(6 ~ Gemeente Handelingen van de raad der gemeente Emmen ~ Emmen

Jaar bijlagenr. categorie/agendanr. 2018 RA18.0070 A 3

Onderwerp Openbare vergadering van de raad van de gemeente Emmen, gehouden op donderdag 28 juni 2018 vanaf 15.00 uur in de raadszaal

Voorzitter de heer H.F. van Oosterhout Plaatsvervangend voorzitter de heer GJ. Horstman Griffier de heer H.O. Werkman Aanwezige raadsleden (37) de heer GJ. Bijlsma (Wakker Emmen), de heer H.A. Bos (Wakker Emmen), mevrouw A.T. Bosch-de Veen (ChristenUnie), de heer D.H. van Dijken (CDA), de heer K. Dijkstra (LEF!), de heer K.P. Eggen (D66), de heer G.J. Fonhof (SOPLUS), de heer T.H. Gerth (CDA), mevrouw A.E. van der Ham (Wakker Emmen), de heer L.H. Herbers (Wakker Emmen), me• vrouw T.e. Hoogeveen-Enzing (D66), mevrouw R. Horasan (PvdA), de heer GJ. Horstman (PvdA), de heer H. Huttinga (ChristenUnie), mevrouw U.H. Kilinçci (PvdA), de heer T. Kuilder (PVV), de heer M. Kuiper (SP), mevrouw D.S. Leal-Keen (Wakker Emmen), de heer H. Leutscher (LEF!), de heer G.H.H. Linnemann (Wakker Emmen), mevrouw A.G. Louwes-Linnernann (PvdA), de heer M. Meijer (VVD), mevrouw P. Mellema (CDA), de heer W.L.H. Moinat (SP), de heer B.J. Mulder (PvdA), de heer A.H. Oldenbeuving (CDA), de heer O.M. Poelman (Wakker Emmen), de heer G.P. Rink (PvdA), de heer W. Rixtum (PVV), de heer J.e. Scheltens (VVD), de heer P.M. Schrik (Wakker Emmen), mevrouw M. Srnit (VVD), mevrouw A.K. Velzing (Wakker Emmen), de heer D.E. de Vries (Wakker Emmen), de heer J.B.W. Wittendorp (CDA), de heer R. Woltman (Wakker Emmen) en me• vrouw B. van der Woude (GroenLinks)

Afwezige raadsleden (2) de heer M. Storm (PVV) en de heer J.H.G. Sulmann (PvdA)

Aanwezige collegeleden (6) de heer B.R. Arends, de heer R.E. Kleine, de heer H.F. van Oosterhout, de heer J. Otter, de heer R. Wanders en de heer R. van der Weide

Afwezige collegeleden (--)

Gemeentesecretaris mevrouw I.A.A. Oostmeijer-Oosting

1 Al. Opening en vaststelling agenda

Opening, welkom en mededelingen De voorzitter: Ik open de vergadering. Welkom bij deze raadsvergadering. We beginnen wat eerder dan normaal, want we hebben een heel volle agenda. Dat heeft onder andere te maken met de Jaarre• kening en de Kadernota. Afwezig zullen zijn in ieder geval de heer Sui mann en de heer Storm - de laatste is ziek. En later ko• men nog mevrouw Hoogeveen, mevrouw Leal en de heer Bos en dat is nog even onder voorbehoud.

Vaststelling agenda De voorzitter: Uiteraard hebt u een voorlopige agenda gezien, vastgesteld door het presidium. Maar het gaat er hier om de agenda definitief vast te stellen. We hebben een agenda gezien met daarin een heel aantal A-stukken waar we vrij snel doorheen kunnen gaan en met twee hoofdpunten, de Jaarstuk• ken en de Kadernota. Kan dat zo zoals het hier is vermeld? Ik geef het woord aan de heer Scheltens.

De heer ScheItens (VVD): Besluitpunt BI, besluit begrotingswijziging 2018-2, is mede op vragen van ons even als B-stuk geagendeerd. We hebben inmiddels de antwoorden ontvangen en wat ons be• treft zou dat ook als A-stuk kunnen - ik heb dat van de week ook al even per mail aan iedereen aange• kondigd. Dus ik hoor graag even of daar ook instemmend op gereageerd kan worden.

De voorzitter: Het voorstel is om van BI punt AI8, een A-stuk dus, te maken. Is dat akkoord? Ja? Zijn er voor het overige nog opmerkingen over de agenda? Niet? Dan gaan we met deze agenda de middag en avond invullen.

A2. Beëdiging commissielid, niet zijnde raadslid

De voorzitter: Dan kom ik bij agendapunt B2. Ik zou zeggen: de laatste tijd een standaardonderdeel, de beëdiging van een commissielid, niet zijnde raadslid. Het idee was om dat vandaag te vervolmaken. Wij hebben op 31 mei voorgesteld om tien commissieleden, niet zijnde raadsleden, te benoemen. Toen waren er negen en de heer Harrie Jan Kroeze van Wakker Emmen was toen helaas verhinderd, maar hij is er vandaag wel en het idee is om nu van hem te vraag om de eed af te leggen. Meneer Kroeze, mag ik u naar voren vragen om de eed af te leggen? De tekst van die eed was even zoek, maar het probleem is inmiddels alweer verholpen. Ik lees de tekst voor en u legt de eed af door daarna te zeggen 'zo waarlijk helpe mij God almachtig'. [Hierna neemt de voorzitter de eed af bij de heer Kroeze, waarna hij formeel is benoemd tot commissielid, niet zijnde raadslid van de gemeente Emmen.] Gefeliciteerd. [Applaus. De heer Kroeze krijgt bloemen en het boekje 'Grondwetwijzer' overhandigd.] Blijft u even staan, meneer Kroeze. Dan schors ik de vergadering even, zodat u ook aan dit commissie• lid de felicitaties kunt overbrengen. De vergadering is geschorst.

[Schorsing]

De voorzitter: Ik heropen de vergadering. Dames en heren, ik stel voor om weer verder te gaan, want we hebben nog wel wat agendapunten.

A3. Vragenhalfuur

De voorzitter: Wij waren bij agendapunt A3: dat is het vragenhalfuurtje. Voor het vragenhalfuurtje hebben twee raadsleden zich gemeld. Wij krijgen straks de heer Meijer van de VVD en die heeft een vraag over Fe Emmen. Maar we beginnen met de heer Fonhof van 50PLUS met een vraag over de sociaal-culturele activiteiten en ouderenvoorzieningen in de wijken, met name in Emmerhout. Meneer Fonhof, ik geef u het woord.

Sociaal-culturele activiteiten en ouderenvoorzieningen in de wijken, met name Emmerhout De heer Fonhof (SOPLUS): Ik zou willen vragen om ze even kort in te leiden, onze vragen. In het raadsvoorstel over het plan van aanpak voor de renovatie van de wijk Emmerhout heeft het college destijds aangegeven dat de sociaal-culturele centra niet voldoen aan de daarvoor gestelde eisen. In

2 2007, al heel lang geleden, werd er daarom met alle sociaal-culturele centra uitgeweken naar het ver buiten het centrum van Emmerhout liggende Emmerschans, waarbij de Stichting DCa ongeveer na twee, drie jaar weer een plaatsje was beloofd in het centrum van Emmerhout - iets wat tot op heden, elf jaar later, nog steeds niet is gebeurd. 50PLUS is van mening dat je een stichting als DCa niet elf jaar aan het lijntje kunt houden. De huidi• ge stand van zaken strookt wat dat betreft ook niet met het voornemen van het huidige college zoals beschreven in het Bestuursakkoord 'Samen investeren'. In paragraaf 2 staan een paar mooie opvattin• gen over voorzieningen en dat het een praktisch karakter heeft en een sociale functie moet hebben om eenzaamheid tegen te gaan of een ontmoetingsplek moet zijn voor inwoners. Dat er demografische ontwikkelingen zijn die niet ten koste mogen gaan van de leefbaarheid in de dorpen en wijken. En het college wil graag blijven investeren in het tot stand brengen en versterken van centrumvoorzieningen. Ten slotte staat in het Bestuursakkoord: '( ... ) dat wij een aantrekkelijk openbare ruimte, die uitnodi• gend is voor het organiseren van gezamenlijke activiteiten en dat de leefbaarheid niet puur vanuit een technische invalshoek wordt benaderd. ' Dit brengt mij als voorzitter van de 50PLUS-fractie tot de volgende vragen. Is het college het eens met 50PLUS dat elk centrum van een wijk in Emmen of een dorp ruimte voor sociaal-culturele activiteiten moet hebben? De tweede vraag is: is het college het eens met 50PLUS dat toezeggingen, eerder ge• daan, dienen te worden nagekomen? De derde vraag is: is het college het eens met 50PLUS dat de Stichting Dienstencentrum voor Ouderen (DCa) thans nog in een tijdelijke huisvesting in Emmer• schans een plek verdient in het centrum van Emmerhout, zoals eerder is toegezegd? Vraag 4: Is het college het eens met 50PLUS dat een ouderenvoorziening daar behoort te zijn gevestigd waar de oude• ren wonen, derhalve in de buurt van de seniorenflats aan de Lemzijde, de Waal, de Borg, de beide flats voor 55-plussers van Woonzorg en ook voor de bewoners van de Schans - althans, in dat gedeelte? Leven er momenteel - dat is de volgende vraag - gedachten bij het college om de jeugd en de ouderen een eigen onderkomen in het centrum van Emmerhout te geven, zoals dat ook elf jaar geleden het ge• val was? En de laatste vraag: is het college ook van mening dat met een sociaal-cultureel centrum in de wijk op loopafstand contacten worden bevorderd en eenzaamheid zo beter kan worden bestreden?

Reactie college De heer Otter (wethouder): Misschien even voor een aantal mensen: ooit zou het DCa, maar ook het sociaal-cultureel werk allemaalonderdeel worden van het Kindcentrum. Die discussie over dat Kind• centrum heeft heel lang geduurd en uiteindelijk is het Kindcentrum gebouwd zonder het sociaal• cultureel werk en zonder DCa. Daardoor is er eigenlijk een nieuwe situatie ontstaan. De tijd schrijdt voort, Bewonersbedrijf Op Eigen Houtje is erbij gekomen. Maar eigenlijk is het zo dat de heer Fonhof mij zes vragen stelt. En om het een beetje kort te houden: ik denk dat we het over de vragen 1 tot en met 4 en vraag 6 niet allemaal zo oneens zijn. Het is meer van hoe we dit handen en voeten gaan geven. Want het is inderdaad zo dat DCa in de Tussenstee is gevestigd: dat is een oud pand. Eigenlijk zijn we voornemens om het af te breken. Alleen, waar ere• eren we een nieuwe plek voor het DCa en ook voor De Sprokkel, het sociaal-cultureel werk? En ook nog wetende dat het Bewonersbedrijf in een heeloud pand zit dat in ieder geval qua duurzaamheid ook niet aan de eisen voldoet. Dus we zijn het allemaal niet zo oneens, het is alleen een kwestie van hoe we het handen en voeten gaan geven. Daartoe is het bestuur van DCa bij mij geweest en heeft ongeveer hetzelfde verhaal aan• gegeven dat ook de heer Fonhof nu naar voren brengt: 'We wachten al heel lang en hoe gaan we dit nou handen en voeten geven?' Ik heb aangegeven dat we hier als gemeente het initiatief voor nemen dat we na de vakantie met alle partijen - wat mij betreft hoort daar ook Op Eigen Houtje bij, DCa en De Sprokkel, het sociaal-cultureel werk - om tafel gaan zitten hoe wij naar een nieuwe huisvesting gaan kijken. Want heel veel activiteiten hangen heel dicht tegen elkaar aan en om apart iets voor al die verschillende partijen te gaan bouwen lijkt me ook niet erg efficiënt. Dat strookt ook niet met ons ac• commodatiebeleid waarin we zeggen dat we zoveel mogelijk dingen samen gaan doen. Dus als ge• meente gaan we daartoe het initiatief nemen om gezamenlijk met de partijen te kijken naar wat nieuws. Nou, dat heeft best nog wel wat voeten in de aarde, want ook die partijen moeten denk ik ook nog eens even over hun schaduw heen springen en kijken wat nou het beste is voor de inwoners van Emmerhout.

De heer Fonhof (SOPLUS): Een heel korte reactie: ik ben blij met de opmerking dat we het niet on• eens zijn met elkaar. Dat betekent dat er in ieder geval iets gaat gebeuren. Ik hoop wel dat het niet nog eens elf jaar gaat duren, want dat mag niet de bedoeling. Met andere woorden, ik wil heel graag aan dit

3 college om hier enige spoed en haast achter te zetten, zodat dit ook vanaf nu binnen een redelijke ter• mijn geregeld wordt. Dank u wel.

Ondersteuningsaanvraag FC Emmen c.g. Stadionbedrijf B.V. bij gemeente De heer Meijer (VVD): De VVD is er blij mee - net als de hele gemeente Emmen, waarschijnlijk• dat FC Emmen gepromoveerd is. Dat is goed voor de gemeente, het is goed voor de club, goed voor de bevolking. Maar dat stelt natuurlijk wel eisen aan de accommodatie. De provincie heeft op 6 juni una• niem ingestemd met een subsidie van 500.000 euro om het stadion van FC Emmen gereed te maken voor de eredivisie. Gelukkig hebben ze aan deze subsidie niet de eis gesteld dat FC Emmen straks 'FC ' moet gaan heten, maar wij zijn wel een beetje benieuwd eigenlijk naar het volgende. Op het transferfront gebeurt wel veel, maar op het financiële front is het vrij stil. Dus hoe acteert de gemeente Emmen hier zelf in? We hebben daarover drie vragen. 1) Heeft de ge• meente Emmen naar aanleiding van de promotie van FC Emmen naar de eredivisie een verzoek gekre• gen van FC Emmen of van het Stadionbedrijf om ondersteuning - in welke vorm dan ook? 2) Zo ja, over welke soorten ondersteuning praten we dan? Is er ook financiële hulp aan de gemeente gevraagd? En 3) als het laatste het geval is, hoe staat het college hierin? Is er al over gesproken en zijn er al be• sluiten over genomen?

De voorzitter: Dank u wel. Inmiddels bemoeien drie portefeuillehouders zich met FC Emmen. Dat doet wethouder Van der Weide vanuit de sport, dat doet de burgemeester vanuit de openbare orde en dat doet wethouder Otter vanuit het Stadionbedrijf. En wethouder Otter zal de beantwoording voor zijn rekening nemen. Wethouder.

Reactie college De heer Otter (wethouder): Nou, ik oefen alvast in een korte en bondige beantwoording van vragen. Dus het antwoord op vraag 1 is: nee. Dat betekent dat vraag 2 daarmee overbodig is, want dat is eigen• lijk ook weer een 'nee'. En punt 3 vraagt om een iets genuanceerder antwoord. Er zijn geen verzoeken binnengekomen, dus dat maakt het ook lastig om ergens over te spreken. Ik denk dat we heel nadruk• kelijk ook het onderscheid willen maken tussen FC Emmen en het Stadionbedrijf aan de ene kant en misschien wat algemene zaken om het stadion heen op het gebied Oude Meerdijk, ook in het kader van de openbare orde en veiligheid. Dus ik kan me voorstellen dat we op dat gebied misschien wel een aantal dingen moet gebeuren. Maar het richting het Stadionbedrijf van FC Emmen heeft de provincie al een bepaalde verantwoordelijkheid genomen. En voor de rest is het natuurlijk ook zo dat als je als club promoveert, je natuurlijk ook meer geld krijgt. Dus het is heel leuk dat iedereen zich in één keer allemaal enorm veel zorgen maakt, maar er is ook veel meer budget bij de FC Emmen en dat geeft na• tuurlijk ook mogelijkheden dat zij zelf bepaalde zaken kunnen betalen. Maar kort gezegd: ik denk dat als het gaat om openbare orde en veiligheid, we misschien een aantal dingen moeten doen. Het is nu ook niet zo dat we nu helemaal niets doen. Er is een projectleider be• noemd die al die verschillende banden - FC Emmen, veiligheid enzovoort - oppakt. Ook vanuit de openbare orde en veiligheid wordt heel erg meegekeken en als het hier en daar nodig is - ik noem maar wat: in de sfeer van camerabeveiliging rond het gebied - dan denk ik dat we onze verantwoorde• lijkheid op dat punt moeten pakken.

A4. Notulen openbare raadsvergadering van 31 mei 2018

De notulen van de openbare raadsvergadering van 31 mei 2018 worden ongewijzigd vastgesteld, onder dankzegging aan de notulist.

A5. Voorbereidingsbesluit Emmen DelftIanden

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. A5 vermelde raadsvoorstel met algemene stemmen aangenomen.

A6. Grondexploitatie voormalige brandweerkazerne

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. A6 vermelde raadsvoorstel met algemene stemmen aangenomen.

4 A7. Bestemmingsplan ', uitbreiden zorgvilla Landschapsweg'

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. A 7 vermelde raadsvoorstel met algemene stemmen aangenomen.

A8. Bestemmingsplan'Buitengebied Emmen, Erica, Noordersloot3'

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. AS vermelde raadsvoorstel met algemene stemmen aangenomen.

A9. Uitvoeringskredietzonnepanelen op negen gemeentelijkepanden

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. A9 vermelde raadsvoorstel met algemene stemmen aangenomen.

AIO. Vangnetuitkering 2017

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. AIO vermelde raadsvoor• stel met algemene stemmen aangenomen.

All. Deelnemingin Atlas Theater B.V.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. All vermelde raadsvoor• stel met algemene stemmen aangenomen.

A12. Concept-begrotingswijziging2018 en Kaderbrief 2019EMCO-groep

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. Al2 vermelde raadsvoor• stel met algemene stemmen aangenomen.

A13. Begroting 2018 EMCO-groep

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. A13 vermelde raadsvoor• stel met algemene stemmen aangenomen.

A14. Jaarrekening en jaarverslag 2017, begrotingswijziging2018 en (ontwerp)begroting 2019 VeiligheidsregioDrenthe (VRD)

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. Al4 vermelde raadsvoor• stel met algemene stemmen aangenomen.

AIS. Begroting 2019 en jaarrekening 2017 Recreatieschap Drenthe

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. AIS vermelde raadsvoor• stel met algemene stemmen aangenomen.

A16. Jaarrekening enjaarverslag 2017 en (ontwerp)begroting2019 GGD

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. Al6 vermelde raadsvoor• stel met algemene stemmen aangenomen.

A17. Jaarrekening en jaarverslag 2017, begrotingswijziging2018 en (ontwerp)begroting 2019 RUDDrenthe

De heer Eggen (D66): D66 is blij dat de wethouder en de raad de ingebrachte zienswijze van mijn collega Carmen Hoogeveen van D66 vorig jaar hebben overgenomen en we kunnen hier dan ook vol• ledig mee instemmen.

5 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. Al7 vermelde raadsvoor• stel met algemene stemmen aangenomen, met inachtneming van de stemverklaring van de D66-fractie.

A18. Besluit begrotingswijzigingen 2018-2 (was agendapunt BI)

De voorzitter: De heer Wittendorp van het CDA, meld ik even, heeft aangegeven in verband met za• kelijke betrokkenheid als architect bij de Dorpshoeve geacht wil worden bij dit agendapunt niet aan• wezig te zijn. Blijft u rustig op uw plek zitten, meneer, Wittendorp, dat mag gerust, maar hij geeft dit bij dit punt even aan.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het onder nr. Al8 vermelde raadsvoor• stel met algemene stemmen aangenomen.

BI. Vervallen (wordt A18)

B2. Bekrachtiging geheimhouding grondexploitatie Ganzenroer

De voorzitter: Allemaal akkoord? Dat is het geval. Aldus besloten.

B3. Jaarstukken 2017 gemeente Emmen

De voorzitter: Dan zijn we bij agendapunt B3, de Jaarstukken 2017. Dit behoeft enige toelichting wellicht. Er zit ook een Auditcommissie omheen, een club uit uw raad die er nog eens even heel speci• fiek naar kijkt. We hebben van de voorzitter van de Auditcommissie, de heer Eggen, vernomen dat hij niet echt behoefte heeft aan een toelichting op de brief van de Auditcommissie: die zou voor zich moe• ten spreken. Ik wil in ieder geval de heer Eggen en ook de overige leden van de commissie hartstikke bedanken voor hun inzet in het afgelopen jaar. Het werkt heel goed dat een aantal raadsleden nog eens wat extra kijkt naar dit soort stukken. We gaan uiteraard naar een nieuwe bezetting, maar in ieder geval komen de heer Eggen en de heer Oldenbeuving niet terug in deze commissie. En over de andere twee tijdelijk leden, de heren Scheltens en Woltman, zal de raad zich na de zomervakantie uitspreken. Die hebben zich gekandideerd voor een nieuwe periode. Maar ik wil in ieder geval iedereen die in de afgelopen periode in de Auditcommissie zitting heeft genomen, enorm bedanken voor hun werk. Dat helpt de beraadslaging in deze raadsvergadering enorm. 0, meneer Eggen, u wilt tóch nog wel wat zeggen?

De heer Eggen (D66): Nou, ik wil daar nog wel graag op reageren. De brief was volgens mij heel erg duidelijk en bij de behandeling in de commissie is die ook meerdere malen geciteerd. En de meeste mensen waren het daar ook mee eens, dus ik vond het niet nodig om dat nog verder toe te lichten. Ik wil u danken voor uw dankwoorden die aan mijn mede-Auditcommissieleden uitgesproken zijn. U zegt het heel correct dat de commissie nog eens extra naar zaken kijkt. Ik adviseer vooral die colle• ga's die twijfelen of ze in die Auditcommissie willen gaan zitten, daar ook echt in te gaan zitten. Ik heb daar als onbenul op financieel gebied heel veel geleerd, dus wat dat betreft is dat een uitdaging voor andere collega's misschien.

De voorzitter: Warm aanbevolen. Nou, u doet zichzelf wel wat tekort als 'onbenul' in dezen, dus ja, dat zijn de besten - zou ik haast zeggen. Die kijken met een heel frisse blik op dit soort zaken. Nee, daar hoort een betere typering bij, denk ik. Dank u wel. Wij gaan u vragen om een oordeel te vellen over de Jaarstukken, ook over het rekeningresultaat: daar is in de commissie ook uitgebreid over gesproken. Wij hebben afgesproken dat we hier vandaag niet die hele sessie gaan overdoen, maar ik zou me kunnen voorstellen - het is een belangrijk thema - dat we daar toch een aantal woorden aan gaan wijden. Wie mag ik daarover het woord geven in eerste termijn? Als eerste de heer Schrik van Wakker Em• men. Wilt u dat vanaf het spreekgestoelte doen? Ja? Dat is wel zo netjes. Meneer Schrik, als eerste aan u het woord.

6 Eerste termijn De heer Schrik (Wakker Emmen): Voor ons liggen ter vaststelling de Jaarstukken 2017. Onze frac• tie heeft haar zorgen omtrent Wildlands uitgesproken en betreffende de tekorten op de jeugdhulp is een pakket aan maatregelen toegezegd om de tekorten zo snel mogelijk weg te werken. Daarnaast heeft het college beterschap beloofd om nog dit jaar een verbetertraject te starten om de inkoop- en aanbestedingsprocessen verder te professionaliseren. Het college heeft onze vragen tijdens de commis• sievergadering van een duidelijk antwoord voorzien. Onze fractie is niet voornemens om die commis• sievergadering nogmaals over te doen en kan daarom instemmen met het voorgestelde besluit om de Jaarstukken 2017 vast te stellen en het rekeningresultaat 2017 te onttrekken aan de algemene reserve.

De heer Mulder (PvdA): Ja, ik ben iets langer van stof, helaas - sorry daarvoor alvast. Waarom gaat iemand de politiek in? Nou, daarbij kan ik alleen maar voor mijzelf spreken. Je doet dat om de wereld - of iets kleiners: je eigen stad of dorp - iets mooier te maken. En wat is dan een mooie stad? Dat is een stad die wat mij betreft en wat ons betreft als PvdA-fractie duurzaam, veilig en gezond is voor haar inwoners. In Japan hebben ze daar inmiddels een mooi nieuw begrip voor: Society 5.0, zoals het zo mooi heet, als antwoord op het volledig geautomatiseerd Industry 4.0. In Society 5.0 draait het vooral meer om de mens die woont, werkt en leeft in de stad, die we om die mens heen zo slim mogelijk inrichten. En daar horen politieke keuzes bij. Vandaag staan die keuzes centraal. Keuzes die in het verleden zijn gemaakt - daar hebben we het nu eventjes over - en een opmaat naar de keuze die we móéten maken naar de toekomst toe - daar hebben we het straks over. Waar hebben die keuzes in het verleden toe geleid? Voor ons liggen de Jaarstukken ter bespreking. Als PvdA-fractie hebben wij kennisgenomen van die stukken, inclusief de accountantsverklaring en de brief van de Auditcommissie. Nou, dan wil ik toch wel eventjes beginnen met iets wat in de commis• sie al als 'goednieuwsshow' werd bestempeld, maar waarvan ik dan - samen ook met mijn fractie - vind dat dat dan toch ook wel benoemd mag worden. De daling in het aantal bijstandsgerechtigden is al genoemd, het succes van Dutch Techzone en ook een aantal maatregelen die zijn genomen op het gebied van de toegankelijkheid en laagdrempeligheid van de lokale overheid. En in dit kader zouden we ook de Brievenbrigade nog eens een keer willen benoemen. Dat zijn initiatieven waar wij als Partij van de Arbeid alleen maar heel erg blij van kunnen worden. Ook wij hebben niet echt de behoefte om de commissie over te doen. Maar ik wil toch nog wel even van de gelegenheid gebruikmaken om ook de punten van kritiek of zorg even kort aan te stippen. Ik kijk eerst even naar de Jaarrekening. In de beoordeling van de financiële positie moet je dan naar het volledige plaatje kijken: eigen vermogen, schuldpositie, solvabiliteit en de mate waarin de grote risi• co's kunnen worden opgevangen als deze materialiseren. Wij hebben al geconstateerd, samen met de accountant en met de Auditcommissie, dat de financiële positie op zich best in orde is. Dat gezegd hebbende: we hebben als fractie wel wat zorgen en die hebben we ook in de commissie benoemd. Wildlands is ook al benoemd door de collega van Wakker Emmen: daarvoor geldt dat er een verlies wordt gerapporteerd na belasting van 1,8 miljoen euro. Wij hebben een enorm belang bij - daar heb• ben we ook op aangedrongen - maatregelen om daarmee in control te komen. En datzelfde geldt voor de jeugdzorg - dat is ook benoemd. De accountant maakt verder nog melding van tekortkomingen in de aanbestedingen. Ook daarvan vindt onze fractie dat dat vanzelfsprekend beter moet en op dat gebied zouden we ook willen aanbeve• len om eens goed te kijken naar de aanbestedingsmethodiek, om die eens tegen het licht te houden. Veeloverheidsinstanties werken inmiddels in een flink aantal domeinen niet meer met EMVI, de Eco• nomische Meest Voordelig Inschrijving, maar gebruiken bijvoorbeeld ook BVP, Best Value Procure• ment, of in goed Nederlands: de prestatie-inkoop. Nou, dat is niet de heilige graal maar het kan zeker lonen om daar eens goed naar te kijken. Wij hebben een handtekening gezet onder een zeer ambitieus Bestuursakkoord. Als Partij van de Ar• beid-fractie willen we de plannen in dat akkoord maximaal waar kunnen maken. Dat betekent wel dat de gemeentelijke financiën ook maximaal op orde moeten zijn. In de commissie BM&E heb ik dat verwoord als 'van goed naar beter'. Dan nog realiseert de Partij van de Arbeid zich als geen ander dat er keuzes gemaakt moeten worden. Die keuzes worden bepaald door APK, Ambities-Prioriteiten• Kaders. Dus de kunst om binnen die kaders de juiste prioriteiten te bepalen op de gestelde ambities. De keuzes van de Partij van de Arbeid worden bepaald door de ambitie op het gebied van een sterke én sociale economie. Anders gezegd: een sociale economie met bestaanszekerheid voor iedereen. Die kan alleen bestaan binnen een sterk economisch kader. Wat ons betreft gaan we de komende vier jaar bouwen aan dat sterke economische kader met groeiruimte voor bedrijven en onderwijs, zodat we zo• vel mogelijk inwoners mogelijkheden kunnen bieden om aan de eigen gezonde toekomst te werken. We willen het college die ruimte geven om te bouwen. Een college dat voortdurend in firefightmode

7 moet opereren, heeft die ruimte niet. En als we dan lezen over de uitdaging die we toch zien bij Wildlands en de toekomst van Area en ook Treant, dan hebben we toch wel wat zorgen. Die proble• men moeten we aanpakken, zorgvuldig maar wel zeer voortvarend. Tot slot, 'we' staan er best goed voor - althans, op zijn Drents: 't kon minder. Maar er komen uitda• gingen op ons af en daarom is de Partij van de Arbeid realistisch. Daarbij willen wij zoals gezegd de ambities in het Bestuursakkoord waarmaken. Dat kan en daarvan zijn we overtuigd. Wat ons betreft zetten we de schouders eronder: op naar een duurzaam, gezond en veilig Emmen waarin de inwoners centraal staan. En op dus, wat ons betreft, naar een Society 5.0 met Emmen. Tot slot - helemaal op het eind - hebben wij daarvoor een APK-stickertje laten maken. Die heb ik hier eventjes in het groot voor u, maar ik ben zo vrij geweest om daar échte stickers van te laten maken - zes stuks voor het college - en die ga ik u nu even overhandigen. [Overhandigt de zes APK-stickers aan de griffier.]

De voorzitter: Dank u wel. Een APK voor de gemeentelijke financiën: die zullen wij doen toekomen aan het college.

De heer Van Dijken (CDA): In mijn bijdrage in de commissievergadering heb ik gepleit voor het opnemen van trends in het Jaarverslag en de Jaarrekening. Niet om er weer een dik pakket van te ma• ken, maar om te zien waar we vandaan komen, welk doel we voor ogen hebben en hoe het staat op de weg ernaartoe. Het idee om gebruik te maken van groene, gele en rode bollen was en is een goed idee, maar kijk naar de laatste besprekingen van de Jaarrekeningen: de discussie erover zal er altijd blijven. Trends zijn in onze ogen een mooie aanvulling daarop. Kijk maar eens naar het percentage afvalschei• ding door huishoudens: dit staat op 59 procent, terwijl we van 54 procent komen. Dat lijkt mooi. Ech• ter, als we wat achterom kijken, wat verder terug, dan staat het percentage al jaren op 54 procent. Als je dit afzet tegen de doelstelling van 60 procent die we in 2015 hadden willen halen en een doelstelling van 75 procent in 2020, dan hebben we nog wel wat te doen. Een dalende trend en tevens een trend die wij nu maar eens moeten doorbreken, is het teruglopende eigen vermogen van 76 miljoen in 2013 naar 53 miljoen in 2017. Trends die we in onze achterhoofd moeten houden bij de Kadernota en de Begro• ting. Nog een aantal trends: de teruglopende arbeidsplaatsen van ruim 48.000 in 2013 naar ruim 45.000 in 2017. Maar ook een positieve trend: het aantal toeristische overnachtingen van 340.000 in 2013 naar 390.000 in 2017. En dan een trend die eigenlijk geen trend mag worden genoemd: het aantal bijstandsgerechtigden dat al jaren rond de 3.400 à 3.500 blijft steken. Van een langetermijnbeweging is nauwelijks sprake. Het zou mooi zijn als we door meer inzicht onszelf een boost kunnen geven op die terreinen waar het nodig is. Of anders gezegd: uit de trends kun je de belangrijkste opdrachten aan onszelf als gemeente• bestuur destilleren. Kortom, een prima Jaarrekening waaruit onder andere blijkt dat we een uitstekend voorspellend vermogen hebben, maar waarin trends ons nog meer inzicht zouden kunnen geven. Verder kunnen we instemmen met het vaststellen van deze Jaarrekening inclusief het onttrekken van het rekeningsresultaat aan de algemene reserve en kunnen we ons vinden in de adviezen gegeven door de Auditcommissie. Wij danken nogmaals de opstellers van de Jaarrekening en de Auditcommissie voor hun inbreng.

De heer Scheltens (VVD): Ook wij hebben natuurlijk in de commissie alover de Jaarrekening gesp• roken. Toch willen we ook kort ingaan op onze financiële positie, temeer omdat we ook daar zodade• lijk bij de behandeling van de Kadernota in zullen gaan. De Jaarrekening 2017 sluit met een negatief resultaat van 4,3 miljoen en hiermee wijkt de gemeente Emmen sterk af van alle andere Drentse gemeenten. Op Hoogeveen na sluiten alle Drentse gemeenten af met een positief resultaat: die afwijking baart de VVD toch wel zorgen, temeer omdat ook onze sol• vabiliteit ver onder het gemiddelde ligt. De oorzaak daarvan ligt in keuzes die in het verleden gemaakt zijn - dat is evident en ook begrijpelijk. Maar dat maakt wel dat we moeten zorgen dat deze solvabili• teit verbetert en dat kan eigenlijk alleen maar door zwarte cijfers te schrijven. Dan moeten er, zojuist ook al door een aantal benoemd, niet te veel risico's werkelijkheid worden. Dat betekent ook iets voor het te maken beleid. Daarover bespreken we straks meer bij de Kadernota. Ondanks dit verlies kunnen wij ook akkoord gaan met dit raadsvoorstel.

De heer Huttinga (ChristenUnie): Ook wij zullen nog even kort willen reageren op dit raadsvoorstel. Zoals alle collega's tot nu toe hebben gememoreerd, is er zeer uitvoerig gesproken in de commissie over heel veel dingen, dus dat gaan we niet herhalen. Maar we willen wel even de hoofdlijn herhalen. Allereerst is dat dat we dankbaar zijn dat er wel heel veel gerealiseerd en er ook heel veel is gebeurd.

8 Dat is geen goednieuws- of mooiweershow, dat is gewoon om aan te geven dat er in de gemeente ge• woon heel veel goeds gebeurt zonder dat het opvalt. En daar staan we gewoon te weinig bij stil, dat is kennelijk niet interessant en dat is weleens jammer. Daarom noem ik het toch maar even. Ook wij van de Christenl.Inie-fractie hebben zorgen, in die zin dat wij het college graag opdragen om alert te zijn, accuraat te zijn en adequaat te denken en te handelen, met name ten aanzien van de ver• mogenspositie, de inkoop, het sociaal domein - en dan wil ik met name de jeugdzorg nogmaals be• noemen - en ten slotte Wildlands. Dat zijn toch wel zaken die ons echt indringend moeten bezighou• den deze komende tijd, om te voorkomen dat we verder afglijden als gemeente qua financiën. En ook wat ons betreft een oproep aan het college om alles op alles te zetten om zwarte cijfers te schrijven, om aan onze financiële positie een betere kleur te geven. Ten slotte wil ik ook het college bedanken voor het feit dat wederom de Jaarrekening weer beter en inhoudelijk gezien ook weer beter leesbaar was en dank ik iedereen die eraan meegewerkt heeft. Ook de Auditcommissie die de afgelopen jaren uitstekend werk heeft verricht, waardoor wij als gewone raadsleden ons werk makkelijker konden verrichten.

De heer Eggen (D66): Ik wil graag eerst even ingaan op de woorden van de heer Huttinga. Nou, dank namens de medeleden van de Auditcommissie. En 'onbenullig' was ik in het begin, maar nu zeker niet meer. Dan de Jaarstukken. Nogmaals dank aan de ambtelijke organisatie, de accountant en de Auditcommis• sie voor het verrichte werk. Zoals in de commissievergadering al aangegeven, houden we niet veel financiële ruimte over - collega's hebben dat ook al gememoreerd. Wij zijn blij met de suggestie van de wethouder om samen met de Auditcommissie te gaan kijken om processen anders te beschrijven en niet in de vorm van verkeerslichten - wat de heer Van Dijken net ook al memoreerde. Grote zorg aan de kant van D66 blijft toch wel maar liefst 46 procent van de bellers dat niet beant• woord of teruggebeld wordt. Dit moet wat ons betreft snel veranderen: wij zijn er voor de burgers en wij moeten daar ook aan blijven werken. Laten we vooral een dienstbare en betrouwbare overheid zijn waar afspraak afspraak is, mondeling of schriftelijk gemaakt. We zien het collegeprogramma en de Investeringsagenda met belangstelling tegemoet. En uit mijn woorden kunt u waarschijnlijk ook al wel coneluderen dat wij instemmen met het raadsvoorstel.

De heer Fonhof (SOPLUS): Net als de PvdA en ook de ChristenUnie wil ik niet de hele commissie overdoen. Maar dan neemt niet weg dat ik toch nog wel een paar opmerkingen heb. De accountant heeft dan wel een goedkeurende verklaring afgegeven, maar hij heeft ook een 'maar' aangegeven met betrekking tot de rechtmatigheid: 4,8 miljoen aan fouten en ruim 3 miljoen aan onze• kerheden. Als ik dan de Kadernota erbij pak, dan zie ik op pagina 30 dat de jonge stichting De Toegang tijd no• dig heeft gehad om zich te ontwikkelen tot een taakvolwassen organisatie. Opmerkelijk vond ik toch wel daarbij de opmerking dat de groei van de PGB-Iastenbegeleiding - want dat zit toch wel4 ton ver• schil in - daar een beetje aan wordt ontleend. Dat maakt het voor mij wel een beetje zorgelijk. Dat be• tekent eigenlijk dat wij een jonge organisatie - ik wil niet zeggen 'vrij spel geven' -, maar dat zit al• lemaal niet goed. Want BOO heeft voor 421.000 euro aan financiële fouten met betrekking tot de ge• trouwheid en 411.000 euro met betrekking tot de rechtmatigheid ontdekt. En als je bij elkaar optelt, dan zou het weleens binnen dat stramien onder andere naar voren zijn gekomen. Dat vind ik zorgelijk. BOO heeft ook een drietal aandachtspunten afgegeven en die onderschrijven wij volmondig. Ik merk dat er hier in deze zaal regelmatig wat Engelse termen worden gebruikt en die wil ik eigenlijk ook niet gebruiken maar dat moet ik nu wel doen, want 'Wildlands' is wel Engels. Voor wat betreft Wildlands vragen wij ons echt af hoe de directie, de Raad van Commissarissen en de overige belang• hebbende bij dit proces betrokken instanties - dan tel ik ook even de gemeente daarbij op - de afgelo• pen tijd in dit dossier hebben geopereerd. De begroting van 2017 van Wildlands - dat is bekend - is te laat aangeleverd, tegenvallende bezoekersresultaten over 2017 en ook zelfs over het eerste kwartaal van dit jaar. Dat zijn verontrustende parameters wat mij betreft en die nopen tot actie. Gelukkig zijn die acties inmiddels in gang gezet, heb ik begrepen, maar ik vraag me toch wel echt af of 2018 een succesjaar wordt. En waarom? Als ik zie dat ik nu op dit moment entreekaartjes voor 15 euro kan ko• pen, dan haal je misschien wel het gewenste aantal bezoekers, maar volgens mij is de kas dan nog niet volledig gevuld. Voor wat betreft de opmerking van BOO is het dan ook duidelijk dat het schort aan het zelfcontrole• rend vermogen - ik heb dat eerder genoemd - en daar wil ik uitdrukkelijk naar verwijzen. En over het behaalde resultaat: ja, mij is in de commissie BM&E al een keer aangeduid dat het 2,3 miljoen meer is

9 dan de begrotingswijziging daarvóór. Kortom: ik heb ook zorgen voor de toekomst die ook door ande• ren worden uitgesproken in deze zaal en we moeten inderdaad naar zwarte cijfers toe.

Reactie college De heer Otter (wethouder): Dan trek ik even de conclusie dat er niet echt veel concrete vragen ge• steld zijn waar ik op in moet gaan. Er zijn heel veelopmerkingen gemaakt die positief waren, maar in ieder gevalopbouwend van aard waren. Die opmerkingen nemen we ons altijd ter harte en die zullen we ook weer meenemen naar de toekomst toe. Daarnaast zijn er door bijna iedereen toch weer opmerkingen gemaakt van zorg: zorg over Wildlands, over de jeugdzorg, er is de vinger gelegd op een aantal zaken dat gewoon niet gaat. Ja, het is duidelijk: wij dele die zorg en wij zijn ook actief met die zaken die niet goed gaan. Dus we proberen er ook ac• tief op te sturen dat dit beter gaat, maar nogmaals: de zorgpunten - en vooral Wildlands - delen wij en dat is ook een issue dat ons - ik wil niet zeggen dagelijks - wel constant bezighoudt. Dus ik denk ook dat we daar dit jaar ook nog weI over gaan spreken met elkaar.

De voorzitter: Dank u wel. Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.

Besluitvorming De voorzitter: Dan kunnen we denk ik overgaan naar de besluitvorming? Dat is het geval. Dat gaat over het vaststellen van de Jaarstukken 2017 en het rekeningresultaat over 2017 ad 4.303.000 euro te onttrekken aan de algemene reserve. Zijn wij allemaal akkoord? Wie is voor? Allemaal. Voor de zekerheid: wie is tegen? Aldus besloten.

B4. Kadernota 2019 inclusief Berap-I en Meerjarenperspectief Grondexploitaties

De voorzitter: Dan gaan wij over naar agendapunt B4 en daar zullen wij wel de rest van de vergade• ring mee bezig zijn. Dat gaat over de Kadernota, de Bestuursrapportage en het Meerjarenperspectief. Misschien nog even over de orde van deze vergadering: het idee is dat in de eerste termijn de fracties maximaal acht minuten spreektijd nemen, dan kan er een reactie komen van de wethouder van financi• en, die maximaal twintig minuten heeft, de overige collegeleden maximaal tien minuten. En we zullen even kijken hoe het gaat in de rit - dat hangt een beetje af van interrupties en vragen - maar het idee is om rond de klok van kwart voor zes te schorsen, dan even met elkaar een hapje te eten en dan de rest van de avond, voor zover dat nodig is, de besluitvorming te voltooien. Zullen we het zo doen? Goed. Dan gaan we over tot de eerste termijn van de behandeling van de Kadernota 2019 en aanverwante stukken en daarvoor geef ik als eerste het woord aan de heer Schrik, fractielid van Wakker Emmen. Meneer Schrik, aan u het woord.

Eerste termijn De heer Schrik (Wakker Emmen): Voor ons ligt de eerste Kadernota in deze nieuwe bestuursperio• de, een beleidsarme Kadernota welteverstaan. Wij begrijpen dat er voor deze opzet is gekozen. Ten tijde van het opstellen van deze nota zaten wij immers nog midden in verkiezingstijd. Daarom zijn de uitkomsten van het collegeprogramma nog niet verwerkt in de voorliggende Kadernota. In afwachting van de concrete vertaling van het Bestuursakkoord naar collegeprogramma en het bijbehorende inves• teringsprogramma zal bij de behandeling de Begroting van 2019 later dit jaar de integrale afweging met betrekking tot nieuw beleid gaan plaatsvinden. Het nieuwe Bestuursakkoord is ambitieus en de mate waarin al deze ambities gerealiseerd kunnen gaan worden, hangt meer af van de beschikbare financiële middelen dan van de ambities van ons als raad. Vanuit het financiële meerjarenperspectief zien we dat in 2019 een tekort is van circa 2,5 miljoen euro, maar vanaf 2020 ontstaat er weer enige financiële ruimte, die oploopt naar bijna 7 miljoen euro in 2022. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat de vertaling vanuit het collegeprogramma hier nog niet in verwerkt is. Tijdens de behandeling van het Bestuursakkoord hebben wij aangegeven, de ko• mende periode samen te willen investeren in een betere en nog mooiere gemeente Emmen waar het goed wonen, werken en leven is. Wakker Emmen ziet graag dat de komende periode wordt doorge• gaan met het investeren in leefbare dorpen en wijken, het tegengaan van verpaupering, het in stand houden en versterken van centrumvoorzieningen en het versterken van de sociaal-economische struc• tuur, een kwalitatief goed openbaar gebied, goede en betaalbare sportvoorzieningen en buurt- en dorpshuizen die bijdragen aan een prettige leefomgeving.

10 In deze Kadernota zien wij een eerste aanzet tot c.q. uitwerking van de motie 'Onderhoudsproblema• tiek buurt- en dorpshuizen' terug, die vorig jaar unaniem door de raad is aangenomen. Wij zien de na• dere uitwerking graag terug in het collegeprogramma. Verder zien we dat er op inspraak van inwoners en verenigingen van Emmer-Compascuum uiteinde• lijk is gekozen voor de locatie Abeln voor de bouw van de nieuwe sporthal in Emmer-Compascuum. Goed om te zien dat er geluisterd is naar de voorkeurslocatie van het overgrote deel van de bezoekers dat de inloopbijeenkomst heeft bezocht. Kan de wethouder aangeven hoe het vervolgproces eruitziet en wanneer de start van de bouw zal beginnen? Mede door de inzet van het Fonds Dorpen en Wijken zijn de vorige bestuursperiode de nodige centra vernieuwd of worden die nog vernieuwd. Aantrekkelijke dorpen en wijken houden niet op met het in• vesteren in centra, ook de woonstraten en de directe woonomgeving van onze inwoners dienen op orde te zijn. Wij vinden het belangrijk dat de uitkomsten van de woon- en leefbaarheidsvisies de komende jaren ook daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast hebben we de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt betreffende het kwaliteitsniveau van onze wegen en fietsen, met als doelom weer op het gewenste onderhoudsniveau te komen. Wij horen van de wethouder of we inmiddels weer aan de afgesproken normering voldoen. Zo niet, dan vindt Wakker Emmen dat het belangrijk is dat er de komende periode geïnvesteerd wordt om weer op het gewenste onderhoudsniveau te komen en te blijven. Voor ons is het belangrijk dat iedereen mee kan doen in onze samenleving. Ook mensen met een be• perking of een afstand tot de arbeidsmarkt dienen voldoende kansen te krijgen. De hardnekkige en ge• neraties lang voortdurende situatie van armoede en overerving moet worden doorbroken. De komende periode moet hier blijven in worden geïnvesteerd met als aandachtspunt laaggeletterdheid. Onze frac• tie ziet een concrete uitwerking hiervan graag terugkomen in de nog op te stellen Sociale Agenda. Op het gebied van de jeugdhulp dient de komende periode een transformatieslag te worden doorlopen. Hiervoor is een Transformatieagenda in de maak. In het Meetjarenperspectief zien we dat de tekorten op jeugdhulp zwaar drukken op de gemeentelijke Begroting, tekorten die grotendeels zijn veroorzaakt door het feit dat wij taken overgedragen hebben gekregen vanuit het Rijk, maar wel met een substanti• ele korting van de budgetten. De gemeente Emmen is niet de enige gemeente met tekorten op de jeugdhulp: het overgrote deel van de gemeenten heeft hiermee te maken. Daarom blijft het belangrijk om collectief continue druk uit te oefenen naar Den Haag voor aanvullende financiële middelen. Betreffende de financiële tekorten in het sociaal domein lezen wij in de VNG-brief van 15 februari dit jaar dat het Rijk toezeggingen heeft gedaan aan het VNG-bestuur over het vormen van een fonds voor gemeenten die worden geconfronteerd met de stapeling van tekorten in het sociaal domein. Dit jaar zit er 200 miljoen in het fonds. Het fonds geldt ter overbrugging van de periode tot de invoering van een nieuw verdeelmodel. Is inmiddels duidelijk of de gemeente Emmen in aanmerking komt voor een compensatie uit dit fonds en zo ja, wat is de hoogte van de bijdrage? Feit blijft wel dat we met elkaar de ambitie moeten hebben om de tekorten op onder andere de jeugdhulp de komende periode weg te werken, zonder dat de kwaliteit van de zorg in het geding komt. Hierbij mogen jongeren niet tussen wal en schip raken. Voor Wakker Emmen is het belangrijk dat de wachtlijsten niet verder oplopen en zo snel mogelijk worden weggewerkt. Het kan en mag onzes inziens niet zo zijn dat jongeren met pro• blemen niet geholpen kunnen worden omdat er geen plek is om geholpen te worden. Tot slot geeft zoals gezegd deze beleidsinhoudelijk Kadernota nog geen echte richting aan. Toch is het logisch dat we de Kadernota nu al in deze vorm vaststellen, ook al is die binnenkort alweer achter• haald wanneer het collegeprogramma gereed is. Als laatste wil Wakker Emmen eenieder bedanken die een bijdrage heeft geleverd bij de totstandkoming van deze nota.

