De Foltering Van Eldorado

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Foltering Van Eldorado De foltering van Eldorado Een ecologische geschiedenis van de vijf Guyana's Albert Helman bron Albert Helman, De foltering van Eldorado. Nijgh & Van Ditmar, Den Haag 1983 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/helm003folt01_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 6 La méthode, c'est le chemin qu'on a parcouru. René Grousset Albert Helman, De foltering van Eldorado 7 Woord vooraf Weinigen weten dat aan de noordoostzijde van Zuid-Amerika, van oudsher de Wilde Kust genoemd, de Atlantische Oceaan de gemeenschappelijke zeegrens vormt van niet drie of zelfs meer Guyana's, maar van één groot gewest dat sinds de ontdekking van het werelddeel Guyana genoemd is. Het strekt zich uit van de Orinoco en de Rio Negro die daarmee in verbinding staat, tot aan de Amazone waarin de Rio Negro zich uitstort. De van noord naar zuid stromende Rio Branco, voornaamste zijtak van de Rio Negro, kan beschouwd worden als de centrale rivier van dit uitgestrekte Zuidamerikaanse Mesopotamië. Het waren de slechts op goud en weelde beluste Europese mogendheden die dit Groot-Guyana in willekeurige stukken - eerst zeven, daarna vijf - opdeelden. Van west naar oost gerekend zijn deze stukken: 1 het oude Spaans-Guyana dat als de landstreek Guyana thans het oostelijkste deel vormt van de Venezolaanse staat Bolìvar en ook het grootste deel van het ‘Territorio de Amazonia’ omvat; 2 het voormalige Brits-Guyana, dat nu de onafhankelijke Coöperatieve Republiek Guiana is, maar voordat het in het begin van de 19e eeuw in Britse handen overging, uit de drie Nederlandse kolonies: Essequibo, Demerara en Berbice bestond; 3 het vroegere Nederlands-Guyana, dat nu eveneens een onafhankelijke republiek (Suriname) is; 4 de voormalige strafkolonie Frans-Guyana, ook weleens Cayenne genoemd, die tegenwoordig de status van Overzees Departement van de Franse Republiek heeft; 5 het Braziliaans-Guyana, van oudsher zo geheten, dat, om zijn uitgestrektheid telkens anders administratief werd ingedeeld en, laatstelijk niet alleen de afzonderlijk bestuurde Territorio Federal de Amapà, de deelstaat Rio Branco en het Territorio Federal do Rio Negro omvat, maar ook een klein stuk van de deelstaat Parà beslaat. Het gehele, over bijna tien breedte- en meer dan vijftien lengtegraden uitgestrekte Guyana is dus thans over vijf republieken verdeeld. Maar op grond van hun geografische en ecologische karaktertrekken behoren al deze, enkel om politieke en historische redenen van elkaar te onderscheiden, landen te worden samengevat onder de éne naam van Groot-Guyana. En het is over zowel hun oorspronkelijke (en wellicht toekomstige) eenheid, als over het bijna vijfhonderdjarige drama van hun verdeling en daaropvolgende verdeeldheid, dat dit boek handelt. Het werd geschreven vanuit het gezichtspunt van de inboorling, het landskind Albert Helman, De foltering van Eldorado 8 dat de auteur niet alleen in elk opzicht en van ouder-op-ouder is, maar waarvan hij zich ook steeds bewuster werd, naarmate hij zich meer en meer tot wereldburger en aardbewoner ontwikkelde. Dit is dus allerminst een koloniale geschiedenis, maar veeleer een ecologische, waarin de ‘mensen in een landschap’ en ‘het landschap rondom de mensen’ beide centraal staan. Onvermijdelijk wijkt dit geschiedverhaal dan ook in talrijke opzichten en op vele punten af van de gangbare, met hun stille of soms luide ondertoon van ‘daar werd iets groots verricht’. Zulke, volgens hun Europese oriëntatie altijd eenzijdig gedocumenteerde koloniale geschiedenissen zijn, vanuit het inheemse standpunt beschouwd, in hoge mate misleidend en niet minder pijnlijk. Een ontnuchterend tegenwicht hebben ze broodnodig, en de schrijver van een boek dat dit