SOVON-Monitoringrapport 2010/01

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

SOVON-Monitoringrapport 2010/01 Broed ogels in Nederland Het Meetnet Broedvogels is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring Broedvogels in Nederland in 2008 Arend van Dijk, Arjan Boele, Fred Flustings, Kees Koffijberg & Calijn Plate met medewerking van Vincent de Boer, Joost van Bruggen, Lieuwe Dijksen, Lara Marx, André van Kleunen, Jan Schoppers, Wolf Teunissen, Chris van Turnhout, Jan-Willem Vergeer & Dirk Zoetebier SOVON-monitoringrapport 2010/01 Deze rapportage is samengesteld in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring. Het Meetnet Broedvogels vindt plaats in opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en wordt uitgevoerd door SOVON Vogelonderzoek Nederland in samenwer­ king met onder andere Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat Waterdienst en de provin­ cies. Colofon © SOVON Vogelonderzoek Nederland Tekst: Arend van Dijk (hfst. 6), Arjan Boele (hfst. 1, 3 en 6), Vincent de Boer (hfst. 6), Joost van Bruggen (hfst. 6), Lieuwe Dijksen (hfst. 5.1), Fred Hustings (samenvatting, hfst. 6), André van Kleunen (hfst. 5.2), Kees Koffijberg (summary, hfst. 2, 3, 4.5 en 5.1), Jan Schoppers (hfst. 6), Wolf Teunissen (hfst. 5.3), Chris van Turnhout (hfst. 6), Jan-Willem Vergeer (hfst. 4.1-4.4 en 6) (alle SOVON). Gegevensbewerking, tabellen en figuren: Arjan Boele, Joost van Bruggen, Arend van Dijk, Kees Koffijberg, Lara Marx, Jeroen Nienhuis, Dirk Zoetebier (alle SOVON), Adriaan Gmelig Meyling, Calijn Plate, Marcel Straver & Arco van Strien (alle CBS). Redactie: Fred Hustings & Kees Koffijberg Lay-out: John van Betteray (binnenwerk) & Peter Eekelder (foto’s) Omslagontwerp: Van Groot tot Klein, Eiden Foto s omslag: Arie Ouwerkerk (Dwergstem), Mamix Jonker (Ruigpootuil), Harvey van Diek (Graszanger), Peter Eekelder (Noordduinen N-H) & Hans Gebuis (Roerdomp) Foto s binnenwerk: André Eykenaar (p.3), Mamix Jonker (p. 5), Pim Wolf (p. 10), Arie Ouwerkerk (pp. 56, 70 & 82), Mark Hoekstein (p. 63), Harvey van Diek (pp. 75 & 90), Roy Slaterus (96), Peter Eekelder (p. 101), Ran Schols (pp. 104, 108 & 110), Corstiaan Beeke (p. 115) & Hans Gebuis (p. 116) Drukwerk: Ten Brink, Meppel Wijze van citeren gehele rapport: V a n D i j k A.J., B o e l e A., H u s t i n g s F., K o f f i j b e r g K. & P l a t e C.L. 2010. Broedvogels in Nederland in 2008. SOVON-monitoringrapport 2010/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Wijze van citeren delen hoofdstuk 5: V a n K l e u n e n A. 2010. Monitoring Zoete Rijkswateren, pp. 30-38. In: V a n D i j k A.J., B o e l e A., H u s t i n g s F., K o f f i j b e r g K. & P l a t e C.L. 2010. Broedvogels in Nederland in 2008. SOVON-monitoringrapport 2010/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Dit rapport wordt kosteloos verstrekt aan alle medewerkers die hebben deelgenomen aan het Meetnet Broedvogels in 2008. Extra exemplaren kunnen worden verkregen door €15,- (dit is inclusief portokosten) over te maken op giro 2905988 t.n.v. SOVON, Postbus 6521, 6503 GZNijmegen, onder vermelding van MON 2010/01-broedvogels 2008 (of zie de webwinkel op www.sovon.nl ). Een pdf-bestand van het rapport is te vinden op www.sovon.nl . ISSN 1874-169X Broedvogels in Nederland in 2008 ínhoud Samenvatting 3 Inleiding 3 Materiaal en methode 3 Belangrijkste ontwikkelingen in 2008 3 Summary 5 Introduction 5 Outline of this report 5 