De heer Rink (pvdA): In navolging van de oproep van collega Huttinga met fractievoorzitters voelde ik mij toch geroepen om dit keer het woord te nemen. Dank daarvoor. Society 5.0: mijn collega Mulder verwees hier al naar. Volgens bepaalde critici in dit huis 'Samenle• ving 5.0', we willen het graag vernederlandsen. Ik heb ook geprobeerd om zoveel mogelijk bij het En• gelse weg te blijven. Maar in deze Samenleving 5.0 draait het vooral weer om de mens die prettig woont, werkt en leeft en om dat zo slim mogelijk in te richten. Daar horen zoals gezegd politieke keu• zes bij. Hoe zien wij als Partij van de Arbeid te toekomst van onze samenleving en welke keuzes ho• ren daar nou helemaal bij? Daar mogen we ten tijde van het bespreken van de Kadernota, die hier voor ons ligt, ons over uitspreken. Om het toekomstbeeld te schetsen en de weg ernaartoe te bepalen moet je weten waar je vandaan komt en met welke mogelijkheden je op pad kunt gaan. Zojuist hebben wij de Jaarstukken besproken en daarbij hebben wij de APK-'plakker' - om het zo maar te zeggen, 'sticker' is Engels namelijk - aan het college uitgereikt. We zijn goed bezig, maar we hebben zeker ook dossiers lopen die extra aandacht behoeven. Hier zullen we onderweg naar onze

11 toekomst dan ook zeker rekening mee moeten houden. Wat het college gaat doen richting de toekomst, hebben we kunnen ontdekken, evalueren en bespreken tijdens het bespreken van het Bestuursakkoord. Hoe het college dat gaat doen, gaan we zien in het collegeprogramma en de aansluitende Investerings• agenda. De Kadernota die hier voorligt, is beleidsarm. Maar 'beleidsarrn' betekent niet vrijblijvend. We heb• ben als gemeente een aantal belangrijke keuzes te maken. Zoals het Bestuursakkoord al zegt: we zul• len samen moeten investeren. Samen investeren in 'samen': investeren doe je uiteindelijk om een zo hoog mogelijk rendement te halen. Bij investeringen in een socialere samenleving volgt het rendement later. Bekijk het dan ook op de langere termijn en durf hierin te investeren. Laten we politiek bedrijven voor de lange termijn en zorgen voor later. Het maatschappelijke rendement is dan wellicht minder zichtbaar en later te meten, maar daarom niet minder succesvol. Goede voorbeelden zijn hiervan: de uitstroom van bijstandsgerechtigden, het succes van Dutch Techzone en de voordelige resultaten bin• nen de rijksmiddelen BUIG. Bijkomend voordeel nog bij dit soort investeringen is dat het zelden tot nooit tot kapitaalslasten leidt en je in de toekomst flexibel blijft om bepaalde uitgaven te wijzigen en eventuele tegenvallers op te vangen. Kapitaalslasten daarentegen staan vast voor langere perioden en zijn moeilijk aan te passen, hooguit door een rentewijziging. Als ik naar de toekomst kijk, verwacht ik niet dat deze in positieve zin zal worden aangepast: veel lager dan nu kunnen we immers niet gaan. Maar als ik de toekomst kon voorspellen, dan had ik dit verhaal hier niet verteld. Dan had ik een ander verhaal gehouden waarbij ik u de resultaten van het geplande investeringen al kon geven en dan hoef• den wij daar niet over in debat te geven. Maar dat is nu net wat ik mooi vind aan politiek: meedenken, meepraten en - daar komt de APK weer - dan binnen de ambities van de gemeente prioriteiten vast• stellen en de juiste kaders meegeven, luisteren naar andere fracties met andere invalshoeken en daar• over in conclaaf gaan. En de komende vier jaar mag ik dat namens de fractie van de Partij van Arbeid als aanvoerder doen. Daarom mag ik hier staan, meneer Huttinga - dank u wel. Evenzo trots - althans, ik ben daar ook echt trots op - ben ik op Emmen. Ja, we zijn ons ervan bewust dat er soms dingen niet altijd goed gaan in deze gemeente, maar door de bocht genomen is het toch fantastisch om in deze gemeente te wonen. We leven in vrijheid, hebben adequate voorzieningen en steunen daar waar nodig elkaar - het mooie Drentse woord 'naoberschap' . Ik probeerde het goed uit te spreken, maar ik ben geen Drent. Even terug naar Samenleving 5.0. De kwaliteit van het leven in de gemeente kan omhoog en moet omhoog, om ook in de toekomst aantrekkelijk te blijven. Hierdoor zullen investeringen gedaan moeten worden om het voorzieningenniveau op peil te houden. We gaan er dan ook vanuit dat er in de leef• baarheidsvisies die opgesteld worden, door de gemeente ook gekeken gaat worden naar de immateriële zaken in een woongebied: het sociale aspect bij de verschillende dingen. Op verschillende bijeenkom• sten klinkt immers het geluid dat we moeten investeren in de sociale structuur, de veiligheid, gezond• heid en het onderwijs. Daarmee zijn en blijven we in de toekomst een aantrekkelijke vestigingsplaats. Om de ambities van dit college richting te geven zou de Partij van de Arbeid graag de volgende dingen prioriteit willen geven in de investeringen binnen het sociale domein. Denk daarbij aan investeringen in het integrale armoedebeleid, zoals benoemd door de heer Schrik. Denk daarbij aan die in een onder• zoek naar hoe de schulphulp het beste tot zijn recht kan komen, dat we aan de voorkant mee kunnen praten als raad zijnde, want uiteindelijk, als we iets kunnen voorkomen, is dat altijd beter dan genezen. Dus niet de symptomen bestrijden maar daar kijken waar de bron ligt en hoe we die kunnen aanpak• ken. Een ander aandachtsgebied is de inburgeringsaanpak. De statushouder die moet inburgeren, is op dit moment zelf verantwoordelijk voor zijn of haar inburgeringsproces. De duur van zo'n proces is ge• middeld twee à drie jaar. In deze tijd is de klantmanager niet gerechtigd om informatie in te winnen bij de scholen als het gaat om de taalcursus. Dit betekent dat pas na het afronden van die cursus de klant• manager kan starten met de begeleiding. Daar gaat dus veel tijd in verloren en wij vinden als Partij van de Arbeid dat we moeten kijken naar mogelijkheden om eerder daar aan te sluiten en te kijken hoe wij de mensen kunnen voorzien van hulp om ze zo snel mogelijk écht te laten inburgeren. Als we kijken naar het aansluiten van het onderwijs op de arbeidsmarkt, vinden we ook dat we moeten kijken naar hoe we dat kunnen faciliteren. Als we kijken naar de traditionele leerfabrieken en de toe• komstige onderwijsvormen, hebben we misschien wel een opdracht in de adequate onderwijshuisves• ting. Hier heeft de Partij van de Arbeid in een eerder stadium ook al moties over ingediend en deze zijn destijds ook aangenomen. Daarnaast heeft het Rijk extra middelen beschikbaar gesteld om techni• sche opleidingen te ondersteunen en ons verzoek aan het college is om hier in ieder geval het maxima• le uit te gaan halen. Ook willen we in blijven zetten op de succesvolle aanpak binnen de Dutch Techzone. We zien dat Emmen zich ontwikkelt als hot spot als het gaat om biobased economy: laten we daarop blijven inzet-

12 ten, maar blijf ook oog houden voor indirect betrokken partijen en zorg dat het MKB deze ontwikke• lingen ook omarmt en volledig gebruik kan en gaat maken van regelingen die bij de Dutch Techzone horen. Als het gaat om de goede en aantrekkelijke voorzieningen nabij, dan is dat een ruim begrip en de Partij van de Arbeid wil er met name voor zorgen dat de goede zorg in de nabijheid van de bewo• ners zit. Denk hierbij aan een goed ziekenhuis, voldoende huisartsen, een toegankelijker gemeentehuis - dat nog steeds de aandacht behoefte -, een goede invulling van zorg aan huis en een goede invulling vandeWmo. Maar er is meer dan voorzieningen alleen in de zorg. Het is ook het toerisme, een goed bereikbare en aantrekkelijke gemeente met alle evenementen die daarbij horen. Daar moet we ook aandacht voor hebben en dus zullen wij de lobby voor een betere bereikbaarheid van de gemeente Emmen ook ten volle ondersteunen. Investeren hoeft namelijk niet altijd in geldelijke zin. Een betere bereikbaarheid draagt immers bij aan een betere vestigingsklimaat. Met een beter vestigingsklimaat wordt het aan• trekkelijker voor anderen om zich hier te vestigen en ons van goede zorg, goed onderwijs en goede arbeid te voorzien. Kortom: samen investeren in 'samen', samen investeren in de Samenleving 5.0.

De heer Fonhof (SOPLUS): Mag ik hier nog heel even op reageren? Ik heb daar bewust niet op geïn• terrumpeerd, maar ik moet u een compliment geven, u bent een snelle leerling. Af en toe vervalt u al• weer terug in Engelse termen, maar ik denk dat het goed is voor onze inwoners - daarom heb ik die oproep ook gedaan. Ik bedoel, wij hebben medeluisteraars. Wij zijn ook maar gewone mensen, wij zijn gekozen door onze gewone inwoners - zou ik haast zeggen - in deze gemeenteraad en dan denk ik dat het goed is dat zij ons ook goed kunnen verstaan. Ik heb net iets gehoord over laaggeletterdheid: ook over die groep met beste mensen moeten wij ons zorgen maken. Dat ook zij kunnen volgen wat wij hier doen. En dan moeten we niet naar een niveau toe willen waarbij we niet meer verstaanbaar zijn. Gewoon fatsoenlijk Nederlands, dus.

De heer Rink (pvdA): Ik dou mien best.

De heer Fonhof (SOPLUS): Goud, mienjong.

De voorzitter: En wij zullen elkaar daar wat bij helpen. Ik zal meneer Fonhof ook nog weleens een keer herinneren aan zijn woorden. Dan het CDA, de heer Oldenbeuving. Ik geef u graag het woord.

De heer Oldenbeuving (CDA): Ik ben om kwart voor drie ontsnapt uit een traditionele leerfabriek. En ach, meneer Rink, dat valt allemaal nog wel wat mee, hoor. Dat is nog best vol te houden daar. Om eerlijk te zijn: in dat lokaal hadden we nog airco. Kadernota, eerste Bestuursrapportage en Meerjarenperspectief Grondexploitaties. Vorige maand heb ik namens het CDA aandacht gevraagd voor de energietransitie en de gevolgen die deze heeft voor onze inwoners, het belang van de verdergaande afvalscheiding en de relatie onderwijs-arbeidsmarkt. De notulen van die vergadering zijn zojuist vastgesteld, dus die zaak hoef ik nu niet te herhalen. Wel een paar opmerkingen over de grondexploitaties - ook die staan op de agenda - en de Bestuurs• rapportage, vooralomdat ze beide aansluiten op de Jaarrekening 2017. Het Meerjarenperspectief Grondexploitaties: als u goed kijkt, dan ziet u dat alle verwachte resultaten naar beneden zijn bijge• steld. Het perspectief is dan gerekend als contante waarde - excuses, meneer Fonhof - met 6 miljoen naar beneden bijgesteld ten opzichte van een jaar geleden. Dat lijkt veel, maar een van de oorzaken is de verplichte winstneming in 2017. Hoe dan ook - en dat moeten we ons wel beseffen - de tijddat het Grondbedrijf de sponsor was van de lopende activiteiten ligt al jaren achter ons. En als we goed kijken naar dat Grondbedrijf, dan zien we dat er eigenlijk maar drie complexen zijn die bijdragen aan die ver• liesgevendheid. Dat is de Delftlanden, gestart in een periode dat we dachten dat Emmen zou groeien naar 120.000 inwoners - waren we toen maar wat pessimistischer geweest -, bedrijventerrein De Tweeling in Nieuw-Amsterdam en het Businesspark Meerdijk. En wat die laatste betreft: misschien leidt de promotie van FC Emmen naar de eredivisie wel tot een verbetering van het verwachte resul• taat van dat grondcomplex. Want de afronding van dat terrein is pas voorzien in 2031. Dan de eerste Bestuursrapportage 2018. Uit de samenvatting wordt helder dat het gaat om zaken die we eigenlijk bij de vaststelling van de Begroting al hadden kunnen weten - of hadden moeten weten. De cijfers in de Jaarrekening 2017 wijzen daar ook op. De voornaamste tegenvaller zit in het sociaal domein: 5 miljoen meer kosten dan geraamd, waarvan 4 miljoen voor jeugdhulp. Dat geldt voor de jeugdhulp overal in Nederland, dus moet onzes inziens de rijksbijdrage worden aangepast. Op het VNG-congres afgelopen maandag en dinsdag is dat aan de orde geweest - misschien dat het college

13 daar wat over kan zeggen. En we mogen blij zijn dat er in dit college ten minste één wethouder is die rechtstreekse connecties heeft met het kabinet. Ja, het duurt even, maar u hebt hem nu toch door. Het korte stukje tekst over oplossingsrichtingen in de Bestuursrapportage stemt ons nog niet gerust, ondanks de optimistische slotzin dat de verwachting is dat we het tekort over 2018 kunnen oplossen. Aangezien we vandaag praten over een beleidsarme Kadernota - en u er ondertussen wel aan gewend bent dat ik altijd een citaat gebruik - heb ik ditmaal wat luchtigere citaten om deze optimistische slot• zin in deze Bestuursrapportage enigszins te dempen. Citaat I: 'Een optimist is een slecht geïnformeer• de pessimist. ' en citaat 2: 'Pessimisme is een win-winsituatie: óf je hebt gelijk, óf het valt mee. ' En als u zegt: welke filosoof heeft dit nu bedacht? Theo Maassen. De Kadernota. Wespreken over een beleidsarme Kadernota: dat is ook logisch, want na het Bestuurs• akkoord en de bespreking daarvan vorige maand, waarin suggesties voor verwerking in het college• programma konden worden gedaan - die moesten worden vertaald in de Begroting 2019 en de Kader• nota's 2020 tot en met 2022, ligt er volgens mij voor het college voldoende materiaal op tafel voor de komende maanden. Dat maakt deze Kadernota aan de andere kant op een aantal punten achterhaald. Zo staat er bijvoorbeeld nog in dat wij de OZB jaarlijks met 1 procent verhogen. Ik ga niet herhalen wat wij daar vorige maand over hebben gezegd namens het CDA. Aan de andere kant hadden de sa• menstellers op sommige punten een vooruitziende blik. De tekst over het weerstandsvermogen in deze Kadernota zegt genoeg. En toch geven deze Kadernota en de zaken die vandaag de dag spelen, ons aanleiding om toch nog enkele aanbevelingen aan het college bij de verdere uitwerking te doen. We zijn als CDA overigens niet pessimistisch over die uitwerking, we maken ons wel zorgen. We maken ons zorgen over mensen die zorg nodig hebben. De Toegang speelt daarin een cruciale rol. We hebben gekozen voor deze con• structie om een onafhankelijke toeleiding naar de noodzakelijke zorg mogelijk te maken. Een keuze waar we als CDA nog steeds volop achter staan. De Ombudsman Sociaal Domein, de heer Molenhuis, signaleert een aantal problemen. De communicatie verloopt moeizaam omdat medewerkers niet altijd de beschikking hebben over de dossiers die nodig zijn én - dat was wel een prikkelende - de gemeente kijkt in zijn ogen nog te veel mee over de schouder van De Toegang en dat staat een zelfstandige werkwijze in de weg. De Ombudsman constateert dat 'minder uitgesproken burgers' - ik vond dat een heel knappe formulering - daardoor verstoken blijven van goede zorg. Deelt het college die opvatting en wat zijn de acties die worden ondernomen? Een tweede zorgpunt is overerfbare armoede. Ondanks alle inspanning op dat terrein - Emmen staat bekend als een sociale gemeente - is de situatie in de afgelopen decennia nog niet echt verbeterd. Nog steeds gaat armoede over naar de volgende generatie. Werkloosheid, vroegtijdig schoolverlaten en ge• zondheid zijn daarin de centrale thema's. Gezond leven en bewegen horen daar ook bij. Om vicieuze cirkels te doorbreken zullen we gericht op die onderwerpen moeten investeren. Want zo bouwen we aan een Emmen dat we door willen geven. De aandacht wordt helaas op de korte termijn in beslag ge• nomen door met armoede samenhangende ontwikkelingen. 'De kosten van bewindvoering stijgen fors', staat er even in een zinnetje. De cijfers over 2017 hebben we opgevraagd bij de afdeling - bij het Team Schulddienstverlening, moet ik zeggen - en die baren ons grote zorgen: het worden er steeds meer. Net als de verwachtingen in de Kadernota ten aanzien van het aantal bijstandsuitkeringen. De prognose is dat in jaren waarin het economisch heel goed gaat in Nederland - dat doet het - er niet of nauwelijks afname van het aantal bijstandsuitkeringen in Emmen kan worden gerealiseerd. Dat moet ons zorgen baren. In de Kadernota lezen we dat onderzocht wordt of de bewindvoering als gemeente zelf kan worden uitgevoerd om zo de kosten te beperken. Worden er ook andere scenario's onder• zocht? Wij zien als CDA meer in preventie, in tijdig ingrijpen. We zeggen in deze raad juist dat we meer moeten overlaten aan de samenleving: 'meer van de samenleving en een andere overheid'. Dat we burgerinitiatieven moeten ondersteunen en belonen. Met die omslag hebben wij het als gemeente Em• men nog steeds moeilijk, zo lijkt het. Om het op z'n Drents te zeggen: 't bleft knoi'n. Die signalen krijgen we niet alleen vanuit de erkende overlegpartners, maar ook vanuit mooie initiatieven als Stich• ting Catch, Code Gorilla en Toolbox. Wij moeten het écht nog leren met elkaar. En dat geldt niet al• leen voor de ambtelijke organisatie, dat geldt ook voor de politiek. We houden nog heel graag zelf de regie in handen. Loslaten is moeilijk. De conclusies in het rapport 'Burgerinitiatieven' van de Nationa• le Ombudsman zijn onzes inziens helemaal van toepassing op Emmen. Mogelijk biedt dit rapport handvatten voor verbetering. Aan de andere kant: we sturen nog te weinig op zaken waar we écht verantwoordelijk voor zijn. Bij• voorbeeld: we hebben in deze raad een Structuurvisie Herprogrammeren Woningbouw vastgesteld en daarin is naast het schrappen van slapende plannen opgenomen stap 2: woon- en leefbaarheidsvisies moeten onder andere leiden tot het schrappen van 546 bouwmogelijkheden. In deze leefbaarheidsvisie,

14 Nieuw-, wordt gesproken over het schrappen van 22 bouwkavels. Dat is 4 procent van de taakstelling. Is dat genoeg? Monitoren we dat? Hoe kunnen we volgen of we op schema liggen? Of moeten we aan het eind, zoals een collega-fractielid dat zo mooi verwoordde, constateren dat er nog 150 bouwmogelijkheden moeten worden geschrapt in ? Maar leefbaarheid gaat over meer dan woningen, voorzieningen en ruimtelijke structuur. In het boekje worden wel sociale aspecten be• noemd, maar in het hoofdstuk 'Waar gaan we samen aan werken?' staan geen acties op dat punt. Die worden op de laatste pagina's in drie regels overgedragen aan de Sociale Gebiedsagenda voor De Monden. Dat is jammer, want dan mist de kans op een integrale aanpak. Mijn collega Rink zei zojuist: "Wij gaan ervan uit ... " Als u dat boekje leest, moet ik u teleurstellen: we gaan er helaas nog niet van uit. En het persbericht dat u nu op uw iPad zit te bekijken, gaat over de Woon- en Leefbaarheidsvisie Nieuw-Amsterdam/Veenoord, maar rept met geen woord over de sociale infrastructuur. Tot slot een tweetalopmerkingen over bijlage 1 'Eerste aanzet uitwerking van de moties'. Wij zijn blij te constateren dat in deze Kademota onze motie 'Regenbooggerneente' structureel wordt opgepakt. De cofinanciering van het Rijk wordt benut en de toelichtende tekst is ons uit het hart gegrepen: juist dit thema doe je met elkaar. Maar we missen in dit overzicht de unaniem aangenomen motie die bij de Begroting vorig jaar is ingediend over betere en meer inzet van boa's in het kader van toezicht. Die is hard nodig helaas. Een Emmen waar rotzooi in de bermen ligt, waar op zondagochtend altijd wel een paar kapotte bierflesjes liggen op het fietspad, waar veel snorscooters op het fietspad met hoge snel• heid de vouwen uit je broek rijden: dat is niet het Emmen dat we door willen geven.

De heer Scheltens (VVD): Ik heb even een vraag. En die heb ik zojuist niet gesteld aan de Partij van de Arbeid, maar die had het zonet ook even over de leefbaarheidsvisie en over de sociale impact ervan. Het CDA doet ook die oproep. De gemeenteraad heeft afgelopen week een presentatie gehad op een informatiebijeenkomst en daarin is juist door het college gezegd dat we dat sociale aspect niet gaan betrekken in deze woon- en leefbaarheidsvisies. Nou heb ik de coalitiepartijen ook gehoord over iets als 'samen'. Volgens mij zitten deze drie coalitiepartijen ook samen in het college en dan vind ik het wel raar dat de Wakker Emmen-wethouder aangeeft dat het er niet in zit en dat andere beide coalitie• partners eigenlijk een klemmende oproep doen en het gemis ervan zien. Dus mijn vraag is even: waar zit dat woordje 'samen' dan in?

De heer Oldenbeuving (CDA): Als eerste iets helder maken: u noemt hem 'een Wakker Emmen• wethouder' . Wij spreken hier tegen het college en niet anders. Dus dat doe ik nu ook. Ik doe dus een oproep aan het college om dat te doen. Dat is één. Het tweede is dat we constateren dat bij het tot stand komen van de woon- en leefbaarheidsvisies wel degelijk de samenleving naar ook de sociale component. Het enige wat ik nu constateer en wat ik dus terugleg bij het college is dat ik zie dat in ieder geval in deze woon- en leefbaarheidsvisie - de enige die ik op dit moment ken, moet ik eerlijk zeggen; ik ben niet bij die bespreking geweest, excuus - in de sociale paragraaf wordt verwezen naar De Monden. That's it. De tweede die ik alleen maar van ho• ren zeggen heb is die van Nieuw-Amsterdam/Veenoord: daar kan ik alleen maar het persbericht van citeren, ik heb die nog niet zelf gezien. Maar bij dezen - en mijn collega, de heer Rink, is dat met mij eens en dan hoeven we niet alle oproepen met zijn drieën te herhalen - de oproep aan dit college om inderdaad de Sociale Agenda wel degelijk te betrekken bij de woon- en leefbaarheidsvisies.

De heer Eggen (D66): Ik had een soortgelijke vraag. Misschien is die al beantwoord, want op de bij• eenkomst waar we geweest zijn, werd juist onzes inziens terecht wel veel aandacht aan die sociale component besteed. Mijn tweede opmerking ging over Stichting De Toegang. U zult straks in de bijdrage van mijn collega - als ze tenminste op tijd is; anders mag ik het gelukkig doen, ik hoop dat ze op tijd is - ook iets over De Toegang horen. Hoor ik u nu stilletjes zeggen dat de samenwerking tussen de gemeente en De Toegang nog niet optimaal is? En dan druk ik me even eufemistisch uit

De heer Oldenbeuving (CDA): Ik heb in mijn betoog het kersverse rapport van de Sociale Ombuds• man geciteerd en die zegt daarover dat hij de indruk heeft - ik heb het ook letterlijk zo geformuleerd: 'de indruk heeft' - dat de gemeente over de schouder meekijkt en daarmee het functioneren van De Toegang bemoeilijkt. Althans, dat is zijn constatering. Ik vraag het college het men daartegenaan kijkt - dat is één. En het tweede is, mijn volgende punt, dat dat tevens aangeeft hoe moeilijk loslaten is. Ik snap heel goed dat dilemma, want aan de ene kant wil je - laten we het maar plat zeggen, want daar hebben we het hier over - de kosten in de hand houden en aan de andere kant wil je gewoon een objec-

15 tieve maatstaf bij de toewijzing van de zorg die nodig is. Nou, dat is het dilemma en daar vraag ik naar. Ik heb dus niet anders dan even de Ombudsman geciteerd.

De heer Kuilder (PVV): De Kadernota 2019 sluit voor 2019 met een tekort van 2,3 miljoen. De jaren 2020 tot en met 2022 laten overschotten zien van respectievelijk 2,9, 5,2 en 6,7 miljoen. Aan de op• pervlakte lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Echter, schijn bedriegt. Wie tussen de regels door leest, ziet een heel scala aan hoofdpijndossiers aan de horizon opdoemen. De meeste zorgenkindjes zijn te vinden binnen het sociaal domein. Allereerst het feit dat op dit mo• ment 63,5 procent van de totale gemeentelijke Begroting gereserveerd is voor het sociaal domein en de verwachting is dat dit percentage in de toekomst alleen maar gaat stijgen. De PVV vindt dit een onge• zonde situatie en is van mening dat er gekeken moet worden naar de overbodige bureaueratie in de zorg, de veel te hoge beloningen van overgewaardeerde zorgmanagers en de opkomende problemen van de zorgfraude om de kosten significant naar beneden te brengen. Zoals reeds eerder gezegd: aan hoofdpijndossiers geen gebrek. Stichting De Toegang is al sinds haar oprichting in 2017 een probleempatiënt. De recente bestuurlijke crisis en het opzeggen van het ver• trouwen in bestuurder Karin Stiksma door een deel van het personeel, zijn wat de PVV betreft illustra• tief voor de chaos die heerst bij De Toegang. Dan is er de soap rondom Treant. Eind vorig jaar escaleerden de problemen die het ziekenhuis teiste• ren in dusdanige mate dat de kraamafdeling tijdelijk gesloten diende te worden, onbestaanbaar voor een 100.000+-gemeente. Inmiddels is ook het lobbyen voor een interventiecentrum buiten Emmen in volle gang, met goedkeuring en ondersteuning van het college. De acute complexe en klinische zorg zal hiermee verdwijnen uit Emmen. Woont u op twee minuten van het ziekenhuis in Emmen en u krijgt een hersenbloeding, hartstilstand of hartaanval: de ambulance rijdt gerust een half uurtje om, maar de kwaliteit van de zorg die u ontvangt en uw overlevingskans gaan omhoog, aldus Treant. Om het trio hoofdpijndossiers in de zorg te completeren mag het structureel tekort van 4 miljoen op de jeugdzorg niet ontbreken. Echter, een subsidie van 200.000 euro aan een dubieuze stichting als Catch is geen probleem. Heeft het college zijn prioriteiten wel op orde?

De voorzitter: Meneer Oldenbeuving, u wilt interrumperen.

De heer Oldenbeuving (CDA): Nou, ik dacht dat u het zelf al wou doen. Hier wordt namelijk een stichting beticht als 'dubieus'. Dat vindt ik een zeer kwalijke uitspraak. Als u die uitspraak doet, dat u een stichting dubieus vindt, dan onderbouwt u dat nu. En zo niet, dan trekt u die woorden in wat mij betreft.

De heer Kuilder (PVV): Ik trek die woorden niet in. Wij ontvangen signalen dat daar ernstige mis• standen plaatsvinden. Die informatie zullen we u na het zomerreces met een uitgebreid verslag hier in de raad doen toekomen.

De heer Oldenbenving (CDA): Dan vraag ik het aan de voorzitter: accepteert u het woord 'dubieus'?

De voorzitter: Ja, dat accepteer ik.

De heer Eggen (D66): Ja, ik had eigenlijk dezelfde opmerking. Als het dubieus is, kunt u nu ook zeg• gen wat er dubieus is. Dan hoeft u niet tot na de zomervakantie te wachten. Als u een kerel bent, dan zegt u nu wat dubieus is aan die stichting.

De heer Kuilder (PVV): Nou, ik ben een prima kerel. Alleen, zoals ik gezegd heb: wij willen een vol• ledig verslag doen en dat doen we na het zomerreces en niet nu.

De heer Scheltens (VVD): Dan lijkt het mij verstandig om dan na de zomer, op het moment dat dat verslag er is, dan de kwalificatie 'dubieus' eraan toe te kennen en niet nu.

De heer Kuilder (PVV): Nou, ik blijf bij mijn woorden, ik noem het nog steeds dubieus. Dus bij de• zen.

De voorzitter: De raadsleden vroegen u niet het woord in te trekken, maar vroegen om een wat nadere duiding van het woord 'dubieus'. Dat was volgens mij de vraag en het is aan u om daar een antwoord op te geven.

16 De heer Kuilder (PVV): Zoals ik gezegd heb: na het zomerreces komen wij met een uitgebreide toe• lichting om een volledig beeld te schetsen waarom wij deze stichting dubieus vinden.

De heer Eggen (D66): Ik wilde eerst even wachten, ik had nog een paar vragen. Maar u wordt nu toch geïnterrumpeerd. Omtrent Treant zou ik ook graag een vraag stellen: bent u aanwezig geweest op de voorlichtingsavond van Treant?

De heer Kuilder (PVV): Ja, dat ben ik.

De heer Eggen (D66): Oké. En dan hebt u toch ook gehoord wat die acute zorg was? Dat die zeker wel in Emmen, Stadskanaal en in Hoogeveen zou blijven?

De heer Kuilder (PVV): Wat ik ervan begrepen heb, is dat er bepaalde hoogcomplexe zorgfuncties naar het interventiecentrum in een nader te bepalen locatie gaan en dat ze zich hier in Emmen op de wat simpelere zaken gaan richten zoals botbreuken, kneuzing, bloedvergiftigingen - ik noem maar wat, hoor. Dat is wat ik ervan begrepen heb.

De heer Eggen (D66): Klopt. Specialistische hulp kunnen wij hier in sommige zaken niet aanbieden, maar Treant heeft ook heel duidelijk gemaakt dat bijvoorbeeld de behandeling van die hersenbloedin• gen waar u het over hebt - maar dan gaan we misschien te technisch worden - al in de ambulance plaatsvindt en daardoor rustig - de heer Leutscher is verpleegkundige en die zegt ook 'ja', dus die weet er alles van; behalve verpleegkunde nog veel meer dingen, maar zeker als verpleegkundige - dat dat soort zaken gedaan kan worden. Dus de acute hulp blijft, maar de hoogspecialistische hulp gaat gelukkig naar ziekenhuizen waar die hoogspecialistische hulp ook uitstekend verzorgd kan worden.

De heer Kuilder (PVV): Wat ik ervan begreep is dat de artsen die hierin gespecialiseerd zijn, ver• plaatst worden naar het interventiecentrum, zodat ze meer ervaring krijgen en daardoor betere zorg kunnen bieden en bijvoorbeeld ook de overlevingskans omhooggaat. Dat vertelde de meneer die te• vens in de Raad van Bestuur zat én ook arts was. Dat is wat ik ervan begrepen heb.

De voorzitter: Ook even in het vervolg van uw betoog: nogmaals, ik heb geen moeite met bepaalde kwalificaties, maar het helpt wel, als u een kwalificatie doet, om in dezelfde vergadering dat even te duiden of de kwalificatie even te tillen naar een vergadering waarin u die gaat duiden. Want op het moment dat u een kwalificatie en de toelichting uit elkaar trekt, merkt u dat er minimaal enige verwar• ring ontstaan binnen de gemeenteraad. Kies uw eigen tekst in dezen, maar ik snap ook heel goed het betoog vanuit de raad. Ik geef u graag het woord voor het vervolg van uw betoog.

De heer Kuilder (PVV): Begrepen, ik zal eraan denken de volgende keer. Dan ga ik verder met de leefbaarheid en de energietransitie. Er staat in de Kadernota: 'Onze stip op de horizon is dat de inwoners en bedrijven in 2050 geen fossiele energie meer gebruiken.' Deze groene droom is momenteel zo ver weg in tijd en realiteit en de kosten zijn zo hoog dat de PVV grote vraag• tekens plaatst bij dit streven. 'Een stip de horizon': beter had ik het niet kunnen verwoorden. Wat ech• ter geen stip op de horizon is, zijn de torenhoge kosten die verbonden zijn aan dit streven. Deze week kwam naar buiten dat de belasting op gas met 75 procent gaat stijgen, waardoor een gemiddeld huis• houden per jaar honderden euro's meer gaat betalen. Dat is onacceptabel. Wat ook onacceptabel is, zijn de gezondheidsrisico's die onder meer de bewoners aan de Pottendijk lopen als gevolg van het ongewenst plaatsen van windturbines. Echt een geweldige demonstratie van het behouden van de regie, Wakker Emmen! De wetenschap toont aan dat er desastreuze gezondheids• problemen kunnen ontstaan als gevolg van de nabijheid van windturbines. Waarom wordt dit potenti• eel dodelijke probleem niet serieus opgepakt door het college en de raad? Enorm zorgelijk vindt de PVV, zestien jaar na Pim Fortuyn, het voornemen van het college om een actiever inburgeringsbeleid te gaan voeren. Waarom wordt er meer dan zestien jaar na de constatering dat de integratie van niet-westerse allochtonen compleet mislukt is, nu pas ingezet op een actiever in• burgeringsbeleid? Het is allerminst toevallig dat de twee grootste probleemwijken op het gebied van veiligheid en criminaliteit de wijken zijn waar procentueel de meeste niet-westerse allochtonen woon• achtig zijn. Onlangs werd bekend dat een groot deel van de statushouders het inburgeringsexamen niet succesvol afrondt zonder verdere consequenties. De PVV staat erop dat het college deze ontwikkelin• gen nauwlettend in de gaten houdt en harde afspraken maakt met Vluchtelingenwerk Nederland en

17 Menzo om verdere escalatie te voorkomen. Overigens vindt de PVV het 'wij-van-WC-Eend' - en het de-slager-die-zijn-eigen-vlees-keurt-gehalte erg hoog bij de uitbesteding van de inburgering aan een organisatie als Vluchtelingenwerk Nederland. Afgelopen week pleitte de Staatscommissie Parlementair Stelsel ervoor om te kijken naar de invoering van een bindend referendum en een gekozen formateur. De PVV ziet hierin een kans voor het college om nu eindelijk eens écht progressief en vooruitstrevend te handelen en het voortouw te nemen bij het invoeren van een lokaal bindend referendum. Geef de burgers van Emmen directe invloed op hun leefomgeving en stimuleer de betrokkenheid van de Emmenaar bij de lokale politiek. Een ander belangrijk thema waarbij het cruciaal is om naar de mensen te luisteren, is het dossier Wildlands. De gemeente Emmen zit voor een bedrag dat het dubbele is van het eigen vermogen in dit potentiële kroonjuweel van Emmen. Echter, dit potentieel kan nooit tot volledige wasdom komen als er niet wordt geluisterd naar de steeds luider wordende kritiek van de bezoeker. In plaats van de prij• zen te verlagen, de dieren centraal te stellen en de focus te verschuiven van een adventuretour naar een reguliere dierentuin wordt gezocht naar modellen voor een promotiefilmpje van - met alle respect - een dertien-in-een-dozijn-achtbaan. Zoals in dit betoog geschetst is er nog een groot aantal dossiers waarin het vijf voor twaalf is en waar• in het direct handelen door het college vereist is. Wacht niet af en treed doortastend en adequaat op. laat u geen rad voor de ogen draaien door bureaucratische zorggroepen, stichtingen, milieucowboys en andere semi-overheidsorganisaties. Stel het belang van de gewone Emmenaar voorop.

De heer Oldenbeuving (CDA): Wij zijn het over een heleboel punten natuurlijk oneens - daar ga ik allemaal niet op in, dat kost een minuutje of vijf, minstens. Over één ding zijn we gelukkig eens en dat zijn de zorgen die we delen over Wildlands. Maar laten we even terugkijken in de tijd, toen zat u nog niet in deze raad. Dat was dat wij een aantal jaren inderdaad een dierentuin hadden waar we in de jaren voorafgaande aan de opening van Wildlands - dan rond ik even af op hele bedragen - ongeveer 5 miljoen per jaar moesten bijleggen. Dat was een van die redenen om aan die uitzichtloze situatie een eind te maken, door te zeggen dat er een nieuwe start moest worden gemaakt met een ander concept. Of dat concept al of niet deugt, ga ik niet over en daar heb ik ook geen verstand van gelukkig - dat wil ik ook niet krijgen. Maar u doet hier de suggestie om gewoon maar te luisteren naar wat men vindt en het allemaal wel goedkomt. Helaas is dat niet het geval. Dat we met elkaar die zorgen delen, is waar en dat we met elkaar ook mee moeten blijven denken aan een oplossing, is ook waar. Maar ik hecht eraan op dit moment even afstand te nemen van de simpele verklaring die u eraan geeft, met in het achterhoofd gewoon datgene wat we een aantal jaren geleden achter ons hebben gelaten.

De heer Kuilder (PVV): Ja, ik baseer dat bijvoorbeeld op beoordelingen op websites zoals Zoover, maar ook op wat je leest in de krant en wat je ziet op de tv. Dat zijn suggesties die de directie van Wildlands kan opvolgen en ik denk dat het tijd is dat de directie van Wildlands beseft dat de huidige weg die is ingeslagen, niet werkt en dat zij gewoon haar verlies moet nemen en nou eindelijk een keer een drastische koerswijziging moet doorvoeren. Ja? Dat was genoeg? Nog niet, oké.

De heer Oldenbeuving (CDA): Ja, u doet het nu weer. En ik volsta dan maar met één opmerking die ik ooit van mijn opa heb geleerd: naarmate je ergens minder verstand van hebt, heb je een gemakkelij• ker oordeel.

De heer Kuilder (PVV): Nou, dan kan ik constateren dat uw opa een wijs man was. Dank u wel.

De heer Rink (pvdA): Even een vraag die naar aanleiding van de hele bijdrage van de heer Kuilder naar voren komt. Wat mij een beetje opvalt in het betoog is dat u zorgen hebt. Terecht, die hebben wij ook. Wij horen ook geluiden. Maar goed, ik heb ook geluiden gehoord dat Rafael van der Vaart naar FC Emmen komt, maar dit wil niet zeggen dat ze waar zijn. Dat wil ik wel even meegeven, want ik vind het wel even belangrijk dat ook een bepaalde factcheck plaatsvindt. En als we daarnaar gaan kij• ken en we horen de bijdrage, dan denk ik dat u wat pessimistisch bent. 'Win-winsituatie', heb ik net gehoord in de bijdrage van het CDA - maar welke constructieve bijdrage kunt u leveren om daar ver• andering in te brengen - behalve dan luisteren naar wat er op Zoover of in de kranten staat? Daar ben ik eigenlijk even benieuwd naar.

De heer Kuilder (PVV): Op het gebied van Wildlands, bedoelt u? Over welk gebied hebben we het hier?

18 De heer Rink (pvdA): Ja, ik heb een aantal suggesties gehoord: De Toegang, Treant, Catch, Wildlands. En ik word terecht gecorrigeerd door mijn buurman: een feitencheck - hoewel, 'check' is ook weer Engels. Een controle op de feiten: kunt u daar ook een reactie op geven? Want u praat er heel veelover dat u geluiden ontvangt. Ja, we ontvangen allemaal geluiden. Maar wat zijn de geluiden die echt waarheid zijn?

De heer Kuilder (PVV): Nou, wat ik zei van Wildlands baseer ik op recentiewebsites, op wat ik lees in de krant en op wat ik zie op de televisie. Het zijn gewoon steeds dezelfde terugkerende klachten, het zijn geen op zich zelf staande subjectieve meningen, maar het zijn stelselmatig dezelfde klachten die ik terughoor en dan mag je op gegeven moment wel concluderen, denk ik, dat daar een kern van waar• heid in zit.

De heer Rink (pvdA): Op diezelfde websites en bij diezelfde recensies staan ook positieve dingen. Zijn die dan ook waar?

De heer Kuilder (PVV): Ja, natuurlijk zijn die waar want dat zijn subjectieve meningen. Alleen, de negatieve recensies zijn in de meerderheid en de cijfers van Wildlands reflecteren dat.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Ja, ik vroeg me het net al af bij de eerste keer dat u het woordje 'subjectieve meningen' hoorde zeggen. Een mening is volgens mij per definitie subjectief. Maar het verbaast mij helemaal wanneer van een positieve mening naar voren gebracht dat die niet objectief zou kunnen zijn en een negatieve mening wel. Dus ik vraag me af waarop u die objectiviteit danwel subjectiviteit beoordeelt. Of het is uw eigen mening, die ook niet helemaalobjectief is, neem ik aan?

De heer Kuilder (PVV): Geen enkele mening is objectief, ze zijn allemaal subjectief. Nogmaals: ik kijk naar de correlatie tussen de tegenvallende cijfers en de steeds terugkerende klachten en daaruit concludeer ik dat er een kern van waarheid in die klachten moet zitten naar alle waarschijnlijkheid.

De heer Eggen (D66): Meneer Kuilder, ik hoor u een heleboel zaken opnoemen die niet goed gaan en een heleboel zaken waar u zich zorgen over maakt. Maar ik hoor u geen enkele oplossing bieden. Als we het over de integratie hebben, waarbij u zegt dat die totaal mislukt is, dan zou ik ook tientallen voorbeelden kunnen noemen waarbij die integratie uitstekend verlopen is en waar statushouders uit• stekend functioneren. Wat ik merk - en nogmaals, ik val in herhaling - is dat ik heel veel kritiek bij u zie, heel veel dingen die niet goed gaan. Gelukkig ook nog een paar dingen die goed gaan, alhoewel die in de minderheid zijn. Komt u ook met voorstellen? Komt u met een motie? Komt u met amende• menten? Komt u met initiatiefvoorstellen, die ook daadwerkelijk bijdragen aan het beter functioneren van Emmen? Want volgens mij is het fantastisch wonen in Emmen, maar als ik u hoor zijn er in elk geval twee wijken waar het niet goed gaat. Ik ga meerdere malen in het weekend met de politie mee: daar heb ik heel intense gesprekken mee. Natuurlijk zijn er dingen aan de hand, maar zo extreem als u het voorstelt, dan zou ik ook graag de factcheck - of in elk geval het feitenrelaas - willen horen van u.

De heer Kuilder (PVV): Oké. Nou, daar kan ik de heer Eggen van voorzien. Ik had wel verwacht dat hier wat vragen over zouden komen, dus ik heb wat feiten opgeschreven. Liefst 65 procent van de Ma• rokkaanse jongeren is tussen zijn twaalfde en drieëntwintigste verdachte geweest van een crimineel delict.

De voorzitter: Ik onderbreek u even. Meneer Eggen vroeg niet naar de cijfers, meneer Eggen vroeg naar een soort oplossingsrichting in dezen. Dat was volgens mij de essentie van de vraag.

De heer Kuilder (PVV): Volgens mij vroeg hij om een factcheck om de feiten die ik aan mijn verhaal heb verbonden.

De heer Eggen (D66): Ik vroeg beide. Maar dan wel graag betrokken op Emmen en niet de landelijke cijfers. Wij zijn hier met Emmen bezig.

De heer Kuilder (PVV): Oké. Er is een rapport opgesteld: dat heet 'Concept-Gebiedsprofiel Oost'. Daarin wordt onder andere gesteld dat een groot aantal niet-westerse allochtonen woonachtig is in de wijken Angelslo en Emmerhout, dat daar de veiligheid en de verloedering serieuze aandachtspunten

19 zijn, dat mannen niet door vrouwelijke artsen geholpen willen worden, dat vrouwen niet door manne• lijke artsen geholpen willen worden, dat mensen verkeerde medicijnen innemen omdat ze de labeltjes niet kunnen lezen en een algemeen onveilig gevoel. Dat kunt u dus vinden, zoals ik zei, in het Con• cept-GebiedsprofieIOost.

De heer Eggen (D66): En nu graag nog een paar oplossingen?

De heer Kuilder (PVV): Voor?

De heer Eggen (D66): Voor al die zaken die u als zeer negatief bestempelt.

De heer Kuilder (PVV): Moet ik dat nou voor elk punt doen? Dat heb ik bij de andere partijen ook niet gehoord.

De voorzitter: Ik zal u iets helpen. Maar dat is ook even de reden van de interruptie. Het ging ook even over een aanzet tot wat oplossingsrichtingen. Uiteraard vraagt de heer Eggen volgens mij niet naar alle oplossingen. Dit is een kritiekpunt - en daar mag u zelf uw eigen woorden aan koppelen - dat er een aanzet tot een oplossing mist. Wat is daarop uw reactie? Dat was volgens mij de vraag.

De heer Kuilder (PVV): Ja, een oplossingsrichting met betrekking tot welk probleem?

De heer Eggen (D66): Kiest u er een.

De heer Kuilder (PVV): Nou, wat zal ik eens zeggen. De windmolens: niet plaatsen. Klaar. Probleem opgelost.

De heer Eggen (D66): Ja, ik zou daar bijna niet op reageren, maar leest u de stukken vooral eens goed door.

De heer Kuilder (PVV): Dat heb ik gedaan.

De heer Schrik (Wakker Emmen): Met betrekking tot de windmolens: wat de heer Kuilder hier noemt is volstrekt onrealistisch. Daarnaast heb ik een vraag: u noemde net in uw betoog om Emmenaren het recht op invloed te geven bij hun eigen woonomgeving. We hebben de afgelopen periode een aantal centrumvemieuwingen tot stand gebracht, de woon- en leefbaarheidsvisies worden opgesteld: allemaal met input van de inwo• ners. Hoe typeert u dat?

De heer Kuilder (PVV): Ja, dat juich ik van harte toe en ik heb ook gezegd in de toelichting op het Bestuursakkoord dat er een aantal initiatieven daarin stond dat inderdaad de goede richting ingaan. Maar ik zou het graag wat rigoureuzer willen zijn, dus echt direct bindende referenda in plaats van 'luisteren naar', 'advies vragen aan' . Dat is wat ik probeerde te suggereren.

De heer Schrik (Wakker Emmen): Ja, volgens mij is dat ookjuist wat dit college heeft gedaan: kij• ken bij onze inwoners waar behoefte aan is en op basis daarvan ook tot planvorrning komen. Dus vol• gens mij wordt alles wat u noemt, op dit moment ook in de praktijk tot uitvoering gebracht.

De heer Kuilder (PVV): Nou, dat ga ik dan hopelijk zien in de praktijk.

