<<

zonneterreinen

ruimtelijk kader gemeente d.d. 15 december 2016 Ter introductie

Deze rapportage is een bewerking van de presentatie zoals die in opdracht van de gemeente Grootegast door Libau is gemaakt ten behoeve van een interne discussie over een ruimtelijk kader voor zonneterreinen. De conclusies naar aanleiding van deze discussie zijn in de vorm van het hoofdstuk visie van de gemeente achter in de rapportage opgenomen. Opbouw

1. kenmerken zonneterrein

2. provinciaal ruimtelijk beleid

3. onderzoek geschiktheid Grootegast

4. discussievragen

5. visie gemeente 1. Kenmerken zonneterrein

1. Kenmerken zonneterrein

zonneterreinen zijn bouwwerken met een industriële uitstraling; het zijn (kleine) energiecentrales, die niet toegankelijk zijn en niet als vanzelfsprekend kwaliteit aan de omgeving toevoegen 2. Provinciaal ruimtelijk beleid

gemeente: < 1 ha gemeente provincie provincie: ≥ 1 ha bestaand stedelijk buitengebied gebied aangrenzend aan aangrenzend aan stedelijk gebied los in landelijk gebied bouwblok Bij stedelijke kernen Bij dorpen

V V V X Klein-schalig V passend bij schaal van passend bij schaal van als sprake is van GS kan locaties de kern de kern bedrijfseigen activiteit aanwijzen

V X Groot- V passend bij de schaal nvt GS kan locaties schalig nvt van de kern aanwijzen 2. Provinciaal ruimtelijk beleid

• Bij voorkeur in stedelijk gebied en op daken • Ladder voor Duurzame Verstedelijking • Aansluitend aan stedelijk gebied, passend bij aard, maat en schaal – Stedelijke kernen: grootschalig mogelijk – Dorpen: alleen kleinschalig • Los in buitengebied: alleen op aanwijzing, met een visie op het gebied 2. Provinciaal ruimtelijk beleid

Object

Kavel

Landschap 3. onderzoek geschiktheid Grootegast

aan de hand van:

omgevingskwaliteiten & scenario’s omgevingskwaliteiten dorpslint – Grootegast – - Doezum

Doezum

Doezum

Grootegast Grootegast (dorpsentree oost) Sebaldeburen Oldekerk dorpslint Niekerk – Oosterzand – Westerzand – Niekerk Niekerk Kolonelsdiep

Oosterzand Westerzand Lutjegast Bevindingen omgevingskwaliteiten

De open ruimtes in de linten dragen bij aan de beleving van lucht en groen en daarmee het dorpse karakter in de kern

De open ruimtes buiten de kern dragen bij aan het contrast tussen de kern en het lint buiten de kern

In (agrarische) linten met een dunne bebouwingsdichtheid alleen ruimte bieden op daken of op het bouwblok

In dichter bebouwde linten alleen zeer incidenteel op ondergeschikte locaties ruimte bieden aan kleinschalige (+/- 0.5 ha) zonneterreinen

Bedrijfsterreinen bieden ruimtelijk voor de hand liggende aanknopingspunten voor zonneterreinen

scenario's

Scenario 1 - klein en lokaal

Scenario 2 - groot en projectmatig

Uitgangspunt: een fictieve verkenning waarbij de energie voor de 4800 huishoudens in de gemeente duurzaam wordt opgewekt middels een zonneterrein. Hiervoor is 18 hectare ruimte nodig; dit komt overeen met 36 voetbalvelden.

Scenario 1 – klein en lokaal

GROOTEGAST LUTJEGAST

NIEKERK & OLDEKERK

SEBALDEBUREN

DOEZUM

OPENDE Randvoorwaarden scenario 1 - klein en lokaal

1. Niet bij dorpsentrees

2. Niet in open ruimtes direct op de weg 3. Niet in open ruimtes die de woonkwaliteit aantasten zoals bijvoorbeeld bij doorzichten 4. Niet in de nabijheid van landschappelijk waardevolle elementen of structuren

