De Zelfzwichter
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
de Zelfzwichter 2011 / 3 Molens en de eigenaar Molens in Pinkertooi Vallen molens te koppelen aan wetenschap? uitgave van het groninger molenhuis de Zelfzwichter Voorpagina’s 2011: de molenaar en …. Jaargang 15, no. 3 3 Molens en de eigenaar oktober 2011 9 Molens in pinkstertooi ISSN 1877-7732 Losse nummers: 4 euro plus porto 9 Veiligheid op molens De Zelfzwichter is het kwartaalblad van 11 Molenmensen HET GRONINGER MOLENHUIS. 15 Hengelen naar kopij Het blad verschijnt in de maanden maart, juni, oktober en december. 17 Dichter bij de molen Donateurs van de Stichting Het Groninger Molenhuis ontvangen het blad automatisch. 18 Molenonderhoud 20 Boekennieuws DONATIES Minimaal 16 euro per jaar 21 Museale molenvondst Het Groninger Molenhuis 23 Over de foto op het achterblad Lopende Diep 8, 9712 NW Groningen 24 Ander molennieuws (050) 313 00 52 [email protected] 27 Agenda www.groningermolenhuis.nl Rekeningnummer: 1219317 Achterpagina’s 2011: molenverzamelaar REDACTIE T. de Danschutter, J.T. van Dijk, J.J. Harmsma, T. Heyne, J. Kugel Wegens ruimtegebrek niet geplaatste kopij en extra T.A. Pol afbeeldingen zullen worden ondergebracht op [email protected] www.groningermolenhuis.nl (menu MOLENHUIS => rubriek de zelfzwichter extra) De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden artikelen in te korten en/of Het Groninger Molenarchief is gevestigd aan te passen. Overname van artikelen is in het Groninger Molenhuis eerst na overleg met de uitgever toegestaan. Lopende Diep 8, 9712 NW Groningen (050) 313 00 52 (geopend maandag t/m woensdag) Vormgevingsconcept Dineke Buist [email protected] Opmaak Bert Holtkamp Drukwerk Drukkerij Tienkamp poldermolen 't Witte lam in GroninGen Oplage 700 exemplaren GroninGer molenarchief Sluitingsdatum kopij 2011/4 24 oktober 2011 OMSLAG-thema 2011: Diversiteit In 2011 zal De Zelfzwichter de verschillende relaties waarmee molenaars te maken hebben belichten. Het derde nummer gaat in op de relatie van de molenaar met de eigenaar. Op de foto leunen molenaar Jaap Schuurman van de Meervogel te Garrelsweer (links) en Harry Rozema, secretaris van de molenstichting Fivelingo ontspannen over het hek. Zelfzwichter Foto: (voorkant) Elmer Spaargaren, Groningen; Een wieksysteem met kleppen die automatisch (achterkant) Jelte Oosterhuis, Usquert openen en sluiten afhankelijk van de wisselende Achtergrond: het zeskant van de molen in Niebert windkracht. Eén van de verbeteringen ten AutoCAD-tekening: L. Groenewold, Froombosch opzichte van de oudhollandse zeilwieken. 2 Albert buursmA Molens en de eigenaar Dit is het derde deel in de serie die aandacht besteedt steeds omvangrijker”. Rozema vervolgt: ‘Door samen- aan het thema ‘Diversiteit’. Ditmaal gaat het om de voeging van “onderbemalingen” werd het bemalings- aspecten van molenbeheer. Wat komt daar allemaal bij gebied steeds groter”. Schuurman verduidelijkt die kijken. Hoe staan molenaar en bestuurder daar problematiek aan de hand van zijn molen: ‘De Meervo- tegenover en hoe zijn denderlinge verhoudingen? gel is maalvaardig, maar draagt qua capaciteit maar Deze en andere zaken komen aan de orde in het weinig bij aan de bemaling. Het huidige gemaal is wel onderstaande interview met Harry Rozema, secretaris tien of twintig maal groter”. van de Molenstichting Fivelingo en Jaap Schuurman, gediplomeerd molenaar van De Meervogel te Garrels- Molenstichtingen weer, die eigendom is van de zojuist genoemde Gemeenten kampten ook met het probleem van stichting. Beide heren zijn al decennia lang actief in de stilstaande molens, waarop men zocht naar samenwer- molenwereld. kingsverbanden. Het onderbrengen in stichtingen bood uitkomst. Zo ontstonden molenstichtingen als die van Betrokken bestuurder Fivelingo, Oldambt en Hunsingo. Waterschappen en Wat heeft Rozema met molens; heeft hij zelf op een gemeenten die molens inbrachten, moesten bestuursle- molen gedraaid of zou hij dat willen? ‘Gelukkig ben ik den voor de stichting leveren. Vanwege zijn technische daar niet geschikt voor, want ik kreeg zo langzamer- functie bij het waterschap werd Rozema één van de hand hoogtevrees. Mijn betrokkenheid komt vanwege beide bestuursleden die gedelegeerden waren namens de waterschapswereld. De waterschappen hadden het waterschap in de twee eerstgenoemde molenstich- vroeger zelf de poldermolens in onderhoud. In de jaren tingen. De andere vertegenwoordiger was een lid van zeventig van de vorige eeuw kwam daar verandering in het dagelijks bestuur. Er werden overeenkomsten opge- vanwege onder meer financiële redenen. Zo konden steld, waarbij de – voormalige – eigenaren zich ver- waterschappen geen beroep doen op derden. Ook de plichtten om jaarlijks een bepaalde financiële bijdrage waterstanden werden in die periode aangepast. Dat