De heer Scheltens (VVD): Zoals al een paar maal gememoreerd: we behandelen hier inderdaad een beleidsarrne Kadernota 2019. In het voorwoord van deze Kadernota staat dat ruimte voor nieuw beleid ten koste moet gaan van oud beleid. Deze oproep heeft de VVD ook gedaan bij de Kadernota 2015. We kunnen dit streven en voornemen dan ook alleen maar omarmen. We willen dit ook onderschrijven met een voorbeeld. In hoofdstuk 2 'Economie en werkgelegenheid' staat iets genoemd over de vrijetijdseconomie. Trouwens, dat is ook het enige wat genoemd wordt in dit hoofdstuk over trends en ontwikkelingen. Er moet ingezet worden op extra capaciteit en meer bud• get voor onder andere het Toeristisch Platform. Maar doen we al niet genoeg op dit gebied? In het ka• der van de promotie van Emmen en het toerisme kennen we al: Emmen Maakt Het Mee, Tourist Info Emmen, Recreatieschap Drenthe, Marketing Drenthe, Geopark De Hondsrug, Magisch Drenthe, Em-

20 men Centrum, Wildlands en Hunebed Highway. Daarnaast hebben we ook nog eens een keer de BOCE-aanpak en provinciaal beleid. De VVD denkt dat met een betere samenwerking geen extra budget of capaciteit nodig is en verwacht daarom géén voorstellen bij de Begroting 2019 in dezen. Dan even terug naar de bestuurlijke overwegingen. De eerste alinea eindigt met de zin: 'We hebben de bestuurlijke overwegingen gerangschikt op de voor Emmen belangrijke thema's.' U bedoelt: de in het Bestuursakkoord genoemde thema's. We zijn blij dat het college in ieder geval de volgorde van de thema's heeft aangepast en begint met economie en werkgelegenheid. Net zoals de VVD dit had voor• gesteld bij de behandeling van het Bestuursakkoord. Maar om nu de Begroting en de Jaarrekening in te richten conform deze thema's: dat gaat de VVD toch net een brug te ver. Waar in het verleden elke aanpassing van de Jaarrekening in goed overleg en na advies met de Auditcommissie werd aangepast, wordt dit nu zomaar als besluitpunt 2 van dit raadsvoorstel opgenomen en een gedegen argumentatie ontbreekt. De VVD vraagt zich af of dit wenselijk is, vraagt zich af wat de overige partijen hiervan vinden en of dit überhaupt haalbaar is. Tevens wil de VVD weten of er al onomkeerbare stappen zijn gezet in dit proces. Ondanks het wel of niet aanwezig zijn van onomkeerbare stappen dienen wij sa• men met de ChristenUnie een amendement in:

Amendement Al: Aanpassing Begroting (VVD en ChristenUnie) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2018, Constaterende dat: in het voorgestelde besluit onder punt 2 staat: 'De Begroting 2019 in te richten op basis van zes programma's - overeenkomstig de thema's van het Bestuursakkoord - aangevuld met een fi• nancieel programma; Van mening zijnde dat: een aanpassing van de inrichting van de Begroting grote eonsequenties met zich meebrengt; het tijdspad van Kadernota tot Begroting zeer kort is, waarbij aanpassing kan leiden tot extra kosten; vergelijking met voorgaandejaren ineens niet meer mogelijk is; een advies van de Auditcommissie voor een nieuwe inrichting van de Begroting zeer op zijn plaats is; deze aanpassing betekent dat we elke vierjaar een aanpassing van de Begroting krijgen; Besluit derhalve het voorstel als volgt te wijzigen: 1. punt 2 in het raadsbesluit als volgt te wijzigen: 'In overleg met de Auditcommissie te bezien of en hoe de Begroting op verantwoorde wijze aan• gepast kan worden, waarbij de beoogde en te onderzoeken aanpassing is gericht op zes pro• gramma's - overeenkomstig de thema's van het Bestuursakkoord - en eenfinancieelprogram• ma, op zijn vroegst te implementeren na een raadsbesluit bij de voorbereidingen voor de Begro• ting 2020.'; En gaat over tot de orde van de dag. '

De heer Scheltens (VVD): Dan het financiële perspectief. Het lijkt erop dat, na 2019, er een mooi financieel perspectief ligt voor de gemeente Emmen. Eentje waarbij we, gelet op een aantal risico's, kunnen werken aan het verbeteren van onze solvabiliteit, zoals zojuist al gezegd bij de Jaarrekening 2017. Maar dit mooie perspectief moet natuurlijk al wel bijgeschaafd worden. Er is namelijk nog geen rekening gehouden met het in het Bestuursakkoord gewenste bevriezen van de OZB-Iasten voor wo• ningen en bedrijfspanden. Maar ook kosten van beheer en onderhoud van het Rensenpark is nog niet meegenomen in deze Kadernota. Over het Rensenpark vraagt de VVD zich af waarom het niet is opgenomen in ons Meerjarenperspec• tief Grondexploitaties. Het is toch nog steeds een exploitatiegebied? Dit maakt het voor de raad beter en overzichtelijker, om onze controlerende taak uit te voeren. Wij dienen hiertoe dan ook een motie in:

Motie MI: Rensenpark als exploitatiegebied (VVD) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28juni 2018, Constaterende dat: het Rensenpark, naast dat het nu een beheergebied is met bijbehorende kosten, ook een exploi• tatieopdracht heeft; het Rensenpark nu in de MPG (nota Meerjarenperspectief Grondexploitaties) als exploitatiege• bied ontbreekt; Overwegende dat: de gronden van het Rensenpark in eigendom zijn van de gemeente;

21 de gemeente daarvoor een forse investering van 65,5 miljoen euro heeft gedaan, waarvan 32.770.540 euro gedekt is uit bedragen van derden (provincie, Rijk en Europa) en 15.729.460 euro gedekt is uit gemeentelijke reserves; het resterende bedrag van 17 miljoen euro is gedekt middels kapitaalslasten in de Begroting; daarnaast 10 miljoen euro als investeringskrediet middels kapitaalslasten opgenomen is in de Begroting; tevens 15 miljoen euro als inrichting openbaar gebied middels kapitaalslasten opgenomen is in de Begroting; de totale kapitaalslasten daarmee van 2018 tot 2020 aloplopen van 1,2 miljoen euro tot 1,8 miljoen euro; dit de gemeente niet ontslaat van de verplichting om zoveel als mogelijk van deze investerings• kosten via verkoop van gronden terug te verdienen, en het Rensenpark daarom de facto ook een exploitatiegebiedis; het daarom juist is, het Rensenpark in de MPG op te nemen, opdat daarmee de exploitatieop• dracht wordt vastgelegd en de gemeenteraad jaarlijks goed geïnformeerd kan worden over de ontwikkeling van de exploitatie; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders om: 1. het Rensenpark alsnog in de MPG op te nemen; En gaat over tot de orde van de dag. '

De heer Scheltens (VVD): Dan over naar de programma's. In programma 5 staat een alinea over de kosten van het programma Omgevingswet. Een kwart pagina aan beleidskretologie: 'programmaplan " 'programmatisch werken " 'wendbaarheid en flexibiliteit', 'randvoorwaardelijk' , 'herijken'. Volgens de VVD is het idee van de Omgevingswet om verschillende bestaande regels samen te brengen in één geïntegreerde wet. Dat zou eigenlijk geld moeten opleveren en niet 4 ton extra kosten. In dat kader ook extra aandacht voor de woon- en leefbaarheidsvisies - zojuist al genoemd. Een mooi initiatief, maar kunnen we misschien het tempo dan niet wat aanpassen, zodat we in elk geval binnen de huidige for• matie en het budget dit kunnen uitvoeren? In programma 7 staan indexeringen van Area voor 2018 en voor 2019. We zijn al jaren partner van Area, we hebben daar in onze Begroting dan nooit rekening mee gehouden. Waarom niet? En is deze indexering jaarlijks? Want dan krijgen we volgend jaar weer een stelpost erbij voor 2020 en volgend. Dit kan en moet toch structureel begroot worden? Dan het sociaal domein en De Toegang. Eerst enkele feiten. Uit Programma, paragraaf 9 'Sociaal Do• mein' in de Berap-I (blz. 21) blijkt dat het saldo van tegenvallende uitgaven en tegenvallende inkom• sten een tekort oplevert van 9,6 miljoen euro. De Reserve Sociaal Domein staat hierdoor dus nu - be• gin 2018 - al op negatief, namelijk 0,8 miljoen euro. Het college geeft aan nog in 2018 met oplos• singsrichtingen voor dit tekort te komen. Wij vragen ons dan meteen af: voor welk tekort? Voor het tekort van 9,6 miljoen euro of het tekort van 0,8 miljoen euro in de reserve? U geeft ook aan welke oplossingsrichtlijnen u denkt - dit staat op bladzijde 22 van de Berap. 'Bijsturen op kosten zorg': kunt u dat ook toelichten? Op welke zorgkosten gaan we bezuinigen? En een aantal financieel-technische oplossingen zoals het inzetten van (nog meer) reserves en het vinden van ruimte binnen balansposten. Een ander feit. De raad heeft besloten dat zij het uitgangspunt hanteert dat de kosten binnen het sociaal domein de inkomsten niet mogen overstijgen. Gegeven het feit dat de tekorten, zowel in de Jaarreke• ning als in de Berap-I, vooral veroorzaakt worden door de uitgaven binnen het sociaal domein, zouden de oplossingsrichtingen ook - of beter gezegd - juist voorál binnen dat domein gezocht moeten wor• den. Want de reservepositie van de gemeente Emmen staat er op dit moment niet al te best voor en toch wil dit college opnieuween gat in de Begroting vullen door een greep uit de reserves te doen. In de Kadernota lezen we dat alleen al voor de taak jeugdzorg vanaf dit jaar een structureel tekort van 4,0 miljoen euro wordt geraamd. Ook wordt daarin aangegeven dat met ingang van 2019 de Integratie• uitkering Sociaal Domein wordt geïntegreerd in de algemene uitkering. Hoe kan de gemeenteraad straks controleren of die uitgaven binnen het sociaal domein de inkomsten niet overstijgen? Of gaat het scenario op dat de VVD al eerder heeft aangegeven? Hoe doemscenario dat het Emmense sociale beleid ten koste gaat van alle voorzieningen voor alle Emmense burgers? Wij denken dan bijvoorbeeld aan sportvoorzieningen, infrastructuur en groenvoorzieningen. Een derde gegeven is inmiddels het Bestuursakkoord, waarin via een Sociale Agenda een intensivering van sociaal gemeentelijk beleid wordt aangekondigd. Weliswaar nog zonder planning, budget en prio• riteit, maar toch. Ik hoop toch dat u het met de VVD eens bent dat de hier geschetste situatie meer dan zorgelijk is? Zijn we nog wel in control?

22 Dan over De Toegang. Inmiddels zijn de problemen bekend - andere partijen hebben die ook al ge• noemd - en voor de VVD zijn die geen verrassing. Er waren het afgelopen jaar al diverse signalen dat het daar niet goed ging. Wij hebben vorig jaar het college gevraagd of het, gezien de situatie daar, wel verstandig was om De Toegang toch nog een taakuitbreiding erbij te geven, schuldhulpverlening, ter• wijl men duidelijk overgrote moeite had met de al opgedragen taken. Het college wuifde ons bezwaar weg. Ook in deze Kademota wordt er met gemak opnieuwextra geld vrijgemaakt voor de organisatie van De Toegang. De Toegang is een zelfstandige organisatie met een eigen Raad van Toezicht. Wij gaan er dus niet over. Is dat zo en klopt dat wel? Kunnen wij het ons als gemeenteraad veroorloven, wél strenge en stevige eisen en normen op tafel te leggen voor hoe wij zélf als gemeente de dienstver• lening aan de Emmense burgers willen uitvoeren? Maar moeten we afwachtend en knarsetandend toe• zien hoe een van onze grootste dienstverlenende organisaties in onze gemeente, De Toegang, er blijk• baar een potje van maakt? Eerst hadden we in Emmen maar één grote welzijnsmoloch die voor de ge• meenteraad een black box was en is: Sedna. Nu lijk het alsof er een bij is gekomen, namelijk De Toe• gang. De VVD vraagt zich zo langzamerhand af of het gekozen organisatiemodelom De Toegang op afstand zetten, wel een verstandige keuze was. Wij zijn de controle kwijt, maar hebben wel te maken met de gevolgen, zowel in termen van kwaliteit als geld. We dienen daartoe dan ook een motie in:

Motie M2: De Toegang (WD) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2018, Constaterende dat: de organisatie De Toegang per 1 januari 2017 is opgericht met als taak om in het beleidsveld 'maatschappelijke ondersteuning' de gemeentelijke regierol op zich te nemen; de legitimatie voor de bestuursvorm van een privaatrechtelijke entiteit was gelegen in de na• drukkelijke wens om geen politieke betrokkenheid op casusniveau te hebben en de toegangs• teams handelingsvrijheid te bieden, zodat zij 'zonder last en ruggespraak' binnen gestelde ka• ders kunnen werken; het college van burgemeester en wethouders van mening is - zie de Kadernota 2019 - dat het bij De Toegang 'gaat om een jonge nieuwe organisatie die tijd nodig heeft om zich te ontwikkelen tot een taakvolwassen organisatie, dat de organisatie dat stadium nog niet heeft bereikt en er mede daardoor overschrijdingen op kosten begeleiding PGB zijn'; er gedurende de afgelopen jaren geregeld klachten over het functioneren van De Toegang zijn geweest; de Wmo-raad in haar brief van 22 mei 2018 tal van zaken meldt over de gebrekkige kwaliteit van dienstverlening, op grond daarvan de conclusie trekt dat zij zich ernstige zorgen maakt en daarbij ook, ten overvloede, verwijst naar een rapport van de Ombudsman Sociaal Domein, waarin hetzelfde wordt geconstateerd; er op dit moment een aanzienlijke personele problematiek is, culminerend in het opgezegde ver• trouwen in de directeur, met als gevolg van de directeur haar taken tijdelijk heeft neergelegd, ook blijkend uit personeel verloop (zie ook de collegebriefvan 19juni 2018); de uitgaven in het sociaal domein een groot tekort laten zien, zodanig zelfs dat de Reserve Soci• aal Domein uitgeput is en nu op negatief staat; er vanaf de oprichting diverse keren extra budget aan De Toegang is toegerekend en ook in de• ze Kadernota 2019 wordt voorgesteld deformatie van De Toegang uit te breiden; Overwegende en van mening zijnde dat: De Toegang een cruciale rol vervult in de uitvoering van een groot van het gemeentelijk taken• pakket met bijbehorend budget; het gemeentebestuur, zowel gemeenteraad als college, nog onlangs naar aanleiding van een rapport van de Rekenkamercommissie Emmen heeft uitgesproken dat gemeentelijke dienstver• lening een hot topic is en zowel de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders als de ambtelijke organisatie er - ieder vanuit zijn c.q. haar eigen rol - alles aan moet doen om de dienstverlening op een hoger peil te krijgen; dit sterke statement ook voor de via De Toegang uitgevoerde gemeentelijke taken in het veld van maatschappelijke dienstverlening zou moeten gelden; bovendien de taakuitvoering van De Toegang vanuit het perspectief van de burgers van Em• men, in hun cliëntrol, als integraalonderdeel van de gemeente Emmen wordt gezien; de Rekenkamercommissie Emmen in haar rapport over het sociaal domein de eigen rol, kader• stelling en controle, van de gemeenteraad benadrukt dat het vanuit die optiek niet vanzelfspre• kend is om de regierol over een groot deel van de taken van het sociaal domein uit te besteden en het daardoor lastiger wordt om de zekerheid te verkrijgen dat publieke middelen van de ge- 23 meente rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden besteed - zoals de Rekenkamercommissie ook benadrukt; het negatieve patroon in de uitgaven binnen het sociaal domein zorgelijk is en daarom zo direct mogelijke extra sturing en controle vereist; de gemeenteraad het gevoel heeft haar controlerende taak ten opzichte van De Toegang niet meer voldoende te kunnen uitoefenen; de gemeenteraad er weinig vertrouwen in heeft dat het functioneren van De Toegang weer op orde komt, ook niet met de nu opnieuw voor 2019 voorgestelde uitbreiding van het budget van De Toegang; Concluderende dat: het totaalbeeld, zoals dat nu over De Toegang bestaat, zeer zorgelijk is; de gemeenteraad er weinig vertrouwen in heeft dat het proces op korte termijn tot verbetering leidt; er geen principiële argumenten zijn die beletten om de taken van De Toegang, die vooral regie• voerend zijn, weer terug te halen naar de gemeente; het takenpakket van De Toegang en het bijbehorende budget, in verhouding tot het geheel van de gemeentelijke Begroting en taken, dusdanig groot van omvang zijn dat negatieve ontwikke• lingen bij de uitvoering van de taken van De Toegang een risico in zich bergt voor de gehele gemeentelijke Begroting en de daarin opgesomde taken; ingrijpen daarom nu noodzakelijk is; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders om: 1. op zo kort mogelijke termijn, ten minste vóór de begrotingsbehandeling in november 2018, aan de raad een discussienotitie voor te leggen over de mogelijkheid en bijbehorende eonsequenties van het opheffen van de organisatie De Toegang en het terughalen van de daar neergelegde ta• ken naar de gemeentelijke (ambtelijke) organisatie;; En gaat over tot de orde van de dag. '

De voorzitter: Wilt u tot een afronding komen, meneer Scheltens?

De heer ScheItens (VVD): Ja, dat kan. Ik heb nog kort iets over de Berap - daarbij heeft al een aantal mensen iets gezegd over het voorspellend vermogen. We hebben bij de behandeling van de jaarcijfers nog de organisatie geprezen om haar voorspellend vermogen, maar de Begroting 2018 moet in de eer• ste drie maanden van dit jaar al met 3,7 miljoen euro worden aangepast. Dat is in onze ogen fors, ei• genlijk te fors. We hebben hiervoor bij het sociaal domein al voldoende over de oorzaken gezegd. Maar het laatste programma, Bedrijfsvoering, is voor ons ook verrassend.

De voorzitter: Maakt u dan wel een keuze, want u schiet nu al ruim over uw tijd heen.

De heer Scheltens (VVD): Ik moest ook het verzoek voorlezen uit onze motie.

De voorzitter: Ook dát hoort bij uw spreektijd. Gaat u door.

De heer Scheltens (VVD): Goed. 'De bedrijfsvoering staat onder druk', lezen we. Een tekort van 3,0 miljoen euro. Dit tekort komt, lezen we, door de bezuinigingen van de afgelopen jaren. Dat is toch de omgekeerde wereld? De gemeenteraad heeft tot een bezuiniging op de ambtelijke organisatie beslo• ten, en nu moet dit met 3,0 miljoen euro meer uitgaven weer gecorrigeerd worden. Graag uitleg. We begonnen onze bijdrage met de hoop en verwachting voor een mooi financieel perspectief na 2019, maar met de door ons genoemde zaken en risico's zijn we hier niet gerust op. Wij zullen de te verwachten collegebrief en voorstellen voor nieuw beleid dan ook met een kritische blik ontvangen, om te zorgen dat we de komende jaren voldoende beleidsvrijheid houden om deze gemeente mooier en beter te maken.

De voorzitter: Dank voor uw bijdrage en uw medewerking aan de beperking van de spreektijd. Dan gaan we over naar de SP, de heer Moinat. We kijken vandaag niet op een minuutje, maar wel een beetje de tijd in de gaten houden alstublieft. Meneer Moinat, ook voor u acht minuten spreektijd.

De heer Moinat (SP): Dat gaan we niet halen, maar dan aan de goede kant van het verhaal.

24 De Kadernota is richtinggevend en kaderstellend, oftewel: met de Kadernota wordt de weg aangelegd naar de Begroting en dan is het wel zo handig dat je bij die aanleg de juiste materialen en zeker weet dat de route die je kiest, ook daarheen leidt waar je naartoe wilt. In de diverse programma's staat het hoe en waarom meestal goed uitgelegd. Meestal, dus. Ik begin met een vraag. In programma 5 staat dat de inzet van een projectleider, 1 fte, maar liefst 100.000 euro per jaar kost. Wat krijgen we daar allemaal voor? En dan een opmerking: naar aanleiding van de uit• breiding van het Tweespan in programma 4 dat ik het apart blijf vinden dat de overheid - namens ie• dereen, dus - meebetaalt aan bijzonder onderwijs. Maar dat raakt een andere discussie, dus die opmer• king is voor mijn rekening. Veelvuldig terugkerende begrippen als leefbaarheid in dorpen en wijken, integraal armoedebeleid, sa• men aanpakken en gedeelde verantwoordelijkheid zijn volgens de SP de juiste prioriteiten. Onze ver• kiezingsleus was niet voor niets: 'Voor jezelf, voor elkaar'. Wij - en dan wil ik het graag over 'wij' in de breedste zin hebben - staan voor een inclusieve samenleving met gelijke kansen op eerlijk werk, goed opleiden en begeleiding, echte banen met een fatsoenlijk inkomen voor mensen met of zonder arbeidsbeperking. En als dat de samenleving is die je met z'n allen wilt, dan is het volstrekt onaccep• tabel dat een op de negen kinderen opgroeit in armoede. Zeker als je daarbij bedenkt dat meer dan de helft van hen werkende ouders heeft. Armoedebeleid is een van onze topprioriteiten: van de SP, van deze raad en van dit college. En dat is ook hard nodig, aangezien Emmen helaas negatieve koploper is in Drenthe. Hier groeien re• latief de meeste kinderen op met een risico op armoede: ruim 15 procent van de minderjarigen in Em• men leeft in een gezin met een inkomen rond de zogeheten lage-inkomensgrens. En dat zijn met name mensen met een inkomens tussen de 110 en 120 procent van het sociaal minimum, die net buiten de boot vallen voor de minimaregelingen. Hun besteedbaar inkomen komt daardoor vaak uit beneden de armoedegrens. Om deze vorm van verborgen armoede tegen te gaan wil de SP de grens die toegang geeft tot de minimaregelingen, optrekken naar 120 procent van het sociaal minimum. Hierdoor zullen meer mensen gebruik kunnen maken van inkomensondersteunende maatregelen en kan er echt iets gedaan worden aan de stille armoede onder de werkende armeren. Voor de eventuele sceptici onder ons nog even wellicht een verrassend argument: een goed armoedebeleid levert de gemeente geld op. Het zorgt er namelijk voor dat er minder mensen langdurig in de armoede leven en dat mensen minder lang aanspraak maken op gemeentelijke armoederegelingen. Dat heb ik niet zelf bedacht, maar uit cij• fers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt dat elke geïnvesteerde euro in zogeheten vroegsignalering de gemeenten zelfs minstens 1 euro 57 oplevert. Voor de samenleving als geheel levert het natuurlijk veel meer op. Daartoe dienen wij een motie in en die motie mag ik indie• nen met de medeondertekening door de ChristenUnie, GroenLinks en SOPLUS - waarvoor dank. In de motie vragen wij het college het volgende:

Motie M3: Inkomensgrens bijzondere bijstand verhogen (SP. ChristenUnie. GroenLinks en SOPLUS) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2018, Constaterende dat: niet alleen mensen in de bijstand die binnen de grens van 110 procent van het sociaal minimum vallen, moeite hebben om rond te komen en mee te kunnen doen aan bijvoorbeeld sociale activi• teiten; er een grote groep werkende mensen is die rond de 'lage-inkomensgrens' zit (bij een inkomen beneden de lage-inkomensgrens is er volgens het CBS sprake van risico op armoede); de groep werkenden tot 120 procent van de bijstandsnorm moeilijk rondkomt en daarmee vaak niet in staat is deel te nemen aan bijvoorbeeld sociale activiteiten; dit wordt bevestigd door het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau naar armoede uit september 2016; Overwegende dat: zoveel mogelijk mensen die het nodig hebben, gebruik moeten kunnen maken van de voorzie• ningen in de bijzondere bijstand; met het verhogen van de inkomensgrens meer mensen rechthebben op genoemde regelingen, wat hun deelname aan de maatschappij zal bevorderen; het ophogen van de inkomensgrens van 11 0 procent naar 120 procent hun een extra steuntje in de rug geeft; Vraagt het college van burgemeester en wethouders om: 1. de mogelijkheden tot en de effecten te onderzoeken van een verhoging van de inkomensgrens voor de regelingen van het minimabeleid naar 120 procent van de bijstandsnorm;

25 2. de uitkomsten van dit onderzoek zo spoedig mogelijk voor te leggen aan de raad; En gaat over tot de orde van de dag. '

De heer Moinat (SP): En als ik dan het cirkeltje weer rond maak - want cirkeltjes horen rond te zijn• dan kom ik weer bij de route uit van de Kadernota naar de Begroting. De SP zou heel graag dat het voorstel van de 120-procentsgrens verwerkt wordt in de Begroting.

De heer Eggen (D66): Ja, meneer Moinat, ik heb wel een vraag over die 120 procent. Wij maken ons hier ernstig zorgen over overerfbare armoede en daar hebt u gelijk in: wij staan boven aan die lijstjes - zeker van Drenthe, maar misschien ook wel van heel Nederland. Hebt u - nee, laat ik niet zeggen 'de illusie', want dan kleur ik het in; hoewel, ik heb dat woord nu al gezegd - het idee dat je die 120 procent daarmee ook dit soort zaken zoals die overerfbare armoede aan kunt pakken? Want u hebt het over vroegsignalering en daar ben ik het helemaal met u eens, maar dat is iets anders dan die 120 procent.

De heer Moinat (SP): Ik denk dat met elk initiatief waarmee de armoede vermindert, je ook de over• erfbare armoede meepakt.

De heer Leutscher (LEF!): De vorige keer, toen we spraken over het Bestuursakkoord, hebben we al een aantal inhoudelijke zaken naar voren gebracht. En dan denk je erover na: nu praten we over de Kadernota en een aantal partijen geeft al aan dat men wacht op het collegeprogramma en de Investe• ringsagenda, die dan vertaald worden in de Begroting voor volgend jaar en de rest. Ja, daar kun je je ook de vraag stellen: wat doen we dan hier met elkaar? Dan hadden we ook vrij kunnen nemen: het is mooi weer, dan hadden we lekker op het terras kunnen zitten en de lokale economie kunnen stimule• ren. We hebben er ook over nagedacht in de zin van dat we met elkaar binnen de fractie eens hebben nagesproken over wat nu tijdens de bespreking van het Bestuursakkoord is gezegd. Toen hebben we gezegd dat we blijven nadenken, want we blijven natuurlijk wel kaderstellend als raad - ook vandaag, op 28 juni. Wat de collegepartijen ook mogen gaan doen, we gaan straks natuurlijk uiteindelijk kijken naar de Begroting en beoordelen of we daar punten in terugvinden die we ingebracht hebben - zo ook als vandaag. En een van de hoofdconclusies - we hebben dat niet bij het onderdeel van de Jaarrekening over gesp• roken, we willen dat hierin meenemen - is natuurlijk wel de vraag welke kaders we nu meegeven aan het college als het gaat om het opstellen van de Begroting als we kijken naar de financiële situatie, als we kijken naar het eigen vermogen, als we kijken naar de kosten waar we geen greep op hebben en als we kijken naar de ambities die er zijn. Niet alleen trouwens bij de coalitiepartijen maar bij iedereen die heel kritisch wil kijken naar zijn of haar eigen verkiezingsprogramma. Dan is het denk ik wijs om hier met elkaar in gesprek te zijn over de keuzes die je daarin maakt en daar waar het Meerjarenperspectief de cijfers zwart worden geschreven, je bijna ook al de neiging hebt om te gaan investeren. Misschien moet je dan al bij de helft van tevoren al afspreken dat dat wordt opgepot en verdwijnt in de reserves. Dat je misschien met elkaar afspreekt dat daar waar je praat over investeringen, alleen die investerin• gen voorgaan die als centrale thema hebben 'meedoen aan de lokale samenleving'. En daar waar je nog andere investeringen zou willen doen, stel je je ook altijd de vraag: wat is dan ook eigenlijk je te• rugverdiencapaciteit is - om daarmee het begrip 'return on investment' maar te voorkomen. Een ander centraal thema dat we toch maar terughalen en dat we toch belangrijk vinden, is hoe je er toch voor zorgt dat je niet als overheid, maar toch problemen achter de voordeur van de mensen op• lost. We hebben daar vaker over gesproken, we zijn nog niet veel vaker daarbij de diepte in gegaan. Dat gaan we misschien wel in september doen, maar vandaag is het belangrijk om dit toch maar weer eens te benoemen. Want hoe zorg je er nou voor dat je als gemeente, zorgverleners, huisarts, woning• bouwcorporatie, wijkagent achter de voordeur komt bij die mensen die de zorg en de nood niet van zichzelf herkennen, maar dat je hen wel kunt gaan helpen? Volgens ons zit dat niet alleen in systemen en werkprocessen, maar los je ook heel veel dingen op als je het vertrouwen van die burger weet te winnen. En dat kan alleen maar dat als je empathie hebt, als je inlevingsvermogen hebt en daardoor zelf laagdrempelig bent. Vandaar ook ons idee, veelvuldig besproken tijdens de verkiezingen, dat het goed is om de ambtenaren die op dit gemeentehuis werken, met een zodanige instelling - in ons beeld is dat die van een verpleegkundige - dat ze begrijpen wat er speelt, de situatie goed kunnen inschatten en vandaaruit actief kunnen handelen. Een tweede punt - wat we ook zien in onze lokale samenleving - is toch wel eigenlijk het centrale thema dat we hebben voor onszelf en dat is vroegtijdig signaleren. De vorige twee punten waren daar een voorbeeld is. Met de vergrijzing en ouder wordende bevolking gaat ook de dementie toenemen. 26 Ook daarbij zul je als samenleving op voorbereid moeten zijn. Toevallig is er tegenwoordig een aardig reclamespotje, dat heel praktisch laat zien wat er gebeurt in een crisissituatie: dat iemand letterlijk even de weg kwijt is. En daarom, omdat wij dat zo belangrijk vinden, hebben wij daarover een motie ingediend waarbij wij eigenlijk het volgende verzoeken:

Motie M4: Samen dementievriendelijk (LEF!) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28juni 2018, Constaterendedat: een op de vijf Nederlanders dementie krijgt; doordat Nederlanders steeds ouder worden, het aantal inwoners met dementie in 2040 - naar verwachting - naar 550.000 stijgt; dit eenvoudigweg betekent dat ook meer inwoners én organisaties in de gemeente Emmen dage• lijks te maken krijgen met dementie; Eveneens constaterende dat: dementerenden steeds meer geïsoleerd raken en steeds minder betrokken zijn bij de maatschap• pij, vooral door vooroordelenen taboes uit de samenleving; Overwegendedat: Emmen een dementievriendelijke gemeente dient te worden, zodat: o inwoners met dementie zo lang mogelijk mee kunnen blijven doen in de Emmer samenle• ving; o de gemeente begeleiding op maat mogelijk maakt voor mensen met dementie en hun man• telzorgers; o de gemeente de kennis van dementie binnen de eigen organisatie en de gemeenschap ver• groot; o uiteindelijk een Emmer gemeenschap ontstaat waarin iedereen dementie accepteert: van bakker en buurman tot sportclub en wijkagent, waarin mensen met dementie gewoon bood• schappen doen, hun bankzaken regelen, naar hun vereniging gaan of de bibliotheek of een museum bezoeken en waarin de Emmer gemeenschap hun een handje toesteekt wanneer zij het even niet meer weten; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders om: 1. aansluiting te zoeken bij het gezamenlijke initiatief'Samen dementievriendelijk' van Alzheimer Nederland, pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM en het Ministerie van VWS en dit te vertalen naar en op actieve en effectieve wijze in te vullen voor de Emmer gemeenschap; En gaat over tot de orde van de dag. '

De heer Leutscher (LEF!): Een tweede aspect dat ook vraagt om vroegtijdige signalering, is wat we vaker benoemd hebben als het gaat om de ondermijning in de zorg bij de PGB's. Waar zorgaanbieders binnen het systeem in staat zijn om financiële middelen die bedoeld zijn voor burgers, die bedoeld zijn voor zorg, in eigen zak te steken. En dat is onze tweede motie, waarin wij het college het volgende verzoeken:

Motie M5: Aanpak ondermijning zorg (LEF!) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2018, Constaterende dat: in toenemende mate helder wordt dat binnen de (Wmo-)zorg gefraudeerd wordt met PGB• gelden door (malafide) zorgaanbieders; Eveneens constaterende dat: met de invoering van de Wmo 2015 het takenpakket van gemeenten op het terrein van maat• schappelijke ondersteuning flink is uitgebreid; gemeenten daarbij niet alleen verantwoordelijk zijn geworden voor de uitvoering van de zorgta• ken, maar ook voor de kwaliteit en de rechtmatigheid ervan; gemeenten derhalve moeten controleren of zorgeuro 's rechtmatig worden besteed; Overwegende dat: door frauderende zorgaanbieders niet alleen gemeenschapsgeld onrechtmatig wordt besteed, maar dat inwoners hun noodzakelijke zorg ontberen; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders om: 1. in samenspraak met onder andere politie enjustitie te komen tot een sluitend systeem, waardoor zicht bestaat op de professionaliteit en werkwijze van zorgaanbieders ten opzichte van inwoners (budgethouders) met toegekende PGB-gelden;

27 2. het systeem zodanig in te richten dat op adequate en juridisch verantwoorde wijze onrechtmatig bestede zorgeuro's bij de zorgaanbieder kunnen worden teruggevorderd; 3. de gemeenteraad adequaat te informeren over het verloop van het opzetten van en de effectivi• teit van het hiervoor bedoelde systeem; En gaat over tot de orde van de dag. '

De heer Leutscher (LEF!): Als we praten over sociale veiligheid, dan is er een aantal wijken voorbij• gekomen qua naam - dat ligt natuurlijk ook breder binnen de gemeente. Dan zien we in toenemende mate dat heel veel mensen in huurwoningen worden gezet of in huurwoningen terechtkomen waarbij nauwelijks is nagedacht over wat nou de verantwoordelijkheid is voor die nieuwe huurder door de verhuurder van zo'n sociale woonomgeving. Wat ik daarmee probeer te zeggen: het gebeurt nogal eens dat je een buurman of buurvrouw krijgt en je je daarbij wel eens even op het achterhoofd krabt of dat nou wel wijs is en wiens verantwoordelijkheid dat nu in wezen is. Wij vinden dat ook de verhuur• der een verantwoordelijkheid draagt voor de keuze die je maakt waarbij wie hij of zij wel toelaat in een huurwoningen en wie niet. We zouden graag weleens in gesprek hier met elkaar - of in bredere zin - eens te kijken of het misschien wel aardig is om in samenspraak met de makelaardij te komen tot een soort standaardhuurovereenkomst, waarin onder andere afspraken zijn opgenomen over hoe een huur• der zich heeft te gedragen in zijn omgeving, hoe de verhuurder daarmee is omgegaan als het niet loopt en waar er ook samenspraak is in de eigen woonomgeving. En om dat wat te stimuleren zou het mis• schien aardig zijn dat als je dit soort contraeten laat verlopen via een makelaar, misschien het eerste of tweede jaar mede gefinancierd wordt door de gemeente.

De heer Eggen (D66): Ja, ik heb u hooggeprezen als verpleegkundige, maar u bent daarnaast ook nog jurist. Is dit juridisch mogelijk en is dit überhaupt een taak van de gemeente om zich daarmee te gaan bemoeien? Daar hebt u zich vast op voorbereid.

De heer Leutscher (LEF!): Ja, absoluut. Binnen de fractie werd dit bestempeld als 'buiten de kaders denken'. Wantje moet nadenken over dit soort type problemen, want ze zijn er. We kennen ze bij bos• jes. En dan is de vraag: we hebben natuurlijk allerlei soorten systemen ingericht met buurtbemiddeling en alles wat daarbij komt kijken en ook dat werkt niet altijd. Dat we als thema hebben gekozen vroeg• tijdig signaleren, is ook preventief veel beter je best doen en we hebben erover nagedacht of dit iets zou kunnen zijn om te gaan onderzoeken of om dit te gaan uitproberen, om ook een verhuurder ver• antwoordelijk te maken voor de sociale woonomgeving van de huurder en zijn gedrag. Dan nog een laatste onderdeel waar het gaat om vroegtijdige signalering: dit ligt op het niveau van onze economie. Het eerste punt is dat we dat zoeken in de samenwerking. We zijn er heel goed in bij• voorbeeld om kritiek te leveren op de muur die wordt gebouwd tussen Texas en Mexico, maar we kij• ken niet naar de muren die we zelf opbouwen tussen de drie gemeenten hier om ons heen. We prijzen wel de samenwerking, maar wat doen we nou in werkelijkheid? Wij zouden graag zien dat we op een tweetal beleidsterreinen, toerisme en preventieve gezondheidszorg, met Borger-Odoorn en met Coe• vorden een gezamenlijk beleid ontwikkelen, waarbij eigenlijk een van de wethouders uit die drie ge• meenten de verantwoordelijkheid draagt en ook in gesprek is met de drie gemeenten. Niet meer alles via de drie colleges, maar gewoon iemand verantwoordelijk stellen die dat beleid regionaal gaat opzet• ten en ook gaat kortsluiten met de gemeenteraden.

De heer Scheltens (VVD): Ja, ik hoor u net inderdaad in de beantwoording op D66 in ieder geval zeggen 'buiten de gebaande paden denken en doen'. Maar hoe ziet u dat dan zo dat een wethouder van Coevorden ook verantwoording moet gaan afleggen hier aan de raad in Emmen? En dat wij hier met een motie van wantrouwen kunnen komen voor een wethouder in Coevorden? Dat zou inderdaad wel een novum zijn, maar hoe ziet u dat?

De heer Leutscher (LEF!): Nou, we zijn niet optimistisch of pessimistisch maar constructief. We hebben juist nagedacht over hoe we een aantal dingen kunnen doorbreken, omdat we zo vastzitten in ons eigen domeintje, in ons eigen speelveld. Daarom hebben we gezegd: misschien moeten dit maar eens proberen. We kunnen dan natuurlijk altijd praten over wat er nou gebeurt als je niet tevreden bent en wat je met een motie van wantrouwen doet. Maar je kunt het ook positiever bekijken door na te denken over hoe je er nou zorg voor kunt dragen dat bijvoorbeeld als we praten over die preventieve gezondheidzorg, ook ten aanzien van die jongeren uit Coevorden of Borger-Odoorn na school hier in het winkelcentrum komen en daar fast food gaan nuttigen. Dus je bent er ook bij gebaat om met elkaar

28 één gemeenschappelijk beleid te ontwikkelen en wij vinden dat wel spannend om maar één bestuur daar verantwoordelijk voor te maken.

De heer Scheltens (VVD): Ik denk inderdaad dat als ik kijk naar samenwerking, naar samenwer• kingsverband en ook naar gezamenlijk beleid, we dan al een heel aantal thema's hebben gedaan. Zo hebben we hebben vorig jaar een gezamenlijke raadsvergadering gehad. Maar dan is het wel zo dat die drie colleges daar samen verantwoording over afleggen. Nou, als dat uw uitgangspunt is, dan zal dat niet zoveel problemen opleveren. Maar nogmaals, dat andere lijkt me wel een novum.

De heer Leutscher (LEF!): Nog één korte opmerking hierover misschien. Want hierover is natuurlijk wel nagedacht: bij die bijeenkomst die er is geweest, zat er nog wat koudwatervrees richting de ge• meente Emmen als grootste in de regio. Dus áls je dat al gaat doen, dan leg je toerisme bijvoorbeeld neer bij een van de wethouder van Coevorden en preventieve gezondheidszorg bij Borger-Odoorn.

Mevrouw Hoogeveen (D66): Ik dacht: wij hebben een gezamenlijk toeristisch beleidsplan opgesteld en volgens mij is het nog steeds zo dat de drie afzonderlijke gemeenteraden daar uiteindelijk een be• sluit over nemen en alleen de uitvoering bij het college ligt

De heer Huttinga (ChristenUnie): Ja, het verbaast me wel een klein beetje dat de heer Leutscher daar nu mee komt, omdat wij pas in februari het gezamenlijke beleidsplan voor de komende jaren hebben vastgesteld. Dan is dit een beetje mosterd na de maaltijd: dat is een beetje jammer.

De heer Leutscher (LEF!): Nou nee, we gaan juist één stapje verder door één wethouder ook aan• spreekbaar te maken en die ook acteert binnen de regio als aanspreekbare wethouder. Daar zit het ver• schil in ten aanzien van de inhoudelijke keuzes, maar ook hoe je dat vervolgens doet - in plaats van dat het continu over drie schijven gaat en om te voorkomen dat je vervalt in een gemeenschappelijke regeling. Het tweede waar het gaat om vroegtijdig signaleren is verder kijken dan je neus lang is en dat is kijken naar hoe wij hier in Emmen fungeren als logistiek centrum. Als we kijken naar het vrachtverkeer, we• ten we dat als we kijken naar de toekomst, we van de benzine en de diesel afgaan en we het dan moe• ten hebben van accu's. Wat zou het mooi zijn als we nu al vroeg op het vinkentouw zitten als het gaat om dat soort ontwikkelingen. Daarbij moeten we ervoor zorgdragen dat als de techniek zo ver is, hier het beste accu-oplaadstation is voor vrachtverkeer aan de A37. Dat betekent dat je nu al gaat investe• ren in netwerken, bijvoorbeeld TU Delft. Die is Europees koploper wat die techniek betreft, dus het zou goed zijn daarin de netwerken worden uitgebreid om daar bijtijds te zijn en ook snel te kunnen schakelen. En tot slot het derde punt, dat op het terrein van de economie ligt is dat je soms eens moet nadenken of bij de keuzes en de gedachten die je hebt, je soms op zaken moet terugkomen of ze nuanceren. En wat bedoel ik daarmee? Politiek is er breed draagvlak voor het verbreden van de weg Emmen• en dat heeft ook in onze verkiezingsprogramma's gestaan de afgelopen jaren. Maar als je toch wat verder nadenkt over de meerwaarde en je ziet dat je maar een beperkt aantal centen te be• steden hebt, dan zullen we met elkaar toch eens de discussie erover moeten aangaan dat áls we dan al zouden moeten gaan kiezen, je dan voor een verbreding van deze snelweg kiest of je toch voor een aansluiting van hier Emmen via de Frieslandroute naar de A28 kiest. Dit om een directe vierbaanse verbinding naar Groningen en Leeuwarden te krijgen. Durven wij die discussie aan om daar eens op terug te komen? Dan tot slot. We hadden natuurlijk nog veel meer dingen kunnen noemen. Dat doen we niet, dat is straks aan de bespreking van de Begroting. Een aantal mensen heeft al iets gezegd over zorg op maat in de buurt. Ook dat zal in ieder geval een van de centrale thema's zijn waar we het nog uitgebreid over zullen moeten hebben.

De heer Oldenbeuving (CDA): Ja, voordat uw laatste verkeerssuggestie nu meteen in een bepaald kader wordt geplaatst: ik heb weleens iets gehoord over het vergelijken van appels en peren. Maar dit is volgens mij het vergelijken van een mandarijn met een watermeloen, want het stukje Emmen• Klazienaveen is toch wel even heel iets anders dan de Frieslandroute tot aan de A28.

De heer Leutscher (LEF!): Dat is waar. Maar als je kijkt naar de bedragen per strekkende meter, dan zijn de kosten nagenoeg dezelfde. We zien natuurlijk wel aankomen dat in de hele discussie van de Begroting de financiële middelen beperkt zijn - nog even los van de discussie gemeentelijk versus 29 provinciale weg. Maar als we het al voor elkaar zouden kunnen krijgen dat we greep krijgen op de weg Emmen-Klazienaveen en je zou dat geld op die manier investeren, dan moet je er toch eens naar kijken of je een andere keuze zou kunnen maken.

De heer Oldenbeuving (CDA): Ja, volgens mij verschillen we niet van mening over dingen als inte• grale afwegingen en keuzes maken. Alleen, als je dat soort dingen in één zin noemt, dan zou dat gauw een verkeerde indruk kunnen wekken en die wil ik nu even wegnemen.

De heer Huttinga (ChristenUnie): Wij zouden het dit keer echt heel kort kunnen houden. Zo beleids• arm is, voor zover ik me het herinner, een Kadernota nog niet geweest. Wat algemene beleidszaken, lopende zaken, vooral autonome ontwikkelingen en weinig nieuw beleid. Weinig richting geven en dat wil het college graag later dit jaar gaan doen met behulp van het bestuursprogramma, verder uitge• werkt in een collegeprogramma, vertaald naar de Begroting in november. Daar hebben we vorige maand allemaalons zegje alover gedaan, dus zouden we nu kunnen stoppen. Maar op zich is zo'n be• leidsarme Kadernota ook wel weer begrijpelijk en ook wel weer een beetje pijnlijk. Want we zijn al jaren aan het belijden hier in deze zaal dat wij heel graag bij de Kadernota de richting van denken voor de Begroting willen aangeven. En dat doen we dus nu niet, dat is beslist niet het geval. Zelfs vier jaar geleden, toen het college nog later aantrad dan deze keer, was het nog niet zo beleidsarm. Daarbij komt dat het kortetermijnperspectief weer geen ruimte geeft: minus 2,3 miljoen voor 2019. En wat daarna komt, lijkt op zich een stuk positiever, maar het college zet daar nu al flinke vraagtekens bij. We zien allerlei autonome ontwikkelingen en verwachte zaken, die een doorgaand beslag op de finan• ciën lijken te gaan leggen. Wat de ChristenUnie betreft lijkt de planning- en controlecyclus van Emmen de laatste jaren te voor• spelbaar qua ontwikkeling. En dat bedoel ik niet positief. Telkens een soort van autonoom afglijden naar weer een negatief saldo: eerst in voorspellende zin bij de Kadernota, dat wordt natuurlijk keurig gerepareerd voor de Begroting - zoals het ook hoort - maar dan gaat het telkens langzaamaan weer naar de min, om bij de Jaarrekening te zien dat de jaarafsluiting operationeel weer tot inzet van reser• ves moet leiden. Wat ons betreft wordt daarom het beoogde financiële programma streng van karakter - ik hoop dat wethouder Otter dit goed in zijn oren heeft geknoopt. En wel in die zin dat de begro• tingsdiscipline echt naar de nullijn per programma moet door het hele jaar heen. Onze Jaarrekening laat weliswaar procentueeloverall maar een kleine afwijking zien ten opzichte van de Begroting, maar dat is niet zo per programma. Daarnaast vragen wij ons ook af of de begrotingswijzigingen en college• besluiten door hetjaar heen niet te veel zorgen voor kans op zo'n negatieve ontwikkeling. Vooralook omdat er een enorm berg van die zogenaamde autonome ontwikkelingen tussendoor sluipt en kenne• lijk telkens roet in het eten gooit. Financiële scherpte én controle worden daardoor steeds lastiger en cijfers zijn gewillig. Wat ons betreft gaat het financiële programma erop gericht zijn, dit alles veel be• ter beheersbaar te maken. Anders voorzien wij dat de financiële kengetallen, die de financiële kracht en weerbaarheid van onze gemeente tonen, binnen enkele jaren echt een slecht beeld te zien gaan ge• ven. Dat kunnen wij beslist niet gebruiken: we komen er zo te zwak voor te staan. Een grote calamiteit of opeenvolgende tegenvallers met financiële impact zijn dan niet of nauwelijks te dragen. Wij stellen u daarom voor, richting de Begroting onder meer zeer kritisch door de autonome ontwikkelingen te gaan en daar waar het maar even kan, er druk op aan te brengen en die ontwikkeling alsnog bij te bui• gen. Niet zomaar alles laten lopen, maar tegenwicht bieden door creativiteit en ander beleid. En stel uzelf de vraag - vooralook de organisatie - hoe autonoom al die posten eigenlijk zijn. Graag geef ik als voorbeeld de jeugdzorg en schets hierbij onze denkrichting die wij in de fractie heb• ben besproken. De uitzet van lasten lijkt op dit punt onontkoombaar. Maar waar komt het toch van dat er zoveel meer beslag wordt gelegd op de beschikbare middelen? Daarvoor moet indringend naar oor• zaken worden gezocht én er moet durf zijn om te veranderen. De jeugdzorg in heel Nederland - en zeker ook in Emmen - balanceert op dit moment tussen enerzijds investeren in de toekomst en ander• zijds een financieel debacle. De jeugdzorg is in 2015 als een belangrijke verantwoordelijkheid overge• komen naar ons als gemeenten. Die verantwoordelijkheid willen wij goed en verstandig oppakken. Preventie is daarbij het toverwoord, maar daar lossen we in ieder geval de komende tien jaren de pro• blemen niet mee op. Want preventie vraagt om een lange adem: preventie betaalt zich pas laat uit. Het kost veel tijd en geld. Tegelijkertijd mag intussen op nog meer plaatsen geïndiceerd worden dan voor• heen, wat extra druk geeft op het budget. Doordat wijk- en gebiedsteammedewerkers meer achter de voordeur zijn gaan kijken bij gezinnen in de wijk, komen ze meer onvolkomenheden tegen dan ver• wacht. Hierdoor wordt meer doorverwezen naar de professionele jeugdzorg. Is dat wel een goede ont• wikkeling? Natuurlijk raakt de situatie van een kind je direct en ben je wellicht geneigd om vanuit dat perspectief te kijken als jeugdwerker, maar waarom wordt er geen Wmo-zorg ingezet? Deze tarieven

30 zijn veel scherper en daarbij komt dat ouders vaak voor een groot deel bijdragen aan problemen van het kind. Zou je niet pas naar de jeugdzorg moeten kijken als werkelijk de veiligheid van het kind op het spel komt te staan? En bij alle overige zorg gewoon 'volwassen' Wmo inzetten. Ouders spelen een belangrijke rol in de opvoeding. Voor verbeteringen in de transgenerationele problematiek is een lange adem nodig. Kunnen wij dit financieel wel aan? U zult in ieder geval met een ander aanpak moeten komen, want het loopt anders gierend uit de klauwen. Graag wil ik u aanvullend nog een paar tips geven met het oog op de verdere Begroting en control, om zo nog eens extra scherp en kritisch te worden. Een merkwaardige post als 'huuropbrengsten brand• weerlocaties' voedt weer het idee dat we niet overall weten wat er in de haarvaten van onze organisatie aan de hand is. De financiële control lijkt op microniveau onvoldoende. Dat durf ik hier op te werpen met een blik op de afgelopen tien jaren. De kosten Programma Omgevingswet - de heer Scheltens had het er ook alover: moet dat wel echt tot zo' n uitzet van lasten leiden en waarom nu al? Waarom komt er maar weer wat bij en gaat er niets af? Het oude beleid wordt toch vervangen en is bij het program• maonderdeel Wonen de kwaliteit zo diep weggezakt? Het eventueel terughalen van bewindvoering lijkt op jojobeleid: dat moet wel echt aantoonbaar voordelen opleveren voor gemeenten en cliënten. Het is niet voor niets op afstand gezet een jaar of zes geleden. Bij de afhechting van het CJG, Centrum voor Jeugd en Gezin, zijn wij benieuwd naar wat er gebeurt met de nog niet opnieuw gelabelde 620.000 euro. Ten slotte willen wij u meegeven de ontwikkelingen rond De Toegang bijzonder scherp en kritisch te volgen. Vooral de mensen die daar aankloppen, mogen niet de dupe worden van de situa• tie. Wij verwachten zonodig écht adequaat en accuraat handelen van het college. De beoogde nieuwe begrotingsopzet nu voorstellen en in november implementeren: dat lijkt ons on• verstandig, te snel en onvoldoende afgestemd met het gremium dat daarover gaat, namelijk de raad - de hele raad. En leggen we zo niet de basis voor elke vier jaar een nieuwe opzet? Het moet niet een te politiek instrument worden, maar vooral bestuurlijk een echte verbetering opleveren. Programma's zijn niet zaligmakend. We zijn hier in zestien jaar teruggegaan van vijftien naar tien. En veranderen is op zich niet slecht, maar doe dat wel zo doordacht dat het voor een wat lange termijn heel goed gaat werken. Daarom wenst de ChristenUnie-fractie het college en allen die bijdragen aan het toewerken naar een kwalitatief én kwantitatief uitstekend bruikbare Begroting alle wijsheid en kracht die nodig is. Of in streektaal gezegd: veul zeeg' n!

