De Surinaamse literatuur 1970-1985

Michiel van Kempen

bron , De Surinaamse literatuur 1970-1985. De Volksboekwinkel, Paramaribo 1987 (bijgew. druk)

Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/kemp009suri07_01/colofon.php

Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 7

Inleiding

Dit boek is geen geschiedenis van de Surinaamse literatuur 1970-1985. Een dergelijke geschiedenis zou aan andere eisen beantwoorden dan dit boek doet, afgezien nog van de vraag of één persoon ooit in staat zou zijn een Surinaamse literatuurhistorie te schrijven. Deze studie bevat geen analyses van individuele werken of oeuvres en geeft ook geen biografische informatie over individuele auteurs. Wat dit boek wil zijn, is een materiaalverzameling waarmee zij die de weg zoeken in de Surinaamse letteren hun voordeel kunnen doen. Het boek is geen literatuurgeschiedenis, maar een documentatie die wèl dienstbaar wil zijn aan hen die zich ooit aan de taak zullen zetten zo'n letterkundige geschiedenis te schrijven. Deze documentatie valt uiteen in twee delen: het eerste deel behandelt een aantal voor de literatuurgeschiedenis preliminaire zaken (het begrip Surinaamse literatuur, het literatuurbedrijf) en beschrijft tendensen in de Surinaamse literatuur 1970-1985; het tweede deel geeft twee bibliografieën: één van secundaire literatuur over de Surinaamse letteren, gerangschikt per auteur en één van alle als afzonderlijke uitgave verschenen publikaties aangaande de Surinaamse literatuur 1970-1985. Aan een bibliografie van alle publikaties (dus ook: alle verspreide publikaties zoals tijdschrift- en kranteartikelen, bijdragen in bloemlezingen) hebben we ons niet gewaagd; zij zou een onderzoek van ettelijke jaren vergen, verricht door een full-time team.1.) Het beschrijven van tendensen in de Surinaamse literatuur stelde ons voor een aantal methodologische problemen. Allereerst: als we uitgaan van wat Surinaamse auteurs gemeenschappelijk hebben, doen we dan recht aan het (groeps)karakter van alle literaire uitingen? Is er m.a.w. sprake van een Surinaamse literatuur of een verzameling Surinaamse literaturen? Vervolgens is er het probleem van het corpus van materiaal waarop wij ons dienen te baseren. Dat impliceert dus de vraag: wat is Surinaamse literatuur? Niet moeilijk was de vraag hoe verantwoording af te leggen over onze periodisering (1970-1985); wel: hoe te laten uitkomen dat er ook altijd continuïteit bestaan heeft? Tenslotte ligt er de vraag of onze wijze van benaderen, onze analysemodellen recht doen aan de eigen aard van het Surinaamse literaire werk; in het verlengde daarvan ligt de kwestie van de herijking van het literaire waarde-oordeel. In kringen van historici en sociologen gold jarenlang het beeld dat Rudolf van Lier in 1949 van schetste als een plurale samenleving2.) voor

1.) In een enkel geval, voorzover ons bekend, is een bibliografie van de verspreide publikaties van een auteur in voorbereiding: mevr. Wonny Raveles-Resida bereidt er een voor van wijlen haar man, R. Dobru. 2.) Van Lier omschrijft de plurale samenleving als volgt: ‘In de plurale maatschappij ontbreekt de eenheid van ras en taal en bestaat typologisch verschil tussen godsdiensten; de groepen leven ook in verschillende economische sferen. De verschillen ontstaan niet door variaties binnen één cultuur, maar door de herkomst van de groepen uit volkeren met verschillende culturen. De sociale lagen vallen vaak voor het grootste gedeelte samen met de groepen, die door raciale, culturele en economische factoren verschillen.’ Rudolf van Lier, Samenleving in een grensgebied (S. Emmering, Amsterdam 19773, p. 8).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 8 toonaangevend. Op dat beeld is een correctie aangebracht door m.n. Sandew Hira die in Van Lier c.s. kritiseerde een inconsistente theorie te bieden die niet in staat bleek de Surinaamse maatschappij adequaat te analyseren; in plaats van de sociaal-psychologische aard van de rassen en de verhouding tussen de etnische blokken, gaat Hira uit van de klassenverhoudingen van waaruit de segmentering en ontwikkeling van de Surinaamse maatschappij begrepen moet worden.3.) Het is niet aan ons om in deze discussie een uitspraak te doen, maar we kunnen ons wel afvragen wat voor consequenties een standpuntbepaling in dezen heeft voor onze wijze van beschrijven van tendensen in de Surinaamse literatuur. Het zal duidelijk zijn, dat we, wanneer we het plurale model het meest geëigende vinden om de Surinaamse maatschappij te beschrijven, de beschrijving moeten afstemmen op de etnische groepen. Consequent moeten we dan ook spreken van een creoolse literatuur, een hindustaanse literatuur enz. Wij geloven niet dat dat de juiste benadering is voor de beschrijving van tendensen die ons voor ogen staat. De produktie- en consumptieverhoudingen waaronder de Surinaamse schrijver zijn werk uitbrengt, zoals door ons te beschrijven in hoofdstuk: 3 Het literatuurbedrijf, zijn voor alle schrijvers gelijk. Ook de neerslag in literair werk van de voornaamste gebeurtenissen in de vijftien jaren 1970-1985, die aan de orde komen in het vierde hoofdstuk Literatuur en maatschappij, doet zich niet aan ons voor als primair etnisch bepaald (al is het etnische element er niet geheel uit weg te denken). Daaruit volgt dat veel auteurs,ongeacht hun origine, zich bezig hebben gehouden met dezelfde themata, waarvan een inventarisatie wordt gemaakt in het vijfde hoofdstuk. Het afwijzen van het plurale concept betekent intussen nog niet dat Sandew Hira's benadering ons een analysemodel aan de hand doet dat zonder problemen kan worden toegepast. Wij gaan uit van het bestaan van gemeenschappelijke elementen binnen de Surinaamse literaire uitingen en spreken daarom van de Surinaamse literatuur en niet: literaturen. De Surinaamse auteur staat binnen de Surinaamse traditie (hoe oud of jong deze ook mag zijn), werkt mee aan de bepaling van de Surinaamse identiteit (strijdt mee, om met Fanon te spreken) en heeft zijn plaats in het historisch proces, ongeacht of dat proces zich expliciet aan zijn werk laat aflezen of niet. Zijn literaire werk (en dus ook de kwaliteit van dat werk) is niet los te zien van alle omstandigheden die wij tezamen het literatuurbedrijf noemen (hoofdstuk 3). In hoeverre zijn klasse-bepaaldheid meespeelt, wordt aangeroerd in § 3.1 De schrijver. Hier kan reeds opgemerkt worden dat de sociale gelaagdheid van de Surinaamse maatschappij zich niet direct in de literatuur weerspiegelt: literatuur is daarvoor teveel, hoewel niet uitsluitend, een bezigheid van midden- en hogere klassen. Doet dit alles recht aan de etnische invloeden die onmiskenbaar in de Surinaamse literatuur aanwezig zijn (iets wat Hira niet zal ontkennen4.))? Niettegenstaande het feit dat een breed scala van problematieken en themata

3.) Verg. Sandew Hira, Van Priary tot en met De Kom. De geschiedenis van het verzet in Suriname 1630-1940 (Futile, Rotterdam 19822). M.n. ‘1.1. Een marxistische kritiek op R.A.J. van Lier’, pp. 1-5. 4.) Hij beseft dat het raciaal karakter van het klassebewustzijn historisch gegroeid is en zal blijven bestaan zolang niet in het leerproces van een strijdsituatie de oude vooroordelen overwonnen worden. Hira a.w. pp. 17-18.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 9 door auteurs van uiteenlopende origine aan de orde werd gesteld, is er een tendens geweest van een zich heroriënteren op de identiteit van de etnische groep. Deze heroriëntatie bleek het meest manifest bij het hindustaanse bevolkingsdeel. In 1963 moest J.H. Adhin vaststellen dat de Surinaamse literatuur zich voornamelijk in haar creoolse aspect aandiende.

‘Het is om deze reden, dat eerder werd geconstateerd, dat vooralsnog de Surinaamse letterkunde niet een spiegel van de multiculturele Surinaamse samenleving is.’5.)

Hoewel er nog geen sprake is van een ‘evenredige vertegenwoordiging’ van de verschillende segmenten van de Surinaamse samenleving in de literatuur, kan wel vastgesteld worden dat in het anderhalf decennium 1970-1985 de letterkunde duidelijk beter die spiegel is gaan vormen, zij het een spiegel met wat vertekeningen. Wie kennis wil nemen van de Surinaamse literatuur, zal kennis moeten nemen van de literaire uitingen van al die groepen die zich zijn gaan manifesteren: óf met vastleggingen van wat als orale literatuur reeds bestond, óf met een schriftelijke letterkunde. Hierop willen we ingaan in § 5.1.5 waar de trots op de groepsidentiteit aan de orde wordt gesteld. Dit thema onderscheidt zich van de andere themata doordat het zich niet enkel openbaart in het expliciet aan de orde stellen ervan in literaire uitingen, maar ook door een houding, een benaderingswijze, een speuren naar specifieke aandachtsvelden van de auteurs in kwestie, met als richtpunt de etnische groep. Uitgaande van het postulaat ‘de Surinaamse literatuur’ is het van direct belang voor het corpus literaire uitingen waarop wij ons dienen te baseren, om dat begrip nader te formuleren. De terminologische verwarring in dezen is groot. § 1.2 wil hierin enig licht brengen door verschillende criteria te toetsen, om uiteindelijk te komen tot een tentatieve definitie (§ 1.2.4). Zoveel aandacht voor de vraag naar wat Surinaamse literatuur is, is mogelijk typerend voor de fase van dekolonisatie en zoeken naar eigenheid waarin Suriname en de Surinaamse cultuur verkeren. Op de gevaren van verabsolutering van het element ‘Surinaams’ in de definitie wordt nog ingegaan in de paragraaf over kwaliteit en het literaire waarde-oordeel (§ 3.11), waar begrippen als ‘eigenheid’ en ‘oorspronkelijkheid’ van een relativerende noot worden voorzien. Intussen wil hiermee geen relativering van het zoeken naar eigenheid gegeven zijn. Integendeel is onze definitie in zo'n termen gesteld dat de identiteitsbepalende kracht van elke Surinaamse literaire uiting wordt benadrukt; elke nieuwe, oorspronkelijke uiting moet een herijking van het begrip identiteit opleveren. Frantz Fanon gaat bij het benaderen van het begrip cultuur ervan uit dat een georganiseerde en bewuste strijd voor de soevereiniteit van een natie de meest volledige culturele manifestatie is die denkbaar is voor een gekoloniseerd volk. Hij zegt: ‘het nationale bewustzijn (is) de meest uitgewerkte vorm van cultuur’6.). In essentie keert hetzelfde terug in onze definitie wanneer we het begrip bewustzijn centraal stellen in het krachtenveld van enerzijds historisch-gefundeerd-zijn en

5.) J.H. Adhin, ‘Beginnend Surinaams-Hindostaanse literatuur’; in: Soela 4/5 (maart/juni) 1963, pp. 32-36. Verg. p. 32. 6.) Frantz Fanon, De verworpenen der aarde (Van Gennep/Novib, Amsterdam 19843, verg. pp. 187-188).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 anderzijds bijdragen aan het uitbouwen van het Surinaamse cultuurgoed. In het verlengde van deze opvattingen moet ook het laatste hoofdstuk gezien worden, waarin wordt ingegaan op de status van de Surinaamse

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 10 literatuur in Nederland. Onder invloed van de (marxistische) literatuursociologie en de receptieesthetica, zijn er in de laatste decennia stemmen opgegaan om onder het begrip literatuur ook de zgn. ‘contraliteraturen’ te laten vallen: lectuur, strips, beeldromans e.d. ‘Contraliteraturen’ van Surinaamse origine hebben zich eerst recentelijk in het leesaanbod aangediend; in § 3.3 zal aan het kwantitatief aspect van deze ontwikkeling enige aandacht geschonken worden. Het schaarse tot op heden verschenen werk is echter buiten beschouwing gelaten bij de analyse van de relatie maatschappij-literatuur en van de themata. De (nog steeds) overvloedig geïmporteerde buitenlandse lectuur komt in dit boek niet aan de orde. Wel is (uiteraard) afzonderlijk aandacht besteed aan de Surinaamse jeugdliteratuur (hoofdstuk 6). De afbakening van de periode 1970-1985 komt ter sprake in § 1.3. We zullen daar stellen dat, hoewel er goede redenen zijn om 1970 als een zinvolle periodiseringsgrens te zien, er ontwikkelingen zijn die over dat jaar heen reiken. Om dat te laten uitkomen beschrijven we in hoofdstuk 2 ‘Van '60 naar '70 en verder’ continuïteit en discontinuïteit in de uitbouw van de oeuvres van verschillende auteurs. In de latere hoofdstukken is zoveel mogelijk getracht aan te geven waar ontwikkelingen die in de periode 1970-1985 manifest werden. vóór die periode zijn ingezet. Hopelijk is op deze wijze vermeden dat de lezer blijft zitten met een al te fragmentarisch, historisch weinig inzichtelijk beeld van bepaalde ontwikkelingen. Een kwestie die zich bij het neerschrijven van elke paragraaf van dit boek telkens weer aandiende, was: geeft het geschetste beeld de zaken in redelijk juiste proporties weer, in hoeverre beantwoordt de benaderingswijze aan de eisen die de Surinaamse literatuur stelt en met welke normen moeten de Surinaamse letteren benaderd worden? In het algemeen zijn we geen voorstander van een al te strikte scheiding van bestudering en waardering van literatuur, maar de aard van dit boek is niet die van een (evaluerende) literaire analyse of literatuurgeschiedenis. Het eerste doel van een documentatie is zoveel mogelijk materiaal aandragen; zij die met dit materiaal gaan werken kunnen dat materiaal analyseren, van commentaar voorzien en beoordelen. Wij hebben dan ook getracht ons zoveel mogelijk aan de feiten te houden en ons te onthouden van waarde-oordelen; enkel in § 3.11 komen die om de hoek kijken ter adstructie van bepaalde beweringen met betrekking tot het Surinaamse literaire waarde-oordeel en het begrip ‘kwaliteit’. We realiseren ons echter dat waarde-oordelen altijd, zelfs in de meest uitgebreide, systematische en intersubjectieve materiaalverzamelingen binnensluipen. Alleen al om in de terminologische verwarring rond begrippen als ‘literatuur’, ‘Surinaamse literatuur’, ‘literair waarde-oordeel’ enige helderheid te scheppen, moeten bepaalde zaken tegen elkaar afgewogen en keuzes gemaakt worden. Alles herijken naar Surinaamse maatstaven is onmogelijk. We zijn niet in staat een volstrekt nieuw begrippenkader voor de verzameling literaire uitingen die we de Surinaamse literatuur noemen, te ontwikkelen. De vraag is ook of dat noodzakelijk is. De literatuurwetenschap biedt aardig wat instrumenten die zeer goed bruikbaar zijn. We zullen er dan wel voor moeten waken begrippen als ‘blijvende waardevastheid’ (Wellek) en ‘universele waarde’ met de nodige scepsis te bezien, want:

‘Het ligt voor de hand dat de opvatting volgens welke “het literaire” overal en altijd hetzelfde zou betekenen en dus in

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 11

een universele definitie zou kunnen worden vastgelegd, vooral in het eurocentrisch denkend kamp de meeste aanhang heeft (gehad).’7.)

We zullen er, met andere woorden, voor moeten waken de Surinaamse literatuur te beoordelen in cultureel evolutionistische termen, waarbij we die literatuur zien opklimmen tot een eindniveau dat gelijk is aan het niveau van het beste van de westerse literatuur. Het is in deze zin dat we kunnen stellen dat de Derde Wereld-literatuur haar eigen normen stelt en dat dus ook het literaire waarde-oordeel voor Suriname de poging tot herijking verdient die we in § 3.11 zullen ondernemen. Als we ons er maar voor hoeden die Surinaamse norm te verabsoluteren. Het lijkt ons goed hier te wijzen op de conclusie van een in 1976 in Leiden gehouden seminar, waar wetenschappers uit Afrika, Amerika en Europa debatteerden over de vraag of dezelfde methoden gebruikt kunnen worden voor literatuurwetenschappelijk onderzoek van westerse en andere literaturen. Unaniem onderschreef men de conclusie dat methoden op zich niet cultuurgebonden hoeven te zijn, als de respectieve wetenschappers zich maar bewust zijn van de beperkingen die hun eigen historische en culturele situatie met zich meebrengt.8.) Dit boek kent ook zijn beperkingen. We zullen in hoofdstuk 4 zien dat de tijd na 1970 bij uitstek een periode van de expansie van schriftelijke literaire communicatie is geworden. Dit boek baseert zich op gepubliceerd materiaal, wat betekent dat het niet de totale literaire produktie bestrijkt en kan bestrijken. Thea Doelwijt heeft met haar bloemlezingen Kri, kra! (1972) en Geen geraas of getier (1974) laten zien hoezeer wij de werkelijkheid geweld aan doen door het vele dat nog maar enkel in manuscriptvorm bestaat, buiten beschouwing te laten. Stellen we ons eens voor dat er geen Jan Voorhoeve was geweest die Trefossa ertoe overhaalde de verzameling poëzie te publiceren die we nu kennen als Trotji (1957)! Ook al is er na 1970 veel gepubliceerd (soms ook: teveel), de literaire produktie van een bepaalde tijdsspanne in een land met beperkte uitgeversmogelijkheden is altijd veelzijdiger dan wat er in die tijdsspanne zelf van naar buiten komt.9.) Het literair-historische beeld van zo'n periode kan in de loop der tijd met het verdergaan van onderzoek ingrijpend gewijzigd worden. Het spreekt voor zich dat het, gezien de omvang die het te bestrijken materiaal nu reeds heeft aangenomen, onmogelijk was om aan de orale literatuur anders aandacht te besteden dan via datgene wat er nu van op schrift is vastgelegd. Dat die vastleggingen in alle gevallen een aantasting betekenen van de aard van het orale werk, wordt betoogd in § 1.2.3 onder punt a). Zolang geen audiovisueel materiaal beschikbaar is10.), zullen we ons met schriftelijke documentatie tevreden moeten stellen. De lezer zal er begrip voor hebben, dat het voor ons ondoenlijk was, ons te begeven in het veldonderzoek van de

7.) Mineke Schipper, ‘Hoe westers is literatuurwetenschap(pelijk onderzoek)?’; in: Forum der Letteren 24 (1983) 1 (maart), pp. 44-54. Verg. p. 52. 8.) Schipper a.w., pp. 50-51. 9.) Zo bevat de bundel Nieuwe Surinaamse Verhalen (De Volksboekwinkel, Paramaribo 1986) samengesteld door Michiel van Kempen verhalen van Surinaamse schrijvers, die soms al meer dan tien jaar op uitgave lagen te wachten. 10.) Enkele banden zijn beschikbaar bij de afdeling Cultuurstudies en de afdeling Cultuur, sectie Literatuur bij het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 12 orale literatuur. Over de Surinaamse taalsituatie is aardig wat literatuur voorhanden. De talen in de letterkunde komen ter sprake in § 1.2.3 onder punt a). De paragraaf is overigens verre van uitputtend; wie zich wil verdiepen in het literaire gebruik van een specifieke taal, vindt referenties in de Bibliografische aantekeningen bij het eerste hoofdstuk. Evenmin was het doenlijk om binnen dit kader diep in te gaan op bijvoorbeeld de interferenties tussen het Nederlands en de andere talen, zoals Ramchand dat gedaan heeft voor het Engels in het Caribisch gebied.11.) We willen hier niet de zoveelste treurzang aanheffen over de stand van de Surinaamse archieven en het gebrek aan goede documentatie in Suriname. We willen volstaan met de hoop uit te spreken dat deze documentatie een richtingwijzer kan zijn voor de documentatie, ordening en archivering van het Surinaamse literaire erfgoed. Die documentatie kan in de toekomst alleen met succes geschieden, als iedereen gaat beseffen dat zelfs de kleinste aantekening onze archivische aandacht verdient (het komt nu voor, dat schrijvers niet eens de beschikking hebben over een exemplaar van hun eigen uitgaven!). Iedereen, dat betekent: schrijvers en documentalisten voorop, en de mensen in het onderwijsveld in hun kielzog, want zij zullen de vastlegging van het Surinaamse culturele erfgoed bij leerlingen en studenten moeten propageren. Ten bate van onderwijs en onderzoek is elk hoofdstuk voorzien van Bibliografische aantekeningen. Deze zijn niet enkel een verantwoording van gebruikte literatuur, zij willen vooral de weg wijzen in het bibliografisch materiaal. Om aan te geven dat sommige onderwerpen reeds bestudeerd zijn, is ook een aantal niet-uitgegeven doctoraal- en andere scripties behandeld (zij zijn ook in de tweede bibliografie in deel II van dit boek opgenomen). Omdat die scripties vaak uiterst moeilijk bereikbaar zijn, is getracht waar mogelijk beter bereikbare alternatieven te noemen. In de tekst van dit boek verwijzen jaartallenachter titels van werken naar het jaar van eerste druk, bij toneelstukken naar het jaar van eerste opvoering. Als grensmarkeringen zal de lezer regelmatig op opmerkingen stuiten die aangeven dat een bepaald terrein nog niet geëxploreerd is. Werkend aan dit boek, troffen we bij voortduring zaken aan die hier geen plaats hoefden te vinden, maar die vroeg of laat eens aandacht verdienen. Het is een koud kunstje om uit die veelheid een nieuw Multatuliaans pak van Sjaalman samen te stellen: - over de invloed van het internaatsleven op Bhai, Slory en Shrinivāsi; - over het herhalingselement als ‘vuller’ in de poëzie; - over de drankzucht als motief in de hindustaanse letteren;12.) - over de problematiek achter aangekondigde, maar nooit verschenen boeken; - over de Nederlandse literatuur in Suriname en hoe zij zich onderscheidt van en overeenkomt met de Surinaamse literatuur in Nederland.

11.) Kenneth Ramchand, ‘The Language of the Master?’; in: The West Indian Novel and its Background (Faber and Faber, London 19743, pp. 77-114). 12.) Het is niet ongebruikelijk om, wanneer men het heeft over de etnische groep, te spreken van hindo stanen. De motivatie daarvoor luidt dan dat dé term hindustanen (of in de oude spelling: hindoestanen) teveel de associatie met de hindu-religie en de groep der hindu's zou oproepen. De spelling hindostanen heeft echter geen enkele taalhistorische achtergrond. Liever hanteren we de correctere spelling hindustanen, zijnde de aanduiding voor allen, ongeacht hun religie, die van Hindustan (India) afkomstig zijn.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 13

- over de Mercedes als statussymbool in de literatuur; - over de unieke plaats van de javanen in het Caribisch gebied en het gebrek aan weerspiegeling hiervan in de Surinaamse literatuur; - over de plaats van de hond in het Surinaamse proza; enz. enz.

Rest mij aan het eind van deze inleiding een aantal mensen voor hun steun te bedanken - het zal de enige alinea in dit boek zijn die in de ik-vorm is gesteld. Zeer velen hebben aan de totstandkoming van deze documentatie meegewerkt: met adviezen, met het beschikbaar stellen van materiaal, met het geven van informatie, met het verlenen van toestemming tot het inzien van privécollecties en -bibliotheken. Achter in dit boek is een lijst opgenomen van alle personen die mij met hun steun behulpzaam zijn geweest. Op deze plaats wil ik allereerst diegenen noemen die de tekst van dit boek integraal hebben doorgenomen en van kritisch commentaar hebben voorzien: mr dr drs Jnan Adhin, Michel Berchem, drs Hein Eersel, Effendi Ketwaru, Carla Lont, Paul Nijbroek, M. Phil., drs Lia van de Pas, allen in Paramaribo, en Thea Doelwijt en mr Hugo Pos in Amsterdam. Noor de Vries (Paramaribo) voorzag het hoofdstuk over jeugdliteratuur van veel kanttekeningen. Gina Koornaar verzorgde veel tikwerk. Van dezen wil ik nog speciaal naar voren halen Effendi Ketwaru van de sectie Literatuur van het Minow, Carla Lont van het Documentatiecentrum van het Minow en Lia van de Pas: maandenlang hebben zij bijna dagelijks met aanmoedigend en kritisch commentaar mij die onontbeerlijke steun gegeven zonder welke dit boek niet was geworden wat het nu is. Aan allen, en speciaal aan deze drie, mijn bijzonder hartelijke dank.

Paramaribo, 1 mei 1986 Michiel van Kempen.

De bibliografische aantekeningen bij de hoofdstukken en de bibliografieën zijn zo goed mogelijk bijgewerkt tot medio 1987. Mijn dank gaat uit naar Frank van Dijk die vele uren heeft geïnvesteerd met zijn personal computer om te helpen een zo uitgebreid mogelijke index te maken.

Paramaribo, juli 1987 M.v.K.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 15

Deel I Tendensen

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 17

1. Literatuur, Surinaamse literatuur, periodisering

Ye shabd bhalā kyā hain Desh hain. Priyatam svadesh kaviyon ka Kaviyon ka prabhutva hain. (‘Kavi aur shabd’)

Wat zijn woorden eigenlijk? Een land. Het dierbare Vaderland van de dichters. Zij vormen de grootheid van de dichters. (‘De dichter en het woord’)

Shrinivāsi

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 19

1. Inleiding

Elke beschrijving van de Surinaamse literatuur stuit nog voor de eerste letter op papier staat op dezelfde, fundamentele vragen. De meest fundamentele vraag is uiteraard: wat dienen we onder literatuur te verstaan? Direct daarop volgt de vraag: wat is dan Surinaamse literatuur? We zullen met name bij deze laatste vraag uitvoerig stilstaan: welke complicaties deze vraag met zich meebrengt, zal onmiddellijk duidelijk zijn als we denken aan de grote groep Surinaamse auteurs in Nederland, aan de vele in Suriname gebezigde talen en aan de staatkundige positie van Suriname vóór en na 1975. Als het al mogelijk is deze vraag op enigszins bevredigende wijze te beantwoorden - te behandelen is misschien een betere term -, dienen we vervolgens verantwoording af te leggen ten aanzien van het waarom van de door ons afgebakende periode 1970-1985.

1.1 Het begrip literatuur

Wie ook maar enigermate thuis is in de literatuurwetenschap weet dat het grootste probleem van deze discipline bestaat in het afbakenen van datgene wat zij bestudeert. Het geven van een sluitende, d.w.z. universeel geldende definitie van wat literatuur nu in feite is, is tot op heden een ijdele onderneming gebleken, zozeer zelfs dat één van de meest recente studies zich niet meer aan een definitie heeft gewaagd, maar slechts een aantal factoren opsomt dat lezers ertoe brengt een tekst literair te noemen.1.) Bijzonder interessant is het te onderzoeken of literatuur in Suriname, of breder: in het Caribisch gebied, of nog breder: in de Derde Wereld, op andere wijze gedefinieerd zou moeten worden dan tot nu toe in de literatuurwetenschap gedaan wordt. Dat deze problematiek de grenzen van wat hier besproken wordt verre te buiten gaat, spreekt voor zich. Daar komt bij dat we met enige goede wil redelijk uit de voeten kunnen met wat tot nu toe vastgesteld is ten aanzien van het literaire werk. Zo bestaat er consensus2.) over dat het literaire werk (relatief) fictioneel is, dat er een zekere waarde aan toegekend moet kunnen worden, dat de materiaalbehandeling afwijkt van andere taaluitingen, dat het niet gericht is op een kortstondig of praktisch communicatief doel (zoals een telegram b.v.) en dat het vaak op meer dan één betekenisniveau gelezen kan worden. Nogmaals: er zitten heel wat haken en ogen aan elke omschrijving en dus ook aan deze, maar in de praktijk zal de vaststelling dat b.v. Shrinivāsi's Oog in oog (1974) wel en het Groot Surinaams Kookboek (1976) van Starke en Samsin-Hewitt niet als literair werk wordt aangemerkt, weinig problemen opleveren. In de beschrijving van tendensen richten wij ons op literatuur voor ervaren lezers. Hoewel kinder- en jeugdliteratuur niet geheel verwaarloosd zullen worden is de analyse van b.v. thematieken niet gebaseerd op kinder- en jeugdboeken. We spreken

1.) Jan van Luxemburg, Mieke Bal & Willem G. Weststeijn, Inleiding in de literatuurwetenschap, Muiderberg 19833. Pp. 28-29. 2.) Men vergelijke het in noot 1 genoemde boek met andere, bekende handboeken, b.v. met René Wellek & Austin Warren, Theorie der Literatuur, Amsterdam 1974 en Frank C. Maatje, Literatuurwetenschap Grondslagen van een theorie van het literaire werk, Utrecht 19774.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 verder bij voorkeur over literatuur en niet van literaire werken, omdat het ons niet te doen is om afzonderlijke literaire werken, maar om

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 20 tendensen, grote lijnen, stromingen in de Surinaamse literatuurgeschiedenis van 1970 tot 1985. Overigens zal het literatuurbedrijf (literatuurkritiek, literatuurstudie, journalistiek, uitgeverswezen, positie van de auteurs) ook de nodige aandacht krijgen.

1.2 Wat is Surinaamse literatuur?

1.2.1 Vraagstelling

De omschrijving van literatuur zoals hierboven gegeven is een algemene en doet geen recht aan specifieke kenmerken als de speciale functie die literatuur in een Derde Wereldland kan (volgens sommigen: moet) hebben, of het historisch of cultureel kader zonder hetwelk bepaalde (groepen) literaire werken niet begrepen kunnen worden. Met andere woorden: de omschrijving gaat niet uit van een pluralistische (of culturalistische) benadering. Een ideologische literatuurbenadering kan bijvoorbeeld een nationale literatuur onderverdelen in categorieën als bourgeois, liberaal, revolutionair etc. Vanuit zo'n analysemodel komt men dan tot een literatuurgeschiedschrijving waar een prescriptieve werking vanuit gaat: het stellen van een norm waaraan datgene wat geschreven is (en nog wordt) ideologisch zou moeten voldoen. Een beschrijving van de Surinaamse literatuur vanuit zo'n invalshoek zou ongetwijfeld vruchtbare resultaten kunnen opleveren. Toch zal aan zo'n beschrijving een andere vraagstelling vooraf moeten gaan en wel een die zo gecompliceerd is om te beantwoorden, dat het maar de vraag is of die ooit voor een ieder bevredigend tot een oplossing zal kunnen worden gebracht, te weten: welke schrijvers of literaire werken moeten we wel en welke niet tot de Surinaamse literatuur rekenen? Als de ene Surinamer bijvoorbeeld De rancho der X mysteries (1941) van Albert Helman wel tot de Surinaamse literatuur rekent en de andere Surinamer doet dat niet, en deze twee komen ook na uitwisseling van argumenten niet tot een vergelijk, dan kunnen wij ons achter de een of de ander plaatsen en honderd keer roepen dat die ene gelijk heeft, bewijzen kunnen we het niet. M.a.w. het begrip ‘Surinaamse literatuur’ is niet los te zien van het subject dat dat begrip hanteert: de achtergrond en het verwachtingspatroon van het subject en de tijd waarin het subject leeft, de horizon van de lezer in Gadamers termen. (In de literatuurwetenschap duidt men dit complex: object (literaire werk) - subject ook aan met de term ‘hermeneutische cirkel’.3.)) Toch kan men op redelijke gronden bepaalde grenslijnen trekken. We nemen dus als hypothese dat er wel degelijk een Surinaamse literatuur onderscheiden kan worden van een Nederlandse, een Vlaamse, een Antilliaanse. De rigoreuze opvatting van Albert Helman ‘Schrijvers in het Nederlands zijn Nederlandse schrijvers’4.) die ook Max Nord koestert, delen wij niet. Het beantwoorden van de vraag welke literaire teksten wel en welke niet tot de Surinaamse literatuur moeten worden gerekend, mag

3.) Zie Van Luxemburg e.a., a.w., pp. 71-74. 4.) Albert Helman, ‘Over “nationale’ letterkunde”, in: Sticusa Journaal 4e jaargang no. 8, 31 december 1974, pp. 3-6. Nords opvatting in “Bestaat een Antilliaanse literatuur?”; in: Sticusa Journaal 10e jaargang, 31 oktober 1980, no. 72, p. 8.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 op deze plaats ook niet achterwege blijven, omdat de beantwoording ervan bepalend is voor het corpus teksten waarop wij ons dienen

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 21 te baseren. Het zal duidelijk zijn: het probleem waarover we hier spreken is het probleem van de Surinaamse auteurs in Nederland: moeten zij wel of niet betrokken worden in een beschrijving van de Surinaamse literatuur? In wezen echter moet de vraag luiden: horen (langdurig) in het buitenland woonachtige auteurs tot de Surinaamse letterkunde? We zullen in een later hoofdstuk apart aandacht besteden aan de status van de Surinaamse literatuur in Nederland. Om tot een noodzakelijke definitie-vooraf van het begrip Surinaamse literatuur te komen, zullen we hier echter al het een en ander dienen op te merken.

1.2.2 Opvattingen

Niet weinigen hebben reeds getracht een definitie van Surinaamse literatuur te geven: John Leefmans, Peter Potter, Robby Parabirsing, Robin Raveles5.), Astrid Roemer, Wim Rutgers enz. Hun opvattingen zullen we in het navolgende tegenkomen en bespreken. Om de kwestie scherp te krijgen bekijken we eerst twee diametraal tegenover elkaar staande opvattingen: die van Parabirsing versus die van Leefmans/Roemer. Robby Parabirsing windt geen doekjes om wat hij onder Surinaamse literatuur verstaat:

‘Onder Surinaamse literatuur kunnen we verstaan de geschriften die door hier geboren, getogen en woonachtige landgenoten, geboren uit en opgevoed door hier geboren, getogen en woonachtige ouders, zijn of worden geproduceerd.’6.)

Leefmans en Roemer hebben, uitgaande van een kosmopolitische gerichtheid, te kennen gegeven dat elke schrijver die zich Surinamer voelt, ook tot de Surinaamse literatuur gerekend moet worden.7.) Beide opvattingen zijn discutabel, de eerste door haar concreetheid, de tweede door het gebrek daaraan. Parabirsing motiveert zijn stelling dat ook de ouders van een auteur in Suriname moeten zijn geboren en getogen met: ‘aangezien de doordringing van Suriname in feite pas goed merkbaar kan worden als iemand wordt opgevoed door ouders die ook hier zijn opgevoed.’ Is de waarheid van deze opvatting vanuit pedagogisch standpunt al zeer discutabel, zij reduceert bovendien een auteur al te eenzijdig tot een produkt van zijn ouderlijk milieu. Daar komt bij dat vanuit deze invalshoek de nationale integriteit van veel in Suriname geboortige Surinamers in twijfel wordt getrokken, iets waar die groep niet blij mee zal zijn. Ik rep er dan nog niet eens over dat 5.) Zeer hardnekkig wordt in literatuur de dichter R. Dobru Robin Ravales genoemd (ook in de vaak zeer slordige Encyclopedie van Suriname). Ook boven het te bespreken artikel staat Ravales. Ten onrechte: het moet zijn: Raveles. 6.) R. Parabirsing, ‘De Surinaamse literatuur’; in: Bro juni 1983 no. 1, pp. 51-56. Verg. pp. 55-56. 7.) Deze opvatting verdedigde Astrid Roemer op een literaire avond in Theater Unique te Paramaribo in augustus 1984 en valt te destilleren uit haar lezing ‘Een karikatuur van de Surinaamse literatuur of hoe Surinaamse auteurs overleven’; in: OSO jrg. 1, nr. 1 (nieuwe serie) mei 1982, pp. 32-37 (ook in Mi Doro, oktober 1981, pp. 32 e.v ). Hoewel zij in het begin van haar betoog zegt te proberen aan te geven wie de Surinaamse auteur is, gaat iets wat op een duidelijke omschrijving had moeten lijken in het verbaal geweld ten onder.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Parabirsings motivatie het vastleggen van criteria voor wat Surinaamse literatuur is, beperkt tot genetisch onderzoek.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 22

Parabirsings omschrijving van het begrip Surinaamse literatuur trekt onverantwoord nauwe grenzen. Die demonstreert hij natuurlijk weer aan het voorbeeld van Albert Helman, een auteur die de laatste jaren een tiental publikaties in boekvorm (waarvan enkele zeer lijvige) aan Suriname wijdde, maar die door Parabirsing niet tot de Surinaamse literatuur wordt gerekend:

‘Vanuit dit standpunt geredeneerd, is het begrijpelijk dat velen de werken van Albert Helman niet zien als deel van de Surinaamse literatuur. Hij is misschien wel afkomstig uit hier geboren en getogen ouders, hij is zelfs hier geboren, maar een belangrijke (sic) deel van z'n vorming heeft onder Hollandse invloed gestaan. Al schrijft hij vaak heel deskundig over Suriname, hij doet dat duidelijk niet vanuit onze tegenwoordige bril.’

Op die bril komen we straks nog terug, het is het criterium van de optiek (zie 1.2.3f) dat een nieuw element is bij Parabirsing dat in zijn (klaarblijkelijk onbevredigend gebleken) definitie niet voorkwam. Het gaat er ons hier om aan te geven hoe onhoudbaar Parabirsings positie is: als we kijken naar een in Nederland of elders in het buitenland genoten vorming, dan moeten Trefossa en Rellum, Shrinivāsi en Slory, Ferrier en Vianen en ga-zo-maar-door uit ons bestand geschrapt worden. Een onmogelijk te verdedigen zaak dus. Piekert er iemand over T.S. Eliot anders te zien dan als een Amerikaans schrijver, omdat hij zijn licht elders ter wereld ging opsteken? Pablo Neruda als een Chileen? Danilo Kiš als een Hongaar? Arthur van Schendel als een Nederlander? Bhai als een Surinamer dan? Vanzelfsprekend ziet Parabirsing de uit Suriname afkomstige schrijvers die sinds de jaren zestig/zeventig in Nederland schrijven niet als Surinaamse literatoren, al zou dit naar zijn zeggen ‘bij velen kunnen stuiten op meer emotionele dan rationele bezwaren’. We hebben al laten zien dat het ‘rationele’ in de formuleringen van Parabirsing enkel kan leiden tot verregaande willekeur. Dat neemt niet weg dat het belangwekkend is om te onderzoeken of de Surinaamse schrijvers in Nederland zich al op zulke wijze geprofileerd hebben dat van een afzonderlijke groep gesproken kan worden, zoals men binnen de Duitstalige literatuur een Oostduitse, een Westduitse, een Oostenrijkse en een Zwitserse kan onderscheiden. We zullen in een later hoofdstuk (7) zien dat er termen aanwezig zijn om van een afzonderlijke literatuur te spreken. Dit neemt niet weg dat de banden met het vaderland voor veel auteurs zo nauw zijn, dat ze zich Surinamer voelen en niet Nederlander. Dit roept de vraag op of we deze groep van auteurs niet, gezien haar beperkte ontplooiingsmogelijkheden in Suriname, als culturele ‘ballingen’ moeten zien, waarmee de legitimiteitsvraag naar hun verblijf daar impliciet gesteld is. Dat zou dan inhouden dat ze, net als de politieke bannelingen die Exilauteurs als Thomas en Heinrich Mann, Stefan Zweig, Joseph Roth waren en Alexander Solzjenitsyn is, zeker tot de literatuur van het land van herkomst gerekend moeten worden, al was het alleen maar omdat hun hart daar is, waar zij mogelijk nog eens naar terugkeren.

Een enigszins vergelijkbaar uitgangspunt kenmerkt de opvattingen van Leefmans en Roemer. Het grootste bezwaar dat kleeft aan het definiëren van de Surinaamse literatuur in termen van ‘affectie tot’ of ‘affiniteit met Suriname’ is natuurlijk dat niet-Surinamers die over Suriname geschreven hebben ook binnen de definitie vallen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Men zou dit probleem kunnen omzeilen door eenvoudigweg ‘Surinamers’ in de definitie op te nemen, maar ook dan is er slechts

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 23 sprake van een schijnoplossing: het probleem is dan verschoven van: wat is Surinaamse literatuur, naar: wie is er Surinamer? Die vraag lijkt op het eerste gezicht in de definitie van Aldert Walrecht haar oplossing gevonden te hebben:

‘() wij zouden Surinaamse literatuur niet anders willen definiëren dan de literatuur die door kinderen van het land zelf is voortgebracht.’8.)

Men voelt de bui al hangen: hoe verkrijgen we een sluitende omschrijving van die ‘kinderen van het land zelf’? G.W. Rutgers komt al tot een heel wat hanteerbaarder omschrijving als hij de woorden van Walrecht aanhaalt en dan stelt:

‘() dus literatuur geschreven door Surinamers ongeacht de taal waarin die literatuur geschreven is, de plaats waar die literatuur geschreven is en de plaats waar het verhaal zich afspeelt;’9.)

Maar elders stelt hij ook: ‘De schrijvers bekijken de wereld vanuit een andere invalshoek dan het Europese moederland’ en spreekt hij van ‘het geheel andere wereldbeeld.’10.) Om helderheid te scheppen, zullen we kort de diverse criteria de revue laten passeren om dan tot een zo sluitend mogelijke definitie te komen.

1.2.3 Criteria a) De taal

In Suriname is het Algemeen Beschaafd Nederlands de officiële taal, het Sranan tongo voor meer dan driekwart van de bevolking de geaccepteerde lingua franca en het Sarnami Hindustani de voertaal van de grootste bevolkingsgroep. Maar er is daarnaast een breed scala van andere talen die door groepen worden gebruikt: het Surinaams-Javaans, het Chinees (Hakka-dialect), de Indiaanse talen: Karaïbisch (of Kalinya), Arowaks, Trio, Wayana, Akulyo (of Akoerio), (sporadisch ook nog: Warau en Wai Wai), de boslandcreoolse talen: Saramaccaans, Matuwari, Ndyuka en Paramaccaans. Daarnaast zijn er groepen die meer talen gebruiken; de keuze van de taal wordt dan bepaald door de taalgebruikssituatie. Zo zien we in de literatuur veelvuldig het Engels voorkomen en worden door de hindustaanse bevolkingsgroep naast Nederlands, Sranan en Sarnami verschillende Indiase talen gebezigd: Hoog-Hindi en Urdu (als vormen van het Standaard-Hindustani),11.) Sanskrit en Arabisch. Het Arabisch wordt ook binnen de Libanese groep nog gebruikt, daarnaast het Libanees, als dialect van het Arabisch. In totaal dus tweeëntwintig min of meer 8.) Aldert Walrecht, Het goud van Suriname, Paramaribo 1970. P. 13. 9.) G.W. Rutgers, ‘De dichter Trefossa en de Surinaamse literatuur’; in: Ons Erfdeel 21 (1978), nr. 3 mei-juni, pp. 333-341. Verg. pp. 333-334. 10.) In een briefwisseling met Max Nord, afgedrukt als‘Bestaat Antilliaanse literatuur?’; in: Sticusa Journaal 10e jaargang, 31 oktober 1980, no. 72, pp. 8 & 9. 11.) Zie hierover J.H. A(dhin), ‘Sibilanten in het Sarnami: drie of één’; in: Bhāsājrg. 2, no. 1, december 1984, pp. 4-11. En: Sita Kishna, ‘Language and language use of the hindustani in Suriname’; in: SWI Forum, jrg. 1, nr. 2, dec. 1984, pp. 4-11.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 frequent gehanteerde talen, zij het dat niet alle in literaire zin gebruikt worden (zoals het Sanskrit) en/of een schriftelijk vastgelegde letterkunde kennen. Maar dat neemt niet weg dat we tot de principiële vaststelling moeten komen: literaire uitingen in elk van de talen die door groepen in Suriname beheerst worden, moeten tot de Surinaamse literatuur gerekend worden.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 24

Wel moeten we op deze plaats iets zeggen over het literair gebruik van de diverse talen. In de periode 1970-1985 is het Nederlands de voornaamste taal geweest die voor literaire doeleinden gebruikt werd, voor poëzie, zeer sterk voor proza, in mindere mate voor toneelwerk. Sterk Nederlands gekleurde en op het Nederlandse publiek gerichte schrijvers als Rudolf van Lier, Hugo Pos en Rabin Gangadin hielden zich strikt aan het Algemeen Beschaafd Nederlands. Bij anderen - als Ruud Mungroo en Paul Marlee - ziet men slechts marginale variaties ten opzichte van het ABN, en dan veelal op lexicaal niveau. Een behoorlijk aantal auteurs heeft gepoogd het Surinaamse taaleigen in een of andere vorm van Surinaams-Nederlands neer te leggen - we spreken dan vooral over proza. In nogal wat gevallen betekende dat, dat de beschrijvende gedeelten in ABN worden gesteld en de dialogen in meer of minder sterk gekleurd Surinaams-Nederlands, vaak doorspekt met frasen in het Sranan tongo. Bij Dobru zien we hoe gedeelten in Sranan het ABN afwisselen. Enkele schrijvers hebben gepoogd een geheel Surinaams-Nederlandse literaire taal te ontwikkelen. De geschiedenis van deze pogingen gaat terug op Albert Helman die in 1954 voor 't eerst Surinaams-Nederlands hanteerde in zijn bewerking van Green pastures/Grazige weiden van Mark Connelly. De meest omstreden van deze pogingen was zonder meer die van Edgar Cairo, die herhaaldelijk het verwijt kreeg te horen dat zijn taal niet het Nederlands van Suriname was en in Suriname niet herkend werd - een onterecht verwijt, daar Cairo er bij herhaling op heeft gewezen dat hij de taal van zijn achtergrond bewust met eigen vondsten tracht te verrijken.12.) Een andere auteur die veel van het Surinaams-Nederlandse taaieigen in zijn proza tracht weer te geven, is Rappa, die er bovendien een zeer eigenzinnige weergave van het Sranan tongo op na houdt. De voorkeur van veel auteurs om het Nederlands te hanteren, is recht evenredig aan de voorkeur van de meeste Surinaamse lezers voor die taal als leestaal; omgekeerd geldt dat door het ontbreken van leestradities weinig van het geproduceerde in andere talen in druk verschijnt. (zie hfst. 3.4 ). Het gebruik van het Sranan tongo als (literaire) schrijftaal is na 1970 praktisch beperkt gebleven tot de poëzie. Het ontbreken van een officiële spelling en van schoolonderricht in deze taal, is voor het hanteren van het Sranan tongo als schrijftaal een ernstige handicap geweest. Het pionierswerk van Koenders en later Bruma, Trefossa, Doorson en Cairo, heeft geen vervolg gekregen in nieuw gepubliceerd proza in het Sranan. Dat neemt niet weg dat er wel proza geschreven werd en dus nog op uitgave wacht; ons is bijvoorbeeld werk bekend van Doorson, Grot, Eddy Pinas, Slory en Sombra. In poëziebundels komen we wel geregeld werk in het Sranan tongo tegen: dichters als Slory en Sombra schrijven al hun werk in Surinames grootste volkstaal. Het creoolse volkstoneel ontleent zijn aantrekkingskracht voor een groot deel aan het gebruik van het Sranan. Hindi en Urdu zijn van oudsher de talen die de hindustanen literair hanteren. In de loop der jaren is het Sarnami naast die twee een plaats voor zich komen opeisen. R.M. Marhé geeft in Sarnami byākaran aan hoe het Sarnami vooral na 1975 als taal voor poëzie en proza is opgekomen, daarvóór werd het in het

12.) Zie bijvoorbeeld de stukjes ‘Het onvoltooide volk’ en ‘Predikanten-poweten & Waterige revolutionairen’ in: ‘Ik ga dood om jullie hoofd’ (1980), pp. 136-137, resp. 150-151, en ‘Kritiek op kritiek’ in Neti nanga joe!/Nacht met jou! (1978), pp. 2-3.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 25 toneel reeds gehanteerd.13.) Ook voor het Sarnami geldt de handicap waaronder het Sranan tongo te lijden heeft gehad: gebrek aan spellingsvastlegging en -uniformering en onderricht en ook het Sarnami komen we vooral in poëzievorm tegen. Met Baldewsinghs Stifa (1984) is aan het Sarnami voor 't eerst in literair proza vorm gegeven. Dankzij de emancipatorische activiteiten van Adhin vanaf de zestiger jaren, later krachtig verder gestuwd door de Sarnamibeweging in Nederland, heeft het Sarnami steeds meer terrein gewonnen. Op niet altijd even subtiele wijze is daar wel eens door uit India afkomstige mensen denigrerend over gedaan. Zo heeft M.A. Nabibaks zich op gerede gronden teweer gesteld tegen de cultuurimperialistische opvattingen van dr. Kamta Kamlesh die in het Sarnami slechts een teken van culturele stagnatie meende te kunnen bespeuren.14.) Zoals we nog zullen zien in hoofdstuk 5.1.5 bestaat de literatuur in andere talen praktisch geheel uit schriftelijke vastleggingen van orale literatuur, incidenteel werk in het Aucaans (Pakosie, Rudi Pinas), Saramaccaans (Dahwme, Akanamba) en Chinees uitgezonderd. Intussen betekent dat wel, dat verschillende talen na 1970 voor 't eerst een literatuur op schrift hebben gekregen: dat geldt zowel voor het Surinaams-Javaans, als voor verschillende Indiaanse en bosnegertalen, zoals we nog zullen zien. De grens tussen antropologisch (vaak: ritueel) en literair materiaal is daarbij niet altijd even scherp te trekken-maar het is zeker een hebi van de westerse mens, om die grens te willen trekken. Het is goed om hier onmiddellijk vast te stellen, dat er bij de vastlegging op schrift van oraal materiaal een ingreep plaatsvindt die het wezenlijke van het orale aantast: het wezen van de orale literatuur is immers gelegen in de presentatie, in de manifestatie van die literatuur door een of meer personen voor een publiek, een manifestatie die telkens weer anders is en die dus als een voorstadium van het drama beschouwd kan worden. Analyse van orale literatuur binnen die context vraagt dus om geheel andere methodieken, dan van de schriftelijke vastlegging van die literatuur. Het is zelfs nog maar de vraag of we überhaupt bij die op schrift vastgelegde letterkunde nog de term ‘orale literatuur’ mogen gebruiken. Uit dit alles moeten we dus concluderen dat verschillende Surinaamse talen na 1970 een schriftelijke letterkunde hebben gekregen. Zij het langs een wat eigenaardige weg: via de documentalist of wetenschapper als notulant van een mondelinge boodschap. In de Surinaamse literatuur neemt het Engels een speciale plaats in; nogal wat dichters hebben poëzie in het Engels geschreven. Uit deze voorliefde voor de door de meeste Surinamers best beheerste moderne wereldtaal, spreekt - naast mogelijk een zeker aftasten van de eigen mogelijkheden - een behoefte om met het Surinaamse produkt naar buiten te treden. Uiteraard ligt het dan voor de hand, dat het oog primair gericht is op het Engels als contacttaal voor het Caribisch gebied. In § 3.2 De Surinaamse schrijver in het Caribisch gebied

13.) R.M. Marhé, Sarnami byākaran. Een elementaire grammatica van het Sarnami, 's Gravenhage 1985. Verg. pp. 18-19. In een bespreking van deze grammatica stelt J.H. Adhin dat het niet juist is, dat het Sarnami vóór 1975 helemaal niet in poëzie- en prozavorm voorkwam (Bhāsā jrg. 3, no. 1, januari 1986, p. 16). Hij geeft geen voorbeelden, maar doelt waarschijnlijk op Shrinivasi. 14.) Zie het artikel in De Ware Tijd van zaterdag 11 oktober 1985 ‘Sarnami Hindi of de zachte dood van een taal’ en Nabibaks' reactie in dezelfde krant (26 oktober 1985) ‘De zachte dood van een taal: De wens is de vader van de gedachte’.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 26 komen we hierop terug. Tenslotte zij er hier nog op gewezen hoe vaak verschillende talen naast elkaar gebruikt worden binnen één literair werk. Gaat dit op voor nogal wat proza en poëzie, het geldt wel het sterkst voor het toneel en het hoorspel waar het gebruik van een bepaalde taal (Hindi, Urdu, Sarnami, soms Nederlands bij de hindustanen; Sranan tongo, Surinaams-Nederlands en Nederlands bij de creolen) direct geassocieerd wordt met bepaalde gegevenheden uit de werkelijkheid. (Hetzelfde verschijnsel doet zich ook in het toneel elders ter wereld voor, b.v. in Afrika15.). ) Verder moet erop gewezen worden dat bij de hindustanen talen vaak niet zuiver gehanteerd worden: Hindi- en Urdu-woorden bijvoorbeeld sluipen nogal eens het Sarnami binnen.

b) De nationaliteit

Indien men uitgaat van de sinds 1975 te verkrijgen Surinaamse nationaliteit als criterium voor het al of niet behoren tot de Surinaamse literatuur, zou men moeten vaststellen dat iedereen die niet geopteerd heeft voor het Surinaamse staatsburgerschap, ook niet tot de Surinaamse literatuur behoort. Dat betekent dan dat het behoren tot een literatuur afhankelijk zou zijn van een (op een betrekkelijk willekeurig tijdstip ingesteld) juridisch document. Consequent doorredenerend zou men dan tot de absurde vaststelling moeten komen dat er vóór de totstandkoming van de republiek Suriname in 1975 geen Surinaamse literatuur bestaan heeft... Het spreekt voor zich dat nationaliteit geen juist criterium is: nationaliteit in civielrechterlijke zin is geen juist criterium. De literatuurwetenschap geeft hiervan een demonstratie door het werk van T.S. Eliot, die Brits genaturaliseerd staatsburger was, tot de Amerikaanse literatuur te rekenen.

c) De plaats

Het zal na hetgeen in 1.2.2 werd opgemerkt geen betoog meer behoeven dat de plaats waar de schrijver zich bevindt niet van invloed is op de vraag of hij tot de Surinaamse literatuur gerekend moet worden. Graham Greene schreef zijn proza overal ter wereld, maar er is niemand die hem anders ziet dan als een Brits schrijver. Ongetwijfeld (maar niet noodzakelijk) heeft een langdurig verblijf in het buitenland invloed op het literaire werk van een persoon. Het is bijvoorbeeld in de wisselwerking van Surinaamse achtergrond en Europese omgeving dat de Surinaamse schrijvers in Nederland hun literaire produktie afleveren. Maar het is in datzelfde krachtenveld dat de Surinamers zich eeuwenlang in hun eigen land een identiteit moesten zien te scheppen. De enorme invloed van Nederland op onderwijs en vorming in Suriname is tot op de dag van vandaag voelbaar. In tien jaar zelfstandigheid is die niet weggewerkt. Literaire kunst van H.J.M.F. Lodewick, een tot op het merg Europees leerboek, is vanaf 1947 tot nu toe het voornaamste leerboek voor literatuur op veel scholen geweest. Het heeft vormgeving én optiek van veel Surinaamse schrijvers

15.) Zie Mineke Schipper, Afrikaanse letterkunde, Utrecht/Antwerpen 1983 (Aula 696), p. 286.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 mede bepaald, in gunstige én in negatieve zin. Het is slechts de erkenning van deze invloed die een bepaling van het eigene kan bevorderen. Dat vinden van het eigene is niet gebonden aan de landsgrenzen: het is tijdens zijn verblijf in Nederland, door studie, in het contact met Indonesische nationalisten en linkse Nederlandse schrijvers, dat Anton de Koms politieke bewustwording groeide en de basis gelegd werd voor zijn Wij slaven van Suriname (1934).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 27

Het is een noodzaak te beseffen dat een schrijver niet ophoudt een Surinaamse schrijver te zijn, wanneer hij (voor kortere of langere tijd) de landsgrenzen overschrijdt. Ten overvloede zij er hier nog op gewezen dat ook het omgekeerde van het eerder gestelde waar is: de schrijver die Suriname binnenkomt (en eventueel opteert voor de Surinaamse nationaliteit) maakt nog niet per definitie deel uit van de Surinaamse literatuur. In dit verband kan bijvoorbeeld het werk van G.H. Kroes, J.E. Bazuin en B. Roelofs ter discussie worden gesteld.

d) Waarover geschreven wordt

Indien het criterium voor een Surinaams werk zou zijn dat het verhaalgegeven of het dichterlijk of toneelobject rond Suriname of rond Surinamers geconcentreerd moet zijn, zou men moeten vaststellen dat binnen het werk van zowat elke schrijver verschillende literaturen te onderscheiden zijn. Zo moet bijvoorbeeld Peter Potter in zijn overzicht van de (Nederlandstalige) Surinaamse literatuur, bij Helman komen tot een indeling in werken met ‘een specifieke, Surinaamse inhoud’ en werken die deze inhoud niet hebben.16.) Binnen de literatuurgeschiedschrijving kan zo natuurlijk geen recht gedaan worden aan individuele schrijverschappen. Michaël Slory's Brieven aan Ho Tsji Minh uit 1969 zou niet tot de Surinaamse literatuur behoren, zijn Den préki-wroko fu wan kamoru uit 1982 wel, zij het weer met uitzondering van een gedicht als ‘Kenkiprakseri’ dat over Greneda gaat. Het zal duidelijk zijn: het onderwerp waarover geschreven wordt te zien als criterium voor wat Surinaams is, is een heilloze weg. Een aantal stukken van Shakespeare speelt zich af in Italië, maar geen zinnig mens rekent hem anders dan tot de Engelse letterkunde. Een groot deel van het literaire werk van Jorge Luis Borges en Julio Cortázar speelt zich af buiten Argentinië, Alejo Carpentiers belangrijkste romans buiten Cuba. Toch zijn het juist deze schrijvers die de Argentijnse, respectievelijk Cubaanse literatuur op wereldniveau hebben gebracht. Een schrijver die zich aan een criterium als landsgebondenheid van het verhaalgegeven gebonden achtte, zou zich op onaanvaardbare wijze in zijn verbeeldingsvrijheid beknot weten. Gelukkig storen schrijvers zich niet aan dergelijke wensen die vaders van bekrompen gedachten zijn. Ook de werken van Albert Helmans Spaanse periode horen dus tot de Surinaamse literatuur op het moment dat is uitgemaakt dat Albert Helman bij die literatuur hoort.

e) de doelgroep

R. Raveles, beter bekend als R. Dobru, heeft twee normen gegeven voor wat Surinaamse literatuur is. Eén ervan is: datgene wat geschreven is in een Surinaamse taal - we hebben het daar onder a) reeds over gehad. De andere luidt:

16.) Peter Potter, Een overzicht van de moderne Surinaamse Literatuur, Den Haag 1982, p. 4.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 ‘Het werk moet zijn geschreven vanuit ons volk en in de eerste plaats voor ons volk. Wij moeten onszelf en ons land kunnen herkennen daarin, het moet voor ons geschreven zijn.’17.).

Wat ogenschijnlijk een sluitende afbakening lijkt, valt uiteen in een drietal van elkaar te onderscheiden criteria. ‘Vanuit ons volk geschreven’ betekent dat een Surinamer de pen hanteert; ‘vanuit’ suggereert dat hij veeleer aan een Surinaamse optiek denkt, dan aan een nationaliteit (tenslotte schreef hij dit in 1973) -

17.) R. Ravales, ‘Ontwikkeling van de letterkunde’; in: J.H. Adhin (ed.), 100 Jaar Suriname, Paramaribo 1973, pp. 167-170. Verg. p. 167.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 28 we komen daarop onder f) terug. ‘Voor ons volk geschreven’ betekent dat het criterium gelegd wordt of bij de intentie van een schrijver, óf bij de beoordeling door het publiek. Waarschijnlijk bedoelt Raveles dit laatste, want hij gaat daarop door met ‘zichzelf in een literatuur kunnen herkennen’. ‘Herkenning’ is het derde criterium in Raveles' definitie. Die herkenning vindt uiteraard plaats bij het ontvangen van een literaire uiting (lezen/horen). Niemand is gerechtigd arbitrair uit te maken of een werk voor iedereen herkenning zal opleveren (zeker niet met zo'n heterogene samenstelling als die van het Surinaamse volk). Voor een volk schrijven staat niet per definitie gelijk aan herkenning door het publiek. Omgekeerd houdt herkenning door het publiek nog niet in dat het boek specifiek voor dat publiek is geschreven. Het weekblad Story en stripboeken moeten wel herkenning opleveren, want ze behoren tot de in Suriname veelgelezen lectuur. De roman Schöne Tage van de Oostenrijkse schrijver Franz Innerhofer, een verhaal over de wijze waarop een kweekje slaafse arbeid moet doen, kan heel wel voor een Surinaamse lezer herkenning opleveren. Als herkenning het criterium zou zijn, dan zou ook juist degene die Raveles (evenals Parabirsing) niet tot de Surinaamse literatuur rekent, Albert Helman, er wel toe moeten behoren, want Helman is in Suriname een van de meest gelezen auteurs. Raveles legt het criterium bij de lezers, het volk, en vooronderstelt dus een homogene groep. We hebben hier te maken met een nationalistische invalshoek die voorbijgaat aan het probleem dat er geen publiek moeilijker te definiëren is dan dat van een literair werk. Wanneer een auteur voor een volk schrijft, kan de herkenning totaal achterwege blijven doordat de structuur van zijn werk te gesloten blijft. Er voltrekt zich geen literaire communicatie omdat lezing (receptie) achterwege blijft. De auteur heeft dan zijn publiek (de literatuurwetenschap spreekt hier van de ‘veronderstelde lezer’18.)) verkeerd ingeschat. Een gedicht dat - in een extreem geval - maar door één lezer volledig begrepen kan worden, kan daarom nog wel degelijk een Surinaams gedicht zijn. Het is echter zinloos om bij een produkt dat één werkelijke lezer oplevert, te spreken van ‘geschreven voor het volk’; alles wat geschreven is voor een Surinamer is dan Surinaamse literatuur en alles wat elke individuele Surinamer onder Surinaamse literatuur verstaat is dan dus ook feitelijk Surinaamse literatuur. Een onhoudbare opvatting. Wil een schrijver schrijven voor een volk en zich aan Raveles' norm houden, dan betekent dat, dat hij ook gebonden is aan bepaalde wetten van inzichtelijkheid en eenvoud (en dus niet vrij meer is in het gebruik maken van zijn creatief vermogen). Spreken over ‘schrijven voor een volk’ impliceert dat men (ook) een kwantitatieve grootheid voor ogen heeft, een collectiviteit, een groep veronderstelde lezers. Boeken als Ferriers Atman (1968) en Marlees Proefkonijn (1985) zullen slechts (volledige) herkenning vinden bij geoefende lezers, niet bij de vage grootheid ‘ons volk’. Het probleem van literaire uitingen is dat zij bijna altijd een beperkt publiek vinden. Weinigen doorvorsen de poëzie van Michaël Slory en Johanna Schouten-Elsenhout. Niemand echter beweert dat zij niet-Surinaams zijn. Spreken we van ‘ons volk’ (daarmee doelend op het lezerspubliek) dan stuiten we altijd op problemen: literatuur wordt zelden door een grote groep gelezen; houdt men vast aan het criterium dat alles

18.) Van Luxemburg e.a., a.w., p. 111.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 29

Surinaamse literatuur is wat voor welk Surinaams individu ook herkenning oplevert, dan valt de zin van de definiëring weg. Doelgroep of publiek is dan ook niet geschikt als afbakeningscriterium. Desalniettemin zullen we hieronder zien dat Dobru's aanduiding ‘geschreven voor het volk’ intentioneel een juist element bevat.

f) De Surinaamse optiek

De eerste de beste schrijver die zegt dat hij zich niet aan de Surinaamse optiek gebonden acht, zal men gelijk moeten geven. De Surinaamse optiek bestaat niet, er is een geheel van Surinaamse optieken, een aantal. brillen om met Robby Parabirsing te spreken, een aantal invalshoeken of wereldbeelden in de woorden van Wim Rutgers. Maar ook dit veronderstelt het gemeenschappelijke element Surinaams. Laten we niet om de hete brij heendraaien: wat houdt dat Surinaams in? Hein Eersel heeft in 1964, dus lang vóór de staatsrechterlijke onafhankelijkheid, de stoute schoenen aangetrokken en gepoogd in enkele artikelen het wezen van de Surinamer aan te geven.19.) Voor hen die het ambtelijk bewijsstuk van het paspoort van minder belang achten dan de innerlijke gesteldheid van de Surinamer, bevatten de woorden van Eersel veel behartenswaardigs. Een eerste aanduiding van wie de Surinamer is: ‘Hij die de last van de gehele Surinaamse geschiedenis op zich neemt.’ Een tweede: hij voor wie het behoren tot een Surinaamse groep iets positiefs heeft:

‘Die dan het voorrecht van het Surinamerschap bezit en dit als een voorrecht beschouwt.’

We zijn hiermee al een stap dichter bij ons doel genaderd, zij het dat hetzelfde bezwaar aangevoerd kan worden als bij de literatuuromschrijving van Leefmans en Roemer: de definitie wordt gesteld in termen van datgene wat de schrijvers in kwestie er zelf van denken, er wordt niet uitgegaan van een (literatuurwetenschappelijke) descriptie van buiten af. Doen we dat wel, dan kunnen we komen tot een omschrijving van de Surinaamse optiek als: een wijze van het benaderen van de werkelijkheid waaruit een historisch bewustzijn spreekt, waarop voortgebouwd wordt op zo'n manier dat gesproken kan worden van een uitbouw van het culturele erfgoed van Suriname. Een logisch gevolg van die uitbouw is dat het werk van iemand met een Surinaamse optiek impliciet of expliciet bijdraagt aan het bepalen van de Surinaamse identiteit. Daarmee is automatisch gegeven dat het werk zich primair oriënteert op het Surinaamse volk (vatten we Dobru's woorden ‘geschreven voor het volk’ dus op als ‘met de intentie van de auteur zich primair tot Suriname te richten’, dan zijn Dobru's woorden juist). Het is daarbij niet van belang of die optiek een strikt individuele is, of een die representatief geacht mag worden voor een groep binnen de Surinaamse gemeenschap. Het doet er ook niet toe of een schrijver zich in Suriname of in de diaspora bevindt: zijn optiek bepaalt of hij tot de Surinaamse, dan wel een andere (b.v. Surinaams-Nederlandse of Nederlandse) literatuur behoort. Evenmin is het van

19.) Drs. Hein Eersel, Wie is Surinamer?, Paramaribo 1964. De navolgende omschrijvingen zijn te vinden op pp. 7, 10 en 14.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 belang dat die optiek eenvoudiger te halen zou zijn uit het ene werk, dan uit het andere. Het gaat om de totaliteit van een oeuvre van een auteur. Helman

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 30 kan langs deze weg getoetst worden, maar evenzeer Slory, Shrinivāsi, Berrenstein of Randjitsingh. Hier doet zich natuurlijk het probleem voor op welke wijze aan een werk vastgesteld kan worden, dat het een Surinaams werk is. Met de eerdere citaten van Eersel wordt een element van buiten het literaire werk binnengehaald, een biografisch element. In de woorden van Paul Nijbroek: ‘Iemand die zijn lot heeft verbonden met dit land.’20.) Die omschrijving gaat zeker op voor de dichter Bhai, maar in zijn bundel Vindu (1982) zal men tevergeefs naar een element zoeken dat specifiek Surinaams mag heten. Dit heeft niet verhinderd dat Bhai voor die bundel de eerste Literatuurprijs van Suriname werd toegekend. Het zij toegegeven: aan de definiëring kleeft een zekere vaagheid. Het was gemakkelijker geweest, wanneer we een definiëring hadden opgesteld aan de hand waarvan bij elk literair werk zonder aarzelen vastgesteld kan worden of het al dan niet tot de Surinaamse letteren behoort. De definiëring van ‘Surinaamse optiek’ zoals hierboven gegeven, biedt echter een duurzamer voordeel. Elk nieuw literair werk zal een herijking betekenen van het begrip ‘cultureel erfgoed van Suriname’. De omschrijving legt dus wel het uitgangspunt vast voor de benadering van elk nieuw literair werk. Maar zij is niet normatief en heropent dus telkens de discussie over de grenzen van de Surinaamse cultuur, i.c. literatuur, omdat elk werkelijk oorspronkelijk nieuw werk ook de grenzen van die Surinaamse literatuur aftast en herijkt. Van elk afzonderlijk literair werk zal slechts via een discussie uitgemaakt kunnen worden of we het al dan niet tot de Surinaamse literatuur moeten rekenen. Op deze problematiek zal in hoofdstuk 3 § 11 Kwaliteit, nog nader worden ingegaan.

g) De vorm

Over de vorm kunnen we kort zijn: alle geschreven literatuur en alle oraal overgebrachte literatuur, poëzie, proza of dramatiek, of nieuw gecreëerde vormen, behoort tot de Surinaamse literatuur. Om praktische redenen zal deze schets zich moeten beperken wat de orale literatuur betreft, tot datgene wat daarvan op schrift is vastgelegd.

1.2.4 Definitie

Het voorgaande in aanmerking genomen kunnen we nu komen tot de volgende omschrijving van het begrip Surinaamse literatuur: Surinaamse literatuur omvat alle orale en geschreven literatuur voortgebracht in een of meer van de door groepen gehanteerde talen van Suriname, waaruit een (historisch gefundeerd) bewustzijn blijkt van te horen tot Suriname en bij te dragen aan de uitbouw van het Surinaamse cultuurgoed. Dus: ongeacht de vorm, het individuele karakter van de uiting, het onderwerp van de uiting, de plaats waar de voortbrenger van die literatuur zich

20.) Paul Nijbroek, ‘Literatuurontwikkeling en literatuurwaardering in Suriname tegen een bredere achtergrond (3)’; in: De West zaterdag 15 juni 1985.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 bevindt, de nationaliteit van die voortbrenger, de beoogde doelgroep of het bereikte publiek van de uiting.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 31

1.3 Periodisering

In de regel vinden periodiseringen plaats op grond van een samenstel van ontwikkelingen die tezamen maken dat we kunnen spreken van een nieuw tijdvak. Het aangeven van één feit waarin men meent een historisch scharnier te ontwaren, heeft vaak iets onbevredigends, doet soms zelfs geweld aan de historische werkelijkheid.21.) Als deze schets de periode 1970-1985 wil bestrijken, dan wil met die indeling zeker niet gezegd zijn dat er geen continuiteit in de letteren over het jaar 1970 heen is geweest, of zal zijn over het jaar 1985 heen. Waaruit die continuïteit rond 1970 heeft bestaan wil het volgende hoofdstuk ‘Van '60 naar '70 en verder’ schetsmatig aangeven. Toch is er reden om bij 1970 een grens te trekken. Er is een samenstel van factoren dat het verantwoord maakt de zeventiger jaren in de Surinaamse literatuur af te scheiden van de jaren zestig. Deze factoren, die in de volgende hoofdstukken nog zullen worden toegelicht, zijn: a) een kwantitatief explosieve groei van het aantal uitgaven; b) de enorme expansie van de Surinaamse literatuur in Nederland; c) het ontstaan van een Surinaamse jeugdliteratuur van enige omvang; d) een verbreding van het tekstaanbod met Surinaamse lectuur en strips; e) het ontstaan van een behoorlijk groot aantal oeuvres; f) het opkomen van verschillende Surinaamse talen als geschreven literaire talen; g) het verschuiven van het accent van de presentatie van literair werk van mondelinge naar schriftelijke vormen (zie hfst. 4); h) de opkomst van de middenklasse-auteur; i) het verschuiven van het accent in de problematieken die aan de orde worden gesteld van sociaal engagement naar politiek engagement/strijdcultuur en identiteitsproblematiek; j) de herleving van het cabaret; k) het ontstaan van een vrouwenliteratuur; l) een sterkere mate van betrokkenheid van de Surinaamse auteur bij het Caribisch cultuurgebeuren; m) het enige omvang aannemen van de bestudering van de Surinaamse literatuur.

Deze dertien factoren in aanmerking genomen lijkt het ons zinvol om van een gewijzigde constellatie te spreken van de literatuur na globaal 1970 ten opzichte van de literatuur vóór de zeventiger jaren. Globaal, van een echte ommekeer als gevolg van één historisch feit is geen sprake geweest, al heeft bijvoorbeeld de staking van 1973 het politiek-cultureel bewustzijn in sterke mate beinvloed. De eindgrens van de door ons afgebakende periode, 1985, is in zoverre

21.) Zo is Raveles' opmerking dat 1957, het jaar van verschijnen van Trefossa's Trotji, het geboortejaar van de Surinaamse literatuur is, zeer dubieus, om niet direct te zeggen: fout. R. Ravales, ‘Ontwikkeling van de letterkunde’; in: J.H. Adhin (ed), 100 jaar Suriname, Paramaribo 1973, pp. 167-170. Verg. p. 167. Werk van Kees Neer en Tj. Arkieman is nog geschreven vanuit een min of meer Europese optiek, maar dat is toch zeker niet te zeggen van het werk van Johannes King, Wim Bos Verschuur, J.G.A. Koenders en Sophie Redmond, allemaal schrijvers vóór Trefossa. De orale literatuur negeert Raveles geheel. Is hij het slachtoffer van een te sterke westerse invloed?

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 32 willekeurig dat deze de afronding van anderhalf decennium markeert, zonder dat nu al vastgesteld kan worden waar het ‘eindpunt’ ligt of zal liggen van de periode die wij met 1970 hebben laten beginnen. Bepaalde ontwikkelingen van het begin van de zeventiger jaren lijken hun kristallisatie inmiddels bereikt te hebben (de identiteitsproblematiek), andere ontwikkelingen zijn ingezet zonder dat nu al te bepalen is wanneer zij de beginstadia voorbij zullen zijn (een Surinaamse literatuur in Nederland die zich in alle opzichten van die in Suriname onderscheidt; het aanbod van Surinaamse lectuur).

Bibliografische aantekeningen bij Literatuur, Surinaamse Literatuur, Periodisering

Algemeen

Drie bekende handboeken over literatuurwetenschap zijn: Rene Wellek & Austin Warren, Theorie der literatuur (Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam 1974; oorspronkelijke titel: Theory of Literature; vertaald door Tom Etty, T. Anbeek en J. Fontijn); Frank C. Maatje, Literatuurwetenschap. Grondslagen van een theorie van het literaire werk (Bohn, Scheltema & Holkema, Utrecht 19774); Jan van Luxemburg, Mieke Bal & Willem G. Weststeijn, Inleiding in de literatuurwetenschap (Dick Coutinho, Muiderberg 19833.

Alle drie geven een uitvoerige bibliografie.

Surinaamse literatuurtheorie

De Surinaamse literatuurtheorie staat nog in de kinderschoenen. Belangrijk zijn de in de noten genoemde artikelen van Astrid Roemer, Robby Parabirsing, Robin Raveles, Paul Nijbroek en Albert Helman. Daaraan kan nog toegevoegd worden: Peter Potter, ‘B. De term: Surinaamse literatuur’ en ‘C. Verantwoording’ in zijn scriptie Een overzicht van de moderne Surinaamse literatuur, Den Haag 1982, pp. 3-5. Over de jeugdliteratuur zie men de bibliografische aantekeningen bij hfst. 6.

