SOVON-Monitoringrapport 2010/01
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Broed ogels in Nederland Het Meetnet Broedvogels is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring Broedvogels in Nederland in 2008 Arend van Dijk, Arjan Boele, Fred Flustings, Kees Koffijberg & Calijn Plate met medewerking van Vincent de Boer, Joost van Bruggen, Lieuwe Dijksen, Lara Marx, André van Kleunen, Jan Schoppers, Wolf Teunissen, Chris van Turnhout, Jan-Willem Vergeer & Dirk Zoetebier SOVON-monitoringrapport 2010/01 Deze rapportage is samengesteld in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring. Het Meetnet Broedvogels vindt plaats in opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en wordt uitgevoerd door SOVON Vogelonderzoek Nederland in samenwer king met onder andere Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat Waterdienst en de provin cies. Colofon © SOVON Vogelonderzoek Nederland Tekst: Arend van Dijk (hfst. 6), Arjan Boele (hfst. 1, 3 en 6), Vincent de Boer (hfst. 6), Joost van Bruggen (hfst. 6), Lieuwe Dijksen (hfst. 5.1), Fred Hustings (samenvatting, hfst. 6), André van Kleunen (hfst. 5.2), Kees Koffijberg (summary, hfst. 2, 3, 4.5 en 5.1), Jan Schoppers (hfst. 6), Wolf Teunissen (hfst. 5.3), Chris van Turnhout (hfst. 6), Jan-Willem Vergeer (hfst. 4.1-4.4 en 6) (alle SOVON). Gegevensbewerking, tabellen en figuren: Arjan Boele, Joost van Bruggen, Arend van Dijk, Kees Koffijberg, Lara Marx, Jeroen Nienhuis, Dirk Zoetebier (alle SOVON), Adriaan Gmelig Meyling, Calijn Plate, Marcel Straver & Arco van Strien (alle CBS). Redactie: Fred Hustings & Kees Koffijberg Lay-out: John van Betteray (binnenwerk) & Peter Eekelder (foto’s) Omslagontwerp: Van Groot tot Klein, Eiden Foto s omslag: Arie Ouwerkerk (Dwergstem), Mamix Jonker (Ruigpootuil), Harvey van Diek (Graszanger), Peter Eekelder (Noordduinen N-H) & Hans Gebuis (Roerdomp) Foto s binnenwerk: André Eykenaar (p.3), Mamix Jonker (p. 5), Pim Wolf (p. 10), Arie Ouwerkerk (pp. 56, 70 & 82), Mark Hoekstein (p. 63), Harvey van Diek (pp. 75 & 90), Roy Slaterus (96), Peter Eekelder (p. 101), Ran Schols (pp. 104, 108 & 110), Corstiaan Beeke (p. 115) & Hans Gebuis (p. 116) Drukwerk: Ten Brink, Meppel Wijze van citeren gehele rapport: V a n D i j k A.J., B o e l e A., H u s t i n g s F., K o f f i j b e r g K. & P l a t e C.L. 2010. Broedvogels in Nederland in 2008. SOVON-monitoringrapport 2010/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Wijze van citeren delen hoofdstuk 5: V a n K l e u n e n A. 2010. Monitoring Zoete Rijkswateren, pp. 30-38. In: V a n D i j k A.J., B o e l e A., H u s t i n g s F., K o f f i j b e r g K. & P l a t e C.L. 2010. Broedvogels in Nederland in 2008. SOVON-monitoringrapport 2010/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Dit rapport wordt kosteloos verstrekt aan alle medewerkers die hebben deelgenomen aan het Meetnet Broedvogels in 2008. Extra exemplaren kunnen worden verkregen door €15,- (dit is inclusief portokosten) over te maken op giro 2905988 t.n.v. SOVON, Postbus 6521, 6503 GZNijmegen, onder vermelding van MON 2010/01-broedvogels 2008 (of zie de webwinkel op www.sovon.nl ). Een pdf-bestand van het rapport is te vinden op www.sovon.nl . ISSN 1874-169X Broedvogels in Nederland in 2008 ínhoud Samenvatting 3 Inleiding 3 Materiaal en methode 3 Belangrijkste ontwikkelingen in 2008 3 Summary 5 Introduction 5 Outline of this report 5 Breeding season 2008 