Breeding season 2008 and long term trends 5 Dankwoord 7 1. Inleiding 9 2. Methode en materiaal 11 2.1. Opzet broedvogelmonitoring 11 2.2. Telmethode 13 2.3. Organisatie en coördinatie 13 2.4. Volledigheid en kwaliteit gegevens 13 2.5. Analyses 16 3. Weer en waterstanden in het broedseizoen 2008 17 4. Algemene ontwikkelingen in 2008 19 4.1. Inleiding 19 4.2. Hoogte- en dieptepunten in 2008 19 4.3. Ontwikkeling per landschapstype 21 4.4. Rode Lijst 23 4.5. Natura 2000 24 5. Speciale projecten 27 5.1. Monitoring Waddenzee 27 5.2. Monitoring Zoete Rijkswateren 30 5.3. Monitoring Weidevogels 39 6. Soortbesprekingen 45 6.1. Inleiding 45 6.2. Uitleg bij tekst, figuren en tabellen 45 6.3. Futen tot en met reigers 49 6.4. Zwanen tot en met eenden 57 6.5. Roofvogels tot en met Kraanvogel 64 6.6. Steltlopers 71 6.7. Meeuwen en sterns 76 6.8. Uilen tot en met spechten 84 6.9. Le euweriken tot en met lij sters 91 6.10. Zangers tot en met mezen 102 6.11. Klauwieren tot en met gorzen l i i Literatuur 117 Bijlagen 123 Bijlage 1. Tellers in 2008 124 Bijlage 2. Berekening van trends en indexen 128 Bijlage 3. Grafieken van landelijke indexen 129 Bijlage 4. Soortbesprekingen broedvogelrapporten 2000-2008 139 1 SOVON-monitoringrapport 2010/01 2 Broedvogels in Nederland in 2008 Samenvatting Inleiding Materiaal en methode In dit verslag worden de belangrijkste resultaten ge­ Net ais andere jaren is het veldwerk grotendeels uit­ presenteerd van het landelijke Meetnet Broedvogels in gevoerd door c. 1500 vrijwilligers en enkele tientallen 2008. De organisatie hiervan is in handen van SOVON professionele vogelaars, werkzaam voor terreinbehe­ VogelonderzoekNederland (SOVON) in samenwerking rende instanties, provinciale diensten en Rijkswaterstaat met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het Waterdienst. Het veldwerk geschiedt volgens de richt­ meetnet is een onderdeel van het Netwerk Ecologische lijnen in de (per project verschillende) handleidingen. Monitoring (NEM) en wordt financieel ondersteund De coördinatie is in handen van SOVON, wat betreft door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en het LSB in nauwe samenwerking met (vrijwillige) Voedselkwaliteit (GegevensautoriteitNatuur). Specifie­ Districtcoördinatoren. Bij de trendberekening wordt ke onderdelen worden mogelijk gemaakt door Rijks­ gebruik gemaakt van het programma TRIM (Trends waterstaat Waterdienst (voorheen RIZA en RIKZ) en & Indices for Monitoring Data), waarbij inschattingen de provincies. worden gemaakt voor ontbrekende data. De indexen Het rapport is het zesde op rij waarin op geïntegreer­ zijn beschikbaar via de website van SOVON (www.so- de wijze verslag wordt gedaan van de verschillende von.nl) en CBS/Compendium voor de Leefomgeving monitoringprojecten voor broedvogels: het Landelijk (www.compendiumvoordeleefomgeving.nl ). Soortonderzoek Broedvogels (LSB; kolonievogels en zeldzame soorten) en Broedvogel Monitoring Project (BMP; algemene soorten). In hoofdstuk 5 wordt voorts Belangrijkste ontwikkelingen in 2008 aandacht besteed aan speciale projecten: het Nationale Weidevogelmeetnet, Broedvogelmeetnet Zoete Rijks­ De winter van 2007/08 was zacht en vormde de elf­ wateren en Meetnet Kustbroedvogels Wadden, terwijl de (en voorlopig laatste) milde winter op rij sinds de in enkele soortteksten (hoofdstuk 6) wordt ingegaan op Elfstedenwinter van 1996/97. Vooral januari was opval­ resultaten van het Nestkaartenproject en