beoogt te zijn, dient er dan ook ten volle van doordrongen te wezen dat hij hiermee heel wat controversen zal oproepen. Hopelijk zet hij echter ook menigeen aan het denken of aan het opnieuw denken. De titel van dit boek verdient enige verklaring. Hij is met opzet dubbelzinnig. Want wie foltert er nu? Werd de Gouden Man, de personificatie van Groot-Guyana, door ‘anderen’ gefolterd en werd hij een slachtoffer van de avonturiers uit Europa en al degenen die zij uit nog twee andere werelddelen naar de landstreek tussen de Orinoco en de Amazone meesleepten? Of werden juist al deze lieden langzaam, op de oude Indianenmanier, bijna ten dode gefolterd door de geheimzinnige, nog altijd onoverwonnen Gouden Man? Of gebeurde soms èn het een, èn het ander? De lezer moge dit voor zichzelf uitmaken; vandaar het dubbelzinnige van de titel. Het zij tenslotte de auteur, die naar beste vermogen gepoogd heeft zoveel mogelijk namen van personen te vermijden en daarvoor ‘functies’ in de plaats te stellen, en die ook zijn eigen klein aandeel bij latere gebeurtenissen zoveel mogelijk getracht heeft te objectiveren, niettemin vergund, althans deze voorrede met een persoonlijke noot te besluiten, die tevens de raison d'être van zijn geschrift aangeeft. Hem heeft het een heel mensenleven van studie, nadenken en meemaken gekost, voordat de meeste schellen hem van de ogen vielen - misschien nog lang niet alle - en hij de Europese bril waardoor hij geleerd had te kijken, kon afzetten om de historie van zijn geboortestreek en van zijn voorouders duidelijk genoeg, ontdaan van alle traditionele franjes en frases, te doorzien, zodat hij er ook iets zinnigs over zou durven zeggen. Dit tracht hij bij deze te doen, omdat niemand anders het doet, op dit moment niemand anders ertoe bereid of misschien in staat is - nog niet - en omdat het toch, naar zijn heilige overtuiging, behoort te gebeuren. Thans meer dan ooit om voor de hand liggende redenen. Dus is het hem een gewetenszaak geworden dit boek - ondanks zijn talrijke diskwalificaties en het nu en dan ontbreken van voldoende gegevens - toch te publiceren. Bij wijze van testament. Noot: De schrijver dankt hierbij het half dozijn vrouwen en mannen dat hem behulpzaam is geweest bij het langdurig voorbereiden en voltooien van dit werk. Beter dan buitenstaanders zullen zij begrijpen waarom zij hier niet bij name genoemd worden. Des te groter is zijn erkentelijkheid voor hun solidariteit zonder medeplichtigheid. Hij blijft de enige die verantwoordelijk is voor hetgeen er in dit boek staat. Albert Helman, De foltering van Eldorado Albert Helman, De foltering van Eldorado 9 I Land en volk Albert Helman, De foltering van Eldorado 11 1 Op de aardbol... In den beginne... maar daar weten wij niets van. Wel, dat zo'n 3000 miljoen jaren geleden - een onvoorstelbaar lange tijd - al het stenen fundament gevormd werd van de streek die ons zal bezighouden. Onder een jongere bedekking met een ouderdom van ongeveer 2800 miljoen jaar vindt men in de Guyanese binnenlanden een kern van veel oudere oorsprong, waar doorheen breuken lopen, die geleid hebben tot het ontstaan van dolerietgangen, die men een ouderdom van ongeveer 1700 miljoen jaar toekent. Tijdens dit midden van de zogenaamde Jura-periode, vormden Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Groenland, Europa en Afrika samen nog één grote landmassa. Toen, zowat 165 miljoen jaren geleden - we verkijken ons zo ver in het verleden niet op een paar miljoen jaren meer of minder - brak gesmolten magma uit het binnenste der aarde deze landmassa aan stukken in continenten en vormde zich de geleidelijk toenemende scheiding tussen de oostelijke en westelijke vastelanden door de zogeheten continentale drift. Het opstijgende magma dreef de continenten uiteen met de snelheid van een paar centimeters