<<

Algemene gegevens

Naam toegelaten instelling : Stichting Wold & Waard Statutaire vestigingsplaats : Leek

De stichting heeft als statutair werkgebied de gemeenten Leek, , , , , , Haren, Hoogezand-Sappemeer en Slochteren.

Postadres : Postbus 131 9350 AC Leek

E-mail : [email protected]

Bezoekadres : Lindensteinlaan 75 9351 KC Leek

Telefoon : 0594 51 21 61 Fax : 0594 51 23 89

De Stichting Wold & Waard is een voortzetting van Woningstichting Tolbert, opgericht (als vereniging) op 18 juni 1908 bij Koninklijk Besluit van 21 januari 1909, nummer 20. De stichting is gefuseerd met Stichting Woningcorporatie Groninger , opgericht (als vereniging) op 26 mei 1989 bij Koninklijk Besluit van 27 november 1989, nummer 89.029328. De stichting is per 1 januari 2011 gefuseerd met de Stichting Bijzondere Woonvoorzieningen te Zuidhorn, opgericht op 26 mei 1970.

Akte juridische fusie : 31 december 2010 Ministeriële goedkeuring : 25 november 2010 Akte laatste statutenwijziging : 31 december 2010

Instellingsnummer Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties : L 077 Handelsregister KvK Groningen : 02040386

Op de voorkant staan

meneer en mevrouw

van der Naalt uit Marum Zij zijn al 50 jaar huurder van Wold & Waard. Meneer van der Naalt maakte veel foto’s uit dit jaarverslag. Inhoudsopgave

> Algemene gegevens 2 > Inhoudsopgave 3 > Getallen van 2015 4

JAARVERSLAG 1. Bestuursverslag 7 2. Ons profiel 13 3. Governancestructuur 17 4. Bericht van de Raad van Commissarissen 23 5. Onze omgeving 33 6. Onze positionering 37 7. Onze plaats in het Westerkwartier 43 8. Onze huurders 49 9. Ons vastgoed 61 10. Onze organisatie 77 11. Onze financiën 85

> Kengetallen 97

JAARREKENING > Balans per 31 december 2015 100 > Winst- en verliesrekening over 2015 102 > Kasstroomoverzicht 103 > Grondslagen voor de financiële verslaggeving 104 > Toelichting op de balans 116 > Toelichting op de winst- en verliesrekening 130 > Overige gegevens 140

> Controleverklaring 141

BIJLAGEN 1. Woningoverzicht per 31 december 2015 I 2. Aanhangsel E: financiële passendheidseisen BBSH II 3. Participatie III 4. Kostenspecificatie IV

3 Getallen van 2015 tallen van 2013

VAN ONS WONINGBEZIT BEHOORT ONS WONINGBEZIT IS VERSPREID OVER 93% 34 TOT DE GOEDKOPE EN BETAALBARE VOORRAAD DORPEN

ONS BEDRIJFSRESULTAAT IS WE BIEDEN RUIM

€ 5,4 9.000 miljoen (voor belastingen) MENSEN HUISVESTING

WE ZIJN ACTIEF IN HET AANTAL FTE’s IS BIJ ONS STAAN 4 43,6 3.130 GEMEENTEN HUISHOUDENS INGESCHREVEN ALS WONINGZOEKENDE

4

ER ZIJN ER ZIJN 84 28 VERHUUREENHEDEN IN AANBOUW / IN ONTWIKKELING VERHUUREENHEDEN GESLOOPT

ER IS ONS VASTGOED IS

€ 8,1 € 218 MILJOEN BESTEED AAN ONDERHOUD MILJOEN WAARD (BEDRIJFSWAARDE)

ONZE MAATSCHAPPELIJKE BIJDRAGE WAS DE MUTATIEGRAAD WE HEBBEN WAS

4.994 7,0% € 1,0 VERHUUREENHEDEN MILJOEN

5 6 H1 Bestuursverslag

Zicht op 2015

Wold & Waard ligt voor wat betreft haar volkshuisvestelijke opgave goed op koers en daar zijn we blij mee. Wij willen nu, maar ook op lange termijn in staat blijven om met name mensen met een lager inkomen of een bijzonder woonvraag een betaalbare en goede woning in het Westerkwartier te bieden. In 2015 hebben we hier hard aan gewerkt. Voorbeelden zijn het nieuwe huurbeleid en het integraal vastgoedbeheer. Ook financieel heeft Wold & Waard het jaar 2015 goed kunnen afsluiten. In dit jaarverslag worden opgave en financiën uitgebreid beschreven. In het bestuursverslag worden enkele bijzonderheden van 2015 uitgelicht.

NIEUWE WONINGWET Sinds 1 juli 2015 geldt een nieuwe Woningwet waarin, na een jarenlange discussie, het werkterrein van de woningcorporaties is gedefinieerd. Inhoudelijk heeft dit voor Wold & Waard niet veel gevolgen. Onze taakopvatting, neergelegd in ons ondernemingsplan “Zichtbaar Wold & Waard”, sluit vrijwel naadloos aan bij het nieuwe wettelijke kader. Toch zorgt de nieuwe wet voor veel werk, met name omdat de governance en de administratieve en financiële organisatie moeten worden aangepast. Wij willen voldoen aan wettelijke regels en zijn dan ook voortvarend bezig onze organisatie daarop toe te rusten. Aan de andere kant stellen we vast, dat de aanpassingen veel tijd en geld kosten, terwijl er voor de huurders in het Westerkwartier nauwelijks effect of voordeel uit voortvloeit.

VISITATIE In het najaar van 2014 is Wold & Waard voor de tweede keer gevisiteerd. Ons doel met deze visitatie was tweeledig. Wij wilden verantwoording afleggen aan onze belanghouders én informatie vergaren over de voortgang van ons ondernemingsplan. Met de uitkomsten van de visitatie – een 7,6 gemiddeld - zijn wij blij. In haar recensie geeft de visitatiecommissie aan dat Wold & Waard een zuivere manier van maatschappelijk ondernemen aanhoudt, die goed past in het huidige tijdsgewricht waarin doelmatigheid, transparantie en de kerntaak voorop staan. De uitkomsten van de visitatie geven bovendien aan dat de uitvoering van het ondernemingsplan op koers ligt. In een brede bijeenkomst met de belanghouders is dat bevestigd.

HUURDERSBETROKKENHEID De meest kritische noot in de visitatie kwam van de zijde van het Huurdersplatform Westerkwartier. Samen met hen hebben wij geconstateerd dat het nodig is om ons beider achterban, de huurders, eerder en breder bij het beleid van de corporatie te betrekken. In 2015 is dit voornemen voortvarend opgepakt. Het Huurdersplatform heeft een werkplan voor de komende jaren opgesteld, de besprekingen tussen Platform en Wold & Waard zijn geïntensiveerd en Platform en corporatie hebben in gezamenlijkheid een coördinator huurdersparticipatie aangesteld. Vastgesteld kan worden dat in 2015 een goede basis is gelegd om de huurdersparticipatie concreet in te vullen.

7 BESTUURSBESLUITEN 2015 De belangrijkste bestuursbesluiten van 2015: > vaststellen evaluatiefaseverslagen opgeleverde projecten; > vaststellen voorbereidende faseverslagen nieuwbouw en renovatie; > vaststellen ontwerpfase (schetsplan) van het project Centrumstraten Grootegast met een begrote investering van € 5,4 miljoen; > verkoop woningen in eigen beheer blijven doen; > vaststellen van risicomanagementbeleid en intern controleplan; > vaststellen belangrijkste risico’s met bijbehorende beheersmaatregelen; > vaststellen exploitatiewijzigingen strategisch voorraadbeleid; > vaststellen aanpassing reglement klachtencommissie BBSH; > vaststellen aanpassing managementstatuut; > vaststellen aanpassing beleid woontechnische kwaliteit; > vaststellen (installatie)technische basisuitrusting en –kwaliteit; > vaststellen uitgangspunten energiebeleid; > besluit tot opheffing WW4Energy BV; > vaststellen begrotingswijziging 2015; > vaststellen begroting 2016 en meerjarenperspectief 2016-2021; > vaststellen jaarverslag en jaarrekening 2014; > vaststellen trimesterrapportages; > vaststellen herijking treasurystatuut; > besluit marktwaarde verhuurde staat te bepalen met methodiek basisversie uit Handboek; > besluit proces te starten om te komen tot een administratieve scheiding daeb/-niet-daeb; > besluit overeenkomsten met Penta Primair en MFC de Meeden per 1-1-2017 te beëindigen; > besluit jaarlijkse huurverhoging generiek op 1,0%; > besluit afboekingsvoorstel vertrokken huurders en zittende huurders; > besluit tot invoering gesprekscyclus werknemers; > besluit tot uitvoering RI&E.

De verdeling van bevoegdheden tussen directeur-bestuurder en Raad van Commissarissen staat beschreven in de statuten van de organisatie, het Directiereglement en het Reglement voor de Raad van Commissarissen. In het verslagjaar heeft de besluitvorming overeenkomstig plaatsgevonden.

DOELSTELLINGEN 2015 De ambities uit het ondernemingsplan 2014-2017 zijn vertaald naar activiteiten en doelstellingen voor het begrotingsjaar 2015. De realisatie hiervan ziet er ultimo 2015 als volgt uit.

Activiteiten en doelstellingen gerealiseerd > tussentijdse evaluatie ondernemingsplan > organiseren huurdersbijeenkomst in de gemeente Leek > beleggen van een themabijeenkomst met belanghouders over visitatie > informatieset gemiddelde woonlasten per type woning > opstellen nieuw huurbeleid > maatregelen om de oplopende betalingsachterstanden op te lossen > besluitvorming digitaal huurderspanel > inzicht verkrijgen in huur- en woonquotes > huurcontract en voorwaarden ook in Engels en Duits beschikbaar > besluit pilot energienotaloze woningen

8 > verkoop van 16 woningen > veiligheid: onderzoek aanbrengen van rookmelders > veiligheid: periodieke veiligheidskeuringen van 650 woningen > veiligheid: zichtbaar asbest in kaart brengen bij 500 woningen en aanbrengen meterkastkaart > oplevering 25 nieuwbouwwoningen en 8 renovatiewoningen > opstellen afwegingskader inzet exploitatieresultaat WKO’s t.b.v. woonlastenbeheersing > uitvoering PAGO-onderzoek > afronding modernisering secundaire arbeidsvoorwaarden > procesbeschrijvingen actualiseren n.a.v. TobiasAX > implementatie integraal risicomanagement > ontbinding WW4Energy BV > toetsing financiële systemen op kwaliteitsverbeteringen > jaarlijkse vergelijking netto bedrijfslasten met die van andere corporaties

Activiteiten en doelstellingen in gang gezet/in ontwikkeling > herijking Directiereglement en Reglement Raad van Commissarissen > opstellen nieuwe prestatieafspraken met de gemeenten > besluitvorming verdergaande energetische verbetering woningen > invoering huurdersportaal voor klachten en reparaties > bieden van overzicht van elders (dan bij Wold & Waard) beschikbare woongerelateerde diensten > actualiseren vastgoedvisies van de dorpen in de gemeente Leek > evalueren ZAV-beleid > opzetten integraal vastgoedbeheer > uitwerking toepassing PV-panelen bestaand bezit > 90% nieuwbouw heeft een huur van maximaal € 618,24 (prijspeil 2015) > opnieuw inrichten en uitvoeren ARBO cyclus > optimalisatie bedrijfsinformatiesysteem TobiasAX > implementatie intranet en mobiele toepassingen > implementatie scheiding DAEB/niet-DAEB > implementatie marktwaarde in verhuurde staat

Activiteiten niet opgepakt/niet gehaald > herijking integriteitscode > herijking Samenwerkingsovereenkomst met Huurdersplatform

De activiteiten en doelstellingen die ultimo 2015 nog niet (volledig) zijn gerealiseerd worden in 2016 opgepakt. In de tekst van dit jaarverslag zijn de activiteiten en doelstellingen 2015 verder toegelicht.

9 RISICOMANAGEMENT Wold & Waard heeft goed zicht op de risico’s en voldoende maatregelen genomen om deze te beheersen. We vinden dat: > we voldoende zicht hebben op de realisatie van onze volkshuisvestelijke doelstellingen; > de financiële continuïteit is gewaarborgd; > de risico’s ‘in control’ zijn; > we ons houden aan de geldende wet- en regelgeving; > de interne- en externe financiële rapportages betrouwbaar zijn; > er geen aanwijzingen zijn van fraude.

In 2015 is het risicomanagement verdergaand geprofessionaliseerd. Voor een nadere toelichting hierop en op onze risico’s zie hoofdstuk 11.

FINANCIEEL RESULTAAT 2015 In 2015 is een positief financieel resultaat (voor belastingen) behaald van € 5,4 miljoen.

Het resultaat 2015 gesplitst naar activiteiten: > resultaat verhuuractiviteiten van het bestaand bezit € 7,3 miljoen > resultaat financieringsactiviteiten € - 4,0 miljoen > resultaat uit investeringen in de voorraad en verkoop woningen € 2,1 miljoen € 5,4 miljoen

In hoofdstuk 11 (onze financiën) en in de jaarrekening staat uitgebreide informatie over het financiële resultaat 2015 en de financiële positie van Wold & Waard.

BESTUURSVERKLARING Dit jaarverslag, waarin opgenomen het volkshuisvestingsverslag, geeft in samenhang met de gepresenteerde jaarrekening een goed inzicht in de werkzaamheden van Wold & Waard in 2015. De activiteiten die wij in 2015 hebben ondernomen passen binnen onze doelstellingen als toegelaten instelling. Ik verklaar dat we alle middelen in 2015 in het belang van de volkshuisvesting hebben besteed.

12 april 2016

Janneke Klijn directeur-bestuurder

10

11

12 H2 Ons profiel

Focus op goed en betaalbaar wonen

Wij stellen goede en betaalbare woningen beschikbaar aan mensen met een lager inkomen of een bijzondere woonvraag. Onze betrokkenheid gaat verder dan ons eigen vastgoed: we zijn een netwerkpartner in de keten wonen, zorg en welzijn in het Westerkwartier.

PROFIEL WOLD & WAARD We zijn een plattelandscorporatie. Onze organisatie kent een open en informele bedrijfscultuur met korte organisatorische lijnen. Wij koesteren onze no-nonsense aanpak. We staan open voor onze omgeving. We zoeken voortdurend naar mogelijkheden om bij te dragen aan een positieve woonbeleving. Dat vraagt flexibiliteit, inzet en creativiteit. We stellen onze aanpak bij als blijkt dat deze niet werkt.

Onze organisatie bestaat uit de afdelingen Woondiensten, Vastgoed OP DE en Financiën & Informatievoorziening. Daarnaast is er een kleine LOONLIJST stafafdeling. De directeur-bestuurder vormt samen met de managers STAAN 49 van de afdelingen het managementteam. De Raad van Commissarissen MEDEWERKERS houdt intern toezicht. We doen ons werk met 49 medewerkers.

13 HET WESTERKWARTIER Ons werkgebied is het Westerkwartier, van oudsher één van de 3 ‘kwartieren’ (gewesten) van de Groninger Ommelanden. Het omvat 4 zelfstandige gemeenten: Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn. Deze gemeenten zijn voornemens op 1 januari 2019 tot één gemeente te fuseren. Landschappelijk wordt het Westerkwartier gewaardeerd om het vriendelijke coulisselandschap in het zuiden (de wolden) en het weidse dijken- en polderlandschap in het noorden (de waarden). Grote dorpen zijn: Leek, Zuidhorn, Grootegast en Marum.

Het Westerkwartier biedt rust, ruimte en veiligheid. De regio kent als WE ZIJN geheel voldoende voorzieningen, terwijl grotere plaatsen als ACTIEF Groningen en Drachten relatief dichtbij liggen. In het Westerkwartier IN 4 wonen ca. 60.000 mensen. GEMEENTEN Het gebied kenmerkt zich in demografisch opzicht door vergrijzing en ontgroening. In diverse dorpen zijn in de loop van de jaren door krimp voorzieningen verdwenen of onder druk komen te staan. Om tijdig en specifiek op ontwikkelingen in de dorpen te kunnen inspelen, hebben wij voor al onze dorpen een vastgoedvisie.

VERBINDINGEN Wold & Waard hecht aan duurzaamheid. Onze nieuwbouwwoningen voorzien wij waar mogelijk van systemen ten behoeve van duurzame warmte en koeling. De exploitatie van de wko-systemen is ondergebracht in DENN BV (Duurzame Energie Noord Nederland). Wold & Waard heeft in deze BV een deelneming van 50%. Het resultaat van deze dochteronderneming is voor 50% opgenomen in het resultaat van Wold & Waard. DENN is eind 2013 opgericht in samenwerking met woningcorporatie De Huismeesters uit Groningen met als doel om de exploitatie van duurzame systemen efficiënter te organiseren en de kennis op het terrein van duurzame toepassingen verder te ontwikkelen.

Het eigendom van de duurzame systemen lag vanaf 2008 bij onze dochteronderneming WW4Energy. Tot en met 2015 hadden wij een 100% deelneming in deze BV. Het resultaat van de dochteronderneming is opgenomen in het resultaat van Wold & Waard. Op grond van de regels rond DAEB en niet-DAEB zijn eind 2014 de duurzame systemen vanuit WW4Energy overgedragen aan Wold & Waard. WW4Energy is daarmee overbodig geworden en op 20 december 2015 opgeheven.

14

15

16 H3 Governancestructuur

Goed bestuur en toezicht

Bestuurder en de Raad van Commissarissen van Wold & Waard vinden goed bestuur en toezicht van groot belang. Integer en transparant handelen zijn de pijlers waarop een goede governance steunt. De Governancecode Woningcorporaties 2015 vormt het uitgangspunt.

BESTUURSMODEL Wold & Waard kent een tweelagen bestuursmodel met een Raad van Commissarissen en een bestuurder. Rol, taken en zittingsduur van toezichthouders en bestuur zijn vastgelegd in statuten en reglementen. De governancestructuur met bijbehorende documenten is te vinden op onze website.

> Bestuur Wold & Waard kent een eenhoofdig bestuur dat is belast met het besturen van de corporatie. Het bestuur is verantwoordelijk voor het beleid, de strategie, de doelstellingen en de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling. Dit alles met het doel om de missie van Wold & Waard te vervullen. Ook het beleid ten aanzien van de verbindingen behoort tot de verantwoordelijkheid van de bestuurder. Het bestuur is verder verantwoordelijk voor het naleven van alle relevante wet- en regelgeving en het beheersen van de risico’s verbonden met de activiteiten c.q. de bedrijfsvoering van Wold & Waard. Het bestuur rapporteert hierover en legt verantwoording af aan de Raad van Commissarissen.

De bezoldiging van de directeur-bestuurder is de verantwoordelijkheid van de Raad van Commissarissen. De huidige directeur-bestuurder is in 2006 voor onbepaalde tijd benoemd. Het overgangsrecht van de Woningwet geeft aan dat het bepaalde bij en krachtens artikel 25 (eisen aan bestuurders) geen gevolgen heeft voor benoemingen die voor 1 juli 2015 hebben plaatsgevonden. Per 1 januari 2014 is de directeur-bestuurder ingeschaald overeenkomstig de voor Wold & Waard geldende klassenindeling. De beloning past daarmee volledig binnen de Wet Normering Topinkomens. Van een overgangsregeling wordt geen gebruik gemaakt.

> Raad van Commissarissen De primaire taak van de Raad van Commissarissen is het uitoefenen van toezicht op het gevoerde beleid van de bestuurder, het beoordelen van de bedrijfsrisico’s, de naleving van wet- en regelgeving, interne controle en de maatschappelijke verantwoording. Ook de algemene gang van zaken binnen Wold & Waard en de deelnemingen WW4Energy BV en DENN BV behoren tot het toezichtsterrein van de Raad. Het ondernemingsplan vormt het kader waaraan doelstellingen, realisatie en besluitvorming worden getoetst.

17 Daarnaast is de Raad van Commissarissen werkgever en klankbord voor de bestuurder. Voor de samenstelling, deskundigheid, werkwijze en bezoldiging van de Raad van Commissarissen wordt verwezen naar hoofdstuk 4.

GOVERNANCECODE WONINGCORPORATIES Vanaf 1 mei 2015 is de vernieuwde Governancecode Woningcorporaties van kracht. De Governancecode geeft richting aan het functioneren van bestuur en Raad van Commissarissen en de wijze waarop zij verantwoording afleggen over hun werkzaamheden. Wold & Waard houdt zich aan de Governancecode. Een aantal specifieke aspecten, waaronder het risicomanagement, komen in dit jaarverslag terug. De nieuwe Governancecode in samenhang met de nieuwe Woningwet maakt een aanpassing van het bestuursreglement en het reglement van de Raad van Commissarissen noodzakelijk. Deze aanpassing heeft in de eerste maanden van 2016 plaatsgevonden. Betreffende documenten zijn op de website van de corporatie terug te vinden.

MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDING Wold & Waard is stevig verankerd in het Westerkwartier. We zien het als onze taak om mensen in deze regio goed en betaalbaar te huisvesten in nauwe samenwerking met onze belanghouders. Wij zijn van mening dat die samenwerking alleen kan slagen op basis van wederzijdse openheid en vertrouwen. Daar zetten wij dan ook op in. Onze belangrijkste belanghouders zijn: huurders, het Huurdersplatform Westerkwartier, de gemeenten in het Westerkwartier en organisaties op het gebied van zorg en welzijn. Regelmatig wordt door de bestuurder en door medewerkers met de verschillende belanghouders overlegd. Daarnaast organiseren wij – over actuele onderwerpen en in wisselende werkvormen – bijeenkomsten met onze belanghouders. Overeenkomstig Governancecode en Woningwet is ook onze Raad van Commissarissen hierbij vertegenwoordigd.

Voor onze huurders in de gemeente Leek is in juni 2015 een bijeenkomst georganiseerd. Met de grotere zorgaanbieders in onze regio, Zonnehuisgroep Noord, De Zijlen en het Hoogeheem heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden. Het overleg met de overige zorgaanbieders vindt begin 2016 plaats.

FINANCIËLE VERSLAGGEVING De bestuurder is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de volledigheid van de financiële informatie. De Raad van Commissarissen ziet er op toe dat de bestuurder hieraan voldoende invulling geeft. De belangrijkste financiële (verslagleggings)producten die met de Raad van Commissarissen zijn besproken en goedgekeurd zijn: > jaarverslag 2014 (inclusief volkshuisvestingsverslag en jaarrekening); > managementletter en rapportage accountant; > trimesterrapportages; > rapportage sectorinstituten Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) c.q. Autoriteit Woningcorporaties (AW) en Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW); > begroting 2016; > financieel meerjarenperspectief 2016-2021; > treasurystatuut; > risicorapportage; > verantwoordingsinformatie financiering.

18 IN- EN EXTERNE CONTROLE Wold & Waard heeft geen eigen controller. De interne controle, de administratieve organisatie en het risicomanagement zijn ondergebracht bij de manager Financiën en Informatievoorziening. Het optimaliseren en stroomlijnen van bedrijfsprocessen is een verantwoordelijkheid van de bestuurder en managers.

In de Governancecode is opgenomen dat de externe accountant door de Raad van Commissarissen wordt benoemd voor een periode van maximaal 8 jaar. De huidige accountant is in 2013 voor een periode van 4 jaar benoemd. Met een vertegenwoordiging van de Raad van Commissarissen is in augustus het auditplan 2015 vastgesteld.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken beoordeelt Wold & Waard op de naleving van wet- en regelgeving en op de financiële positie. Deze taak is gedelegeerd aan de Autoriteit Woningcorporaties. De sectorinstituten AW en WSW beoordelen de corporatie op solvabiliteit en financierbaarheid, voornamelijk op basis van de gegevensaanlevering (twee keer per jaar) via CorpoData.

19

20

21

22 H4 Bericht van de Raad van Commissarissen

Toezicht op het presteren

De Raad van Commissarissen, kortweg de Raad, ondersteunt en toetst de organisatie en met name de directeur-bestuurder in het uitoefenen van haar taak. De Raad doet dit door als werkgever voor de directeur-bestuurder op te treden, sparringpartner bij ontwikkeling van beleid te zijn en daarbij vooral toezicht te houden op de risico’s die Wold & Waard loopt, dan wel aangaat én op de algemene gang van zaken binnen Wold & Waard en haar deelnemingen in WW4Energy BV en DENN BV. De Governancecode Woningcorporaties is voor de Raad een instrument om aan het interne toezicht actief en scherp invulling te geven. Dit alles met als doel een betrouwbare en transparante corporatie te zijn die goede en betaalbare woningen verhuurt. In dit hoofdstuk doet de Raad verslag van zijn taken en werkzaamheden in 2015.

GOEDKEURING JAARVERSLAG In het jaarverslag is opgenomen de balans, de winst- en verliesrekening, de daarbij behorende toelichtingen en het (volkshuisvestelijk) verslag over het afgelopen boekjaar. De jaarrekening is door Deloitte Accountants te Groningen gecontroleerd en goedgekeurd, zoals blijkt uit de in dit verslag opgenomen controleverklaring. Op grond hiervan heeft de Raad van Commissarissen het jaarverslag 2015 goedgekeurd en decharge verleend aan de directeur-bestuurder.

TOETSINGSKADER De Raad volgt de in- en externe ontwikkelingen bij Wold & Waard. Voor het toezicht heeft de Raad zich in 2015 hoofdzakelijk gebaseerd op: de nieuwe Woningwet en het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 (BTIV), de eisen vanuit het landelijk en Europees beleid, het ondernemingsplan 2014-2017, de begroting en het activiteitenplan voor 2015 en het financieel meerjarenperspectief 2015-2020. Daarnaast bieden de trimesterrapportages – waarin de bereikte volkshuisvestelijke en financiële resultaten worden afgezet tegen de in het ondernemingsplan en in het jaarplan 2015 opgenomen voornemens – een belangrijke toetsingsmogelijkheid. Jaarlijks toetst de Raad het functioneren van de directeur-bestuurder op basis van vooraf vastgelegde prestatieafspraken. Begin 2015 heeft de Raad de prestatieafspraken over 2014 getoetst.

Vaste agendapunten zijn verder de politieke ontwikkelingen, de rol en positie van woningcorporaties, ontwikkelingen op de woningmarkt en andere actualiteiten die het werk beïnvloeden. Ook wordt verslag gedaan van bijgewoonde scholingsbijeenkomsten. Om een brede informatievoorziening van de Raad te waarborgen en deze niet alleen van de directeur-

23 bestuurder afhankelijk te maken, wordt tweemaal per jaar een bijeenkomst gehouden in aanwezigheid van het managementteam: een thematische vergadering en een excursie. Daarnaast is er jaarlijks overleg met de Ondernemingsraad. Behalve met medewerkers heeft de Raad ook contacten met huurders. De commissarissen zijn aanwezig bij belanghoudersbijeenkomsten en avonden voor huurders per gemeente. Zij overleggen minimaal tweemaal per jaar met het Huurdersplatform buiten aanwezigheid van de directeur-bestuurder. Eenmaal per jaar heeft de Raad overleg met de accountant zonder de directeur-bestuurder. In 2015 heeft de Raad, net als in 2014, met de accountant vooraf afspraken gemaakt over het toetsingskader voor de tussentijdse managementletter. Deze is besproken met de directeur- bestuurder en een vertegenwoordiging van de Raad.

Als kader voor governance hanteert de Raad de Governancecode voor woningcorporaties. In 2014 – het jaar van de Parlementaire Enquête - is door Aedes en de Vereniging van Toezichthouders voor Woningcorporaties (VTW) getracht het vertrouwen in de branche te herstellen. Daartoe is in 2015 onder andere een nieuwe Governancecode opgesteld. Wold & Waard voldoet aan de eisen van de nieuwe Governancecode. Het verwerken van alle nieuwe regels in de verschillende reglementen en beleidsstukken wordt begin 2016 afgerond.

SAMENSTELLING VAN DE RAAD De Raad van Commissarissen bestaat uit 5 leden. De Raad is samengesteld op basis van deskundigheid, achtergrond en regionale binding. Er is een profielschets voor de Raad van Commissarissen als geheel en voor iedere specifieke deskundigheid in het bijzonder. Een (her)benoeming van een lid gebeurt op basis van de profielschets. Bij elke benoeming of herbenoeming wordt gekeken welke ervaring en competenties nodig zijn. Ook wordt rekening gehouden met het feit dat een aantal commissarissen in het werkgebied moet wonen en/of werken dan wel op een andere wijze met het Westerkwartier binding hebben. Op basis van de nieuwe Woningwet moet een aspirant commissaris, dan wel een zittende commissaris bij een herbenoeming de zogenaamde fit & proper test doen en een verklaring omtrent gedrag voor een toezichthoudende functie kunnen overleggen. Een toets op de ingevulde test wordt bij het ministerie afgelegd. De benoeming van commissarissen krijgt daarmee een extra waarborg. Mevr. E. ten Brink is voorzitter en dhr. H. Winter vicevoorzitter.

De samenstelling van de Raad is gedurende het jaar 2015 als volgt:

> Ing. E. (Egberdien) ten Brink, voorzitter en lid op voordracht huurders (1958) Directeur Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordoost Groningen. Nevenfunctie: lid algemeen bestuur Divosa te Utrecht; lid commissie Bijzondere Situaties rond de aardbevingen in Groningen. Profiel: sociaal en maatschappelijk, kennis van het werkgebied. Lid vanaf maart 2012 -- Aftredend 2016 -- Eindjaar 2020.

> Drs. J.B. (Hans) Gellekink, lid op voordracht huurders (1968) Manager Finance & Control Isala. Nevenfunctie: - Profiel: financiën, profit en not-for-profit organisaties. Lid vanaf september 2012 -- Herbenoemd 2015 -- Eindjaar 2019.

> Prof. Dr. H.B. (Heinrich) Winter, lid (1962)

24 Hoogleraar Faculteit Rechtsgeleerdheid Rijksuniversiteit Groningen en directeur Pro Facto. Nevenfunctie: Voorzitter Raad van Commissarissen Timpaan Groep; lid auditcommittee NVWA. Profiel: juridisch; kennis van gemeenten en schaalvraagstukken. Lid vanaf januari 2013 -- Aftredend 2017 -- Eindjaar 2021.