het Constant lend zacht. Het voorjaar kwam langzaam op gang (pas Effort Site project (CES; overigens geen onderdeel van half april temperatuur van 15°C overschreden), maar het Meetnet). kende vooral in mei en juni ideale omstandigheden om Gebieds- en soortspecifieke informatie wat betreft broedvogels te inventariseren: droog en zonnig. Natura 2000 (Vogelrichtlijn) en de Rode Lijst is even­ eens opgenomen. Juveniele Rode Wouw op nest, 14 juli 2008 Westerwolde, Oost-Gronin- gen (André Eykenoar) 3 SOVON-monitoringrapport 2010/01 Over alle 185 soorten waarvoor betrouwbare trends ten naderen het punt van uitsterven: de getelde aantallen berekend werden, was de aantalsontwikkeling licht van Kemphaan (10), Draaihals (3), Kuifleeuwerik (11) negatief (index 2008 dalend met 2%, vergeleken met en Grauwe Gors (2) zullen niet compleet zijn, maar ge­ gemiddelde index voorgaande vijf jaren), net ais een ven de precaire broedvogelstatus correct aan. Korhoen jaar eerder. Desondanks was het aandeel soorten dat en Velduil bevinden zich eveneens in de gevarenzone. een relatief hoge stand had met 28% groter dan het aan­ De kans dat Duinpieper, Klapekster of Ortolaan (alle deel dat duidelijk lager uitkwam (23%); bij de overige verdwenen ais jaarlijkse broedvogel eindjaren negen­ soorten waren de verschillen gering (kleiner dan 10%). tig of later) nog eens tot broeden zullen komen, wordt Een overzicht van kolonievogels en zeldzame soorten met het jaar kleiner. is opgenomen in tabel 6.1. De eerder gesignaleerde afname van verschillende be- In 2008 werd een nieuwe ondersoort ais broedvogel trekkelijk recente aanwinsten op de broedvogellijst vastgesteld (Grote Aalscholver, Neeltje Jans; partner houdt aan. Wanneer het tempo wordt voortgezet, zullen onbekend) en ook een nieuwe exoot (Kokardezaagbek). Brilduiker, Kramsvogel, Buidelmees en Roodmus op Bijzonder waren zekere broedgevallen van Rode Wouw afzienbare termijn weer verdwijnen van het toneel. (eerste sinds 1988) in Groningen, Ruigpootuil (eerste Ook aan de rond 1990 begonnen afname van de Kleine sinds 1977) en Bijeneter (derde jaar op rij), in beide Barmsijs lijkt maar geen einde te komen. De Europese gevallen in Drenthe. Drie soorten die zich pas sinds de Kanarie, die in het kader van de klimaatopwarming eeuwwisseling ais broedvogel vestigden, nestelden ook goede perspectieven zou moeten hebben, is inmiddels in 2008: Wilde Zwaan (mislukt broedgeval), Zeearend zelfs in het oeroude bolwerk Maastricht verdwenen. (twee jongen uitgevlogen) en Kraanvogel (twee van De afname van verschillende steltlopers (Scholekster, drie paren succesvol). Over het broeden van Koereiger Kievit, Wulp, Watersnip, Grutto), bosvogels (Matkop, Kuif- en Noordse Kwikstaart (mogelijk hybride vogel) werd mees) en Ekster past binnen de trend op lange termijn. geen zekerheid verkregen, terwijl een langdurig aanwe­ Het zal weinig verbazing wekken dat, op landschaps- zige Dwergooruil ongepaard bleef. niveau bekeken, de trend van specialisten van agra­ Verschillende soorten die zich in de jaren negentig van risch gebied het ongunstigst is (afname met 44% ten de vorige eeuw vestigden, of toen hun doorbraak ken­ opzichte van 1990). De meeste soorten in deze groep den, deden het goed, waaronder Kleine Zilverreiger nemen langdurig en sterk in aantal af, niet alleen de ais (160-180 paren), Slechtvalk (50-55) en Middelste kritisch beschouwde soorten, maar ook soorten die lan­ Bonte Specht (130-150).
