Herengracht 502 Ambtswoning Van De Burgemeester Van Amsterdam Inhoud
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Herengracht 502 Ambtswoning van de burgemeester van Amsterdam Inhoud Welkom in het huis van de burgemeester 4 Voorgevel 9 Belangrijke bewoners 10 Het onderhuis 12 Tuin 17 Eerste verdieping 21 Burgemeesterskamer 22 Burgemeesters 24 Eetzaal 29 Balzaal 33 Damessalon 36 Een monument in gebruik 40 2 3 Welkom in het huis van de burgemeester 4 5 Al eeuwenlang is Herengracht 502 een huis waarin gewoond en gewerkt wordt. Sinds 1927 heeft dit pand de functie van ambtswoning, maar in de eeuwen daarvoor is het bewoond door verschillende families, die het steeds hebben aangepast aan hun eigen smaak en wensen. Het huis leest als een staalkaart van decennia, zo niet eeuwen, van internationale uitwisseling. Onder andere souvenirs uit Italië, verwerkt in de haardschouwen, en kostbare negentiende-eeuwse tapisserieën uit Frankrijk laten zien dat Amsterdam niet alleen nu een wereldstad is, maar ook altijd al is geweest. Voor meer informatie kijk ook op www.amsterdam.nl/ ambtswoning De ambtswoning in gebruik: een ontvangst in de eetzaal 6 7 Voorgevel Herengracht 502 wordt ook wel het Huis met de Kolommen genoemd, naar de witte zuilen die de entree flankeren. De huidige zuilen staan er al ruim tweehonderd jaar; omstreeks 1791 verving architect Abraham van der Hart een ouder paar. Naast de voordeur ligt een steen met een tekst die herinnert aan de keerzijde van de rijkdom van Amsterdam; de slavenhandel. De eerste bewoner, Paulus Godin, werd na de bouw van het huis bewindhebber van de West-Indische Compagnie (WIC) en directeur van de Sociëteit van Suriname en handelde in tot slaaf gemaakten. Voor meer informatie zie ook www.amsterdam-slavernij.nl/item/herengracht-502 De ambtswoning met de door witte zuilen geflankeerde voordeur 8 9 Belangrijke bewoners Karel van Aalst Paulus Godin Andries Adolph Deutz van Assendelft Louise van Loon-Borski, bijgenaamd Loucky Directeur van de Nederlandsche Han- De eerste bewoner van het pand, dat in Nazaat van Paulus Godin, liet in 1791 het huis Vrouw van Hendrik van Loon die het pand in del-Maatschappij. Van Aalst doneerde het 1672 werd opgeleverd. Wallerant Vaillant, grondig verbouwen naar een ontwerp van ar- 1869 kocht en opdracht gaf tot een nieuwe pand in 1927 aan de gemeente Amsterdam. 1674. Collectie RKD/IB, Den Haag chitect Abraham van der Hart. Alexandre Jean grote verbouwing. Alexandre Cabanel, 1887. Collectie Stadsarchief Amsterdam Dubois-Drahonet. Collectie RKD/IB, Den Haag Collectie Museum van Loon, Amsterdam 10 11 Het onderhuis Gasten en bewoners worden al honderden jaren ontvangen in het onderhuis, in de rijk vormgegeven vestibule. De deur aan de achterzijde van de vestibule diende oorspronkelijk om de ruimte af te schermen van het erachter gelegen dienstgedeelte, met grote keuken en tuinkamer, een diensttrap en de provisiekelders. Om het huishouden in het grachtenpand perfect te laten functioneren was aardig wat personeel nodig. In 1800 waren er wel vijftien personeelsleden in dienst. Van de dienstvertrekken is de keuken, met een grote stookplaats, het best bewaard gebleven. In de garderobe staat een borstbeeld van Karel van Aalst, die het pand in 1927 doneerde aan de gemeente. 