Surinaamse talen

Over de Surinaamse taalsituatie is nogal wat literatuur voorhanden. Als algemene werken noemen we: - Chr. H. Eersel, De Surinaamse taalsituatie (Paramaribo 19792). Op dit materiaal is gebaseerd het gepopulariseerde artikel van dezelfde auteur ‘Suriname, een land met vele tongen’; in: Suralco Magazine Jaargang 1980/Volume 12 nr. 1, pp. 1-9 (met vertaling in het Engels);

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - het lemma ‘Taalsituatie’ in de Encyclopedie van Suriname (Elsevier, Amsterdam/Brussel 1977, p. 598); - Eddy Charry, Geert Koefoed & Pieter Muysken (eds.), De Talen van Suriname (Dick Coutinho, Muiderberg 1983). Met bijdragen van verschillende medewerkers en uitgebreide bibliografie. Het boek handelt voornamelijk over Sranan tongo, Sarnami en Surinaams-Nederlands.

Over de hindustaanse talen: - de inleiding van Sarnami byākaran. Een elementaire grammatica van het Sarnami (Stichting voor Surinamers, Den Haag 1985) van R.M. Marhé. Een uitvoerige, kritische bespre-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 33

king daarvan is die van J.H. Adhin in Bhāsā jrg. 3, no. 1, januari 1986, pp. 14-26 (eerder minder uitgebreid in OSO no. 4/2, december 1985); - Jnan H. Adhin, ‘Achtergrond en functie van het Hindrin Suriname’; in: Dharm-Prakash jrg. VI no. 1, juli 1980, pp. 5-15.

Uitvoerig over het Surinaams-Nederlands in de literatuur is: - A.J. Vervoorn, ‘Surinaamse schrijvers en het Nederlands’; in: Ons Erfdeel 1974, nr. 2, pp. 165-180.

Over het Nederlands: - A.J. Vervoorn, ‘Het Nederlands en de Surinaamse letterkunde’; in: Het Nederlands in Suriname (Uitgave Kabinet voor Surinaamse en Nederlands-Antilliaanse Zaken, 19A, Den Haag z.j., pp. 27-58; met literatuuropgave). - Over het Sarnami en het Sranan tongo in de literatuur: - de bijdragen van resp. Theo Damsteegt en Herman Wekker in: Jorg Funke (ed.), Literatuur en talen van Suriname een kennismaking (Nederlands Bibliotheek en Lektuurcentrum, Den Haag 1984).

Over de talen van de ‘minderheidsdichters’: - Edgar Cairo, Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (In de Knipscheer, Haarlem 1984, pp. 69-70). Zijn opvattingen heeft hij geventileerd in voor- en nawoorden bij praktisch al zijn dichtbundels.

Periodisering

Over periodisering m.b.t. de periode 1970-1985 bestaat geen literatuur. Literatuurtheoretische aandacht aan de periodisering van de gehele Surinaamse letterkunde, is alleen besteed door R. Parabirsing, ‘De Surinaamse literatuur’; in: Bro no. 1, juni 1983, pp. 51-56. Wel hebben verschillende anderen diverse afbakeningen en indelingen gemaakt op grond van niet altijd geëxpliciteerde criteria. We verwijzen naar genoemde scriptie van Potter, naar Lelu! Lelu! (pp. 27-43) van Cairo, naar het lemma ‘Letterkunde’ in de Encyclopedie van Suriname, naar ‘Ontwikkeling van de letterkunde’ door R. Ravales in: J.H. Adhin (ed.), 100 Jaar Suriname (Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie, Paramaribo 1973) en naar het Schrijvers prentenboek van Suriname (De Bezige Bij enz., Amsterdam/'s-Gravenhage 1979).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 35

2. Van '60 naar '70 en verder

De opdracht om, zowel individueel als collectief, aan de op- en uitbouw van het eigene te werken, betekent niet dat men niet van anderen moet overnemen. Het is zelfs een opdracht van de aloude Rig-Veda, dat wij nobele gedachten uit alle delen van de wereld tot ons laten komen. Maar er moet geen klakkeloze imitatie plaatsvinden, doch het overgenomene moet op creatieve en intelligente wijze worden verwerkt, waardoor het tot iets eigens wordt.

Jnan H. Adhin, Dharm-karm, p. 26

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 37

De periode 1970-1985 is wat haar begingrens betreft, afgebakend op grond van een samenstel van verschijnselen die in § 1.3 Periodisering op een rijtje zijn gezet en die alle nog zullen worden toegelicht. We hebben reeds opgemerkt dat er van een messcherpe scheidslijn geen sprake is geweest. Zo zullen we nog zien dat sommige themata - als trots op de Surinaamse mens - even sterk als vóór 1970 aanwezig zijn gebleven, dat andere - als verwestersing - minder dominant zijn geworden, en dat er een geheel complex van nieuwe themata na '70 is bijgekomen, die we in het vijfde hoofdstuk zullen groeperen onder de kop ‘Hollandkonfrontatie’. In het literatuurbedrijf zullen we duidelijk nieuwe ontwikkelingen zien - het verschijnen van de eerste uitgeverijen bijvoorbeeld -, naast het blijven voortbestaan van bepaalde situaties zonder dat er zich na 1970 structureel veel wijzigde. Zo bleef de literatuurkritiek een weinig professioneel beoefende discipline zonder veel continuïteit en werden er, in de traditie van Tongoni (1958), Soela (1962-1964), Mamio (1962-1963) en Moetete (1968), enkele initiatieven tot het opzetten van tijdschriften genomen zonder dat daaruit een duurzaam periodiek voortkwam. In de jeugdliteratuur kende Suriname al vóór 1970 enkele uitgaven, maar eerst na '70 zal zij goed van de grond komen. Bij de na dit hoofdstuk volgende beschrijving van al deze verschijnselen zal er, waar nodig, telkens kort het historisch verband worden aangegeven, zodat zowel continuïteit van vóór 1970 ingezette ontwikkelingen, als nieuwe ontwikkelingen duidelijk worden. Hier willen we aangeven hoe binnen de produktiviteit van verschillende auteurs continuïteit en discontinuïteit zich gemanifesteerd hebben. Het begin van de jaren '70 is voor de Surinaamse literatuur de tijd van de eerste, grote inventarisatie geweest. Shrinivāsi publiceerde in 1970 de bloemlezing uit de Surinaamse poëzie vanaf 1957 onder de titel Wortoe d'e tan abra. Aldert Walrecht komt in hetzelfde jaar met een beknopte letterkundige geschiedenis onder de titel Het goud van Suriname. Eveneens in 1970 verschijnt het Suriname-nummer van De Gids met een beknopt overzicht van de literatuur in het Sranan tongo door Voorhoeve en Lichtveld en een keuze uit het werk van de belangrijkste dichters uit de jaren '60. Twee jaar later, in 1972, komt Thea Doelwijt met de prozapendant van Shrinivasi's bundel; Kri Kra! Proza van Suriname heet haar bloemlezing. In 1973 inventariseren Ch. W.R. Lont, R. Raveles en H. van Binnendijk in Adhins gedenkboek 100 Jaar Suriname de ontwikkeling van respectievelijk het bibliotheekwezen, de letterkunde en het toneel. Het tijdschrift Tirade komt in hetzelfde jaar met een nummer gewijd aan de jonge Surinaamse literatuur; Hugo Pos en Jan Voorhoeve buigen zich over de Surinaamse literatuurgeschiedenis. Dezelfde twee, tezamen met Edgar Cairo en Astrid Roemer, doen dat nogmaals in de BZZTôH/NOVIB-uitgave van 1975 Suriname verwoordt, het derde tijdschrift in de reeks De Gids, Tirade dat een bloemlezing van Surinaamse poëzie brengt. In dat jaar verschijnt een ruime keuze uit (voornamelijk) strijdliteratuur van Surinamers (en Antillianen) onder de titel Tesi f'i (proef het). Ook in 1975 verschijnt dan de grote anthologie van Sranan tongo-literatuur Creole Drum samengesteld door Jan Voorhoeve en Ursy Lichtveld en tenslotte komen het jaar daarop nog twee bloemlezingen uit: het bulkboek Sranan botjetie en Cairo's Suriname wie ben je? Het is opmerkelijk hoe vaak we in al deze bloemlezingen en studies dezelfde namen uit de periode vóór 1970 tegenkomen. Van dezen hebben sommigen na 1970 een respectabel oeuvre opgebouwd, anderen lieten niet of nauwe-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 38 lijks meer van zich horen. Maken we de balans op, dan kunnen we ruwweg vier groepen onderscheiden. 1) De oudere generatie die reeds vroeg literair actief was en in de periode 1970-1985 haar volle erkenning kreeg via verzameluitgaven en studies. Van Sophie Redmond werd in 1972 Vier toneelstukken uitgebracht - zeventien jaar na haar dood dus. Trefossa, die met de beroemde bundel Trotji in 1957 had gedebuteerd, zag met de uitgave van Ala poewema foe Trefossa (1977) de kroon op zijn werk gezet; hij is momenteel de best bestudeerde Surinaamse dichter. Van Johanna Schouten-Elsenhout, reeds naar buiten getreden met Tide ete (1963) en Awese (1965) verscheen de bloemlezing Surinaamse gedichten in 1973, voorzien van vertalingen in het Nederlands door Jan Voorhoeve.1.) Ook Albert Helman kunnen we tot deze groep rekenen. We zouden kunnen zeggen dat hij in 1977 aan zijn derde Surinaamse periode begon, een periode die met de Verzamelde gedichten (1979) en het grote essay De foltering van Eldorado (1983) twee van Helmans belangrijkste werken bracht. 2) Een tweede groep wordt gevormd door een generatie die zich een duidelijke naam wist te verwerven in de jaren '60 en waarvan de leden na '70 gestadig hun oeuvre uitbreiden.2.) Hiertoe behoren: Eugene Rellum (Moesoedé, 1960; Kren/Klim, 1961), R. Dobru (debuut met Matapi in 1965, daarna vóór 1970 nog acht titels waarvan het belangrijkste proza verzameld werd in Tori boto, 1976 en het belangrijkste poëzie-aandeel in Boodschappen uit de zon, 1982), Corly Verlooghen (debuut met Kans op onweer in 1960, daarna nog vier titels vóór 1970), Michaël Slory (die na Sarka/Bittere strijd (1961), Brieven aan de guerrilla (1968) en Brieven aan Ho Tsji Minh (1968) had afgedaan met de Nederlandse taal en vanaf 1970 consequent in het Sranan tongo ging schrijven) en Shrinivāsi (Anjali (1963) en Pratiksha (1968), beide deels opgenomen in de verzameluitgave Een weinig van het andere (1984)). Verder behoort tot deze groep een groot aantal hindustaanse toneelschrijvers dat nog in § 5.1.5 aan de orde komt: S.G.M. Kalpoe, Gurudatt Kallasingh, Ramdew Raghoebir, en de twee voornaamste hoorspelschrijvers: Wilfred Texeira en Ruud Mungroo (zie § 3.3 onder punt 7). Van hen kan gezegd worden dat ze de gewekte verwachtingen niet beschaamd hebben. 3) Een derde groep heeft de gewekte verwachtingen om uiteenlopende redenen - niet kunnen inlossen, niettegenstaande het feit dat de door hen vóór '70 gepubliceerde titels nog steeds bekend in de oren klinken van een ieder die ook maar een beetje thuis is in de Surinaamse literatuurgeschiedenis. Jozef Slagveer had vóór '70 vier dichtbundels, een novelle en een éénakter op zijn naam gebracht, maar zou op één korte roman na, alleen nog maar journalistiek werk afleveren. Bernardo Ashetu en Kwame Dandillo kwamen beiden tijdens hun leven tot één bundel, respectievelijk Yanacuna (in de An-

1.) Hij leidt deze keuze uit Schouten-Elsenhouts poëzie ook in; het jaar daarop voorziet hij haar Sranan pangi van een inleiding. 2.) Drie dichters nemen een wat aparte positie in, maar kunnen toch het beste tot deze groep gerekend worden. Zij debuteerden vroeg en lieten vervolgens lange tijd niets meer van zich horen. R. van Lier kwam in 1939 en 1944 met Praehistorie, in 1946 met proza onder dezelfde titel, en wachtte vervolgens tot 1974 met nieuw werk. In 1958 verscheen Terugblikken zonder blozen van Jo Löffel, die vervolgens 23 jaar bleef zwijgen. Ook in 1958 werd in New Delhi Sangit Suman van Chandramohan Randjitsing gedrukt. Hij zou 20 jaar wachten voordat hij met zijn volgende bundel kwam.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 39 tilliaanse Cahiers) en Reti feti, beide verschenen in 1962. (Van Kwame Dandillo zou posthuum nog Palito (1970) worden uitgebracht.) Ook Boeginees (Glimlach van Suriname, 1969), Nel Bradley (Obia a no'f joe no spit na' ini, 1968), Edmundo (Boskopoedron, 1962), Coen Ooft (Spanhoek, 1960), Orlando met het voor zijn totale werk weinig representatieve Onze misdaad van zwijgen (1969) en Titjari (Mamanten, z.j.) lieten het bij één bundel, zij het dat sommigen nog wel actief bleven, bijvoorbeeld met bijdragen in tijdschriften. Anderen lieten het enkel bij publikaties in tijdschriften en kwamen nooit tot een bundeling van eigen werk: Marcel de Bruin, Vene, John Leefmans en Rodney Russel. Het valt zeker te betreuren dat twee andere schrijvers na '70 weinig meer van zich lieten horen en aangekondigd werk nooit gepubliceerd hebben: Benny Ooft met Silhouetten (1967) en Avonden aan de rivier (1969) en Leo Ferrier met Atman (1968) en El sisilobi of het basisonderzoek (1969) wekten aan het eind van de jaren '60 zeker hoge verwachtingen.3.) 4) Een laatste groep wordt gevormd door diegenen die hun literair debuut nog net in de zestiger jaren maakten, maar zich eerst na 1970 van hun produktiefste kant lieten zien. Bea Vianen had reeds in 1965 de dichtbundel Cautal het licht doen zien, maar de voorbode van een reeks romans vormde in 1969 Sarnami hai. Sinds haar debuut in 1967 met De speelse revolutie had Thea Doelwijt nog drie titels op haar naam gebracht: het toneelstuk Ballade in klank en kleur (1967), de poëziebundel Met weinig woorden (1968) en de populair geworden novelle Wajono (1969), werken die tezamen het begin van een indrukwekkende reeks (van m.n. toneelstukken) zouden worden. Edgar Cairo kwam in 1969 uit met de novelle Temekoe en kwam sindsdien met de regelmaat van een klok met nieuw werk uit. Drie dichters die de periode 1970-1985 mede gezicht zouden geven, waren al vroeger naar buiten getreden: P. Marlee met de bundels Fluïdum (1968) en PH-7 (1969), Bhai met poëzie in ondermeer de tijdschriften Soela en Moetete en Frits Wols met Beeldhouwer van het abstrakte (1967). De rij wordt gesloten door G.H. Kroes, een uit Nederland geboortige schrijver van korte prozastukjes, die in 1968 debuteerde met Fragmenten uit het dagboek van Peter en in 1969 met Moksi alesi kwam.

3.) Ooft publiceerde wel veel verspreid journalistiek werk, de reportage Het laatste hoofdstuk (1976) en de geschiedenis Suriname 10 jaar republiek (1985). Proza van hem verscheen nog in 1984 in de bloemlezing Geluiden/Opo sten: fragmenten uit ongepubliceerde romans, waarvan er één met name genoemd wordt: Tussen Palmen en Dijken. Het laatst gepubliceerde proza van Leo H. Ferrier verscheen in het Suriname-nummer van Tirade, nr. 189, september 1972: ‘Notities van een vriend’. Een aangekondigde, reeds voltooide roman, Thakurio, is nooit verschenen. De prozaïst Rodney Russel debuteerde met korte verhalen in de rubriek ‘Wi foe Sranan’ in het dagblad Suriname (daarvan werd ‘Potroom 1965’ opgenomen in Kri, kra! (1972) van Thea Doelwijt en ‘Uit het voorgeborchte’ in het Suriname-nummer van De Gids 1970), schreef verhalen in Delta Spring (1971) en Avenue Literair (1971, ‘Mavis, een portret’, pp. 135-136) en polemische stukken in het tijdschrift Kolibri (1971). John Leefmans was redacteur van het in Nederland uitgegeven tijdschrift Mamio (1962-63). Over Vene en Marcel de Bruin zie men de aantekeningen achter in Shrinivāsi's Wortoe d'e tan abra. Over Marcel de Bruin zie men ook de Selectieve bibliografie onder René de Rooy.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 40

Bibliografische aantekeningen bij Van '60 naar '70 en verder

Er is aardig wat geschreven over de Surinaamse letteren tot ongeveer 1970, maar nauwelijks iets op systematische, laat staan wetenschappelijke wijze. Studies verschenen na 1970 worden kort besproken in § 3.10 Literatuurstudie.

Voor een eerste oriëntatie is het lemma ‘Letterkunde’ in de Encyclopedie van Suriname goed geschikt; met bibliografie. Een aantal auteurs is opgenomen in de ‘Selectieve bibliografie’.

De literatuur vóór de 20ste eeuw

Een standaardwerk over de oudste literatuur over Suriname en de plantersletterkunde is het historisch leesboek van Ursy M. Lichtveld en Jan Voorhoeve, Suriname: spiegel der vaderlandse kooplieden (1958; 19802). Van dezelfden is het standaardwerk op het gebied van de creools-orale letterkunde Creole Drum (1975). Voor meer literatuur over orale letteren zie men de bibliografische aantekeningen bij hfst. 3 onder Kwantiteit.

De literatuur van de 20ste eeuw tot omstreeks 1970

Algemeen

Tot op heden het uitvoerigst zijn de vier eerste hoofdstukken uit de doctoraalscriptie van Peter Potter. Een overzicht van de moderne Surinaamse literatuur (Den Haag 1982). Potter baseert zich op secundaire literatuur en op primaire, Nederlandstalige literatuur. De scriptie bevat een uitgebreide, maar niet erg betrouwbare bibliografie. De scriptie is onuitgegeven. Een verdienstelijke inventarisatie zonder synthetisch of analytisch diepgaande inzichten is de gestencilde uitgave van Van der Geld, Guicherit, Lie A Njoek en Braam, De Surinaamse Literatuur (Paramaribo 1974). De bibliografie bevat veel titels, maar is zuinig in het verstrekken van gegevens. Het probleem met de studies van Potter en Van der Geld e.a. is hun moeilijke bereikbaarheid. Beter bereikbaar is de volgende literatuur: - Aldert Walrecht, Het goud van Suriname (Uitgave van het Direktoraat Cultuur en Volksvorming, Paramaribo 1970). Behandelt de letteren tot en met de Moetete-groep, vluchtig maar niet onverdienstelijk en prettig leesbaar. - Schakels jaargang 1967, S 67/NA 50 letterkunde in Suriname en de Nederlandse Antillen (Uitgave van het kabinet van de vice-minister-president, 's-Gravenhage 1967). Geeft overzichtsartikelen van Corly Verlooghen, M.H. Lutchman en Ch. H. Eersel. Fragmentarisch, maar vaak treffend. - R. Ravales, ‘Ontwikkeling van de Letterkunde’; in: J.H. Adhin (ed.), 100 jaar Suriname. Gedenkboek i.v.m. een eeuw immigratie (1873 - 5 juni - 1973) (Uitgave Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie, Paramaribo 1973, pp. 167-170). Rommelig, fragmentarisch en discutabel. In dezelfde boekuitgave

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 behandelen op bevredigender wijze Ch. R.W. Lont de ‘Ontwikkeling van het bibliotheekwezen’ (pp. 158-166) en H. van Binnendijk de ‘Ontwikkeling van het toneel’ (pp. 171-173). - Jan Voorhoeve, ‘De derde schrijver’; in: Bzzlletin nr. 40, nov. 1976, pp. 15/3-18/6 schetst enkele algemene lijnen tot 1976 (Edgar Cairo).

Het meest produktief in het vervaardigen van overzichten is Hugo Pos geweest. We noemen van zijn hand:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 41

- ‘De opkomst van de Surinaamse literatuur 1945-heden’; in: OSO jrg. 2, nr. 1, mei 1983, pp. 11-17. Gaat in feite niet verder dan ongeveer 1960. Een aanvulling hierop, ook wat betreft de zestiger jaren, is: - ‘De jonge Surinaamse literatuur’; in: Sticusa Journaal 4e jrg., no. 6, 1 oktober 1974. Veel hiervan is terug te vinden in: - ‘Dichten in Suriname’; in: J. Ph. de Palm & H. Pos. (eds.), Kennismaking met de Antilliaanse en de Surinaamse poëzie (Sticusa, z.p. 1973, pp. 20-21). Zeer beknopt. Uitvoeriger zijn: - ‘Inleiding tot de Surinaamse literatuur’; in: Tirade 189, jrg. 17,sept. 1973, pp. 396-409; - ‘Surinaamse Literatuur werd geschreven door Ingezetenen & Ballingen’; in: Bzzlletin nr. 40, nov. 1976, pp. 13/1-15/3; - ‘De Surinaamse letteren’; in: Albert Helman (ed.), Cultureel mozaïek van Suriname (De Walburg Pers, Zutphen 1978, pp. 412-426). - Bijgewerkt tot 1982, maar fragmentarisch is: ‘Inleiding’; in: Jorg Funke (ed.), Literatuur en talen van Suriname een kennismaking (Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum. Den Haag 1984, pp. 9-13).

Deelgebieden

Over de hindustaanse letteren: - J.H. Adhin, ‘Beginnend Surinaams-Hindostaanse literatuur’; in: Soela 4/5, maart/juni 1963, pp. 32-36. Aan de orde komen: Rahman Khan, Shrinivāsi, Bhai en Sad Darshi (pseudoniem van J.H. Adhin). Ook verschenen in Dharm-Prakash jrg. IV no 4 januari 1979, pp. 5-14 met naschrift; - K. Bajnath, ‘Het Beginstadium van de Sarnami Literatuur’; in: Lalla Rookh, 3e jaargang no. 6 (1978); - in het rapport van de commissie - Adhin, Romaanse spelling van het Sarnami, is een interessant vroeg gedicht van Sabalsingh opgenomen; - De moeilijk bereikbare scriptie van K. Bajnath, Een overzicht van de Sarnami literatuur (Leiden 1979) geeft analytische benaderingen van werk van Rahman Khan en Gurudatt Kallasingh. - Theo Damsteegt, ‘Sarnami taal en literatuur’; in: Jorg Funke (ed.), Literatuur en talen van Suriname een kennismaking (zie boven; pp. 15-23). Geeft een goed beeld van de taalkwestie in de hindustaanse letteren.

Over de creoolse letteren: - J. Voorhoeve en Ursy M. Lichtveld, ‘Het Surinaams (Sranan-tongo)’; in: De Gids jrg. 1970, no. 9, pp. 280-285; - Jan Voorhoeve & Ursy M. Lichtveld (eds.), Creole Drum (Yale University Press, New Haven and London 1975) schenkt in de hoofdstukken 5 tot en met 9 aandacht aan Koenders, Bruma, de Wie Eegie Sani-beweging, Trefossa en de nieuwe generatie (Schouten-Elsenhout, Slory, Cairo). Voortreffelijke toelichting;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Herman Wekker, ‘Sranan Tongo taal en literatuur’; in: Jorg Funke (ed.), Literatuur en talen van Suriname een kennismaking (zie boven; pp. 29-33). Gaat in op de positie van het Sranan tongo aan de hand van voorbeelden van literair werk van vóór 1970.

Voor de Surinaamse jeugdliteratuur van vóór 1970 verwijzen we naar de eerste en de derde titel van de Bibliografische aantekeningen bij het hoofdstuk over de jeugdliteratuur (6). Een lijst van tot 1972 verschenen werken bevat de afdeling ‘Jeugdlectuur’ van de Bibliografie van Suriname (Sticusa, Amsterdam-Zuid 1972 pp. 145-147).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 42

Auteurs

Zie de lemmata van de Encyclopedie van Suriname en de informatie in Thea Doelwijts Kri! Kra! (1972, 19784) en Shrinivāsi's Wortoe d'e tan abra (1970, 19744): Hugo Pos heeft in Maatstaf van juni 1981 (29ste jrg., no. 6 pp. 59-68) herinneringen aan Bea Vianen, Albert Helman, René de Rooy, Leo Ferrier, Trefossa en Papa Koenders gepubliceerd.

Iconografie

Het door Hugo Pos e.a. samengestelde Schrijvers prentenboek van Suriname (Sticusa/Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum/De Bezige Bij, Amsterdam/'s-Gravenhage/Amsterdam 1979) bevat materiaal tot het begin van de zeventiger jaren. Weinig nieuw materiaal geven de pagina's 240 en 241 van H.J.M.F. Lodewick, W.A.M, de Moor & K. Nieuwenhuijzen, Ik probeer mijn pen. Atlas van de Nederlandse letterkunde (Bert Bakker, Amsterdam 1979).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 43

3. Het literatuurbedrijf

Dee gaan womi taa: Dëë pau ta-dë a pe; gaan ventu ko, kua wan kai.

De wijzen zeggen: Een dode boom staat overeind, Er komt een harde wind, een groene boom valt om.

Saramaccaanse odo van Samo Amoida

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 45

Het literatuurbedrijf, of de literaire infrastructuur - waaronder we verstaan: het geheel van verschijnselen die de overdracht van de literaire boodschap mee helpen bepalen - volgt in Suriname zijn eigen wetten. Enig inzicht in die wetten is vereist om de literaire produktie van de jaren 1970-1985 in het juiste perspectief te zien. We zullen daarom achtereenvolgens aandacht besteden aan de schrijver - zijn positie (ook in het Caribisch gebied), zijn produktie -, aan de lezer en aan al die zaken die als intermediair tussen schrijver en lezer kunnen worden gezien: overheid, uitgeverijen, literaire tijdschriften, literaire prijzen, literatuurkritiek en literatuurstudie. Tenslotte besteden we enige aandacht aan de kwaliteit van het literaire werk.

3.1 De schrijver

Het is niet eenvoudig een sociale stratificatie op te stellen van de Surinaamse schrijver. Grosso modo kwamen de schrijvers van vóór 1970 uit de volksklasse en wisten velen van hen, gelijk opgaand met de materiële emancipatie van grote groepen en het ontstaan van een duidelijke middenklasse, door studie tot die middenklasse te gaan behoren (Sophie Redmond, Trefossa). Ook een groot deel van de auteurs van na 1970 komt uit de volksklasse en heeft de vruchten van de welvaartsverhoging kunnen plukken - dat geldt natuurlijk ook voor hen die zich in Nederland vestigden; hoewel zij materieel gezien zeker tot de middenklasse gingen behoren (niet zelden samengaand met de overgang van district naar stad), zijn zij zich in hun werk blijven engageren met het ‘gewone’ volk en zijn noden (zie ook § 5.2.3 armoede); Slory, Marlee, Cairo, Ruud Mungroo zijn goede voorbeelden. Engagement met de noden van de gewone man, zien we echter ook bij enkele auteurs die van huis uit niet tot de volksklasse behoorden: Dobru en Shrinivāsi (in wiens poëzie zoveel wordt opgeroepen van het werk van de landbouwende districtsbewoners). Nieuw na 1970 is de opkomst van de auteur uit de burgerlijke middenklasse, die zich ook in wat hij literair aan de orde stelt, onderscheidt van de auteur uit de arbeidende klasse. Niet het sociale engagement is bij hem motor van de schrijfactiviteit, maar een vaak vrijblijvender verbeelding van zaken als relationele problemen, schoolperikelen e.d. die min of meer avontuurlijk worden opgediend en waarin het vermaken van de lezer een belangrijker doelstelling is dan het aanzetten tot nadenken of actie. Exemplarisch voor dit type auteur is Rappa, die vijf boeken op zijn naam bracht, bevolkt met rokkenjagende mannen en - in Rappa's idioom vrouwen met een balkon van voren. Uit de na de Tweede Wereldoorlog gegroeide behoefte aan een middenkader (voornamelijk creools) en de versteviging van de economische positie van handelaren en ondernemers (m.n. van chinezen en hindustanen) ontstond een bourgeoisie, die, tezamen met het groeiende intellectuele kader, de basis vormde van een groep die zoveel onderwijs had genoten, dat er bij haar een vraag naar boeken ontstond en die zich die boeken ook financieel kon veroorloven. Anderzijds bevorderde deze maatschappelijke differentiatie, dat meer auteurs het zich konden permitteren zelf hun boeken te laten drukken. Van die ontwikkelingen is de opkomst van het specifieke soort boeken dat de jeugdliteratuur vormt, niet los te zien. Is er dus wel sprake van een verband tussen de maatschappelijke positie

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 46 van schrijvers en lezers en de produktie van literair werk, en is er ook in veel gevallen een traceerbare relatie tussen de klasse waartoe een schrijver behoort en zijn werk, het vooronderstellen van een al te mechanistisch verband tussen klasse en werk leidt tot een ongeoorloofd verklaringsmodel. Lang niet altijd liggen de verhoudingen zo duidelijk als bij een S. Sombra, die als representant van de arbeidende klasse, een oeuvre heeft gecreëerd waarin de solidariteit met die klasse als een rode draad terug te vinden is. Niet duidelijk is bijvoorbeeld hoe de - na 1970 opgekomen - boslandcreoolse schrijvers geplaatst moeten worden: men kan toch bezwaarlijk spreken van een boslandcreools proletariaat of een boslandcreoolse bourgeoisie. In de complexe Surinaamse verhoudingen dient zich de literatuursociologische problematiek aan hoe de auteurs en hun werken te plaatsen in het krachtenveld van etnische diversiteit en klasse-stratificatie. In dit verband hanteert Jeremy Poynting het begrip ‘culturele oriëntatie’ dat zowel etniciteit, klasse als ideologische perspectieven omvat. Poynting heeft onderzoek gedaan naar fictionele literatuur in de etnisch plurale samenlevingen van het Caribisch gebied en stelt vast:

‘() that there is a de facto though not necessary relationship between a ‘commonsense’ positivist epistemology, ethnocentric ways of seeing and ‘naturalistic’ modes of literary representation.’1.)

Zo heeft hij gekeken naar de wijze waarop de Indiërs/hindustanen in boeken door niet-Indiërs geportretteerd worden en concludeert:

‘() that whilst white creole novelists have in general been more disposed than writers of any other ethnic group to portray their society as a whole, most have done so from a limited ethno-centric focus.’ en dat er ook omgekeerd binnen de Indische fictie een stereotypering van de creool bestaat, bijvoorbeeld bij V.S. Naipaul.2.) Het is interessant om vanuit dezelfde invalshoek de Surinaamse literatuur uitvoerig onder de loep te nemen, maar in dit kader is slechts plaats voor enkele kanttekeningen. Vastgesteld kan worden dat de wederzijdse belangstelling van de etnische groepen zelden van diepgaande aard is geweest en dat deze belangstelling zich in het algemeen niet heeft kunnen onttrekken aan een zekere schematisering en vervlakking (de eenheid-belijdenis die blijft steken in de opsomming ‘blakaman, koelie, jampanesi’ etc., de stereotypering van chinezen als winkeliers enz.) Slechts als hypothese kan hier gesteld worden dat bijvoorbeeld binnen het oeuvre van Helman de Indiaan er heel wat beter vanaf komt dan de neger.3.) Duidelijk is hoe dan ook, dat er een scherp contrast bestaat tussen het schrijven over en het schrijven vanuit een groep. Emblematische en ééndimensionele karakters vinden we vaker terug, bij auteurs die een utopische visie uitdragen en als tegenwicht bepaalde zaken

1.) Jeremy Poynting, The minor of malicious eyes. Imaginative literature in the ethnically plural societies of the Caribbean. Preface and synopsis, z.p. z.j. Leeds (Yorkshire, England) 1984, pp. V, VI. 2.) Poynting, a.w., pp. VI en IX. 3.) In dit verband is het aardig om te verwijzen naar de in § 3.10 te citeren kritiek van Nurmohamed op Helman, zij het dat die kritiek zich richt op een niet-fictioneel werk.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 over-beaccentueren, bij de Guyanese schrijver Wilson Harris bijvoorbeeld.4.) In de Surinaamse literatuur hebben nogal wat auteurs zich kritisch opgesteld

4.) Aldus Poynting, a.w., p. XI.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 47 tegenover de Surinaamse samenleving en zij wisten die kritiek vaak overtuigend vorm te geven (Bea Vianen bijvoorbeeld), maar zelden wisten zij een sociaal perspectief te bieden. En als zij dit boden - zoals Dobru deed - dan kon dat niet anders dan naïef genoemd worden en zien we die ééndimensionele karaktertekening naar voren komen waarover Poynting spreekt. Veel poëzie was zo weinig substantieel dat van bijvoorbeeld de neger niet veel meer geconstateerd werd dan dat hij kroeshaar had en dat zijn jeje geketend was. Zij die een serieuze poging deden dit te vermijden en een sociaal perspectief te bieden dat hout snijdt - Leo Ferrier met Ātman (1968), Paul Marlee met Proefkonijn (1985) -, konden niet ontkomen aan een nogal hoge mate van abstrahering.

Welke de precieze invloed van etnische groep en sociale klasse van de auteur op zijn literaire werk ook geweest is, de gemiddelde auteur werkte en werkt nog steeds onder gelijke produktiecondities. Hij brengt zijn boek zelf aan de man. Niet alleen houdt hij zelf de stapeltjes bij de boekhandels op peil, hij moet actief bij het verkoopproces betrokken zijn, wil hij zijn oplage kwijtraken. Zo is het voor nogal wat auteurs die de publiciteit zoeken, gebruikelijk geworden om een exemplaar aan te bieden aan de president of aan een minister om dan vervolgens op straat, op lantikantoren, op scholen te proberen een koper voor hun bundel te vinden. Het werk alleen maar in de boekhandel leggen en vervolgens wachten tot de stapels geslonken zijn, is een luxe die de gemiddelde auteur zich niet kan veroorloven: de rekening van de drukker wacht. Als een auteur erin slaagt van een poëziebundel - een praktisch overal ter wereld moeilijk verkoopbaar product - duizend exemplaren te slijten, dan zegt dat in de regel dus ook meer over het verkooptalent van de dichter dan over de kwaliteit van de bundel. De wijze waarop literatuur in Suriname aan de man wordt gebracht, maakt het interpreteren van verkoopcijfers zo moeilijk: een uitverkochte oplage van 2000 betekent dat één op de 200 Surinamers een exemplaar van het betreffende boek heeft gekocht. Vergelijkenderwijs zou bijvoorbeeld in Nederland een oplage van 70.000 moeten worden verkocht en zou het boek een bestseller zijn. Die conclusie gaat niet op voor Suriname waar de verkooptransactie meer het karakter draagt van een solidariteitsgebaar waar velen zich door de persoonlijke confrontatie met de schrijver toe verplicht voelen. Voor het overgrote deel van de Surinaamse schrijvers geldt dus dat zij behalve auteur, ook financierder, reclameagent, distributeur en verkoper van hun tekst zijn. Daarnaast zijn zij ook meestal nog lay-outer en corrector. Met andere woorden: alle taken die in landen met een ver ontwikkeld literatuurbedrijf aan de uitgeverij toekomen, moeten de meeste auteurs zelf voor hun rekening nemen. Sommige auteurs nemen daarenboven ook nog het druktechnische gedeelte op zich en houden dus de gehele boekproduktie in eigen hand. Wat beweegt een auteur een boek uit te brengen? Voor het merendeel van de auteurs geldt wat overal elders ter wereld geldt: de innerlijke drang om een boodschap op eigen artistieke wijze naar buiten te brengen. Daarnaast kan men nog twee beweegredenen onderscheiden die auteurs ertoe aanzetten zich met een uitgave op de markt te storten: het bewijzen van zijn schrijfkunnen ontsproten aan het idee een boek op zijn naam te zullen brengen, en het zorgen voor aanvullend beleg op de karige boterham. In het laatste geval hebben we te maken met degenen die wel eens neerbuigend de ‘hosselaars’

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 48 worden genoemd, zij die hun schrijven aanwenden om aan wat extra middelen te komen (b.v. Henk Doelwijt). Deze drie beweegredenen zijn overigens niet zelden bij een boekproduktie een verbinding aangegaan. Omdat er nauwelijks een geïnstitutionaliseerd boekwezen bestaat in Suriname is het voor iedereen die de pen weet te hanteren ook gemakkelijk zichzelf tot schrijver te bombarderen en omdat er geen ‘zeef’ bestaat tussen schrijver en lezer in de vorm van uitgeverijen, en de meeste drukkerijen niet de behoefte gevoelen zelf als ‘zeef’ te werken, kennen velen die de pen hanteren weinig scrupules om hun penneprodukt in de vorm van een boekje om te zetten (voorzover hun financiële middelen dat toelaten). De positieve zijde van deze situatie is uiteraard dat men niet gauw in de produktie ontmoedigd wordt, de schaduwzijde is door Julian With eens cynisch als volgt beschreven in ‘Hoe word je een Surinaamse kunstenaar?’: ‘Zing over wintie/zelfs als je stembanden/de valste geluiden produceren/ zet de woorden kolonialisme, imperialisme,/racisme en uitbuiting onder elkaar/ en je bent een volksdichter/neem wat exotische attributen mee op het podium/ en je bent een kunstenaar/ in het land der blinden/ zijn twee gesloten ogen keizer’ (Nabijheid verkleint de afstand niet, 1983, p. 34). Groot geld is er met literatuur overigens niet te maken, ook niet voor de categorie ‘hosselaars’ (die daarom ook hosselaars blijven en niet tot succesvolle zakenlieden uitgroeien). In het algemeen blijft literatuur een liefdezaak, bekostigd met geld dat, eenmaal in een uitgave geïnvesteerd, nauwelijks rendement oplevert. Literatuur is een bijkomende bezigheid die veelal ook met het gebruik van een pseudoniem onderscheiden wordt van de andere bezigheden, zij het dat men het dan weer vaak lijkt te betreuren wanneer het pseudoniem de identiteit zou verbergen; pseudoniem en werkelijke naam komen dan ook broederlijk naast elkaar voor op boeken van Gerrit Barron/Sorava, I. Plein/Saarhatti, Mama Aisa/Adolphina Zwennicker-Groenefelt en vele anderen. Surinaamse auteurs die zich een bestaan weten te scheppen uit het literaire werk bestaan niet. Alleen R. Dobru, Thea Doelwijt en Rudolf Isselt hebben het gepresteerd om een tijd lang van de pen te leven en Albert Helman is uiteraard een geval apart. (De mededeling van Kamta Kamlesh in Chandra Muktakāvali (1985) van Chandermohan Randjitsing als zou de bestaansbron van deze dichter ‘geheel zelfstandig als schrijver’ zijn, kunnen we gerust met een korreltje zout nemen.) In het gunstigste geval - en dat geldt voor een aantal auteurs bij Nederlandse uitgeverijen - zijn zij ontlast van de zorgen om hun werk zelf uit te brengen en krijgen zij redelijke gages; hoogst uitzonderlijk brengt een boek dankzij herdrukken een flink bedrag binnen (Cairo, Kollektieve schuld (1975), Roemer, Over de gekte van een vrouw (1982)). Tot 1975 vielen er nog stipendia en beurzen te verkrijgen uit het Sticusafonds5.), daarna werden auteurs nog slechts in uitzonderingsgevallen van overheidswege vrijgesteld om zich aan hun literaire werk te wijden (Slory, Barron); subsidies werden gekoppeld

5.) Incidenteel stelde het bedrijfsleven fondsen ter beschikking. Zo kon bijvoorbeeld Thea Doelwijt dankzij de steun van Vervuurts Bank Foundation haar Toen Mathilde niet wilde (1972) en Geen geraas of getier (1973) uitbrengen en steunde de Suralco de uitgave van werk van Cefas van Rossem en Rona Schweitz.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 49 aan het drukken van werken, niet aan het schrijven zelf. (Zie § 3.5 ‘Literatuur en lanti’.) De positie van de Surinaamse schrijver in Nederland is iets rooskleuriger, inzoverre er wat meer mogelijkheden zijn om de beurs te vullen en het aantrekkelijker algemeen-financiële klimaat hem meer bestaanszekerheid biedt. De Nederlandse overheid bijvoorbeeld stelt financiële middelen ter beschikking; de uitwerking echter van wat in beleidsnota's wordt aangeduid als het ontplooien van de eigen cultuur van etnische groepen, wordt in de praktijk vaak ervaren als een paternalistische belangenbehartiging vanuit een Nederlandse optiek. Er zijn echter meer mogelijkheden: afgezien van incidenteel mee te pikken graantjes uit de welzijnspot, gaat het hier om ruimere mogelijkheden tot opdrachten (toneel - b.v. Roemers Een Vrouw Van Een Man (1985) voor de Schouwburg Arnhem) en - zeker voor de voordrachtskunstenaars onder de schrijvers - optredens in theaters, literaire cafe's en poëziemanifestaties. Maar ook in Nederland geldt: de literatuur is hooguit een additionele bron van inkomsten naast wat de reguliere baan binnenbrengt. De materiële positie van de Surinaamse schrijver voorzover die van zijn literaire werk afhangt, is dus verre van rooskleurig. Voorzover deze schrijver zich richt op de kleine Surinaamse markt valt hierin weinig verandering te verwachten. Wat de schrijvers wel kunnen doen is zich bundelen om hun belangen optimaal te behartigen. Dit besef leidde in augustus 1977 tot de oprichting van de Schrijversgroep '77, sinds 1978 voorgezeten door Mechtelly. De groep die zich ten doel stelde de bevordering van de Surinaamse letterkunde door middel van het houden van lezingen, debatten, literaire voordrachten enz. en het trachten verbetering te brengen in de materiële positie van de auteur (o.m. door het opkomen voor auteursrechten)6.), kende in haar eerste bestuur: Rudolf Isselt, Frank Martinus, Mechtelly, Eddy Pinas en S. Slijngard (Sombra). Deze bundeling van schrijvers met het oog op hun belangenbehartiging heeft tot op heden het meest concreet vorm gekregen in 1985 in een gezamenlijk proces van een aantal schrijvers tegen de uitgave Ons Surinaamse ik, waarin werk werd opgenomen zonder dat daarover rechten werden betaald. De instelling van een Surinaams ISBN-nummer aan het begin van de jaren '80 is ook een niet onbelangrijke stap in een efficiëntere belangenbehartiging van de auteurs geweest. ‘De schrijver was een éénling’ stelde de Schrijversgroep '77 in een pamflet vast. Wat betreft de produktie van literair werk is dat onverkort van kracht gebleven: van werkelijk collectief tot stand gebracht werk is geen sprake geweest.7.) En petit comité vindt er uiteraard wel overleg plaats, maar van een vertrouwensbasis die maakt dat nog niet gepubliceerd werk in groter verband kritisch onder de loep wordt genomen, is zelden of nooit sprake geweest. Het is nu eenmaal niet iedereen gegeven om de beoordeling van elkaars werk en het stimuleren van collega's niet als een concurrentieslag te zien. In een interview in het eerste nummer van het tijdschrift Kalā zegt de schrijver Paul Marlee hier-

6.) Zie Statuten van de Schrijversgroep '77 Gevestigd te Paramaribo, Paramaribo 1980. 7.) In 1969 werden er op één avond in Thalia vier éénakters opgevoerd: Bigi dorsi van Dobru, Ai Santo Boma van Ruud Mungroo, Joesoe Nakgwe van Jozef Slagveer en Nacht van de winti van Thea Doelwijt. Ook een dergelijk initiatief is na 1970 niet meer genomen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 50 over:

‘Er is een kleinburgerlijke en kleingeestige situatie hier in Suriname, welke het claustrofobisch effect dat een klein land met een kleine bevolking nou eenmaal uitoefent op goede kunstenaars, alleen maar verergert.’

Zeker is dat voor sommigen de stimulans om te schrijven en uit te geven, ontbroken heeft. Hierin kon een na 1980 ingestelde Nationale Boekenraad weinig verandering brengen. De raad, waarin schrijvers, bibliotheekwerkers, boekhandelaars en overheidsfunctionarissen zich gebundeld hadden, trachtte via een tv-discussie en een boekenmarkt de letteren te stimuleren. Het initiatief was een zeer kort leven beschoren. Wel kwamen er enige toneelprodukties voort uit de samenwerking binnen theatercollectieven (zie bij § 3.3 ‘Kwantiteit’ punt 5). Daarnaast zijn er schrijversgroepen geweest die zich als collectief presenteerden en waarvan de leden een gelijke doelstelling nastreefden, maar in laatste instantie werd hun werk altijd onder de persoonsnaam van de schrijver naar buiten gebracht. Zo zijn er in Nederland de collectieven Jumpa Rajguru (Jit Narain, Chitra Gajadin, Rahi (=Raj Ramdas), Gharietje Choennie)8.) dat zich sterk maakt voor de Sarnamicultuur, het Surinaams Volkskultureel Assemblee (C. Raalte, Stine Comvalius, André Reeder, A. Karg, Nonnie Brown, R. MacDonald, Ida) ook omvattend de toneelgroep Makandra en de zanggroep Redi Dron, een door de LOSON opgezette groep die vanuit de marxistische theorie het volk tegen uitbuiting en onderdrukking in het geweer wil brengen9.), dan is er Aspasja (Romeo Grot, Gladys Waterberg, Chey (= de Antilliaanse schrijfster Sylvie Thomassa)) die door uitgaven, workshops e.d. de literaire produktie wil stimuleren. In Suriname presenteerde zich in augustus 1982 de schrijversbeweging Tokè met een folder waarin G. Barron, H. Doelwijt, R. Parabirsing (Rappa) en L. Pinas aangaven door literaire samenwerking een bijdrage te willen leveren tot het in 1980 ingezette veranderingsproces10.). De groep ontstond uit onvrede met de haars inziens niet-professionele aanpak van de Schrijversgroep '77. Na de december-gebeurtenissen enkele maanden later viel de groep uit elkaar; de schrijvers bleven bijdragen aan het door Luciën Pinas uitgegeven tienerblad Hitmix. Wel heeft van zich laten horen het samenwerkingsverband dat ontstaan is binnen de groep rond Gerrit Barron die jonge auteurs wil begeleiden op de lange weg naar het literaire eindprodukt. Andere middelen die in Suriname beproefd werden om de literaire produktie te stimuleren, waren workshops (door Astrid Roemer) en prijsvragen.11.) Een tendens die na 1980 sterk is opgekomen - zowel in Suriname als in Nederland - is dat mensen zich in meer disciplines ontplooien. Jules Chin A Foeng/Juanchi, Dorothee Wong Loi Sing, Djinti (=Djinti van Bossé), Rudy

8.) Een presentatie van dit collectief vindt men in Lalla Rookh, november 1978, 3e jrg. nr. 6. 9.) Zie Grondslagen van het Surinaams Volkskultureel Assemblee, Utrecht z.j. 10.) Zie Toke Proklamatie Schrijversbeweging Toke, Paramaribo 1982. 11.) Het Surinaams schrijverscollectief, uitgeefster in 1972 van het nieuwsblad Gonini, het Tori-collectief rond Henk Doelwijt, uitgeefster van enkele boekjes en van het nieuwsblad Tori (1979-1980) en de Vereniging Van Jonge Surinaamse Schrijvers, uitgeefster van het maanblad Intiem (sinds 1985) en de lectuurwerkjes van John Slagveer, hebben niet vanuit een literaire invalshoek gewerkt. Evenmin literair waren de bladen van Apollo's Reklame & Uitgeversburo: het tienerblad Hitmix (1968-1983) en de fotostrip Lupi (1982-1983).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 51

Maynard, Nola Hatterman, Maynard Taylor en Paul Woei betoonden zich in zowel de literatuur als de beeldende kunsten actief, Paul Middellijn en Zapata Jaw zijn zowel muzikaal als literair getalenteerd. De voordrachtskunst - die vooral in creoolse kringen populariteit geniet - wordt vaak gezien als een verlengstuk van het dichten; zij is echter een totaal andere discipline die, populair gemaakt door dichters als Dobru en Sombra, nieuwe dimensies kreeg in het optreden van Judith de Kom en Edgar Cairo, Paul Middellijn en Romeo Grot, Dorothee Wong Loi Sing en Jit Narain.

3.2 De Surinaamse schrijver in het Caribisch gebied

Suriname heeft zowel wat betreft zijn demografie als zijn landinrichting, zowel wat betreft zijn historie als zijn cultuur nauwere banden met het Caribisch gebied dan met Centraal- en Zuid-Amerika. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de literaire oriëntatie van de Surinaamse schrijver in de regel meer uitging naar het Caribisch gebied dan naar Latijns-Amerika. De vroegst autochtone bewoners van Amerika (en Suriname), de Indianen, zijn niet weg te denken uit de Surinaamse literatuur als bron van inspiratie; Latijns-amerikaanse invloeden zijn echter praktisch geheel aan de Surinaamse letteren voorbijgegaan. In hoeverre lezing van de boeken van de Martinicaanse schrijver Frantz Fanon, De verworpenen der aarde en Zwarte huid, blanke maskers die in het begin van de zeventiger jaren in Nederlandse vertaling uitkwamen, heeft bijgedragen tot de bewustzijnsvorming van de Surinaamse schrijvers als Caribische cultuurdragers, is moeilijk te traceren. Feit is dat er bijvoorbeeld altijd veel contacten zijn geweest, als delen van hetzelfde (voormalige) ‘moederland’, tussen Suriname en de Nederlandse Antillen; tijdelijke of langdurige wisseling van woonplaats was niet ongewoon zoals René de Rooy, Shrinivāsi en Trudi Guda bewezen.12.) Maar ook met andere landen waren er geregeld contacten - al vóór 1970 op initiatief van met name J. van der Walle - zij het niet in die sterke mate als met de Nederlandse Antillen. De Surinaamse en de andere Caribische schrijvers hebben ook veel uit te wisselen, want ze hebben veel met elkaar gemeen. De infrastructuur van de boekproduktie en -afzet is voor het merendeel van de Caribische schrijvers dezelfde: geen uitgeverijen, weinig professionele ondersteuning, een beperkte afzetmarkt als gevolg van het ontbreken van een leestraditie bij het grote publiek (althans in het eigen land; de Engelstalige Caribische auteurs kunnen uiteraard op een grotere potentiële afzetmarkt rekenen en plukken daar ook in zoverre de vruchten van, dat de concurrentie die ontstaat wanneer zij zich op het Engelse taalgebied begeven, niveauverhogend kan werken). De Caribische noch de Surinaamse schrijver vindt in zijn ambacht een bestaansbasis. In bijna alle Caribische landen heeft zich in meer of minder sterke mate de trek naar de wereldmetropolen voorgedaan en is een literatuur ontstaan ge-

12.) Het is dus niet verwonderlijk dat we in bloemlezingen zo vaak werk aantreffen van Surinaamse naast Antilliaanse schrijvers, b.v. in Tussen cactus en agave (z.j.) van Hanny Lim, Kennismaking met de Antilliaanse en de Surinaamse poëzie (1973) van De Palm en Pos, Tesi f'i (1975) van het Surinaams-Antilliaans Schrijvers Kollektief en Purbé konsideré (1981) van de gemengd Surinaams-Antilliaanse groep Aspasja.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 52 schreven door ingezetenen en ballingen (exiles), V.S. Naipaul voorop. Er is echter ook binnen het mechaniek van de literaire produktie in het eigen land sprake van metropolisering: in Suriname neemt Paramaribo een evident centrale positie in en Poynting heeft erop gewezen dat dit verschijnsel van ‘the dominance of metropolitan publishing’ eveneens typerend is voor Trinidad en Guyana.13.) Als er iemand zich bewust is geweest van deze Caribische achtergrond van de Surinaamse schrijver en als er iemand is geweest die zich ingezet heeft als public relationsagent voor de Surinaamse literatuur in het Caribisch gebied, dan is dat wel R. Dobru geweest. Door zijn inspanningen werd er werk van hemzelf, Thea Doelwijt, Orlando, Eugene Rellum, Shrinivāsi, Jozef Slagveer, Michaël Slory en Corly Verlooghen opgenomen in de door A.J. Seymour bij gelegenheid van het culturele festival Carifesta '72 samengestelde bloemlezing New writing in the Caribbean. Het was de eerste maal dat Suriname zich literair zo duidelijk presenteerde aan het Caribisch publiek. (Wel was eerder het door Barbara Howes samengestelde From the Green Antilles verschenen met werk van Albert Helman en René de Rooy.) Vanaf het eerste Carifesta in Guyana in 1972 is Suriname op alle Carifesta's - achtereenvolgens op Jamaica, Cuba en Barbados - literair vertegenwoordigd geweest en Dobru heeft daar altijd een groot aandeel in gehad. Misschien was het om die reden dat zijn verhaal ‘Dani and the world of Winti’ opgenomen werd in de bundel die John Hearne samenstelde: Carifesta Forum An Anthology of 20 Caribbean Voices. Een literair hoogtepunt voor Suriname was het vierde Carifesta te Barbados in 1981. Niet alleen omdat Thea Doelwijts Rebirth en Ba Uzi daar met veel succes werden opgevoerd, maar ook omdat Suriname voorbeeldig voor de dag kwam met een bloemlezing van in het Engels vertaald Surinaams werk: het door Thea Doelwijt en Shrinivāsi samengestelde Rebirth in words. R. Dobru kwam met een anthologie uit eigen werk in verschillende talen: Revo & Love in the Sun, Mechtelly met een vouwblad met poëzie. Later verscheen onder redactie van Thea Doelwijt het vanuit documentair oogpunt belangrijke ‘ooggetuigeverslag’ De grote Caraibische familie. De contacten met de Caribische regio bleven niet beperkt tot de Carifesta's. Het Casa de las Americas in Cuba bood enige malen onderdak aan Surinaamse schrijvers (Dobru (Festival 1978) Barron (Primer encuentro de jovennes (sic) creadores latino americanos, 1983)14.) soms bezochten Caribische schrijvers Suriname (George Lamming in 1972, 1982 en in 1985 bijvoorbeeld), congressen werden door schrijvers bezocht, auteurs maakten rondreizen. Weer is het Dobru die genoemd moet worden om zijn functioneren als reizend cultureel ambassadeur van Suriname, wel zeer intensief tijdens zijn onderministerschap voor cultuur (maart-augustus 1980). De talen waarin de Surinaamse auteurs schrijven, hebben voor een volwaardige participatie van de Surinaamse literatuur in het Caribisch gebeuren altijd een obstakel betekend. Vandaar dat de bloemlezingen van Seymour en Doelwijt/Shrinivāsi, en ook een werk als Creole Drum (1975) van Voorhoeve en Lichtveld met de uitstekende vertalingen van Vernie February zo belang-

13.) Poynting, a.w., p. V. 14.) Het Casa de las Americas verzorgde ook de Spaanse vertaling van De Koms Wij slaven van Suriname: Nosotros, esclavos de (1981).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 53 rijk waren en vandaar dat zoveel auteurs poëzie in het Engels zijn gaan schrijven: o.m. Dobru, Chitra Gajadin, Paul Marlee, Albert Mungroo, Sylvia Singh, Martha Tjoe Nij (een enkeling ook in het Spaans - Joseta de la Mar). De taalbarrière verklaart ook ten dele waarom de banden met het Engelstalige buurland Guyana hechter zijn geweest dan met het Franstalige Guyane. Naar de invloed van Caribische op Surinaamse schrijvers is nooit onderzoek verricht. Die invloed is er wel geweest: citerender- en refererenderwijs komen we Engelstalige Caribische schrijvers tegen bij bijvoorbeeld Shrinivāsi en Marlee, en Slory is enigermate beïnvloed door het Spaans. Van erg diepgaande aard lijkt die invloed echter niet te zijn geweest. De vertalingen in het Engels ten spijt, is de Surinaamse literatuur nooit object geweest van Caribische literatuurstudie. Wel schreef Paul Nijbroek een syllabus die enkele Surinaamse schrijvers plaatst binnen een groter Caribisch verband (zie § 3.10 Literatuurstudie).

3.3 Kwantiteit

Het feit dat de gemiddelde auteur zelden kan terugvallen op een uitgeverij en derhalve op eigen financiële middelen is aangewezen, heeft een zware wissel getrokken op de omvang van de geproduceerde werken: het aantal in Suriname geproduceerde boeken dat de 100 pagina's overstijgt, is op de vingers van één hand te tellen. De bij In de Knipscheer te Haarlem verschenen omvangrijke boeken van Edgar Cairo zouden zonder de steun van een uitgeverij hoogstwaarschijnlijk nooit in druk zijn verschenen. Het lijkt aannemelijk dat deze situatie ook invloed heeft gehad op het eigenaardige overwicht van (goedkoper te produceren) dichtbundels op prozawerken (zij het dat hierin ook andere factoren meegespeeld kunnen hebben, zoals de andere eisen die het proza aan de taalbeheersing stelt - zie ook de laatste paragraaf van dit hoofdstuk). De jaren '70 zijn - kwantitatief bezien - de jaren geworden van een enorme vergroting van de boekproduktie. Neemt Shrinivāsi in zijn bloemlezing Wortoe d'e tan abra (1970) over de periode 1957-1970 werk op uit 22 dichtbundels (waarmee weliswaar niet alle dichtbundels zijn vertegenwoordigd), alleen al in het jaar 1975 verschenen er (minstens) 42 poëziebundels en 33 werken van andere aard (men lette op het poëzie-aandeel!). De periode 1970-1985 overziend kunnen we komen tot de volgende kwantitatieve vaststellingen: 1. Het aantal poëzie-uitgaven is groter geweest dan het aantal proza-uitgaven. 2. In Suriname geproduceerd prozawerk is beperkt van omvang (Joruno, Ruud Mungroo, Rappa, Rensch, Rovali, Slagveer) in tegenstelling tot werk van auteurs bij Nederlandse uitgevershuizen (Cairo, Roemer, Vianen). 3. Er is duidelijk sprake van het ontstaan van oeuvres. Vóór 1970 waren het enkel Helman, Dobru en Verlooghen die op een oeuvre van enige omvang konden bogen. Na 1970 kennen we een aantal auteurs dat een grote reeks titels op zijn naam heeft staan: Cairo, Isselt, Roemer, Slory, Walther en van de toneel- en hoorspelschrijvers: Doelwijt, Drenthe, Kallasingh, Mungroo, Raghoebir en Texeira, daarnaast een groot aantal schrijvers met een behoorlijke reeks titels:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Barron, Kroes, Mechtelly, Rappa, Shrinivāsi, Sluisdom, Vianen, With. Van deze auteurs brachten Cairo, Dobru, Helman en Shrini-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 54

vāsi verzameluitgaves van hun werk uit. (Uiteraard is hiermee geen uitspraak over de kwaliteit van de produktie gedaan; auteurs als Trudi Guda en Bhai bewijzen dat het kleine oeuvre in belangwekkendheid niet onderdoet voor sommige grotere oeuvres.) 4. De auteurs die hun afzetmarkt praktisch uitsluitend in Suriname weten, laten hun werk weinig herdrukken: Barron, Dobru, Doelwijt, Marac, R. Mungroo en Shrinivāsi zijn enkele van de weinige uitzonderingen. Voor de auteurs die zich verzekerd weten van een afzet in Nederland is de kans op herdruk van hun werk groter: Helman (uiteraard), Cairo, Rappa, Roemer, Vianen en With zagen zo hun werk herdrukt. Belangwekkende herdrukken van ouder werk waren Rikkens Codjo, de brandstichter uit 1903, Van Capelles Mythen en sagen uit West-Indië uit 1926, Anton de Koms Wij slaven van Suriname uit '34 - de officiële herdruk volgde eerst na verschijning van enkele roofdrukken -, de uit 1953-54 stammende dichtbundels van Rahman Khan - ‘grondlegger van de geschreven literaire traditie van het Sarnami’ (aldus Bajnath15.)), Sukuls Bhagavadgitavertaling en Lichtveld en Voorhoeves Suriname, spiegel der vaderlandse kooplieden, beide uit 1958. 5. Het toneelwerk is slechts in zeldzame gevallen in boekvorm uitgebracht (Sophie Redmond, Edgar Cairo, Thea Doelwijt, Ammersingh Ramman, Astrid Roemer); internationaal behoort toneel tot het moeilijk verkoopbare boek. Intussen is er in de periode 1970-1985 wel een aanzienlijk aantal stukken tot stand gekomen, niet zelden ook van auteurs die niet primair als toneelschrijver te boek staan: Ruud Mungroo - Ai Santo Boma (1969) en Iris (1970), Eddy Pinas met Gerda (1971), Rita Rahman met Wan Njoen Libi (1977), Albert Mungroo met De twijfel en de ziel (1984). Verschillende auteurs hebben zich op het schrijven van toneel toegelegd (Boni Abaisa (= E. Hoogvliet), Doelwijt, Doorson, Drenthe, Henning, Kallasingh, Kalpoe, Raghoebir). Grofweg valt het toneelwerk onder te verdelen in drie groepen. Veruit de grootste groep is die van het volkstoneel. De stukken binnen deze categorie zijn praktisch altijd groepsgebonden: ze geven uiting aan wat leeft onder creolen, hindustanen enz., ze spelen in op wat bekend is uit de tradities van een groep en trekken een publiek dat ook voor 99 procent uit één groep afkomstig is. Het diverteren van het publiek is een belangrijker doelstelling dan het kritisch-maken, de spelen zijn meestal niet al te gecompliceerd, de strekking van de stukken sluit veelal aan bij traditionele opvattingen, al is er soms ook plaats voor een kritische noot en niet zelden voor het inspelen op actuele situaties. Langzamerhand zijn er uit dit volkstoneel ook stukken voortgekomen die wèl duidelijk kritischer zijn, die ook naar de vorm ‘moderner’ zijn en dichter tegen het kunsttoneel aan zitten. Wel spelen ook deze stukken in op het cultuur-goed van een groep en trekken daarmee een sterk groepsgebonden publiek. Bij deze eerste categorie van toneelwerk zullen we blijven stilstaan in § 5.1.5 Groepsidentiteit.

15.) K. Bajnath, Een overzicht van de Sarnami literatuur, Leiden 1979 (scriptie), p. 5. Beter bereikbaar: K. Bajnath, ‘Sarnami literatuur; Rahman Khan de grondlegger van de schriftelijke traditie’; in: Aisa Samachar jrg. 4, no. 3, 1978, pp. 17-19.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 55

Een tweede categorie van toneelstukken wil juist niet gebonden zijn aan één groep. De stukken worden geschreven met de intentie te laten zien wat alle Surinamers gemeen hebben en wat onder allen leeft. Deze categorie heeft dus een min of meer idealistisch doel voor ogen, is bewust kritisch en wil het publiek, naast diverteren, zeker ook aanzetten tot het innemen van een standpunt. Nieuwe vormgevingen, niet zelden geïnspireerd op het nieuwste, internationale toneel, worden niet geschuwd. Niettegenstaande het feit dat dit toneel op een heterogeen samengesteld publiek mikt, bereikt het vooral het ‘moderne’ stadspubliek, overwegend van creoolsen huize (in Nederland wordt een wat bredere groep bereikt). Het Doe-theater is de beste representant van deze categorie geweest. In § 5.1.3 Eenheid zullen we hierop nog nader ingaan. Een derde categorie bestaat uit het jeugdtoneel waarover hier niet hoeft te worden gesproken, omdat het in het hoofdstuk over de jeugdliteratuur aan de orde gesteld zal worden (hfst. 6). Over de status van de toneelgroepen kunnen we kort zijn. Suriname heeft één professionele groep gekend: het Doe-theater met Thea Doelwijt als auteur en Henk Tjon als regisseur. Een enkele groep heeft qua faciliteiten een semi-professionele status gehad, bijvoorbeeld na 1980 de soldatengroep Mofo (Gron-Bari (1981), Ferplekti paiman (1985)). Alle andere groepen waren amateurgroepen. Voor een aantal in Nederland opererende groepen gold dat het proces van het opzetten van een stuk en het eindresultaat gelijkelijk van belang zijn. Deze tegen het vormingstheater aan zittende groepen die collectief stukken opzetten, zijn b.v. Makandra, Bakuba (Zo zijn ze (1976), Oema tjap af (1979)), Gado Tjo (Da Tori foe Ghana (1981), Trawan prakseri (1982), Quetzal Latino (1983) ), Theaterwerkverband Opscene (Lelekoe/Plaaggeest), De Coeners (Buren) en Moksi Alesi (Vrouwen van Johannesburg). Aparte posities tenslotte zijn ingenomen door (in Nederland) Swami Singh's Oosters Theater en (in Suriname) de groep Mamio die al meer dan twintig jaar - lange tijd onder leiding van Henk Zoutendijk - een traditie van het opvoeren van westerse blijspelen (waaronder van Edward Albee en Neil Simon) hooghoudt. Rest te vermelden dat Suriname in 1975 een straattheatergroep heeft gekend, Fri Makandra, rond René Tosari en Kenneth Madarie en met medewerking van o.m. de dichter S. Sombra. In december 1985 organiseerde de sectie drama van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur een toneelfestival in theater Thalia. Dit festival kon weliswaar niet representatief genoemd worden voor de stand van zaken op dat moment, omdat groepen als Kalamitra, N.A.K.S., Mofo en Mamio niet vertegenwoordigd waren, maar het stelt ons wel in staat enkele opmerkingen te maken over het toneel in Suriname aan het eind van de periode 1970-1985. Opvallend was dat in deze presentatie voor een breed publiek slechts één javaanse en één hindustaanse groep meededen, op een totaal van elf groepen. Het overgrote deel van de stukken had het karakter van volkstoneel en bestond uit kluchten. ‘Op veel plaatsen liet het product dat gebracht werd te wensen over’, stelde Swami Singh vast.16.) Dit weerspiegelde zich misschien het beste,

16.) Swami Singh, ‘Succesvol toneelfestival’; in: de West maandag 16 december 1985.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 doordat de slechts enkele weken oude groep Sāthi het festival wist te winnen. Het lijkt erop dat met het

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 56

vertrek naar Nederland van het Doe-theater in 1983, het toneel in Suriname een flinke aderlating heeft moeten ondergaan. Sinds de heropening in hetzelfde jaar van het geheel vernieuwde Thaliatoneelgebouw zijn er nog maar weinig toneelvoorstellingen op de planken gebracht; de tijden dat er in één jaar 79 toneelvoorstellingen door 15 gezelschappen gegeven werden17.), lijken voorlopig voorbij. Dat is deel van de prijs die betaald moet worden voor de opbouw van een eigen cultuur die niet op koloniale kunstbenen wil staan. Terecht wees Swami Singh erop dat een goede begeleiding van spelers, regisseurs en schrijvers, alsook een goede voorlichting naar het publiek toe, onontbeerlijk zijn om het niveau van het toneelleven te verhogen. 6. Sedert de dagen van J.C. Kruisland (1875-1937) had Suriname geen cabaret meer gekend. In 1974 vroeg Thea Doelwijt aandacht voor de cabaretpoëzie van deze eertijds zo populaire cabaretier in Geen geraas of getier. Belangrijk was dat zij samen met anderen vier jaar eerder het cabaret nieuw leven had proberen in te blazen - en niet zonder succes. In 1970 schreef zij namelijk Frrrek dat werd opgevoerd onder regie van Henk Tjon in nauwe samenwerking met regisseur/acteur Hans Caprino en met als spelers Henk Tjon en Trudi Guda. Zij zorgden voor de start van wat later het Doe-theater zou worden (zie daarover § 5.1.3). Na die eerste Surinaamse cabaretvoorstelling sedert Kruisland, volgden de cabaret-musicals Hare Lach (1972), Snoepy (1972), Land te koop (1973; ook op de grammofoonplaat gezet) en Lafoe a no sjen (1977). In 1982 werd in Thalia nog het cabaretspel Linkse Lucie ten tonele gebracht. (Zie voor vrouwencabaret § 5.2.5) 7. Ondanks het grote bereik van het medium heeft het hoorspel in de belangstelling van slechts een zeer beperkt aantal schrijvers gestaan. Bij de reeds in de zestiger jaren schrijvende hoorspelauteurs is geen nieuwe schrijver bijgekomen, al is er wel een verschuiving in het hoorspelaanbod na 1970 te bespeuren geweest in zoverre buitenlandse series als Linda's eerste liefde zijn verdwenen. De meest produktieve van de hoorspelschrijvers was zonder meer Wilfred Texeira, acteur, grimeur, theaterdirecteur en (tot het begin van de zeventiger jaren) ook schrijver van kluchten en blijspelen. Zijn via Radio Apinti uitgezonden hoorspelseries, ingesproken door een team waarvan de vele registers bespelende Harry de la Fuente de spil was, genoten een grote populariteit. Gedurende 23 jaar (tot 1982, toen Radio Apinti uit de lucht werd genomen) werden er 1117 delen van De familie Mi Sma uitgezonden. Deze serie vond haar basis in de generatieconflicten binnen een familie. Elke rol kende haar eigen idioom: het Surinaams-Nederlands van de ouma was doorspekt met zeldzame Nederlandse woorden, de kleindochter sprak ABN enz. De serie Van halte tot halte met lijn 1 (circa 500 afleveringen) ging in op de maatschappelijke en politieke actualiteit, A bonoeman e waka nanga waka (circa 400 delen) op zaken als bijgeloof, kwakzalverij en moderne verschijnselen (telekinese e.d.) - als zodanig kende de serie, evenals indertijd het toneel van Sophie Redmond, ook een voorlichtende functie. Naast dit alles schreef Texeira ook gelegenheidshoorspelen, m.n. een aantal kerst-

17.) In 1964, aldus het uitgaafje Liefhebbers van het toneel (uitgave van het Thaliabestuur, Paramaribo 1965).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 57

spelen. Van de andere auteurs uit de zestiger jaren (Hugo Pos met het bekroonde Black and White, Wilfred Grimmer met o.a. het populaire Fedi Zeisburg) bleef alleen Ruud Mungroo zich (vanaf 1968) toeleggen op het hoorspel. Het gegeven van praktisch alle verhalen uit Afanaisa en andere verhalen (1970) was eerder uitgewerkt in hoorspelen. Ook het toneelstuk Iris, in 1970 opgevoerd onder regie van Franklin Lafour, bestond eerder als hoorspel. Het hoorspel Ai Santo Boma onderging zelfs twee transformaties: eerst tot de solo-éénakter Ai Santo Boma, in 1969 gespeeld door Arnie Breeveld, later tot de novelle Het raam (1971). Van Mungroos vele, meest meerdelige familiedrama- en liefdeshoorspelen, uitgezonden via verschillende radiostations, noemen we: Nacht in het donkere huis (1970), De belofte (1983) en De ontmoeting (1985). Naast Texeira en Mungroo heeft in de periode 1970-1985 slechts incidenteel een andere schrijver zich gewaagd aan het hoorspel, meestal bij gelegenheden als Kerst of Emancipatiedag. Tenslotte willen we melding maken van enkele in Nederland uitgezonden hoorspelen. Edgar Cairo schreef in 1980 voor de Nederlandse Omroep Stichting Masra. Astrid Roemer kwam in 1981 met twee hoorspelen: De buiksluiter voor de NOS en Een natie bot uit! voor de Wereldomroep. 8. Er zijn veel uitgaven geweest rond orale literatuur. Het Ministerie van Onderwijs (Cultuur) verzamelde veel materiaal, wat resulteerde in nog te noemen uitgaven van javaanse en hindustaanse vertelkunst (zie § 5.1.5). In 1984 bracht Trudi Guda autobiografisch proza van de bekende verteller Aleks de Drie uit, onder de titel Wan tori fu mi eygi srefi. Dit was slechts een ‘voorproefje’ tot de grote verzameling van 40 vertellingen Sye! Arki tori!, die na jarenlange voorbereiding verscheen in 1986. Het boek voorzien van samenvattingen en toelichtingen in het Nederlands - behoort tot het belangrijkste wat op het gebied van de creoolse verteltraditie is verschenen. Van een andere verteller van goede faam, M.Th. Hijlaard, verscheen in 1978 Zij en ik. Alleen al om de stilistische verzorging kan het boek niet een vastlegging van de orale verteltraditie worden genoemd, maar dit neemt niet weg, dat het boek veel uniek (creools) cultuurgoed beschrijft. Niet in boekvorm uitgegeven is de schat aan (kritisch te hanteren) creoolse vertelkunst die Harry Jenny Jong Loy bijeenbracht en waaruit hij jarenlang (tot 1982) voordroeg bij Radio Apinti18.). A. de Groot gaf Didibri- en Jorka-Tori uit (1970, resp. 1971), Van Capelles Mythen en sagen uit West-Indië (± 1976) werd herdrukt, Voorhoeve en Lichtveld brachten oraal materiaal bijeen in Creole Drum (1975), Hella Bentram-Matriotte (i.e. Albert Helman) bracht in De zwarte cats (1978) volkswijsheden bijeen, Cairo wijdde zijn tot op heden omvangrijkste boek grotendeels aan de orale literatuur: Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984) - maar het orale speelt in zowat al zijn werken een voorname rol. Hanneke Ronhaar-Rozema publiceerde haar studie over Anansi-tori's (1979), Dubelaar over negersprookjes (1972). Als onderdeel van het Jeugdlektuurprojekt kwamen vertellingen van Tecumseh en Doorson uit. Velen lieten zich door de Anansitori tot vertelkunst inspireren: Boers, Dobru, Hecbert, Heide-Parisius, 18.) Een van de weinige schriftelijk gepubliceerde Anansitori van Jong Loy is ‘Anansi tori’; in: Tori no. 11, 1979, p. 29.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 58

Kaarsband, Koopman, Noni Lichtveld, Mahadew Missier, Panza & Bobo, Sapotille, Voorhoeve, Dorothee Wong Loi Sing. Albert Helman publiceerde Anansitori's in Sticusa Journaal, Corly Verlooghen stelde in het welzijnsblad Mi Doro Anansi zelfs voor zaken als remigratie en ruimtevaart. Ook op de toneelplanken vertoonde zich de slimme spin (Cairo, Doelwijt). Over de invloed van het orale op de (moderne) geschreven literatuur komen we nog terug (zie § 3.11 Kwaliteit). 9. De jaren 1970-1985 zijn uiteraard bij uitstek de jaren geweest van de grote expansie van Surinaamse literatuur in Nederland (zie hoofdstuk 5 ‘Themata’ onder 5.3). Op de vraag naar de status van die literatuur wordt ingegaan in hoofdstuk 7 ‘De Surinaamse literatuur in Nederland: een afzonderlijke literatuur?’. 10. De vrouwenliteratuur als onderdeel van de Surinaamse literatuur en feministische invloed op de letteren zien we eerst na 1970 verschijnen, al zijn er daarvóór aanzetten te bespeuren geweest. Kortheidshalve verwijzen we hier naar § 5.2.5 Vrouwenemancipatie. 11. Van een jeugdliteratuur van enige omvang is eveneens eerst na 1970 sprake geworden. We wijden hieraan afzonderlijk aandacht in hoofdstuk 6 ‘De jeugdliteratuur’. 12. Journalistiek werk dat aan zo'n kwaliteitsnorm voldoet dat het tot de literatuur gerekend kan worden (zoals we bij een Garćia Márquez, een Klaus Mann vinden) treffen we in Suriname niet aan. Hoe verdienstelijk sommig verschenen werk ook is, het heeft een journalistieke pretentie en geen literaire. Dat nam uiteraard niet weg dat sommige journalisten hun werk in boekvorm uitbrachten: Bram Behr, Hugo Blanker, Henk Doelwijt, David Findlay, Humphrey Keerveld, Benny Ooft, Luciën Pinas, Jozef Slagveer, Desi Truideman. Dat de combinatie van schrijver van literair werk en journalist niet ongebruikelijk is, bewijzen o.m. Rudi Kross, Ruud Mungroo, Luciën Pinas en Jozef Slagveer. Ook hebben enkele schrijvers een column in een krant gehad: Thea Doelwijt in Suriname, Corly Verlooghen in De West, Gerrit Barron in De Ware Tijd (begin 1986 gebundeld als Ik en mijn pen). De door Edgar Cairo voor de Volkskrant geschrevencolumns, verzameld in ‘Ik ga dood om jullie hoofd’ (1980) en Als je hoofd is geboord (1981) kunnen hier vermeld worden als curiosa van een eigenzinnig schrijver, die ergens in het schemerige gebied tussen journalistiek en literatuur getraceerd kunnen worden. 13. Bepaalde groepen uit de Surinaamse samenleving die vóór 1970 niet schriftelijk vertegenwoordigd waren in de literatuur, hebben na '70 van zich doen spreken: Indianen, bosnegers, javanen. In het hoofdstuk ‘Themata’ zal onder 5.1.5 deze tendens besproken worden. 14. In de jaren '80 zien we het verschijnen van Surinaamse lectuurboeken. Schrijvers als Rappa, Don Walther en Bernhard Rensch kunnen om hun oorspronkelijkheid nog tot het randgebied van de literatuur gerekend worden. Zij hebben veel gemeen: in een vlotte stijl schrijven zij boeken die zeker niet vrij zijn van clichés en die qua structuur niet altijd even perfect zijn, maar die zeker wel een bepaalde maatschappelijke boodschap willen overbrengen. Geheel vrijblijvend zijn hun boeken dus zeker niet. Hun werk tendeert echter wel naar

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 de lectuur in zoverre het commerciële (op het grote publiek gerichte) oog zich verraadt in een teveel aan min of meer

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 59

smakelijk gebrachte erotiek die altijd rolpatroonbevestigend is, en een inspelen op zekere vigerende vooroordelen. Maar boekjes als Liegen zonder nadenken en de Moedervlekserie van John Slagveer voldoen in alle opzichten aan de kenmerken van de lectuur voor het massapubliek: gemakkelijk leesbaar, een simpel plot, sterk rolpatroonbevestigend, in geen enkel opzicht kritisch of tot denken activerend. Deze lectuur lijkt - ook qua vormgeving - als twee druppels water op de massalectuur overal ter wereld, zij het dat de verhaalsetting afgestemd is op de Surinaamse situatie. Hoezeer deze lectuur steunt op westerse voorbeelden heeft Lia van de Pas laten zien in een artikel met de veelzeggende titel ‘Surinaams: manja in plaats van appel?’ (De West, 10-6-1985). Onder redactie van John Slagveer verschijnt sinds 1985 ook het lectuurmaandblad Intiem, een uitgave van de Vereniging van Jonge Surinaamse Schrijvers. In 1982 verscheen het eerste Surinaamse stripboek: De grote kleine man over het leven van Peerke Donders, tekst van Bas Mulder, tekeningen van Jihana Jamaludin. In 1985 kwam Pinda rinda uit van Rams & Co.

