Bach en Hoogdagen

Ricercar Consort . Philippe Pierlot Weckmann, Bach vrijdag 12 maart 2004 Bach en Hoogdagen . Seizoen 2003-2004

Klaus Mertens bas . Bob van Asperen klavecimbel en orgel J. S. Bach, Böhm vrijdag 19 september 2003

Amsterdam Baroque Orchestra . Ton Koopman Bach dinsdag 30 september 2003

Koor en Orkest Collegium Vocale . Philippe Herreweghe Bach zondag 30 november 2003

Collegium Vocale . Oltremontano . Philippe Pierlot Praetorius dinsdag 16 december 2003

Koor en Orkest Collegium Vocale . Philippe Herreweghe Bach maandag 1 maart 2004

Ricercar Consort . Philippe Pierlot Weckmann, Bach vrijdag 12 maart 2004 Ricercar Consort . Philippe Pierlot Anna Maria Friman sopraan . altus Jan Van Elsacker tenor . Stephan MacLeod bas

begin concert 20.00 uur Conjuratio pauze omstreeks 20.50 uur einde omstreeks 21.50 uur Matthias Weckmann (1619-1674) inleiding door Dirk Moelants . 19.15 uur . Vergaderzaal Zion spricht: Der Herr hat mich verlassen teksten programmaboekje Dirk Moelants coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Fotogravure Godefroit Anonymus (ca. 1664) Det är nog gelieve uw GSM uit te schakelen!

Matthias Weckmann Kommet her zu mir Weine nicht

pauze

Matthias Weckmann Wie liegt die Stadt so wüste

Johann Sebastian Bach (1685-1750) Foyer deSingel Nach dir, Herr, verlanget mich, BWV150 enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes

Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO's at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag Matthias Weckmann (1619-1674)