Recommended publications
  • November 2001
    Nr. 11, november 2001 Hoog-hoger-hoogst: De Arend! De raadselromp van Ottoland Witte zwanen zwarte zwanen, witte zeilen bruine zeilen Maandblad over molens en hun opvolgers 4de jaargang, nr. 11 Inhoud pagina Molens Actueel 275 Zoeker 285 COLOFON Hoog-hoger-hoogst Redactie & administratie: De Arend: van hoogste vlucht tot diepste val (1) 289 Moerdijkstraat 39 2751 BE Moerkapelle, J.S. Bakker Tel./fax: +31 (0)79-5931303 E-mail adres: [email protected] De raadselromp van Ottoland 293 Verschijning: elf maal per jaar, als regel op de eerste woensdag van de Column: Verdachte meeling... 297 maand. Gedurende de maanden juli en augustus verschijnt WvdL één gecombineerd nummer Uitgave: Witte zwanen zwarte zwanen, witte zeilen zwarte zeilen 298 De 'Molenwereld' is een uitgave van de Stichting Molenwereld Arie Hoek Benedenrijweg 521 2987 VA Ridderkerk Tel.: 0180-411018 Papiermolen 300 Uitgever: dhr. Sj. J. Veerman Ambacht: Zie er maar eens te komen 301 Neptunushof 28 2931 XS Krimpen a/d Lek Pandsel Tel.: 0180-524509 E-mail adres: [email protected] Eindredacteuren: Redactioneel dhr. J.S. Bakker Moerdijkstraat 37 2751 BE Moerkapelle, ‘Bas, als jij zorgt voor het plaatje dan zorg ik voor het praatje!’ Dat was de af - Tel/fax 079-5931303 spraak die ontstond uit een e-mail van tekenaar Bas Koster over de molen De E-mail adres: [email protected] Arend in Rotterdam. Koster schreef: ‘Die molen fascineert mij bijzonder, mede dhr. W.A. Roose door de geweldige omvang en hoogte. Ik ben bezig er een doorsnedetekening Vest 65 2801 VE Gouda van te maken. Door via een foto, die ik eerst ingescand had, wat hoofdmaten Tel.: 0182-522041 te herleiden kwam ik tot de conclusie dat de voetdoorsnede minstens 14 meter E-mail adres: [email protected] geweest moet zijn en de baliehoogte zo’n 23 meter.’ Nu had ik zelf deze molen Advertenties: altijd ook al aangezien als een enorme reus, maar zowel Bas Koster als ik hadden J.
    [Show full text]
  • Eel., Io, ORGANIZATION Copyright © UNEP and WHO 1988
    GLOBAL ENVIRONMENT MONITORING SYSTEM ASSESSMENT OF URBAN AIR QUALITY SITED NATIONS WORLD HEALTH 'VIRONMENT PROGRAMMF Eel., io, ORGANIZATION Copyright © UNEP and WHO 1988 Prepared in cooperation with the Monitoring and Assessment Research Centre, London 77 GLOBAL ENVIRONMENT MONITORING SYSTEM SSESSMENT OF URBAN AIR QUALITY U'ilTED NATIONS WORLD HEALTH ENVIRONMENT PROGRAMME ORGANIZATION Preface Ever since the mid-1970, the World Health Organization (WHO) in collaboration with the United Nations Environment Programme (UNEP) has, through the Global Environment Monitoring System (GEMS), been operating worldwide networks for monitoring air and water quality and with the Food and Agriculture Organization (FAO) for food contamination, and collecting information on environmental conditions and human exposures in different parts of the world. In 1988 this information, supplemented with other data, was compiled and analysed and for each topic an assessment was made on the global and regional levels and trends. These assessments were considered and endorsed by a government-designated Expert Meeting which was held in Geneva from 12-16 September 1988. 7imendments proposed at the Expert Meeting were incorporated into the assessment reports. The UNEP/WHO Meeting was attended by delegates from 12 countries (Australia, Brazil, Canada, China, Egypt, Ghana, Hungary, India, Japan, The Netherlands, Sudan, U.S.A.), two international organizations (the Food and Agriculture Organization (FAQ) and the World Meteorological Organization (WMO)) and the Monitoring and Assessment Research Centre (MARC). The government-designated Expert Meeting was chaired by Dr. Abmed Amin El-Carnal, Advisor, Egyptian EnvIronment Agency, with Dr. Vic Armstrong, Head, criteria Section, Environment Health Directorate, Health and Welfare, Canada, serving as Rapporteur.