per jaar. Zo ontstond daartussen de Atlantische Oceaan, eerst in zijn noordelijke, pas later in zijn zuidelijke helft. Het oudste, noordelijke gedeelte, had 125 miljoen jaar geleden al een gemiddelde diepte van 4000 m, maar kon bij gebrek aan een goede doorgang niet verder noordwaarts stromen, was echter vóór 80 miljoen jaar al goed ontwikkeld, gemiddeld 5000 m diep. De straat van Gibraltar was nog heel wat wijder dan nu, terwijl Noord-Amerika en Groenland al begonnen waren uiteen te drijven. De Zuid-Atlantische Oceaan begon zich toen pas te vormen en bereikte 36 miljoen jaar geleden zijn maximale diepte. Door gebrek aan voldoende doorstroming in deze periode, gepaard gaande met veel warmte, vormden zich belangrijke zoutafzettingen langs de beide begrenzende continenten, Zuid-Amerika en Afrika. De Noord-Atlantische Oceaan bleef breder en dieper dan de Zuid-Atlantische, en dit is ook nu nog het geval. De Caribische Zee had zich van een binnenzee - zoals vandaag de Middellandse Zee, alleen misschien veel groter - ook ontwikkeld en in deze tijd al bijna zijn huidige vorm bereikt. Het is een machtig gebeuren geweest, dat zich eindeloos langzaam, ofschoon soms ook schoksgewijze, voltrokken heeft en dat nog altijd voortgaat. Pas in de laatste twintig jaar heeft de wetenschap deze geschiedenis kunnen reconstrueren en weten wij dat door het midden van de Atlantische Oceaan nog altijd een hoge plooi loopt, bijna van pool tot pool, op sommige plaatsen hoger dan de Himalaya plus de Alpen, terwijl aan weerszijden van deze enorme onderzeese bergketen de Albert Helman, De foltering van Eldorado 12 dalen weer geleidelijk oplopen naar de continenten aan de oost- en westkust van de Oceaan, waarvan de bodem ook weer enkele dwarsbreuken vertoont. Dat de zeebodem drempelsgewijze oploopt naar het vasteland, vindt zijn oorzaak in het feit dat de aardkorst is opgebouwd uit dikke, bovenop elkaar liggende korsten, - de lithosfeer, meestal een paar honderd kilometer dik, die weer drijft op een beweeglijke laag, de asthenosfeer,
Recommended publications
  • Gouverneur-Generaals Van Nederlands-Indië in Beeld
    JIM VAN DER MEER MOHR Gouverneur-generaals van Nederlands-Indië in beeld In dit artikel worden de penningen beschreven die de afgelo- pen eeuwen zijn geproduceerd over de gouverneur-generaals van Nederlands-Indië. Maar liefs acht penningen zijn er geslagen over Bij het samenstellen van het overzicht heb ik de nu zo verguisde gouverneur-generaal (GG) voor de volledigheid een lijst gemaakt van alle Jan Pieterszoon Coen. In zijn tijd kreeg hij geen GG’s en daarin aangegeven met wie er penningen erepenning of eremedaille, maar wel zes in de in relatie gebracht kunnen worden. Het zijn vorige eeuw en al in 1893 werd er een penning uiteindelijk 24 van de 67 GG’s (niet meegeteld zijn uitgegeven ter gelegenheid van de onthulling van de luitenant-generaals uit de Engelse tijd), die in het standbeeld in Hoorn. In hetzelfde jaar prijkte hun tijd of ervoor of erna met één of meerdere zijn beeltenis op de keerzijde van een prijspen- penningen zijn geëerd. Bij de samenstelling van ning die is geslagen voor schietwedstrijden in dit overzicht heb ik ervoor gekozen ook pennin- Den Haag. Hoe kan het beeld dat wij van iemand gen op te nemen waarin GG’s worden genoemd, hebben kantelen. Maar tegelijkertijd is het goed zoals overlijdenspenningen van echtgenotes en erbij stil te staan dat er in andere tijden anders penningen die ter gelegenheid van een andere naar personen en functionarissen werd gekeken. functie of gelegenheid dan het GG-schap zijn Ik wil hier geen oordeel uitspreken over het al dan geslagen, zoals die over Dirck Fock. In dit artikel niet juiste perspectief dat iedere tijd op een voor- zal ik aan de hand van het overzicht stilstaan bij val of iemand kan hebben.