De musicologische interesse voor Matthias Weckmann kwam bisschoppelijke gebieden (zoals het Prinsbisdom Luik) en er in eerste instantie in het kader van een zoektocht naar de ‘vrije’ steden zoals de rijke Hanzesteden in het noorden (bij- ‘missing link’ tussen Schütz en Bach. Met Dietrich Buxtehude voorbeeld Hamburg en Lübeck). Eeuwenlang was het keizer- (1637-1707) en een aantal jongere tijdgenoten als Johan rijk de behoeder van de katholieke leer, maar bij de refor- Pachelbel (1653-1706) en (1665-1697) zijn er matie kozen heel wat (vooral noordelijke) staten voor het wel duidelijk een aantal onmiddellijke voorgangers van protestantisme. De keizer bleef echter een katholiek, met Bach in de Noord-Duitse school. Maar van de generatie voor name een Oostenrijkse Habsburger. In het begin van de Buxtehude is relatief weinig bekend. Niet toevallig is dit de zeventiende eeuw wilde de keizer het katholicisme herin- generatie die opgroeide tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618- voeren in Centraal-Europa en tegelijkertijd zijn gezag ver- 1648), een uitermate woelig en bloederig conflict waarop we sterken. Als in 1618 in Bohemen een protestantse opstand later nog terugkomen. Heinrich Schütz (1585-1672) wordt uitbreekt is dit voor keizer Ferdinand II aanleiding om een algemeen gezien als de vader van de Duitse barokmuziek. Als verbond te sluiten met de zuidelijke katholieke vorstendom- leerling van Gabrieli en vriend van Monteverdi, nam hij de men en om met de hulp van zijn Spaanse verwanten het Italiaanse ‘nieuwe stijl’ mee over de Alpen. De ontwikkeling hele zuiden te veroveren. Dit vormt de eerste fase van de van de Duitse barok vanuit die Italiaanse invloeden, geënt Dertigjarige Oorlog. In de volgende jaren zal de ‘actie’ zich op de eigen traditie is echter heel wat minder duidelijk. Dit echter naar het noorden verplaatsen. Een invasie van Dene- heeft veel te maken met de politieke situatie in Duitsland in marken wordt afgeslagen en het keizerlijk gezag wordt ook die periode. Twee belangrijke breuklijnen doorsnijden Duits- in het noorden gevestigd tot Zweden, met de steun van land: de tegenstelling tussen protestantse en katholieke Nederland, Engeland en ook Frankrijk binnenvalt en het gebieden en de spanning tussen de locale vorsten en het noorden opnieuw onder protestantse heerschappij brengt. centrale gezag van de keizer in Wenen. Formeel is er een Het conflict was uitermate bloedig, met zowat 300.000 ‘Heilig Rooms Rijk der Duitse Natie’, gesticht na de dood van gesneuvelden, maar nog veel meer slachtoffers door onder- Karel de Grote in het Verdrag van Verdun (843). Dit ‘rijk’ voeding en ziektes en talloze plunderingen. Naar schatting loopt van Noord-Italië tot Polen en ook het grootste deel zakte de bevolking van het keizerrijk op dertig jaar van 21 van de Nederlanden maakte er deel van uit. In de praktijk miljoen tot 13,5 miljoen, waarbij sommige gebieden in het bevat het echter een lappendeken van onafhankelijke sta- noorden tot 2/3 van hun bevolking verloren. Uiteindelijk ten: seculiere vorstendommen (van kleine stadsstaten tot werd in 1648 de vrede van Westfalen gesloten, waarbij Zwit- relatief grote vorstendommen als Beieren of Brandenburg), serland en Nederland uit het rijk stapten en een aantal grensgebieden aan Frankrijk en Zweden werden afgestaan. alles op kosten van de keurvorst in Dresden. In 1636 keert Binnen het keizerrijk werd de macht van de deelstaten her- hij terug naar het hof om te werken aan de hofkapel, maar steld en werd Duitsland opnieuw een lappendeken van sta- wordt in deze woelige tijden vaak op missie gestuurd. Zo ten en staatjes met uiteenlopende staatsvormen. Deze hete- wordt hij in de periode 1644-46 ‘uitgeleend’ aan de Deense rogeniteit zal ook een grote invloed hebben op de hofkapel in Nykøbing. Bij zijn terugkeer in Dresden maakt ontwikkeling van de Duitse muziek. De verschillende gebie- hij kennis met Johann Jacob Froberger, met deze leerling den zullen immers andere culturele invloeden hebben, bij- van Frescobaldi zal hij een lange vriendschapsband sluiten voorbeeld door de aanwezigheid van Franse of Italiaanse en hij zal ook een belangrijke invloed hebben op zijn werk. musici, en een eigen stijl kunnen ontwikkelen, maar tegelijk Bekend is echter vooral de anekdote dat er een competitie, maakt de aanwezigheid van zoveel verschillende potentiële een soort van muzikaal gevecht werd georganiseerd tussen werkgevers binnen een relatief klein gebied de mogelijkhe- de locale meester Matthias Weckmann en de beroemde den tot mobiliteit erg groot. Er is dus een veelheid aan stij- bezoeker Froberger. Deze laatste was op dat moment ech- len, en componisten krijgen de kans om de diverse stijlen te ter de organist