    [Show full text]
  • Designing a Strategic Plan Development Approach for Integrated Area Development Projects
    DESIGNING A STRATEGIC PLAN DEVELOPMENT APPROACH FOR INTEGRATED AREA DEVELOPMENT PROJECTS Inge de Kort DESIGNING A STRATEGIC PLAN DEVELOPMENT APPROACH FOR INTEGRATED AREA DEVELOPMENT PROJECTS Inge de Kort Graduation committee Chairman: Prof.dr.ir. F. Eising University of Twente Secretary: Prof.dr.ir. F. Eising University of Twente Promotor: Prof.dr. G.P.M.R. Dewulf University of Twente Assistant promotor: Dr. W.D. Bult-Spiering University of Twente Members: Prof.dr. W.G.M. Salet University of Amsterdam Prof.dr. P. Glasbergen Utrecht University Prof.dr.ir. J.T.A. Bressers University of Twente Prof.dr.ir. A.G. Dorée University of Twente Dr. M.S. Krol University of Twente DESIGNING A STRATEGIC PLAN DEVELOPMENT APPROACH FOR INTEGRATED AREA DEVELOPMENT PROJECTS DISSERTATION to obtain the degree of doctor at the University of Twente, on the authority of the rector magnificus, prof.dr. H. Brinksma, on account of the decision of the graduation committee, to be publicly defended on Thursday the 10th of December 2009 at 15.00 hrs by Inge Antoinetta Theadora de Kort born on the 10th of February 1980 in Tilburg, the Netherlands This dissertation has been approved by: Prof.dr. G.P.M.R. Dewulf Promotor Dr. W.D. Bult-Spiering Assistant promotor ISBN 978-90-365-2941-9 © Inge A.T. de Kort, Den Haag, 2009 All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording or by any information storage and retrieval system, without prior written permission of the author.
    [Show full text]
  • The Netherlands Lapbook Information Sheet the Flag the Flag of The
    The Netherlands Lapbook Information Sheet The Flag The flag of The Kingdom of the Netherlands - divided into 12 provinces, of which two are North Holland and South Holland - is made up of three rectangles in red, white and blue. At one time this tricolour flag was orange, white and blue, as those were the livery colours of William of Orange, a Dutch prince. In the 17th century, red replaced the orange as a flag colour, because the orange dye used on the flag was unstable, and turned red after exposure to the sun. The Location As mentioned above, "Holland" is generally referred to when "The Netherlands" is meant. There are 12 provinces - Zeeland, Noord-Brabant, Utrecht, Flevoland, Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland and Limburg and North and South Holland. The Netherlands are in Northern Europe, and to make things a smidgen more complicated, they are included with Belgium and Luxembourg as Low Countries, or Benelux Countries. Famous Dutch People I'm sure there are dozens more very famous Dutch people if you start looking, but we were looking for ones that would interest the girls, so we looked (very) briefly at Mata Hari, Corrie ten Boom, Rembrandt van Rijn and Vincent van Gogh and in a bit more detail at Anne Frank (Lapbook for Anne Frank to follow!) Dutch Icons There are a few things The Netherlands are famous for: - Canals. This country is mostly meant to be under water, so the sheer amount of the place that's been reclaimed from the sea is astounding. The canals played an important part in Dutch commerce and development, and many still do.
    [Show full text]
  • Gebiedsvisie Kinderdijk Doelstelling Stichting Werelderfgoed Kinderdijk
    Gebiedsvisie Kinderdijk Doelstelling Stichting Werelderfgoed Kinderdijk • het in stand (doen) houden van molens en opstallen in het molengebied Kinderdijk die geheel of gedeeltelijk zijn aangemerkt als beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988; • het behouden en conserveren van het molengebied Kinderdijk als (cultuur)historisch- en natuurmonument; • het bevorderen van de publieke presentatie en de toegankelijkheid van het Werelderfgoed Kinderdijk, binnen de context van de huidige gebiedskenmerken, zijnde de historie, de cultuur en de natuur (instandhouding van het huidige unieke karakter en de identiteit, zonder aantasting van de cultuur-, landschappelijke en