3.4 De lezer

Astrid Roemer heeft tijdens een lezing gesteld:

‘Er is geen sprake van communicatie tussen de Surinaamse auteur en welk lezerspubliek dan ook daar de thema's en het taalgebruik van de Surinaamse auteur niet herkenbaar zijn voor welk lezerspubliek dan ook.19.)

Alleen al om zijn algemeenheid is deze bewering onjuist en alleen al de herdruk van Roemers roman Over de gekte van een vrouw (1982) spreekt deze bewering tegen. De Surinaamse auteur heeft tussen '70 en '85 wel degelijk verwoord wat de Surinamers heeft bewogen - we komen daarop nog uitvoerig terug in de hoofdstukken ‘Literatuur en maatschappij’ en ‘Themata’. Daarmee heeft de andere kant van de medaille - de ontvangst van het werk bij het lezerspubliek - nog niet automatisch schittering gekregen. Het bepalen van het actieve lezerspubliek (dat het Surinaamse boek bewust koopt en leest) is geen eenvoudige zaak. De verkooptransactie van Surinaamse boeken geschiedt voor een goed deel langs de weg van het persoonlijke contact schrijver - lezer, zoals eerder geschetst. Of daarmee het boek ook daadwerkelijk gelezen wordt, is maar de vraag. De interpretatie van verkoopcijfers zal dus met de grootst mogelijke reserve moeten plaatsvinden. Omdat het in de literaire produktie 1970-1985 voor een aanzienlijk percentage om dichtbundels ging, kon gemakkelijk de indruk ontstaan dat het Surinaamse publiek een poëzieminnend en -kopend volk is, een indruk die nog versterkt werd door de populariteit van een R. Dobru, volksdichter in de ware zin des woords in zoverre zijn ‘Wan bon’, ‘Dertien galgen’, ‘Oema soso’ en ‘Weet 19.) Astrid H. Roemer, ‘Een karikatuur van de Surinaamse literatuur of hoe Surinaamse auteurs overleven’; in: OSO, jrg. 1, nr. 1 (nieuwe serie) mei 1982, pp. 32-37. Verg. p. 36.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 je hoe prettig het is...’ bekendheid verwierven bij brede lagen van de bevolking. Toch valt op gerede gronden te beweren dat het hier om een mythe gaat. Ten eerste valt niet in te zien waarom het overal ter wereld uiterst moei-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 60 lijk verkoopbare en als moeilijk leesbaar gekwalificeerde literaire produkt poëzie zich in Suriname in een grote populariteit zou mogen verheugen. (Wel kan vastgesteld worden dat de afstand dichter - publiek niet groot is en het fenomeen poëzie daardoor voor een groot publiek niet vreemd is, een verschijnsel dat aansluit bij de orale traditie!) Daar komt bij dat het weinig waarschijnlijk is, dat een publiek waarvan een aanzienlijk deel moeite heeft met het Nederlands en dat niet gewend is aan het geschreven Sranan tongo of Sarnami, poëzie als leesstof prefereert. Ten derde kan men opmerken dat het onderwijs grosso modo niet veel gedaan heeft aan de popularisering van het Surinaamse vers: het door en door Nederlandse Literaire kunst van H.J. M.F. Lodewick is in het Surinaamse literatuuronderwijs altijd één van de voornaamste leerboeken geweest en Henriëtte Roland Holst en Martinus Nijhoff wonnen het bij examenwerk moeiteloos van Trefossa en Slory. In die situatie - die voor het creëren van een lezerspubliek voor de Surinaamse literatuur van direct belang is - komt slechts langzaam verandering. Een boek als Cairo's Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984) dat aandacht vraagt voor de eigen wetten van het Srananvers kan daarin een gewichtige stap zijn. Zolang er geen gedegen literatuursociologisch en receptie-esthetisch onderzoek gedaan is naar lezers van Surinaamse literatuur, kunnen we niet verder komen dan de vaststelling dat het publiek dat bewust Surinaamse literatuur leest en daarvoor met een zekere regelmaat de boekwinkel of de bibliotheek binnenstapt, behoort tot de groep met een meer dan gemiddelde tot hoge scholing/ontwikkeling en dat die groep het getal van 500 niet ver zal overstijgen. Of de weinig kritische wijze waarop veel Surinaamse boeken op de markt zijn gebracht van invloed is geweest op de grootte van deze groep, is moeilijk vast te stellen. Na deze groep komt die van scholieren/studenten die min of meer ‘verplicht’ leest, zich daarvoor hoofdzakelijk tot de bibliotheken wendt en zijn keuze maakt uit een klein corpus van teksten, waarin Bea Vianens Sarnami hai (1969) de absolute topper is, op enige afstand gevolgd door haar Strafhok (1971), Doelwijts Wajono (1969), Mungroos Het raam (1971), Roemers Neem mij terug Suriname (1974) en Waarom zou je huilen mijn lieve lieve (1976), Joruno's Het meisje uit de sawah (1974), Cairo's Kollektieve schuld (1975) en Helmans De stille plantage (1931). De veel gehoorde bewering dat er in Suriname geen leestraditie zou bestaan, is een loze bewering zolang we niet definiëren wat we met die leestraditie bedoelen. Onuitgesproken blijven de vooronderstellingen dat men spreekt over literatuur (men hanteert dus een kwaliteitscriterium) en dat men spreekt over het hele of een groot deel van het Surinaamse volk (een kwantitatief aspect). Als we alleen spreken over literatuur, dan zal men moeten vaststellen dat de leestraditie er is bij slechts een kleine groep. Maar wanneer we ook kijken naar categorieën als jeugdliteratuur, lectuur en strips, dan zullen we de bewering dat er in Suriname geen leestraditie bestaat, drastisch moeten herzien. Het blijft speculeren in welke zin precies we die bewering zullen moeten herzien, zolang er geen kwantitatief betrouwbaar onderzoek naar het leesgedrag van Surinamers is verricht. G. Kanhai heeft in 1972 in ‘Het Nederlands als literaire taal in de toekomst’20.) aan een kleine groep lezers de vraag gesteld in welke taal zij het liefste lezen. Het resultaat:

20.) Het laatste hoofdstuk uit G. Kanhai, Gissingen omtrent de toekomst van het Nederlands in Suriname, uitgaande van de huidige situatie, Paramaribo 1972. (Scriptie I.O.L.).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 61

Nederlands 128 Sranan tongo 5 Hindi 6 Engels 8 Een andere taal 3 150

Ook wanneer we niet de precieze context van het onderzoek kennen, zeggen deze cijfers genoeg over de status van het Nederlands als literaire (lees)taal. Het onderzoek is te ongedifferentieerd om conclusies te kunnen trekken t.a.v. de samenstelling van dit publiek. Wat bijvoorbeeld niet blijkt, is dat er een groot deel van het Surinaamse (potentiële) lezerspubliek is, dat moeite heeft met het Nederlands. Interessant zou het zijn om te zien of de na globaal 1972 gestaag gegroeide stapel boekjes in het Sranan tongo en Sarnami de cijfers beïnvloed zou hebben. Het lijkt er niet op dat de populariteit van het Surinaamse boek noemenswaardig door die groei bevorderd is. Dat zal ook niet gebeuren zolang de opgestelde nieuwe spellingen voor het Sranan tongo (1984) en het Sarnami (1984) niet in het onderwijs ingang hebben gevonden en gemeengoed van grote groepen zijn geworden. De aandacht van de grootste groepen blijft uitgaan naar lectuur, die uit het buitenland komt en waartegen de schaarse Surinaamse lectuur (nog) mager afsteekt. (Een zekere aftrek vinden wel de uitgaven van Delchot, Sweet, Sy A Foek, Geerlings en anderen, die veelal om buiten-literaire (religieuze, utilitaire) redenen gekocht worden.) Zeker is wel dat de hoge prijzen van het Importprodukt boek (en het literaire boek in het bijzonder) een wezenlijke verbreding van het kopend lezerspubliek in de weg staan. Toch wordt de verkoop van het relatief goedkope boek van eigen bodem hierdoor nauwelijks gestimuleerd. De Surinaamse boekenclub Maina (rond B. Rensch) heeft in deze situatie wat verandering willen brengen door boeken goedkoper aan te bieden; zij brengt het blad Maina uit sinds begin 1985 met informatie over boeken. De Surinaamse auteur die gemeend heeft in Nederland een aanzienlijk breder publiek te vinden, is in het algemeen bedrogen uitgekomen. De kennis van Surinaamse en Antilliaanse literatuur bij Nederlanders is uitermate gering. Julian With heeft dat op simpele wijze kunnen aantonen door een 500 studenten Nederlands te vragen of de namen Robin Raveles, Hennie de Ziel, Frank Martinus Arion en Astrid Roemer hun iets zeiden. Slechts 14 studenten kenden 2 namen.21.) Het is duidelijk: het Surinaamse boek in Nederland wordt door de Surinamers aldaar gelezen. Voor het publiek van Nederlandse lezers geldt, dat het overgrote deel van de Surinaamse boeken slechts door een zeer kleine, bewust lezende groep gelezen wordt. Gangadin geeft daarvoor als oorzaken: de origine en de vaak moeilijk uitspreekbare namen van de niet-Nederlandse auteurs, het ontberen van herkenbaarheid voor de Nederlandse lezer en het mislopen van de gelegenheid om aandacht in de pers te krijgen.22.) Met uit-

21.) Julian With, De wereld op zijn kop (1980) p. 1. 22.) Rabin Gangadin, ‘Rabin Gangadin over de Surinaamse literatuur’; in: Mi Doro 8e jrg. no. 2, juli 1984, pp. 24-25. Verg. p. 24.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 62 zondering van het punt van de herkenbaarheid lijkt deze analyse uitermate dubieus. Wie ziet hoe auteurs die toch ver af staan van het Hollandse binnenhuisje als Kaváfis en Pramoedya Ananta Toer de Nederlandse lezer aanspreken, kan moeilijk in de origine de oorzaak van de geringe aandacht zien. Zolang Solzjenitsyn en Dostojefski gelezen worden, valt niet in te zien waarom namen als Vianen en Gangadin te moeilijk zouden zijn (alsof een schrijver ooit niet gelezen wordt, omdat zijn naam te moeilijk is! - als het niet zo misplaatst was binnen Gangadins artikel, zou men denken dat hij hier een ironische opmerking maakt). En de virtuoze wijze waarop Julian With zich telkens opnieuw in de kijker van de nieuwsmedia heeft weten te werken, geeft al aan dat het argument van de aandacht in de pers op zijn zachtst gezegd nuancering behoeft. Wij denken dat de oorzaak dat de gemiddelde Surinaamse schrijver het Nederlandse publiek niet bereikt, gezocht moet worden in de herkenbaarheid, in die zin dat het Surinaamse boek de Nederlandse lezer te weinig biedt waarmee deze in zijn situatie iets kan doen (voorzover literatuur dat ooit kan). Populair gezegd: voor de Nederlandse lezer is de Surinaamse boodschap een ver-van-mijn-bed-show. Wat voor die lezer het Surinaamse boek dan nog aantrekkelijk kan maken, de uitzonderlijke kwaliteit of het vormexperiment, ontbreekt vaak. Bewijs hiervoor moge wel zijn dat een boek als Over de gekte van een vrouw (1982) van Astrid Roemer, waarin het vormexperiment nadrukkelijk aanwezig is, bij het Nederlandse lezerspubliek wel degelijk is aangeslagen.

3.5 Literatuur en lanti

Tot 1975 werd aan de relatie overheid - schrijvers (kunstenaars) in belangrijke mate vorm gegeven door de sedert 1955 opererende Stichting voor Culturele Samenwerking met Suriname en de Nederlandse Antillen, Sticusa. Als sluis voor de Nederlandse, voor cultuur beschikbaar gestelde gelden, zorgde Sticusa voor: inrichting van Cultureel Centrum Suriname en Cultureel Centrum Nickerie, uitzending naar Suriname van krachten op diverse gebieden (b.v. Henk Zoutendijk en Henk van Ulsen voor toneel, Franklin Lafour voor jeugdtoneel, Leonore de Vries voor bibliotheekwerk, Hans Caprino als eerste Surinaamse regisseur), financiële steun aan projecten (N.A.K.S., Bureau Volkslectuur), import van boeken, voor literaire prijzen en stipendia aan auteurs (Vianen, Shrinivāsi, Dobru) en afname van een vast aantal van nieuw verschenen boeken. Wat als samenwerking opgezet was, geleek echter meer op een éénrichtingsverkeer richting Suriname en de Sticusa kwam dan ook niet uit onder de verwijten van het voeren van een paternalistisch beleid, dat eerder ruimte schiep voor verbreiding van Nederlandse cultuuropvattingen en een meten met een neokolonialistische meetlat, dan voor het laten opbloeien van wat de Surinaamse schoot herbergde aan eigen waarden en visies. (Dat het beeld van Stuart Robles de Medina voor het hoofdgebouw van het MINOW, dat de 1e prijs in de Sticusaprijsvraag 1974 won, juist een beeld van vader en zoon is, zal wel toeval zijn...). Een onderzoek zal moeten uitwijzen welke verdiensten de Sticusa precies heeft gehad in de jaren tot 1975 en wat de schaduwzijden van haar Nederlandse beleid zijn geweest.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1975 betekende allerminst dat Suriname literair gezien uit de brand was. De inspanning van de toenmalige minister R. Venetiaan om Suriname uit het Sticusa-verband te halen, werd niet gecompenseerd met een Surinaams substi-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 63 tuut voor de steun aan schrijvers. Bij zijn bezoek aan Suriname in februari 1985 merkte de voormalig minister voor culturele zaken van Barbados en beroemd schrijver George Lamming op, dat hij in Suriname niets van een cultuurpolitiek vond. We zullen hem in zijn harde oordeel gelijk moeten geven voor de hele periode 1975-1985, met dien verstande dat er wel aanzetten tot een cultuurpolitiek zijn geweest, echter zonder dat die aanzetten het embryonale stadium te boven kwamen en tot een beleid van enige continuïteit konden uitgroeien. Tien jaar lang smoorden voortdurende koerswijzigingen en opportunisme waardevol gedachtengoed in de kiem. Direct na 25 februari 1980 bijvoorbeeld zijn er pogingen ondernomen om de schrijverswereld politiek te mobiliseren (zie het hoofdstuk ‘Literatuur en maatschappij’) en heeft Suriname een onderministerschap voor cultuur van R. Dobru gekend - dat echter slechts een half jaar duurde. Het aantal wisselingen van de post Hoofd Acuza (Algemene Culturele Zaken) is enorm groot geweest. De zeer uitgebreide aanbevelingen uit het geredigeerde gedeelte van het concept eindverslag Seminar Culturele Ontwikkeling (begin 1985) - werk van acht werkgroepen over een half jaar - is in de bureaula verdwenen. Zo ook is het beleid ten opzichte van het bibliotheekwerk tientallen jaren lang één zwenken geweest van centralisatie naar decentralisatie van het boekenbestand, en omgekeerd. Afgezien van politieke instabiliteit, moet de voornaamste oorzaak van het gebrek aan continuïteit in cultuurpolitieke aanpak gezocht worden in de absentie van voldoende literaire belangstelling in de samenleving. Een gezonde cultuurpolitiek kan immers slechts tot stand komen in de wisselwerking tussen de maatschappij en haar beleidsmakers. In Suriname is de literaire infrastructuur nog zeer beperkt ontwikkeld - het heeft dit gemeen met veel Derde Wereldlanden, in het Caribisch gebied zowel als in Afrika. De overheid valt in zo'n situatie een grote taak toe. Zij zal een voorhoedefunctie moeten vervullen in het creëren van de voorwaarden die de bloei van de cultuur kunnen bespoedigen. Haar belangrijkste instrument daarbij is het onderwijs. In het scheppen van een klimaat waarin de literatuur die plaats kan innemen die haar toekomt, is het van jongs af aan passief zowel als actief betrekken van de bevolking van vitaal belang. De passieve betrokkenheid van de schooljeugd is er tot op zekere hoogte wel geweest, omdat de afstand tussen dichters en scholen gelukkig niet groot bleek te zijn. Verschillende dichters (Barron, Slory, Dobru, Shrinivāsi bijvoorbeeld) hebben van het voordragen op scholen een goede traditie gemaakt. Uiteraard kon dit de kloof tussen poëziepraktijk en niet-op-Suriname-afgestemd literatuuronderwijs niet dichten. De actieve betrokkenheid van leerlingen en studenten, d.w.z. het creatieve schrijven, kwam slechts in uitzonderingsgevallen van de grond (de uitgave 25 februari 1980 De N.M.R. (1980) van de Thomas van Aquinoschool was daar een resultaat van). Sedert december 1981 is in deze donkerte gelukkig enig licht gekomen. De sectie Creatieve Expressie van de MINOW-Ontwikkelingsdienst startte toen met een tamelijk grootschalig project rond het cultuuronderwijs op lagere en MULO-scholen. Deel hiervan vormde het poëzie-onderwijs: dichters werden betrokken bij schoolbezoeken (Dobru, Doorson, Pakosie, L. Pinas, Shrinivāsi, Sombra, Wols), wat vooral tot doel had het stimuleren van de creativiteit bij het schrijven van gedichten. Vier uitgaven met niet zelden verrassende kinderpoëzie vormden de eerste tastbare resultaten (Wereldpoëziedag van het kind, 1984 & 1985). Een nieuwe poot van het project is een eind '85 uitgeschreven short story-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 64 wedstrijd. Dit betekent niet dat dit de enige actieve overheidsbemoeienis aangaande de Surinaamse letteren is geweest (maar wel de meest fundamentele, beginnend bij de basis: het taal- en literatuuronderwijs). Verschillende afdelingen van het Ministerie van Onderwijs brachten collecties waardevol materiaal bijeen. Het volkstoneel werd via verschillende secties gestimuleerd, laatstelijk via het reeds genoemde toneelfestival in december 1985. Literaire manifestaties en (al te schaarse) literaire workshops werden door lanti financieel ondersteund. Verschillende commercieel niet aantrekkelijke uitgaven werden tot stand gebracht, aanvankelijk via het Bureau Volkslectuur, later langs andere wegen (zie ‘Uitgeverijen’). Na 1980 werd een staatsprijs voor letterkunde ingesteld (zie hieronder bij § 3.8 ‘Literaire prijzen’), enkele auteurs kregen een financiële ruggesteun (Slory, Barron), het bij wijze van subsidiëring aankopen van een aantal exemplaren van een uitgave werd gebruikelijk. Een Academie voor Hoger Kunst- en Cultuuronderwijs werd ingesteld, waarmee ook het stimuleren van Surinaams schrijftalent een formeel didactisch kader kreeg. In 1981 werd een Literatuur-commissie in het leven geroepen met de opdracht de minister van onderwijs te adviseren in literaire aangelegenheden (prijstoekenningen, subsidiëring enz.). Een Literatuursectie is sedert 1983 bemand met enkele full time-krachten. De verhouding schrijver-Staat is altijd complex. Heeft de Staat zeker ook de functie om de kunsten te stimuleren, de kunstenaar (de schrijver) zal zijn onafhankelijkheid en artistieke vrijheid trachten te behouden. De vraag luidt welke kwaliteitseisen de overheid mag en moet stellen aan de kunst en welke adviezen zij kan geven binnen de grenzen van het aanvaardbare. Deze problematiek is in de relatie Surinaamse overheid - Surinaamse schrijvers niet altijd probleemloos opgelost. Allereerst interpreteerde een aantal schrijvers, gegroeid in een klimaat en traditie van aanmoediging, kritische opmerkingen van de zijde van subsidiegevers soms als een aanslag op de artistieke vrijheid. Daarbij speelde zeker een rol dat de schrijverswereld de beleidsmakers niet zonder scepticisme bekeek. In het reeds in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk aangehaalde interview, zegt Paul Mariee daarover:

‘Als klap op de vuurpijl heb je culturele managers gehad of worden culturele managers aangesteld, die geen enkele degelijke opleiding hebben genoten op het terrein van Kunst en Kultuur of een aanverwant terrein. Je hebt culturele managers nodig die niet alleen achter een bureau brieven zitten te schrijven en te beantwoorden, maar die initiatieven verwelkomen en ze ook zelf durven nemen, waarmee een beter leefklimaat wordt gecreëerd voor onze kunstenaars. Zeker moet je in de top geen figuren hebben die op de Kunstenaarsgemeenschap werken als een rode lap op een stier.’

Daar kwam nog bij dat de afhandeling van bepaalde zaken door een niet altijd even efficiënt, soms zelfs ronduit bureaucratisch opererend overheidsapparaat het vertrouwen aan de zijde van de schrijvers niet in de hand werkte. Het aantal typoscripten dat als gevolg van besluiteloosheid onuitgegeven bleef liggen, is niet gering. De subsidiëringsstructuur - waarbij zowel de Commissie Literatuur, de Sectie Literatuur als de Minister van Onderwijs ieder afzonderlijk zich voor subsidiëring

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 van projecten kunnen uitspreken (zij het dat de Minister in laatste instantie beslist) - versterkte deze situatie nog. Tot 1985 heeft de Commissie Literatuur voor slechts enkele van de vele ingediende literaire projecten posi-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 65 tief geadviseerd. Er bestaat blijkbaar een discrepantie tussen de criteria die deze commissie bij de beoordeling van manuscripten hanteert en de criteria die auteurs hanteren bij de beoordeling of hun werk al dan niet voor inzending geschikt is. De door de Literatuurcommissie gehanteerde opvatting dat werk aan hoge kwaliteitseisen moet voldoen om voor subsidiëring in aanmerking te komen, leverde het verwijt op dat zij op die manier te weinig oog heeft voor het stimuleren van een literatuur-in-opbouw. De kans op het optreden van dergelijke situaties was kleiner geweest indien de overheid met een duidelijke strategie naar buiten was gekomen. Daarbij moet niet enkel en in de eerste plaats gedacht worden aan het expliciteren van de criteria van de Literatuurcommissie23.), omdat de ‘schuldvraag’ dan eenzijdig op dit adviesorgaan wordt afgewenteld. Er moet onderkend worden dat de overheid tekort geschoten is in het scheppen van kaders die individuen of kleine groepen niet kunnen creëren: een goed literair archief, een wettelijk dépôt van boekuitgaven24.), een tijdschrift waarin de schrijvers een uitwisselings- en proefplatform voor hun produkten vinden (de geschiedenis heeft bewezen dat zo'n periodiek zonder overheidssteun geen levensvatbaarheid bezit), een letterkundig documentatieblad of ander documentatiesysteem, het hogere prioriteit toekennen aan onderzoek. Een bezinning op wat literair Surinaams is, zal aan een cultuurpolitiek ten grondslag moeten liggen. Daaruit zal een beter functioneren van bestaande kaders (Literatuurcommissie, Literatuursectie) kunnen voortvloeien, die op hun beurt het literaire leven kunnen stimuleren. Een levende literatuur zal dan weer bevruchtend kunnen werken op de bezinning op het Surinaams-eigene, waarmee de cirkel rond is. Een altruïstischer instelling en enthousiasmerender opstelling van beleidsmakers kan de goede wil in het leven roepen die de neerwaartse spiraal in een opwaartse ombuigt. De schrijvers zullen daarop adequaat moeten reageren door een kritische benadering van de eigen manuscripten en een ter discussie stellen van elkaars werk met afzien van individuele belangen. Want hoe men het ook wendt of keert: tenslotte is het laatste woord aan de schrijvers.

3.6 Uitgeverijen

De geschiedenis van het Surinaamse uitgeverswezen is een financieel verhaal, een tori van grootse plannen, kleine uitgaven, hosselen en rekenen, teleurstellingen maar ook: wilskracht die het goede boek toch altijd weer op de markt deed brengen. In aanmerking genomen de grootte van de Surinaamse bevolking, van dat deel van de bevolking dat gealfabetiseerd is, van dat deel dat het Nederlands redelijk beheerst (want over de haalbaarheid van een uitgeverij voor uitgaven in de andere talen die

23.) Een poging daartoe en tot verbetering van de betrekkingen tussen MINOW en schrijverswereld werd op 18 juni 1984 ondernomen in Theater Unique. 24.) Vanuit andere dan literatuurhistorische of documentaire motieven bestond er een justitieel dépôt tot 1980; met de brand van het hoofdbureau van politie op 25 februari 1980 ging dit dépôt verloren. Aan het registreren van nieuwe uitgaven wordt sedertdien niet meer de hand gehouden. Wel kan een schrijver of uitgever een Internationaal Standaard Boek Nummer aanvragen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 (vooralsnog?) schriftelijk zeer beperkt beheerst worden, hoeven we niet eens te praten25.)), in aanmerking

25.) Toch willen we niet zo ver gaan als Astrid Roemer die schrijft: ‘Wie Ervan Doordrongen Is Dat Het SRANAN, Het SARNAMI, Het JAVAANS En Al Die Clowneske Surinaams-Nederlandse Dialecten uit sociaal-etnische, humanitaire en politieke overwegingen NOOIT zullen promoveren tot DE OFFICIELE VOERTAAL, maar marginale bezigheden zullen MOETEN blijven van SPEELSE GEESTEN en TAALCONSERVATOREN, kortom: Wie Gelezen Wil Worden, Wie Medemensen Uit Hun Isolement Wil Halen, Die Kiest Voor Een Zo Verantwoord Mogelijk Gebruik Van Het Algemeen Beschaafd Nederlands’ (Roemer, a.w., p. 34). Gezien haar eigen ABN-taalhantering, moeten we de mogelijkheid dat Roemer deze passage ironisch bedoelt, uitsluiten.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 66 genomen dat deel van het Surinaamse volk dat het Surinaamse literaire boek heeft geleerd te waarderen, is het niet verwonderlijk dat voor een uitgeverij van literaire boeken in Suriname weinig florissante perspectieven zijn weggelegd. Anders gezegd: de literaire uitgeverij als geïnstitutionaliseerd wezen met een redelijke rentabiliteit heeft in Suriname geen levensvatbaarheid. Deze realiteit heeft Astrid Roemer te weinig in de gaten gehouden, toen zij (in 1976) schreef:

‘Tekenend voor de waardering die men in Suriname in het algemeen voor de literatuur heeft is het feit, dat er niet één literaire uitgeverij bestaat of bestaan heeft.’26.)

Het voornaamste probleem voor de literaire uitgeverij in Suriname is de beperkte omvang van het potentiële koperspubliek. Zij heeft echter tegen meer problemen op te boksen: - de omzetsnelheid van een boek is doorgaans te laag om een rendabele snelheid te bereiken; - de royalties die de uitgeverij de auteur kan bieden kunnen niet hoog zijn gezien de oplages, omzetsnelheid en kosten van publiciteit e.d. en steken mager af bij de verdiensten van de auteur die zelf zijn boeken aan de man brengt (en voor wie tijd geen geld betekent); - de (overigens terechte) financiële eisen van een auteur vormen voor een uitgever geen haalbare kaart, wil hij zijn boek redelijk geprijsd houden om zodoende een groter publiek te vinden; - het apparaat om de uitgeverszaken werkelijk professioneel aan te pakken (administratie, distributie enz.) is te kostbaar. De uitgeversactiviteiten berusten op ideële inzet (Volksboekwinkel), op overheidssteun (Bureau Volkslectuur), of op risicospreiding door het uitgeven van literatuur te zien als nevenactiviteit die gerealiseerd kan worden dankzij het feit dat andere zaken het rentabiliteitsverlies opvangen (VACO); - het uitbouwen van een uitgeversfonds moet berusten op een vertrouwensrelatie tussen auteur en uitgever, waarbij de artistieke vrijheid van de schrijvers samen moet kunnen gaan met het kritisch oordeel en het zakelijk inzicht van de uitgever. De continuïteit van het uitgeven loopt echter niet parallel met de tijd die nu eenmaal nodig is om zo'n relatie op te bouwen; - deze vertrouwensrelatie is in het verleden geschaad door enkele uitgevers wier zakelijk inzicht op de eigen portemonnee gericht was; herstel van deze relatie is een kwestie van veel tijd; - een aantal auteurs stelt het op prijs nauw betrokken te zijn bij de produktie van het boek (Slory, R. Mungroo b.v.). Voor hen is een geïnstitutionaliseerd uitgeverswezen te weinig aantrekkelijk;

26.) Astrid Roemer, ‘Een karikatuur van de Surinaamse literatuur of hoe de Surinaamse auteurs uitsterven’; in: Bzzlletin nr. 40, nov. 1976 (Surinamenummer), pp. 31/19-33/21. Verg. pp. 31/19-32/20.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 67

- de continuïteit van het aanleveren van persklare manuscripten is bij een gering aantal schrijvers slechts gegarandeerd bij een tijdrovend wervings- en ‘editing’-beleid van de uitgever; het is weinigen gegeven om de tijd, de energie en het vakmanschap op te brengen om dat lang vol te houden; - de uitgever weet zich in onvoldoende mate geruggesteund door de media (publiciteit, literaire kritiek); - het subsidiëringssysteem van de overheid is ingesteld op individuele auteurs, niet op fondsvorming voor uitgeverijen; - zoals reeds eerder beschreven, is de weg die het literaire boek volgt naar de lezer, traditioneel een andere dan die waarop een uitgeverij moet afstemmen (n.l. via de boekhandel). Samen met de boekhandel staat een uitgeverij voor het probleem hoe deze passiviteit bij (een groot deel van het) potentiële koperspubliek te doorbreken; - een gegarandeerde afzet is slechts mogelijk indien de overheid een garantie geeft om een zeker aantal exemplaren van een boek af te nemen; deze afhankelijkheidspositie stelt restricties aan de vrije uitbouw van een uitgeversfonds.

Gevolg van deze situatie was het ontstaan van de opvatting dat men eerst werkelijk literaire erkenning had gevonden, wanneer een Nederlandse literaire uitgeverij een uitgave van een auteur had verzorgd. Die ideeën werden nog in de hand gewerkt door de professionele wijze waarop een land met een drukkerstraditie als Nederland boeken kon verzorgen en door het karakter van uitgaven als Dobru's Boodschappen uit de zon (Meulenhoff, Amsterdam 1982) en Shrinivāsi's Een weinig van het andere (In de Knipscheer, Haarlem 1984) die het beste van een heel oeuvre gaven. Deze status van de Nederlandse uitgeverijen was niet bevorderlijk voor de literaire zelfstandigheid van Suriname. Dit in ogenschouw nemend is het des te bewonderenswaardiger dat sommige Surinaamse uitgeverijen toch nog een aantal uitgaven wisten te verzorgen. De uitgeverij die in Suriname reeds langer opereerde en dat ook tussen '70 en '85 bleef doen, was Varekamp & Co, later VACO geheten. Van een literaire uitgeverij kon men bij dit bedrijf echter bezwaarlijk spreken: de schone letteren vormden slechts een klein deel van het fonds en van een actief literatuurwervend beleid was geen sprake. Het verschijnen van literaire uitgaven (De Groot, Mechtelly, Doelwijt, Dobru, Helman, Lichtveld) was van te incidentele aard om te kunnen spreken van enige continuïteit. In 1974 startte Frank Renada in Den Haag met Pressag, doch deze uitgeverij gaf reeds negen maanden later, bevallen van enkele boeken van Roemer, Verlooghen en Benjamin de geest.27.) Apollo's Reklame & Uitgeversburo, dat in 1975 in Paramaribo met een reeks kleine boekjes kwam, was geen uitgeverij in de gewone zin, want het uitgeversrisico bleef volledig bij de auteurs liggen. In 1976 verscheen bij De Volksboekwinkel een boekje van Pakosie, tot en met 1985 verscheen er bij deze stichting werk van Barron, L. de Vries, Sapotille en Marlee. In 1977 hervatte Renada zijn uitgeversactiviteiten, nu in Paramaribo en onder de naam Bolivar Editions, en bracht - weer voor korte tijd - nieuw werk van Doorson, Hatterman, Tecumseh 27.) De vermelding in ORO 6/76 als zou Pressag ook Nel Bradleys Obia a no f 'joe no spit na ini uitgebracht hebben is duister. Deze bundel verscheen in 1968 en een herdruk hebben wij nooit aangetroffen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 en Wols en herdrukken van Cirino, Joruno en R. Mungroo. Alle andere uitgeverijen in Suriname brachten het niet verder dan één of enkele

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 68 literaire werkjes: Kersten (Slagveer en Sluisdom), Dubois & Dubois (Beitler en Verlooghen) enz. Opgemerkt dient te worden dat niet zelden de drukkerijen ten dele de functie van de uitgeverij overnamen door de auteur een bepaalde financiële ruimte te geven en een enkele keer ook van advies te dienen. Drukkerijen die voor veel literair werk tekenden waren Aktuaprint, Alberga, Van den Boomen, Eldorado, Paramaribo, Saraswatie Press, VACO en Westfort. De overheid, minder afhankelijk van alle onzekere factoren waarmee de uitgeverij te rekenen heeft, heeft tussen 1970 en 1985 een aantal uitgaven voor haar rekening genomen waarvan het verschijnen anders zeer dubieus zou zijn geweest. Het Bureau Volkslectuur bracht werk van Cairo, Hijlaard, Schouten-Elsenhout en Trefossa uit, naast belangrijke bloemlezingen samengesteld door Thea Doelwijt en Shrinivāsi. Later kwam het Minow met andere bloemlezingen (Rebirth in words, De tijd doorkliefd en Een pantserwagen in de straten, alle drie 1981), uitgaven van javaanse vertellingen, van Mechtelly, Dobru en Aleks de Drie, van kinderpoëzie (Wereldpoëziedag van het kind, 1984 & 1985) en over Anton de Kom. Het Jeugd Lectuur projekt in Nickerie bracht jeugdliteratuur van Doorson, Tecumseh en De Vries. Het Instituut voor Taalwetenschap/Summer Institute of Linguistics was uitzonderlijk produktief met de uitgave van tientallen boekjes in vele, Surinaamse talen, waarmee taalkundig materiaal verzameld werd dat vaak ook literair interessant was. Verspreiding van het Woord Gods gaat bij het S.I.L. hand in hand met taalonderzoek, zoals dat in (ex)koloniën overal ter wereld het geval was (en is). Samenvattend kan worden gezegd dat ‘lanti’ zich heeft beziggehouden met het moeilijk verkoopbare boek en dat de oogst niet onaanzienlijk geweest is. De doorsnee schrijver die zijn werk wil uitgeven, zal echter andere wegen moeten zoeken en dat is ook een juiste zaak. Veel wegen staan de auteurs in Suriname echter niet open. Frank Martinus heeft opgemerkt dat Helman zijn oeuvre niet had kunnen opbouwen als hij van Suriname afhankelijk was geweest bij het uitgeven.28.) Het merendeel van de Surinaamse schrijvers publiceert in eigen beheer; dat geldt ook voor een aantal schrijvers die hun uitgeversactiviteiten een naam hebben gegeven, maar in feite alles in eigen beheer hebben gehouden: Gerrit Barron met de Educatieve Uitgeverij Sorava, Corly Verlooghen met Surivox, Don Walther met Uitgeverij Laetitia, Jozef Slagveer met Aktueel Press, Marac met Marac's Production, Herman Hennink Monkau met Ideoplastos, Jo Löffel met Orchid Press. De positie van de schrijver in Nederland is slechts in zoverre wat beter, dat de produktiekosten bij het in eigen beheer uitbrengen van boeken lager liggen. Een aantal auteurs is naar Nederland getogen met het idee daar een grotere respons op het literaire werk te verkrijgen en een klimaat aan te treffen dat stimulerend op de produktie kan werken. Ten dele zijn die verwachtingen ook ingelost, toch is het aantal auteurs dat bij een uitgeverij onderdak heeft gevonden niet groter dan in Suriname. De enige uitgeverijen die zich met enige systematiek hebben toegelegd op het Surinaamse boek zijn In de Knipscheer (Cairo, Mangroelal, Pos, Roemer, Shrinivāsi, Vianen) en De Geus (Middellijn, With, Roemer) geweest. De overige uitgeverijen hebben slechts wat graantjes uit de Surinaamse oogst gepikt, met een goed commercieel oog, echter zonder wezenlijke bekommernis om het stimuleren van Surinaamse schrijvers. De Bezige 28.) Frank Martinus, Albert Helman, de eenzame jager, Paramaribo 1977, p. 16.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 69

Bij (Vianen; I sa man tra tamara!?; Ferrier, al vóór 1970), Querido (Dobru, Vianen), De Arbeiderspers (Gangadin, Helman), Futile (Gajadin, Shrinivārsi) en nog een handvol uitgeverijen méér, hebben - misschien met uitzondering van de laatste - slechts voor de Surinaamse muze gekozen, waar de mammon enthousiast jaknikte. Een aantal auteurs heeft wel zijn stimulans gehad van samenwerkingsverbanden van schrijvers. Zo gaf het Editoryal Antiyano werk uit van L. Maynard, Rellum en Blaw Kepanki, het Surinaams-Antilliaans Schrijvers Kollektief van Lucy Vreden en de bloemlezing Tesi f'i, Aspasja werk van Grot, Waterberg en de bundel Purbé konsidiré, Surinaams Volkskultureel Assemblee de bundel Tide tamara. Deze groepen, die pogen een alternatief te vormen voor de commerciële uitgeverijen, wacht nog een lange weg aleer zij, buiten de kapitalistische produktieverhoudingen om, de Surinaamse auteurs een enigermate zeker bestaan kunnen garanderen. De enige, ons bekende auteur die in een uitgevershuis buiten Nederland vaste voet aan de grond heeft gekregen (t.w. in Engeland), is kinderboekenschrijfster Petronella Breinburg.

3.7 Literaire tijdschriften

Voorzover de Surinaamse auteur in de periode 1970-1985 aangewezen was op literaire tijdschriften, was het armoe troef. Suriname kende welgeteld twee literaire bladen: Kolibri waarvan drie nummers verschenen, en Bro dat na één nummer de geest gaf. Het kwartaalblad Kolibri verscheen in 1971 onder redactie van P.A. Nijbroek en deed m.n. van zich spreken door een aantal felle artikelen over de Surinaamse literatuur van de hand van Rodney Russel. Bro verscheen in 1983 onder redactie van Gerrit Barron en Carla Lont en bood een goede doorsnee van het in Suriname geproduceerde werk: proza, poëzie en essays. Daarnaast bevatte het nummer afdelingen met werk van Surinamers in het buitenland, en van debutanten. Met een afdeling ‘Caribische literatuur’ gaf de redactie blijk van visie op plaats en richting van de Surinaamse literatuur, zij het dat de keuze van twee Salvadoriaanse schrijvers wat merkwaardig was. Van enige continuïteit in de uitgave van literaire periodieken is dus geen sprake geweest. Het probleem lag hem niet zozeer in de aanlevering van kopij (die voor een tweede nummer van Bro bijvoorbeeld, was al zo goed als rond), alswel in de afzet die, zoals bekend, voor het literaire tijdschrift nog meer problemen oplevert dan voor het literaire boek. De Surinaamse schrijver moest het dus doen zonder de tijdschriftredacteur die hem tot produktie kwam opporren. Voor de auteur die zijn produkt kwijt wilde, werd wel met meer of mindere regelmaat plaats ingeruimd in de dagbladen en culturele tijdschriften (welke laatste overigens ook zelden een lang leven beschoren waren): Koeltoeroe (1971; redacteur J.A. Chin A Foeng), Reflektor (vanaf 1972; redactie C.R. Biswamitre, S.A. Jadoenathmisier, K. Ramsundersingh), (S)toeka (1975-1980), Dharm prakash (1975-1981; redactie Haldharprasad Sharma, Vijay Kirpalani), ORO (1976), Tori (1979-1980; redactie Henk Doelwijt, Nana Philips, Murphey Lont), Potpourri (1982; redactie G.H.J. Ong A Lok), Cikal (1982-1984; redactie Johan Sarmo, Sari Kasanpawiro, Hein Vruggink, Wonny Karijopawiro, Doel

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 70

Soekinta), Bhāsā (vanaf 1983; redactie M.A. Nabibaks, J.S. Soebhag, R. Lala, E.N. Ketwaru) en Maina (vanaf 1985; redactie H. Kasandikromo, B. Rensch, S. Jankipersadsing, J. Tuinfort, R. Singokarso), alle in Suriname, en in Nederland: Sticusa Journaal (vanaf 1971), Suriname Informatie, Dark shadow (1981; redactie Rabin Gangadin), Sarnami (sinds 1982; redactie Jit Narain), de vrouwenkrant Ashante (sinds 1982; redactie Sitla Bonoo, Gharietje Choenni, Sita Mahabier), Kollektief (sinds 1983; uitgave van Jumpa Rajguru; redactie Krishna Autar, Ramesh Mahabier, Raj Ramdas), Palet (sinds 1984; redactie Ludwich van Mulier e.a.), Suriname darpan (vanaf 1985; redactie Harnarain Jankipersadsing, Haridew Sahtoe, Suryapersad Biere ‘Shurvir’, Amersing Ramman). Ook vele in Nederland verschijnende welzijnsbladen nemen werk op van Surinaamse schrijvers (m.n. Adek, Aisa Samachar, Boskopoe, Jere, Lalla Rookh, en Span 'noe). De verhouding tijdschriftredactie-auteur kent niet zelden een zekere spanning. Dat geldt in nog sterkere mate voor de verhouding tussen de Surinaamse auteur die zijn produkt ergens wil ‘slijten’ en de tijdschriftredacties die hij daartoe benadert. De kritiek van de zijde van schrijvers op redacteuren van culturele bladen kan niet mals zijn, daarvan getuigt dit citaat van Rabin Gangadin:

‘Het meest zwartgallige conservatisme van deze lui, die zelf niet één zinnig stuk op het rotte papier kunnen krijgen zonder dat eerst de inspanning het puntje van de tong naar buiten heeft gedreven én de zweetdruppels op hun voorhoofden hebben gepareld, is dat de schrijvers zich aan hun onbenullige criteria t.a.v. het idioom, vocabulaire, stijl en aanpak moeten houden. Dit soort dominantie werkt alleen maar vernietigend en verlammend op de gesublimeerde doelstelling van het literaire ego van de schrijver.’29.)

Het is moeilijk om aan te geven op welke tijdschriften Gangadin doelt. Uiteraard niet op Kolibri dat elf jaar vóór zijn artikel verscheen, niet op de algemeen-culturele en welzijnstijdschriften waar de schrijver als het om de literaire stimulans gaat weinig van te verwachten heeft. Als Gangadin op de Nederlandse literaire tijdschriften doelt, dan verschiet hij zijn kruit: met uitzondering van Bzzlletin, Ons Erfdeel en (het niet-literaire) Avenue hebben deze bladen de Surinaamse literatuur stelselmatig genegeerd.30.)

3.8 Literaire prijzen

In het begin van de jaren '70 kenden de Surinaamse letteren drie prijzen: de Van der Rijnprijs, de Gouverneur Currieprijs van de gelijknamige Stichting en de Literatuurprijs van de Sticusa. De Van der Rijnprijs 1970 als aanmoedigingsprijs

29.) Rabin Gangadin, ‘De verhaspeling van de Surinaamse literatuur Zoeken naar identiteit is niets anders dan bewustwordingsproces’; in: De Nieuwe Linie 24-3-1982. Grotendeels dezelfde zinnen vinden we in Elseviers Magazine van 19 november 1983 en Mi Doro van juli 1984. 30.) Wel besteedden De Gids en Tirade een nummer aan Suriname in resp. 1970 en 1973; daar bleef het in deze bladen bij. Een verhaal van Bea Vianen in Maatstaf (1974) is een incidenteel geval geweest. Albert Helman onttrekt zich weer eens aan deze opmerkingen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 voor schrijvers van korte verhalen leverde twee bekroningen op: ‘Tra tamara’ van Rita Rahman en ‘I sa man!?’ van Ludwich van Mulier, die - samen met zes andere voor de prijs ingezonden verhalen - werden gebundeld tot I sa man tra tamara!?. De beide bekroonde auteurs lieten als prozaschrijvers wei-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 71 nig meer van zich horen; Rahman enkel nog met het kinderverhaal Drie ware vrienden (1978) en het leesboek Sile' sima'e (1979). De Gouverneur Currieprijs voor Kunsten en Wetenschappen werd in 1970 toegekend aan het Mamio-theater en in 1974 aan Michaël Slory en Shrinivāsi. Aan Slory, die reeds in '61 en '66 in de prijzen was gevallen, ‘vanwege de wijze waarop hij het Sranan tongo aan de poëzie dienstbaar maakt en om het gesublimeerde karakter van zijn beste gedichten, waarin de sociale en culturele situatie van de Surinamers en episoden uit de Surinaamse geschiedenis verwoord worden’31.), aan Shrinivāsi voor zijn gehele oeuvre. Dezelfde prijs ontving Thea Doelwijt ‘op grond van Uw bijzonder verdienstelijke bijdrage op cultureel gebied in belang van Suriname’, regisseur Henk Tjon en acteur Harry de la Fuente. De Literatuurprijs van de Sticusa ging in 1973 naar Michaël Slory, in 1974 naar Johanna Schouten-Elsenhout en werd in 1975 gedeeld door J.J.R. Berrenstein, Mechtelly, O.I. Nicol, S. Parohi en E.L. Pinas. In 1984 won Dorothee Wong Loi Sing met drie gedichten een prijs in The Black Youth Annual Penmanship Awards te Londen en kreeg Thea Doelwijt een eervolle vermelding van de Vereniging van Gezelschappen voor Kinder- en Jeugdtoneel voor haar stuk Ik vang, ik vang... wat jij niet vangt. In 1984 ook werd voor het eerst de driejaarlijkse Literatuurprijs van Suriname uitgereikt, over de jaren 1980-1982. De deelprijs voor proza, poëzie en toneel ging naar Bhai met de bundel Vindu (1982). Evenmin als er in 1976 een bekroning plaatsvond bij een door De Volksboekwinkel uitgeschreven prijsvraag voor jeugdboeken, werd de deelprijs voor jeugdliteratuur uitgereikt. De literatuurprijs over de jaren 1983-1985 werd in 1986 uitgereikt aan Michaël Slory. De dichter, die in genoemde periode de bundels Fresko leri mi den tra odo (1984) en Efu na Kodyo Efu na Amba Efu na Romeo Efu na Julia Amir... nanga... (1985) uitbracht, ontving de prijs als bekroning voor zijn gehele oeuvre. De auteur Paul Marlee, die in dezelfde periode met de roman Proefkonijn (1985) kwam, protesteerde tegen de bekroning, omdat hij meende tekortgedaan te zijn daar de bekroning plaats zou hebben gevonden op buitentekstuele, taalpolitieke gronden (zie zijn artikel ‘Kan je een condor vergelijken met een struisvogel of een kolibri met een cheeta?’ in De Ware Tijd van 4 september 1986 en De West van 5 september 1986). De deelprijs voor jeugdliteratuur werd wederom niet uitgereikt.

3.9 Literatuurkritiek

Literaire kritiek die zich over een groter aantal jaren gecontinueerd heeft, heeft in Suriname nooit bestaan, al schreef Thea Doelwijt vóór 1970 wel met een zekere regelmaat boekbesprekingen. Ook de rubriek in De Ware Tijd in het begin van de jaren '80, waarin Ewald Sluisdom informatie verschafte over nieuwe boeken, is van korte duur geweest. De schrijvers hebben zich dus nooit kunnen verlaten op het oordeel van een persoon die systematisch al het uitgekomen werk besprak. Nu zijn de omstandigheden waaronder de criticus in Suriname zijn werk moet doen niet optimaal. De kleinheid van de gemeenschap maakt het moeilijk

31.) Geciteerd naai Schrijvers prentenboek van Suriname, Amsterdam enz. 1979, p. 28. Het volgende citaat bij Doelwijt komt uit een brief van haar aan ons, dd. 17-2-1986.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 72 de kritische distantie tot het te bespreken werk te bewaren en onbevooroordeeld een oordeel te geven; werkelijk onbevooroordeeld recenseren zou tot een onmogelijke positie van de criticus in de maatschappij leiden. Verder is de invloed van een literatuurrecensie moeilijk in te schatten: wordt die enerzijds tenietgedaan door de wijze waarop de schrijver via persoonlijke contacten zijn boek aan de lezer brengt, anderzijds kan die invloed bij het kleine afzetgebied onverantwoord groot zijn (zeker als een negatieve recensie de verkoop van een boek van de ‘hosselaar’ beïnvloedt). Professionalisering van de literaire kritiek blijft problematisch, daar de media niet over zoveel middelen beschikken om de criticus zijn werk anders dan als vorm van bijverdienste te laten verrichten; kritieken werden dan ook niet zelden geschreven door schrijvers (Verlooghen, Wols) of door personen die over van alles en nog wat schrijven (Tuinfort). De bereidheid bij de schrijvers om ‘strenge’ oordelen te accepteren is niet bijzonder groot in een klimaat waarin de literatuur nog in de kinderschoenen staat en de literaire kritiek nog geen traditie heeft kunnen worden. ‘Degenen die zich aan kritiek waagden werden voor negatief uitgemaakt’, aldus Thea Doelwijt. Daaruit is mogelijk te verklaren dat, vanuit een verantwoordelijkheidsgevoel voor de jonge Surinaamse literatuur zelfs de strengste in Suriname verschijnende literatuurkritiek nog welwillend is te noemen. Toch zouden we over de periode 1970-1985 een onderscheid kunnen maken. Er is de kritiek die welwillend pur sang is en die de beste stimulans voor de literatuur verwacht van het ‘laat duizend bloemen bloeien’-principe (zich o.m. manifesterend in royaal verspreide voorwoorden voor bundels - misschien is het correcter om in deze gevallen van propaganda of public relations te spreken). Deze vorm van kritiek komt bijvoorbeeld tot uiting in een recensie van Rappa over een boek van Rudolf Isselt: ‘Ik heb met deze beschouwing alles behalve een waarde-oordeel willen uitspreken over Isselt's boek: daar is een recensie mijns inziens niet voor.’32.) Daarnaast is er de kritiek die welwillend is vanuit het kritisch doorlichten van een werk en die meer heil verwacht van het aanduiden van wat er mis is met een werk, waarmee de schrijver dan in de toekomst zijn voordeel kan doen; zij geeft wel degelijk een geprononceerd waarde-oordeel, ook als dat niet positief uitvalt. Ondervindt de schrijver in het eerste type kritiek een steun voor de verkoop van zijn werk, met het tweede type kan de kwaliteit van zijn werk haar voordeel doen. Critici die tot de eerste categorie behoren zijn R. Dobru, Corly Verlooghen, Ewald Sluisdom, Albert Mungroo, Moestafa Nabibaks, Rappa, Carla Tuinfort en Frits Wols. Critici van de tweede categorie zijn Hein Eersel, Effendi Ketwaru, Paul Marlee, A.J. Morpurgo, Henk Doelwijt, Thea Doelwijt, Rodney Russel en Elvira Rijsdijk (ook schrijvend onder het pseudoniem Mizpah). De literaire kritiek in Nederland door Nederlanders houdt zich met een zekere regelmaat bezig met dat werk van Surinaamse schrijvers dat bij de bekende uitgevershuizen verschijnt. Het afwijkende referentiekader van waaruit de Nederlandse criticus oordeelt maakt deze niet bepaald tot de geëigende beoordelaar van (het meeste) Surinaams werk: recensies in de Nederlandse dag- en weekbladen zijn dan ook een constante bron van irritaties geweest voor de Surinaamse schrijvers die hun werk serieus nemen33.) (men vergelijke echter

32.) Rappa, ‘Ik was, ik kwam, ik zag en ik schreef’; in: De Ware Tijd 13-12-1984. 33.) Men leze b.v. ‘Djops’ van Edgar Cairo uit ‘Ik ga dood om jullie hoofd’ (1980), pp. 161-162.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 73 ook het positieve geluid dat Astrid Roemer laat horen onder punt 13) van § 3.11!). Daarnaast verschijnen literaire recensies, ook van werk dat niet via de uitgevershuizen de markt bereikt, in de verschillende welzijnsbladen, kritieken die veelal, maar niet altijd door Surinamers worden geschreven, o.a. van Eddy Charry, Chan Choenni, Ro van Eer, Jules Niemel, Ina van Peperstraten, Marc Welmann, Tom Rellum, Astrid Roemer, Marijke van Geest (de laatste drie werken ook als recensenten voor Surinaamse literatuur bij het Nederlands Bibliotheek- en Lektuur Centrum). Hugo Pos heeft consequent jarenlang- al vanaf de jaren '60 - Surinaamse literatuur besproken in het dagblad Het Parool, Wim Rutgers regelmatig in het tijdschrift Ons Erfdeel en in de Amigoe. Een naam als schrijver van zeer kritische recensies, niet zelden polemisch geformuleerd, hebben zich verworven Dew Baboeram, Edgar Cairo en Rabin Gangadin, de laatste zeer duidelijk onder invloed van de polemische wijze waarop in Nederland Jeroen Brouwers over literatuur schrijft. De grote diversiteit aan critici, het gebrek aan continuïteit in de kritiek en de veelal eerder hobbyistische dan vakmatige aanpak, maken het bijzonder moeilijk uitspraken te doen over de aard van de Surinaamse literaire kritiek - zeker zolang er geen (detail)onderzoek naar verricht is. Wat men wel zonder veel moeite kan vaststellen is dat, waar de welwillendheid drager van de meeste kritieken is, het informeren eerder voorop staat dan het analyseren. (Dat geldt voor de beoordeling van werk in het Nederlands, het geldt in nog sterkere mate voor de beoordeling van werk in andere talen; bijna niemand waagt zich ooit aan bijvoorbeeld stilistische opmerkingen over poëzie in het Sranan tongo.) Het gebrek aan aandacht voor stijl en structuur van een werk wordt dan gecompenseerd door biografische informatie over de auteur, al dan niet gelardeerd met anecdotische opmerkingen. Zeker moet men hierbij in de gaten houden dat deze manier van recenseren heilzaam kan zijn voor het aanspreken van een groter publiek; de groep lezers die bereid en in staat is om zich te verdiepen in analytische/vakmatige recensies is zeer klein in Suriname. Alles bijeen genomen betekent dat dat de eisen die gesteld worden aan de recensent die een zinvolle recensie voor een ruim publiek wil schrijven nog veel hoger zijn dan in westerse landen. Het gelukt slechts een enkeling die opgave ook inderdaad tot een goed einde te brengen.

3.10 Literatuurstudie34.)

In een artikel ‘Suriname in historisch perspectief (1970-1985)’ stelt Jozef Siwpersad vast: ‘Onze inventarisatie wijst uit dat op het gebied van de cultuurgeschiedenis er vrijwel niets is gepresteerd in de afgelopen decennia.’35.) Moge die uitspraak waar zijn voor wat betreft werken van algemene aard, voor het deelgebied van de cultuurgeschiedenis dat de literatuurgeschiedenis is, behoeft zij nuancering. Wel kan niet anders vastgesteld worden, wanneer wij het resultaat van vijftien jaar studie van de Surinaamse literatuur overzien, dan dat

34.) Voor deze paragraaf wordt geen strikt onderscheid gemaakt in wetenschappelijke literatuurstudie en de meer essayistische (zoals die door b.v. Pos wordt beoefend). 35.) In: De Ware Tijd van vrijdag 31 januari 1986. Niet helemaal duidelijk in dit inventariserend artikel is waarom het werk van Helman onder de rubriek ‘enkele algemene werken’ valt en waarom de letterkunde genoemd wordt bij ‘kunstgeschiedenis’.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 74 die literatuurstudie (nog steeds) in de kinderschoenen staat. Wat opvalt is dat er in de jaren '70 verschillende overzichten zijn geschreven, zowel in artikelvorm (Hugo Pos) als in boekvorm (Creolc Drum, Cultureel mozaïek van Suriname) die zich slechts in beperkte mate op voorstudies baseerden (eenvoudigweg omdat die er niet waren36.)), en dat er in de jaren '80 een aantal specialistische studies het licht zag, veelal in artikelvorm en van behoorlijk niveau. De discrepantie tussen deze laatste studies die slechts een klein publiek bereiken, en de voor een groot publiek bestemde literatuurgeschiedenis (die toch ééns geschreven zal moeten worden), is zo groot dat een verantwoorde literatuurgeschiedenis niet op korte termijn te verwachten valt. Om maar een handvol auteurs te noemen: naar Dobru, De Kom, Ruud Mungroo, Rellum, Schouten-Elsenhout, naar het proza van Roemer, het toneelwerk van Doelwijt is nog steeds geen serieus te noemen letterkundig onderzoek verricht. Een verklaringsgrond voor deze situatie kan gevonden worden in het feit dat veel Surinaamse neerlandici eerder taalkundig dan letterkundig georiënteerd zijn. Het is veelzeggend genoeg dat de Literatuurcommissie van het Ministerie van Onderwijs Wetenschappen & Cultuur onder voorzitterschap staat van de taalkundige Hein Eersel. In vergelijking tot de letterkunde, is de Surinaamse taalkunde ver gevorderd en heeft zij door het werk van o.m. Adhin, Eersel, Essed-Fruin, Marhé en Voorhoeve al aardig wat terrein geëxploreerd. Daarbij komt nog dat het onderwijs zo'n groot beroep heeft gedaan op het aanbod van neerlandici, dat slechts een enkeling het kon opbrengen om energie te steken in activiteiten die buiten zijn onderwijstaak lagen. Het beroep dat de veeltalige Surinaamse literatuur op de neerlandici (een te beperkte naam!) doet, is ook niet bepaald klein te noemen, maar we moeten toch vaststellen, dat wat de kritische begeleiding van nieuwe literatuur betreft - ook de Nederlandstalige - de Surinaamse neerlandici het in het algemeen hebben laten afweten. Daaruit kwam het verschijnsel voort dat de schrijvers noodgedwongen soms zelf boeken gingen recenseren. Over de (vak)studies kan opgemerkt worden dat die veelal óf literatuurhistorisch óf structuralistisch van aard waren. Er bestaat geen literatuursociologisch onderzoek over de Surinaamse letteren, slechts één receptie-esthetische studie (de nog te noemen scriptie van Colenbrander over het proza van Cairo). De stilistiek - die nogal wat eisen stelt aan de beoefenaars ervan - heeft nog weinig opgeleverd: benaderingen van werk van de Moetete-dichters door Linda Nijbroek-Asin in de scriptie Thematiek en vorm bij de Moetete-dichters (1976) en de zeer secure analyse van het gedicht ‘Kopenhagen’ van Trefossa door Jan Voorhoeve (opgenomen in Ala poewema foe Trefossa (1977)). Aan de wetten die het eigen karakter van Surinaams (i.c. creools) werk regeren - een Surinaamse stilistiek zou men kunnen zeggen-, heeft Cairo uitvoerig aandacht besteed in zijn grote boek Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984). Een toepassing van het door Cairo voorgestelde analysemodel beproefde Michiel van Kempen op werk van Trefossa (in Bhāsā jrg. 3 no. 1, 2 en 3). Staat de studie van de Surinaamse literatuur nog in de kinderschoenen, die kinderschoenen zijn dan wel aangemeten door Jan Voorhoeve, dé vorser op het terrein van de Surinaamse linguïstiek zowel als letterkundige studie. Voorhoeve

36.) De doctoraalscriptie van Peter Potter uit 1982 Een overzicht van de moderne Surinaamse literatuur, slechts verspreid in een kleine oplage, baseert zich voornamelijk op kran te artikelen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 75 zal niet alleen als bezorger van uitgaven van werk van Trefossa en Johanna Schouten-Elsenhout te boek blijven staan als een van de grote stimulerende krachten achter de Surinaamse (en dan met name de Sranan tongo) literatuur, maar ook als een van de meest excellente vorsers naar het ontstaan en de ontwikkeling van de Sranan tongo-literatuur en de interpretatie van het Srananvers. Een boek dat alleen al om de uitvoerige inleidingen op het gebloemleesde werk tot een standaardwerk is geworden, is Creole Drum An Anthology of Creole Literature in Suriname (1975) dat hij samen met Ursy Lichtveld samenstelde. Het boek laat de ontwikkeling zien van de Sranan tongo-literatuur uit de orale literatuur over King, Koenders, Bruma, Wie Eegie Sanie en Trefossa naar de nieuwe generatie (Schouten-Elsenhout, Slory, Cairo). Albert Helman is één van de auteurs die, nooit karig bedeeld met literatuurkritische aandacht in Nederland, ook in Suriname de aandacht trok. Was er binnenskamers kritiek te bespeuren op de visie door Helman in zijn romans tentoongespreid, weinig of niets is van die kritiek op zijn fictionele werk op papier gezet. Wel kreeg dat werk literatuur-analytische aandacht. Frank Martinus bundelde in Albert Helman, de eenzame jager (1977) enkele lezingen die hij hield tijdens de Helmanweek van het Surinaams Museum. Hij bespreekt hierin het oeuvre van Helman binnen het spanningsveld van integratie en desintegratie. P. Ammersingh-Mungra analyseerde in Op weg naar Helman (1978) een aantal structuuraspecten van Orkaan bij nacht. De explosie aan publikaties waarmee Helman op hoge leeftijd zijn semifinale speelde (om met zijn laatste verzenbundel te spreken), leverde voor de kennis van de Surinaamse cultuur enkele belangrijke werken op. Het door hem samengestelde Cultureel mozaïek van Suriname (1978) is een brede inventarisatie van wat Suriname cultureel te bieden heeft. Aan het boek werkte een keur van specialisten mee. In Facetten van de Surinaamse samenleving (1977) bracht Helman een aantal indringende detailstudies bijeen. Helmans visie op de historische plaats van Suriname in het groter Guyanees verband werkte hij uit tot de ‘ecologische geschiedenis’ De foltering van Eldorado (1983), die in ovo met Avonturen aan de Wilde Kust fraai geïllustreerd reeds een jaar eerder voor een breder publiek toegankelijk was gemaakt. Een belangrijke uitgave die Helman verzorgde was die van Aphra Behns Oroenoko of de koninklijke slaaf (1983) die hij van een zeer uitgebreide toelichting voorzag. Algemeen oogstte Helman veel lof om de stilistisch overtuigende wijze waarop hij zijn visie aan de man bracht, maar de uitwerking in bepaalde details en de eigenzinnigheid van zijn vaak eurocentrische optiek bezorgden hem ook veel kritiek. Op zijn niet-fictionele werk (i.c. een hoofdstuk over de Islam in Cultureel mozaïek van Suriname (1978)) reageerde Moestafa Nurmohamed met een lange tirade in De geschiedenis van de Islam in Suriname (1985). Daaruit enkele citaten:

‘O Christelijke bril van Helman, val en breek zodat Uw meester beter kan zien! () Albert Helman is volledig vervreemd van zijn geboorteland en weet evenveel van de Surinamers als een aap van diepzee duiken. Al wat hij over Suriname schrijft, raakt kant noch wal, al doet hij nog zo zijn best de door hem aangedragen zaken hoog de oever op te tornen en te grondvesten.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Helman heeft een ziekelijke drang naar verwestersing. Een ieder die

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 76

zich niet gedraagt naar Westers model, of zijn cultuur of godsdienst inricht naar dit model, wordt door hem als achterlijk beschouwd. Maar de Surinamer is niet huichelachtig en heeft evenmin een ziekelijke hang naar europees model. Hij speelt geen “bakra” terwijl hij dat niet is. Hij is Surinamer, met zijn eigen cultuur, en heeft geen behoefte aan wat Helman steeds als acculturatie aandraagt, gelijk een loopjongen zijn door de baas opgegeven, bestellingen. Helman is niet representatief voor Suriname. Evenmin zijn werken terzake.’37.)

In de hoek van de zelfstandige (d.w.z. niet door een universitaire of andere opleiding geïnitieerde) studies vallen allereerst nog te vermelden de culturele studies (verzameld in Lekhmala 1 en 2 (1976/77) en Dharm-Karm (1978) en de tekstuitgaven (Shri Hanuman-Chalisa en Sankat-Mochan Hanumanashtak (1976), Durga-Chalisa en Shiv-Chalisa (1981), Bhagavad-Gita (1984) van Jnan Adhin. Hoewel de jongere generatie, waarvan bijvoorbeeld Marhé deel uitmaakt, in Adhin bekritiseerde zich teveel te modelleren naar Indisch voorbeeld, heeft Adhins niet aflatende reeks publikaties - waaronder veel artikelen - voor een verdieping en verbreding van de kennis van de Surinaamse, i.c. hindustaanse cultuur veel betekend. Verder kan genoemd worden Trudi Guda's optekening van Wan tori fu mi eygi srefi (1984) van Aleks de Drie, Jorg Funkes verzameling van enkele lezingen over Literatuur en talen van Suriname (1984), Geert Koefoeds inleiding bij zijn bloemlezing uit Shrinivāsi's poëzie Een weinig van het andere (1984) en het literatuurtheoretische artikel van Paul Nijbroek ‘Literatuurontwikkeling en literatuurwaardering in Suriname tegen een bredere achtergrond dat medio 1985 in vijf afleveringen in De West verscheen en in de volgende paragraaf nog ter sprake zal komen. Studies in beknoptere vorm zijn aan te treffen in verschillende tijdschriften waarvan de belangrijkste zijn Aisa Samachar, Bhāsā, Cikal, Dharm Prakash, Ons Erfdeel, OSO, Sarnami en SWI Forum. Vanuit verschillende leergangen is er een aantal doctoraal- en andere scripties geschreven, waarvan de beste niet onderdoen voor wat we hierboven hebben aangeduid als ‘zelfstandige studies’. Zo analyseerde B. Jos de Roo een aantal structuuraspecten van Bea Vianens Sarnami hai en kwam tot een intrigerende benadering van de idee van de roman. Zijn studie De tijd zal het leren (1974) is (naast lezingen van Martinus en Udenhout) de enige letterkundige publikatie in boekvorm gebleven die geïnitieerd werd door het Instituut voor de Opleiding van Leraren te Paramaribo. Terwijl aan deze opleiding een groot aantal taalkundige studies werd geschreven, bleef het aantal letterkundige scripties beperkt; tot de betere daarvan behoren die van Van Geest (over Dobru en Doelwijt), Nijbroek-Asin (over de Moetete-dichters) en Long Him Nam (over Trefossa) die echter niet gepubliceerd werden, bij het karige aanbod aan studies over Surinaamse literatuur een betreurenswaardige zaak. Aan doctoraalscripties (waarvan geen volledig overzicht voorhanden is en die slechts in kleine aantallen werden verspreid) valt te vermelden: Marina Schmidt

37.) M.S.A. Nurmohamed, De geschiedenis van de Islam in Suriname Gedenkboek Surinaamse Moesliem Associatie uitgegeven bij gelegenheid van de opening van de Djama Masdjid van Suriname 1 augustus 1985, z.p. (Paramaribo) 1985. Verg. pp. 6 & 8.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 onderzocht op een nogal oppervlakkige wijze de structuur in functie van de idee in de romans Sarnami hai, Strafhok en Ik eet, ik eet, tot ik

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 77 niet meer kan (De Surinaamse romans van Bea Vianen, 1978). Edgar Loswijk schreef een weinig diepgaande, theologische scriptie over Nationalisme en evangelie in de moderne Surinaamse literatuur (1979). De scriptie van K. Bajnath Een overzicht van de Sarnami literatuur (1979) geeft niet wat de titel suggereert. Aan de hand van werk van vier auteurs die elk een genre vertegenwoordigen (Rahman Khan, Gurudatt Kallasingh, Rini Shtiam en Jit Narain) geeft hij een schets, die van nogal wat kanttekeningen kan worden voorzien, maar de eerste is in zijn soort op het gebied van de Sarnamistiek. Bajnath is trouwens een van de weinigen die systematisch aandacht heeft gevraagd voor de Sarnami literatuur. Eveneens in 1979 schreef Hanneke Ronhaar-Rozema haar cultuur-antropologische studie Anansi-tori's. Rol en functie van het Surinaamse volkssprookje (die overigens wel werd uitgegeven: in de serie Neerlands Volksleven). Ook al in '79 verscheen de doctoraalscriptie van Edgar Cairo Krioro Fa?, een funktioneel analytische studie van strukturele aspekten van de kreoolsorale literatuur in Suriname; publikatie ervan werd aangekondigd, maar tot nu toe kwam slechts een deel terecht in het reeds genoemde Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984). Peter Potter inventariseerde op basis van het in Nederland voorhanden materiaal de Nederlandstalige Surinaamse literatuur: Een overzicht van de moderne Surinaamse literatuur (1982). De studie is een verdienstelijke beschrijving van de literatuur vanaf de Nederlandse plantersletterkunde tot en met Astrid Roemer, maar mist systematiek en (ook bij gebrek aan voorstudies) diepgang en draagt de sporen van haastwerk. W. Colenbrander onderzocht waar begrip omslaat in onbegrip voor de Nederlandse lezer van Cairo's werk in Taal achter taal. Hollandse lezersgrenzen bij drie romans van Edgar Cairo (1984). Voor de New York University schreef Paul Nijbroek een syllabus voor een reeks colleges An undergraduate comparative literature course on literature, race and politics in the Caribbean (1981). De syllabus draagt veel materiaal aan zonder uitputtend analytisch te zijn, maar heeft de verdienste ook Nederlandstalige Caribische auteurs (t.w. Trefossa, Ferrier en Arion) bij de verzameling te betrekken. Tenslotte valt te vermelden de scriptie bij het Instituut voor Theaterwetenschap te Utrecht van Chiel Kattenbelt, Frans Bosboom en Wil Hildebrand (Bruin Brood en Spelen; Paramaribo! Paramaribo!, 1983). De studie is een gedegen tekstuitgave van het stuk Paramaribo! Paramaribo! van Astrid Roemer, beschrijft de omzetting van tekst naar theaterstuk en analyseert tekst, voorstelling en publiek.

3.11 Kwaliteit

Op een discussieavond over literatuur in Theater Unique in 1984 merkte Hein Eersel, voorzitter van de Literatuurcommissie van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen op: ‘Van het meeste literaire werk dat mij onder ogen komt, moet ik vaststellen dat het onrijp is en dat het beter was geweest wanneer met publikatie van het werk gewacht was.’ Astrid Roemer zegt het harder: ‘Door niet-Surinamers en door Surinamers wordt de Surinaamse auteur geassocieerd met dunne

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 slecht-verzorgde in eigen-beheer-uitgegeven boeken, stencils, pamfletten e.d. druipend van vaderlandshaat en moederlandsliefde.’38.)

