DOCSLIB.ORG

En Naam- Register Op Het Album Der Natuur, 1852-1863

Total Page：16

File Type：pdf, Size：1020Kb

Download full-text PDF Read full-text
En Naam- Register Op Het Album Der Natuur, 1852-1863 Wetenschappelijk en alphabetisch zaak- en naam- register op het Album der Natuur, 1852-1863 BEWERKT DOOR Paul Harting , ONDER TOEZIOT VAN P. HART ING, Utrechtsche IloogUeraar aan de hoogeschool. * OIIOKINGUN , GEBROEDERS HOITSEMA. 18,65. Voorberigt . Het in de linden hevallc de volgende register op eerste Album der twaalf jaargangen van hel Natuur, zal, velen welkom vertrouw ik, aan zijn. HeL is, onder mijn bewerkt door oudsten student in de wis- toezigt, mijnen zoon, en natuurkundige wetenschappen aan de hoogeschool alhier. Dat waarin de gedeelte , onderwerpen wetenschappelijk, d. i. volgens de vakken en hunne onderdeden, gerangschikt zoonel hel als den tekst zijn, betreft Bijblad eigenlijken van hel Album. De alphabetische registers hebben alleen betrek- den laatsten daar het, mat het betreft hing op , Bijblad , scheen het een overbodig aan wetenschappelijke nog alphabetisch toe te register voegen. zaak- en den Een alphabetisch naamregister op jaar- 18G4 zal gang eerlang volgen. Utrecht, 1 April 1865. P. HARTING. Inhoud hoofdtekstvan den . (WETEïiSCHAPPELIJK GERANGSCHIKT-) Jf. Van inhoud alfiemeenen oƒ gematigden . Natuurkennis als opvoedingsmiddel geschetst, door P. Harting 1853, bl. 363. » en door W. M. Logeman . 59. Wetenschap toepassing, . 1852, door I.üBACH 52). Magie, 1). 1863, » Het verst verledcnc en de verste toekomst, een blik in de des door P. Harting » 223. schepping heelals, .... 1855, Onvergankelijkheid, door W. M. Logeman 1860, > 56. .... Voedsel en werk, door Ln 1856, » 156. De twee gcwigligsle uitvindingen op natuurkundig gebied, door P. Harting 1859, bl. 323 en 555. Een boek met slereoskopische platen, door Ln. 1858, bl. 188. Een Ln 582. protest, door 1857, » Eene te door W. M. n 367. wandeling Parijs, Logeman . 1858, De zee of door P. van der Burg 1852, » 270. oceaan, .... Iels over bet water. Wat hot is, waar het is, en wal het doet, door M. van Lissa 1863, » 225. » 296. Steppen, savannes, prairiën, door V. II 1835, Schets der natuurlijke gesteldheid van een deel van Drenthe, door II. C, van Hall 1855, i 19. Over der de verdedigings- en aanvalswerkluigcn mcnschen, andere door T. A. getrokken vuurwapens en moordtuigen , T. Delprat 1861, bl. 53 en 65. hut koken door Hg. bl. 116. Eene les in van aardappelen, . 1852, v ES. Stcrfekiinde. der door D. J. Steyn Parve. 1853, hl. 161. De natuurlijke gesteldheid zon, Over de natuurlijke gesteldheid der ligchamen, lot ons zonne- bl. 289 bl. 129 stelsel behoorende, door A. T. Ueitsma. 1862, en 1863, en » 355. door W. Gleuns . bl. 1. Een uitstapje naar de planeet Saturnus, 1839, Asteroïden Over de ontdekking der kleine planeten, gewoonlijk . » 97. of Planetoïden genoemd, door A. T. Reitsma . 1835, i 2 INHOUD VAN DEN HOOEDTEKST, De beweging der aarde en hare jongst ontdekte bewijsgronden, door F. Kaiser 1855, bl. 299. Over de baan, die de aarde om de zon beschrijft, door A T. RE1TSMA 1854, » 33. van . » liet gewigt den aardbol, door 1). Grothe . 1854, 189. De zakkijkers van MOLTENl te Parijs, als hulpmiddelen voor eene meer naauwkeurigo beschouwing der hemellichten, door F. Kaiser 1854, » 195. Twee nieuwe hulpmiddelen voor de tijdsbepaling in het dage- leven door F. Kaiser » 65. lijksch aanbevolen, .... 