> Ir. E.W.R. (Enno) Zuidema, lid (1968) Stedenbouwkundige en directeur Enno Zuidema Stedebouw BV. Nevenfunctie: Voorzitter Vereniging Dorpshuis Niehove, voorzitter Coöperatie Humsternet u.a.. Profiel: ruimtelijke ordening, woningbouw, maatschappelijk en fysiek, kennis van het werkgebied. Lid vanaf april 2013 -- Aftredend 2017 -- Eindjaar 2021.

> Drs. H.J. (Hein) Braaksma, lid (1980) Zelfstandig adviseur woningcorporaties en (zorg)instellingen. Nevenfunctie: Voorzitter Stichting Buro 05, bestuurslid Stichting Perspectief voor Jongeren, voorzitter Stichting Time Shift Festival, voorzitter Stichting Liberation of Groningen. Profiel: vernieuwende en eigentijdse blik op verbinden. Lid vanaf januari 2014 -- Aftredend 2018 -- Eindjaar 2022.

ONAFHANKELIJKHEID Alle leden van de Raad zijn onafhankelijk in formele zin zoals bedoeld in de Woningwet en de Governancecode. Er vonden in 2015 tussen Wold & Waard en de leden van de Raad geen transacties plaats.

ZELFEVALUATIE Binnen het kader van de voorbeeldfunctie die de Raad heeft volgens de Governancecode, houdt de Raad jaarlijks een zelfevaluatie om zichzelf scherp en actueel te houden. Het ene jaar wordt de zelfevaluatie verzorgd door de leden van de Raad zelf en het andere jaar wordt externe begeleiding gezocht. In 2015 hebben de leden van de Raad individueel een uitgebreide vragenlijst ingevuld over de verschillende aspecten van toezicht en de rol van de voorzitter. De uitkomsten van de vragenlijst zijn tijdens de zelfevaluatie met elkaar vergeleken en besproken. Vervolgens zijn afspraken gemaakt over de actualisatie en het aanscherpen van het toezicht op risico’s en over de vergaderorde. Voor de zelfevaluatie in 2016 is een externe begeleider aangetrokken. De wijze van uitvoering van het ondernemingsplan en de nieuwe Woningwet, door alle medewerkers van Wold en Waard – kortom de dagelijkse praktijk - , geeft de Raad alle vertrouwen dat we goed op koers liggen voor alle uitdagingen van de toekomst en in staat zijn betaalbare en kwalitatief goede huurwoningen aan te bieden.

SCHOLING Met de nieuwe Governancecode 2015 is verplichte bijscholing voor commissarissen en directeur- bestuurder een feit geworden. Commissarissen moeten in 2015 en 2016 totaal 10 Permanente Educatie (PE) punten behalen.

25 Behalve individueel heeft de Raad dit jaar, net als in 2014, samen met woningcorporatie De Huismeesters een bijscholing op maat gevolgd. Bureau Companen heeft de cursus ‘woningwet 2015 en het interne toezicht’ gegeven. De interactie tussen commissarissen van twee corporaties heeft de cursus een extra dimensie gegeven. Op deze wijze heeft iedereen dezelfde en actuele kennis van de nieuwe Woningwet. Ook individueel hebben commissarissen in 2015 opleidingen gevolgd. De PE punten worden bijgehouden in een register van het VTW. Behaalde PE-punten per commissaris in 2015: E. ten Brink 9 H. Gellekink 3 H. Winter 5 E. Zuidema 18 H. Braaksma 3

De accountants van Deloitte houden de Raad van actualiteiten op de hoogte, bij de opstelling van het controleplan, het bespreken van de managementletter en in het gesprek over de jaarrekening zonder bestuurder.

INHOUD VAN HET TOEZICHT De Raad heeft in 2015 vijf keer vergaderd, waarvan twee vergaderingen gedeeltelijk zonder de directeur-bestuurder (voorbereiding jaargesprek met directeur-bestuurder en zelfevaluatie). In deze vergaderingen zijn de volgende - belangrijkste - besluiten genomen, waar nodig nader toegelicht: > De Raad stemt in met de vaststelling van de limieten ex art. 12 lid 1 onder p en q van de statuten conform het voorstel; > De Raad gaat akkoord met de arbeidsrechtelijke afspraken van de directeur-bestuurder conform de notitie; > De Raad gaat akkoord met de prestatieafspraken voor 2015 van de directeur-bestuurder; > De Raad accepteert/stemt in met het accountantsverslag en managementletter Wold & Waard 2014; > De Raad keurt het jaarverslag en de jaarrekening Wold & Waard 2014 goed; > De Raad keurt de jaarrekening WW4Energy BV 2014 goed; > De Raad verleent decharge aan de directeur-bestuurder; > De Raad gaat akkoord met het auditplan 2015; > De Raad keurt de trimesterverslagen goed; > De Raad keurt de begroting van Wold & Waard 2016 goed inclusief de normen van het calculatiestatuut 2016; > De Raad geeft haar goedkeuring aan de herijking van het Treasurystatuut; > De Raad gaat akkoord met de herbenoeming van commissaris H. Gellekink voor een periode van vier jaar; > De Raad keurt de Oriëntatiefase van het project Centrumstraten Grootegast met een begrote investering van € 5,4 miljoen goed; > De Raad geeft haar goedkeuring aan het risicomanagement beleid; > De Raad stemt in met overname van rechten, plichten en claims van Feenstra aangaande WW4Energy BV naar Wold & Waard, afstand te doen van de schuld door Wold & Waard van WW4Energy BV en WW4Energy BV daarna op te heffen; > De Raad keurt het voorgenomen besluit op de goedkeuring van de begroting DENN BV 2016 goed; > De Raad keurt het meerjarenperspectief 2016 – 2021 goed.

26 In februari 2015 is de visitatie door bureau Ecorys afgerond. Ondanks de scherpere regels voor beoordeling heeft Wold & Waard een goede beoordeling gekregen. De Raad houdt toezicht op het uitbreiden van de samenwerking met het Huurderplatform en de dialoog met de huurders zoals bedoeld in de nieuwe Woningwet. Dit verloopt voorspoedig. In 2015 is de Raad aanwezig geweest bij verschillende belanghoudersbijeenkomsten, onder andere bij de huurdersbijeenkomst in de gemeente Leek en een bijeenkomst met belanghouders over het visitatierapport. Tijdens de bijeenkomst is volop gelegenheid voor informeel contact tussen huurders en commissarissen en vertegenwoordigers van organisaties en commissarissen.

> Overleg met de accountant Conform interne afspraak, vindt het overleg met de accountant deels plaats buiten aanwezigheid van de directeur-bestuurder. De controles van de accountant geven weer dat Wold & Waard een zeer solide financiële basis heeft. Degelijk en betrouwbaar conform de kernwaarden. Een goede basis, die vertrouwen geeft voor de toekomst.

Daarnaast is gesproken over WW4Energy BV en DENN BV. Het toezicht op beide BV’s is helder geregeld, doordat de voorgenomen besluitvorming over nader bepaalde beslissingen aan de Raad van Wold & Waard ter goedkeuring wordt voorgelegd. Het inzicht in investeringen en risico’s is volledig in beeld gebracht met het zeer goede risicomanagement beleid.

> Overleg met huurdersorganisatie en ondernemingsraad In 2015 hebben leden van de Raad twee vergaderingen van het Huurdersplatform bijgewoond. Ook heeft het jaarlijks overleg plaatsgevonden met de Ondernemingsraad.

> Verbindingen Wold & Waard had een 100% deelneming in WW4Energy BV. Per 20 december 2015 is WW4Energy BV opgeheven. Wold & Waard heeft een 50% deelneming in DENN BV. Woningcorporatie De Huismeesters heeft eveneens een 50% deelneming in DENN BV. De Raad houdt toezicht op beide verbindingen en is hierover in 2015 voldoende geïnformeerd.

BEOORDELING EN BELONING BESTUURDER In zijn functie als werkgever beoordeelt de Raad ieder jaar het functioneren van de directeur- bestuurder. Dit gebeurt op basis van jaarlijkse prestatieafspraken.

> Remuneratierapport In februari 2015 heeft de voorzitter van de remuneratiecommissie (dhr. H. Winter), samen met de vicevoorzitter (mw. E. ten Brink), het evaluatiegesprek met de directeur-bestuurder gevoerd. Ter voorbereiding is door de directeur-bestuurder een rapportage prestatieafspraken 2014 opgesteld. In de beoordeling zijn ook de trimesterrapportages en de overige informatie die de Raad heeft ontvangen meegenomen. Het jaargesprek is voorbereid door de Raad buiten aanwezigheid van de directeur-bestuurder. Het Protocol evaluatie, beoordeling en beloning van 2012 is gevolgd. In het evaluatiegesprek is aangegeven dat de Raad positief is over het functioneren van de directeur-bestuurder. De Raad is tevreden over de realisatie van de afgesproken prestaties voor 2014 en vindt dat de directeur-bestuurder de Raad van goede informatie voorziet en goed

27 communiceert met zowel de interne als de externe belanghouders. Er is een open en professionele sfeer.

De Raad heeft besloten dat de beloning van de directeur-bestuurder met ingang van 1 januari 2015 op hetzelfde niveau blijft gehandhaafd. Waarbij de pensioenopbouw boven € 100.000,-- komt te vervallen. Het voorstel van de directeur-bestuurder tot het volgen van een masteropleiding wordt gehonoreerd. Aangezien de opleiding 160 PE-punten oplevert en de directeur-bestuurder verplicht is PE-punten te halen, worden de kosten door Wold & Waard vergoed. Met de bestuurder is afgesproken dat deze conform het personeelsbeleid voor de totale organisatie haar persoonlijk opleidingsbudget inzet. De opleiding is in juli 2016 afgerond.

Voor de prestatieafspraken voor 2015 is aan de competenties leidinggeven, ondernemerschap en maatschappelijk presteren de competentie toetsing en toezicht toegevoegd. Aan de hand van het ondernemingsplan zijn voor het jaar 2015 een aantal specifieke aandachtsvelden benoemd die voorzien zijn van indicatoren (meetbare effecten): > Het huurbeleid van 2013 wordt herzien in verband met een aanpassing van het wettelijk waarderingsstelsel. Daarbij wordt de betaalbaarheid centraal gesteld. > Er wordt in 2015 een integraal vastgoedbeheer plan opgeleverd. > In maart 2015 is de nieuwe Woonvisie Westerkwartier opgesteld. Deze vormt de basis voor de nieuwe prestatieafspraken met de gemeenten. Medio 2015 gereed. > Medio 2015 ligt er een overzicht van verbindingen en contacten van Wold & Waard met haar huurders. En een overzicht van de blinde vlekken, in combinatie met een plan hoe deze weg te werken. Digitale mogelijkheden worden nadrukkelijk benoemd. > Eerder persoonlijk contact door de organisatie met huurders, die huurachterstand oplopen. Tevens een nieuwe incassoprocedure. > In 2015 is het risicomanagement beleid voorbereid. Inclusief dat van het zorgvastgoed. > Eind 2015 zijn de aanpassingen voor de nieuwe Woningwet doorgevoerd.

Het bestuur van Wold & Waard wordt statutair gevormd door de directie. De directie bestaat uit één persoon, mevrouw Janneke Klijn.

Gegevens huidige directie: Naam Janneke Klijn Geslacht Vrouw Functie directeur-bestuurder Dienstverband 1 fte Geboortejaar 1962 Nevenfuncties Commissaris KUUB Werkzaam in de huidige functie sinds 8 mei 2006

De beloning van de directeur-bestuurder ziet er voor het jaar 2015 als volgt uit:

Beloning € 104.000 Voorzieningen betaalbaar op termijn - 21.400 Belastbare kostenvergoedingen - 5.000 € 130.400 De betaalde premies sociale verzekeringen bedragen € 9.600,--.

28 Op basis van het woningbezit ultimo 2013 is klasse F van toepassing met een bezoldigingsmaximum van € 148.800,--. De komende jaren zal door een verwachte daling van het woningbezit klasse E van toepassing zijn met een bezoldigingsmaximum van € 130.600,--.

BELONING RAAD VAN COMMISSARISSEN De vergoeding van de commissarissen is in 2015 niet gewijzigd. De totale vergoeding over 2015 bedraagt € 35.750,--. De voorzitter ontvangt € 9.750,-- en de andere leden € 6.500,-- bruto per jaar. Daarnaast worden gemaakte onkosten gedeclareerd. Voor 2015 is € 2.159,-- aan onkosten betaald. De totale kosten bedragen daardoor € 37.909,--.

Voor de leden en de voorzitter geldt een maximale bezoldiging van respectievelijk 10% en 15% van het genoemde beloningsmaximum van de directeur-bestuurder. Voor 2015 is dit voor de voorzitter € 22.300,-- en voor de leden € 14.900,--.

ONZE WAARDERING De Raad wil graag zijn waardering uitspreken voor de inzet van de directeur-bestuurder en de medewerkers van Wold & Waard in 2015 voor onder andere alle in de prestatieafspraken genoemde onderdelen. Ook wil de Raad alle huurders en andere belanghouders bedanken die met hun bijdragen aan het beleid van Wold & Waard hebben meegewerkt.

Ing. E. ten Brink – de Vries

29

30

31

32 H5 Onze omgeving

De wereld om ons heen

In 2015 werd de langverwachte Woningwet aangenomen. Deze brengt wijzigingen met zich mee op het terrein van governance, financiële zaken en bij de toewijzing van huurwoningen (Passend Toewijzen). De wijzigingen geven geen aanleiding om het ondernemingsplan “Zichtbaar Wold & Waard” te herzien.

LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN

> Economische omstandigheden Volgens het Centraal Planbureau (CPB) is de Nederlandse economie in 2015 terug op het niveau van voor de crisis. Het jaar 2015 was een jaar waarin de binnenlandse bestedingen een belangrijke bijdrage leverden aan de economische groei, de werkloosheid voor het eerst sinds jaren licht daalde en de lonen stegen bij een inflatie die onder druk door dalende olieprijzen, maar net positief was. Dit beeld over het jaar 2015 zet zich waarschijnlijk door naar 2016.

> Politieke omstandigheden Op 1 juli 2015 zijn de nieuwe Woningwet en een aantal aanvullende regelingen in werking getreden. De wetgeving heeft ingrijpende gevolgen voor vrijwel alle terreinen waarop een corporatie actief is. De implementatie van de nieuwe wet loopt door tot eind 2016. Om tijdige en volledige uitvoering te bewaken zijn alle voor Wold & Waard relevante onderwerpen in een planning neergelegd. De uitvoering van deze planning is in volle gang. Prestatieafspraken met gemeenten en huurdersorganisaties vervullen in de nieuwe wet een belangrijke rol. Om daarop te anticiperen is er op 10 juni 2015 een gezamenlijke scholingsbijeenkomst georganiseerd. In samenspraak met de gemeenten en Huurdersplatform is er voor gekozen om voor het bod voor het jaar 2016 nog te werken aan de hand van een beleids- en activiteitenoverzicht waarin de prestaties van de corporatie zijn opgenomen. In lijn met de werkwijze in voorgaande jaren is een breed afsprakenkader voor de gehele periode van de gemeentelijke woonvisie in voorbereiding. Het is de bedoeling deze in het voorjaar van 2016 vast te stellen als kapstok voor het jaarlijks bod en prestatieafspraken.

DE WONINGMARKT Het in 2014 ingezette herstel van de koopwoningmarkt heeft zich in 2015 voortgezet. Zowel het aantal transacties als de prijsontwikkeling bleven stijgen. Landelijk gezien zijn de financieringeisen voor starters zwaar, maar (financieel) carrièreperspectief telt wel weer mee. Op de huurmarkt blijft de mutatiegraad onveranderd laag, waardoor landelijk de wachtlijsten groeien en wachttijden oplopen. De lage mutatiegraad kent een aantal oorzaken: betaalbaarheidproblemen (verhuizen betekent vaak een hogere huur), vergrijzing (ouderen verhuizen minder) en veranderingen in de zorg (verzorgingshuis niet meer beschikbaar).

33 Naar verwachting zal in en rond de Randstad, als gevolg van huishoudensverdunning, de vraag naar woningen de komende jaren flink toenemen. Er wordt gesproken over 1 miljoen extra huishoudens in de komende 20-25 jaar. Op basis van het in 2014 uitgevoerde Woningmarktonderzoek Westerkwartier gaan we in ons werkgebied uit van een kleine groei van het aantal huishoudens tot 2025. Daarna wordt een lichte teruggang verwacht. Overigens is het niet duidelijk wat de stijgende instroom van vluchtelingen zal betekenen. Wij volgen deze demografische ontwikkelingen scherp.

34

35

36 H6 Onze positionering

Zichtbaar Wold & Waard

Voor de periode 2014 – 2017 hebben wij het ondernemingsplan “Zichtbaar Wold & Waard” vastgesteld. De aanpak die we in 2014 hebben gekozen, sluit aan bij de nieuwe Woningwet en heeft aan ambitie niet ingeboet.

MISSIE Wold & Waard biedt goed en betaalbaar wonen in de sociale huursector in het Westerkwartier. We richten ons daarbij met name op mensen met een lager inkomen of een bijzondere woonvraag. Het gaat ons niet alleen om het huis. Wij leveren ook een bijdrage aan de woonomgeving en de leefbaarheid.

VISIE Wold & Waard huisvest mensen met lagere inkomens en mensen met een bijzondere woonvraag, zoals mensen met een beperking of een zorgvraag. In het Westerkwartier beschikken we over een sociale woningvoorraad die aansluit bij de vraag. Voor ieder dorp hebben we een actuele vastgoedvisie als basis voor onze beslissingen. Onze woningen hebben voldoende kwaliteit: ze hebben geen gebreken, zijn netjes en veilig. Wij nemen onze verantwoordelijkheid voor de betaalbaarheid en duurzaamheid van onze woningen. De woonlasten van onze huurders zijn niet hoger dan nodig is.

KERNWAARDEN De wijze waarop we onze missie uitvoeren is niet alleen af te leiden uit onze keuzes en doelstellingen. Minstens zo belangrijk is onze houding en ons gedrag. Met onze kernwaarden actief, betrokken en solide geven we aan wie we zijn en hoe we handelen.

DOELSTELLINGEN De ambities zijn vertaald in – waar mogelijk – meetbare doelstellingen. In de verschillende hoofdstukken wordt gerapporteerd over de realisatie van deze doelstellingen. Het verslagjaar is het tweede jaar van uitvoering van dit ondernemingsplan. Bij de rapportage over de voortgang van de ondernemingsdoelstellingen is gebruik gemaakt van kleuren en smileys.

Is gerealiseerd of verloopt naar tevredenheid

Neutraal (in gang gezet, in ontwikkeling)

(Nog) niet opgepakt of niet gehaald

De voortgangsrapportage heeft betrekking op de volledige ondernemingsplanperiode en kent de volgende doelstellingen:

37 COMMUNICATIE VASTGOEDVISIES

We worden herkend als een dorpsgerichte We maken samenhangende keuzes door corporatie met een brede, op het wonen onze investeringsbeslissingen te baseren op gerichte verantwoordelijkheid in sociale huur de vastgoedvisies per dorp.

PARTNERS WONINGVOORRAAD

We zoeken samenwerking en afstemming We stemmen kwaliteit en omvang van de met onze partners in het Westerkwartier om woningvoorraad op de vraag van onze de opgaven in ons gebied te realiseren. doelgroepen af.

DORPEN VEILIGHEID

We dragen bij aan vitale en We geven actief invulling aan onze onderscheidende dorpen. zorgplicht inzake de veiligheid van woningen.

WOONOMGEVING DUURZAAMHEID

We dragen bij aan een prettige leefbare We zorgen voor een optimale energetische woonomgeving. kwaliteit van ons bezit.

PRIMAIRE DOELGROEP ZORG

We zorgen voor passende huisvesting voor We maken het scheiden van wonen en zorg onze primaire doelgroep. in onze woningvoorraad mogelijk.

BETAALBAARHEID ORGANISATIE

We ondersteunen huurders bij het beheers- We blijven in control en werken efficiënt en baar maken van de woonlasten, onder meer effectief. door het energieverbruik terug te dringen.

DIENSTVERLENING MEDEWERKERS

We zorgen voor goede bereikbaarheid, We bieden onze medewerkers een goede informatievoorziening en efficiënte inspirerende werkomgeving met ruimte voor dienstverlening. inbreng, betrokkenheid en ontwikkeling.

HUURDERSPARTICIPATIE FINANCIEN

We betrekken huurders bij het beleid van We streven met ons huurbeleid en bedrijfs- Wold & Waard. lastenbeleid naar voldoende financiële ruimte voor onze opgave in Westerkwartier.

38 COMMUNICATIE Wij vinden het belangrijk dat onze omgeving kennis kan nemen van onze afwegingen en beleidskeuzes en dat onze belanghouders ons zien als een solide organisatie. Met onze externe communicatie geven wij daar op verschillende manieren invulling aan.

> Visitatie In februari 2015 is ons visitatierapport (opgesteld door bureau Ecorys) verschenen. Het was de tweede keer dat Wold & Waard gevisiteerd werd. Doel van deze visitatie was het afleggen van verantwoording aan onze belanghouders en het verkrijgen van informatie over de voortgang van het ondernemingsplan. We zijn met de uitkomsten erg tevreden: we kunnen vaststellen dat Wold & Waard haar koers en niveau heeft weten vast te houden. In het werk staat de maatschappelijke opgave in het Westerkwartier centraal.

> Bijeenkomst huurders In 2015 hebben we in Leek een bijeenkomst georganiseerd om met huurders in deze gemeente van gedachten te wisselen. De bijeenkomst werd door een behoorlijk aantal huurders bezocht, de reacties van de aanwezigen waren positief.

DOELSTELLING: WE WORDEN HERKEND ALS EEN DORPSGERICHTE CORPORATIE MET EEN BREDE, OP HET WONEN GERICHTE VERANTWOORDELIJKHEID IN DE SOCIALE HUURSECTOR

Wij maken continu onze positie en beleidskeuzes aan onze omgeving kenbaar, via Heeft voortdurend aandacht. ons Woonkwartier, onze website en sociale media.

Ieder vier jaar laten wij ons visiteren door de Visitatie heeft plaatsgevonden. visitatiecommissie woningcorporaties.

Jaarlijks organiseren wij in één gemeente een In 2015 huurdersbijeenkomst in bijeenkomst voor onze huurders. gemeente Leek.

39

40

41

42 H7 Onze plaats in het Westerkwartier

Een dorpsgerichte corporatie

We werken aan wonen in het Westerkwartier. Dat is meer dan alleen een dak boven het hoofd. Het betekent ook aandacht voor de leefbaarheid, de woonomgeving en het woongenot van mensen. Wij zijn daarin niet de enig verantwoordelijke. Daarom zoeken we breed contact met gemeenten, huurders- en dorpsvertegenwoordigingen en andere partijen in de regio.

ONZE PARTNERS

DOELSTELLING: WE ZOEKEN NAAR SAMENWERKING EN AFSTEMMING MET ONZE PARTNERS IN HET WESTERKWARTIER OM DE OPGAVEN IN ONS WERKGEBIED TE REALISEREN

Wij maken prestatieafspraken met de gemeenten in het Westerkwartier. Deze Evaluatie is naar tevredenheid worden twee keer per jaar gemonitord. In 2014 afgerond. worden de bestaande prestatieafspraken geëvalueerd.

Twee keer per jaar overleggen we met iedere In 2015 heeft dit plaatsgevonden. gemeente afzonderlijk over het wonen.

Jaarlijks bespreken we het huisvestingsbeleid In 2015 heeft dit plaatsgevonden. met onze partners in de zorg.

We voeren intensief overleg met onze partners De in 2014 gemaakte keuzes zijn in in de keten wonen, welzijn en zorg over de 2015 getoetst bij onze consequenties van het scheiden van wonen en belanghouders. zorg.

> Gemeenten De vier gemeenten in ons werkgebied zijn partners bij de uitvoering van onze opgave. Ook in 2015 is veelvuldig met hen overlegd, zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau. Belangrijk onderwerp was het woningmarktonderzoek Westerkwartier en de totstandkoming van de Woonvisie van de gemeenten. De vaststelling van de Woonvisie vond begin 2015 plaats. De nieuwe Woningwet maakt dat de bestaande prestatieafspraken een andere vorm krijgen. Dit is in 2015 voorbereid en wordt begin 2016 geëffectueerd.

43 Naast het gezamenlijk overleg is ook individueel met gemeenten gesproken. O.a. over projecten in het kader van de ontwikkeling van de voorraad, leefbaarheid en de huisvesting van vergunninghouders.

> Huurdersplatform Westerkwartier Het Huurdersplatform vertegenwoordigt onze huurders en is daarmee een belangrijke belanghouder. Het platform bestond eind 2015 uit 7 leden. Met het Huurdersplatform is in 2015 in totaal 6 keer vergaderd. In de vergaderingen is onder andere gesproken over het nieuwe huurbeleid, het op te zetten Integraal Vastgoed Beheerplan, de jaarlijkse huurverhoging en op welke wijze de huurderparticipatie kan worden versterkt. Het Huurdersplatform heeft verder geadviseerd over verschillende aanvragen vanuit het leefbaarheidsfonds.

Begin 2015 heeft het Huurdersplatform een werkplan voor de komende jaren opgesteld. Met ingang van 2016 wordt het Platform ondersteund door een parttime coördinator, in dienst van Wold & Waard. De wervingsprocedure voor deze coördinator is in volledige afstemming doorlopen. Wold & Waard en Huurdersplatform trekken in 2016 samen op waar het gaat om het betrekken van de achterban.

> Ons bod voor 2016 In 2015 was er, in overleg met de gemeenten, nog geen sprake van een bod of prestatieafspraken in de zin van de nieuwe Woningwet. Wel is evenals in voorgaande jaren het activiteitenplan voor 2016 doorgenomen. Met ingang van 2016 wordt de systematiek van de nieuw Woningwet gevolgd.

> Dorpen in het Westerkwartier Er is met vertegenwoordigers van 5 dorpen gesproken. Daarnaast waren er telefonische contacten over diverse vragen. Omdat de verhoudingen goed zijn en er snel contact gemaakt kan worden, zijn er geen vaste overlegstructuren. De dorpen hebben hier geen behoefte aan.

> Overige belanghouders In 2015 waren er diverse contacten met zorgaanbieders in het Westerkwartier. In deze gesprekken ging het meestal over lopende projecten en gewenste verbouw. Ook is gesproken over (gevolgen van) overheidsbeleid rond het scheiden van wonen en zorg. We waren verder bij diverse bijeenkomsten aanwezig om onze kennis en visie in te brengen. Dat gaf ons de mogelijkheid uit te leggen waar we mee bezig zijn en te horen wat onze omgeving van ons verwacht.

In bijlage III worden de belangrijkste externe contacten, samenwerkingsvormen en overlegsituaties genoemd.

ONZE DORPEN

> Visieontwikkeling Sinds 2012 beschikken we voor elk dorp over een vastgoedvisie. Jaarlijks actualiseren we de vastgoedvisies van één gemeente. In 2015 zijn de vastgoedvisies van de dorpen in de gemeente Grootegast geactualiseerd en met de gemeente besproken. Aansluitend is met de betreffende dorpen gesproken.

44 In 2015 is een begin gemaakt met het actualiseren van de vastgoedvisies van de dorpen in de gemeente Leek. Om de gevolgen van de nieuwe Woningwet – onder meer voor het huurbeleid – te kunnen verwerken, worden deze Vastgoedvisies in 2016 afgerond.

DOELSTELLING: WE DRAGEN BIJ AAN VITALE EN ONDERSCHEIDENDE DORPEN

Herijking vastgoedvisies gemeente Elke vier jaar betrekken we de gemeenten en Grootegast is afgerond. De verenigingen van dorpsbelangen bij de vastgoedvisies van de dorpen van herziening van onze vastgoedvisies. de gemeente Leek worden in 2016 afgerond.

In lijn met de voorgaande jaren zorgt de vergrijzing en ontgroening voor een stagnatie van de woonvraag. De behoefte aan uitbreiding van ons woningbezit is daardoor beperkt en doet zich met name voor in de dorpen Leek en Zuidhorn en in beperkte mate in Marum. In enkele kleine dorpen valt de vraag naar huurwoningen vrijwel weg. Daar kiezen we voor afbouw van onze woningvoorraad. Volledige terugtrekking uit een dorp is geen vooropgezet doel, maar soms niet uit te sluiten. Waar terugtrekking onvermijdelijk is, geven we dat duidelijk aan en blijven we steeds in overleg met betrokkenen.

> Woonomgeving Wij vinden dat onze bewoners prettig moeten kunnen wonen in hun dorp of wijk. Onze zichtbare bijdrage aan leefbaarheid bestaat in de eerste plaats uit goed onderhouden woningen. Maar aandacht voor de aanblik van straten en buurten vinden we ook belangrijk.

DOELSTELLING: WE DRAGEN BIJ AAN EEN PRETTIG LEEFBARE OMGEVING

Regelmatig overleggen we met gemeenten en verenigingen van dorpsbelangen over In 2015 diverse gesprekken gevoerd. leefbaarheidsvraagstukken.

Jaarlijkse bijeenkomst huurders; Op Met ingang van 2014 is onze betrokkenheid bij de koffiegesprekken; Besprekingen dorpen en bewoners nog beter zichtbaar. met dorpsvertegenwoordigers.

45 46 47

48 H8 Onze huurders

Aansluiten bij de woonvraag

Mensen die minder mogelijkheden hebben op de woningmarkt van huisvesting voorzien, dat is onze kerntaak. We willen hen een goede woonplek bieden en hebben daarbij oog voor hun persoonlijke situatie. Omdat we streven naar tevreden huurders, vinden we onze dienstverlening net zo belangrijk als de kwaliteit van onze woningen.