38.) Astrid H. Roemer, ‘Een karikatuur van de Surinaamse literatuur of hoe Surinaamse auteurs overleven’; in: OSO jrg. 1, nr. 1 (nieuwe serie), mei 1982, pp. 32-37. Verg. p. 33. Overigens draait Roemer hier o.i. vaderland (= Suriname) en moederland (= Nederland) abusievelijk om. Terecht overigens heelt Hans van Mierlo het voormalig moederland’ een schitterend eufemisme genoemd. Geciteerd door Riek Aron in de Nationale Assemblee; zie Vanuit de Gravenstraat, 1e jaargang no. 1, p. 27.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 78

Nu we uitvoerig hebben stilgestaan bij het Surinaamse literatuurbedrijf, zullen we hier trachten enige opmerkingen te maken over de kwaliteit van het Surinaamse literaire werk, die van dat literatuurbedrijf niet losgezien kan worden. (In de volgende hootdstukken zullen we de descriptie boven het waarde-oordeel laten prevaleren). De eerste vraagstelling is uiteraard naar de criteria voor de bepaling van wat kwaliteit heeft, specifiek voor de Surinaamse literatuur. We moeten er dan wel vanuit gaan dat het oordeel over de kwaliteit van een boek bediscussieerbaar is tot op zekere hoogte; in laatste instantie is het oordeel subjectief en oncontroleerbaar. Voorzover de oordeelsvorming zich niet aan onze controle onttrekt, kunnen we vijl factoren onderscheiden die die oordeelsvorming bepalen: Inhoud (Idee/Boodschap/Thema/Grondgedachte) Structuur } (eventueel: vormexperimenten) Stijl } (eventueel: vormexperimenten) Taal (spelling, foutief taalgebruik)

Uiterlijke verzorging van het boek We gaan ervan uit dat de meeste lezers in de regel deze volgorde (bewust of onbewust) hanteren bij de waardering van een boek, al kan dit bij gebrek aan onderzoek naar het lezerspubliek niet met absolute stelligheid beweerd worden. Zeker is dat lang niet iedereen al deze factoren bij zijn waarde-oordeel betrekt. De meeste Surinaamse lezers spreekt een boek aan vanwege de herkenning van situaties, vanwege de handelingen, vanwege datgene wat er beweerd wordt, kortom: vanwege de inhoud. Structuur, stijl en taal liggen voor de meeste lezers voor de oordeelsvorming niet ver uit elkaar. Dit blok van drie stelt eisen aan het reflexief (en derhalve, aldus de hermeneutica: creatief) vermogen van de lezer. Voor de zich bewust een oordeel vormende lezer vallen hoofdstukindeling, spanningsopbouw en afwijkende structuur het eerst in het oog, voor stijl is al een ontwikkeld taalgevoel nodig, fouten in het taalgebruik wegen - áls ze al worden opgemerkt - bij de oordeelsvorming van de gemiddelde Surinaamse lezer nauwelijks mee. De uiterlijke verzorging van een boek tenslotte is bijna nooit van invloed op het oordeel over de kwaliteit (n.b.: wél op het koopgedrag). Nu kunnen vier van deze vijf factoren onder twee opzichten beschouwd worden: vanuit een optiek die rekening houdt met wat de consensus is ten aanzien van criteria voor alle literatuur: oorspronkelijkheid en eenheid van uitwerking, en vanuit een Surinaamse optiek. Met deze laatste bedoelen we niet wat wel eens denigrerend wordt opgemerkt ‘dat wat overal elders onder de maat is, voor Surinaamse begrippen nog goed is’. We bedoelen daarmee dat we oog hebben voor het feit dat de Surinaamse literatuur kenmerken heeft die specifiek-Surinaams genoemd kunnen worden en dat een literair werk binnen de Surinaamse literaire traditie zijn eigen plaats heeft. We kunnen het ook anders

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 79 formuleren: vier van de vijf genoemde factoren kennen twee soorten aspecten: algemene en Surinaamse aspecten. Schematisch voorgesteld:

Enkele kanttekeningen bij dit schema: Voor de factor ‘taal’ gelden de twee optieken, algemeen en Surinaams, uiteraard niet: ik wordt (met dt) blijft hoe dan ook een taalfout. Aan de schrijver mag de eis gesteld worden dat hij de discipline opbrengt zijn instrument, de taal, te beheersen. De beoordelaar kan desalniettemin in zijn oordeel enige clementie betrachten door rekening te houden met de Surinaamse taal- en onderwijssituatie en zal zich niet blind moeten staren op taalfouten, als gevolg waarvan hij originaliteit van bijvoorbeeld inhoud zou kunnen miskennen. Ten aanzien van de Surinaamse talen geldt bovendien deze complicatie: van de drie literair meest gehanteerde talen, Nederlands, Sranan tongo en Sarnami, kan alleen van het Nederlands in de meeste gevallen een eenduidig oordeel goed/fout worden gegeven. Van het Sranan tongo en Sarnami is nu een officiële spelling opgesteld, maar de morfologische en syntactische variëteiten liggen nog niet vast. Het gaat in dit schema om een vergelijkingsstandaard; het brengt de criteria in beeld die het mogelijk maken verschillende boeken te vergelijken om zo te komen tot de vaststelling van de kwaliteit van een werk. Kwaliteit is immers geen absoluut maar een relatief begrip. Wat het schema niet direct tot uiting brengt is de vaststelling van de waarde van een literair werk binnen het oeuvre van één auteur. Het spreekt voor zich dat die vaststelling wel afgeleid kan worden wanneer de positie van een literair werk binnen de Surinaamse literatuur wordt bekeken. Pleit deze analyse nu voor het meten met twee maten

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 80 als het gaat om Surinaamse literatuur? Nee, allerminst, het analyseert de aspecten van het genuanceerde waarde-oordeel, in aanmerking genomen de ontwikkelingsgang van de Surinaamse literatuur. Uitdrukkelijk zij er hier op gewezen dat de linker- en rechterhelft van het schema niet geïnterpreteerd moeten worgden als afzonderlijke waarde-oordelen, maar elkaar aanvullen tot één waardeoordeel. Binnen dat waarde-oordeel zitten aspecten die voor alle literatuur ter wereld gelden. Als Bernhard Rensch in Jager op groot Wild (1985) het karakter van de hoofdpersoon laat veranderen en het perspectief wijzigt zonder dat de novelle de intrinsieke noodzaak daarvan laat zien, of als Rabin Baldewsingh in Stifa (1984) een persoon in Suriname aan de rand van een vijver laat zitten, of als Rappa in Fromoe Archie (1984) de seksualiteit een uitzonderlijk grote rol toebedeelt zonder dat duidelijk wordt waarom39.), dan hebben we te maken met structurele fouten die in de roman van Honolulu evengoed als in die van Tokio en Paramaribo hetzelfde wegen (ook al zal de ene criticus/lezer daar zwaarder aan tillen dan de andere). Als we in Rovali, Ik heb je lief... Vernietig mij niet (1974, pp. 24-25) deze zin lezen:

Terloops gevoerde gesprekken, vogelvluchtige opiniepeilingen en de zaken op de keper te beschouwen en te volgen, hebben mij ertoe gedreven mijn mening, gevoelens en objectiviteit niet meer in bedwang te houden.’ dan zullen we moeten vaststellen dat aan stijl en taal nogal wat mankeert en dan zullen we ons de vraag moeten stellen of M.A. Nabibaks de schrijver een dienst heeft bewezen door zijn boekje van een aanbevelend nawoord te voorzien.

We kunnen/moeten dus wel degelijk bepaalde universele criteria hanteren die voor alle literaire werken gelden, met dien verstande dat we Mineke Schippers waarschuwing scherp voor ogen houden, het begrip universeel niet als synoniem te zien voor westers.40.) Als we over kwaliteit spreken dan zullen we er echter anderzijds nooit onderuit kunnen het werk binnen de Surinaamse letterkunde te plaatsen. Vier uitspraken van die aard zijn bijvoorbeeld: Bea Vianens romans hebben op een oorspronkelijke wijze de vinger gelegd op een aantal zere wonden in de Surinaamse maatschappij. Leo Ferrier en Bea Vianen hebben de psychologische roman geïntroduceerd in de Surinaamse letteren. Veel dichters uit de zeventiger jaren hebben het poëzie-concept van Dobru klakkeloos overgenomen en zijn niet in staat gebleken dat concept tot iets eigens om te buigen. De roman Proefkonijn (1985) van Paul Marlee is belangrijk in de traditie van het Surinaamse proza, omdat hij als eerste technieken van de nouveau roman in zijn proza incorporeert.

Het zal duidelijk zijn dat het aan de orde stellen van oorspronkelijkheid en Surinaamse eigenheid van een werk de vraag impliceert naar het bestaan van tradities in de Surinaamse literatuur. In een artikel ‘Literatuurontwikkeling en literatuurwaardering in Suriname tegen een bredere achtergrond’ zegt 39.) Zie voor een uitwerking van deze constateringen resp. Michiel van Kempen, ‘De teloorgang van een vertellerstalent’; in: De Ware Tijd vrijdag 9 augustus 1985, K. Bajnath, ‘Recente Sarnami-literatuur’; in: Bhāsā jrg. 2, no. 4, okt 1985, pp. 11-18, verg. p. 16 en Elvira Rijsdijk, ‘Fromoe Archie van Rappa: volhardend in puweriel stadium’; in: De Ware Tijd woensdag 14 november 1984. 40.) Verg. Mineke Schipper, Afrikaanse letterkunde, Utrecht/Antwerpen 1983 (Aula 696), p. 297.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 81

Paul Nijbroek (de schrijver Paul Marlee) daarover:

‘Eigen literaire tradities hebben betekent achter je om kunnen kijken, liefst tot naar een verre oudheid, waarin literatuurontwikkelingen en -stromingen van eigen bodem kunnen worden waargenomen, waar er een reeks van voorbeelden groot en levensecht staan, die lange schaduwen uitwerpen welke tot het huidige moment reiken en waarmee de hedendaagse schrijver rekening houdt. Zulke tradities bestaan, meen ik, niet in Suriname.’41.)

Indien het begrip ‘tradities’ zo strak gedefinieerd wordt, dan heeft Nijbroek gelijk. Maar tegelijkertijd verliest het begrip ‘tradities’ dan ook veel van zijn bruikbaarheid. Van praktisch elk literair werk is wel ergens, een voorganger te vinden. De roman Chileense lente (1975) van Sergio Stuparich leunt sterk op Rayuela (1963) van Julio Cortázar, die weer schatplichtig is aan Ulysses (1922) van James Joyce, een boek dat op zijn beurt verwijst naar Odysseus van Homeros uit de achtste eeuw voor Christus. Het lijkt er Nijbroek vooral om te doen het begrip ‘traditie’ te relativeren, want hij beseft ook wel dat er (jonge) literaire tradities in Suriname bestaan:

‘Wij hebben eigen literaire werken, wij kunnen deze eigen literaire tradities verder ontwikkelen, maar wij moeten daarbij wel erkennen dat het woord “eigen” een rekbaar woord is en dat daarin inbegrepen is de invloed van de doden, dat wil zeggen van de voorouders uit Azië, Europa, Afrika, Zuid-Amerika.’

Deze relativering lijkt ons correct. Oorspronkelijkheid is geen absoluut begrip. Veel schrijvers in dekoloniserende landen ervaren deze problematiek. Zij bewegen zich tussen de polen assimilatie aan de vigerende (kolonialistische, westerse) cultuur en een bewust zoeken naar eigenheid. Titels als Things fall apart (1958) van Chinua Achebe en Child of Two Worlds (1964) van Mugo Gatheru spreken wat dat betreft voor zich. We moeten ons niet blindstaren op het begrip ‘Surinaamse eigenheid’ en op westerse invloeden op de Surinaamse literatuur. Een zo sterk door het westen beïnvloede schrijver als Machado de Assis wordt nu erkend als een van de eerste grote, werkelijk Braziliaanse schrijvers en, zoals we in het eerste hoofdstuk al opmerkten, een zo weinig ‘Surinaams’ schrijvende dichter als Bhai, wint de eerste Literatuurprijs van Suriname. Het spreekt van een gezond relativisme het begrip ‘oorspronkelijkheid’ te zien als ‘creatieve imitatio’. Met die wetenschap zal literair werk beoordeeld kunnen worden op de vraag in hoeverre dat werk erin geslaagd is op een zo eigen en oorspronkelijk mogelijke wijze vorm te geven aan universele thema's voor het eigen land. Door onderlinge vergelijking van Surinaamse werken kan men dan komen tot het vaststellen van wat typerend Surinaams-literair genoemd kan worden. Waarschijnlijk ligt dat minder in de handelingen binnen het boek, dan wel in de visie van een auteur op een specifieke problematiek, in de stijl en in de vertelstructuur.

41.) Het genoemde artikel verscheen in 1985 in De West in vijf afleveringen: donderdag 13 juni, vrijdag 14 juni, zaterdag 15 juni, maandag 17 juni en dinsdag 18 juni. Dit citaat komt uit de eerste aflevering. Het citaat dat volgt uit de tweede.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Wat dit laatste betreft: zoekend naar de parafernalia van de Surinaamse literatuur, zal er grondig onderzoek verricht moeten worden naar de (bewuste of onbewuste) invloed van het orale op de moderne letteren. Die invloed vinden

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 82 we in de verteltechniek van zo uiteenlopende auteurs als Ané Doorson, Albert Helman, Ruud Mungroo en Trefossa.42.) Wanneer er ooit vastgesteld wordt dat de Surinaamse literatuur een achterstand in te halen heeft, dan moeten we scherp beseffen dat dat een observatie is vanuit een westerse optiek. Aan die observatie zou wel eens een feit ten grondslag kunnen liggen, als dat veel proza echt verteld wordt, een techniek waarvoor we oog moeten krijgen als een techniek uit de orale verteltraditie. Er wordt een concrete verteller ingevoerd, iemand die dus expliciet als de verteller wordt aangeduid en die zich bevindt in een situatie waarin verhalen verteld worden (bijvoorbeeld 's nachts en in aanwezigheid van toehoorders, zoals in ‘Maanavonden’ van Trefossa). Dit geeft de schrijver de gelegenheid om het verhaal dat door die verteller verteld wordt, te becommentariëren. Hierin zou wel eens de Surinaamse variant gelegen kunnen zijn van de in moderne, westerse literatuur frequent voorkomende taalbeschouwing (het binnen een literair werk commentaar geven op waar de auteur mee bezig is en op de vorm van dat literaire werk zelf); die westerse vorm vinden we overigens bij verschillende dichters terug (zie § 5.1.8).

Corly Verlooghen stelde in 1971 vast dat Suriname zich met een twintigtal schrijvers als Zuidamerikaans land met een zelfstandige letterkunde kon presenteren.43.) Hoe staat het anno 1985 met de kwaliteit van de Surinaamse literatuur? Thea Doelwijt en Shrinivāsi schreven in 1981:

‘Reviewing the period of Moetete we have to admit that afterwards a style of poetry emerged that can be characterized by amateurism and mediocrity. And almost no prose.’44.)

Een optiek die dus duidelijk het nieuwe werk plaatst binnen de traditie (dat wat al verschenen is). Dezelfde optiek kiest ook Hugo Pos in 1984:

‘Trefossa en tante Johanna publiceerden niet veel meer, bij Dobru, Slory en Shrinivārsi daarentegen blijft de creativiteit voortduren. De dichters die na hen komen hebben het moeilijk, want vergelijking met de voorgangers valt vaak niet in hun voordeel uit.’45.)

Ten aanzien van veel poëziewerk hebben zij gelijk. Dat neemt niet weg dat er binnen de moeilijke Surinaamse produktieverhoudingen toch zo'n eigenzinnig werk kon ontstaan als dat van bijvoorbeeld Martha Boonman-Tjoe Nij en Eddy Pinas. En als we het proza erbij betrekken, moeten we bewondering hebben voor de eigen stijl van een Ruud Mungroo en de durf waarmee een Rita Rahman haar ‘Tra tamara’ neerzet (in I sa man tra tamara!?, 1972), waarin zij zo uiteenlopende motieven als de 42.) Een demonstratie hiervan geeft de analyse van Michiel van Kempen, ‘Traditie en compositie; Trefossa's “Kopenhagen” & “Maanavonden”’ in: Bhāsā jrg. 3 (1986), nr. 1 januari, pp. 34-41, nr. 2 maart, pp. 17-22 en nr. 3 mei, pp. 9-12. 43.) Corly Verlooghen, ‘Suriname is literair zelfstandig’; in: De West 6 februari 1971. 44.) Thea Doelwijt & Shrinivāsi (eds.), Rebirth in Words Poetry and Prose from Suriname, Paramaribo 1981, p. 6. 45.) Hugo Pos, ‘Inleiding’; in: Jorg Funke (ed.), Literatuur en talen van Suriname een kennismaking, Den Haag 1984, pp. 9-13. Verg. p. 11. Abusievelijk staat in de eerste zin van de gedrukte tekst ‘publiceren’ i.p.v. ‘publiceerden’ (mededeling van Hugo Pos).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 discriminatie van bosnegers, onderlinge wanverhoudingen tussen etnische groepen, de positie van de vrouw, armoede, geloofscrisis en culturele onderdrukking tot een eenheid weet te brengen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 83

Welke zijn de oorzaken geweest van het feit dat er ook veel werk is verschenen dat duidelijk onder de maat bleef - zowel Eersel, Pos als Shrinivāsi en Doelwijt moet men hierin gelijk geven? Het complex van factoren dat deze situatie heeft bepaald, ziet er als volgt uit: 1) de taalsituatie heeft het goede hanteren van taal er niet eenvoudiger op gemaakt. De Surinaamse taalsituatie wordt gekenmerkt door a) een complete meertaligheid, b) veelvuldige codeswitching (telkens overspringen van de ene taal naar de andere) en c) semilingualisme (de moedertaal - welke die ook is - wordt slechts gebrekkig gekend, omdat die onder druk staat van andere talen die meer prestige hebben, zoals Nederlands of Hindi); 2) het literatuuronderwijs, gegeven door leraren die zelf in die taalsituatie zijn opgegroeid (en daarin vaak hun opleiding hebben genoten) heeft in veel gevallen te wensen overgelaten. Er is ook amper Surinaamse literatuurdidactische literatuur voorhanden waar de leerkracht op kan terugvallen. Dit heeft het aankweken van zowel een goede schrijf- als leestraditie verhinderd. (Zoals we gezien hebben in § 3.5 onderneemt de sectie Creatieve Expressie van het MINOW sinds december 1981 pogingen om via poëzieprojekten hierin enige verandering aan te brengen.); 3) met een nog betrekkelijk jonge literaire traditie werd een groot beroep gedaan op de creativiteit van schrijvers om het juiste woord te vinden voor het uit te drukken gevoel en onderwerp. Als hypothese willen we verder opperen dat de voorhanden zijnde orale vertelschat, waarvan zeker een stimulerende werking op de literatuur uitging (zie § 3.3), een deel van de schrijvers mogelijk ook een excuus aan de hand deed de eigen fantasie op non-actief te stellen; 4) het ontbreken van officiële spellingen voor de meeste andere talen dan het Nederlands heeft het zelfvertrouwen van de auteurs die in die talen wilden schrijven niet bevorderd. De nieuwe spellingen voor Sranan en Sarnami blijken niet zonder slag of stoot door de schrijverswereld ontvangen te worden;

Dan is daar de uitvoerig beschreven literaire infrastructuur van Suriname: 5) de positie van de schrijver is zodanig geweest dat het schrijven in 99,9% van de gevallen een nevenactiviteit is gebleven. De feiten weerspreken de beweringen van Paul Nijbroek als zou een dichter slechts in stilte en concentratie zijn werk kunnen doen en als zouden meesterwerken ontstaan doordat men ‘jarenlang het salaris van een kunstenaar (doorbetaalt), zodat iets moois uit de bus komt, iets waarop de natie trots kan zijn.’46.) Gerrit Barron kreeg vijf maanden zijn (overheids)salaris doorbetaald om aan Het geheim van de Goslar (1984) te werken, maar de literatuurcommissie adviseerde het niet opportuun te achten, het resultaat van die vijf maanden uit te geven. Omgekeerd: Afval en dorre bladeren, De kolonel krijgt nooit post, Het kwade uur en De uitvaart van Mamá Grande van Gabriel García Márquez werden 's nachts geschreven, terwijl hij overdag met journalistiek werk de kost verdiende; uit dat journalistieke pressiewerk zou dan weer Het verhaal van een Schipbreukeling voortkomen.

46.) ‘Literatuurontwikkeling en literatuurwaardering in Suriname tegen een bredere achtergrond’; vergelijk deel 4 en 5 van dit artikel in De West van resp. maandag 17 en dinsdag 18 juni 1985.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Wolfgang Hildesheimer wijst er in zijn bekende Mozart-boek op, dat erg veel grote kunstwerken uit pres-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 84

sieomstandigheden geboren werden.47.) Dit alles neemt natuurlijk niet weg dat de eerder omschreven materiële positie van de Surinaamse schrijver wel een ander uiterste van de schaal is. Daarbij kwam dat de individualistische instelling van veel auteurs het echte samenwerkingsverband en de onderlinge stimulans tot een zeldzaam verschijnsel heeft gemaakt. Gevestigde auteurs zorgden te weinig voor de in een jonge staat zo nodige begeleiding van jonge schrijvers; 6) de auteurs die het schrijven primair als (additioneel) middel van bestaan zijn gaan beoefenen, hebben zich in de regel om de kwaliteit van hun produkt minder bekommerd dan om het geldelijk gewin; 7) in § 3.3 Kwantiteit hebben we er reeds op gewezen hoezeer het aantal poëzie-uitgaven de overhand had op het aantal prozawerken. Feit is ook dat poëzie verschillende auteurs (b.v. Shrinivāsi, Chinua Afanti, Romeo Grot, Corly Verlooghen) beter ligt dan proza. In een aantal gevallen hangt dat samen met een natuurlijke predispositie voor de poëtische muze; bij Shrinivāsi is dat duidelijk het geval: zijn schaarse proza48.) bedient zich van een taalgebruik dat maar een kleine stap van poëzie af ligt. Echter: bij een aantal schrijvers is poëzie het middel geweest om tekortkomingen in de taalbeheersing toe te dekken. De spreiding van woorden over meer versregels stelt minder eisen aan de syntaxis dan de opbouw van proza uit complete zinnen. De Surinaamse poëzie heeft een overstelpend aantal korte versregels opgeleverd en in weinig gevallen zijn die, zoals bij Bhai, wezenlijk intrinsiek gemotiveerd. Omdat het beoordelen van de kwaliteit van poëzie hoge eisen stelt aan de lezers, wist een aantal schrijvers zich met poëzie op veiliger terrein dan met proza. Elders hebben we aan de hand van drie versies van het gedicht ‘ik wacht bij de Surinamerivier’ van Astrid Roemer proberen aan te tonen welke groei de taalhantering van Roemer heeft doorgemaakt in haar drie bundels Sasa (1970), En Wat Dan Nog?! (1985) en NoordzeeBlues (1985). Het is o.i. juist in de lengte van de verregels en de groter geworden meerduidigheid van deze poëzie, dat we een stijgende kwaliteit zien in Roemers poëzie.49.) Overigens dient hier opgemerkt te worden dat Roemer beslist niet behoorde tot diegenen die de poëzie als ‘uitvlucht’ kozen; 8) veel schrijvers stonden te weinig kritisch tegenover het fenomeen boek en hebben niet (en hebben ook niet de kans tot ontwikkeling gehad van) een

47.) Vergelijk voor wat hier gesteld wordt: Gabriel García Márquez, De geur van guave; Gesprekken met Plinio Apuleyo Mendoza; Vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu, Amsterdam 1983, pp. 70-76. En: Wolfgang Hildesheimer, Mozart; Vertaald door Hans Hom, Amsterdam 1979. Verg. pp. 195, 233 en 235. 48.) Het verhaal ‘Milan (Ontmoeting)’ in Fri 1969, pp. 43-50, de novelle Phagwa (1971) en het proza in de bundel Om de zon (1972), pp. 11-14. Van Chinua Afanti is het verhaal ‘De terugkeer’ opgenomen in zijn Fri Sranan 1975 (1975), pp. 53-62. Van Grot is proza gepubliceerd in de Aspasja-uitgave Purbé konsideré/Neem het in overweging (1981): de verhalen ‘De moeder die niet van haar kinderen hield’ (pp. 23-27) en ‘Surina, het vogeltje’ (32-33). Verder hebben we enkele van zijn typoscripten geraadpleegd. In boekvorm verscheen van Verlooghen alleen De leba is gevangen (1977). Achter in die roman, kondigt hij ander proza aan, doch dat is bij ons weten nooit verschenen. 49.) Michiel van Kempen, ‘De beweging is gebleven, maar het zwaartepunt ligt anders - De poëzie van Astrid Roemer’; in: Kalā jrg. 1 (1986) nr. 1, pp. 9-14.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 85

kritische houding tegenover het materiaal dat ter publikatie ‘gereed’ lag, gekend. Het idee ‘dat men het gemaakt heeft’ als men een boek op zijn naam had staan, heeft het verantwoordelijkheidsbesef tegenover de Surinaamse lezer en de opbouw van een eigen, waardevolle Surinaamse literatuur vaak verdrongen. We geloven niet dat, zoals Paul Nijbroek meent, het ‘onontbeerlijk’ is voor een schrijver ‘dat hij zich erudiet maakt, met andere woorden veel leest, de taal goed leert beheersen en een grote algemene ontwikkeling opdoet’ en ‘studies (maakt) van belangrijke auteurs vóór hem’.50.) We geloven wel dat er vanuit die bezigheden een stimulans op de creativiteit en het kritisch vermogen van de schrijvers kan uitgaan en dat bepaalde Surinaamse schrijvers zich slechts met een klakkeloze navolging van anderen hebben tevredengesteld. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat er een zekere modieusheid zat - m.n. in de eerste helft van de zeventiger jaren - in het aan de orde stellen van bepaalde themata om zich langs die beproefde weg als Surinamer kenbaar te maken; 9) de schrijver als producent van het materiële produkt boek leverde een weinig gelukkige situatie op. Gevolg daarvan was dat het boek vaak niet voldeed aan de meest elementaire eisen die er aan gesteld mogen worden. Een titelpagina ontbrak niet zelden, gegevens als plaats en jaartal van uitgave werden niet vermeld. De uiterlijke verzorging was soms curieus, maar ook absoluut niet professioneel, de lay-out van de teksten bevorderde vaak de leesbaarheid niet, de kwaliteit van het drukwerk was, zeker waar het gestencilde uitgaven betrof, beneden peil. Dit maakte voor de lezer de aantrekkelijkheid om een boek aan te schaffen niet groter en werkte waarschijnlijk ook affaires als die rond Ons Surinaamse ik (1984) - het negeren van auteursrechten - in de hand. Daar stond tegenover dat die auteurs die hun werk uitbesteedden aan drukkerijen waar vakmanschap met goede smaak gecombineerd werd, op drukwerk konden rekenen dat voor het beste uit andere landen niet onderdeed. De wijze waarop bijvoorbeeld drukkerij Eldorado werk van Trudi Guda, Bhai en Ruud Mungroo verzorgd heeft, is voorbeeldig te noemen. Daarenboven beschikte Suriname over een aantal uitmuntende omslagontwerpers/illustratoren die zeker wel in staat waren een boek een professioneel aanzien te geven - we noemen Jules Chin A Foeng, Caroline Dijk, Ron Flu, Rudi de la Fuente, Noni Lichtveld, Gerard de Vries, Paul Woei. Financiële zowel als organisatorische problemen maakten echter dat de mogelijkheden niet optimaal benut werden of konden worden; 10) de auteur kon slechts op een klein, constant leespubliek rekenen. De publieke waardering volgt eigen wegen: de uitstraling van een schrijverspersoonlijkheid telt zwaar bij het grote publiek en is niet altijd evenredig aan de kwaliteit van het werk, zoals veel gedichten van R. Dobru en Paul Middellijn laten zien. Hier moet ook een groot deel van de oorzaken gevonden worden waarom zoveel toneelwerk vaak uit niet meer bestond dan kluchtige spelen zonder enige pretentie, gemakzuchtig appellerend aan het lachinstinct van het grote publiek. In § 3.3. zijn we hierop reeds ingegaan; 11) de schrijver heeft nauwelijks op uitgeverijen kunnen steunen. Dit beïn-

50.) Nijbroek a.w., de citaten komen uit deel 2 en 3 van dit artikel in De West van resp. vrijdag 14 en zaterdag 15 juni 1985.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 86

vloedde langs tweeërlei weg de kwaliteit van het literaire werk: allereerst was er geen zeef die de eerste schifting maakte in groen en rijp werk; vervolgens werd de schrijver bewust of onbewust beïhvloed bij zijn schrijven: wilde hij een verkoopbaar werk afleveren, dan kende zijn artistieke vrijheid bepaalde restricties. Dat gold in veel mindere mate wanneer een uitgever het risico droeg. Boeken waarin met de vorm geëxperimenteerd werd als Ferriers Atman (1968) en El sisilobi (1969), Roemers Over de gekte van een vrouw (1982) en Marlees Proefkonijn (1985) verschenen dan ook niet in eigen beheer, maar bij uitgeverijen; 12) de schrijvers hebben geen literair tijdschrift gehad dat functioneerde als ‘proefterrein’ voor eventueel later in boekvorm uit te brengen literair werk; 13) van de literatuurkritiek - hoe positief ook - is niet veel invloed uitgegaan op het stimuleren van de literaire boekproduktie: zij kende daarvoor te weinig continuïteit. Te vaak hebben ‘critici’ zich laten lenen voor het steunen van de publikatie van een werk, in plaats van het kritisch adviseren bij de samenstelling van de kopij. Lezen we dit kwatrijn van Rudolf Isselt:

Concretiseren naar jou, oprechte ja woordje, vind ik voor spraak, tot onze ‘Heiland’. (Het verheven woord!, 1974, p. 59).

Zelfs met correctie van alle taalfouten en met een beroep op het uiterste van onze welwillendheid, blijft het gissen naar wat er nu precies bedoeld wordt. Desalniettemin schrijft Dr. F. Kort in het Voorwoord: ‘Maar dit verheven bundel, waarlijk, het heeft zijn gelijke niet.’ (sic!) We zullen toch moeten vaststellen dat hier enkele verhoudingen niet in de juiste proporties worden gezien. Hetzelfde kan gezegd worden van de woorden van Henk Herrenberg die in het voorwoord tot Wan pipel wan kofoe wan stré (1983) van Etieńńe Hiwat spreekt over ‘een meesterlijke wijze’ van vertolken van wat leeft in de harten van Surinamers. Hiwat schrijft nog geheel in het zeventiger jaren-idioom van ‘uitbuiting’, ‘onderdrukking’, ‘verzet’ etc. en weet in zijn bundel niet één oorspronkelijk beeld te vinden. Dat in Nederland de situatie anders ligt, ook al zijn de auteurs vaak ontevreden met de literatuurkritiek daar, bewijzen deze woorden van Astrid Roemer:

‘Uit eigen ervaring kan ik u vertellen dat de konstante kritiek waar ik in Europa aan bloot sta mij dwingt om mijn pen bij te slijpen, mij aanmoedigt tot produktie. Waardering, kritiek en dergelijke helpen mij mijn schrijverschap te profileren.’51.)

14) het aantal schrijvers van jeugdboeken is zo klein gebleven dat van een gezonde competitie geen sprake is geweest. Het moet waarschijnlijk mede daaruit verklaard worden dat bijvoorbeeld Gerrit Barron met twee boeken uit zijn Harold 51.) Uitspraak tijdens de lezing ‘Taal als medium voor Surinamerschap’, Theater Unique, vrijdag 10 augustus 1984. Verslag daarvan in De Ware Tijd dinsdag 14 augustus 1984.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 en Kela-serie kon komen waartussen een stijgende lijn te zien was (Een lach en een traan, 1978, en Bij Anoekoe in het bos, 1980), om vervolgens met het zwakke Het geheim van de Goslar (1984) te komen, dat weliswaar een goed plot heeft, maar waarvan de stijl - toch al niet

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 87

Barrons sterkste troef - op veel bladzijden beneden peil is en bovendien nog ontsierd wordt door tientallen taalfouten, en waarvan de logica in sommige scènes ver te zoeken is. 15) zijn betrekkelijk grote isolement ten opzichte van de regio, heeft gemaakt dat de Surinaamse schrijver vanuit die regio weinig impulsen kreeg (een uitzondering dan weer: Shrinivāsi die in Dilākār (1970, p. 52) een gedicht opdraagt aan de Guyana Writers Group; zie ook § 5.1.4). Van een zich oriënteren op andere Derde Wereldlanden, is in het werk van Surinaamse schrijvers in de regel weinig te vinden. Daardoor profiteert de Surinaamse literatuur niet van inzicht in de ‘kinderziekten’ bij de opbouw van nationale literaturen in andere dekoloniserende landen. Dat wat, in de woorden van Jan Romein, de wet van de remmende voorsprong is voor andere landen, blijkt (nog) niet gunstig voor Suriname gewerkt te hebben.

Het vele dat niet de toets der kritiek kon doorstaan in de periode 1970-1985 heeft het weinige dat kwalitatief in alle opzichten goed was, overschaduwd. Ook in die zin dat dat goede niet meer werd opgemerkt in de stroom middelmatige uitgaven. De gemakzucht waarmee boekjes in elkaar werden gezet (ook nog in recente jaren, men leze een Wan pipel wan kofoe wan stré (1983) van Etieńńe Hiwat) heeft dat deel van het lezerspubliek dat bewust naar de boekhandel stapt om het Surinaamse boek te kopen, sceptisch gemaakt en het zal een lange weg zijn om dat scepticisme weg te nemen. Doelwijt, Eersel, Pos en Shrinivāsi moeten we gelijk geven in hun observaties, maar we moeten er op wijzen dat die vooral het in Suriname geproduceerde werk betreffen. Veel van de besten hebben getracht overzee, in de Nederlandse literaire infrastructuur, hun ontplooiingskansen te vergroten. In Suriname lijkt de situatie anno 1985 niet veel beter dan die in 1970. De kansen op professionele ondersteuning voor de schrijvers zijn nog steeds zeer gering; wat de in 1981 opgezette Academie voor Hoger Kunst- en Cultuuronderwijs hierin kan betekenen, moet nog worden afgewacht. Van een eerste bloemlezing uit werk van studenten aan deze Academie, Fri Tongo (1985), kan gezegd worden dat eerder het initiatief tot het samenstellen van de bundel, dan de kwaliteit ervan, toegejuicht moet worden. Inmiddels is in de eerste helft van 1986 vanuit de Academie een cultureel tijdschrift, Kalā geïnitieerd. Het is niet aan ons om een oordeel te vellen over hen die voor Nederland kozen. Wel verdienen de auteurs die zijn blijven werken in zo moeilijke produktieverhoudingen als die in Suriname, een land dat ook politiek en economisch tussen '70 en '85 zo weinig stabiel is geweest, onze bewondering. In dit verband is het bijzonder interessant om te zien wat Albert Helman schrijft over de vijf ontwikkelingsfasen in het ontstaan van een eigen literaire produktie in dekoloniserende landen. Ook wanneer men zijn uitgangspunt dat een nationalistische literatuur niet bestaat, niet overneemt, bevatten zijn woorden (die natuurlijk een apologie van zijn eigen positie inhouden) veel behartenswaardigs. We nemen integraal over wat hij over die fasering zegt, omdat een parafrase de essayistische inkleding van zijn woorden geen recht zou doen52.): 52.) Albert Helman, ‘Over “nationale” letterkunde’; in: Sticusa Journaal 4e jaargang no. 8, 31 december 1974, pp. 3-6. Verg. p. 5. Interessant is het om Helmans eerste drie fasen te vergelijken met de driedelige fasering van Frantz Fanon: 1. de fase dat de intellectueel bewijst dat hij de cultuur van de bezetter in zich heeft opgenomen: integrale assimilatie, 2. periode

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 88

‘Wel is het een opmerkelijk verschijnsel dat bij het prijzenswaardig en gelukkig ontstaan van een “eigen” literaire productie in de ontwikkelingslanden, in het bijzonder van die der ex-kolonies met een dominante cultuurtaal die de locale talen in een inferioriteitspositie gedrongen, en om zo te zeggen de “moedertaal” gedegradeerd heeft, men in verloop van tijd de volgende ontwikkelingsfasen kan onderscheiden, waarvan de ene fase met de nodige overlapping natuurlijk, organisch uit de andere volgt: 1e. De wil van enkelingen zich een goede plaats te verwerven in de algemene letterkunde van het cultureel “voorbeeldige” moederland. Zo ongeveer onder het motto “anch'io son' pittore” - wij zijn d'r ook bij. Met daarnaast sporadische uitingen in een der volkstalen (vernaculars) en beschrijvingen voorzien van enige locale kleur en locale uitdrukkingen, teneinde hun oude milieu te tonen, dat zij ondanks het “vreemd gaan” toch niet ontrouw zijn aan hun milieu-van-herkomst. Zoals bloementuiltjes voor de bedrogen echtvriendin. 2e. Er begint zich een heel kleine lezers- en waarderingskring te ontwikkelen in dat milieu van herkomst, die tot imitatie van de pioniers prikkelt; hetgeen uiteraard maar gedeeltelijk gelukt, maar toch ook leidt tot meer eigen, originele productie, sterker geladen met “couleur locale” en vernaculaire expressie, teneinde genoemde kleinere kring directer aan te spreken. Wij krijgen dan meer en meer “Heimatskünstter”. 3e. Er ontstaan sterker op het locale milieu betrokken gedichten en echte streek-verhalen en streekromans, al dan niet in de algemeen- gangbare cultuurtaal of in een van de “vernaculars”. Gemakshalve worden beide taalsoorten vaak dooreengemengd, of opzettelijk, terwille van de lokale kleur, incidenteel of exclusief gebruikt. De gedichten zijn meest van lyrisch-protesterende aard of illustreren populaire slogans “Black is beautiful... we are the underdogs... my s.o.b. father was a white bloke”... (Met opzet geef ik slechts Engelse voorbeelden). Wat het proza betreft, dit is meest van serieuze, lyrisch-beschrijvende aard: protestliteratuur vaak, ernstig en met zin voor de locale problematiek, maar zelden in staat om “afstand” te nemen van het plaatselijke, directwaarneembare of actuele. Daarnaast komt echter ook verdieping voor in de historische anekdotiek, vooral ter adstructie van het heden. 4e. Er wordt meer afstand genomen van zichzelf en zijn omgeving. De humor doet zijn intrede en de zelfspot. Een bewijs van rijping, van literaire volwassenheid. Men begint te relativeren, de eigen situatie te plaatsen op een meer algemeen menselijk vlak. Zodoende ook toegankelijker te worden voor een niet-locaal, algemener lezerspubliek, maar is dan

van verwarring en zich verdiepen in het verleden, herinneringen, periode van angst, algemene walging, 3. periode van strijd, engagement met het volk, strijdliteratuur, revolutionaire literatuur, nationale literatuur. (Verg. De verworpenen der aarde, 19843, pp. 167-168.) Fanons tweede en derde periode komen bij Helman samen in diens fase 3 waarin strijdliteratuur en historische anekdotiek tot dezelfde tijdssequentie worden gerekend, een karakterisering die voor Suriname juister lijkt dan die van Fanon.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 89

tegelijk bezig in toenemende mate weerstanden te wekken bij de meer huisbakken lezers en hun meepraters. Locale banvloeken worden over en weer geslingerd, blijven buitenlands echter nauwelijks waarneembaar. Generatie-verschillen beginnen een steeds grotere rol te spelen. 5e. De “eigen” ontwikkeling raakt meer en meer opgenomen in de grote stroom van algemene, mondiale literaire evolutie; de werken worden meer en meer vertaalbaar en vertalenswaardig uit niet alleen hun oorspronkelijke “vernacular” in de meest voor de hand liggende cultuurtaal, maar ook in meerdere andere talen. Hiermee is dan de evolutie voltooid. Soms, te zelden, lukt het reeds een enkeling (men denke bijvoorbeeld aan Mittelholzer, Naipaul, St. John Perse enz.) vooral wanneer zij bij hun begaafdheid ook hun eigen cultuurtaal mee hadden. Zelfs bij dezulken laat intussen hun waardering in eigen land van herkomst veel te wensen over. Meestal echter zijn er met het doorlopen van al deze fasen ettelijke generaties gemoeid. Voorbeelden te over zijn hiervoor in Afrika te vinden, en iedere fase op zichzelf heeft zijn interessante verschijnselen, is de moeite waard om nauwkeurig gevolgd en bestudeerd te worden. Elk ongeduld hierbij is ongemotiveerd - on ne peut pas brûler les étappes. Maar evenzeer is het geboden zich kritisch op te stellen, niet te gauw tevreden te zijn, niemand (tenzij de aperte knoeiers) te ontmoedigen, maar ook niet overmatig te prijzen wat binnen de fase waarin de ontwikkeling verkeert, beneden de redelijke normen blijft. En vooral: niet uit het oog te verliezen, dat elke fase slechts een overgang naar een betere, hogere is. En dat “nationalisme” niet alleen is “the last refuge of a scoundrel” (zoals het klassieke gezegde luidt) maar ook een uiterst flauw smoesje om onkunde en onmacht te camoufleren achter dikke of minder dikke woorden.’

Op hoeveel plaatsen van dit wat korzelig proza herkennen we niet de gang die Albert Helman zelf gegaan is! We hoeven niet elk woord van dit lange citaat voor lief te nemen, om nu, aan het eind gekomen van onze paragraaf over kwaliteit, aan de hand van Helmans fasering enkele opmerkingen te maken over de plaats van de Surinaamse literatuur anno 1985. Het is niet moeilijk in te zien dat de Surinaamse literatuur van dit moment ergens geplaatst moet worden na fase 3. De tijd van protestliteratuur lijkt voorbij te zijn, verdieping in de historie is geregeld aan de orde geweest - twee tendensen die we in hoofdstuk 5 nog nader zullen bekijken. De kenmerken van fase 4 gaan slechts ten dele voor de literatuur in Suriname op. Van humor en zelfrelativering is nog weinig sprake, maar de vraag is of dit kenmerk niet al te zeer vanuit de westerse literatuur gedacht is; de enige voor wie het volledig opgaat, is Cairo die zijn miskenning in zelfspot lijkt te dragen. Dat veel Surinaams werk voor een algemener lezerspubliek toegankelijk is (geworden) is zeker wel waar. Dat gold al voor een Ferrier en Vianen - eigenlijk voor alle bij Nederlandse uitgeverijen publicerende schrijvers - het geldt ook bijvoorbeeld voor dichters als Bhai en Trudi Guda. Of dit weerstanden wekt bij ‘de meer huisbakken lezers’ is de vraag. Op een bepaalde wijze worden in Nederland wonende schrijvers scheef aangekeken door hen die in Suriname werken - we wezen al op de nogal uiteenlopende produktie-omstandigheden en komen op die kritische waardering in het laatste hoofdstuk nog terug. Maar dat er sprake zou zijn van banvloeken tussen schrijvers in Suriname onderling, is niet

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 90 juist, al is de menselijke eigenschap jaloezie niet aan iedereen geheel vreemd. Generatie-verschillen spelen nog geen rol van betekenis in Suriname. Als het om vertaalbaarheid van werk gaat (fase 5), dan heeft Suriname altijd al incidenteel schrijvers gehad die een vertaling zeker wel waard waren - men denke aan een Atman (1968) van Leo Ferrier. Maar met uitzondering van enkele in § 3.2 genoemde verhalen en gedichten, is er naar ons weten, nooit iets vertaald. Dat er momenteel schrijvers zijn die een vertaling verdienen - en ook een schrijver in het ‘vernacular’ als Michaël Slory - staat voor ons buiten kijf. Anno 1985 heeft Suriname met een Bhai, een Ané Doorson, Orlando Emanuels, Paul Marlee, Ruud Mungroo, Eddy Pinas, Shrinivāsi, Michaël Slory, Martha Tjoe Nij op een bevolking van een half miljoen zielen een aanzienlijk creatief potentieel van goed niveau. Schrijvers als Gerrit Barron, Orlando Emanuels, John Jong A Tjauw, Mechtelly, Rappa en Dorothee Wong Loi Sing hebben het in zich de Surinaamse jongeren een eigen, kwalitatief behoorlijke kinder- en jeugdliteratuur te bieden. De bezinning op het Surinaamse karakter van die literatuur, zal dan wel op de voet gevolgd moeten worden door een kritische evaluatie van andersmans en eigen techniek.53.) Met uitgaven als Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984) van Edgar Cairo, NoordzeeBlues (1985) van Astrid Roemer, De zon vloeit weg uit mijn ogen (1983) van Chitra Gajadin, Wie wil wonen op de oever Waarom koerst hij naar de zee/Mange ghat pe jiwan jhele Kahen naw samundar khewe (1984) van Jit Narain is de Surinaamse literatuur in Nederland op het peil gekomen van het betere werk uit de zovele diaspora-literaturen (Helmans fase 5!). Een Nobelprijswinnaar heeft Suriname niet opgeleverd (Nederland trouwens ook nooit!) en hoeft Suriname niet eens op te leveren. Vergeleken met landen met een enigszins vergelijkbare bevolkingsgrootte als Luxemburg en de Nederlandse Antillen, slaat Suriname geen gek figuur. Het is de eeuwige vergelijking met het (in geen enkel opzicht vergelijkbare!) Nederlandse boekenaanbod, die ons deze realiteit al te vaak uit het oog heeft doen verliezen.

53.) Vermeldenswaard is in dit verband de novelle De tapoe (Vrije Atheneum, Paramaribo, januari 1986) die door Rappa als stencildruk werd uitgebracht, om langs deze weg reacties (i.c. van met name jonge lezers) te verkrijgen waarmee rekening gehouden kan worden bij een ‘echte’ druk.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 91

Bibliografische aantekeningen bij Het Literatuurbedrijf

3.1 De schrijver

De materiële positie van de schrijver wordt besproken in het hoofdstuk ‘De Surinaamse letteren’ in het boek van Henk van Teylingen, Bedek je schande; Suriname van binnen uit (De Arbeiderspers, Amsterdam 1972, pp. 79-87). Hetzelfde hoofdstuk is ook opgenomen in het Bulkboek Sranan botjetie (Van Knippenberg's Uitgeverij, Utrecht 1976, pp. 12-13). Astrid Roemer heeft een aantal opmerkingen gemaakt die in dit hoofdstuk besproken zijn. De bronnen zijn vermeld in de noten. Interessant is ook: NN., ‘Lit. ontmoeting met Astrid Roemer: Taal als medium voor Surinamerschap’; in: De Ware Tijd dinsdag 14 augustus 1984. Linda Nijbroek-Asin heeft in ‘§ 3.1 De materiële vormgeving’ van haar scriptie Thematiek en vorm bij de Moetete-dichters (Paramaribo 1976) enige opmerkingen gemaakt over de produktie van een boek die aantonen dat er nauwelijks verschil is tussen de omstandigheden waaronder de auteur vóór en na 1970 zijn literaire werk produceerde. Verder: - NN, ‘Eenheid maakt macht; Schrijvers organiseren zich’; in: Pipel (datum onbekend; 1977); - NN., ‘Schrijversgroep 77 viert eerste lustrum’; in: De Ware Tijd 11-9-1982 en De West 11-9-1982; - Mechtelly, ‘Schrijversgroep sluit cyclus over Afrocultuur af’; in: De Ware Tijd van?; - Lezing gehouden door Mechtelly bij het 1e lustrum van de Schrijversgroep '77 op 5 september 1982. (Stencil.) - Eddy Charry, ‘Gerrit Barron in Amsterdam’; in: De West vrijdag 2 november 1984 (over een literaire avond); - Mizpah, ‘Bro e wroko; Literaire ontmoeting met Curaçao’; in: De West woensdag 6 maart 1985; - Mizpah, ‘Jeugdpoëzie: Initiatief dat verdere uitbouw verdient’; in: De West dinsdag 20 augustus 1985 (over avond met jonge dichters, georganiseerd door Schrijversgroep '77 en MINOW); - Julian With, ‘Het dilemma van de zwarte schrijvers’; in: Boskopoe 8e jrg. nr. 2, maart 1982, pp. 19-20; - J.S. With, ‘De “onkwetsbaarheid” van de Surinaamse schrijver’; in Boskopoe 10e jrg. nr. 6, juli/augustus 1984, p. 8. Een reactie hierop is: - Rabin Gangadin, ‘Bijdrage With is benedenmaats’; in: Boskopoe 10e jrg. nr. 7, september 1984; - Carla Tuinfort, ‘Schrijvers ontmoeting Literaire Adviescommissie’; in: De West 19 juni 1984.

3.2 De schrijver in het Caribisch gebied

De historische en culturele positie van de Caribische schrijvers in zowel Caribisch als Latijnsamerikaans verband wordt geschetst door A.J. Seymour in de ‘Introduction’

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 tot de door hem samengestelde bloemlezing New writing in the Caribbean (Guyana 1972, pp. 13-17). Interessant zijn de opmerkingen die Frank Martinus maakt in Albert Helman, de eenzame jager (I.O.L., Paramaribo 1977, pp. 14-15), m.n. over de materiële en de Exil-positie van de Caribische auteurs. Boeiend materiaal bevat het door Thea Doelwijt geredigeerde De grote Caraibische familie (Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport, Paramaribo 1981), een verzameling ooggetuigeverslagen van diverse aspecten van Carifesta IV. Twee bekende, bredere

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 92 werken over het Caribisch gebied en zijn letteren zijn die van Kenneth Ramchand, The West Indian Novel and its Background (Faber and Faber, London 19743) over de Engelstalige Caribische roman, en die van George Robert Coulthard, Race and Colour in the Caribbean (Oxford University Press, London 1962) die verschillende taalgebieden bestrijkt. Beide geven literatuuropgaven. Het enige werk waarin ook Surinamers worden besproken (t.w. Trefossa en Ferrier) is de niet gepubliceerde en derhalve erg moeilijk bereikbare thesis/syllabus van Paul A. Nijbroek, An undergraduate comparative literature course on literature, race and politics in the Caribbean (Department of Comparative Literature, Graduate School of Arts and Science, New York University, New York 1981) waarin materiaal uit vier taalgebieden aangeboden en besproken wordt ten behoeve van een collegesreeks. Over Frantz Fanon, over de négritudebeweging en over de relatie Afrika-Caribisch gebied, zie men de Bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 5 ‘Themata’ onder ‘Identiteit’ en ‘Groepsidentiteit’.

3.3 Kwantiteit

Over toneel: - ter algemene oriëntatie: het lemma ‘Toneel’ in de Encyclopedie van Suriname, met slordige literatuuropgave; - H. van Binnendijk, ‘Ontwikkeling van het toneel’; in: J.H. Adhin (ed.), 100 Jaar Suriname (Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie, Paramaribo 1973, pp. 171-173); - H. Zoutendijk, ‘Toneel - een wederopbloei’; in: Albert Helman (ed.), Cultureel mozaïek van Suriname (De Walburg Pers, Zutphen 1978, pp. 395-401); - NN., ‘De toekomst van Suriname ziet er niet zo somber uit met mannen als Zoutendijk’; in: Tori 1ste jrg. nr. 12 - 1979, pp. 22-25; - Henk Jan Gortzak, Jere mi/‘Luister naar mij’; Een boekje over Surinaams toneel in Nederland bij de film ‘Tussen twee vuren’ (Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag 1984); - [Stanny Koeken], Toneelfestival '85; 13 en 14 december Thalia (Paramaribo 1985) (programmaboekje); - Chandra van Binnendijk, ‘Theatereenheid “Mofo” nu vijf jaar oud; Culturele stimulans van deze tijd’; in: De Ware Tijd 5 augustus 1986.

Over hoorspel: - over het Surinaamse hoorspel bestaat geen literatuur. Over het Nederlandstalige hoorspel is er de dissertatie van Ineke Bulte, Het Nederlandse hoorspel; Aspecten van de bepaling van een tekstsoort (H. & S, Utrecht 1984), met uitgebreide literatuuropgaves.

Over orale literatuur: - ter algemene oriëntatie: het eerste deel van het lemma ‘Letterkunde’ uit de Encyclopedie van Suriname, met literatuuropgave;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Trudi Guda, ‘La tradición oral en Surinam’; in: Anales del Caribe del Centro de Estudios del Caribe 1/1981, pp. 282-290; - specifiek over creools-orale literatuur: de eerste drie hoofdstukken uit Jan Voorhoeve & Ursy M. Lichtveld, Creole Drum (Yale University Press, New Haven and London 1975, pp. 15-115); - een analysemodel voor creools-orale literatuur met demonstratie geeft Edgar Cairo in Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984). Cairo's model wordt gehanteerd bij de analyse van Trefossa's gedicht ‘Kopenhagen’ door Michiel van Kempen in het eerste deel van ‘Traditie en compositie’ in Bhāsā jrg. 3, no. 1, januari 1986, pp. 34-41; - Jan Voorhoeve, ‘Voor de letters’; in: Tirade 189, jrg. 17, sept. 1973, pp. 410-418;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 93

- over Anansi-verhalen: W.J.H. Baart, Cuentan di Nanzi (dissertatie, Amsterdam 1983); - de in § 3.3 genoemde auteurs van Anansi-verhalen zijn alle in de Bibliografie terug te vinden. Van Dorothee Wong Loi Sing verschenen twee Anansitori's in De West: ‘Het huwelijk als straf voor Ba Tigri’ (25 april 1985) en ‘Makuba wordt feministe!’ (3 mei 1985); - bewerking van verhalen uit de hindustaanse orale traditie gaf Sita Kishna met Prins Awin en de twee leeuwewelpjes (1985) en De fluitspeler en andere verhalen (1986); - vertellingen van Modiwirjo, Siswowitono en Asmawidjaja werden door Sarmo en Vruggink gepubliceerd (zie § 5.1.5 onder ‘javanen’); - voor Indiaans oraal werk: zie § 5.1.5 onder ‘Indianen’; - over Dubelaar (die vooral als onderzoeker van petrogliefen faam verwierf): NN., ‘Promotie C.N. Dubelaar’; in: De West donderdag 20 september 1984, met bibliografie.

Over lectuur: - Lia van de Pas, ‘Surinaams: manja in plaats van appel?’; in: De West maandag 10 juni 1985.

Over vrouwenliteratuur: - zie de Bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 5.

Over jeugdliteratuur: - zie de Bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 6.

Over de expansie van de Surinaamse literatuur in Nederland: - zie de Bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 7.

Over journalistiek: - Sig. W. Wolf, ‘Pers, radio en televisie’; in: Albert Helman (ed.), Cultureel mozaïek van Suriname (De Walburg Pers, Zutphen 1978, pp. 340-347); - de lemmata ‘Pers’, ‘Persdelicten en preventieve maatregelen tegen de pers’, ‘Persvrijheid’ en ‘Journalistenvereniging’ in de Encyclopedie van Suriname; - Desi Truideman, Het Surinaamse Krantenwezen in de Koloniale Tijd; Zijn rol in de culturele en politieke bewustwording (Paramaribo 1983); - Desi Truideman, Weten en denken (Paramaribo 1980). Daaruit de artikelen ‘Tuchtrechtspraak voor persmensen’ (19-21), ‘Onze kranten en censuur in de koloniale tijd’ (27-37), ‘De specifieke kenmerken van onze persburo's’ (40), ‘Omroepraad voor televisie en radio’ (45-46); - over de tijd na 1980 wordt een aantal opmerkingen gemaakt in Rudie Kagie, Een gewezen wingewest; Suriname voor en na de staatsgreep (Het Wereldvenster, Bussum 1980, m.n. pp. 197-199). Voorts: - Hugo L. Blanker, De pers in de nieuwe demokratie (Paramaribo 1984) (lezing); - Bank Notes. De Pers in Perspectief. De Surinaamse Bank, Paramaribo 1978;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Een mediavisie. Rapport van de studierichting communicatie, Academie voor Hoger Kunst- en Cultuur Onderwijs, z.p. z.j. [Paramaribo 1986]. Bevat literatuuropgave.

3.4 De lezer

- Albert Helman, ‘Het lezerspubliek’; in: Albert Helman (ed.), Cultureel mozaïek van Suriname (zie boven, pp. 426-428); - Michiel van Kempen, ‘De populariteit van Surinaamse literatuur’; te verschijnen in NUCS Koerier eind 1987. Onderzoek naar de populariteit van Surinaamse boeken op literatuurlijsten van een middelbare school; - Michiel van Kempen, ‘De roman Strafhok en zijn lezers’; in Kalā nr. 2, december 1986, pp. 5-12. Receptie-onderzoek gebaseerd op een enquête onder een zestigtal lezers;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 94

- Leonore de Vries, ‘Bibliotheekwerk in Nickerie’; in: Sticusa Journaal 2e jrg. no. 4, 15 juli 1972, pp. 3-5; - Ch.W.R. Lont, ‘Ontwikkeling van het Bibliotheekwezen’; in: J.H. Adhin (ed.), 100 Jaar Suriname (Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie, Paramaribo 1973, pp. 158-166); - lezersreacties op Cairo's werk worden besproken in diens Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984, pp. 129-157), men zou kunnen zeggen: een receptie-esthetisch onderzoek in statu nascendi.

3.5 Literatuur en lanti

Over Sticusa: - Max Nord, ‘Nederlandse hulp en samenwerking’; in: Albert Helman (ed.) Cultureel mozaiek van Suriname (zie boven, pp. 429-435).

Over de jaren 1980-1981: - Errol Caprino, ‘Culturele processen van het moment in Suriname en de rol van de overheid daarbij’; Verslag n.a.v. de discussie over rol en positie v.d. Surinaamse en de Antilliaanse kunstbeoefenaars (Aspasja, Amsterdam 1981, pp. 16-18).

Over de Academie voor Hoger Kunst- en Kultuuronderwijs: - Frank King, ‘Academie voor Communicatie Wetenschappen biedt ruime perspectieven’; in: De West donderdag 13 september 1984.

Een recente inventarisatie van het documentatiebestand is: - Carla M. Lont, Surinam activities in the field of information and documentation in general and in the field of education in particular (Ministry of Education, Science and Culture/Documentation Centre, Paramaribo 1985) (gestencild).

3.6 Uitgeverijen

Over de problemen van schrijvers bij het uitgeven leze men de in de noten vermelde artikelen van Astrid Roemer. Eerder tentatief t.a.v. wat er (nog) moet gebeuren, dan analytisch is: - André Reeder, ‘Problemen die Surinaamse en Antilliaanse literaire kunstenaars in de praktijk - Nederland - bij het uitgeven tegenkomen’; in: Verslag n.a.v. de discussie over rol en positie v.d. Surinaamse en de Antilliaanse kunstbeoefenaars (Aspasja, Amsterdam 1981, pp. 27-29).

Verder noemen we:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - NN., ‘Nieuwe Surinaamse uitgeverij van start’; in: ORO 6/76 (over Bolivar Editons); - Pieter Koen, ‘Talen en hun uitdaging’; in: OSO jrg. 4, nr. 1, mei 1985, pp. 73-75 (over het Instituut voor Taalwetenschap); - Louis Shanks, Bibliografie Instituut voor Taalwetenschap 1984/Bibliography Summer Institute of Linguistics (Paramaribo 1984). Met supplement: nieuwe titels 2/84 - 1/85. Niet geheel compleet voor wat betreft de oudste uitgaven van het Instituut; - lemma ‘Volkslectuur’ van de Encyclopedie van Suriname; - NN., ‘De toekomst van het Surinaamse boek’; in: De West zaterdag 29 juni 1985 (over transculturele uitgeverij Masusa); - Edgar Cairo, ‘“Uitgeverijen doen niet veel voor Surinaamse schrijvers”’; in: de Volkskrant 21 juni 1975.

3.7 Literaire tijdschriften

Ter oriëntatie: het lemma ‘Literaire tijdschriften’ in de Encyclopedie van Suriname. Verder: - Hein Vruggink, ‘OSO - nieuw onderdak voor Surinaamse schrijvers en schrijvers over

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 95

Suriname’; in: De Ware Tijd 24-7-1982; - NN., ‘BRO luidt nieuwe periode in voor schrijvers’; in: De Ware Tijd 27-6-1983; - Een studie naar een tijdschrift (Moetete, 1968) is de onuitgegeven en dus moeilijk bereikbare scriptie van Linda J. Nijbroek-Asin, Thematiek en vorm bij de Moetete-dichters (Paramaribo 1976).

3.8 Literaire prijzen

- Victor E. Van Vriesland, Leo H. Ferrier & Johan Phaff, ‘Juryrapport Van der Rijnprijs 1970’; in: I sa man tra tamara!? (De Bezige Bij, Amsterdam 1972, pp. 7-8); - E.N. Ketwaru, ‘Literatuurprijs van Suriname: een vreemde geschiedenis’; in: Bhāsā jyg. 2, no. 1, dec. 1984, p. 26; - NN., ‘Dr. J. Ramlall (Bhai) kreeg literatuurprijs’; in: NUCS Koerier jrg. 1984, aug., nr. 4, p. 38; - NN., ‘Surinaamse won literatuurwedstrijd’; in: De West vrijdag 29 maart 1985 (over Dorothee Wong Loi Sing).

3.9 Literatuurkritiek

- Thea Doelwijt, ‘“Kritiek heeft ontbroken en degenen die zich eraan waagden werden voor negatief uitgemaakt” Een nieuwe weg voor Surinaamse literatuur’; in: De Ware Tijd donderdag 23 april 1981; - Een aantal statements over literatuurkritiek van Frits Wols is opgenomen in het stencil dat werd uitgebracht bij de openbare discussie, georganiseerd door de ORPIS, Theater Unique, vrijdag 25 januari 1985, met als thema ‘Literatuurontwikkeling en literatuur-waardering in Suriname - tegen een bredere achtergrond -’. - Essayistisch ingekleed is een aantal opmerkingen van Paul Nijbroek in zijn artikel ‘Literatuurontwikkeling en literatuurwaardering in Suriname tegen een bredere achtergrond’ dat in vijf delen verscheen in De West van juni 1985 (zie noot 41).

3. 10 Literatuurstudie

Over Jan Voorhoeve: - Eddy Charry, ‘Jan Voorhoeve - Bij de dood van de grondlegger van de surinamistiek’; in: Jere 9 (1983), nr. 54 (februari), p. 5; - Hein Eersel, ‘In memoriam: Jan Voorhoeve’; in: De Ware Tijd 10 februari 1983;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Vernie February, ‘Jan Voorhoeve - Herinneringen’; in: Adek 1983, 2, pp. 12-17; - André Kramp, ‘In memoriam Jan Voorhoeve 1923-1983’; in: OSO jrg. 2, nr. 1, mei 1983, pp. 5-7; - Een uitgebreide (zij het niet absoluut betrouwbare bibliografie van Voorhoeves werk is die van Philip Elias, ‘The Writings of Jan Voorhoeve’, te vinden in het OSO-nummer Essays in memory of Jan Voorhoeve, OSO Volume 3, nr. 1, may 1984, pp. 9-15. Dezelfde Elias stelde samen Jan Voorhoeve 1923-1983 Obituary and bibliography (Foris Publications, Dordrecht/Cinnaminson, z.j.).

Over Jnan Adhin: zie de secundaire bibliografie in het bibliografisch deel van dit boek. Zie aldaar ook Surj Biere. Over Kaulesar Sukul: - Pt. Haldhar Mathuraprasad, ‘In memoriam dr. Kaulesar Sukul’; in: Dharm-Prakash jrg. VI, no. 2 september 1980, pp. 20-21.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 96

Over Aphra Behn: - Herman Wekker, ‘Aphra Behn en de geschiedenis van de koninklijke slaaf Oroenoko. Recensie-artikel’; in: OSO jrg. 2, nr. 1, mei 1983, pp. 83-91. Bespreekt de vraag of Behn werkelijk in Suriname is geweest aan de hand van studies van Maureen Duffy en Angeline Goreau. Met bibliografie; - Elvira Rijsdijk, ‘Aphra Behn: Schrijfster van Oroenoko of de Koninklijke slaaf eerste professionele schrijfster, Abolitioniste, Feministe’; in: De West vrijdag 29 juni 1984.

3.11 Kwaliteit

Over de vorming van het (Surinaamse) literaire waarde-oordeel is geen enkele publikatie bekend. Wel maakt Paul Nijbroek enkele opmerkingen over literatuurwaardering in bovenvermeld artikel ‘Literatuurontwikkeling en literatuurwaardering in Suriname tegen een bredere achtergrond’. Oordelen over de literatuur, van Paul Marlee, Albert Mungroo en Frits Wols, zijn opgenomen in het bovenvermelde stencil, uitgegeven bij de door de ORPIS georganiseerde openbare discussie. Enige andere oordelen zijn in § 3.11 ter sprake gebracht; de bronnen zijn in de noten te vinden.

Enige literatuur verschenen bij het ter perse gaan van dit boek.

3.2 De Surinaamse schrijver in het Caribisch gebied.

Van Wim Rutgers verscheen in 1986 een boek met opstellen over Nederlandstalige Caribische literatuur: Dubbeltje lezen, stuivertje schrijven (Charuba, Oranjestad/Leopold, Den Haag). Het eerste deel bevat drie hoofdstukken: Antilliaanse thema's of Caribische literaire constanten, Dit wankel huis - De symboolfunktie van het huis in enkele Nederlands-Antilliaanse en Surinaamse literaire werken en Nederlandstalige Caribische plantage-literatuur. Het tweede deel geeft opstellen over Trefossa, Helman, Shrinivāsi, Vianen en Cairo. Rutgers graaft niet altijd even diep, maar zijn stukken geven wel een goede introductie tot de behandelde onderwerpen. Dezelfde Wim Rutgers publiceerde in OSO jrg. 5, nr. 2, december 1986, pp. 191-202 een opstel ‘Literaire migranten; Surinaamse auteurs en de Nederlandse Antillen’. Ter sprake komen Helman, Dobru, Ashetu, Shrinivāsi en De Rooy. Nummer 143 van het tijdschrift Bzzlletin (februari 1987) is een themanummer getiteld ‘De Caraibische verbeelding aan de macht’. In het gelijknamige artikel (pp. 3-19) gaat Ineke Phaf in op het functioneren van Antilliaanse en Surinaamse literatuur binnen het proces van natievorming. Zij wijst erop hoe aan de hand van werken van Alejo Carpentier en Gabriel García Márquez het stereotiep van de ambivalente en

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 erotisch aantrekkelijke mulattin werd gepostuleerd, relict uit de koloniale tijd dat de sociaal-culturele polarisatie als nog altijd levend probleem aan de kaak stelt. Phaf beschrijft vervolgens drie fasen in de literaire behandeling hiervan, fasen die zij afbakent volgens maatschappelijke visie, literaire traditie en taalkeuze. Voor de eerste fase bespreekt zij het werk van Stedman, voor de tweede dat van Debrot en Helman, voor de derde dat van Martinus Arion, Roemer en Cairo. Hetzelfde Bzzlletin-nummer bevat verder het hoofdstuk ‘De natievormende funktie van de Surinaamse literatuur’ uit Cairo's Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (pp. 20-25). In ‘Loko, mi kant'oy (Uit de negerdiepten)’ analyseert Edgar Cairo het gelijknamige wintilied binnen de systematiek van de creools-orale versbouw (pp. 26-32). De bijdrage van Trudi Guda, ‘Sye! Arki tori! De verhalen van Aleks de Drie’ (pp. 36-41), is de overgenomen in-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 97 leiding uit haar uitgave van 40 vertellingen van Aleks de Drie. Hanneke Eggels interviewt Astrid Roemer: ‘“Taal is mijn medium”’ (pp. 42-43). Wim Rutgers bekijkt het literatuurbedrijf op de Nederlandse Antillen in ‘De literaire ambiente; Literatuur en media’ (pp. 85-94), en maakt vergelijkenderwijs ook enige opmerkingen over Suriname. Lieke van Duin bespreekt in ‘Op zoek naar de synthese; Caraibisch theater in Nederland’ (pp. 104-112) recente ontwikkelingen in het ‘migrantentheater’. Zij constateert een professionalisering, een verruiming van de thematiek en een sterker zoeken naar een synthese tussen Europese en Caribische theaterstijlen. Ter sprake komen o.m. de groep Bakuba, de regie-activiteiten van Henk Tjon en Rufus Collins en het werk van Edgar Cairo.

3.3 Kwantiteit

Orale literatuur: inmiddels is in maart 1987 verschenen de uitgave van Harry Jong Loy Fosten tori deel 1 (Afdeling Cultuur Studies van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur i.s.m. het Summer Institute of Linguistics). Het door John Wilner samengestelde boekje bevat drie fosten tori, voorzien van een Nederlandse vertaling van Ch. Fernald. Het ligt in de bedoeling dat de complete nalatenschap van Jong Loy onder het beheer komt van de genoemde Afdeling Cultuur Studies.

3.11 Kwaliteit

Een korte lezing van Michiel van Kempen verscheen in De Ware Tijd van 27 december 1986 onder de titel ‘Een steeds betere Surinaamse literatuur’. Rabin Gangadin neemt polemisch-kritisch stelling tegenover verschillende Surinaamse auteurs in De Surinaamse literatuur (Heeffer, Bergen op Zoom 1986). Zie de Bibliografische aantekeningen bij hfst. 4.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 99

4. Literatuur en maatschappij

en cuanto a la poesía revolucionaria, siempre he tenido la opinión de que su mensaje debe desprenderse del poema mismo, sin que se vea la propaganda, el sentido político, el cartél, el artículo de fondo

Nico las Guillén

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 101

Wie de Surinaamse literatuur leest, leest de Surinaamse geschiedenis. Los gezien van haar maatschappelijke context is de Surinaamse literatuur nauwelijks denkbaar, laat staan zinvol interpreteerbaar. Referentiële, non-fictieve elementen (zoals de literatuurwetenschap ze noemt) spelen in de Surinaamse letteren welhaast altijd een rol, zelfs binnen werken die als fictieve eenheden goed interpretabel zijn. De romans van Astrid Roemer bijvoorbeeld zijn als op zichzelf staande eenheden van fictief proza te lezen, maar verwijzen voortdurend naar historische feiten en krijgen hun dimensie eerst tegen de achtergrond van de Surinaamse realiteit. Anders dan in veel Zuidamerikaanse literatuur waarin het fantastische prominent is (men denke aan een Mulata van Miguel Angel Asturias, aan de verhalen van Gabriel García Márquez), is het realisme overheersend in de Surinaamse literatuur - dit is in veel dekoloniserende landen, b.v. in Afrika, het geval.1.) Het is slechts in de orale literatuur, in de jorka-, didibri- en Anansitori, in de khissa's (sprookjes en andere vertellingen), in de Indiaanse vertellingen en de kantjilverhalen, dat de fantasie het voortouw neemt. Dit realiteitskarakter behoort tot de wezenskenmerken van de tussen '70 en '85 voortgebrachte Surinaamse literaire uitingen. De betrokkenheid van de schrijver - in welke vorm dan ook - bij het strijden en lijden van zijn volk is zelfs zo wezenlijk voor de Surinaamse schrijvers, dat literaire werken die daarvan níet het stempel dragen (Een zeldzame kamer (1982) van Rabin Gangadin bijvoorbeeld2.)) tot de zeldzame uitzonderingen op de regel behoren.3.) Alvorens in te gaan op de relaties tussen wat zich op het historische en wat zich op het literaire plan afspeelde, willen we wijzen op de algemene tendens dat de literaire communicatie zich hoe langer hoe meer langs schriltelijke weg ging voltrekken. Vanaf de oprichting van de Algemene Middelbare School (1950) tot het midden van de jaren '60 geschiedde de literaire presentatie goeddeels op een wijze die men een moderne variant op de orale literatuur zou kunnen noemen. Op salonavonden (een naam waarvoor geen Surinaams equivalent bestaat) werd werk voorgedragen en besproken. Zo werden in het begin van de jaren '60 ten huize van Mr. Hugo Pos en anderen avonden georganiseerd waarop Fanon werd gelezen en zowel klassieke als moderne werken uit de wereldliteratuur aan de orde werden gesteld. In zijn programma Nanga opo doro op radio Apinti besprak Hein Eersel in die tijd met een zekere regelmaat literair werk van eigen bodem. Rond het midden van de jaren '60 doet zich een kentering voor. Met de invoering van de Mammoetwet komt een zesjarig lyceum van de grond, de emigratie naar Nederland komt op gang en de invloed van Nederlanders en teruggekeerde, afgestudeerde Surinamers doet zich gelden; het onderwijs politiseert - het meest manifest wordt dat met de stakingsacties van 1969 en 1973.

