THE RESEDACEAE a Taxonomical Revision of Thefamily
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
^/ sr*0 2V3 THE RESEDACEAE A taxonomical revision of thefamily ™ S. ABDALLAH NN0B201.413 WAGfcNlNGt-N 582.684.2:581.4:581.5:58.031 THE RESEDACEAE A taxonomicalrevision of thefamily (MET EEN SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS) PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR IN DE LANDBOUWKUNDE OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS, IR. F. HELLINGA, HOOGLERAAR IN DE CULTUURTECHNIEK, TE VERDEDIGEN TEGEN DE BEDENKINGEN VAN EEN COMMISSIE UIT DE SENAAT VAN DE LANDBOUWHOGESCHOOL TE WAGENINGEN OP VRIJDAG 7 JULY 1967, TE 16.00 UUR DOOR M. S. ABDALLAH H. VEENMAN & ZONEN N.V. - WAGENINGEN-1967 STELLINGEN I Norris's view concerning a possible phylogeny in Resedaceae rests on too narrow abasis . (TH. NORMS in Amer.Journ . Bot. 28(2) , 1941, p. 101-113). II Sernander's conclusion concerning the influence of myrmecochory on the size and number of the seeds in Reseda L.i s defeated by his own experiments. (R. SERNANDER in Kungl. Sv. Vet. Akad. Handl. 14 (7), 1906, p. 44-49, 295-296, et in Nov. Acta Reg. Soc. Sc. Upsal. 1927, p. 91). Ill The distribution of the genus Oligomeris Camb., which contains vicarious species,agree s to the distributional pattern of twovicariou s genera in Oleaceae (i.e. Menodora Humb.e t Bonpl.an d Jasminum L.). (Thisthesis) . IV The presence of Reseda lutea L. in medieval times in northeastern England needs further proof. (R. GODWIN, Hist. Br. Flora 1956,p .86) . V The origin of Reseda odorata L. isa n unsolved problem. (P. ASCHERSON in Naturwissensch. Wochenschr. N. F. 9 (16), 1910, p.241-3) . VI Chromosome counts, which are not illustratedb yadequat eherbariu mspeci mens preserved in an institutional herbarium are, for that reason, of restricted value, if of any value at all. VII Plant-geographical data are only accessory evidence toplan t taxonomy. M. S. ABDALLAH Wageningen, 7th July 1967 VIII Members of The Volunteer (Peace) Corps, who intendt o direct their efforts toagricultur ean dhorticultur ei nth e(sub)tropics , oughtt oreceiv esom etrainin g in plant systematics and -morphology. IX Although thevita limportanc e of nature conservation invas t areas of Africa is recognized more and more, and national parks, nature reserves, and game reserves are established in all African countries, Governments tend to over- exploit these parks and reserves for tourism. Neglect of other aspects of nature conservation will ultimately lead to lasting damage to African civilisation, to the productivity of the land, and to sciencei n general. X The High Dam Lake, south ofAswan , U.A.R . (Egypt),wil lno t only provide water to the area north of the Dam, but will also influence the conditions of plant growth south of the Dam favourably. (SADD-EL-AALI Project. Ministry of Sadd-El-Aali Publication, 9th Jan. 1963). VOORWOORD Een onderzoek over deanatomi eva n het genusJasminum terverkrijgin gva n de M.Sc.-graad aand eCair o Universiteit in 1960toond e mij aan,da tee n ver- dere studie in plantentaxonomie niet kon wordengemist . Plantentaxonomisch onderzoek kanslecht svoldoend e dieptee nreikwijdt e verkrijgen, wanneer diti n Europa, of eventueel Amerika, wordt uitgevoerd, omdat de onontbeerlijke li- teratuur enherbariu m exemplaren slechts daar bereikbaar zijn. Onder degegeve n omstandigheden vield ekeu s voor eenvoortgezett e studie in plantentaxonomie opNederland . Omdat mijn vooropleiding eengraa d had opgeleverd inlandbouw-wetenschappe n enomda taa nd e Landbouwhogeschool te Wageningen (Laboratorium voor Plantensystematiek en -geografie) de stu die van de Afrikaanse flora is gecentreerd, begon ik medio 1963 mijn onder zoekt eWageningen . Onder leiding van Prof. Dr. H.C .D .D eWi t bestudeerde ik de familie Resedaceae. Bijmij n aankomst trof ik al eenaanta l soorten incultuu r aante r voorbereiding vanmij n werk endaarnaas t kond estudi e vanherbariu m mate- riaal beginnen. In deloo p der'jaren overschreed hetgeleend e materiaal 20.000 vele nee nzee rgrot e hoeveelheid literatuur werdme tmedewerkin g vanvel e in- stituten bijeengebracht. Mijn dank gaat uit naar Prof. De Wit, diedagelijk s contact metmi j onder- hield en died ewe gdoo r zo veel verwarde en soms moeilijke problemen hielp vinden. De uitzonderlijk fraaie illustraties van deze revisie der Resedaceae dank ik aan mej. L.Th .M .E . vande rRiet . Ikprij s mijbijzonde r gelukkighaa ral sme - dewerkster te hebben gevonden, omdat haar toewijding en bekwaamheid een serie tekeningen tot stand hebben gebracht, dievoorbeeldi g magheten . Ikbe n haar in de hoogste mate dankbaar. Jarenlang heeft de heer M.R . Mouthaan mijgeholpe n bijhe tregistrere n van deherbariu m exemplaren, etiketteren,leze n van debijschrifte n enz.I kbe nhe mzee r verplicht, terwijl ikbi jmij n dankbaar- heid gaarne