5. Niet in de nabijheid van cultuurhistorisch waardevolle plekken zoals kerken 6. Niet op markante plekken zoals kruisingen van wegen 7. Alleen in open ruimtes waarbij voldoende maat is om aan ten minste één zijde ruimte te kunnen blijven ervaren 8. Bij voorkeur aansluiten op achterkantsituaties 9. Niet op de eerste twee door houtsingel gescheiden percelen langs zijwegen met zicht op achterkanten Randvoorwaarden scenario 1 - klein en lokaal

niet in direct aan de weg niet op eerste twee door houtsingels gelegen open ruimte gescheiden percelen langs zijwegen met zicht op achterkanten

aansluiten op achterkanten behouden van doorzichten Scenario 1 – klein en lokaal

Grootegast 4.5 van 5,2 ha Scenario 1 – klein en lokaal

Lutjegast 1.5 van 1,5 ha Scenario 1 – klein en lokaal

Oldekerk – Niekerk 3 van 4 ha Scenario 1 – klein en lokaal

Sebaldeburen 1 van 0,8 ha Scenario 1 – klein en lokaal

Kornhorn 1 van 0,9 ha Scenario 1 – klein en lokaal

Doezum 2 van 2,3 ha Scenario 1 – klein en lokaal

Opende 3.5 van 3,2 ha Scenario 1 – klein en lokaal overzicht Scenario 1 – klein en lokaal overzicht Bevindingen scenario 1 – klein en lokaal

1. het is moeilijk om geschikte plekken te vinden

2. op de geschikte plekken moeten zich vervolgens ook nog initiatieven gaan aandienen

3. omdat het de woonomgeving betreft is draagvlak zeer relevant 4. dit vraagt nog om een goed inpassingsplan

5. er is weinig speelruimte Scenario 2 – groot en projectmatig Scenario 2 – groot en projectmatig

industriële locaties Scenario 2 – groot en projectmatig

industriële locaties Scenario 2 – groot en projectmatig

Bijvoorbeeld het Noorderland

cultuurlandschap Scenario 2 – groot en projectmatig

cultuurlandschap Scenario 2 – groot en projectmatig

natuurlandschap Scenario 2 – groot en projectmatig

natuurlandschap Bevindingen scenario 2 – groot en projectmatig

1. groot oplossend vermogen

2. vraagt om een benadering en inpassing op een ander (regionaal?) schaalniveau

3. losse plekken kan ook ten koste gaan van andere waarden (landbouw, natuur)

4. Discussievragen

Wat is onze ambitie en waar zetten we op in?

Kleinschalige lokale initiatieven in de dorpsomgeving (spreidingsmodel), grotere commerciële initiatieven in het buitengebied (concentratiemodellen), of beide?

Welke rol pakt de gemeente en welke ruimtelijke kaders geven we daarbij mee?

Maatwerkoplossingen op basis van algemene kwalitatief beschreven uitgangspunten voor kleinschalige initiatieven, op gemeentelijke of regionale schaal gebieden uitsluiten / aanwijzen, of nog anders? 5. Visie gemeente

Medewerking aan zonneterreinen binnen de gemeente wordt sec overwogen voor de lokale gemeenschap. Zonneterreinen moeten lokaal gedragen worden en men moet er lokaal beter van worden. Hierop zijn tal van variaties denkbaar: van lokaal dorps- of buurtinitiatief tot participatie in initiatieven van derden. Commerciële zonneterreinen sec voor bedrijfsmatig eigen financieel gewin worden niet passend geacht.

Ons buitengebied is kwetsbaar, ook direct aansluitend aan het bestaande stedelijke gebied. Kleinschalige zonneterreinen bij de dorpen zijn daarom alleen wenselijk, wanneer deze ook echt uit het de gemeenschap voortkomen (lokaal initiatief én lokaal draagvlak). Voor situering en inpassing ervan gelden vervolgens de randvoorwaarden als geschetst bij “principes scenario 1 – klein en lokaal” en is van geval tot geval maatwerk nodig.

De voorkeur gaat echter uit naar een bundeling van kleinschalige lokale initiatieven in verscheidene grootschaligere zonneterreinen. Een eerste verkenning van mogelijke ruimtelijke benaderingen hiervoor heeft haar beslag gekregen in “scenario 2”.

Aanvullend op dit lokale standpunt verdient het de aanbeveling om af te stemmen in de regio . Hiertoe zal het contact gezocht worden met de buurgemeenten.