    [Show full text]
  • Onderwijs Als Wapen Tegen Opkomend Nationalisme? Onderwijsbeleid in Nederlands-Indië, 1901-1942
    Onderwijs als wapen tegen opkomend nationalisme? Onderwijsbeleid in Nederlands-Indië, 1901-1942 Masterscriptie Geschiedenis van Politiek en Maatschappij Student Rachel Disse Studentnummer 9704906 Begeleider Liesbeth Rosen Jacobson Aantal woorden 11.700 Datum 21 juni 2021 Voor mijn bonus-oma, Marijke Bongers -Mingelen Mijkie * Jakarta, † Waalre, 28 augustus 1931 10 december 2020 2 Samenvatting In dit onderzoek staat het onderwijsbeleid in Nederlands-Indië van 1901 - 1942 centraal. Binnen dit kader zocht ik een antwoord op de vraag hoe de verschuiving van het onderwijsbeleid van Nederlands-Indië van de Ethische Politiek (1901-1920) naar de nationaliseringspolitiek (1920-1942) kan worden verklaard. In de analyse van primaire bronnen en de raadpleging van secundaire literatuur heb ik mij toegelegd op drie mogelijke verklaringen voor de verschuiving van het onderwijsbeleid, die naar voren kwamen in een eerste verkennende studie van het primaire bronmateriaal, namelijk: de verdeeldheid onder bestuurders en koloniale autoriteiten, de economische situatie waarin Nederlands- Indië zich bevond en de opkomende nationale bewegingen. Dit onderzoek laat zien dat de ‘Ethische Politiek’ en de nationaliseringspolitiek twee kanten van dezelfde medaille zijn. Ook laat het onderzoek zien dat de koloniale overheid onderwijs gebruikte als wapen tegen opkomend nationalisme. En daarmee als middel om de ‘informele apartheid’ in de samenleving in stand te houden. 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 Oriëntatie 5 Theoretisch kader 8 Historiografie 10 Onderzoeksmethodiek
    [Show full text]
  • Redalyc.Assessment of the Decapod Crustacean Diversity in the Guayana
    Biota Neotropica ISSN: 1676-0611 [email protected] Instituto Virtual da Biodiversidade Brasil Magalhães, Célio; Pereira, Guido Assessment of the decapod crustacean diversity in the Guayana Shield region aiming at conservation decisions Biota Neotropica, vol. 7, núm. 2, mayo-agosto, 2007, pp. 111-124 Instituto Virtual da Biodiversidade Campinas, Brasil Available in: http://www.redalyc.org/articulo.oa?id=199114293013 How to cite Complete issue Scientific Information System More information about this article Network of Scientific Journals from Latin America, the Caribbean, Spain and Portugal Journal's homepage in redalyc.org Non-profit academic project, developed under the open access initiative Assessment of the decapod crustacean diversity in the Guayana Shield region aiming at conservation decisions Célio Magalhães1,3 & Guido Pereira2 Biota Neotropica v7 (n2) – http://www.biotaneotropica.org.br/v7n2/pt/abstract?article+bn02007022007 Recebido em 13/09/06 Versão Reformulada recebida em 04/04/07 Publicado em 15/05/07 1Instituto Nacional de Pesquisas da Amazônia, CP 478, CEP 69011-970, Manaus, AM, Brazil 2Instituto de Zoología Tropical, Universidad Central de Venezuela, Apartado 47058, Caracas, 1041-A, Venezuela 3Autor para correspondência: Célio Magalhães, e-mail: [email protected] Abstract Magalhães C. & Pereira, G. Assessment of the decapod crustacean diversity in the Guayana Shield region aiming at conservation decisions. Biota Neotrop. May/Aug 2007 vol. 7, no. 2. http://www.biotaneotropica.org. br/v7n2/pt/abstract?article+bn02007022007. ISSN 1676-0603. The current state of knowledge of freshwater decapod crustacean diversity of the Guayana Shield Region is briefly assessed, based upon information gathered from the scientific literature as well as unpublished data from academic theses, technical reports, and carcinological collections.
