2. Dit Is Een Madurodam-Demonstratie 3
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Nikki Sterkenburg MAAR DAT MAG JE NIET ZEGGEN De nieuwe generatie radicaal- en extreemrechts in Nederland Nikki Sterkenburg (1984) werkte ruim tien jaar als journalist voor onder meer Elsevier Weekblad en Vrij Nederland. Ze won met haar werk de Mercur voor Tijdschriftreportage van het Jaar. Ze is gepromoveerd aan de Universiteit Leiden op beweegredenen van radicaal- en extreemrechtse activisten in Nederland. Dit ebook is gemaakt op basis van druk 1 (mei 2021). © 2021, Nikki Sterkenburg Foto omslag: Robin Alysha Clemens Ontwerp: Lyanne Tonk Foto auteur: Koos Breukel NUR 320 www.dasmag.nl You’re willing to spend three hours in the mirror getting the right selfie. I would rather spend three hours arguing with racists LILY ALLEN ‘En dat al het ontzettende en gruwelijke dat er gebeurt, niet iets geheimzinnigs dreigends en ver is, buiten ons maar dat het heel dichtbij ons is, uit mensen voortkomende. En me daardoor ook weer veel vertrouwder en niet zo angstaanjagend.’ ETTY HILLESUM (1914-1943) Voor Nick, dank dat je net deed alsof je het allemaal begreep In liefdevolle herinnering aan Annie Makkinje (1926-1993), die zo veel dapperder was dan ik ben INHOUD Ik weet dat het altijd slecht afloopt DEEL 1 Straatactivisten die schreeuwend vooraan staan 1. Kijk ons nu eens samen links theedrinken! 2. Dit is een Madurodam-demonstratie 3. Ben ik nou zo’n debiel omdat ik dezelfde denkbeelden heb? 4. Rechtvaardigheidszoekers: Je kan degene zijn die daadwerkelijk de straat op gaat 5. Er komt een moment waarop we schouder aan schouder zullen staan 6. Het was niet de bedoeling dat je dit zou horen 7. Politieke Zoekers: Politiek is een vervelend toneelstuk 8. Ik zie mezelf daar 9. Vertellen we niet om bestwil? 10. De bommenlegger van rechts DEEL 2 Neonazi’s die verlangen naar het verleden 1. Die oorbellen vond mevrouw Rost van Tonningen maar niks 2. Dan moet je met opgeheven hoofd doorlopen 3. Zolang er maar één nationaalsocialist leeft, leeft de beweging 4. Liever extreemrechts dan extreem slecht 5. Spanningzoekers: Dat was de kick dus dat doe je 6. Mensen luisteren eerder als je een normaal uiterlijk hebt 7. Sociale Zoekers: Het is dat een maatje dit wilde doen 8. Baudet die het roept. Wilders die het roept. Maar wij riepen het eerst 9. Liever foute vrienden dan helemaal geen vrienden 10. Daar hebben we jóú toch voor? DEEL 3 Alt-rightaanhangers die online trollen en heimelijk dromen 1. Dit zijn echt andere jongens dan wij 2. Ik ben niet helemaal de klassieke neonazi 3. Ik wil niet te creepy overkomen 4. Zou toch vervelend zijn als dit uitkomt… 5. Ideologische Zoekers: Even het betere uit jezelf halen 6. Ik probeer het plan erachter te begrijpen 7. Ik ben een vreedzame jongen, maar als het dan losbreekt… 8. Nou even dimmen, rabiate man! 9. Ik ben er zeker van dat sommigen van jullie electoraal verkozen zullen worden 10. Het ging in de Tweede Kamer gewoon over de relatie tussen volkeren en IQ TOT SLOT Alleen maar aardige mensen Begrippenlijst Dankwoord Literatuurlijst IK WEET DAT HET ALTIJD SLECHT AFLOOPT ‘Of we extreemrechts zijn? Nee, hoor, we wilden gewoon gaan winkelen en nu gaan we met jou naar het terras.’ Als journalist van Elsevier Weekblad met een interesse in radicalisering woonde ik op een zaterdag in september 2014 een demonstratie in Den Haag bij, waarvan ik wist dat er bekende extreemlinkse activisten zouden zijn. Het was tot dan toe een inclusieve bijeenkomst geweest met veganistische hapjes. Maar de hartelijke sfeer sloeg totaal om toen drie mannen het plein naderden. Een aantal antifascisten liep er agressief op af. Enigszins bleu vroeg ik aan een van hen wie die mannen waren die zo’n heftige reactie opriepen. ‘Neonazi’s,’ gromde hij vanachter zijn grote zwarte zonnebril. Het drietal dat zo veel woede opwekte, strookte totaal niet met het beeld dat ik van neonazi’s had: ze hadden geen kale koppen en droegen ook geen bomberjacks met Nederlandse vlaggetjes of legerkisten met witte veters. Ze leken qua gympen, kleding en kapsel eerder op hipsters dan op neonazi’s. Nadat de politie hen had tegengehouden, liepen ze weg van de demonstratie. Ik besloot de veganistische hapjes te laten voor wat ze waren en achter de drie mannen aan te gaan. Zo gevaarlijk zagen ze er immers niet uit. Na wat gevatte opmerkingen over en weer volgde er een gesprek met Felix, Hans en Tobias. Ze waren inderdaad extreemrechts maar waren nergens lid van. Ze waren een soort ‘free-lance rechtsen’. Als er een demonstratie is en we kunnen die dag vrij krijgen, dan proberen we erbij te zijn, zo verklaarden ze hun aanwezigheid. ‘Maar zijn jullie dan ook echt aanhangers van het nationaalsocialisme?’ vroeg ik. Ja, dat waren ze. Ze fascineerden me. Want waarom zouden ze een demonstratie willen bijwonen waaraan extreemlinkse activisten meededen, terwijl ze vooraf al wisten dat ze ver in de minderheid waren? En hoe aardig ze ook tegen mij waren, het was het duidelijk dat ze op zoek waren naar moeilijkheden. Na ons korte gesprek gingen ze een rondje door de Schilderswijk lopen. Kennelijk was daar óók niks te beleven, want later zag ik op sociale media hoe ze vervolgens naar een krakersfestival in Utrecht waren gereden, waar ze flinke klappen hadden gekregen. ‘Ach ja, dat hoort erbij,’ vertelde Felix me een paar weken later lachend. ‘Als ik met Hans en Tobias ben, dan weet ik dat het altijd slecht afloopt.’ Ze deden me nog het meest denken aan ideologisch gemotiveerde hooligans, maar dan zonder symbolen van ‘hun’ radicaal- en extreemrechtse club. Dat die weekendactiviteiten hun ook een strafblad opleverden deerde niet. Of zoals Hans luchtig opmerkte: ‘We werden laatst na een feestje aan de kant gezet voor een alcoholcontrole. Tegenwoordig heeft de politie zo’n app waarop ze kunnen zien wanneer je bent gearresteerd en waarvoor. En bij mij bleven ze maar naar beneden scrollen…’ Ik wilde meer weten over deze mannen. Wie waren zij? Hoe waren ze actief geworden bij radicaal- en extreemrechts? Wat wilden ze bereiken? En waarom deden ze wat ze deden? Want als je daadwerkelijk streeft naar een nationaalsocialistische heilstaat, hoe zinvol is het dan om je in elkaar te laten slaan door een stel krakers? En wat zeggen ze op maandag als iemand op hun werk vraagt of ze in het weekend nog iets leuks hebben gedaan? Het antwoord erop bleek lastig te vinden. Ondanks de media-aandacht voor radicaal- en extreemrechts was er nauwelijks met mensen zelf gesproken. Ook was er maar weinig wetenschappelijk onderzoek over de activisten, zeker in vergelijking met de boekenkasten vol studies die de afgelopen twintig jaar over jihadisten zijn verschenen. En als er al wel onderzoek was, dan betrof het vaak