natuurhistorische waarden); • het bevorderen van kennisoverdracht omtrent het Werelderfgoed en de (historische) functie van de molens en waterstaatswerken, en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Onze missie Het beheren, ontwikkelen en informeren over het Werelderfgoed Kinderdijk-Elshout. Gebiedsvisie Kinderdijk In opdracht van Stichting Werelderfgoed Kinderdijk Amersfoort, november 2013 N H+N+S Landschapsarchitecten Soesterweg 300, 3812 BH Amersfoort Postbus 1603, 3800 BP Amersfoort H T 033 432 80 36 F 033 432 82 80 S E [email protected] W www.hnsland.nl Gebiedsvisie Kinderdijk Inhoud 1 KANSEN VOOR KINDERDIJK 7 1.1 Icoon van Nederlands waterbeheer 8 1.2 Kansen voor de toekomst 10 2 PIJLERS 13 2.1 Behoud werkend historisch waterlandschap 14 2.2 Versterking beleving 18 2.3 Solide economische basis 20 3 GEBIEDSVISIE 23 3.1 Water
    [Show full text]
  • The Grief of Late Pregnancy Loss a Four Year Follow-Up
    The grief of late pregnancy loss A four year follow-up Joke Hunfeld The grief of late pregnancy loss A four year follow-up Rouwreacties bij laat zwangerschapsverlies. Een vervolgstudie over vier jaar. Proefschrift Tel' verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op gezag van de rector magnificus Pro£dr P.W.C. Akkermans M.A. en volgens besluit van het college voor promoties. De open bare verdediging zal plaatsvinden op woensdag 13 september 1995 om 15.45 uur door Johanna Aurelia Maria Hunfeld geboren te Utrecht. Promotiecommissie: Promotoren: Pro£ jhr dr J.w, Wladimiroff Pro£ dr E Verhage Overige leden: Pro£ dr H.P. van Geijn Pro£ dr D. Tibboel Pro£ dr Ee. Verhulst Het onderzoek dat in dit proefschrift is beschreven kon worden uitgevoerd dankzij subsidies van Ontwikkelings Geneeskunde, het Universiteitsfonds van de Erasmus Universiteit en het Nationaal Fonds voor de Geestelijke Volksgezondhcid. CIP-gegevens KDninklijke Bibliotheek, Den Haag Hunfeld, J.A.M. The grief onate pregnancy loss / Johanna Aurelia Maria Hunfeld - Delft Eburon P & L Proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam - met samenvatting in het Nederlands ISBN 90-5651-011-8 Nugi Trefw;: perinatal grief Distributie: Eburon P&L, Postbus 2867, 2601 CW Delft Drukwerk: Ponsen & Looijen BY, Wageningen Lay-out verzorging: A. Praamstra All rights reserved Omslagtekening © P. Picasso, 1995 do Becldrecht Amsterdam © Joke Hunfeld, 1995 Rouwreacties bij laat zwangerschapsverlics Eell vcrvolgstudie over vier jaar Contents 1 Theoretical and empirical background
    [Show full text]
  • The Ubiquity of Mouthings in NGT a Corpus Study
    The ubiquity of mouthings in NGT A corpus study Published by LOT phone: +31 30 253 6111 Trans 10 3512 JK Utrecht e-mail: [email protected] The Netherlands http://www.lotschool.nl Cover illustration: (stemmed) word cloud of this dissertation, from tagul.com. ISBN: 978-94-6093-158-1 NUR 616 Copyright © 2014: Richard Bank. All rights reserved. The ubiquity of mouthings in NGT A corpus study Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. dr. Th. L. M. Engelen volgens besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op vrijdag 30 januari 2015 om 12.30 uur precies door Richard Bank Geboren op 1 augustus 1969 te Amsterdam Promotor: Prof. dr. Roeland van Hout Copromotor: Dr. Onno Crasborn Manuscriptcommissie: Prof. dr. Pieter Muysken Prof. dr. Jens Heßmann (Hochschule Magdeburg-Stendal, Duitsland) Prof. dr. Bencie Woll (DCAL, University College London, Groot-Brittannië) Table of contents Dankwoord ..................................................................................................................... ix Chapter 1: Introduction ........................................................................................ 1 1.1 Sign languages: a general introduction ..................................................................... 2 1.1.1 A short history of sign languages...................................................................... 3 1.1.2 Research and recognition .................................................................................