    [Show full text]
  • Fragoso J.M.V. 2004. a Long-Term Study of White-Lipped Peccary (Tayassu Pecari) Population Fluctuations in Northern Amazonia—Anthropogenic Versus “Natural” Causes
    Fragoso J.M.V. 2004. A long-term study of white-lipped peccary (Tayassu pecari) population fluctuations in northern Amazonia—anthropogenic versus “natural” causes. In K.M. Silvius, R.E. Bodmer and J.M.V. Fragoso (eds.). People in Nature: Wildlife Conservation in South and Central America. Columbia University Press, New York, USA. Part 3 (ch13-18) 5/7/04 2:29 PM Page 286 18 A Long-Term Study of White-Lipped Peccary (Tayassu pecari) Population Fluctuations in Northern Amazonia ANTHROPOGENIC VS. “NATURAL” CAUSES JOSÉ M. V. FRAGOSO White-lipped peccaries (white-lips—Tayassu pecari) are among the largest of Neotropical forest mammals, reaching weights of about 50 kg (Sowls 1984; Fragoso 1998a). They can form groups with more than 100 animals, and anecdotal reports exist of groups with 1,000 and even 2,000 individuals (Mayer and Brandt 1982; May- er and Wetzel 1987; Fragoso 1994). Occasionally, herds and even entire populations have disappeared from areas where they were usually found, leading some re- searchers to hypothesize that white-lips are migratory, probably in response to vari- ations in food supply (e.g., Kiltie 1980; Kiltie and Terborgh 1983; Sowls 1984; Bod- mer 1990; Vickers 1991). This hypothesis has been supported by the stories of several Amerindian groups, who tell that local disappearances of white-lipped pec- caries are normal and that the herds return after a given time (e.g., Vickers 1991). Further support for the migratory hypothesis was provided by Kiltie (1980) and Kiltie and Terborgh (1983), who using a mathematical model based on step length and number of animals, demonstrated that a herd could cover an area of more than 200 km2.
    [Show full text]
  • American Visions of the Netherlands East Indies/ Indonesia: US Foreign Policy and Indonesian Nationalism, 1920-1949 Gouda, Frances; Brocades Zaalberg, Thijs
    www.ssoar.info American Visions of the Netherlands East Indies/ Indonesia: US Foreign Policy and Indonesian Nationalism, 1920-1949 Gouda, Frances; Brocades Zaalberg, Thijs Veröffentlichungsversion / Published Version Monographie / monograph Zur Verfügung gestellt in Kooperation mit / provided in cooperation with: OAPEN (Open Access Publishing in European Networks) Empfohlene Zitierung / Suggested Citation: Gouda, F., & Brocades Zaalberg, T. (2002). American Visions of the Netherlands East Indies/Indonesia: US Foreign Policy and Indonesian Nationalism, 1920-1949. (American Studies). Amsterdam: Amsterdam Univ. Press. https://nbn- resolving.org/urn:nbn:de:0168-ssoar-337325 Nutzungsbedingungen: Terms of use: Dieser Text wird unter einer CC BY-NC-ND Lizenz This document is made available under a CC BY-NC-ND Licence (Namensnennung-Nicht-kommerziell-Keine Bearbeitung) zur (Attribution-Non Comercial-NoDerivatives). For more Information Verfügung gestellt. Nähere Auskünfte zu den CC-Lizenzen finden see: Sie hier: https://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0 https://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/deed.de FRANCES GOUDA with THIJS BROCADES ZAALBERG AMERICAN VISIONS of the NETHERLANDS EAST INDIES/INDONESIA US Foreign Policy and Indonesian Nationalism, 1920-1949 AMSTERDAM UNIVERSITY PRESS de 3e PROEF - BOEK 29-11-2001 23:41 Pagina 1 AMERICAN VISIONS OF THE NETHERLANDS EAST INDIES/INDONESIA de 3e PROEF - BOEK 29-11-2001 23:41 Pagina 2 de 3e PROEF - BOEK 29-11-2001 23:41 Pagina 3 AmericanVisions of the Netherlands East Indies/Indonesia
    [Show full text]
  • Part I: Chapter 3
