51

Hoogwaterzone: een natuurontwikkelingsgebied voor riet- en moerasvogels in De Wieden

Het natuurgebied de Wieden (fig.1) is In het noordelijk deel van het reservaatsgebied - een laagveengebied dat bestaat uit plas­ Wanneperveen (Noordwest-) is in 1989 een hoogwa­ sen, moerassen en omringende veenwei- terzone ingesteld. Doel van de hoogwaterzone is wegzij ging van degronden. Het landschap bestaat uit een afwisseling van gras- en rietlanden, sloten water uit het natuurgebied de Wieden naar het aangrenzende en bosopslag. Beheerder van de Wieden landbouwgebied te beperken. Door het hoge peil is een afwisse­ is de Vereniging Natuurmonumenten. ling ontstaan van riet, grote-zeggenmoeras, wilgestruweel, ruigt Ten oosten van de Wieden is, in het en open water. Dit heeft in korte tijd geleid tot de vestiging van kader van de Relatienota 940 hectare veel bijzondere riet- en moerasvogels. De hoogwaterzone kan aangewezen als reservaatsgebied. Hier is een voorbeeldftinctie vervullen voor natuurontwikkelings­ het beheer vooral gericht op kritische projecten die gericht zijn op bijzondere riet- en moerasvogels. weidevogels, zoals Watersnip (Gallinago gallinagó), Slobeend {Anas clypeatd) en Zomertaling (Anas querqueduld), en ont­ wikkeling van bijzondere sloot- en sloot- Obe Brandsma kan tvegetaties (Brandsma, 1993). Op de slootkanten bevinden zich soorten uit het Dotterverbond en in de sloten zijn soor­ ten uit het Kikkerbeetverbond (Kikker- beet-Krabbescheer-associatie) aan te tref­ Fig. 1. De Wieden. Ligging fen. Op het grootste deel van deze natte van het onderzoeksgebied. graslanden is een beheersovereenkomst gesloten of vindt het beheer plaats door de Vereniging Natuurmonumenten. Dit I De Wieden reservaatsgebied is onderdeel van de on­ I water langs afgesloten ruilverkaveling Giet­ j hoogwaterzone hoorn-Wanneperveen. De overige gron­ j reservaatsgebied den in de ruilverkaveling zijn optimaal 1 Giethoorn-Wanneperveen ingericht voor de landbouw. 3 km Hoogwaterzone •Wanneperveen De lagere peilen in het landbouwgebied leiden echter tot een toename van wegzij- ging en een grondwaterstandsdaling in het reservaatsgebied. Om wegzijging uit Levende 52 Natuur