van de keizer, en om zeker te zijn dat hij niet absorberen en ontwikkelen zo een erg persoonlijke stijl zou beledigd worden, werd Weckmann gedicteerd om waarin de individuele expressie en creativiteit centraal slechts op halve kracht te spelen! In 1655 neemt Weckmanns staan. Een product hiervan is de zogenaamde ‘stilus phan- leven een nieuwe wending: hij wordt, na een spetterende tasticus’ van de Duitse componisten uit de tweede helft van auditie, benoemd tot organist aan de Sint-Jacobikerk en de de zeventiende eeuw, een componeerstijl gebaseerd op con- Gertrudenkapelle in Hamburg. Hiermee wordt hij een cruci- trasten, waarin de meest uiteenlopende stukken muziek ale figuur in het muziekleven van deze belangrijke, rijke naast elkaar geplaatst worden. Eén van de componisten die Hanzestad. Dit niet enkel binnen het kerkelijke muziekle- deze stijl ontwikkeld hebben, is Matthias Weckmann. ven, maar ook in het seculiere. Zo richt hij in 1660 een ‘col- legium musicum’ op dat wekelijks concerten verzorgde met Matthias Weckman(n) werd waarschijnlijk in 1616 geboren ‘de beste muziek uit Venetië, Rome, Wenen, München, Dres- in Niederdorla, een dorp bij Mühlhausen (waar Bach korte den,…’ voor de burgerij van de stad. Enkele jaren later zou tijd werkzaam was) in Thüringen, dat vandaag enige in de stad echter de pest uitbreken, één van de laatste grote bekendheid gekregen heeft als het geografische middelpunt uitbraken van de ziekte in West-Europa. Weckmann zelf van het verenigde Duitsland. Weckmanns vader was een overleefde de epidemie, maar hij verloor zijn vrouw en vele kunstminnende dominee en als zijn zoon een duidelijke aan- vrienden en collega’s. Buiten een kort bezoek aan zijn vori- leg voor muziek vertoonde, bracht hij hem toen hij een jaar ge werkgever in Dresden blijft hij echter in Hamburg. Tot of twaalf was naar Dresden, waar Heinrich Schütz de verant- aan zijn dood in 1674 blijft hij er zijn eerbiedwaardige func- woordelijkheid opnam voor zijn muzikale opvoeding. Hij ties vervullen. neemt Weckmann in 1633 mee naar Hamburg om daar te gaan studeren bij de bekende organisten Heinrich Scheide- Weckmanns originele compositiestijl wordt gekenmerkt mann en Jacob Praetorius, een leerling van Sweelinck, dit door een sterke persoonlijke expressie en een meesterschap van verschillende stijlen. Van Schütz kreeg hij de Italiaanse hemelse verrukkingen van het amen van ‘Weine nicht’. In zin voor harmonie en expressieve tekstzetting mee en van elk geval zijn de kwaliteit en originaliteit van deze werken Praetorius het meesterschap van het contrapunt in de stijl zodanig groot dat we Weckmann niet enkel moeten van Sweelinck. Zijn vriend Froberger stuurde hem partituren beschouwen als de ‘missing link’ tussen zijn leraar Schütz en met Franse muziek die hij gretig bestudeerde en uitvoerde de latere evoluties met Buxtehude en Bach, maar als een in de concerten waaraan hij deelnam in Dresden en later componist die ook op zichzelf een volwaardige plaats ver- met zijn eigen collegium musicum in Hamburg. Al deze dient in de muziekgeschiedenis en in het concertleven. types van werken vinden we ook terug in een aantal bewaarde handschriften van de hand van Weckmann, vaak voorzien van interessante commentaren. Deze handschrif- ten zijn ook de belangrijkste bron voor zijn eigen werk. Dat bestaat in hoofdzaak uit klavierwerken, een aantal sonates voor ensemble en een reeks religieuze vocaal-instrumentale werken. Hiervan zijn er een twaalftal bewaard gebleven. In navolging van Schütz, maar in tegenstelling tot de meeste van zijn tijdgenoten, baseert hij zich hierbij volledig op bij- belse teksten. We vinden dus geen koralen of eigentijdse teksten. De teksten zijn wel over de hele compositie ver- spreid en de verschillende segmenten zijn voorzien van een eigen muzikale inhoud, variërend van dichte imitatieve bewegingen, over declamatorische zang verwant met de Italiaanse recitatiefstijl tot aria’s op herhalende baslijnen. Daarnaast incorporeert hij ook instrumentale preludes en interludes in het geheel, zo bijvoorbeeld een battaglia in ‘Weine nicht, es hat überwunden’. Drie werken uit zijn vocaal-instrumentale oeuvre vormen waarschijnlijk een cyclus: ‘Wie liegt die Stadt so wüste’, ‘Zion spricht’ en ‘Weine nicht’, zij werden in dezelfde autograaf gevonden, hebben een gelijkaardige bezetting (met een instrumentatie voor twee of drie violen, drie gamba’s en continuo) en vormen ook thematisch een geheel. Het is mogelijk dat deze werken gemaakt werden als ‘antwoord’ op het uitbreken van de pest. De componist voert ons dan van de wanhoop in het openingsrecitatief van ‘Wie liegt die Stadt so wüste’ tot de Matthias Weckmann Anonymus (ca. 1664) Zion spricht: Der Herr hat mich verlassen