VOOR WIE ZIJN WE ER? Onze doelgroep is financieel begrensd. Minimaal 90% van de jaarlijkse nieuwe verhuringen moet plaatsvinden aan huishoudens met een verzamelinkomen onder de € 34.678,-- (norm 2015). In 2015 hebben wij bijna 98% binnen de gestelde norm toegewezen. Omdat wij de 10% ruimte bij toewijzing willen benutten hebben we de inkomensgrens voor toewijzing opgetrokken tot € 43.602,-- (norm 2015). Aan huishoudens met een inkomen tussen € 34.229,-- en € 43.602,-- wijzen we alleen woningen toe met een huur boven de hoogste aftoppingsgrens voor de huurtoeslag. Huishoudens met een inkomen boven de € 43.602,-- zijn aangewezen op de vrije huursector; ons aanbod in dat segment is klein.

KIJK OP WOONWENSEN Om zicht te hebben op de woonwensen van onze huidige en toekomstige huurders, volgen we enerzijds de demografische en economische ontwikkelingen en anderzijds de voorkeuren en kenmerken van onze woningzoekenden. Ook persoonlijk contact is belangrijk, bijvoorbeeld bij een verhuizing.

DOELSTELLING: WE ZORGEN VOOR PASSENDE HUISVESTING VOOR ONZE PRIMAIRE DOELGROEP

Minstens tweederde van ons woningbezit behoort tot de kernvoorraad; de woningen Op basis van de netto huur valt 93% voor de primaire doelgroep. De huur van deze van onze voorraad binnen deze woningen ligt onder de hoogste definitie. aftoppingsgrens (prijspeil 2015: € 618,25).

In de huidige praktijk blijkt dit voor hoekwoningen niet haalbaar, voor Bij nieuwbouw ligt de aanvangshuur van 90% tussenwoningen wel. Realisatie 2015: van de nieuwe woningen onder de hoogste 73%. Door nieuw huurbeleid neemt aftoppingsgrens. dit percentage vanaf 2016 toe tot ca. 85%.

49 WONEN, ZORG EN WELZIJN In onze vergrijzende omgeving is overleg met senioren belangrijk. In dat kader nemen we deel aan de gemeentelijke overlegvormen rond ouderenbeleid.

We hebben veel gedaan voor instellingen die zich richten op mensen met bijzondere woonzorgen. Wij zorgen voor het vastgoed, de instellingen voor de zorg en het welzijn van de mensen. Eind 2015 ontvangen we 11% van onze huurinkomsten van zorginstellingen. Door wijzigingen in de bekostigingsstructuur in de zorg is het bouwen en beheren van zorgvastgoed risicovol. We zijn daarom voorzichtig bij het aangaan van nieuwe verplichtingen. In 2015 hebben wij van een zorginstelling het verzoek ontvangen om enkele huurcontracten vroegtijdig te beëindigen. Op basis daarvan is een onderzoek naar transformatie gestart.

Sociale problematiek Mede door bezuinigingen in het sociale domein ervaren we de laatste jaren een toename van huurders met gedragsproblemen, psychisch of anderszins. Dat leidt vaker tot veiligheidsincidenten, zowel op kantoor als in buurten en wijken en kost ons meer tijd dan voorheen. Ter signalering en waar mogelijk ter voorkoming participeren wij in diverse netwerken, zoals het meldpunt voor Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ).

> Woonkansbeleid In samenwerking met de Westerkwartiergemeenten, maatschappelijk werk Noordermaat, Stichting Zienn en de GGD wordt het woonkansbeleid uitgevoerd. Huurders met structurele, meervoudige problemen krijgen de kans om, ondersteund door professionele partijen, hun leven weer op de rit te krijgen.

Naast het bieden van professionele hulp bij problemen is er aandacht voor preventie. Bewoners die op het punt staan te worden doorgestuurd naar de deurwaarder en in aanmerking komen voor woonkansbeleid worden persoonlijk bezocht door een woonbegeleider van Zienn, vaak samen met een woonconsulent van Wold & Waard.

> Vergunninghouders Met de gemeenten in ons werkgebied is afgesproken om voldoende woningen aan te bieden aan vergunninghouders (voorheen statushouders). De taakstelling voor heel 2015 bedroeg 108 personen (60 in 2014). Eind 2015 waren van deze taakstelling 6 personen nog niet gehuisvest. Omdat 18 personen gehuisvest zijn middels gezinshereniging zijn voor de huisvesting van vergunninghouders in 2015 uiteindelijk 29 woningen ingezet; de gemiddelde huishoudensgrootte bedraagt 2,7 (het algemene gemiddelde voor onze woningen ligt op 1,8). De taakstelling voor de eerste helft van 2016 bedraagt 78 personen; opnieuw een flinke toename. Met de gemeenten zijn afspraken gemaakt over mogelijkheden om deze groei op te vangen.

BETAALBAARHEID In de afgelopen jaren was het voor veel mensen moeilijk om het hoofd financieel boven water te houden. Voor een deel van onze huurders geldt dat ook. Huurwoningen in het duurdere segment (boven € 618,--) vragen meer verhuurinspanning.

50

DOELSTELLING: WE ONDERSTEUNEN HUURDERS BIJ HET BEHEERSBAAR MAKEN VAN DE WOONLASTEN, ONDER MEER DOOR HET ENERGIEVERBRUIK TERUG TE DRINGEN

We bieden huurders en woningzoekenden In de schriftelijke woningaanbieding per 1 januari 2014 inzage in de gemiddelde staan sinds eind 2015 de gemiddelde woonlasten per woningtype. bijkomende woonlasten vermeld.

In 2015 hebben wij inzicht in huur- en Onderzoek door een stagiaire geeft woonquotes, met als doel op termijn aan dat de gemiddelde woonlasten voldoende huurwoningen voor verschillende in het Westerkwartier niet afwijken inkomensgroepen beschikbaar te hebben. van landelijke cijfers.

In 2014 onderzoeken wij de mogelijkheden We hebben huurders geadviseerd om onze huurders een aantrekkelijke gas- hun energiekosten regelmatig en stroomleverantie aan te bieden. kritisch te bekijken en ons aangesloten bij WoonEnergie.

Vanaf 2015 geven wij onze huurders voorlichting over energieverbruik en bieden we mogelijkheden aan voor energie- Wordt uitgewerkt in 2016. en waterbesparing. Hierbij kan worden gedacht aan spaarlampen, standby-killers en andere producten die besparen werken.

In de komende jaren onderzoeken wij de Wij werken aan de ontwikkeling van mogelijkheden om onze woningen integraal vastgoedbeheer. verdergaand energetisch te verbeteren. Uitgangspunten energiebeleid zijn bepaald.

Jaarlijks monitoren wij de ontwikkeling van Onze Woonlastenmonitor over 2015 de woonlasten van onze huurders, afgezet is beschikbaar. tegen het landelijk gemiddelde.

In 2016 onderzoeken wij de mogelijkheid Er is nieuw huurbeleid opgesteld, van differentiatie van ons huurbeleid op dat op 1 maart 2016 ingaat. basis van energielabels.

> Huurprijsbeleid Eind 2015 bedroeg de gemiddelde netto huur per woning € 483,83 (62,1% maximaal redelijk). De gemiddelde streefhuur ligt op 68,6%. De gemiddelde huurstijging was 1,4%, inclusief harmonisatie en geriefsverbeteringen. Ook in 2015 zijn geen inkomensafhankelijke huurverhogingen doorgevoerd.

Woning Waarderingsstelsel Het landelijk Woning Waarderingsstelsel (WWS) geeft een objectieve indicatie van de kwaliteit van een huurwoning. Per 1 oktober 2015 is het WWS gewijzigd. Enkele componenten kwamen te vervallen, terwijl de WOZ-waarde van de huurwoningen werd toegevoegd. Omdat de WOZ-

51 waarden in ons werkgebied onder het landelijk gemiddelde liggen, leidde dit tot een daling van de maximaal redelijke huur (minus gemiddeld ca. € 17,-- per maand). Wij hebben de wijziging van het WWS aangegrepen om het huurbeleid (uit 2013) tegen het licht te houden. Met ingang van 1 maart 2016 is nieuw huurbeleid van kracht. De gemiddelde streefhuur per woning is onder het nieuwe beleid met ongeveer € 40,-- per maand gedaald.

In 2015 hebben twee huurders bezwaar gemaakt tegen het voorstel tot huurverhoging per 1 juli. Beiden zijn door de huurcommissie in het ongelijk gesteld. Daarnaast heeft één huurder vanwege ervaren onderhoudsgebreken, de huurcommissie gevraagd om de huurprijs te beoordelen. De huurcommissie heeft bepaald dat de huur niet mocht worden verhoogd, in afwachting van het oplossen van het probleem. Voordat het probleem was verholpen heeft de huurder het huurcontract opgezegd.

> Van huurbeleid naar woonlastenbeleid Ons streven is om de woonlasten van onze huurders onder het landelijk gemiddelde te houden. Om dit te toetsen wordt onze woonlastenmonitor jaarlijks geactualiseerd. Uit de woonlastenmonitor over 2015 blijkt dat de totale woonlasten van onze huurders per maand ca. € 67,-- lager zijn dan het landelijke gemiddelde (v.j. € 53,--).

> Huurtoeslag Omdat de Belastingdienst de huurtoeslag rechtstreeks uitbetaalt, hebben we geen inzicht in het aantal huurders dat huurtoeslag ontvangt of de hoogte ervan.

> Huurincasso In 2015 was er een wisseling van deurwaarder vanwege bedrijfsbeëindiging. Met de nieuwe deurwaarder hebben we onze manier van werken tegen het licht gehouden. Dat heeft op enkele kleine punten tot aanpassing geleid.

De afgelopen jaren oplopende huurachterstanden stabiliseerden zich in 2015. Eind december was de achterstand 0,9%, dat is 0,2% lager dan een jaar eerder, toen de achterstand bovengemiddeld hoog was.

Eind 2015 bedroeg de betalingsachterstand actieve contracten € 259.500,--. Daarvan had € 133.000-- betrekking op achterstanden van drie maanden of meer (v.j. € 146.500,--). Van de achterstand wordt € 64.300,-- (v.j.€ 54.700,--) aangemerkt als WSNP (Wet Sanering Natuurlijke Personen). Als betrokkene de gemaakte afspraken nakomt, hoeft het uitstaande bedrag van € 64.300,-- niet te worden afgelost. Daarnaast stond er aan gerechtelijke kosten een bedrag open van ca. € 21.500,--.

52 In de grafiek is het verloop van de huurachterstanden sinds 2010 weergegeven.

1,00

0,80

0,60

0,40

0,20

0,00

2010 2011 2012 2013 2014 2015

> Ontruimingen In 2015 is 57 keer (8 minder dan in 2014) een aanzegging tot ontruiming gedaan vanwege betalingsachterstand. Overigens is aan 13 huurders 2 tot 3 keer een aanzegging gedaan. Uiteindelijk zijn zeven woningen ontruimd, zes vanwege betalingsachterstanden, één vanwege overlast. Het aantal ontruimingen ligt hiermee onder ons langjarig gemiddelde van 1 per maand.

> Achterstanden vertrokken huurders Een deel van onze huurders vertrekt met schulden; dit speelt vooral bij ontruimingen. Wij doen ons best de uitstaande bedragen alsnog te innen. Dat is soms een proces dat meerdere jaren duurt en niet altijd succesvol is. Eind december stond een bedrag open van € 179.700,--, inclusief € 9.600,-- via WSNP. Daarnaast was er sprake van € 7.000,-- aan gerechtelijke en overige kosten. In 2015 is € 134.700,-- vanwege oninbaarheid afgeboekt.

OPTIMALE DIENSTVERLENING Wij willen een betrouwbare verhuurder zijn. Daar hoort een optimale service en een goed aanspreekbare organisatie bij. Voor reparatieverzoeken en andere vragen zijn wij voor onze huurders persoonlijk, telefonisch en digitaal bereikbaar. Een externe meldkamer dient als (telefonische) achtervang, die ook spoedeisende meldingen buiten kantooruren opvangt. In 2015 is een onderzoek gestart om onze huurders via “Mijn Wold & Waard” de gelegenheid te geven tot het digitaal inplannen van reparatieverzoeken. Het onderzoek wordt begin 2016 afgerond, streven is implementatie in de 1ste helft van 2016.

In het kader van de Aedes benchmark is in 2015 een quick scan uitgevoerd naar huurderstevredenheid. Het huurdersoordeel is vastgesteld op een 7,6. Dit is net boven het landelijk gemiddelde. Op het onderdeel nieuwe huurders is de score 7,5, huurders met een reparatieverzoek geven een 7,7 en van vertrokken huurders is de score 7,6.

DOELSTELLING: WE ZORGEN VOOR GOEDE BEREIKBAARHEID, GOEDE INFORMATIEVOORZIENING EN EFFICIENTE DIENSTVERLENING

In 2014 laten we weer de tevredenheid van Onderzoek uitgevoerd in mei 2014. onze huurders onderzoeken. Deze meting is De gemiddelde score was 7,1. De in eens in de drie jaar. Bij de meting moet onze 2015 uitgevoerde quick scan geeft dienstverlening minimaal een 7,5 scoren. een gemiddeld cijfer van 7,6.

53 Uiterlijk 1 januari 2014 kunnen onze huurders zich via de website inschrijven als In 2014 gerealiseerd. woningzoekende.

Met ingang van 1 januari 2014 is voor onze Brochure keukenvervanging en huurders een informatiepakket tegelkeuzes zijn beschikbaar. keuzemogelijkheden onderhoud beschikbaar.

In 2015 hebben wij belangrijke documenten (huurvoorwaarden, contracten) ook in het Duits Gerealiseerd. in Engels beschikbaar.

In 2015 onderzoeken we verdere mogelijkheden Wordt afgerond in 2016. van dienstverlening via internet.

In 2015 stellen wij een overzicht samen van ‘woongerelateerde diensten’ in het Wordt afgerond in 2016. Westerkwartier waarin Wold & Waard niet voorziet, zoals klusjes in huis en tuinonderhoud.

> Aanvullende woondiensten Onze bewoners kunnen een beroep doen op enkele aanvullende woondiensten. Verreweg het grootste deel van onze huurders maakt gebruik van het rioolontstoppingsfonds, het servicefonds en glasverzekering. Daarnaast verzorgen wij bij een aantal complexen het tuinonderhoud en de schoonmaak.

HUURDERSPARTICIPATIE Onze huurders kunnen het beleid van Wold & Waard beïnvloeden, zowel door aan te sluiten bij overlegorganen als door het direct inbrengen van plannen en ideeën.

DOELSTELLING: WE BETREKKEN HUURDERS BIJ HET BELEID VAN WOLD & WAARD

We handhaven ons Leefbaarheidsfonds tot Leefbaarheidsfonds is beschikbaar. minimaal 2018 in de huidige vorm.

Gezien ervaringen elders hebben we In 2014 onderzoeken wij de mogelijkheid van besloten geen digitaal huurderspanel een digitaal huurderspanel. te starten.

> Leefbaarheidsfonds Met het leefbaarheidsfonds ondersteunen we initiatieven die de onderlinge betrokkenheid van onze bewoners bevorderen. Jaarlijks stellen we € 48.000,-- aan budget beschikbaar, gelijkelijk verdeeld over de vier gemeenten. De toekenningsregels zijn vastgelegd in een reglement. Het Huurdersplatform heeft een adviesrecht.

54 In 2015 wist men het Leefbaarheidsfonds goed te vinden, In totaal zijn 24 aanvragen (v.j. 7) ontvangen voor in totaal € 63.086,--. Ultimo 2015 is € 26.500,-- toegekend. Uitbetaling hiervan heeft gedeeltelijk plaatsgevonden.

> Overzicht projecten leefbaarheidfonds

Jaar Aanvrager Omschrijving project Toegekend Uitbetaald 2015 St. Dierenweide Dierenweide Oostergast € 1.500 1.500 St. Schansenkrijg Schansenkrijg - 1.500 1.500 St. gezellig Kinderfietscrossbaan - 1.000 1.000 Dorpshuis Noordwijk Dorpshuis Nieuwe Weme - 2.500 2.500 Pl. Belang Multifunctioneel dorpsplein - 4.000 Dorpsbelang Oldehove Sociale Sofa - 1.000 Gemeente Grootegast Groene Dorpsplaets - 4.000 Gemeente Grootegast MFC ‘t Hornhuus - 3.000 3.000 Gemeente Leek Lift in dorpshuis De Til - 8.000 8.000 € 26.500 € 17.500

Als gevolg van de nieuwe Woningwet worden de voorwaarden van het Leefbaarheidsfonds begin 2016 herzien.

> Leefbaarheidsmedewerkers We hebben 2 leefbaarheidsmedewerkers in dienst. Deze medewerkers (in 2015 1,6 fte) verrichten opruim- en schoonmaakwerkzaamheden bij appartementencomplexen en onderhouden tuinen bij leegstaande woningen.

WOONRUIMTEBEMIDDELING Over de woonruimteverdeling zijn met de Westerkwartiergemeenten afspraken vastgelegd in de ‘Overeenkomst woonruimtebemiddeling’. Hierin zijn onder andere de toewijzingscriteria en passendheid in het verdelen van woningen geregeld. Met de komst van de nieuwe Woningwet is een dergelijke overeenkomst niet meer van toepassing.

Het belangrijkste criterium bij woningtoewijzing is inschrijvingsduur. Voor woningzoekenden met een indicatie voor sociale urgentie hebben we een inspanningsverplichting om binnen zes maanden woonruimte aan te bieden. De indicatie wordt vastgesteld door een maatschappelijk werker van de Stichting Noordermaat. In 2015 maakten 199 (v.j. 189) mensen gebruik van het wekelijkse spreekuur. Na een oriënterend gesprek zijn 42 aanvragen (v.j. 53) toegewezen. Doordat enkele aanbiedingen zijn geweigerd (wat doorgaans leidt tot het vervallen van de urgentie) en er in 7 gevallen nog geen aanbieding heeft plaatsgevonden, zijn er 29 woningen (v.j. 31) aan urgent woningzoekenden toegewezen.

> Inschrijvingen Eind 2015 stonden er 3.130 woningzoekenden ingeschreven; 6,1% meer dan het jaar ervoor. De stijging is lager dan die van 2014, maar hoger dan de twee jaren daarvoor. Het aandeel woningzoekenden uit ons werkgebied daalt: 74%, tegen 76% in 2014 en 78% in 2013. Het aandeel woningzoekenden uit de stad Groningen stijgt en bedroeg eind 2015 6,8%. De verschuiving houdt mogelijk verband met de in 2014 ingevoerde internetinschrijving.

55

3.500 3.130 2.949 3.000 2.654 2.488 2.577 2.556 2.500 2.300 2.000

1.500

1.000

500 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Het percentage woningzoekenden dat per direct een woning zoekt ligt op 42% (39% in 2014). Het aantal direct woningzoekenden ligt op 1.322 (v.j. 1.150). Van de 3.130 ingeschreven woningzoekenden heeft 15% een hoger inkomen dan € 34.911,-- (6% meer dan € 43.602,--). In 51% van de gevallen gaat het om een eenpersoonshuishouden, in 13,5% om een huishoudens meer dan 2 personen. Van de direct woningzoekenden staat 17% ingeschreven voor een seniorenwoning (v.j. 16%), 43% voor een eengezinswoning (ongewijzigd) en 27% voor een woning met twee slaapkamers (v.j. 29%). De belangstelling van direct woningzoekenden voor een éénslaapkamerwoning bedraagt 13% (v.j. 12%).

> Verhuizingen 2011 2012 2013 2014 2015 aantal huuropzeggingen 414 337 350 379 337 mutatiegraad in % 8,8 7,0 7,2 7,8 7,0

In 2015 ligt de mutatiegraad op 7,0%, een daling ten opzichte van 2014. Corrigeren we voor sloop en verkoop, dan bedraagt de mutatiegraad 6,3%. In 2014 was de mutatiegraad hoger als gevolg van meer herstructureringsprojecten.

> Woningaanbiedingen In 2015 zijn 971 aanbiedingen verstuurd (v.j. 909). Dit heeft geleid tot 340 verhuringen, een acceptatiegraad van 35% (v.j. 34%). Als we mutaties in verband met sloop, verkoop, urgentie e.d. buiten beschouwing laten, bedraagt de acceptatiegraad slechts 30% (ongewijzigd).

REGIONALE KLACHTENCOMMISSIES Huurders die zich niet goed behandeld voelen of het niet eens zijn met onze besluiten kunnen een klacht indienen bij de Klachtencommissie Woningtoewijzing (ingesteld door de vier gemeenten van het Westerkwartier) of de Klachtencommissie BBSH (ingesteld door Wold & Waard en stichting Huisvesting Vredewold). In verband met efficiency hebben in beide commissies dezelfde mensen zitting.

56 De commissies bestaan uit drie onafhankelijke leden en één plaatsvervangend lid en werken op basis van een reglement. In 2015 hadden de volgende personen zitting: > mevrouw mr. F.J. Renzenbrink-Tinga, voorzitter > mevrouw T. Meesters, lid > de heer Z. van der Wal, lid > mevrouw J. Reinders, plaatsvervangend lid Het ambtelijk secretariaat van de commissies wordt verzorgd door dhr. F. Dijkstra van de gemeente Leek.

In 2015 zijn er geen klachten ingediend.

57

58

59

60 H9 Ons vastgoed

Een goed (t)huis in een leefbaar dorp

We vinden dat onze huurders een goed (t)huis moeten hebben in een leefbare woonomgeving. Wij zorgen dat er in de dorpen – afhankelijk van de vraag – voldoende woningen zijn, van een goede kwaliteit en zoveel mogelijk energiezuinig. Om een helder toekomstbeeld van onze woningvoorraad te hebben is voor ieder dorp een vastgoedvisie gemaakt. Deze visies vormen de onderlegger voor onze investeringsbeslissingen.

VASTGOEDVISIES Onze woningen moeten niet alleen lang, maar ook met de tijd mee gaan. Ze moeten aan de woonbehoefte van meerdere generaties voldoen. Daarom is het belangrijk om goed zicht te hebben op ons vastgoed en het woningaanbod te laten aansluiten op de woonvraag. Dit komt samen in ons strategisch voorraadbeleid.

DOELSTELLING: WIJ MAKEN SAMENHANGENDE KEUZES DOOR ONZE INVESTERINGSBESLISSINGEN TE BASEREN OP DE VASTGOEDVISIES PER DORP.

In 2015 zijn de vastgoedvisies van de Wij actualiseren onze vastgoedvisies gemeente Grootegast geactualiseerd iedere vier jaar (elk jaar één gemeente). en is gestart met de vastgoedvisies van de gemeente Leek.

Onze vastgoedvisies bestaan uit een drie delen. In de eerste plaats een ‘verkenning’ van het dorp, de omgeving, de staat van het vastgoed, de woonvraag en een financiële analyse. Vervolgens wordt het dorp beoordeeld op zijn sterke en zwakke punten, en kansen en bedreigingen. Beide onderdelen leiden tot een visie op het vastgoed voor het betreffende dorp. De vraag naar woningen is in onze afwegingen steeds de belangrijkste factor.

De belangrijkste conclusies uit onze vastgoedvisies zijn: > Op basis van de woonvraag is uitbreiding van het bezit slechts in drie dorpen aan de orde: Leek, Marum en Zuidhorn. Voor het overige volstaat de huidige omvang van de woningvoorraad, in enkele dorpen speelt afbouw. > De bevolking is in omvang stabiel, maar vergrijst. > Onze woningen staan er in technisch opzicht goed voor. > Met het oog op de kleiner wordende huishoudens is het aandeel 2-slaapkamerwoningen in onze voorraad klein.

61 WONINGVOORRAAD Wold & Waard bezit ongeveer een vijfde van de woningen in het Westerkwartier en is de grootste verhuurder in de regio. Het bezit is verspreid over 34 dorpen. In totaal bieden we huisvesting aan ca. 9.000 mensen. Eind 2015 hadden we 4.994 verhuureenheden in exploitatie.

OVERZICHT VERHUUREENHEDEN

Woningen 4.606 Wooneenheden verzorgingshuis 53 Overige woongelegenheden 281 Bedrijfsruimten 7 Garages 43 Woonwagens (standplaats) 4 4.994

Naast 4.606 woningen voor de reguliere verhuur bezitten we 53 wooneenheden in een zorgcomplex voor ouderen van Zonnehuisgroep Noord te Zuidhorn. De overige woongelegenheden betreft de huisvesting van bijzondere groepen, zoals een verpleeghuis en voorzieningen voor verstandelijk/lichamelijk gehandicapten en voor dak- en thuislozen.

In 2015 zijn 26 nieuwe 2-slaapkamerwoningen opgeleverd: 6 in aan de A. Harkemaweg en in Leek 12 aan Het Schoolplein en 8 aan de Goldbergsingel/Wolveschans.

In bijlage I van dit jaarverslag zijn de mutaties in de verhuureenheden opgenomen en is het woningbezit gespecificeerd per gemeente en dorp.

In onderstaande grafiek is ons woningbezit weergegeven, verdeeld over de 4 gemeenten.

1.588 1.264 946 808

Grootegast Zuidhorn Marum Leek

Het grootste deel van ons woningbezit staat in de gemeente Leek (34%), gevolgd door de gemeenten Zuidhorn (27%), Grootegast (21%) en Marum (18%). In het dorp Leek staan de meeste woningen (23%), gevolgd door de dorpen Marum (13%), Grootegast (10%), Zuidhorn (9%) en Tolbert (8%).

62 In onderstaande de tabel is het woningbezit ingedeeld naar bouwjaarklasse en type.

> Woningbezit naar bouwjaar en type woning Bouwjaar Eengezins 2-slaapkamer Senioren 1-slaapkamer Overige Totaal woning woning woning woning tot 1960 552 26 0 16 0 594 van 1960 – 1974 1.357 31 101 59 0 1.548 van 1975 – 1989 716 253 157 348 0 1.474 vanaf 1990 38 78 772 24 78 990 2.663 388 1.030 447 78 4.606

Overeenkomstig de huurprijsgrenzen van het BBSH na 1 januari 2015 kan het woningbezit worden ingedeeld in de categorieën: goedkoop (tot € 403,06), betaalbaar (van € 403,06 tot € 618,24) en duur (van 618,24 tot en met € 710,68). Woningen met een maandhuur hoger dan € 710,68 behoren tot de vrije sector.

> Woningbezit naar huurprijsklasse < € 403 € 403 -€ 618 € 618 - € 710 > € 710 Totaal Eengezinswoning 475 2.035 149 4 2.663 Seniorenwoning 118 759 126 27 1.030 1-Slaapkamerwoning 378 69 0 0 447 2-Slaapkamerwoning 59 318 11 0 388 Overige 1 76 0 1 78 1.031 3.257 286 32 4.606

22% Van het woningbezit behoort tot de goedkope woningvoorraad, 71% tot de betaalbare voorraad, 6% tot de dure voorraad en 1% tot de vrije sectorwoningen.

DOELSTELLING: WE STEMMEN KWALITEIT EN OMVANG VAN DE WONINGVOORRAAD OP DE VRAAG ONZE DOELGROEPEN AF.

De komende vier jaar voeren we bij ruim 3.900 woningen planmatig onderhoud uit, al In 2015 zijn ca. 950 woningen dan niet gecombineerd met maatregelen in onderhanden genomen. het kader van ons strategisch voorraadbeleid.

Wij onderzoeken de financiële haalbaarheid Vanaf 2014 vindt de uitvoering van van tegelrenovatie. Besluitvorming vindt tegelrenovatie plaats. plaats in 2014.

In 2014 evalueren wij ons huidig beleid voor Evaluatie afgerond; besluitvorming zelf aangebrachte voorzieningen (ZAV- begin 2016. beleid).

Tot 2018 renoveren wij 88 woningen. Dit Gerealiseerd: 26. programma is bijgesteld tot 26.

63

Wij ontwikkelen bouwconcepten die het mogelijk maken woningen met een huurprijs Standaard 2-slaapkamerwoning onder de hoogste aftoppingsgrens ontwikkeld in 2014. huurtoeslag te realiseren. Vanaf 2014 passen wij deze bouwconcepten toe.

ONDERHOUD BESTAAND WONINGBEZIT Onze huurders verwachten een goed onderhouden woning. Naast het dagelijks onderhoud (klachten-, mutatie- en serviceonderhoud) wordt het grootste deel van het onderhoud planmatig (dat wil zeggen per complex) uitgevoerd.

In 2014 is besloten om het tegelwerk te vervangen na 36 jaar. Op basis van de uitvoeringscijfers tot nu toe verwachten wij in de komende jaren bij ongeveer 2600 (was geraamd 3400) woningen tegelwerk ouder dan 36 jaar te vervangen. De vervangingsinvestering wordt geraamd op € 24,4 miljoen (was € 34,9 miljoen) over de periode 2014 t/m 2026. Uit de gedane inspecties blijkt dat in ca. 30% van de woningen eerder al tegelrenovatie heeft plaatsgevonden. Vanaf 2000 wordt dit geregistreerd in de woningcartotheek.

> Planmatig onderhoud Voor een efficiënt beheer voeren we het onderhoud aan het casco van de woning planmatig (en complexmatig) uit. Eens in de 6 jaar worden de woningen buitenom geschilderd. Waar nodig herstellen we voegwerk, plegen we houtrotherstel en/of vervangen we kozijnen en deuren. Ook in de woning worden elementen na een bepaalde levensduur vervangen: cv-ketels na 18 jaar en keukens vraaggestuurd na 18 of 24 jaar. Het planmatig onderhoud wordt bijna volledig door derden uitgevoerd.

> Niet-planmatig onderhoud (dagelijks onderhoud) Het niet-planmatig onderhoud (klachten-, mutatie- en serviceonderhoud) wordt uitgevoerd op basis van meldingen en huuropzeggingen. Voor een groot deel wordt dit uitgevoerd door de eigen onderhoudsdienst. Specialistisch onderhoud en klachtenonderhoud van meer dan 4 uur besteden we uit aan derden.

> Onderhoud voor derden Sinds enige jaren begeleiden we in opdracht van een overkoepelende scholenorganisatie (Penta Primair) het onderhoud voor een aantal basisscholen in ons werkgebied. Ook voor een multifunctioneel centrum in Aduard nemen we de zorg voor het dagelijks en planmatig onderhoud uit handen. Met de komst van de nieuwe Woningwet is deze activiteit niet meer toegestaan. Om die reden zijn de overeenkomsten met deze partijen eind 2015 opgezegd. De activiteiten stoppen per 1 januari 2017.