in het reservaatsgebied Giethoorn- Wanneperveen (Brandsma, 1987). Na instelling van de hoogwaterzone in het najaar van 1989 zijn jaarlijks de broed­ vogels gekarteerd. Het veldwerk vond jaarlijks plaats tussen eind maart en begin juli. In deze periode werden 7 tot 8 volle­ dige ronden (in de vroege ochtend) afge­ werkt. Daarnaast werd in het gebied jaar­ lijks 1 of 2 keer een nachtronde gehouden. Ook een aangrenzend perceel oud riet (4 ha) werd bezocht. Bij de kartering in 1987 bleek het ge­ bied voor weidevogels van zeer beperkte waarde. Belangrijkste oorzaak hiervan was de aanwezigheid van bos en bosjes. Deze hebben een verstorende werking op wei­ devogels met uitzondering van de Wulp {Numenius arquatd) (Brandsma, 1991, 1993). Na instelling van de hoogwater­ zone werd het biotoop voor de meeste weidevogelsoorten ongeschikt. In 1990 Fig. 2. Biotopen hoogwaterzone stand in het naastliggende reservaatsge­ was een aantal weidevogelsoorten nog wel bied verhoogd met gemiddeld 7 cm. aanwezig in de nog droge delen van het Door het realiseren van een hoogwater­ gebied. In 1991 waren deze soorten de­ ondiep water zone zijn de hydrologische effecten van de finitief verdwenen. , overgang ondiep water naar moeras peilverlaging in het landbouwgebied op In 1987 broedden Slobeend en het reservaatsgebied in belangrijke mate Zomertaling met enkele paren in het ge­ \''\^\^\''\moera s met grote zeggen en riet teruggebracht (Landinrichtingsdienst bied. Na instelling van de hoogwaterzone broekbos/wilgestruweel Overijssel, 1994). Bij goed slootonder- nam het aantal broedparen van Slobeend houd heeft de hoogwaterzone geen nade­ en Zomertaling sterk toe (fig. 3). De laat­ ruigte y/A lige invloed op de peilen in het land­ ste jaren is het aantal broedparen van de perceel oud riet bouwgebied. De wegzijging naar de Zomertaling weer afgenomen. Na instel­ westelijk gelegen Giethoornse polder is ling van de hoogwaterzone vestigden zich ) 100m •••- • zeer groot. De opgemalen hoeveelheid _l : : de Krakeend {Anas streperd), Kuifeend water is circa 3 miljoen m3 water per jaar. {Aythyafuliguld), Wintertaling {Anas creccd) en Tafeleend {Aythya ferind) in het de kern van het reservaatsgebied tegen te Biotoop gebied. Het aantal broedparen van deze gaan, is in het najaar van 1989 in het De huidige hoogwaterzone bestond voor­ soorten nam binnen enkele jaren sterk noordelijk deel van het reservaatsgebied heen uit (natte) graslanden, plaatselijk toe. (fig. 1) een kade aangelegd en is het wa­ met rietkragen, afgewisseld met enkele De instelling en ontwikkeling van de terpeil in een zone grenzend aan het land­ bospercelen en kleinere bosjes. Sinds de hoogwaterzone heeft geleid tot vestiging bouwgebied verhoogd tot 30 cm boven instelling van de hoogwaterzone in 1989 van veel bijzondere soorten en een sterke boezempeil. De grootte van dit gebied is staat circa 80 % van het gebied onder toename van riet- en moerasvogels (tabel circa 38 ha. In praktijk betekende dit dat water. In een groot deel van het terrein is 1). Sinds 1991 broedt hier de Waterral hier ca 80 % van het gebied onder water moerasontwikkeling met vooral riet en {Rallus aquaticus){\-2 broedparen); sinds kwam te staan, variërend van O tot ca 60 grote zeggen op gang gekomen. Daar­ 1992 de Roerdomp {Botaurusstellaris){2- cm boven maaiveld. In het voorjaar van naast bestaat een deel uit ondiep open 3 broedparen), en sedert 1994 ook de 1995 is de hoogwaterzone in zuidelijke water, een deel uit ruigte en een deel uit Bruine kiekendief (Circus aeruginosus) {1 -2 richting doorgetrokken met een opper­ ondergelopen broekbos (fig. 2). In dit broedparen). In 1994 is ook de Blauwe vlak van 48 ha. In dit artikel wordt uit­ ondergelopen bos zijn Berk {Betuiapubes- kiekendief ( COTW cyaneus) tot half mei sluitend ingegaan op de ontwikkeling in cens) en Els {Alnus glutinosd) afgestorven hier gesignaleerd, waarvan één keer met het noordelijk deel van de hoogwater­ en naderhand grotendeels (over ijs) nestmateriaal, maar tot broeden is het zone. gekapt. De Wilg {Salix spec) heeft zich waarschijnlijk niet gekomen. Het Klein Met behulp van een gemaal wordt weten te handhaven. waterhoen {Porzana parvd) is hier zowel het peil in de hoogwaterzone gehand­ in 1992 als in 1995 tijdens nacht- haafd. Via een apart circuit wordt water Broedvogels ronde(n) vastgesteld. ; aangevoerd vanuit het landbouwgebied. In 1987 zijn de broedvogels van het Sprinkhaanrietzanger {Locustella nae- Door de instelling van de hoogwaterzone betreffende gebied geïnventariseerd als vta) {1-3 broedparen) en Snor {Locustella in het noordelijk deel is de grondwater­ onderdeel van het weidevogelonderzoek luscinioides) hebben zich hier gevestigd. Tabel 1. Bijzondere riet- en moerasvogels vóór (1987) en na instelling van de hoogwat erzone (38 ha). vóór instelling na instelling hoogwaterzone hoogwaterzone soort 1987 1990 1991 1992 1993 1994 1995

* Roerdomp ^ - - 2 2 2 3 Blauwe reiger • 1 - 1 2-3 3-4 6

* Purperreiger ' - 4 - 2 1-2 5

J^*" -^'%» * Grauwe gans .- . - 0-1 - 1-2 2-3 Canadese gans - - - - - 1 - ^ ir Nijlgans - - - 1 3 5 6