1.) Vergelijk Mineke Schipper, Afrikaanse letterkunde, Utrecht/Antwerpen 1983 (Aula 696), p. 214. 2.) Al kruipt ook bij Gangadin het bloed waar het niet gaan kan, getuige zijn verhaal ‘Heimwee’ (Avenue, augustus 1985, pp. 114-116). 3.) Zo is er nooit iemand geweest die de in Paramaribo geboren, maar in Amsterdam opgegroeide dichter Hans Faverey, ook maar één moment tot de Surinaamse letteren heeft gerekend. In zijn als moeilijk doordringbaar te boek staande poëzie zal men tevergeefs naar één Surinaams elementje speuren en, wars van alle anekdotiek en persoonlijke informatie, heeft hij sinds zijn eerste bundel Gedichten (1968) ook nooit zelfs maar de kleinste vingerwijzing richting Suriname gegeven.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 102

In de nieuwe sfeer wint de geschreven literatuur het duidelijk van de orale, voor ‘salonavonden’ komt hoe langer hoe minder plaats; de literaire kritiek van die avonden en die van de radio vindt echter slechts ten dele opvolging in een literaire kritiek op papier met de kranterecensies van A.J. Morpurgo, Thea Doelwijt en Corly Verlooghen. Het zijn Dobru en Sombra die in de jaren '70 met hun voordracht het orale element blijven vertegenwoordigen, duidelijker dan ooit in dienst van politieke idealen. De turbulente geschiedenis van Suriname van 1970 tot 1985 heeft diepe sporen getrokken in de letterkunde van dit anderhalf decennium. Bij de beteren hebben deze vijftien jaren de evocatieve kracht tot grote hoogte gebracht, bij de mindere goden is de verbeeldingskracht niet in staat gebleken de woorden tot iets méér dan een politiek pamflet te doen uitgroeien en is de waarde van het literaire produkt beperkt gebleven tot die van tijdsdocument. Maar wat de uitkomst van het gevecht met de woorden ook geweest moge zijn, de inzet van de strijd is bij zowat alle schrijvers dezelfde geweest: engagement met land en volk van Suriname, het onder woorden brengen van hoop, verwachting, liefde, leed, verdriet en teleurstelling rond de historische weg die het Surinaamse volk af te leggen had. Op die weg zijn er vier duidelijke bakens geweest: 1973, 1975, 1980 en 1982. Het einde van de periode-Pengel betekende allerminst dat de zeventiger jaren konden worden ingegaan met een maatschappij die gekenmerkt werd door sociale rust. Uit de diverse roofdrukken die aan de officiële herdruk in 1971 van De Koms Wij slaven van Suriname voorafgingen, was al te zien dat er wat broeide. Het sociale onbehagen nam toe, de ergernis over bestuurlijke wantoestanden en de onvrede over het gebrek aan ontwikkeling van een land waarin deskundigheid het moest afleggen tegen corruptieve praktijken, groeiden. Het einde van het bewind Pengel markeerde het begin van de grote dans om de politieke macht die werd uitgevoerd op het podium van de raciale tegenstellingen. Wie de analyses leest van Rudi Kross in Rebel op de valreep (1972), krijgt een goede indruk van de sfeer van politiek geïntrigeer die zo kenmerkend is geweest voor de zeventiger jaren. De scherpte van die analyses blijkt wel nergens duidelijker uit, dan uit de irritaties die Kross bij de regering opriep, wat uiteindelijk leidde tot ingrijpen van overheidswege.4.) Overigens kreeg niet alleen Kross het aan de stok met de gevestigde orde: ook Rita Rahman, Jozef Slagveer en Humphrey Keerveld werden in die beginjaren '70 door een boycot getroffen. De combinatie van toenemend maatschappelijk onbehagen (rond '70 zien we ook de opkomst van nieuwe, politieke bewegingen zoals de S.S.U. en het M.L.C.S.) en groeiend zelfbewustzijn van de vakbonden leidde tot een reeks van stakingen: in oktober-november 1970, in september 1971 en dan de grote staking van begin 1973. Juist die staking van '73 heeft in de literatuur een golf van reacties opgeroepen. Bij acties op 26 en 27 februari van dat jaar vindt de bosneger - arbeider R. Abaisa de dood. Hij is vanaf dat moment symbool van de Surinaamse onverzettelijkheid in de strijd tegen onrecht en komt als zodanig geregeld naar voren in de literatuur, bijvoorbeeld bij Dobru in het gedicht ‘foe memre Abaisa Jowini’ bij Slory

4.) Zie hierover ‘De affaire Kross’; in: Henk van Teylingen Bedek je schande. Suriname van binnen uit. Amsterdam 1972, pp. 45-52.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 103 in ‘Den dé di Abaisa dede’ (uit Kownubri de na en Onigodo, 1979) en in Thea Doelwijts musical Land te koop (1973). S. Sombra spreekt in Tarta (1974) over de gebeurtenissen van die dagen als ‘Blaka februari’. Twee maal gaat hij in '73 in hongerstaking uit protest tegen de ‘Lachmon-Sedney-kliek’, tegen het onrecht in de maatschappij, jeugdwerkloosheid, krotwoningen, ellende en armoede van het volk, corruptie en wanbeleid. Zijn pamfletten Ik ben 24 uur in hongerstaking en 1973: Jaar van strijd voor lotsverbetering van de werkende klasse getuigen ervan. Faceless X brengt in februari het gestencilde bundeltje Krawasi uit, waarin onder meer een testament van een bedelaar die zegt zijn wandelstok na te laten aan de politie, zijn eergevoel aan de regering van Suriname. Ook Dobru met Dertien galgen (1973) en Febr. '73 (1974), Marcelle met Rode koralen (1974), Marlee in Thokat (1976) en vele anderen spreken hun verontwaardiging uit over de februari-gebeurtenissen. Structurele veranderingen brengt 1973 niet. ‘De regering houdt het vetbehaarde been strak en wij missen de geestkracht om het te breken’, schrijft René de Rooy in Verworpen vaderland (1979, p. 87). De toon van de literatuur verandert in die beginjaren '70. Zijn de zestiger jaren de jaren van het eenheidsgevoelen, het geloof in het alles-kan-anders, het idealistische geloof ook in de kracht van het woord, in de zeventiger jaren komt de terugslag, het realiteitsbesef dat het om structurele problemen gaat die niet met poëtische woorden zijn op te lossen, het sarcasme, het cynisme soms zelfs. In plaats van Dobru's ‘Wan bon’, de ‘verwachting’ uit Shrinivāsi's eerste bundels en de eenheid-belijdenis van Ferriers Atman (1968), dicht Kwakoe-Montri:‘Al spuw je nog zoveel woorden van verzet/de geweren die maken het pas echt’ (Opete, 1974, p. 13). En Shrinivāsi schrijft in 1974 de bekende regels: ‘Want in woord zijn wij surinamer/ maar in daad nog steeds neger/ hindoestani, javaan of chinees’ (Oog in oog, p. 64). Ook in andere bundels van Shrinivāsi uit de zeventiger jaren zien we hoe idealisme plaats heeft gemaakt voor realisme. Rodney Russel, Bea Vianen en vele anderen laten zich in hun werk zeer kritisch uit over de Surinaamse samenleving. De ontnuchteringstendens kent echter één belangrijk ‘lichtpunt’: er is een gemeenschappelijk verzet tegen het (mede door het Statuut van '54 gestroomlijnde) Nederlandse neokolonialisme, een verzet dat zich samenbalt in de roep om onafhankelijkheid. Niet iedereen overigens verwachtte daar het heil van: met name in hindustaanse kringen was het verzet tegen het loslaten van het ‘moederland’ groot en tot op 't laatst heeft de VHP onder leiding van J. Lachmon zich tegen Surinames onafhankelijkheid verzet.5.) Tegen 1975 deed zich dan de eerste grote emigratiegolf naar Nederland voor. Afgaande op de letteren zou men niet veronderstellen dat die krachtige tegenbeweging er geweest is: de roep om onafhankelijkheid klinkt er luid in door. Het is R. Dobru die al vroeg zijn stem liet horen en zich (ook als politicus van de Partij Nationalistische Republiek) voorman van de tweede nationalistische golf in de zaak van het onafhankelijk Suriname betoonde. Tegen en rond 1975 komt er een stroom van dichtbundeltjes uit (proza is er nauwelijks)

5.) Het eerste hoofdstuk van Benny Oofts Suriname 10 jaar republiek (Nieuwegein/Paramaribo 1985) geeft daar een goed beeld van. Zelfs in oktober 1975 heeft de VHP nog een ultieme poging ondernomen de datum van de onafhankelijkheid uit te stellen (p. 38).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 104 die zich niet enkel naar inhoud, maar zeker ook naar de vorm schatplichtig tonen aan Dobru. Slechts een enkele bundel weet het niveau van epigonisme te overstijgen. Broko na bui (1973) en Gedetineerde nr. 13 (1975) van Marac, Matapinti (1973) van Luciën Maynard, Fri Sranan 1975 (1975) van Chinua Afanti, Opo pikin foe kondre (1975) van Rudolf Isselt, Wan Njoen De (1975) van B.A. Millerson, Kors patoe (1975) van Mechtelly, Fri Sranan dron (1975) van Luciën Pinas: in al deze bundels en nog een veelvoud van dit aantal méér, wordt de zelfstandigheid van Suriname bezongen als krijgs- en, na 25 november 1975, als overwinningslied. Heeft de literatuur een niet weg te cijferen rol gespeeld in de eerste nationalistische golf waarin Eddy Bruma een centrale positie innam, zo mogelijk een nog belangrijkere rol heeft de literatuur gespeeld in de tweede nationalistische golf in het begin van de jaren '70, in het creëren van een klimaat waarin de stap werd gezet naar de proclamatie van de onafhankelijke republiek Suriname op 25 november 1975. Het is tekenend dat een poëziebloemlezing als Suriname 1975 Fri (1974), samengesteld door George Deul, werd uitgegeven door de Werkgroep voor Opvoeding en Vorming m.b.t. de Voorbereidingen op de Onafhankelijkheid van Suriname. Na de roes van '75 drong al gauw het besef door dat Surinames onafhan-kelijkheid niet die fundamentele ommekeer met zich mee had gebracht die het land kon vrijmaken van extern neokolonialisme in de vorm van economische afhankelijkheid van het buitenland en intern neokolonialisme in de vorm van bestuurlijk wanbeleid, bestaande in corruptie, willekeur, onkunde en gebrek aan efficiency, en in de vorm van kapitalistische produktieverhoudingen die de maatschappelijke verhoudingen bestendigden. Benny Ooft:

‘Wat ontbroken heeft aan de Onafhankelijkheid in 1975 is dat zij niet geschraagd werd door een ideologiese visie om een op eigen omstandigheden en mogelijkheden geënte maatschappij tot stand te brengen en een heroriëntatie van Suriname ten aanzien van zijn plaats in de wereld te bewerkstelligen.’ en:

‘Het kon niet anders dan dat toen Suriname op 25 november dan toch maar onafhankelijk was geworden in feite alle oude strukturen gehandhaafd bleven en beleid en koers weinig verschilden van hetgeen de afgelopen jaren te zien was gegeven.’6.)

Het was nota bene bisschop Aloysius Zichem die in 1978 in een interview vaststelde dat in Suriname de rijken steeds rijker werden en de armen steeds armer.7.) De ontwikkelingshulp die met miljoenen binnenstroomde verdween in de prestige-objecten of in de zakken van weinigen. De eenheid van het volk, waar bundels als Eenheid tot elke prijs! (1975) van Denz & Plein en Eenheid (1976) van M. Pinas om riepen, bleef een wensdroom, veeleer dan dat ze een realiteit werd. Kwaku Montri vraagt in het gedicht ‘2 jaar onafhankelijkheid’: ‘Wanneer zullen de mijnen/weten/dat wij onafhankelijk zijn/en wie vertelt het aan de schepen/en de

6.) Ooft, a.w., p. 9, resp. 40. 7.) Geciteerd in Rudie Kagie, Een gewezen wingewest, Bussum 1980, p. 49.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 halmen vol rijst/die in het westen, hoog/te velde staan?’ (Ujamaa, 1979, p. 11). De onderste lagen van de maatschappij zijn de onderste gebleven en als in 1978 John Slagveer in Symfonie in zwart dicht: ‘als ik omkijk/ zie ik alleen maar/ regenbuien van/ armoede en ellende’ (p. 20),

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 105 dan zijn we geen stap verder dan tien jaar daarvóór. Ook niet in die zin dat schrijven en politiek nog steeds op gespannen voet met elkaar staan. De geschiedenis herhaalt zich: greep ‘lanti’ rond '70 in toen schrijver/ journalist Kross in haar ogen te ver ging, aan het einde van de jaren '70 zijn het andere schrijvers en/of journalisten die vanwege de kritische geluiden die ze laten horen, in conflict komen met de overheid. Dezelfde desillusie die volgde op de zelfstandigwording van verschillende Afrikaanse naties in de jaren '60, vinden we terug in de tweede helft van de jaren '70 in Suriname. Wat de Senegalese schrijver Sembène Ousmane, auteur van de bekende roman Xala (1973), schrijft over Afrika geldt onverkort voor Suriname:

‘We zijn begonnen met schrijven vanuit het koloniale systeem. Dit systeem gaat nu gedeeltelijk schuil achter de façade van de zwarte bourgeoisie. Mijn werk als schrijver is nauw verbonden met de strijd voor echte onafhankelijkheid. In Afrika dachten we eerst dat het paradijs in 1960 aanbrak. Nu weten we beter: de blanke is dan wel vertrokken, maar degenen die nu aan de macht zijn gedragen zich op dezelfde manier. () Wij worden geconfronteerd met onze eigen bourgeoisie die aan de macht is en zich gewillig met de stroom laat meevoeren om net zo te kunnen worden als de blanke bourgeoisie. () Wij moeten de moed hebben hun praktijken aan de kaak te stellen.’8.)

Onder de kabinetten Arron ontstonden conflicten tussen het bewind en praktisch alle maatschappelijke instituties, werd het parlement een farce en veranderde het volk in een apathische massa.9.) Vanaf 1977 nam de stroom emigranten naar Nederland weer toe en groeide aan tot een totaal van dertigduizend tijdens de jaren van de kabinetten van Arron. Zo komt in Nederland gestadig een literatuur op die aangeduid wordt met de term ‘minderhedenliteratuur’. Met de trek naar Nederland hebben de gevoelens van frustratie er een nieuwe dimensie bij gekregen: de gevoelens van geëmigreerden die heen en weer getrokken worden tussen hun vaderland en hun land van vestiging, van erf tot skai om met Chitra Gajadin te spreken, nergens ergens in de woorden van Astrid Roemer. Van de in Nederland gevestigde auteurs is er nauwelijks één te noemen die deze problematiek niet verwoordt of verwoord heeft. De revolutie van 25 februari 1980 bracht groot enthousiasme teweeg bij het grootste deel van het Surinaamse volk en dat is niet verwonderlijk gezien de sfeer van malaise die zich in de vijf jaar na de onafhankelijkheid steeds duidelijker gemanifesteerd had. Suriname was rijp voor een andere koers en die moest op radicale wijze worden ingeslagen. 25 februari 1980 betekende de doorbraak om het uitzichtsloze politiek gekonkel kwijt te raken, betekende de mogelijkheid om de eenheid te bereiken die door de grote politieke partijen in de weg werd gestaan, betekende (dat bleek al na korte tijd) dat nu eindelijk een aantal zaken werd gerealiseerd dat al jaren in het vooruitzicht was gesteld, betekende de kans voor die groepen die bij het politieke

8.) Geciteerd in Mineke Schipper, Afrikaanse letterkunde, Utrecht/Antwerpen 1983, p. 210. Vergelijk ten aanzien van wat hier aan de orde wordt gesteld ook de pagina's 170 en 214 van dat boek. 9.) Ooft, a.w., p. 45.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 machtsspel altijd genegeerd waren om nu een rol in de ontwikkeling van Suriname te kunnen gaan spelen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 106

De revolutie van 1980 is unaniem positief ontvangen bij de Surinaamse schrijvers en vormde de inspiratiebron waarop in de vijf matte jaren na 1975 tevergeefs gewacht was. ‘Hoop/ hoop oefent haar stem’, zo verwoordt Trudi Guda in Vogel op het licht (1981, p. 32) het gevoelen van literair Suriname na 25 februari 1980. Weinig dichters ontbreken in de bloemlezing De tijd doorkliefd die verschijnt bij gelegenheid van de eerste herdenkingsdag van de revolutie. Een stroom dichtbundels zoals rond '75 blijft uit (hebben de ervaringen na '75 de dichters voorzichtiger gemaakt?), niettemin is de oogst aanzienlijk. Kwaku-Montri - alweer hij, heel de periode '70-'85 is in zijn poëzie, verzameld in Tubuka (1984), terug te vinden - is een van de velen die een gedicht de titel ‘25 februari’ meegeven. Michaël Slory komt met Den préki-wroko fu wan kamoru (1982). Verhalen die zich afspelen tegen de achtergrond van de gebeurtenissen van 25 februari 1980, van Eddy Pinas, Celtak en Lilian Ferrier, worden gebundeld in Een pantserwagen in de straten (1981). Jozef Slagveer schildert in de korte roman Een vrouw zoals ik (1981) hoe de revolutie een nieuw levensperspectief biedt aan een prostituee die op het punt staat zichzelf het leven te benemen (zoals de staat Suriname op de rand van instorten stond). In het verhaal ‘Sranan sa wini’ uit Rappa's Opa Djannie en andere verhalen (1981) stelt het Surinaamse volk zich moedig teweer bij een invasie van een buitenlandse macht. Jozef Slagveer en Herman Hennink Monkau betonen zich de chroniqueurs van de gebeurtenissen rond 25 februari met respectievelijk De nacht van de revolutie (1980) en Sranang 25 februari - 3 maart 1980 Als by heldere hemel.... (1980), Luciën Pinas rond de verijdelde staatsgreep van mei '80 met De verijdelde Coup (1980) en later rond de Rambocus/Hawkercoup met De woelige dagen van maart 1982 (1982). Geleidelijk aan echter, als na de eerste daden van de revolutie, de omwenteling te weinig doorzet in concrete daden, luwt het enthousiasme. In de pers verneemt men kritische en ook oppositionele geluiden, deels van hen die in hun verwachtingen teleurgesteld waren, deels van hen die alle belang hadden bij een terugkeer naar de oude structuren. In juli '81 wordt de pers onder censuur gesteld. Desalniettemin nemen de oppositionele geluiden toe, m.n. na de standrechtelijke executie van Hawker door de militairen (maart '82).

Ook in de literatuur is het enthousiasme niet van lange duur geweest. Al in juli 1980 dicht Denise de Hart, naaste medewerkster van bevelhebber Bouterse: ‘U vindt de revolutie voor ons land een zegen?/ Ik niet hoor, ik ben er vierkant tegen.’ (Suriname is switi Sranang niet meer, 1984, p. 14). Een Rudolf Isselt laat zich in zijn poëzie geregeld zeer kritisch uit over het revolutionair proces en werd ook in 1982 vanwege zijn publieke uitspraken voor verhoor opgebracht. En Edgar Cairo dicht in Powema di rutu (1982, p. 47): ‘Dan a now mjo kisi f'si/ fa brada kir' en brada,/ sisa diki watr'ai/ pur' na sisa nomo ai!’;‘Pas daarna zag ik helderder van blik,/ dat de ene broer de ander ademlang vermoordde./ En dat de ene zus de tranen/ uit ogen van de ander groef.’ (Lelu! Lelu!, 1984, p. 684). Dan is er het ingrijpen van de militairen op 8/9 december 1982, ‘de meest traumatische gebeurtenis uit de recente Surinaamse historie’, aldus de journalist Willem Oltmans.10.) Onder de vijftien personen die geëxecuteerd worden,

10.) Willem Oltmans in gesprek met Desi Bouterse, Amsterdam 1984, p. 7.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 107 bevinden zich vijf journalisten: Jozef Slagveer, Frank Wijngaarde, André Kamperveen, Leslie Rahman en Bram Behr. Kranten en tijdschriften krijgen een verschijningsverbod opgelegd. ‘Bowtah sa joe doe’ vraagt een van de velen die geschokt waren, zich af in een anoniem uitgegeven pamflet. Uiteraard had het verschijningsverbod dat kranten en tijdschriften en het uitzendverbod dat verschillende radiozenders kregen opgelegd ook direct invloed op de literaire produktie (men denke niet alleen aan gedrukte stukken, maar ook aan hoorspelen). Dat het protest uit schrijverskringen zich voornamelijk manifesteert onder de Surinaamse schrijvers in Nederland is niet verwonderlijk. Edgar Cairo schrijft Sranan libre / De smaak van het vrije Suriname (1982), (niet gepubliceerde) roman naar aanleiding van het december-bloedbad te Paramaribo (zie Lelu! Lelu!, 1984, p. 219). Chitra Gajadin spreekt in De zon vloeit weg uit mijn ogen (1983, p. 29) van ‘horb en consorten’. Astrid Roemer herschrijft haar eerste roman Neem mij terug Suriname (1974) onder de titel Nergens ergens (1983) en laat die zich afspelen tegen de achtergrond van de december-gebeurtenissen. De jaren na 1982 hebben te zien gegeven hoe vanuit een weinig stabiel beleid, langzamerhand de contouren van een nieuwe politieke, sociale en economische orde naar voren zijn gekomen. De instelling van instituties als de 25 Februari-beweging (1983) en de Nationale Assemblee en diverse besturen en raden (1985) moet een nieuwe bestuurlijke ordening schragen, waarin de militairen een centrale positie zullen blijven innemen11.): ‘Anoe no e loesoe makti/ bifo anoe sabi/ pe makti o fadon’ dichtte S. Sombra al in een van zijn ‘Boskopoe’ uit Kroi (1982, p. 10). De noodzaak van een economie op radicaal andere grondslag heeft zich met de stopzetting van de Nederlandse ontwikkelingshulp sneller en sterker duidelijk gemaakt. De betrokkenheid van brede lagen van de bevolking bij deze vernieuwingen is niet bijster groot te noemen: het is niet eenvoudig na december 1982 het oude krediet terug te winnen, zeker niet in een situatie waarin de mensen, dagelijks geconfronteerd met deviezen- en schaarsteproblemen12.), na jarenlang door buitensporige importen gewend geraakt te zijn aan een westers bestedingspatroon, Feuerbachs adagium hooghouden dat de mens is wat hij eet. In die situatie zijn het praktisch geheel mislukken van bijvoorbeeld de alfabetiseringscampagne Alfa '8413.) en nieuwe geruchten over corruptie en financiële malversaties koren op de molen van een publiek dat graag bevestigd wil zien dat de oude problemen van vóór '80 weer levend zijn als nooit tevoren. Als stap om het krediet bij brede lagen van de bevolking terug te winnen, werd eind 1985 de dialoog geopend met de politieke leiders Arron, Lachmon en Soemita, diegenen die voor de wanorde van vóór 1980 waren verantwoordelijk gesteld. Intussen hebben de ontwikkelingen na 1980 wel gemaakt dat er - parallel aan de bezinning op de politieke en sociaal-economische ordening - een discus-

11.) Ooft, a.w., p. 130. 12.) Ook de schrijvers ondervonden daar last van. Rappa op de achterzijde van De tapoe (Vrije Atheneum, Paramaribo 1986): ‘Vanwege de papierschaarste kon in 1985 niet gepubliceerd worden.’ Hetzelfde overkwam Mechtelly met de uitgave van haar verhalenbundel Goud uit de grond die vermeldt: november 1985, maar verscheen in juli 1986. 13.) Daarover: Stanley Rensch, ‘De nationale alfabetiseringscampagne een mislukking’; in: Brandpunt le jaargang, week 3, 5 juli-12 juli 1985, pp. 6-7.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 108 sie loskwam over de eigen waarden van de Surinaamse cultuur. Auteurs als Oscar Kemble, Paul Middellijn, Gerrit Barron en Carla Tuinfort schreven kritische, maar natuurlijk ook vaak: idealistische stukken over kunst en bevrijding, de terugdringing van westerse culturele ideeën en de opwaardering van het eigene, de rol van de jeugdliteratuur in het dekolonisatieproces, de plaats van de cultuur in een nieuwe maatschappij. Van de genoemden was het Paul Middellijn die de breedste ‘Sranan Filosofia’ ontwierp, een totaalvisie op de Surinaamse kunsten met de algehele dekolonisering van culturele waarden als uitgangspunt.14.) Ook in overheidskringen bezint men zich op deze culturele heroriëntatie. Het is echter een veeg teken dat, zoals reeds in § 3.5 opgemerkt, de aanbevelingen van het door het Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur georganiseerde Seminar Culturele Ontwikkeling (begin 1985) een jaar na dato nog steeds niet zijn openbaar gemaakt of in beleidslijnen omgezet. Evenzeer valt het te laken dat een belangrijke zaak binnen deze context, de reeds in 1984 opgestelde officiële spellingen van Sranan en Sarnami, tot op dit moment (maart 1987) niet zijn gepubliceerd. Gezien ‘de eeuwenlang gevormde psyche van de Surinaamse mens’15.) en de gebeurtenissen van het anderhalf decennium 1970-1985, valt het niet mee greep te krijgen op de mentaliteit van de grote massa Surinamers en die tot activiteiten voor een nieuwe totaalordening aan te zetten. Wat in 1975 uitgedrukt werd in de titel van Johan Evert Benjamins dichtbundel Van bewustwording naar bevrijding, blijkt omgekeerd veel betekenisvoller te zijn: na de ‘bevrijdingen’ van 1975 en 1980 moet de werkelijke bewustwording nog gestalte krijgen in een afstand nemen van de koloniale mentaliteit. Een voorname rol speelt hierin zeker de angst opgeroepen door het gebeuren van 8/9 december 1982, die de animo tot actieve participatie in de ontwikkeling van het land bepaald niet verhoogd heeft. De oude problemen - gebrek aan eenheid, solidariteit, enthousiasme en vertrouwen in het land, corruptie en zakkenvullerij, rivaliteit tussen ministeries - keerden terug. Ook van het instellen van lichamen als Topberaad en Assemblee ging geen motiverende werking uit op brede lagen van de bevolking. Hanteerders van de pen hielden, met de wetenschap van eerdere maatregelen, nogal wat in. portefeuille of althans buiten de officiële kanalen - het begin van een ondergrondse literatuur -, zo zij al niet een drempel vonden bij de drukkerijen die niet blind gebleven waren voor de inbeslagname van Bram Behrs drukpers in 1982. Kortom: de nationale lethargie heeft zich in dat wat literair gepubliceerd werd in de jaren 1983-1985 weer goed weerspiegeld. De rol die de politieke gebeurtenissen direct spelen in de literatuur van de jaren aan het eind van de periode '70-'85 is verwaarloosbaar te noemen. Slechts een enkeling ontleent nog zijn stof aan het revolutionair proces, zoals Hans Hemradj Lachman, direct betrokken bij de Rambocus-coup, met de bundel Strijdkreet uit de gevangenis (1983), die een gedicht wijdt aan de 25 Februari

14.) Een uitgave van Middellijn met als titel Sranan Filosofia werd in het vooruitzicht gesteld, maar niet gerealiseerd. Wel zijn zijn ideeën deels te halen uit zijn lezing ‘De terreur van het intellect’ (De West dinsdag 16 april 1985) en uit het verslag van Carla Tuinfort, ‘Rob Berghout en Paul Middellijn in discussie met Surinaamse jeugd’ (De West dinsdag 9 april 1985). Voor bijdragen van Kemble en Barron zie men de bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 5 onder ‘Identiteit’. 15.) Ooft, a.w., p. 144.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 109

Beweging, en Etieńńe Hiwat, die in Wan pipel wan kofoe wan stré (1983), over de brasa dei dicht. Er is sprake van een matheid die niet onaardig getypeerd is met de titel van de debuutbundel van Rona Schweitz In de schaduw van het heden (1985). Paul Nijbroek, de auteur Paul Marlee, stelt in ‘De droom van een revolutionair’ (weekblad Brandpunt 21 juni 1985, p. 7) vast, dat de droom in de vijf jaar na de coup van 25 februari 1980 droom is gebleven. Het is misschien in zijn roman Proefkonijn (1985) dat de Surinaamse mens anno 1985 goed getypeerd is, wanneer hij laat zien dat de Surinamer als Caribisch mens uit de strijd om de identiteit slechts één ding over heeft gehouden: de individuele geestkracht.

Bibliografische aantekeningen bij Literatuur en maatschappij

Algemeen

Veel van de in boekvorm verschenen publikaties over de geschiedenis van Suriname 1970-1985 zijn van journalistieke origine, vaak goed leesbaar en niet zelden op behoorlijk peil, maar zonder wetenschappelijke historische pretentie. Een geschiedschrijving die het grootste deel van onze periode bestrijkt is: Benny Ooft, Suriname 10 jaar republiek (Stichting Basispers/Art Incorporation, Nieuwegein/Paramaribo 1985). Het boek analyseert kritisch de gebeurtenissen, kritisch althans tot 1980. Aan het boek kleeft het bezwaar van veel te noemen uitgaven: geschreven buiten Suriname is het niet vrij van zekere vertekeningen. Hoewel Ooft soms woordelijk op andere publikaties steunt, noemt hij zelden of nooit bronnen; een bibliografie ontbreekt. Vanuit een eigen (zij het niet erg realistische) visie op Suriname binnen het Groot-Guyanees verband, schreef Albert Helman een met kracht van overtuiging gebracht boek: De foltering van Eldorado; Een ecologische geschiedenis van de vijf Guyana's (Nijgh & Van Ditmar, 's - Gravenhage 1983). Suriname komt daarin aan bod tot omstreeks 1982. Een geillustreerde versie van dat boek verscheen eerder als Avonturen aan de Wilde Kust; De geschiedenis van Suriname met zijn buurlanden (A.W. Sijthoff/VACO, Alphen aan den Rijn/Paramaribo 1982). Een algemeen (fysisch, sociaal-geografisch, demografisch en cultureel) beeld van Suriname tot omstreeks 1975 geven de volgende boeken: - G.J. Kruijer, Suriname; De problemen en hun oplossingen (Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen 1977, Aula 587); - E.C. de Schoolmeester, Suriname en de Surinamers (Nijmegen 1983); - Robert van Waesberge, Suriname, een stukje derde wereld (Novib/Landelijke Federatie van Welzijnsstichtingen, Den Haag z.j.3.).

Een sociaal-politieke analyse geeft de doktoraalscriptie van Ruben S. Gowrichan, The state in primary-export societies: the case of Suriname (Leiden 1979), ook

3.) Zo is er nooit iemand geweest die de in Paramaribo geboren, maar in Amsterdam opgegroeide dichter Hans Faverey, ook maar één moment tot de Surinaamse letteren heeft gerekend. In zijn als moeilijk doordringbaar te boek staande poëzie zal men tevergeefs naar één Surinaams elementje speuren en, wars van alle anekdotiek en persoonlijke informatie, heeft hij sinds zijn eerste bundel Gedichten (1968) ook nooit zelfs maar de kleinste vingerwijzing richting Suriname gegeven.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 gepubliceerd in: S. Craig (ed.), Contemporary Caribbean: a Sociological Reader Vol. 1 (Heinemann Educational Books, London 1979).

1970-1975

Over de samenhang tussen maatschappelijke ontwikkelingen en literatuur, leze men het voorwoord van Rudy Bedacht en de inleiding van het S.A.S.K. tot de bloemlezing Tesi f'i (proef het) (Surinaams Antilliaans Schrijvers Kollektief, z.p. 1975). Impressies over de periode 1966-1976 geeft Rappa in het verhaal ‘De pubertijd en puberteit op het Lyceum’ uit Opa Djannie en andere verhalen (1981, pp. 50-95). Ronald Venetiaan geeft zijn visie op de ontwikkelingen van deze tijd in twee bijdragen tot de bloemlezing van 35 jaar AMS-leven

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 110

I sab fa den AMS man de (AMS, Paramaribo 1986, pp. 51-54 en 63-65).Een indruk van de staking van 1973 geeft René de Rooy in Verworpen vaderland (1979, pp. 82-88). Reportages bracht A.C.W. van der Vet bijeen in Reis door het splijtend koninkrijk (Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage/Rotterdam 1975). Een economische studie, die overigens een ruimere periode bestrijkt dan 1970-1975, is: Wesley de Rooy & Marein van Schaaijk, Ekonomische ontwikkeling van Suriname (VACO, Paramaribo 1983). Men zie verder de Bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 5 onder ‘Identiteit’ en ‘5.1.4 Antikolonialisme en zelfstandigheid’.

1975-1980

Behalve in het genoemde boek van Benny Ooft worden de jaren tussen Surinames onafhankelijkheid en de revolutie van 1980 goed geschetst in: Rudie Kagie, Een gewezen wingewest; Suriname voor en na de staatsgreep (Het Wereldvenster, Bussum 1980). Over de relatie Suriname-Nederland: - de voorgeschiedenis wordt beschreven in: Marcel Kross, Ernst Megens, Eric Paërl, Leo Willems (eds.), De uitbuiting van Suriname (Socialistiese Uitgeverij Nijmegen, Nijmegen 1970, Sunschrift 28); - Baijah Mhango, Aid and dependence; The case of Suriname; A study in bilateral aid relations (SWI, Paramaribo 1984). Voorjaar 1986 is bij de SWI een gepopulariseerde bewerking van dit boek verschenen in het Nederlands, van de hand van Fred Verhees e.a.; - Jan-Diderik Bolk, De Ontwikkelingsrelatie Nederland-Suriname in de jaren 1975-1979 (Erasmus Universiteit Rotterdam/Faculteit der Sociale Wetenschappen, Rotterdam 1982, Mededelingen van het Sociologisch Instituut nummer 29); - Hans Beerends, 30 jaar Nederlandse ontwikkelingshulp 1950-1980; zin/onzin/effekten/ perspektieven (Landelijke Vereniging van Wereldwinkels, z.p. 1981). - M. van Schaaijk & J. van der Straaten, ‘Suriname's economie en de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en Suriname’; in: Economische Statistische Berichten 69e jrg. nr. 3480 ( 7 nov. 1984), pp. 1040-1047.

Over migratie en Surinamers in Nederland: zie de Bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 7.

25 Februari Revolutie

- Jozef Slagveer, De nacht van de revolutie; De staatsgreep in Suriname op 25 februari 1980 (C. Kersten & Co. NV., Paramaribo 1980); - Sandew Hira, De staatsgreep in Suriname; Achtergronden en vooruitzichten (Amsterdam 1980, Internationale Socialistische Publikaties); - Henk Boom, Staatsgreep in Suriname (Veen, Utrecht/Amsterdam 1982);

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Rudie Kagie, ‘De nieuwe orde’ en ‘Orde op zaken’; in: Een gewezen wingewest (zie boven, pp. 7-29, resp. 179-222); - Herman Hennink Monkau, Sranang, als by heldere hemel... 25 februari - 3 maart 1980; Een dagelijkse observatie van een revolutionaire ingreep (‘Ideoplastos’ visual design, Paramaribo z.j.).

1980-1985

Een verzameling documenten is: Suriname in revolutie (Redi doti, Wageningen 1982). Documentair is voorts: Willem Oltmans in gesprek met Desi Bouterse (Jan Mets, Amsterdam

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 111

1984) En: Suriname 4 jaar revolutie (NVD, Paramaribo 1984). Over de mei-coup van 1980: - Luciën S. Pinas (ed.), De verijdelde Coup; Een verzameling van berichten over de verijdelde staatsgreep van 15 mei 1980 (Apollo's R. & U., Paramaribo 1980).

Over de Rambocus/Hawker-coup van maart 1982: - Luciën Pinas (ed.), De woelige dagen van maart 1982 (Apollo's R. & U., Paramaribo 1982.

Over december 1982: - De Decembermoorden in Suriname; Verslag van een ooggetuige (Het Wereldvenster, Bussum 1983).

Kritische analyses van de gebeurtenissen en het beleid na 1980 zijn: - Emma Verheij & Gerard van Westerloo, Het legergroene Suriname (Weekbladpers BV, Amsterdam 1983); - een samenvatting hiervan geeft Gerard van Westerloo in ‘Suriname acht jaar onafhankelijkheid; Een modelkolonie met dodelijke afloop’; in: Glenn Willemsen (ed.), Suriname de schele onafhankelijkheid (De Arbeiderspers, Amsterdam 1983, Synopsis, pp. 218-257); - Joop van Straaten, Marein van Schaaijk & Meine-Pieter van Dijk, ‘Macchiavelli in Fort Zeelandia; Achtergronden van de ontwikkelingen in Suriname’; in: Derde Wereld juli 1983, nummer 1-2, pp. 101-121.

Over Denise de Hart: - Rudie Kagie, Een gewezen wingewest (zie boven, p. 19); - het voorwoord van André Haakmat en het nawoord van Rudie Kagie in: Denise de Hart, Suriname is switi Sranang niet meer (Ordeman, Rotterdam 1984).

Over nieuwe cultuurfilosofie zie men de Bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 5 ‘Themata’ onder ‘Identiteit’ en ‘5.1.4 Antikolonialisme en zelfstandigheid’ en hoofdstuk 6 ‘De jeugdliteratuur’ onder ‘Herkenning’ Tenslotte kan als tussentijdse balans vermeld worden: - Sandew Hira, Balans van een coup. Drie jaar ‘Surinaamse revolutie’ (Futile, Rotterdam 1983).

Literatuur verschenen bij het ter perse gaan van dit boek.

In 1986 verscheen De Surinaamse literatuur van Rabin Gangadin (Heeffer, Bergen op Zoom). Het boekje is een bundeling van eerder verschenen artikelen, aangevuld met enkele paragrafen. Het ‘theoretische’ gedeelte is uitermate summier en subjectief. Gangadins opstelling tegenover schrijvers en dichters is altijd polemisch. Zijn oordelen zijn zelden beargumenteerd en de helderheid is vaak zoek. Ter sprake komen - meestal zeer kort -: Cairo, Ferrier, Helman, Vianen, Roemer, De Rooy, Pim de la Parra,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Geluiden/Opo sten, Sweet, Blaw Kepanki, Wols, Narain, Shrinivâsi, Gajadin, Sylvia Singh, Gharietje Choenni en Thea Doelwijt.

Literatuur en natievorming

Over de natievormende functie van de Surinaamse literatuur schrijft Ineke Phaf in het artikel ‘De Caraibische verbeelding aan de macht’ in Bzzlletin 143 (zie de Bibliografische aantekeningen bij hfst. 3 Het literatuurbedrijf). In hetzelfde nummer is opgenomen (pp. 20-25) het hoofdstuk ‘De natievormende funktie van de Surinaamse literatuur’ van Edgar Cairo uit Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984, pp. 27-43). Zie verder de literatuur vermeld in de Bibliografische aantekeningen bij hfst. 5 Themata onder Identiteit/Suriname en onder 5.1.4 antikolonialisme en zelfstandigheid.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 113

5. Themata

A skrifiman

Marmoranu fu puwemaman: san yu e skrifi de?

‘Marmorfokofoko’.

Fa a sa kan? Pe te? Pe te?

Michaël Slory, Fresko, p. 26

Literature creates the dialogue between writers and readers in every age which forms the basis of a flourishing cultural development, since it is the mirror of the emergent national and regional ethos, and one perennial function of literature is to create the mirror in whose dim reflections we all seek to establish our identities at this stage in human history.

A.J. Seymour, New writing in the Caribbean, p.17

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 115

Wie het voorgaande hoofdstuk heeft gelezen, zal weinig moeite hebben met de vaststelling dat de allesoverheersende problematiek in de literatuur van 1970 tot 1985 de vraag is naar de Surinaamse identiteit, naar het eigene van Suriname en de Surinamers. Typerend genoeg noemt Corly Verlooghen zijn in 1970 verschenen bundel De glinsterende revolutie ‘identiteitspoëzie’. Maar die vraag naar de Surinaamse identiteit is uiteraard niet na 1970 opgekomen. Bij Koenders in de jaren veertig vraagt zij voortdurend om beantwoording en bij Trefossa hoort men haar door vele regels heen: ‘mi a no mi/ solanga j' n'e bari/ f' prisir ofoe pen/ na ini mi sten’ (‘Gronmama’, uit Ala Poewema (1977), p. 50). In de zestiger jaren is het natuurlijk vooral Dobru die die vraag stelt, zij het dat bij hem het sociale medegevoel als even belangrijk naast de identiteitsproblematiek staat. Maar het is eerst in de jaren zeventig dat de vraagstelling naar de Surinaamse identiteit in expliciete vorm bij een breed front van schrijvers naar voren komt. Men kan weliswaar stellen dat elke literatuur, elke literaire uiting identiteitsbepalende waarde heeft, maar in de Surinaamse literatuur van na '70 wordt de identiteitsvraag uitzonderlijk vaak expliciet aan de orde gesteld en bovendien is die vraag in de meeste gevallen niet de vraag naar het individueel eigene, doch naar het collectief eigene; niet naar datgene wat de ene Surinamer onderscheidt van de andere, maar naar wat de Surinamers gezamenlijk bezitten en wat hen onderscheidt van niet-Surinamers. Het is welhaast overbodig er nogmaals op te wijzen dat die problematiek onmogelijk los gezien kan worden van het historisch proces van dekolonisatie, bereiken van staatkundige souvereiniteit en ontworsteling aan economisch en politiek imperialisme. Nu is ‘identiteit’ een noemer waaronder veel kan vallen en die dus zeker concretisering behoeft. Daarmee kunnen we zowel een scherper afbakening van de periode bereiken, als een scherper-stellen van het patroon van verscheidenheid-in-eenheid dat de Surinaamse literatuur uitmaakt. We willen er op wijzen dat met uitzondering van het thema ‘groepsidentiteit’ de diverse themata niet groepsgebonden zijn. Als kinderen van één land houden de Surinamers zich steeds meer bezig met dezelfde zaken en proberen als Surinamers en niet als javanen, hindustanen, creolen, chinezen enz. vorm te geven aan wat hen bezielt. Deze tendens wordt nog versterkt doordat schrijvers steeds vaker in meer talen schrijven: de hindustaan maakt meer gebruik van het Sranan tongo (Rini Shtiam, Gharietje Choenni), het Sarnami vindt ook bij niet-hindustanen aarzelend ingang (Edgar Cairo, Dorothee Wong Loi Sing). Binnen de identiteitsproblematiek kunnen we dan de themata in drie blokken verdelen: 1. De Suriname-lyriek 2. De Suriname-kritiek 3. De Holland-confrontatie.

5.1 De Suriname-lyriek

Onder ‘Suriname-lyriek’ vallen alle themata die samenhangen met Suriname als een gegeven dat positief benaderd wordt. Als themata kunnen we hierbij onderscheiden:

5.1.1 de natuuradoratie

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Met name in de poëzie wordt het land Suriname veelvuldig bezongen: vanzelfsprekend zijn het de grote rivieren, de uitgestrekte bossen, het klimaat (de zon,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 116 de sibibusi's enz.), flora en fauna die hierbij als elementen naar voren komen. Bij zoveel auteurs komt deze natuurlyriek voor - juist ook bij Surinaamse auteurs in Nederland! - dat we volstaan met het noemen van Land dat ik voor niets ooit laat!!(1984), gedichten van Emanuel Wong Loi Sing, Sranan botjetie/Surinaams boeket (1970) van Albert Mungroo en Het eind van de kaart (1980) van Albert Helman, een psychologisch zelfportret van de ik-figuur Albert Helman tegen de imposante achtergrond van het Lawa- en Tapanahonygebied.

5.1.2 de trots op de Surinaamse mens

Zoals elke nationale literatuur kent ook de Surinaamse dit patriottistische thema. De bundel Oembra foe Sranan (1972) van Eugene Rellum is er een goed voorbeeld van. Het bezingen van de Surinaamse vrouw, zoals bij b.v. Julian With, Michaël Slory(Nengre-oema, 1971) en Mama Aisa gebeurt, is uiteraard een variant op dit thema. Een ode aan de man vinden wij bij Mechtelly: ‘als een boom in het woud/ de man van Suriname’ (Akoeba, 1974, p. 17).

5.1.3 de eenheid van het Surinaamse volk

Misschien kunnen we hier ook spreken van het wan bon-thema, dat we al vóór '70 bij R. Dobru, Shrinivāsi en Ferrier tegenkomen. Terwijl de raciale polarisatie in de eerste helft van de zeventiger jaren, maar ook nog tot 1980 onder de kabinetten-Arron, voortschrijdt, blijft de roep om eenheid weerklinken in de letteren. ‘Wi na Sranang man’ luidt de titel van een tweetalig gedicht van Rini Shtiam (Yaadgaar, 1977, pp. 21-22) en die formulering komen we in veel literair werk dat het eenheidsbeleven van het Surinaamse volk bezingt of weergeeft, tegen. We noemen slechts Fri Sranan 1975 (1975) van Chinua Afanti en Frambo (1977) van Dew Rambocus. De laatste bundel legt expliciet de koppeling tussen 1 juli (emancipatiedag; afschaffing van de slavernij in 1863) en 4 juni (binnenvaren van de Lalla Rookh met hindustaanse contractarbeiders in 1873) en presenteert Kwakoe en Boni als historische verzetsvoorbeelden voor alle Surinamers. Met name het toneel heeft niet zelden een brugfunctie willen vervullen tussen verschillende groeperingen: de kinderen van Anansi in Cairo's Ba Anansi Woi! Woi! Woi!/Die dood van Spin (1978) zijn zowel javaan, chinees, neger als hindustaan (al blijft het stuk een sterk creoolse sfeer ademen...). In dit verband moet aandacht besteed worden aan het werk van Thea Doelwijt en het Doe-theater. Het is niet te veel gezegd, wanneer gesteld wordt dat de eenheid van de Surinamers ongeacht ras of geloof werd nagestreefd met de produkties van deze groep. Uit een samenwerkingsverband tussen schrijfster Thea Doelwijt, regisseur/speler Henk Tjon, regisseur/acteur Hans Caprino en speelster Trudi Guda ontstond in 1970 een groep die enkele jaren later, in 1973, op professionele basis voort zou gaan onder de naam Doe-theater. Als spelers kunnen o.m. genoemd worden Mike Ho Sam Sooi, Mariëtte Moestakim, Mildred van Eer en René Recappé, en als

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 musici/componisten: Harto en Walter Muringen. De groep bracht cabaretprogramma's (zie § 3.3 punt 6), voorstellingen afgestemd op de jeugd (zie hfst. 6) en theaterstukken waarin muziek, zang, dans en toneelspel bijna altijd rijk vertegenwoordigd waren en die putten uit alle culturen van Suriname: Libi span ini na ati foe Sranan (1974), Fri (1975), Wi na Srananman (1975), Broko Sweti (1975), Anansi kontra masra Bobo, masra Babari, misi Fes'keki, misi Sabiman nanga masra Kon-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 117

Flaw (1976), Na krakti foe Mama Sranan (1978), Keskesi sani (1978), Ik hoor, ik zie, ik zwijg (1979), Ba Uzi (1980), Rebirth (1981). Mede om de oorspronkelijke artistieke presentatie behoren de produkties van het Doe-theater tot het beste en succesvolste wat dit type theater heeft voortgebracht. Toen het Doetheater in 1983 naar Nederland verhuisde, ontviel het Surinaamse theater zijn enige professionele groep. In Nederland zette de groep nieuwe produkties op en ook anderszins bleven haar leden actief: Hans Caprino richtte de groep Bakuba op en Mike Ho Sam Sooi de groep Gado Tjo. (Eenheid in ruimere zin - bijvoorbeeld van Surinamers en Nederlanders in het verzet tegen racisme - zullen we nog tegenkomen in § 5.3.2.)

5.1.4 anti-kolonialisme en zelfstandigheid

In deze termen is negatief en positief samengevat van een complexe thematiek. Tot 1975, daarna in mindere mate, vinden we in de literatuur de vrijheidsstrijd verwoord, het verzet tegen alle vormen van kolonialisme, neokolonialisme en imperialisme. Dit verzet richtte zich vanzelfsprekend tegen de Nederlandse overheersing en uitbuiting, bij enkele dichters (Michaël Slory, Corly Verlooghen) ook tegen imperialisme van andere landen, met name de Verenigde Staten. Dat tot '75 dit verzet gepaard werd aan de roep om zelfstandigheid is duidelijk. In het voorgaande hoofdstuk werd er reeds op gewezen hoe het aandachtsveld verschoof van politieke naar economische (en mentale!) onafhankelijkheid en van extern naar intern (neo)kolonialisme. In het vorige hoofdstuk vindt men voorbeelden te over van werken waarin deze thematiek centraal staat, ook zoals deze werken zich gegroepeerd hebben rond de vier ‘bakens’ 1973, 1975, 1980 en 1982. Het zal in ieder geval duidelijk zijn dat we van het exotisme en eurocentrisme dat we tot 1960 nog geregeld, tussen '60 en '70 sporadisch tegenkomen in de Surinaamse literatuur, na 1970 geen spoor meer terugvinden. In deze context verdienen twee bloemlezingen vermelding: Tesi f'i (proef het) uit 1975 en Tide tamara uit 1981. Veel van de in deze uitgaven opgenomen auteurs hebben ook met afzonderlijke uitgaven van zich doen spreken. Gerrit Barron, Blaw Kepanki, Rudolf Isselt, René Mungra, Jules Niemel, Dayene Rigters, Titjari, Corly Verlooghen, Lucy Kortram: zij allen en velen met hen hebben in een vocabulaire waarin ‘strijd’, ‘nieuw begin’, ‘revolutie’, ‘zelfstandigheid’, ‘onderdrukking’, ‘machthebbers’, ‘vrijheid’, ‘kolonialisme’, ’uitbuiting’ en ‘onafhankelijkheid’ telkens weer opduiken, vorm gegeven aan hun affectie voor ‘Mama Sranan’ (zoals het meest gebruikte beeld luidde)1.)). Zij hebben na 1970 de lijn De Kom, Dobru, Slagveer, Slory voortgezet. We moeten niet vergeten dat ook het hele poëtische oeuvre van Shrinivāsi tegen deze achtergrond moet worden gezien, zij het dat zijn vocabulaire

1.) Al heel vroeg komt het beeld van mama Sranan in de Surinaamse literatuur voor. Al rond 1950 in het gedicht Kot'singi van Albert Helman: ‘Ma ala toe wi de malengre/ pikin foe wan poti-poti mamá (Martinus, Albert Helman de eenzame jager, Paramaribo 1977, p. 19). Daarna bij veel dichters: Berrenstein in Pikin loewangoe (1975), Thea Doelwijt: Na krakti foe Mama Sranan (1978), Luciën Pinas in Mi poewema (1980), Kwaku Montri in Tubuka (1984) enz. Vergelijk ook het in de négritudebeweging frequent voorkomende beeld ‘Mama Afrika’! (zie Mineke Schipper, Afrikaanse letterkunde, Utrecht/ Antwerpen 1983, p. 148).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 veelal duidelijk afweek van dat der anderen. Op heel andere wijze, maar niet minder fel,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 118 deed Albert Helman dat met zijn ‘ecologische geschiedenis’ De foltering van Eldorado (1983). Wanneer deze thematiek niet expliciet aan bod kwam, dan zag men haar toch vaak langs indirecte weg opduiken, namelijk in de belangstelling voor het verleden. Het zijn m.n. de verzetshelden uit de slaventijd die geregeld in de literaire belangstelling stonden. Wij noemen De dood van Boni (1972) van André Pakosie, Tata Colin (1982) van Ruud Mungroo en Boni (1983) van Johan Edwin Hokstam. Slavenverleden en moderne identiteitsproblematiek (in de jaren vijftig rond Wie Eegie Sanie) zijn een verbinding aangegaan in de roman Jeje disi/Karakter's krachten (1980) van Edgar Cairo. Ook de gruwelijke zijde van de slaventijd werd geregeld op de toneelplanken uitgebeeld, zoals in het stuk Suzanna Duplessis van Jo Dompig, opgevoerd door de groep Moksi Alesi (1978) en Dagrati! Dagrati!, spel over een slavenopstand in Guyana in 1763 door Edgar Cairo (1980). Traditioneel wordt veel historische stof ook uitgebeeld in het hindustaanse toneel; m.n. de aankomst van de Lalla Rookh heeft een aantal malen tot literaire verbeelding geïnspireerd(Paravāsi (Immigratie; 1977) van Gurudatt Kallasingh). Het literaire engagement met de strijd van het Surinaamse volk heeft tot gevolg gehad dat aan de belangstelling voor het internationale gebeuren slechts weinig literair vorm werd gegeven. Toch is er wel werk waaruit de internationale solidariteit met verdrukten en de strijd van volkeren blijkt. Michaël Slory dicht vanaf zijn eerste bundel, Sarka uit 1961, consequent over onderdrukking en vrijheidsstrijd waar ook ter wereld. Ook b.v. R. Dobru, Corly Verlooghen, Jit Narain, Gharietje Choenni, Martha Tjoe-Nij, Jozef Slagveer tonen die betrokkenheid, zij het dat die bij geen van dezen tot hoofdthema wordt. Begrijpelijkerwijze kan men niet zeggen dat de Surinaamse geschiedenis tot veel optimisme en humor heeft geïnspireerd. De novelle Jairam vertelt (1973) van A.H. Loor is een van de weinige uitgaven waarin een rooskleurig beeld van de toekomst voor de Surinamer wordt gegeven: het verhaal van de Indische contractarbeider die door spaarzaamheid en hard zwoegen zich een eigen plaats in Suriname weet te veroveren en vanuit de armoede tot een welvarend man is opgeklommen. Dat neemt niet weg dat de relativerende toets niet altijd ontbreekt: in sommige gedichten van Frits Wols en Albert Mungroo, in de columns van Cairo, in het proza van Rappa (de groteske erectie van een jongetje in Fromoe Archie, 1984), in de moppenverzamelingen van Hans Fernandes en Sil van der Jagt, in de kindergedachten van Poela Mala, in de cabaretvoorstellingen van Thea Doelwijt, in de cabaret-achtige teksten van Peter & Zema's Kro Faja (1974), in het volkstoneel en in het werk van Edgar Cairo, maar natuurlijk vooral in de vele vastgelegde avonturen van Anansi, hebben de opgekropte spanningen hun uitlaatklep gevonden. Verder hebben we er in het vorig hoofdstuk al op gewezen dat het fantastische in de Surinaamse niet-orale literatuur weinig voet aan de grond heeft gekregen en dat het realiteitskarakter domineert. (Barbara Stephans Een ruiker in krantepapier (1970) waarin de schrijfster een vrouw op laat gaan in een octopus, is dan weer de bekende uitzondering die de regel bevestigt.)

5.1.5 de trotse beleving van de groepsidentiteit

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Beleving en bevestiging van de groepsidentiteit komt op twee manieren naar buiten: in het verzorgen van uitgaven die het cultuurgoed van een groep uit-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 119 dragen (bijna altijd in de oorspronkelijke taal met daarnaast een Nederlandse vertaling), en in het aan de orde stellen van het groepscultuurgoed als onderwerp van een literair werk (wat dus niet noodzakelijk gebeurt door iemand die deel uitmaakt van die groep). Deze twee manieren zijn niet altijd strikt te scheiden en we zullen daarom de ‘groepsgebonden’ activiteiten hier nagaan. - Indianen Gezien de wijze van communiceren van de Indiaanse groepen - die niet langs schriftelijke weg geschiedt - is het niet verwonderlijk dat de Indiaanse groepen nauwelijks naar buiten zijn getreden met wat kan worden aangemerkt als hun literaire produktie. Na de bekende studie van R.J. Kiban uit 1966 Muziek, zang en dans van de Karaiben in Suriname waarin ook aan de literatuur aandacht werd besteed, was het André Cirino die in 1970 met twee deeltjes Indiaanse Vertellingen kwam, merendeels van Karaibische origine. Daarna kwam pas in 1985 een Indiaanse stam zelf met een uitgave: de Karaibische culturele vereniging Oemari stelde een bundeltje met Pyjai-liederen samen, Atamygano Warery.2.) Toch beschikken we sedert ongeveer 1974 over een aardig aantal Indiaanse teksten, dankzij de activiteiten van het Instituut voor Taalwetenschap/ Summer Institute of Linguistics. Hoewel primair een linguïstisch doel dienend, geven deze teksten toch een goed inzicht in de belevingswereld van de Indianen (vruchtbaarheid, jacht, natuurbeleven) en hun specifieke wijze van vertellen (b.v. een sterke concentratie op een beperkte handeling via het herhalen van dezelfde mededeling). Zo heeft het Instituut vertellingen vastgelegd van Trio's (Ririhpë, Panesi, Sinëkë, Pesoro, Suntu, Sopo, Sëresëreru, Sanëpë), van Arowakken (de Biswane's, Cabolefodo), Wajana's (Japanalu, Pokanaliwa, Kulapa, Kujala), van de Wai Wai (Susumi) en de Karaiben (Aluman, Maipo, Maleko, Stjura). In al deze gevallen gaat het dus om de vastlegging op schrift van wat als orale uitingsvorm bestaat. Hetzelfde geldt voor Tecumsehs vertelling Haboeli en de boze Teteli (1978). Een vastlegging op langspeelplaat van deze uitingsvorm is de documentair belangrijke uitgave Indiaanse liederen uit Suriname. De Indianen hebben een aantal malen tot niet-orale, literaire verbeelding aangezet. Legenden over de maan en de sterren inspireerden Thea Doelwijt tot haar Prisiri-stari/De pretster (1977; boekuitgave 1981). In Asekete van Mechtelly en in Dat vuur der grote drama's van Cairo - beide uit 1982 - komen we de oudste bewoners van Suriname tegen. De Indiaan in zijn confrontatie met de moderne wereld vinden we in de vaak herdrukte novelle Wajono (1969) van Thea Doelwijt en in Hoofden van de Oayapok! (1984) waarmee Albert Helman een eerbetoon bracht aan zijn voorouders. - Bosnegers Als we de Matuari-bosneger Johannes King (ca. 1830-1898), auteur die voorzover bekend als eerste in het Sranan tongo schreef en wiens werken in 1973 werden uitgegeven door Henny de Ziel, buiten beschouwing laten, dan kunnen we stellen dat schriftelijk vastgelegd literair werk van boslandcreoolse stammen dateert van na 1970. De marron, zǑoals de bosneger niet zonder trots vaak zichzelf aanduidt, is eerst na 1970 literair mondig geworden, kunnen we zeggen.

2.) Ook in de studie van Peter Kloos, Galibi een Karaibendorp in Suriname, (Paramaribo 1975), wordt aandacht aan de piai en de mondelinge overlevering besteed. Hij geeft ook een Karaïbischetekst met vertaling: pp. 93-100.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 120

Een tweede vaststelling is dat er slechts literair werk bekend is van de Aucaners en de Saramaccaners. Van Matuari, Paramaccaners, Boni en Kwinti zijn geen vastleggingen van orale literatuur in boekvorm bekend. De bekendste Aucaanse schrijvers zijn André Pakosie en Rudi Pinas. Daarnaast heeft het Instituut voor Taalwetenschap boekjes verzorgd van Kelema Asekende, Astonoe Ruben Awassa en Toomoi Losen. Van Saramaccaners kwamen bij dit Instituut boekjes uit van o.m. de Amoida's, Ernest Huur, Medzen Sanne en Samuel Savon. De Saramaccaners hebben overigens buiten dit Instituut om danig van zich doen spreken. Bij hen - deels verdrevenen uit het verdronken land van het Van Blommesteijnmeer - is de identiteitsvraag altijd veel pregnanter naar voren gekomen dan bij de Indianen. Dat spreekt alleen al uit de titel van het boekje waarmee Julian With zijn debuut maakte: Ja, ik ben een Marron (1974), een novelle waarin hij de identiteitskwestie van de marrons binnen het eenheidsstreven van de Surinamers schetste tegen het décor van de transmigratieproblematiek. Positiebepaling van de Saramaccaners komt ook naar boven in de bundels van Akanamba en Dahwme. Een (niet-Saramaccaner) als Bernard Rensch heeft de problematiek verwoord in de novelle Abaisa is niet mijn naam (1973). De transmigratieproblemen vinden we ook in Mechtelly's Akoeba (1974) en Het meisje uit Tapoeripa (1978). - Stadsnegers De stadsnegers hebben nooit de neiging gehad zich als groep te definiëren op een vergelijkbare wijze als de marrons. Dit wil niet zeggen dat zij geen groep waren. Zoals ook de creolen elders in het Caribisch gebied, heeft een deel van de Surinaamse creolen na de Tweede Wereldoorlog een bijzonder snelle positieverandering doorgemaakt. In het zich sterk uitbreidende overheidsapparaat vielen veel plaatsen, ook topplaatsen, toe aan creolen, waardoor zich een midden- en hogere klasse ontwikkelde die qua status niet veel onderdeed voor de toplaag van koloniale Nederlandse ambtenaren. Het is deze groep van veelal lichtkleurige creolen, die zich profileerde als een groep van de Surinamers bij uitstek, een idee die nog versterkt werd door het historische besef als oudste groep in Suriname de sterkste rechten te hebben. Deze profilering werkt tot op de dag van vandaag door in uitspraken als de volgende (van luitenant Neede):

‘Het gaat er eigenlijk om dat de Surinamer zichzelf en zijn geschiedenis leert kennen, de Surinamer moet weten dat het noodzakelijk is om met zijn broeders Hindoestanen, Javanen, Chinezen en Libanezen enz. samen te werken en samen te leven.’3.))

Het gaat hier dus wel degelijk om een groep, zij het een die status bezit en die dankzij die status niet zo de behoefte gevoelt zich als groep te profileren. Daarbij speelde een ander probleem: juist ook in deze groep, die zich gedurende haar maatschappelijke emancipatie steeds sterker aan de westerse leefwijze en mentaliteit was gaan assimileren, deed zich op den duur de identiteitsproblematiek gelden. De négritudebeweging die haar basis had gekregen met de ideeën van Leopold Senghor, Aimé Cesaire en Léon Damas, had na de Tweede Wereldoorlog een grote vlucht genomen met het werk van hen die de koloniale realiteit stelden tegenover de exotische wijze van schrijven over negers: René Maran (Marti- 3.) Uit ‘Lt. Neede bespreekt volksstructuren’; in: De Ware Tijd 26 juni 1984.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 121 nique), Jacques Roumain (Haïti), Nicolas Guillén (Cuba), met het werk ook van de Afrikaanse schrijvers die zich in de metropool Parijs bezonnen op hun zwart bewustzijn en hun werk publiceerden in het tijdschrift Présence Africaine en bij de uitgeverij van dezelfde naam. In dezelfde tijd stelden de Surinamers in Nederland rond de Vereniging Ons Suriname en de Wie Eegie Sanie-beweging identiteitsvragen aan de orde - de identiteitsproblematiek was (en is) een Exilproblematiek bij uitstek. De activiteiten van de Surinaamse intelligentsia speelden zich echter tamelijk geïsoleerd af van wat er internationaal gebeurde. Hein Eersel: ‘Als er een Afrikaan verdwaalde in Amsterdam dan werd hij wel uitgenodigd om te komen praten. Maar zelfs van de internationale negerbewegingen hadden we nauwelijks weet.’4. De internationale parallellie is er intussen niet minder om. Droeg de Surinaamse generatie van de vijftiger jaren in Nederland te sterk een creools stempel om tot een algemene bewustwording van een nationale identiteit te kunnen komen, er is zeker invloed uitgegaan van deze groep toen zij rond '60 haar vragen meebracht naar Suriname. Mensen als Eddy Bruma en Hein Eersel hebben mede het klimaat geschapen waarin creoolse schrijvers zich in de jaren '60 trachtten te heroriënteren, waarin een Dobru het bakadyarileven naar voren haalde en een Slory vanaf 1970 consequent in het Sranan tongo zou gaan schrijven. Dit is de achtergrond waartegen we het literaire werk van de stadsnegers niet alleen van de zestiger jaren, maar ook van de jaren na '70 moeten plaatsen, een achtergrond die een radicaler aanzien kreeg met het opkomen van de militante Amerikaanse black power-beweging aan het eind van de jaren '60. De bezinning op wat literair aan de orde gesteld moest worden en waarin het eigene het best terug te vinden was, maakte dat men zich ging richten a) meer op het leven van het creoolse stadsproletariaat dan op dat van de hogere klassen; b) op de historische achtergronden van de stadsnegers: zowel het vroegere stadsleven als het plantageleven, winti etc.; en c) op de dieper liggende roots: Afrika. Het leven op de bakadyari heeft geregeld stof voor literaire verbeelding opgeleverd. Zo heeft Astrid Roemer de sfeer van zo'n erf goed getroffen in het wedervaren van een lotexverkoper wiens leven verandert als hij de loterij wint in Waarom zou je huilen mijn lieve lieve... (1976; ook in toneelbewerking onder regie van Orsyla Meinzak als Waarom de rivier zo nat is, 1985) en Rodney Russel in het verhaal ‘Uit het voorgeborchte’ (De Gids 1970) waarin de ontwikkeling van een jongen tot man centraal staat. Een grote roman is Cairo's Djari/Erven (1980) die het leven schildert van de stadscreool op de verborgen erven. Met de sterke urbanisering in recente jaren heeft zich een diversificatie van het creoolse deel van de bevolking van Paramaribo doorgezet. Historisch bezien echter zijn de stadsnegers, als voor het grootste deel nakomelingen van

4. Geciteerd in Gert Oostindie, ‘Kondreman in Bakrakondre’; in: Gert Oostindie & Emy Maduro, In het land van de overheerser; II Antillianen en Surinamers in Nederland, 1634/1667-1954 (Foris Publications, Dordrecht/Cinnaminson 1986, Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, pp. 3-131; verg. p. 84). Over de négritudebeweging: Mineke Schipper, Afrikaanse letterkunde (Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, Aula 696, pp. 127 e.v.). En: Kenneth Ramchand, The West Indian Novel and its Background (Faber & Faber, London 19743, pp. 132-135).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 122 de plantageslaven, nauwer gelieerd aan de districtsnegers dan aan de marrons. De oude cultuur van de plantagenegers leeft dan ook voort in die van de negers van het stadsproletariaat, zij het dat deze cultuur veel ruimte heeft moeten afstaan aan Noordamerikaanse en Westeuropese invloeden én uiteraard aan stadsinvloeden. Het is Edgar Cairo, zelf afkomstig uit Para, die met zijn werk de pleitbezorger is geworden voor een bezinning op en bestudering en herleving van die oude plantagecultuur. Kollektieve schuld uit 1975, tot op heden qua lezersbelangstelling het meest succesvolle van Cairo's werken, geeft de verbinding van stad en district (ook in ruimtelijke zin), waar hij een stadsfamilie voor een wintiprei in het district laat aantreden, met fatale afloop voor de grootmoeder. Maar elk werk van Cairo is deel van zijn breed opgezette evocatie van het creoolse leven in stad en district, vroeger en nu. Zijn Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984) is daarin een hoogtepunt geworden: een sterk binnen een historisch kader geplaatste totaalconceptie van een wijze waarop de creoolse cultuur geïnterpreteerd kan worden. In het gezicht-geven aan de neger en zijn achtergronden, in de trots op het zwart-zijn, ook in het trachten alle mogelijkheden van het Sranan uit te buiten (en uit te breiden) is Cairo in de zeventiger jaren, tezamen met Slory, de voortzetter van de lijn (King), Koenders, Redmond, Bruma, Trefossa, Rellum, Schouten-Elsenhout. Dat juist de in Nederland woonachtige Cairo zich sterk maakt voor het behoud van de zwarte cultuur voor de negers, is weinig verbazingwekkend als men bedenkt dat hij zich uit zelfbehoud moet profileren om als schrijver binnen een minderhedenliteratuur zijn eigenheid te stellen tegenover een overheersende, andere cultuur. Op een wat andere schaal is het in Suriname Nellius Sedoc die zich (met b.v. Aisa winti, 1979) sterk maakt voor de Sranan kulturu. Ook bij hem is het literaire werk deel van een bredere culturele belangstelling: voor winti, voor oso dresi enz. Een beeld van het stadsleven rond 1900 gaf M. Th. Hijlaard met zijn jeugdherinneringen Zij en ik (1978). Geschreven vanuit het perspectief van een klein jongetje geven zij een goed idee van hoeveel er veranderd is in kinderspelen, kledings- en eetgewoonten, sociale omgangsvormen en taalgebruik. Voorts moet natuurlijk genoemd worden het poëziewerk van Michaël Slory (zelf geen geboren stadsneger) dat één groot pleidooi is tegen de verloedering van het Sranan tongo en vóór een herleving van al het oude, mooie (en Coroniaanse) dat het Sranan bezit. Toch schuwt Slory, in de traditie van Helman en Trefossa, het vormexperiment niet: zo stelde hij bundels samen met sonnetten (Konten konten fu esrede nanga fu tamara, 1981), kwatrijnen (Pikin aksi e fala bigi bon, 1980) en odo's (Fresko leri mi den tra odo, 1984). Het experimenteren met het creoolse cultuurgoed zien we ook in het theater bij de groep Mofo, die zich ten doel heeft gesteld het revolutionaire proces met haar stukken te ondersteunen5.)); die actuele doelstelling verhindert echter niet dat in het eerste stuk van deze groep, Gron-Bari (1981), de opete (aasgier) als zuiveringssymbool wordt ingevoerd, een directe ontlening aan het creoolse erfgoed. In Nederland houden groepen als Djompo Abra en Afoe Sensi zich bezig met toneel als vorm van overdracht van de creoolse cultuur. Genoemd kunnen worden de stukken Afrontoe Kina-Dé van Ed Kogeldans en G. Venlo en van Orsyla Meinzak: Mi Faja Lobi (1982) - een stuk waarin de oude creool-

5.) Zie R. Dwarkasing, ‘Theater als politiek medium’ in: Kalā jrg. 1 (1986) nr. 1, pp. 3-4.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 123 se stadscultuur verbonden wordt met de emigratieproblematiek - en Mi Mama (1983). Belangrijk voor het openleggen van de creoolse cultuur zijn verder geweest Creole Drum (1975) van Voorhoeve en Lichtveld en het door Trudi Guda geredigeerde Wan tori fu mi eygi srefi (1984) van Aleks de Drie. Op het grote publiek oefent deze cultuur echter haar voornaamste aantrekkingskracht uit in het volkstoneel van gezelschappen als NAKS, Prisiri, Tonelly, De Echo, Kankantrie, Wi egi sani en Swit-famiri. De kluchten van deze groepen - Takroe libi van Glenn Godfried, De conservatieve vader van Michel van Samson, Na libi fu brin berti van Michael van Hetten, om maar drie stukken uit de oogst van 1985 te noemen - appelleren sterk aan de smaak van het grote (bijna uitsluitend creoolse) publiek en behandelen thema's die overal ter wereld succes verzekeren: de jaloerse echtgenoot, de overspelige vrouw, het generatieconflict binnen een gezin, de vrek en de gulzigaard, de betrapte geliefden. Misschien het succesvolste van de vele opgevoerde stukken was So wan lobi diri van Ané Doorson, een versurinamiseerde omwerking van Het schoenlappersvrouwtje van García Lorca. Een enkele groep (Spoedig Herstel, Troeboe denki) wil in blijspelen ook expliciet een maatschappelijke boodschap brengen. Het is niet altijd even duidelijk of de reikwijdte van creools literair werk zich uitstrekt tot de Afrikaanse roots. Feit is dat dichtregels als ‘ik wil geen viool zijn/ maar een drum/ om te roffelen/ door de aderen van mijn volk/ en met ritme/ de toekomst te voorspellen’ (R. Dobru, Boodschappen uit de zon, 1982, p. 9) en ‘nowtoe/ pot mi na dan/ te me pree/ gran dron/ trawan e kar en/ tamoe tamoe/den no man/ fir na gronroetoe’ // ‘wanneer ik/ mijn geëerde drum/ bespeel/ anderen noemen hem/ tam tam/ ze kennen/ de diepe/ achtergrond/ er niet van’ (Eugene Drenthe, in Geluiden/Opo sten, 1984, pp. 99-101), bewust of onbewust appelleren aan de Afrikaanse achtergrond van het creoolse volksdeel. Genoemd kan ook worden Da Tori foe Ghana (1981) van de groep Gado Tjo en natuurlijk Powema di rutu (1982) - roots! - van Cairo. Wel kan opgemerkt worden dat in Suriname de Afrika-verheerlijking niet tot die vereenzelviging met Afrika en de Afrikanen heeft geleid die we bijvoorbeeld in de Rasta-beweging zien en die haar publieke hoogtepunt vond in 1977 met Festac in Nigeria (waar Suriname overigens wel vertegenwoordigd was). Evenmin heeft Afrika zulke diepe sporen getrokken in de Surinaamse literatuur als in sommige Caribische literaire werken.6.) -Chinezen Er bestaat geen literair werk in boekvorm van Surinamers van Chinese origine. Van de twee Chinese kranten anno 1985, het Chung Fa Dagblad en het Kong Ngie Tong Sang Dagblad, heeft de laatste literair werk, m.n. poëzie, gepubliceerd. De auteurs daarvan - meest ouderen en merendeels zelf immigranten - treft men ook aan in het gedenkboek Kong Ngie Tong Sang 1880-1980: Zheng Yun Ten, Zheng Bao Shu, Gao San, Zhou Gian Fu, Ye San, Lu Wei, Liu Chong Han, Zhi He, Ren An, Zhang Jin Song, Chiu Hung, Liu Xu Hua, Zhang Zi Mei. Doordringen in dit werk, dat veelal traditioneel van vorm en inhoud is, is slechts mogelijk voor hen die de Chinese karakters kunnen lezen en verstaan, want niets van dit werk is voorzien van vertalingen. Vermoedelijk heeft deze

6.) Kenneth Ramchand heeft dit geanalyseerd in romans van George Lamming, Namba Roy, V.S. Reid; Ramchand, a.w. pp. 135-163.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 124 geslotenheid van de Surinaams-Chinese gemeenschap gemaakt dat men in de letterkunde de Chinezen niet anders tegenkomt dan als winkeliers-op-de-hoek, ‘Omoe Sjnésie’. - Hindustanen Vóór 1970 was het van de hindustanen in feite alleen Shrinivārsi die als literator van zich deed spreken.7.)) Dat hing zeker ook samen met het feit dat hij een deel van zijn poëzie schreef in de Nederlandse taal. Intussen werd er door hindustanen wel degelijk geschreven - veel gelegenheidswerk, veel toneelwerk - maar slechts weinig verscheen in druk (Rahman Khan) en nog minder werd buiten hindustaanse kringen bekend. Na '70 komt in deze situatie verandering. Verschillende dichters laten hun poëzie in dichtvorm verschijnen: Ramkisoen Moerai, Chandramohan Randjitsingh, Suraj, Ammersingh Ramman. De traditie drukt op deze poëzie, geschreven in Hindi (Devanagarischrift) of Sarnami hindi, sterk haar stempel. Bij dichters die ook het Sranan tongo en Nederlands hanteren (Dwarka, Rini Shtiam, Shrinivāsi uiteraard) is dat minder het geval, zodat hun werk minder sterk het groepskarakter uitdraagt. Hetzelfde kan gezegd worden van hindustaanse dichters die uitsluitend in het Nederlands schrijven (Bhai, Prempuri, Gangadin). Meertaligheid is ook het kenmerk van een aantal in Nederland gevestigde dichters: Jit Narain, Chitra Gajadin, Tjoka, Gharietje Choenni. Al is hun aandachtsveld breder dan wat tot de hindustaanse cultuur kan worden gerekend, zij verdienen hier toch vermelding om de bewuste wijze waarop zij zich van hun taal - en dan m.n. het Sarnami - bedienen als medium om de achtergronden van de Surinamers van hindustaanse oorsprong aan de orde te stellen. Wat dit betreft heeft hun positie binnen de overheersende Nederlandse cultuur eenzelfde effect op het zich bewust worden, ‘zuiveren’ en uitdragen van het eigen, andere, culturele karakter als bij Cairo. In deze context moeten ook genoemd worden de Haagse heruitgave in facsimile van de twee dichtbundels van Rahman Khan: Doha Shikshavali (1953) en Gyán-Prakásh (1954), het werk van het Haagse collectief Jumpa Rajguru (waaruit o.m. het blad Kollektief voortkwam), de activiteiten van de groep rond de vrouwenkrant Ashante, van Jit Narain - o.m. uitgever van het blad Sarnami - en van de taalkundige R. Motilal Marhé. (Voor het onderscheid tussen de Sarnamiliteratuur in Suriname en in Nederland vergelijke men ook het citaat van Kries Bajnath in hoofdstuk 7.) Een vergelijkbare doelstelling als die van Jumpa Rajguru - door cultuurverrijking komen tot een grotere eenheid van het Surinaamse volk8.)) - heeft het sedert 1983 in Suriname uitgegeven Bhāsā. Tot de grote kenners en uitdragers van het hindustaanse cultuurgoed moeten J.P. Kaulesar Sukul, J.H. Adhin, N. Gangaram Panday, B. Patandin, S. Biere, C.J. de Klerk en B. Sukhai gerekend worden. Het proza van schrijvers van hindustaanse origine heeft nooit enige om-

7.) In ‘Beginnend Surinaams-Hindostaanse literatuur’ noemt J.H. Adhin nog: M. Rahman Khan, Bhai en Sad Darshi (verg. Soela nos. 4/5, maart-juni 1963, pp. 32-36.) De eerste verwierf zich in hindustaanse kringen faam met twee in het Hindi geschreven bundels. De laatste twee publiceerden vóór 1970 alleen in tijdschriften; Bhai bundelde zijn werk pas in 1982(Vindu), van Sad Darshi werd na 1970 niets meer vernomen. 8.) Zie het redactioneel in het eerste nummer van Bhāsā jrg. 1 no. 1, december 1983.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 125 vang van betekenis aangenomen en het schaarse werk dat in druk verscheen, was in het Nederlands geschreven (Shrinivāsi, Rovali). Opmerkelijk is dat dit proza, in de traditie van Bea Vianens Sarnami hai (1969), vaak kritisch staat tegenover de hindustaanse culturele gebruiken, m.n. op huwelijksgebied. (Men leze bijvoorbeeld Rovali's Ik heb je lief... Vernietig mij niet (1973).) Hetzelfde kan vastgesteld worden ten aanzien van werk van niet-hindustaanse schrijvers die over de hindustaanse cultuur schrijven (B.E. Rensch,... Ik trouw met wie ik hebben wil... (1976), het filmscript van Wan Pipel van Pim de la Parra en Rudi Kross). In het ontbreken van Sarnami-proza schijnt met het verschijnen van uitgaafjes van Antoe, Premanand, Sukdeo-Antoe, Sukhai en Sukhai-Goelela en de novelle Stifa (1984) van Rabin Baldewsingh - in feite de eerste zelfstandige uitgave van literair proza in het Sarnami - een kentering te zijn gekomen. Ook in de tijdschriften Bhāsā, Aisa Samachar en Sarnami verscheen proza, o.a. van Jit Narain. Verhalen uit de hindustaanse, orale vertellerstraditie werden in bewerkte vorm vastgelegd door Swami Singh (Swami Singh vertelt, 1979) en Sita Kishna (Prins Awin en de twee leeuwewelpjes, 1985).9.)) Speciale aandacht willen we hier vragen voor het hindustaanse toneel in de periode 1970-1985, omdat er zich hier enige verschuivingen ten opzichte van de voorgaande jaren hebben voorgedaan. De traditie heeft in het hindustaanse toneel van de jaren '70-'85 een grote rol gespeeld, zoals dat ook al vóór '70 het geval was en zoals dat hoogstwaarschijnlijk ook wel altijd zal blijven. Het is immers een typisch kenmerk van de Indische cultuur dat continuïteit van traditie gehandhaafd blijft, terwijl moderne ontwikkelingen gewoon worden geïncorporeerd. Zonder de oude, Indische literatuur, met als belangrijkste bronnen van inspiratie het Rāmāyana, het Mahābhārata, de Paraawerken (o.m. het Krishnalila), is de hindustaanse toneelkunst nauwelijks denkbaar. Het Ramlīlā (spel van Ram) heeft periodiek zijn, soms dagen durende opvoering gevonden, werd zelfs door D. Dhonday en L. de Vries in het Nederlands vertaald (Nickerie 1972) en verhuisde ook mee naar Nederland waar S.G.M. Kalpoe er in 1980 een voorstelling van verzorgde. Ook Ramdew Raghoebir en Amersingh Ramman hebben zich door het Rāmāyaa laten inspireren, de eerste reeds met het allereerste van een grote reeks stukken, Ayodhyapati (Het Staatshoofd van Ayodhya) uit 1959, de tweede met de opvoering van een stuk als Panchwatie uit 1975. De beroemde echtgenoten Ram en Sita, Satyavan en Savitri, figuren als Bharat, Rāvaa de demonenkoning uit Shri Lanka, Laksman etc. vinden we nog regelmatig voor het toneeldoek, maar ook langs de weg van het citaat en de verwijzing speelt de traditie in de hindustaanse toneelliteratuur een rol van belang. Terwijl Amersingh Ramman, puttend uit oude, religieuze boeken, o.a. het epos Mahābhārata, zich concentreert op de verbeelding van historische stof (b.v. in Natak Kriesna-Soedama, uitg. 1983), schrijven (regisseren, bewerken en acteren) Ramchander Bansidhar, Ramnarain Gangadin, Chedie ‘Baw’ Jhinkoe, Sierie Jagai, B. Kartaram, Ramdew Raghoebir, Madho Ramkhelawan, Chandermohan Randjitsingh, Chotoe Sankatsingh en Shamsunder Gangaram Panday spelen gebaseerd op Surinaamse situaties en verhoudingen, waarin de traditie zich citerender- en refererenderwijs kenbaar maakt. Maken zij nog veelvuldig

9.) Intussen stelde zij een tweede bundel samen die in maart 1986 het licht zag: De fluitspeler en andere verhalen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 126 gebruik van de vormen van het Standaard-Hindi, het Sarnami is toch in de loop der jaren m.n. door toedoen van het werk van Gurudatt Kallasingh, Mahatam Singh en Rini Shtiam, een steeds belangrijkere plaats voor zich gaan opeisen. Stukken die origineel enkel in het Hindi op feesten werden opgevoerd, verplaatsten zich in gepopulariseerde vorm naar de toneelzalen.(Ook dit door elkaar gebruiken van verschillende talen binnen één drama staat in de Indische traditie; zo worden bij de Sanskritdramaturg Kalidasa verfijnde taal en volkstaal door elkaar gebruikt.) Deze spelen, niet zelden gelegenheidsstukken en vaak met muziek, zang en dans onderbouwd (de zogenaamde ‘Sangit’), geven het samenleven in verschillend verband te zien: de harmonieuze of vertroebelde verhouding tussen mens en medemens in kleiner verband (gezin) of groter verband (gemeenschap, dorp). De moraal is veelal traditioneel, het goede overwint het kwade, een man blijft in deze stukken een man en een woord een woord enz., en is overwegend in de lijn der hindu- of muslimopvattingen en conservatief: de verhoudingen binnen het gezin liggen vast, voorbehoedsmiddelen zijn uit den boze enz. Dit neemt niet weg dat de stukken zich soms tegen een zeer actuele achtergrond afspelen. Zo speelt Raghoebirs Sainik pitā, opgevoerd in de Nederlandse taal bij gelegenheid van één jaar revolutie, zich af in het Suriname van 1981 binnen een gezin waarvan de zoon militair is. Evenmin zijn alle stukken gespeend van kritische geluiden. Dezelfde Raghoebir haalde zich met een ander stuk, Bahū Bhī Beī Hai (De Schoondochter is ook een dochter - 1980), de woede van orthodoxe priesters op de hals, vanwege het feit dat hij wantoestanden rond voorspellende gaven van pandits en sabimans gehekeld had. Een dreigement om hem voor de rechter te slepen werd overigens nooit in daden omgezet. Kries Ramkhelawan - met zijn groep Sāthi winnaar van het toneelfestival in december '85 - stelde met zijn stuk Dukhī Parivār de confrontatie tussen oudere en jongere generatie wanneer twee kinderen naar Nederland vertrekken en terugkeren, aan de orde. In Nederland is de toneelstof in grote trekken gelijk aan die in Suriname, zij het dat het accent daar iets meer ligt op de vraagstelling: wat gebeurt er met de hindustaanse cultuur en waarden onder invloed van het Westen? Nu eens is het de man, dan weer de vrouw die uit het traditionele patroon wil breken en zo de handeling van een stuk op gang brengt. We hebben reeds de naam S.G.M. Kalpoe laten vallen. Van het grote aantal stukken dat hij schreef noemen we nog Bhakt Prahlāad (1970) en Pravāasī(Emigrant - 1971), een toneelspel over de hindustaanse immigratie in Suriname. Gurudatt Kallasingh oogstte veel succes in Suriname en Nederland met stukken als Merī Dusaī Bībī (Tweede buitenvrouw, 1968), Bāapa Be010B;ārā Kyā Kare (Wat kan de arme vader er aan doen?, 1970) en Nā Ghar ke Nā Ghā1E6D; ke (Van de wal in de sloot, 1974). De grote verdienste van Kallasingh voor het Sarnami toneel is, aldus K. Bajnath,

‘() dat hij een doorbraak tot stand heeft gebracht in deze nāataka's die meestal tot ontspanning en vermaak moesten dienen van bruiloftsgasten op het huwelijk van een dochter. () Kallasingh heeft in zijn Sarnami toneel het leven van gewone Surinaamse stervelingen geprefereerd boven de wereld van de groten van India. Voorts heeft hij ook vrouwen laten deelnemen in deze vorm van culturele activiteit. Tenslotte heeft hij de noodzaak van het gebruik van decors in toneel-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 127

stukken ingezien, en ze bij de opvoering van zijn creaties ingevoerd’10.))