te verstrekken. De molens werden in eigendom had deels te maken met de ruilverkavelingen, die overgedragen aan de stichting via een notariële akte, gevolgen hadden voor de ontwatering. In de meeste waarin ook verplichtingen van de stichting stonden gevallen werd het peil naar beneden bijgesteld. Dat omschreven. Schuurman: ‘De Stichting kreeg de molens betekende dat de vijzels te kort werden. Nu kon je die in bezit en de “oude eigenaren” leverden een jaarlijkse wel vervangen, maar dat was een heel gedoe…” bijdrage. Een belangrijk argument was dat de water- Schuurman valt in: “Ja, en ook de opvoerhoogte werd schappen en gemeenten geen aanspraak konden groter en dat gaf capaciteitsproblemen. Specifiek naar maken op subsidies; een stichting kon gemakkelijker poldermolens toe geredeneerd werd de problematiek geldbronnen bijeenkrijgen. De poldermolens werden 3 door de waterschappen overgedragen aan de stichting zijn ze een vernuftig stuk techniek. Daarnaast gaat het omdat ze hun functie hadden verloren; ze werden ook om een stukje historisch besef. Het gaat om een vervangen door elektrische gemalen; je had dan geen molen van 1802, die dus al bijna 210 jaar oud is. En dan problemen als er te weinig wind was. Tijdens de is er de biotoop: Hoeksmeer, een water dat is ingepol- oprichting van de stichting vielen de molens nog onder derd voor landbouwgrond. Die polder werd bemalen de ‘BWO’, de ‘wet Bescherming Waterstaatswerken in door de molen. Daarna was het gebied een tijd ‘woest Oorlogstijd’, die viel onder het Rijk en zo kwam er ook en ledig’. Nu is het een natuurgebied van Natuurmonu- van die zijde een bijdrage, maar dat was al snel menten. Er is weer een draaiende molen en dat willen afgelopen; het werd wel afgekocht met een aardig we graag zo houden. En als je molens wilt behouden bedrag”. moet je die maalvaardig houden. Mensen kunnen er dan ook kennis van nemen en van genieten. Dus ik Gediplomeerd vrijwillig molenaar ontvang graag bezoekers, maar ook als er niemand is Hoe is Schuurmanrj in de molenwereld terechtgeko- vind ik het prachtig. Als het een korenmolen was die men? “We zijn tegelijkertijd in ‘het vak’ gerold. ‘De daar stond, dan was ik korenmolenaar geworden. Ik Meervogel’ in Hoeksmeer had geen ‘echte’ molenaar ben blij met een molen op die plek”. meer, wel iemand van het waterschap die de molen bediende. Als inwoner van Garrelsweer en geregelde Molenstichting Fivelingo bezoeker van Hoeksmeer trok Schuurman zich het lot De Molenstichting Fivelingo, opgericht omstreeks 1990, aan van de molen die stil stond en verpieterde: “Ik ging heeft acht molens in eigendom en is verantwoordelijk in opleiding, want ik wilde die molen bedienen. voor het beheer daarvan. Van die molens zijn er drie Tegelijkertijd ontstond ook de Molenstichting Five- afkomstig van het waterschap, ten tijde van de over- lingo. Daar ben ik nog een tijd penningmeester van dracht nog ‘Eemszijlvest’ geheten (inmiddels opgegaan geweest, maar ik was geen ‘boekhouder’. Nu ben ik in het waterschap Noorderzijlvest, A.B.). Daarnaast nog actief als molenaar.” bracht de gemeente Loppersum gelijktijdig drie molens Schuurman heeft ook belangstelling voor de molen in, namelijk die van Loppersum zelf en van de dorpen vanwege zijn affiniteit met techniek. Hij was in het Zeerijp en Middelstum. Enkele jaren later gingen ook dagelijks leven elektrotechnisch engineer bij AKZO te de molens van de gemeente Ten Boer over naar de Delfzijl en heeft ook vanuit die invalshoek belangstel- Molenstichting Fivelingo. Dat betrof de molen van ling voor molens: “Als je op die wijze naar molens kijkt, Thesinge en de ‘Fram’ te Woltersum. Er bestaat wel Bijschrift 4 Bijschrift verschil tussen de bijdragen die betaald worden voor Veiligheidsaspecten van beheer de verschillende molens. Rozema: “De jaarlijkse Wat betreft het beheer en wie daarbij over het aspect bijdrage is afgestemd op het type molen. Zo betaalt de van de veiligheid gaat, is Rozema duidelijk: “Dat is gemeente Ten Boer veel meer voor de ‘Fram’, dan het altijd het bestuur. We hebben arboplannen. Daar moet waterschap voor een poldermolen. Zeer belangrijk zijn de molenaar zich aan houden”. Ook Schuurman is het de meerjarenplanningen. Voor het gewone beheer zijn daarmee eens: “we hebben strikte veiligheidsregels. De de donateurs belangrijk, maar voor de grote restaura- bediening mag alleen geschieden door gediplomeerde ties kun je niet zonder sponsoren. Je moet als stichting molenaars. Zelf ben ik ook heel terughoudend met zelf zo’n 40 procent ophoesten en dat geld heb je niet hulpjes. Ik had een tweede molenaar, die was er eerder staan”. dan ik en had een gedeelte van de opleiding gedaan Wat vindt Schuurman van het bestuur? “Het stichtings- en was uiterst voorzichtig; hem vertrouwde ik wel. bestuur bestaat uit een vaste kern, met daarnaast