* Bruine kiekendief .- -, - - - 1-2 1 f* * Blauwe kiekendief - - - - - 0-1 1

Waterral . _ 1 1 1-3 1 1 Klein waterhoen - - - 1 - - 1 * Blauwborst - - - - 2 2 3 Sprinkhaanrietzanger - - 1 1 2 3 1 Snor - 1 1 3 5 6 7 * Rietzanger 3', 1 4 6 4 8 12 Bosrietzanger 1 ' 1 1 2 2 3 * Baardmannetje ------1 Buidelmees ------1 Na instelling van de hoog- Wanneperveen in 1989 waterzone in het noorde- vestigde onder meer de * = Rode lijst lijk deel van het reser- Kuifeend zich in dit ge- vaatsgebied Giethoorn- bied (foto: Bert Bos).

aantal

20

Fig. 3. Eenden vóór (1987) en na instel­ ling van de hoog­ waterzone (38 ha). 15

IL 87 90 92 94 87 90 92 94 87 90 92 94 87 90 92 94 87 90 92 94 87 90 92 94 slobeend zomertaling krakeend kuifeend wintertaling tafeleend

Litflk Levende Natuur

De hoogwaterzone, een afwisseling van water. Riet, Grote zeggemoeras en wilge­ struweel, biedt water­ vogels de nodige rust.

riza schoeniclus) nam toe van 3 tot 17 paar. De Fuut {Podiceps cristatus) vestigde zich in 1990 en broedt de laatste jaren met 7 paar in het gebied.

Rietveld Grenzend aan de hoogwaterzone ligt een Het aantal broedparen van de Snor is toe­ 1994 broedden hier 1-2 broedparen. In perceel oud riet (4 ha) (fig. 2). Dit riet is genomen tot 7 paar in 1995. De Rietzan­ 1995 werden tijdens een telling over ijs de laatste 10 jaar, mogelijk zelfs langer, ger {Acrocephalus schoenobaenus) breidde 5 nesten gevonden. De Purperreiger lijkt niet gemaaid. Het oude riet weet zich zich uit van 3 tot 8-12 broedparen. zich hier definitief te hebben gevestigd. goed te handhaven. Plaatselijk heeft zich Sinds 1993 heeft de Blauwborst {Lus- Ook de Blauwe reiger {Ardea cinered) wilgestruweel ontwikkeld. In dit rietveld cinia svecicd) (2-3 broedparen) zich geves­ broedt sinds 1990, met een onderbreking broedden vóór de instelling van de hoog­ tigd. Deze vestiging staat niet op zichzelf. in 1991, in het wilgestruweel en breidt waterzone incidenteel bijzondere soorten: Ook elders in de Wieden heeft de soort zich uit. In 1995 werden 6 broedparen in 1987 Porseleinhoen {Porzana porza- zich gevestigd. Met name na 1993 is het vastgesteld. Opmerkelijk is ook de waar­ nd), in 1988 Bruine kiekendief en Grote aantal broedparen sterk toegenomen neming van een naaste verwant, de Kwak karekiet {Acrocephalus arundinaceus) en in (Overdijk, 1995). Een vergelijkbare ont­ {Nycticorax nycücorax), in 1993. Op 1989 Bruine kiekendief Baardmannetje wikkeling heeft zich in de Weerribben 21 mei werd in de hoogwaterzone een en mogelijk de Roerdomp. Sinds de in­ voorgedaan (Woets, 1993). In 1995 ves­ volwassen roepende Kwak waargenomen. stelling van de hoogwaterzone is het aan­ tigden zich Buidelmees {Remizpenduli- Broeden kon niet worden vastgesteld. tal bijzondere soorten sterk toegenomen. nus) (1 paar) en Baardmannetje {Panurus In 1992 heeft mogelijk voor het eerst Jaarlijks broeden hier de Roerdomp, biarmicus) (1 paar). In 1994 broedden in de Grauwe gans (Anser anser) in de hoog­ Waterral, Bruine kiekendief en Snor. wilgestruweel grenzend aan de hoog­ waterzone gebroed. In 1994 en 1995 Sinds 1993 broedt hier ook de Blauw­ waterzone 2 paren van de Buidelmees. In heeft de soort hier met zekerheid gebroed borst. 1995 werd één broedpaar vastgesteld in (1-3 broedparen). Een exoot, de Nijlgans wilgestruweel in de hoogwaterzone. Broe­ {Alopochen aegyptiacus), die zich in het Conclusies en aanbevelingen den van de Buidelmees werd in de Wie­ hele land sterk uitbreidt, broedt sinds De hoogwaterzone (38 ha) en een aan­ den voor het eerst vastgesteld in 1993. In 1992 in de hoogwaterzone. Het aantal grenzend rietveld (4 ha) hebben zich ont­ de Weerribben broedde de soort voor het broedparen neemt sterk toe. Het broeden wikkeld tot een broedgebied voor zeer eerstin 1992 (Woets, 1993). van de Canadese gans (Branta canadensis) veel bijzondere vogelsoorten (o.a. Roer­ In 1991 vestigde zich de Purperreiger betreft ontsnapte exemplaren. domp, Waterral, Zomertaling, Winter­ {Ardea purpurea) in het wilgestruweel. De Ook meer algemene soorten breid­ taling, Slobeend, Bruine kiekendief, Snor, soort broedde hier op de grond in enkele den zich sterk uit. Het aantal broedparen Rietzanger, Grauwe gans. Purperreiger, pollen oud riet. Tijdens een telling over ijs van de Kleine karekiet {Acrocephalus scri- Blauwborst en Buidelmees). Een groot werden 4 nesten aangetrofi^en. In 1992 paceus) nam toe van 6 tot 31 paar. Het aantal van deze soorten staat op de Rode werd broeden niet vastgesteld. In 1993 en aantal broedparen van de Rietgors {Emhe- lijst van bedreigde en kwetsbare vogels in 'ï'#f^V*SSS«i#'*