Een nieuw, zeer kritisch geluid geeft Gharietje Choenni die zich tegen de traditie (i.c. het uithuwelijken) kant met haar stuk En dan... ineens zoeken ze een man voor je. Samenvattend kan ten aanzien van het hindustaanse drama worden gezegd dat het wel degelijk op actuele situaties en ontwikkelingen heeft ingespeeld, maar dat in grote lijnen het karakter van volkstoneel behouden is gebleven met een overwegend traditionele thematiek en inhoud. Sterker dan de poëzie heeft het toneel, dat altijd veel publiek aan zich heeft gebonden, dan ook groepsbepalende kracht gehad voor het hindustaanse volksdeel. - Javanen Voorzover bekend bestaat er geen Surinaams-Javaanse geschreven literatuur vóór 1970. Literatuur bestond er wél in de vorm van vertellingen en volkstoneel, een orale traditie die zich tot de dag van vandaag heeft voortgezet. In de wajangvoorstellingen (wajang kulit - met poppen - en wajang wong - dezelfde stof, maar nu uitgebeeld door mensen, een wajangvorm die na 1970 geheel verdwenen is) en de toneel/dans/muziekuitvoeringen zien we echter enige verschuivingen. De jeugd is niet meer te boeien met nachtenlange voorstellingen. Men geeft dan ook meer en meer de voorkeur aan het selecteren van de spannendste en boeiendste taferelen uit de Javaanse versies van de Indische epen Rāmāyaa (verhalen over Ram) en Mahābhārata (de Pandawacyclus) en het Javaanse epos Andé andé lumut om die in kortere sessies te presenteren; het volkstoneel in de vorm van de boertige Ludrug heeft de grote epen in populariteit voorbijgestreefd. Om de toegankelijkheid te vergroten wordt ook het Surinaams-Javaans meer geschoven in de plaats van het Hoog-Javaans. Twee javaanse groepen die voorstellingen van de genoemde stukken geven, zijn het in 1982 opgerichte gezelschap Arena Budaja en de groep Krido Rini. Beide maken deel uit van de Federasi Kabudayan Ing Suriname (Federatie van Culturele Groepen in Suriname). Aan het zwijgen van de javanen in de Surinaamse (geschreven) letterkunde was in 1971 een eind gekomen toen Ramin Hardjopawiro enkele gedichten in het dagblad De Vrije Stem publiceerde. In 1974 verscheen de dichtbundel van Megar/F.K. Martodihardjo Na het zuur het zoet. In hetzelfde jaar vroeg de nietjavaan Joruno aandacht voor de javanen met Het meisje uit de sawa. Sindsdien lieten de javanen slechts sporadisch van zich horen. Dat er talent onder hen schuilt bewees Oemar Amatsoemarto met poëzie in De West (28-6-1984). Inzicht in de orale wijze van vertellen der javanen boden drie in 1983 verschenen uitgaven: Panglipur ati van Slamet Modiwirjo, Dongeng Kancil/ Het verhaal van Kantjil verteld door Paq Saleman Siswowitono en Djoko miskin/ De arme jongeling verteld door Paq Pamin Asmawidjaja. Helaas werd de door Johan Sarmo en Hein Vruggink samengestelde en van Nederlandse vertalingen voorziene serie voortijdig gestaakt. Een lang leven was evenmin beschoren aan Cikal, javaanse tegenhanger van het hindustaanse tijdschrift Bhāsā, dat in vier nummers weliswaar primair taalkundig georiënteerd was, maar ook voor javaanse literatuur aandacht vroeg. Al met al heeft het aantal uitgaven zeker niet in verhouding tot het aantal Surinaamse javanen gestaan. Een andere kwestie is of deze vaststelling iets zegt 10.) K. Bajnath, Een overzicht van de Sarnami literatuur (scriptie Leiden 1979), p. 19.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 128 over de mate waarin de javanen zich aanpassen aan westerse cultuurpatronen met veronachtzaming van het eigene en of de oorzaak van het geringe aantal bijdragen gezocht moet worden in de sociaal-economische positie van de Surinaamse javanen. - Overige groepen Over de Libanese groep kunnen we kort zijn: van een schriftelijke vastlegging in de periode '70-'85 van de traditioneel bekende Arabische vertellingen is niets bekend. Van enige noemenswaardige ontwikkeling lijkt geen sprake te zijn, het Arabisch lijkt niet in gebruik voor moderne, literaire doeleinden. Voor de Libanezen geldt hetzelfde als voor de andere kleine groepen - boeroes en joden (wier maandblad Teroenga reeds in 1968 ophield te bestaan): het vervagen van de groepsgrenzen en het opgaan in de (creools) Surinaamse samenleving, gaat gelijk op met het verdwijnen van de behoefte om zich literair als groep te definiëren.

5.1.6 liefde

Dit eeuwige thema uit de wereldliteratuur is ook in de Surinaamse letteren van '70 tot '85 frequent opgedoken. Het is daarbij opvallend hoe vaak liefdesgedichten samengaan met strijdpoëzie in één bundel. Dit verschijnsel - reeds vóór 1970 bij Michaël Slory en R. Dobru (Revolution and love in the sun - zo vat een van zijn titels, uit 1981, het onderhavige samen) - vinden we in bundels van Rudi Pinas (Zonder geldige toegangskaart, 1984), Martha Boonman-Tjoe-Nij (Vandaag is de dood, 1982), Tjoka (Loksi ati, 1984). Liefde is één van de belangrijkste motieven uit Shrinivāsi's Om de zon (1972). Speciale vermelding verdient in dit verband voorts Michaël Slory die in 1985 uitkwam met Efu na Kodyo Efu na Amba Efu na Romeo Efu na Julia Amir... nanga..., een volledige bundel liefdeslyriek, waarmee hij het Sranan tongo verrijkte met klassieke liefdesgedichten.11.))

5.1.7 de trots op de persoonlijke identiteit

Hoewel de Surinaamse literatuur minder individueel-psychologisch georiënteerd is dan die van de geïndustrialiseerde landen, is het thema van het opkomen voor de persoonlijke eigenwaarde sinds Bea Vianens Sarnami hai (1969) markant aanwezig in de Surinaamse letteren. Niet altijd gaat het daarbij om het zich afzetten tegen een traditioneel milieu. Zo kan het werk van Astrid Roemer gezien worden als een pogen oriëntatiepunten te vinden in een wereld die als complex en verwarrend overkomt; in De wereld heeft gezicht verloren (1975) bijvoorbeeld zijn die oriëntatiepunten de ouders, in Over de gekte van een vrouw (1982) relaties op diverse niveaux. Heel de poëzie van Johanna Schouten-Elsenhout is een pleidooi voor de persoonlijke menselijke waardigheid: ‘Kondre, / dat' ede/ m'e dorfoe tide.’ (‘Kodjo’) door Jan Voorhoeve vrij vertaald als: ‘Hoor je 't mensen,/ daarom/ durf ik mijzelf te zijn.’.

11.) Voor een adstructie van deze bewering, leze men: Michiel van Kempen, ‘Michaël Slory schept het klassieke liefdesgedicht in het Sranan tongo’; in: De Ware Tijd dinsdag 10 en woensdag 11 december 1985.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Hiermee wil uiteraard niet gezegd zijn dat het thema van de strijd voor de persoonlijke identiteit slechts waarde heeft voor een individuele schrijver en niet ruimere, soms zelfs universele waarde moet worden toegekend. In bij-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 129 voorbeeld de positiebepaling van de hoofdpersoon uit Proefkonijn (1985) van P. Marlee is de gang van de Caribische mens verbeeld. En de bijna geobjectiveerde, of misschien nog beter: universeel subjectieve wijze waarop Bhai in Vindu (1982) de mens in het krachtenveld van leven en dood beschrijft, is wel allesbehalve persoonsgebonden. Onder dit thema kunnen we als subthemata onderscheiden: - de verhouding mens-bovennatuurlijke: de persoonlijke identiteit van de mens is voor een aantal schrijvers zeker niet los te zien van haar verhouding tot datgene wat zich aan onze directe waarneming onttrekt. De titel Een weinig van het andere (1984) van Shrinivasi spreekt wat dat betreft boekdelen. Ook in Bhais Vindu (1982) en Marlees Proefkonijn (1985) spreekt een zoeken naar een kosmische identiteit, een pogen om het eeuwige vast te houden in een eindige wereld. Het zoeken naar eenwording met de kosmos is verbeeld in Barbara Stephans Een ruiker in krantenpapier (1970). (Zie ook § 5.1.8.) - christendom: bij een aantal dichters staat de poëzie in dienst van het belijden van de christelijke godsdienst: Ester Delchot (b.v. Zielespijs, 1984), Rudolf Isselt (o.a. zijn Het verheven woord!, 1974). In verschillende gedichten van Watrakan (1984) van Johan Alphons Lenz is het Bijbelse Woord manifest aanwezig. Inhoud zowel als vorm van deze poëzie is veelal bekend. Oorspronkelijker is de verwerking van christelijke elementen in bijvoorbeeld de poëzie van Shrinivasi. De liefde staat centraal in het door het christendom geïnspireerde werk van Glenn Sluisdom (Genesis, 1972; Op zoek naar het elfde gebod, 1974). Lambertus Henning schreef een aantal spelen voor de toneelgroep van het bisdom Paramaribo rond katholieke onderwerpen als priesterwijding (Jeremia, 1974) en eucharistie(Mysterie van het brood, 1976). - seksualiteit: traditioneel is de seksualiteit een bekend gegeven in de Surinaamse literatuur. Eerder aangeduid dan genoemd deed en doet zij haar werk in de intriges van het volkstoneel. Het verschijnsel dat seksualiteit direct, ‘hard’ naar voren wordt gebracht is echter pas na 1970 opgetreden, aansluitend bij tendenties in de Noordamerikaanse en Europese literatuur. Dominant is de seksualiteit in het proza van Don Walther, Rappa en Corly Verlooghen (De leba is gevangen, 1977); functioneler in het proza van b.v. Astrid Roemer. In gemitigeerder vorm verhaalt Frits Wols de perikelen rond het hebben van een dubbele relatie in Buitenvrouw (1977) en Hugo Pos de ontluikende pubererotiek in het titelverhaal van Het doosje van Toeti (1985). Fijnzinnig is de erotiek in de poëzie uit Vandaag is de dood (1982) van Martha Boonman-Tjoe-Nij. De invloed van Sigmund Freud op de Surinaamse literatuur is niet werkelijk groot te noemen, maar lijkt enkele dichters toch niet ontgaan te zijn; uit het gedicht ‘Geboorte’ van Trudi Guda: ‘Kijk hoe moeilijk ik geboren word/ Ik schuw de weeën, want wie weet/ is dit een doodgeboorte.’(Vogel op het licht, 1981, p. 13). In Thokat (1976) van Paul Marlee spelen dood (die in Freuds later werk als de drijvende kracht van de mens wordt gezien) en doodsverlangen een voorname rol. Over de relatie tussen visie op de seksualiteit en emancipatorisch karakter van het literaire werk, kan bij gebrek aan voorstudies weinig gezegd worden. Een vergelijking van de visie van de hoofdpersoon Nettie uit Thea Doelwijts Toen Mathilde niet wilde (1972) en bijvoorbeeld de macho-visie van de hoofdpersoon Roy uit Rappa's De vlek uit het verleden (1981) kan mogelijk interessant materiaal opleveren.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 130

Homoseksualiteit is voorzover die vrouwen aangaat, al vanaf de lobisingi in de Surinaamse literatuur als gegeven aanwezig. In nieuwe vorm wordt zij aan de orde gesteld in Roemers Over de gekte van een vrouw (1982) en En Wat Dan Nog?! (1985). Homoseksualiteit tussen mannen is nog steeds een veel zeldzamer ter sprake gebracht topic, het werk van Leo Ferrier heeft wat dat betreft niet baanbrekend gewerkt. Nog tien jaar na Ferriers proza stelt Cairo in een column als ‘Boelen’ (uit ‘Ik ga dood om jullie hoofd’, 1980) de homoseksualiteit als Surinaams taboe aan de kaak. Bea Vianen heeft dat verbeeld in de zichzelf het leven benemende persoon van de homofiel Raymond van den Berg in Strafhok (1971).

5.1.8 de macht van het woord

Reeds in § 3.11 wezen we op het voorkomen van dit thema in de Surinaamse letteren, een thema overigens dat in lyrische gedichten over Suriname frequent opduikt, maar uiteraard niet aan landsgrenzen gebonden is. Bij Trefossa betekent het woord het leven: de worsteling met het leven is te doorstaan dankzij de vlucht in het dichterschap:‘wan troe poewema na wan tra kondre,/ pe joe kan go/ te joe psa dede fosi’ (Ala poewema, 1977, p. 45). In bijna elke bundel van Shrinivāsi bezint hij zich op de kracht van het woord: ‘Ik heb de taal ontward/ zonder adem/ woorden anders gezien/ zonder geluid/ de taal in zijn kern verstaan/ de Waarheid/ in een hoogtij ondergaan.’ (Dilākār, 1970, p. 82). Voor de Rozenkruiser P. Marlee heeft het woord kosmische kracht, scheppingskracht; uit het gedicht ‘het huis van poëzie’: ‘het geheim ligt in de binnenste cirkel/ is niet te koop, er is geen duplikaat’ (Thokat, 1976, p. 10). Vanuit een heel andere invalshoek benadert Edgar Cairo dezelfde kern: ‘En het Woord vibreerde, adem van de geest,/ naar alle levenskanten uit./ Daar waar Het week vielen de doden.’ (Fu jowe disi (1978)/ Lelu! Lelu! (1984) p. 349). Ook bij Juanchi, Johanna Schouten-Elsenhout, Julian With en Frits Wols vinden we de bezinning op de macht van het woord.

5.2 De Suriname-kritiek

Een van de functies van literatuur is het leggen van vingers op de zere wonden van de maatschappij. Als zodanig heeft de Surinaamse literatuur tussen 1970 en 1985 zeker haar werk gedaan, soms in zeer directe bewoordingen, soms op verbeeldende (maar niet minder duidelijke) wijze. Als themata kunnen we hierbij onderscheiden:

5.2.1 verdeeldheid

Bea Vianens roman Strafhok (1971) mag als een nu al bijna klassiek werk genoemd worden, waarin de scheidslijnen tussen de verschillende etnische en geloofsgroepen onbarmhartig worden blootgelegd. Met Geen onderdelen (1979) deed zij dezelfde problematiek nog eens dunnetjes over. Maar ook Don Walther (De politici, z.j., De

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 uitverkorenen, z.j.), Julian With (Land van harmonieuze kontrasten?, 1979) en verschillende anderen lieten zich cynisch uit over de smeltkroes Suriname.

5.2.2 protest tegen corruptie

In het vorige hoofdstuk spraken we over de stem die in de literatuur werd ver-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 131 heven tegen het interne kolonialisme. Hieronder kan een heel complex van weinig positieve eigenschappen worden verstaan: corruptie, bureaucratie en inefficiency, onbetrouwbaarheid, grootspraak, machtspolitiek. De ergernis over dit soort zaken is in veel poëzie terug te vinden. Denise de Hart: ‘() terwijl de heren steeds filosoferen/ blijft het arme volk van alles ontberen.’ (Suriname is switi Sranang niet meer, 1984, p. 12). En Shrinivāsi verzucht in Als ik mijn land betreed (1980): ‘Nu moet ik mij als ezel gedragen/ alle omwegen van de mensen/ goedwillig verdragen/ alle omslachtigheid/ met onnozelheid ondergaan’ enz. (p. 11). Het door NAKS opgevoerde stuk De wil van het volk (1975) van Eugene Drenthe handelt over de corruptie en de frustraties onder de ambtenaren, over vriendjespolitiek en tegenwerking. Don Walthers De politici (z.j.) is een poging de verziekte politiek in beeld te brengen van een land waarvoor Suriname evident model heeft gestaan. Walthers verzekering dat alle overeenkomsten met de werkelijkheid toevallig zijn, is al te doorzichtig en kan ons oordeel alleen maar bevestigen.

5.2.3 armoede

Is de sociale ellende in de vorm van armoede als hoofdthema (en zoals met name door Dobru verwoord) na 1970 verdrongen, verdwenen is ze niet. Cairo's Temekoe/Kopzorg (1979) is een schreeuw om een menswaardiger bestaan dan het verpauperde erfleven kan geven. In veel van de verhalen uit I sa man tra tamara!? (1972) worden de mensen in hun handelen bepaald door hun verarmde leefmilieu. Dat kan ook gezegd worden van de hoofdpersonen in Marlees novelle Boropata's (1974) en Slagveers roman Een vrouw zoals ik (1981). Kwame Dandillo dicht in Palito (1970) in het gedicht ‘Paramaribo’: ‘Verloren loop ik langs/ je mooie straten/ en zie de krotten/ als een reeks van gaten/ in een blinkend wit gebit.’ (p. 22) Suraj vertolkt in Meri Āwāz (1982, p. 58) de dagelijkse beslommeringen van een boer uit de laagste plattelandsklasse: ‘roj sabere/ katlis curmu/ rastá pakri/ jhet ke/ bagal men tángu/ datwá páni/ air jahtak patak ke táng barhwun’ (in de vertaling van Kries Bajnath: ‘elke morgen/ kus ik de houwer/ neem ik de weg naar de kostgrond/ naast mij hang ik eten en drinken/ en met een ruk ga ik op pad’). Er is meer werk waarin de armoede wordt geschetst, zij het niet meer als hoofdproblematiek (Chitra Gajadin, Padi voor Batavieren, 1979; Bea Vianen, Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan, 1972).

5.2.4 verzet tegen traditie

In een land waar vijftien jaren zo beheerst zijn geweest door het zoeken naar nieuwe wegen als Suriname, is het verzet tegen tradities uiteraard niet uit de literatuur weg te denken. Twee vormen van verzet domineren daarbij: tegen de gevestigde orde (zie § 5.1.4 en het vorige hoofdstuk) en tegen traditioneel bepaalde cultuurpatronen: familieverband(Ria (1973) van Rovali), godsdienstig verband. Voor dit laatste is m.n. het werk van Bea Vianen illustratief; maar ook dat van Rudolf van Lier (Rupturen, 1974) en Barbara Stephan (Een ruiker in krantepapier, 1970) geeft de

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 twijfel aan een god die de wereld zo kan laten als zij is. Uiteraard zit in de vrouwenemancipatie ook een verzet tegen de traditie - zie het volgende thema. Merkwaardig is dat het thema van de confrontatie tussen een traditionele maatschappij en moderne (lees: westerse) invloeden na 1970 nauwelijks meer

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 132 een rol van betekenis heeft gespeeld. Dit in veel literatuur uit Derde Wereldlanden voorkomende thema is manifest aanwezig in de Surinaamse literatuur van vóór '70: zaken als de confrontatie bosland-stad, natuur-cultuur, de urbanisatie/ trek naar de stad hebben hun verbeelding gevonden in literaire werken als De stille plantage (1931) en De laaiende stilte (1952) van Albert Helman, in Maswa/ De fuik (1958) van Eddy Bruma, in Avonden aan de rivier (1969) van Benny Ooft en Wajono (1969) van Thea Doelwijt. Na 1970 komt dit thema praktisch uitsluitend in het toneel en het hoorspel naar voren, in de vorm dan van het conflict tussen ouders en kinderen (zie § 3.3 Kwantiteit onder punt 7 en onder § 5.1.5 van dit hoofdstuk).

5.2.5 vrouwenemancipatie

Komt het bezingen van de Surinaamse vrouw al vóór 1970 voor en laat iemand als Sophie Redmond al vroeg in alles zien in geen enkel opzicht voor welke man dan ook onder te doen, het krachtig opkomen voor de positie van de vrouw als gelijkwaardig aan die van de man, is een verschijnsel dat pas goed na 1970 in de Surinaamse letteren opkomt. Door het wereldfeminisme bewust geworden van de taak die het literaire feminisme haar oplegt, is het in Suriname dat schrijfsters de banden van de traditie het knellendst ervaren en er zich tegen teweerstellen. Mechtelly breekt met Broko den skotoe (1974) een lans voor de vrouw die zich wil bevrijden uit de maatschappelijke muren die haar omringen. In 1979 schreef en regisseerde Thea Doelwijt in samenwerking met een hele lijst van vrouwen het eerste Surinaamse vrouwencabaret: Omdat hij een tollie heeft. Het toneelstuk Steenpuist (1984) van Eugene Drenthe stelt de vraag naar de rolpatronen van man en vrouw, impliciet en meer afgestemd op de Surinaamse situatie wordt die vraag ook gesteld in het korte verhaal ‘Slaapkamergeluk’ van Hillianthe Arduin, geschreven vanuit het perspectief van een vrouw die reeds kinderen heeft van twee mannen en zwanger is van een derde man.12.)) Bij Gharietje Choenni (Asa(Hoop), 1980 gaan vrouwenstrijd en vrijheidsstrijd hand in hand: ‘ik wil niet meer/ dat meisje zijn/ de vrouw die alles neemt/ verdraagt/ verwerkt/ vergeeft/ vergeet’ luiden de beginverzen van het gedicht ‘Ik wil niet meer’ (p. 12). Dezelfde titel draagt een schilderij van schrijfster/schilderes Dorothee Wong Loi Sing. Op haar hele werk heeft het feminisme duidelijk haar stempel gedrukt, zelfs Anansi heeft zich aan te passen, want: Makuba wordt feministe! (1984). Zeer fel is haar korte toneelstuk Sudan man, I'd rather cut your throat than allow your people to circumcise me (1984). Ook Orsine Nicol geeft er in haar werk blijk van sympathiek te staan tegenover de ideeën van de vrouwenbeweging. In het werk van Astrid Roemer is het feminisme een steeds grotere rol gaan spelen; de bundel waarin dat het sterkst het geval is, verscheen met een bizar omslag bij de Lesbische Uitgeverij Furie: En Wat Dan Nog?! (1985).

5.2.6 benardheid/uitzichtloosheid 12.) Het verhaal is opgenomen in De betovering verbroken. Verhalen van vrouwen uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika. (Het Wereldvenster/ Novib/ NCOS, Weesp/Den Haag/Brussel 1984. De Derde Spreker-serie pp. 257-260.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 De voorgaande vijf themata bijeengenomen is het niet moeilijk in te zien wat er de oorzaak van was dat niet weinigen Suriname als een belemmering zagen

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 133 voor een vrije ontplooiing en dat sommigen de situatie als volstrekt uitzichtloos ervoeren. René de Rooy is het felst wanneer hij met Verworpen vaderland (1979) Suriname de rug toekeert: ‘Vaderland, geboortegrond, ik heb mij van je losgerukt: ik heb je verworpen en ik zal je beledigen en beschimpen opdat je mij voor eeuwig zult haten; nimmer keer ik tot je terug; ik stel mij nimmermeer bloot aan jouw bezoedeling en besmetting, aan verminking en deernis, en aan een voortijdige dood: je schurftige awarie, etterende zweer, open mestvaalt, schijthuis op een stinkend achtererf, insektenbroedplaats, schandvlek op de borst van ons zuidelijk continent, heiligschennende mannelijke hoer, bilharzia-moeras, giftige makkaslang, onderste krab in de krabbenton, eindeloos uitdijende lasterkanker, kleverige koeparie, bloedzuiger, corrupte zwendelaar, sluipmoordenaar: het lot van Hiroshima is je nog te genadig;’ enz. (pp. 94-95) De Rooy vertrok naar Mexico, de overgrote groep naar Nederland, minder rancuneus overigens dan De Rooy. Eén van deze groep, Rudolf van Lier, zag Suriname zo: ‘een groot wijd land/ met donkere rivieren,/ maar de mensen, levend/ op open plekken tussen de bossen,/ wonen er te dicht op elkander/ en dekken elkaars horizonnen af.’ (Rupturen, 1974, p. 34).

5.3 De Holland-confrontatie

Tegen het eind van de zestiger jaren kwam de grote trek naar Nederland op gang, resulterend in een Surinaams inwonertal in Nederland in 1985 van een kleine 200.000 - globaal de helft van het inwonertal van Suriname. De motieven van deze landverhuizers waren velerlei: afkeer van bepaalde toestanden in Suriname en kritiek daarop zoals hierboven aangeduid, angst voor de politiek onzekere toekomst, de verwachting van ruimere ontplooiingsmogelijkheden (werk, studie, leefmilieu) en een zekerder bestaan, avontuurzucht en veranderingszin zeker ook bij een deel van de wegtrekkers. Vanaf het moment ook dat Surinamers zich elders ter wereld vestigden, bestaat de haat-liefdeverhouding ten opzichte van Suriname, in de literatuur sinds het gedicht ‘Adjosi’ van Albert Helman. De motieven en ondervindingen van hen die in Nederland neerstreken, zijn onder woorden gebracht door veel auteurs (die als auteur overigens meestal weinig van Nederland te verwachten hadden: het aantal auteurs dat uiteindelijk onderdak vond bij een uitgeverij is op de vingers van één hand te tellen; veel te verliezen hadden ze wat dit betreft echter ook niet, dat moet gezegd worden.) Binnen die door hen verwoorde problematiek kan men de volgende themata onderscheiden die zeer nauw met elkaar samenhangen en die we dan ook vaak in combinatie bij een auteur tegenkomen:

5.3.1 de vlucht

Reeds in 1968 verscheen een boekje met opstellen over de trek naar Nederland onder de titel De Vlucht. Deze niet bepaald positieve benaming geeft goed de teneur aan van hoe veel schrijvers hun vertrek uit Suriname zagen. Niet allen hebben er de dimensie aan gegeven die Rudolf van Lier verwoordt in het gedicht ‘Ergens wonen’:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 ‘() de wereld werd mij aangewezen/ en ik kon niet meer blijven.’ (Rupturen, 1974, p. 34). Hierboven, onder 5.2, kwamen we reeds verschillende auteurs tegen die hun visie op Suriname verwoordden en daaraan de conclusie verbonden dat opstappen het enige alternatief was. Wat velen bezield

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 134 moet hebben heeft Edgar Cairo laten zien in de persoon van Roy uit de roman Adoebe lobi/ Alles tegen alles (1977) die tussen milieu, benauwenis en toekomstmogelijkheden voor de weg naar Nederland kiest. Met hoeveel aarzeling sommigen die stap zetten, heeft Frits Wols verwoord: ‘Gevat in een cycloon van twijfels/ Vergat ik de passaat, mijn navelstreng/ En koos de zekerheid van dit doorsneeuwde land.’ (Surine Cyclus, 1981, p. 37). Wols herinnerde zich overigens later de passaat en keerde terug. In Suriname bleef de kritiek op de wegtrekkers niet uit. Dichters die de mond vol hadden van ‘feti gi Sranan’, maar intussen in Nederland bleven, werden met een zeker scepticisme bekeken, zeker na 1980 toen de offers in Suriname gebracht moesten worden en niet overzee.13.)) De Vlucht (met bijdragen van Thea Doelwijt, Benny Ooft, Henny de Ziel, Henk Herrenberg en R. Dobru) analyseerde op kritische wijze beweegredenen en omstandigheden van de trek naar Bakrakondre; de eerste drie vestigden zich later overigens zelf in Nederland. Eddy Pinas spreekt in Te koop wegens vertrek (1975) cynisch van ‘synthetische Nederlander’: ‘in hun witte knoken torsen zij voort/ tegenin windkracht acht/ protestbordjes// nationalisme noemen ze dat/ volk van Suriname/ saluut voor Uw helden overzee’ (p. 9).

5.3.2 de desillusie

Opmerkelijk is het dat in de literatuur geen getuigenis is afgelegd van het welslagen in Nederland. De letteren zijn wat dit betreft eerlijker geweest dan veel over de oceaan huiswaarts gezonden brieven waarin het benadrukken van de materiële welvaart veel andere problemen moest toedekken. Niet voor niets heeft Blaw Kepanki van een Vergeefse Vlucht (1979) gesproken. Hoe Nederland niet het land van melk en honing kon zijn, wordt duidelijk aan het complex van factoren waarvan de literatuur gewag maakt: - het onbegrip waarop veel Surinamers stuitten, met als gevolg daarvan aanpassingsproblemen, isolatie en vereenzaming treffen we in veel gedichtenbundels aan (Gerrit Barron, Bloeddruppels op mijn kussensloop, 1975; Wan anoe/ Handreiking, 1972, van René Mungra; Dayenne Rigters, Diepe zucht, 1973). - onbegrip dat omslaat in een vijandige benadering (discriminatie, racisme, fascisme) vinden we bij b.v. Dat vuur der grote drama's (1982) van Edgar Cairo, waarin de wonden van de Nederlandse samenleving (willekeur van het politie-optreden, sociale misstanden) worden blootgelegd. Het gedicht ‘Pas...’ van Jules Niemel uit Afstand bewaren (1981): ‘Bent U/ Lid meneer?/ Nee?/ Dan mag ik/ U niet binnenlaten./ Niet zonder pas/ dat u lid bent/ van het blanke ras.’ In Etterende haat (1984) heeft Dee Sharm geschetst hoe het racisme een blanke jongeman inkapselt. Het geconfronteerd worden met racisme vinden we ook bij Julian With, Rudi Pinas enz. Anderzijds vinden we in Tide tamara (1981) bij Stine Comvalius een oproep tot gezamenlijk verzet van Surinamers en

13.) Men vergelijke het verslag van een avond in Theater Unique, Paramaribo, 10 augustus 1984, waar tijdens een literaire ontmoeting met Astrid Roemer in de verhitte (en niet van alcohol vrije) discussies het woord ‘verraders’ werd gebezigd (‘Taal als medium voor Surinamerschap’; in: De Ware Tijd dinsdag 14 augustus 1984).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Nederlanders tegen rassendiscriminatie (‘Racisme e prati oenoe’, p. 16). Hetzelfde besef van internationale

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 135

solidariteit spreekt uit Cairo's Het koninkrijk IJmond (1985), dat de parallel laat zien tussen wat zich onder Nederlandse arbeiders in de IJmond en slaven op een Surinaamse plantage afspeelde. - de positie van de zwarte vrouw in de blanke mannenwereld is niet die van de zwarte vrouw in haar eigen land. Deze problematiek is onderwerp van o.m. Astrid Roemers toneelstuk Paramaribo! Paramaribo! (1982). - deel van de acclimatisatieproblemen is (simpelweg?) gelegen geweest in de klimaatsovergang: ‘mensen kijken mij medelijdend aan/ alsof ze willen vragen/ wat doen jullie in vredesnaam hier/ waarom gaan jullie niet terug naar je land/ kijk wat de kou van je lichaam maakt’ (Julian With, De weerzinwekkende worsteling, 1981, p. 9). Een gedicht als ‘De eerste Winter’ uit Withs De onvermijdelijke splijting (1977) geeft dezelfde ervaringen. - dit alles heeft geleid tot een gevoel van vervreemding dat in veel werk is vastgelegd, zoals in de romans Het Paradijs van Oranje (1973) van Bea Vianen, Koewatra djodjo/ In de geest van mijn kultuur (1979) van Edgar Cairo, Neem mij terug Suriname (1974) en Nergens ergens (1983) van Astrid Roemer. Het directe gevolg van deze vervreemding (en de identiteitscrisis die deze met zich meebracht) is weer geweest het beaccentueren van het eigene als Surinamer, wat in de praktijk veelal neerkwam op het beaccentueren van de groepskenmerken zoals we onder 5.1.5 gezien hebben.

5.3.3 het heimwee

Dat de desillusie het heimwee in de hand werkte, spreekt voor zich. Al vanaf de vroegste emigranten naar Nederland zijn de gedachten zuid-zuid-west gegaan. Het heimwee, de liefde voor en de band met Suriname zijn vaste bestanddelen van het in Nederland vervaardigde werk. Uit ‘Mama Sranan’ van C. Raalte: ‘Mama joe denki dati wi frigiti joe/ ma dati no de so,/ bika wi sa tan lobi joe te na dede.’ (Tide tamara, 1981, p. 3).

5.3.4 de terugkeer

Van de verschillende gevolgtrekkingen die de Surinamers uit hun ervaringen overzee trokken is (zeker voor hen die gingen met de intentie er zich voorgoed te vestigen) remigratie de meest radicale. Een aantal schrijvers koos bewust voor die optie (Grot, Wols, Dorothee Wong Loi Sing). Dat dit niet altijd van een leien dakje ging, bewijzen boeken als Een Rechter is ook maar een mens (1973) van Don Walther, Padi voor Batavieren (1979) van Chitra Gajadin en Geen onderdelen (1979) van Bea Vianen, die de teleurstellende confrontatie bij terugkeer in het vaderland beschrijven. Zowel Julian With als Edgar Cairo reageerden in journalistieke stukken op de in hun ogen onbeschofte wijze waarop zij tegemoet werden getreden door Surinamers.14.) Uiteraard 14.) With deed dit in het weekblad Brandpunt in 1985 en Cairo in ‘Ik ga dood om jullie hoofd’ (1980) in het stuk ‘Die zon achter de zon’ (pp. 134-135)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 maakt ook dat werk duidelijk hoe ver de in Nederland wonende auteurs weg zijn gegroeid van hun land van herkomst.

5.3.5 de onmogelijke terugkeer/de gespletenheid

Ondergaan Surinamers een proces van vervreemding in Holland, hetzelfde overkomt velen die terugkeren maar geen thuis meer vinden. Al in 1962 stelde

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 136

John Leefmans in het in Nederland verschijnende blad Mamio vast dat Surinamers ‘() nakomelingen van twee werelden (zijn), die zich eigenlijk in geen van beide echt “thuisvoelen”’ (nr. 1, april 1962, p. 30). De ontworteling is voor velen dan ook compleet geworden: ‘Coming home/ at last/ to find out/ I have to go back/ to that country/can't seem to fit in/ anywhere, anymore.’ (Sylvia Singh, Feelings, 1981). En een van Anansi's kinderen, in Cairo's Ba Anansi Woi! Woi! Woi! Die dood van Spin (1978) schrijft zijn vader: ‘Maar ons bloed zit niet geklonken, vast aan welke bodem ook! We zijn juist vrij... vrije mensen, vrij als godsvogeltjes, om te gaan en staan waar dat we gewild hadden!’ (p. 91). Voor velen in Nederland en zeker voor diegenen die de mogelijkheid tot terugkeer uitsloten, is het innerlijk conflict ontstaan: waar hoor ik thuis, waar ligt mijn toekomst, waar moet mijn bijdrage aan de wereld geleverd worden? Het lijf in Holland, de geest in Suriname, deze innerlijke gespletenheid - in de ergste gevallen: schizofrenie - vinden we terug in het werk van de initiatiefgroep Aspasja: ‘Wij leven in Nederland, terwijl onze geest ergens overzee ronddwaalt. Onze gedachten zijn gespleten omdat we geen keus kunnen maken en in verschillende werelden leven.’ (Purbé konsideré/ Neem het in overweging, 1981, p. 6)

5.3.6 de tweede generatie

Intussen ligt de eerste golf van emigratie naar Nederland reeds zo ver achter ons, dat daar een tweede generatie is opgegroeid die haar eigen problemen kent. De kwestie terugkeren of niet is voor haar veelal niet opportuun. Desalniettemin onderscheidt zij zich zodanig van de witte Nederlanders, dat de identiteitsvraag voor haar niet minder geldigheid bezit dan voor de generatie vóór haar. Er is nog weinig bekend van literair werk van deze generatie, maar er is al wel over haar geschreven. Zo vraagt Thea Doelwijt aandacht voor deze problematiek in het toneelstuk met de duidelijke titel Trawan prakseri/Tussen twee vuren (1982). Het stuk Lelekoe/Plaaggeest van het Theaterwerkverband Opscene laat deze generatie zien in haar confrontatie met discriminatie. Evenals de tweede generatie Oost-Indische Nederlanders (Ernst Jansz, Gideons droom) en de tweede generatie Molukkers in Nederland (Frans Lopulalan, Onder de sneeuw een Indisch graf) krijgt zo ook de tweede generatie Surinamers in Nederland haar eigen literatuur.

5.3.7 de technocratische maatschappij

Bij een aantal auteurs die voor langere tijd buiten Suriname verbleven, vinden we de bezorgdheid om de ontmenselijking en technocratisering van de wereld, soms ook om milieuvervuiling. Belangrijk is deze thematiek in het werk van Corly Verlooghen (o.m. in De glinsterende revolutie (1970) en Juich maar niet te vroeg (1979)). Een motivische verwerking ervan geven Marlees roman Proefkonijn (1985) en de dichtbundel Palito (1970) van Kwame Dandillo.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Bibliografische aantekeningen bij Themata

Algemeen

Expliciet aandacht aan themata in de Surinaamse literatuur is besteed door Peter Potter in zijn doctoraalscriptie Een overzicht van de moderne Surinaamse literatuur (Den Haag 1982).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 137

Voor wat betreft de periode na 1970 geeft hij op pag. 75 geen groepering van themata, maar noemt er vijf: 1. de eigen, trotse (groeps)identiteit, 2. de vrijheidsstrijd, 3. de benardheid van Suriname, 4. de Holland-konfrontatie, 5. de liefde voor Suriname en haar schitterende natuur. Aan thema 4 koppelt Potter enkele motieven, t.w. desillusie, discriminatie, heimwee en gewetensstrijd. Linda Nijbroek-Asin heeft in de scriptie Thematiek en vorm bij de Moetete-dichters (Paramaribo 1976) niet alleen de twee nummers van Moetete bekeken, maar ook de poëziebundels van een aantal dichters rond dit tijdschrift: Trefossa, Shrinivāsi, Orlando, Dobru, Marlee, Doelwijt, (Ruud) Mungroo, Slagveer. Zij analyseert de thematiek (pp. 17-36; maakt hier overigens ook veel stilistische opmerkingen) en komt dan tot vier thema's (pp. 37-38): 1. nationalisme (dat onderscheiden wordt in a) het ‘oen-wiki-motief’ (protest, oproep tot revolutie) en b) het ‘loekoe-lontoe-motief’ (de schoonheid van het eigen land), 2. identificatie (wat wij in § 5.1.3 eenheid noemen), 3. de macht van het woord (dichterschap, scheppingskracht), 4. de liefde (zinnelijk en mystiek). Het is goed hier iets te zeggen over de door ons gehanteerde terminologie. In de literatuurwetenschap wordt de term motief gebruikt voor elementen die herhaald worden binnen een literair werk of binnen de literatuur als geheel. De idee die die motieven dan samenbundelt wordt thema genoemd. Binnen het geheel van literaire werken (de literatuur) keren dezelfde themata uiteraard terug; vaak spreekt men ook dan van motieven in de literatuur. Omdat wij ons geconcentreerd hebben op thematieken in de Surinaamse literatuur en ook veelal voorbeelden hebben proberen te kiezen van een thematiek die een heel werk beheerst (dus een thema en niet een motief van dat werk vormt), hebben wij er de voorkeur aan gegeven te spreken van themata. Er is weinig of geen literatuur voorhanden die expliciet ingaat op één thema. Wel is er literatuur die relevant is in verband met een thema. Het onderstaande is een selectie daaruit die absoluut geen pretentie van volledigheid bezit. Voor literatuur over individuele auteurs verwijzen we naar de Selectieve bibliografie van secundaire literatuur over auteurs, in het bibliografische deel van dit boek. Hier willen we eerst nog wijzen op enkele artikelen van algemene strekking: - Elly Brouwer en Gaby van der Mee, ‘Waar Suriname over schrijft’; in: Politiek en cultuur 37, januari/februari 1977, pp. 33-48.

Wim Rutgers heeft in Ons Erfdeel een aantal overzichtsartikelen gepubliceerd waaruit enige informatie over themata te putten is: - ‘De literaire produktie van de Nederlandse Antillen en Suriname in 1978’; Ons Erfdeel 4/79 sept./okt., pp. 579-580; - ‘De Nederlandstalige literatuur van Suriname en de Nederlandse Antillen in 1979’; Ons Erfdeel 3/80 mei-juni, pp. 424-425; - ‘Surinaamse en Antilliaanse Nederlandstalige literatuur in 1981’; Ons Erfdeel 2/83, pp. 265-267; - ‘Nederlandstalige Caraibische literatuur in 1982; enkele kanttekeningen’; Ons Erfdeel 3/84, pp. 433-438.

Identiteit

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Algemeen: - Frantz Fanon, Zwarte huid, blanke maskers; vertaald door Evelien van Leeuwen (Van Gennep/Novib, Amsterdam 19832, Kritiese Biblioteek); - Frantz Fanon, De verworpenen der aarde; inleiding: Jean-Paul Sartre; vertaald door Han Meyer (Van Gennep/Novib, Amsterdam 19843, Kritiese Bibliotheek);

Over Fanon: - Chester J. Fontenot Jr., Frantz Fanon: Language as the God gone astray in the Flesh

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 138

(University of Nebraska, Lincoln, Nebraska 1979); - Emmanuel Hansen, Frantz Fanon, Social and Political Thought (Ohio State University, Ohio 1977); - Renata Zahar, Frantz Fanon: Colonialism and Alienation (Translation Willfried F. Feuser, Monthly Review Press, New York 1974).

Verder: - Arturo Uslar Pietri, ‘The mestizo experience and the new world’; in: A.J. Seymour (ed.), New writing in the Caribbean (Guyana 1972, pp. 172-178).

Suriname: - Cecile Zandwijken, Surinamers op weg naar een bevrijd bewustzijn (Cultural Media Collective, Amsterdam 1981). - Oscar Kemble, ‘Zwart bewustzijn - noodzaak en ontkenning’; in: Span'noe 11e jrg. 1984, nr. 1, pp. 11-18; - Oscar L. Kemble, Kunst en bevrijding; Een aanzet tot theorievorming (Federation of music, Rotterdam 1982); - Gerrit Barron, ‘De schijver en de samenleving’; in: De West vrijdag 14 maart 1986; - NN., ‘Culturele identiteit en culturele dimensie van ontwikkeling’; in: De West zaterdag 13 juli 1985; - Paul Middellijn, ‘De terreur van het intellect’; in: De West dinsdag 16 april 1985; - Carla Tuinfort, ‘Rob Berghout en Paul Middellijn in discussie met Surinaamse jeugd’; in: De West dinsdag 9 april 1985 (over de jeugd in het revoproces).

Voor de plaats van de jeugdliteratuur in het identiteitsproces, zie men de bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 6 De jeugdliteratuur, onder ‘Herkenning’. Zie ook hieronder bij 5.1.4 de bijdragen van Van Mulier en Inderson.

5.1.3. eenheid

Zie de laatste twee titels onder 5.1.5. Over hindustanen. Over het Doe-theater: pp. 110-117 uit Thea Doelwijt, Prisiri stari/De pretster (1981). Zie ook de Selectieve bibliografie onder Doelwijt.

5.1.4 antikolonialisme en zelfstandigheid

Zie hierboven onder ‘Identiteit’ de bijdragen van Kemble, Middellijn, Tuinfort en Barron. Voorts: - Oscar Kemble, ‘Naar een maatschappij-kritische poëzie: poëzie als middel’; in: OSO jrg. 1, nummer 1 (nieuwe serie) mei 1982, pp. 27-31; (ook als afzonderlijke

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 uitgave: Blaw Kepanki, Poëzie als middel. Naar een maatschappijkritische poëzie (Federatie voor Culturele Samenwerking en begrip, z.p. 1979); - het voorwoord van Rudy Bedacht en de inleiding van het S.A.S.K. tot de bloemlezing Tesi f'i (proef het) (1981); - Grondslagen van het Surinaams Volkskultureel Assemblee (uitgave: Surinaams Volkskultureel Assemblee, z.p.z.j.); - Ludwich v. Mulier, ‘De plaats van de Surinaamse literatuur in het ontwikkelingsproces van Suriname en de vorming van Surinamers. Welke rol vervult deze nu?’; in: Verslag n.a.v. de discussie over rol en positie v.d. Surinaamse en de Antilliaanse kunstbeoefenaars (Aspasja, Den Haag 1981, pp. 1-12); - Stanley Inderson, ‘De problematiek van de identiteitsvorming’; in: Verslag etc. (zie hierboven, pp. 13-15).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 139

5.1.5 groepsidentiteit

Algemene informatie over de verschillende bevolkingsgroepen is te vinden in de boeken van Kruijer, De Schoolmeester en Van Waesberge, genoemd in de Bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 4 Literatuur en maatschappij. Verder natuurlijk ook in de Encyclopedie van Suriname. Daaraan kunnen toegevoegd worden: - Albert Helman (ed.), Cultureel mozaïek van Suriname (De Walburg Pers, Zutphen 1977). Voor ons onderwerp m.n. pp. 359-378 ‘Volksmuziek, dans en lyriek’ door Lou Lichtveld; - Albert Helman, Facetten van de Surinaamse samenleving (De Walburg Pers, Zutphen 19782).

Zie ook de afdeling ‘Volkenkunde - Folklore’ in de Bibliografie van Suriname (Sticusa, Amsterdam 1972, pp. 68-75).

Over Indianen: - R. Kiban, Muziek, zang en dans van de Karaiben in Suriname (Stichting Etnologische Kring Suriname, Paramaribo 1966); - P. Kloos, ‘Indiaanse muziek en Caraibische liederen’; in: Albert Helman (ed.), Cultureel mozaïek van Suriname (zie boven, pp. 349-359). Andere publikaties van Peter Kloos zijn te vinden in Suriname; A bibliography 1940-1980 van Gerard A. Nagelkerke (Department of Caribbean Studies Royal Institute of Linguistics and Anthropology, Leiden 1980, pp. 131-133); - NN., ‘Indiaans liederenboek uitgegeven’; in: De Ware Tijd dinsdag 20 mei 1985 (over Atamygano Warery); - NN., ‘Atamygano Warery’; in: De Ware Tijd vrijdag 7 juni 1985 (bespreking; reactie daarop een week later in dezelfde krant, van R.J. Spoelstra).

Over bosnegers: - veel studies staan op naam van Sylvia W. de Groot (o.a. haar dissertatie Djuka society and social change (Van Gorcum, Assen 1969)). Een opgave hiervan vindt men in de bovenvermelde bibliografie van Nagelkerke op pp. 85-86; - H.F. de Ziel, Boslandcreolen in Suriname (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag 1956); - Eduard F. King, De bosneger op weg naar eigen identiteit (NRP, z.p. 1981).

Belangrijk voor de cultuur van de bosnegers zijn: - M.J. Herskovits & F.S. Herskovits, Surinam folklore; with transcription of Surinam songs and musicological analysis by Dr. M. Kolinski (Columbia University Press, New York 19692, Contributions to Anthropology 27); - Melville J. Herskovits & Frances S. Herskovits, Rebel destiny; Among the Bush Negroes of Dutch Guiana (S. Emmering, Amsterdam z.j. (1974)2); - Ch.J. Wooding, Winti; een Afroamerikaanse godsdienst in Suriname; een cultureel-historische analyse van de religieuze verschijnselen in de Para (diss., Krips Repro, Meppel 1972);

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Richard Price, First Time; The Historical Vision of an Afro-American People (The John Hopkins University Press, Baltimore and London 1983; met bibliografie). Andere publikaties van Richard en Sally Price zijn te vinden in de genoemde bibliografie van Nagelkerke, pp. 208-210.

Over de band met Afrika: - het boeiende reisverslag van Silvia W. de Groot, Surinaamse granmans in Afrika; Vier groot-opperhoofden bezoeken het land van hun voorouders (Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen 1974, Aula-paperback 28; met literatuuropgave).

Over de tegenstelling bosnegers-stadsnegers:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 140

- de polemische bijdrage (en felle aanval op Cairo) van Julian With, ‘Suriname gevormd door bosnegers’; in: de Volkskrant 16 augustus 1980.

Over stadsnegers: - L.L. Rens, The historical and social background of Suriname's Negro-English (North-Holland Publishing Comp., Amsterdam 1953, diss.); - Jan Voorhoeve, Varieties of Creole in Surinam; The Art of Reading Creole Poetry (Cambridge 1971). Deze overdruk is in artikelvorm terug te vinden in: A. Sciarone (ed. et. al.), Nomen: Leyden Studies in Linguistics and Phonetics (The Hague 1969, pp. 191-193). En in: D. Hymes (ed.), Pidginisation and Creolisation of Languages (Cambridge 1971, pp. 323-326). Men leze voorts Voorhoeves studies over Trefossa in Ala poewema foe Trefossa (1977); - J. Voorhoeve & Ursy M. Lichtveld, ‘Het Surinaams (Sranan-tongo)’; in: De Gids no. 9 (1970), pp. 280-285 (behandelt het Sranan vanaf de vroegste bronnen tot en met Moetete); - Herman Wekker, ‘Sranan Tongo taal en literatuur’; in: Jorg Funke (ed.), Literatuur en talen van Suriname een kennismaking (Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag 1984, pp. 29-33; met magere bibliografie); - de inleiding en toelichtingen op poëzie, van Edgar Cairo in Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984). Een uitvoerige bespreking van dit boek is: Michiel van Kempen, ‘Cairo, conservator van de creools-orale literatuur’; in: SWI Forum jrg. 2, nr. 1, juni 1985, pp. 30-43. Een toepassing van Cairo's analysemodel is te vinden in het eerste deel van het artikel ‘Traditie en compositie - Trefossa's “Kopenhagen” & “Maanavonden”’ van Michiel van Kempen; in: Bhāsā jrg. 3, no. 1 januari 1986, pp. 34-41, no. 2, maart 1986, pp. 17-22 en no. 3, mei 1986, pp. 9-12.

Grammatica: - Max Sordam, Sranan tongo/Surinaams (Amsterdam 1983). Geeft ook een schets van de taal- en cultuursituatie; odo's en poëzie van Max Sordam; - Titjari (pseudoniem W. Griffith), Surinaamse Spraakkunst (Amsterdam 1985); - Max Sordam & Hein Eersel, Sranantongo/Surinaamse taal Een korte inleiding tot het Sranantongo met uitgebreide woordenlijst (Bosch & Keuning BV, Baarn 1985, Sesam Woordenboek). Geeft ook een schets van de taal- en cultuursituatie, een basale schets ‘Letterkunde in het Sranan’ (pp. 64-66), poëzie van Astrid Roemer en Max Sordam en odo's.

Over de banden tussen het Caribisch gebied en Afrika: - Margaret E. Crahan & Franklin W. Knight (eds.), Africa and the Caribbean: The Legacies of A Link (John Hopkins University Press, Baltimore 1979); - het boek van Silvia W. de Groot, boven vermeld onder bosnegers.

Over de négritudebeweging: - zie de literatuur opgegeven in noot 4 van dit hoofdstuk.

Over hindustanen:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - verschillende interessante bijdragen verschenen in de tijdschriften Dharm-Prakash (verschijnt sinds 1975), Sarnami (sedert 1982), Bhāsā (sedert 1983), Kollektief (sedert 1983) en Suriname darpan (sinds 1985). Regelmatig verschenen bijdragen over hindustaanse cultuur in de welzijnsbladen Aisa Samachar en Lalla Rookh. - K. Bajnath, Een overzicht van de Sarnamiliteratuur (scriptie, Leiden 1979). Is geen werkelijk overzicht, maar schetst vier fasen aan de hand van werk van Rahman Khan, Kallasingh, Shtiam en Narain. Bevat bibliografie van (bij gebrek aan andere) voornamelijk algemene literatuur. Op het materiaal voor deze scriptie zijn enkele artikelen gebaseerd; zie

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 141

daarvoor de Secundaire bibliografie in het bibliografisch gedeelte van dit boek; - K. Bajnath, ‘Recente Sarnámi literatuur’; in: Bhāsā jrg. 2, no 3, juni 1985, pp. 11-16 & jrg. 2, no. 4, oktober 1985, pp. 11-18. Bespreekt werk van Randjitsingh, Amersingh Ramnan, Premanand, Suraj, Jit Narain, Gharietje Choenni, Chitra Gajadin en Rabin Baldewsingh; - Theo Damsteegt, ‘Sarnami taal en literatuur’; in: Jorg Funke (ed.) Literatuur en talen van Suriname een kennismaking (Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag 1984, pp. 15-23). Geeft een beeld van de literatuurontwikkeling tegen de achtergrond van de taal- en literatuursituatie; - Kries Bajnath heeft op het Sarnami-seminar, 4 juni 1986, een lezing gehouden over het ontstaan en de kenmerken van de Sarnami-literatuur. Hij heeft hiervoor het materiaal van de hierboven vermelde scriptie en het Bhāsā-artikel opnieuw geordend en vermeerderd en komt tot een historische indeling op grond van de inhoud van het werk van de literatoren: de oudste categorie zit dicht tegen de formules en regels van India aan en geeft religieus en moralistisch werk: Rahman Khan en Randjitsingh. De middengeneratie - omvattend de toneelschrijvers Kallasingh en Premanand en de dichters Shtiam en Suraj, is didactisch bezig en sterk beïnvloed door de Indiase filmtraditie. De jongste generatie - Candani, Narain, Gajadin, Choenni, Baldewsingh - ziet zichzelf veel sterker als kunstenaars die iets nieuws te scheppen hebben, vrijere vormen, meer proza, meer engagement met de verdrukten. Een analyse van het werk van drie van deze jongste generatie (t.w. Narain, Gajadin en Choenni) geeft de lezing ‘Drie beelden van een land ver weg’ van Michiel van Kempen.

Over de Sarnami-beweging: - NN., ‘Sarnami-beweging: oorsprong en ontwikkeling’; in: Kollektief 1e jrg., nr. 3, februari 1984, pp. 3-7. Literatuuropgave met betrekking tot het Sarnami in hetzelfde nummer.

Over hindustaanse liedkunst: - het standaardwerk is de dissertatie van U. Arya, Ritual Songs and Folksongs of the Hindus of Surinam (E.J. Brill, Leiden 1968, Oriëntalia Rheno-Traiectina vol. 9); - Bris Mahabier, ‘Biraha's; Sarnami literatuur, de orale traditie’; in: Aisa Samachar 10e jrg., (1984) juli, no. 6, pp. 12-15; - J.H. Adhin, ‘Birhā, een belangrijke expressievorm van Surinaamse volkspoëzie’; in: Bhāsā jrg. 1, no. 4, augustus 1984, pp. 14-17.

Over toneel: - NN., ‘Het toneel in Suriname’; in: De West maandag 22 juli 1985 (verslag van een informatieve lezing van Ramdew Raghoebir); - Jnan H. Adhin, ‘Ramlita (spel van Rām): inhoud en betekenis’; in: Dharm-Prakash jrg. III, no. 4, oktober 1977, pp. 4-9 (met informatie over Ramlila-opvoeringen in Suriname); - H.A. Ishaak, ‘Ramlila of het spel van Rama’; in: Aisa Samachar 5e jrg., no. 4, augustus 1979, pp. 11-12.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Over spreekwoorden: - R.M. Marhé, ‘Jahajiyan ke yad men... 10 Sarnami spreekwoorden’; in: Aisa Samachar 5e jrg., no. 2, mei 1979, pp. 33-34; - B. Akkal, ‘6 Sarnami masla's’; in: Aisa Samachar 5e jrg., no. 3, juni 1979, p. 19.

De tijdschriften Sarnami en Aisa Samachar hebben geregeld aandacht gevraagd voor spreekwoorden. Bhāsā kent een vaste rubriek ‘Masla/Spreekwoorden’. Grammatica: - A.B. Huiskamp (ed.), Soeroe se soeroe kar I, II (Summer Institute of linguistics, Paramaribo 1978, resp. 1980);

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 142

- de eerste gedrukte grammatica is: R.M. Marhé, Sarnami byākaran; Een elementaire grammatica van het Sarnami (Stichting voor Surinamers, Den Haag 1985). Geeft ook een schets van de taal- en cultuursituatie. Een kritische bespreking van deze grammatica is die van J.H. Adhin in OSO jrg. 4, no. 2, december 1985, pp. 251-257; uitgebreider ook in Bhāsā jrg. 3, no. 1, januari 1986, pp. 14-26.

Over volksverhalen: - R. Motilal Marhé, ‘Sarnami volksverhalen’; in: Aisa Samachar 3e jrg. (1977) no. 9, pp. 10-12.

Tekstuitgaven van orale vertellingen: - Sita Kishna (ed.), Prins Awin en de twee leeuwewelpjes (SWI, Paramaribo 1985) en De fluitspeler en andere verhalen (Paramaribo 1986). Een kritische bespreking van de eerste verzameling is die van Michiel van Kempen, ‘Hindustaanse volksverhalen?’; in: De Ware Tijd woensdag 24 juli 1985.

Enkele algemene artikelen over de hindustaanse cultuur: - Jnan H. Adhin, ‘Ontwikkeling en betekenis van Hindī-studie in Suriname’; in: Dharm-Prakash jrg. IV no. 1, juli 1978, pp. 5-11; - Jnan H. Adhin, ‘Rabindranath Tagore: Zijn betekenis voor Suriname’; in: Dharm-Prakash jrg. I no. 11, mei 1976, pp. 5-10; - Jnan H. Adhin, ‘Pâncha-Tantra, hèt fabelboek: lessen in levenskunst en levenswijsheid’; in: Dharm-Prakash jrg. V no. 4, januari 1980, pp. 5-17; - Jnan H. Adhin, ‘Eenheid in verscheidenheid’; in: Dharm-Prakash jrg. IV no. 2, september 1978, pp. 5-9; - S. Soochitsingh, ‘Eenheid in verscheidenheid onder de hindostanen’; in: Dharm-Prakash jrg. V no. 2, september 1979, pp. 17-21.

Over javanen: Algemeen: - een Selectieve Bibliografie van de Javanen in Suriname [samengesteld door Hein Vruggink] is aanwezig bij de Afdeling Cultuurstudies van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen; - G.D. van Wengen, ‘Javanen in Suriname’; in: OSO jrg. 4 nr. 2, december 1985, pp. 187 189 (met literatuuropgave); - verschillende bijdragen in de vier nummers van het tijdschrift Cikal (1982-1984). Na het verdwijnen van dit periodiek is zijn functie ten dele overgenomen door Bhāsā waarin een aantal bijdragen over javaanse cultuur verscheen.

Voor de javaanse cultuur/literatuur is de volgende literatuur van belang: - A. de Waal Malefijt, ‘The passing of wajang’;in: Caribbean Review july/august/sept. 1978, vol. VII, no. 3, pp. 43-47; - G.D. van Wengen, The cultural inheritance of the Javanese in Surinam (E.J. Brill, Leiden 1975, Mededelingen van het Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden, no. 19);

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - G.D. van Wengen, ‘Tajoeb, een prestige-feest bij de Javanen in Suriname’; in: Bijdragen voor de Taal-, Land- en Volkenkunde 119, pp. 106-121; - NN., ‘Kantjil-verhalen, vroeger en nu’; in: Cikal nr. 4, maart 1984, pp. 43-45; - Johan J. Sarmo, ‘Inleiding tot de Wayang in Suriname’; in: Bhāsā jrg. 3 no. 1, januari 1986, pp. 11-13, en no. 3, mei 1986, pp. 27-29.

5.1.7 persoonlijke identiteit

Over seksualiteit:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 143

- Albert Helman, ‘Sexus, plexus, nexus’; in: ‘Facetten van de Surinaamse samenleving (De Walburg Pers, Zutphen 1978, pp. 51-70).

Over religie: - Edgar J.A. Loswijk, Nationalisme en evangelie in de moderne Surinaamse literatuur (doctoraalscriptie theologie, Utrecht 1979). - Chandra Orie & Chitra Gajadin (red.), Vrouw en religie een begeleidend boekje bij het televisieprogramma voor Hindoestaanse vrouwen (Feduco 1986). Met vertaling van Rabin Baldewsingh.

5.2.3 armoede

- Albert Helman, ‘De cultuur der armoede’; in: Facetten van de Surinaamse samenleving (zie boven, pp. 80-89).

5.2.5 vrouwenemancipatie

- Astrid Roemer, De Neger in een zoen, of: Het chocoladen manifest (IVe Internationale Vrouwenfestival, Amsterdam 1982; fotocopie van een lezing); Adek 9e jrg. nr. 13 okt. 1982, pp. 10-12; - OSO jrg. 3 nr. 2, december 1984 is een nummer gewijd aan de rol van de vrouw in de Surinaamse geschiedenis met o.a. een bijdrage van Thea Doelwijt en Marijke van Geest over Sophie Redmond; - Beer Schröder, ‘Schrijfsters moeten dubbel revolutionair zijn’; in: De West maandag 26 november 1984, overgenomen uit Overzicht (over Derde Wereld-vrouwen in de literatuur, o.a. Astrid Roemer); - Magdalena Garcia Pinto, ‘Vrouwenliteratuur in Latijns-Amerika’; in: De West donderdag 16 augustus 1984, overgenomen uit Informations Unesco; - Dorothee Wong Loi Sing, ‘Sexisme in kinderboeken, stripverhalen en schoolboeken’; in: Kalā nr. 1 (1986) pp. 15-17.

Een Anansitori vanuit een vrouwenoptiek is: Dorothee Wong Loi Sing, ‘Makuba wordt feministe!’; in: De West vrijdag 3 mei 1985. Over Aphra Behn: - Zie de Bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 3 Het Literatuurbedrijf onder 3.10 Literatuurstudie.

Zie ook hierboven onder 5.1.7 het boekje van Orie en Gajadin.

5.3 de Holland-confrontatie

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Zie de Bibliografische aantekeningen bij hoofdstuk 7.

5.3.1 De vlucht

- Thea Doelwijt e.a., De Vlucht; opstellen van Thea Doelwijt, Benny Ch. Ooft, Henk F. Herrenberg, Henny F. de Ziel en R. Dobru (Paramaribo 1968).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 145

6. De jeugdliteratuur

Als schrijvers slepen wij ons hele leven die schaduw met ons mee, dragen wij dat lijk op onze schouders rond: 60 tot 70 miljoen analfabeten in Latijns-Amerika. Zij zijn onze lezers, onze toekomstige lezers. Voor wie schrijven wij? Voor enkelen? Of willen wij voor ons continent schrijven? Dat is voor een auteur een verschrikkelijk drama. Men vraagt mij vaak: bent u een geëngageerd schrijver? Men vraagt dat terloops of heel, boos, maar men vraagt het altijd. Toch wel, ik ben geëngageerd, en wel omdat ik de last van die verschrikkelijke schaduw, dat vreselijke lijk moet dragen.

Pablo Neruda

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 147

We hebben wat moeite met een begrip als ‘geboorte van een literatuur’, maar het is niet overdreven te stellen dat het anoniem uitgegeven Baccha, het ezeljong (1962) van de hand van Lou Lichtveld en bewerkt door Jnan Adhin, het eerste echt Surinaamse jeugdboek was. Het is echter eerst in de periode 1970-1985 dat de jeugdliteratuur haar beslag heeft gekregen. Vóór 1970 - of preciezer: vóór 1978 - kunnen we slechts spreken van incidentele uitgaven1.), bijdragen in kranten2.) en uitgaven van Nederlanders die schreven voor de Surinaamse jeugd.3.)) Misschien ten overvloede: als we hier van jeugdliteratuur spreken, dan willen we daarmee aansluiten bij de opvatting die internationaal zo langzamerhand algemeen erkend is geworden, dat het bij jeugdliteratuur gaat om schrijfprodukten met een speciale doelgroep, waarvoor andere (en dus niet: lagere!) criteria gelden bij de beoordeling dan voor literatuur voor volwassenen. Of de Surinaamse jeugdliteratuur in de periode 1970-1985 altijd aan die criteria voldaan heeft, is punt twee, het gaat hier om de principiële vaststelling dat het bij boeken voor de jeugd om literatuur gaat en dat de Surinaamse kinder- en jeugdboeken tot de Surinaamse literatuur gerekend moeten worden.

Vanaf 1971 is er wel geregeld aandacht voor het kind, maar de uitgaven zijn niet voor het kind bedoeld en dus geen jeugdliteratuur in eigenlijke zin. We noemen: Dag diefje (1971) van Poela Mala, uitspraken van kinderen, ingebed in de observaties van een volwassene. Geheel op kinderuitspraken gebaseerd is Mijn droomhuis, eveneens van 1971 en samengesteld door Thea Doelwijt. Tot dezelfde categorie behoorden het boekje 25 februari 1980 De N.M.R. (1980) van de Thomas van Aquinoschool en de MINOW-uitgaven Wereldpoëziedag van het kind (1984 & 1985). Op het creatieve schrijven door de jeugd willen we hier niet verder ingaan; we verwijzen daarvoor naar § 3.5 Literatuur en Lanti. In 1975 kwam Thea Doelwijt met het jeugdboek Sis en Sas de ruziestrooiers. Eerst na de onafhankelijkheid zal de stroom jeugdliteratuur pas goed op gang komen. Carla Lie A Lien-Perk komt in 1976 met Mini boekje4.) Thea Doelwijt in '77 met Kainema de Wreker en de menseneters. In 1978 zien we dan een ware explosie met het verschijnen van maar liefst tien titels. Mechtelly

1.) L.R. Rahan, Zingt allen mee voor ons eigen land! (1944); G.C. Maynard, Nickerie in melodie (1957); , Hoe Anansi een half dorp veroverde (rond 1965, 2 deeltjes). Leonore de Vries merkt op dat er meer Anansiboekjes van Ferrier geweest moeten zijn, doch deze zijn nooit ergens door ons aangetroffen. 2.) In de periode 1961-1970 verscheen er in het dagblad Suriname onder redactie van Thea Doelwijt een kinderpagina ‘Door de jeugd en voor de jeugd’ met bijdragen van o.m. haarzelf als ‘Marianne’, Lydia Emanuels en Hans Breeveld. In hetzelfde dagblad verscheen onder dezelfde redactie ook een tienerpagina die later uitgroeide tot een culturele pagina, eerst onder de naam ‘Af dat masker’, later ‘Wi foe Sranan’. Bijdragen van o.a. Dobru en Slagveer; Dobru debuteerde hier met zijn ‘Idylle’ -achtige verhalen, Rodney Russel met ‘Uit het voorgeborchte’. 3.) Boeken van de hand van o.m. C. Butner, C. de Jong, G. van Heerde, P.M. Legêne, M. Maynard-Fillerup, C. van Schaick en A. de Vries. Aan de afdeling ‘Jeugdlectuur’ in de Bibliografie van Suriname (Amsterdam 1972, pp. 145-147) kunnen nog worden toegevoegd De avonturen van Sonny, de weggelopen roti-pannekoek en Rosa, het Indiaanse kweekje, beide van M. Maynard-Fillerup en verschenen in of na 1965. 4.) In hetzelfde jaar verschijnen er zangbundels van Ramon Williams en Mavis Jaliens-Noordwijk.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 148

(met Het meisje uit Tapoeripa) en Gerrit Barron (Een lach en een traan) maken hun debuut in de jeugdliteratuur en zijn met ieder zes titels, tot op heden het meest constant in hun produktie gebleken. Daarnaast verschijnen er in dat jaar titels van H. Heyde, Rita Rahman, Tecumseh en Ané Doorson. Ook in de daarop volgende jaren blijft er veel activiteit op het gebied van de jeugdliteratuur, al zou de produktie van 1978 niet meer gehaald worden. In 1979 verschijnt het boekje Kindergedachten van Henk Doelwijt en ook het Naamloos kinderblad (later Jap'Japi geheten) dat het tot vier nummers bracht. Dit blad, onder redactie van M. Waagmeester-Verkuyl, bevatte naast proza van o.m. Carla Lie A Lien, Mechtelly, Orlando en Leonore de Vries en poëzie van Orlando en H. Heyde, ook wetenswaardigheden, gebracht op een voor de jeugd bevattelijke manier. H. Heyde was hierin reeds voorgegaan met zijn dierenboeken, terwijl een reeks vakantieboeken onder redactie van G. Alberga en R. Parabirsing dit aspect van de jeugdliteratuur mede reliëf zou gaan geven (1980-1983). Rond 1980 verscheen verder de Kinderkrant onder redactie van Chandra van Binnendijk, Henk Zoutendijk en Paul Woei, uitgave van de Stichting Kinderkrant Suriname als bijlage van het dagblad De Ware Tijd. Veel jeugdliteratuurschrijvers werkten eraan mee en het blad wist het tot meer dan tachtig nummers te brengen. De Stichting Kinderkrant kwam in 1980 ook met Het geschenk van Watramama, anoniem uitgegeven, maar van de hand van Henk Zoutendijk. Met Mijn eigen telboek (1981) van Leonore de Vries en Het aapje van Jaja (1982) van Mechtelly verschijnen voorts de eerste twee prentenboeken met teksten in grotere letters voor kleine kinderen. Er heeft zich dus een zekere differentiatie in het boekenaanbod voorgedaan: de genoemde boeken van De Vries en Mechtelly voor de allerkleinsten, boeken als Barrons Titri en Toto (1979) en Rahmans Drie ware vrienden (1978) voor de iets grotere kinderen tot circa tien jaar, verschillende boeken van Barron als Avonturen van Kira en Kisa (1984) en Mechtelly's Emilina (1984) voor de jeugd tot circa vijftien jaar en boeken voor de oudere jeugd van Rappa (bijvoorbeeld Friktie tories, 1980) en Mani Sapotille (Het tweede gezicht, 1985). Niet onbelangrijk is het verder te vermelden dat na 1970 verschillende taalmethodes (veelal met didactisch opgezette verhaaltjes) het licht zagen, o.m. van Adhin e.a., de Werkgroep Eersel, Rita Rahman en Sita Ammersingh-Mungra.