1855, De beste eene Hg. » voor . 1850, plaats sterrenwacht, door . 95. De physischc gesteldheid der maan. Fragment ecner voorle- zing, door wijlen Dr. A. S. Rijer 1855, n G. Geeft de 215. maan warmte aan onze aarde? door A. T. Reitsma. 1860, s> G. B. Airy’s lezing over de zonsverduistering van 18 Julij 1860, door D. Bierens de Haan 1863, » 33. Bijlage. Warren de la Rue, over pbotograpbiën der zons- verduistering 1863, » 54. Vorderingen in de pbotographische afbeelding van hemellig- door D. Bierens Haan 278. chamen, de 1862, » de Pbotograpbiën van zon, door Ln. 1856, » 135. de komeet Inlichtingen omtrent groole wier verschijning men thans verwacht, door F. Kaiser 1856, » 331. Nadere inlichtingen omtrent de groote komeet, wier verschij- men thans door F. Kaiser » 53. ning verwacht, .... 1857, Wat heeft de komeet van DONATI ons geleerd ? door VV. Gleuns 1860, » 33. Hoe men in het jaar 1618 over kometen dacht en schreef, naar aanleiding van een werkje, getiteld: »Hemelsche Trom- ofte dotneet pet en Morgenwecker, met een Lange baert, verschenen Anno 1018 in Novembri ende Decembri, gbeslelt door Nicolaum Mulerium, Doet. et Profess. in de Medicijnen ende Mathematische consten in Grocninghen, door A. T. - » Reitsma . 1859, 161. ... Het bovennatuurlijke krijgsheer, gezien bij Büderich, den 22 123. Jan. 1854, herdacht door T. Kaiser 1855, » Vallende sterren en door D. L. a 558. sterrenregens, ... 1853, De oudst bekende meteoorsteen, door J. A. V. Eyk . 1858, s 145. 4 Iets over vuurbollen in het algemeen en over dien van den . a Maart in het bijzonder, door F. W. C. Krecke . 1863, 209. Nog iets over den vuurbol van den 4 Maart j.1., door Hg. 1863, a 383. III. Aardrijkskunde. Over door A.T. Reitsma. de noordpoolreizen in de laatstejaren, 1860, » 161. WETENSCHAPPELIJK GERANGSCHIKT. 3 'Nog iets over de opene Noordpoolzee, door A. T. ReitsmA. 1862, bl. 158. Over de Zuidpoolloglen, door A. ï. REITSMA . 1861, bl. 185 en 195. Lamont’s reis naar door R. 1)1. 159. Spitsbergen, ....1861, d De maalstroom of de moskenstroom, door IlG. 1860, 158. Twee der schoonste watervallen der door Hg. s 185. wereld, . 1859, 349. Schets markt te Valencia in I). II. 1858, » eener Spanje, door . Kabas of Abas 1859, v 256. De hoogste berg, door Hg 1858, » 52. en . De hoogste berg de diepste zee, door IlG. 1853, 254. De melkzee bij de Moluksche eilanden, door R. 1861, » 522. Een blik uit door V. G ® 191. zee, 1858, Over de doode door A. T. REITSMA 1857, bl. 47 en 97. zee, .... De klokkenberg, door D. L 1858, » 143. Over het meer Takht-i-Soleiman en den heuvel Zindan-i-Solei- het T. man in noordelijk gedeelte van Medie, door A. ReitSMA. 1856, » 84, Eene beklimming van den Ararat, door Hg 1859, » 54. Dr. Rarth’s rei,en in het centrale gedeelte van Afrika. 1858, bl. 183 en 500. van Afrika » 125. Twee sneeuwbergen in het hart .... 1865, Het eiland Madera, door V. 11 1856, s 266. het der door J. A. Een blik op gebied Missisippi-Missouri, van Eyck 1853, » 246. Nederlandsch-Fransche expeditie door de binnenlanden van Guyana in September tot November 1861, door A. Kappeer. 1865, bl. 65 en 97. Amcrikaanscli door A. T. REITSMA » . 54. 1’olinesiö, : . 