activisten in andere landen, was het gedateerd, betrof het kleine onderzoeksgroepen of was niet met activisten zelf gesproken. Eind jaren negentig was Annette Linden de laatste onderzoeker geweest die tientallen Nederlandse activisten had geïnterviewd. Linden had onderzocht wie zij waren, waarom ze actief werden en waarom ze actief bleven. Maar dat was inmiddels al bijna twintig jaar terug en haar proefschrift daarover was pas in 2009 verschenen. Bovendien waren veel van Lindens geïnterviewden gemeenteraadslid geweest voor Hans Janmaats Centrum Democraten of CP’86. Vlak na de interviews was de structuur waarbinnen zij actief waren uiteengevallen: Janmaat verdween uit de Tweede Kamer en CP’86 werd verboden. Lindens geïnterviewden waren actief geweest bij politieke partijen met een bestuur, regels, statuten en een officiële koers. En dat terwijl mensen als Felix, Hans en Tobias juist nergens lid van waren en zich in het straatactivisme begaven. Ook verkeerden Lindens geïnterviewden allen als gevolg van hun denkbeelden in een sociaal isolement: hun buren keken hen niet meer aan, partners wilden scheiden, op familieverjaardagen waren ze niet meer welkom en werkgevers probeerden van hen af te komen. Felix, Hans en Tobias hadden daar weinig last van: ze hadden relaties, banen en naar eigen zeggen goed contact met andersdenkenden. Hoewel niet iedereen in hun omgeving goedkeurde wat ze deden, werden ze er ook niet om verketterd. Ik zag daarnaast nog een andere ontwikkeling. Vanaf 2014 was te zien hoe groepen burgers zich aangesproken voelden door thema’s die radicaal- en extreemrechts aansneed en dat zij niet bang waren om ermee te worden geassocieerd. Dat was in het verleden wel anders geweest. Eind jaren negentig waren de inwoners van Kollum in opstand gekomen tegen het azc in hun woonplaats, toen zij vermoedden dat Marianne Vaatstra door een asielzoeker was vermoord – iets wat later niet bleek te kloppen. In de media werd Kollum weggezet als agressief, racistisch en xenofoob dorp, niet in de laatste plaats omdat asielzoekers en vluchtelingen door Kollummers werden bedreigd. Maar al met al bleek Kollum geen voedingsbodem voor radicaal- en extreemrechts: inwoners wilden niks weten van groepen die de moord op Vaatstra aangrepen voor eigen gewin. Of zoals extreemrechts-onderzoeker Jaap van Donselaar destijds daarover tegen Trouw zei: ‘Op het moment dat extreemrechts zich ertegenaan gaat bemoeien, is dat voor veel protesterende mensen reden om zich in te houden.’ Vanaf 2014 was juist te zien dat burgers zich ineens gingen mengen met radicaal- en extreemrechts. Zo waren er demonstraties van Demonstranten Tegen Gemeenten (DTG), die in 2015 en 2016 protesteerden tegen de komst van nieuwe opvangcentra voor Syrische vluchtelingen. Demonstranten vormden volgens mediaberichten een mengelmoes van protesterende omwonenden, boze burgers en geharde activisten uit het radicaal- en extreemrechtse milieu. Kennelijk wisten deze activisten met hun acties en demonstraties een bredere groep burgers aan te spreken – iets wat in de jaren negentig ondenkbaar leek. Ik besloot om zelf het onderzoek op te zetten dat ik wilde lezen. Wie zijn deze nieuwe radicaal- en extreemrechtse activisten, waarom worden ze actief en waarom blijven ze actief? Ik begon er aanvankelijk als journalist mee en later ook als promovendus aan de Universiteit Leiden.