deoverig e ledenva nd etechnisch e staf van hetHerbariu m insluit, die opz ovel e manieren enz o dikwijls mij terzijde stonden. Het opsporen derliteratuu r werd vooral door dehee r G. Boelema verzorgd. Zijn warmebelangstellin g enijve r hebben inhog e mate bijgedragen tothe t be- reikte resultaat, t.w.da tvrijwe l allegezocht e publikaties inmij n bezitkwamen , hetgeenee nopmerkelij k succesma gheten . Prof. Dr. F.A .Stafle u en Dr. W.Stear n hebben bij herhaling geadviseerd over nomenclatuur enliteratuur , Dr. O. A. Leistner over Oligomeris. Mej. P.va nde rWeijde n en mej. M. J. R.va nde nBrin k hebben met aan- dacht en geduld het ingewikkelde manuscript getypt. Dehee r W.Grotenbre g kweekte eenaanta l soorten endroe g daardoor bijto t eenbeter e kennis van de morfologie vand elevend e planten, terwijl hijzij n gaven alskweker , dieto t ver buiten Wageningen erkend worden, opnieuwbewees .Mij n dank gaat zekeroo k naar hemuit . De Landbouwhogeschool dank ik ten zeerste voor de verleende gastvrijheid envoo rd ehulp financieel, zowe lal sanderszins ,bi j hetdrukke n vanmij n proef- schrift. Men stelde mij bovendien nog in staat enige Europese herbaria te be- zoeken eni kza lmi j dejaren , waarin ik te Wageningen gewerkt heb, steeds met grote erkentelijkheid herinneren. Omdat mijn vrouw tezelfdertijd aan de Universiteit van Utrecht voor een promotie werkzaam was,zage nwi j onsgedwonge n dekindere n buitenshuis on- der tebrengen . Het hartelijke begrip van mej.P .A .Allersma , directrice van het 'Zonnehoogt' kinderhuis te Driebergen, zullen wij steeds blijven zien als een bijdrage aan ons gezin, waarvoor wij niet dankbaar genoeg kunnen zijn. Mijn tweeklein edochters ,Hanaa n enDalaal ,zij n doorhaa rgenegenhei d enmoeder - lijke zorg deze moeilijke jaren goed doorgekomen. Wij zullen hetgeen mej. Allersma voor ons heeft gedaan nimmer vergeten. Eenwoor dva n bewonderinge nwaarderin g ten aanzien van mijn echtgenote, die ongetwijfeld in moeilijker omstandigheden moest werken en leven dan ik, mag hier niet ontbreken. In dehoogst emat edankbaa r enerkentelij k ben ikteven s mijn regering, mijn land,e nmij n familie,di emij n studiemogehj k hebbengemaakt .I khe bgepoog d doormij nbest ekrachte n int ezette ne nmij n tijd tenvoil et ebenutte n heti n mij gestelde vertrouwen en het offer, dat mijn familie, die deel uitmaakt van een landbouwende plattelandsgemeenschap heeft gebracht, ten voile waardig te zijn. Het Ministerie van Landbouw van de Verenigde Arabische Republiek in het bijzonder dank ik voor de goede zorgen en belangstelling, getoond bij het oplossen van veeladministratiev e en financiele problemen. De Ambassade in Den Haaghiel pmi jbi jherhalin gme tgrot ebelangstellin ge n doeltreffendheid. SAMENVATTING Honderdentien jaar geleden verscheen 'Monographic de la famille Reseda- cees' door JEAN MUELLER (1857).He t washe t eerste grote werk van deze voor- treffelijke botanicus; het vestigde zijn naam als geleerde en werd met een gou- den medaille bekroond. Hij wordt, ter onderscheiding van andere MUELLERS, velemale n in dit boek genoemd als 'MUELL. ARG.', voluit MuellerArgoviensis, een verwijzing naar Argovia,d e gelatiniseerde naam van het kanton Aargau (Zwitserland), waar hij in 1828gebore n werd. Nadien werd nimmer een diepgaande revisie van de zeer gecompliceerde fa- milie Resedaceae ondernomen. MUELL. ARG. zelf publiceerde opnieuw een re visiei n 1868,maa rdez eherhaald etoc hgrotendeel szij nwer kva n 1857,ofschoo n toch ook nogal wat wijzigingen werden aangebracht. Een goed overzicht ver scheen in 1936doo r F. BOLLE. De thans gereed gekomen revisie berust op een veelvoud (17.000-20.000 exemplaren) van het materiaal, dat MUELL. ARG. ter beschikking had. Het aantal genera, waarin de familie thans verdeeld wordt, bleef 6 (MUELL. ARG.: 6) , terwijl het aantal soorten (ca. 60) wat minder werd dan dat van MUELL. ARG. Niettemin bleken vele aanvullingen en wijzigin gen noodzakelijk: naast het intrekken van enige soorten, werden ook enkele nieuwe gevonden, de omgrenzingen van enige genera en vele soorten werden verbeterd of verlegd, een aantal namen moest worden veranderd, nieuwe sleu- tels op degener a en soorten werden geschreven. Doord evel einzamelinge ne ngepubliceerd egegeven sko nthan see nvee luitvoe - rigere nnauwkeurige r beeldva nd esoorte nworde n ontworpen dan eeneeu wge leden mogelijk was. De soorten werden, elk voor zich, in detail afgebeeld, het- geenee nseri eplate nvoo r eenfamili e opleverde,di emisschie nwe lnergen si nd e botanische literatuur overtroffen wordt. Deliteratuur , die optax a der Resedaceae betrekkingheeft , isenor mva n om- vang en chaotisch, soms zelfs onontwarbaar. Deze revisie heeft geschift en ge- ordend, verworpen wat voos en aanvaard wat waardevol bleek te zijn. Eenge - ring aantalpublikatie s bleef, ookn a eenjach t in velelande nva n Europa, onbe-