1862, De Menlaweh-Archipel en zijne bewoners, door G. W. Wes- tenberg 1858, » 129. » BüRKE’s reizen door liet binnenland van Australië . 81. 1863, De jongste ontdekkingsreis in het binnenland van Australië, door R 1862, » 25. 122. De binnenlanden van Australië, door R 1861, » IV. Meteorologie, de De luchtstroomen. Eene schets van het ontstaan en ver- de door breiding der winden op oppervlakte der aarde, F. W. C. Krecke 1852, s 193. W. M. Logeman 1854, bl. 22- Weerglazen, door ...... W. C. j> G. Krecke. 65. De wel der stormen, door . 1854, A. van i 193. Over bet onweder, door J. Eyk .....1857, » 262. Het geluid hij hel onweder, door Ln. .....1856, » 33. De hagel, door I’. Harting 1853, verschijnselen, door Over den regenboog en eenige verwante ' K, M. Giltay 1855, > 193. W. Gleuns 1856, j 74. Merkwaardige regenbogen, door .... » 347. Atlantischen oceaan ....186o, De stormen op den Noord 4 INHOUD VAN DEN HOOFDTEKST, De regenachtigste plek der aarde, door Hg 1854, bl. 96. Verandering der luchtsgesleldheid in Noord-Europa, door H. C. v. Hall 1861, » 27. Veenrook en andere door P. IlARTING » 194-. drooge nevels, . 1839, » door Hg. 63. Regen als gevolg van de losbranding van geschut, 1862, De bliksemende door R - . d 288. rots, . 1861, Een orkaan in de West-Indiën 1852, s 87. 583. Merkwaardig windverschijnsel 1853, » Klimaat van de Krim, door v. H 1855, » 189. » 156. Over de oorzaak van de jaarlijksebe overslrooming des Nijls. 1865, V. Proefondervindelijke natuurkunde en hare toepassingen. » 215. Elektrische uurwerken, door W. M. Logeman . 1857, door en n Elektrische huizen, En. 1857, bl. 516, 1858, 352. De telegraphische verbinding van Europa met Amerika, door P. van der Durg 1857, » 174. Het leggen van den kabel voor den Europeesch-Amerikaanschen 192. telegraaf, door Ln 1857, s Het St. door ,1. A. van Eyk. 1852, » 251. Elmusvuur, .... Bliksemafleiders, door \V. M. Logeman 1852, j 386. Het de W. Hazf.U » 147. ijs en ijsvorming, door A .... 1855, Onze kagchels, door W. M. Logeman 1853, j 289. De Leidenfrosl’schc druppel 1859, k 550. Groole uitwerkselen van zeer kleine bewegingen, door P. van der Burg 1854, j 227. Kleuren, door W. M. LOGEMAN 1862, » 1. Lichtbeelden, door J. A. van Eyck 1855, t 212. Harting Lichtbeelden, door P. 1859, » 97. Gasverlichting in Parijs, door Kr 1858, j 187. door De stereoskoop, P. VAN der Burg 1855, » 129. Geluid verzwakt geluid en licht gevoegd bij licht geeft duister- door V. S. M. Willigen bl. en 235. nis, van der . 1856, 205, » Phonographie, door W. M. Logeman 1860, » 247. Een loon-lelegraaf 1863, » 351. Het opmerkelijke in eene alledaagscbe zaak, door W. M. Logeman 1852, » 176. De nieuwe beweegwerkluigen, door Ln 1862, » 60. V. D. De stoutste onderneming van onzen lijd, door P. Burg. 1862, i> 241. door . de . » Iets over het billard, D. Bierens Haan . 1858, 65. WETENSCHAPPELIJK GERANGSCHIKT. 5 VI. Scheikunde en hare toepassingen. De lucht, een hoofdvoedsel voor den mensch, door E. H. von Baumhauer 1834-, hl. 274. door 1). Lubach bl. 225 en » 257. Alchemie, .... 1860, P. bl. 85 en » 97. Het door v. n. Burg . 1861, keukenzout, . Hel zilver, door G. E. van Limborgh van der Meersch 1862, bl. 53 en p 65. en M. Logeman » 194. Iels over wasscben blceken, door W. 1856, » 255. De praktijk bij bel wasscben, door LN 1856, » Over de broodbereiding, door .1.