> Zelf aangebrachte voorzieningen (ZAV’s) Huurders kunnen onder bepaalde voorwaarden zelf zorgen voor extra voorzieningen in de woning. In 2015 is dit beleid geëvalueerd; in 2016 wordt nieuw beleid vastgesteld.

64 > Onderhoudslasten 2015 De totaal gerealiseerde onderhoudslasten 2015 bedragen € 8,6 miljoen. De gemiddelde kosten per verhuureenheid zijn in 2015 € 1.805,-- (in 2014: € 1.628,--). De stijging t.o.v. 2014 wordt hoofdzakelijk verklaard door tegelrenovatie (in 2015 is er t.o.v. 2014 meer planmatige vervanging gerealiseerd). De bedragen zijn inclusief de werkzaamheden van de eigen dienst. Bij het onderhoud wordt veel gebruik gemaakt van regionale aannemers en installateurs. Voor de uit te besteden onderhoudswerkzaamheden was in 2015 € 9,1 miljoen begroot. De werkelijke uitgaven bedroegen € 8,1 miljoen. De lagere lasten worden verklaard door lagere kosten van dagelijks onderhoud (€ 0,1 miljoen) en lagere kosten planmatig onderhoud (€ 0,8 miljoen). Voor een nadere specificatie zie bijlage B4.

Eind 2015 was voor een bedrag van € 0,3 miljoen opdracht verleend, maar nog niet gereed. Dit onderhoud wordt in het voorjaar van 2016 afgerond.

WONINGVERBETERINGEN IN 2015 Op verzoek van de huurder kan de woning worden aangepast. > In het kader van geriefsverbeteringen hebben we in 2015 bij 3 woningen een complete cv-installatie geplaatst. > Energetische verbetering van woningen met een energielabel D of beter wordt beschouwd als een geriefsverbetering. De huurder betaalt daarvoor een huurverhoging. In 2015 zijn in dit kader 27 woningen verbeterd.

Daarnaast vindt ook woningverbetering plaats als gevolg van planmatige vervanging. > In 117 woningen is de oude cv-ketel vervangen door een energiezuinige hr-ketel met warmwatervoorziening.

Van onze woningen beschikt 95% over centrale verwarming, in de meeste gevallen gecombineerd met een warmwatervoorziening. Hiervan is 99% uitgerust met een hr-ketel. Daarnaast is 4% van ons bezit aangesloten op een collectieve warmtepompinstallatie.

> Aanpassingen WMO Inwoners van het Westerkwartier die om medische redenen een aangepaste woning nodig hebben, kunnen daarvoor met voorrang in aanmerking komen. De aanbieding van een dergelijke woning vindt in overleg met de gemeente plaats. In dit kader zijn in 2015 5 aangepaste woningen verhuurd. Daarnaast zijn in 2015 bij 4 woningen om medische redenen aanpassingen verricht in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

GROOT ONDERHOUD EN RENOVATIE Onze woningvoorraad bestaat voor 38% uit eengezinswoningen uit de jaren ‘50 en ’60. Dit aanbod sluit niet vanzelfsprekend aan bij onze toekomstige wachtlijst. Voor de aanpassing van de betreffende voorraad gaat onze voorkeur uit naar groot onderhoud of renovatie. Bij groot onderhoud ligt de nadruk op woontechnische verbetering. Renovatie gaat verder: de betreffende woningen moeten dan in principe voldoen aan ons programma van eisen bestaande bouw met bijbehorende energetische kwaliteit.

65 In de oriëntatiefase is gebleken dat renovatie van een dertigtal woningen in Grootegast een grote investering vraagt en voor een forse sprong van de streefhuur zorgt. Het investerings- en huurniveau is vergelijkbaar aan nieuwbouw, met bij nieuwbouw als voordeel een langere levensduur en meer comfort. Besloten is daarom tot sloop gevolgd door vervangende nieuwbouw. Bij een project aan de van Ewsumstraat in Kommerzijl was eerder al gekozen voor groot onderhoud in plaats van renovatie. De uitvoering hiervan heeft in 2015 plaatsgevonden.

> Integraal vastgoedbeheerplan Om onze voorraad bij de tijd te houden blijven we investeren in de kwaliteit van de woningen. Dit betreft o.a. tegelrenovatie, verdergaande energetische verbetering en de basiskwaliteit. Om te zorgen dat deze opgaven zo efficiënt en effectief mogelijk worden opgepakt, wordt een integraal vastgoedbeheerplan opgesteld. In 2015 is gewerkt aan de onderleggers van dit plan. Het beleid woontechnische kwaliteit en de (Installatie)technische basisuitrusting en –veiligheid zijn vastgesteld en voor het energiebeleid zijn de uitgangspunten bepaald. Deze worden op dit moment verder uitgewerkt. Met de drie onderleggers kan het integraal vastgoedbeheerplan vorm krijgen, uitmondend in een investeringsprogramma voor groot onderhoud, renovatie en herstructurering voor de komende jaren.

GROOT ONDERHOUD EN RENOVATIE IN DE DORPEN In het ondernemingsplan was uitgegaan van groot onderhoud en renovatie van 88 woningen tot 2018. In de oriëntatiefase van twee projecten is gebleken dat sloop gevolgd door nieuwbouw te verkiezen was. Het aantal woningen groot onderhoud en renovatie is daardoor verminderd met 56 woningen.

GEMEENTE ZUIDHORN

> Wigbold van Ewsumstraat Kommerzijl In deze straat is aan zes woningen groot onderhoud uitgevoerd. Op basis van het afwegingsmodel renovatie of vervangende nieuwbouw kwam vervangende nieuwbouw als beste maatregel naar voren. De woningmarkt in Kommerzijl is echter van dien aard dat de bijbehorende huurprijzen (ook na renovatie) niet verantwoord worden geacht. Op basis daarvan is besloten tot groot onderhoud, met minder grootschalige ingrepen en zonder huurverhoging. De stichtingskosten (incl. grond en boekwaarde) bedragen ca. € 0,7 miljoen, waarvan € 0,2 miljoen onrendabel. De oplevering was in november 2015.

NIEUWBOUW Nieuwe woningen bouwen is aan de orde als we met het huidige aantal woningen niet aan de vraag kunnen voldoen of renovatie duurder is. Wij gebruiken hiervoor de vastgoedvisies. Voor nieuwbouw gebruiken we in de eerste plaats onze eigen grondposities. Zijn deze niet beschikbaar dan komen andere (uitbreiding)locaties in beeld. Wij bouwen alleen sociale huurwoningen. Uit de vastgoedvisies blijkt dat het aantal kleine huishoudens sterk groeit. Om die reden is er behoefte aan meer 2-slaapkamerwoningen, die niet per definitie levensloopgeschikt hoeven te zijn.

66 > Ontwikkelen betaalbare bouwconcepten De betaalbaarheid van nieuwbouwwoningen stond onder druk. Dit werd veroorzaakt door de kwaliteiteisen in combinatie met ons huurbeleid. Op basis van het aangepaste programma van eisen is in 2014 een nieuw bouwconcept gekozen voor de 2-slaapkamerwoningen. Met dit bouwconcept – en ons nieuwe huurbeleid – zijn we in staat de woningen voor het gewenste huurniveau te realiseren. Bovendien zorgt dit woningtype voor een aanmerkelijk lagere onrendabele top.

NIEUWBOUWACTIVITEITEN IN DE DORPEN In de onderstaande tabel staan de aantallen nieuwbouwwooneenheden per gemeente.

LEEK GROOTEGAST MARUM ZUIDHORN TOTAAL

1. HUUR Opgeleverd in 2015 - reguliere verhuur 20 6 26 - wonen en zorg

In aanbouw 31-12- 2015 - reguliere verhuur 8 8 - wonen en zorg

In ontwikkeling 31-12-2015 - reguliere verhuur 35 19 22 76 - wonen en zorg - overige

Totaal huur 28 35 19 28 110

GEMEENTE LEEK > Lindensteinlaan/Oldenoert, Leek Aan de Lindensteinlaan in Leek zijn enkele gebouwen gesloopt die in eigendom waren van de gemeente. Op deze locatie zijn 12 grondgebonden levensloopgeschikte huurwoningen (2- slaapkamerwoningen) gerealiseerd. De start van de bouw was in september 2014. De oplevering was in maart/april 2015. De investeringskosten van dit project bedroegen € 1,8 miljoen, waarvan € 0,4 miljoen onrendabel.

> Goldbergsingel/Wolveschans, Leek Op de plaats van 6 verouderde 2-onder-1-kapwoningen, zijn 8 2-slaapkamerwoningen gebouwd. De woningen zijn in november 2015 opgeleverd. De stichtingskosten zijn ca € 1,1 miljoen, waarvan € 0,1 miljoen onrendabel.

> MAD Bakkerstraat, Zevenhuizen In deze straat wordt vervangende nieuwbouw gerealiseerd van acht 2-slaapkamerwoningen. De bouw is gestart in december 2015, de woningen worden naar verwachting in april 2016 opgeleverd. De investeringskosten worden geraamd op € 1,1 miljoen, waarvan € 0,3 onrendabel.

67 > Locatie Tweemaster Leek Met de gemeente Leek wordt gesproken over mogelijke nieuwbouw op de locatie van de leeggekomen basisschool de Tweemaster. Deze locatie leent zich voor de bouw van ongeveer 30 woningen. Het project zit in de oriëntatiefase. In afwachting van de ontwikkelingen is dit project nog niet opgenomen in het projectenoverzicht.

GEMEENTE GROOTEGAST > Parklaan, Grootegast Aan de Parklaan te Grootegast liggen enkele percelen braak als gevolg van de sloop van huurwoningen. Een ontwikkelende bouwer heeft in 2015 10 kavels afgenomen en neemt, naar verwachting, in 2016 de resterende 9 kavels af.

> Rikkerdaweg Gezien de vraaguitval in dit dorp is besloten een blok van 6 woningen te slopen. Met een ontwikkelende bouwer is overeenstemming bereikt over een ontwikkelrecht voor de realisatie van 6 koopwoningen in twee blokken. De gemeente verleent haar medewerking aan dit plan. De afname van de grond is uiterlijk 2017 voorzien.

> De Ommegang Niekerk Op deze locatie stond een woongebouw voor groepswonen dat tot oktober 2014 aan stichting De Zijlen werd verhuurd. Omdat de zoektocht naar een nieuwe huurder niet tot resultaat leidde, en het gebouw zich niet leende voor ombouw naar reguliere huurwoningen, is het gesloopt. Met een ontwikkelende bouwer is overeenstemming bereikt over een ontwikkelrecht voor een nieuwbouwplan van 3 koopwoningen. De gemeente heeft haar medewerking toegezegd. Afname van de grond is uiterlijk 2017 voorzien.

GEMEENTE MARUM > Centrumplan Marum In het centrum van Marum worden door de Zonnehuisgroep Noord en de gemeente plannen ontwikkeld voor de nieuwbouw van het verzorgingshuis De Hoorn. Als gevolg van ontwikkelingen in de zorg is dit plan met een jaar uitgesteld. In 2015 zag de Zonnehuisgroep Noord al af van de huur van 16 van 24 beoogde huurappartementen. Na een heroriëntatie hebben wij besloten geen appartementen te bouwen en onderzoeken wij de haalbaarheid van de bouw van 19 grondgebonden woningen. Wij beraden ons op het juiste uitvoeringsmoment.

GEMEENTE ZUIDHORN > A Harkemaweg, Aduard Aan de A. Harkemaweg in Aduard is in juni 2015 een tweede blok van 6 woningen opgeleverd. De totale investering voor het eerste en tweede blok woningen bedroeg € 1,6 miljoen, waarvan € 0,4 miljoen onrendabel.

> Gaikingalaan/A. Tasmanstraat, Zuidhorn Op deze locatie zijn in 2015 14 verouderde seniorenwoningen gesloopt en worden er in 2016 nog 4 woningen gesloopt. Daarvoor in de plaats worden 22 grondgebonden 2- slaapkamerwoningen teruggebouwd. 5 Van de nieuw te bouwen woningen worden energienotaloos. Met deze proef willen wij ervaring opdoen voor toekomstige projecten.

68 Dit project is vertraagd door de aanwezigheid van vleermuizen waardoor later gesloopt kon worden. Ook onduidelijkheid over te nemen maatregelen voor aardbevingsbestendig bouwen, hebben voor vertraging gezorgd. De start van de nieuwbouw is voorzien in maart 2016. De investering is begroot op € 3,3 miljoen, waarvan € 0,8 miljoen onrendabel.

> Julianastraat, Oldehove De gesprekken over verkoop van de vrijgekomen grond aan de Julianastraat hebben geleid tot een principe overeenstemming met een ontwikkelende bouwer. De intentie is de grond in het voorjaar van 2016 te leveren.

VERKOOP VAN WONINGEN

> Verkoop bestaande woningen Doordat de vraag naar huurwoningen in bepaalde dorpen afneemt en om geld te genereren voor nieuwbouw en renovatie is verkoop van bestaand bezit noodzakelijk. Een deel van onze woningen is daarom aangewezen als verkoopvoorraad. Ultimo 2015 bestaat de verkoopvoorraad uit 294 woningen. Dat is 25 minder dan in 2014.

In 2015 zijn 20 huurwoningen verkocht (begroot 16). Drie woningen zijn verkocht aan de zittende huurder en 17 zijn na mutatie verkocht aan andere kopers.

VERKOCHTE WONINGEN IN 2015, PER GEMEENTE Grootegast 4 Leek 2 Marum 2 Zuidhorn 12 20

> Verkoop woningen met Koopgarantkorting In totaal hebben we in 2007 40 woningen gebouwd en verkocht met Koopgarantkorting (hierbij hebben we terugkoopplicht). Sindsdien zijn 9 woningen teruggekocht, waarvan één woning weer onder Koopgarant is verkocht. De resterende 8 woningen zijn verkocht op de vrije markt. Eind 2015 is het aantal Koopgarantwoningen 32.

SLOOP VAN WONINGEN

In het verslagjaar zijn 28 woningen gesloopt: > M.A.D. Bakkerstraat Zevenuhizen 8 woningen > A.J. Tasmanstraat / Gaickingalaan Zuidhorn 14 woningen > Rikkerdaweg Lutjegast 6 woningen

Bewoners die vanwege de sloop moeten verhuizen kunnen gebruik maken van het Sociaal Plan Sloop. Hierin zijn de rechten en plichten van huurder en verhuurder opgenomen.

GRONDAANKOOP In 2015 zijn geen gronden aangekocht.

69 COMPLIANCE Er worden steeds strengere eisen gesteld aan de veiligheid van woningen, met aangescherpte regelgeving tot gevolg (denk aan legionella, asbest en koolmonoxide). In ons onderhoud houden wij hier rekening mee.

DOELSTELLING: WE GEVEN ACTIEF INVULLING AAN ONZE ZORGPLICHT INZAKE DE VEILIGHEID VAN WONINGEN.

In 2017 zijn de gas- en elektrische installaties van alle woningen ouder dan 12 jaar opnieuw Realisatie conform 6-jaarscyclus, gekeurd en alle rookgasafvoeren van cv-ketels uitloop naar 2018. gecontroleerd en zo nodig aangepast.

In 2017 is bij alle woningen van 1992 of ouder Realisatie conform 6-jaarscyclus, het zichtbare asbest in kaart gebracht en voor uitloop naar 2018. zover nodig gesaneerd.

In 2017 hebben alle bewoners een overzichtskaart ontvangen of en waar in de Realisatie conform 6-jaarscyclus, woning asbest is toegepast en zijn zij uitloop naar 2018. geïnformeerd over hoe legionellavorming in waterleidingen te voorkomen.

> Veiligheidskeuringen Eens in de twaalf jaar wordt bij iedere woning van 12 jaar of ouder de elektriciteit- en gasinstallatie gekeurd door een erkend installatiebedrijf. Daar waar onvolkomenheden worden geconstateerd worden deze direct hersteld. Indien de onvolkomenheid een door de bewoner zelf aangebrachte voorziening betreft, wordt de bewoner gevraagd deze te herstellen en is er een goedkeuringsprotocol van toepassing. Tijdens de veiligheidskeuring wordt ook de bevestiging van de rookgasafvoeren waarnodig aangepast.

> Asbestinventarisatie Bij de veiligheidskeuring wordt ook het zichtbare asbest in kaart gebracht. Daar waar asbest gevaar voor de gezondheid oplevert, wordt direct gesaneerd conform het asbestbeleid. Het asbestbeleid is begin 2014 geactualiseerd.

Iedere bewoner ontvangt een overzichtskaart waarop is vermeld waar zich in de woning asbest bevindt of kan bevinden. Deze kaart is ook bedoeld voor werklieden die werkzaamheden in de woning moeten uitvoeren en wordt in de meterkast opgehangen.

De staat van onderhoud staat toe dat de veiligheidskeuringen en asbestinventarisatie volgens de planmatig onderhoudscyclus wordt uitgevoerd en daarmee een overloop naar 2018 kent.

DUURZAAM INVESTEREN De woonlasten van onze huurders zijn het afgelopen jaar gedaald. De kans dat deze in de toekomst weer toenemen is evenwel groot. Niet alleen door huurstijging, maar ook door stijging van de energiekosten (gas, water en elektriciteit). Onze focus ligt daarom op woonlasten en niet alleen op huurbeleid. Uit onze jaarlijkse monitor blijkt dat we er in zijn geslaagd om de

70 woonlasten van onze huurders onder het landelijk gemiddelde te houden. Het beheersbaar houden van woonlasten is een blijvend aandachtspunt. Belangrijk hierbij is het aanbrengen van energiebesparende maatregelen en het toepassen van duurzame energiesystemen.

DOELSTELLING: WIJ ZORGEN VOOR EEN OPTIMALE ENERGETISCHE KWALITEIT VAN ONS BEZIT

In 2020 is het gasverbruik in onze woningen Stand ultimo 2014: Op basis van 20% lager dan de nulmeting van 2009. Jaarlijks VABI 25,3% lager dan nulmeting. monitoren wij de voortgang.

We streven er naar dat in 2020 minimaal 20 procent van onze bestaande voorraad over een Een eerste aanzet tot planvorming is duurzame energieopwekking (pv-panelen, gedaan. Dit wordt in 2016 verder zonneboiler of anderszins) beschikt. In 2017 is uitgewerkt. 10% hiervan gerealiseerd.

In 2020 beschikken alle woningen over een waterbesparend toilet. In 2017 is 75% daarvan Stand ultimo 2015: 77%. gerealiseerd.

In 2014 verrichten wij onderzoek naar andere Beleid waterbesparende waterbesparende toepassingen. maatregelen is vastgesteld.

In 2014 onderzoeken wij de mogelijkheden van Pilot is onderzocht en wordt een pilot voor een blok energienotaloze uitgevoerd bij de nieuwbouw in woningen. Zuidhorn.

In 2015 ontwikkelen wij een afwegingskader voor de inzet van de opbrengsten van onze Is gereed. energie BV ten behoeve van woonlasten- beheersing.

> Energiebesparende maatregelen In 2015 zijn 10 woningen voorzien van energiebesparende maatregelen: > 3 woningen bij een mutatie > 27 woningen op individueel verzoek. De investering bedroeg € 45.000,--.

In voorgaande jaren deden we op basis van het softwareprogramma VABI verslag van het gasverbruik en het verloop van energielabels. Met de invoering van het Nader Voorschrift per 1 januari 2015 is de berekeningsmethodiek behoorlijk gewijzigd en zijn vergelijkingen nauwelijks meer te maken. Eind 2015 bedroeg de gemiddelde energie index volgens de gewijzigde berekeningsmethode 1,61.

In 2016 hebben wij van netbeheerder Enexis voor de vierde keer een geanonimiseerd overzicht afgenomen van het werkelijk jaarlijks verbruik van onze woningen (periode 2008 tot en met

71 2015). Uit deze cijfers blijkt dat het werkelijk gasverbruik met 18% is gedaald ten opzichte van eind 2008. Onze energetische maatregelen spelen hierin een belangrijke rol.

> Collectieve inkoop energie voor huurders Begin 2014 is een informatiepakket opgesteld waarin huurders op het nut van tariefsvergelijkingen worden gewezen. Wold & Waard heeft zich aangesloten bij het inkoopcollectief Woonenergie. In 2015 heeft een actie tot de overstap van ongeveer 150 huurders naar WoonEnergie geleid.

> WW4Energy BV en DENN BV Op grond van de regels rond DAEB en niet-DAEB is in 2014 besloten de duurzame systemen in eigendom bij WW4Energy BV over te dragen aan Wold & Waard en WW4Energy BV op te heffen. De opheffing heeft in december 2015 plaatsgevonden.

Uit oogpunt van continuïteit en kennisontwikkeling is in 2013 een samenwerking aangegaan met woningcorporatie De Huismeesters. Dit heeft geleid tot de oprichting van DENN BV, waarvan beide corporaties 50% van de aandelen bezitten. Met ingang van 2014 verzorgt DENN BV de exploitatie van de duurzame energiesystemen van de beide aandeelhouders. Vanaf de oprichting is er sprake van negatieve jaarresultaten. Met name als gevolg van de verminderde belangstelling van collectieve ketelhuizen bij gestapelde bouw is er tot op heden weinig groei gerealiseerd. In 2016 beraadt de directie zich op de businesscase voor DENN op langere termijn.

ZORG Dat het scheiden van wonen en zorg invloed heeft op woonwensen staat vast, maar de precieze aard en omvang laten zich moeilijk voorspellen. Omdat we niet weten welke specifieke eisen een huurder heeft of zal krijgen, passen we onze woningen niet generiek aan. Dit onderwerp bespreken we jaarlijks met onze belanghouders.

DOELSTELLING: WE MAKEN HET SCHEIDEN VAN WONEN EN ZORG IN ONZE WONINGVOORRAAD MOGELIJK

Voor 2015 is onderzoek gedaan naar de consequenties van het scheiden van wonen en Wij volgen de ontwikkelingen actief. zorg voor het vastgoed van Wold & Waard.

AARDBEVINGSGEBIED Per 1 januari 2016 is de Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR) definitief vastgesteld. Daaruit blijkt dat ca. 1.100 woningen van Wold & Waard zich binnen de contouren van het aardbevingsgebied (in de buitenste ring) van de NPR bevinden.

Bij de veiligheid van onze huurders nemen wij de NPR als uitgangspunt. Hierin worden van overheidswege veiligheidsnormen aangeven. Diezelfde overheid bepaalt vervolgens ook in welk gebied – en in welke volgorde – de woningvoorraad versterking behoeft. Op basis van het meerjarenplan van de Nationaal Coördinator stellen wij vast dat het gebied waarin zich onze

72 woningen bevinden op dit moment geen prioriteit heeft. Omdat het voor ons nauwelijks mogelijk is om te anticiperen op waar, wanneer en hoe onze woningen moeten worden versterkt, nemen wij ons reguliere strategisch vastgoedbeleid als uitgangspunt. Wij passen waar dat aan de orde is de voorgeschreven versterkingsmaatregelen toe.

Voor nieuwe woningen gelden al extra eisen. Bij de nieuwbouw van 22 woningen in Zuidhorn passen wij deze toe. De extra kosten hebben wij volgens de daarvoor geldende procedure bij het Centrum Veilig Wonen geclaimd.

Gezien de ligging in de buitenste ring en daarbij behorende normering beschouwen wij de financiële risico’s als gevolg van aardbevingen beperkt. Wij pogen deze risico’s bovendien te beheersen door aansluiting bij de afspraken van collega corporaties met de NAM, het Centrum Veilig Wonen en de Nationaal Coördinator. Gezien onze financiële positie verwachten wij deze risico’s, indien ze aan de orde zijn, te kunnen dragen.

73 74

75

76 H10 Onze organisatie

Mensen maken wonen

We willen een doelmatige, kwalitatief sterke, solide organisatie zijn. Dit vraagt om betrokken en actieve medewerkers die verantwoordelijkheid nemen en samenwerken.

ONTWIKKELING Maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een flexibele organisatie. De maatschappelijke opgave verandert voortdurend. Dat vraagt inzet en verantwoordelijkheid op alle niveaus van de organisatie en een voortdurende doorlichting op efficiency en effectiviteit.

DOELSTELLING: WIJ BIEDEN ONZE MEDEWERKERS EEN INSPIRERENDE WERKOMGEVING MET RUIMTE VOOR INBRENG, BETROKKENHEID EN ONTWIKKELING

We werken op 1 januari 2014 met een P&O- instrumentarium dat uitgaat van Vanaf 2015 wordt volgens de nieuwe resultaatgerichtheid en laag in de organisatie gesprekscyclus gewerkt. geplaatste verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

Is bijv. gerealiseerd bij aanpak We gebruiken verschillende werkvormen om de integraal vastgoedbeheer en ‘een

creativiteit van de medewerkers te stimuleren. goed gesprek’ op afdeling Woondiensten.

Tot 2018 blijft het opleidingsbudget gehandhaafd op 2,5% van de bruto loonsom. Opgenomen in jaarlijkse begroting.

P&O BELEID Ter ondersteuning van een op resultaat en ontwikkeling gerichte organisatie is in 2015 met instemming van de Ondernemingsraad een nieuwe gesprekscyclus vastgesteld. De cyclus bestaat uit twee gesprekken per jaar waarin afspraken over resultaat en ontwikkeling worden gemaakt. Nieuw is een vorm van onderlinge feedback om professionele en persoonlijke ontwikkeling positief te ondersteunen. Eind 2015 vonden de eindejaarsgesprekken in nieuwe vorm plaats.

HET PERSONEEL Per 31 december 2015 bedroeg het personeelsbestand 43,6 fulltime-eenheden (fte). In vergelijking met het personeelsbestand op 31 december 2014 is dit een stijging van 3,1 fte. Er stonden 49 medewerkers (31 mannen en 18 vrouwen) op de loonlijst, waarvan 34 fulltime en 15

77 parttime. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers is 47 jaar. Van de medewerkers is 23% 55 jaar of ouder. De gemiddelde duur van het dienstverband is 12 jaar.

> Nieuwe medewerkers In de loop van het jaar zijn 6 medewerkers in dienst getreden: een medewerker communicatie, een medewerker planning & control, een planner werkvoorbereider, een leefbaarheids- medewerker, een receptioniste en een medewerker woondiensten.

> Vertrek medewerkers In 2015 zijn 2 medewerkers uit dienst getreden. Het betreft een medewerker communicatie en een administratief medewerker woondiensten.

> Stagiaires In het verslagjaar hebben op de afdelingen Woondiensten, Vastgoed en Financiën en Informatievoorziening 4 mbo- en hbo- studenten stage gelopen.

> Personele capaciteit per 31 december 2015

BEDRIJFSONDERDEEL AANTAL AANTALMANNEN VROUWEN MEDEWERKERS FTE’S FTE’S FTE’S Directie 1 1,0 0 1,0 Staf 4 2,4 0 2,4 Financiën en Informatievoorziening 8 7,6 6 1,6 Vastgoed 22 20,9 19,5 1,4 Woondiensten 14 11,7 4,8 6,9 49 43,6 30,3 13,3

ARBEIDSVOORWAARDEN Onze medewerkers (uitgezonderd de directie) vallen onder de CAO Woondiensten. In oktober 2015 zijn de CAO-partijen een nieuwe CAO overeengekomen met een looptijd van januari 2014 t/m december 2016.

In 2015 zijn alle secundaire arbeidsvoorwaarden doorgelicht op mogelijkheden van afbouw of vereenvoudiging. Omdat het bedrijfseigen regelingen betreft is dit traject verlopen in nauw overleg met de OR. In december 2015 is het nieuwe pakket arbeidsvoorwaarden vastgesteld. Met de OR is afgesproken dat het pakket van arbeidsvoorwaarden iedere twee jaar wordt geëvalueerd en indien nodig aangepast.

We stimuleren medewerkers om voor het uitoefenen van hun functie of persoonlijke ontwikkeling opleidingen, cursussen of seminars te volgen. In 2015 was een opleidingsbudget van € 51.400,-- (2,5% van de brutoloonsom) beschikbaar. Er is € 85.227,-- besteed. De overschrijding wordt veroorzaakt door enkele grotere opleidingen. Acht medewerkers hebben gebruik gemaakt van hun individueel loopbaanontwikkelingsbudget.

Wold & Waard is aangesloten bij het Loopbaaninitiatief. Dit is een initiatief van noordelijke corporaties waarin aan medewerkers de mogelijkheid wordt geboden in de eigen regio opleidingen te volgen.

78 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN EN ZIEKTEVERZUIM

> Arbobeleid Met instemming van de OR is een digitaal ArboManagementSysteem (AMS) in gebruik genomen. Met behulp van het AMS is eind 2015 de risico-inventarisatie en –evaluatie gehouden; managers en hun team hebben de digitale vragenlijsten beantwoord en een arbodeskundige heeft een rondgang gedaan door het bedrijf. Begin 2016 volgt het plan van aanpak.

Met instemming van de OR is in december 2015 een actueel calamiteitenplan vastgesteld.

> Arbodienst In 2015 is de samenwerking met arbodienst De Care Group beëindigd. In de plaats daarvan is er een nieuwe overeenkomst met de Bedrijfsartsengroep, een samenwerkingsverband van zelfstandig werkende bedrijfsartsen. Wold & Waard voert regie op haar eigen verzuim en maakt op eigen verzoek gebruik van de bedrijfsarts. Het verzuimprotocol is – met instemming van de OR - aangepast aan de gewijzigde samenwerkingsafspraken.

> Beleid inzetbaarheid bij ziekte In het MT is besproken hoe Wold & Waard aankijkt tegen het onderwerp ziekte en tegen de samenwerking tussen leidinggevende en medewerker wanneer er sprake is van ziekteverzuim. Dit heeft geresulteerd in een visie op inzetbaarheid bij ziekte. De OR heeft hiermee ingestemd.

> PMO In januari 2016 verzorgt Tigra Gezondheidsmanagement een preventief medisch onderzoek. Veertig medewerkers hebben zich aangemeld. Het onderzoek bestaat uit een leefstijlvragenlijst, vitaliteitstest en een adviesgesprek.

