van zulke woorden in 't Fransch, Duitsch en Engelsch dienen om den beoefenaars dezer talen hulp te bieden. Vergelijkt men dit Hulpwoordenboek met vroegere uitgaven van den schrijver van denzelfden aard, met Veth's ‘Uit Oost en West’, en met hetgeen in de Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië, enz., te vinden is, dan ziet men reeds op den eersten blik, hoeveel rijker de hier verzamelde stof is. Hiervoor verdient de heer Prick van Wely den dank van alle belangstellenden, maar nog veel meer voor de groote moeite die hij zich gegeven heeft voor de juiste vertolking der woorden. Hiervoor had hij slechts over uiterst weinig hulpmiddelen te beschikken en kon alleen zijn groote belezenheid hem hulp verschaffen, waar andere bronnen hem in den steek lieten. Ieder, die het Hulpwoordenboek ter hand neemt, zal erkennen dat de schrijver geen moeite ontzien heeft om zijne taak nauwgezet te volbrengen. Behalve de in Nederlandsch-Indië gebruikelijke uitdrukkingen zijn in het werk ook opgenomen een aantal Zuid-Afrikaansche en West-Indische woorden en verouderde termen. Alles te zamen genomen, is het Hulpwoordenboek een nuttig werk voor verschillende klassen van lezers, en daarom wenschen wij het in veler handen. H. KERN. F.P.H. Prick van Wely, Viertalig aanvullend hulpwoordenboek voor Groot-Nederland I Voorrede. Hunc [libellum] obtrectare si volet malignitas, Imitari dum non possit, obtrectet licet. (Phaedrus). Dit is de derde uitgave van mijn op bescheiden wijze begonnen Indische Woorden en hunne Equivalenten in de Moderne Talen, van een vijftigtal bladzijden thans uitgedijd tot een aardig boekdeel. Om te beginnen moet ik den gebruiker of beoordeelaar verzoeken eerst de correcties aan te brengen die in het verbeterblad opgegeven zijn. Ondanks alle moeite die schrijver en prote zich gegeven hebben om den drukfoutenduivel te bezweren, zijn toch eenige ongewenschte errata in het werkje binnengeslopen, deels slips of the pen, deels zetfouten en ook, helaas, enkele blunders waarvoor ondergeteekende alleen aansprakelijk is. Heeft men echter bovenbedoelde correcties aangebracht, die ik hoofdzakelijk te danken heb aan de professoren Dr. Frantzen, Dr. Salverda de Grave en Dr. Snouck Hurgronje, dan is men in bezit van een zoo betrouwbaar mogelijk - geheel betrouwbaar - lexicographisch werk bestaat nergens - speciaalwoordenboek, waarin nu ruim 3500 artikelen opgenomen zijn met de vertaling in het Fransch, Duitsch en Engelsch en bovendien vele bewijsplaatsen, die om de een of andere reden interessant genoemd mogen worden. In meer dan 10.000 gevallen vindt men dus hier iets, waar men de gewone woordenboeken - de grootste niet uitgezonderd - te vergeefs naslaat of op een dwaalspoor wordt gebracht, zoo niet geheel misleid, door de onmogelijkste of althans onvoldoende vertalingen. Gedurende eenige jaren heb ik vlijtig alle woorden, zoowel Hollandsche die in Indië veel gebruikt worden als zuiver Indische, verzameld en lexicographisch behandeld voor zoover ze in de gewone woordenboeken niet te vinden waren, waarbij ik in de eerste plaats ben uitgegaan van de Engelsche dictionnaire van Ten Bruggencate als zijnde het minst up to date in den woordenschat. Slechts enkele gevallen zijn ten overvloede opgenomen ter wille van een zekere volledigheid. Doodgewone woorden als bijv. allerlei, evenmin enz. die nu nog na een twaalfjarige bewerking in T.B. ontbreken, heb ik natuurlijk weggelaten. Andere, waarmee men om bijzondere redenen voorzichtig moet zijn, heb ik met een sterretje geteekend. Enkele daarvan zijn in Holland absoluut onbekende Indiïsmen van slechte herkomst, zooals bijv. aankeeren, andere Indiïsmen, die een heel andere beteekenis hebben dan de gelijkluidende Hollandsche termen, zooals bijv. rijden, dat hier in de schooltaal precies het omgekeerde beteekent van het Hollandsche rijden enz. Een paar woorden moest ik ook opnemen omdat ze in het koloniale F.P.H. Prick van Wely, Viertalig aanvullend hulpwoordenboek voor Groot-Nederland II idioom anders weer te geven zijn dan in het Europeesche, zooals bijv. uitslapen, bedrijfsbelasting, sprei, enz. Volledig is dit hulpwoordenboek natuurlijk ook nu nog niet, evenmin als welk ander lexicon. Zoo heb ik nog niet onder dak kunnen brengen: afpatrouilleeren, arbeidsinspectie, bestuursindeeling, blauwpijp, comptabiliteitswet, dagvuurwerk, etensblik, frikadellenbuurt, garantiekoelie, huurplankje, introducé, kasstaat, koffertjesleven, koffiepas, koortsnest, landschapskas, leestafel, Mongolenvlek, muskaatduif, nestvaren, nekken (v. een voorstel), ondergraving (bij diefstal), pensioenraad, quarantaine arts, speenbed, toop (soort schip), topbibit, valorisatiekoffie (Brazilië), verflensloods, visscherijstation, vuurgevecht en wapencontroleur. Op de blanco vellen achterin vindt men gelegenheid om hierbij hoorende en andere vondsten op te teekenen. Voor toezending houd ik mij ten zeerste aanbevolen. Wie zich even een idee wil vormen van de moeielijkheden bij het zoeken en werken op zoo'n buitenissig terrein als het hier ontgonnene, beproeve maar eens zijn krachten aan enkele van die woorden voor de drie talen. Dat zal hem zeker wat meer manis maken in zijn oordeelen waar ik gefaald mocht hebben, want dat ik niet overal het juiste of het beste equivalent getroffen heb, moest ik reeds boven terloops bekennen. Eensdeels kon ik dat niet, omdat vaak een equivalent eenvoudig niet bestaat, zooals voor de woorden landsadvokaat - wat men in Holland noemt rijksadvokaat - en subsistentenkader - doorgangshuis voor wegens vertrek afgevoerde of anders moeilijk in te deelen militairen - of, om eens een ander terrein te betreden, gemas, anderdeels omdat ik ondanks alle zoeken en informatie toch tot geen bevredigende oplossing komen kon. Ik zou mijn werk dan ook niet weer uitgegeven hebben, ware het niet dat niemand mijner confraters of voorwerkers1) zonder zonde is en mij de overweging moed gaf, dat, zooals Sweet zegt, zelfs a good dicitionary is necessarily a bad one. Bovendien bedacht ik ook dat he who never makes mistakes never makes anything. In elk geval heb ik mijn best gedaan om zelfs de allernieuwste boeken en bronnen te raadplegen, zooals men uit de aangehaalde plaatsen gemakkelijk zien kan. Waar mijn materiaal mij voor de dubbele moeielijkheid plaatste om van zooveel ‘onmogelijke’ woorden een vertaling te geven, die tegelijkertijd een equivalent moest zijn met het eigenaardige slang-achtig cachet dat zooveel Indische woorden aankleeft, zal men mij wel vergeven, dat ik een beroep doe op de welwillendheid van allen die mij terecht kunnen wijzen, waar ik er naast of te hoog ben. Wie daarentegen van mij iets overnemen wil, zooals reeds gebeurd is o.a. in de woordenboeken van Gallas, van Gelderen, Koenen, van Malssen, mag met zaakkundige omzichtigheid en inachtneming der vormen gerust zijn gang gaan: alléén teeken ik bij voorbaat protest aan tegen de evenzoo domme als brutale soort van letterdieverij, waaraan een zekere L. van der Wal bij de herziening van het Engelsch Woordenboek van Ten Bruggencate zich ten bate van de firma Wolters schuldig heeft gemaakt. 1) Zelfs sommige mijner critici sloegen de plank geheel mis. Zoo wilde collega D.A. Westerveld o.a. voor: postquitantie Postquittung, wat geheel iets anders is, en een zekere zich nog steeds schuilhoudende dame met middelbare bevoegdheid voor het Engelsch toonde niet eens te weten dat clericál ook is: schrijvers..., klerken... en pest ook: plaag enz. enz. Moge het publiek verder verschoond blijven van bevoegde voorlichters van deze soort! F.P.H. Prick van Wely, Viertalig aanvullend hulpwoordenboek voor Groot-Nederland III Ten slotte zij het mij vergund mijn hartelijken dank te betuigen aan de reeds genoemde professoren, aan mijn vriend C.A. Backer te Buitenzorg voor inlichtingen op botanisch gebied, aan A. Bruant te Parijs voor zijne argot-aanwijzingen, waarvan men de meeste terug zal vinden in zijn bekende dictionnaire, aan Mr. Dr. Schumann alhier voor zijn uiterst leerzame critiek, aan Prof. Logeman te Gent voor zijn nauwlettende herziening van den tweeden druk en verder aan allen die iets bijgedragen hebben tot verbetering of uitbreiding van mijn boek, inzonderheid aan Prof. Kern en Dr. Ph. van Ronkel, zonder wier belangelooze hulp en gewaardeerde voorlichting ik het etymologisch gedeelte - waarin enkele latere bijvoegingen van mijne hand zijn1) - zeker niet in 't licht zou hebben kunnen geven. P.v.W. Mr. Cornelis, Juni 1910. 1) Ook moet ik er hier op wijzen, dat de in het M.S. voorkomende diacritische teekens niet voor de gebruikte lettersoort op de drukkerij voorhanden waren. F.P.H. Prick van Wely, Viertalig aanvullend hulpwoordenboek voor Groot-Nederland V Inleiding. Indië en de Nederlandsche lexicographie. Tot de ‘Indische’ woorden in den uitgebreidsten zin zijn niet enkel Maleische,