Load more

Recommended publications
  • Research Project Summmary Main Research
    Research project summmary Main research fields: zoology and reproductive physiology specialization fields: Animal reproduction, Behavioural ecology, Behavioural physiology, sociobiology. My research interests focus mainly on the sociobiology of African rodent moles (Bathyergidae) and in particular the extrinsic and intrinsic factors that have led to the evolution of sociality in this remarkable endemic African family. My research group is fundamentally interested in elucidating the modes and mechanisms that are responsible for reproductive suppression in the non-reproductive females of the various species. Research is currently being directed at the neuroendocrine and molecular levels to elucidate the extent, nature and location of GnRH suppression. We are also interested in the photic and thermic input in the control of reproduction in seasonally reproducing mole-rats and the potential lack of a role in aseasonally breeding bathyergids. Long term population studies on social mole-rats from mesic and xeric environments are underway. These studies are providing empirical data on the spatial distribution of colonies, longevities, factors restricting and promoting dispersal, vagility, foraging methods and lifetime reproductive success. We are interested in the genetic relatedness of colonies and also the type of paternal skew operational in the social genera. This work is being carried out in collaboration with Dr Chris Faulkes at Queen Mary and Westfield College, London. Students currently under supervision MSc (research) 1. Ms. Kemba Butler Neuroendocrinology of induced ovulation in the highveld mole-rat (Cryptomys hottentotus pretoriae) 2. Mr. Andre Prins What makes a good helper? A behavioural study of cooperation in Damaraland mole-rats (Fukomys damarensis). 3. Mr. Josh Sarli Seasonal Reproductive Cycle and Parasite Burden of Two Small Mammals from Saudi Arabia.
    [Show full text]
  • K'2 108\3-2 Room 14-0551 77 Massachusetts Avenue Cambridge, MA 02139 Ph: 617.253.2800 Mitlibraries Email: [email protected] Document Services
    LABYRINTHOS by GREGORY PATRICK GARVEY B.S. University of Wisconsin, Madison (1975) M.F.A. University of Wisconsin, Madison (1980) Submitted to the Department of Architecture in Partial Fulfillment of the Requirements of the Degree of Master of Science in Visual Studies at the MASSACHUSETTS INSTITUTE OF TECHNOLOGY September 1982 Gregory Patrick Garvey 1982 The author hereby grants to M.I.T. permission to reproduce and to distribute copies of this thesis document in whole or in part. Signature of Author: 6ppftr hpt of Arcitec,4*e Certified by: Thesis Suiperysor, Otto Piene Accepted by: D partment of Architecture Nlicholas Negroponte, Chairman, Ro"artmental Committee on Graduate Students K'2 108\3-2 Room 14-0551 77 Massachusetts Avenue Cambridge, MA 02139 Ph: 617.253.2800 MITLibraries Email: [email protected] Document Services http://libraries.mit.eduldocs DISCLAIMER OF QUALITY Due to the condition of the original material, there are unavoidable flaws in this reproduction. We have made every effort possible to provide you with the best copy available. If you are dissatisfied with this product and find it unusable, please contact Document Services as soon as possible. Thank you. The images contained in this document are of the best quality available. -2- LABYRINTHOS by GREGORY PATRICK GARVEY Submitted to the Department of Architecture on August 6, 1982 in partial fulfillment of the requirements for the Degree of Master of Science in Visual Studies. Otto Piene, Thesis Supervisor ABSTRACT Composition, in time and space is discussed as a general problem in graphics, music, film/video, landscape architecture and archi- tecture.
    [Show full text]
  • Proceedings of the United States National Museum
    FIELD NOTES ON VERTEBRATES COLLECTED BY THE SMITHSONIAN - CHRYSLER EAST AFRICAN EXPEDI- TION OF 1926 By Arthur Loveridge, Of the Museum of Comparative Zoology, Cambridge, Mass. In 1926 an expedition to secure live animals for the United States National Zoological Park at Washington was made possible through the generosity of Mr. Walter Chrysler. Dr. W. M. Mann, the director of the Zoological Park, has already published a report on the trip; ^ the following observations were made by the present writer, who was in charge of the base camp at Dodoma during three and a half of the four months that the expedition was in the field. The personnel of the party consisted of Dr. W. M. Mann, leader of the expedition; F. G. Carnochan, zoologist; Stephen Haweis, artist; Charles Charlton, photographer; and the writer. Several local hunters assisted the party in the field for longer or shorter periods, and Mr. Le Mesurier operated the Chrysler car. The expedition landed at Dar es Salaam, capital and chief port of entry for Tanganyika Territory (late German East Africa), on Thursday, May 6, and left on the following Monday by train for Dodoma, which had been selected as headquarters. The expedition sailed from Dar es Salaam on September 9. Dodoma is situated on the Central Railway almost exactly one- third of the distance between the coast and Lake Tanganyika. It was primarily selected as being a tsetse-free area and therefore a cattle country where milk in abundance could be obtained for the young animals; it is also the center of a region unusually free from stock diseases.