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/61039 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ravensbergen, S. Title: Courtrooms of conflict. Criminal law, local elites and legal pluralities in colonial Java Issue Date: 2018-02-27 3 — Laws of Java The dual legal system with its pluralistic courts that had been anchored in early nineteenth-century Java was founded on the core principle that the Javanese population would be adjudicated according to their “own” laws and customs, insofar as these were as they were not in contradiction with “the general principles of equity and justice”.1 There are two complicated aspects to this phrase, which led to much ambiguity. First, it remained vague about what the “general principles of equity and justice” were.2 Second, it was unclear what the “native laws and customs” of Java were exactly. There was simply no agreement on this among the Javanese themselves. Regional differences and a multitude of religions and legal traditions made this an incredibly complicated question—impossible in fact—to answer. In spite of these ambiguities, legal codification remained a primary goal for the Dutch. This chapter discusses the efforts to codify criminal law in colonial Java. In doing this, I will focus on two aspects: the extent to which legal pluralities occurred in the codification of colonial criminal law in Java, and the influence of (a lack of) local informants consulted by Dutch officials drafting the codifications. 3.1 The VOC Compendia, 1602–1799 Although VOC contracts with local rulers generally emphasized that religious groups would retain their own laws and rituals, in practice VOC 1 The principle was constituted in the 1819 Provisional Regulations, article 121, and in the 1854 Colonial Constitution, article 75.
    [Show full text]
  • Geo-Data: the World Geographical Encyclopedia
    Geodata.book Page iv Tuesday, October 15, 2002 8:25 AM GEO-DATA: THE WORLD GEOGRAPHICAL ENCYCLOPEDIA Project Editor Imaging and Multimedia Manufacturing John F. McCoy Randy Bassett, Christine O'Bryan, Barbara J. Nekita McKee Yarrow Editorial Mary Rose Bonk, Pamela A. Dear, Rachel J. Project Design Kain, Lynn U. Koch, Michael D. Lesniak, Nancy Cindy Baldwin, Tracey Rowens Matuszak, Michael T. Reade © 2002 by Gale. Gale is an imprint of The Gale For permission to use material from this prod- Since this page cannot legibly accommodate Group, Inc., a division of Thomson Learning, uct, submit your request via Web at http:// all copyright notices, the acknowledgements Inc. www.gale-edit.com/permissions, or you may constitute an extension of this copyright download our Permissions Request form and notice. Gale and Design™ and Thomson Learning™ submit your request by fax or mail to: are trademarks used herein under license. While every effort has been made to ensure Permissions Department the reliability of the information presented in For more information contact The Gale Group, Inc. this publication, The Gale Group, Inc. does The Gale Group, Inc. 27500 Drake Rd. not guarantee the accuracy of the data con- 27500 Drake Rd. Farmington Hills, MI 48331–3535 tained herein. The Gale Group, Inc. accepts no Farmington Hills, MI 48331–3535 Permissions Hotline: payment for listing; and inclusion in the pub- Or you can visit our Internet site at 248–699–8006 or 800–877–4253; ext. 8006 lication of any organization, agency, institu- http://www.gale.com Fax: 248–699–8074 or 800–762–4058 tion, publication, service, or individual does not imply endorsement of the editors or pub- ALL RIGHTS RESERVED Cover photographs reproduced by permission No part of this work covered by the copyright lisher.