> Sociale veiligheid In 2014 hebben de leidinggevende de visie op sociale veiligheid, grensoverschrijdend gedrag en publieksagressie bepaald en zijn alle medewerkers getraind. Met input uit deze trainingen is in 2015 door een werkgroep met medewerkers van de diverse afdelingen het beleid sociale veiligheid opgesteld. De OR heeft met dit beleid ingestemd. Uitvoering vindt plaats vanaf 2016.

> Ziekteverzuim Wold & Waard

verzuimpercentage

10 2010 8 8,5 2011 6,4 6 5,7 4,9 2012 4 4,4 2013 2 2,4 2014 0 2015 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

79 Ten opzichte van 2014 is het ziekteverzuim opnieuw gestegen. In 2015 was er sprake van een ziekteverzuim van 5,7%. Verdeeld naar de afdelingen bedroeg het ziekteverzuim: 5,2% bij Financiën en Informatievoorziening, 3,3% bij Vastgoed, 12,8% bij Woondiensten en 2,2 % bij de stafafdeling.

In het verslagjaar waren zeven werknemers langdurig ziek: één medewerker bij de afdeling Financiën en Informatievoorziening, één bij de afdeling Vastgoed en vijf medewerkers bij de afdeling Woondiensten. Vier medewerkers zijn volledig hersteld, één medewerker is overleden en twee medewerkers zijn bij aanvang van 2016 nog ziek. Als het langdurig ziekteverzuim (langer dan 6 weken) buiten beschouwing wordt gelaten, bedraagt het ziekteverzuim 1,6%.

MEDEZEGGENSCHAP Het overleg met de ondernemingsraad verliep open en constructief. De ondernemingsraad bestaat uit 5 leden en vormt een goede afspiegeling van de organisatie. In 2015 heeft de ondernemingsraad 2 keer een tweedaagse cursus gevolgd.

Er is 7 keer met de directie overlegd in een formele overlegvergadering. Er zijn dit jaar diverse instemmingsverzoeken bij de OR neergelegd. De belangrijkste bespreekpunten waren de wijzigingen in de secundaire arbeidsvoorwaarden en diverse onderwerpen op het terrein van ARBO (plan van aanpak RI&E, inzetbaarheid bij ziekte, bedrijfsarts, calamiteitenplan, sociale veiligheid).

Op 21 september vond het jaarlijkse gesprek tussen de OR en de Raad van Commissarissen plaats.

EFFICIENTE EN EFFECTIEVE ORGANISATIE

DOELSTELLING: WE BLIJVEN IN CONTROL EN WERKEN EFFICIENT EN EFFECTIEF

In 2014 werken wij met het nieuwe Bedrijfsinformatiesysteem TobiasAX. bedrijfsinformatiesysteem TobiasAX. is in 2014 in gebruik genomen.

In 2014 is een herschikking van de toezichthoudende taken Jaarlijks toetsen wij een gedeelte van de gerealiseerd. In 2015 is door processen op efficiency. wijziging van deurwaarder het incassoproces efficiënter ingericht.

Waar dat de efficiency ten goede komt, onderzoeken wij de mogelijkheden van Waar nodig wordt dit gerealiseerd. samenwerking.

In 2015 is informatie opgehaald bij In 2014 onderzoeken wij aansluiting bij een collega corporaties. In 2016 vindt inkoopcollectief. besluitvorming plaats.

80 > Informatie en communicatie Voor de bedrijfsvoering maken wij gebruik van geautomatiseerde informatiesystemen. De belangrijkste zijn: > TobiasAX ondersteunt processen die gerelateerd zijn aan het financieel beheer, het technisch beheer, de realisatie van nieuwbouwprojecten, het incasseren van huren en het verhuren van woningen. Dit informatiesysteem is aangevuld met geautomatiseerde systemen voor workflowmanagement, meerjarenbegroting onderhoud, opdrachtverwerking onderhoud voor vaklieden en aannemers en opname mutatie- inspecties; > SG|Treasury verzorgt de activa- en leningenadministratie; > KlantvensterE-archief verzorgt de digitalisering van documenten en de postverwerking; > FMP wordt gebruikt voor de diverse waardebepalingen van ons bezit en financiële scenarioanalyse; > Met Visma ondersteunen wij de P&O-activiteiten en verzorgen wij de salarisadministratie; > Het systeem VABI is ons beleidsinstrument voor energiekwaliteit; > Met onze website zorgen wij voor de informatievoorziening aan onze belanghouders en kunnen woningzoekenden zich registreren.

Begin maart 2015 is TobiasAX definitief opgeleverd. In 2015 is de contractenmodule en de software voor de meerjaren onderhoudsbegroting geïmplementeerd en in gebruik genomen.

In 2014 is een projectvoorstel ontwikkeld voor de implementatie van een intranet. In juni 2015 is gestart met de implementatie hiervan. Het project bestaat uit twee fasen. De 1e fase betreft het algemene informatieve deel van het intranet en het kenniscentrum en de 2e fase betreft de afdelings- en vergadersites (incl. tablets). Na vertragingen in de levering is de verwachting dat de implementatie medio 2016 is afgerond.

Voor het beheer van de ICT-infrastructuur hebben wij een systeembeheerder in dienst. Daarnaast maken wij gebruik van de dienstverlening en professionaliteit van Aareon. De komende jaren wordt de infrastructuur in toenemende mate opengesteld voor huurders en leveranciers via portalen en apps. Om de continuïteit, kwaliteit en beschikbaar ook in de toekomst te borgen is in 2015 gestart met het onderzoek naar outsourcing van de ict- infrastructuur.

De planning- en controlcyclus vormt de basis voor de interne sturing en de externe verantwoording. Naast het jaarverslag, de begroting en het financieel meerjarenperspectief maken we twee keer per jaar een trimesterverslag, waarin tussentijds over de voortgang van het werk wordt gerapporteerd. Daarnaast beschikt het management over maandelijkse afdelingsrapportages. Ook zijn er verschillende (in)formele bijeenkomsten, zoals het managementteamoverleg, het individuele overleg tussen managers en de directeur-bestuurder en het afdelingsoverleg waarin informatie wordt uitgewisseld.

81

82

83

84 H11 Onze financiën

Duurzaam verdienmodel

Ons financieel beleid is er op gericht de financiële en maatschappelijke continuïteit te waarborgen. Onze financiële positie is gezond en we willen blijven voldoen aan de eisen van de Autoriteit Woningcorporaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. We streven met ons huurbeleid en bedrijfslastenbeleid naar betaalbaarheid voor onze huurders en voldoende financiële ruimte voor onze opgave in het Westerkwartier.

FINANCIEEL BELEID Met ons financieel beleid zorgen we er voor dat de financiële continuïteit gewaarborgd blijft. We creëren hiermee de voorwaarde om onze maatschappelijke taak te kunnen uitvoeren. Dit doen we door het beheersen van de (financiële) risico’s die samenhangen met de reguliere exploitatie, (des)investeringen en financieringsactiviteiten.

Om ‘in control’ te zijn, streven we naar continu inzicht in onze financiële positie en de ontwikkeling hiervan vanuit een drietal perspectieven: 1. Bedrijfseconomisch: inzicht in solvabiliteit op basis van de bedrijfswaarde en historische kostprijs. 2. Toezicht: inzicht in bedrijfswaarde en solvabiliteit op basis van de criteria van de AW. 3. Financiering: inzicht in bedrijfswaarde en in de kasstromen volgens de criteria van het WSW.

Vanuit deze drie perspectieven sturen wij op kasstromen, solvabiliteit en het maatschappelijk rendement (onrendabele investeringen). Voor de kasstromen en de solvabiliteit gebruiken wij de eisen van het WSW en AW, waarbij voor solvabiliteit voorzichtigheidshalve een opslag van 5% wordt toegepast. Het maatschappelijk rendement bewaken we door het minimaal benodigd eigen vermogen op basis van de bedrijfswaarde.

DOELSTELLING: WE BLIJVEN IN CONTROL EN WERKEN EFFICIENT EN EFFECTIEF

Jaarlijks beoordelen wij de financiële systemen Financieel beleidskader is in 2014 op kwaliteitsverbeteringen om in control te herijkt. In 2015 zijn de parameters blijven. voor de bedrijfswaarde herijkt.

85 RESULTAAT 2015 In 2015 hebben we een positief resultaat voor belastingen gerealiseerd van € 5,4 miljoen.

Het jaarresultaat onderscheiden we naar de volgende activiteiten: > resultaat verhuuractiviteiten bestaand bezit; > resultaat treasuryactiviteiten (leningen en beleggingen); > resultaat uit aanpassen van de voorraad (nieuwbouw, sloop en verkopen).

Resultaat naar activiteiten (x € 1.000,-) Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2014 2015 2015

Verhuuractiviteiten 6.195 5.702 7.294 Treasuryactiviteiten 10.434- 4.962- 3.999- Aanpassen van de voorraad 2.341 929 2.101 Resultaat voor belasting 1.899- 1.669 5.396 Belastingen - - - Resultaat na belasting 1.899- 1.669 5.396

> Toelichting ten opzichte van de jaarrekening 2014 In 2015 is een positief resultaat voor belastingen gerealiseerd van € 5,4 miljoen. In 2014 bedroeg dit € 1,9 miljoen negatief.

Het resultaat van onze verhuuractiviteiten was in 2015 bijna € 1,1 miljoen hoger dan in 2014. Het hogere resultaat betreft per saldo hogere huuropbrengsten (€ 0,4 miljoen) en overige bedrijfsopbrengsten (€ 0,2 miljoen), lagere overige bedrijfslasten (€ 0,7 miljoen, met name door vervallen saneringsheffing) en hogere onderhoudslasten (€ 0,2 miljoen).

Het resultaat van de treasury activiteiten is € 6,4 miljoen hoger door de waardemutaties van de embedded derivaten (€ 6,2 miljoen) en lagere rentelasten (€ 0,2 miljoen).

Het resultaat uit aanpassen van de voorraad is € 0,2 miljoen lager omdat in 2015 minder woningen zijn verkocht dan in 2014.

> Toelichting ten opzichte van de begroting 2015 In 2015 is een positief resultaat voor belastingen gerealiseerd van € 5,4 miljoen. Voor 2015 was een resultaat van € 1,7 miljoen begroot. Een resultaatverbetering van € 3,7 miljoen.

Het resultaat van de verhuuractiviteiten was in 2015 € 1,6 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt per saldo verklaard door lagere huuropbrengsten (€ 0,1 miljoen), hogere overige bedrijfsopbrengsten (€ 0,1 miljoen), lagere onderhoudslasten (€ 0,9 miljoen) en lagere overige bedrijfslasten (€ 0,7 miljoen).

Het resultaat van de treasury-activiteiten is ruim € 0,9 miljoen hoger dan begroot door de positieve waardemutatie van de embedded derivaten. In de begroting wordt hier geen rekening mee gehouden.

Het resultaat uit aanpassen van de voorraad is ruim € 1,1 miljoen hoger dan de begroting. Dit betreft een hoger resultaat op de verkoop van woningen en grond (€ 0,6 miljoen) en lagere afwaarderingen (€ 0,5 miljoen).

86 DOELSTELLING: WE STREVEN MET ONS HUURBELEID EN BEDRIJFSLASTENBELEID NAAR VOLDOENDE FINANCIËLE RUIMTE VOOR ONZE OPGAVE IN HET WESTERKWARTIER

Met ingang van 2014 hebben wij de bezuinigingen doorgevoerd die noodzakelijk Bezuinigingen zijn gerealiseerd. zijn als gevolg van de heffingen

In 2014 onderzoeken wij de wenselijkheid van Onderzoek is gedaan bij jaarlijkse inkomensafhankelijke huurverhogingen huurverhoging.

In de planperiode verkopen wij minimaal 16 In 2015 zijn 20 huurwoningen woningen per jaar verkocht.

FINANCIËLE POSITIE De solvabiliteit op basis van historische kostprijs is ultimo 2015 gestegen van 31,8% naar 35,0%. De stijging van 3,2% is met name het gevolg van het behaalde resultaat in 2015 en de aflossing van langlopende leningen. Dit is ruim hoger dan de ondergrens van 20% uit het financieel beleid. De solvabiliteit op basis van de bedrijfswaarde is ultimo 2015 gestegen van 41,4% naar 44,5%. Dit is ruim hoger dan de ondergrens van 30% uit het financieel beleid.

De haalbaarheid van maatschappelijke investeringen (onrendabele investeringen) berekenen we aan de hand van het minimaal eigen vermogen op basis van de bedrijfswaarde. Het jaarlijks rendement op basis van de bedrijfswaarde (5%) wordt verminderd met de verwachte lange termijn inflatie van 2%. De resterende 3% is beschikbaar voor maatschappelijke investeringen. Voor de lange termijn verwachten wij aan maatschappelijke investeringen jaarlijks ca. € 2,5 miljoen nodig te hebben. Om dit te kunnen realiseren is een minimaal eigen vermogen op basis van de bedrijfswaarde nodig van € 83,3 miljoen. Het eigen vermogen ultimo 2015 op basis van de bedrijfswaarde is (inclusief het nieuwe huurbeleid) € 103,2 miljoen. Het surplus van bijna € 20 miljoen wordt grotendeels gereserveerd voor onzekerheden rond overheidsbelastingen en zorgvastgoed. Daarnaast komt in 2016 door het opzetten van integraal vastgoedbeheerplannen de opgave rond beschikbaarheid en kwaliteit van huurwoningen beter in beeld. Met mogelijke effecten hiervan is nog geen rekening gehouden in de berekening van de bedrijfswaarde.

> Meerjarenperspectief Eind 2015 is het financieel meerjarenperspectief 2016-2021 door de Raad van Commissarissen goedgekeurd. Als gevolg van het nieuwe huurbeleid is dit meerjarenperspectief gewijzigd. Dit is begin februari 2016 goedgekeurd. Het meerjarenperspectief toont de financiële consequenties van onze plannen en ambities en geeft inzicht in onze financiële armslag voor de komende jaren.

In het meerjarenperspectief is begroot de bouw van 159 nieuwe huurwoningen, renovatie van 131 huurwoningen, verkoop van 96 huurwoningen, slopen van 84 woningen en investeringen in de verbetering van huurwoningen.

De verwachte ontwikkeling van de financiële ratio’s vanuit de verschillende perspectieven van het financieel beleid ziet er als volgt uit:

87 Ratio's 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021

WSW (financiering) Solvabiliteit (bedrijfswaarde) 45% 45% 45% 46% 46% 47% 49% Loan to Value (LTV) 52% 52% 51% 51% 50% 49% 47% Interest Coverage ratio (ICR) 2,4 2,4 2,4 2,5 2,6 2,6 2,6 Debt Service Coverage Ratio (DSCR) 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8 1,9 Dekkingsratio 21% 20% 20% 19% 18% 18% 17% Autoriteit Woningcorporaties (risico) Solvabiliteit (volkshuisv. vermogen) 44% 42% 42% 43% 43% 44% 46% Bedrijfseconomisch Solvabiliteit (historische kostprijs) 35% 36% 37% 39% 39% 40% 42%

Alle ratio’s voldoen over de gehele prognoseperiode aan de minimum eisen. Het houdt in dat zowel de financiële als de maatschappelijke continuïteit voor de korte en lange termijn gewaarborgd is.

FINANCIEREN EN BELEGGEN Het financieringsbeleid is gericht op een stabiele ontwikkeling van het renteresultaat en de financiële geldstromen en op het beheersen van renterisico’s. Investeringen worden zoveel mogelijk met eigen middelen gefinancierd. Jaarlijks stellen wij onze financieringsbehoefte vast op basis van de verwachte bouwproductie en de beschikbare middelen. Het financieringsbeleid is vastgelegd in het treasurystatuut. Dit statuut is in 2015 geactualiseerd naar aanleiding van de ‘Beleidsregels verantwoord beleggen’. Jaarlijks wordt over het gevoerde financieringsbeleid verantwoording afgelegd aan de Raad van Commissarissen. Het WSW staat borg bij de financiering van projecten met een gelimiteerde achtervang (specifiek voor Wold & Waard) van de vier gemeenten in ons werkgebied. Op basis van de dPi 2014 bedraagt de borgingsruimte voor nieuwe leningen voor de periode 2015 t/m 2017 € 8,9 miljoen. In 2015 is hiervan geen gebruik gemaakt. Op basis van onze meerjarenperspectief 2016 – 2021 bedraagt de financieringsbehoefte voor de komende 2 jaar (2016 t/m 2017) € 3,0 miljoen.

Ultimo 2015 is het schuldrestant van de leningen per saldo afgenomen met € 6,3 miljoen tot € 111,1 miljoen. Hiervan heeft € 1,5 miljoen betrekking op reguliere aflossingen en € 4,8 miljoen op aflossingen ineens.

In 2015 is voor 2 leningen een nieuw rentepercentage vastgesteld. Het totale schuldrestant van deze leningen was € 0,3 miljoen. Het gemiddelde rentepercentage hiervoor is gedaald van 3,8% naar 1,6%.

Ook het beleggingsbeleid maakt onderdeel uit van het treasurystatuut. We willen geen beleggingsinstelling zijn. Tot externe belegging wordt slechts overgegaan als aanwending van overtollige middelen voor interne financiering of verlaging van het schuldrestant niet tot de mogelijkheden behoort. Belegging van overtollige middelen vindt plaats in de vorm van spaar- en rendementsrekeningen en termijndeposito’s bij financiële instellingen die onder toezicht van de Nederlandsche Bank staan. Jaarlijks wordt over het gevoerde beleggingsbeleid verantwoording afgelegd aan de Raad van Commissarissen. Ultimo 2015 bedraagt het saldo liquide middelen ca. € 3,2 miljoen. Hiervan is bijna € 0,8 miljoen belegd op een bonusspaarrekening bij de Rabobank Noordenveld West Groningen. De Rabobank heeft ultimo 2015 van de ratingbureau’s Moody’s, Standard and Poors en Fitch een A+rating of hoger.

88 De directeur-bestuurder stelt het treasurybeleid vast, de Raad van Commissarissen keurt het goed. De financieel manager is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het vastgestelde beleid. De directeur-bestuurder gaat de verplichtingen op het gebied van treasury aan.

De risico’s bij financieringen betreffen de beschikbaarheid van leningen en renterisico’s. Een belangrijke voorwaarde voor financiering is de borgstelling van het WSW. De garantie van het WSW geeft financiers een solide zekerheid bij het verstrekken van leningen. Hiermee krijgen woningcorporaties toegang tot de geld- en kapitaalmarkt tegen zo laag mogelijke kosten.

In de toelichting op de langlopende leningen in de jaarrekening wordt nader ingegaan op onze renterisico’s. Wij voldoen ruimschoots aan de criteria van het WSW.

MAATSCHAPPELIJKE BIJDRAGE Ook in 2015 hebben wij geld in het belang van de maatschappij aangewend, zonder dat we dit op termijn terugverdienen. Bijvoorbeeld door het aanbieden van woningen voor een lagere huurprijs dan nodig om de investeringen terug te verdienen of door andere kosten vanuit maatschappelijke overwegingen. In 2015 was onze maatschappelijke bijdrage € 1 miljoen.

Onze maatschappelijke bijdrage is als volgt gespecificeerd: 2015

ONRENDABELE TOPPEN INVESTERINGEN:

Nieuwbouw en renovatie 874.000 Energiemaatregelen - 874.000

OVERIGE UITGAVEN:

Bijdrage huurdersplatform 15.000 Uitgaven leefbaarheidsfonds 25.000 Salariskosten leefbaarheidsmedewerkers 42.000 Tekort tuinonderhoud (geen kostendekkende vergoeding) 35.000 117.000

Totaal 991.000

89 ONTWIKKELING BEDRIJFSLASTEN In de volgende grafiek is de ontwikkeling van de totale kosten c.q. lasten over een reeks van jaren weergegeven.

De bedrijfslasten bestaan uit afschrijvingen, lonen en salarissen, sociale lasten, onderhoudslasten en overige bedrijfslasten. De lichte daling in 2015 wordt hoofdzakelijk verklaard door (per saldo) lagere uitgaven voor de saneringsheffing en hogere uitgaven voor onderhoud. De financieringslasten betreffen de betaalde rente van leningen en overige rentelasten. De financieringslasten zijn in de periode 2011-2014 stabiel gebleven. Hoewel het niet direct uit de grafiek blijkt zijn de rentelasten in 2015 met bijna € 0,3 miljoen gedaald ten opzichte van 2014 door aflossing van leningen en renteherzieningen in 2014 en 2015.

DOELSTELLING: WE BLIJVEN IN CONTROL EN WERKEN EFFICIËNT EN EFFECTIEF

Jaarlijks vergelijken wij onze netto- In 2015 is de benchmarkinformatie bedrijfslasten met die van andere corporaties. van Aedes hiervoor gebruikt.

> Netto-bedrijfslasten per verhuureenheid In de volgende tabel is de ontwikkeling van de netto bedrijfslasten conform de methode van het AW weergegeven.

Netto-bedrijfslasten per catagorie (x € 1,-) 2013 2014 2015 Exploitatiekosten 340 421 422 Beheerkosten 715 731 741 Netto-bedrijfslasten 1.055 1.151 1.163

In 2015 zijn de totale netto bedrijfslasten per verhuureenheid ten opzichte van 2014 met € 12,-- (1%) gestegen. De stijging van de beheerkosten betreft met name hogere personeelslasten en overige personeelskosten (€ 7,--) en algemene kosten (€ 3,--).

90 > Aedes-benchmark De maatschappij vraagt om kwaliteit, efficiency en transparantie. Om een eind te maken aan de jarenlange discussie over vergelijkingscijfers en definities heeft Aedes een nieuwe benchmark ontwikkeld.

Alleen oog hebben voor de hoogte en ontwikkeling van de bedrijfslasten is onvoldoende. Bedrijfslasten staan niet op zichzelf. Ze hebben een relatie met de maatschappelijke opgave en de dienstverlening. Wij streven hierin naar een optimale verhouding. Volgens de Aedes-benchmark bedragen onze geharmoniseerde netto bedrijfslasten per verhuureenheid over 2014 € 670,--. Daarmee behoren wij tot groep A, zijnde de corporaties met lage bedrijfslasten. Onze uitkomst van het huurdersoordeel is een 7,6. Op basis van beide uitkomsten behoren wij tot de categorie corporaties achter de koplopers.

> Bedrijfslasten in verhouding tot huurinkomsten De huuropbrengsten en vergoedingen bedragen in 2015 ca. € 28,6 miljoen. In de volgende grafiek zijn de kosten uit de winst- en verliesrekening per euro opbrengst weergegeven:

Personeelskosten

Onderhoud €0,11 €0,18 Belastingen en heffingen Overige bedrijfslasten

Interne bedrijfslasten €0,17 €0,29 Afschrijvingen

€0,05 €0,16 Rentekosten €0,04

AUTORITEIT WONINGCORPORATIES Sinds 1 juli 2015 valt zowel het financiële als het toezicht op rechtmatigheid, governance en integriteit onder de verantwoordelijkheid van de AW. In de toezichtbrief 2015 is aangegeven dat de financiële beoordeling en het toezicht op deelactiviteiten geen aanleiding geeft tot het doen van interventies en specifiek onderzoek. In de oordeelsbrief 2014 wordt specifiek ingegaan op de naleving van wet- en regelgeving. Met uitzondering van onze dienstverlening van onderhoud aan scholen waren er geen opmerkingen. Na onze toelichting op deze dienstverlening – besluit opzegging dienstverlening per 1 januari 2017 – is ook dit punt voor de AW afgewikkeld.

91 WONINGWET

Per 1 juli 2015 zijn de nieuwe Woningwet, het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 (BTIV 2015) en de Ministeriële regeling Toegelaten Instelling Volkshuisvesting (RTIV 2015) van kracht.

> Marktwaarde verhuurde staat In de nieuwe Woningwet is opgenomen dat toegelaten instellingen vanaf de jaarrekening 2016 het vastgoed in exploitatie dienen te waarderen op actuele waarde, waaronder in dit verband dient te worden verstaan de marktwaarde, overeenkomstig het marktbegrip onderhandse verkoopwaarde in verhuurde staat. In het BTIV 2015 is een nadere uitwerking van deze waardering opgenomen. De waarde wordt berekend op basis van de contante waarde van de inkomende en uitgaande kasstromen. Er wordt bij de waardering onderscheid gemaakt naar de categorieën woongelegenheden, bedrijfsmatig en maatschappelijk onroerend goed, parkeergelegenheden en intramuraal zorgvastgoed. Bij de waardering van het vastgoed dient een doorexploiteer- en een uitpondscenario te worden gemaakt. De marktwaarde is de hoogste van beide waarderingen.

Bij het waarderen dient gebruik te worden gemaakt van het ‘Handboek modelmatig waarderen marktwaarde’. Daarin zijn twee versies voor waardering opgenomen, de basisversie en de fullversie. De basisversie (zonder externe taxateur) geeft een goed beeld van de marktwaarde op portefeuilleniveau. De fullversie (met externe taxateur) geeft een goed beeld van de marktwaarde op complexniveau. Voor het financieel beleid en het strategisch voorraadbeleid maken we gebruik van de bedrijfswaardemethode. Deze waardering sluit beter aan op de werkelijk te verwachten in- en uitgaande kasstromen dan die van de marktwaarde in verhuurde staat. Wij kiezen daarom bij de implementatie van de marktwaardering voor de basisversie uit het handboek.

In 2015 is een start gemaakt met de implementatie van de nieuwe waarderingsmethodiek. Naast het opstellen van een nieuwe complexindeling van het vastgoed en het verzamelen van de basisgegevens, is een Taxatie Management Systeem geïmplementeerd.

> Scheiding daeb/niet-daeb Uiterlijk 31 december 2016 moeten toegelaten instellingen bij de Minister een splitsingsplan aanleveren. In dat plan dienen zij aan te geven hoe ze met het scheiden van DAEB en niet-DAEB activiteiten om willen gaan. De Minister eist dat beide portefeuilles levensvatbaar en financierbaar zijn. Aan bewonersvertegenwoordigers, gemeenten en het WSW wordt om een zienswijze gevraagd.

Bij ons is er sprake van een geringe omvang van niet-DAEB activiteiten. Het betreft ca. 75 verhuureenheden (woningen, bedrijfsruimten en parkeergelegenheden). Ook de dienstverlening aan scholen en multifunctionele accommodatie (mfa), de levering van energie aan niet huurders en de koopgarantwoningen wordt als niet-DAEB gekwalificeerd. De dienstverlening aan scholen en mfa wordt per 31 december 2016 beëindigd.

Het splitsen van de activiteiten kan door een administratieve scheiding, een juridische scheiding of een combinatie van beide. Voor corporaties met een omzet van maximaal € 30 miljoen en een gering aandeel in niet-DAEB is er een verlicht regime (alleen splitsing van baten en lasten).

92 In 2015 is de keuze gemaakt voor een administratieve scheiding tenzij wij in aanmerking komen voor het verlichte regime. Wanneer de verkoopomzet niet hoeft te worden meegerekend, komen wij hiervoor in aanmerking. In 2016 wordt hierover duidelijkheid verwacht.

De keuze voor een administratieve scheiding komt voort uit: - onze focus op DAEB-activiteiten, de missie en visie in het ondernemingsplan sluiten aan bij de definitie van DAEB-activiteiten; - het gegeven dat op basis van de marktontwikkelingen wij geen toename verwachten van niet-DAEB-activiteiten; - de geringe niet-DAEB-portefeuille.

> Volkshuisvestelijke capaciteit Vanaf 2016 worden gemeenten en huurders jaarlijks door de overheid geïnformeerd over de investeringsruimte van toegelaten instellingen. De methode waarop dat wordt berekend is nog onderwerp van studie. Bij het onderdeel ‘Financiële positie’ (zie hiervoor) geven wij onze jaarlijkse ruimte voor onrendabele investeringen aan en op welke wijze wij deze bepalen. Deze methode maakt onderdeel uit van het financieel beleid dat sinds 2011 door ons wordt toegepast. Voor de lange termijn denken wij voor een jaarlijkse productie van ca. 50 woningen nieuwbouw en renovatie ca. € 2,5 miljoen nodig te hebben voor onrendabele investeringen. De jaarlijkse investering voor 50 woningen nieuwbouw/renovatie bedraagt ca. € 7.5 miljoen.

RISICOMANAGEMENT In 2015 is het integraal risicomanagement verdergaand geprofessionaliseerd. Wij gebruiken risicomanagement om bij te dragen aan de realisatie van de organisatiedoelstellingen en beschouwen het risicomanagement als een verantwoordelijkheid van de gehele organisatie; alle medewerkers hebben hierin een rol.

Ons risicomanagement heeft de volgende doelstellingen: - Het bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van het ondernemingsplan - Het stimuleren van het risicobewustzijn van de organisatie - Het inzichtelijk maken van de risico’s die de organisatie loopt - Het beheersen van risico’s; ze kunnen opvangen (weerbaar zijn) - Transparantie over risico’s en beheersmaatregelen

> Onze risicohouding Wij vinden niet dat risico’s zoveel mogelijk moeten worden uitgebannen of belemmerend zijn voor ons werk. Het gaat niet alleen om het wegnemen van bedreigingen, maar ook om het realiseren van mogelijkheden. We streven naar bewuste, weloverwogen besluitvorming. De maatregelen die wij treffen om de risico’s te beheersen staan in verhouding tot de kansen en bedreigingen. Wij noemen dit een risiconeutrale houding.

> Risicorapportage Jaarlijks wordt de risicorapportage geactualiseerd. Door inventarisaties tijdens werkoverleggen en vergaderingen van het management worden de risico’s verzameld. In 2015 heeft dit geleid tot een rapportage van ca. 50 risico’s. De risico’s zijn geordend naar de doelstellingen van het ondernemingsplan en er zijn risicowaarden aan toegekend. Op basis hiervan zijn de belangrijkste risico’s nader uitgewerkt en zijn er waarnodig aanvullende beheersmaatregelen vastgesteld.