    [Show full text]
  • Longevity Survey
    LONGEVITY SURVEY LENGTH OF LIFE OF MAMMALS IN CAPTIVITY AT THE LONDON ZOO AND WHIPSNADE PARK The figures given in the following tables are based on the records of the Zoological Society of London for the years 1930 to 1960. The number of specimens in each sample is given in the first column. The percentage of the sample that died in less than a year at the zoo is iven in second column. In this way ‘delicate’ zoo species can be noted at a glance. An average fife span of all those individuals living for more than a year at the zoo is given (in months) in the third column. In the fourth column the maximum individual life-span is noted for each species. It must be emphasized that the age of specimens arriving at the zoo is seldom known accur- ately and no allowance has been made for this. All figures refer to the period of time between arrival at the zoo and death at the zoo. Actual life-spans will, therefore, usually be longer than those given. Number o % dead in Average age Ma.life individual less than (in nronths) span in sample 12 month of those (in months) livi 12 man% or longer ORDER MONOTREMATA Tachyglossus aculeatirs Echidna 7 I00 10 Zuglossus bruijni Druijns Echidna 2 - 368 ORDER MARSUPIALIA Caluromys philander Philander Opossum 3 - 50 Philander opossum Quica Opossum I - 1s Lutreolina crussicaudufa Thick-tailed Opossum 6 50 1s Metachirus nudicuudatirs Rat-tailed Opossum 14 71 27 Didelphis marsupialis Virginian Opossum 34 82 26 Didelphis azarae Azara’s Opossuni IS 53 48 Dmyurus uiuerrinus Little Native Cat 2 I00 I1 Dasyurus maculatus
    [Show full text]
  • A Checklist of the Land Mammals Tanganyika Territory Zanzibar
    274 G. H. SWYNNERTON,F.Z.S., Checklist oj Land Mammals VOL. XX A Checklist of the Land Mammals OF mE Tanganyika Territory AND mE Zanzibar Protectorate By G. H. SWYNNERTON, F.Z.S., Game Warde:z, Game Preservation Department, Tanganyika Territory, and R. W. HAYMAN, F.Z.S., Senior Experimental Officer, Department of Zoology, British Museum (Natural History) 277278·.25111917122896 .· · 4 . (1)(3)(-)(2)(5)(9)(3)(4)280290281283286289295288291 280. .. CONTENTS· · · No. OF FORMS* 1. FOREWORDINSECTIVORA ErinaceidaM:,gadermatidaEmballonuridaSoricidt:eMacroscelididaMarossidaNycteridaHipposideridaRhinolophidaVespertilionida(Shrews)(Free-tailed(Hollow-faced(Hedgehogs)(Horseshoe(Leaf-nosed(Sheath-tailed(Elephant(Simple-nosed(Big-earedBats)Bats)Shrews)BatsBats)Bats) Pteropodida (Fruit-eating Bats) 2.3. INTRODUCTIONSYSTEMATICLIST OF SPECIESAND SUBSPECIES: PAGE CHIROPTERA Chrysochlorida (Golden" Moles to) ···302306191210.3521. ·2387 . · 6 · IAN. (1)(2)1951(-)(4)(21)(1)(6)(14)(6)(5),(7)(8)333310302304306332298305309303297337324325336337339211327 . SWYNNERTON,. P.Z.S.,·· ·Checklist··· of·Land 3293Mammals52 275 PItIMATES G. It. RhinocerotidaPelidaEchimyidaHyanidaPongidaCercopithecidaHystricidaMuridaHominidaAnomaluridaPedetidaCaviidaMustelidaGliridaSciuridaViverrida(Cats,(Mice,(Dormice)(Guinea-pigs)(Apes)(Squirrels)(Spring(Hyaenas,(Genets,(Man)(Polecats,(Cane(porcupines)(Flying(Rhinoceroses)Leopards,(Monkeys,Rats,Haas)Rats)Civets,Arad-wolf).Weasels,Squirrels)Gerbils,Lions,Baboons)Mongooses)Ratels,etc.)•Cheetahs)..Otters) ProcaviidaCanidaLeporidaElephantidaLorisidaOrycteropodidaEquidaBathyergidaManida
    [Show full text]
  • Fukomys Damarensis – Damaraland Mole-Rat