and long term trends 5 Dankwoord 7 1. Inleiding 9 2. Methode en materiaal 11 2.1. Opzet broedvogelmonitoring 11 2.2. Telmethode 13 2.3. Organisatie en coördinatie 13 2.4. Volledigheid en kwaliteit gegevens 13 2.5. Analyses 16 3. Weer en waterstanden in het broedseizoen 2008 17 4. Algemene ontwikkelingen in 2008 19 4.1. Inleiding 19 4.2. Hoogte- en dieptepunten in 2008 19 4.3. Ontwikkeling per landschapstype 21 4.4. Rode Lijst 23 4.5. Natura 2000 24 5. Speciale projecten 27 5.1. Monitoring Waddenzee 27 5.2. Monitoring Zoete Rijkswateren 30 5.3. Monitoring Weidevogels 39 6. Soortbesprekingen 45 6.1. Inleiding 45 6.2. Uitleg bij tekst, figuren en tabellen 45 6.3. Futen tot en met reigers 49 6.4. Zwanen tot en met eenden 57 6.5. Roofvogels tot en met Kraanvogel 64 6.6. Steltlopers 71 6.7. Meeuwen en sterns 76 6.8. Uilen tot en met spechten 84 6.9. Le euweriken tot en met lij sters 91 6.10. Zangers tot en met mezen 102 6.11. Klauwieren tot en met gorzen l i i Literatuur 117 Bijlagen 123 Bijlage 1. Tellers in 2008 124 Bijlage 2. Berekening van trends en indexen 128 Bijlage 3. Grafieken van landelijke indexen 129 Bijlage 4. Soortbesprekingen broedvogelrapporten 2000-2008 139 1 SOVON-monitoringrapport 2010/01 2 Broedvogels in Nederland in 2008 Samenvatting Inleiding Materiaal en methode In dit verslag worden de belangrijkste resultaten ge Net ais andere jaren is het veldwerk grotendeels uit presenteerd van het landelijke Meetnet Broedvogels in gevoerd door c. 1500 vrijwilligers en enkele tientallen 2008. De organisatie hiervan is in handen van SOVON professionele vogelaars, werkzaam voor terreinbehe VogelonderzoekNederland (SOVON) in samenwerking rende instanties, provinciale diensten en Rijkswaterstaat met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het Waterdienst. Het veldwerk geschiedt volgens de richt meetnet is een onderdeel van het Netwerk Ecologische lijnen in de (per project verschillende) handleidingen. Monitoring (NEM) en wordt financieel ondersteund De coördinatie is in handen van SOVON, wat betreft door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en het LSB in nauwe samenwerking met (vrijwillige) Voedselkwaliteit (GegevensautoriteitNatuur). Specifie Districtcoördinatoren. Bij de trendberekening wordt ke onderdelen worden mogelijk gemaakt door Rijks gebruik gemaakt van het programma TRIM (Trends waterstaat Waterdienst (voorheen RIZA en RIKZ) en & Indices for Monitoring Data), waarbij inschattingen de provincies. worden gemaakt voor ontbrekende data. De indexen Het rapport is het zesde op rij waarin op geïntegreer zijn beschikbaar via de website van SOVON (www.so- de wijze verslag wordt gedaan van de verschillende von.nl) en CBS/Compendium voor de Leefomgeving monitoringprojecten voor broedvogels: het Landelijk (www.compendiumvoordeleefomgeving.nl ). Soortonderzoek Broedvogels (LSB; kolonievogels en zeldzame soorten) en Broedvogel Monitoring Project (BMP; algemene soorten). In hoofdstuk 5 wordt voorts Belangrijkste ontwikkelingen in 2008 aandacht besteed aan speciale projecten: het Nationale Weidevogelmeetnet, Broedvogelmeetnet Zoete Rijks De winter van 2007/08 was zacht en vormde de elf wateren en Meetnet Kustbroedvogels Wadden, terwijl de (en voorlopig laatste) milde winter op rij sinds de in enkele soortteksten (hoofdstuk 6) wordt ingegaan op Elfstedenwinter van 1996/97. Vooral januari was opval resultaten van het Nestkaartenproject en het Constant