12 13 De keuken met een grote stookplaats betegeld met ‘witjes’ en een oven uit omstreeks 1790 14 15 Tuin Achter de gevels aan de grachtengordel gaan vaak behoorlijk diepe tuinen verborgen. Zo ook achter Herengracht 502. De huidige geometrische opzet is ontworpen door H.J.M Walenkamp omstreeks 1908, in Franse stijl. Job Cohen, burgemeester van 2001 tot 2010, zei over een monumentale beuk in de tuin van de ambtswoning: “Ik realiseer me dat mijn voorgangers hier naar dezelfde boom hebben staan kijken. Dat is een bijzonder besef.” Aan het einde van de tuin staat het koetshuis uit 1684. Dit gebouw is in 1907 verkocht. Tegenwoordig is in het koetshuis een appartementencomplex gevestigd. De tuin met rechts de monumentale rode beuk 16 17 Arnold Jan d’Ailly, Aan de tuin grenst in een burgemeester van 1946 tot van de smalle uitbouwen het 1956, was erg gesteld op de ‘poeijerhok’. Dit hokje werd tuin. Hij maakte graag gebruik gebruikt door het personeel van de tuin voor feesten en voor het poederen van de ontvangsten, bijvoorbeeld van pruiken van de bewoners. Eleanor Roosevelt. Tijdens zijn Het dragen van pruiken was ambtsperiode kreeg de vijver in de achttiende eeuw in zijn huidige vorm. de mode. Na het poederen Op deze foto uit 1952 werden de pruiken naar het ontvangt burgemeester d’Ailly ‘poeijerkabinet’ gebracht Spaanse dansers in de tuin naast het trappenhuis op de van de ambtswoning. De begane grond. Hier zetten vijver is hier nog in aanbouw de bewoners hun pruiken op (let op de werkmannen die voor ze het pand verlieten. naar de feestvierders kijken!). Collectie Stadsarchief Amsterdam 18 19 Eerste verdieping Via een mahoniehouten hoofdtrap komt men vanuit de vestibule op de eerste verdieping, waar zich alle ontvangstruimtes bevinden. De indeling van deze hoofdverdieping dateert nog uit de tijd van het zeventiende eeuwse huis. Vier grote vertrekken zijn rond de hal gegroepeerd. Aan de voorzijde bevinden zich de burgemeesterskamer (vroeger antichambre) en de eetzaal. Aan de tuinzijde liggen de balzaal en de damessalon, met toegang tot het balkon en een trap naar de tuin. Doorkijkje vanuit de hal naar de eetzaal 20 21 Burgemeesterskamer Aan het einde van de achttiende eeuw had deze ruimte de functie van antichambre: voorkamer of ontvangstruimte. Architect Van der Hart bracht toen de blauwe wandpanelen aan met ivoorkleurige stucdecoraties, zoals vazen, medaillons en verschillende goden en godinnen uit de klassieke mythologie. Deze kamer werd door verschillende burgemeesters gebruikt als werkkamer aan huis. Het bureau in het vertrek is door de Portugees Joodse Gemeente aan de stad geschonken. Op het bureau staan de wapens afgebeeld van de Portugees Joodse Gemeente en van Amsterdam en Holland. Typerend aan de burgemeesterskamer zijn de opvallende wandpanelen ook wel ‘grotesken’ geheten 22 23 Burgemeesters Wim Polak was burgemeester in De burgemeesterswoning heeft een tijd van oproer, van 1977 tot verschillende burgemeesters 1983. In de jaren 1970 was sprake zien komen en gaan. Elke van woningnood. Huizen werden ambtsperiode werd gekenmerkt gekraakt en spanningen namen door eigen problemen en kansen. toe, zeker toen de gemeenteraad Al tijdens de bezetting van overging tot het slopen van pan- Amsterdam tijdens de Tweede den ten behoeve van de aanleg Wereldoorlog, van 1940 tot 1945, van de metro. De Kroningsoproer werd Feike de Boer benaderd van 1980 veranderde de stad in om burgemeester te worden na een waar strijdtoneel. Bij