De voorzitter: Dan gaan we over naar de bijdrage vanuit D66, mevrouw Hoogeveen. Op tijd gearri• veerd, bekeuringen zijn voor eigen rekening. Ik geef u graag het woord.

Mevrouw Hoogeveen (D66): Na een Bestuursakkoord met heel veel wensen en geen echte keuzes en een Jaarrekening met weinig financiële ruimte ligt er nu de beleidsarme Kadernota voor - en dat kun je wel stellen. Het is meer een vertaling van eonsequenties van genomen raadsbesluiten dan nieuw be• leid. En wij vinden de punten die zijn benoemd per programma ook maar erg mager en incompleet. Alhoewel in het Bestuursakkoord staat dat de OZB bevroren wordt, maar hier wordt voorgesteld om die met I procent te verhogen. Dus wat wil dit college nu? Verder is het een goed leesbaar stuk en wij vinden de projectenrapportages in het Meerjarenperspectief Grondexploitaties heel duidelijk. Ook be• danken wij de ambtenaren voor de beantwoording van toch een behoorlijk aantal technische vragen, gesteld door D66. De volgende zaken willen wij nader belichten. Wij zijn blij dat er zes praktijkondersteuners zijn aan• gesteld en we vragen ons af of dit net zo'n succes is als in Assen. Hoe loopt dit en wanneer kunnen we hiervan een evaluatie krijgen? Dat bij 'Economie en werkgelegenheid' alleen de vrijetijdseconomie wordt genoemd, is veel te mager. Het was en is toch nog steeds 'werk, werk, werk'? Dat is nog steeds onze grootste zorg. Ook missen we bij 'Veiligheid' de aandacht voor sociale veiligheid, denk aan de motie 'Safe Streets' en dat we een regenbooggemeente zijn geworden. Wat is de stand hiervan? Dat wij kritisch staan tegenover meer financiën richting de RUD is eerder vandaag al gebleken. Het stimuleren van energieneutraal bouwen kunnen wij alleen maar omarmen. Een goede zaak, maar wat wordt er ondertussen gedaan aan het verminderen van de COz-uitstoot bij de industrie? Die is namelijk voor 71 procent verantwoordelijk voor die uitstoot in deze gemeente. We hebben ons verbaasd over de hoge kosten voor een nieuwe webshop: 220.000 euro is wel heel erg veel geld hiervoor. Is dat echt nodig? verder vragen we nog maar eens om te experimenteren met het basisinkomen. Als er iets veel regels, handhaving en geld scheelt, is het dat. Wil de wethouder dit overwegen? In programma 'Openbare ruimte, verkeer en vervoer' missen we de fiets. Ondanks een regionaal toe• ristisch beleidskader en een ondersteund Fietsplan wordt hier met geen woord over gerept. Waar blij• ven deze ontwikkelingen? D66 wil de fietsers in de gemeente meer voorrang leveren. Hiertoe dienen wij de volgende motie op met deze strekking:

31 Motie M6: Aan fietsers vaker voorrang verlenen (D66. GroenLinks en 50PLUS) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2018, Constaterende dat: in de gemeente Emmenfietsers op rotondes voorrang moeten verlenen aan auto's; in het grootste deel van Nederlandfietsers voorrang hebben op rotondes; de gemeente Emmen een aantal kruisingen kent waar fietsers lang moeten wachten om over te steken; in het Fietsplan 'Oog voor de fietser' het volgende vastgelegd ligt: 'We willen dat de fiets(er) meer ruimte krijgt in de gemeente Emmen. Immers: fietsen is gezond, milieuvriendelijk en goedkoop.' Van mening zijnde dat: fietsen gestimuleerd wordt door betere doorstroming, waarbij voorrang een rol speelt; Roept het college van burgemeester en wethouders op om: I. nieuw beleid op te stellen om fietsers in Emmen op meer plekken voorrang te geven op de auto, waaronder op rotondes en op kruispunten waar veel fietsers over moeten steken; En gaat over tot de orde van de dag. '

De heer Fonhof (SOPLUS): Kleine correctie: u was wat later in deze zaal aanwezig. Ik heb vanmid• dag deze motie ondersteund; dus 50PLUS ondersteunt deze motie ook.

Mevrouw Hoogeveen (D66): Dank. Ook blijven wij aandacht vragen voor de verkeersveiligheid rondom de basisscholen. En weer zien we hier de verdubbeling van de N862 staan. Tijdens de behandeling van het Bestuursakkoord heeft de heer Oldenbeuving aangegeven dat dit toch nodig was om de goede aansluiting op de snelweg en de ontsluiting op het industrieterrein te genereren. Wij hebben geen antwoord gekregen op de gestelde vraag of de verdubbeling daarin de enige oplossing is. Dus wellicht kan hier nog een antwoord worden gegeven. Wij zijn bekend met de perikelen bij De Toegang. Echter, maatschappelijke ondersteuning en zorg verlenen we samen, dus gemeente én Toegang. Zolang er hier - met 'hier' bedoel ik de tekst in de Ka• demota - nog gesproken wordt over 'zo ver zijn ze nog niet' in plaats van 'we', hebben wij twijfels over de samenwerking tussen de gemeente en De Toegang en dit komt onze inwoners niet ten goede. We vinden het wel goed dat er gehandhaafd wordt op de Wmo, want helaas hebben we ook voorbeel• den van fraude met Wmo-gelden. D66 blijft hameren op taallessen vanaf dag één voor de statushouders en onderstrepen het belang van een direct en goed taalaanbod. Mooi dat de motie 'Gezond leven' vertaald is naar een aanvalsplan: dit moet echt een prioriteit krijgen. En als we ze ook nog veilig kunnen laten fietsen in deze gemeente, slaan we twee vliegen in één klap. Wat is de voortgang hiervan? Bij de bestrijding misbruik bij sport heeft de gemeente een rol, aldus de VNG. Maar zeker ook wat D66 betreft. Wij blijven dan ook pleiten voor het aanstellen van een vertrouwenspersoon en dienen hiervoor een motie in met de volgende strekking:

Motie M7: Sportvertrouwenspersonen (D66, GroenLinks en SOPLUS) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2018, Constaterende dat: in de gemeente Emmen het hebben van een vertrouwenspersoon bij sportverenigingen (nog) geen gemeengoed is; Overwegende dat: seksueeloverschrijdend gedrag en andere onveiligheidsgevoelige situaties bij sportverenigingen over het algemeen nog steeds niet of moeilijk bespreekbaar zijn; een vertrouwenspersoon kan helpen bij het melden van en tegengaan van seksueel overschrij• dend gedrag en andere onveiligheidsgevoelige situaties; Van mening zijnde dat: sporters een aanspreekpunt binnen de eigen sportvereniging nodig hebben, waar zij kunnen praten over voor hen onveilige situaties c.q. personen; Van oordeel zijnde dat: dit zo spoedig mogelijk aangepakt dient te worden; Roept het college van burgemeester en wethouders op om: 1. met de sportverenigingen in gesprek te gaan over het aanstellen van een vertrouwenspersoon;

32 En gaat over tot de orde van de dag. '

Mevrouw Hoogeveen (D66): Inmiddels heeft ook SOPLUS zich aangesloten bij deze motie. Tot slot. We zijn ermee begonnen dat we deze Kadernota erg mager vinden en dat blijkt ook uit het onderdeel 'Cultuur'. Er zijn naast We The North toch veel meer ontwikkelingen? Waar blijft bijvoor• beeld de aandacht voor ons erfgoed of de organische ontwikkeling van het Rensenpark? Hoe staat het daarmee? Tot zover onze eerste termijn.

De heer Scheltens (VVD): D66 dient een motie 'Sportvertrouwenspersonen' in. Kunt u aangeven waarom u specifiek alleen sportverenigingen daarin hebt genoemd?

Mevrouw Hoogeveen (D66): Nou, op meerdere terreinen zijn er al vertrouwenspersonen. En wij we• ten - dat blijkt ook uit het stuk van de VNG - dat seksuele intimidatie en seksueel misbruik bij sport heel erg veel voorkomen. Dus daarom hebben we het in dit geval toegespitst op sport.

De heer ScheItens (VVD): Ja, volgens mij is er ook al een heel aantal verenigingen dat dat zelf al heel actief ingesteld heeft. Dus waarom wilt u dit zo actief en dwingend opleggen, om overal zo 'n vertrou• wenspersoon aan te stellen? Want er zit natuurlijk ook een praktisch bezwaar aan.

Mevrouw Hoogeveen (D66): Dat klopt: er is een aantal verenigingen dat dit zelf al heeft ingevuld. Dat is ook de reden dat wij het denk ik toch wel redelijk voorzichtig vragen, namelijk om in overleg te gaan hierover met sportverenigingen.

De voorzitter: De tekst is inderdaad 'om met de sportverenigingen in gesprek te gaan over het aan• stellen van een vertrouwenspersoon'.

Mevrouw Hoogeveen (D66): Ja. En uiteraard alleen voor die sportverenigingen waar wij nog geen signalen van hebben ontvangen dat er iets voor is geregeld.

De heer Schrik (Wakker Emmen): Ja, ter verduidelijking daar nog even op doorgaand. Is dat een vertrouwenspersoon die door de gemeente moet worden aangesteld of een vertrouwenspersoon die door de vereniging zelf wordt aangesteld?

Mevrouw Hoogeveen (D66): Dat lijkt mij onderdeel van het gesprek. Zoals gezegd: het is ook wel op een andere manier ingevuld. Maar wij willen benadrukken dat we het seksueel misbruik en intimidatie op dat terrein willen laten verminderen en als het voorkomt, er een vertrouwenspersoon is.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Allereerst wil GroenLinks graag zijn complimenten geven voor een goed leesbaar stuk. Ook de ambtenaren die onze technische vragen hebben beantwoord, wil• len wij hierbij bedanken. De Kadernota is beleidsarm. Inderdaad, hierdoor kun je nog nauwelijks van een Kadernota spreken. We zullen daarvoor moeten wachten op het collegeprogramma en de integrale afwegingen bij de Be• groting van 2019. Het college heeft zich beperkt tot de ontwikkelingen die men zelf belangrijk vindt. En net als het college richten wij als GroenLinks ons op de thema's die wij belangrijk vinden voor deze gemeente. Want ook wij zijn trots op Emmen - of 'wies met Emmen'. Om te beginnen de verdubbeling van de weg Emmen-Klazienaveen, wederom een prominente ambitie van dit college. Naar ons idee nog steeds overbodig. Waarom niet in overleg met de provincie voor andere oplossingen? Wij hebben er wel een: de op- en afrit aanpakken bij bijvoorbeeld het stoplicht in Nieuw-Dordrecht richting het industrieterrein. Als je daar de op- en afrit aanpakt, zou er al een veel betere doorstroming zijn. En ook de afslag vanaf de rondweg richting Klazienaveen zou verbeterd kunnen worden. GroenLinks zou verder meer en beter openbaar vervoer zien. Een goede bereikbaar• heid van dorpen en wijken komt de leefbaarheid ten goede. Op die manier werkt Emmen ook aan een aantrekkelijk beeld als vestigingsplaats voor gezinnen. Emmen als klimaatneutrale gemeente: ja inderdaad, daar zijn ook wij voor. Wat GroenLinks betreft mag 2040 het streefjaar zijn: ambitieus, maar zeker haalbaar als alle middelen worden ingezet: zonne-, windenergie en aardwarmte. Duurzaamheid krijgt ook een zetje als we zorgen voor het ecologische bermbeheer. En in het kader van die duurzaamheid vragen we aandacht voor het steeds grotere probleem van de plastic soep. Ook de ballonnen vormen hierbij een probleem: het oplaten ervan. De dieren - zoals de

33 vogels en de zeehonden in de zee - eten die op en het komt bij hen in de maag terecht. Ik zou op inter• net niet naar foto's ervan gaan zoeken, want dat maakt zeer verdrietig. Wij willen daarom ook een mo• tie indienen om dit aan te pakken; we dienen die samen met de SP en de ChristenUnie in:

Motie M8: Actieftegengaan oplaten ballonnen (GroenLinks. SP en ChristenUnie) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2018, Constaterende dat: de Tweede Kamer op 9 december 2014 de motie heeft aangenomen waarin gemeenten opgeroe• pen worden om het oplaten van ballonnen actief tegen te gaan; er in Emmen bij verschillende evenementen ballonnen worden opgelaten; diverse gemeenten al maatregelen genomen hebben om het oplaten van ballonnen tegen te gaan; Overwegende dat: restanten van ballonnen, maar ook de touwtjes, vaak onderdeel zijn van zwerf- en driifvuil; deze restanten worden opgegeten door vissen, vogels en andere dieren, met alle gevolgen van dien; plastic zwerfvuil in zee - ook bekend als plastic soep - een groeiend probleem is met negatieve gevolgen voor de veiligheid, economie en de gezondheid; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders om: 1. als college het goede voorbeeld te geven en geen ballonnen uit te delen of op te laten bij evene• menten die door de gemeente worden georganiseerd; 2. als voorschrift bij evenementenvergunningen op te nemen dat het niet is toegestaan om ballon• nen op te laten; 3. het oplaten van ballonnen te ontmoedigen bij evenementen waarvoor géén vergunning vanuit de gemeente nodig is; 4. hierover actief te communiceren met inwoners en bedrijven in het kader van milieu-, dierenwel• zijns- en veiligheidsbeleid, alsmede te wijzen op milieuvriendelijke alternatieven; En gaat over tot de orde van de dag. '

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): GroenLinks heeft ook nog wel wat vragen en opmerkin• gen bij de diverse programma's. In het eerste programma lezen we over de kostenstijging binnen de organisatie van de verkiezingen. Om te optimaliseren en in te spelen op nieuwe ontwikkelingen moet het beschikbare bedrag verhoogd worden met 41.000 euro en volgend jaar is er maar liefst 220.000 euro nodig. Wij vragen ons af welke optimalisatie en ontwikkelingen voor deze stijging zorgen. Het stukje 'Economie en werkgelegenheid' is heel erg toegespitst op het toerisme. En moeten wij nou enthousiast worden over deelname aan een programma als 'Boornhut XXL' van SBS? Ik weet het niet. En wel zodanig dat we er ook in investeren? GroenLinks zou dit graag aan de ondernemers overlaten die er interesse in hebben: geen taak voor de gemeente wat ons betreft. Dan het onderdeel 'Veiligheid': dit is wel helemaal summier. We zijn in ieder geval blij dat we van de wethouder hebben begrepen dat de motie 'Safe Streets' aandacht zal krijgen, heel belangrijk voor vrouwen en meisjes op straat en in het uitgaansleven. En voor het bevorderen van die veiligheid lijkt het ons belangrijk om als gemeente ons aan te melden bij een pilot 'Regulering wietteelt' . Tijdens de Begroting is er ook al een motie over ingediend en we kunnen ons voorstellen dat dat misschien nog net wat te vroeg was. Nu, met een nieuw college en een nieuwe, wat progressievere raad wellicht, zijn er nieuwe kansen om dit wederom in te dienen:

Motie M9: Reguleren wietteelt (GroenLinks) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2018, Constaterende dat: de huidige regelgeving heeft geleid tot een groot probleem met illegale wietteelt; de illegale kwekerijen zorgen voor onveilige situaties; in het op 10 oktober gepresenteerde regeerakkoord het kabinet met het voorstel zal komen om te komen tot uniforme experimenten met het gedoogd telen van wiet voor recreatief gebruik; deze experimenten uitgevoerd worden in een aantal (middel)grote gemeenten; deze experimenten zullen worden geëvalueerd, waarna het kabinet beziet wat de vervolgstappen zullen zijn; Overwegende dat: de Vereniging Nederlandse Gemeenten in 2015 al adviseerde om de wietteelt te reguleren;

34 door regulering het zogenaamde 'achterdeurbeleid' uit de illegaliteit wordt gehaald en er voor de overheid de mogelijkheid ontstaat om de kwaliteit en het gebruik te beheersen; er de mogelijkheid ontstaat tot verdere fiscalisering van de coffeeshopbranche; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders om: 1. zich aan te melden als kandidaat voor de in het regeerakkoord aankondigde pilot voor geregu• leerde wietteelt; 2. indien dit leidt tot werkelijke deelname aan de pilot, de raad tijdig te informeren over alle rand• voorwaarden, een plan van aanpak en de wijze van rapporteren over de pilot; En gaat over tot de orde van de dag. '

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): In Emmer-Compascuum wordt begonnen met de nieuw• bouw van een Brede School. De kosten vallen wel wat hoger uit, maar als dat betekent dat er een mooie energieneutrale leerplek ontstaat, kunnen we ons daar prima in vinden. Op die manier wordt een aantal gemaakte kosten vanzelf weer terugverdiend. In het programma 'Bouwen, wonen en milieu' is er sprake van een structureel tekort bij de RUD. Ja, het slechte functioneren hebben we onlangs in de commissie nog besproken en ook in de provincie is het functioneren aan de orde geweest. Er werd om een extra bijdrage gevraagd met vage plannen. Het zal niemand verwonderen dat GroenLinks daar zeer veel bezwaar tegen had. Verder zien we dat de inzet van projectleiders en stedenbouwkundigen nogal wat geld kost en dat er een tekort is in de dekking. Er worden extra middelen gevraagd voor een totaal van 150.000 euro. Wij zouden graag zien dat deze uitgaven goed onderbouwd zijn. De participatiewebshop is al langzamerhand bekend bij de mensen die er gebruik van kunnen maken. Ook bij GroenLinks kwamen er signalen binnen over de gebruiksvriendelijkheid daarvan. Wij vragen hierbij wel aandacht voor de privacy van de gebruikers. Als we lezen over klantprofielen en beleids• ambities, dan komen bij ons wel de beelden naar boven van bijvoorbeeld Facebook en Google die maar van alles van ons verzamelen en om zomaar de gebruikers aan te spreken voor advertenties. We vragen de gemeente dus wel om zeer nadrukkelijk naar de privacy te kijken. De passende communica• tie richting de laaggeletterden is belangrijk en dat vinden wij dus wel goed. Wij zouden het college verder willen vragen om met de aanbieders te overleggen of zij de producten niet met korting zouden kunnen aanbieden. Een abonnement op Wildlands of een bibliotheekpas is hartstikke leuk, maar het is wel een enorme hap uit je budget. Dan de aanleg van de busbaan de Laan van het Kinholt en de Boerschaplaan. De dienstregeling is af• gelopen december net aangepast, dus het lijkt erop dat hier in de coördinatie een en ander misgaat. Infrastructuur en vervoer moeten op elkaar afgestemd zijn, zodat je niet naderhand met allerlei wijzi• gingen moet komen. Wat dat betreft vonden wij Assen een goed voorbeeld: daar houdt de gemeente het samengaan van projecten nauwlettend in de gaten waardoor er minder problemen ontstaan. Emmen zou zijn rol als regisseur serieus moeten nemen bij dit soort grote projecten. Door het gebruik van LED-verlichting in de openbareverlichtingssystemen wordt nu al 50.000 euro bespaard en dit terwijl er nog maar 15 procent vervanging is. Dit laat voor GroenLinks zien dat duur• zaamheid niet ten koste hoeft te gaan van de portemonnee van de burgers. Integendeel, het levert geld op. En bij het gebruik van verlichting op zonne-energie zou de besparing mogelijk nóg groter zijn. De recente ontwikkelingen bij De Toegang maken duidelijk dat er in het sociaal domein nog veel aan de hand is. Jongeren zijn gebaat bij continuïteit in de ondersteuning. Dit geldt ook als ze al achttien geworden zijn en officieel volwassen. Je ziet nu nog dat een jongere dan noodgedwongen via De Toe• gang naar een ander traject wordt geleid en dat levert problemen op - terwijl continuïteit juist dan ge• boden is. Ook het feit dat mensen met een chronische beperking elkjaar opnieuween indicatie moeten aanvragen, levert frustratie en onnodige administratie op. Iemand die blind is, zou toch niet elk jaar weer moeten aantonen dat hij nog steeds blind is? Verder staat GroenLinks voor de positieve aanpak voor structureel werk. Het onderzoek van de Rijks• universiteit Groningen laat nog maar weer het averechts werken zien van het fraudebeleid dat nu ge• voerd wordt. En het rapport van de Rekenkamer geeft gemeenten de kans om voor een ander beleid te kiezen. Dus wellicht een basisinkomen of een regelvrije bijstand. Tot slot wil ik eindigen met iets wat ik onlangs zag van de evenzo wijze Loesje: 'Zeggen wat je denkt kan ook iets aardigs zijn.' En dat vond ik een mooie suggestie in deze maatschappij, waarin we vooral onze nare gedachten lijken uit te spreken. Ik besluit dus met een compliment voor de heldere en over• zichtelijke projectenrapportage: die geeft een duidelijk overzicht van de verschillende projecten in on• ze gemeente. Misschien kunnen er nog wat kanttekeningen geplaatst worden, maar dat zou die aardige gedachte tenietdoen en dat doe ik dus niet.

35 De heer Fonhof (SOPLUS): Voorzitter, dank je wel.

De voorzitter: In de raad vind ik het altijd wel plezierig dat we elkaar even met 'u' aanspreken: 'dank u wel'. U zei het net ook al even en toen merkte ik dat ook al.

De heer Fonhof (SOPLUS): Excuus. Voorzitter, dank u wel. Voor mij en mijn fractie is dit de eerste Kadernota waarover wij kunnen meepraten en -beslissen. Ik lees een aantal dingen: hij is beleidsarm, hij beperkt zich tot autonome ontwikkelingen en collegebe• sluiten, belangrijk is het financiële perspectief van 2019 tot 2022 vanwege de uitwerking van het nieuwe Bestuursakkoord, dan inderdaad door naar de begrotingsbehandeling en nog zaken die gedaan moeten worden bij de voorstellen voor nieuw beleid. De bestuurlijke overweging bestaat hierin dat deze beleidsarme Kadernota 2019 wel een ambitieniveau heeft tot 2022 vanwege het Bestuursakkoord en het nog op te maken programma van het college. Op het gebied van economie en werkgelegenheid wordt gesproken over de verdubbeling van weg van Emmen naar Klazienaveen - het is hier vanmiddag al een paar keer genoemd. Maar daarvoor moet eerst worden gesproken met de provincie om een ruil mogelijk te maken. Op bladzijde 24 is over die• zelfde rondweg, het beruchte ruilobject, ook beschreven dat de technische staat van enkele wegvlak• ken snel achteruitgaat en dat aan een reconstructie niet valt te ontkomen. Vraag van mijn kant: als de ruil met de provincie lukt, over welk deel van de rondweg hebben we het dan? En gaan we eerst alles reconstrueren en dan ruilen? Bij het onderdeel 'Leefbare dorpen en wijken' wordt verwezen naar het eerder gestarte succes van het gemeentelijke Stimuleringsfonds Dorpen en Wijken. Op dit moment worden woon- en leefbaarheids• visies gemaakt. Ik wil in dit verband verwijzen naar de eerder door mij in deze vergadering gestelde rondvraag omtrent DeO Emmerhout: geef bewoners in dorpen en wijken ook echt datgene wat u in paragraaf 2 van het Bestuursakkoord 'Samen investeren' hebt beloofd. Het financieel perspectief van deze Kadernota en de meerjarendoorkijk vertonen nogalopvallende za• ken. Zo is voor 2019 een verlies voorzien van 2,3 miljoen, terwijl de drie jaren daarna samen ongeveer 15 miljoen winst opleveren. Mijn vraag: hoe reëel is dit? Naar ons oordeel vormen diverse gemeenschappelijke regelingen een risico. Gemeenschappelijke re• gelingen hebben het kenmerk een samenwerking te zijn, maar vormen daarmee ook een risico en dat is de beheersbaarheid. We moeten oppassen dat dit soort gemeenschappelijke regelingen geen Rupsje Nooitgenoeg-gedrag gaan vertonen. Het is een duivels dilemma om dat goed te managen, maar dat moet wel. Dan de programma's. In 'Economie en werkgelegenheid', programma 2, zie ik dat de verblijfsrecrea• tie een speerpunt is. Ook zie ik dat men Bargerveen en de Veenvaart beter wil vermarkten. Maar daar• toe zijn budget én extra capaciteit nodig om integraal verblijfsrecreatief beleid te kunnen realiseren. Kan het college mij aangeven wat met deze capaciteit wordt bedoeld en waarom die nodig is? 'Jeugd en onderwijs': grote lijnen in dit dossier zijn de forse overschrijdingen bij het leerlingenvervoer en bij de bouwkosten van enkele scholen - ook een zorgpunt. 'Bouwen en wonen', programma 5. Hier wordt de problematiek van de RUD beschreven: die past een beetje bij de eerder door mij gemaakte opmerkingen rond de gemeenschappelijke regelingen. Programma 6, 'Inkomensondersteuning' . De laatste alinea spreekt ons aan. De voordelige resultaten van 2020 en verder reserveren en niet ten gunste van het begrotingsresultaat brengen: dat helpt ons verder. 'Openbare ruimte', programma 7. Hoewel niet betrekking op deze Kadernota heeft SOPLUS kennisge• nomen van een krantenartikel inzake de problemen tussen de OR en de directie van Area. Onder ver• wijzing naar soortgelijke problemen bij De Toegang wil SOPLUS Emmen dat dit soort problemen op de kortst mogelijke termijn wordt opgelost, want onrust onder personeel raakt vroeg of laat ook de bedrijfsvoering - en daarmee wellicht ook de financiën. Voor wat betreft de verdubbeling van de N862 het volgende: klopt de cijfermatige uitwerking in het staatje 'Kademotavoorstellen' op bladzijde 25 wel met zoals het beschreven is op pagina 26? Volgens mij namelijk niet, maar dat verneem ik graag van het college. Dan het sociaal domein, toch wel een belangrijk item. 'Jeugdbeleid': gezien de overschrijding bij het domein Jeugdzorg steunt SOPLUS Emmen de beleidskeuze om praktijkondersteuners te gaan inzetten. Externe verwijzers op wie wij als gemeente weinig invloed hebben, zorgen direct of indirect voor fi• nanciële risico's van de gemeenten - zie ook het onlangs uitgebrachte rapport van de Rekenkamer Emmen in samenwerking met de Algemene Rekenkamer. Ook heb ik via de pers kennisgenomen van de daartoe aangenomen moties op het VNG-congres van gisteren en eergisteren. Overigens hoop ik

36 niet dat u tot de lachers en de klappers hebt behoord, want dan staat uw baan wellicht wel op het spel - maar dat even terzijde. Met betrekking tot Stichting De Toegang, die tijd nodig heeft om zich te ontwikkelen tot een taakvol• wassen organisatie, heb ik al iets opgemerkt bij de Jaarrekening 2017. Ik wil u daarnaar verwijzen.

De heer Oldenbeuving (CDA): Ik snap hem niet.

De heer Fonhof (SOPLUS): Wat begrijpt u niet?

De heer Oldenbeuving (CDA): Blijkbaar was dat een grapje, over lachers en klappers. Kunt u dat even uitleggen?

De heer Fonhof (SOPLUS): Ja, ik heb gisteren op tv gezien dat er een discussie is ontstaan over een grap die gemaakt is door iemand op het podium, samen met de dagvoorzitter. Daar is nogal wat com• motie over ontstaan, over het grapje dat een grapje zou zijn. Daarvan heeft op enig moment iemand uit de Tweede Kamer - ik dacht meneer Wilders - aangegeven dat hij vond en vindt dat de mensen die geklapt en gelachen hebben, wellicht wel hun baan zouden kunnen verliezen wat hem betreft. Dus het was inderdaad voor mij een grapje om dat hier nog even aan te halen.

De heer Oldenbeuving (CDA): Ja, ik begrijp dus dat de heer Fonhof die mening nïét deelt. Dat is dan weer heel fijn.

De heer Fonhof (SOPLUS): Klopt.

De heer Oldenbeuving (CDA): Mooi. Dus het college mag gewoon zijn baan houden, ook al hebben ze gelachen. Overigens, dan moet ik eerlijk zijn: gelukkig mag ik dan mijn baan ook houden, want ik heb ook even gelachen.

De heer Fonhof (SOPLUS): Dan feliciteer ik u. 'Integraal armoedebeleid'. Dit college wilonderzoeken of men de bewindvoering als gemeente ook zelf kan gaan uitvoeren. Ik wist overigens niet dat dat zes jaar geleden - dat hoorde ik vanmiddag - net andersom is gezet. 50PLUS wil in dit verband ook een opmerking maken rondom de Gemeentelijke Kredietbank. Inwo• ners die een beroep doen op deze Gemeentelijke Kredietbank, moeten niet geconfronteerd gaan wor• den met een absurd hoog rentepercentage van 9,6 procent zoals het Dagblad van het Noorden kopt in de krant van 19 december jongstleden. Het kan ook anders: in Den Haag wordt bijvoorbeeld 2,1 pro• cent gerekend. En als je inwoners écht wilt helpen, dan is een percentage van 9,6 niet een echt uitge• stoken hand naar iemand die hulp nodig heeft. Mijn vraag is dan ook wat de opvatting van dit college hierover is. De Wmo. Aangegeven is dat verscherping van toezicht gaat plaatsvinden en dat daartoe vermoedelijk twee fte extra ingezet moet gaan worden. opsporen van fraude, ook bij bijstandsgerechtigden, is wat ons betreft oké. Maar we moeten weloppassen dat we geen overkill gaan toepassen. Ook mensen met een Wmo-budget en andere uitkeringsgerechtigden hebben recht op privacy. Nu zie je soms extreme vormen van controle en onderzoek. Maar laat ik helder zijn: als er écht aanleiding toe bestaat, dan is het gewoon nodig. De EMCO. De gemeenteraad van Coevorden heeft onlangs B&W van Coevorden opgeroepen om ver• dere bezuinigingen bij de EMCO tegen te gaan. De tekorten van de EMCO worden voornamelijk ver• oorzaakt door teruglopende subsidies van het Rijk en in onze Kadernota heet dat: 'afname van Wsw• subsidie'. B&W van Coevorden heeft de opdracht gekregen door die raad om deze trend, de daling van die Wsw-subsidies, bij de Tweede Kamer aan te kaarten. Mijn vraag aan dit college: gaat u zich hierbij aansluiten, mede omdat EMCO een samenwerkingsverband is van Emmen, Coevorden en Bor• ger-Odoorn? Samen sta je volgens mij sterker. Tweede vraag: in de toelichting is aangegeven dat meerjarig de bijdrage met ongeveer 0,3 miljoen omhoog moet. Wat is dan de reden van het bedrag in 2020? Want daar staat in één keer 716.000 euro, dat is ruim twee keer dat bedrag. En tot slot de omrekening naar het GBO. Ik zal u even helpen: de gebruikersoppervlakte en het gaat daarbij over de waardering van de onroerende zaken. De vraag die hierover bij mij opkwam, is hoe je straks de omrekening wilt maken van kubieke meter naar vierkante meter en dan met name bij hoog• bouw, dus een flat. Ik wil daar graag een antwoord op.

37 De heer Eggen (D66): Ik heb een vraag over jeugd en onderwijs. U hebt terecht geconstateerd dat het leerlingenvervoer duurder gaat worden, dat de bouw van de nieuwe Brede School in Emmer• Compascuum duurder gaat worden. Maar wat is uw mening daarover?

De heer Fonhof (SOPLUS): Mijn mening daarover? Ik constateer dat dat het geval is en dat heeft te maken met onder andere de tijd waarin wij leven: de kosten die de bouwers blijkbaar vragen. Dus dat is op zich een gepasseerd station en daarom denk ik ook dat we misschien moeten gaan investeren op andere momenten. Ik denk wel dat als iets op enig moment nodig is, het nodig is, maar we moeten wel scherper de zaak in de markt zetten. Want dit soort dingen heb ik ook dit in het waterschap meege• maakt: een laboratorium dat voor 2,5 miljoen gebouw zou gaan worden, kost nu 5 miljoen. Het kan niet waar zijn, dit soort zaken, en het gebeurt elke keer wel.

De heer Eggen (D66): Maar daar moet toch ook heel duidelijke besluitvorming over zijn? We hebben gekozen voor Emmer-Compascuum om dat in de buurt in te zetten en met de Brede School los te gaan. Dus ik zie even de praktische mogelijkheid niet om eerder iets aan te besteden.

De heer Fonhof (SOPLUS): Als het niet anders kan, dan houdt het op. Dat snap ik wel, maar dan moet je wel dusdanig aanbesteden dat je het voor een vaste prijs doet. Nu zie ik telkens weer een aanpassing in prijs en daarmee oplopende kosten. Dat is wat ik een beetje probeer aan te geven.

De voorzitter: Dank u wel, meneer Fonhof. Wij gaan langzamerhand op weg naar een schorsing. Gedurende de beraadslaging zijn een aantal mo• ties en een amendement ingediend. Wij kopiëren die nu even in twee stapeltjes: daar kunt u kennis van nemen, daar zal het college ook kennis van nemen en dan gaan we na de schorsing door naar beant• woording in eerste termijn voor het college. Dan kijken we dan wel even verder, ik denk dat we dan ook nog wel een keer schorsen om te kijken hoe we verdergaan in de tweede termijn, Mijn voorstel zou zijn om nu een uur te schorsen, de tussentijd te benutten voor - degenen die daar behoefte aan hebben - aan de warme maaltijd en om kwart voor zeven weer verder te gaan. Is dat ak• koord? Aldus besloten, we gaan om kwart voor zeven weer verder met de vergadering. De vergadering is geschorst.

[Schorsing]

De voorzitter: Dames en heren, ik stel voor om weer te beginnen. Ik heropen de vergadering. We hebben wat gegeten, onze gasten hebben ook meegegeten - zo hoort dat ook. Wij waren bezig in de eerste termijn, we waren bij de beantwoording van het college. Ik meld het u even: er is één amendement ingediend en negen moties en die moties hebt u op papier en die staan in• middels ook op iBabs, meld ik even. Dus u kunt ze ook digitaal meelezen. En ik zalook even voor het college noemen: we hebben ze ter wille van de snelheid maar even snel in ontvangst genomen, ook even om te kijken voor ook de mensen thuis links en rechts zo even nog wat toelichting te geven, als die moties in behandeling zijn. Dat we nog even een toelichting geven op de strekking van een motie. Dan hoeven we ze niet allemaal helemaal voor te lezen, maar dat de buitenwacht even weet waar het over gaat respectievelijk de publieke tribune. Het idee is om nu de beantwoording te laten doen door het college, om te beginnen door wethouder Otter. Ik zal zelf motie 5 en motie 9 beantwoorden en mochten daar vragen over zijn, dan vindt het technische voorzitterschap plaats door mijn rechterbuurman, vicevoorzitter Horstman. Dat is het idee. En dan zullen we na de beantwoording door het college eens even peilen of er dan nog behoefte is aan een eventuele schorsing. Zullen het zo doen? Oké, dan gaan we het zo doen. Eerste termijn beantwoording door het college. Ik geef graag het woord aan wethouder Otter.

Reactie college De heer Otter (wethouder): Het valt soms niet mee om het eerste nummer na de pauze te zijn: ieder• een heeft lekker gegeten, zit een beetje uit te buiken en dan moet ik weer een beetje mijn best doen om iedereen te vermaken hier. Maar ik ga het toch proberen.

De voorzitter: Houd het dan kort. Dat verhoogt de amusementswaarde. Maar dit gaat allemaal van uw spreektijd af, dus gaat u rustig door. Ze zijn klaarwakker op dit moment.

De heer Otter (wethouder): Ik houd het kort, dat is een goede aansporing.

38 De heer Huttinga (ChristenUnie): De wethouder nodigt mij zó uit, vandaar meteen een eerste inter• ruptie. Het is heel goed voor een wethouder financiën om een beetje ascetisch te leven.

De heer Otter (wethouder): Dat zoeken we even op.

De voorzitter: Loesje kwam al langs, deze komt langs. Maar dit past u niet. U weet niet wat het bete• kent, maar het past u niet. Gaat u rustig door, meneer Otter.

De heer Otter (wethouder): Die stopwatch kan nu ingedrukt worden, ik begin. Er wat zijn verschillende opmerkingen gemaakt over de beleidsarme Kadernota. Ja, het is gewoon even niet anders. Je zit in een proces van de vorming van een nieuw college, een nieuw bestuurspro• gramma. Ja, en dat gaat elkaar kruisen. Hoewel deze Kadernota nog wel door het nieuwe college is vastgesteld, maar dat was wel in de eerste week dat we als nieuw college samen waren. Dus het is ver• der helemaal voorbereid door het oude college en dat betekent dat je daar eigenlijk geen zaken in mee kunt nemen die voor de nieuwe bestuursperiode gelden. Dus vandaar dat je in het ene stuk nog leest dat er een 1 procent verhoging van de OZB komt en in het andere stuk staat dat je dat niet meer wilt. Dat is gewoon niet anders, zo zit dat in het proces.

Mevrouw Hoogeveen (D66): De wethouder refereert aan die 1 procent verhoging in het ene stuk en in het andere stuk niet. Maar dat ene stuk is het Bestuursakkoord geweest en dat zei bevriezen, dus ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag wat dit nieuwe college dan wil: gaat we het nou bevriezen of gaan we het met 1 procent verhogen?

De heer Otter (wethouder): Het Bestuursakkoord gaat over de komende vier jaar, dus ga er maar vanuit dat we dit gewoon gaan bevriezen - dat is leidend. Goed, ik gaf al aan: ik zat daar aan de kant, ik hoor u allemaal aandachtig aan en wat me altijd opvalt is dat er een hele hoop geluiden zijn over zuinig aan doen, meer geld in de reserves stoppen en eigen• lijk minder uitgeven, maar er zijn ook een hele hoop partijen die weer roepen dat daar meer geld naar• toe moet, daar moet meer beleid voor komen, dat moet uitgezocht worden. Ja, dat is de spanning waar we allemaal in zitten, dat is ook de taak van het college, samen ook met u als raad, om uiteindelijk daar weer een evenwicht in te vinden. Dus een evenwicht om wel veel activiteiten te blijven uitvoeren, erin te investeren en ook te zorgen dat we de financiën goed op orde houden. Dat is een proces dat we ook jaarlijks doen, in die zin is dat niet anders dan de afgelopen jaren. Maar ja, het is duidelijk: we willen allemaal wat verschillende dingen. Dat maakt het soms allemaal moeilijk. Voor de rest loop ik eigenlijk maar een beetje in volgorde af - nou, niet helemaal in volgorde. Ik begin misschien maar even met een paar dingen waarvan ik dacht dat ze me heel goed passen. Dat is de op• merking van de heer Oldenbeuving. De sponsoring van het Grondbedrijf: we hebben tijden gekend dat je grond voor een tientje de vierkante meter kocht en je het later voor 125 gulden - of euro's nog - verkocht. Daar zat een hele hoop tussen en daarmee kon je een hele hoop gemeentelijke kosten dek• ken. Ja, dat gaat gewoon niet meer. We kennen niet meer die grondexploitaties. Ik denk dat we het in die zin nog wat zwaarder gaan krijgen, omdat we de laatste uitbreidingsplannen gaan vullen en we dan wel zullen zijn dat we naar de toekomt toe alleen nog maar meer gaan inbreiden. Dat betekent dat je een heel ander type grondexploitaties krijgt: ik denk zelfs dat er dan geld bij de grondexploitatie moet en dat we er eigenlijk niets meer aan gaan verdienen. En dat betekent dat alles zo langzamerhand op een andere manier in de Begroting terecht moet komen. En daar zijn ook wat vragen over gesteld: die projectleiders rond 'Wonen': ja, hoe zit dat nou precies? Ze kosten wel heel veel geld. Nou, als daar 100.000 euro staat, betekent dat niet dat hij zo'n 100.000 euro verdient. Hij heeft een salaris, er komen werkgeverslasten overheen, pensioenen, een aandeel in de kosten van de organisatie wordt er ook in meegenomen. En ik geef ook toe: we ronden het wel af, dus als het 87.723 euro is, dan zetten wij gewoon 100.000 euro in de Begroting. Het is ook altijd de vraag of het precies gekoppeld is aan die ene persoon. Maar 100.000 euro: wat krijg je daarvoor? heb ik iemand horen vragen. Nou, daar krijgen we gewoon een goede projectleider voor, die inderdaad verstand heeft van zijn werk. Maar die moet zijn uren wel kwijt en in die zin lijkt dat gewoon wat op een adviesbureau of een accountantsbureau: dat werkt iedereen gewoon op urenbasis. Ja, en die uren moeten weg en ik denk dat er tien jaar terug veel meer versleuteld kon worden in de grondexploitaties. Nou, dat gaat gewoon niet meer. Waarom trouwens nog wat extra geld voor de inzet voor wonen? Toen ik hier kwam, hadden wij één medewerkster die hier voor 16 uur in de week zich bezighield met wonen. Wij willen een prettig

39 woon- en leefklimaat: dat betekent dat je ook echt met dat wonen bezig moet zijn en dat ga je niet red• den met 16 uur in de week. Dus die woon- en leefbaarheidsvisies hebben ook ten doe I am dat beter in kaart te brengen, daar beter op te sturen en dat kost geld, dat geld menskracht en daar moet dan ook budget voor zijn. Dat was in ieder geval de opmerking van de heer Oldenbeuving over het Grondbe• drijf.

De heer ScheItens (VVD): Maar ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat dit gemeentehuis al zijn woonplannen en dergelijke, toen u in 2014 hier aantrad, een parttime 0,4 fte op de afdeling Wonen werkzaam was?

De heer Otter (wethouder): Nou, er bestond nog niet eens een afdeling Wonen. Wij kennen trouwens ook geen afdelingen meer, maar wij hadden geen afdeling Wonen. Dus daar ben ik dan ook heel helder in: dat is onder druk van een hele hoop bezuinigingen langzamerhand uitgekleed tot inderdaad die 0,4 fte. En natuurlijk hebben we op de afdeling Ruimtelijke Ordening ook nog wel een aantal mensen dat zich met plannen en allerlei ontwikkelingen bezighoudt. Maar een afdeling Wonen, vergelijkbaar met laten we zeggen een afdeling Economie: ja, die was er toen niet. Goed, dan nog even over de Berap. De heer Oldenbeuving twijfelde aan het terugdringen van het te• kort over 2018 en garanties kan ik niet geven. Maar de inzet is wel degelijk dat wij bij dit rapport, dat wij bij de Berap-I hebben geconstateerd, ook zeker gaan kijken hoe we dat terug gaan brengen naar in ieder geval weer een nulsituatie. Dus die ambitie is er en daar maken we ons als hele organisatie druk over. De heer Scheltens - dan beantwoord ik ook meteen maar even een amendement - diende een amen• dement in over het indelen van de Begroting bij besluitpunt 2, om daarvan af te wijken. Ik denk dat het college er wel aan hecht dat wij conform het bestuursprogramma onze programma's en p&c-cyclus op die manier gaan inrichten. Ik begrijp wel dat dat eigenlijk niet overlegd is. We hebben ook geen tijd gehad om dat te overleggen met de Auditcommissie, maar ik zou dat eigenlijk nog wel willen organi• seren op de korte termijn, om in ieder gevalook het oordeel van de Auditcommissie daarover nog mee te nemen. Het is wel zaak dat we daar voor het reces hier een besluit over moeten nemen, omdat we anders de organisatie met een onmogelijke taak opzadelen. Dus in die zin zou ik nog een beroep willen doen op de oude Auditcomrnissie om op heel korte termijn daar ook nog een keer met elkaar over te spreken en we dat advies daar ook nog in mee kunnen nemen.

De heer Scheltens (VVD): Kan de wethouder dan ook aangeven of daar ook al onomkeerbare stappen in genomen zijn? Oftewel: is er nu al een aanvang gemaakt met de Begroting 2019 op basis van die zes programma's?