ven (circa 20 tot 40 cm beneden maai­ provincie Overijssel, Zwolle, in opdracht van Directie veld) of percelen met een molentje onder Beheer Landbouwgronden, Utrecht. water te zetten (circa 20-40 cm beneden Brandsma, O.H., 1991. Weidevogelbeheer in het rela­ maaiveld). De verwachting is dat het tienotagebied Giethoorn-Wanneperveen. De Levende naast elkaar voorkomen van verschillende Natuur 92(1): 5-12. verlandingsstadia tot een veel grotere ver­ Brandsma, O.H., 1993. Weidevogelonderzoek in het scheidenheid van bijzondere broedvogels relatienotagebied Giethoorn-Wanneperveen 1987- zal leiden. 1991. Directie Beheer Landbouwgronden, Utrecht, Voor enkele laagveengebieden in De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, Nederland, zoals Noordwest-Overijssel 's-Graveland, Provincie Overijssel, Zwolle. (Anon., 1995), de Nieuwe Venen (tussen Gorter, J. & H. Piek, 1995. Natuurontwikkeling bij Na­ Nieuwkoopse plassen en Vinkeveense tuurmonumenten. De Levende Natuur 95 (5): 150-155. plassen) (Gorter en Piek, 1995) en de Landinrichtingsdienst Overijssel, 1994. Monitor- omgeving van de Oude Venen in Fries­ onderzoek Giethoorn-Wanneperveen, hydrologische land (Stuurgroep Blauwe Zone, 1993) analyse. Zwolle. worden plannen ontwikkeld ter verster­ Osiecl<, E.R.& IVI.F.H. Hustings, 1994. Rode lijst van king en vergroting en het met elkaar ver­ bedreigde en kwetsbare vogelsoorten in Nederland. binden van de nog resterende laagveen- Technisch rapport 12, Vogelbescherming Zeist, SOVON, moerasgebieden. Daarnaast worden via Beek-Ubbergen. natuurontwikkeling op kleine schaal Overdijk, O., 1995. Vogels van de rode- en blauwe lijst "* ^C-^sB" ^ ^^^^s:"»"!! '"^ i^lfSsJKSSÏ ïf® •f^M»i^aS'TO nieuwe natte gebieden gecreëerd. Voor de in 1995 in het natuurmonument" De Wieden". Vereni­ inrichting van deze nieuwe natuurgebie­ ging Natuurmonumenten,'s-Graveland. Nederiand (Osieck & Hustings, 1994). den (natuurontwikkelingsgebieden) met Stuurgroep Blauwe Zone, 1993. Project Blauwe Gezien het beperkte oppervlak is dit zeer de doelstelling, een afwisseling van water, Zone. Schets. Provincie , Leeuwarden. opmerkelijk. Als een vergelijking wordt riet en verlandingsvegetaties, is het aan te Woets.D., 1993. Broedvogels in de Weerribben. ; gemaakt met het totale Wiedengebied bevelen deze afwisseling ook op lokaal Aantalsontwikkeling van enkele karakteristieke en/of (circa 5500 ha) in 1995 (Overdijk, 1995), niveau aan te brengen. Naar verwachting zeldzame broedvogels in het reservaat tussen 1987 en komt dit nog eens extra sterk naar voren. leidt dit tot een veel grotere verscheiden­ 1994. De Noordwesthoek 20-4:1-17. In 1995 bijvoorbeeld broedden er totaal heid van bijzondere broedvogels. Dit kan 18 paar roerdompen in de Wieden, waar­ worden bereikt door na verwerving eerst Summary van 4 in de hoogwaterzone en het aan­ het nodige reliëf aan te brengen en vervol­ A nature development area for birds of reed and grenzende rietveld (42 ha). Het naast el­ gens het peil omhoog te brengen. Door swamp In "De Wieden" kaar voorkomen van ondiep water, oud het aanbrengen van reliëf kan tevens wor­ The wetland "De Wieden" is located in N.W.