Van de in Nederland geproduceerde jeugdliteratuur (Rosy Smeets, Swami Singh, Jules Niemel, Paul Middellijn) dringt slechts incidenteel iets in Suriname door. Zo mocht het jeugdboek Kon hesi baka/Kom gauw terug (1976) van de Nederlander Henk Barnard zich in een bijzonder grote belangstelling verheugen, mede dankzij het feit dat het boek tot een tv-serie bewerkt werd. Het prachtig geillustreerde Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld (1984) van Noni Lichtveld vond goede aftrek. De produktie van Surinaamse kinderboeken in Nederland heeft een stimulans gekregen vanuit onderzoekingen in het onderwijsveld die uitwezen dat de prestaties van Surinaamse kinderen beduidend lager zijn als gevolg van hun geringe betrokkenheid bij het onderwijs door het niet-aansluiten van de leermiddelen.5.)

5.) Hierover: Ina van Peperstraten, ‘Surinaamse kinderen en hun boeken’; in: Projektkrant Surinaamse kinderboeken, Rotterdam juni 1985, p. 3.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 149

Men kan de vraag stellen waarom juist rond '78 de Surinaamse jeugdliteratuur zo'n versnelde ontwikkeling heeft doorgemaakt. Afgezien van mogelijke, praktisch gunstige omstandigheden op dat moment (organisatorische middelen zoals het Jeugd Lektuur Projekt - dat zeker stimulerend werkte, maar zijn voornaamste doelstelling: het creëren van financiële ruimte voor auteurs niet zou halen), bestaat o.i. hiervoor een andere verklaring. Op het eerste oog mag dit vreemd lijken, maar het is o.i. juist een verdieping van de identiteitsproblematiek die de Surinaamse schrijver oog heeft doen krijgen voor het cruciale belang dat moet worden toegekend aan de jeugdliteratuur in de vorming van de Surinamer en het Surinaamse nationaliteitsbesef. Richtte men zich tot 1975 met literaire middelen op de politieke onafhankelijkheid van Suriname, na '75 besefte men dat de Surinaamse geest als drager van de Surinaamse staat reeds in de jeugdjaren beslissende indrukken opdoet en dat de beelden opgedaan bij vroege leeservaringen van enorme importantie zijn. Twee schrijvers van Surinaamse kinderboeken, Leonore de Vries en Gerrit Barron, hebben zelfs geponeerd dat de trek naar Nederland minder omvangrijk zou zijn geweest, indien de Surinamer in zijn jeugdjaren door zijn lectuur meer geconfronteerd was geweest met zijn eigen werkelijkheid in plaats van met die andere, verweg in Europa.6.) Het besef dat herkenning van het eigene voor het kind ook erkenning van het eigene betekent, heeft eerst na '75 in een jeugdliteratuur van enige omvang zijn beslag gekregen. Dit besef moet ten grondslag hebben gelegen aan zowel het door Leonore de Vries opgezette Jeugdlektuurprojekt (waarvan o.m. de boeken van Tecumseh en Doorson het resultaat waren), als de uitgeversactiviteiten van de Stichting Volksboekwinkel (Barron, De Vries, Sapotille) en VACO (Mechtelly). Thematisch gezien wijkt deze jeugdliteratuur niet wezenlijk af van die in andere landen: ontdekking van en verbazing over de wereld in al zijn verschijningsvormen voor de kleinsten, spanning, avontuur en nieuwe emoties voor de wat oudere jeugd. Maar de concrete invulling van het verhaalgebeuren en het taalgebruik wijken wel degelijk af. Anansi is het kind van jongsaf bekend en heeft door de schrijvershand van R. Dobru, Noni Lichtveld, Mani Sapotille en nog vele anderen reliëf gekregen. De slimme spin biedt jong én oud vermaak en hetzelfde kan gezegd worden van veel orale literatuur. De creoolse vertelling Het levenswater van Ana Bolindo-Kondre (1978) van Ané Doorson en het Warause verhaal Haboeli en de boze Teteli (1978) opgetekend door Tecumseh zijn produkten van die orale traditie. Swami Singh heeft in Swami Singh vertelt (1979) de stof voor zijn verhalen ontleend aan zowel de Indische traditie (de Panchatantra) als de Afrikaanse (Anansiverhalen). De jeugd kan uit meer putten dan wat in strikte zin tot de jeugdliteratuur wordt gerekend - we kunnen wijzen op de Indiaanse vertellingen van Cirino, de Jorka- en Didibritori van A. de Groot, Honi godo van J.J.R. Berrenstein enz. enz. Houden deze vertellingen en verzen het Surinaamse kind een wereld voor die het kan herkennen langs de weg van de gelijkenis, direct en moeiteloos kan het zich identificeren met de personen in de boeken van Barron en Mechtelly, die situaties beschrijven die het kind herkent als zich afspelend in Suriname. Het is ook geen

6.) L. de Vries, Jeugdlektuurprojekt (JLP), stencil 1977, p. 1 ‘Interview met Gerrit Barron: Boeken kunnen de identiteit van een kind evengoed vernietigen.’; in: Span'noe 11e jrg., 1984, nr. 6, pp. 29-32. Verg. p. 32.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 150 toeval dat Barron gegevens uit de Surinaamse geschiedenis tot uitgangspunt heeft genomen voor enkele van zijn boeken: de Eldorado-mythe voor Kamla en de vergulde man (1981), het schip de Goslar voor Het geheim van de Goslar (1984). In het door Mokkum en De Vries opgestelde beoordelingsschema wordt dan ook terecht gewezen op het belang van dit punt van de herkenbaarheid van het gegeven voor het kind bij de beoordeling van Surinaamse jeugdliteratuur.7.)

Het jeugdtoneel, zowel voor als door jongeren, heeft in de periode 1970-1985 een continue activiteit gekend. In het begin van de zeventiger jaren werd die gestimuleerd door o.m. de door Sticusa uitgezonden kracht Franklin Lafour. Onder zijn leiding werd bijvoorbeeld in 1972 het kindertoneelstuk Indiaanse Vertellingen opgevoerd. Na 1975 ontsproten initiatieven voornamelijk aan particuliere groepen, in mindere mate aan groepen in schoolverband. Een belangrijke stimulator van jeugdtoneel was ook Thea Doelwijt. Zij schreef o.m. de eerste rockmusical Fri libi (1975), waaraan het Doe-theater werkte met 40 tieners, en het door Indiaanse legenden geïnspireerde stuk Prisiri stari (1977), het enige tot nu toe in boekvorm verschenen jeugdtoneelstuk (1981). Het is het verhaal van Toewe die door Koning Maan meegenomen wordt naar het Luchtruim en daar pretsterren maakt als onderscheiding voor de kinderen in Suriname, opdat zij beter aan de opbouw van een nieuw Suriname zullen werken dan de ouderen. Het stuk werd door de Belgische auteur Tone Brulin bewerkt (zonder woorden) voor volwassenen en ook onder regie van Henk Tjon door de groep Tiedrie met een internationaal gezelschap opgevoerd in België en Nederland in 1983. Op 5 december 1982 vond de première plaats van Doelwijts kinderstuk Roi nanga den foefoeroeman. Opvallend is ook weer in het jeugdtoneel de invloed van de orale traditie geweest. De kindermusical Fa Anansi Kies Ma Akuba van Will van Spall, opgevoerd in de bewerking en onder regie van Henk Tjon in 1973, laat dat alleen al in de titel zien. De eigen inbreng, het creatieve scheppen van kinderen vormde (terecht) vaak deel van een opvoering. Woordelijk vastgelegde teksten konden zo voor de uitvoerenden ‘op maat’ gemaakt worden. Een enkele maal werd een stuk opgezet op basis van een boek (de musical Kamla en de Syrinekoning van Swami Singh (Amsterdam 1983) op basis van Barrons Kamla en de vergulde man (1981). Aan actuele problemen wordt in het jeugdtoneel niet zonder meer voorbijgegaan. Zo heeft Thea Doelwijt in verschillende stukken op een aangepaste, lichtvoetige wijze het leven in een multiculturele samenleving op de planken gebracht. We noemen Ik vang, ik vang... wat jij niet vangt (1984) en Roi, mi boi (1985), bewerking van Roi nanga den foefoeroeman. Wie zich ooit aan een beschrijving van het jeugdtoneel zal wagen, zal zeker het gemis aan documentatie ervaren. Hier is een grote taak weggelegd voor de overheid die naast de verschillende secties volkstoneel geen sectie jeugdtoneel kent. Teksten zowel als vastleggingen van toneelvoorstellingen (op b.v. foto's, film, video) zijn nu gedoemd te verdwijnen.

Na de grote opbloei van de jaren '78-'80 heeft de ‘generatie’ Barron/Mechtelly eigenlijk nauwelijks opvolging gekregen. De twee genoemden bleven zeer 7.) Nancy Mokkum & Leonore de Vries, Het beoordelen van jeugdliteratuur in Suriname, Paramaribo 1984, p. 6.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 151 actief, maar van hun ‘generatiegenoten’ uit 1978 werd op jeugdliteratuurgebied niets meer vernomen, terwijl er nauwelijks nieuwe auteurs van kinderboeken bij kwamen. Wel werd de oudere jeugd bedacht met enkele boeken van Rappa en Mani Sapotille (en ging Petronella Breinburg in het Engelse taalgebied haar eigen, succesvolle gang). Deze geringe activiteit mag vreemd genoemd worden, als we bedenken dat er blijkens de herdrukken van Surinaamse kinderboeken wel degelijk behoefte aan voor de jeugd geschikte boeken bestaat. De situatie van het Surinaamse literatuurbedrijf zoals eerder beschreven (m.n. het gebrek aan uitgeversfondsen) is hieraan debet. Persklare manuscripten liggen soms jarenlang te wachten op uitgave. Bij het uitgeven van jeugdboeken speelt echter nog een ander belangrijk obstakel mee: het illustreren. Het afstemmen van illustraties op bepaalde lezerscategorieën stelt bijzonder hoge eisen aan illustratoren. Slechts enkelingen kunnen aan die eisen voldoen en op hen - die het illustreren veelal als nevenactiviteit beoefenen - wordt een beroep gedaan dat hun mogelijkheden meestal te boven gaat. Produktie van jeugdliteratuur is er echter wel degelijk (de kranten laten er nu en dan wat van zien). Of die echter in substantiële mate in een voor de jeugd acceptabele boekvorm gepresenteerd kan worden, zal moeten worden afgewacht.

Bibliografische aantekeningen bij De jeugdliteratuur

Algemeen

Een eerste opzet van een geschiedenis van de Surinaamse jeugdliteratuur is: Leonore de Vries, ‘Jeugdlektuur/Literature for the youth in Suriname’; in: Suralco Magazine jrg. 1979, Vol. 11 nr. 3, pp. 5-10. Dit is het eerste deel van een artikel van Carmen Carrilho-Fazal Alikhan & Leonore de Vries getiteld ‘Jeugdlektuur in Suriname’, waarvan het tweede deel nooit werd gepubliceerd. Belangrijk zijn verder Het beoordelen van jeugdliteratuur voor Suriname (Paramaribo 1984) van Nancy Mokkum & Leonore de Vries en de inventarisatie Surinaamse kinderboeken, gestencilde uitgave van het Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport, samengesteld door het Jeugd Lektuur Projekt (Paramaribo 1982). Aanvullende informatie geven de stencils: - ‘Waarom Surinaamse kinderboeken’ van C. Carrilho-Fazal Alikhan (Paramaribo 1980); - ‘Wie schrijft verhalen voor onze kinderen!’ van het Minow, PVCB, Vakgroep Taal/Lezen (Paramaribo juni 1984).

Veel informatie geeft verder de Projektkrant Surinaamse kinderboeken, Rotterdam juni 1985. Naast een artikel van Ina van Peperstraten over het Surinaamse kinderboek in Nederland, bevat deze krant een interview met Paul Middellijn en veel gegevens over Surinaamse kinderboeken.

Jeugd Lektuur Projekt

Over het JLP is veel verschenen. We noemen:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Leonore de Vries, Jeugd Lektuur Projekt Wat is het?, Paramaribo 1979; - ‘Jeugdlektuurprojekt (JLP)’, stencil samengesteld door Leonore de Vries t.g.v. de discussieochtend over Surinaamse jeugdlektuur, CCS, 23 juli 1977; - ‘Wat is en wat wil het Jeugd Lektuur Projekt (JLP)?’, stencil van Leonore de Vries, 20 mei 1979; - L. de Vries, ‘Het stimuleren van het ontstaan van op Suriname afgestemde jeugdlectuur’

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 152

(memorandum opgesteld voor het CCN-bestuur in mei 1973), stencil Nieuw - Nickerie juli 1973; - ‘Communiqué R.P.D. no. 146 Onderwijs werkt aan eigen Surinaamse jeugdlectuur Diverse kinderboekjes reeds persklaar’, Paramaribo 1978.

Herkenning

Gerrit Barron, ‘Terug naar cassave’; in Adek 8e jrg., nr. 3, juli 1981, pp. 8-9. Een bewerkte versie van dit artikel verscheen onder de titel ‘Op naar cassave’ in Bro 1e jrg. no. 1, juni 1983, pp. 46-50. Verder: - ‘Interview met Gerrit Barron: Boeken kunnen de identiteit van een kind evengoed vernietigen’; in: Span'noe 11e jrg. 1984, nr. 6, pp. 29-32; - Gerrit Barron, ‘De funktie van het Kinderboek’; in: De Ware Tijd vrijdag 17 februari 1984.

Daarnaast: - NN., ‘Surinaamse jeugdlektuur’ in: De Vrije Stem 27-6-1978; - Alphons Levens, ‘Discussie over kinderliteratuur’; in: Pipel 30 jan. - 6 febr. 1981.

Over de jeugd in het revoproces: - Carla Tuinfort, ‘Rob Berghout en Paul Middellijn in discussie met Surinaamse jeugd’; in: De West dinsdag 9 april 1985.

Surinaamse kinderen in het Nederlandse onderwijs

- Wilma Smit, Ik weet wel wat voor jou het beste is verslag van een literatuurstudie en een onderzoek omtrent de onderwijssituatie van Surinaamse en Antilliaanse kinderen in het lager onderwijs in Friesland. Doktoraalskriptie Sub-fakulteit Sociale Wetenschappen, Leeuwarden 1984; - Willem Koot, Varina Tjon-A-Ten & Petrien Uniker Venema, Surinaamse kinderen op school, Muiderberg 1985.

Kinderen in het Surinaamse onderwijs

- Peter Haagoort & Henk Schotel, ‘Teksten in Sranan, Sarnami en Javaans op school’; in: OSO jrg. 1, nr. 1 (nieuwe serie), mei 1982, pp. 80-90;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Eddy Charry & Geert Koefoed, ‘Meertaligheid in de klas: kansen op ontmoetingen’; in: Eddy Charry, Geert Koefoed & Pieter Muysken (eds.), De talen van Suriname, Muiderberg 1983, pp. 209-216.

Jeugdtoneel

Franklin D. Lafour, ‘Kindermusical in Suriname’; in: Sticusa Journaal 2e jrg. no. 7, 31 dec. 1972, pp. 8-10.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 153

De Surinaamse literatuur in Nederland: een afzonderlijke literatuur?

spreken is zilver zwijgen is ‘ka

Eddy Pinas, ‘Julien Colijn’

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 155

Het contingent Surinaamse schrijvers in Nederland is behoorlijk groot, misschien wel groter dan het aantal auteurs in Suriname. De vraag dringt zich op of deze schrijvers tot de Surinaamse literatuur gerekend moeten worden en daarmee rijst de vraag naar de status van de literatuur van Surinaamse schrijvers in Nederland. Men zou kunnen veronderstellen dat deze vragen vooraf, in het theoretische deel van deze schets, beantwoord hadden moeten worden. De schets zelf heeft echter een aantal gegevens opgeleverd zonder welke men de vraag naar de verhouding tussen de Surinaamse literatuur in Suriname en in Nederland niet afdoende kan beantwoorden. Een aantal schrijvers in Suriname is geneigd de Surinaamse auteurs in Nederland niet tot de Surinaamse literatuur te rekenen. Hoewel redenen van emotionele aard hierbij zeker ook een rol spelen, motiveert men deze opvatting door te wijzen op de afwijkende omstandigheden waaronder deze auteurs werken, de afwijkende problematiek van hun werk en vooral: het feit dat veel auteurs zich permanent achter de laaglandse dijken hebben gevestigd. Het merendeel van de schrijvers in Nederland voelt zich Surinamer of Surinaamse Nederlander, belijdt zijn verbondenheid met Sranan, sluit de mogelijkheid van remigratie niet bij voorbaat uit en weet zich zodanig onderscheiden van het Nederlandse literaire gebeuren, dat het zich geen Nederlands literator voelt - dezelfde gewaarwordingen die ook door in Nederland woonachtige kunstenaars van andere origine ervaren worden.1.) Een auteur als Edgar Cairo spreekt dan van ‘Surinaamse minderhedenliteratuur’ (Lelu! Lelu!, 1984, p. 2). De voorstelling van zaken zoals Astrid Roemer die geeft, lijkt ons in ieder geval onjuist:

‘Het komt erop neer, dat de Surinaamse auteur de competitie met de Nederlandse auteur opgeeft, niet aankan, of niet - denkt - aan te kunnen en daarom probeert naar INHOUD en VORM literatuur te scheppen die niet vergelijkbaar is met wat DOORGAANS IN NEDERLAND voor LITERATUUR DOORGAAT, Literatuur Met Een Eigen Gezicht, die alleen beoordeeld en begrepen kan worden met de waarden en normen die de scheppers van deze literatuur zelf aandragen.’2.))

Roemer gaat duidelijk uit van een identificatie van Nederlandse en Surinaamse

1.) In een discussie over identiteit en cultuur tussen Oosteuropese Nederlanders, benadrukten alle deelnemers hun emotionele en historische band met hun land van herkomst en hun wens om op de hoogte te blijven van wat er zich op cultureel vlak in hun vaderland afspeelt. Ook verder zijn er opvallende parallellen met de ervaringen van Surinamers: het mythische beeld dat zij van het westen hadden vóór hun vertrek en de teleurstellingen over bepaalde zaken, de zelfgenoegzame opstelling van de Nederlanders, het er nooit helemaal bijhoren en het zich langzamerhand meer wereldburger dan burger van een staat voelen. De deelnemers noemden zich ‘Hongaarse, Roemeense enz. Nederlanders.’ In het verband van dit hoofdstuk is een uitspraak van de schrijfster Erika Dedinszky waard om te citeren: ‘Hongaarse kunstenaars die in het Westen wonen () worden ook gerekend tot het Hongaarse kultuurgebied’, een vaststelling die door de deelnemers van andere origine met verbazing werd ontvangen. Zie: Joanka Prakken & Dirk Vlasblom, ‘Bestaat er zoiets als Oost-Europa’ & ‘Kuituur; luxe-artikel of eerste levensbehoefte’; in: Oost Europa Verkenningen nr. 77, februari 1985, pp. 21-30 & nr. 78, april 1985, pp. 19-30. 2.) Astrid H. Roemer, ‘Een karikatuur van de Surinaamse literatuur of hoe Surinaamse auteurs overleven’; in OSO 1 (1982) nr. 1 (nieuwe serie), p. 37.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 156 auteurs en miskent daardoor die wezenlijk andere problematiek van het werk van de Surinaamse schrijvers en daarmee ook de (ten dele) andere wetten waaraan het werk van de Surinaamse auteur heeft te gehoorzamen. Waarin onderscheidt deze literatuur zich van de in Suriname geschreven literatuur? Een korte blik in de bundel Geluiden/Opo sten (1984) kan dit mogelijk verhelderen. Deze bloemlezing proza en poëzie van Surinaamse auteurs in Nederland geeft een ruime blik op het in Nederland geproduceerde werk, zij het geen complete inventarisatie daarvan (o.m. Cairo, Gangadin en Doelwijt ontbreken). De achterflap van de bundel vermeldt: ‘Geluiden uit een nieuwe bevolkingsgroep, een verrijking van de Nederlandse literatuur.’ Op deze, met een commercieel oog op de boekenmarkt vervaardigde aanduiding moeten we ons niet blindstaren. Zij vooronderstelt dat de Surinaamse literatuur een integrerend deel van de Nederlandse letteren uitmaakt en dat is maar zeer de vraag. Benny Ooft schrijft in het voorwoord: ‘De trend is dat Surinaamse dichters en schrijvers in Nederland, vanuit een alomtegenwoordig heimwee naar Suriname, met een grotere verbetenheid nieuwe dimensies, in de vorm van zelfanalyse, maatschappijkritiek, visie op een toekomst, aftasten, in een poging tot een definitief afscheid van het verleden.’ (p. 10) Als Ooft met dat afscheid een definitief afscheid van Suriname bedoelt, dan spreken de feiten hem tegen, want twee auteurs uit de bundel zijn al binnen één jaar na verschijnen ervan gerepatrieerd. Maar hij heeft natuurlijk wel gelijk, als hij uit wil laten komen dat velen in Nederland bezig zijn aan een (definitieve?) heroriëntatie. Sommigen willen de band met Suriname zo intact mogelijk laten. Anderen geven blijk van het besef dat de kaarten definitief zijn geschud; zo spreekt R.M. Marhé van het Sarnami als ‘deze Surinaamse en nu ook Nederlandse taal’.3.) Zetten we op een rijtje wat uit Geluiden/Opo sten gepuurd kan worden als typerend voor de Surinaamse literatuur in Nederland, dan valt allereerst op dat de meeste auteurs zich juist duidelijk willen profileren als Surinamers en dus: zich onderscheiden van Nederlandse auteurs. Dit geldt zowel voor de typografisch opvallende bijdrage van Guno Neus, waarin de orale uitdrukkingsvorm tot uiting gebracht wil zijn, als voor bijvoorbeeld de bijdrage in het Karaibisch van Robert Kiban. Voor allen geldt mutatis mutandis wat Cairo in zijn eerste stelling van Lelu! Lelu! (1984) zegt: ‘Ondanks een voortdurende noodzaak tot integratie en assimilatie (samensmelting tussen de bevolkingsgroepen in Suriname, aanpassing aan Nederland) mag het wezen van de zwarte kultuur in ons, negers, nooit verloren gaan. Dit is geen kwestie van konservatisme, maar van zelfbehoud en daarmee het behoud van eigen bestaansvoorwaarden.’ (p. 9) Dit zich afzetten tegen de overheersende cultuur is in Suriname uiteraard niet op deze wijze aan de orde. In de tweede plaats profileren bijna alle auteurs van Geluiden/Opo sten zich in de behandeling van themata die wij gegroepeerd hebben onder ‘De Holland-confrontatie’. Ook hier weer geldt dat die themata voor de Surinaamse schrijver in Suriname niet opportuun zijn. Een aantal auteurs uit de bloemlezing beschrijft daarbij situaties in een exclusief Nederlandse context: Benny Ooft en Chan Choenni rond drugsgebruikers, Amar Prim rond een jongen die bij een Nederlandse familie wordt ontvangen, Frapo rond woningnood, Satdip rond

3.) R.M. Marhé, Sarnami byākaran, 's Gravenhage 1985, p. 29.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 157 werkgelegenheid. Vervolgens valt op dat de Surinaamse auteurs in Nederland sterker individueel-psychologisch gericht zijn dan die in Suriname; men leze de bijdragen van Eugene Drenthe, Meiling Chen Sui Sui, Crofaja, Rosaliena Held, Julian With, John Sluisdom, Blaw Kepanki en Kenneth Echteld er maar op na. Ten aanzien van de taal kan men opmerken dat die zich wat het Nederlands betreft onderscheidt doordat die dichter tegen het ABN aan zit. Surinaams-Nederlandse wendingen ontbreken praktisch geheel. Het aantal taalfouten is (door eigen beheersing of door een strengere contrôle) kleiner dan men doorgaans in Surinaams werk aantreft. Bij de bijdragen in andere talen gaat het (met uitzondering van Kibans bijdrage) altijd om poëzie. De hindustanen, Satdip, Rabin Baldewsingh en Jit Narain, hanteren bewust het Sarnami. Aan de bijdragen in het Sranan tongo valt op dat er een taal gehanteerd wordt die ‘zuiverder’ is dan de alledaagse taal in Suriname. Paul Middellijn hanteert (trouwens ook in zijn voordrachten) ‘oude’ woorden die in de taal van elke dag door ‘nieuwe’ leenwoorden zijn vervangen: zijn ‘opolangi’ (p. 11) door ‘plane’ bijvoorbeeld. Alle niet in het Nederlands geschreven bijdragen aan Geluiden/Opo sten zijn van vertalingen voorzien; het spreekt voor zich dat deze noodzaak zich in Nederland sterker dan in Suriname doet gevoelen, wil men daar een groter publiek bereiken. In praktisch alle bij Nederlandse uitgeverijen verschenen boeken komt de lezer uitleg van begrippen tegen, die voor de Surinamer overbodig is. Dat de in Nederland geproduceerde Sarnamiliteratuur zich is gaan onderscheiden van die uit Suriname, vindt zijn bevestiging in een artikel van K. Bajnath over recente Sarnamiliteratuur4.)):

‘Wanneer we de Sarnámi-literatuur van Suriname met die van Nederland vergelijken, vallen een aantal zaken meteen op. De eerste categorie is vaak religieus, door de Indiase literatuur, geschiedenis en film beïnvloed, maar ook vindt men een grote liefde voor het vaderland Suriname. De tendens bestaat hier ook om in het Standaard Hindi te schrijven. De werken in de tweede categorie daarentegen zijn soms zelfs tegen de traditie, subtieler, in het nagenoeg gesproken Sarnámi, en staan in rechtstreeks verband met de realiteit van het dagelijkse leven.’

Toch raken deze vaststellingen niet het wezen van het onderscheid Surinaamse literatuur in Nederland - Surinaamse literatuur in Suriname. We zullen moeten kijken naar wat we in onze definitie (§ 1.2.4) hebben vastgelegd als ‘Surinaamse optiek’: een wijze van benaderen van de werkelijkheid waaruit een historisch bewustzijn spreekt, waarop op zo'n manier wordt voortgebouwd, dat men kan spreken van een uitbouw van het culturele erfgoed van Suriname. Allereerst kunnen we vaststellen dat zich langzamerhand een historisch bewustzijn bij de Surinamers in Nederland heeft gevormd, dat voor velen (de meesten?) niet meer identiek is, of nog maar gedeeltelijk identiek is aan het historisch bewustzijn van de Surinamers in Suriname. Mogen de diepere ‘roots’ van alle groepen Surinamers gelijk zijn, de levensgang van de Surinamers in de diaspora is toch wezenlijk anders geweest dan die van de Surinamers in het vaderland - dat geldt ook voor de categorie ‘pendelaars’: zij die

4.) K. Bajnath, ‘Recente Sarnámi-literatuur’ in Bhāsā jrg. 2, no. 3, juni 1985, p. 12.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 afwisselend een tijd in en buiten Suriname wonen (Helman is daarvan het beste voorbeeld).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 158

Die andere levensgang heeft het bewustzijn van de ‘uitgevlogen’ Surinamers bepaald, heeft dan ook hun visie op de werkelijkheid, hun mentaliteit, hun levenshouding mede bepaald; zij leven in een andere situatie, reageren (veelal defensief) op die situatie en schrijven ook voor het publiek in die situatie, vinden bij dat publiek ook herkenning. Anders dan Nicolas Guillèn die, ook al bevond hij zich in Buenos Aires, voor het Cubaanse publiek schreef en anders dan Aimé Cesaire die, in Parijs schrijvend, zich tot de zwarte bevolking van de Franse Antillen richtte, is het literaire produkt van Surinamers in de diaspora niet expliciet gericht op het leespubliek in Suriname. Dit alles geldt uiteraard in nog veel sterkere mate voor de overzee geborenen (de ‘tweede generatie’). Dat bewustzijn, die visie kan slechts geobserveerd worden aan de afgeleiden ervan in de vorm van aandachtsvelden, waarderingen, wijzen van observeren en specifieke vormen van manifesteren van die aandachtsvelden, waarderingen en observatiewijzen. We kunnen nu vaststellen dat een aantal individuen blijk geeft van een (historisch gefundeerd) bewustzijn op een wijze die afwijkt van die van de Surinamers in Suriname. Geen enkele bewustzijnsinhoud is gelijk aan een andere, maar de manifestaties ervan zijn dat tot op zekere hoogte wel. We stellen vast: een zekere mate van gelijkvormigheid in de bewustzijnsmanifestaties (of- representaties) van de Surinamers in Nederland en kunnen derhalve spreken van een groep, zeker mede gezien het feit dat die groep leeft onder vergelijkbare condities (i.c. als minderheid in een land waar niet-Surinamers de grote meerderheid vormen). Wij zijn niet bevoegd om uitspraken te doen over de psychologische structuur van Surinamers (en m.n. Surinaamse kunstenaars!) in Nederland en de verhouding van die structuur tot die van Surinamers in Suriname. Frantz Fanon heeft er voortdurend voor gewaarschuwd een link te leggen tussen het gedrag van de mens en zijn ras/huidskleur.5.)) Maar duidelijk is wel dat er vaak een sociologische, materialistische enz. invloed is - collectief of individueel - op de psyche en in het verlengde daarvan de denk- en zienswijze, van de mens uit de (voormalige) kolonie die naar het (voormalige) moederland is getrokken en dat die psyche, c.q. denk- en zienswijze derhalve afwijkt van de mensen die thuis bleven. Dit alles overziende is er reden om te spreken van een Surinaamse literatuur in Nederland die zich onderscheidt van zowel de Surinaamse als de Nederlandse literatuur en die noch tot de ene, noch tot de andere behoort. Het is een literatuur tussen twee vuren, om met Thea Doelwijt te spreken. Een literatuur op het wankele touw tussen een Surinaams en een Nederlands bevestigingspunt. Het verdient, gezien het bovenstaande, aanbeveling om van een afzonderlijke literatuur te spreken. Of men dan wil spreken van ‘de Surinaamse literatuur in de diaspora’ of van een ‘minderhedenliteratuur’ blijft een arbitraire zaak; men verkiest een term al naar gelang men het accent wil leggen op de afscheiding van de literatuur in Suriname, of de positie binnen de Nederlandse situatie. De vaststelling dat er zich tussen 1970 en 1985 een afzonderlijke Surinaamse literatuur in Nederland heeft ontwikkeld gaat radicaal in tegen die van Aldert Walrecht, die vijftien jaar geleden een schets van de Surinaamse literatuur gaf en vaststelde dat gescheiden culturen niet bevorderlijk zijn voor een

5.) Men vergelijke zijn Zwarte huid, blanke maskers, Amsterdam 19832, pp. 48-53.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 159 eigen zelfbewuste letterkunde.6.) De feiten hebben Walrechts opinie gelogenstraft: juist tegen de verdrukking in is er veel in Nederland geproduceerd; daarin kan een sterk argument gevonden worden om literatuur te zien als een groepsbewustzijn-representerend fenomeen, zoniet een groepsbewustzijn-creërend fenomeen.

Een andere vraag is of die literatuur dan onder de Surinaamse of Nederlandse literatuurgeschiedschrijving moet vallen. Wij geloven dat er, zolang er geen afzonderlijke beschrijving van de Surinaamse literatuur in Nederland plaatsvindt (en de tijd daarvoor lijkt nogal vroeg), termen aanwezig zijn om die beschrijving onder die van de Surinaamse literatuur te doen vallen. Afgezien van emotionele argumenten als de betrokkenheid van overzeese Surinamers bij hun moederland, zijn deze termen: - een linguïstische: onder Surinamers wijd verbreide talen als Sranan tongo en Sarnami zijn puur Surinaamse talen die buiten de Surinaamse groep in Nederland niet verstaan worden. De letterkunde in deze talen zou binnen de Nederlandse literatuurgeschiedschrijving een eersteklas Fremdkörper opleveren; - een historische: de invloed van Surinamers die voor kortere of langere tijd in Nederland verbleven is niet uit te vlakken in de geschiedenis van Suriname. Politiek behoort de Wie Eegie Sani-beweging tot de voorbereidende fase van Surinames zelfstandigheid. Hugo Pos schrijft: ‘De onafhankelijkheid is de staatkundige vorm van iets dat onweerstaanbaar van binnenuit is gegroeid. Juist omdat aan dat groeiproces Surinaamse studenten en arbeiders in Nederland hebben meegewerkt, daar de lusten en lasten van hebben gedragen, is het niet meer dan billijk dat de Surinaamse literatuur van vandaag wordt gezien als een gemeenschappelijke creatie van een groep bezielden, ongeacht hun min of meer toevallige woonplaats.’7.) Pos schreef dat in 1976 en in de tien jaar die sedertdien verstreken heeft de Surinaamse literatuur in Nederland zich dermate explosief ontwikkeld en geprofileerd, dat we - zoals we eerder betoogden - met recht van een afzonderlijke literatuur kunnen spreken. Ten aanzien van de kwestie of die Surinaamse literatuur in Nederland onder de Surinaamse literatuurgeschiedschrijving dient te vallen, blijven zijn woorden overeind als een zinvol argument-pro. De invloed vanuit Nederland op de Surinaamse literatuur is evenzeer van groot belang geweest. Mag het, cultuurpolitiek gesproken, opportuun lijken om de banden met in Nederland gevestigde Surinaamse schrijvers kritisch te bezien, de realiteit blijft dat deze auteurs deel uitmaken van Surinames (politieke) en cultuurpolitieke historie en dat zij daardoor nauw aan Suriname gelieerd zijn; - een analytische: de problematiek van de Surinaamse schrijver in Nederland is ten dele gelijk aan die van de auteur in Suriname, wijkt ten dele

6.) Aldert Walrecht, ‘Gescheiden culturen niet bevorderlijk voor eigen zelfbewuste letterkunde’; in: Eindhovens Dagblad 15 oktober 1968. 7.) H. Pos ‘Surinaamse literatuur werd geschreven door Ingezetenen & Ballingen’; in: Bzzlletin nr. 40, nov. 1976, pp. 13-15, Verg. p. 13.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 160

daarvan af. Maar ook dit afwijkende deel is slechts inzichtelijk voorzover het gerelateerd wordt aan Suriname. Het referentiekader van veel teksten ontbreekt voor wie die relatie niet legt en veel teksten ontberen dan inzichtelijkheid; - een internationale: de Surinaamse schrijvers in Nederland hebben een historie doorgemaakt die vergelijkbaar is met die van velen op de wereld en dan met name van schrijvers uit het Caribisch gebied en Afrika. De Engelssprekenden trokken voor kortere of langere tijd naar Londen, de Franssprekenden naar Parijs, de Spaanssprekenden naar Madrid of de voornaamste centra van Latijns-Amerika, de Nederlandssprekenden naar Amsterdam. Desalniettemin peinst men er niet over een George Lamming niet te zien als een Barbadiaanse schrijver en een V.S. Naipaul niet als een schrijver van Trinidad, hoewel de eerste lange tijd in London verbleef en de tweede er nog woont. Niemand beschouwt de Cubaan Nicolas Guillèn als een Argentijns auteur, al woonde hij lange tijd in Buenos Aires. Zo heeft het ook iets kunstmatigs b.v. Bea Vianen en Edgar Cairo tot de Nederlandse literatuur te rekenen; - een praktische: het zou bijzonder moeilijk zijn om de grenzen van een groep Surinaamse schrijvers in Nederland te bepalen. Het aantal pendelaars is in de loop der jaren zeer groot geweest. Gebundeld werk omvat dan vaak teksten uit verschillende perioden. Een consequente afbakening zou ongerijmdheden met zich meebrengen als het rekenen van Slory's eerste drie werken tot de Surinaamse literatuur overzee, de latere werken tot de ‘echte’ Surinaamse letteren, of het laten behoren van Shrinivāsi's werk tot de Surinaamse letterkunde met uitzondering van Om de zon (1972) dat in Curaçao geschreven werd. Het selecteren op ‘onderwerp van de literaire uiting’ (gaat die over Suriname of niet?) of ‘doelgroep’ stelt ons voor nog grotere problemen.

De hier aangehaalde termen op grond waarvan het verantwoorder lijkt de beschrijving van Surinaamse literatuur in Nederland onder die van de Surinaamse literatuur te laten vallen, kunnen met het verloop van de jaren (ten dele) hun geldigheid verliezen. Anno 1985 geeft deze benaderingswijze echter een goed analysemodel van beide groepen literaire werken in hun onderlinge samenhang, in het besef dat de jaren 1970-1985 het langzaam uit elkaar groeien van de twee groepen tot afzonderlijke literaturen te zien hebben gegeven. Hoe die verhouding zich verder zal ontwikkelen, daarover valt slechts te speculeren. Een wissel trekken op de toekomst is voor de literaire geschiedschrijving immers niet het uitgangspunt om haar werk naar behoren te kunnen doen.

Bibliografische aantekeningen bij De Surinaamse literatuur in Nederland: een afzonderlijke literatuur?

Een aantal opvattingen over wat Surinaamse literatuur is en welke gevolgtrekking daaruit gemaakt moet worden t.a.v. de status van de Surinaamse literatuur in Nederland, kwam reeds ter sprake in het eerste hoofdstuk. Bronvermelding aldaar.

Aan de daar besproken literatuur kan nog worden toegevoegd:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Edgar Cairo, Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (In de Knipscheer, Haarlem 1984); daaruit: de inleiding, m.n. pp. 21-26 en 69-98, waar Cairo ingaat op het begrip ‘minderhedenliteratuur’ en een essayistisch beeld van de Surinaamse schrijvers in Nederland

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 161

schetst; - Henk Jan Gortzak, Jere mi/‘Luister naar mij’ een boekje over Surinaams toneel in Nederland, bij de film ‘Tussen twee vuren’ (Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag 1984). Bespreekt verschillende typen toneel en toneelgroepen. Bevat adressenopgave van toneelgroepen.

Voor besprekingen van Geluiden/Opo sten: zie de Secundaire bibliografie in het Bibliografisch deel van dit boek.

Over de positie van Surinamers in Nederland: - Joan M. Ferrier, De Surinamers (Dick Coutinho, Muiderberg 1985, Migranten in de Nederlandse samenleving nr. 2); - Cecile Zandwijken, Surinamers op weg naar een bevrijd bewustzijn (Cultural Media Collective, Amsterdam 1981).

Over vrouwen: - Philomena Essed, Alledaags racisme (Feministische Uitgeverij Sara, Amsterdam 1984).

Historisch: - Fred Budike, Surinamers naar Nederland. De migratie van 1687-1982 (Amsterdam 1982). - een essay over ‘de Surinaamse exodus’ schreef R.F. Kross onder de titel ‘Nestvlieders in transito’ in Avenue van juli 1971 (pp. 116-117, 119, 121). - Gert Oostindie, ‘Kondreman in Bakrakondre’; in: Gert Oostindie & Emy Maduro, In het land van de overheerser; II Antillianen en Surinamers in Nederland, 1634/1667-1954 (Foris Publications, Dordrecht/Cinnaminson 1986, Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Land- en Volkenkunde, pp. 3-131) met o.m. hoofdstukken over de opkomst van het nationalisme (Wie Eegie Sanie enz.), Anton de Kom en Albert Helman.

Over retourmigratie: - F. Bovenkerk & W. Verschoor, ‘Retourmigratie van Surinamers en Antillianen’; in: Ph. J. Muus e.a. (eds.), Retourmigratie van Mediterranen, Surinamers en Antillianen uit Nederland (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag 1983, pp. 1-47).

Enige literatuur verschenen bij het ter perse gaan van dit boek

Over kolonialisme en psychologie in de letteren: - H. van Neck Yoder, ‘Calibans antwoord: de Caribische roman, haar noordelijke lezer en het kolonialisme’; in: Tirade 307 (november/december 1986) pp. 694-707. Van Neck Yoder geeft aan dat de verhouding van de Caribische romanschrijvers tot hun noordelijke lezers samengevat kan worden als die van

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 de kleurling Caliban tot de zich superieur gevoelende Prospero, de hoofdpersonages uit Shakespeares The Tempest. Hoe schrijvers met deze stereotypering willen afrekenen analyseert hij globaal aan de hand van werk van Helman, Cairo, Debrot, Vianen en Roemer. In de voetnoten van dit artikel is veel interessante literatuur m.b.t. dit onderwerp te vinden; - de werken van Frantz Fanon en enkele studies over hem zijn te vinden in de Bibliografische aantekeningen bij hfst. 5 Themata; - Octave J.D. Mannoni, Psychologie de la colonisation (Paris 1950). De Engelse vertaling van dit werk: Prospero and Caliban: The psychology of colonialization (vert. Pamela

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 162

Powesland, New York 1964); H. Hoetink, De gespleten samenleving in het Caribisch gebied; bijdrage tot de sociologie der rasrelaties in gesegmenteerde maatschappijen (Assen 1962); - H. Hoetink, ‘Race’ and Color in the Caribbean (Washington D.C. 1985); - Sylvia de Winter, ‘The Necessary Background’; in: Edward Baugh (ed.), Critics on Caribbean Literature (London 1978); - Hugo Pos, ‘Surinaams en Nederlands: de tweedeling van de Surinaamse literatuur’; in: De Gids 148 ste jrg. (1985), pp. 298 e.v.; - Edgar Cairo, ‘Disillusies’; in: De Tijd 7 juni 1985, p. 49.

Over de culturele dialoog: - Ineke Phaf, ‘De Caraibische verbeelding aan de macht’; in: Bzzlletin 143 (februari 1987) pp. 3-19 (zie de Bibliografische aantekeningen bij hfst. 3 Het literatuurbedrijf).

Over vrouwen: - Ineke Phaf, ‘Vrouwen en literatuur in het Caraibisch gebied’; in: Mineke Schipper (ed.), Ongehoorde Woorden (Weesp 1984, pp. 183-216).

Over theater: - Lieke van Duin, ‘Op zoek naar de synthese; Caraibisch theater in Nederland’; in: Bzzlletin 143, (februari 1987) pp. 104-112 (zie de Bibliografische aantekeningen bij hfst. 3 Het literatuurbedrijf).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 163

Deel II Bibliografisch materiaal

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 165

Bibliografie van alle als afzonderlijke publikatie verschenen primaire en secundaire literatuur over de periode 1970-1985

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 167

1. Criterium voor opname

In de Surinaamse literatuur is het begrip ‘uitgave’ een wijder begrip dan het westerse. Veel literair werk verscheen in eigen beheer in stencil- of in fotocopievorm, of op andere wijze gemultipliceerd. Dit werk buiten beschouwing laten, zou een onverantwoorde inperking van het corpus literaire teksten betekenen. Criterium voor opname is derhalve geweest: het op enigerlei wijze gemultipliceerd-zijn van een uitgave. Op dit criterium is slechts één uitzondering gemaakt: een in één exemplaar vervaardigd tekst- en fotowerk van Dorothee Wong Loi Sing. Typoscripten en manuscripten zijn dus niet opgenomen. Wel doctoraal- en andere scripties, voorzover achterhaalbaar. Opgenomen is alle achterhaalbare primaire en secundaire Surinaamse literatuur over de periode 1-1-1970 tot en met 31-12-1985 die als afzonderlijke uitgave is verschenen. Indien van een auteur, van wie in de betrokken periode literair werk verscheen, ook niet-literair werk gepubliceerd werd, dan is ook dat werk opgenomen. We sluiten daarmee aan bij de gangbare opvattingen over auteurs-bibliografieën. In een enkel geval (Heyde, Van Lier) betekende dit dat het niet-literair werk het literaire werk kwantitatief overtrof. Opgenomen zijn dus niet: bijdragen in kranten, tijdschriften, bloemlezingen e.d. Wel zijn opgenomen de literaire bloemlezingen die geheel of voor een belangrijk deel aan Suriname gewijd zijn, alsmede de literaire tijdschriften en de nummers van buitenlandse tijdschriften die geheel aan de Surinaamse literatuur gewijd waren.

2. Wat niet opgenomen is

Zoals hierboven reeds vermeld zijn de zgn. verspreide publikaties (in tijdschriften enz.) niet opgenomen. Evenmin is opgenomen propagandamateriaal (reclame-affiches voor boeken, affiches en uitnodigingskaarten voor literaire avonden, reclamefolders e.d.). Een moeilijkheid vormden vele uitgaven die zitten op de grens van essayistiek en religie. Waar het om studies ging die als letterkundig aangemerkt kunnen worden, zijn deze wel opgenomen. Theologische exegesen zijn echter weggelaten, alsook vertalingen van Bijbel, Koran, Veda's etc. (Deze zijn uiteraard wel opgenomen, wanneer ze van de hand zijn van auteurs die ander, letterkundig werk op hun naam brachten.) Voor een aantal twijfelgevallen gold dat er de voorkeur aan werd gegeven wel tot opname over te gaan. Van auteurs die vóór 1970 wel literair werk uitbrachten, maar na 1970 enkel niet-literair werk als afzonderlijke uitgave (Benny Ooft, Coen Ooft, Titjari) is geen werk opgenomen. Er is nogal wat werk van niet-Surinamers dat over Suriname gaat of dat zich in Suriname afspeelt. We noemen Henk Barnard, Paul De Bièvre, Joop van den Broek, J.B. Charles, H. Crompvoets, Rudie Kagie, Rein en Linette Nijenhuis, Steven de Recht, Bella Teloor, Henk van Teylingen, Tonko Tonckens, A.C.W. van der Vet, Gerard Villiers en J. van de Walle. Hun werk behoort o.i. niet tot de Surinaamse literatuur. Omdat dit boek een documentatie is, wil het echter niet alle discussies

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 beslechten. Het in Suriname geproduceerde werk van enkele auteurs van Nederlandse origine die reeds lang in Suriname wonen, is derhalve wel opgenomen: J.E. Bazuin, G.H. Kroes, B. Roelofs. Hetzelfde geldt voor enkele uitgaven van Anansi-verhalen door niet-Surinamers.

3. Rangschikking

Per auteur zijn de uitgaven chronologisch gerangschikt. Indien van een auteur meer dan één uitgave in een jaar verscheen, zijn de uitgaven voor dat jaar gerangschikt op de eerste letter van de titel (lidwoorden meegerekend), tenzij uit de uitgaven of uit mededelingen van een

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 168 auteur bleek dat er een andere volgorde van verschijnen heeft bestaan.

4. De opgenomen gegevens

Indien een uitgave een titelpagina bezit, zijn de gegevens voorzover mogelijk gebaseerd op die titelpagina. Ontbreekt die, dan zijn de gegevens gebaseerd op het omslag. Geeft ook die schrijver en titel niet, dan wordt tussen vierkante haken aangegeven waar de gegevens dan vandaan komen. Wijkt de titel op het omslag af van die op de titelpagina, dan wordt dit vermeld. In de vetgedrukte kopjes zijn opgenomen: de zo volledig mogelijke namen van een auteur, het gebruikte pseudoniem (ps. - ) of de werkelijke naam (ps. van - ). In de titelbeschrijving wordt telkens gegeven: - auteursnaam; - titel; - eventuele ondertitel; - genre-aanduiding (roman, novelle enz.); - uitgever; - plaats van een uitgave (ontbreekt deze, dan staat er: z.p. = zonder plaats); - jaar van uitgave (ontbreekt dit, dan staat er: z.j. = zonder jaar); - reeks of serie waarin de uitgave is verschenen; - aanduiding van de aard van het werk volgens de volgende codering: G - gedichten N - niet-essayistisch of niet-kritisch proza dat per afgerond geheel de 64 blz. niet overschrijdt P - niet-essayistisch of niet-kritisch proza dat per afgerond geheel de 64 blz. overschrijdt E - essayistisch of kritisch proza T - toneelwerk X - werk dat niet onder bovengenoemde categorieën valt.

Alle toevoegingen die niet onder het bovenstaande vallen en alle gegevens uit andere bronnen dan het boek zelf, staan tussen vierkante haken [ ].

5. Is de bibliografie compleet?

De bibliografie is niet compleet, echter wel zo compleet mogelijk. a) Van sommige boeken hebben wij een vermelding gevonden, zonder dat het boek zelf te achterhalen was. In die gevallen zijn de gegevens soms incompleet. b) Veel uitgaven hebben ons langs dermate vreemde wegen bereikt, dat het niet anders kan of er moeten nog meer curieuze, in kleine oplage vervaardigde uitgaven zijn die niet in openbare collecties zijn te vinden.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Voor aanvullingen en verbeteringen houden wij ons graag aanbevolen.

6. Hoe een volledige auteursbibliografie samen te stellen

Stel: een auteur heeft ook reeds vóór 1970 gepubliceerd en er moet een bibliografie van die auteur worden samengesteld. De vraag rijst dan hoe dat het snelst kan gebeuren, aangezien deze documentatie enkel de jaren 1970-1985 beslaat. We verwijzen daarvoor naar de hieronder, onder 8., genoemde bibliografieën van Sticusa en van Nagelkerke (1940-1980) die in ieder geval de belangrijkste publikaties, zeker van de meer bekende auteurs geven. Die van Sticusa kent afdelingen Letterkunde en Jeugdlectuur, die van Nagelkerke is niet thematisch

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 169 ingedeeld.

7. Geraadpleegde bibliotheken en collecties

Deze bibliografie baseert zich op collecties van de volgende personen en instanties: Jnan Adhin Alf onsparochie Algemene Culturele Zaken MINOW, sectie Literatuur Algemene Onderwijs Bibliotheek Gerrit Barron Michel Berchem Boekhandel Univers

Linde & Waldie Breeveld Bureau Openbare Gezondheidszorg CCS Theo Damsteegt Lydia Emanuels Orlando Emanuels E.D. Essed-Fruin Henna Goudzand Hindi Parishad Romeo Grot I.O.L. Boekenafdeling Kersten Klooster Petrus en Paulus KOB Carla Lont MINOW/Cultuurstudies MINOW/Documentatiecentrum Albert Mungroo Ruud Mungroo Paul en Linda Nijbroek Robby Parabirsing Peter Potter Stanley Slijngard SWI Summer Institute of Linguistics Mechtelli Tjin A Sie Universiteitsbibliotheek VACO Fred Verhees De Volksboekwinkel Leonore de Vries Marijke Waagmeester-Verkuijl

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 E.W. Wong Loi Sing

Het is ondoenlijk om alle auteurs te vermelden die gegevens verschaften over hun boeken. Allen hartelijk dank.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 170

8. Bibliografieën

A. Algemeen

- Bibliografie van Suriname. Nederlandse Stichting voor Culturele Samenwerking met Suriname en de Nederlandse Antillen, Amsterdam-Zuid 1972. - Hedwich Liefde & Tjebbe van Tijen (eds.) Wan pasi na ini a busi fu pikin buku fu Sranan. Een ontdekkingsreis in het woud van kleine publikaties over Suriname. Uitgave: Stichting Wetenschappelijke Informatie, Paramaribo 1980. - René Mevis. Inventory of Caribbean Studies. An overview of social research on the Caribbean conducted by Antillean, Dutch and Surinamese scholars in the period 1945-1973. Department of Caribbean Studies, Royal Institute of linguistics and Anthropology, Leiden 1974. - G.A. Nagelkerke. Literatuur-overzicht van Suriname vanaf de 17e eeuw tot 1940. Literatuur aanwezig in de bibliotheek van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde te Leiden. Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, Bibliotheek, Leiden 1972. - Gerard A. Nagelkerke. Suriname. A Bibliography 1940-1980. Department of Caribbean Studies, Royal Institute of Linguistics and Anthropology, Leiden. Smits Drukkers-Uitgevers BV, The Hague 1980. - Th.M.P. Oltheten. Inventory of Caribbean Studies. An overview of social scientific publications on the Caribbean by Antillean, Dutch and Surinamese authors in the period 1945-1978/79. Department of Caribbean Studies, Royal Institute of Linguistics and Anthropology, Leiden. Smits Drukkers-Uitgevers BV, The Hague 1979. - Louis Shanks (ed.), Catalogus 1986 Catalog. Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1986.

B. Literair

- Peter Potter. Een overzicht van de moderne Surinaamse literatuur, doktoraalskriptie Den Haag 1982, pp. 88-95. Kritisch te hanteren. - Surinaamse kinderboeken. Samenstelling Jeugd Lektuur Projekt, Afd. Algemene Culturele Zaken, Sektie Literatuur, Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport, z.p. [Paramaribo] 1982. (Gestencild.)

Er zijn nog wat bibliografieën verspreid opgenomen in uitgaven, doch deze zijn zo weinig substantieel of zo slordig dat ze hier geen vermelding behoeven.

St. Aalders

0001 St. Aalders. Rabindranath T Tagore. Chitra. Ingeleid en

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 bewerkt door Dr -. Paramaribo 1971. [Tekst achterflap: Shrinivâsi. ]

Jnan Hansdev Adhin

0002 J.H. Adhin. Het X genocide-verdrag en de Surinaamse wetgeving. Overdruk uit: Tijdschrift voor Strafrecht deel LXXIX, 2, 1970. E.J. Brill, Leiden 1970. [Pp. 86-98.] 0003 J.H. Adhin. Stuiting in het Surinaamse huwelijksrecht. Overdruk uit de bundel ‘Uit het recht’, rechtsgeleerde opstellen aangeboden aan mr. P.J. Verdam, Kluwer, Deventer

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 171

1971. [Pp. 321-334.] 0004 J.H. Adhin. De E immigratie-dag van Suriname: 5 juni. Overdruk uit: Nieuwe West-Indische Gids 48ste jaargang (1971), no. 2/3 december. Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage 1971. [Pp. 206-219.] 0005 J.H. Adhin, J [aap] X Tuinman, C[ornelis] J. de Witte met medewerking van G.D. Jonker. Nederlands voor de kleuter in Suriname. Handleiding 1 met geluidsband. Wolters-Noordhoff NV, Groningen 1972. [Insprekers geluidsband: Rita Pool-Wolff, Astrid Campagne, Betty May, Rik Campagne, Errol Baldew, Margriet Emanuels, Trudy Libosan, Ed Lautenschlager.] 0006 [Jnan Hansdev Adhin, Jaap X Tuinman, Cornelis J. de Witte. ] Nederlands voor de kleuter in Suriname. Plaatjes voor een praatje 1. Wolters-Noordhoff, z.p. z.j. [Groningen 1972] [Uit de serie ‘Nederlands voor de kleuter in Suriname’ samengesteld door Adhin, Tuinman en De Witte, is dit een deeltje dat enkel bestaat uit illustraties van I.R. Dilrosun.] 0007 J.H. Adhin. Discussienota X ten behoeve van de Staatsrechtelijke Werkgroep der Koninkrijkscommissie.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Paramaribo 1972. [Gestencilde brochure. Titel en auteursnaam met de hand op het omslag geschreven, met de toevoeging: ‘(1 augustus 1972)’.] 0008 J.H. Adhin. 100 Jaar E Suriname. Gedenkboek i.v.m. een eeuw immigratie (1873-5 juni - 1973). Onder redactie van Dr. Mr. Drs. - Uitgegeven door de Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie, Paramaribo 1973. [Beschouwingen van Drs. D.A. Hooghart, Dr. J.P. Kaulesar Sukul, Drs. J. Michels, Dr. Mr. Drs. J.H. Adhin, Prof. Dr. E. van der Kuyp, F.W. van Amson M.Sc, Dr. Ir. J. Ruinard, Ch.W.R. Lont, R. Ravales [sic], H. van Binnendijk, N. Hatterman, E.Ch. Sprangers, J.Th. Nelom, J. Douglas.] 0009 J.H. Adhin. Honderd jaar E onderwijsontwikkeling in vogelvlucht. Overdruk uit het gedenkboek Een eeuw immigratie. Paramaribo, 5 juni 1973. [Hoewel de titelpagina vermeldt dat het hier om een overdruk gaat, is er sprake van een als afzonderlijke uitgave verzorgde tekst met een voorwoord en een eigen paginanummering. De titel van het gedenkboek luidt ‘100 Jaar Suriname’; in deze, door de Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie uitgegeven uitgave beslaat deze tekst de pagina's 85-125.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0010 J.H. Adhin. Honderd jaar E rechtsontwikkeling in vogelvlucht. Overdruk uit het gedenkboek Een eeuw immigratie. Paramaribo, 5 juni 1973. [Hoewel de titelpagina vermeldt dat het hier om een overdruk gaat, is er sprake van een als afzonderlijke uitgave verzorgde tekst met een voorwoord en een eigen paginanummering. De titel van het gedenkboek is ‘100 Jaar Suriname’; in deze, door de Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie uitgegeven uitgave beslaat deze tekst de pagina's 39-82.] 0011 J.H. Adhin, J[aap] G/X Tuinman, C[ornelis] J. de Witte. Langs de Waterkant 1. Uitspraakoefeningen, zangversjes, speelliedjes, opzegversjes bij Nederlands voor de kleuter in Suriname. Ontworpen, verzameld en samengesteld door - met muzikale medewerking van L.F.A. Heinemann. Wolters-Noordhoff NV, Groningen 1973.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 172

0012 J.H. Adhin. J [aap] G/X Tuinman, C[ornelis] J. de Witte. Langs de Waterkant 2. Zangversjes, speelliedjes, opzegversjes, uitspraakoefeningen bij Nederlands voor de kleuter in Suriname. Ontworpen, verzameld en samengesteld door - met muzikale medewerking van L.F.A. Heinemann. Wolters-Noordhoff BV, Groningen 1973. 0013 [J.H. Adhin, J. Jaap X Tuinman, C.J. de Witte.] Het Nederlands in Suriname. Wolters-Noordhoff BV, Groningen z.j. [1973]. [Brochure met informatie over de taalmethodes voor het onderwijs in Suriname en over de auteurs, illustrator en muzikaal medewerker.] 0014 J.H. Adhin, J [aap] X Tuinman, C [ornelis] J. de Witte. Nederlands voor de basisschool in Suriname. 1 Voorloper. Voor het aanvankelijk taalonderwijs. Wolters-Noordhoff BV, Groningen 1973. [Leerlingenboek.] 0015 J.H. Adhin, J[aap] X Tuinman, C [ornelis] J. de Witte. Nederlands voor de basisschool in Suriname. 1 Voorloper. Voor het aanvankelijk taalonderwijs. Handleiding. Wolters-Noordhoff BV, Groningen 1973

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0016 J.H. Adhin, J[aap] X Tuinman, C[ornelis] J. de Witte. Nederlands voor de kleuter in Suriname. Handleiding 2 met geluidsbanden. Wolters-Noordhoff BV, Groningen 1973. [Insprekers geluidsbanden: Rita Pool-Wolff, Guillaume Pool, Astrid Campagne, Betty May, Maikel Wolff, Roger Alwart.] 0017 J.H. Adhin, Jaap Tuinman, X C[ornelis] J. de Witte. Paloeloe 1. Een methode voor het aanvankelijk leesonderwijs door -. Wolters-Noordhoff BV, Groningen 1973. Nederlands voor de basisschool in Suriname. 0018 J.H. Adhin, J[aap] X Tuinman, C[ornelis] J. de Witte. Plaatjes voor een praatje 2. Nederlands voor de kleuter in Suriname. Wolters-Noordhoff BV, Groningen 1973. [Deel met illustraties van I.R. Dilrosun, met toelichtende teksten.] 0019 J.H. Adhin. Summier X Commentaar op Concept-Grondwet. Paramaribo 1975. [Brochure vermenigvuldigd in fotocopievorm. Titel en auteursnaam met de hand op het omslag geschreven, met de toevoeging: ‘(september 1975)’.] 0020 J.H. Adhin. Surinamisering X van het huwelijksrecht. Overdruk uit: Nieuwe

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 West-Indische Gids 50ste jaargang (1975), no. 2/3 september. Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage 1975. [Pp. 77-88.] 0021 J.H. Adhin. Het E hindoe-huwelijk. Achtergronden, inhoud en betekenis van het huwelijksritueel. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1976. 0022 Jnan H. Adhin [samenstelling]. Lekhmala. Verzameling artikelen uit Dharm-Prakash Jaargang 1 (juli 1975 - juni 1976). Deel 1. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1976. [Met een ‘Ten geleide’ van de Redactie van Dharm-Prakash: Haldhar Mathurapersad en Vijay J. Kirpalani. Beschouwingen van Jnan H. Adhin, Vijay J. Kirpalani, Chitra Radhakishun, L.N. Pahladsingh, R.M. Nannan Panday, Ram Mohan Tewari, H.S. Adhin, Manu-Smriti (vertaald door J.H. Adhin), Mevr. R. Radhakishun-Ramlakhan, B. Biharisingh, R. Kamtasingh, Nazir (vertaald door J.H. Adhin), Pt. Haldhar Mathuraper-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 173

sad. Verschillende uitgaven E met omslagen in diverse kleuren.] 0023 Jnan H. Adhin. [Gosvami G Tulsidas'] Shri Hanuman-Chalisa en Sankat-Mochan Hanumanashtak. Vertaald, ingeleid en toegelicht door -. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1976. [Devanagarischrift; romanisering en Nederlandse vertaling van Adhin.] 0024 J.H.A. Chautal & Ulara - G Shubh Holi. Overdruk uit: Dharm Prakash, Jaargang II, no. 8, februari 1977. z.p. [Paramaribo] 1977. [Chautal in Devanagarischrift, met geromaniseerde spelling en Nederlandse vertaling; Ulara in geromaniseerde spelling met Nederlandse vertaling.] 0025 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H. Adhin. Shri Sanātan Dharm Karmkānd Prakash. [Gecompileerd door -, met medewerking van -.] Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1977. [Teksten voor diverse ceremoniën (vereringsrituelen) in Sanskrit en Hindi, in Devanagarischrift.] 0026 Jnan H. Adhin E [samenstelling.] Lekhmala. Verzameling artikelen uit Dharm-Prakash Jaargang 2 (juli 1976 - juni 1977).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Deel 2. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1977. [Met een ‘Ten geleide’ van de Redactie van Dharm-Prakash: Haldhar Mathuraprasad en Vijay J. Kirpalani. Beschouwingen van Jnan H. Adhin, Vijay J. Kirpalani, L.N. Pahladsingh, Shew S. Radhakishun, N. Waagmeester, Indra Pahladsingh, Mevr. Roshni Radhakishun-Ramlakhan, Chitra Radhakishun.] 0027 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H. Adhin. Shri Sanātan Dharm Vivāh-Paddhati. [Gecompileerd door -, met medewerking van -.] Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1977. [Teksten voor het huwelijksritueel in Sanskrit en Hindi in Devanagarischrift, met geromaniseerde spelling en Nederlandse vertaling.] 0028 Jnan H. Adhin. E Dharm-Karm. Inleidende ethische beschouwingen. Uitgever Dharm-Prakash, Paramaribo 1978, 19802. 0029 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H. Adhin. Sandhyopāsanā-Vidhi. [Gecompileerd door -, met medewerking van -.] Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1978. [Teksten voor het dagelijks ritueel in Sanskrit en Hindi in Devanagarischrift, met geromaniseerde spelling.] 0030 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H. Adhin. Tarpan-Vidhi.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Gecompileerd door -, met medewerking van -.] Uitgever Dharm-Prakash, Paramaribo 1978. [Teksten ten bate van overledenen, in Sanskrit en Hindi, in Devanagarischrift.] 0031 J.H. Adhin e.a. Langs de G/X Waterkant 1. Uitspraakoefeningen, zangversjes, speelliedjes, opzegversjes bij Nederlands voor de kleuter in Suriname door -. VACO Uitgeversmaatschappij, Paramaribo 19792 [1e druk: 1973]. [Mede-auteurs: J. Tuinman en C.J. de Witte; muzikale medewerking: Leo Heinemann. Voorwoord en omslag wijken af van de eerste druk. ] 0032 J.H. Adhin e.a. Langs de Waterkant 2. Zangversjes, speelliedjes, opzegversjes, uitspraakoefeningen bij Nederlands voor de kleuter in Suriname door -. VACO Uitgeversmaatschappij, Paramaribo 19792 [1e druk: 1973].[Mede-auteurs: J. Tuinman en C.J. de

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 174

Witte; muzikale G/X medewerking: Leo Heinemann. Voorwoord en omslag wijken af van de eerste druk.] 0033 Jnan H. Adhin. Namavali. E/X Lijsten van jongens- en meisjesnamen. Samengesteld en ingeleid door -. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1979. [Uitgegeven in het kader van het Internationaal Jaar van het Kind 1979. Met een ‘ten geleide’ van Pt. Haldhar Mathuraprasad.] 0034 J.H. Adhin e.a. Plaatjes X voor een praatje 1. Nederlands voor de kleuter in Suriname. Door -. VACO Uitgeversmaatschappij, Paramaribo 19792. [1e druk 1972]. [Dit is het deel van ‘Nederlands voor de kleuter in Suriname’ met illustraties van I.R. Dilrosun. Mede-auteurs van de methode: Jaap Tuinman en Cornelis J. de Witte. Omslag wijkt af van de eerste uitgave; in de eerste uitgave komt geen titelpagina voor.] 0035 J.H. Adhin e.a. Plaatjes X voor een praatje 2. Nederlands voor de kleuter in Suriname. Door -. VACO Uitgeversmaatschappij, Paramaribo 19792. [1e druk: 1973]. [Deel uit de methode ‘Nederlands voor de kleuter in Suriname’

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 met illustraties van I.R. Dilrosun, met toelichting. Mede-auteurs van de methode: Jaap Tuinman en Kees de Witte. Omslag wijkt af van de eerste uitgave.] 0036 Pt. Haldharprasad Sharma G/N [en anderen]. Bhajan-Prakash. [Verzameld door -.] Uitgever: Dharm Prakash, Paramaribo 1979. [Verzameling bhajans (stichtelijke liederen), mantras en shlokas (Sanskritteksten), in Sanskrit en Hindi, in Devanagarischrift; geromaniseerd (en enkele in het Nederlands vertaald) door Jnan Hansdev Adhin.] 0037 J.H. Adhin. Enkele X Gedachten over Bestuur en Staat. z.p. [Paramaribo] 1980. [Brochure vermenigvuldigd in fotocopievorm. Titel en auteursnaam met de hand op het omslag geschreven, met de toevoeging: ‘(31 maart 1980’.] 0038 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H. Adhin, Dharm-Prakāsh Pañnchāng 1981. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1980. [Astronomische en astrologische almanak in Hindi, Devanagarischrift.] 0039 Jnan H. Adhin. G [Brajmohan's] Shiv-Chalisa. Vertaald, ingeleid en toegelicht door -. Uitgever: Dharm-Prakash,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Paramaribo 1981. [Devanagarischrift, romanisering en Nederlandse vertaling van Adhin.] 0040 Jnan H. Adhin. G [Brajmohan's] Durga-Chalisa. Vertaald, ingeleid en toegelicht door -. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1981. [Devanagarischrift, romanisering en Nederlandse vertaling van Adhin.] 0041 Pt. Haldhar Mathuraprasad E/G & Jnan H. Adhin [samenstelling.] Shubh Holi. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1981. [Beschouwing van Jnan H. Adhin; chautals, ulara's en dhamari's in Devanagarischrift (deels geromaniseerd en in het Nederlands vertaald door Jnan H. Adhin).] 0042 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H. Adhin. Dharm-Prakāsh Pañnchāng 1982. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1981. [Astronomische en astrologische almanak in Hindi, Devanagarischrift. ]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 175

0043 Jnan H. Adhin & Pt. X Haldharprasad Sharma. Divali 1982. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1982. [Ten geleide van Dr. Mr. Drs. Jnan H. Adhin; Boodschappen van Mr. L.F. Ramdat Misier, B.P. Sinha (in Hindi (Devanagarischrift) en Engels), Dr. R.M. Nannan Panday, Bestuur Shri Krishna Mandir, Mgr. A. Zichem. Pt. Haldharprasad Sharma (Devanagarischrift); Beschouwingen van Jnan H. Adhin; Poëzie van Mej. Rashmi en Ramanand Doshi (Devanagarischrift); Traditionele poëzie in Devanagarischrift (met geromaniseerde spelling door Jnan H. Adhin).] 0044 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H. Adhin. Dharm-Prakāsh Pañchāng 1983. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1982. [Astronomische en astrologische almanak in Hindi, Devanagarischrift.] 0045 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H. Adhin. Shri Sahātan Dharm Karmkānd Prakāsh. [Gecompileerd door -, met medewerking van -.] Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 19832 [herziene editie met afwijkend omslag; 1e editie: 1977]. [Teksten

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 voor diverse ceremoniën (vereringsrituelen) in Sanskrit en Hindi, in Devanagarischrift.] 0046 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H. Adhin. Dharm-Prakāsh Pañchāng 1984. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1983. [Astronomische en astrologische almanak in Hindi, Devanagarischrift. ] 0047 J.H. Adhin X [commissievoorzitter]. Preliminair rapport van de evaluatie-commissie hoger kunst- en cultuuronderwijs. Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, Paramaribo 1984. [Commissie bestaande uit: J.H. Adhin, W.T. Sandriman, J. Krishnadath, R. Getrouw, A. Kramp, K. Ramsundersingh, L. Monsels-Thompson, S. Gobardhan-Rambocus.] 0048 Pt. Haldharprasad Sharma G & J.H. Adhin. Shrimad-Bhagavad-Gitā. [Gecompileerd door -, met medewerking van -.] Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1984. [Sanskrit-en Hindi-tekst, in Devanagarischrift.] 0049 J.H. Adhin X [commissievoorzitter]. Rapport van de commissie integratie I.O.L.-academie. Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, Paramaribo 1984. [Commissie bestaande uit: Dr. Mr. Drs. J.H. Adhin,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 O.F. van Amson, Drs. E.D. Essed-Fruin, R.J. Getrouw, Drs. J.R.P. Krishnadath.] 0050 J.H. Adhin X [commissievoorzitter]. Romaanse spelling van het Sarnámi. Rapport van de spellingscommissie Sarnámi. Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, Paramaribo 1984. [Commissie bestaande uit: Dr. Mr. Drs. J.H. Adhin, Mej. Drs. S. Kishna, Drs. K. Bajnath, Mej. A.L. Bosch, Dhr. M.A. Nabibaks. Met poëzie van Sabalsingh, Munshi Rahmán Khán en Shrinivasi en proza van Rabin S. Baldewsingh in oorspronkelijke spelling en in door de commissie voorgestelde spelling.] 0051 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H. Adhin. Dharm-Prakāsh Pañchāng 1985. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1984. [Astronomische en astrologische almanak in Hindi, Devanagarischrift.] 0052 Pt. Haldharprasad Sharma & J.H. Adhin. Shri Sahātan Dharm Antyeshti-Sanskār-Vidhi. [Gecompileerd door -, met medewerking van -.] Uitgever: Dharm-Prakash, Paramari-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 176

bo 1985. [Teksten voor het X overlijdensritueel in Sanskrit en Hindi, in Devanagarischrift.] 0053 Pt. Haldharprasad Sharma X & J.H, Adhin. Dharm-Prakāsh Pañchāng 1986. Uitgever: Dharm-Prakash, Paramaribo 1985. [Astronomische en astrologische almanak in Hindi, Devanagarischrift.]

Chinua Afanti (ps. van John Doornkamp)

0054 Afanti. Lobi ten. Gedichten G van -. z.p. [Paramaribo] 1970. 0055 Chinua Afanti. Fri mi jeje G 1 juli 1971. z.p. [Paramaribo] 1971. [Vouwblad] 0056 Chinua Afanti. Fri Sranan G/N 1975. Proza en poëzie. Uitgever: Shopping Centre (Moengo), Paramaribo 1975. [Ter inleiding: Ewald Sluisdom.]

Akanamba (ps. van Arthur A.M. Licht)

0057 Akanamba. Alassa. z.p. z.j. G 0058 Akanamba. Apaki. Door -. G Tot betere intermenselijke relaties in Suriname, z.p. z.j. [ca. 1978].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0059 Akanamba. Koejake. z.p. G z.j. [Gestencilde uitgave.] 0060 A.A.M. Licht. Marron, E Marronage. Strijd om de vrijheid. Paramaribo 1978. 0061 Akanamba. Mutjamah G (regenboog). z.p. z.j. [Diverse uitgaven met verschillend gekleurde omslagen.] 0062 Akanamba. Ventu (wind). G z.p. [Paramaribo] z.j. [Diverse uitgaven met omslagen in verschillende kleuren.]

Izaak Albitrouw

0063 Izaak Albitrouw. Tori foe E da bigin foe Anake. Verslag van een messianistische beweging door -. Bewerkt en ingeleid door Miriam Sterman gebaseerd op een vertaling en transcriptie van Roelien van Es-Redmond. Centrum voor Caraïbische Studiën Rijksuniversiteit Utrecht, Utrecht 1978. Bronnen voor de Studie van Bosneger samenlevingen Deel 2. 0064 Izaak Albitrouw. E Zendingsarbeid in Aurora onder de Saramaka Bosnegers van 1891 tot 1896. Bewerkt en ingeleid door Miriam Sterman. Centrum voor Caraïbische Studies/Instituut voor Culturele Antropologie Rijksuniversiteit Utrecht, Utrecht 1979. Bronnen

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 voor de Studie van Bosneger samenlevingen 3. [Redactie: Prof. Dr. R.A.J. van Lier, Prof. Dr. H.U.E. Thoden van Velzen.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 177

Goelam Rasoel Alladien

0065 Goelam Rasoel Alladien. G/E Mohammed De Roem Der Werelden. Een verzameling lofzangen ter ere van Allah's boodschapper. Paramaribo 1973. [Geromaniseerde Urduen Arabische gezangen met Nederlandse vertaling, afkomstig uit de zangbundels Mielaad Akbar, Mouloed Madjiedie, Naghmae Ishq en Goelaab ka Phoel, en van de hand van de samensteller. Inleiding van Maulana Qadri.] 0066 G.R. Alladien. De baby en E zijn naam in de Islam. Door - Imaam van de Hoofdmoskee van Suriname, ex-godsdienstleraar bij de A.M.S. en het Lyceum te Paramaribo. Uitgegeven door: de Imaam v/d Surinaamse Moeslim Associatie, Paramaribo 1975. 0067 G.R. Alladien. Gezegden N van de Heilige Profeet Mohammed. Door -. Uitgegeven door: de Imaam v/d Surinaamse Moeslim Associatie, Paramaribo 1975.

Nardo Aluman

0068 Nardo Aluman. Atamygano G Warery. Pyjai liederen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Samenstelling Oemari. Vertaling-. Uitgave: Culturele Organisatie Oemari, Galibi, Paramaribo 1985. [Voorwoord: Nardo Aluman.]

R-N. S. Aluman

0069 R-N. S. Aluman. N Kywethtokon/Ons land. Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1972 [herziene en uitgebreide uitgave van ‘Kytoenarykon’ door Mevrouw J. Peasgood-Shewchuk, 1971].

Sita P. Ammersingh-Mungra

0070 P. Ammersingh-Mungra. E Nota over ‘Atman’ auteur L.H. Ferrier. z.p. [Paramaribo] z.j. [Scriptie M.O.-A Nederlands, I.O.L.] 0071 P. Ammersingh-Mungra. E Op weg naar Helman. Enige structuuraspecten van ‘Orkaan bij nacht’ van Albert Helman. z.p. [Paramaribo] 1978. [Scriptie.] 0072 Sita P. X/N Ammersingh-Mungra. Taal met plezier. [Op omslag:] Taalboek voor de tweede klas van de basisschool. Leerlingenboek. Paramaribo z.j. [1979].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0073 Sita P. X Ammersingh-Mungra. Taal met plezier. [Op omslag:] Taalboek voor de tweede klas van de basisschool. Onderwijzersboek. Paramaribo 1979. 0074 Sita P. X/N Ammersingh-Mungra. Taal met plezier. [Op omslag:] 1 Taalboek voor de tweede klas van de basisschool. Leerlingenboek. z.p. [Paramaribo] 19802 [gelijk omslag als 1e druk (1979), echter in afwijkende kleuren.]