Zion spricht: Det är nog Er hat mich verlassen, Det är nog, Herre der Herr hat mich vergessen. Det är nog. Så tag nu, Herre, min själ, Kann auch eine leibliche Mutter Tag min själ, Herre! ihres Kindleins vergessen, daß sie sich nicht erbarme Det är nog... über den Sohn ihres Leibes? Jag, jag är ej bättre än som mina fäder. Und ob sie schon desselbigen vergäße, So will ich doch dein nicht vergessen, Det är nog....

Denn siehe, in meine Hände Hab’ ich gezeichnet, (Het is genoeg, Heer. Neem mijn ziel. Ik ben geen betere man dan spricht der Herr dein Erlöser. mijn voorvaderen.) Matthias Weckmann Matthias Weckmann Kommet her zu mir Weine nicht

Kommet her zu mir alle Weine nicht, die ihr mühselig und beladen seit, es hat überwunden ich will euch erquicken. der Löwe, vom Stamm Juda Nehmet auf Euch mein Joch die Wurzel Davids, und lernet von mir, Weine nicht. denn ich bin sanftmütig und von Herzen demütig, Das Lamm das erwürget ist, so werdet ihr Ruhe finden für eure Seele, Ist würdig zu nehmen denn mein Joch ist sanft und meine Last ist Leicht. Kraft, Reichtum und Weisheit Und Stärke und Ehre Und Preis und Lob, Lob und Ehre Und Gewalt, Von Ewigkeit zu Ewigkeit, Amen. Matthias Weckmann Wie liegt die Stadt so wüste

Wie liegt die Stadt so wüste, Man höret's wohl, die voll Volkes war. daß ich seufze, Sie ist wie eine Witwe und habe keine Tröster. die eine Fürstin unter den Heiden Mein Herz wallet mir im Leibe, und eine Königin denn ich bin hoch betrübt. in den Landern war, muß nun dienen. Ach Herr, siehe an meine Elend, denn der Feind pranget sehr. Euch sage ich allen, die ihr vorüber gehet: Schauet doch und sehet, ob irgend sei ein Schmerze wie meine Schmerze, der mich troffen hat.

Sie weinet des Nachts daß ihr die Tränen über die Wangen fließen, und ist niemand unter allen ihren Freunden, der sie tröste.

Den der Herr hat mich voll Jammers gemacht am Tage seines grimmigen Zorns Jerusalem hat sich versündiget, darum ist sie wie ein unrein Weib. Alle ihre Nächsten verachten sie, und sind ihre Feinde worden. Nach dir, Herr, verlanget mich, BWV150

Sinfonia Coro Meine Augen sehen stets zu dem Herrn; Coro denn er wird meinen Fuß aus dem Netze ziehen. Nach dir, Herr, verlanget mich. Mein Gott, ich hoffe auf dich. Coro Laß mich nicht zuschanden werden, Meine Tage in dem Leide daß sich meine Feinde nicht freuen über mich. Endet Gott dennoch zur Freude; Christen auf den Dornenwegen Aria (sopraan) Führen Himmels Kraft und Segen. Doch bin und bleibe ich vergnügt, Bleibet Gott mein treuer Schutz, Obgleich hier zeitlich toben Achte ich nicht Menschentrutz, Kreuz, Sturm und andre Proben, Christus, der uns steht zur Seiten, Tod, Höll und was sich fügt. Hilft mir täglich sieghaft streiten. Ob Unfall schlägt den treuen Knecht, Recht ist und bleibet ewig Recht.

Coro Leite mich in deiner Wahrheit und lehre mich; denn du bist der Gott, der mir hilft, täglich harre ich dein.