-Overijssel. riet, (grote zegge) moeras in verschillende den gezorgd voor een aantal rustgebieden De Wieden is a peat-bog area consisting of lakes, pools, stadia, ruigt en wilgestruweel heeft waar­ en zonering ten opzichte van de recreatie. swamps and grasslands. The grasslands of Giethoorn- schijnlijk geleid tot deze grote verschei­ Het plaatsen van een vogelkijkhut op een Wanneperveen are located at the east side of "de Wie­ denheid. Met name het grote-zeggemoe- strategische plaats kan natuurliefhebbers den ". In this area a re-allotment is realised. As a conse- ras is een successiestadium dat in de de mogelijkheid bieden deze bijzondere quence the water of the nature reserve, with a high Wieden, maar ook in de aangrenzende vogelsoorten waar te nemen. De verlei­ water level, flows to the agricultural area, with a low Weerribben slechts op zeer beperkte ding om het gebied in te trekken zal hier­ water level. In the autumn of 1989 a high water level, schaal voorkomt. Daarnaast is het hand­ door afnemen, zodat de essentiële rust in 30 cm above the level in the nature resen/e, is esta- haven van rust in het gebied essentieel. het gebied blijft gehandhaafd. Vaak zal blished between the nature reserve and the agricultural Op basis van de huidige successie­ echter een botanische doelstelling voorop area. In this so called high water zone a variety of stadia is de verwachting dat het grootste staan (b.v. de ontwikkeling van verlan- grasslands, ditches and small woods developed in a deel van deze bijzondere riet- en moeras- dings- en kwelafhankelijke (schraalland-) swamp area with sedges, reed, willow and water. In vogels zich nog een groot aantal jaren zal vegetaties), omdat hier meer eisen (o.a. this small area (38 hectares) a remarkable great number handhaven. waterkwaliteit) aan worden gesteld. Beide of Red List species appeared, as Marsh Harrier, Bittern, De Wieden bestaat grotendeels uit doelstellingen zijn echter goed te combi­ Purple Heron, Greylag Goose, Water Rail, Blue Throat een afwisseling van riet, water, broekbos neren. and Sair's Warbler. Probably the great variety at the en natte gras- en hooilanden. De laatste local level is responsible for this effect. Apart from that jaren wordt op verschillende plaatsen de Literatuur it is important that the area is completely inaccessible. verlanding weer opnieuw in gang gezet Anon., 1995. Perpectief voor Noordwest-Overijssel. If birds of the Red List is one of the targets of nature door het omzetten van broekbos in pet­ Ontwerp Gebiedsgericht beleid. Gemeente Breder- conservation or nature development, the development gaten. Voor de lange termijn is dit zowel wiede, Gemeente , Gemeente IJsselham, of a variety of water levels between O-1.00 m above botanisch als (avi)faunistisch zeer Gemeente Zwartsluis, Waterschap Wold en Wieden, ground level proves to be a success, even in a very small kansrijk. Zuiveringschap West-Overijssel, Provincie Overijssel, Mi­ area. Het verdient aanbeveling om hier ge­ nisterie van landbouw, natuurbeheer en visserij. Zwolle. lijktijdig ook nieuw rietzeggemoeras te Brandsma, O.H., 1987. Onderzoek weidevogelbeheer Drs. O.H. Brandsma ontwikkelen voor de korte termijn. Dit in het resen/aatsgebied Giethoorn-Wanneperveen. Zwollingerkampweg 1 kan door percelen oppervlakkig af te gra­ Hoofdgroep Ruimtelijke Ordening en Inrichting van de 7945 KJ Wanneperveen