    [Show full text]
  • Vanessa Atalanta) Te Vrouwenbos (Zuid-Limburg)
    Natuurhistorisch Maandblad 75(8).1986 134 LEUVEN, R.S.E.W., OYEN F.G.F, en J.F.M. GEELEN, beige. Le Pays Gaumais, 38-39, p. 287-316 (ver- STRUBOSCH, H., 1979. Habitat selection of amphi- 1984. De Oost-Amerikaanse hondsvis. Natura, schenen in 1980). bians during their aquatic phase. Oikos, 33, p. 81(9), p. 271-275, kaart. PARENT, G.H., 1979. Atlas provisoire commenté 363-372. MAASEN, M. en J. GOOSSENS, 1975. Limburgs idio- de l'herpétofauna de la Belgique et du Grand- STRIJBOSCH, H. 1980. Habitat selection by amphi- ticon. Verzamelingen dialectwoorden ("woorden- Duché de Luxembourg. Les Naturalistes belges, bians during their terrestrial phase. Brit. Journ. zangen") van 1885 tot 1902 verschenen in het 60-9/10, p. 251-333. Herpetol., 6(3), p. 93-98. tijdschrift " 't Daghet in den Oosten". Kon. PARENT, G.H., 1984. Atlas des Batraciens et Rep- VANLOOK, W. 1976. Flora and fauna van de streek Comm. Toponymie & Dialectologie, Werken, Nr. tiles de Belgique. Cahiers d'Ethologie Appliquée, rondom "Het Fonteintje" te Koersel. Natura- 14, 299 pp. 4(3), p. 198 blzn. Limburg, 84, p. 858-874. NILKISCM, M., 1982. Beitrag zu Biologie und PAULISSEN, E., 1973. De morfologie en de VOOREN, C.M., 1972. Ecological aspects of the in- Schutz der Kreuzkróte (Bufo calamita Laur.). De- kwartair-stratigrafie van de Maasvallei in Belgisch troduction of fish species into natural habitats in cheniana, 135, p. 88-103, 7 fig., 4 tab. Limburg. Brussel, Kon. Acad. Wetensch., Lett, en Europe, with special reference to The Nether- Nus, R. en W. VANLOOK, 1976.
    [Show full text]
  • The Growth of Capital: Piketty, Harrod-Domar, Solow and the Long Run Development of the Rate of Investment Merijn Knibbe [Wageningen University, Netherlands]
    real-world economics review, issue no. 69 subscribe for free The growth of capital: Piketty, Harrod-Domar, Solow and the long run development of the rate of investment Merijn Knibbe [Wageningen University, Netherlands] Copyright: Merijn Knibbe, 2014 You may post comments on this paper at http://rwer.wordpress.com/comments-on-rwer-issue-no-69/ After considerable hesitation by many of our traditionally inclined and appropriately cautious colleagues, the desirability and feasibility of an integrated comprehensive system of national accounts, which includes a balance sheet as a necessary component, seems now to be generally accepted (R.W. Goldsmith, 1966). Introduction Piketty and Zucman use a concept of capital based upon the System of National Accounts (SNA) definitions which, like the concept used by Harrod-Domar and Solow, includes fixed depreciable capital, but which also encompasses ‘land’, ‘natural resources’ and financial capital. This makes it fit to estimate the flow of capital income including rents. Which is what Piketty and Zucman do: it’s an income flow consistent concept. Unlike the Harrod-Domar model the ideas of Piketty and Zucman are not expenditure flow consistent as they do not contain an explicit link to measured investment expenditure and, therewith, the level of aggregate demand. A first step towards making the Piketty-Zucman concept of capital expenditure flow consistent is made comparing the long term historical flow of investment with the development of the stock of capital which shows that the ‘U’ shaped development of total capital, measured as a percentage of GDP, identified by Piketty and Zucman is inversely related to the rate of investment while the stock of depreciable capital – part of total capital - seems to show a slight positive relation with the rate of investment.
    [Show full text]
  • Neighbourhood Mobility in Context: Household Moves and Changing Neighbourhoods in the Netherlands
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by St Andrews Research Repository This is the author's Post-print version (final draft post-refereeing as accepted for publication by the journal). The definitive, peer-reviewed and edited version of this article is published as: van Ham M. and Clark W.A.V (2009) Neighbourhood mobility in context: household moves and changing neighbourhoods in the Netherlands. Environment and Planning A 41, 1442-1459. http://dx.doi.org/10.1068/a4182 Neighbourhood mobility in context: household moves and changing neighbourhoods in the Netherlands1 Maarten van Ham*, William A.V. Clark** *University of St Andrews, School of Geography & Geosciences, Irvine Building, North Street, St Andrews, Fife, KY16 9AL, UK. Phone +44 (0)1334 463912, Fax +44 (0)1334 463949. E-mail: [email protected] **Department of Geography, University of California, Los Angeles, Los Angeles, CA 90095-1524, USA. Email: [email protected] Abstract Although high levels of population mobility are often viewed as a problem at the neighbourhood level we know relatively little about what makes some neighbourhoods more mobile than others. The main question in this paper is to what extent differences in out-mobility between neighbourhoods can be explained by differences in the share of mobile residents, or whether other neighbourhood characteristics also play a role. To answer this question we focus on the effects of the socio-economic status and ethnic composition of neighbourhoods and on neighbourhood change. Using data from the Netherlands population registration system and the Housing Demand Survey we model population mobility at both individual and neighbourhood levels.