Aria - Terzetto (altus, tenor, bas) Zedern müssen von den Winden Oft viel Ungemach empfinden, Oftmals werden sie verkehrt. Rat und Tat auf Gott gestellet, Achtet nicht, was widerbellet, Denn sein Wort ganz anders lehrt. Ricercar Consort Philippe Pierlot Het Ricercar Consort, verbonden aan het platenmerk Ricercar, bestaat sinds Philippe Pierlot is in Luik geboren. Hij studeerde gitaar en luit alvorens zich 1985, het jaar waarin de drie vaste leden van het ensemble - François Fer- geheel te wijden aan de viola da gamba bij Wieland Kuijken in Brussel. Op nandez, Philippe Pierlot en Bernard Foccroulle - de eerste plaatopname voor het moment dat hij zijn hoger diploma behaalde, had hij in de barokwereld de firma realiseerden. Met ‘Das Musikalische Opfer’ van Bach maakten zij in al naam gemaakt en werd hij meteen door de grootste specialisten uitgeno- datzelfde jaar hun eerste concerttournee onder de naam Ricercar Consort. digd. Hij werkte samen met La Chapelle Royale, Hespérion XX, Les Arts Flo- Het ensemble werd snel op internationaal niveau erkend, vooral op het rissants, Seminario Musicale. Philippe Pierlot is tevens dirigent van het Ricer- gebied van de Duitse barokcantate en instrumentale muziek. Zij gaven vele car Consort, een ensemble dat hij, samen met François Fernandez en concerten met onder anderen Henri Ledroit, , James Bow- Bernard Foccroulle oprichtte, en waarmee hij zich inzet om werk van van man en realiseerden een vijftigtal plaatopnames, waaronder de integrale onbekende componisten te herontdekken. Het ensemble heeft een interna- werken van Bruhns en Weckmann. In 1990 werd het Ricercar Consort uit- tionale naam verworven, vooral op het vlak van de Duitse barokmuziek. genodigd om op het Festival van Saintes de ‘Historia der Auferstehung’ van Meerdere hedendaagse werken voor viola da gamba werden voor Philippe Heinrich Schütz uit te voeren en sindsdien zijn ze regelmatig te gast op alle Pierlot gecomponeerd en bovendien is hij ook één van de weinigen die de grote festivals. Verschillende cd-opnames van het Ricercar Consort werden baryton bespelen (een strijkinstrument met sympathische snaren, waarvoor beloond met prijzen: de opname van de ‘Sonatas of Three Parts’ van Henry Haydn een honderdtal werken schreef). Philippe Pierlot is als docent verbon- Purcell ontving een ‘Choc du Monde de la Musique’; de cd met ‘Terpsicho- den aan de Hochschule für Musik van Trossingen in Duitsland. re’ van Praetorius kreeg een ‘Diapason d’Or’. Recentere cd’s zijn ‘Suites en trio’ van , de ‘Historia der Wiederauferstehung’ van Schütz, Anna Maria Friman ‘Concerti Sacri’ van Samuel Scheidt en een cd rond Ferrabosco. De Zweedse sopraan Anna Maria Friman volgde een zangopleiding aan het Barrat Due Institute of Music in Oslo, Noorwegen en later in Londen. Momen- teel doctoreert ze aan de Universiteit van York op een onderzoek rond de moderne uitvoering van middeleeuwse muziek. Ze doceert ook zang en coacht Ricercar Consort verschillende vocale ensembles. Als soliste gaf ze concerten met het Gavin Bry- muzikale leiding ars Ensemble, Peter Hill, Red Byrd, Collegium Vocale Gent en Ricercar Con- Philippe Pierlot sort. Friman was jurylid op de wedstrijd voor vocale ensembles in het kader van het Tampere International Choral Festival in Finland in 2001 en 2003. viool François Fernandez Carlos Mena Luis Otavio Santos Contratenor Carlos Mena begon zijn muzikale opleiding in zijn