    [Show full text]
  • Jan Just Witkam
    JAN JUST WITKAM INVENTORY OF THE ORIENTAL MANUSCRIPTS OF THE LIBRARY OF THE UNIVERSITY OF LEIDEN VOLUME 18 MANUSCRIPTS OR. 17.001 – OR. 18.000 REGISTERED IN LEIDEN UNIVERSITY LIBRARY IN THE PERIOD BETWEEN APRIL 1980 AND DECEMBER 1982 TER LUGT PRESS LEIDEN 2016 Illustration front cover: MS Leiden Or. 17.903, ff. 3b-4a, a collection of religious texts, mostly in Malay, originating from Aceh, Indonesia, 19th century. INVENTORIES OF COLLECTIONS OF ORIENTAL MANUSCRIPTS INVENTORY OF THE ORIENTAL MANUSCRIPTS OF THE LIBRARY OF THE UNIVERSITY OF LEIDEN VOLUME 18 MANUSCRIPTS OR. 17.001 – OR. 18.000 REGISTERED IN LEIDEN UNIVERSITY LIBRARY IN THE PERIOD BETWEEN APRIL 1980 AND DECEMBER 1982 COMPILED BY JAN JUST WITKAM PROFESSOR EMERITUS OF PALEOGRAPHY AND CODICOLOGY OF THE ISLAMIC WORLD IN LEIDEN UNIVERSITY INTERPRES LEGATI WARNERIANI EMERITUS TER LUGT PRESS LEIDEN 2016 © Copyright by Jan Just Witkam & Ter Lugt Press, Leiden, The Netherlands, 2016. The form and contents of the present inventory are protected by Dutch and international copyright law and database legislation. All use other than within the framework of the law is forbidden and liable to prosecution. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, translated, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without prior written permission of the author and the publisher. First electronic publication: 2016 PREFACE The arrangement of the present volume of the Inventories of Oriental manuscripts in Leiden University Library does not significantly differ from the volumes, which have been published earlier.
    [Show full text]
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Paradise in Peril. Western colonial power and Japanese expansion in Sout-East Asia, 1905-1941 Bussemaker, H.Th. Publication date 2001 Link to publication Citation for published version (APA): Bussemaker, H. T. (2001). Paradise in Peril. Western colonial power and Japanese expansion in Sout-East Asia, 1905-1941. in eigen beheer. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:04 Oct 2021 266 6 Chapterr 3. THEE NETHERLANDS. 3.1.. Introduction. Beforee the Second World War, the small European nation of The Netherlands possessed onee of the richest colonies in the world, i.e. the Netherlands East Indies. This was not by design,, but by coincidence, and in no small measure due to British 19th Century policy, whichh considered it preferable, after the Tractate of London of 1824, to have the Nether- landss East Indies1232 in the possession of a small European power rather than in the handss of a more powerful European competitor.
    [Show full text]
  • Intrepid Traveller: Percy Harrison Fawcett
    INTREPID TRAVELLER Percy HarrisonFawcett In 1925 renowned British explorer Lieutenant Colonel Percy Harrison Fawcett headed into the Amazon jungle. Searching for a lost city, he was never heard from again. Travel writer Duncan J.D. Smith picks up the trail of one of the 20th century’s greatest adventure mysteries. ith the new action adventure film The Lost City of Z recently released Later in 1901, whilst working for he embarked on no less than seven (2017), now is the British Secret Service in Morocco, South American mapping commissions theW time to celebrate its enigmatic and Fawcett brushed up on his surveying, a contributing much to the Society’s reluctant hero, Lieutenant Colonel Percy skill he had first taken up at the Royal ongoing mission to map the world. Harrison Fawcett. A fearless geographer Geographical Society on London’s Savile Fawcett was appalled, however, by the and rogue archaeologist, his daredevil Row. This was to prove invaluable when way in which some plantation owners exploits inspired Conan Doyle’s The Lost in 1906 he travelled to Amazonia at the treated the Indians of Amazonia. By World and more recently the adventures contrast he appears to have got along of Indiana Jones. His unexplained well with them, using his patience, disappearance in the Amazon Jungle has courteousness, and, of course, gifts to become the stuff of Boy’s Own legend. A fearless geographer and good effect. During one survey exploring rogue archaeologist, his the Heath River in Bolivia, for example, The Making of an Adventurer daredevil exploits inspired his expedition was attacked by Indians Percival Harrison Fawcett was born in Conan Doyle’s The Lost of the Guarayos tribe firing 7-foot-long 1867 in Torquay in the English county of arrows.