93 De belangrijkste risico’s die in 2015 zijn onderzocht zijn:

Onderwerp Onderkend risico Aanvullende beheersmaatregelen Aardbevingen (zie ook Schade aan en in huur- Voorbereiden communicatieplan Grondslagen financiële woningen met mogelijk en monitoren contouren verslaglegging). letselschade. aardbevingsgebied. Scheiden wonen en Tussentijdse beëindiging of Aanvullend bestuurlijk overleg, zorg. wijziging huurcontracten financiële monitoring, alternatieve zorginstellingen. exploitaties kleine zorgcomplexen voorbereiden, financiële reserveringen. Huurverhogingen en Lagere huurstijgingen door Bij begrotingen rekening houden streefhuur. lage inflatie en aandacht met lagere huurstijgingen. voor betaalbaarheid zoals bij Passend Toewijzen. Calamiteit in kantoor- Lichamelijk letsel personeel Medewerkers informeren/opleiden gebouw. en bezoekers en stagnatie in over inhoud calamiteitenplan en bedrijfsvoering. periodiek ontruimingsoefening organiseren. Gevaarlijke stoffen in Lichamelijk letsel als gevolg Via meterkastkaarten huurders huurwoningen. van vrijkomen gevaarlijke informeren over aanwezige asbest stoffen als asbest, legionella en legionellapreventie. Verwijderen en koolmonoxyde. van open verbrandingstoestellen. ICT. Langdurige onderbreking Onderzoek oplossen kwetsbaar- van dienstverlening en heden huidige ICT-organisatie en productie als gevolg van ICT-structuur. uitval ICT. Projecten. Vertragingen realisatie van Geen, bestaande sloop en vervangende beheersmaatregelen zijn nieuwbouw door Flora- en voldoende. Faunawet.

Naast aanvullende beheersmaatregelen voor deze belangrijkste risico’s zijn er bestaande beheersmaatregelen. Hieronder schetsen wij onze risicobeheersing op de verschillende deelgebieden, zoals vastgoedrisico’s, financiële risico’s, risico’s werkorganisatie en risico’s automatisering en informatievoorziening.

> Vastgoedrisico’s Onze opbrengsten bestaan vooral uit huur- en verkoopopbrengsten. Risico’s zijn leegstand en vraaguitval. De ontwikkelingen op de woningmarkt hebben voortdurend onze aandacht. We maken een portfolioanalyse van ons woningbezit en participeren in woningmarktonderzoeken. Voor de (des)investeringsbeslissingen in onze woningvoorraad maken we gebruik van vastgoedvisies per dorp. Deze worden iedere vier jaar geactualiseerd. De technische kwaliteit van onze woningen wordt bewaakt in het onderhoudsbeleid. Voor de risico’s van brand en storm is een verzekering afgesloten.

Om de risico’s bij nieuwbouw- en renovatieprojecten te beheersen gebruiken we de ‘Richtlijn proces en verantwoordelijkheid bij projecten’. Op basis van faseverslagen wordt elk project gevolgd (van initiatief tot evaluatie). In elke fase vindt een markt- en een financiële toets plaats.

94 De voortgang, de risico’s en de besluitvorming zijn hiermee geborgd en er zijn momenten ingebouwd voor een bijsturing.

Naast de verhuur aan zorginstellingen is een specifiek vastgoedrisico in onze sector de verplichtingen in verband met onder voorwaarden verkochte woningen. Ultimo 2015 zijn er nog 32 onder de koopgarantregeling verkochte woningen. Ons beleid is deze woningen na terugkoop te verkopen zonder regeling. Op basis van een inschatting van de huidige marktwaarde is de verkoopwaarde ca. 25% hoger dan de terugkoopverplichting.

Ultimo 2015 hebben wij geen koopwoningen in ontwikkeling of in aanbouw. Wij hebben vier grondlocaties in verkoop waarop de afgelopen jaren huurwoningen zijn gesloopt. De omvang van het risico op afwaardering van deze locatie in relatie tot het eigen vermogen is zeer gering.

> Financiële risico’s Financiële continuïteit is voor ons werk een essentiële voorwaarde. Ons financieel beleid geeft regels voor de financiële sturing. De kern hiervan is het beheersen van de financiële risico’s die samenhangen met de primaire bedrijfsprocessen en een adequaat vermogensbeheer. Het treasurystatuut en calculatiestatuut zijn onderdeel van het financieel beleid. In 2011 hebben we de financiële monitor ingevoerd. Met dit instrument bewaken we vanuit een drietal gezichtspunten (bedrijfseconomisch, toezicht en financiering) onze financiële positie en de ontwikkeling daarvan.

Verder maken we binnen onze planning- en controlcyclus gebruik van een uitgebreid stelsel van verslaglegging: jaarplannen en -begroting, een financieel meerjarenperspectief, maandrappor- tages, trimesterverslagen, liquiditeitsplanningen, de jaarlijkse treasuryinformatie en het jaarverslag.

Conform het treasurystatuut maken wij – met uitzondering van de embedded derivaten in zes extendible leningen – geen gebruik van derivaten (zie ook toelichting langlopende schulden in de jaarrekening).

De hoogte van de jaarlijkse verhuurdersheffing is tot en met 2017 wettelijk bepaald. In het meerjarenperspectief 2016-2021 en de bedrijfswaarde ultimo 2015 is voor de jaren daarna uitgegaan van het niveau van 2017. In de Rijksbegroting 2016 wordt vanaf 2018 een verhoging van deze heffing begroot van € 1,7 miljard naar € 2 miljard. Een wettelijk kader hiervoor bestaat nog niet, de verhuurdersheffing wordt in 2016 door de overheid geëvalueerd. Als de overheid besluit deze verhoging door te voeren, heeft dat een negatief effect op de bedrijfswaarde van ca. € 6,5 miljoen.

> Risico’s rondom de werkorganisatie De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de managers zijn vastgelegd in een statuut. Dit statuut is in 2015 geactualiseerd. Voor iedere functie zijn er functiebeschrijvingen en er is een Personeelshandboek. Bij ondercapaciteit of bij specialistische arbeid vindt uitbesteding van werk plaats. Periodiek is er op de afdelingen werkoverleg, waarbij er naast de voortgang van werkzaamheden aandacht is voor werkdruk. Bij het opstellen van het jaarplan is de personele capaciteit en kwaliteit per afdeling een belangrijk onderwerp. In combinatie met de AO/IC maatregelen vormt dit een goede basis om de personele risico’s te beheersen. De beschrijvingen van de administratieve processen zijn geactualiseerd. In 2015 is het intern controleplan vastgesteld.

95 In de managementletter rapporteert de accountant jaarlijks over de beoordeling van de interne bedrijfsprocessen in het kader van de jaarrekeningcontrole. In 2015 zijn de tussentijdse informatievoorziening, investeringen/projecten, liquiditeits- en vermogensbeheer, onderhoud, personeelskosten, huuropbrengsten, woningverkopen en inkoop en betalingsverkeer beoordeeld. De aandachtspunten uit de rapportage over 2014 zijn afgewikkeld. Uit de beoordeling blijkt dat de processen naar behoren functioneren, er waren geen aandachtspunten.

Naast de formele structuur kijken wij ook naar houding en gedrag van onze medewerkers. Onze waarden hebben we vastgelegd in de gedragscode “Zo doen wij dat bij Wold & Waard!”.

Eind 2015 is als onderdeel van de interne beheersing een frauderisicoanalyse gestart. Na een open gesprek met medewerkers is een inschatting gemaakt van het risico op fraude. Tijdens de gesprekken is gebleken dat er geen signalen zijn dat er in de organisatie sprake is van fraude. De risico’s die tijdens de inventarisatie zijn benoemd zijn in drie categorieën ingedeeld, te weten zakelijke relaties (m.n. inkoop), relaties met huurders/woningzoekenden en materialen/faciliteiten. Uit de analyse is gebleken dat de kans op fraude in onze organisatie laag wordt ingeschat. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard door de aanwezige functiescheidingen, procesafspraken en de aanwezigheid van beleidsdocumenten en regelingen en statuten. Voor enkele kleine risico’s zijn aanvullende beheersmaatregelen getroffen. Het betreft hier met name controleactiviteiten en het onder de aandacht houden van de integriteitscode bij het personeel.

> Risico’s automatisering en informatievoorziening Wold & Waard beschikt over een eigen systeembeheerder. Daarnaast hebben wij afspraken met Aareon in Emmen zodat de dagelijkse continuïteit van de automatisering gewaarborgd is. De organisatie rondom de geautomatiseerde gegevensverwerking is vastgelegd in procesbeschrijvingen.

96 KENGETALLEN

2015 2014 2013 2012 2011 De woningvoorraad *aantal woningen 4.606 4.628 4.666 4.664 4.536 * aantal overige woongelegenheden 334 334 365 377 382 * aantal overige verhuurbare eenheden 54 54 54 49 50 * aantal huurwoningen in aanbouw 8 0032157 * aantal koopwoningen in aanbouw 0 00016

* Mutaties in de verhuureenheden (aantal) - opgeleverd 26 632159147 - sloop 28 15 8 16 28 - verkoop 20 29 21 14 39 - aankoop en omzettingen 0 -31 -8 -7 0

Per verhuureenheid: * gem. verzekerde waarde (x € 1.000) 89 89 86 82 79 * gem. boekwaarde (x € 1.000) 37 37 37 36 32 * gem. bedrijfswaarde (x € 1.000) 44 44 42 41 38 * gem. WOZ waarde (x € 1.000) 107 108 115 119 118

Woonruimteverdeling / verhuur * aantal woningzoekenden 3.130 2.949 2.556 2.654 2.577 * mutatiegraad (%) 7,0 7,8 7,2 7,0 8,8 * huurderving in % v.d. jaarhuur 1,1 1,0 0,8 1,2 1,1 * huurachterstand in % v.d. jaarhuur 0,9 1,1 1,0 0,8 0,6 * aantal ontruimingen 7 18 13 9 12 * aantal huurbezwaarschriften 2 8545 * aantal klachten bij klachtencommissie 0 10 1 1

Kwaliteit, prijs en product * totaal onderhoud incl. eigen dienst (x€ 1.000) 8.614 8.392 9.139 8.314 8.183 - waarvan energiemaatregelen 0 306 1121 1242 1332 totaal 8.614 8.086 8.018 7.072 6.851 - per verhuureenheid 1.725 1.619 1.577 1.389 1.379

Financiële continuïteit en resultaat * solvabiliteit (historische kostprijs) 35,0 31,8 34,8 32,9 28,9 * solvabiliteit (bedrijfswaarde) 44,5 41,4 42,3 40,6 37,3 *current ratio 0,9 1,2 1,5 0,5 0,6 *Interest coverage ratio 2,3 2,0 2,0 1,6 1,6 * loan to value (historische kostprijs) 0,6 0,6 0,7 0,7 0,7 * loan to value (bedrijfswaarde) 0,5 0,5 0,6 0,6 0,6 *loan to value (WOZ) 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 * rentabiliteit eigen vermogen (na belasting) 7,8 -3,0 6,3 15,9 10,3 * rentabiliteit totaal vermogen (na belasting) 2,7 -0,9 2,2 5,7 6,5 * eigen vermogen per woning 13.846 12.710 13.785 12.903 10.854 * jaarresultaat per woning 1.080 -379 869 2.049 1.122 * cash-flow per woning 1.806 1.551 1.642 2.428 1.885 * schuldrest per woning 22.248 23.412 23.945 23.830 21.787 * ziekteverzuim in procenten 5,7 4,9 2,4 4,4 6,4

97

98

99

JR Balans per 31 december 2015 (voor resultaatbestemming) ACTIEF (x € 1.000) Ref. 31-12-2015 31-12-2014

Vaste activa

Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie 1.0 181.118 180.187 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 1.1 789 1.406 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 1.2 2.161 2.455

184.068 184.048

Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie 2.1 5.521 5.883 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 2.2 3.931 4.072 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 2.3 - -

9.452 9.954

Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen 3.1 61 41-

61 41-

Totaal vaste activa 193.580 193.961

Vlottende activa

Voorraden Vastgoed bestemd voor verkoop 4.1 384 580 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop 4.2 - - Overige voorraden 4.3 86 82

Onderhanden projecten 4.4 - -

Vorderingen Huurdebiteuren 5.1 210 314 Gemeenten 5.2 - - Belastingen en premies sociale verzekeringen 5.3 - - Overige vorderingen 5.4 192 371 Overlopende activa 5.5 38 311 Vorderingen op groepsmaatschappijen 5.6 - 92

Liquide middelen 6.1 3.203 4.417

Totaal vlottende activa 4.113 6.166

Totaal activa 197.693 200.127

100

PASSIEF (x € 1.000) Ref. 31-12-2015 31-12-2014

Eigen vermogen Overige reserves 7.1 63.752 65.651 Resultaat lopend boekjaar 7.2 5.396 1.899-

Totaal eigen vermogen 69.148 63.752

Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen 8.1 - - Voorziening latente belastingverplichtingen 8.2 - - Overige voorzieningen 8.3 - -

- -

Langlopende schulden Leningen kredietinstellingen 9.1 111.108 117.436 Embedded derivaten 9.2 8.935 9.790 Verplichtingen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 9.3 4.005 4.169 124.048 131.395

Kortlopende schulden Schulden aan gemeenten 10.1 3 6 Schulden aan leveranciers 10.2 1.263 1.823 Belastingen, premies sociale verzekeringen en pensioenen 10.3 986 719 Overige schulden en overlopende passiva 10.4 2.245 2.399 Schulden aan groepsmaatschappijen 10.5 - 34

4.497 4.981

Totaal passiva 197.693 200.127

101

JR Winst- en verliesrekening over 2015

(x € 1.000) Ref. 2015 2014

Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten 20.1 28.139 27.763 Opbrengsten servicecontracten 20.2 470 484 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 20.3 2.032 2.349 Geactiveerde productie eigen bedrijf 20.4 69 22 Overige bedrijfsopbrengsten 20.5 461 238

Totaal bedrijfsopbrengsten 31.170 30.856

Bedrijfslasten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoed- portefeuille 21.1 4.477 4.290 Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 21.2 - 30 Lonen en salarissen 21.3 2.195 2.135 Sociale lasten en Pensioenlasten 21.4 738 753 Onderhoudslasten 21.5 8.112 7.957 Leefbaarheid 21.6 25 7 Lasten servicecontracten 21.7 372 291 Bijzondere waardeveranderingen vlottende activa 21.8 - - Overige bedrijfslasten 21.9 5.898 6.694

Totaal bedrijfslasten 21.818 22.156

Bedrijfsresultaat 9.353 8.700

Niet-gerealiseerde waardeveranderingen koopgarantwoningen 22.1 17 6 Resultaat deelnemingen 22.2 25 170-

Financiële baten en lasten Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 23.1 10 51 Rentelasten en soortgelijke kosten 23.2 4.864- 5.139- Waardeveranderingen embedded derivaten 23.3 855 5.346-

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen 5.396 1.899-

Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 24.1 - -

Resultaat na belastingen 5.396 1.899-

102

JR Kasstroomoverzicht

(x € 1.000) 2015 2014

Liquide middelen ultimo huidig boekjaar 3.203 4.417 Liquide middelen ultimo vorig boekjaar 4.417 5.514 Toename (+) / afname (-) liquide middelen 1.215- 1.096-

Ontvangsten van huurders 28.873 27.991 Ontvangsten van overigen 367 254 29.241 28.245

Betalingen aan werknemers 3.111- 3.097- Betalingen aan leveranciers onderhoud 8.417- 8.279- Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten 1.962- 2.646- Betalingen aan overigen 4.095- 4.305- 17.585- 18.327- Kasstroom uit bedrijfsoperaties 11.655 9.918

Ontvangen interest 16 58 Betaalde interest 5.090- 4.989- Ontvangen winstbelasting - 366 Betaalde winstbelasting - - 5.074- 4.565-

Kasstroom uit operationele activiteiten 6.582 5.353

Investeringen in materiële vaste activa 3.952- 5.006- Desinvesteringen in materiële vaste activa 2.230 2.808 Investeringen in vastgoedbeleggingen 309- 298- Desvesteringen in vastgoedbeleggingen 563 370 Kasstroom uit investeringsactiviteiten 1.469- 2.126-

Ontvangsten uit langlopende schulden - - Aflossing van langlopende schulden 6.327- 4.322- Kasstroom uit financieringsactiviteiten 6.327- 4.322-

Mutatie geldmiddelen 1.215- 1.096-

103

JR Grondslagen voor de financiële verslaggeving

ALGEMEEN Wold & Waard is een stichting met de status van een ‘toegelaten instelling volkshuisvesting’ en is werkzaam binnen de juridische wetgeving van de Woningwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector. Wold & Waard is gehuisvest aan de Lindensteinlaan 75 in Leek. De activiteiten bestaan voornamelijk uit het exploiteren en ontwikkelen van sociale huurwoningen.

In deze jaarrekening legt Wold & Waard een financiële verantwoording af over de periode van 1 januari tot en met 31 december 2015. Alle bedragen luiden in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld.

GROEPSVERHOUDINGEN In de jaarrekening zijn de financiële gegevens opgenomen van Stichting Wold & Waard en de resultaten van haar dochteronderneming WW4Energy BV en haar deelneming in DENN BV.

WW4Energy BV betreft een 100% deelname. In deze BV was tot en met 2014 het eigendom opgenomen van de duurzame energiesystemen die aan DENN BV waren verhuurd. In 2014 is na overdracht van de duurzame energiesystemen aan Wold & Waard besloten WW4Energy BV op te heffen vanwege gebrek aan activiteiten en activa. De opheffing is gerealiseerd op 20 december 2015.

DENN BV is per 1 januari 2014 opgericht en betreft een deelneming van 50%. De exploitatie van de duurzame energiesystemen van Wold & Waard is in DENN BV ondergebracht.

Gelet op de opheffing van WW4Energy BV en de 50% deelneming in DENN BV wordt vanaf 1 januari 2015 de jaarrekening enkelvoudig samengesteld.

ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE JAARREKENING De jaarrekening van Wold & Waard is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Daarnaast is deze jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven herziene Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting.

De activa worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de bedrijfswaarde indien deze lager is. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referentienummers opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting op de balans en resultatenrekening.

104

> Aardbevingen De waarde van ons sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie kan worden beïnvloed door de aardbevingsproblematiek in Noordoost-Groningen. Op grond van wettelijke bepalingen is de exploitant, zijnde de NAM, aansprakelijk voor alle schade als gevolg van de exploitatie van de gasvelden. Wold & Waard gaat er dan ook vanuit dat alle vormen van schade als gevolg van de aardbevingen vergoed wordt door de NAM. Wold & Waard heeft volgens de laatste NPR-richtlijn ca. 1.100 woningen in de buitenste ring van het aardbevingsgebied.

Het risico van aardbevingen kan de waarde van ons vastgoed mogelijk beïnvloeden op de volgende punten: 1. Schade Schade door aardbevingen wordt gemeld bij het Centrum Veilig Wonen. Na taxatie zorgt zij voor herstel van de schade. Hierbij is uitgangspunt dat de kosten voor het herstel door de NAM worden vergoed.

2. Waardedaling Aardbevingen kunnen een effect hebben op de waarde en daarmee de waardering van het onroerend goed van Wold & Waard. De rechtbank in Assen heeft in 2015 uitspraak gedaan waardoor waardedaling van onroerend goed als gevolg van aardbevingen aangemerkt kan worden als schade en daarmee in aanmerking komt voor een vergoeding van de exploitant, de NAM. De NAM is tegen deze uitspraak in beroep gegaan.

Waardedaling als gevolg van aardbevingen die als eerste zichtbaar zou kunnen worden in de WOZ waardering, uit de resultaten uit eigen verkopen en afnemende verhuurbaarheid is door ons tot op dit moment nog niet waargenomen. In de jaarrekening waarderen wij het vastgoed op basis van historische kostprijs dan wel lagere bedrijfswaarde. Een mogelijk effect van afnemende verhuurbaarheid in de toekomst c.q. dalende restwaarde aan het einde van de levensduur door aardbevingsschade is op dit moment onbekend en daarmee niet in de waardering begrepen.

3. Versterken en eisen nieuwbouw Bij de veiligheid van onze huurders nemen wij de NPR als uitgangspunt. Hierin worden van overheidswege veiligheidsnormen aangeven. Diezelfde overheid bepaalt vervolgens ook in welk gebied – en in welke volgorde – de woningvoorraad versterking behoeft. Op basis van het meerjarenplan van de Nationaal Coördinator stellen wij vast dat het gebied waarin zich onze woningen bevinden op dit moment geen prioriteit heeft. Omdat het voor ons nauwelijks mogelijk is om te anticiperen op waar, wanneer en hoe onze woningen moeten worden versterkt, nemen wij ons reguliere strategisch vastgoedbeleid als uitgangspunt. Wij passen waar dat aan de orde is de voorgeschreven versterkingsmaatregelen toe. Als uitgangspunt geldt ook hier dat de kosten voor deze maatregelen door de NAM worden vergoed. De uitvoering van de versterkingsmaatregelen heeft daarom geen invloed op de waarde van ons vastgoed.

Lopende en in planning zijnde nieuwbouwprojecten zijn getoetst aan de NPR. Daar waar nodig zijn bij bouwprojecten aanpassingen aangebracht. De extra kosten zijn geclaimd bij de NAM. In de planvorming van de overige nieuwbouwprojecten zijn de eisen van de vigerende NPR toegepast en de kosten hiervoor geraamd. De extra kosten worden ingediend bij de NAM.

105

Gevolgen voor de jaarrekening Gezien de ligging in de buitenste ring en daarbij behorende normering beschouwen wij de financiële risico’s als gevolg van aardbevingen beperkt. Wij pogen deze risico’s bovendien te beheersen door aansluiting bij de afspraken van collega corporaties met de NAM, het Centrum Veilig Wonen en de Nationaal Coördinator. Gezien onze financiële positie verwachten wij deze risico’s, indien ze aan de orde zijn, te kunnen dragen.

> Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten (zoals vorderingen en schulden), als afgeleide financiële instrumenten (derivaten) verstaan. In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen, wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’.

> Primaire financiële instrumenten Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost van de grondslagen voor de balanswaarderingen.

> Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) Financiële derivaten worden bij eerste verwerking tegen reële waarde opgenomen en vervolgens per balansdatum tegen de reële waarde geherwaardeerd. De winst of het verlies uit de herwaardering naar reële waarde per balansdatum wordt onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien financiële derivaten echter voor hedge accounting in aanmerking komen en hedge accounting wordt toegepast is de verwerking van deze winst of verlies afhankelijk van de aard van de afdekking.

> Afscheiden embedded derivaten Embedded derivaten worden afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de jaarrekening verwerkt conform de hiervoor beschreven grondslagen voor derivaten, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: > er bestaat geen nauw verband tussen de economische kenmerken en risico’s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract; > een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat; > het samengestelde instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in het resultaat.

BALANSWAARDERING

> Complexindeling Ons woningbezit is verspreid over 34 dorpen in de 4 gemeenten in het Westerkwartier. Wold & Waard beheert ca. 25% van de woningvoorraad in dit gebied. Organisatorisch en beleidsmatig wordt ons woningbezit als homogeen beschouwd en het kent in principe dan ook geen verschillen in beheerkenmerken. Vrijwel ieder dorp heeft een redelijke spreiding voor wat betreft: > ouderdom (= restant levensduur): de meeste dorpen kennen zowel oud als nieuw bezit; > woningtype: in vrijwel ieder dorp komen grote eengezinswoningen, seniorenwoningen en kleine(re) woningen voor; > huurprijs: alle dorpen kennen gevarieerde huurprijzen, zowel goedkoop als betaalbaar.

106

Gezamenlijk vormen deze de onderleggers voor ons intern marktinformatiesysteem (de vastgoedvisies en de portfolio-analyse). De afzonderlijke kenmerken zijn echter niet leidend voor de beleidsvorming. De geografische ligging van ons bezit is de belangrijkste factor voor onze investeringsbeslissingen: wel of niet bouwen, herstructureren, slopen of verkopen. Op grond hiervan is sinds 1 januari 2004 ons woningbezit ingedeeld in kernen (= dorp), die als één complex, ofwel een kasstroomgenererende eenheid worden beschouwd. Deze indeling is ook van toepassing op de minimum waarderingsregel van de materiële vaste activa.

MATERIËLE VASTE ACTIVA

> Algemeen Tenzij iets anders wordt vermeld gelden voor alle materiële vaste activa de volgende algemene uitgangspunten. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald aan de hand van de som van alle direct toe te rekenen uitgaven, onder aftrek van afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur waarbij op grond niet wordt afgeschreven en bij de opstal rekening wordt gehouden met een restwaarde. Voor zover verkregen subsidies te kwalificeren zijn als investeringssubsidie, worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Er wordt op de balansdatum rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen welke voorzienbaar zijn.

> 1.0 Sociaal vastgoed in exploitatie Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op verkrijgingsprijs/vervaardigingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. Of sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt jaarlijks getoetst op basis van de vergelijking boekwaarde versus bedrijfswaarde. Een bijzondere waardevermindering is het bedrag waarmee de boekwaarde de bedrijfswaarde duurzaam overschrijdt en wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt onder de post overige waardeverminderingen van materiële vaste activa. De lineaire afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs/vervaardigingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op grond wordt niet afgeschreven. De kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen.

Het sociaal vastgoed in exploitatie omvat alle woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en de overige woongelegenheden die als sociaal vastgoed zijn aangemerkt. De huurtoeslaggrens voor woningen is een huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Ultimo 2015 bedraagt deze grens € 710,68 (2014: € 710,68). Wold & Waard kwalificeert het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel voor het realiseren van haar volkshuisvestelijke taken.

Het maatschappelijk vastgoed is vastgoed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties als zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en overige dienstverleners. Dit vastgoed is vermeld in de bijlage van de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen.

107

> 1.1 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering, onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs en bijkomende kosten. Afschrijving vindt plaats na ingebruikneming van de complexen.

> 1.2 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen.

> 2.1 Commercieel vastgoed in exploitatie Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat alle woningen met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed.

Commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op verkrijgingsprijs/vervaardigingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardevermindering. Of sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt jaarlijks getoetst op basis van de vergelijking boekwaarde versus realiseerbare waarde in verhuurde staat. Een bijzondere waardevermindering is het bedrag waarmee de boekwaarde de realiseerbare waarde in verhuurde staat duurzaam overschrijdt en wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt onder de post overige waardeverminderingen van materiële vaste activa. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs/vervaardigingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op grond wordt niet afgeschreven. Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen.

> 2.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn gekwalificeerd als een financieringstransactie en worden gewaardeerd op basis van actuele waarde. De actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van courante prijzen op een actieve markt voor gelijksoortige onroerende zaken op dezelfde locatie en in dezelfde staat op basis van de geldende contractvoorwaarden. Winsten en verliezen die ontstaan door een wijziging in de actuele waarde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden, worden verantwoord in de winst- en -verliesrekening van de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille”.

108

> 2.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige exploitatie als commercieel vastgoed. Vastgoed in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs bestaat uit materiaalkosten, toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering,onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingsprijs en bijkomende kosten. Afschrijving vindt plaats na ingebruikneming van de complexen.

FINANCIËLE VASTE ACTIVA

> 3.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Wold & Waard.

Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Daarbij worden tevens andere langlopende belangen in aanmerking genomen die feitelijk moeten worden aangemerkt als onderdeel van de netto-investering in de deelneming. Wanneer Wold & Waard geheel of ten dele instaat voor schulden van de desbetreffende deelneming, respectievelijk de feitelijke verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening gevormd. Bij het bepalen van de omvang van deze voorziening wordt rekening gehouden met reeds op vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte voorzieningen voor oninbaarheid.

VLOTTENDE ACTIVA

> 4.1 Vastgoed bestemd voor verkoop Vastgoed bestemd voor verkoop betreft de voorraad woningen (opgeleverd en nog niet verkocht). Vastgoed bestemd voor verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto- opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto- opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop.

> 4.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop betreft het onderhanden werk (onroerende zaken onverkocht in aanbouw bestemd voor de verkoop). Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop.

109

> 4.3. Overige voorraden De voorraad materialen is gewaardeerd tegen historische kostprijs. Incourante voorraden zijn niet gewaardeerd.

> 4.4. Onderhanden projecten De onderhanden projecten in opdracht van derden betreffen onroerende zaken die verkocht en in aanbouw zijn en worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectkosten vermeerderd met de toegerekende winst en verminderd met verwachte verliezen en gedeclareerde termijnen. Indien het resultaat op een onderhanden project niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat wordt geen winst toegerekend. De projectkosten omvatten de direct op het project betrekking hebbende kosten, de kosten die toerekenbaar zijn aan projectactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend.

Projectopbrengsten en projectkosten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten en kosten verwerkt in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. De mate waarin de prestaties zijn verricht is bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Onderhanden projecten waarvan het saldo een debetstand vertoont, worden gepresenteerd onder de vlottende activa. Onderhanden projecten waarvan het saldo een creditstand vertoont, worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden.

> 5. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.

> 6. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden.

VOORZIENINGEN

> 8. Voorzieningen algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.

> 8.1 Voorziening onrendabele investeringen Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd.

110

Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten. Op basis van de complexindeling worden onrendabele investeringen bij herstructurering- en nieuwbouwprojecten niet zonder meer afgeboekt. In de gekozen methodiek wordt eerst de verdiencapaciteit van het complex waartoe het project gaat behoren gebruikt om de onrendabele investering te dekken. Pas als er onvoldoende verdiencapaciteit aanwezig is zal (een deel van) de onrendabele investering worden afgeboekt.

> 8.2 Voorziening latente belastingverplichtingen Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een voorziening getroffen indien dit leidt tot een verwachte uitgaande kasstroom. De omvang van de voorziening is ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief. Op deze voorziening worden in mindering gebracht de in de toekomst te verrekenen belastingbedragen uit hoofde van beschikbare voorwaartse verliescompensatie, voor zover het waarschijnlijk is dat de toekomstige fiscale winsten beschikbaar zullen zijn voor verrekening.

Bij de bepaling van de eventuele belastinglatentie in de jaarrekening wordt voorzichtigheidshalve geen rekening gehouden met fiscale verliezen, voor zover die zijn ontstaan door daling van de WOZ- waarde voor woningen waarvoor sprake is van doorexploitatie. Dit omdat aangenomen wordt dat op enig moment de WOZ-waarden weer zullen stijgen, waardoor op dat moment weer extra belastingdruk zal ontstaan. Wold & Waard wil op deze manier fluctuaties en correcties uit hoofde van de belastinglatentie in de jaarrekening zoveel mogelijk beperken. Het fiscaal compensabel verlies is vrijwel geheel ontstaan uit de ingerekende daling van de WOZ-waarde en om die reden zijn deze verliezen niet in de balans gewaardeerd.