De heer Otter (wethouder): Ja en nee. Ik bedoel, alles is nu nog omkeerbaar. Alleen, ik heb het al gezegd: wij hechten eraan om dit wel op deze manier te doen. Maar in de voorbereiding - allerlei za• ken moeten op een andere manier gelinkt worden aan elkaar - wordt daar al wel aan gewerkt op dit moment. Dus je kunt dat proces stopzetten, maar als we dat willen, dan moeten we daar ook voor de vakantie een besluit over nemen.

De heer ScheItens (VVD): Dat is nou net zo jammer, want volgens mij gaan wij daar als gemeente• raad over en nu worden we in één puntje 2 in de besluitvorming daarmee geconfronteerd. Nogmaals: ook de Auditcomrnissie is daar niet van op de hoogte gebracht. Vorig jaar rond deze periode hebben we hetzelfde gehad en toen ging het over de ontschotting in het sociaal domein. Toen hebben we een amendement ingediend dat aan het einde van de vergadering met een meerderheid van stemmen aan• genomen werd. Toen moest veertien dagen later met stoom en kokend water alles omgezet worden, omdat er onomkeerbare processen waren. Ik wil best hier nog eens een keer met de Auditcomrnissie over spreken, maar als ik nu al hoor dat er eigenlijk al inrichtingsstappen gemaakt zijn, dan is dat voor mij een wassen neus. Dat vind ik dat prima, dan hoef ik niet meer erover te overleggen. Maar ik hecht er wel even aan om te zeggen dat dat niet mijn manier van doen is en dat zou het tweede jaar achter elkaar zijn.

De heer Otter (wethouder): Volgens mij lag de situatie van vorig jaar iets genuanceerder dan deze situatie. Dus ik weet niet of je die helemaal zo met elkaar kunt vergelijken. Ik weet het nog wel onge• veer, maar heb dat niet helemaal scherp meer. Het is me nu even onduidelijk: u trekt het amendement in, begrijp ik?

40 De heer ScheItens (VVD): Nee, maar ons amendement is heel helder: om de Auditcommissie daarin te betrekken en dat dan op z'n vroegst pas met de Begroting 2020 te doen. Maar u legt dat nu én bij de Auditcommissie én bij deze gemeenteraad en eigenlijk zegt u dat er bijna al onomkeerbare processtap• pen daarin zijn genomen. Nou, dan vind ik het niet echt heel kies om de Auditcommissie nog om ad• vies te vragen, terwijl ik bijna al kan aangeven welke richting dat advies op moet gaan.

De heer Huttinga (ChristenUnie): De wethouder heeft ook kunnen zien dat in de besluittekst die wij voorstellen te veranderen, wel degelijk staat dat er rekening wordt gehouden met uw richting van den• ken. Alleen, u hebt daar de raad niet bij betrokken. En dat hoort toch wel zo. Het is in de wet vastge• legd dat de gemeenteraad gaat over de Begroting en de inrichting daarvan. En dan is het wel zo fat• soenlijk om dat met ons af te stemmen.

De heer Otter (wethouder): Ik begrijp wat u zegt. U gaat er over, daarom hebben we dat besluitpunt hier ook over staan. Ik denk dat wij het overleg met de Auditcommissie misschien toch ergens nog eerder ertussen hadden moeten proppen. Nou, dat is niet gebeurd en daarom bied ik alsnog aan om dat op korte termijn te gaan regelen. Dan hoop ik ook dat we samen met de Auditcommissie in ieder geval tot een eensluidend standpunt kunnen komen. Meer kan ik er eigenlijk op dit moment even niet van maken.

De heer Huttinga (ChristenUnie): Dat betekent wel dat wij hier een besluit nemen onder voorbehoud en dat lijkt me wel een slechte zaak.

De heer Otter (wethouder): Nou, ik hoop dat ik voldoende overredingskracht heb om de Auditcom• missie ervan te overtuigen dat zoals we het nu doen, de beste keuze is.

De heer Scheltens (VVD): Ja, maar dan vul ik de heer Huttinga maar even weer aan: als wij vanavond tot een besluit moeten komen, dan zullen wij inderdaad moeten besluiten over punt 2. En als de tekst zo blijft staan, nogmaals: dan heeft deze raad in meerderheid al iets besloten en dan geldt uw aanbod al niet meer. Dus volgens mij zitten wij hierbij in een impasse.

De voorzitter: Oké. Zullen we dan straks even kijken naar de redactie van het besluit? De overwegin• gen vanuit het college zijn in elk geval meegegeven.

De heer Otter (wethouder): Goed, voorzitter, bedankt. Ik ga even door met de heer Scheltens, want die geeft eigenlijk aan of het nog op termijn te volgen is of wij de uitgaven vanuit de Reserve Sociaal Domein ook inderdaad worden besteed voor het sociaal domein. Dit omdat het allemaal veel meer opgenomen wordt in de totale uitkering die we als gemeente krijgen. Dat is inderdaad wel een punt. Er zijn wel systematieken in zo'n Begroting en je kunt dat dus wel blijven analyseren, je kunt wel iets in dat totaal blijven volgen. Maar het is wel de vraag of wij - dan praat ik even op een wat langere termijn - over een aantal jaren niet beter van de systematiek af• moeten, omdat het steeds lastiger wordt: je krijgt steeds meer mutaties, er verandert steeds wat. Het wordt wel steeds lastiger om te volgen wat nou precies in die totale uitkering zit en waar dat nou in principe allemaal voor bedoeld was. Want je krijgt dan verhogingen, verlagingen: het wordt steeds lastiger. Dus ik denk dat hier nog wel een keer de discussie over moeten aangaan. Ik denk dat we dit vroegtijdig in ieder geval aankaarten in de Auditcomrnissie om te kijken of wij met deze systematiek de komende jaren door willen blijven gaan of we die noodgedwongen moeten verlaten - wat betekent dat we gewoon niet meer dat onderscheid houden maar we gewoon eigenlijk praten over één Begro• ting. Een belangrijk punt dat in ieder geval door het CDA en door de PvdA is genoemd, gaat even over die woon- en leefbaarheidsvisies en dan met name het sociale aspect. Laten we zeggen: de discussie daar• over ken ik, die is al eens gevoerd. Het product - als ik het zo maar even mag zeggen - woon- en leef• baarheidsvisies is eigenlijk deels meer een uitvoeringsprogramma van de Woonvisie. We hebben die Woonvisie vastgesteld voor de hele gemeente, we hebben gezegd dat we dat gaan verfijnen en daar een aantal dingen in mee gaan nemen, zoals dat deprogrammeren dat we gaan verfijnen naar het dorp of de wijk. Dat is een soort interactief proces waar we ook de inwoners van het desbetreffende dorp allemaal in meenemen en dat leidt uiteindelijk tot die woon- en leefbaarheidsvisie. En dan zitten daar bepaalde elementen in, een aantal sociale elementen, verpakt: die hadden we natuurlijk eigenlijk ook via de Gebiedsvisies allemaal al eens in kaart gebracht. Dus het is ook een beetje de afweging: wil je die ook allemaal nog weer meenemen in die woon- en leefbaarheidsvisies? Dat is de ene kant en dat is

41 best ook wel een ingewikkelde kant. Want hoe gaje daar nou precies mee om? Dit om toch maar even dat onderscheid te maken tussen fysiek en sociaal. Daarmee is het eigenlijk wel mooi dat we in ieder geval richting Angelslo - waar een aparte project• leider op is benoemd - waar wel de juiste insteek is om niet meer richting fysiek of richting sociaal te gaan, maar juist heel goed kijken hoe je die zaken in Angelslo allemaal heel goed met elkaar kunt ver• binden. Ik zie dat zelf toch een beetje als een pilot, die we wellicht ook in de toekomst voor andere dorpen en wijken kunnen gebruiken. Maar dat wordt best nog wel een hele uitdaging om die zaken integraal allemaal goed met elkaar te verknopen. Dus dat zit misschien wat minder in deze woon- en leefbaarheidsvisie, maar nogmaals: we proberen wel het sociale aspect naar voren te laten komen. Bij• voorbeeld in Veenoord is samen met Woonservice een aantal straten benoemd, waarin we juist heel goed naar die twee aspecten gezamenlijk kijken. Maar dat doen we niet overal, daar ben ik ook eerlijk in. Ik moet eigenlijk ook wel zeggen dat we ook graag een proces van onderop willen. Dat is in die processen met die inwoners ook niet altijd zo benoemd. Dus die hebben toch de accenten op andere zaken gelegd. Nogmaals: we gooien het niet weg, we gaan echt met Angelslo kijken hoe ver we daar• mee komen, maar in een aantal van die andere woon- en leefbaarheidsvisies doen we dat niet. Iedereen citeert hier iemand, dat zijn toch mensen vaak van veraf, Loesje of weet ik wat. Maar ik wil toch even de voorzitter van EOP Angelslo citeren. Hij zegt: "Maak het breed en er gebeurt geen reet." Dus ook dat speelt een beetje mee. Je kunt alles proberen met elkaar te verknopen, maar probeer ook gewoon ergens resultaat te boeken. Voorzitter, daarmee ben ik volgens mij al een heel eind heen.

De heer Oldenbeuving (CDA): Dat zou best kunnen, maar op dit moment nog niet. In de eerste plaats denk ik - en dat vind ik echt een gemiste kans - dat als je ziet dat in de gesprekken wel sociale aspec• ten naar voren worden gebracht en in het slothoofdstuk gewoon wordt gezegd dat we die maar even parkeren, dan vind ik dat jammer. Ik had een tweede vraag gesteld over de woon- en leefbaarheidsvisies, waarbij ik overigens nu maar voorstelom ze 'woonvisies' te noemen, dan is het ook helderder waar het over gaat. Die tweede vraag ging over de opdracht die er ligt om te komen tot het terugdringen van het aantal bouwkavels. Er ligt een taakstelling van - ik doe het even uit mijn hoofd - 546, geloof ik en de vraag was hoe wij dat van• uit de raad gaan monitoren als je al die visies gaat zien. Hoe weten we nou of we op schema liggen? Of moet er straks - en ik citeer mijn collega maar - 150 bouwkavels in Zandpol worden geëlimineerd?

De heer Otter (wethouder): Kijk, vanuit deprogrammeren is er uiteindelijk min of meer rekenkundig bepaald dat we een bepaald overschot hebben, een bepaald slapend plan weghalen en we dan tussen wat we volgens de Woonvisie ongeveer nodig hebben, nog te veel plannen hebben in de bestem• mingsplannen. Dat is toch wel een heel rekenkundige benadering. Ik heb dat al eens eerder hier wat over gezegd in de raad. Dus de vraag is even of we ons druk moeten maken over de laatste 200. Want u moet dat wel even relateren aan de iets minder dan 50.000 huishoudens. Daar gebeurt heel veel, in die huishoudens. Het zijn altijd momentopnames, dus wij zullen die totale ontwikkeling ook wel blij• ven monitoren, maar het gaat mij te ver om te zeggen: "Nou, wethouder, u hebt nou 436 gerealiseerd, die laatste honderd moeten er even komen." Want op het moment dat ik de krant opensla en ik zie dat Lefier 60 appartementen sloopt aan de Meerstraat, wordt mijn verhaaltje alweer anders. Nou, en dat zullen we hopelijk meer krijgen: dat de problemen zich gewoon voor een deelook oplost door sloop. Want in die woon- en leefbaarheidsvisies - dat kan ik wel zeggen - gaan wij niet veel verder komen dan pak het beet misschien 200: want dat zijn eigenlijk de uitleggebieden waar wij duidelijk te veel hebben. Maar we willen ook bewust een aantal dingen wel even openhouden.

De heer Oldenbeuving (CDA): Ik probeerde een nog langer betoog te voorkomen, maar dat lukt dan nooit. Want hoe langer een zin duurt, hoe moeilijker dat wordt voor u. Want dan komt u in ademnood. We hebben volgens mij helder een visie vastgesteld in deze raad waarin een getal is genoemd. En dan ben ik best met de wethouder eens dat hij zegt: "Ja, 546? Het kunnen er ook best 536 worden of 566." Maar we vroegen ernaar hoe wat nou monitoren. Toen zei u dat u dat wel monitort, maar toen zei ik dat we dat dan graag willen weten, want dat is belangrijk. En in bijna dezelfde zin hoor ik dan de wet• houder het getal 200 noemen. En dan denk ik dat dat betekent dat we met elkaar constateren dat het raadsbesluit niet wordt uitgevoerd. Dat kan, er kunnen ook heel goede redenen voor zijn, maar dan moeten we het daar hier wel even over hebben. Toch?

De heer Otter (wethouder): Nou, een reden - ik hoop dat die redenen nog veel groter worden - is dat er ook gewoon bouwkavels uit het aanbod verdwijnen omdat er gewoon op gebouwd wordt. Dus ook

42 dat aspect speelt mee. En je wilt soms ook op een goede manier dingen afronden. Dus rekenkundig is die 546 bepaald, maar uiteindelijk wil je terug naar de dorpen en de wijken en vragen: "Oké, hoe gaan we dat nu zo goed mogelijk invullen?" Waarbij je ook soms nog toestaat - en daar is Nieuw• Weerdinge een goed voorbeeld van - dat er drie woningen op een rij staan en dat je je dan afvraagt of je het nou zo wil laten of in ieder geval die rij op een goede manier wilt afhechten. Nou, dan houd ik nog zes à zeven kavels in de verkoop en dan hoop je ook dat je op die manier dus dat gaat invullen. Dus los van de rekenkundige kant zit er ook een soort ruimtelijke kant aan. Je wilt ook dingen op de goede manier afhechten.

De heer Oldenbeuving (CDA): Ik denk dat we het inhoudelijk helemaal niet oneens zijn over hoe zo'n organisch proces verloopt. Het enige waar het over gaat is - de Partij van de Arbeid gebruikt daar plakkers voor - dat we hier kaders maken met elkaar en dat je wilt toetsen of die kaders ook gehaald worden, ja of nee. Dat is de enige vraag. Dus op het moment dat je zegt dat je dat in beeld houdt, je daarop let, dan betekent dat gewoon dat je van tijd tot tijd een tussenrapportage in de commissie W 0- nen & Ruimte inbrengt, waarin je uiteenzet hoe ver je in het proces staat, wat er allemaal is te consta• teren daarover en dan gaan we verder. Tenzij de commissie dan zegt: "Ho ho ho, dat gaat ons veel te snel." Dat kan. Maar wat we willen is dat het niet binnenskamers blijft, maar dat het gewoon helder en transparant is.

De voorzitter: Dus als er bepaalde factoren zijn, moet er dan niet een herijking van de kaders plaats• vinden door de raad?

De heer Otter (wethouder): Als dat eigenlijk precies de vraag was, dan heb ik het iets te veel gekop• peld aan die woon- en leefbaarheidsvisies. Dan zijn we het er hier over eens dat we gewoon periodiek aan moeten geven hoe we ervoor staan. Dus geen enkel probleem. U hebt prima verwoord wat daar ongeveer allemaal in moet zitten, dus zijn we het in ieder gevalover eens.

De heer Scheltens (VVD): Ja, maar ik ben het er toch niet helemaalover eens. Ik vind het prima dat dat een organisch proces is. Maar het kan toch niet zo zijn dat we hier een stuk in februari aannemen en dat we het hier in juni over hebben en dat u aangeeft dat het er ook wel 200 of 300 kunnen zijn, terwijl we in februari iets aannemen over 546? Dat is niet herijken. Dan denk ik inderdaad: hoe is een en ander dan op die getallen uitgekomen? U kunt wel zeggen dat als er bouwkavels gerealiseerd zijn, ze ook weg zijn: ja, maar volgens mij is juist het deprogrammeren ingegeven door een bepaalde visie op hoeveel woningen we nodig hebben. En als er bijgebouwd wordt? Volgens mij wordt inmiddels na die visie iets aan de Klokkenslag gerealiseerd, in het Beverpand komen appartementen, in het ING• pand komen appartementen. Ik kan zo volgens mij wel bijna honderd woningen opnoemen die er na die tijd nog weer bijgebouwd zijn en die in de hele Woonvisie niet staan.

De heer Otter (wethouder): Ja, dat is precies de discussie die ik hier ook altijd in het huis voer: ie• dereen wil op de rem trappen. Dus ik wil daar graag het evenwicht in houden, maar ik heb volgens mij ook weleens hier in de raad gezegd dat het niet om het aantal woningen gaat dat we hier in Emmen bóïiwen, maar om het aantal woningen dat we slopen. Alleen, daar zit wel een overaanbod in op een aantal plekken met woningbouwkavels. Dat overaanbod saneren we weg: dan zie je ook dat dat zich niet gaat vullen. Dat saneren we dan weg, maar voor de rest vind ik het prima dat wij op een hele hoop plekken gewoon woningen bouwen, want wij hebben ontzettend veeloude woningen en die moeten we gewoon kwijt. Maar iedereen heeft de neiging op de rem te trappen: 'we gaan niet meer bouwen'. We moeten juist veel bouwen, alleen we moeten nog ietsje meer slopen. Dat is uiteindelijk de opgave. En nogmaals: plekken waar duidelijk aanwijsbaar veel te veel is - pak de Delftlanden, pak Nieuw• Weerdinge waar we nog 50 à 60 kavels hebben - gaan we daar niet meer wegzetten. Maar ook al zijn er nog tien of zeven: dan denk ik dat dat ook wel past in de Woonvisie, want we willen wel alle inwo• ners de mogelijkheid geven om in eigen dorp en wijk te kunnen bouwen. Dus volgens mij sluit dat verhaal aardig. En dat we dat moeten blijven monitoren en aan u terugkoppelen: daar ben ik het hele• maal met u eens. De heer Fonhof heeft nogal wat kritiek op de GR's en wellicht ook nog wat op Area en dergelijke. Ja, ook daar werken gewoon mensen, daar krijgen mensen loonsverhoging en dat betekent dat de kosten hier en daar omhooggaan. Wij hebben ook in onze Begroting staan dat er weer meer pensioenpremie betaald moet worden en dat noemen we dan 'autonome ontwikkelingen'. En wij kunnen dan wel zeg• gen dat wij dat niet willen, maar goed, dat wordt gewoon op een andere plek vastgesteld en die pensi• oenpremies gaan omhoog en salarissen gaan omhoog. Nou, dat gebeurt ook allemaal bij die GR's. Dan

43 kun je nog een keer zeggen dat ze dat allemaal zelf maar moeten uitzoeken, maar zo makkelijk is het niet want daar hoort een stuk dienstverlening achter. Dat bespreken wij ook allemaal hier weer. Als het over de RUD gaat, dan wordt dat allemaal hier in jaarprogramma's vastgesteld. Dat staat u allemaal vast en dat moet dan allemaal uitgevoerd worden. Dan moeten we de volgende keer ook zeggen: nou, doe maar een tandje minder. Dan kan er misschien ook minder personeel naartoe. Dus het is niet altijd zo makkelijk. Ik begrijp het wel, de opmerkingen, maar het is niet altijd zo makkelijk. Want nogmaals: er moet voor gewerkt worden.

De heer Huttinga (ChristenUnie): Ja, de wethouder noemt even de RUD als voorbeeld. Maar ik her• inner mij als de dag van gisteren dat we hier wel voorgespiegeld kregen dat het allemaal beter zou worden en dat het allemaal voor 500.000 euro minder zou kunnen. En daar is niet veel van terechtge• komen.

De heer Otter (wethouder): Dat klopt. Wij waren wel als Drenthe de enige provincie waarin direct is gezegd dat we dat voordeel, waar u terecht op wijst, meteen even inboeken. Dus wij gaan het met el• kaar doen. Kijk even naar onze kritiek op het sociaal domein: het Rijk gooit het over de schutting en zegt: "Regel het maar, want het kan goedkoper." Nou, volgens mij werkt dat daar ook niet helemaal zo. Hetzelfde heb je met die RUD. Wat we vervolgens gedaan hebben omdat het steeds goedkoper moest, hebben we geloof ik vier jaar tijd er nog een keer 10 procent van afgehaald. Dus wij verlangen hetzelfde product voor 20 procent minder. En dat het daar beter kan, daar hoeven we niet over te dis• cussiëren. Ik bedoel, een aantal dingen daar moet duidelijk beter. Maar dat uitknijpen gaat tot op zeke• re hoogte. En als we het dan toch goedkoper willen, dan zullen we echt moeten zeggen: latere dienst• verlening. Dan maar één keer in het kwartaal meer de container ophalen: ja, dan wordt het goedkoper bij Area.

De heer Huttinga (ChristenUnie): Ja, dat is gewoon een lering voor de volgende keer. Net als bij de GGD tien jaar of nog langer geleden: laten we elkaar gewoon niet in het ootje nemen en gewoon de realiteit schetsen.

De heer Otter (wethouder): Volgens mij ben ik nu door de vragen heen. Ik zalongetwijfeld nog wel iets vergeten zijn, maar dat komt wel in de tweede termijn. 0 sorry, ik heb nog twee moties staan waar ik nog een reactie op moet geven. Dat gaat over motie 1, om voor het Rensenpark eigenlijk toch een grondexploitatie vast te stellen. Nou, de aankoop van het Rensenpark is eigenlijk helemaal afgefinancierd met subsidies. Alleen, de laatste subsidie van 17 miljoen hebben we niet ontvangen, maar die hebben we via de Begroting afge• dekt: dat kon nog uit de bestaande budgetten. Dus even zwart-wit gezegd staat de aankoop van het park voor nul in de boeken. Dan investeren we daar natuurlijk in van alles, het is altijd de vraag op welke manier dat terug moet komen uit de grondexploitatie. Dus we kunnen wel een grondexploitatie opstellen, maar ja, we hebben al wel heel veel beperking gegeven aan wat daar mag en wat daar kan. Daar komt ook nog een keer bij dat je maar tien jaar vooruitkijkend mee mag nemen. Dus dan ga je dus een grondexploitatie creëren: nou, dan moet je wel met redelijke zekerheid weten of dat met de komende tien jaar terugverdiend wordt. En mijn angst is eerder wat door ingegeven dat we één keer een heel mooi budget hebben en we zeggen dat we dat gaan terugverdienen en wij daar dus nog veel meer geld in gaan stoppen, terwijl we maar moeten afwachten of we dat wel gaan terugverdienen. Dus uit een soort voorzichtigheidsprincipe zou ik, ook qua noodzaak, zeggen: niet doen, deze motie.

De heer Scheltens (VVD): De wethouder doet net inderdaad of dat afgehecht is in de Begroting, dat het dus geen geld meer kost. U zegt dat het allemaal met subsidies is gefinancierd. Van die aankoop van 65,5 miljoen is 15,5 miljoen - zelfs bijna 16 miljoen - in één keer betaald uit de gemeentelijke reserve. Daardoor is onze solvabiliteit 16 miljoen minder. Dat is de eerste 16 miljoen. En 17 miljoen uit de aankoop is gedekt middels kapitaalslasten en dat is gewoon ook in de Begroting opgenomen. Dan zijn onze andere zaken die in de MPG staan, die kapitaalslasten, ook gewoon in de Begroting op• genomen. Dus het argument dat het al in de Begroting zit en het al afgehecht is, is volgens mij niet valide. Bij het andere kan ik er wel een heel eind in meegaan, maar er zit wel een heel fors gemeente• lijk deel in. Er zit elk jaar gewoon 1,7 miljoen aan kapitaalslasten in en we hebben gewoon bijna 16 miljoen uit onze eigen reserves gebruikt voor die aankoop.

De heer Otter (wethouder): Ja, dat kan ik niet ontkennen. Maar ja, we hebben ook geen grondexploi• tatie voor het Raadhuisplein of voor de Hondsrugwegtunnel: die kosten ook geld. Dus de reden dat het 44 geld kost en om daar nou een grondexploitatie voor op te stellen: in principe is het openbaar gebied, want zo willen we het graag zien. Dus we willen een grote grondexploitatie instellen voor openbaar gebied: dat lijkt me gewoon heel lastig.

De voorzitter: Het is belangrijk dat de raad ook zelf gaat beraadslagen over de moties. Ik bedoel, u hoeft de wethouder niet te overtuigen. Het belangrijkste is dat de raad het gesprek aangaat over de mo• ties.

De heer Scheltens (VVD): Dat is helder. Maar volgens mij is er wel een groot gedeelte dat exploita• bel is. Wij hebben volgens mij niet voor niets een hele nota vastgesteld op basis waarvan we mensen proberen uit te nodigen om in het park te gaan bouwen: innovatief, cultuur, van alles. Als u zegt dat het de bedoeling is om het te gaan inrichten als openbaar gebied, dan hebben we dat allemaal niet meer nodig; dan blijft het gewoon zoals het nu is. Dan blijft het een park.

De heer Huttinga (ChristenUnie): Ja, dat is heel mooi, voorzitter, want u nodigt ons uit om met el• kaar te spreken en daar waar wij een amendement samen hebben ingediend, verschillen de heer Schel• tens en ik hierbij van mening. Want we hebben niet voor niks destijds de Nota Spoorzoeken vastge• steld. We hebben niet voor niks een Kwaliteitshandboek vastgesteld. We wegen daar alles heel zwaar wat daar gebeurt, dus van een zuivere grondexploitatie kun je ook inhoudelijk niet goed spreken. Daarnaast heeft de heer Scheltens gelijk: we hebben delen op geld gezet, maar het is maar heel beperkt qua mogelijkheden. En dat is met zo'n plein als hier ook: daar ga je niet mee de boer op. Dus ja, ik denk dat dat allemaal heellastig wordt. Ik denk dat de wethouder in die zin gelijk heeft.

De heer Scheltens (VVD): Nou ja, goed. Dat klopt wat de heer Huttinga aangeeft, maar nogmaals: er zitten wel twee aspecten aan. In de eerste plaats zit daar een openbaar gebied aan en er zit anderzijds ook wel een exploitabel deel in. Nou ja, misschien moeten we de motie dan maar zo aanpassen dat we alleen het exploitabele deelopnemen in het MPG.

De voorzitter: Misschien moeten we dat straks maar even bekijken in de schorsing en in de tweede termijn wat daarmee moet gebeuren.

De heer Oldenbeuving (CDA): De eerste reactie van ons was ook: goh, dat is wel aardig bedacht. Tegelijkertijd dacht ik dat de wethouder het zichzelf wel moeilijk maakt. Want als je nou één moment zou hebben om ervoor te zorgen dat je voor de komende jaren in ieder geval geen gedoe hebt over je kosten van het Rensenpark, dan moet je deze met handen en voeten aangrijpen en meteen zeggen: "Dat gaan we doen." We hebben natuurlijk in het verleden wel meer grondexploitaties vastgesteld waarvan we achteraf constateerden - ik heb er net een paar genoemd - dat ze niet exploitabel bleken. Dat kun je als college heel lang volhouden. Dus ik bewonder de wethouder om zijn moed dat hij zegt om dat niet te doen en hem het voorlopig maar als opdracht mee te geven om de kosten die hij dan maakt, inderdaad te verantwoorden in de reguliere Begroting. En mocht het zo zijn dat door de ont• wikkelingen er zich ontwikkelingen voordoen die de verdienmogelijkheid opleveren, dan zitten we daar zelf bij en dan zullen we zelf bepalen wat we met die drie mogelijkheden gaan doen. Mijn advies zou zijn om inderdaad dit niet te doen, juist om dit scherp te houden. Maar ik snap wel wat de heer Scheltens: "Ja, hallo, we hebben erin geïnvesteerd en gaan nou nog rendement maken?" Dat is helder.

De heer Arends (wethouder): Er is een aantalopmerkingen gemaakt omtrent mijn portefeuille. Als het gaat om het onderwerp economie, dan is inderdaad voor het college 'werk, werk, werk' nog steeds het uitgangspunt, maar ik denk dat op een gegeven moment - naar aanleiding van een opmer• king van collega Otter als het gaat over de beleidsarme Kadernota - het feit dat dat niet vermeld is, niet wil zeggen dat het niet meer een prioriteit is. Want het is beleidsarm in de zin van na de toekomst toe, maar het beleid dat er ligt, is nog steeds het uitgangspunt en daar ben ik in ieder geval nog alle dagen druk mee. Dus ik heb er nog werk aan. Als het over de biobased economy en Dutch Techzone - Engelse termen, maar we nemen ze maar ge• woon mee - gaat, zal daar ook in het nieuwe collegeprogramma ongetwijfeld heel veel aandacht voor zijn. Ik heb u al eerder gezegd dat als het gaat over de biobased economy, dat wat dat betreft Emmen tot de top van Nederland behoort als regio waar dit allemaal gebeurt. Wij gaan daar zeker meer energie op inzetten. Dan kom ik ook wel bij de opmerking van D66 over de uitstoot van bedrijven: ook dat is een onder• deel dat in het nieuwe collegeprogramma ongetwijfeld met heel veel voortvarendheid opgepakt gaat

45 worden, om te kijken hoe wij de verminderde uitstoot van het bedrijfsleven - die 72 procent van het totaal voor zijn rekening neemt - ook handen en voeten kunnen gaan geven. We zullen ook zeker met een partij als Emmtec in gesprek gaan - sterker nog, daar zijn we al mee in gesprek om te kijken hoe we daarmee verder kunnen. Dan is er nog een opmerking gemaakt door deze en gene over Treant. Nou, we hebben vorige week de bijeenkomst gehad met Treant als het gaat over de situatie rondom de ziekenhuizen. We hebben in navolging daarop ook gesproken met de andere gemeenten Hoogeveen en Stadskanaal. De intentie is om te kijken of we gezamenlijk als Emmen, Hoogeveen en Stadskanaal met een reactie kunnen ko• men, het liefst ook samen met Treant, als het gaat over een visie op de zorg in de regio. Daarvoor wordt een afspraak gepland om te kijken of we daar nog voor de zomervakantie ook afspraken over kunnen maken. Dat zullen we ook in gezamenlijkheid handen en voeten gaan geven. Ik heb daar dus vooralsnog hoop op dat we daar met elkaar uit gaan komen, in het belang van de inwoners van de re• gio.

De heer Eggen (D66): Een klein vraagje. Toen op die avond was er ook een interessante optie of As• sen daar nog aan meedeed. Is daar ook nog over nagedacht? Ik kan me voorstellen dat wij dat als drie gemeenten doen, omdat het daar primair speelt, maar Treant gaf ook duidelijk aan dat ze nog in ge• sprek waren met Assen. Dus graag uw reactie daarop.

De heer Arends (wethouder): Die opmerking is inderdaad ook gemaakt door Treant. Wij hebben in ieder geval gesproken als drie 'Treant-gemeenten' - om het zo maar even te zeggen - en dat is waar we mee beginnen. En waar we dan uitkomen, dat moeten we maar zien.

De heer Leutscher (LEF!): Een beetje in het verlengde van deze vraag: ik hoop toch - althans, we mogen daar toch vanuit gaan - dat als we praten over de organisatie van de zorg, we dan niet alleen praten over die tweedelijnszorg, maar juist ook over de verbinding tussen de tweede- en eerstelijnszorg als het gaat om zorg op maat binnen de buurt, waarbij de tweede lijn meer op afstand staat.

De heer Arends (wethouder): Nou, ter verduidelijking: dat is een vraagstuk dat nog op een heel an• dere tafel plaatsvindt. Dat is de Zorgtafel Drenthe waar deze bespreking plaatsvindt. Daar is collega Wanders ook bij betrokken vanuit volksgezondheid. Dit gaat nog vooral even over de visie op de zie• kenhuisvoorzieningen in de regio.

De heer Leutscher (LEF!): Dat is mijn angst dus een beetje. Want toen we spraken over het Be• stuursakkoord, heb ik ook gezegd dat ik de discussie binnen de drie gemeenten - binnen de drie ge• meenteraden ook - soms wat populistisch vind, omdat er maar van alles wordt geroepen, om maar van alles te behouden. Dat terwijl je volgens mij deze discussie alleen maar goed kunt voeren en kunt gaan invullen als je ook die verdere discussie hebt over de verbinding tussen de tweede en eerste lijn. Dat geldt ook als opdracht richting Treant.

De heer Arends (wethouder): Dat is helder. De heer Leutscher kent mij als een niet-populistische wethouder. Dus wat dat betreft mag hij er zeker van zijn dat dat in goede handen is.

De heer Leutscher (LEF!): Eigenlijk wordt er geen antwoord gegeven. Dat laatste lijdt geen enkele twijfel. Het ging mij met name om raadsleden die van alles roepen in de media - laten we daar even duidelijk over zijn. Maar u praat me even iets te snel door, omdat als we kijken naar de ontwikkelin• gen in de zorg, we er wel even de kop bij moeten hebben, dat we niet in een touwtrekdiscussie moeten terechtkomen tussen ziekenhuisvoorzieningen op gemeentelijk terrein, maar dat je moet praten over de organisatie van de zorg op verticale manier. Ik blijf dat maar even herhalen. Want als dit deze discus• sie wordt, dan weet ik wat er gaat gebeuren in de diverse gemeenteraden en komen we geen stap ver• der. Terwijl eigenlijk - en dan doe ik één inhoudelijke uitspraak - je juist support moet tonen aan die ontwikkeling in die tweedelijnszorg om die eerstelijnszorg goed mogelijk te maken. Daar hebben we ook nog genoeg te doen.

De heer Eggen (D66): Ja, ik ben geen wethouder, ook absoluut ongeschikt daarvoor. Maar het ant• woord werd op die avond wel gegeven: dat er heel veel tussen de ziekenhuizen en de eerstelijnszorg met elkaar gesproken werd. Dus op die avond was het wel heel duidelijk een issue.

46 De voorzitter: Poets uzelf niet zo weg, hè? 'Absoluut ongeschikt'. Wethouder, dit ging even over die samenhang tussen die eerste lijn en die tweede lijn in de discussie.

De heer Arends (wethouder): Ik denk dat we daar niet van mening over verschillen. Alleen, er wordt op verschillende plekken gesproken over verschillende onderwerpen en ergens komt dat weer samen. En het samenspel komt ook weer op de Zorgtafel Drenthe ter sprake. Nou goed, het is schaken op ver• schillende borden en ik denk dat het ook wel goed is om ook vanuit tactisch en strategisch belang goed bij te blijven. Dan tot slot de motie over de ballonnen. Ik moet zeggen: een sympathieke motie - u had al gevreesd dat ik dat zou gaan zeggen, waarschijnlijk. Maar als het daarom gaat, denk ik dat over de intentie van de motie iedereen het wel eens is. Maar de vraag is even wat het ook uithaalt als Emmen dat als enige zou doen. Dat is één punt. Twee is het volgende. Wat misschien wel heel mooi is om ook gewoon toch hier nog eens weer te memoreren. Misschien bent u daarvan ook wel op de hoogte en anders vertel ik u of anderen toch iets waar u nog niet van weet. Maar juist hier in Emmen in het kader van die biobased economy worden juist touwtjes ontwikkeld die afbreekbaar zijn in het milieu. Dat is denk ik waar we misschien wel naartoe moeten, dat je juist ook vanuit die ontwikkeling in de chemie moet kijken of we ballonnen kunnen ontwikkelen die ook afbreekbaar zijn in het milieu. Laten we daar met elkaar naar kijken, want ik denk dat het beter is om te kijken vanuit de ontwikkeling en innovatie dan te kijken vanuit verbod en tegengaan. Want we moeten het ook wel een beetje leuk houden met elkaar om in dit land met el• kaar samen dingen te doen.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Om over het tweede deel te beginnen over de biologisch afbreekbare ballonnen: die had ik al enigszins verwacht. Nou moet ik zeggen dat het goed is dat de biobased economy er in Emmen is, maar wat betreft de ballonnen zijn ook de biologisch afbreekbare exemplaren nog heel lang aanwezig in de natuur en zijn wat dat betreft geen goed alternatief. Verder denk ik dat we het heel leuk kunnen houden bij evenementen: er zijn heel veel andere mogelijkheden om het hartstikke spannend te houden: je kunt gaan bellenblazen, je kunt vliegers oplaten. En ballon• nen oplaten? Die heb je volgens mij niet nodig om het leuk te houden. Behalve dat wordt het minder leuk voor de vogels, andere dieren en alle andere levende wezens die er last van hebben. Dus wat dat betreft dat het toch geen bezwaar hoeft te zijn.

De voorzitter: Ja, ook in tweede termijn is er nog alle gelegenheid om de raad te overtuigen van de noodzaak van deze motie.

De heer Arends (wethouder): Juist. Ik denk dat mijn reactie op de motie helder is geweest en ik denk dat we het verder aan de raad overlaten om hiermee om te gaan. En dat was mijn bijdrage, ik heb het volgens mij nog nooit zo kort gehouden als nu en dank voor de steun op het beleidsterrein economie.

De heer Kleine (wethouder): Ik sluit even aan bij de laatste woorden van wethouder Arends als het gaat om tips, prioriteiten en suggesties met name in het sociaal domein. Daar sluit ik mij van harte bij aan: die zal ik ook wel meenemen in de discussie over het collegeprogramma, de suggesties. Ik heb mijn betoog even opgebouwd in een viertal blokken: een aantal vragen over jeugd. Dat begon met hoe het gisteren is afgelopen bij het VNG-congres over de moties die daar ingediend zijn: die zijn van harte ondersteund vanuit het Drentse en vanuit het Emmense. En als het gaat over de koppeling tussen het interbestuurlijke programma en de tekorten binnen het sociaal domein, dan is daar een brede steun geweest van bijna alle gemeenten die zeggen dat het hartstikke goed is dat wij nieuwe plannen hebben om samen op te pakken met het Rijk. Maar dat we die pas financieel kunnen gaan ondersteu• nen op het moment dat de tekorten in het sociaal domein aangevuld zijn. Dat is een motie die aange• vuld is en daarmee sturen wij het VNG-bestuur op pad. Dat wil nog niet zeggen dat er op korte termijn een oplossing is, maar er is wel volgens mij een heel duidelijk signaal afgegeven door alle gemeenten over de gesprekken met het Rijk. Er werd ook een vraag over de Fonds Tekorten: dat is eigenlijk een combi-antwoord tussen wethouder Wanders en mij. Er is Fonds Tekorten, maar dat moetje wel voldoen aan een aantal randvoorwaarden, onder andere een gemiddeld tekort per inwoner over de hele gemeente en over het hele sociale do• mein. Dat wordt nu exact uitgezocht of we daaraan voldoen en uiteraard kunt u ervan uitgaan dat als wij daaraan voldoen, wij een beroep gaan doen op dat Fonds Tekorten. Ook bij de Jaarrekening en nu weer een aantal zorgen over de kosten bij jeugdzorg en die zorgen deel ik ook zeker. Gelukkig ook een aantal partijen dat zegt dat het een kwestie is van lange adem, de pre- 47 ventie waar we mee bezig moeten. De innovatieve zaken die bijvoorbeeld de ChristenUnie aangeeft, gaan we zeker meenemen. Ten eerste al tijdens de lopende contraeten waar we al mee bezig zijn. Van• uit de analyse die we al gedaan hebben, gaan we daar al op proberen te sturen, zeker ook op de verwij• zers die daarin een rol hebben. Ten tweede gaat die ook mee in de Bestuurlijke Transformatieagenda waar ik de vorige keer ook al even wat over zei. Dat gaan we dus zeker doen. D66 stelde een vraag over de POH's. We hebben ook juist de uitbreiding van de POH-jeugd in heel Emmen gedaan op basis van de ervaringen die we in de eerste twee gebieden gehad hebben. Ik zeg het even uit mijn hoofd, maar volgens mij gaan we ergens rond de zomer ook starten met de evaluatie en zullen in het najaar de resultaten daar ook van zijn. Wanneer precies in het najaar weet ik niet zo uit het hoofd, maar die resultaten komen zeker. Dat denk ik even ten aanzien van jeugd. De SP maakte een opmerking over het faciliteren van bijzonder onderwijs: dat is eigenlijk een vraag die denk ik in Den Haag gesteld moet worden, want wij voeren daarmee gewoon onze wettelijke taken uit. Dus volgens mij is die vraag meer in Den Haag aan de orde.

De heer Moinat (SP): Ja, even voor de duidelijkheid: het was een opmerking en geen vraag. Ik heb gezegd dat het voor eigen rekening was.

De heer Kleine (wethouder): Dan is mijn reactie ook voor eigen rekening. Dan een aantal vragen over toerisme. Even beginnend met de opmerking van LEF!. Volgens mij moe• ten we nou juist blij zijn, want ook tijdens het VNG-congres heb ik met mij collega-wethouders toe• risme en recreatie uit Borger-Odoorn en Coevorden gesproken over inderdaad het al vastgestelde be• leidskader voor Zuidoost-Drenthe, waarin we ook een aantal werkafspraken met elkaar gemaakt heb• ben hoe we daarmee omgaan. En ik zou dat niet willen vervuilen door een discussie te krijgen over welke wethouder nou waarvoor verantwoordelijk moet zijn. Hoe innovatief het misschien ook is, vol• gens mij hebben we nu net een aantal goede stappen met elkaar gezet en laten we daar nou maar eerst uitvoering aan geven en laten we eerst even bouwen aan de samenwerking. Een aantal zaken over wat dat dan betekent en wat voor ambities dat dan zijn. Wij hebben ook met elkaar in deze raad de Strategienota 2020-2030 vastgesteld, waarin we met elkaar hebben gezegd dat de vrijetijdseconomie een belangrijk speerpunt zou moeten zijn voor de toekomst. Naar analogie van die discussie hebben wij ook in deze Kadernota een aantal dingen opgeschreven dat wij belangrijk vinden om ook extra energie op in te zetten. Terecht dat er gezegd wordt dat wij niet op de stoel van de ondernemer moeten gaan zitten. Nee, dat gaan we zeker niet doen. Maar naar analogie van bijvoor• beeld - hoe moet ik het ook alweer zeggen in het Nederlands? - Vierkant voor Werk gaan wij wel kij• ken of wij niet iets met stimulering kunnen doen, waardoor we welondernemers een stap op weg kun• nen zetten als het gaat om kennisondersteuning en het samen opdoen van kennis en samen met Marke• ting Drenthe en Recreatieschap daar verder ondernemers in faciliteren. Dan denk ik zeker dat dat een taak zou kunnen zijn van de gemeente, maar ook daar komen wij in het collegeprogramma wel verder op terug. En als laatste dan een opmerking van D66 over cultuur. Even vanuit de constatering ook dat dit een beleidsarme Kadernota is, hebben wij ervoor gekozen om aan de net vastgestelde Cultuurnota in de• cember, het vastgestelde beleid, uitvoering aan te geven en die niet opnieuw op te nemen in de Kader• nota. Tot zover even de vragen volgens mij. Dan staat op het lijstje dat ik zou gaan over een motie, maar dat was nog zo in het oude college. Mis• schien dat de griffie ook nog wat zoekt in de nieuwe portefeuilleverdeling, maar dat is een motie waar collega Van der Weide op terug gaat komen.

De heer Eggen (D66): Zou ik nog een vraag kunnen stellen? Ik had hem graag aan de heer Huttinga willen stellen, maar hij was iets te snel klaar. Dat ging over de Wmo-inzetten bij jeugdhulp. Volgens mij is Wmo 18-plus en is jeugd l-l-min. Maar u had het over innovatieve ideeën; denkt u dat dat een realistische mogelijkheid is?

De heer Kleine (wethouder): Nou, wat er in ieder geval een discussie is die landelijk speelt, is of je niet de grens 18-min versus 18-plus zou moeten oprekken. We hebben gezien bij de verpleegzorg dat daar al wat in gaat schuiven. Wat we in Drents verband ook gaan verkennen, want in het noorden en midden hebben ze de inkoop gekoppeld aan Wmo. Dus we kijken of je daar niet slimme combinaties in kunt maken, dus dat is zeker een vraag die daarin meegenomen gaat worden.

48 De heer Huttinga (ChristenUnie): Omdat collega Eggen eigenlijk refereerde aan mijn verhaal. Het ging er ook vooralom dat je aan ouders moet kijken. En dat moet je vanuit de Wmo financieren en dan haal je een hele hap bij de jeugdzorg weg.

De heer Van der Weide (wethouder): Ik begin even met een vraag die gesteld is over de ontwikke• ling en de stand van zaken van de nieuwbouw van de sporthal in Emmer-Compascuum. Nou, zoals u ongetwijfeld weet hebben wij een locatiekeuze bepaald. Daar hebben we ook een besluit over geno• men en afgelopen periode is intensief gewerkt om te komen tot die keuze. Daar zijn we ook het dorp mee in geweest, er zijn inloopavonden geweest en dat heeft uiteindelijk ook erin geresulteerd dat de bevolking mee heeft gesproken over de locatiekeuze. Daar hebben we een besluit over genomen. Op dit moment werken we aan een - ik noem het maar even - 'marktconsultatie' van hoe je de ontwikke• lingen in Emmer-Compascuum - een sporthal, wonen en winkel- in de markt zetten. Dus daar zijn we op dit moment mee bezig. Annex daaraan zijn we ook alvast gestart met de voorbereidingen om te komen tot een bestemmingsplanwijziging, zodat zoveel mogelijk zaken parallel aan elkaar kunnen lopen. De bedoeling is in ieder gevalook dat wij in het najaar ook met de sportverenigingen om tafel gaan om te komen tot een plan van eisen voor de nieuwe sporthal. Een ander onderwerp op mijn lijstje is het onderwerp wegenonderhoud. Het is Wakker Emmen dat mij daar een vraag over stelt. In 2014 zijn we begonnen met een inhaalprogramma om het wegennet en de fietspaden kwalitatief te verbeteren. Daar hebben we ook een ambitie en een doelstelling bepaald. We hebben destijds gezegd dat, willen we dat gaan realiseren, we acht jaar lang een investering van 3 miljoen nodig hebben, dus in totaal 24 miljoen. We zijn nu halverwege, we hebben vier keer 3 miljoen geïnvesteerd en we zien ook dat dat resulteert in effect en we daarmee onze doelstelling be• halen. Maar willen we deze ambitie vasthouden en de doelstelling zoals we die in 2014 geformuleerd hebben, dan zullen we daar ook met elkaar het gesprek over aan moeten gaan om dat de komende vier jaar te gaan doen. Dan wil ik nog even naar een ander onderwerp en dat is de Omgevingswet. Zowel de VVD als de ChristenUnie die wat kritisch is over de kosten. Laat ik zeggen: die kritische houding kan ik me goed voorstellen, die hebben we in het college ook wel even gehad omdat we ons afvroegen of dit nu de kosten moesten zijn om met de Omgevingswet aan de slag te gaan. Maar we hebben ook gezegd dat we dit graag programmatisch willen gaan doen, want het is veel meer dan alleen maar ruimtelijke or• dening (RO), er komen veel meer aspecten bij kijken. En wil je dat dan goed gaan doen, dan hebben wij in ieder geval geconcludeerd dat daar dan een programmastructuur bij hoort. Als we kijken naar de invoeringskosten voor de drie decentralisaties, dan hebben wij dat ook niet alleen maar met bestaande middelen gedaan. En als we een beetje in het land kijken, dan zijn er ook rekenmodellen voor om te bepalen welk bedrag daar dan bijpast. Want we weten nog niet exact hoe deze toch grote opgave die op ons afkomt, precies gaat landen. Maar we denken dat we hier wel een goede inschatting hebben gemaakt op basis van de rekenmodellen voor welk bedrag hiervoor nodig is en een stedenbouwkundi• ge die nu zijn werk doet, blijft zijn werk ook doen. En een programmamanager heb je toch nodig voor een nieuw programma en daar zitten ook kosten aan vast. Dus ik hoop dat u dat ook wat geruststelt als het gaat om de kritische blik vanuit de raad op dit onderwerp.