    Fukomys damarensis – Damaraland Mole-rat its population is unlikely to be declining. It is locally common and is frequently found at high population densities. Regional population effects: This species is naturally fragmented, but no distinct barriers to dispersal have been identified, and thus a rescue effect is possible. Distribution Endemic to sub-Saharan Africa, this species is widespread across the central regions of southern Africa, occurring from central and northern Namibia, across Hannah Thomas western Zambia, and throughout the majority of Botswana (with the exception of the extreme east), into western Zimbabwe. The habitat of this species is contiguous, Regional Red List status (2016) Least Concern although naturally fragmented. The southern portion of its National Red List status (2004) Least Concern range extends into the Northern Cape and North West provinces of South Africa, where it occurs in the Kgalagadi Reasons for change No change Transfrontier Park, Tswalu Game Reserve, Hotazel, Blackrock and Winton (Figure 1). Its distribution is Global Red List status (2016) Least Concern associated with red Kalahari arenosols but it also occurs TOPS listing (NEMBA) None in coarse sandy soils (Bennett 2013). CITES listing None The species is said to be sympatric with the Common Mole-rat (Cryptomys hottentotus) where soil sandiness Endemic No ensures local niche differentiation (Skinner & Chimimba 2005), which may be the case in the North West Province This species is locally abundant in suitable habitat where such conditions exist (Power 2014). Power (2014) and there is little conflict with agriculture due to its surmises that the Mafikeng Bushveld vegetation type is a arid distribution (Bennett 2013).
    [Show full text]
  • Příbuzenská Struktura a Paternita V Přírodní Populaci Solitérního Rypoše
    Masarykova univerzita v Brně Přírodovědecká fakulta Ústav botaniky a zoologie Příbuzenská struktura a paternita v přírodní populaci solitérního rypoše Heliophobius argenteocinereus Diplomová práce 2007 Bc. Hana Patzenhauerová Vedoucí DP: Mgr. et. Mgr. Josef Bryja, PhD . Poděkování : Na prvním místě bychchtěla poděkovat svémuvedoucímuJosefuBryjovi nejenza nesmírnou pomoc při psanítétopráce,aleiza jejízajímavétéma.DěkujitakéRadimuŠumberovizasběr materiálu vMalawi a za nekonečnou ochotu odpovídat na všetečné otázky týkající se rypošíhoživota.Dále bychráda poděkovala všem lidem,kteří patří klaboratořím Oddělení populační biologie ÚBO ve Studenci,kde byla tatopráce zpracována, za vytvoření úžasného kolektivu. 2 OBSAH 1 Abstrakt....................................................................................................................4 Abstract....................................................................................................................5 2 Úvod..........................................................................................................................6 2.1 Rypošovitía jejichsociálnísystémy..........................................................6 2.2 Dosavadní poznatkyobiologii rypošestříbřitého...................................10 2.3 Genetickémarkerypoužívanékanalýzám příbuzenskéstrukturya párovacíchsystémů..................................................................................15 2.4 Genetické párovacísystémya příbuzenskástruktura populací podzemníchsavců....................................................................................17
    [Show full text]
  • Garamba!National!
