Verslag Van Een Algemeen Overleg, Gehouden Op 3 Maart 2020, Over Extra JBZ-Raad D.D. 4
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2019–2020 21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken 32 317 JBZ-Raad Nr. 2147 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 22 april 2020 De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid en de vaste commissie voor Europese Zaken hebben op 3 maart 2020 overleg gevoerd met mevrouw Broekers-Knol, Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, over: – de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 3 maart 2020 inzake situatie aan de Turks-Griekse grens (Kamerstuk- ken 21 501-02 en 32 317, nr. 2132). Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit. De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Meenen De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Veldman De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Hessing-Puts kst-21501-02-2147 ISSN 0921 - 7371 ’s-Gravenhage 2020 Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 21 501-02, nr. 2147 1 Voorzitter: Jasper van Dijk Griffier: Tielens-Tripels Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Becker, Emiel van Dijk, Jasper van Dijk, Groothuizen, Hiddema, Kuiken, Van Ojik en Van Toorenburg, en mevrouw Broekers-Knol, Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Aanvang 18.06 uur. De voorzitter: Hierbij open ik het algemeen overleg over de extra JBZ-Raad van 4 maart in Brussel. JBZ staat voor Justitie en Binnenlandse Zaken. Die Raad is morgen. Voorafgaand daaraan houdt de Kamer dit algemeen overleg. De spreektijd is drie minuten in eerste termijn. De Kamer zit aan mijn linkerhand. De regering zit aan mijn rechterhand. Mijn voorstel – ik heb dat reeds gesondeerd bij de collega’s – is om één termijn te houden, omdat morgenochtend om 10.15 uur het vervolg van dit algemeen overleg, het VAO hierover wordt gehouden, met moties. Ik geef het woord aan de heer Emiel van Dijk van de PVV. We hanteren drie minuten spreektijd en twee interrupties per fractie. De heer Emiel van Dijk (PVV): Dank u wel, voorzitter. Waar is premier Rutte? Het was premier Rutte die al deze ellende over ons heeft afgeroepen met de Turkijedeal. Vele miljarden werden aan Turkije betaald. Ondertussen is de instroom van asielzoekers nog steeds enorm hoog met 30.000 per jaar. Premier Rutte heeft een hysterische, ik bedoel een historische strategische – ja, ook hysterisch, zeker – fout gemaakt door Erdogan te vertrouwen. Mijn partijleider Geert Wilders heeft hem hier jaren geleden al voor gewaar- schuwd, maar Rutte wilde niet luisteren. En kijk nu eens naar de ellende die het ons heeft gebracht. Ik vind het eigenlijk ook te gek voor woorden dat we hier nu met mevrouw Broekers-Knol zitten te debatteren, terwijl Rutte zijn snor drukt. Ik wil dan ook het ordevoorstel doen om de premier hier nu naar dit debat te halen. Hij heeft deze problemen veroorzaakt en hij dient daarover verant- woording af te leggen aan de Kamer. Bij dezen dus, voorzitter: ik zou graag de premier bij dit debat willen betrekken. De voorzitter: Dat is dus een ordevoorstel. Ik vraag de collega’s om een reactie. Mevrouw Van Toorenburg. Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Voorzitter. Dat is allemaal interessant, maar als we dat serieus hadden willen overwegen, hadden we dat gewoon vanmiddag in de procedurever- gadering moeten horen. Je kan niet nu op stel en sprong de Minister- President ergens bij vragen. Alleen al vanwege de vorm kunnen we daar dus niet mee akkoord gaan. Mevrouw Becker (VVD): Ik sluit me daarbij aan, voorzitter. De voorzitter: Ik zie geknik. Dat betekent dat u geen meerderheid heeft voor uw voorstel, meneer Van Dijk. De heer Emiel van Dijk (PVV): Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 21 501-02, nr. 2147 2 Ik had niet anders verwacht. De coalitie en de VVD doen natuurlijk alles om de heer Rutte uit de wind te houden. Mevrouw Van Toorenburg (CDA): Het is wel een beetje sneu, want als de heer Van Dijk van de PVV dit vanmiddag serieus aan de orde had gesteld, dan hadden we dat kunnen overwegen. Ik zeg dus nogmaals dat het vanwege de vorm is dat ik dit niet kan steunen. Het is gewoon een poginkje om nu goede sier te maken door te zeggen: ik heb iets gevraagd maar het lukt niet. Dit is te goedkoop. Ik vind het heel jammer. De voorzitter: Helder. Het punt is nu van beide kanten duidelijk gemaakt. De heer Emiel van Dijk vervolgt zijn betoog. De heer Hiddema (FvD): Pardon. Ik heb nog niks gezegd. Het kan zijn dat de Minister-President dit heel graag niet wil missen en dat hij in de buurt is. We kunnen hem toch even bellen om te vragen of het hem schikt? De voorzitter: Nee, voorzitter. Of voorzitter, dat ben ik zelf. Dat heb je altijd, hè. Het is duidelijk. De meerderheid heeft het afgewezen, zeg ik ook tegen de heer