De heer Scheltens (VVD): De uitleg is helder. Ik zie in ieder geval wel een afname van de kosten van 2019 naar 2020 en 2021. Maar in 2022 blijven die op hetzelfde niveau. Is het aannemelijk dat het nu een soort van investering is en dat het toch op de langere termijn ook echt iets gaat opleveren? Of blij• ven die kosten die nu voor 2021 en 2022 zijn begroot voor 350.000 euro, op hetzelfde niveau?

De heer Van der Weide (wethouder): Nee, ik denk dat we een onderscheid moeten maken tussen invoeringskosten en het moment waarop wij de Omgevingswet hebben ingevoerd, omdat dat dan veel meer onderdeel uitmaakt van onze reguliere bedrijfsvoering. Ik denk alleen al dat als we gaan kijken naar het aantal vergunningen dat we op dit moment verstrekken en op het moment dat de Omgevings• wet van kracht, dat dit ongeveer 80 procent van het aantal vergunningen zal zijn dat we nu verstrek• ken, niet meer te hoeven doen. Dat betekent ook andere werkzaamheden, dus ik denk dat je intern ook heel goed moet gaan kijken naar - ik noem maar een onderwerp - de leges. Want als die wegvallen, wat betekent dat dan ook weer voor ons financiële huishoudboekje en wat dat ook weer betekent voor de inzet van mensen?

De heer Huttinga (ChristenUnie): In de lijn van wat de heer Scheltens al vroeg, had ik eigenlijk de• zelfde vraag. Daarom zou ik dan ook wel willen vragen dat we dit dan wel heel scherp blijven monito-

49 ren. Want voor je het weet, heb je automatisch weer iets in de afdelingsbegroting en dan krijg je weer dat we op microniveau niet goed bezig zijn en dat moeten we zien te voorkomen.

De heer Van der Weide (wethouder): Nee, duidelijke vraag. Ik denk dat het ook goed is om in onze informatieronden dit najaar het fysieke en het sociale nadrukkelijk van de Omgevingswet onderdeel uit te laten maken, om de vragen die u stelt, daarin mee te nemen en u daar ook zo goed mogelijk over te informeren. Ik denk dat hoe verder we richting 2020 gaan, hoe vaker dit onderwerp hier op de agenda zal gaan staan. Ik heb nog een vraag van de VVD staan als het gaat om de indexering van Area. Voor 2018 hebben we dat eenmalig kunnen dekken. In de Kadernota zit die nu structureel; dat geldt ook voor 2019. Ik denk dat als we kijken naar de afgelopen jaren, dan is indexering geen onderwerp geweest omdat het eco• nomisch ook andere tijden waren. De afspraken over hoe je dan tot die indexering komt en de hoogte daarvan, zijn gemaakt in de raamovereenkomst van 2005. Dus over hoogte, de randvoorwaarden en hoe je tot die jaarlijkse bepaling komt - want dat is welonderdeel van de afspraken tussen Area en de gemeente - zien we jaarlijks of die indexering moet worden toegepast en hoe je die wilt gaan dekken. Want we zien haar eraan komen, dus het is een autonome ontwikkeling. Maar je kunt natuurlijk ook de discussie met elkaar voeren of wij deze indexering willen meenemen in het tarief of deze op een ande• re manier gaan dekken. Volgens mij horen die vraag en die discussie vooral thuis in de Begroting en niet in deze beleidsarme Kadernota. Dan ga ik nog naar het blokje 'verkeer en vervoer'. De N862: verschillende partijen die daar iets over hebben gesteld of gevraagd. Ik denk dat het een gedeelde ambitie is, want het huidige GVVP is daar• over heel helder: daarbij is de raad ook heel helder geweest als het gaat om wat prioriteit is. We doen dat niet alleen maar om meer asfalt aan te brengen, we doen dat ook om de bereikbaarheid van Em• men-centrum en Klazienaveen, maar ook onze bedrijventerreinen te verbeteren. Dat is de hoofdagenda waarom wij met deze weg aan de slag willen. Daar hebben we de provincie voor nodig. Daar zijn we ook mee in gesprek. Ik geloof dat SOPLUS nog de vraag stelde wat dat betekent voor de onderhoud van de rondweg. Nou, als we niets doen, dan weten we in ieder geval dat dat op afzienbare termijn naar ons toekomt. Maar op het moment dat je praat over wegenruil en hoe je tot afspraken komt, dan is dit ook een post die onderdeel uitmaakt van de gesprekken met de provincie. Dus ik vind het te vroeg om daar nu al iets over te zeggen, maar we weten dat het wel een kostenpost is die eraan zit te komen. Dan lijkt het mij heellogisch dat je die ook meeneemt in de mogelijke totaaldeal met de provincie. GroenLinks vraagt aandacht voor het openbaar vervoer en in het bijzonder de doorsteek Angelslo• Emmerhout. In de vorige commissie zijn ook al wel wat vragen gesteld over hoe het met de nieuwe dienstregeling zit. Er zijn toch wat zorgen over de bezettingsgraad en uiteindelijk zijn wij gespreks• partner van het OV -Bureau: dit bepaalt de dienstregeling maar de eonsequenties daarvan in het fysieke zijn voor rekening van ons. We hebben in ieder geval gezegd dat we door willen met die dienstrege• ling, dus dan kun je wachten tot het bestemmingsplan is aangepast, de doorsteek is gemaakt of er een alternatief is. Nou, dat alternatief is in die zin gevonden dat de busverbinding nu via de rondweg gaat. Dus dat betekent dat je de dienstverlening bij die busverbinding nu al naar voren kunt halen, maar dat je discussie over de doorsteek Angelslo-Emmerhout nog wel zult moeten gaan voeren. Ik denk dat het ook goed is om daar een goed omgevingsproces bij te voeren en dat we daar niet overhaast te werk gaan. SOPLUS vraagt of de bedragen rondom de weg N862 wel kloppen. Nou, die kloppen wél, want het is een verschuiving van de uitvoering. Dat betekent dat er een bepaald voordeel is dat we in deze Kader• nota hebben meegenomen, omdat op basis van de prognoses en de kennis van nu de verwachting is dat de uitvoering later zal plaatsvinden dan zoals die in de Begroting 2019 is meegenomen. Dan heb ik nog een tweetal moties, beide van D66, en dan begin ik even met de motie over het fietsen. Ik denk dat de doelstelling van die motie prima is; ik vertaal haar ook maar even in de vraag hoe we toch zoveel mogelijk mensen op de fiets krijgen. Alleen, bij de vraag of meer voorrang - want dat is de intentie van de motie - leidt tot een hogere deelname van de fietser in het verkeer en daarmee ook de verkeersveiligheid wordt vergroot, heb ik wel wat twijfels. Want als we kijken hoe het georgani• seerd is in Nederland, dan heeft Noord-Nederland daar een andere positie in ingenomen als het gaat om de voorrangsregels voor fietsers. In Drenthe is bijvoorbeeld Noordenveld de enige gemeente waar de fietser op rotondes voorrang heeft, dus ik ben ook wel voor een stukje eenduidigheid in beleid. Want op het moment dat we van Coevorden via Emmen naar Borger-Odoorn fietsen en we allemaal andere regels krijgen, dan lijkt me dat ook niet goed voor de verkeersveiligheid. En ik denk dat het ook wel goed is in ogenschouw te nemen dat wij relatief weinig ongevallen kennen op rotondes en we juist ook bij de vorige Begroting en Kadernota extra budget hebben vrijgemaakt om verkeersonveilige

50 situaties te gaan aanpakken. Dus daar zie ik meer heil in om op die manier de veiligheid te verbeteren dan de motie zoals die hier ligt. Dan heb ik nog de motie over de sportvertrouwenspersonen. Ik wil u in ieder geval meegeven dat de verenigingen via de sportkoepel NOC*NSF de mogelijkheid hebben om gebruik te kunnen maken van expertise op dit gebied. Wij hebben in 2016 alle verenigingen daar ook nog over geïnformeerd. Als daar nog behoefte aan is, willen we uiteraard graag nog wel een keer doen richting de sportverenigin• gen. Ik heb ook nog even navraag gedaan of deze vraag veel bij ons terechtkomt en in hoeverre hier dan ook behoefte aan is. Want ik denk dat we ook iets moeten doen als er ook echt behoefte aan is. Die signalen komen hier nou niet in grote mate voor en ik zou ook willen adviseren om te kijken hoe we NOC*NSF hierin kunnen betrekken om hier die expertise op dit gebied te hebben.

De heer Eggen (D66): Ik wil graag even de motie extra duiden. Mevrouw Hoogeveen heeft het net ook al wel duidelijk gezegd. Maar er is zelf een onderzoek van NOC*NSF geweest, waar de commis• sie-De Vries juist de uitspraak doet en aanspoort om met iedere vereniging in gesprek te gaan. Het is absoluut niet de bedoeling dat wij als gemeente een vertrouwenspersoon leveren, maar het is juist 'in gesprek gaan met...'. En het klopt dat niet zoveel verenigingen zich aanbieden, want die zitten daar best wel wat mee in de maag, die weten niet dat ze dat bij de gemeente kunnen aankaarten. Een mooi voorbeeld, waar u ook aanwezig was, was de bijeenkomst van alle voetbalverenigingen in Schoone• beek, waar u een mooi praatje, een goed praatje hield. Ja, dat meen ik serieus, dat vind ik knap van iemand die net wethouder sport is en we hadden een wethouder sport die nogal heel erg uitgebreid dingen kon vertellen. Maar deze wethouder deed het heel kort en heel puntig. Dat werd heel erg ge• waardeerd.

De voorzitter: Maar dat terzijde. Ja, gaat u rustig door. Dit is wel heel uitgebreid, meneer Eggen. Maak uw punt.

De heer Eggen (D66): Maar nee, het gaat er juist om om met sportverenigingen in gesprek te gaan. De problematiek is duidelijk: die is ernstig, zeer ernstig. Als je ook leest wat er alleen al in Nederland gebeurt en zeker als we iets verder om ons heen kijken, dan is het helemaal ernstig. Maar ik denk juist dat de gemeente een faciliterende rol moet hebben en absoluut zelf niet die sportvertrouwenspersoon moet aanstellen, maar in overleg met de verenigingen moet treden daarover.

De heer Van der Woude (GroenLinks): De wethouder refereerde er eigenlijk aan of er behoefte zou zijn en dat die signalen er niet komen. Mijns inziens zou het misschien juist ook uitnodigen om een sportvertrouwenspersoon in te stellen om in ieder geval naar voren te komen als er wat is. De behoefte kan er wel zijn, maar die blijft vaak onopgemerkt, omdat de meeste mensen binnen de sportverenigin• gen dat niet durven te zeggen. Dus dan is het ook niet duidelijk of die behoefte er is.

De heer Scheltens (VVD): Even heel kort in reactie op mevrouw Van der Woude: maar dat is niet het verzoek in de motie. Het verzoek is niet om als gemeente een sportvertrouwenspersoon aan te stellen, maar alleen om in gesprek te gaan.

De heer Van der Weide (wethouder): U begrijpt dat ik met de uitleg van de heer Eggen toch iets anders tegen deze motie aankijk. Ik denk dat waar het om gaat, is gesprek gaan: dat doen we al en dat blijven we doen. Dus als aandacht hebben voor dit onderwerp de opdracht is, dan denk ik dat dat heel goed is en dat we die boodschap ook mee kunnen nemen in onze contacten met de sportverenigingen. Want uiteindelijk mag ik er ook vanuit gaan dat er binnen een bestuur van een sportclub aandacht voor is. Dus dat was ook even de parallel die ik trok met of er behoefte is en we signalen vanuit de besturen krijgen dat er dergelijke signalen zijn binnen de clubs. Want op het moment dát die signalen er zijn, moeten we die uiterst serieus nemen. Dus de uitnodiging 'heb aandacht voor dit onderwerp' wil ik op die manier wel meenemen en hopelijk is dat voor u voldoende.

De heer Oldenbeuving (CDA): Inderdaad wordt er bij de verenigingen geconstateerd dat het hart• stikke moeilijk is om iemand te vinden en zo ja, als je iemand vindt, wat moet die dan wel niet alle• maal doen en kunnen? Ik refereer toch maar even, als het mag, aan de situatie zoals die in het onder• wijs is: daar komt dit natuurlijk ook heel veel voor. Daar spreken we altijd over 'vertrouwenscontact• personen' binnen een onderwijsinstelling, waarbij er vervolgens door de vertrouwenscontactpersonen contact met een externe kan worden gelegd. Dat maakt het denk ik voor verenigingen ook gemakkelij• ker om die drempelover te gaan en zo'n iemand aan te stellen. Want als je iemand aanstelt als ver-

51 trouwenspersoon binnen de vereniging - daarom zit zo'n vereniging er ook tegenaan te hikken - ja, wat geef je dan zo'n iemand mee? Wat is dan de opdracht en waaraan moet zo'n iemand voldoen? Terwijl er als je er een contactpersoon van maakt en je zou vanuit de gemeente faciliteren dat er een externe vertrouwenspersoon bij wie iemand te rade kan gaan, dan zou je denk ik al een heel eind op weg zijn.

De heer Fonhof (SOPLUS): Ja, ik wilde nog even op de antwoorden ingaan, als het mag. Ik heb bij de ruil van de rondweg met betrekking tot de weg Emmen-Klazienaveen ook gevraagd om welk deel het van de rondweg gaat. Is het wel een deel of is het de totale rondweg vanaf de N34 tot aan de rotonde bij Emmerschans ?

De heer Van der Weide (wethouder): Misschien kunt u de vraag nog even iets verduidelijken? Hebt u het dan over het onderhoud? Hebt u het over het ontwerp?

De heer Fonhof (SOPLUS): Nee, ik heb het over de ruil.

De heer Van der Weide (wethouder): Nou ja, dat is nog onderwerp van gesprek, daar zijn we nog niet uit.

De heer Fonhof (SOPLUS): Dus dat kan ook een deel van de rondweg zijn.

De heer Van der Weide (wethouder): Ja. Maar ik vind het nu wat voorbarig om het daarop vooruit te lopen welk weggedeelte dan mogelijk geruild gaat worden.

De voorzitter: Dat is ook een antwoord.

De heer Fonhof (SOPLUS): Ja, maar ik ben nog niet helemaal tevreden.

De voorzitter: Dat is dan aan u. Gaat u door.

De heer Fonhof (SOPLUS): Oké. Dan het antwoord met betrekking tot de cijfermatige uitwerking. De wethouder geeft aan dat het klopt. Volgens mij klopt het niet. Het kan aan mij liggen, maar verhelder het dan even. Op enig moment staat er dat iets wordt verschoven.

De voorzitter: Meneer Fonhof, het mag gerust. Als het voor u echt wezenlijk is in het kader van de vaststelling van de Kadernota, vind ik dat prima. Maar we gaan nu wel heel erg de diepte in op een aantal cijfers.

De heer Fonhof (SOPLUS): Ja, we gaan wel de diepte in, maar het is wel van belang. Want als je iets verschuift, dan klopt het met betrekking tot 2019 en 2020, want dan moet het een plus zijn. Maar bij 2021 wordt het dan een last en daarin staat er geen minnetje voor. En bij 2022 staat er nul en volgens mij, als ik tenminste de toezegging lees, moet dat 342.000 euro zijn. Dat was mijn vraag. Kijk naar de toelichting op bladzijde 26 bij de verdubbeling N862 en naar het staatje bij de cijfers in de verdubbe• ling van hetzelfde punt. Dat klopt het volgens mij niet. Of ik zie het verkeerd.

De voorzitter: Het kan heel goed zijn dat u gelijk hebt - dat ontkent hier niemand - maar ik kijk even naar de wethouder.

De heer Van der Weide (wethouder): Ik denk dat het goed is als wij kijken naar de verschuiving, dat zou betekenen datje in 2021 dus een gedeelte van die investering activeert. Zo staat die in de tabel van 2021. Voor 2022 staat die op nul, want dat betekent dat in de Begroting van 2019 al geld is gereser• veerd en gekapitaliseerd voor de investering in de N862. Dus die verschuiving zit hem in die jaar• schijf, alleen ik denk dat wat misschien wel een beetje verwarrend is voor dit staatje, is dat de cijfers van de Begroting 2019 hier niet bij staan.

De voorzitter: Nou, kijk er anders nog even in de schorsing naar. Als u dan nog vragen hebt, dan is dat geen enkel probleem. Wethouder, u was bezig met uw eerste termijn. U wilt het daarbij laten? Goed, dan ga ik naar wethouder Wanders.

52 De heer Wanders (wethouder): Ik onderscheid in de bijdragen in relatie tot mijn portefeuille eigen• lijk drie grote thema's: Stichting De Toegang, armoedebestrijding en heb ik ook regelmatig bewind• voering voorbij horen komen. Dus ik zal in ieder geval op die drie zaken ingaan. Laat ik beginnen met datgene wat denk ik de laatste weken mij het meest bezighoudt in ieder geval en dat is Stichting De Toegang. Als je kijkt waarvoor we De Toegang hebben opgezet met elkaar en de raad daartoe ook heeft besloten in het beleidsdocument 'Samen verder in het sociaal domein', dan is gekozen voor het model van De Toegang om zorg dicht bij en snel toegankelijk voor inwoners te or• ganiseren. En dan aansluitend bij de hulpvraag van de inwoner. Dat geeft ook even een antwoord denk ik op wat de heer Huttinga aangeeft als het gaat over jeugdzorg en Wmo. Er wordt gekeken naar de gezinssituatie, is de bedoeling bij De Toegang, en daar wordt de hulpvraag op ingevuld en de hulp ook aangeboden. Dat sluit misschien aan bij uw opmerking als het gaat over de relatie tussen jeugdzorg en Wmo. De onafhankelijkheid van De Toegang, waar we het regelmatig over hebben, betekent dat De Toegang niet gebonden is aan het leveren van de maatschappelijke dienstverlening. Dat is niet onafhankelijk van de gemeente: dat moeten we denk ik toch even een kanttekening bij maken, want vaak wordt daar een opmerking bij gemaakt of in ieder geval een gedachte bij verondersteld. Maar de onafhankelijk• heid van de gemeente bestaat natuurlijk niet - in die zin, wij voeren namelijk beleid uit dat wij hier met elkaar vaststellen. Wij stellen hier de kaders vast waarbinnen De Toegang zal moeten opereren. De gemeente geeft ook nog steeds de beschikking af, op advies van De Toegang. Dat is wellicht wat dan ook bedoeld wordt met 'over de schouder meekijken' in het rapport van de Ombudsman. Want ik heb vorige week met de heer Molenhuis uitgebreid gesproken en het zit hem ook in de kwaliteit van de adviezen zoals die worden afgegeven en of die binnen de kaders zoals wij die hebben gesteld, passen en of die van voldoende informatie zijn voorzien om ook de juiste beschikking af te geven. Dat is waar we vorige maand ook naar aanleiding van de brief van de Wmo-raad hier in deze zaalook alover ge• sproken hebben: je kijkt naar het beeld dat er nu is. Er gaat een fiks aantal - ik meende iets van meer dan 50 procent van de beschikkingen - niet goed, omdat ze onvoldoende van kwaliteit zijn - óf qua informatie, óf niet aansluitend bij de beleidskaders. Daar moeten we heel ijverig met elkaar mee aan de slag om te zorgen dat die curve naar beneden gaat, dat dat lerend vermogen omhooggaat. Want dat is wellicht het meekijken door de gemeente over de schouder van de medewerkers van De Toegang. Maar het blijft een feit dat wij hier samen de uitgangspunten en de beleidskaders meegeven en dat De Toegang binnen die beleidskaders onafhankelijk van de dienstverlening zelf kan beslissen wat ade• quaat is bij het verstrekken van hulp aan een gezin.

De heer Eggen (D66): Even terugkomend op de Sociale Ombudsman, over dat 'meekijken over de schouder'. Ik kan me dan ook voorstellen dat er ook een wat intenser contact op gegeven moment is met de gemeente, terwijl dat losstaat van elkaar. Als die beschikkingen niet voldoende zijn of niet kloppen, dan is het toch heel simpel, zou ik zeggen, om dat format aan te passen en met elkaar in over• leg te gaan? We moeten het ook niet moeilijker maken dan het is, maar dat had dan volgens mij allang moeten gebeuren.

De heer Wanders (wethouder): Dat is een van de dingen waar wij nu heel druk mee bezig zijn in• middels. Wij hebben het format aangepast en tegelijkertijd, als je kijkt naar de situatie zoals die nu ontstaat, is dat er natuurlijk - dat heb ik ook onlangs in de commissie gemeld - redelijk veel verloop is qua personeel. Dat betekent dat er ook weer kennis de deur uitloopt, net als de kennis is opgebouwd. En wij zijn nu aan het kijken of we er gewoon simpelweg ernaast kunnen zitten om te zorgen dat ad• viezen niet meer heen en weer worden gestuurd, maar dat er gewoon - excuseer, helaas, het is Engels - 'on the job' wordt geleerd met elkaar. Datje van elkaar ziet wat het nou maakt dat iemand iets terug• stuurt en wat het nou maakt dat jij dit en dat invult. Op die manier kun je dienstverlening een stuk ver• snellen, ook een stuk prettiger maken voor iedereen die ermee werkt en zeker ook voor onze inwoners en dat laatste is het belangrijkste voor dit college.

De heer Huttinga (ChristenUnie): Ja, ik was nog even benieuwd naar iets. De wethouder licht al een tipje op van de sluier, maar verschilt dat vooral op inhoud - dus dat bedoel ik dan kwalitatief? Of zegt u dat u een ander inzicht hebt over de indicatie?

De heer Wanders (wethouder): Vaak zit dat op kennisniveau en dan ook met name binnen de be• leidskaders. Maar ik zal er ook geen doekjes om winden: het komt ook weleens voor dat soms iemand daar zit vanuit de vraag wat hij maximaal kan inzetten, welke tools hij allemaal heeft en wat hij alle• maal uit de kast kan halen om dit allemaal op te lossen, terwijlonze beleidskaders daarover anders

53 aangeven en meegeven. Ook dat gesprek is er, want dat is ook leren voor iedereen die erbij betrokken is: voor zowel iemand als de gemeente als voor iemand van De Toegang, maar zeker ook voor onze inwoners. Als je dan kijkt naar de situatie van de laatste weken, dan is de inzet van het college vooral geweest dat de prioriteit bij de dienstverlening aan de inwoners lag en de regie op veiligheid - en dan zeker als het gaat over jeugd: dat moest geborgd zijn, op welke manier dan ook en hoe dan ook. Daar zijn éttele gesprekken over gevoerd en een aantal keren hier gewoon op deze verdieping in een zaal met de Raad van Toezicht, maar ook heb ik vanmiddag nog contact gehad met de Raad van Toezicht. Dus we zijn in die zin veelvuldig in contact omdat we willen weten hoe we dat gaan borgen. De Raad van Toezicht gaat een onderzoek starten naar de ontstane situatie en organisatie. Wij willen daartegenover, los van het verbeterplan dat al eerder was aangekondigd, kijken wat we samen kunnen doen. Dan moeten we ook kijken naar onze eigen dienstverlening en onze eigen vragen als organisatie. Wat stellen wij voor vragen en worden die uitgelegd aan de andere kant? Moeten wij er ook naar kijken wat wij kunnen doen om die dienstverlening beter te maken, sneller te maken, zodat de inwoner de dienstverlening krijgt die hij moet hebben? Nou ja, en op die manier zijn we dus aan het kijken naar de ontstane situa• tie, dat onderzoek en de vraag beantwoorden wat we snel aan laaghangend fruit met elkaar kunnen doen. En dat brengt mij ook eigenlijk bij de motie zoals die door de VVD is ingediend. Naar mening van het college past die op dit moment dan ook even niet in het geheel, wantje wilt kijken waar je die dienst• verlening met elkaar kunt gaan verbeteren. Dan is dit niet even de juiste discussie of het vehikel dat je hebt bedacht, wel adequaat is. Maar je moet je wel realiseren dat we hoe dan ook een toegang zullen moeten regelen. En dat betekent niet dat als we nou deze discussie starten, het nou in de komende maanden beter gaat voor onze inwoners: dat moeten we dan wel met elkaar eerst zien te bewerkstelli• gen. Vanuit die situatie gaan we in september de raad uitnodigen voor een avond over het sociaal do• mein, welke keuzes er zijn gemaakt en hoe het nou allemaal in elkaar is gezet. Ik denk alleen al even aan het Rekenkamerrapport met die fantastische mindmaps die erbij zaten: nou, dat kunnen we vol• gens mij al wel een week over praten met elkaar. Maar daar moet je met elkaar naar gaan kijken en vanwaar wij dan ook de discussie gaan voeren over wat voor keuzes wij hebben gemaakt, of dat de juiste keuzes zijn, of we de juiste dingen doen, of we ze aan willen scherpen en op die manier in sep• tember met elkaar in gesprek gaan over de toegang tot onze maatschappelijke dienstverlening.

De heer ScheItens (VVD): Deze wethouder stelt dat de raad de kaders heeft vastgesteld voor het soci• aal domein. Voorts stelt hij vast dat de beschikkingen nog steeds door dit gemeentehuis gedaan wor• den. En dan stelt hij vast dat, ondanks dat De Toegang nu al anderhalf jaar op weg is, het nog steeds een lerende organisatie is en 50 procent van de beschikkingen niet voldoet aan de kaders óf een onvol• doende argumentatie heeft. Ik zou bijna zeggen: een mooier pleidooi om onze motie te omarmen, is er bijna niet. De helft van de beschikkingen gaat immers alweer terug en volgens mij geven dan onze ambtenaren, onze afdeling, waarschijnlijk ook nog eens op welke punten de beschikking of de indica• tie gewijzigd moet worden en beter omschreven moet worden aan de hand van de kaders die deze raad gesteld heeft, of met een betere argumentatie. Dus volgens mij doen we a150 procent in dit eigen huis, we laten het dan alleen nog even op papier zetten door De Toegang.

De heer Wanders (wethouder): Ja, volgens mij stelt de heer Scheltens het nou precies andersom dan wat ik net heb vastgesteld. Want de heer Scheltens vergeet wel te vertellen dat ik gesteld heb dat er veel verbeterd kan worden, dat wij ook naar onszelf moeten kijken, of wij wel de juiste vragen stellen en wat het laaghangende fruit is dat kan worden opgepakt. Daarmee het hele vehikel meteen helemaal ter discussie willen stellen op voorhand, is iets waar wij op dit moment in elk geval niet in geloven. En het belangrijkste: daar is de dienstverlening aan onze inwoners, zeker in deze tijd en op dit moment, niet bij gebaat. We willen eerst die verbeteren, zorgen dat die gecontinueerd wordt, zorgen dat we daar ook een aantal stappen in kunnen zetten. Want er zijn schijnbaar ook omstandigheden geweest die ma• ken dat er veel verloop is, die maken dat er mensen wellicht met een andere verwachting daar zijn gaan werken dan dat ze dat op dit moment kunnen waarmaken. Dus daar moet je wel naar kijken. En als die omstandigheden optimaal zijn, dan kun je ook met elkaar de stelseldiscussie gaan voeren. Maar of de structuurdiscussie gaan voeren als er gewoon laaghangend fruit is, weet ik niet of dat wel de juis• te volgorde is. Goed. Belangrijke vraag is wel die de heer Oldenbeuving stelde: blijft iemand nou verstoken van noodzakelijke hulp? Ik denk dat we daar toch even apart op moeten ingaan. Want de Wmo-raad had een dergelijke vraag ook. Wij hebben een wettelijke termijn: die is vastgesteld op maximaal acht we• ken om tot een advies c.q. beschikking te komen. Die worden soms gewoon niet gehaald. Dat heeft te

54 maken met extra informatie, maar soms zijn er diverse oorzaken voor en als dat aan de hand is, dan is er een hersteltermijn en dan hoort de inwoners doorgaans normaal gesproken erover geïnformeerd te worden. En formeel - dat is eigenlijk het antwoord ook misschien op uw vraag - kan er geen start van hulp plaatsvinden zonder dat er een beschikking is. Dan gaan we daar wel anders mee om. Op het moment dat helder is welke hulp noodzakelijk is, dan kan de aanbieder daarmee starten, ondanks dat de beschikking niet helemaal rond is. Maar dan proberen we dat wel op een andere manier voor elkaar te boksen. Dus het is er nog steeds op gericht dat iedereen zo snel mogelijk de noodzakelijke hulp kan ontvangen. Dan even naar armoedebestrijding.

De voorzitter: Houdt u dan ook de tijd een beetje in de gaten?

De heer Wanders (wethouder): Ja. Meerdere partijen hebben het erover gehad, armoedebestrijding. Dat ging ook over schuldhulpverle• ning, overerving doorbreken. Het mag duidelijk zijn dat degene die het Bestuursakkoord heeft doorge• nomen, dat dat aansluit bij de ambities van dit college. Want daar zullen wij écht serieus werk van wil• len maken. Begin ditjaar is hier in deze raad ook het Beleidplan Schulddienstverlening 2018 vastge• steld en daarbij heeft de raad ook ingestemd met het voornemen, één samenhangend integraal beleids• plan te maken voor schulddienstverlening, armoedebestrijding en minimabeleid. Wij noemen dat in• middels 'SAM' -beleid - ik denk dat dat makkelijker is dan al die namen noemen. En ik vind 'armoe• debeleid' sowieso al een rare, want het is armoedebestrijdingsbeleid. 'SAM-beleid' klinkt in die zin wel wat beter. Algemeen uitgangspunt in dat beleid is dat iedereen mee moet kunnen doen, maar tegelijkertijd is het ook een uitgangspunt dat gevoerd beleid geen belemmering mag zijn om toe te treden tot die arbeids• markt. Daar zit wel een spanningsveld en daar zit bijvoorbeeld ook een spanningsveld met de motie die de SP heeft ingediend. Want op het moment dat je naar 120 procent, dan verschuif je een grens en maak je het probleem niet kleiner. De uitdaging zit nou juist aan de kant hoe wij nou gaan zorgen dat mensen van een vangnet gebruik kunnen maken, dat mensen mee kunnen doen en tegelijkertijd ook gemotiveerd worden naar vermogen bij te dragen aan onze samenleving. Dus in die zin vind ik de mo• tie van de SP geen stimulans voor het beleid dat we willen opzetten - los van het feit wat we er inhou• delijk van zouden kunnen vinden. Want wij hebben ook weleens gezegd dat als er geen belemmering mag zijn en het geen armoedeval mag veroorzaken, het betekent dat je misschien ook weleens op een andere manier naar een aantal maatregelen zou moeten kunnen kijken als het gaat over inkomensaf• hankelijkheid. Dan komen we misschien toch wel bij een andere oplossing, maar generaal gezien is die 120 procent niet iets wat past bij de ontwikkeling van het beleid dat we met elkaar willen. Ik kan de raad ook vertellen dat ze vermoedelijk in september in die zin wel een drukke maand krijgt, want ook dan willen we met u graag over het SAM-be1eid van gedachten wisselen, dat we met elkaar aan het opzetten zijn. Dat doen we vanzelfsprekend met u, dat doen we met de doelgroep en dat doen we ook met de partners zoals woningcorporaties en andere. Ultieme wens is natuurlijk zo vroeg mogelijk pro• blemen te signaleren en de doelstelling blijft het aantal huishoudens in armoede terug te dringen.

De heer Fonhof (SOPLUS): Even over die motie M3, die ik mede heb onderschreven. Volgens mij was de vraag of u dat wilde onderzoeken. Ik denk dat daar toch eigenlijk helemaal niet zoveel bezwaar tegen zou moeten zijn. Uitkomst zou kunnen zijn wat u nu vermoedt, maar de uitkomst zou ook een andere kunnen zijn.

De heer Wanders (wethouder): Dat onderzoek heeft al een keer plaatsgevonden en het optrekken van de grens zalongeveer 1 miljoen lastenuitzetting met zich meebrengen. Dat is misschien nog veel minder relevant, hoewel je daar bij deze Kadernota misschien nog wat anders over zou kunnen den• ken. Maar tegelijkertijd gaat het over welk beleid je doet met welk doel en draagt iedereen bij naar vermogen. Betaald werk is daarbij nog steeds de mooiste en beste manier om mee te doen in de sa• menleving en daar moet je ook geen extra drempels voor op willen werpen. Dus het mes snijdt wel aan een aantal kanten.

De heer Moinat (SP): Ja, ik ben dan wel even nieuwsgierig naar welk onderzoek dat dan is, van wan• neer het is en waar ik het dan kan vinden.

De heer Wanders (wethouder): In mijn beleving heeft mijn voorganger in het vorige college een on• derzoek opgezet naar wat de effecten zouden kunnen zijn als we de grens naar 120 procent zouden

55 brengen. Dat was in relatie met het kindpakket; want daar kregen we extra middelen voor, de Klijns• magelden. Toen is er ook een onderzoek naar wat het nou betekent als we dat percentage naar 120 procent brengen. Toen waren de Klijnsmagelden onvoldoende om dat af te dekken. En u vraagt in een algemene motie om die 120 procent en daarmee wordt het een nog bredere groep.

De heer Moinat (SP): Ik vraag niet in een algemene motie om 120 procent, ik vraag om te onder• zoeken wat voor gevolgen het heeft en dergelijke. Maar als het onderzoek net geweest is, dan wil ik het graag zien.

De voorzitter: Die toezegging ligt er dan bij voorbaat. Wethouder.

De heer Wanders (wethouder): Dan even over bewindvoering. Maar dan wil ik eerst, voordat ik over bewindvoering zelf praat, het even over het rentepercentage hebben bij een lening.

De voorzitter: Nou, dat weet ik niet, want ik wijs ook even op de tijd. Die hebt u aloverschreden en dan gooien wij de interruptietijd er al uit. Dus zou u wat beknopt kunnen antwoorden?

De heer Wanders (wethouder): Nou, het percentage dat wij in rekening brengen als gemeente bij lening van dit huis bij problematische schulden, is 2,25 procent. Daarmee hoop ik dat in ieder geval recht te hebben gezet. Als het gaat over bewindvoering, dan kijken wij niet alleen naar het zelf uitvoeren, maar gewoon ook naar andere mogelijkheden. We volgen daartoe een aantal juridische casussen. In Tilburg is er bij• voorbeeld een afspraak gemaakt met de rechtbank. Maar belangrijker is dat we ook daar aan vroegsig• nalering willen doen en, als mensen daar in de problemen komen, kijken of we eerder kunnen ingrij• pen, zodat we uiteindelijk bij het duurste product, bewindvoering, weg kunnen blijven met elkaar. Want dat is volgens mij steeds de grootste winst. Participatiewebshop - even heel kort. De wet geldt ook voor ons, dus ook als het gaat over de priva• cywetgeving. Dan ten slotte nog een aantal zaken als het gaat over het basisinkomen. Daar werd gevraagd of de wet• houder dat zou willen overwegen. Daar kan ik in ieder geval op antwoorden: nee. En dat heeft te ma• ken met dat wel mooi lijkt, een onvoorwaardelijk basisinkomen, maar het ondermijnt ook meteen de solidariteit en gemeenschapszin. Daar kunnen we van mening over verschillen. Praktisch bezwaar is overigens dat het basisinkomen sociaal te laag is om acceptabel te zijn en economisch vaak te hoog om haalbaar te zijn. Tot zover.

De voorzitter: Zou u ook nog even willen reageren op motie M4? Dan kan ik met een flauw grapje zeggen dat u het bent vergeten.

De heer Wanders (wethouder): Ja, dat ben ik vergeten, denk ik.

De voorzitter: Dat is de motie 'Samen dementievriendelijk' . Ja nee, ik denk: ik hulp u maar even.

De heer Wanders (wethouder): Nee, dat was ik vergeten, dat klopt. Ik kan de heer Leutscher in die zin geruststellen: wij hebben vorige week gesproken binnen de VNG, de provincie, Netwerk Dementie Drenthe en Alzheimer Nederland afdeling Drenthe over een convenant Dementievriendelijk Drenthe. Dus in die zin zou ik kunnen zeggen dat de motie overbodig is. Het gaat net even over een aantal ande• re partijen, maar we hopen daar in het najaar verder mee te komen. Dus volgens mij wordt dat wel in• gevuld uiteindelijk.

Mevrouw Hoogeveen (D66): Wij hadden nog de vraag gesteld of het echt zo nodig was om in de reeds bestaande webshop, die geüpgrade moet worden, 220.000 euro te steken: dat vonden wij veel geld.

De heer Wanders (wethouder): Ik vond het ook heel veel geld toen ik het voor het eerst zag. Ik heb me laten informeren als het gaat over technische zaken die erachter zitten et cetera. Daar zitten redelijk veelontwikkeltijd en technische zaken in. Ik wil er nog wel een keer naar kijken. Maar de ervaring leert ook dat het vaak in de papieren loopt op het moment dat je de zaken goed moet afschermen van• wege de privacygevoeligheid et cetera. Zeker als het gaat over een vrij grote groep met veel producten die up-to-date moeten worden gehouden.

56 De heer Fonhof (SOPLUS): Ja, ik heb nog twee vragen gesteld rondom de EMCO. Ik weet niet of dat in uw portefeuille zit?

De voorzitter: Nee, die zit bij wethouder Otter.

De heer Fonhof (SOPLUS): Dan had ik die vraag daar moeten stellen. Nou, dan doen we dat straks alsnog.

De voorzitter: Dat kan. Zijn er nog anderen? Mevrouw Van der Woude? Ja, heel goed.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Wij hadden ook nog de vraag gesteld of er niet in overleg getreden kan worden met de aanbieders op de webshop: of ze de producten niet toch een gereduceerd tarief zouden kunnen aanbieden?

De heer Wanders (wethouder): Volgens mij is het altijd onderwerp van gesprek als het gaat over welke tarieven er worden gevraagd voor de webshop. Ook daar willen we naar kijken, want we zitten met die ontwikkeling. Wat we aanbieden: daar wordt ook iedere keer naar gekeken. Wat wordt er aan• geboden en wat niet meer? Ik hoorde u iets zeggen over een Wildlands-abonnement: nou, je zou ook kunnen kijken naar het kindpakket. Maar over het algemeen gaat het over het bedrag dat mensen kun• nen besteden op de webshop en daar gaan ze zelf hun keuzes in maken.

Mevrouw Van der Wonde (GroenLinks): Het punt is het volgende. Ik noemde het voorbeeld van Wildlands voor een abonnement, wat leuk is maar meteen ook wel een hele hap uit je budget is. Je kunt het maar één keer uitgeven en dan zou het mooi als de aanbieders toch iets van een korting zou• den kunnen geven, zodat de gebruikers toch ook iets meer kunnen aankopen c,q. besteden.

De heer Wanders (wethouder): Het is altijd een suggestie om te gaan bespreken. Maar het blijft na• tuurlijk ook bij de aanbieder wat hij wil doen om te kijken wat hij voor de klanten aan wil boren en welke keuzemogelijkheden hij de mensen mee wil geven. Wij gaan over het bedrag dat de mensen kunnen besteden daar, een ander gaat over wat hij of zij ervoor wil hebben. Dat blijft nog wel de markt, maar we gaan zeker in gesprek om te kijken wat we zo optimaal mogelijk kunnen aanbieden.

De heer Van Oosterhout (burgemeester): Ik ben u nog een antwoord op twee moties schuldig: motie M5 en motie M9. Motie M5 heet' Aanpak ondermijning zorg' . Misschien eerst even in de volle breed• te over de aanpak ondermijning en daarna zoomt zij wat in op de zorg. Het is inderdaad een belangrijk thema dat hier wordt aangekaart door de fractie van LEFt. We zijn in de volle breedte het met thema 'ondermijning' bezig. We zijn in de volle breedte, ook regionaal - dat zit niet sec in Emmen, dat zit ook nog even in Borger-Odoorn en Coevorden: gemeentegrenzen zijn bij het thema 'ondermijning' stippellijntjes - bezig in beeld te krijgen waar het om gaat bij ondermijning. Dat krijgen we langzaam• aan in beeld en we krijgen in die zin steeds meer grip op wat er nu speelt bij ondermijning. U hebt vol• strekt gelijk - dat deel ik volledig - dat het thema zorg daar heel terecht bij staat. Dat is echt iets van de laatste tijd, moet ik zeggen, dat als we kijken naar ondermijning in de zorg, we daar steeds meer zicht op krijgen. En inderdaad speelt daar het nodige - u noemt daar ook een aantal voorbeelden van in de motie. Waar ik wat moeite mee heb is het verzoek aan het college om dan te komen tot een sluitend systeem. Als ik er me nou gemakkelijk af van wil maken namens het college, dan kan ik zeggen: "Nou, mooi. Dat gaan we doen." Maar ik zeg u maar even dat we nog niet in de fase zitten om te komen tot een sluitend systeem. Dat zou wel het uiteindelijke doel moeten zijn. En dan ook nog eens een keer dat systeem zodanig inrichten et cetera, et cetera. Als Emmen dat zou ontwikkelen, dan zijn we spekkoper, want er zitten op dit moment 379 gemeenten in het land te wachten op dat systeem. Wat mijn voorstel zou zijn, is om dat thema zorg op te hangen als een jasje aan een wat grotere kapstok, de ondermij• ning, en in het najaar - even in overleg met het presidium een data te plannen - eens in de volle breed• te dat thema ondermijning aan de orde te hebben en u eens wat mee te nemen in de laatste beelden die we daarover hebben. Daar ook uitdrukkelijk het thema zorg aan te koppelen en vandaaruit eens te kij• ken hoe we nou een zo goed mogelijke aanpak kunnen vinden. En ik ben het volstrekt met u eens dat we dat als gemeente niet alleen doen, dat doen we met de politie, het Openbaar Ministerie en ook nog een keer met het RIEC, de inlichtingendienst die erboven zit. Dus volgens mij is dit een uitstekende aanzet om te komen tot een sluitend systeem, maar ik zou de motie in die zin willen ontraden, want

57 dan zou ik u te veel gaan beloven. Maar ik wil u graag meenemen in de problematiek die hieromtrent speelt en op de iets langere termijn zal er ook nog weleens een keer wat meer sluitend systeem kunnen komen.

De heer Leutscher (LEF!): Het gaat ons niet zozeer direct om het systeem als een soort ICT• werksysteem met allerlei knoppen enzo. Maar gaat erom dat je elkaar weet te vinden en de informatie met elkaar weet te verbinden. Maar ook iets veel pragmatischer: bijvoorbeeld of er in de zorgcontrac• ten een derdenbeding wordt opgenomen voor de dubbelschuldvraag die erachter ligt.

De heer Van Oosterhout (burgemeester): Ja. Nee nogmaals, ik had het iets breder gelezen. Ik zie toch maar even 'een sluitend systeem waardoor zicht bestaat op de professionaliteit en de werkwijze'. Nou ja, zover zijn we nog niet. Dat er elementen zitten in uw verhaal waar we inderdaad mee aan de slag zijn: daar wil ik u graag over informeren in het najaar, om in die zin eens te kijken hoe we lang• zaamaan onderweg gaan om er meer grip op te krijgen. Maar we zijn eigenlijk nog maar op een deel van de oplossingsroute en dat begint dan met: wat speelt er precies op het terrein van de zorgfraude?

De heer Leutscher (LEF!): Op één ding kunnen we elkaar wel vinden en dan met name waar het gaat om de mate van ernst van dit vraagstuk. Ik begrijp dat u zegt dat u nog niet zover bent: dat staat ook niet de motie, er staat ook geen datum bij - bewust niet, om ook aan te geven dat het gewoon heel veel tijd en energie kost om dat voor elkaar te krijgen. U had ook kunnen zeggen dat dit perfect aansluit bij wat u wilt, maar wat onze fractie betreft is juist dit vraagstuk hoog op de agenda te houden, de druk erop te houden, het zicht erop te houden - ook vanuit de gemeenteraad. Dus in die zin kunt u ook zeg• gen dat dit in feite datgene steunt waar u eigenlijk al mee bezig bent.

De heer Van Oosterhout (burgemeester): Maar als u van mij een toezegging wilt hebben om het hoog op de agenda zetten en er een prioriteit van te maken: mensen die mij een beetje volgen in mijn werk - ook met ruggensteun van het hele college - weten dat wij dit een buitengewoon belangrijk thema, juist waar het gaat om de zorg aan kwetsbare inwoners in dezen. Dus als ik u kan helpen met een dergelijk toezegging: heel graag. Maar ik zou willen adviseren om de motie te willen betrekken bij een wat bredere avond over de ondermijning in de zorg, zodat we nog eens even een paar spaden die• per kunnen graven. En dan uiteindelijk op weg te gaan naar een sluitend systeem.

De plv. voorzitter: Is dit antwoord voldoende voor de heer Leutscher?

De heer Leutscher (LEF!): Tweede termijn.

De heer Van Oosterhout (burgemeester): Dan een reactie op de motie van GroenLinks: dat is motie M9, die gaat over het reguleren van de wietteelt. Die lag er al eens een keer, er is nu inderdaad een soort nieuwe oproep aan gemeenten om eens deel te nemen aan dat experiment. Ik herhaal maar even het antwoord dat ik toen ook gaf. Ik vind dat als het gaat om experimenten om te kijken waar ruimte zit in wetten en mogelijkheden, het mooi zou zijn dat we met elkaar een thema hadden dat er echt ook niet alleen toe doet, maar waarvan we ook met elkaar van vinden dat het in de volle breedte een be• paalde kant op moet. Ik noem maar even: zo gauwer gevraagd wordt naar een landelijk experiment om na te denken over beleid voor jeugd en alcohol - om maar eens wat te noemen - dan denk ik dat we daar heel snel op zouden intekenen. Want we zijn inderdaad op zoek naar allerlei oplossingsrich• tingen. Maar wat ik hier constateer - dat zei vorige keer ook - dat zowel in het college als in de raad er wisselend gedacht wordt over de oplossingsrichtingen waar het gaat om het reguleren van wietteelt. Eigenlijk van extreemlinks tot extreemrechts in de zin van: 'laat alles maar vrij' tot 'nee, laten we as• jeblieft het huidige beleid maar houden'. En ik vind dat als wij met een dergelijke opdracht op pad gaan in de vorm van een experiment, we dan precies de verkeerde weg inslaan. Mijn boodschap is: laat het experiment maar eens even over aan een andere gemeente - en u merkt hoe ingewikkeld dat is. Laten we dat nou maar eens even afwachten en aan de hand van de uitkomsten van dat experiment ben ik graag bereid om in deze raad de discussie te voeren over het reguleren van de wietteelt. Maar mee• doen aan het experiment zalons niet helpen op dit moment om consensus te krijgen in deze discussie en ik vind dat op zo'n belangrijk terrein we een gezamenlijke richting zouden moeten aangeven. Dus ik ontraad deze motie.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Ja, zoals gezegd: we hebben nu een nieuw college, ook een nieuwe raad, wellicht wat progressiever dan de voorgaande raad. Wellicht wordt er dus nu al an-

58 ders over gedacht. Verder wil ik alleen nog maar meegeven dat Emmen als noordelijke grensgemeente zich juist uitstekend leent om hieraan deel te nemen. Dat biedt dus ook mogelijkheden wat dat betreft, ook wat betreft veiligheid. Dus dat is aan de raad.

De heer Van Oosterhout (burgemeester): Nee, ik denk inderdaad dat het aan de raad is. Laten we maar even kijken of er op dit moment hier heel anders over gedacht wordt dan een jaar geleden.

De voorzitter: Goed, daarmee is in eerste termijn de beantwoording door het college afgerond. Ik kijk even naar de klok. Het is halfnegen. Ik denk dat het verstandig is om even te gaan schorsen. Dat doen wij pas nadat ik ook gezegd heb dat de vergadering is geschorst - dank u wel, dank u wel. Ja, de ver• gadering is nog niet geschorst. Ja, ik kan u niet op uw plek houden, maar ik wou het even netjes afron• den in dezen. Ja, dank u wel. Ik stel voor inderdaad om te gaan schorsen, want ik wou even met u een soort termijn afspreken. Het is nu halfnegen. Als ik nou zeg dat we tien voor negen doorgaan: is dat een goed voorstel? Ik zie u knikken. Goed, de vergadering is geschorst, wij gaan om tien voor negen weer verder.