    ! ! Mammalwatching!in!Garamba!National!Park! Democratic!Republic!of!Congo! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! Mathias!D’haen! Introduction* ! As!a!master!student!I!am!currently!based!in!Garamba!National!Park!to!collect!the!data!for!my! thesis! on! the! local! Kordofan! giraffe! population,! a! subspecies! of! the! Northern! giraffe! (G.! camelopardalis! antiquorum),! all! this! through! my! university! in! Czech! republic! (Czech! University!of!life!Sciences)!and!with!help!of!the!Giraffe!Conservation!Foundation!(GCF)!and! its!partners.! I!am!here!for!nearly!a!year!now!and!apart!for!the!research!I’ve!been!trying!to!focus!myself!on! getting!a!thorough!understanding!of!what’s!flying,!creeping!and!running!around!in!the!park!–! I!will!stick!to!mammals!in!this!report.! ! As! I’ve! been! living! here! it’s! difficult! to! give! a! dayJtoJday! itinerary! or! even! to! give! a! breakdown!of!places!to!visit!in!the!surrounding.!The!park’s!management,!a!joint!venture!of! Institut!Congolais!pour!la!Conservation!de!la!Nature!(ICCN)!and!African!Parks!(AP)!is!making! a!huge!progress!in!terms!of!securing!and!developing!the!area!but!real!hotspots!for!naturalists! haven’t!been!established!yet!–!for!now!species!are!to!be!found!in!equal!densities!everywhere! in!the!park.!! Therefore!it!makes!sense!that!I!limit!myself!to!giving!a!breakdown!of!the!species!that!I’ve! seen!so!far!and!what!more!species!could!be!expected!based!on!historical!records.! ! All!photos!and!observations!can!also!be!found!on:!https://observation.org/user/view/40842! ! Location*and*Vegetation*
    [Show full text]
  • Tanzania's Nature Reserves
    THE ARC JOURNAL ISSUE 30 Biannual Newsletter Issue No. 30 May 2017 This Edition of the Arc Journal is focused on Tanzania’s 12 Nature Forest Reserves. It includes descriptions of each of the 12 reserves as well as information on their biodiversity, threats, management and tourism SPECIAL opportunities. View of Mkingu Nature Reserve. ISSUE Photo by Rob Beechey. Tanzania’s Nature Reserves Introducing Tanzania’s Nature Reserves coastal forests in southern Tanzania (Rondo) and one encompasses the forests of a recently dormant Prof. Dos Santos, Head of the Tanzania Forest Services Agency volcano (Mount Hanang). The last one (Minziro) In Tanzania, the Forest Legislation of 2002 recognises includes areas of lowland swamp forest close to the Nature Forest Reserves as protected forest areas of Uganda border that is of similar composition to the particularly high importance for the conservation of forests of the Congo Basin. biodiversity. Formation of Nature Reserves started in These 12 Nature Forest Reserves are being managed the 1990s with the gazettement of the Amani Nature by dedicated conservators distributed at each site, Reserve in the East Usambara Mountains. supported by teams of professional staff. At the Since 2002, the government has been working to TFS headquarters the Nature Forest Reserves fall identify and upgrade the status of a network of key under the section that manages the natural forests sites for conservation that were already under the of Tanzania. management of the Tanzania Forest Services (TFS) TFS is committed to improving the management Agency. There are two portfolios of Nature Forest and conservation of these sites and aims to Reserve – firstly within the Eastern Arc Mountains, generate sustainable sources of revenue for both the whilst the other portfolio includes the best examples management of the reserves and also to help support of other forests in the country.
    [Show full text]
  • Mammals List
    CA, WEA Pan troglodytes Chimpanzee From S Senegal across the forested belt north Chimpanzé of the R. Zaire to W Uganda and Tanzania; Rainforest, forest gallerie, extending into savanna woodland; lowland and montane forest Gorilla gorilla Gorilla western population : from R. Cross to R. Zaire Gorille / R. Sangha, with a relict population at Bondo on R. Uelle; eastern : triangular wedge between R. Luala (R. Zaire), L. Edward and L. Tanganyika; Lowland tropical rainforest; mountain and subalpine environment Piliocolobus Central African Red CA north and east of R. Zaire to W Uganda oustaleti Colobus and W Tanzania; Colobe bai ranges between 300 and 2500 ms from levee, d'Ouganda swamp, lowland and mixed to montane forests Colobus angolensis Angola Pied CA, EA; Colobus Montane and lowland forests Colobe d'Angola Colobus angolensis Angola Pied CA, EA; Colobus Montane and lowland forests Colobe d'Angola Colobus guereza (= Guereza Colobus CA, EA; C. abyssinicus) Colobe guereza Montane and lowland forests Papio anubis Olive baboon northern and eastern CA, EA; Babouin doguera from Sahelian woodland to forest-mosaic habitats Lophocebus Grey-Cheeked CA to W EA; albigena Mangabey rainforest, esp. swamp forest Mangabé à joues grises Cercopithecus Patas Monkey northern CA, EA; (Erythrocebus) Singe rouge mostly Acacia-grassland patas Cercopithecus Grivet, Vervet, etc. northern and southern CA, EA, SA; aethiops Monkeys savannahs, woodlands, forest-grassland mosaic Singe vert Cercopithecus L'Hoest's Monkey Bioko, SW Cameroon, Central Gabon, eastern l'hoesti Cercopithèque de RDC, W Uganda, Rwanda, Burundi L'Hoest forest, both montane and lowland, thickets, swamp forest Cercopithecus De Brazza's Monkey S Cameroon and Equatorial Guinea to neglectus Cercopithèque de Ruwenzori and Mt.