Hiddema. De heer Emiel van Dijk vervolgt zijn betoog. De klok loopt. De heer Emiel van Dijk (PVV): Ik begrijp het volkomen dat het geweigerd wordt. Als men niet op de inhoud wil debatteren, dan gaat het altijd over de vorm. Ik vervolg dus mijn betoog, maar ik begrijp dat het wordt afgewezen door de coalitie. De voorzitter: Dat is correct. Gaat u verder met uw betoog. De heer Emiel van Dijk (PVV): Als men niet op de inhoud wil debatteren, dan gaat men het over de vorm hebben zoals de collega van het CDA zojuist deed. Ik snap het ook wel. Hoogstwaarschijnlijk zit premier Rutte nu al op het vliegtuig naar Turkije om bij Erdogan op schoot te kruipen, maar goed. Als gevolg van Ruttes strategische fout en zijn opengrenzenbeleid zijn er bijna meer dan 500.000 niet-westerse allochtonen naar Nederland gekomen in de afgelopen jaren. We hebben vele overlastgevende asielzoekers die door deze Staatssecretaris Nederland niet worden uitgezet. We zitten nu dus met een land dat overspoeld wordt door gelukzoekers. Er komen zo veel mensen binnen dat de asielzoekerscentra vol zitten en dat er zelfs opvang in sporthallen en dergelijke wordt geregeld. Ondertussen wil de VVD dat de Europese Unie met Erdogan blijft praten. Leren ze dan nooit van hun fouten? Erdogan heeft de islamitische poorten opengezet. Vele tienduizenden, zo niet honderdduizenden migranten, bijna allemaal moslims, zijn op dit moment vanuit Turkije onderweg naar West-Europa, waaronder dus naar Nederland. Allemaal dankzij onze premier. Ik heb dan ook geen vraag aan de Staatssecretaris, maar wel aan alle mensen thuis die naar dit debat kijken. Reken af met Rutte III. Stem deze oplichtersbende van Rutte weg bij de volgende verkiezingen. Als je wilt dat Nederland weer voor de Nederlanders wordt en dat we ons eigen land boven het buitenland plaatsen, stem dan op de PVV. Dat was mijn betoog, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van Ojik van GroenLinks. Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 21 501-02, nr. 2147 3 De heer Van Ojik (GroenLinks): Voorzitter, dank u wel. Ik heb wel een aantal vragen aan de Staatssecre- taris. Ik hoop dat heel kort te doen in de paar minuten die ik heb. Ik denk dat het voor het debat in het algemeen goed is om onderscheid te maken tussen een aantal situaties. We hebben natuurlijk de situatie langs de Syrisch-Turkse grens. We dreigen dat bijna te vergeten, maar als ik de cijfers goed begrijp, zitten daar bijna een miljoen mensen die gevlucht zijn voor Russische en Syrische Assad-bombardementen, klem in een mensonwaardige situatie omdat ze de grens niet over kunnen. We hebben natuurlijk de situatie aan de Turks-Griekse grens, waar mensen zitten die eigenlijk misleid zijn door Erdogan met het bericht «de Griekse grens staat open, dus hier is een busje, stap er maar in en ga er maar heen». De mensen die daar aankomen, komen daar echt onder mensonwaardige omstandigheden – zo mag je dat echt wel zeggen – vast te zitten. En je hebt natuurlijk de situatie op de Griekse eilanden, waar als ik het goed begrijp ongeveer 40.000 mensen zitten. Het gaat dan niet alleen om Lesbos, maar ook om de andere eilanden. De situatie escaleert daar steeds verder. Ik wil de Staatssecretaris vragen of zij op die drie situaties wil ingaan. We hebben volgens mij een aantal sporen. We kunnen humanitair iets doen, althans dat hoop ik. Ik denk dat we politiek iets moeten doen. We zeggen allemaal dat we ons niet door Erdogan willen laten chanteren. Daar sluit ik mij graag bij aan, maar daarmee hebben we nog niet gezegd wat we wel willen. De Staatssecretaris is vorige week zelf in Turkije geweest. Ik ben heel benieuwd hoe de politieke dialoog die ze daar met Turkije heeft gevoerd, gelopen is en wat dat wel of niet heeft opgeleverd voor de actuele situatie. Ten slotte hebben we natuurlijk toch het migratiebeleid. We hebben een EU-Turkijedeal, die eigenlijk bestond of bestaat, moet ik geloof ik toch nog wel zeggen, uit drie sporen. We geven geld aan Turkije. In ruil daarvoor vangt Erdogan Syrische vluchtelingen op. Mensen die in Griekenland aankomen, worden zo snel mogelijk teruggezonden naar Turkije en dan vindt hervestiging plaats vanuit Turkije naar de Europese Unie. Ik heb het idee dat die EU-Turkijedeal aan heel veel kanten hapert: van die herves- tiging komt heel weinig terecht, de opvang in Turkije komt steeds verder onder druk te staan en Erdogan zegt: als je me niet veel meer geld geeft, dan zet ik de poorten wijd open en dan zijn de afspraken die ik ooit met de EU heb gemaakt voor mij niks meer waard. Ik ben bijna aan het eind van mijn betoog, voorzitter. Ik zou de Staatsse- cretaris dus willen vragen of zij met het oog op de JBZ-Raad van morgen kan ingaan op wat volgens mij de drie sporen zijn van het beleid, namelijk het humanitaire spoor, het politieke spoor en het migratiebeleid.