[Schorsing]

De voorzitter: Ik heropen de vergadering. We zijn in de tweede termijn van de beraadslaging over de Kadernota. Het idee is om nu in tweede termijn de raadsleden nog weer het woord te geven: u hebt daarvoor maximaal zes minuten - u hoeft die niet te benutten, zeg ik maar even. Het zou in ieder geval mooi zijn dat als u moties of amendementen hebt ingediend, u daar nog even op reageert in termen van 'dat willen we in stand houden' et cetera, et cetera. Het idee is met name om nog - ik geef het u maar mee - in de tweede termijn met name te concentreren op de onderlinge beraadslagingen. U mag van alles vragen aan het college en allerlei techniek uit het college peuren: dat is allemaal niet verboden. Maar volgens mij gaat het over de besluitvorming rondom de Kadernota en sinds kort doet de raad dat helemaal zelf. Dat gezegd hebbende geef ik het woord aan de fractie van Wakker Emmen en u mag in uw tweede termijn gerust het woord vanaf uw eigen stoel voeren. Meneer Schrik.

Tweede termijn De heer Schrik (Wakker Emmen): Wij hebben voldoende aangegeven hoe wij tegen de Kadernota aankijken en wat wij graag in het collegeprogramma opgenomen zien. Voor ons blijft het belangrijk dat de basis op een aantalonderdelen op orde komt. We zijn blij te horen dat de wethouder heeft aangegeven dat er budget vrijgemaakt moet worden om uitvoering te kunnen geven aan de woon- en leefbaarheidsvisies. Neem hier ook vooral het sociale as• pect in mee: zeer zeker belangrijk. Goed ook dat zaken nu in gezamenlijkheid in Emmer-Compascuum worden aangevlogen en dat in het najaar gezamenlijk met de sportverenigingen de wensen worden geïnventariseerd. We gaan ervan uit dat er in 2019 ook gestart kan worden met de bouw. Verder ook goed om te horen dat de door de gemeente gemaakte inhaalslag op de wegen en fietspaden effect sorteert. Wij vinden het belangrijk dat dit onderhoudsniveau nu ook vast wordt gehouden. Dan zal ik nog even ingaan op de moties en het amendement. Met betrekking tot amendement Al wil• len wij eerst even de reactie van de andere partijen afwachten en dan komen wij met onze reactie. Betreffende motie MI zijn wij tegen: daar zien wij de meerwaarde niet van in. En de beantwoording van de wethouder was voor ons helder. Motie M2 zijn wij tegen. Met de uitleg van de wethouder vinden wij het op dit moment niet de juiste tijd om de motie tot uitvoering te brengen. Motie M3 zijn wij tegen: dubbel werk. Het onderzoek is al uitgevoerd en dat is voor voldoende. Motie M4: overbodig, gehoord hebbende ook wat de wethouder heeft aangegeven. Er is Drenthebreed al iets dergelijks in gang gezet en is er al een convenant ondertekend. Nouja, motie MS: gelet op de beantwoording door de burgemeester is die motie voor ons niet noodza• kelijk, dus daar zijn wij tegen. Motie M6 zijn wij tegen, gelet ook op de beantwoording van de wethouder. Ook wij zijn dat dit onvei• lige situaties op gaat leveren dat als je daar iets mee wilt, zou dat wat ons betreft ook in breder BOCE• verband moeten worden opgepakt. Zoals de motie er nu ligt, zijn wij hiertegen. Betreffende motie M7: daar kan onze fractie mee instemmen. Motie M8 over de ballonnen. Wij snappen de strekking van de motie, maar een verbod gaat ons een stap te ver. Bewustwording is goed: eventueel zou het voor het college goed zijn om bij de evenemen-

59 tenaanvraag wel een stukje bewustwording richting de aanvrager. Maar een verbod hierop gaat ons op dit moment te ver.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Als ik Wakker Emmen toch mag verduidelijken dat vol• gens mij het niet zozeer een verbod is als wel een ontmoediging. Alleen bij de voorschriften voor eve• nementenvergunningen is het niet toegestaan om ballonnen op te laten. Maar ik zie dat niet als een verbod, ik zie het meer als ontmoedigingsbeleid.

De heer Schrik (Wakker Emmen): Ontmoedigingsbeleid: daar kunnen wij in meegaan. Maar wij hebben dit gelezen als een verbod en om het op die manier op te nemen in de evenementenvergunning. Dat 'het niet toegestaan is' staat hier letterlijk in het verzoek aan het college en dat gaat ons een stap te ver. Motie M9 zijn wij tegen en houden wij ons ook bij ons standpunt dat wij vorig jaar november ook al hadden afgegeven.

De heer Rink (PvdA): Ja, in de eerste termijn is een aantal dingen bij ons niet aan de orde gekomen en daartoe maak ik nu even van de gelegenheid gebruik. Waar we ook over willen hebben, is veiligheid - door menig fractie al benoemd. De gemeente Emmen is een samenleving van mensen. Dat samenleven doen wij in onze gemeente op een gemoedelijke wij• ze. Echter, de gebeurtenissen in de wereld gaan ook aan onze gemeente niet ongemerkt voorbij en hebben ook een weerslag op onze inwoners. Globalisering, terrorisme, overlast, georganiseerde crimi• naliteit en ondermijning - zojuist ook al genoemd: het raakt het leven van ons allemaal. Het maakt dat vertrouwde patronen wegvallen, dat de gedachte toekomst niet meer vanzelfsprekend is. In die context willen wij als Partij van de Arbeid in Emmen ook investeren: in de samenhang tussen de inwoners van onze gemeente, in hoe we met elkaar samenleven. Dat doen we door elkaar aan te spreken op houding en gedrag, door naast elkaar te gaan staan en niet tegenover elkaar, door elkaar de hand te reiken in plaats van elkaar de rug toe te keren. Wel zullen we zo nu en dan over verschillen heen moeten stap• pen en respect moeten tonen voor elkaars grondbeginselen. Als we niet alleen kijken naar verschillen, maar vooral naar wat ons bindt, dan worden kansen zichtbaar en daar willen we in investeren. En een van die kansen is burgerparticipatie - nog niet veel gehoord in de termijnen deze avond. Juist in de gemeente staan politiek en bewoners heel dicht bij elkaar. Een beslissing in de raadszaal heeft directe invloed op de inwoner van de gemeente. De Partij van de Arbeid vindt het daarom belangrijk dat lokale politici voortdurend in gesprek zijn en blijven met alle inwoners. Daarnaast vragen initiatie• ven van bewoners in hun eigen dorp of wijk steeds vaker om een reactie van de politiek. Initiatieven van inwoners kunnen immers schuren met gemeentelijk beleid of lopen buiten de geijkte democrati• sche paden. We zien echter meer dan ooit dat zowel door de gemeente als door de inwoners zelf ge• werkt wordt aan onze gemeente: ook daar zijn de leefbaarheidsvisies. De Partij van de Arbeid is van mening dat dit een goede ontwikkeling is en samen blijven we dan ook hierin investeren en dit stimu• leren. Een goed voorbeeld van zo'n samenwerking tussen gemeente en inwoners is te zien bij het project Emmen Gezond. In het projectteam werken ambtenaren en inwoners gelijkwaardig samen. Deze sa• menwerking en ook de laagdrempelige wijze waardoor middels dit project inwoners met initiatieven financieelondersteund worden, vindt de Partij van de Arbeid een goed voorbeeld van dit soort the• ma's. Ook het grote Voor Elkaar Festival verdient de aandacht, een festival dat is ontstaan als bewo• nersinitiatief en als doel heeft om de samenwerking tussen de inwoners, de gemeente en de professio• nals te verbeteren. De Partij van de Arbeid is van mening dat dit soort initiatieven in de komende col• legeperiode jaarlijks een vervolg mag krijgen, omdat dit een belangrijk en positief middel is om de samenwerking tussen de inwoners en de gemeente continu aandacht te geven. Dan nog eventjes op de termijnen van andere partijen ingaand, wil ik nog wel even terugverwijzen naar de inburgeringsaanpak waar de heer Kuilder van de PVV het een en ander over heeft gezegd. We hebben het Gebiedsprofiel Oost eens bekeken en hier worden aanbevelingen in gedaan. Dat is heel mooi. De suggestie die in het genoemde profiel wordt geschetst, is dan ook: 'Lever maatwerk door aan de zorgbehoeften te voldoen en pas het systeem en de regels aan. ' Laat dat nu net de oproep zijn die wij als Partij van de Arbeid in de eerste termijn hebben gedaan. Ik reken dan ook op de steun van de Partij voor de Vrijheid hierin. Dé gelegenheid om een constructieve bijdrage te leveren aan de ver• betering van onze samenleving. Tegelijkertijd kunnen wij in paragraaf 4 van dit Gebiedsprofiel Oost, genoemd 'Cultureel divers' geen koppeling vinden tussen diverse problemen en niet-westerse inwo• ners. Dus als we het over feiten hebben: dit staat helaas niet in het stuk.

60 Dan hebben we - gelukkig is het genoemd door onze collega's van D66 - de vraag gehoord hoe het staat met onze regenbooggemeente. In bijlage I op pagina 39 staan daar heel mooie plannen - althans, heel mooie woorden - als het gaat om een nieuw programma. Er zijn extra gelden beschikbaar voor gesteld, ook door de provincie en mijn collega Mellema van het CDA en ik hebben ons onlangs laten bijpraten door het ambtelijk apparaat en er staan mooie dingen te gebeuren. Over naar de moties en het amendement. Motie MI zullen wij inderdaad niet steunen, de beantwoor• ding van de wethouder was voor ons voldoende. Motie M2 over De Toegang: we willen eerst verbeteren. We vinden het nog te vroeg om het onder• zoek in te stellen naar opheffing. Maar als in de toekomst blijkt dat dat zou moeten, zullen wij niet uitsluiten. Maar laten we eerst werken aan verbeteren. Als we gaan kijken naar het verhogen van de inkomensgrens in de bijzondere bijstand, wachten we tot liever even het SAM-beleid af waar de heer Wanders, de wethouder, al iets over heeft verteld. Als we kijken naar de motie 'Samen dementievriendelijk' , motie M4, gaan we ervan uit dat die over• bodig is, aangezien er al een convenant gesloten is. Als we kijken naar motie M5 'Aanpak ondermijning zorg': volgens mij is de burgemeester daarover heel duidelijk geweest in zijn beantwoording. Wij gaan ervan uit dat het doel is om tot een sluitend systeem te komen, maar dat het nu nog te voorbarig is. Als we kijken naar motie M6 'Voorrang fietsers': de heer Van der Weide heeft in de beantwoording aangegeven dat het wellicht binnen het GVVP past en daar sluiten wij ons bij aan. Wij zullen deze motie dan ook niet steunen. Als we kijken naar motie M7, heeft de wethouder heel duidelijk aangegeven dat er in 2016 via NOC*NSF al gecommuniceerd is, maar hij geeft tegelijkertijd aan dat er een overleg mogelijk is met de sportverenigingen. Toch zullen we de motie steunen, juist ook omdat we vinden dat het gewoon kan. Als we gaan kijken naar motie van GroenLinks 'Tegengaan oplaten ballonnen' - en ook van de SP en de ChristenUnie, excuus - dan sluiten we ons bij de mening van Wakker Emmen. Als het gaat om een verbod, dan gaat dat ons te ver. Gaat het om ontmoedigingsbeleid, dan zouden we daar gerust over mee kunnen praten. Als we kijken naar motie M9: dat is een motie die, laten we zeggen, in het afgelopen jaar een keer eer• der is gekomen. Het betreft een experiment en ja, wij zijn voorstander van experimenten. Maar wel als ze raadsbreed gedragen worden. En in dat geval zullen wij zeker meegaan, maar op dit moment heb• ben wij niet het idee dat er raadsbreed mee zal worden ingestemd. Dus houden we ons vast aan de de• mocratische besluitvorming die het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden. Dat waren voor mij op dit moment de opmerkingen in tweede termijn, dank u wel.

De heer Oldenbeuving (CDA): Ik raad collega Rink van de Partij van de Arbeid in ieder geval aan om de eerste termijn van het CDA nog even door te lezen over de dingen die daarin worden gezegd over burgerinitiatieven en de regenbooggemeente. Want daarin is daar wel degelijk aandacht aan be• steed in eerste termijn - gelukkig. Gelukkig staat het nog op schrift of: 'gelukkig hebben we de foto's nog'. Voor het overige wordt geconstateerd - en dat vind ik mooi - dat bijna alle partijen toch wel zorg hebben over de zorg voor de inwoners in onze gemeente en daar zeer betrokken bij zijn: dat blijkt ook uit de moties en dat blijkt ook uit de inbreng die wordt geleverd en dat doet ons goed. Want uiteinde• lijk dienen we hier in deze raad hopelijk allemaal hetzelfde doel, namelijk het voor onze inwoners weer een stukje beter maken. Een tweede aspect dat op meerdere fronten een rol speelt, is het aspect veiligheid. Ook daar zien we een mooie ontwikkeling, in ieder geval acties om tot verbetering te komen. Een van de dingen dat ik in eerste termijn noemde was niet alleen cynisch bedoeld, maar ook wel degelijk als een aanzet tot het komen tot een verhoogde veiligheid als we kijken naar fietspaden en alles wat daarmee samenhangt. En ik constateer op dit moment dat we regelmatig bijna belaagd worden door scooters die enerzijds de breedte van 75 centimeter overschrijden en vervolgens mij letterlijk de vouwen uit de broek rijden. Dan denk ik dat als we het in de discussie dan toch over fietsen en veiligheid hebben, we ook nog een keer de discussie moeten voeren zoals die in twintig andere gemeenten op dit moment wordt gevoerd, namelijk of we die nog wel op de fietspaden willen handhaven. Maar dat is van latere zorg, er komt wel een nieuwe verkeersplan aan en dan nemen we dat wel mee, denk ik. Kijkend naar de moties die aansluiten bij deze thema's: over motie MI heb ik daarnet in de interruptie al wat over gezegd. Ik laat in dit geval de wethouder niet de vrijheid om dat als exploitatiegebied aan te wijzen, want dat zou betekenen dat je de kosten vooruitschuift en laten we die nu maar even binnen de Begroting houden.

61 Motie M2 over De Toegang: op dit moment raden we die motie zeker af. Want als je nu een discussie gaat over opheffen, dan weet je één ding zeker: dat zal de komende maanden zeker de serviceverlening aan de cliënten absoluut niet verbeteren. En nogmaals: als dit niet lukt, zou dit weleens als stok achter de deur de ultieme remedie kunnen zijn maar op dit moment is het nog te vroeg. Ik geef de wethouder ook graag de ruimte om te komen tot verbetering. Dan over motie 'Inkomensgrens bijzondere bijstand verhogen': de mogelijkheid de effecten te onder• zoeken. Het lastige van moties waarbij je een onderzoek vraagt, is altijd dat je je ook moet afvragen of je dat dan ook wel wilt. Want als je een onderzoek vraagt, wil je dus ook dat het uiteindelijk gereali• seerd zal kunnen worden. En in dat opzicht verschillen we denk ik fundamenteel van mening: ons doel is namelijk om helemaal niet naar die 120 procent te gaan. Sterker nog, je wilt maatwerk leveren om met name - daar gaat het ons steeds om - overerfbare armoede terug te dringen en dat bereik je niet met generieke maatregelen. Ook de wethouder was daar volgens mij hartstikke helder over. Dan de motie 'Samen dementievriendelijk' . Ik hoor graag wat de indieners van die motie daarover zeggen naar aanleiding van de beantwoording van het college. Het lijkt erop dat de motie overbodig is, maar misschien dat het college en LEF! elkaar hierop nog kunnen vinden - dat horen we dan mis• schien zo nog wel even. 'Aanpak ondermijning zorg': de motie zoals die is geformuleerd, is eigenlijk onuitvoerbaar; dat geeft de portefeuillehouder ook aan. Op dit moment lijkt het van deze motie dus ook verstandig om haar op z'n minst even aan te houden om de ontwikkeling het komende halfjaar afte wachten. Dan de motie over voorrang voor fietsers. Als we kijken naar de overwegingen, dan zijn we het daar hartstikke mee eens. Veiligheid voor fietsers en daarmee fietsbevordering is denk ik een van de be• langrijkste thema's en ook thema in het Bestuursakkoord. Maar nieuw beleid opstellen waarbij je op meer plekken fietsers op rotonde voorrang wordt verleend, gaat op dit moment te ver. Dat wijkt ook af van wat je in de omliggende gemeenten doet en zou daarmee de ónveiligheid juist vergroten. Want als één ding onveilig is, dan zijn het situaties die op verschillende plekken verschillend qua voorrang zijn. Dus als men komt met een aangepast besluitvoorstel, zouden we dat mogelijk nog kunnen steunen. Aan de andere kant, als de wethouder heel concreet is in zijn toezegging om dat mee te nemen in een volgende ontwikkeling, dan is wat ons betreft ook voldoende. Motie 'Sportvertrouwenspersonen' : met ook de suggestie om in dat gesprek mee te nemen de vertrou• wenscontactpersonen - want dat is echt wezenlijk wat anders en ook wel heel praktisch -, dan kunnen we daar uiteraard mee instemmen. Motie M8 'Tegengaan oplaten ballonnen'. Daar zijn we niet tegen. Maar niet als verbod, als ontmoe• diging of dat we dat in ons beleid uitdragen. Een van mijn mensen vergeleek dit even met de motie indertijd over de oordopjes bij muziekfestivals: daar zei de raad ook over dat we daar als gemeente niet over gaan, maar dat we het als gemeente wel bevorderen. Nou, zo zien we dit ook. Probeer alsje• blieft dit gewoon tegen te gaan en laten we zelf bij de komende verkiezingen over drieënhalf jaar het goede voorbeeld en in ieder geval geen ballonnetjes meer uitdelen - in ieder geval niet met gas, want die stijgen op en komen dan ergens anders terecht. Dus als we dat nou met elkaar afspreken, dan geven we zelf het goede voorbeeld.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Ja, met alle respect naar de heer Oldenbeuving, maar het uitdelen van oordopjes tijdens festivals vind ik toch wat anders. Het gaat hier om het oplaten van bal• lonnen, het gaat om een heel groot probleem: de plastic soep in de oceaan. Het blijkt steeds weer: af• gelopen maand is er ook op televisie weer heel ruim aandacht voor geweest en dan denk ik dat als er op deze manier wat gedaan kan worden - net zoals indertijd om te proberen te komen tot statiegeld op PET-flesjes - dan moeten we alles aangrijpen. Dan denk ik dat het te vrijblijvend is om het niet in een evenementenvergunning op te nemen dat het gewoon niet is toegestaan. Er zijn andere regels ook bij evenementenvergunningen als het gaat om alcohol, veiligheid enzovoort.

De heer Oldenbeuving (CDA): Ja, uw punt is verduidelijkt. En nogmaals: wij onderschrijven zeker het belang van het op alle mogelijke fronten aandacht besteden aan dit fenomeen, bijvoorbeeld als je het inderdaad hebt over PET -flesjes - ik heb daar zelf een aantal voorbeelden gegeven in mijn eerste termijn - dan zijn dat zaken die hartstikke belangrijk zijn. De vraag is of je dit gaat regelen met dit soort regels, of dat je op alle mogelijke manieren moet stimuleren dat men verantwoord met afval en hergebruik omgaat. Dat is het thema. Dan motie M9. Daar zijn we faliekant op tegen. En dat waren we de vorige keer ook en ik wil dat even verduidelijken: niet omdat we toen het besluit hebben genomen en het nu een paar maanden later is, 'dus we proberen het nog een keer'. Maar even helder vanuit een drietal thema's. In de eerste plaats is het zo dat als we kijken naar de productie van wiet in Nederland, daarvan wordt geschat - en dat zijn 62 geen termen die ik zelf verzin, die komen uit mijn eigen achtergrondwereldje - dat 75 tot 80 procent naar het buitenland verdwijnt. Dat betekent dus dat als je wietteelt gaat reguleren voor de Nederlandse markt, je dan absoluut niet af bent van het probleem van de illegaliteit. Het grootste deel van de wiet zal nog steeds illegaal worden geproduceerd in Nederland. Die wordt geëxporteerd met alle handel van dien, met alle zwartgeldcircuits van dien. Dus daarmee los je dit probleem niet op. Het tweede is dat gereguleerde wietteelt natuurlijk altijd zal gaan over wiet met een redelijk acceptabel THe-percentage, terwijl de commerciële wietteelt juist gebouwd is op zo hoog mogelijke percentages. Ik zou zeggen: als je vandaag de dag, anders dan twintig jaar geleden, iemand hebt die een stevig stic• kie heeft gerookt, probeer hem dan eens aan te spreken en een gewoon gesprek mee te voeren: dat is onmogelijk. En dat heeft alles te maken met de hardheid op dit moment, want langzamerhand begint het effect van softdrugs naar harddrugs te verschuiven. Ook dat los je dus niet met gereguleerde wiet• teelt. En ten derde - misschien wel het allerbelangrijkste: je geeft daarmee een signaal af dat je het gebruik dus accepteert en zelfs normaal vindt. Ik begrijp best dat een gedoogbeleid niet terug te draaien is. Ik zou het bijna anders willen formuleren: wijn en bier zijn al zo oud als de weg naar Rome - letterlijk. Ik denk weleens: als deze vandaag de dag zouden worden uitgevonden, zouden ze onmiddellijk verbo• den worden. Tot slot het amendement.

De voorzitter: Kort even, want u loopt echt door uw tijd heen.

De heer Oldenbeuving (CDA): Voor het amendement heb ik een voorstelom mogelijk de beide par• tijen tegemoet te komen. Daar kunnen de beide partijen dan even over nadenken, dat wil zeggen het college en ook de indieners van het amendement. En het voorstel is het volgende. In de eerste plaats vereist dat wel dat de raad dan de ruimte geeft aan de Auditcommissie om daarover in overleg te tre• den met de wethouder - nog voor het zomerreces. En ik zou dan het besluitvoorstel als volgt willen wijzen en dan kunnen de andere partijen daarop reageren. Daarom is het ook wel mooi dat we in deze volgorde aan het woord komen. Punt twee als volgt te wijzigen: 'In overleg met de Auditcommissie te komen tot een aanpassing van de Begroting gericht op zes programma's en een daaruit voortvloeiend financieel programma.' Dus tot zover bijna geen nieuws. Dan de rest van de regels schrappen en ver• vangen door: 'waarbij de vergelijkbaarheid met de Begroting 2018 moet worden gegarandeerd. '. Als de raad de Auditcomrnissie die vrijheid geeft, als de indieners van het amendement vinden dat dit een mogelijke oplossing zou kunnen bieden en als de wethouder daardoor ook kan voldoen aan die voor• waarden, dan zou dat mogelijkheid een uitkomst uit die impasse kunnen zijn.

De voorzitter: Dat zou even zeg maar amendement Alb kunnen zijn. De griffier heeft even meege• schreven, we proberen dat straks nog even op papier te krijgen.

De heer Kuilder (PVV): Ik zou graag willen beginnen met het inbrengen van een motie alsnog. Is het nodig dat ik de hele tekst voorlees of alleen de essentie van de motie?

De voorzitter: Nou is het niet verboden om nog een motie in te brengen. Het is wel gebruikelijk, ook omdat we in die zin de schorsing ook benutten om nog even wat over moties na te denken teneinde er daarna op te reageren. Dus ik wijs u daar even op.

De heer Kuilder (PVV): Wij hebben net het advies gekregen dat het wel degelijk mogelijk is om nog een motie in te dienen.

De voorzitter: Ja, als u goed geluisterd hebt, zei ik ook dat het niet verboden is. Dat betekent dus ook dat het wel mogelijk is. Alleen, nogmaals, het is wat lastig in termen van de procedure. Het is niet ver• boden, maar ik geef even het advies mee om dat te doen vóór de schorsing, zodat iedereen er even rus• tig over kan nadenken. Dat bespoedigt even de vergadersnelheid.

De heer Kuilder (PVV): Excuses voor het ongemak.

De voorzitter: Maar als u de essentie van uw motie even wilt toelichten, dan nemen we die nog mee.

De heer Kuilder (PVV): De PVV dient de volgende motie in:

63 Motie MiO: Nulmeting en periodiek onderzoek naar effecten op de gezondheid en leefomgeving van Emmenaren die in de nabijheid van te plaatsen windturbines wonen (PVV) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 20i8, Constaterende dat: de huidige raad niet bereid is het besluit betreffende de plaatsing van windmolens van de vorige raad te herroepen; Overwegende dat: uit (recent) wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat er mogelijk ernstige, in potentie fatale, gezondheidsklachten kunnen ontstaan voor omwonenden als gevolg van de nabijheid van wind• turbines; het risico op daadwerkelijke manifestatie van gezondheidsklachten plausibel is; het college en de raad niet het recht hebben om te gokken met de gezondheid van de inwoners van de gemeente Emmen; Roept de PVV het college van burgemeester en wethouders om: 1. binnen de betreffende gebieden diverse huishoudens aan te wijzen alwaar nulmetingen verricht gaan worden om zo concreet zicht te krijgen op de concrete situatie vóór het plaatsen van wind• turbines; 2. na plaatsing van de windturbines periodieke metingen te verrichten (door een onafhankelijke partij) bij de aangewezen huishoudens om zo vast te kunnen stellen wat de daadwerkelijke ef• fecten van de geplaatste windturbines zijn op het gebied van: ervaren overlast, gezondheid, leef• baarheid en algemeen welbehagen; 3. de kosten van deze maatregelen door te berekenen aan de initiatiefnemers c.q. exploitanten; En gaat over tot de orde van de dag. '

De voorzitter: Ik zou me zo kunnen voorstellen dat u de motie - die krijgt overigens volgnummer 10 mee - nog even zou willen toelichten. Of is het daarmee voldoende?

De heer Kuilder (PVV): Nee, absoluut, ik kan haar nog wel even toelichten. Uit recent wetenschap• pelijk onderzoek is gebleken dat er mogelijk ernstige en in potentie fatale gezondheidsklachten kunnen ontstaan voor omwonenden als gevolg van de nabijheid van windturbines en het risico op daadwerke• lijke manifestatie van gezondheidsklachten plausibel is. En het college en de raad hebben in onze op• tiek niet het recht om te gokken met de gezondheid van de inwoners van de gemeente Emmen. Dat is de toelichting.

De heer Eggen (D66): Hebt u ook een suggestie wie dit onderzoek gaat uitvoeren? Want als het RIVM - ik weet niet of u daarmee bekend bent - dat zou doen: vindt u dat dat het onderzoek uit moet gaan voeren bijvoorbeeld?

De heer Kuilder (PVV): Ik heb in de motie staan 'door een onafhankelijke partij'.

De heer Eggen (D66): Het RIVM is onafhankelijk. Dan hoeven we dat niet te doen, want dat heeft dat onderzoek allang uitgevoerd.

De heer Kuilder (PVV): En de uitslag daarvan was volgens u?

De heer Eggen (D66): De uitslag volgens mij was dat er geen causaal verband is.

De heer Kuilder (PVV): Nou, er zijn recente wetenschappelijke onderzoeken uitgekomen die wel degelijk naar een causaal verband tussen gezondheidsklachten en de nabijheid van windturbines refe• reren.

De heer Eggen (D66): U doelt op de Portugese professor, die dat gedaan heeft?

De heer Kuilder (PVV): Onder anderen.

De heer Eggen (D66): Oké.

64 De heer Kuilder (PVV): Dan zou ik graag nog even in willen gaan op wat meneer Rink zei. Ik heb niet helemaal begrepen wat nou precies zijn vraag of opmerking in het kort inhoudt. Dat zou ik nog graag even horen.

De heer Rink (PvdA): Het is mooi dat ik nog een keer het podium krijg daarvoor. U hebt daarvoor gestaan en u hebt daar gesproken over dat de inburgeringsaanpak niet goed zou zijn. En dat in het Ge• biedsprofiel Oost een koppeling zou zijn tussen de diverse problemen en niet-westerse inwoners. Wij hebben toen ook gevraagd om een constructieve bijdrage te leveren aan het oplossen van dat probleem dat u schetst. Allereerst wordt er in de tekst van Gebiedsprofiel Oost niet gesproken over een koppe• ling tussen diverse problemen en de niet-westerse inwoners. Ten tweede staat er een heel mooie aan• beveling bij in het Gebiedsprofiel Oost - en ik citeer nogmaals: 'We leveren maatwerk om aan de zorgbehoeften te voldoen. Pas het systeem aan en regels aan.' Nou ja, dat is wat ik in eerste termijn over de inburgeringsaanpak vroeg als het gaat om de twee- à driejaarlijkse cursus, of wij eerder mogen meekijken met degene die de cursus doet. Dus we moeten het systeem aanpassen en de regels aanpas• sen om beter aan de zorgbehoeften te voldoen, zodat zij sneller in staat zijn om ingeburgerd te zijn. Dus de suggestie die in het Gebiedsprofiel Oost staat, sluit enorm goed aan bij onze oproep en ik no• dig u uit om daaraan te bijdragen, want u ziet deze problematiek. En volgens mij is deze suggestie een prima suggestie om de problematiek aan te pakken.

De heer Kuilder (PVV): Nou ja, allereerst: er zijn twee verschillende problemen die u aankaart: de inburgering en de problemen in de wijken die ik benoemd heb, Angelslo en Emmerhout. Het Gebied• sprofiel Oost constateert dat daar een relatief hoog aantal niet-westerse allochtonen woonachtig is en dat veiligheid en verloedering serieuze aandachtspunten zijn. En dan wordt onder andere een heel sca• la aan problemen dat dit oplevert, in datzelfde rapport genoemd: taalachterstanden, hoge percentages in de bijstand. En dit wordt dus ondersteund door cijfers van het CBS en daaruit concludeer ik dat er een directe correlatie is.

De heer Rink (PvdA): En ik citeer eventjes: 'daaruit concludeer ik enkele dingen'. En dat is dus niet wat er feitelijk in het Gebiedsprofiel staat en dat is wel degelijk een verschil. Dat wil ik echt wel even• tjes benoemd hebben, want op deze manier krijgen mensen stempels en ik weet dat dat een dingetje is. Maar op deze manier krijgen mensen stempels en u blijft maar elke keer de correlatie opzoeken daar• tussen, terwijl dit document dat niet zegt. Dit is uw eigen bevinding op basis van de gegevens die in het document staan. U haalt daar allerlei andere statistieken bij en die zullen ongetwijfeld relevant zijn, maar het is uw conclusie en het is niet de conclusie van het Gebiedsprofiel.

De heer Eggen (D66): In eerste instantie heb ik ook gevraagd om één voorbeeld. Nou, dat is mooi, dat was Angelslo dat u aangeeft als voorbeeld. Dat heb ik bekeken en daar staat twee keer heel duidelijk 'Cijfers zijn niet bekend.' En u legt steeds de correlatie. Ik hoef collega Rink niet aan te vullen, maar hier staat heel duidelijk - ik neem even één zin: 'Daarnaast is vooral de beleving dat onder etnische minderheden de werkloosheid erg groot is. Cijfers zijn niet bekend. ' en 'Er zijn verhalen gehoord over discriminatie. Helaas zijn hier geen cijfers van. '

De heer Kuilder (PVV): Ten aanzien van de cijfers: ik heb hier een heel lijstje van cijfers. Dus liefst 65 procent van de Marokkaanse jongens is tussen zijn 12de en zs= verdachte geweest van een crimi• neel delict.

De heer Eggen (D66): Spreekt u over Angelslo?

De heer Kuilder (PVV): Ik spreek over de landelijke cijfers.

De heer Eggen (D66): Nee, oké. Dank u.

De voorzitter: Het ging er even over om het op Emmen te houden, volgens mij ging daar uw bijdrage over.

De heer Kuilder (PVV): Oké, maar we hebben het over de integratie van een niet-westerse allochtoon in Angelslo en Emmerhout. Dat staat niet los van - wij leven in Nederland - de situatie in de rest van het land. Je kunt niet zeggen dat het twee aparte entiteiten zijn.

65 De voorzitter: Daar heb ik ook geen mening over. Alleen, de heer Eggen vroeg even naar de cijfers in Emmen. Dat was even het verhaal. Meneer Rink.

De heer Rink (PvdA): De uitnodiging blijft staan: bent u bereid om met ons mee te kijken naar een oplossing als het gaat om de zorgbehoeften in te vullen en eventueel systemen aan te passen en maat• regelen te nemen omjuist dit probleem dat u schetst, tegen te gaan?

De heer Kuilder (PVV): Wij zijn altijd bereid om naar oplossingen te zoeken. Alleen, ik ben bang dat onze inzichten dusdanig verschillen dat we heellastig tot een compromis kunnen komen.

De heer Rink (PvdA): Drie keer linksom is ook rechtsom. Dus als we lang genoeg blijven praten, komen we vast wel tot het doel en dat is in ieder geval verbetering van de samenleving. Dank u wel.

De heer Kuilder (PVV): Het valt me op dat telkens als ik met cijfers kom, afgekapt word, omdat het blijkbaar onwelgevallige cijfers zijn. Maar ik probeer aan te tonen met die cijfers dat er wel degelijk connecties zijn tussen de verloedering en de onveiligheid en bepaalde bevolkingsgroepen die gewoon bewezen statistisch oververtegenwoordigd zijn in deze cijfers. En ik snap niet waarom ik dat hier niet gewoon duidelijk mag maken, zonder dat daar gelijk een beetje panisch op gereageerd wordt. Dat was het.

De heer Eggen (D66): Volgens mij reageert de fractie van D66 daar heel rustig op - zeker niet pa• nisch. Mag ik nog een voorbeeld van cijfers geven? Het overgewicht in Nederland is behoorlijk. Als we dat relatief bekijken, dan is het overgewicht door heel Nederland behoorlijk. Maar als we dan naar Emmen kijken, zijn we daar een negatieve uitzondering op. Dus je mag niet extrapoleren wat landelijk geldt op - ik neem in dit geval - Angelslo. Dus ik reageer niet panisch, ik vraag u gewoon om cijfers en ik constateer dat u die cijfers voor Angelslo niet paraat hebt.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Wat ons betreft, als we het dan toch over cijfers hebben en over statistieken: onlangs bleek ook uit de cijfers dat het merendeel van de diefstallen in winkels gedaan wordt door de autochtone inwoners. Dus dan denk ik: ja, als we die cijfers erbij halen, dan zouden we eigenlijk de problemen moeten toeschrijven aan de autochtonen Nederlandse bevolking. Of is dat wellicht onwelgevallig voor de PVV?

De heer Kuilder (PVV): Ja, nou belanden we een beetje in een oeverloze discussie die nergens meer over gaat. Ik bedoel, ik kan hier ook weer over zeggen of die cijfers voor Emmen gelden of ze voor heel Nederland gelden. Maar het lijkt me goed dat we coneluderen dat wij hier anders tegenaan kijken dan de overige partijen en daar wil ik het bij laten.

De heer Leutscher (LEF!): We hebben er bewust voor gekozen om bij dit vraagstuk maar even als observator te fungeren en ons niet te bemoeien met de inhoudelijke discussie. Daar kun je van alles van zeggen, dat loopt. Maar - laat ik het zo zeggen - elke partij die zich met deze discussie bemoeid heeft: bekijk dan wat de focus is geweest bij de inhoud van de discussie. Of zat er een laag onder bij jullie motivering?

De heer Rink (PvdA): Daar wil ik heel graag op reageren. Volgens mij is de motivering om hierop te reageren is dat er daadwerkelijk een inburgeringsissue is, dat we daar graag een verbetering voor wil• len hebben. Ik heb het haakje gepakt van Gebiedsprofiel Oost en met name de suggestie om maatwerk te leveren om aan de zorgbehoeften te voldoen. Daarmee heb ik geprobeerd de inhoud te behouden en dat is wat er in ons Gebiedsprofiel staat. Dank u wel.

De heer Kuilder (PVV): Ja, de inburgering: dat is weer een apart onderwerp, daar hebben we ook iets over aangegeven. Dat gaat voornamelijk over het feit dat een heel groot deel van de kandidaten voor die inburgering zijn inburgeringsexamen nooit met succes afrondt en dat staat los van de correlatie tussen hoge criminaliteitscijfers, veiligheid en de wijken die ik benoemde. Dus dat zijn eigenlijk twee verschillende discussies die nu door elkaar gevoerd worden. En onze kritiek op dat punt in de Kader• nota was dat daarin stond dat er een actiever inburgeringsbeleid gevoerd ging worden en wij vroegen ons af waarom dat allang niet het geval is. Want er is allang geconstateerd dat er problemen zijn en zult u mij wel weer om cijfers vragen, maar dat is toch een algemeen geaccepteerd feit, dat de integra-

66 tie volledig mislukt is. En wij vragen ons af waarom daar nu pas actief op ingesprongen wordt door het college. Dat was onze bijdrage wat betreft de inburgering. Dan zal ik nu doorgaan met de moties - ik zal het kort houden. Motie MI zijn we op tegen, motie M2 tegen, motie M3 tegen, motie M4 tegen, MS tegen, M6 tegen, M7 voor, M8 tegen, M9 tegen en het amendement zijn we voor. Dat was het, dank u wel.

De heer ScheItens (VVD): Wij hebben de eerste termijn alle partijen gehoord en toch hebben deze wat verschillende insteken gehad. Maar gelukkig hebben we toch weer een groot aantal overeenkom• sten gehoord, vooral natuurlijk bij de financiële positie maar ook bij het sociale domein en De Toe• gang. Daarover gesproken: in verband met onze motie hebben we even nagevraagd bij de wethouder. Volgens mij ligt er nu ook een toezegging dat we dus in september geïnformeerd worden over de voortgang - ik noem ze maar even de 'quick wins' of het laaghangend fruit. Ik denk dat dat juist is: ook voor ons geldt dat vooral de zorg naar onze inwoners het meest belangrijke is. Ik proef en hoor ook wel van partijen dat het terughalen van De Toegang niet op voorhand afgeschoten wordt, maar dat we het vooral op dit moment de kans willen geven. Dus wat ons betreft zouden we deze motie terug willen nemen. Dan wachten we in ieder gevalook even de informatiebijeenkomst in september af over De Toegang en wellicht komen we dan misschien met de motie terug bij de begrotingsbehandeling in november. Dan de andere moties. Nou, ik denk dat wij in de motivatie bij de motie 'Inkomensgrens' ook helder zitten, met de uitleg ook van de wethouder. Volgens mij wordt het probleem niet kleiner. Het onder• zoek is ook al eens een keer gebeurd en zoals het CDA zojuist ook al aangaf: je moet ook iets onder• zoeken als je daadwerkelijk die wijziging zou willen. Maar wat ons betreft in ieder geval niet. Ik denk dat aan motie M4 met de beantwoording van de wethouder in ieder geval al uitvoering is ge• geven. Datzelfde geldt voor motie MS, dat daar in de toekomst in ieder geval een prioriteit bij is. Motie M6 van D66 is, zou ik bijna zeggen, een motie voor de oplossing van een probleem dat er nog niet is. Dus wij zien daar ook niet iets in. Motie M7: dat is die over de sportvertrouwenspersonen. Ik denk dat het in ieder geval goed is om nogmaals de oproep te doen. De wethouder heeft aangegeven dat dat in 2016 ook al eens is gebeurd, maar volgens mij kun je dat niet vaak genoeg onder de aandacht brengen. Met in ieder geval de aan• vulling zoals het CDA die ook gedaan heeft, vergt het ook wel iets van een vrijwilliger als die het zou moeten doen. Wellicht kunnen we dat op een goede manier met zo'n contactpersoon organiseren. Maar ik denk dat het goed is dat we dit in ieder geval weer bespreekbaar maken. Motie M8: daar zien wij ook niet iets in. Motie M9: we hadden dit niet beter kunnen beargumenteren dan het CDA, dus daar zijn wij ook tegen. En dan komen we even op ons amendement. Ja, als ik even kijk naar ons amendement, dan hebben we daar een constatering in gezet en eigenlijk hadden we daar nóg een constatering bij moeten zetten. Want in het Besluit Begroting en Verantwoording, het BBV, staat: '( ... ) dat de Gemeentewet een aan• tal eisen stelt aan de Begroting en de Jaarrekening. De Begroting en de Jaarrekening moeten worden ingedeeld in een aantal programma's. De gemeenteraad bepaalt het aantal en de naamgeving van de programma's.' Dat is volgens mij nou juist de essentie: dus de gemeenteraad die het budgetrecht en dus ook het begrotingsrecht heeft. Daaraan wordt hier heel snel voorbijgegaan. En met de aanpassing zoals het CDA dat gedaan heeft, denk ik dat we daar helemaal aan voorbijgaan. De argumentatie in dit raadsvoorstel is heel, heel summier. De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadspe• riode een programma-indeling voor de Begroting vast. Dat is de argumentatie, er staat niet bij waarom. Er staat niet bij wat de hoofdstukken zijn. Ik denk dat we daarin heel ver gaan om dat op deze manier te wijzigen en ook dat besluitpunt 2 op deze manier in dit raadsvoorstel te formuleren. Wij zullen ons amendement in ieder geval op deze wijze handhaven en ik denk dat wij ons als gemeenteraad in ieder geval tekortdoen door het raadsvoorstel op deze manier vast te stellen.

De heer Moinat (SP): Ja, dan moet ik mij eigen handschrift ontcijferen, dat duurt dan altijd even.

De voorzitter: Heel herkenbaar.

De heer Moinat (SP): De wethouder geeft aan dat het SAM-beleid in ontwikkeling is. Hoe en wat is mij nog volstrekt onduidelijk, maar dat is nog in ontwikkeling en dat zal dan nog wel een keer komen. Maar hij heeft in ieder geval toegezegd om in gesprek te gaan daarover. Deze vraag heb ik nog wel: zit in dat SAM-beleid nog een waarborg waardoor de mensen die nu tussen de 110 en 120 procent zitten, niet meer tussen wal en schip vallen?

67 Dan weer een ander punt. De prikkel waar de wethouder het over had, vind ik behoorlijk wrang als je beseft dat deze groep voor een groot deel uit werkenden bestaat. En dat zijn werkenden die vaak een baan moeten accepteren tegen het minimumloon. Vaak hebben ze zelfs meerdere baantjes. Het CBS geeft aan dat juist die groep een grote kans heeft om in de armoede terecht te komen en dat is omdat ze buiten alle voorzieningen vallen zoals bijvoorbeeld de 'minimawebshop' , noem ik het maar. Die groep zou ontzettend veel baat hebben bij het optrekken van de grens naar 120 procent. Ja, dat onderzoek: dat zou al uitgevoerd zijn. Ik wil dat graag eerst zien. Het is toegezegd, dus totdat ik het zie, kan ik daar niets over vinden. En over de Kadernota had ik in eerste termijn al gezegd dat die verder prima is. Dan moet ik de moties ook nog even langs, hè?

De voorzitter: U moet niks, u zou daar wel wat over kunnen zeggen. U moet niks in deze zaal.

De heer Moinat (SP): Nee, dat wordt verwacht, dus daar voldoe ik dan ook graag aan. Dan begin ik bij het amendement: daar zijn wij wel voor. Motie M I zijn wij niet voor, motie M2 is teruggenomen, had ik begrepen. Motie M3 is een heel goede: daar zijn wij voor. Overigens, dat is onze eigen motie. Maar onze naam ontbreekt op het verzamellijstje, dat vind ik een beetje slordig.

De voorzitter: Ja, u hebt gelijk. Ja.

De heer Moinat (SP): Maar daarom benadruk ik het nu nog een keer. Motie M4 zijn wij voor, motie MS zijn wij niet voor omdat het volgens ons nu niet kan. Motie M6 zijn wij niet voor, motie M7 zijn wij wél voor, motie M8 zijn wij wél voor, motie M9 zijn wij voor en motie MlO die net is binnengekomen: daar moeten wij nog even over nadenken.

De heer Leutscher (LEF!): Ik heb verder niks aan te merken op de eerste termijn. We krijgen straks toch nog de Begroting te bespreken en daarin gaan we een aantal dingen checken of we die wel of niet terug gaan zien. Als we kijken naar motie MI zijn we niet voor: bij ons ligt in eerste instantie het accent op het ont• wikkelen van het concept. Het is bijzonder openbaar gebied, dus niet. Motie M2 over De Toegang is teruggetrokken. Dan M3: nu brengt de reactie van de SP ons weer aan het twijfelen, dus daar komen we straks nog te• rug inhoudelijk wat we daarvan gaan vinden. M4: daarbij kun je eigenlijk zeggen dat die met terugwerkende kracht materieel al is uitgevoerd, dus in die zin overbodig. Dus trekken we deze in. Als het gaat om motie MS, dan vinden we wel dat daar iets te luchtig op gereageerd is gezien de ernst van het onderwerp, omdat we wel vinden dat we als raad in een controlerende rol zitten en dit hoog op de politieke agenda willen houden. Tegelijkertijd heeft de burgemeester aangegeven om dit een serieus onderwerp te laten zijn in de bespreking dit najaar. In die zin houden we deze motie gewoon technisch aan en dan gaan we kijken wat daar gebeurt, wat daaruit komt, of het wel of niet nodig is om daar wat meer druk op te zetten. Dan M6: niet in deze vorm. Maar er zit wel wat in dat het misschien wijs is om binnen de zuidoost• hoek de verkeersregels met elkaar af te stemmen. Dat is wel een issue. Dan M7: daar zijn we voor, Dan M8: daarvan zeggen we dat we veel meer op het niveau van de bewustwording zitten in eerste instantie. Verbieden kan altijd nog. Er is natuurlijk wel een aantal alternatieven. Ik ken vanuit China dat er ook vuurwerk is voor overdag: niet alleen maar's nachts, het kan ook overdag worden gebruikt. Of als alternatief toch, regionaal gezien, kan carbidschieten fungeren. Dan M9: daarover zijn we duidelijk geweest in de verkiezingscampagne. Daarbij willen we gewoon afwachten wat er bij andere gemeenten gebeurt en wat hun ervaringen zijn. En dan zien we wel verder, want we hebben nog geen opvatting - echt nog niet - en er ook nog geen discussie over gevoerd. En het amendement van VVD en ChristenUnie: na de toelichting zojuist van de heer Scheltens nog een extra onderstreping om dat wel te ondersteunen.

De heer Huttinga (ChristenUnie): Ja, er zijn een paar hoofdthema's gedurende deze bespreking en ik prik er even twee uit namens onze fractie. Dat is allereerst het hele zorg- en sociaal domein en ik vind dat het college daar inhoudelijk gezien, als het gaat om de antwoorden die ik op de vragen en opmer• kingen van de raad, heel serieus en gedegen mee om is gegaan. Wat dat betreft ook de complimenten

68 en wij hebben ook hoge verwachtingen van dit college als het gaat om in dit domein de goede dingen te doen die helpen onze samenleving verder tot bloei en tot ontspanning te laten komen. Dan kunnen we ook met elkaar zeggen dat het hier fantastisch wonen, leven en met elkaar omgaan is. Dus kijken we dit met goede moed tegemoet en we denken ook dat dit college met de innovatieve handreikingen die gedaan worden, aan de slag zal gaan en ook zelf op zoek gaat om dingen op een nieuwe wijze aan te vliegen, omdat we gewoon grote problemen op ons af zien komen die op lange termijn getackeld zullen moeten worden. Dan het financiële: ook dat was een groot onderwerp en dat wordt ook mede beheerst door een amen• dement van de VVD en ons. Ik zal daar zo aan het eind van mijn verhaal nog even op ingaan. Maar ik wil in elk geval het college iets op het hart drukken. Maar ik heb last van de mensen die links van mij heel hard zitten te praten. Ik ben een beetje doof en sorry dat ik mezelf even onderbreek, maar het is heel moeilijk om je dan te concentreren op je verhaal.