    [Show full text]
  • Word-Markers: Toward a Morphosyntactic Description of the Gorwaa Noun
    SOAS Working Papers in Linguistics Vol. 19 (2018): 49-89 Word-markers: Toward a morphosyntactic description of the Gorwaa noun Andrew Harvey [email protected] Abstract Many languages are said to possess “gender”, that is, a morphosyntactic system in which nouns induce formal marking on other words beyond the noun itself (adjectives, verbs, etc.). Gorwaa (gow; South-Cushitic; Tanzania) possesses a gender system which is interrelated with number in a complex manner. Following the line of reasoning that biological (semantic) sex, grammatical (syntactic) gender, and (morphological) form-class are “interrelated but autonomous domains of linguistic generalization” set out in Harris’ (1991) examination of Spanish, and establishing that number and gender are interrelated in a complex manner, this paper considers the morphophonological word-markers of Gorwaa, a language whose nominal morphology is considerably different from that of Spanish. Following a discussion of gender and number in Gorwaa, all word-markers and their associated gender and number values are identified. In addition to being a useful exercise in arranging the empirical data, this paper sheds light on some surprising surface patterns of a little-studied language. Keywords Morphology, Afro-Asiatic, Gorwaa, Gender, Number, Word-markers 1. Introduction Gender is classically defined as a grammatical property which “determine[s] other forms beyond the noun” (Corbett 1991: 4). Because the nouns ‘wine’ and ‘cream’ in (1) below determine the forms of ‘a’, ‘good’, and ‘white’ in two different ways, these nouns are said to belong to two different genders. (1) a. un bon vin blanc (French) INDEF.M good.M wine white.M ‘a good white wine’ b.
    [Show full text]
  • Word-Markers: Toward a Morphosyntactic Description of the Gorwaa Noun
    SOAS Working Papers in Linguistics Vol. 19 (2018): 49-89 Word-markers: Toward a morphosyntactic description of the Gorwaa noun Andrew Harvey [email protected] Abstract Many languages are said to possess “gender”, that is, a morphosyntactic system in which nouns induce formal marking on other words beyond the noun itself (adjectives, verbs, etc.). Gorwaa (gow; South-Cushitic; Tanzania) possesses a gender system which is interrelated with number in a complex manner. Following the line of reasoning that biological (semantic) sex, grammatical (syntactic) gender, and (morphological) form-class are “interrelated but autonomous domains of linguistic generalization” set out in Harris’ (1991) examination of Spanish, and establishing that number and gender are interrelated in a complex manner, this paper considers the morphophonological word-markers of Gorwaa, a language whose nominal morphology is considerably different from that of Spanish. Following a discussion of gender and number in Gorwaa, all word-markers and their associated gender and number values are identified. In addition to being a useful exercise in arranging the empirical data, this paper sheds light on some surprising surface patterns of a little-studied language. Keywords Morphology, Afro-Asiatic, Gorwaa, Gender, Number, Word-markers 1. Introduction Gender is classically defined as a grammatical property which “determine[s] other forms beyond the noun” (Corbett 1991: 4). Because the nouns ‘wine’ and ‘cream’ in (1) below determine the forms of ‘a’, ‘good’, and ‘white’ in two different ways, these nouns are said to belong to two different genders. (1) a. un bon vin blanc (French) INDEF.M good.M wine white.M ‘a good white wine’ b.
    [Show full text]