    [Show full text]
  • National Multi-Hazard Disaster Preparedness and Response Plan- GUYANA
    MULTI-HAZARD DISASTER PREPAREDNESS & RESPONSE PLAN G U Y A N A 2 0 1 3 EMPOWERED LIVES RESILIENT NATIONS National Multi-Hazard Disaster Preparedness and Response Plan- GUYANA Revised November 2013 ii MAP OF GUYANA: Source: Guyana Lands and Survey Commission Table of Contents Distribution List Table of Amendments List of Acronyms Message from the National Disaster Coordinator Message from the Director General CDC 1.0 Introduction 1.1 Policy Statement 1.2 Aim 1.3 Purpose 1.4 Scope 1.5 Planning Assumptions 1.6 Use of the Plan 2.0 Profile of Guyana 2.1 Geography 2.2 Topography 2.3 Hydrology 2.4Population/ Demography 2.5 Languages 2.6 Economy 2.7 Climate 3.0 Hazard / Disaster Risks in Guyana 3.1 General 3.2 Hazards 3.3 Vulnerabilities 3.4 Factors Leading to Vulnerabilities 4.0 Disaster Management System 4.1 Institutional Framework and Key Stakeholders 5.0 Disaster Preparedness Functions 5.1 Development of Preparedness and Response Plans 5.2 Preparedness Functions of Agencies 5.3 Early Warning Information Flow - Responsibility 5.4 Declaration of a Disaster 6.0 Disaster Response Functions 6.1 Command and Coordination 6.2 Response Agencies- Roles and Functions 6.3 National Emergency Operation Center (NEOC) 6.4 Disaster Response Elements 7.0 Early Recovery Plan National Multi-Hazard Disaster Preparedness and Response Plan- GUYANA 8.0 Key Next Steps 9.0 Annexes ANNEX A: Hazard Specific Sub Plans Annex A1 Flooding Annex A2 Oil Spill Annex A3 Aircraft Crash Annex A4 Landslides Annex A5 Earthquake Annex A6 Hurricanes/ Storms/ Severe weather
    [Show full text]
  • THE DEVELOPING IDEAS REGARDING LANGUAGE POLICY in the DUTCH EAST INDIES, 1890S—1928
    “UNKNOWN, UNLOVED” THE DEVELOPING IDEAS REGARDING LANGUAGE POLICY IN THE DUTCH EAST INDIES, 1890s—1928 MA Thesis The Institute for History Leiden University Bagus Aries Sugiharta [email protected] s1426079 Supervisor: Prof. K.J.P.F.M. Jeurgens Colonial and Global History Programme August 2015 CONTENTS Introduction....................................................................................................................... 3 Historical Background........................................................................................... 3 Conceptual Framework......................................................................................... 5 Literature Review.................................................................................................. 6 Research Questions............................................................................................... 8 Research Method................................................................................................... 8 Organization........................................................................................................... 10 Chapter 1: Thoughts from the Dutch Language and Literary Congress.......................................... 11 1.1 The Ideas of an Orientalist................................................................................ 11 1.2 The Plea of a Javanese Linguist........................................................................ 16 1.3 The Unification Idea of an Ambonese Medical Student................................
    [Show full text]