> 8.3 Overige voorziening De overige voorzieningen worden opgenomen tegen de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven.

LANGLOPENDE SCHULDEN

> 9.1 Leningen kredietinstellingen De langlopende leningen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.

Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt samen met de verschuldigde rentevergoeding zodanig bepaald dat de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst-en-verliesrekening wordt verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar is in de toelichting opgenomen en is niet verantwoord onder de kortlopende schulden.

De eventuele afwijkende marktwaarde van de leningen, met uitzondering van de marktwaarde van de extendible leningen, is niet verstrekt door de kredietverstrekkers. De marktwaarde van de extendible leningen is opgenomen in de toelichting op ‘9. langlopende schulden’

111

> 9.2 Embedded derivaten Met ingang van 2014 wordt volgens de vernieuwde Richtlijn 290 van de Raad voor de Jaarverslaggeving de marktwaarde van de embedded derivaten in de zes aanwezige extendible leningen op marktwaarde verwerkt.

> 9.3 Verkoop onder voorwaarden Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden worden gewaardeerd op basis van de terugkoopprijs per balansdatum, derhalve rekening houdend met de contractuele terugkoopbepalingen incl. kortingspercentages.

KORTLOPENDE SCHULDEN

De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, die gelijk kan zijn aan de nominale waarde.

RESULTAATBEPALING

> Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het saldo van de opbrengsten van de geleverde prestaties en de lasten over het verslagjaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen worden genomen zodra zij voorzienbaar zijn.

> 20.1 Huren De huren betreffen de netto huren na aftrek van huurderving wegens leegstand en afboeking van oninbare huren.

> 20.2 Opbrengsten servicecontracten Opbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten.

> 20.3 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Onder deze rubriek worden de volgende verkoopresultaten opgenomen: > Boekresultaat van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie; > Boekresultaat van gerealiseerde verkoop van verkopen onder voorwaarden; > Nettoresultaat van verkoop van vastgoed bestemd voor de verkoop; > Netto verkoop opbrengst bij levering van onderhanden projecten naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum.

De boekwinst van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde. Resultaten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn.

112

> 20.4 Geactiveerde productie eigen bedrijf De toegerekende interne directe kosten ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord.

> 20.5 Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder worden onder andere de inschrijfgelden van woningzoekenden, de verhuuropbrengsten van de w.k.o-installaties, de opbrengsten van overige dienstverlening en incidentele opbrengsten verantwoord.

> 21.1 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op de resterende levensduur waarbij een minimale levensduur van 15 jaar wordt aangehouden voor zover geen specifiek exploitatiebeleid op het complex van toepassing is. Binnen de afschrijving op het sociaal vastgoed in exploitatie worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties en inventaris onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10 procent uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend.

> 21.2 Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboeking uit hoofde van bijzondere waardevermindering dan wel een terugneming daarvan. (Mutaties in) bijzondere waardeverminderingen ontstaan door een jaarlijkse toets van de bedrijfswaarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op historische kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen. Voor deze toets gebruiken wij een indeling per dorp, zijnde de kasstroomgenererende eenheid.

> 21.3 Lonen en salarissen De lonen en salarissen worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.

> 21.4 Sociale lasten en pensioenlasten Van de sociale lasten en pensioenlasten wordt de over het verslagjaar verschuldigde premies als last verantwoord.

> 21.5 Onderhoudslasten Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen.

In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten.

113

> 21.6 Leefbaarheid De hieronder verantwoorde kosten betreffen kosten van fysieke ingrepen niet zijnde investeringen en uitgaven voor activiteiten in de omgeving van woongelegenheden van Wold & Waard, die de leefbaarheid in buurten en wijken ten goede komen.

> 21.7 Lasten servicecontracten De gemaakte servicekosten voor huurders worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben.

> 21.8 Bijzondere waardeveranderingen vlottende activa De hieronder verantwoorde kosten hebben betreffen de overige waardeveranderingen op vlottende activa.

> 21.9 Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.

> 22.1 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Onder deze post worden de waardeveranderingen opgenomen van woningen die onder koopgarant zijn verkocht.

> 22.2 Resultaat deelnemingen Als resultaat van deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid, wordt opgenomen het aan de woningcorporatie toekomende aandeel in het resultaat van deze deelnemingen. Dit resultaat wordt bepaald op basis van de bij Wold & Waard geldende grondslagen voor waardering en resultaatbepaling.

> 23.1 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentebaten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva.

> 23.2 Rentelasten en soortgelijke kosten Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.

> 23.3 Waardeverandering embedded derivaten Wold & Waard past vanaf boekjaar 2014 de wijzigingen in RJ 290 ‘Financiële instrumenten’ als gevolg van RJ-Uiting 2013-15 toe. Hierdoor worden alle embedded derivaten die tegen kostprijs worden gewaardeerd en die voldoen aan de voorwaarden voor afscheiding van het basiscontract, afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk als een derivaat verwerkt.

> 24.1 Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Vanaf 1 januari 2008 is Wold & Waard integraal belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. Wold & Waard heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend.

De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en- verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde

114 winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.

Met betrekking tot de vennootschapsbelasting heeft Wold & Waard een fiscale strategie gekozen en fiscale planning opgesteld die deels nog niet bekrachtigd is door de fiscus. Hierdoor is het mogelijk dat gekozen standpunten door de fiscus niet worden overgenomen en daarmee de gepresenteerde acute belastinglast over 2012 t/m 2015 zoals opgenomen in deze jaarrekening zal afwijken. De belangrijkste standpunten betreffen het treffen van een onderhoudsvoorziening, de fiscale afwaardering bij het slopen van woningen en het fiscaal afwaarderen naar lagere WOZ-waarde indien de waardedaling van het vastgoed meer dan 15% bedraagt ten opzichte van 2009. In onze fiscale strategie en fiscale planning volgen wij de binnen de sector gangbare standpunten die naar mening van het bestuur en belastingadviseurs verdedigbaar zijn.

KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.

De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten.

De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten).

Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.

115

JR Toelichting op de balans (BEDRAGEN X € 1.000,-)

VASTE ACTIVA

1. MATERIËLE VASTE ACTIVA 31-12-2015 31-12-2014

1.0 Sociaal vastgoed in exploitatie 181.118 180.187 1.1 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 789 1.406 1.2 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 2.161 2.456 184.068 184.049

1.0 1.1 Vastgoed 1.2 Totaal Sociaal in Onroerende vastgoed in ontwikkeling en roerende exploitatie eigen zaken ten exploitatie dienste van de exploitatie

Stand per 1 januari 2015 aanschafwaarde 240.035 1.406 5.307 246.748 cumulatieve afschrijvingen 59.848- - 2.851- 62.699- Boekwaarde 180.187 1.406 2.456 184.049

Mutaties in het boekjaar: investeringen 679 3.637 62 4.378 desinvesteringen 587- - - 587- overboeking 4.254 4.254- - - afschrijvingen 3.991- - 358- 4.349- waardeverminderingen - - - - afschrijving desinvesteringen 370 - - 370 Mutatie Daeb/niet Daeb: - - aanschafwaarde 241 - - 241 afschrijvingen 35- - - 35- 931 617- 296- 18

Stand per 31 december 2015 aanschafwaarde 244.622 789 5.370 250.781 cumulatieve afschrijvingen 63.504- - 3.209- 66.713- Boekwaarde 181.118 789 2.161 184.068

116

1.0 Sociaal vastgoed in exploitatie De investeringen van € 0,7 miljoen betreft geriefsverbeteringen van onze woningen.

De desinvesteringen van € 0,2 miljoen (incl. de betreffende afschrijvingen) betreft de verkoop van 17 woningen in diverse dorpen en de sloop van 28 woningen in de dorpen Zuidhorn, Lutjegast en Aduard.

De overboeking van € 4,2 miljoen van vastgoed in ontwikkeling naar sociaal vastgoed in exploitatie betreft de oplevering van nieuwbouwprojecten in Leek en Aduard (€ 3,6 miljoen) en renovatieprojecten in Lutjegast en Kommerzijl (€ 0,6 miljoen).

Er zijn 2 woningen overgeheveld van commercieel vastgoed in exploitatie naar sociaal vastgoed in exploitatie op basis van de eerste verhuring.

Voor het sociaal vastgoed in exploitatie worden de volgende componenten en afschrijvingstermijnen onderscheiden: Lineair Grond geen Bouwkosten verhuureenheden 50 jaar Kosten renovaties/woningverbetering 35 jaar Kosten woningaanpassing 15 jaar Garages 50 jaar

> Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde van de verhuurbare eenheden van het sociaal vastgoed in exploitatie bedraagt € 212,9 miljoen.

> WOZ waarde De waarde gebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen van deze eenheden bedraagt € 529,6 miljoen.

> Verzekerde waarde De activa zijn verzekerd tegen aanschaf- c.q. voortbrengingskosten. Jaarlijks wordt de verzekerde waarde aangepast aan het indexcijfer voor nieuwbouwwoningen zoals dit door het CBS wordt berekend. De verzekerde som op basis van herbouwwaarde op balansdatum bedraagt: € 436,5 miljoen.

> Financiering Het sociaal vastgoed in exploitatie is voor 59,6% gefinancierd met kapitaalmarktleningen onder overheidsgarantie. Het resterende deel is intern gefinancierd. Er zijn geen hypothecaire zekerheden afgegeven.

> Verkoop van woningen in exploitatie Er is een verkoopplan opgesteld waarin ca. 300 onroerende zaken voor verkoop zijn geoormerkt. De verwachte opbrengstwaarde van deze woningen bedraagt circa € 33 miljoen. De boekwaarde bedraagt circa € 3,5 miljoen. Conform begroting zullen 16 woningen binnen één jaar worden verkocht met een opbrengstwaarde van € 1,7 miljoen en een boekwaarde van € 0,2 miljoen.

117

1.1 Vastgoed in ontwikkeling 31-12-2015 31-12-2014 eigen exploitatie

Projecten in ontwikkeling: Nieuwbouw Lindensteinlaan Oldenoert - 1.056 Nieuwbouw Goldbergsingel/Wolveschans - 93 Nieuwbouw Albert Harkemaweg - 58 Nieuwbouw Gaickingalaan/Tasmanstraat 341 131 Nieuwbouw Centrumplan Marum 18 13 Nieuwbouw Centrumplan Grootegast 31 7 Nieuwbouw M.A.D. Bakkerstraat 399 10 Renovatie van Ewsumstraat - 3 Renovatie Rikkerdaweg - 35 789 1.406

Per balansdatum waren verplichtingen aangegaan met betrekking tot materiële vaste activa in ontwikkeling voor een bedrag van circa € 0,7 miljoen. Ingebruikname zal in het volgende boekjaar plaatsvinden.

1.2 Onroerende en roerende Bedrijfspand Inrichting/ Transport Totaal zaken ten dienste van inventarissen middelen de exploitatie

Stand per 1 januari 2015 aanschafwaarde 2.376 2.722 209 5.307 cumulatieve afschrijvingen -727 -1.927 197- 2.851- Boekwaarde 1.649 795 12 2.456

Mutaties in het boekjaar: - investeringen 6 56 - 62 - desinvesteringen - - - - - afschrijvingen -102 -249 7- 358- - afschrijving desinvesteringen - - - - -96 -193 7- 296-

Stand per 31 december 2015 aanschafwaarde 2.383 2.777 210 5.370 cumulatieve afschrijvingen -829 -2.176 204- 3.209- Boekwaarde 1.554 601 6 2.161

118

Voor de post onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden de volgende componenten en afschrijvingstermijnen gehanteerd:

Lineair Bedrijfspand 25 jaar Inrichting/inventarissen 5/10 jaar Automatisering primair bedrijfsinformatiesysteem 6 jaar Automatisering overige 3 jaar Transportmiddelen 5 jaar

Alle vaste activa zijn juridisch en economisch in vrije eigendom van de stichting.

In het verslagjaar zijn investeringen gedaan voor een bedrag van € 62.000,--. Dit betreft investeringen in automatisering (€ 56.000,--) en eigen huisvesting (€ 6.000,--). De investeringen in automatisering betreft met name 2e fase AX (€ 33.000,--) en intranet (€ 18.000,--).

Voor het bedrijfspand is een uitgebreide gevarenverzekering afgesloten voor € 2,7 miljoen. De inventaris inclusief de aanwezige voorraden zijn verzekerd voor € 0,8 miljoen en de automatiseringsapparatuur voor € 0,4 miljoen. De transportmiddelen zijn verzekerd op de conditie all risk. Het betreft de verzekerde waarde per 1 januari 2015.

De waarde gebaseerd op de meest recente WOZ-beschikking bedraagt € 1.087.000,--.

De activa ten dienste van de exploitatie worden intern gefinancierd.

119

2. VASTGOEDBELEGGINGEN 31-12-2015 31-12-2014

2.1 Commercieel vastgoed in exploitatie 5.521 5.883 2.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 3.931 4.072 2.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie - - 9.452 9.955

2.1 2.2 2.3 Totaal Commercieel Onroerende Vastgoed in vastgoed in zaken ontwikkeling exploitatie verkocht eigen onder exploitatie voorwaarden

Stand per 1 januari 2015 aanschafwaarde 6.582 4.072 - 10.654 cumulatieve afschrijvingen 699- - - 699- Boekwaarde 5.883 4.072 - 9.955

Mutaties in het boekjaar: investeringen 6 6 desinvesteringen 72- 244- 316- overboekingen - - afschrijvingen 128- 128- waardemutatie - 103 103 afschrijving desinvesteringen 38 38 mutatie Daeb/niet Daeb aanschafwaarde 241- 241- afschrijvingen 35 35 362- 141- - 503-

Stand per 31 december 2015 aanschafwaarde 6.275 3.931 - 10.206 cumulatieve afschrijvingen 754- - - 754- Boekwaarde 5.521 3.931 - 9.452

In de post Commercieel vastgoed in exploitatie zijn 29 woningen, 2 bedrijfsruimten, 43 garages en het commerciële gedeelte van de duurzame energiesystemen opgenomen. Eind 2014 waren dat 34 woningen, 2 bedrijfsruimten, 43 garages. De daling van het aantal woningen is het gevolg van verkoop van 3 woningen en de overheveling van 2 woningen - op basis van de eerste verhuring - naar het sociaal vastgoed in exploitatie. De boekwaarde van de woningen, bedrijfsruimten en garages bedraagt eind 2015 € 4,6 miljoen en van de duurzame energiesystemen € 0,9 miljoen.

In de post Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn in totaal 32 woningen (v.j. 34 woningen) opgenomen. Op alle woningen rust een terugkoopplicht. De contracten zijn gebaseerd op het “Koopgarant” principe waarbij sprake is van verleende kortingen (25%) op de marktwaarde. Wij delen voor 37,5% in de stijging en daling van de onderhandse verkoopwaarde indien deze woningen door de eigenaar te koop worden aangeboden.

120

Voor het commercieel vastgoed in exploitatie worden de volgende componenten en afschrijvingstermijn onderscheiden: Lineair Grond geen Bouwkosten verhuureenheden 50 jaar Kosten renovaties/woningverbetering 35 jaar Kosten woningaanpassing (uit hoofde van de WMO) 20 jaar Garages 50 jaar

> Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde van de verhuurbare eenheden van het commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt € 5,4 miljoen.

> WOZ waarde De waarde gebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen van het commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt € 6,1 miljoen (excl. duurzame energiesystemen).

> Marktwaarde in verhuurde staat De marktwaarde van de woningen, bedrijfsruimten en garages in verhuurde staat bedragen € 5,8 miljoen.

> Verzekerde waarde De activa zijn verzekerd tegen aanschaf- c.q. voortbrengingskosten. Jaarlijks wordt de verzekerde waarde aangepast aan het indexcijfer voor nieuwbouwwoningen zoals dit door het CBS wordt berekend. De verzekerde som op basis van herbouwwaarde op balansdatum bedraagt: € 7,0 miljoen.

> Financiering De woningen zijn voor 59,6% gefinancierd met overheidsgarantie. Er zijn geen hypothecaire zekerheden afgegeven. De WKO-installaties zijn intern gefinancierd.

> Verkoop van woningen in exploitatie Er is een verkoopplan opgesteld waarin 6 onroerende zaken voor verkoop zijn geoormerkt. De verwachte opbrengstwaarde van deze woningen bedraagt circa € 1 miljoen. De boekwaarde bedraagt circa € 0,8 miljoen. Wij verwachten geen woningen te verkopen binnen één jaar.

> Waarde verkoop onder voorwaarden De waarde van de Koopgarant woningen is ten opzichte van vorig jaar gestegen. Volgens het CBS is de prijsindex van bestaande koopwoningen voor de provincie Groningen gestegen met 2,7%.

De marktwaarde van de 32 koopgarantwoningen bedraagt ultimo 2015 € 5,2 miljoen. De balanswaardering is berekend op 75% (kortingspercentage 25%) van de marktwaarde, zijnde € 3,9 miljoen.

121

> Bedrijfswaarde sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie Op basis van de hieronder vermelde uitgangspunten bedraagt de bedrijfswaarde € 218,4 miljoen. Ten opzichte van het voorgaande verslagjaar is de bedrijfswaarde met € 2,3 miljoen gedaald. De daling wordt hoofdzakelijk verklaard door lagere huurinkomsten als gevolg van het nieuwe huurbeleid (puntenwaardering), lagere jaarlijkse huurstijgingen en de verlaging van de restwaarde van € 10.000,-- naar € 7.500,-- per woning. De daling wordt gecompenseerd door een lagere discontering (van 5,25% naar 5%), de verlaging van de kostenstijging na 5 jaar (van 3% naar 2,5%), lagere exploitatiekosten o.b.v. de meerjarenbegroting (met name lagere onderhoudslasten) en de verlenging van de exploitatieduur naar minimaal 15 jaar.

Bij de berekening van de bedrijfswaarde is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: > Disconteringsvoet 5,00% > Kostenstijging variabele- en onderhoudslasten 2016 1,25% > Kostenstijging variabele- en onderhoudslasten 2017 t/m 2021 1,50%-2,00% > Kostenstijging variabele- en onderhoudslasten vanaf 2021 2,50% > Huurverhoging 2016 (inclusief harmonisatie) 1,80% > Huurverhoging vanaf 2017 (inclusief harmonisatie) 2,00% > Huurderving leegstand 1,00%

HET VERLOOP VAN DE BEDRIJFSWAARDE (X € 1.000,-) ZIET ER ALS VOLGT UIT:

Bedrijfswaarde per 31 december 2014 220.649 Bedrijfswaarde per 31 december 2015 218.355 Toename bedrijfswaarde 2.294-

Jaarresultaat: mutatie in de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa 8.304- effect contante waarde en restant levensduur 11.473 3.169

Gevolgen van mutaties in het bezit door: verkocht bezit 1.203- gesloopt bezit 246- woningverbetering/renovatie 138 nieuwbouw 2.953 1.642

Gevolgen aanpassing beleidsparameters en uitgangspunten in: het huurprijscomponent 23.966- de variabele- en onderhoudslasten 8.110 het sloopbeleid 803- de discontering en indexatie 13.553 de exploitatieduur 4.180 de restwaarde 8.179- 7.105- 2.294-

In de bedrijfswaardeberekening is nog geen rekening gehouden met een mogelijke stijging van de verhuurdersheffing in 2018. Als de overheid besluit deze heffing te verhogen van € 1,7 miljard in 2017

122 naar € 2,0 miljard in 2018 dan heeft dat een negatief effect op de bedrijfswaarde van ca. € 6,5 miljoen.

3. Financiële vast activa 31-12-2015 31-12-2014

3.1. Deelnemingen in groepsmaatschappijen 61 41-

61 41-

3.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen WW4Energy B.V. - 133- DENN B.V. 61 92 61 41-

VLOTTENDE ACTIVA

4.1 Vastgoed bestemd voor verkoop 4.1.1 Grond Parklaan/Middellaan te Grootegast 151 277 4.1.2 Grond Julianastraat te Oldehove 97 97 4.1.3 Grond Bartolesstraat te Visvliet 6 6 4.1.4 Grond Ommegang te Niekerk 52 52 4.1.4 Grond Rikkerdaweg te Lutjegast 61 4.1.6 Grond Kernwerderlaan te Oldehove 18 4.1.6 Koopgarantwoning(en) - 148 384 580

4.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop 4.2.1 Parklaan/Middellaan te Grootegast - -

4.2.2 Julianastraat te Oldehove - - - -

Voor de grond aan de Parklaan/Middellaan is een koopovereenkomst onder voorwaarden met een projectontwikkelaar afgesloten. In 2014 hebben wij € 50.000,-- van de koopsom als voorschot op de verkoop ontvangen. In 2015 is ca. 40% van de grond verkocht.

5. Vorderingen 31-12-2015 31-12-2014

5.1. Huurdebiteuren 210 314 5.2. Gemeenten - 5.3 Belastingen en sociale premies - 5.4. Overige vorderingen 192 371 5.5. Overlopende activa 38 311 441 996

Met ingang van 2015 is een voorziening gevormd voor de WSNP vorderingen van de zittende huurdebiteuren. Deze voorziening (€ 64.000,-) is in mindering gebracht op de huurdebiteuren.

123

31-12-2015 31-12-2014

5.4. Overige vorderingen 5.4.1 Vertrokken bewoners (huur, herstelkosten e.d.) 187 257 5.4.2 Voorziening oninbaarheid 152- 221- 35 36 5.4.3 Overige debiteuren 157 335 192 371

5.5. Overlopende activa Dit betreft vooruitbetaalde lasten en nog te ontvangen baten, als volgt gespecificeerd: 5.5.1 Te ontvangen rente 1 17 5.5.2 Vooruitbetaalde kosten en overige vorderingen 37 294 38 311

5.6. Vorderingen op groepsmaatschappijen WW4Energy B.V. - 92

De overige vorderingen betreffen hoofdzakelijk doorberekende kosten onderhoud en bestede uren eind 2015. De overlopende activa betreffen voornamelijk vooruitbetaalde kosten van automatisering. De looptijd van deze vorderingen is korter dan één jaar.

6.1 Liquide middelen 31-12-2015 31-12-2014

Direct opvraagbaar: Wold & Waard: 6.1.1 Rabobank (betaalrekening) 2.426 454

6.1.8 Rabobank (bonusrekening) 777 3.962 6.1.9 Overige - 1 3.203 4.417

De liquide middelen bedroegen ultimo 2015 € 3,2 miljoen. Wold & Waard beschikt daarnaast over een kredietfaciliteit bij onze huisbankier, de Rabobank Noordenveld West Groningen, met een maximum van € 1,5 miljoen.

124

PASSIVA

7. EIGEN VERMOGEN 31-12-2015 31-12-2014

Saldo voor resultaatbestemming 65.651 61.234 Resultaat voorgaand boekjaar 1.899- 4.417 Saldo na resultaatbestemming 63.752 65.651

Resultaat lopende boekjaar 5.396 1.899- Eigen vermogen 69.148 63.752

8. VOORZIENINGEN 31-12-2015 31-12-2014

8.1 Onrendabele investeringen nieuwbouwprojecten - - 8.2 Latente belastingverplichtingen - -

8.3 Overige voorzieningen - - - -

> Voorziening onrendabele investering nieuwbouwprojecten Op basis van de complexindeling en de richtlijnen wordt eerst de verdiencapaciteit van het complex waartoe het project gaat behoren, gebruikt ter dekking van de onrendabele investering. Pas als er onvoldoende verdiencapaciteit aanwezig is zal (een deel van) de onrendabele investering worden afgeboekt. Een eventuele voorziening wordt gevormd op het moment dat de bouwvergunning wordt aangevraagd. Bij het gereedkomen van het project vindt de vrijval van het opgenomen bedrag plaats. In principe is dit een verplichting korter dan één jaar. Ultimo 2014 was er voor het nieuwbouwproject Tasmanstraat/Gaickingalaan Zuidhorn een bouwvergunning aangevraagd. In 2015 is dat gedaan voor de nieuwbouw aan de MAD Bakkerstraat. De onrendabele investeringen worden gecompenseerd door de aanwezige verdiencapaciteit van de betreffende dorpen.

Verloop voorziening onrendabele investeringen 31-12-2015 31-12-2014 nieuwbouwprojecten

Saldo per 1 januari - - Vrijval - - Onttrekking - - Dotatie - - Saldo per 31 december - -

125

9. LANGLOPENDE SCHULDEN 31-12-2015 31-12-2014

Totaal looptijd Totaal looptijd > 5 jaar > 5 jaar

9.1 Leningen kredietinstellingen 111.108 107.414 117.436 112.537

Leningen kredietinstellingen Saldo per 1 januari 117.436 Reguliere aflossingen -1.538 Aflossingen ineens -4.790 Nieuwe leningen - Saldo per 31 december 111.108

De leningenportefeuille per 31 december is naar wijze van aflossing als volgt samengesteld:

Leningen op annuïteitenbasis 28.982 Leningen op lineaire basis 6.443

Leningen op basis van aflossing ineens: - extendible leningen 24.000 - fixe leningen 51.683 111.108

> Marktwaarde extendible leningen De totale marktwaarde van de extendible leningen is € 38.825.500,-- negatief vanuit het perspectief van Wold & Waard. Dit is inclusief de marktwaarde van de embedded derivaten ad € 8.935.100,--.

> Rentevoet en aflossingssysteem De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt 4,12%. De leningen van kredietinstellingen worden op basis van het annuïteiten- of lineaire systeem, dan wel ineens afgelost (fixe-leningen). Het aflossingsbestanddeel van de uitstaande leningen zal in het komende boekjaar ca. € 1,6 miljoen bedragen. Daarnaast is per 2 januari 2016 één lening van € 5 miljoen met een rentepercentage van 4,4% vervroegd afgelost. Hiervoor is een nieuwe leningen aangetrokken met een rentepercentage van 1,69%.

> Zekerheden Er zijn geen complexen hypothecair bezwaard. De rente en aflossing van leningen van kredietinstellingen worden gegarandeerd door het WSW en de gemeente waarin het onroerend goed is gelegen. Het WSW heeft een onherroepelijk en onvoorwaardelijke volmacht tot hypotheekvestiging. De volmacht heeft betrekking op een maximale borging door het WSW van € 187 miljoen.

> Rente- en kasstroomrisico’s De rentelasten vormen een belangrijk onderdeel van de onze bedrijfslasten. De renteverplichtingen veranderen continue door contractuele aanpassingen, financiering van nieuwe investeringen en herfinancieringen. In een constant wijzigende kapitaalmarkt brengt dit renterisico’s met zich mee.

126

Bij het aantrekken van nieuwe leningen wordt de looptijd en het aflossingsschema zodanig gekozen dat optimaal wordt bijgedragen aan de spreiding van de renterisico volumes. Wij streven ernaar dat dit risico in enig jaar niet meer bedraagt dan 10% van onze leningenportefeuille. In onderstaande grafiek zijn de renterisico’s afgezet tegen deze 10% norm. Het WSW hanteert een maximum limiet van 15%.

Onze leningenportefeuille bevat leningen met een rentepercentage variërend van 1,69% tot en met 6,46%. In onderstaande tabel is onze leningenportefeuille naar rentepercentage weergegeven.

127

Onze leningenportefeuille naar resterende looptijden per 31 december 2015 is als volgt opgebouwd:

50.000

40.000

30.000 € 1.000 20.000 x

10.000

0 0 ‐ 910 ‐ 19 20 ‐ 29 30 ‐ 39 40 ‐ 49 jaren

9.2 Embedded derivaten 31-12-2015 31-12-2014

Saldo per 1 januari 9.790 -

Stelselwijziging 1 januari - 4.444

Waardeverandering 855- 5.346 Saldo per 31 december 8.935 9.790

Door de gewijzigde rentevoet ultimo 2015 t.o.v. ultimo 2014 heeft een herwaardering van de embedded derivaten plaatsgevonden. Hierdoor is bijna € 0,9 miljoen ten gunste van het resultaat gebracht.

9.3 Verplichtingen onroerende zaken verkocht onder 31-12-2015 31-12-2014 voorwaarden

Saldo per 1 januari 4.169 4.403 Afname verplichting door terugkoop 250- 234- Waardeveranderingen 86 Saldo per 31 december 4.005 4.169

In 2015 zijn 2 koopgarantwoningen teruggekocht. Deze woningen zijn in 2015 zonder koopgarant bepalingen verkocht. De waarde van de koopgarantwoningen is ten opzichte van vorig jaar gestegen. Volgens het CBS is de prijsindex van bestaande koopwoningen voor de provincie Groningen gestegen met 2,7%. De balanswaardering van deze verplichting ultimo 2015 betreft de inkoopverplichting (€ 4,4 miljoen) verminderd met het aandeel van de huidige eigenaren in de waardemutaties (62,5%) van € 0,4 miljoen.

128

10. KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-2015 31-12-2014

10.1 Gemeenten 3 6 10.2 Schulden aan leveranciers 1.263 1.823 10.3 Belasting, sociale premies en pensioenen 986 719 10.4 Overige schulden en overlopende passiva 2.245 2.399 10.5 Schulden aan groepsmaatschappijen - 34 4.497 4.980

10.1 Gemeenten 10.1.1 Gemeente Grootegast - - 10.1.2 Gemeente Leek - - 10.1.3 Gemeente Marum 3 6 3 6

10.3 Belastingen, sociale premies 10.3.1 Omzetbelasting 826 544 10.3.2 Vennootschapsbelasting - - 10.3.3 Loonheffingen 123 117 10.3.4 Pensioenen 37 58 986 719

10.4 Overige schulden en overlopende passiva 10.4.1 Niet-vervallen rente leningen 1.554 1.777 10.4.3 Vooruit ontvangen huren 411 312 10.4.5 Waarde restant verlofdagen 140 124 10.4.5 Te ontvangen facturen onderhoud 20 90 10.4.5 Te ontvangen facturen projecten 76 4 10.4.5 Overige 44 91 2.245 2.399

NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN

> Obligo Waarborgfonds Sociale Woningbouw Er bestaat een voorwaardelijke verplichting op grond van een obligo aan het WSW uit hoofde van door dit fonds geborgde leningen. Ultimo 2015 bedraagt deze obligo € 3,4 miljoen.