deze de oorlog. Hij bleef maar één rellen demonstreerden stadsbe- jaar burgemeester, maar wist in woners tegen de woningnood die korte tijd toch een impuls tijdens de inhuldiging van te geven aan de Amsterdamse koningin Beatrix. Polak pakte de economie en de ontwikkeling van woningnood in de stad aan en Amsterdam als havenstad. probeerde concessies te sluiten. Feike de Boer, tweede van rechts, ter gelegenheid van Wim Polak, tweede van rechts, tijdens de reis van de Commissaris Generaal naar Indonesië een gemeenteraadsvergadering in 1979 24 25 Ed van Thijn was burgemeester van 1983 tot 1994, een lange ambtsperiode. Ook hij had tijdens zijn werk te maken met krakers, die zich steeds vaker in grote groepen organiseerden. Ook kenmerkte zijn ambtsperiode zich door zijn inzet voor integratie. Hij zette zich in om in de stad de relatie tussen autochtonen en ‘nieuwe Amsterdammers’ te verbeteren. In 1996 was een bijzonder gezelschap te gast in de ambtswoning; het hele eerste elftal en het bestuur van voetbalclub Ajax. Schelto Patijn, burgemeester van 1994 tot 2001, ontving de club in de woning naar aanleiding van de overwinning van de Europese en Nederlandse Supercup. De avond werd bekroond door middenvelder Edgar Davids, die een ijssculptuur in de vorm van een voetbal van het buffet pakte, om er vervolgens mee naar buiten te rennen en het vakkundig de gracht in te tikken. Burgemeester Ed van Thijn opent een tentoonstelling 1984 26 27 Eetzaal Deze kamer aan de voorzijde is lang gebruikt als de tweede antichambre en kreeg in 1870 de functie van eetzaal, na een verbouwing in opdracht van de familie Van Loon-Borski. Mevrouw Van Loon-Borski, Loucky, had een Franse smaak. De verbouwing werd daarom uitgevoerd in navolging van de Franse mode, waarbij zowel de wandbetimmering als het stucplafond beschilderd werden met een patroon van notenhout. Een van de houtgesneden deurpanelen is voorzien van muziekinstrumenten en een notenbalk met de beginmaten van de Marseillaise. Ook de tapisserie uit Parijs op de wanden is bijzonder goed bewaard gebleven. Het meubilair in het vertrek is ook in Parijs gemaakt in dezelfde periode. Lambrisering en tapisserie in de eetzaal 28 29 De eettafel De eettafel in de eetzaal is van een flink formaat. Hij is zo groot, dat een verhuisbedrijf wordt ingeschakeld om de tafel te verplaatsen als er een groot ontvangst plaatsvindt. Willem de Vlugt, burgemeester van 1921 tot 1941, dineerde graag met zijn vrouw in de eetzaal. Hun chauffeur en huisknecht serveerde dan het eten, gekleed in een speciaal livrei of jasje. Vanuit de eetzaal geven twee tussendeuren toegang tot de naastgelegen balzaal 30 31 Balzaal De balzaal, salon of ‘Zaal’, is het grootste en opvallendste vertrek van het huis. Ook dit vertrek is in de periode 1870-1874 heringericht naar de wens van Loucky van Loon-Borski. De schilderingen in de hoeken van het plafond zijn gemaakt door Maria Vos in 1873. Het zijn ‘trompe-l’oeil’ voorstellingen: openingen in het plafond die de buitenlucht nabootsen. Een pronkstuk is de schouw van wit marmer, waarop Pallas Athene met muzen en Homerus en Socrates zijn afgebeeld. De wanden en het meubilair van de balzaal zijn met karmozijnrood zijdedamast bekleed 32 33 Schouwen met souvenirs Schouwen met souvenirs De schouwen in de vertrekken op De schouwen in de vertrekken op de bel-etage zijn van een hoge kwaliteit.