De voorzitter: Aan de rechterkant kan dat trouwens ook lastig zijn, hoor. Maar het gebeurt aan de lin• kerkant, dát bedoelde u te zeggen.

De beer Huttinga (CbristenUnie): Het gebeurde aan de linkerkant, ja. Het is ook gelijk opgehouden. Sorry, voorzitter. De aanwijzingen die wij het college hebben gegeven: wij gaan ervan uit dat het college die zeer ter harte gaat nemen en wethouder Otter kennende zal hij dat ook zeker gaan doen. Wij hechten er enorm aan dat wij als raad samen met het college de Begroting stevig in handen hebben, zodat we op dit schip van de gemeente op een juiste wijze door de woelige baren kunnen varen. En dat kan soms streng overkomen, maar we bedoelen hetjuist goed. Want we willen dat die samenleving ervan profi• teert en dat kan niet als wij in slecht weer de boel niet overeind houden. Goed, alle metaforen aan de kant. En dan gaan we verder naar bewindvoering, want dat aspect was ik nog even vergeten als het gaat om het sociaal domein. Wij gaan ervan uit dat het college de ideeën die u daarover hebt, met de raad gaat bespreken, omdat we daar gewoonweg een jaar of zes, zeven al een ander besluit over genomen heb• ben en dat draaien we nu dan terug misschien. Wij willen heel graag zien wat alle voordelen nu ineens zijn, die er toen niet meer waren omdat die afdeling zo uit de hand liep qua grootte en ook dat het qua termijnen niet goed liep dat we toen hebben gezegd dat we dat juist moeten outsoureen - een lelijk woord trouwens, sorry. Laat ik zeggen: 'buiten de deur zetten'. Dan amendement Al: daar ga ik nu nog even op in. Dat weet ik ook zeker dat ik nu nog even de tijd heb. Ja, inrichting van de Begroting, daar gaat de raad over en dat is natuurlijk de grofmazige in• richting. Daar zijn de wet en de BBV heel duidelijk over. Wij zouden het een blamage voor de raad vinden als we zonder nader overleg zomaar overgaan tot een compleet andere programma-indeling. En nu een besluit nemen en dan de komende weken alsnog de Auditcommissie namens de raad er met het college over laten praten, is een gesprek waar de uitkomst van tevoren van vaststaat en dat vinden wij bijzonder onverstandig. Wij snappen echt wel de bedoeling, wij hechten er ook wel aan te zeggen dat wij het college op dat punt ook niet wantrouwen, maar wij vinden dat het gewoon langs de nette, ko• ninklijke weg hoort te gaan door eerst met ons bespreken waarom u dit wilt. Dat is bij eerdere sessies over verkleining ook gebeurt en dat hoort nu ook te gebeuren en niet bij een eenvoudig wegstrepen of veranderen in het besluit zeggen dat het zo is en de raad er maar mee akkoord moet gaan en 'klaar is Kees'. Nee, zo werkt dat niet, daarvoor is het te serieus en te belangrijk. Dan nog even snel door de moties en het amendement. Ik noem maar even enkele die eruit springen, de rest komt wel bij de stemming. Ja, 'Rensenpark als exploitatiegebied': ik denk dat dat onverstandig is om dat in zijn geheel zo op te nemen. Dus wij zullen daar niet voor zijn. Even kijken: de door onszelf met GroenLinks ingediende motie zullen wij natuurlijk steunen. De motie 'Samen dementievriendelijk' is teruggetrokken, motie 'Aanpak ondermijning zorg' is aan• gehouden - technisch, begreep ik. Bij de motie over voorrang voor fietsers denk ik dat als we daarmee iets willen, we dat in een groter verband moeten oppakken. Dus dat is iets voor de toekomst, denken wij, ook in het kader van een nieuw verkeers- en vervoersplan. 'Sportvertrouwenspersonen' : dat vinden wij een goede zaak dat wij dat als gemeente stimuleren en ook indringend in overleg gaan met de verenigingen. Juist waar dit een punt is, zal dat wellicht moei• lijk liggen en dat is het goed dat wij daarover in gesprek gaan. 'Tegengaan oplaten ballonnen': ja, dat moet je destimuleren en daar kun je zelf een goed voorbeeld in geven. Dus verbeter het milieu en begin bij jezelf: daar blijven we gewoon voor.

69 Bij de motie over wietteelt heeft het CDA een buitengewoon goede onderbouwing gegeven, dus daar sluiten wij ons bij aan.

Mevrouw Hoogeveen (D66): Hadden we net één kader ontdekt in deze Kadernota, namelijk de kaders voor indexering en dat gaat dat voor wat betreft de OZB ook al niet meer door. Dus ik heb daar verder geen oordeelover, maar die I procent moeten wij dus lezen als dat die niet wordt opgevoerd. Want de resultaten van het Bestuursakkoord zijn hier nog niet in verwerkt. We hadden hier ook een technische vraag over gesteld: als dit uit de Begroting wordt gehaald, dan scheelt dit 250.000 euro per jaar. Dus een miljoen over vier jaar. Maar goed, ik neem aan dat het college zich daarvan bewust is. Voor wat betreft de webshop: volgens mij was het laatst ook weer in het nieuws dat het veel vaak mis• gaat met de stijgende kosten, omdat het wensenpakketje te vaag wordt neergelegd en gaandeweg nog heel veel wensen komen. Dus ik wil in ieder geval meegeven om er een heel concrete opdracht van te maken en te inventariseren van tevoren waar de webshop dan aan moet voldoen. Dat kan wellicht de kosten nog wat reduceren. We hebben binnen onze steunfractie een aantal, denken wij, zeer verstandi• ge ICT -mensen: die hebben er ook wat van gevonden en die willen het eigenlijk voor de helft van het geld wel doen. Wij hebben gelezen dat op bladzijde 39 een plan staat voor wat betreft de regenbooggemeente. Dat was ook de reden waarom ik vroeg wat de stand hiervan is. Want mooi dat dit samen wordt opgepakt, maar er zou een beleidsplan met de kerngroep komen, dus we waren benieuwd hoe dus daarmee de voortgang is. Daar hebben we nog geen antwoord op gekregen. Maar CDA en PvdA wel, zie ik. Dus u hebt daar in klein comité toch een bezoek daaraan gebracht of zoiets?

De heer Rink (PvdA): Even voor de duidelijkheid: wij hebben geen antwoord op de vraag van D66, we hebben alleen gesproken met die groep en we weten dat daar mooie plannen gemaakt gaan worden die bij ons voorgelegd gaan worden.

Mevrouw Mellema (CDA): Ja, mevrouw Hoogeveen doet nu net alsof er helemáál geen beleid is ge• weest. Maar we hebben toch een half jaar geleden nog met wethouder Bos een beleidsnotitie gezien, die opgesteld is door de LHBT-groep. En die wordt nu verder uitgewerkt en dat staat ook in de Kader• nota.

Mevrouw Hoogeveen (D66): Ik heb naar aanleiding van wat er in de Kadernota staat op bladzijde 39, dat er een beleidsplan wordt gemaakt, gevraagd wat de stand hiervan is. Dus als ik de suggestie heb gewekt dat er helemaal niets mee wordt gedaan, dan zij dat zo. Maar ik vraag nu naar de status, dus wij hebben het ook gelezen. Ja, dan komen wij denk ik ook bij de moties. Motie MI: tegen, motie M2 is teruggetrokken. Motie M3: tegen. Motie M4 lijkt overbodig. Motie M5 is aangehouden. Motie M6 zijn wij tóch voor. En waarom? Je kunt ook ergens wel een keer voorloper in zijn. Het is de gemeente Houten bijvoorbeeld die verkozen is tot fietsstad. Dus we kunnen er ook een statement mee maken en dan de rest van Drenthe meetrekken - en Noordenveld hebben we dan al, begrepen we. Dus ik zou toch daarvoor willen pleiten.

De heer Oldenbeuving (CDA): In het kader van veiligheid - want daar gaat het volgens mij over - is voorlopen altijd een slecht idee. Als heel Europa rechts rijdt, is het niet handig om links te gaan rijden bij voorbeeld.

Mevrouw Hoogeveen (D66): Nou, ik wou wel met de fiets gewoon aan de juiste kant van de weg blijven rijden, maar ik wou fietsers wat meer voorrang gaan geven. Motie M7: blij dat dat in de brede vertaling op steun kan rekenen - uiteraard ook die van ons. Motie M8: ja, wij vinden dat je bij evenementen - want zo lezen wij dit - als een vergunningvoor• waarde kunt laten opnemen dat de gemeente daarin best wel een voorbeeldfunctie mag vervullen. We denken dat er naast de biobased touwtjes nog wel andere mogelijkheden zijn, dus eigenlijk vanuit de voorbeeldfunctiegedachte en het ontmoedigen willen wij dit wel steunen. Motie M9: wij hebben er ook voor gepleit eind vorig jaar als kandidaat-pilot, dus wij kunnen dit ook alleen maar steunen. En gelet op de motivatie van zowel VVD als de ChristenUnie wat betreft het amendement, kunnen wij die alleen maar onderstrepen.

70 De heer Oldenbeuving (CDA): Ik begrijp dat D66 dus niet tot een ander besluitvoorstel komt in de motie?

Mevrouw Hoogeveen (D66): Nee, klopt.

De heer Oldenbeuving (CDA): Dat is jammer, want dan moeten we ertegen zijn, terwijl de overwe• gingen hartstikke goed zijn.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Laat ik beginnen met iets wat in eerste termijn nog even achterwege is gebleven. We hebben wel al gememoreerd aan het feit dat GroenLinks staat voor een positieve aanpak om mensen structureel naar werk te leiden - dat is bekend. Maar omdat vanmorgen heel mooi het onderzoek verscheen van de Rijksuniversiteit Groningen over het averechts werken van het beleid zoals het nu wordt uitgevoerd, ondersteunt dat eigenlijk ons standpunt. En als we dan zien dat de twee extra fte's zouden moeten worden ingezet op het gebied van de handhaving, dan zouden wij toch liever willen zien dat die twee fte's worden ingezet op de coaching of de opleiding van men• sen richting werk, omdat dus aangetoond is dat dat beter werkt dan de andere methodes. Laat ik dan komen tot de moties. Motie MI 'Rensenpark': daar zijn wij geen voorstander van, ook al omdat wij de facto het geen exploitatiegebied vinden. Het maatschappelijk belang van het stadspark Rensenpark vinden wij dermate groot dat je het wat ons betreft niet te grabbel moet gooien. Het is te belangrijk om uit handen te geven. Daar moetje zelf de controle over hebben. Motie M2 was ingetrokken, alhoewel die welonze steun had.

De heer Scheltens (VVD): Volgens mij is de motivatie van GroenLinks niet helemaal de juiste. We blijven volgens mij gewoon in regie, maar volgens mij is het gewoon mogelijk dat als iemand morgen een mooi pand conform het Kwaliteitshandboek daar wil gaan plaatsen en daar een initiatief wil gaan doen, hij gewoon daar een aantal vierkante meters grond kan kopen. Ik zie de wethouder al heel en• thousiast knikken en denken: ja, dat zou mooi zijn!

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Ja, wij als GroenLinks zijn toch bang voor de mogelijke gevolgen van het feit dat het wel aangemerkt wordt als exploitatiegebied. Dat is in ieder gevalonze reserve daarbij en wij vinden het dermate belangrijk dat wij hier gewoon anders in staan. Motie M3: die is vanuit de SP al verwoord en wij zijn het er helemaal mee eens. Wij zien ook dat mensen meerdere baantjes kunnen hebben, juist werkende mensen die tussen wal en schip raken en juist in die armoedeval zitten. En dat zijn niet mensen die geprikkeld zouden moeten worden met werk: ze werken al. Dus ondersteunen we de motie en dienen we haar mede in. Motie M4 is alovergenomen eigenlijk. Motie M5: hierbij kunnen we ons vinden in het antwoord van de burgemeester. Moties M6 en M7 zijn we uiteraard ook voorstander van. Wat ik bij onze motie van de ballonnen nog wel wil aangeven, is - het klinkt misschien zwaar - dat het toch ook wel enigszins teleurstelt dat vanuit Emmen er dus wel veel gesproken wordt over dat het en groot probleem is en we het vooral moeten aanpakken. Ook als je de beelden ziet: het is afschrik• wekkend. Als het dan zover komt om daadwerkelijk daarbij regels te stellen om te zorgen dat de bal• lonnen niet meer worden opgelaten, dat je het dan moet houden bij het ontmoedigen en niet een daad• werkelijk actie hierop ondernemen. Dat vind ik jammer. Als je dan al kijkt naar overige plekken in Nederland, kan ik er een paar opnoemen - heel kort: Amsterdam, Oostzaan, Wageningen, Groesbeek, Amstelveen, Beemster, Katwijk, Hoorn, Arnhem. Het zijn maar een paar van de gemeenten waar ze dus wél daadwerkelijk overgaan tot het afgeven van een evenementenvergunning, met daarbij het niet• toestaan van het oplaten van ballonnen. Bet kan dus wel. En dat zou ik in ieder geval nog willen mee• geven.

De heer Fonhof (SOPLUS): Er is al een heleboel gezegd. Ik heb nog wel een paar vragen naar aanlei• ding van de eerste ronde. Ik ben waarschijnlijk niet scherp genoeg om te kijken welke wethouder bij welke woordvoering nou welke portefeuilles in zijn bezit heeft, anders had ik bij de eerste beantwoor• ding van de heer Otter kunnen vragen hoe het nu zit met de EMCO. Dat zit bij u in de portefeuille, hè? Ik had twee vragen, de tweede vraag had ik al in de schorsing beantwoord gekregen via de ambtenaar die in deze zaal aanwezig is. Het scheen een klein foutje te zijn in de berekening voor het jaar 2021, vandaar het hoge bedrag - prima. Maar de eerste vraag was: gaan wij aansluiten bij Coevorden bij de motie en de vraag die daar is neer• gelegd? Wij vormen toch een samenwerkingsverband.

71 Ik heb nog geen antwoord op de gebruikersoppervlakte van kubieke meter naar vierkante meter, vooral bij hoogbouw. Dat is gewoon een simpele vraag, denk ik. En dan wil me even concentreren op de moties. Ik ga ze even snel bij langs, want het is inmiddels al laat geworden. Motie MI zijn wij tegen, het antwoord van de wethouder is voldoende. M2 is volgens mij teruggetrokken. Ik ben een beetje het spoor bijster hoor, moet ik er eerlijk bij zeg• gen. M3: daarbij had ik dezelfde opmerking dat die ingediend is door de SP, maar dat heeft de SP zelf al aangegeven. Ik ben daarvoor. M4 is teruggetrokken, MS is technisch aangehouden. Bij M6 en M7 wil ik even opmerken dat die ook ingediend zijn door SOPLUS. Dat heb ik al een keer eerder opgemerkt. Dat is blijkbaar niet zo op het papier gekomen, maar dat is wel gebeurd. Daar zijn we uiteraard voor. Nummer M8: ja, het klinkt allemaal sympathiek en het is ook sympathiek. Maar we gaan die in die zin niet steunen omdat het om een verbod gaat en een verbod moet je handhaven. En als er een trouwpartij is en er worden ballonnen opgelaten, dan is dat wat lastig. Want dit evenement is ook een evenement. Ja, ik vind het moeilijk. Je hebt ook weleens bij begrafenissen: daar gebeurt het ballonnen oplaten ook weleens. Ik vind het heel lastig. Ik vind wel datje het ontmoedigen, vandaar die sympathie. Bij motie M9, reguliere wietteelt: ik ben daarvoor. En waarom? Omdat dat past in ons verkiezingspro• gramma en ik denk dat onderzoek als kandidaat-gemeente om te kijken hoe het zich ontwikkelt, goed. Want het mag allemaal nu aan de voordeur en aan de achterdeur mag er helemaal niks. Nou, dat is ook een situatie waarvan je kunt zeggen dat die niet handig is. Als we het kunnen reguleren, dan reguleren we dat. En het amendement: daar zijn wij voor. Dan wil ik nog naar motie MlO, van de PVV. Daar is niet zoveelover gezegd door mijn collega's. Als ik het lees: wij zijn tegen de plaatsing van windmolens. Dat staat in mijn verkiezingsprogramma, dus ik ben op zich voor deze motie. Want deze roept eigenlijk alleen maar op om onderzoek te doen, nul• metingen, en ik denk dat je daar eigenlijk helemaal niet tegen kunt zijn. Want in het verleden is het vaak gebeurd dat er mensen al veertig jaar zware kanker te hebben en die blijkt dan van asbest te zijn. Er zijn mensen die hebben chroom-ó-verfdampen opgesnoven: dat soort zaken ondervang je hiermee en dat vind ik op zich een goed punt. Dus ik denk dat dit een heel goede motie is.

De voorzitter: Goed, dank u wel. Ik kijk even de kring rond: dat waren de bijdragen van de raad in tweede termijn? Want ik wijs nog maar even op het gegeven van zometeen de beantwoording in twee• de termijn door het college. Er staan nog wat vragen open en dergelijk en nou, dan zouden we even kunnen gaan schorsen en dan gaan we achter elkaar door met de besluitvorming. Dat is juist? Oké, dan hebben we dat spoorboekje vastgesteld. De beantwoording in tweede termijn door het college. Ik begin even bij wethouder Otter.

Reactie college De heer Otter (wethouder): Ik heb volgens mij maar een paar dingen. Ik begin even met de openstaande punten van de heer Fonhof. Dat gaat even over die aansluiting bij de politieke actie van Coevorden. Nou ben ik niet op de hoogte van wat zij willen, ik heb wel in de krant vernomen dat zij eigenlijk een soort stelling innemen niet van bezuinigingen op de EMCO maar ze bedoelen de bezuinigingen op de Wsw, dat het steeds stelselmatig verlagen van de vergoeding voor de Wsw moet stoppen. Nou ja, daar zijn we het allemaal wei over eens, maar SEFE is ook de belangen• organisatie daarbij en de VNG zet zich daar ook wel voor in. Dus wat dat betreft lopen de belangen gelijk en als Coevorden daar actie op gaat ondernemen, dan zullen we ons daar denk ik gewoon bij aansluiten. Uw vraag over vierkante meters en kubieke meters: ja, ik heb hem twee keer voorbij horen komen, maar ik stel voor dat u hem nog een keer schriftelijk aan mij stelt en dan krijgt u daar netjes antwoord op. Ik kan het nu zo even niet helemaal goed plaatsen. Dan rest nog het amendement waar nu in ieder geval de discussie over gaat. Ik kon mij vinden in het compromisvoorstel dat de heer Oldenbeuving naar voren bracht. Maar ja, ik begrijp dat dat weer niet wordt gedragen door de indieners van het amendement, dus dat maakt het allemaal weer complex met elkaar. Ik wil nog wel aangeven dat we natuurlijk wel gemotiveerd hebben waarom we het willen doen. De motivatie is inderdaad ook geen drie kantjes lang - dat geef ik ook wel toe - maar je wilt uiteindelijk wel aansluiting houden met je achterliggende stukken: straks de Begroting, de Jaarreke• ning enzovoort. Eigenlijk met de indeling van het bestuursprogramma - zo simpel is het, dat staat ook zo onder de argumenten wel toegelicht. Maar het zijn inderdaad geen hele lappen tekst. Ik geef ook toe

72 dat we wellicht even scherper erop hadden moeten zijn om dit ook tijdig bij de Auditcommissie aan de orde te stellen. Daarover heb ik aangegeven dat ik daartoe nog bereid ben. Ja, dat is eigenlijk even wat ik er op kan zeggen en het woord is eigenlijk aan u als gemeenteraad.

De heer Huttinga (ChristenUnie): Ja, de argumentatie is niet drie kantjes lang, maar is slechts twee regels. En de ene is dat het budgetrecht bij de raad ligt om de Begroting en de Kadernota vast te stellen en daarbij komt dat er in onze financiële verordening staat dat wij aan het begin van elke vierjaarster• mijn de indeling van de Begroting vaststellen. Daar hebben wij nooit een punt van gemaakt omdat het namelijk alleen gebeurde als er van tevoren over was gesproken. En dat is alleen maar een terugname geweest: we zijn juist niet aan gaan sluiten op het collegeprogramma. Dat is nu voor het eerst, dat is een novum. Bij zo'n ingrijpende wijziging was het op z'n minst fatsoenlijk geweest om daar met ons over te spreken.

De heer Otter (wethouder): Ik gaf al aan dat de motivatie niet uitgebreid is, maar we hebben wel gemeend als college dat het goed is om een zichtbare aansluiting te hebben tussen de beleidsvoorne• mens uit het Bestuursakkoord en de planning- en controlcyclus. Dus dat is gewoon de reden.

De heer ScheItens (VVD): Ja, dat klopt, maar dat is de mening van het college. Hier wordt bij de ar• gumentatie alleen maar even naar de financiële verordening, artikel 5 lid 1, verwezen. Maar de BBV schrijft voor dat niet het college daarover gaat, maar de gemeenteraad het aantal bepaalt. En het tweede punt: u zegt wel zo mooi dat de gemeenteraad nu weer aan zet is. Dat maakt het zome• teen best wellastig, want we hebben natuurlijk een besluit voorliggen met vier punten en wij als VVD zijn altijd heel constructief. Ik denk trouwens dat we bijna unaniem voor deze Kadernota zijn, maar er staat dus wel een besluitpunt in deze tekst waar wij tegen zijn. Ik ben eigenlijk niet voornemens om tegen deze Kadernota te stemmen. Maar ik zou bijna zeggen: u laat me geen andere keus.

De heer Arends (wethouder): Nog even over de ballonnen. Ik heb al in mijn eerste termijn heb ge• zegd over deze gemeente dat deze graag voorop willopen als het gaat om de biobased economy. Ik zou mevrouw Van der Woude het aanbod willen doen dat we als gemeente gaan kijken of er een op• dracht is te geven aan Suspack om te kijken of we zo'n ballon zouden kunnen gaan ontwikkelen. Daarmee kunnen wij ook GroenLinks voorzien van verantwoorde ballonnen die ze ook in Amsterdam op de Gay Pride op de boot kunnen hangen.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Het aanbod van de wethouder is allervriendelijkst, ware het niet dat vanuit tal van milieuorganisaties en vanuit ook andere organisatie wel aangetoond is dat ook de biologisch afbreekbare ballonnen, de biobased ballonnen, zeer schadelijk zijn en dus geen al• ternatief zijn.

De heer Van der Weide (wethouder): Ik wil nog even ingaan op de motie die in tweede termijn is ingediend met betrekking tot windenergie. Ik denk in ieder geval een belangrijk onderwerp, ook on• derwerpen als gezondheid en hinder zijn juist ook een van de argumenten geweest waarom wij hebben gezegd dat wij de regie in eigen huis willen houden. Dat betekent ook dat het uitgangspunt van het Regieplan is geweest, hinder zoveel mogelijk te voorkomen. Dat is juist waarom we die Ll Oû-meter• grens hebben opgezocht, dat is juist waarom we windmolens zo ver mogelijk van woningen willen gaan plaatsen: om rekening te houden met hinder. En als ik dan kijk naar de motie die voorligt en met name de bullets in de overwegingen en de stellig• heid in de conclusie die u verbindt tussen de plaatsing van windmolens en de gezondheidsklachten, en als ik dan bijvoorbeeld ook het rapport van het RIVM bekijk, dan zit daar nogal wat tegenstrijdigheid tussen. Dus wat mij betreft is de motie heel eenzijdig. Ten tweede denk ik dat bij het onderzoek waar• naar u refereert, de genoemde professor een afstand van 30 kilometer acceptabel vindt. Nou, ik zal u uit de droom helpen: dat gaan we nooit voor elkaar krijgen, dus ik vraag me ook af bij de argumenten die u inbrengt en bij waar u naartoe wilt, hoe haalbaar dat is. Daarnaast zie ik ook nog wel wat prakti• sche kanten aan de uitvoerbaarheid van deze motie. Ik denk dat binnen de context en de opdracht die er ligt, doen wij het maximale om de hinder zoveel mogelijk te voorkomen en daarmee rekening hou• den met de gezondheid van onze inwoners.

De heer KuiIder (PVV): Ja, we kunnen dus constateren dat er geen consensus in de wetenschap is, dus waarom zouden we het risico lopen? Dat is mijn vraag aan de wethouder.

73 De heer Van der Weide (wethouder): Ik denk dat dat dan een eenzijdige benadering is. Want op het moment dat wij met deze motie aan de slag zouden moeten gaan, denk ik dat het heel goed is om te kijken naar welke verwachtingen je daarmee wekt. Nou, de praktische uitvoerbaarheid lijkt me ook nog wel een ding: geluid is meetbaar, maar in hoeverre is stress meetbaar? Ik denk dat we de intentie in onze beïnvloedbare ruimte als gemeente pakken en daar zoeken we juist het maximale in op om de hinder zoveel mogelijk te voorkomen. Dus wat we kunnen doen, dat doen we binnen de regie die we hebben en ik denk dat we daar maximaal op in moeten zetten en dat deze motie daar niet aan bijdraagt.

De heer Wanders (wethouder): Ik wil nog even terugkomen op een paar zaken. Laat ik beginnen bij de motie die de SP heeft ingediend over het SAM-beleid. In mijn beleving is er• naar gekeken en zoals ik al zei in eerste termijn, naar de eonsequentie van dat opvoeren naar die 120 procent. Ik heb het ook even opgezocht: het is in de beantwoording van de wethouder bij de Be• groting van 2017 geweest toen de motie werd ingediend over het kindpakket. En ik ken de fractie die dat initiatief heeft genomen, vrij goed en daarmee ook de tekst, omdat ik wist dat die 120 procent erin stond. Die is toentertijd ingediend en toen heeft de wethouder daar al een aantal eonsequenties over aangegeven. Dat staat ook in de notulen van die raadsvergadering van november 2016. Er is in sep• tember 2017 een brief gestuurd naar de raad waarin over de invoering van het kindpakket 2018 - dan wordt het ook aangekondigd voor de besteding in het tweede kwartaal van 2018. Morgen heb ik een afspraak om te praten over het collegevoorstel over het kindpakket 2018. Het zal niet voldoen aan de verwachtingen zoals die in de brief zijn geschetst, omdat we ook in januari met voortschrijdend inzicht hebben besloten te komen tot een integraal schulddienstverlening-armoede-minimabeleid, een SAM• beleid. En daarom willen we 2018 in zoverre continueren datje dat op 1 januari 2019 ook ergens weer met elkaar een nieuwe start kunt maken. Daar wordt wel gekeken naar verbreding van de doelgroep, maar dan in de zin van hoe je nu ervoor kunt zorgen dat je bij de doelgroep van 110 tot 120 procent van het sociaal minimum - want dat is de kwalificatie - voorkomt dat er een armoedevalontstaat. Want ik ben het met u eens als het gaat over werken in armoede. Ik ben het met u eens als het gaat over zzp'ers die misschien wel heel wisselende inkomsten hebben. Dat is niet een onbekend fenomeen in onze samenleving, dus daar zul je met elkaar ook een antwoord voor moeten vinden als het gaat over toekomstige armoede, als het gaat over mensen die nu niet in de voorzieningen kunnen zitten en zelf niet van regelingen kunnen profiteren. Mensen van wie we weten dat ze over een aantal jaren, als ze de AOW-leeftijd hebben gehaald, bijvoorbeeld ook alweer tot de onderkant van de samenleving behoren als het gaat over het inkomen. Dus daar zullen echt proberen oog voor te hebben en dan ko• men we ook weer bij die overerving. Dus ik hoop dat we elkaar daar gaan vinden om te kijken of we dat beleid zo optimaal in kunnen richten dat iedereen mee kan doen en tegelijkertijd welook blijven stimuleren dat mensen zoveel mogelijk proberen bij te dragen aan de samenleving naar vermogen. Ik hoop dat we elkaar daarop gaan vinden.

De heer Moinat (SP): Ja, dan zal ik het voor de stemming straks wat gemakkelijker maken: wij hou• den de motie dan aan voorlopig.

De heer Wanders (wethouder): Verder wil ik even terugkomen op een vraag van de Partij van de Arbeid, die ik in eerste termijn was vergeten. Die ging over het inburgeringsproces van statushouders. Dan neem ik de tools maar even mee dat er staat dat we een actiever inburgeringsbeleid willen gaan voeren en ik mag toch hopen dat we de mogelijkheid krijgen van het kabinet dat wij bij de gemeenten die wat meer regie mogen gaan voeren op dat soort trajecten. Want op dit moment is de inburgerings• plichtige namelijk zélf verantwoordelijk en hebben wij daar niet zoveel op te sturen - behalve dan het re-integratietraject dat hoort bij het aanvragen van een uitkering. Dan heb je nog de taaleis, dus er zit wel een aantal zekerheden maar heel veel kun je als gemeente daarin niet. Het is overigens ook maar de vraag of je voor het uitvoeren van je verplichting van de Participatiewet als het gaat over re• integratie, ook die uitvraag moet doen bij scholingsinstituten. Want we maken het in Nederland elkaar ook niet altijd heel erg gemakkelijk als het gaat over privacy. Immers, omdat iemand zelfstandig ver• antwoordelijk is voor zijn inburgeringstraject, zijn taalcursus, zijn scholing wordt het lastiger om dan als een andere organisatie die gegevens op te vragen. Dan zal die persoon ze zelf aan moeten leveren. Maar je hebt ze niet nodig om tot een re-integratietraject over te gaan. Met de toenemende komst van statushouders en toename van het aantal vluchtelingen een aantal jaren geleden is die druk er wel enorm op komen te staan en wordt er nu ook al eerder in het traject ingegrepen op het moment dat het over re-integratie gaat. Dat is twee fasen: eerst bij het verkrijgen van de status en nu ook al op het moment dat iemand wat langer in een AZC verblijft en zicht heeft op de status, wordt er al opgestart

74 als het gaat over participatie- en re-integratietrajecten. En ik hoop dat wij daar als gemeente wat meer regie op mogen gaan voeren. Ten aanzien van de motie over Dementievriendelijk Drenthe: het is dan nog niet helemaal rond.

De voorzitter: Die motie is teruggetrokken. U mag er gerust wel wat over zeggen.

De heer Wanders (wethouder): Ja nee, maar ik wil wel even corrigeren: wij hebben het convenant nog niet getekend.

De voorzitter: Ja, maar u bent bijna aan het eind van uw spreektijd in tweede termijn, dus ik help u een beetje.

De heer Wanders (wethouder): Ja, maar ik ben ook bijna klaar. Wij hebben het convenant nog niet getekend: dat misverstand wil ik wel even ophelderen. Maar dat heeft er meer mee te maken dat we overal in Drenthe nieuwe colleges zitten. Maar als het gaat over inclusieve samenleving, is dit zeker een convenant dat daarbij hoort. En datzelfde geldt voor de regenbooggemeente - en dat is ten slotte, voorzitter. Ik heb vanochtend nog gesproken met de LHBT -vertegenwoordiging in onze gemeente en wij willen komen tot een uitvoe• ringsplan. Dus het beleidsplan zal niet heel veel pagina's vol doelstellingen enzovoort zijn, maar voor• al zorgen dat er bewustwording is en we zullen daartoe een aantal doelen met elkaar formuleren en dan overgaan tot uitvoering, want dat is nog vele malen belangrijker.

De voorzitter: Goed. Dank u wel, meneer Wanders. Daarmee zijn volgens mij de beraadslagingen afgerond en kunnen wij overgaan tot de besluitvorming. Meneer Oldenbeuving?

De heer Oldenbeuving (CDA): Ja sorry, voorzitter, maar door het debat rondom het amendement heb ik wel behoefte aan een schorsing nu.

De voorzitter: Ja nee, maar zo ver was ik nog niet.

De heer Oldenbeuving (CDA): Nou ja, u wou toch tot de besluitvorming overgaan.

De voorzitter: Nee, nee, nee. Ik wou even wat samenvatten, voordat ik ga schorsen. Volgens mij had ik dat ook al gezegd voordat ik naar de beantwoording door het college ging. Voor de duidelijkheid: we hebben een serie moties en één amendement. Motie M2 is teruggetrokken, motie M3 is aangehouden, motie M4 is teruggetrokken en motie M5 is technisch aangehouden. En er is bijgekomen motie MlO van de PVVover windturbines. Volgens mij zijn dat de moties en het amendement waar we over gaan besluiten straks. Dan gaan we het op die manier doen. Na de schor• sing gaan we dan meteen over tot de besluitvorming, al dan niet gekoppeld aan een stemverklaring. Het is tien voor half elf. Is half elf een goede tijd? Half elf gaan wij weer verder, de vergadering is ge• schorst.

[Schorsing]

De voorzitter: Ik heropen de vergadering.

Besluitvorming

De voorzitter: Het voorstel is om het even langs de formeel-juridische weg keurig te doen - daar zijn weleens wat verschillende lezingen over. We zullen zometeen eerst eens even spreken over het amen• dement en het hoofdbesluit en daarna de moties in stemming brengen, als u dat goed vindt.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Voordat het verdergaat, zou ik eigenlijk een wijziging willen aanbrengen in de motie die we hebben ingediend. Ik vind het jammer, maar het onderwerp is te belangrijk om het voorbij te laten gaan. Bij de oorspronkelijk geformuleerde vier verzoeken aan het college zouden we het tweede punt' als voorschrift bij evenementenvergunningen op te nemen dat het niet is toegestaan om ballonnen op te laten', wat een probleem blijkt te zijn, als volgt willen verande• ren:

75 Motie M8 (gewijzigd): Actieftegengaan oplaten ballonnen (GroenLinks. SP en ChristenUnie) 'De raad van de gemeente Emmen in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2018, Constaterende dat: de Tweede Kamer op 9 december 2014 de motie heeft aangenomen waarin gemeenten opgeroe• pen worden om het oplaten van ballonnen actief tegen te gaan; er in Emmen bij verschillende evenementen ballonnen worden opgelaten; diverse gemeenten al maatregelen genomen hebben om het oplaten van ballonnen tegen te gaan; Overwegende dat: restanten van ballonnen, maar ook de touwtjes, vaak onderdeel zijn van zwerf- en drijfvuil; deze restanten worden opgegeten door vissen, vogels en andere dieren, met alle gevolgen van dien; plastic zwerfvuil in zee, ook bekend als plastic soep, een groeiend probleem is met negatieve ge• volgen voor de veiligheid, economie en de gezondheid; Verzoekt het college van burgemeester en wethouders om: 1. als college het goede voorbeeld te geven en geen ballonnen uit te delen of op te laten bij evene• menten die door de gemeente worden georganiseerd; 2. bij het afgeven van evenementenvergunningen actief het oplaten van ballonnen te ontmoedigen en alternatieven aan te dragen; 3. het oplaten van ballonnen te ontmoedigen bij evenementen waarvoor géén vergunning vanuit de gemeente nodig is; 4. hierover actief te communiceren met inwoners en bedrijven in het kader van milieu-, dierenwel• zijns- en veiligheidsbeleid, alsmede te wijzen op milieuvriendelijke alternatieven;; En gaat over tot de orde van de dag. '

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): Wellicht kan het zo op meer steun rekenen.

De voorzitter: Oké. Ik had het voorstel om het als volgt te doen: eerst het amendement, dan het hoofdbesluit en dan de moties. Die worden dan ook nog in stemming gebracht en daar komt dan dus nog één wijziging op, namelijk de tekst in het dictum van motie M8. Voor het overige allemaal ak• koord om het zo te doen? Gaan we het zo doen. Dan even over het amendement. Het amendement heeft betrekking op beslispunt 2 in het hoofdbesluit. Het voorstel, meld ik u even vanuit het college, is om beslispunt 2 eruit te halen. Dat ging er dus over om het beslispunt om de Begroting 2019 in te richten op basis van de zes programma's, aangevuld met een financieel programma, eruit te laten, zodat er drie beslispunten overblijven. Als ik dat zeg, ga ik even naar de heer Scheltens, want het amendement dat zijn fractie indiende, had rechtstreeks betrek• king op beslispunt 2.

De heer Scheltens (VVD): Dan is amendement Al overbodig.

De voorzitter: Ja? Ik zie u allemaal knikken? Oké. Dan is amendement Al ingetrokken. Dan breng ik eerst het hele besluit in stemming. Dat gaat over het vaststellen van de Kadernota 2019 en de hieruit voortvloeiende financiële eonsequenties voor de jaren 2019-2022 middels een begro• tingswijziging te verwerken. Dan ga ik meteen door naar beslispunt 3: 'de Berap 2018 vast te stellen en de hieruit voortvloeiende financiële eonsequenties middels een begrotingswijziging te verwerken' en punt 4: 'kennis te nemen van het MeerjarenperspectiefGrondexploitaties'. Maar laat ik eerst even de gelegenheid geven tot het afleggen van stemverklaringen. Wie wil een stemverklaring afgeven over dit besluit? Meneer Scheltens.

De heer Scheltens (VVD): We zijn heel blij dat het college ons in ieder geval niet voor een dilemma stelt. Zoals ik al aangaf in de behandeling: we zijn altijd heel constructief en willen ook graag inder• daad voor deze Kadernota stemmen. Dus we zijn blij dat besluitpunt 2 eruit is en zullen wij dus ook inderdaad voor dit voorstel stemmen.

Mevrouw Van der Woude (GroenLinks): GroenLinks wilook graag heel constructief meedenken en mede het beleid bepalen. Echter, het beleid wat ons betreft principieel te regressief en te stringent en dat is een richting die wij absoluut niet op wensen te gaan en helaas zullen wij daarom tegen deze Ka• dernota moeten stemmen.

76 De heer Huttinga (ChristenUnie): Ook wij zijn blij met de handreiking van het college door besluit• punt 2 eruit te nemen en, net als de heer Scheltens aangaf, zijn wij daarmee niet voor het dilemma ko• men te staan dat we tegen deze Kadernota hoeven te stemmen. En dat is fantastisch, dank u wel.

De voorzitter: Ik kijk nog even rond. Zijn er nog meer stemverklaringen? Niet? Kunnen we dan over• gaan tot stemming over deze Kadernota? Ja? Wie is voor het besluit rondom deze Kadernota met bij• behorende stukken? Dan constateer ik dat alle fracties geacht worden voor het besluit te hebben ge• stemd, met uitzondering van de fractie van GroenLinks. Dan gaan we ten slotte over tot de stemming over de moties. Meneer Oldenbeuving?

De heer Oldenbeuving (CDA): U hoeft niet te schorsen -laat ik dat vooropstellen. Er ligt nu een ge• wijzigd voorstel voor motie M8 voor: dat gaat over actief ontmoedigingsbeleid - laat ik het zo maar even noemen. Ik zou wel graag willen weten - dat is bij een motie altijd essentieel - of het college de uitvoerbaarheid daarvan haalbaar acht.

De heer Arends (wethouder): Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik daar op dit moment nog geen di• recte voorstelling bij heb, maar ik zou me kunnen voorstellen dat ik daar nog eens even met mevrouw Van der Woude over ga spreken om even te kijken hoe we daar handen en voeten aan kunnen geven. Want het signaal is denk ik ook wel helder: datje iets wilt doen om iets wat schadelijk is, niet meer toe te staan. Ik ben blij dat mevrouw Van der Woude het verbod eruit heeft gehaald en dat is ook het punt van het college. Nou, en dan denk ik dat het goed is dat we hier als college goed invulling aan kunnen geven en daar komen we vast wel uit, mevrouw Van der Woude kennende.

De voorzitter: Oké. Dank u wel voor deze toelichting. De heer Linnemann.

De heer Linnemann (Wakker Emmen): Dank u. Ik wil eigenlijk nog wel een stemverklaring afleg• gen bij motie 10.

De voorzitter: Ja nee, zo ver zijn we nog niet. Ik ga ze rustig even een voor een bij langs. Nog meer even over de redactie, de inhoud en dat soort dingen, voordat we achtereenvolgens de diverse moties gaan langslopen en dan vraag ik ook steeds wel even of u nog een stemverklaring wilt afgeven. Zullen we het zo doen? Kunnen we achtereenvolgens de moties in stemming gaan brengen? Dat is het geval? Ik noem dan even de moties met de indieners en dan het onderwerp. Dat gaat ten eerste over motie MI, ingediend door de VVD, 'Rensenpark als exploitatiegebied' . Is er behoefte aan een stemverklaring? Niet? Wie is er voor deze motie? De fractie van de VVD. Wie is hiertegen? Alle overige fracties. Dan is de motie verworpen. Motie 2 is ingetrokken. Motie 3 is aangehouden. Motie 4 is ingetrokken. Motie 5 is aangehouden. Motie 6 van D66, 'Voorrang fietsers' . Behoefte aan een stemverklaring? Meneer Oldenbeuving.

De heer Oldenbeuving (CDA): De overwegingen en constateringen in de motie onderschrijven wij van harte en daarmee is het met het pijn in het hart dat we tegen moeten stemmen, omdat we denken dat dit contraproductief werkt. Jammer.

De voorzitter: Dank u wel, Andere stemverklaringen? Niet? Dan gaan we over tot de stemming en die gaat over motie M6. Wie is voor deze motie? Dat zijn de fracties van 50PLUS, D66 en GroenLinks. Wie is tegen deze motie? De overige fracties. Dan is deze motie verworpen. Gaan we naar motie M7, ingediend door D66 over het onderwerp 'sportvertrouwenspersonen' . Nog behoefte aan een stemverklaring? Niet? Dan breng ik deze motie in stemming. Wie is voor deze mo• tie? Alle fracties, zie ik. Dan is deze motie unaniem aangenomen. Dan komen we bij de veelbesproken en inmiddels gewijzigde motie M8 van GroenLinks, waarin het ging om het actief ballonnenbeleid. Wie heeft behoefte aan een stemverklaring? Niemand? Wie is voor deze motie? Bijna alle fracties, zie ik. Wie is tegen deze motie? De fractie van de PVV. Dan is de mo• tie aangenomen met steun van alle fracties met uitzondering van de PVV. Dan motie M9, ook ingediend door GroenLinks met als onderwerp 'reguleren wietteelt' . Wie heeft behoefte aan een stemverklaring? Niemand? Dan ga ik de motie in stemming brengen. Wie is voor de

77 motie? De fracties van SOPLUS, D66, GroenLinks en de SP. Wie is tegen deze motie? De overige fracties. Daarmee is deze motie verworpen. Ten slotte motie MlOvan de PVVover het onderzoek in het kader van windturbines. Is er nog behoef• te aan een stemverklaring? Dat is het geval. Mevrouw Hoogeveen.

Mevrouw Hoogeveen (D66): Wij vinden op zich een nulmeting geen rare suggestie. De uitvoerbaar• heid daarvan zal lastig worden op basis van objectiviteit: afstand, slagschaduw is te meten, ook het laagfrequent geluid is te meten. Maar in hoeverre de gezondheid en de leefbaarheid te meten is, maakt het denk ik al lastig. En we zijn het ook helemaal niet eens met de overwegingen hiertoe. Dus ondanks dat wij een nulmeting an sich geen rare suggestie vinden, maar ook omdat wij hier in Emmen ontzet• tend veel de ruimte nemen om alles zo veilig en met zo min mogelijke schade te laten verlopen, gaan wij toch niet voor stemmen.

De heer Leutscher (LEF!): Wij hebben wat door de bovenste teksten heen gekeken, in de zin van dat het een beetje stoere PVV-taal is - dat is prima, dat is allemaalook niet zo'n probleem. Dat mag, een• ieder zijn of haar eigen stijl. We hebben veel meer gekeken naar wat ze ermee bedoelden en dat is de nulmeting. Nou, we hebben altijd gepleit voor een nulmeting bij bevingsschade, want het is altijd goed dat je de burger helpt om objectief de effecten te kunnen meten. En omdát hier juist ook de juridisch• maatschappelijke discussie over is, is het in elk geval goed om de kant van de inwoner te kiezen. Dus wij gaan deze motie ondersteunen vanuit die nulmeting, ter ondersteuning van die inwoners.

De heer Linnemann (Wakker Emmen): Allereerst de constateringen: daar zijn we het niet mee eens, want die hebben geen effect op het wel of niet plaatsen van windturbines. Het tweede - en dat is ei• genlijk nog belangrijker - gaat het eigenlijk met name over het monitoren van de gezondheid. Uiter• aard hebben we welonze zorgen hierover, maar hoe gaje dit monitoren? Belangrijk is denk ik het ef• fect van het laagfrequent geluid, dus op welke afstand wil je monitoren? Hoe wil je de nulmeting doen? Moet iemand een volledig lichamelijk c.q. fysiek onderzoek hebben? Dan mag je de resultaten daarvan uiteraard niet openbaar maken. Vervolgens wordt zo'n persoon mogelijk ziek: hoe kun je dan aantonen dat het van de windmolens komt? Dus dit is volgens ons veel te vaag en daarom zullen we niet voor stemmen.

De heer Huttinga (ChristenUnie): Alle overwegingen en constateringen daargelaten wekje met deze oproep verwachtingen op en creëer je een Gordiaanse knoop in de toekomst. Oftewel, je creëert een dilemma dat niet oplosbaar en daarmee zet je in de toekomst een soort hypotheek op ons beleid, dat we moeten uitvoeren. Dus ik stel voor dat we deze motie tot ons nemen, oftewel niet steunen.

De heer Oldenbeuving (CDA): Een motie die in tweede termijn wordt ingediend, terwijl de eerste termijn er in het geheel nog geen aanleiding toe geeft. En een motie die niet ondertekend is, maakt volgens mij helemaal geen onderdeel uit van de beraadslaging. Dus kunnen wij die alleen al formeel niet steunen.

De voorzitter: Dank u wel. Dit waren de stemverklaringen? Dat waren ze. Kan ik de motie in stem• ming brengen? Het betreft motie MlO van de PVV-fractie, kortweg getiteld 'Nulmeting en periodiek onderzoek effecten windturbines'. Wie is voor deze motie? Dat zijn de fracties van de PVV, de SP, 50PLUS en LEF! Wie is tegen deze motie? De overige fracties. Daarmee is deze motie verworpen. Daarmee heb ik volgens mij na het hoofdbesluit en het in stemming brengen van de overgebleven mo• ties dit agendapunt B4 afgehandeld.

BS. Lijst A 'ingekomen stukken' en mededelingen

De voorzitter: Dan hebben wij nog agendapunt B5, de lijst A 'ingekomen stukken' en mededelingen. Iedereen akkoord hiermee? Er zijn geen mededelingen, stel ik hierbij vast.

B6. Sluiting

De voorzitter: Dan kom ik bij de sluiting van deze vergadering. Wij zijn om 15.00 uur begonnen en• als ik nog even uw aandacht mag - we hadden inderdaad vooraf bedacht of we wat later of wat eerder

78 konden beginnen. Nou, volgens mij is de voorbereiding qua planning inderdaad wel goed gegaan. Of het is omgekeerd: dat iedereen dacht dat als het om drie uur' s middags begint, je ook wel om elf uur , s avonds kunt eindigen. Maar volgens mij hebben we met elkaar een goede beraadslaging gehad over een belangrijk stuk en dat heet de Kadernota en uiteraard ook nog daarbij betrokken de Jaarstukken over 2017. Dank voor uw medewerking aan het goed verlopen van deze raadsvergadering en ik nodig graag ie• dereen uit voor een hapje en een drankje, verderop op deze vleugel. De vergadering is gesloten.

De voorzitter,

De griffier, c Qi?~ c::

79