geboorte- Maia Silberstein stad Vitoria in Spanje. Hij volgde masterclasses bij Charles Brett en haalde viola da gamba zijn diploma in renaissance- en barokmuziek aan de Schola Cantorum Basi- Philippe Pierlot liensis, waar hij studeerde bij Levitt en Jacobs, Kirkby en Cash. Hij verdiepte Kaori Uemura zich ook in middeleeuwse muziek bij Dominique Vellard en is tevens thuis Rainer Zipperling in het operarepertoire. Mena wordt regelmatig als solist gevraagd door fagot ensembles als Hespérion XX, Ricercar Consort, Capella Reial de Catalunya, Philippe Miqueu Ensemble Gilles Binchois, Il Seminario Musicale, Orphenica Lira en de Ame- rican Bach Soloists. Hij was reeds te horen in het Auditorio Nacional de orgel Madrid, Palau de la Musica in Barcelona, Konzerthaus Wien, Chapelle Roya- le van Versailles, Arsenal de Metz, Sakura Hall in Tokyo, Alice Tully Hall in New York, Sidney Opera House, Concert Hall van Melbourne en Teatro Colón in Buenos Aires. Aan het Teatro Guaira in Brazilië vertolkte hij Orfeo in ‘Orfeo ed Euridice’ van Gluck en in het Teatro Real de Madrid was hij de Pastor in Monteverdi’s ‘Orfeo’. Mena buigt zich ook over twintigste-eeuws repertoire van Stravinsky, Britten, Orff, Bernaola en Bernstein. Als docent oude muziek was hij geruime tijd verbonden aan het conservatorium van Madrid en aan de universiteit van Salamanca. Jan Van Elsacker Jan Van Elsacker deed zijn eerste zangervaringen op bij het Antwerps Kathe- draalkoor onder leiding van Jan Schrooten. Aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen behaalde hij eerste prijzen zang en piano bij Liane Jespers en Frederic Gevers. Later volgde hij lessen bij Dina Grossberger en Tom Sol en nam deel aan masterclasses bij Noëlle Barker. In 1996 werd hij laureaat op het internationale solistenconcours Musica Anti- qua Brugge en hij werd geselecteerd voor de Erna Spoorenberg Vocalisten Presentatie. Van Elsacker gaf concerten met het Collegium Vocale Gent, La Petite Bande, de Nederlandse Bachvereniging, Capella Musicae Graz, Cur- rende, Ex Tempore, Ricercar Consort, La Fenice, Collegium Instrumentale Brugense, Huelgas Ensemble, Capilla Flamenca, Zefiro Torna, L’Arpeggiata enz. Tijdens het Festival Musica Antiqua 2003 in Brugge was Jan Van Elsacker de centrale figuur in de middagconcerten waarin hij tijdens vier concerten werken bracht van Schumann, Haydn, Monteverdi en Schütz. Hij gaf ook een reeks liedrecitals met pianisten Claire Chevalier en Jos van Immerseel. Op cd is Van Elsacker onder meer te beluisteren in de Mariavespers van Monteverdi onder leiding van Florian Heyerick. Met Akademie nam hij de ‘Geistliche Konzerte’ en ‘Die sieben Worte Jesu Christ’ van Schütz op. Deze cd werd bekroond met een Diapason d’Or.

Stephan MacLeod Stephan MacLeod studeerde zang bij Kurt Moll aan de Musikhochschule van Keulen. In 1990 begon hij zijn carrière als winnaar van de Bourses Bonardel in Vevey in een reeks liedrecitals in Genf, Keulen, Bonn, Parijs en Venetië. In 1994 won hij een beurs van de Züricher Stiftung Ernst Göhner. Als solist werkte hij samen met Frieder Bernius, Michel Corboz, John Duxbury, Rein- hard Goebel, Philippe Herreweghe, Jos van Immerseel, Konrad Junghänel, Peter Neumann en Helmuth Rilling. Het repertoire van MacLeod omvat hoofdzakelijk opera’s en oratoria uit barok, klassiek en romantiek, maar hij heeft ook een grote interesse voor het Duitse lied en voor twintigste-eeuw- se werken.