    [Show full text]
  • Integrated Assessment of Vulnerability to Climate Change and Adaptation Options in the Netherlands
    o GLOBALCHANGE Dutch National Research Programme onGloba lAi r Pollution andClimat e Change Integrated assessment of vulnerability to climate change and adaptation options inth e Netherlands Report no.: 410 200 088 (2001) ISBN: 90 5851 065 4 E.C.va n Ierland, R.S. de Groot, P.J. Kuikman, P. Martens, B.Amelung , N. Daan, M. Huynen, K. Kramer, J. Szönyi, J.A. Veraart, A. Verhagen,A . van Vliet, P.E.V.va n Walsum, E. Westein InternationalCentr efo r Integrative Studies(ICIS ) Alterra International Centre for Wageningen Integrative Studies The Netherlands Maastricht University The Netherlands This project was carried out in the framework of the Dutch National Research Programme on GlobalAi r Pollution and Climate Change, registered under no. 952274, entitled: "Integrated assessment of vulnerability and adaptation options to climate change inth e Netherlands" o GLOBAL CHANGE Nationaal Onderzoek Programma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering (NOP) Het Nationaal Onderzoek Programma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering (NOP) bevindt zich thans in de twee fase (1995-2001). De eerste fase, waarin 150 projecten zijn uitgevoerd, liep van 1990 tot 1995.Naa r verwachting zullen in de tweede fase uiteindelijk circa 80 projecten worden uitgevoerd. Gezien de aard van het klimaatprobleem is een multi-disciplinaire benadering binnen het NOP noodzakelijk. Het programma is onderverdeeld in vier thema's: I Gedrag van het klimaatsysteem als geheel en in onderdelen II Kwetsbaarheid van natuurlijke en maatschappelijke systemen voor klimaatverandering III Maatschappelijke oorzaken en oplossingen IV Integratie en assessment Het primaire doel van het NOP, als strategisch en lange termijn onderzoekprogramma, is te voorzien in de behoefte aan beleidsrelevante informatie voor de ontwikkeling van het nationale en internationale klimaatbeleid.
    [Show full text]
  • Tulips & Windmills
    Tulips & Windmills Amsterdam to Antwerp 10 Days Tulips & Windmills River Cruise Immerse yourself in fi elds of fl owers, which Package Includes: fl utter in the breeze that gently turns the famed Dutch windmills 9-night cruise in a riverview stateroom on the newly remodeled, imperial River Duchess or All the things that come to mind when you think of the the regal River Queen Netherlands and Belgium—colorful canals; whimsical All meals onboard, prepared using the windmills; vibrant tulips; rich maritime history; the art fi nest and freshest ingredients of Rubens, Rembrandt, and Van Gogh—are yours to 9 breakfasts, 7 lunches, 9 dinners experience in all their real-life glory. Captain’s Welcome Gala and Farewell Dinners This perfectly paced springtime cruise takes you to the Complimentary fi ne wines, choice of beer, and soft drinks during lunch and dinner historic windmills of Kinderdijk, the Belgian treasures of onboard; replenished bottled water daily Bruges or Ghent, the 70-acre Keukenhof Gardens with in your stateroom; and 24-hour specialty more than seven million fl owers, and museums rich in coffee and tea bar art by the famed Dutch Masters. While visiting Enkhuizen Included choice of excursion to Venlo for and Hoorn, you’ll discover the impressive maritime Floriade 2012—the International Horticultural history of days gone by. Stroll through cosmopolitan Expo held only once every 10 years Amsterdam and trendy Antwerp, and learn about Dutch 13 excursions, including 4 “Choice Is Yours” art, WWII history, and the Netherlands’ long struggle options, fully hosted by English-speaking against the sea on three guided museum visits.
    [Show full text]