> Aangegane verplichtingen nieuwbouw en planmatig onderhoud Voor diverse projecten in ontwikkeling c.q. aanbouw zijn ultimo 2015 – naast de reeds gefactureerde werkzaamheden – verplichtingen aangegaan voor in totaal € 0,7 miljoen.

> Voorziening gratificaties Voor toekomstige gratificaties bij jubilea is geen voorziening in de balans opgenomen. Wij schatten het bedrag aan verplichtingen waarbij ondermeer rekening gehouden is met verwachte salarisstijgingen en de blijfkans op circa € 55.000,--.

129

JR Toelichting op de winst- en verliesrekening (BEDRAGEN X € 1.000,-)

20. BEDRIJFSOPBRENGSTEN 2015 2014

20.1 Huren Te ontvangen netto huur: 20.1.1 Woningen en woongebouwen 28.455 28.048 20.1.2 af: huurderving 316 284 28.139 27.764

De post ‘te ontvangen netto huur’ is ten opzichte van het vorig boekjaar toegenomen als gevolg van: > de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli 2015 van gemiddeld 1,0%; > tussentijdse huurverhogingen door individuele geriefsverbeteringen en huurharmonisatie; > het in exploitatie nemen van 26 nieuwbouwwoningen; > het in exploitatie nemen van nieuwbouw in 2014, deze woningen waren in dat boekjaar voor een aantal maanden in exploitatie genomen en in 2015 voor een heel jaar; > het uit exploitatie nemen van 48 huurwoningen als gevolg van verkoop (20) en sloop (28).

De huurderving in 2015 bedraagt 1,1% van de te ontvangen huur (begroot 1%). Dit betreft zowel mutatieleegstand als afboekingen voor oninbare huur. Wanneer geen rekening wordt gehouden met de afboekingen wegens oninbaarheid bedraagt de huurderving 0,9% (2014 0,8%). Woningen die behoren tot de actieve verkoop- en sloopvoorraad worden op het moment van leegstand uit de exploitatie huurwoningen genomen. De leegstand tot de daadwerkelijke verkoop en sloop wordt dus niet als huurderving verantwoord.

20.2 Opbrengsten servicecontracten 20.2.1 Te ontvangen opbrengsten servicecontracten 489 493 20.2.2 af: vergoedingsderving 19 9 470 484

De te ontvangen bijdragen voor leveringen en diensten zijn gebaseerd op de geraamde kosten op jaarbasis. Het betreft hier aan huurders in rekening gebrachte bijdragen voor glasverzekering, rioolontstoppingsfonds, tuinfonds, fonds serviceonderhoud en collectief energieverbruik. De hoogte van andere bijdragen wordt vastgesteld op basis van individueel verbruik. De vergoedingsderving over 2015 bedraagt € 8.000,--. Het overige betreft de financiële afwikkeling over 2014.

130

2015 2014

20.3 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 20.3.1 Opbrengst verkopen woningen 2.324 2.925 20.3.2 Boekwaarde huurwoningen 211- 487- 20.3.3 Verkoopkosten 81- 89- 2.032 2.349

Resultaat huurwoningen: Verkoopopbrengst 2.209 2.855 Boekwaarde 212- 487- Verkoopkosten 76- 82- Netto resultaat huurwoningen 1.920 2.286

In 2015 zijn 20 huurwoningen verkocht, in 2014 waren dat er 29. De verkoopkosten betreft doorbelaste loonkosten medewerker verkoop (€ 42.000,--), makelaar- en kadasterkosten (€ 22.000,--), advertentiekosten (€ 6.000,--) en overige kosten (€ 6.000,--).

Resultaat koopwoningen en grond: Resultaat exclusief verkoopkosten 117 70 Verkoopkosten 5- 7- Netto resultaat koopwoningen 112 64

Specificatie het resultaat op koopwoningen en grond: Grond Parklaan - - Grond Coenderslaan - - Koopgarantwoningen 112 64 Resultaat koopwoningen exclusief verkoopkosten 112 64

In 2015 zijn 3 koopgarantwoningen in de reguliere verkoop verkocht. Hiervan waren er twee teruggekocht in 2015 en één in 2014.

20.4 Geactiveerde productie eigen bedrijf 20.4.1 Geactiveerde productie eigen bedrijf 69 22

Dit betreft geactiveerde loonkosten van nieuwbouw en renovatieprojecten die in 2015 zijn opgeleverd.

20.5 Overige bedrijfsopbrengsten 20.5.1 Doorberekeningen en vergoedingen 23 25 20.5.2 Doorberekend onderhoud aan derden 29 18 20.5.3 Overige opbrengsten 410 195 461 238

De doorberekeningen en vergoedingen betreffen verrichte diensten voor het afsluiten van huurcontracten en doorberekende administratie- en projectkosten aan derden. Doorberekend onderhoud aan derden betreft vooral doorberekende mutatiekosten.

131

De overige opbrengsten zijn in 2015 fors gestegen door de huuropbrengsten van de overgenomen WKO-installaties eind 2014 (circa € 200.000,--). Verder bestaan deze baten uit de pro-rata regeling BTW (€ 63.000,--), doorberekende salariskosten (€ 88.000,--) en de doorbelaste kosten van de medewerker verkoop (€ 42.000,--) die zijn opgenomen onder de verkoopkosten.

21. BEDRIJFSLASTEN 2015 2014

21.1 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 21.1.1 Sociaal vastgoed in exploitatie 3.950 3.884 21.1.2 Commercieel vastgoed in exploitatie 93 94 21.1.3 Activa ten dienste van de exploitatie 358 311 21.1.4 Duurzame energiesystemen 77 - 4.477 4.290

De afschrijvingen zijn berekend op basis van lineaire afschrijving. Op grond wordt niet afgeschreven. In 2015 zijn 48 huurwoningen wegens sloop en verkoop uit exploitatie genomen. Daarnaast zijn 26 nieuwe huurwoningen in exploitatie genomen. De afschrijvingen op de activa ten dienste van de exploitatie zijn met name gestegen door de toegenomen investeringen in automatiseringskosten in 2014 en 2015. Daarnaast zijn de totale afschrijvingslasten toegenomen door de overname van de WKO-installaties van WW4Energy B.V.

21.2 Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 21.2.1 Renovatieprojecten huurwoningen - - 21.2.2 Afwaardering naar lagere bedrijfswaarde - 30 21.2.3 Nieuwbouwprojecten huurwoningen - - - 30

21.3 Lonen en salarissen 21.3.1 Salarissen 2.121 2.075 21.3.2 Uitzendkrachten 95 68 2.216 2.143 Bij/af: overige kosten minus ontv. ziekengeld/subsidies 21- 9- 2.195 2.135

Het aantal medewerkers is ultimo 2015 gegroeid naar 49. Het aantal fte’s is toegenomen met 3,1 fte naar 43,6 fte.

Werknemers naar afdeling: Aantal Directie en staf 5 Financiën en Informatievoorziening 8 Vastgoed 22 Woondiensten 14 49

132

> Bezoldiging 2015 directeur-bestuurder (WNT) Naam: : J.P. Klijn Dienstverband : in functie sinds 8 mei 2006; omvang dienstverband is 1 fte Beloning: : € 104.000,-- (2014: € 112.300,--) Betaalde Soc.Verz. premies : € 9.600,-- (2014: € 9.900,--) Belastbare kostenvergoedingen : € 5.000,-- (2014: € 6.700,--) Voorzieningen betaalbaar op termijn : € 21.400,-- (2014: € 24.300,--) Beëindigingsuitkering en jaar : n.v.t.

> Bezoldiging Raad van Commissarissen (WNT) Bezoldiging 2015 Beloning Betaalde SV-premies E. ten Brink, voorzitter € 9.750,-- € 602,-- H.B. Winter, vicevoorzitter € 6.500,-- € 452,-- J.B. Gellekink, lid € 6.500,-- € 452,-- E.W.R. Zuidema, lid € 6.500,-- € 452,-- H.J. Braaksma, lid € 6.500,-- € 452,-- Er zijn geen belastbare kostenvergoedingen, voorzieningen betaalbaar op termijn en beëindigingsuitkeringen betaald.

Bezoldiging 2014 Beloning Betaalde SV-premies E. ten Brink, voorzitter € 9.750,-- € 643,-- H.B. Winter, vicevoorzitter € 6.500,-- € 488,-- J.B. Gellekink, lid € 6.500,-- € 488,-- E.W.R. Zuidema, lid € 6.500,-- € 488,-- H.J. Braaksma, lid € 6.500,-- € 488,--

2015 2014

21.4 Sociale lasten 21.4.1 Sociale lasten 360 357 21.4.2 Pensioenlasten 378 397 738 753

De huidige pensioenregeling bij Stichting Pensioenfonds Woningcorporaties (SPW) betreft een toegezegde pensioenregeling. Hierbij is een pensioen toegezegd aan het personeel op de pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk van leeftijd, salaris en dienstjaren. Deze toegezegde pensioenregeling is verwerkt als zou er sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling op basis van de volgende gronden: > Er is geen verplichting tot het doen van aanvullende betalingen anders dan door toekomstige hogere premies; > Er zijn onvoldoende gegevens per deelnemer bij SPW beschikbaar om een voorziening in de jaarrekening te verwerken; > De dekkingsgraad van het betrokken pensioenfonds bedraagt ultimo 2015 volgens opgave van het fonds 109%.

133

2015 2014

21.5 Onderhoudslasten 21.5.1 Planmatig onderhoud 5.625 5.041 21.5.2 Contractonderhoud 734 744 21.5.3 Energiemaatregelen - 306 21.5.4 Klachtenonderhoud 674 691 21.5.5 Mutatieonderhoud 397 375 21.5.6 Zwambestrijding 111 227 21.5.7 Asbestsanering 234 335 21.5.8 Materiaalverbruik 233 196 21.5.9 Overige 103 43 8.112 7.957

Het onderhoud is exclusief de werkzaamheden die zijn uitgevoerd door de eigen onderhoudsdienst. Daarbij gaat het om klachten- , service- en mutatieonderhoud. De betreffende kosten ad. € 502.000,-- (in 2014 € 435.000,--) zijn verantwoord onder de personeelskosten en overige bedrijfslasten.

21.6 Leefbaarheid

21.6.1 Subsidies en bijdragen 25 7

De subsidies en bijdragen betreffen de directe kosten van leefbaarheid. Daarnaast hebben wij in het kader van leefbaarheid in 2015 € 77.000,-- besteed aan het onderhoud van groenvoorzieningen en tuinen. Deze kosten zijn opgenomen onder de personeelskosten (€ 42.000,--) en levering goederen en diensten (€ 35.000,--).

21.7 Lasten servicecontracten Kosten leveringen goederen en diensten 372 291

Kosten levering goederen en diensten Niet verrekenbaar: 21.7.1 Glasverzekering 52 62 21.7.2 Rioolontstoppingsfonds 106 43 21.7.3 Tuinonderhoud 75 70 21.7.4 Servicefonds 5 7 Verrekenbaar: 21.7.5 Gas, water en electra 69 80 21.7.6 Schoonmaakkosten 32 28 21.7.7 Overige 32 - 372 291

De post overige heeft betrekking op het servicekostenaandeel in elektraverbruik, tuinonderhoud en schoonmaakkosten van onze woningen in VvE-complexen. In 2014 werden deze verantwoord onder de zakelijke bedrijfslasten.

134

2015 2014

21.9 Overige bedrijfslasten Interne bedrijfslasten 1.122 1.070 Zakelijke bedrijfslasten 4.776 5.624 5.898 6.694

Interne bedrijfslasten 21.9.1 Overige personeelskosten 255 223 21.9.2 Huisvestingskosten 90 111 21.9.3 Raad van Commissarissen 52 49 21.9.4 Algemene kosten 726 688 1.122 1.070

Zakelijke bedrijfslasten Belastingen en heffingen: 21.9.5 Belastingen 1.914 1.925 21.9.6 Heffing Centraal Fonds / Autoriteit Woningcorporaties 13 980 21.9.7 Verhuurdersheffing 2.295 2.018 subtotaal 4.223 4.923 Overige zakelijke lasten: 21.9.8 Verzekeringen 124 164 21.9.9 Contributie landelijke federatie 37 37 21.9.10 Overige exploitatiekosten 168 216 21.9.11 Advieskosten / externe ondersteuning 100 119 21.9.12 Kosten vervallen projecten 4 4 21.9.13 Overige 119 161 subtotaal 554 702

Totaal zakelijke bedrijfslasten 4.776 5.624

In het boekjaar is aan accountantshonoraria € 47.000,-- (2014: € 44.000,--) voor de jaarrekeningcontrole ten laste van het resultaat gebracht. Deze honoraria betreffen werkzaamheden die zijn uitgevoerd door Deloitte Accountants B.V. te Groningen. Daarnaast is aan fiscale advisering € 40.000,-- (2014: € 30.000,--) ten laste van het resultaat gebracht. Deze honoraria betreffen werkzaamheden die zijn uitgevoerd door Dudok Bouw- en Adviesrecht te Amsterdam ten behoeve van de aangiftes vennootschapsbelasting van 2012, 2013 en 2014. Voor een specificatie van de interne bedrijfslasten verwijzen wij naar bijlage IV van het jaarverslag.

22.1 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen koopgarantwoningen

6 Waardeverandering verkoop onder voorwaarden 17

135

2015 2014

22.2 Resultaat deelnemingen

22.2.1 Resultaat deelneming WW4Energy B.V. 56 138- 22.2.2 Resultaat deelneming DENN B.V. 31- 32-

Totaal resultaat deelnemingen 25 170-

Dit betreft de waardeverandering in de deelnemingen van WW4Energy B.V. en DENN B.V. De deelneming in WW4Energy B.V. is in 2015 beëindigd.

23. Financiële baten en lasten

23.1 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 10 51 23.2 Rentelasten en soortgelijke kosten 4.864- 5.139- 23.3 Waardeveranderingen embedded derivaten 855 5.346- Totaal financiële baten en lasten 3.999- 10.434-

Specificatie andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten: 23.1.1 Rente rekening courant banken en deposito’s 8 49 23.2.2 Overige 2 2 10 51 Specificatie rentelasten en soortgelijke kosten: 23.2.1 Rente leningen 4.834- 5.107- 23.2.2 Overige 30- 32- 4.864- 5.139-

24. Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening

De belastingen uit gewone bedrijfsuitoefening worden als volgt gespecificeerd: 24.1.1 Acute belastingen Belastingen jaarresultaat - -

24.1.2 Latente belastingen Mutatie latente belastingen afwaardering vastgoedportefeuille - - - -

De acute en latente belastingen in de jaarrekening zijn bepaald met inachtneming van de fiscale regels volgens de door de sector met de belastingdienst gemaakte afspraken (vaststellingsovereenkomst I en II). De toepassing van deze regels is op een aantal onderwerpen niet zonder meer duidelijk. Belangrijke onderwerpen daarbij zijn het onderscheid tussen onderhoudskosten en verbeteringen, de fiscale afwaardering bij sloop en naar lagere WOZ-waarde. Pas bij de aangifte zal blijken of en in hoeverre de fiscus de door ons gevolgde standpunten overneemt. Om die reden kan de in de jaarrekening bepaalde belasting achteraf nog aan verandering onderhevig zijn.

Wold & Waard volgt in haar fiscale strategie en fiscale planning de binnen de sector gangbare standpunten die naar mening van belastingadviseurs verdedigbaar zijn. Tot en met 2013 zijn de aangiften ingediend. De aangifte 2014 wordt voor 1 mei 2015 ingediend. De aanslagen tot en met 2011 zijn definitief vastgesteld en afgedaan.

136

> Berekening van de acute vennootschapsbelasting 2015:

24.1.1 Acute belastingen: Commercieel resultaat voor vennootschapsbelastingen 5.396 1.899-

Af: Correctie mutatie actuele waarde - - Fiscaal resultaat projecten 716- 384- Correctie opbrengst verkopen 1.923- 2.080- Energie Investeringsaftrek - - Afboeking herinvesteringsreserve 192- 357-

Bij: Correctie afschrijvingen (geen fiscale kosten) 1.985 2.388 Correctie mutatie actuele waarde - 36 Niet gerealiseerde waardeveranderingen 17- - Correctie onderhoud 2.736- 2.294- Correctie overige bedrijfslasten - 980 Correctie waardeverandering embedded derivaten 855- 5.346 Opwaardering materiële vaste activa 3.522 -

Mutatie compensabel verlies 4.464- 1.736- Belastbaar bedrag - -

Belastingbedrag 20% van € 200.000,- - - Belastingbedrag 25% (over het restant) - - Totaal - -

> Compensabele verliezen Compensabele verliezen primo 2015: 2015 - 2014 38.646 2013 - 2012 - 38.646

Toevoeging of verrekening fiscaal resultaat: 2015 - 2014 4.464 2013 - 2012 - 4.464

Compensabele verliezen ultimo 2015: 2015 - 2014 34.182 2013 - 2012 - 34.182

137

Bij de aangifte vennootschapsbelasting 2014 is rekening gehouden met een fiscale afwaardering op het vastgoed indien de WOZ-waarde ten opzichte van 2009 met meer dan 15% is gedaald. De totale afwaardering bedraagt € 40.389.000,--. Na compensatie van de fiscale winst uit voorgaande jaren resteert er eind 2014 een compensabel verlies van € 38.646.000,--. In 2015 is het fiscaal resultaat van € 4.464.000,-- verrekend met het compensabele verlies.

138

ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING

> Opmaken van de jaarrekening

Directeur-bestuurder:

J.P. Klijn

Leek, 12 april 2016

> Vaststellen van de jaarrekening

Raad van Commissarissen:

E. ten Brink, voorzitter

H.B. Winter, vicevoorzitter

J.B. Gellekink, lid

E.W.R. Zuidema, lid

H.J. Braaksma, lid

Leek, 12 april 2016

139

JR Overige gegevens

ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring.

RESULTAATBESTEMMING In de statuten zijn geen bepalingen opgenomen inzake de bestemming van het resultaat.

BESTEMMING VAN HET RESULTAAT OVER HET BOEKJAAR 2014 De jaarrekening 2014 is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen gehouden op 14 april 2015. De vergadering heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel.

VOORSTEL TOT BESTEMMING VAN HET RESULTAAT BOEKJAAR 2015 Het bestuur stelt aan de Raad van Commissarissen voor het resultaat over het boekjaar 2015 ten bedrage van € 5.396.000,-- positief geheel ten gunste van de overige reserves te brengen. Dit voorstel is nog niet in de jaarrekening verwerkt.

Het resultaat over het boekjaar 2015 ten bedrage van € 5.396.000,-- positief betreft € 5.379.000,-- positief gerealiseerd resultaat en € 17.000,-- positief niet-gerealiseerde waardeveranderingen van de koopgarant woningen.

140

141

142

143

144

B1 Woningbezit (per 31 december 2015) Aantal Mutaties 2015 Aantal woningen woningen 1-1-2015 verkoop sloop nieuwbouw aankoop overig 31-12-2015 Gemeente Grootegast Grootegast 466 2- 464 Opende 127 2- 125 Niekerk 150 150 39 39 54 54 45 45 Lutjegast 42 6- 36 33 33 956 4- 6- - - - 946 Gemeente Zuidhorn Zuidhorn 420 2- 14- 404 Aduard 238 3- 6 241 Grijpskerk 254 2- 252 Oldehove 144 144 Noordhorn 107 107 Kommerzijl 35 3- 32 Niezijl 29 1- 28 Visvliet 24 24 Pieterzijl 6 6 Lauwerzijl 7 7 Saaksum 7 7 Den Ham 4 4 Niehove 3 1- 2 Den Horn 6 6 1.284 12- 14- 6 - - 1.264 Gemeente Marum Marum 588 2- 586 151 151 Nuis 24 24 Niebert 17 17 Noordwijk 18 18 Boerakker 11 11 Jonkersvaart 1 1 810 2- - - - - 808 Gemeente Leek Leek 1.038 2- 20 1.056 Tolbert 382 382 Zevenhuizen 113 8- 105 Oostwold 41 41 Enumatil 4 4 1.578 2- 8- 20 - - 1.588 Verhuurbaar bezit Woningen 4.628 20- 28- 26 - - 4.606 Verzorgingshuis - aantal vhe's 53 53 Overige woongelegenheden - aantal vhe's 154 154 - aantal eenheden corr. 127 127 Bedrijfsruimten - aantal vhe's 7 7 - aantal m2 895 895 Woonwagen(standplaats) 4 4 Garages - aantal vhe's 43 43 - aantal m2 440 440 5.016 20- 28- 26 - - 4.994

B2 Aanhangsel E

FINANCIËLE PASSENDHEID BBSH In de verslagperiode zijn de vrijkomende woningen, gelet de financiële passendheidseisen op grond van het BBSH in de periode 1 januari t/m 31 december als volgt verhuurd:

> eenpersoonshuishoudens Periode januari t/m december 2015 Leeftijd inkomen Huurprijsklassen € < € 403,06 € 403,06 – > € 576,87 € 576,87 < 65 < 21.600 50 70 20 < 65 > 21.600 3 14 7 > 65 < 21.600 1 13 5 > 65 > 21.600 0 1 0 54 98 32

> tweepersoonshuishoudens Periode januari t/m december 2015 Leeftijd Inkomen Huurprijsklassen € < € 403,06 € 403,06 – > € 576,87 € 576,87 < 65 < 29.325 4 27 13 < 65 > 29.325 1 6 1 > 65 < 29.325 1 10 8 > 65 > 29.325 0 3 5 64627

> meerpersoonshuishoudens Periode januari t/m december 2015 Leeftijd Inkomen Huurprijsklassen € < € 403,06 € 403,06 – > € 576,87 € 576,87 < 65 < 29.325 1 44 23 < 65 > 29.325 0 4 0 > 65 < 29.325 0 0 0 > 65 > 29.325 0 0 0 totaal 14823

> bijzondere verhuur 000

Totaal 335 61 192 82

B3 Participatie

SAMENWERKINGSVERBANDEN EN EXTERNE OVERLEGGEN Hieronder volgt een opsomming (in willekeurige volgorde) van alle organisaties, netwerken waarmee we contacten hebben of op enigerlei wijze bij betrokken zijn:

Gemeenten Westerkwartier, bestuurlijk overleg wonen (gezamenlijk en per gemeente) Gemeenten Westerkwartier, ambtelijk overleg wonen (gezamenlijk en per gemeente) Gemeenten Westerkwartier, overleg huisvesting verblijfsgerechtigden Werkgroep Woningbouw en Verstedelijking Regio Groningen – Assen Aedes, kennisnetwerk Groningen-Drenthe Aedes, overleg directeuren woningcorporaties in Groningen en Drenthe Nederlands Centrum voor directeuren en commissarissen Kennisnetwerk Gebiedsontwikkeling Noord-Oost Nederland Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland Roeg & Roem, Kennisnetwerk voor dorps- en wijkvernieuwing Regionale Klachtenadviescommissie op grond van het BBSH Regionale Klachtencommissie inzake de woningtoewijzing Stichting Huurdersplatform Westerkwartier Overleg Verenigingen Dorpsbelangen Overleggroep woonvormen voor senioren in het Westerkwartier Begeleidingsgroep woonkansbeleid Stuurgroep Integraal Ouderenbeleid Zuidhorn Regie ouderenwerk gemeente Marum Wijkraad Molukse wijk, Marum Platform voor ouderen, Leek Regionaal overleg in kader van maatschappelijke opvang OGGZ (Meldpunt Openbare Geestelijke Gezondheidszorg), netwerk vier gemeenten Interregionaal Platform Projectontwikkeling Kring managers technisch beheer Noord-Oost Nederland Bouwsociëteit Groningen Kennisnetwerk Energetische verbetering en strategisch voorraadbeheer Agentschap.NL/Aedes Aedes, kennisnetwerk duurzame energietoepassingen Aedes Versnellingsteam duurzaamheid Noordelijke Corporaties Samen Doen in de Ommelanden, overleg managers financiën Aareon, bestuurlijk - en accountteam overleg Gebruikersvereniging SG/tobiasAX NetwIT, overleg ICT-deskundigen Techxx, accountteamoverleg Rabobank Noorderveld West Groningen, accountteamoverleg

B4 Kostenspecificatie

OVERZICHT EN ANALYSE VAN DE ONDERHOUDSUITGAVEN IN 2015 Wold & Waard heeft in 2015 € 8,6 miljoen uitgegeven aan het onderhouden van haar woningbezit. De uitgaven betreffen werkzaamheden uitgevoerd door derden en de eigen onderhoudsdienst. Het onderhoud kan als volgt worden gespecificeerd (x € 1.000,--):

Begroting 2015 Realisatie 2015 Realisatie 2014

Planmatig en contractonderhoud: Planmatig onderhoud 6.383 5.625 4.937 Contractonderhoud 808 735 744 Energiemaatregelen - - 306 7.190 6.360 5.987 Niet planmatig onderhoud Klachtenonderhoud 775 674 688 Mutatieonderhoud 341 397 412 Zwambestrijding 301 111 226 Asbestsanering 183 234 335 Materiaalverbruik 200 233 196 1.800 1.649 1.857 Overig onderhoud: Overige onderhoudsuitgaven 135 103 113 Totaal werk derden 9.125 8.112 7.957 Kosten eigen dienst 498 502 435 Totaal onderhoud 9.623 8.614 8.392

DAGELIJKS ONDERHOUD Het dagelijks onderhoud bestaat uit werk derden, de kosten eigen dienst en het materiaalverbruik. De kosten van het dagelijks onderhoud bedragen in 2015 € 2,2 miljoen. Hiervoor is in 2015 € 2,3 miljoen begroot.

Niet planmatig onderhoud (incl. eigen dienst) Begroting 2015 Realisatie 2015 Realisatie 2014

Klachtenonderhoud 775 674 688 Mutatieonderhoud 341 397 412 Zwambestrijding 301 111 226 Asbestsanering 183 234 335 Materiaalverbruik 200 233 196 Kosten eigen dienst 498 502 435

2.298 2.151 2.292

PLANMATIG EN CONTRACTONDERHOUD Het planmatig en contractonderhoud 2015 is als volgt gespecificeerd:

Planmatig en contractonderhoud Begroting 2015 Realisatie 2015 Realisatie 2014

* Regulier planmatig onderhoud: Buitenschilderwerk, houtrotherstel 1.388.400 1.312.700 1.653.900 Casco (herstel voeg-, metselwerk) 369.100 290.500 249.100 Dakherstel 167.500 98.700 229.000 Vervanging kozijnen 149.500 106.400 57.700 Dakgoten 37.800 23.300 43.900 * Niet regulier planmatig onderhoud: Vervangen keukeninrichtingen 166.400 161.300 268.900 Inbouw 2.984.500 2.548.600 1.476.000 Verwarmingstoestellen 417.800 386.700 281.600 Installaties 565.900 435.700 545.200 Contractonderhoud (lift install., CV) 807.500 749.600 743.900 Overige werkzaamheden 24.600 42.300 16.800 Onvoorzien 122.900 212.300 115.400 Overloopposten 88.200 - * Subsidies en BTW voordeel * 100.000- 8.000- Totaal 7.190.100 6.360.100 5.681.400

* BTW voordeel zit verwerkt in de relevante uitgaven.

Aan planmatig en contractonderhoud is in 2015 € 6,4 miljoen uitgegeven. Hiervoor is in 2015 begroot € 7,2 miljoen. De lagere uitgaven van € 0,8 miljoen wordt hoofdzakelijk verklaard door:

> Overloop werkzaamheden 2014-2015 € 0,1 miljoen > Verschuiving casco voegwerk 2015 naar 2016 - 0,1 miljoen > Lagere kosten schilderwerk - 0,2 miljoen > Lagere kosten tegelvervanging (inbouw) - 0,4 miljoen > Lagere kosten installaties - 0,1 miljoen > Hogere kosten onvoorziene uitgaven - - 0,1 miljoen Totaal € 0,8 miljoen

OVERZICHT VAN DE INTERNE BEDRIJFSLASTEN 2015

Realisatie Begroting € € * Overige personeelskosten Opleidingskosten 85.200 51.400 Arbodienst 5.200 5.500 Reis- en verblijfkosten 46.400 48.500 Gratificaties 69.700 66.800 Bijdrage personeelsvereniging 1.900 10.200 Overige kosten 46.400 52.300 254.800 234.700

* Huisvestingskosten Onderhoud en beveiliging gebouw 16.500 17.500 Energielasten 24.000 24.100 Schoonmaakkosten 32.500 35.000 Belastingen 4.300 4.400 Overige huisvestingskosten 12.400 6.900 89.700 87.900

* Kosten Raad van Commissarissen Vaste vergoedingen 37.800 37.000 Opleidingen/excursies 4.200 7.000 Bestuursaansprakelijkheidsverzekering 4.700 4.700 Overige kosten 5.000 5.700 51.700 54.400

* Algemene kosten

Porti, telefoon en communicatie 88.100 91.300 Drukwerk en kantoorbenodigdheden 23.500 29.800 Bewonersparticipatie /voorlichting 41.200 35.200 Publiciteit en PR 14.900 45.400 Externe controle en –adviezen 47.300 35.000 Kosten automatisering 316.100 377.600 Assurantiën 15.300 15.200 Autokostenvergoedingen 21.100 28.000 Kosten vervoermiddelen 82.700 90.700 Onderhoud /kleine aanschaffingen 23.200 9.500 Overige kosten 52.300 46.100 725.700 803.800

Totaal 1.121.900 1.180.800

De interne bedrijfslasten zijn € 51.000,-- lager dan begroot. We noemen de belangrijkste afwijkingen. De kosten van automatisering zijn € 62.000,-- lager door latere invoering van het huurderportaal (€ 25.000,--) en afwikkeling licentiekosten 2014 (€ 27.000,--). De opleidingskosten zijn € 34.000,-- hoger door enkele grotere opleidingen. De kosten voor publiciteit/PR zijn € 31.000,-- lager door minder advertentiekosten en minder kosten voor overige activiteiten. De kosten voor externe controle en –adviezen zijn € 12.000,-- hoger door nagekomen extra kosten voor het jaarwerk 2014.