lend zacht. Het voorjaar kwam langzaam op gang (pas Effort Site project (CES; overigens geen onderdeel van half april temperatuur van 15°C overschreden), maar het Meetnet). kende vooral in mei en juni ideale omstandigheden om Gebieds- en soortspecifieke informatie wat betreft broedvogels te inventariseren: droog en zonnig. Natura 2000 (Vogelrichtlijn) en de Rode Lijst is even eens opgenomen. Juveniele Rode Wouw op nest, 14 juli 2008 Westerwolde, Oost-Gronin- gen (André Eykenoar) 3 SOVON-monitoringrapport 2010/01 Over alle 185 soorten waarvoor betrouwbare trends ten naderen het punt van uitsterven: de getelde aantallen berekend werden, was de aantalsontwikkeling licht van Kemphaan (10), Draaihals (3), Kuifleeuwerik (11) negatief (index 2008 dalend met 2%, vergeleken met en Grauwe Gors (2) zullen niet compleet zijn, maar ge gemiddelde index voorgaande vijf jaren), net ais een ven de precaire broedvogelstatus correct aan. Korhoen jaar eerder. Desondanks was het aandeel soorten dat en Velduil bevinden zich eveneens in de gevarenzone. een relatief hoge stand had met 28% groter dan het aan De kans dat Duinpieper, Klapekster of Ortolaan (alle deel dat duidelijk lager uitkwam (23%); bij de overige verdwenen ais jaarlijkse broedvogel eindjaren negen soorten waren de verschillen gering (kleiner dan 10%). tig of later) nog eens tot broeden zullen komen, wordt Een overzicht van kolonievogels en zeldzame soorten met het jaar kleiner. is opgenomen in tabel 6.1. De eerder gesignaleerde afname van verschillende be- In 2008 werd een nieuwe ondersoort ais broedvogel trekkelijk recente aanwinsten op de broedvogellijst vastgesteld (Grote Aalscholver, Neeltje Jans; partner houdt aan. Wanneer het tempo wordt voortgezet, zullen onbekend) en ook een nieuwe exoot (Kokardezaagbek). Brilduiker, Kramsvogel, Buidelmees en Roodmus op Bijzonder waren zekere broedgevallen van Rode Wouw afzienbare termijn weer verdwijnen van het toneel. (eerste sinds 1988) in Groningen, Ruigpootuil (eerste Ook aan de rond 1990 begonnen afname van de Kleine sinds 1977) en Bijeneter (derde jaar op rij), in beide Barmsijs lijkt maar geen einde te komen. De Europese gevallen in Drenthe. Drie soorten die zich pas sinds de Kanarie, die in het kader van de klimaatopwarming eeuwwisseling ais broedvogel vestigden, nestelden ook goede perspectieven zou moeten hebben, is inmiddels in 2008: Wilde Zwaan (mislukt broedgeval), Zeearend zelfs in het oeroude bolwerk Maastricht verdwenen. (twee jongen uitgevlogen) en Kraanvogel (twee van De afname van verschillende steltlopers (Scholekster, drie paren succesvol). Over het broeden van Koereiger Kievit, Wulp, Watersnip, Grutto), bosvogels (Matkop, Kuif- en Noordse Kwikstaart (mogelijk hybride vogel) werd mees) en Ekster past binnen de trend op lange termijn. geen zekerheid verkregen, terwijl een langdurig aanwe Het zal weinig verbazing wekken dat, op landschaps- zige Dwergooruil ongepaard bleef. niveau bekeken, de trend van specialisten van agra Verschillende soorten die zich in de jaren negentig van risch gebied het ongunstigst is (afname met 44% ten de vorige eeuw vestigden, of toen hun doorbraak ken opzichte van 1990). De meeste soorten in deze groep den, deden het goed, waaronder Kleine Zilverreiger nemen langdurig en sterk in aantal af, niet alleen de ais (160-180 paren), Slechtvalk (50-55) en Middelste kritisch beschouwde soorten, maar ook soorten die lan Bonte Specht (130-150).