Apeninge Amoida

0075 Apeninge Amoida. Opo hën taki dee Anasi ta-pii toobi. kontu aki. [Op omslag: Anansi [Ommezijde ta-pii toobi.] - fu titelpagina: Deze Asindo verhalen zijn verteld door

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 178

Apeninge Amoida, een N Saramaccaanse.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0076 [Apeninge, Dii & Johan N van Asindo Opo - vertaling]. Di woto fu masa Jesusu. Publikatie van het Instituut voor Taalwetenschap in Suriname/Scriptures Unlimited - New York Bible Society International, Paramaribo 1975. [Het Paasverhaal in het Saramaccaans en het Nederlands. Deze verhalen zijn een aangepaste vertaling in het Saramaccaans van de betreffende hoofdstukken uit de Bijbel. Ze zijn gekozen uit Mattheus 17: 1-12, 21: 1-15, 26: 1-28: 20, Marcus 9: 1-10, 11: 1-12, 14: 1-16: 20, Lucas 18: 31-34, 19: 28-46, 22: 1-24: 53, Johannes 12: 1-16, 13: 1-38, 18: 1-21: 25, Handelingen 1: 1-12. Nederlandse vertaling: H. Debisarun; Saramaccaanse tekst: Apeninge, Dii en Johan van Asindo Opo.] 0077 Apeninge Amoida, Fanjen N Amoida & Tiini Amoida. Wanlö Kontu fu Anasi (Een paar verhalen over Anansi). Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, Paramaribo 1978.

Dii Amoida

0078 [N. Glock,] Dii Amoida [& N D.C. Jones-Overdulve]. Soni miti Seema (een boekje over malaria). Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1975. [Hulp bij de vertaling in het Saramaccaans: Dii Amoida uit Asindo Opo; hulp bij de vertaling in het Nederlands: Mevr. D.C. Jones-Overdulve. Proefuitgave.]

Donisi Amoida

0079 Donisi Amoida. Dee mbeti N u matu 1. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Dit boek is geschreven door Donisi Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0080 Donisi Amoida. Dee mbeti N u matu 2. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze dieren zijn

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 beschreven door Donisi Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0081 Donisi Amoida. Di faansi N köndë waka u Donisi. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal is geschreven door Donisi Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0082 Donisi Amoida. Mbeti u N liba. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Donisi Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 179

0083 Donisi Amoida. Wakama N Oto. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Donisi Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0084 Donisi Amoida. Wookoma N Oto. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Donisi Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, z.p. z.j. [Paramaribo 1974]. 0085 Donisi Amoida. Di faansi N köndë waka u Donisi (De reis van Donisi naar Frans Guyana). - hën sikifi di oto aki. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 19842 [1e uitgave: 1974]. Serie leesboekjes in het Saramaccaans. [Nederlandse vertaling: A.L. Bosch; samenstelling N. Glock en J.R. Mantell.] 0086 Donisi Amoida. Mbeti u N Matu (Dieren van het bos). - hën sikifi di buku aki. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 19842 [1e uitgave: 1974 in twee

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 deeltjes: ‘Dee mbeti u mati 1’ en ‘Dee mbeti u mati 2’]. Serie leesboekjes in het Saramaccaans. [Nederlands: A.L. Bosch, J. Koen-Boot. Samenstelling: N. Glock.]

Fanjen Amoida

0087 Fanjen Amoida. Bunu ku N Hogi 1. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Fanjen Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0088 Fanjen Amoida. Bunu ku N Hogi 2. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Fanjen Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0089 Fanjen Amoida. Dee dii N womi. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Fanjen Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0090 Fanjen Amoida. Fufuu, N huku, ku taanga. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Fanjen Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0091 Fanje Amoida. Politiki. - N fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal is geschreven door Fanje Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0092 Fanje Amoida. Sö mi si ku sö mi jei. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Omme-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 180

zijde titelpagina: Deze N verhalen zijn geschreven door Fanje Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0093 Fanjen Amoida. Wanlö Suti N Oto a Saamaka Töngö (Enkele leuke verhalen in het Saramaccaans). - hën konda dee oto aki. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 19842 [1e uitgave: 1974]. Serie leesboekjes in het Saramaccaans. [Nederlandse vertaling: A.L. Bosch. Samenstelling: N. Glock en J.R. Mantell.]

Samo(e) Amoida

0094 Samo Amoida. Wanlö N fesiten oto. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Samo Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0095 Samo Amoida. Wanlö X Saamaka Nöngö. - fu Asindo Opo hën sikifi di

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 buku aki. [Ommezijde titepagina: Deze spreekwoorden zijn geschreven door Samo Amoida, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0096 Samoe Amoida [& S.C. N Rountree]. Lesi buku a Saamaka töngö/Saramacaans Leesboek. Deel 1. Summer Institute of Linguistics onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling te Suriname, Paramaribo 1976. [De verhalen in dit boekje zijn geschreven door Samoe Amoida, een Saramaccaner uit Asindo Opo. De verhalen komen oorspronkelijk uit Afrika en Jamaica. Bij dit boek behoort: Buku u heepi dee sëmbë dee ta-lei sëmbë lesi ku dee Lesi Buku a Saamaka töngö (Deel 1)/Handleiding voor instrukteurs bij het leesonderwijs in de Saramaccaanse taal. Behorend bij: Lesi buku a Saamaka töngö. Deel 1. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics) in Suriname onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling te Suriname, Paramaribo 1978. Met adviezen van de Saramaccaners Edi Mai,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Asoinda Ajai en Molion Amoida. Met een voorwoord van Orlando F. van Amson en Wan woto a fesi van H.G. Rathling.] 0097 Samoe Amoida [& S.C. N Rountree]. Lesi buku a Saamaka töngö/Saramaccaans Leesboek. Deel 2. Summer Institute of Linguistics onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling te Suriname, Paramaribo 1976. [De verhalen in dit boekje zijn geschreven door Samoe Amoida, een Saramaccaner uit Asindo Opo. De verhalen komen oorspronkelijk uit Afrika en Jamaica. Bij dit boek behoort: Buku u heepi dee sëmbë dee ta-lei sëmbë lesi ku dee Lesi Buku a Saamaka Töngö (Deel 2)/Handleiding voor instrukteurs bij het leesonderwijs in de Saramacaanse taal. Behorend bij: Lesi buku a Saamaka töngö. Deel 2. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics) in Suriname, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling te Suriname, Paramaribo 1978. Met adviezen van de Saramaccaners Edi Mai, Asoinda Ajai en Molion Amoida. Tweede uitgave van deze handleiding: 1983. Samengesteld door N. Glock met hulp van Edi Mai, Alienso Saaki,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Asoinda Ajai Haagbö, Molion Amoida en Sambrie Kuse. Alfabetiserings-serie in het Saramaccaans.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 181

0098 [Samo Amoida en X anderen.] Saamaka Nöngö (Saramaccaanse spreekwoorden). Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of linguistics), Paramaribo 1982. Alfabetiserings serie in het Saramaccaans. Van deze verzameling Saramaccaanse spreekwoorden zijn er 60 geschreven door Samo Amoida en uitgegeven in 1974 als ‘Wanlö Saamaka Nöngö’. Andere medewerkers zijn Asoinda Haagbö en Alinzo Saakë uit Tjalikondre en vele ingezetenen van de Pikien Rio Dorpen. Verdere bijdrage aan deze verzameling van A.H.P. de Groot CssR. Samenstelling: N. Glock. Nederlandse vertaling: T. Bosch, T. van Goens, W. Heijdanus.] 0099 Samo Amoida & Ciano N Kuse. Wanlö Fesiten Oto (Enkele verhalen van vroeger). Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.) onder auspiciën van het MINOV, Paramaribo 19822 [1e uitgave: 1974; hierin ontbreekt het verhaal van Ciano Kuse] Alfabetiserings serie in het Saramaccaans. [Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Tiini Amoida

0100 Tiini Amoida. Köni miti N wogi. - fu Asindo Opo hën taki dee kontu aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn verteld door Tiini Amoida, een Saramaccaanse.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1975. [Proefuitgave.] 0101 Tiini Amoida. Totomboti N (een Saramaccaans volksverhaal). - hën taki di kontu aki. [Ommezijde titelpagina: Tiini Amoida, een Saramaccaanse, heeft dit verhaal verteld.1] Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1982. Alfabetiserings serie in het Saramaccaans. [Vertaling: J. Koen-Boot.]

Lila Antoe

0102 L. Antoe. Parosien ke N khiessa (Het verhaal van buurvrouw). Ie kahaanie sriematie - se kahal gail (Verteld door mevrouw -). Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het Minow, Paramaribo 1984. Alfabetiserings serie in het Sarnami Hindoestani. [Vertaling: A.B.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Huiskamp. Diverse uitgaven met omslagen in verschillende kleuren.]

Da Kelema Asekende

0103 Da Kelema Asekende. Ogii N Sani di Pasa anga Da Kelema. Na - fu Diitabiki gi den toli fu a buku ja. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn verteld door Da Kelema Asekende, een Aucaner van Drietabbetje aan de Tapanahony Rivier.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Drietabbetje 1976. [Proefuitgave.] 0104 Da Kelema Asekende. Wan N Toli fu fa U Be Go a Foto a Fositen. A Toli a ini a buku ja, na - fu Diitabiki na a Tapanahoni Liba sikiifi en. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Aucaans werd geschreven door Da Kelema Asekende aan de Tapanahony Rivier.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Drietabbetje 1976. [Proefuitgave.] 0105 Da Kelema Asekende. Den Sani Di I D'da E Leli Joe (Alles wat je van je vader leert).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 182

Het Instituut voor N Taalwetenschap, Paramaribo 1980. 0106 Da Kelema Asekende, N Toomoi Losen & Astonoe Ruben. Fa oe be go a Foto (Hoe we naar de stad gingen). Samengesteld door J [ames] F [rancis] Park. Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het MINOV, Paramaribo 19812 [1e uitgave: 1976, verschenen onder de titel ‘Wan Toli fu fa U be Go a Foto a Fositen’, waarin alleen het relaas van Da Kelema Asekende voorkomt]. Alfabetiserings serie in het Aukaans. [Nederlandse vertaling: E. Boland.] 0107 Da Kelema Asekende. 1 N Ogii sani di pasa nanga Da Kelema (Ongelukken die Da Kelema overkwamen). A.R.M. Pakosie. 2. A toli foe a ogii M'ma (Een verhaal over een gemene vrouw). Samengesteld door J[ames] F[rancis] Park. Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het MINOV, Paramaribo 19822 [bundeling van twee afzonderlijke uitgaven: Da Kelema Asekende; ‘Ogii Sani di Pasa anga Da Kelema’ (1976) en A.R.M. Pakosie, ‘A Toli fu a Ogii M'ma (1976)]. Alfabetiserings serie in het Aukaans.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Kalinoo Asinei

0108 Kalinoo Asinei. Hafu pasa; N hafu an pasa 1. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Kalinoo Asinei, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Kinderboek. Proefuitgave.] 0109 Kalinoo Asinei. Hafu pasa; N hafu an pasa 2. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Kalinoo Asinei, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Kinderboek. Proefuitgave.]

Pamin Asmawidjaja

0110 Pamin Asmawidjaja. Djoko N Miskin/De arme jongeling. Verteld door Paq -. Samenstelling en vertaling J[ohan] J. Sarmo en H[ein]D. Vruggink. Uitgave van de Afdeling Cultuur Studies van het Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport, Paramaribo

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1983. Javaanse vertellingen uit Suriname, 2. [Voorwoord/Pambuka: J.J. S[armo] en H.D. V[ruggink]. Met vooraf De Spelling/Bab Sepalan.]

Aspasja

0111 Aspasja. Purbé G/N konsideré/Neem het in overweging. Uitgave: Initiatiefgroep Aspasja, Leeuwarden 1981. [Voorwoord ‘Antillen zelfstandig’: Paul Bartels; proza van Chey [ps. van Sylvie Thomassa] en Romeo Grot; poëzie van Gladys [Waterberg], Romeo Grot en Chey.] 0112 Aspasja. Verslag n.g.v. [is: E n.a.v.] de discussie over rol en positie v.d. Surinaamse en de Antilliaanse kunstbeoefenaars. Initiatiefgroep Aspasja, z.p. [Amsterdam] 1981. [Bijdragen van Ludwig van Mulier, Stanley Inderson, Frederico Oduber, André Reeder, Errol Caprino, Mevr. Daphne van Schendel-Labega.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 183

0113 Aspasja Prozaprijsvraag X 1982. Amsterdam Zuid-Oost 1982. [Folder met reglement en informatie voor prozaprijsvraag.]

Astonoe Ruben Awassa.

0114 Astonoe Ruben Awassa. A N Gaan Faja Na Sanbedumi. Na - fu Pikinkondee sikiifi a toli ja. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Aucaans werd geschreven door Astonoe Ruben Awassa van Pikinkondee aan de Tapanahony Rivier.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Drietabbetje 1976. [Proefuitgave.] 0115 Astonoe Ruben Awassa & N Toomoi Losen. Fa Toomoi anga Astonoe Be Go A Foto. Tu toli de a ini a buku ja. A fosi wan, na Astonoe Ruben Awassa fu Pikinkondee sikiifi en. A tawan, na Tomooi Losen fu Diitabiki sikiifi en. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen in het Aucaans werden geschreven door Astonoe Ruben Awassa van Pikinkondee aan de Tapanahony Rivier en Toomoi Losen van Drietabbetje.] Instituut voor Taalwetenschap in

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Suriname. Drietabbetje 1976. 0116 Astonoe Ruben Awassa. N Fa Wan Sipali Sutu Mi. Na - fu Pikin Kondee sikiifi a toli ja. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Aucaans werd geschreven door Astonoe Ruben Awassa van Pikinkondee aan de Tapanahony Rivier.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Drietabbetje 1976. [Proefuitgave] 0117 Astonoe Ruben Awassa & N Toomoi Losen. Tu Onti Toli. Na Astonoe Ruben Awassa fu Pikinkondee anga Toomoi Losen fu Diitabiki sikiifi den tu toli fu a buku ja. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen in het Aucaans werden geschreven door Astonoe Ruben Awassa van Pikinkondee aan de Tapanahony Rivier en Tooimoi Losen van Drietabbetje.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Drietabbetje 1976. [Proefuitgave.] 0118 Astonoe Roeben Awassa N & Toomoi Losen. Wan Doeoepoe Onti Toli (Enkele jachtverhalen). Het Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1979. Alfabetiserings-serie in het Djoeka. 0119 Astonoe Ruben Awassa, N Toomoi Losen & Da Kelema Asekende. Toe onti toli anga wan doeoepoe taa

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 toli (Twee jachtverhalen en enkele andere verhalen. Samengesteld door J[ames] F[rancis] Park. Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het MINOV, Paramaribo 19812 [1e druk: 1976, verschenen onder de titel ‘Tu Onti Toli’, hierin ontbreekt het aandeel van Da Kelema Asekende]. Alfabetiserings serie in het Aukaans. [Nederlandse vertaling: E. Boland.]

Gustaaf Armand E. Baag

0120 A. Baag. Mamaisa. Uitg. G G. Records, z.p. z.j.

Kries Bajnath

0121 K. Bajnath. Een Overzicht E van de Sarnami Literatuur. z.p. [Leiden] 1979. [Doctoraal bijvakscriptie Hindi.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 184

Rabin S. Baldewsingh (ps. van Satnarain Baldewsingh)

0122 Rabin S. Baldewsingh. N Stifa Uitgeverij S.S.N., Den Haag 1984.

Gerrit Julius Markus Barron

0123 Gerrit Barron (Sorava). G Falawatra. z.p. z.j. [Paramaribo 1973]. 0124 Gerrit Barron (Sorava). G Falawatra. z.p. z.j. [Paramaribo 19732; 1e druk: 1973; afwijkende kleur omslag t.o.v. 1e druk]. 0125 G. Barron - Sorava. G Bloeddruppels op mijn kussensloop. z.p. z.j. [Amsterdam 1975]. [Voorwoord: Jules W.A. Niemel.] 0126 G. Barron - Sorava. N Surinamensje in powesi. z.p. z.j. [Amsterdam 1977]. 0127 Gerrit Barron. Een lach en P een traan. Uitgave: Stichting Volksboekwinkel, Paramaribo 1978. [Jeugdboek.] 0128 Gerrit Barron. Titri en N Toto. Moengo 1979, 19792. [Leesboekje voor kinderen van 7-9 jaar, tevens Voorleesboekje voor kinderen vanaf 4 jaar.] 0129 Gerrit Barron. Bij Anoekoe N in het bos. Stichting Kinderkrant, Paramaribo

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1980. [Jeugdboek in krantenvorm. Diverse uitgaven: in meerkleurendruk en in zwart-wit. Een deel van de oplage in zwart-wit is uitgebracht met een opgeplakte sticker: Uitgave: Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Afdeling: Voorlichting en Publiciteit.] 0130 Gerrit Barron. De geest X rispt op. Soravismen uit een kokosnoot. Moengo 1981. [Tekst achterflap: Astrid Roemer.] 0131 Gerrit Barron. Kamla en de P vergulde man. Educatieve uitgeverij Sorava, Paramaribo z.j. [1981]. [Jeugdboek.] 0132 Gerrit Barron. Een lach en P een traan. Educatieve Uitgeverij Sorava, Paramaribo 1981 [moet zijn 1982]2, 19853 [omslag wijkt af van de 1 e druk; binnenwerk in bruin gedrukt (1e druk: zwart), illustraties van Wilgo Elshot (1e druk: Paul Woei)]. [Jeugdboek.] 0133 Gerrit Barron. Kamla en de P vergulde man. Educatieve Uitgeverij Sorava, Paramaribo 19822 [wijzigingen in de tekst t.o.v. de 1e druk van 1981]. [Jeugdboek.] 0134 [Op pagina 1:] Gerrit Julius G/N Markus Barron. Primer encuentro de jovennes creadores latino americanos. Casa de las

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Americas octubre de 1983. Educatieve Uitgeverij Sorava, z.p. [Paramaribo] 1983. [Met gegevens over de schrijver en met vertalingen: in het Spaans door I. Khodabaks-Amier, in het Engels door M. Tjoe-Nij.] 0135 Gerrit Barron. Avonturen N van Kira en Kisa. Educatieve Uitgeverij Sorava, Paramaribo 1984. [Jeugdboek.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 185

0136 Gerrit Barron. Het geheim P van de Goslar. Educatieve Uitgeverij Sorava, Paramaribo 1984. [Jeugdboek.] 0137 Gerrit Barron. Het geheim P van de Goslar. Educatieve Uitgeverij Sorava, Paramaribo 19842 [bruine letters op omslag (1e druk van 1984: gouden letters); binnenwerk geheel in bruin gedrukt (1e druk: in zwart)]. [Jeugdboek.] 0138 Gerrit Barron. Bij Anoekoe N in het bos. Educatie uitgeverij/Sorava, z.p. 19852,19853 [vormgeving wijkt in alle opzichten af van de 1e druk, 1980]. 0139 Gerrit Barron, Titri en N Toto. z.p. [Paramaribo] 19853 [omslag in kleuren die afwijken van de eerste twee drukken, resp. 1979 en 1979]. [Leesboekje voor kinderen van 7-9 jaar tevens Voorleesboekje voor kinderen vanaf 4 jaar.]

Jantje Engelina Bazuin-Huisman

0140 J.E. Bazuin. Sporen van G menselijke beschaving. Paramaribo 1971.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Lamë Beejën

0141 Lamë Beejën. Mötö Buku. N - fu Asindo Opo hën taki di oto aki. - van Asindo Opo vertelt in het Saramaccaans over zijn ervaringen met buitenboordmotoren. Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1982.

James Beitier

0142 James Beitier. ‘The land G between’. A poem of Suriname. Uitgever: Dubois & Dubois, Paramaribo 1978.

Johan Evert Benjamin, (ps. van John Sluisdom)

0143 Johan Evert Benjamin. Van G bewustwording naar bevrijding. Pressag BV, Den Haag 1975.

Ursie Bernadine

0144 Ursie Bernadine. Strafoe. N Naverteld door -. Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.) onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1984. Alfabetiseringsserie in het Sranan Tongo. [Nederlandse vertaling: Ronny Hiwat.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Samenstelling: M[arilyn]Nickel.]

Jozef Johannes Rudolf Berrenstein

0145 J.J.R. Berrenstein. Pikin G Loewangoe. District Suriname z.j. [1975]. 0146 [Binnenkant omslag:] Jozef G Johannes Berrenstein. Kerstgedichten. Paramaribo 1978. 0147 Jozef Johannes Rudolf G Berrenstein. Honi Godo. Distrikt Suriname 1980.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 186

Bhai (ps. van James Ramlall)

0148 James Ramlall. The E Problem of Being in Sankara and Heidegger. Poona 1971. [Proefschrift Universiteit van Poona, India.] 0149 Bhai. Vindu. Paramaribo G 1982.

E.O. Biswane

0150 E.O. Biswane. Jontho ama N rikene thy'dykhytan khonan. - Cassipora bana thi bylhytynsia to diahy. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arowaks werd geschreven door E.O. Biswane van Cassipora.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname. Paramaribo 1976. [Proefuitgave.] 0151 E.O. Biswane. Toho N khidoan bali tho. - Cassipora bana thi bylhytynsia to diahy. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arawaks werd geschreven door E.O. Biswane van Cassipora.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Paramaribo 1976. [Proefuitgave.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 F.R. Biswane

0152 F.R. Biswane. Jontho N thymakoaron to khotaha matho kodibio khonan. - Cassipora bana thi bylhytynsia to diahy ken malhithinsia to thy’ jabe. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arowaks werd geschreven en geïllustreerd door F.R. Biswane van Cassipora.] Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1976. [Proefuitgave.] 0153 F.R. Biswane. Kabyn N ydiahy jokha khonan. - Cassipora bana thi bylhytynsia to diahy. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arowaks werd geschreven door F.R. Biswane van Cassipora.] Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1976. [Proefuitgave.]

N.M. Biswane

0154 N.M. Biswane. De N koborokoaka koan alika than aba kabadaro hibin bokoton li doribithi. - Cassipora bana thi bylhytynsia to diahy. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arowaks werd geschreven door N.M. Biswane van Cassipora.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Paramaribo 1976. [Proefuitgave.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0155 N.M. Biswane. Halika wan N abahan osyn jadoanro koba khonan. - Cassipora bana thi bylhytynsia to diahy. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arawaks werd geschreven door N.M. Biswane van Cassipora.] Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1976. [Proefuitgave.] 0156 N.M. Biswane. Halika wan N jadoanro osyn, jontho thymakoaron khotaha, matho likhinin, thy'dykhytan, khonan. - Cassipora bana thi bylhytynsia to diahy. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arowaks werd geschreven door N.M. Biswane van Cassipora.] Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1976. [Proefuitgave.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 187

Louis Julien Henny Blaaspijp

0157 Louis Julien Henny G/A Blaaspijp. Sranang koeltoeroe singi foe banja soesa, lakoe kanga. Skrivimang -. Culturele Vereniging Alomi-Jaba, Paramaribo 1983. [Singi's, odo's en raitori's.] Zie aanvulling op pagina 280

Hugo L. Blanker

0158 H.L. Blanker. E/X [samenstelling]. De pers in de nieuwe demokratie. Een inleiding gehouden ter gelegenheid van de 1-mei herdenking, z.p. [Paramaribo] 1984. [Voordracht met gelijknamige titel van Blanker; aangenomen resolutie van het symposium van de vakcentrales C.L.O., P.W.O., A.V.V.S.-Moederbond en C-47, met als thema ‘Vrede, Vrijheid en Vooruitgang’, gehouden op donderdag 26 en vrijdag 27 april 1984 in het S.I.V.I.S.-Educatief Centrum te Paramaribo; kranteartikelen en ‘Instrukties voor de pers en omroepstations’.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Blaw Kepanki (ps. van Oscar Ludwig Kemble)

0159 Blaw Kepanki. Wroko bari G (Gente). Editoryal Antiyano, Amsterdam 1973. [Met een ‘Ten geleide’ van Dr. E.Th. Waaldijk. Met los bijgevoegde afdruk van een portrettekening van de dichter. Diverse uitgaven met verschillende omslagen.] 0160 Blaw Kepanki. Poewema G foe -. Surinaamse gedichten met Nederlandse vertaling. z.p. z.j. [Amsterdam 1974]. [Voorwoord: A.W. Mungroo.] 0161 Blaw Kepanki. Gedichten. G z.p. 1975 [Gestencilde bloemlezing uit al gepubliceerde en nog niet verschenen gedichten in Sranan tongo met Nederlandse vertaling. Verschenen ter gelegenheid van een onafhankelijkheidsmanifestatie op 19 november 1975.] 0162 Blaw Kepanki. Poëzie als E/G middel. Naar een maatschappijkritische poëzie. Federatie voor Culturele Samenwerking en begrip, z.p. z.j. [1979]. 0163 Blaw Kepanki. Vergeefse E Vlucht. Openingsrede Landelijke Commissie voor de Academische Studie werkkring, z.p.? 1979. 0164 Oscar L. Kemble. Kunst en E bevrijding. Een aanzet tot theorievorming. Federation of Music, Rotterdam 1982.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 A.C.M. Boers

0165 A.C.M. Boers. Anansi; N volksverhalen uit Suriname. Van der Weerd, Amsterdam enz. z.j. [1976].

Boni (ps. van?)

0166 Boni. Een sombere N kerstmis en een saaie jaarwisseling '70. z.p. z.j. [ca. 1973].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 188

Martha Ilse Boonman-Tjoe Nij

0167 [Op achterzijde:] Martha G Ilse Boonman-Tjoe Nij alias M.I.T. Vandaag is de dood. Paramaribo 1982. [Voorwoord: R. Dobru.]

Albertina Laura (Tineke) Bosch

0168 Tineke Bosch. Hamlog N gailie Holland/Wij zijn naar Nederland geweest. (Sarnami Hindostani). Samengesteld door -. Summer Institute of Linguistics (Instituut voor Taalwetenschap), Paramaribo 1981, 19842. [Nederlandse vertaling: A.L. Bosch.] 0169 A.L. Bosch. Siekhe parhe N ke Bhaag 1. Samengesteld door -. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 1981. [Deze serie leesboekjes is tot stand gekomen met de hulp van Mevrouw L[ila] Antoe en Mevrouw K. Banwarie.] 0170 Tineke Bosch. Siekhe N parhe ke Bhaag 1. Summer Institute of Linguistics/Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het MINOV, Paramaribo 1981. Alfabetiserings serie in het Sarnami Hindoestani. [Deze serie leesboekjes is tot stand gekomen met de

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 hulp van Mevrouw L[ila] Antoe en Mevrouw K. Banwarie. Proefuitgave.] 0171 A.L. Bosch. Siekhe parhe N ke Bhaag 2. Samengesteld door - met medewerking van Mevrouw L[ila] Antoe en Mevrouw K. Banwarie. Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, Paramaribo 1981, 19822. Alfabetiserings serie in het Sarnami Hindoestani. [Proefuitgave.] 0172 A.L. Bosch. Siekhe parhe N ke Bhaag 3. - met medewerking van Mevrouw L[ila] Antoe en Mevrouw K. Banwarie. Insituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, Paramaribo 1981. Alfabetiserings serie in het Sarnami Hindoestani. [Proefuitgave.] 0173 A.L Bosch. Kaise ‘Siekhe X parhe ke’ siekhaawal dja hai/Handleiding bij ‘Siekhe parhe ke’. - met medewerking van Mevrouw S.D. Patandin. Instituut voor Taalwetenschap/Summer Institute of Linguistics, Paramaribo 1982. Alfabetiserings-serie in het Sarnami Hindoestani. [Proefuitgave.] 0174 [A.L. Bosch - vertaling.] X/N Ook U Kunt Sranan Tongo Lezen en Schrijven.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1983. Alfabetiserings serie in het Sranan Tongo. [Samenstelling: J[ohn] Wilner. Proza van Heloise Hecbert, Hendrik Waterval, Celita Zebeda Bendt. Bevat: Wantoe Raitori en Wantoe Odo.] 0175 A.L. Bosch. Tjhota khiessa N 1. Samengesteld door - met medewerking van Mevrouw J. Sukdew. Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Paramaribo 1982, 19842. Serie voor alfabetisering in het Sarnami Hindoestani. [Proefuitgave.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 189

0176 A.L Bosch. Tjhota khiessa N 2. Samengesteld door - met medewerking van S. Moella. Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Paramaribo 1982, 19842. Serie voor alfabetisering in het Sarnami Hindoestam. [Proefuitgave.] 0177 A.L Bosch. Tjhota khiessa N 3. Samengesteld door - met mederwerking van Mevrouw L[ila] Antoe. Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Paramaribo 1982, 19842. Serie voor alfabetisering in het Sarnami Hindoestani. [Proefuitgave.]

Jamilla Braaf

0178 Jamilla Braaf. Win ik? G Paramaribo 1982.

Luciën Brazil

0179 Luciën Brazil. Zuid-Afrika, G de hel op aarde. 13 gedichten tegen Apartheid. Utrecht 1983?

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Petronella Breinburg

0180 Petronella Breinburg. N Legends of Suriname. New Beacon Books Ltd., London/Port of Spain 1971. 0181 Petronella Breinburg. Book I - From India. 0182 Petronella Breinburg. Eliza Tootemoon. 0183 Petronella Breinburg. P Gertrude, the girl from Beekhuize. [Jeugdboek.] 0184 Petronella Breinburg. What became of them. 0185 Petronella Breinburg. N Doctor Sean. The Bodley Head, London/Sydney/Toronto 1974, 19792. [Kinderboek.] 0186 Petronella Breinburg. N Sally-Ann's Umbrella. The Bodley Head, London/Sydney/Toronto 1975. [Kinderboek.] 0187 Petronella Breinburg. N Sean's Red Bike. The Bodley Head, London/Sydney/Toronto 1975. [Kinderboek.] 0188 Petronella Breinburg. N Bre-Nancy's Dream. Macmillan Caribbean, London and Basingstoke 1976. Yellow bird stories. [Kinderboek.] 0189 Petronella Breinburg. A N Girl, a Frog and a Petticoat. Macmillan Caribbean, London and Basingstoke 1977. Yellow bird readers. [Kinderboek.] 0190 Petronella Breinburg. De winst van het Lakoe-spel

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Van Holkema & Warendorf/Standaard Uitgeverij, Bussum/Antwerpen 1982. [Oorspronkelijke titel: Gertrude, the girl

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 190

from Beekhuize; uit het P Engels vertaald door Gerda de Visser. Jeugdboek.]

Bro

0191 Bro. Tijdschrift voor N/G/E literatuur. Eerste jaargang No. 1. Juni 1983. Redactie: Gerrit Barron, Carla Lont. Een uitgave van de Educatieve Uitgeverij Sorava, Paramaribo 1983. [Proza van Gerrit Barron, Mechtelly, Ruud Mungroo, Rappa, S. Sombra, Frits Wols; poëzie van Manlio Argueta, Roque Dalton, Gerrit Barron, Martha Boonman, Dobru, George Johnson, Ronald Julen, Lilian Ferrier, Carla Lie A Ling - Perk, Orlando, S. Slijngaard, Gladys Waterberg, Romeo Grot, Paul Middellijn, Jules Niemel, Astrid Roemer, Corly Verlooghen, Julian S. With, Hugo Blanker, Yvonne Helslijnen, Joan Lieuw Kie Song, B.A. Millerson; essays van Gerrit Barron en R. Parabirsing.]

Bzzlletin

0192 Bzzlletin. 5e jaargang E/G nummer 40: november 1976. Surinamenummer.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Redaktie: Henk Camping, André Matthijsse, Phil Muysson, Dolf Verroen. Gastredakteur van dit nummer: Sig. Wolf. Uitgave van de Stichting Bzztôh teater, Den Haag 1976. [Kritisch werk van Hugo Pos, Jan Voorhoeve, Edgar Cairo, Freek van Wel, Peter Kloos, C.N. Dubelaar, Astrid Roemer, Sig. W. Wolf; poëzie van Eugene W. Rellum (met vertaling van Astrid Roemer), Trefossa (met vertaling van Albert Helman), Johanna Schouten-Elsenhout (met vertaling van Jan Voorhoeve), Corly Verlooghen, Edgar Cairo, Vene, Zamani, R. Dobru (met vertaling van Clara Eggink), Michael Slory (met vertaling van Jan Voorhoeve), Shrinivasi, Bhai, Het Suriname-deel van dit nummer is ook als afzonderlijke uitgave verschenen onder de titel ‘Suriname verwoordt’.]

T.L. Cabolefodo

0193 T.L. Cabolefodo. Alika nan N koba bylhedin to pero sabe konoko lokon. - Powakka bana tho bylhytynsia to diahy. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arowaks werd geschreven door T.L. Cabolefodo van Powakka.] Instituut voor Taalwetenschap in

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Suriname, Paramaribo 1976. [Diverse uitgaven met verschillende omslagen. Proefuitgave.] 0194 T.L. Cabolefodo. Alika N than khajaba besonoan kakythibia. - Powakka bana tho bylhytynsia to diahy. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arowaks werd geschreven door T.L. Cabolefodo van Powakka.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Paramaribo 1976. [Proefuitgave.] 0195 T.L. Cabolefodo. Alika N than pero besonan kakythibia wadili myn. - Powakka bana tho bylhytynsia to diahy. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arowaks werd geschreven door T.L. Cabolefodo van Powakka.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Paramaribo 1976. [Proefuitgave.] 0196 T.L. Cabolefodo. De N koborokoatoan alika dan andyn da' sikoa-bana khida. - Powakka bana tho bylhytynsia to diahy. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal in het Arowaks werd geschreven door T.L. Cabolefodo van Powakka.] Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Paramaribo 1976. [Proefuitgave.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 191

Edgar Eduard Cairo

0197 Edgar Cairo. Kra, wan G bondroe powema. Bureau Volkslectuur, Paramaribo 1970. 0198 Edgar Cairo. Gedichten. G (Poetry International). Rotterdamse Kunststichting, Rotterdam 1974. 0199 Edgar Cairo. G Identiteitsbewoners. Powesie in het Surinaams, nederlands en surinaams-nederlands. Amsterdam 1975? 0200 Edgar Cairo. Obja sa tan a G/E brewa!/Er zal geen einde zijn aan brouwsels van magie! Powema nanga angalisa/powesie met een analyse. Amsterdam 1975. [In tegenstelling tot de bundel met de praktisch identieke titel die hetzelfde jaar verschijnt, is deze bundel gedrukt bij de Huisdrukkerij van de Universiteit van Amsterdam.] 0201 Edgar Cairo. Obja sa tan a G brewa/Er zal geen einde zijn aan brouwsels van magie. Nanga angalisa/met een analyse. Amsterdam 1975 [in feite de tweede druk]. 0202 Edgar Cairo. Brokositon. T Wan fasi foe bow istorsi pré./ Puin. Een historisch zang- en dansspel. Amsterdam 1976.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0203 Edgar Cairo. Kollektieve P schuld of wel Famir'man sani. [Op omslag: De kollektieve schuld.]. [Op omslag:] Roman. Het Wereldvenster/NOVIB/NCOS, Baarn/'s-Gravenhage/Brussel 1976. De derde spreker serie. [Voorwoord: Sjef Theunis. Deze editie heeft een totaal afwijkend omslag van de andere editie van deze roman uit 1976; deze editie geeft een titel op het omslag die afwijkt van die op de titelpagina, is opgenomen in een andere reeks; op de Franse pagina staat een kaartje van Suriname, een kleiner kaartje van het Caraibisch gebied en twee grafieken; verder is het binnenwerk identiek aan de andere editie uit 1976.] 0204 Edgar Cairo. Kollektieve P schuld of wel Famir'man-sani. [Op omslag:] Roman. Het Wereldvenster/NOVIB/NCOS, Baarn/'s-Gravenhage/Brussel 1976, 19762. Uit de Derde Wereld. [Voorwoord: Sjef Theunis.] 0205 Edgar Cairo. Suriname wie G/N ben je. [Op omslag:] Suriname in powesie. Samenstelling -. De Populier, Amsterdam 1976. Zevende cahier van De Populier. Inleiding van Edgar Cairo; poëzie van Edgar Cairo, Corly Verlooghen, Michael Slory (met vertaling van Jan Voorhoeve), R. Dobru, Gerrit Barron (met vertaling van Edgar Cairo),

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Bea Vianen, Shrinivasi, Kwame Dandillo, Bhai, Eugène Rellum (met vertaling van Edgar Cairo), Johanna Schouten-Elsenhout (met vertaling van Jan Voorhoeve), Orlando; proza van Anton de Kom. 0206 Edgar Cairo. P Adoebe-lobi/Alles tegen alles. Uitgeverij In de Knipscheer BV, Haarlem 1977. 0207 Edgar Cairo. Ba Anansi T Woi! Woi! Woi!/Die dood van Spin. Rotterdamse Kunststichting, Rotterdam 1978. Sonde-reeks. 0208 Edgar Cairo. Djari/Erven. P Uitgeverij In de Knipscheer BV, Haarlem 1978.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 192

0209 Edgar Cairo. Elzaro! T Elzaro!/Doodsboodschapsvogel. Amsterdam 1978. [Fotodruk.] 0210 Edgar Cairo. Foe jowe G disi/Om het oer. Amsterdam 1978. [Met vooraf ‘Enige aspekten van de Surinaamse taalsituatie’, ‘Enige aspekten van de Surinaamse literatuursituatie’ en ‘Over deze bundel’.] 0211 Edgar Cairo. Masra G/N Kodokoe/Meneer Kodoqius. Snarki & torki/proza & powesie. Amsterdam 1978, 19782? 0212 Edgar Cairo. Neti nanga T joe!/Nacht met jou! Twee stuks theater. Amsterdam 1978. [Bevat: ‘A feti foe fesi/swar’ faja! spit' faja!//Het gevecht des aanschijns/Het vuur aan je strot’, een (stemmen)spel in twaalf ronden en: ‘Neti nanga joe!/Nacht met jou’, een drama voor drie personen. Met vooraf: ‘Kritiek op kritiek’.] 0213 Edgar Cairo. Djop. T Theaterspel. [Realisatie i.s.m. Werkgroep Djompo Abra.] z.p. [Amsterdam] 1979. 0214 Edgar Cairo. Koewatra P djodjo/In de geest van mijn kultuur. Uitgeverij In de Knipscheer BV, Haarlem 1979. 0215 Edgar E. Cairo. Krioro E Fa?, een funktioneel

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 analytische studie van strukturele aspekten van kreools-orale literatuur in Suriname. z.p. [Amsterdam] 1979. [Doktoraalscriptie Nederlands.] 0216 Edgar Cairo. P Temekoe/Kopzorg. Uitgeverij In de Knipscheer BV, Haarlem 1979. 0217 Edgar Cairo. Mi boto P doro/Droomboot havenloos. Romanwerk. Uitgeverij In de Knipscheer BV, Haarlem 1980. 0218 Edgar Cairo. Masra. T Radio-hoorspel. NOS, Hilversum 1980. 0219 Edgar Cairo. Ik ga dood om N jullie hoofd. Uitgeverij In de Knipscheer, Haarlem 1980. [Inleiding, Stukjes uit de Volkskrant en twee kerstverhalen.] 0220 Edgar Cairo. A nowtoe foe G/E mi ai/In de nood van het aangezicht. Uitgeverij In de Knipscheer, Haarlem 1980. Mandalareeks. 0221 Edgar Cairo. Dagrati! T Dagrati!/Verovering van De Dageraat. Het spel van een opstand in Guyana 1763 onder de negerslaven die hun plantage(s) veroverden, z.p. [Rotterdam] 1980-1981. [Realisatie i.s.m. Theatergroep Djompo-Abra.] 0222 Edgar Cairo. Jeje P Disi/Karakter's krachten.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 In de Knipscheer BV, Haarlem 1980. 0223 Edgar Cairo. Als je hoofd N is geboord. Krantecolums 2. Uitgeverij In de Knipscheer BV, Haarlem 1981. [Columns uit de Volkskrant.] 0224 Edgar Cairo. Kollektieve schuld of wel Famir' man-sani. [Op omslag:] Roman uit Suriname. Het Wereldvenster/NOVIB/NCOS, Baarn/'s-Gravenhage/Brussel z.j. [1981?]3

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 193

herziene druk. Uit de P Derde Wereld. [Voorwoord: Sjef Theunis. Omslag wijkt af van eerdere drukken.] 0225 Edgar Cairo. Powema di G rutu/Gezangen van oorsprong en toekomst. Uitgeverij In de Knipscheer BV, Haarlem 1982. [Uitgave van Poëzie Hardop, Amsterdam; realisatie tekstuitgave: In de Knipscheer, Haarlem. Met biblio- en biografische gegevens en een Lijst van verschenen werken.] 0226 Edgar Cairo. Dat vuur der P grote drama's. Roman. In de Knipscheer, Haarlem 1982. 0226a Edgar Cairo. Mi boto N doro/Droomboot havenloos. Romanwerk. Een uitgave van Knippenberg's uitgeverij, Amsterdam 19832 [1e druk: 1980]. Bulk Boek Jaargang 12, nr. 134. [Met inleiding ‘Donkere vis in bleek water’ van Leo Geerts.] 0227 Edgar Cairo. Lelu! Lelu! G/E Het lied der vervreemding. In de Knipscheer, Haarlem 1984. 0228 Edgar Cairo. Dagrati! T Dagrati!/ Verovering van de Dageraat. Uitgeverij Zuid, Gent/Haarlem 19842 [speciale, herziene uitgave van het theaterstuk 1980-1981].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0229 Edgar Cairo. Het koninkrijk T/E IJmond/Bakuku-Babuba. Amsterdam 1985.

H. van Capelle

0230 H. van Capelle. Mythen en E/N sagen uit West-Indië. W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1926. [Fotomechanische herdruk] z.p. z.j. [omstreeks 1976]. [Geen gegevens over uitgeverij.]

Celliano (ps. van Leonard Eduard Grootfaam)

0231 Celliano. Asafo. Poëwema G foe -. Paramaribo 1971. [Tekst achterflap: Vene.]

Eddy Charry e.a.

0232 Eddy Charry, Geert E/N Koefoed en Pieter Muysken. De talen van Suriname. Achtergronden en ontwikkelingen. Onder redactie van - met medewerking van Sita Kishna. Dick Coutinho, Muiderberg 1983. [in deze verzameling taalkundige studies zijn teksten opgenomen van J.G.A. Koenders, Jit Narain en Edgar Cairo.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Alice Choenni e.a.

0233 Alice Choenni & Kries N Sukhai. Aadj ke India log ke rahan tjalan (Hoe men leeft in het India van vandaag). - aur - ie kahaanie kahies (Verteld door - en -). Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo z.j. [1984]. [Uit ‘Samsam’ nr. 2, 1983. Met toestemming van de uitgever naverteld in het Sarnami Hindoestani. Vertaling Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics).]

Ghargiwatie (Gharietje) Choenni

0234 Gharietje Choenni. Asa (hoop). Een bundel gedichten in het nederlands, sarnami-hindi

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 194

en sranang-tongo door -. G NRP, z.p. z.j. [Leiden 1980]. [Voorwoord door Julian With.]

André Carolus Cirino

0235 A.C. Cirino. Indiaanse N vertellingen. [Op pag. 7:] Verzameld en naverteld door -. Paramaribo 1970. [Inhoud: Mensen en Dieren, Dieren. Eerder in de jaren 1964-1968 in het ochtenblad ‘De Ware Tijd’ verschenen vertellingen, onder pseudoniem Jakono Rino, d.w.z. Vriend Rino.] 0236 A.C. Cirino. Indiaanse N vertellingen. [Op pag. 7:] Verzameld en naverteld door -. Paramaribo 1970. [Inhoud: God, Paradijs, Hemel, Zondeval, Zondvloed, De mens, Maan en sterren, De geestenbezweerder, Mens en geest. Eerder in de jaren 1964-1968 in het ochtenblad ‘De Ware Tijd’ verschenen vertellingen, onder pseudoniem Jakono Rino, d.w.z. Vriend Rino.] 0237 Cirino. Indiaanse N vertellingen. [Op omslag:] Deel 1. [Op pag. 7:] Verzameld en naverteld door A.C. Cirino. Bolivar Editions, Paramaribo 1977 [2e druk, 1e druk: 1970; afwijkend omslag t.o.v. 1e druk], [Inhoud: Mensen en

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Dieren, Dieren. Eerder in de jaren 1964-1968 in het ochtendblad ‘De Ware Tijd’ verschenen vertellingen, onder pseudoniem Jakono Rino, d.w.z. Vriend Rino.] 0238 A.C. Cirino. Indiaanse N vertellingen. [Op omslag:] Deel 2. [Op pag. 7:] Verzameld en naverteld door -. Bolivar Editions, Paramaribo 1977 [2e druk, 1e druk: 1970; afwijkend omslag t.o.v. 1e druk]. [Inhoud: God, Paradijs, Hemel, Zondeval, Zondvloed, De mens, Maan en sterren, De geestenbezweerder, Mens en geest. Eerder in de jaren 1964-1968 in het ochtendblad ‘De Ware Tijd’ verschenen vertellingen, onder pseudoniem Jakono Rino, d.w.z. Vriend Rino.]

W. Colenbrander

0239 W. Colenbrander. Taal E achter taal. Hollandse lezersgrenzen bij drie romans van Edgar Cairo. Doktoraalskriptie Algemene Literatuur Wetenschap (ALW), Universiteit van Amsterdam, Amsterdam 1984.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Jillis A. Cronie

0240 Jillis A. Cronie. Mi prasie. G Sranan poëma foe -. z.p. z.j. [1980?].

Felton Dahwme (ps. van Simon S. Emanuels)

0241 Dahwme. Felu [op G omslag:] (IJzer). Paramaribo 1976. [Met los Errata-velletje.].

Paul A. Day

0242 P.A. Day. Trefoe. Leiden G 1973. [inleiding door: ‘een kameraad’.] 242a [Paul Day.] Srefidensi X/G doro/Ram-lied. Cabaret Revo. [Single.] Mark Town TD 31576. Produktie en opname: Tony Dirne. Breda z.j.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 195

Maha Rishi Dayanand Sarsvati

0243 [Maha Rishi Dayanand P Sarsvati.] Satyarth Prakash. Belichting der ware betekenis. In het Nederlands vertaald onder auspiciën van het Hoofdbestuur van de Arische Vereniging Arya Dewaker. Uitgegeven door de Arische Vereniging Arya Dewaker, Paramaribo 1983. [Bevat: Hoofdstuk I, II en III.]

De tijd doorkliefd

0244 De tijd doorkliefd. G Bloemlezing van niet eerder gepubliceerde Surinaamse gedichten. Ter gelegenheid van de eerste herdenkingsdag van de revolutie, 25 Februari 1981. Uitgegeven door het Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport, z.p. [Paramaribo] 1981. [Voorwoord: R.A. Kamperveen. Poëzie van Freddy Sumter, Shrinivasi, Nola Hatterman, Mechtelly, Corly Verlooghen, G.E. Johnson, Eugenie Eersel, R. Isselt, R. Dobru, John Brewster, Ruud Mungroo, L.F. [= Lilian Ferrier], Pais Tatak Chebèndy [= Armand E. Sedoc], Albert Mungroo, Ronald Julen, Bhai, Ané Doorson, Aneba Odjah [=

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Paul Abena], Erika [= Heinrich Heyde], Alwin James Alfaisie, Orlando Emanuels, Jozef Berrenstein.]

Julius Ph. A. Defares

0245 Julius Ph. A. Defares. G Fajabro. z.p. [Paramaribo] 1970. 0246 Julius Ph. A. Defares. Lesi T koenersi. z.p. z.j.

Ester W. Delchot

0247 [Op achterzijde:] Ester W. G Delchot. Voeding voor het hart. Paramaribo z.j. [1983]. [Met een ‘Ten geleide’ van H. Tiendalli.] 0248 Ester. Zielespijs. z.p. z.j. G [Paramaribo 1984].

Guno Denz e.a.

0249 [Op eerste pagina:] Guno G Denz: pseud. Frans & I[mro] E[ugene] Plein: pseud. Saar Hatti. Eenheid tot elke Prijs! z.p. [Paramaribo] 1975. 0250 Guno Denz & Imro Plein's G Lobi libi. z.p. z.j. [Verschillende edities met omslagen in diverse kleuren.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Derde Wereld Journalistiek

0251 Derde Wereld E Journalistiek: Suriname bijvoorbeeld. z.p. z.j.

George Deul

0252 George Deul. Suriname 1975 Fri. Een bloemlezing Gedichten van Surinaamse woord kunstenaars (bestemd voor de lagere school). Verzameld door -. Uitgegeven onder auspiciën van de W.O.V.O. (Werkgroep voor Opvoeding en Vorming m.b.t. de Voorbe-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 196

reidingen op de G Onafhankelijkheid van Suriname), z.p. 1974. [Poëzie van Trefossa, Shrinivasi, R. Dobru, Asjantenoe Sangodare, Edmundo, Zamani, Marcel de Bruin, Corly Verlooghen, Juanchi, Mechtelly. Jozef Slagveer, Afanti.]

W. Dharampal e.a.

0253 W. Dharampal & S. N Moella. Das djanaawar ke khiesa. Tien fabels. Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1976. [Ommezijde titelpagina: Ie khiesa bahoet poeraan hai aur dheer manai doenia me djaanehe. Ie poestak me aat khiesa kahaawal hai sriematie W. Dharampal aur doeigo ariematie S. Moella se Sarnaamie Hindie me. Deze verhalen zijn zeer oud en over de hele wereld bekend. In dit boek worden acht verhalen door mevrouw W. Dharampal verteld en twee door mevrouw S. Moella in het Sarnamie Hindi.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Wishnoedewie Dihal

0254 Wishnoedewie Dihal. India N ke tien khiessa/Drie verhalen uit India. Ie sab khiesa - ke kahal hai Sarnaamie Hindie me. Deze verhalen worden door mejuffrouw - in het Sarnamie Hindi verteld. Uitgave van het Summer Institute of Linguistics, Paramaribo 1976.

Bertus Dijk e.a.

0255 Bertus Dijk, Kees G Simhoffer en Klaas Wellinga. Stem van alarm stem van vuur. Geëngageerde poëzie uit Latijns-Amerika, Afrika en Azië onder eindredactie van -. Het Wereldvenster/Novib/NCOS, Bussum/Den Haag/Brussel 1981. [Hierin opgenomen: werk van de Surinaamse dichters G. Barron (Sorava), Blaw-Kepankí (Oscar Kemble), R. Dobru (Robin Ravales - sic), Chitra Gajadin, Anton de Kom, Johanna Schouten-Elsenhout, Shrinivasi, Michael Slory, Corly Verlooghen, Bea Vianen; medewerking bij de samenstelling van o.a. Judith de Kom.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 R. Dobru (ps. van Robin Ewald Raveles)

0256 R. Dobru. ‘Bar poeroe’. G Paramaribo 1970, 19712. 0257 R. Dobru. Matapi. G Paramaribo 19702. 0258 R. Dobru. Paarweri. z.p. N z.j. [Paramaribo 1970?] [= tweede druk]. Bos mi esesi 2 Mi na sma sani. 0259 R. Dobru. De plee (WC) en N andere verhalen. Paramaribo 19703. 0260 R. Dobru. Strijdliederen uit N/G Suriname. [Langspeelplaat GIN 13.] Uitgave: Ons Suriname, z.p. z.j. [Amsterdam 1971]. [Voordracht van Dobru, met begeleiding van Roy Tjon (guitaar) en Henk Naarendorp (drum). Poëzie van R. Dobru, Edmundo, Trefossa, Eugene Rellum, Orlando, Ruud Mungroo, Marcel de Bruin, Michael Slory, Corly Verlooghen, Shrinivasi. Proza van R. Dobru.] 0261 R. Dobru. [Op omslag:] Dertien Galgen. Wat nu? Een arbeidersregering! NPS - PSV -

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 197

KTPI - Hirasing - PNR E/G plus de vakbeweging! op een lijst! z.p. [Paramaribo] 1973. [Artikelen uit de De Ware Tijd en Omhoog; poëzie uit de nog niet gepubliceerde bundel Tjasnèt.] 0262 R. Dobru. Flowers must G not grow today. Publishers- and artspromotionburo ‘afi-kofi’, Paramaribo 1973, 19732. 0263 Dobru, Drompoe, G/X Kasekostars. Febr. '73 Suriname. [Langspeelplaat.] Bluegrass. A division of Dyna Concept Studio's, DCS 2604L, z.p. z.j. [Paramaribo 1974]. [Gedichten: R. Dobru; voordracht: R. Dobru; muziek: Drompoe (kawinagroep van vier kinderen), Kasekostars; begeleiding Dobru: Jagdies Sheorattan (tabla), Eddy Ravales (drums).] 0264 R. Dobru. 25. z.p. z.j. G [Paramaribo 1975]. 0265 R. Dobru. Tjasnet. G Uitgegeven door: Westfort, Paramaribo 1975. 0266 R. Dobru. Tori boto. N/G Paramaribo 1976. [Bevat één gedicht van R. Dobru en fotomechanische herdrukken van Wasoema a prasi foe Bigi Dorsi, Paramaribo 19693; Oema soso, Paramaribo 1969; De plee (WC) en andere verhalen, Paramaribo 1968;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 en Wan monki fri bevrijding en strijd, Paramaribo 1969.] 0267 R. Dobru Suriname. G Festival Solidaridad anti imperialista paz amiztad [sic, moet zijn: amistad]. Paramaribo 1978. [Uitgegeven ter gelegenheid van het Elfde Wereld Festival van Jeugd en Studenten voor Anti-Imperialistische Solidariteit, Vriendschap en Vrede in Cuba van (...) [op alle exemplaren onleesbaar] tot en met 5 augustus 1978. Met vertalingen in het Spaans van David Cherician, Roberto Fernandez Retamar, Francisco Martinez Hinojosa.] 0268 Dobru. Anansi-Tori. [Op N omslag: Anansi-Tori's.] Kleurboek. Uitgegeven: i.v.m. Het jaar van het Kind 1979. z.p. [Paramaribo] 1979. 0269 R. Dobru. Anansi-Tori. N Blindeninstituut, z.p. [Paramaribo] z.j. [1979]. [Uitgave in brailleschrift van Anansi-Tori, 1979.] 0270 R. Dobru. Abango en N andere verhalen. VACO Uitgeversmaatschappij, Paramaribo 1980. 0271 R. Ravales. Zo gaan wij het E samen doen. Onderministerie van Kuituur, Paramaribo 1980. [Een inleiding van de Onderminister van Kuituur R. Ravales [sic]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0272 R. Dobru. Paradise. Poëtry G - gedichten - poewema. z.p. z.j. [Paramaribo 1981]. 0273 R. Dobru. Revolution and G love in the sun. Poetry. [Op omslag:] Carifesta 1981 Barbados. Paramaribo 1981. [Met vertalingen in het Spaans door David Cherician, Roberto Fernandez Retamar, Francisco Martinez Hinijosa [sic, moet zijn: Hinojosa].] 273a Dobru. 25 februari X revolutie. Commissie Herdenking 25 februari, z.p. z.j. [Paramaribo 1981]. [Affiche met tekst van R. Dobru.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 198

0274 R. Dobru. Boodschappen G uit de zon. Gedichten 1965-1980. Meulenhoff, Amsterdam 1982. [Het merendeel van de in deze bundel opgenomen gedichten is ontleend aan eigen uitgaven in Paramaribo: Matapi (1965), Afoe sensi (1966), Koenoe (1968), Oema soso (1968), 2 februari (1969), Bar poeroe (1970), Flowers must not grow today (1972 [moet zijn: 1973]), Tjasnet (1972 [moet zijn: 1975]), Dertien galgen (1973), Festival (1978).] 0275 W'e wakti den mek den kon. G Uitgave Nationale Voorlichtingsdienst, Paramaribo z.j. [1983]. LP Revo-Records. [Op deze langspeelplaat zijn opgenomen vier gedichten, gesproken door R. Dobru.] 0276 Ter herinnering aan Robin G Raveles (Dobru). Overleden op 17 november 1983. z.p. [Paramaribo] 1983. [Boekje met poëzie van Dobru en religieuze zangteksten.] 276a In memoriam een trouwe G Chiraz jazz fan Dobru. Overleden op 17 november 1983. z.p. z.j. [Paramaribo 1983]. [Brochure met drie gedichten.] 0277 Dobru. Wan bon. Uitgave: G Marac's Production, z.p. z.j. [Paramaribo 1984]. [Poster met gedicht tegen de achtergrond van een

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 boom, waardoorheen een portret van Dobru.] 0278 R. Dobru. Solidaridad G amistad anti imperialista Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen & Cultuur, Paramaribo 1984 [tweede druk van Festival, 1978; afwijkende typografie en vormgeving; gedichten in andere volgorde; spelfouten hersteld]. [Uitgegeven ter gelegenheid van het Elfde Wereld Festival van Jeugd en Studenten voor Anti-Imperialistische Solidariteit, Vriendschap en Vrede in Cuba- augustus 1978. Vertalingen in het Spaans van David Cherician, Francisco Martinez Hinojosa, Roberto Fernandez Retamar.] 0279 Dobru. Onderweg. z.p. z.j. G [Curaçao 1985]. [Poster met poëzie met de beginregel ‘Onderweg’, ondertekend met ‘gi Dobru fu yu brada Yerba Seku’, en met een fotoportret van Dobru. Verschenen bij gelegenheid van vijf jaar Surinaamse revolutie.]

Henk Juriaan Doelwijt

0280 H.J. Doelwijt. Heb hart N/X voor Suriname. Paramaribo 1975. [Gelijktijdig met en na de uitgifte van dit boek, verschenen een set stickers en een set postkaarten met illustraties, fragmenten en

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 teksten uit het boek. Stickers en postkaarten werden zowel per set als los uitgebracht.] 280a Zie aanvulling p. 280 0281 Henk J. Doelwijt. Pech en N negentien andere verhalen. Tori, Paramaribo z.j. [ca. 1979]. [Tweede, gewijzigde versie van Consels plé, 1978.] 0282 [Henk Doelwijt - N samenstelling.] Kindergedachten. Tori, Paramaribo 1979. Bloem Edities. [Uitgegeven bij gelegenheid van het Jaar van het Kind.] 0283 [H.J. Doelwijt e.a. / Tori X Kollektief.] Chinese horoscoop. Tori, Paramaribo 1979. 0284 [H.J. Doelwijt e.a. / Tori X Kollektief.] Wan finga no e dringi brafoe. Tori voor Moboco, Paramaribo 1980.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 199

0285 [H.J. Doelwijt e.a. / Tori X Kollektief.] Namaste, Universele groet. Uitgave van B. Malhoe en Tori, Paramaribo 1981. 0286 [H.J. Doelwijt e.a. / Tori X Kollektief.] B. Malhoe. Uitgave van B. Malhoe en Tori z.p. [Paramaribo] z.j. [Boekje voor het registreren van personalia.] 0287 [H.J. Doelwijt en anderen.] X Surinade 18. Programmaboek 24 sept. t/m 7 okt. Directie, redactie en vormgeving: Tori Public Relations. Tori-Uitgeverij, Paramaribo z.j. [1982]. [Met voorwoorden van ir. I.E. Fong Poen, A.S. Lee Kong, A.J.M. Judell en B. Lochem; bijdrage van Djoko Joewono.] 0288 Henk J. Doelwijt. De X boodschapper is gevallen de boodschap blijft. Redaktie/samenstelling: -. Een uitgave van TORI Kollektief en B. Malhoe, z.p. [Paramaribo] 1985. Bloem Edities. [Uitgave van korte overdenkingen in het kader van het Jaar van de Jongeren.]

Thea Dora Christina Doelwijt

0289 Thea Doelwijt. Mijn X droomhuis. Bewerkt en samengesteld door -. [Op omslag:] Kinderen doen een boekje open over Mijn

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 droomhuis. Paramaribo 1971. 0290 Thea Doelwijt. Kri, kra! N/E/T Proza van Suriname. Bloemlezing samengesteld door -. [Op omslag:] Ruim 50 oude en nieuwe fragmenten en verhalen, die tezamen iets vertellen over de eigen aard van het Surinaamse proza! Bureau Volkslectuur, Paramaribo 1972, 19742, 19773, 19784 [herdrukken met lichte wijzigingen]. [Voorwoord: Ch. H. E[ersel]: werk van F.P. en A.P. Penard, A.C. Cirino, Johannes King, Melville J. Herskovits en Frances S. Herskovits, Dr. H. van Capelle, W. Ahlbrinck CssR en A. Donicie CssR, A de Groot CssR, Petronella Breinburg, H.F. Rikken CssR, J.G. Spalburg, M.T. Hijlaard, Ths. Waller, Albert Helman, A. de Kom, J.G.A. Koenders, Trefossa, P. Schunge, Tj. Arkieman, Kees Neer, Sophie Redmond, Eddy Bruma, Coen Ooft, René de Rooy, Ané Doorson, R. Dobru, Benny Ch. Ooft, Ruud Mungroo, Nel Bradley, Barbara Stephan, G.H. Kroes, Leo Henri Ferrier, Shrinivasi, Jozef Slagveer, Corly Verlooghen, P. Marlee, Rodney Russel, Thea Doelwijt, Edgar Cairo, R.F. Kross.] 0291 Thea Doelwijt. Toen P Mathilde niet wilde. Paramaribo 1972.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0292 Thea Doelwijt. Land te T koop. [Langspeelplaat.] Omega OM 444.044. z.p. 1973. [Cabaret-musical onder leiding van Thea Doelwijt en Henk Tjon met Detta Dilrosun, Helen Kamperveen en Mike Ho Sam Sooi.] 0293 Thea Doelwijt. Wajono. P Paramaribo 19734 [1e druk: 1969]. [Deze druk is gelijk aan de eerste drie, met een omslag van Rudi de la Fuente.] 0294 Thea Doelwijt [ed.] Geen N/G/X geraas of getier. [Op omslag:] Verhalen, gedichten, liedjes na de emancipatie, vóór de tweede wereldoorlog. Bureau Volkslectuur, Paramaribo 1974, 19752. [Voorwoord: Eva Essed; werk van Henri Rikken, E.J. Bartelink, Jacq. Samuels, F.P. & A.P. Penard, G.G.T. Rustwijk, A.W. Marcus, R.D. Simons, J.C. Kruisland. Uitgebracht in diverse edities met omslagen in verschillende kleuren.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 200

0295 Thea Doelwijt. X Herinneringen rondom Oma Nassy. [Op omslag:] 1866 - 1969. [Ommezijde titelpagina:] Samenstelling: -. z.p. z.j. [Paramaribo, na 1974]. [Voorwoord ‘Herinneringen’: familie Nassy.] 0296 Thea Doelwijt. Sis en Sas N de ruziestrooiers. NV Varekamp & Co, Paramaribo 1975. [Hoewel de uitgave vermeldt: Druk NV Varekamp & Co, was deze firma ook de uitgever. Kinderboek.] 0297 Thea Doelwijt. Kainema de N Wreker en de menseneters. Eldoradoboek, Paramaribo 1977, 19802. [Jeugdboek.] 0298 Thea Doelwijt. Wajono. P Paramaribo 19785 [1e druk: 1969; druk van een nieuw zetsel dat praktisch gelijk is aan dat van de eerste vier drukken; afwijkend omslag (van Paul Woei)]. 0299 Thea Doelwijt. De grote E Caraibische familie. Een ooggetuigeverslag van het Caraibische kunstfestival Carifesta IV, Barbados, 19 juli - 3 augustus 1981. Redactie: -. Een uitgave van het Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport in Suriname, Paramaribo 1981. [Bijdragen van Thea Doelwijt, Paul Woei, Gloria Leurs, Harto Soemodihardjo, Alida Neslo, Terry Agerkop, Noraly Beyer, Jules Chin

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 A Foeng, Marlène Lie-A-Ling, Arthur Leuden, Hanna Lieveld, Henk Tjon, Chandra van Binnendijk, Lilian Ferrier, George Lamming, Friede Alexander-Vanenbrug, Orlando van Amson.] 0300 Thea Doelwijt. Prisiri T stari/De pretster. Wan komedipré gi pikin/een theaterspel voor kinderen. Eldoradoboek, Paramaribo 1981.

Thomas Domini

0301 Thomas Domini. N Surinamisme. De weg naar eenheid door eenheid door zorg en hoop. Stichting Basispers, Nieuwegein 1985. [Aforistische teksten.]

Ané Doorson (ps. van André Edwin Doorson)

0302 Ané Doorson. Het N levenswater van Ana Bolindo-Kondre. Door - naar een oud verhaal verteld door Henry J. Balker. Bolivar Editions i.s.m. het Jeugdlektuur-Projekt van het Cultureel Centrum Nickerie, z.p. [Paramaribo/Nieuw Nickerie] 1978. [Met vooraf ‘Iets over de makers van dit verhaal’ en ‘Verantwoording’ door Leonore de Vries.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Eugène CD. Drenthe

0303 Eugène Drenthe. Skuma - G Schuim. [Op omslag:]Puwema taitai (poëziebundel). Capelle aan den IJssel 1982. [Voorwoord: Kenneth Woei A Tsoi.]

Nicolaas Alexander de Drie

0304 Aleks de Drie. Wan tori fu N/G/E mi eygi srefi. Samensteller Trudi Guda. Een uitgave van de Afdeling Cultuur Studies van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen & Cultuur, z.p. [Paramaribo] 1984. [Voorwoord: Terry Agerkop; met een inleiding door de samensteller. Met los errata-inlegvel ‘Fowtu’.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 201

C.N. Dubelaar

0305 C.N. Dubelaar. E/N Negersprookjes uit Suriname. Nederlands Volkskundig Genootschap, Wassenaar 1972. Speciale uitgave van ‘Neerlands Volksleven’ XXII, nr. 3/4.

Patricia Dundas-Koster

0306 Patricia Dundas-Koster. G Mijn gedachten. z.p. z.j. [Paramaribo 1983]. [Voorwoord: Albert Mungroo. Gestencilde uitgave.]

Bhagwanpersad Dwarka

0307 [Op achterzijde:] G Bhagwanpersad Dwarka. ‘Bhavishya’/‘Toekomst’. Paramaribo 1975. [Voorwoord: Drs. L.F.S. Lutchman.]

Sep. E.

0308 Sep. E. Mijn gedachten.... X (Mie dinkie....). Uitgave: Sem's Studio, z.p. z.j.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Een pantserwagen in de straten

0309 Een pantserwagen in de N straten. Drie verhalen rond 25 februari. Uitgave: Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport, Paramaribo 1981. [Voorwoord van het Ministerie [= Chr. H. Eersel]; verhalen van Eddy L. Pinas, Celtak [= C. Tjong A Kiet] en Lilian Ferrier.]

Philip Elias

0310 [Philip Elias.] Jan X Voorhoeve 1923 - 1983. Oblituary and bibliography. Foris Publications, Dordrecht/Cinnaminson 1984.

Encyclopedie van Suriname

0311 C.F.A. Bruijning & J. Voorhoeve. Encyclopedie van Suriname. Hoofdredactie: - Samensteller Drs. W. Gordijn. Een uitgave van Argus Elsevier, onder auspiciën van de Stichting Encyclopaedie van Suriname, Amsterdam/Brussel 1977. [Voorwoord: Dr. Johan H.E. Ferrier. Voor de letterkunde relevante lemmata zijn: Anansi; Bartelink, Egbert Jacobus; Behn, Aphra;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Bhag(a)vad-Gita; Bhajan;Bir(a)ha; Bruma, Eddy Johan; Cabaret; Cappelle, H. van; Chautal; Chin A Foen, Jules Anthony; Cultureel akkoord; Dev(a)nagari; Dobru, R.; Doelwijt, Thea; Donicie, Antoon; Foetoe-boi; Gyan Dev; Helman, Albert; Helstone, Johannes Nicolaas; Herskovits, Melville Jean; Hindi; Indra sabha; Journalistenvereniging, Surinaamse; Kals, Johannes Guiljelmus; Katha; Kiban, Robert Janki; King, Johannes; Koenders, Julius Gustaaf Arnout; Kom, Cornelis Gerard Anton de; Kruisland, Johannes Carolis; Kwame Dandillo; Lakoe; Legêne, Peter Martin; Letterkunde; Lier, Rudolf Asueer Jacob van; Literaire tijdschriften; Lobisingi; Marcus, Alexander Willem; Mauricius, Jan Jacob; Morpurgo, Alfred Johan; Nederlands; Neer, Kees; Nieuwsvoorziening; Ommeren, Harry Johan van; Penard, Frederik Paul en Arthur Philip; Pers; Pos, Hugo; Rahman Khan; Ramayan(a); Ramlila; Redmond, Jeane Sophie Everdine; Rellum, Eugene Willem Eduard; Rikken, François Henri; Roos, Paul

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 202

François; Rooy, René X André de; Rustwijk, George Gerhardus Theodorus; Samuels, Jacques Salomon; Schaick, Cornelis van; Schouten, Hendrik; Schouten-Elsenhout, Johanna; Schumann, Christiaan Ludwig; Schumann, Theophilus Salomo; Shakuntala; Shanti dal; Shrinivasi; Simons, Robert David; Slagveer, Jozef; Slory, Michael; Spalburg, Johan George; Sranan tongo; Surinaams-Nederlands; Sweers, Anton; Thalia; Toneel; Trefossa-prijs; Upanishad; Velder, Paula; Verlooghen, Corly; Vianen, Bea; Volksboekwinkel; Volkslectuur, Stichting; Volkslied; Voorhoeve, Jan; Wi égi sani; Winkels, Willem Eduard Herman; Ziel, Henry (Henny) Frans de.]

Esajas (voornamen onbekend)

311a No pratie wi. [Op omslag: G No prati wi.] z.p. z.j. [Paramaribo ca. 1975].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Mau Fabri

0312 Mau Fabri. Het kan zo niet langer, weet je wel. Rotterdam 1976. 0313 Mau Fabri. Het witte N monster. Werkgroep voor Arbeidersliteratuur Rotterdam/Rotterdamse Kunststichting, Rotterdam 1976. War-reeks. [Voorwoord: Rien van Genderen.]

Faradroifi (ps. van Arthur Ferdinand Druiventak)

0314 Faradroifi. Vormen. X Denkpatronen uit dagdromen. z.p. [Paramaribo] z.j.

25 februari 1980 De N.M.R.

0315 25 februari 1980 De X N.M.R. Kindergedachten in woord en beeld rondom de ingreep van 25 februari 1980. z.p. z.j. [Paramaribo 1980]. [Door leerlingen van de Thomas van Aquinoschool te Zorg en Hoop: bijdragen van Dennis Tjin-A-Koeng, Leon Ferrier, R. Glasser, Benito Blagrove, Maikel Ramdhani, Calvin Muntslag, Sidney Mossel, Noel Filemon, Martin Demijn, John Sweet, Claudio Cederboom, Lawrence Bottse, Manuel Tjin A Ton, Steven Tjang, Rino Tjong-A-Hung,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Terrence Tjon, Jos Tjang-A-Sjin, Derril Filemon, Ferry Taytelbaum, Jerry J. Moi Thuk Shung, Dino Raalte, Marengo Fabian, David Augustin, Armand Renfrum, John Darthuizen, Stefano Kohinor, Thoussaint Th. Klemmer, Robert Chan, Stephen Westmaas, Curt Darault Schieten, Danny Amatrgali, R. Markiet, Robin de Geus, Steven Leeflang, Jerry Edo Krenten, Ernesto Sanichar, Miklos Beyer, John Auguste.]

Hans Fernandes

0316 Hans Femandes. 't X Omgekeerde van ons nationaal gerecht Pom. z.p. [Paramaribo]?, 19722. [Met een ‘L.S.’ van Coen Ooft.] 0317 Hans Femandes. 't X Omgekeerde van ons nationaal gerecht Pom. 2de deel. Moppenboek van -. z.p. [Paramaribo] 1973. [‘Boorwoord’: [C.D.] Ooft.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 203

Fraters van Tilburg

0318 Fraters van Tilburg G [samenstelling]. Hoezee voor Suriname. NV Drukkerij Uitgeverij Leo Victor, Paramaribo 19816 [ongeveer gelijk aan de 5e druk; enkele storende fouten verbeterd]. [Liedjes op teksten van C.A. Hoekstra/Trefosa [sic], A. de Groot, E. Verrijt, Harry van Epscheuten, A. Hilgen, L. Rahan, F. Kuster, W. Ahlbrinck, A.W. Marcus en Anonymi. Met muzieknotaties.]

Fri Tongo

0319 Fri Tongo. [Academie voor G/N Hoger Kunst en Cultuur Onderwijs], z.p. z.j. [Paramaribo 1985]. [Bloemlezing van werk vervaardigd voor het vak Creative Writing, door 1ste jaar studenten, studierichting Literatuur- en Communicatiewetenschappen, Academie voor Hoger Kunst en Cultuur Onderwijs. Poëzie van Smailliw (= L. Williams), Henna Terborg, Jules Vreden, Asha Radjkoemar, Lygia Vyent, Asaf Amirkhan, Indra Jethoe. Proza van John H. Muller, Glenn Cooman, Yvonne Blijd, Jamilie Mansour,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Jules V. Vreden, R. van de Poel, Jennifer Zandwijken, Joan Tjon Affo, Shireen Sweet.]

Jorg Funke

0320 Jorg Funke E/G [samenstelling]. Literatuur en talen van Suriname. Een kennismaking. Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag 1984. Oriëntatie immigranten lektuur 4. [Eindredaktie: Lourina de Voogd. Inleiding van Hugo Pos; beschouwingen van Theo Damsteegt en Herman Wekker; poëzie van Chitra Gajadin, Edgar Cairo, Jules Niemel en Julian With.]

Chitra Gajadin

0321 Chitra Gajadin. Van erf tot G skai. Een bundel gedichten door -. Uitgegeven bij Futile, Rotterdam 1977. [Met een ‘Ter inleiding’ van de uitgever en een glossarium. Bibliofiele oplage van 230 genummerde exemplaren met meerkleuren handdrukken van Anton Vrede.] 0322 Chitra Gajadin. Van erf tot G skai. Een bundel gedichten door -. Uitgegeven bij Futile, Rotterdam 19782. Met een ‘Ter inleiding’ van

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 de uitgever en een glossarium. 0323 Chitra Gajadin. Padi voor G batavieren. Futile, Rotterdam 1979. 0324 Chitra Gajadin. De zon G vloeit weg uit mijn ogen. Uitg. (f)utile, Rotterdam z.j. [1983]. 0325 Chitra Gajadin. Kab ke G yaad/Van wanneer een herinnering 1977-1983. Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag 1984. [De versie in het Nederlands van enige van deze gedichten werd reeds opgenomen in de vroegere drie bundels.]

Rabin Gangadin

0326 Rabin Gangadin. Desaveu. G Delft 1980.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 204

0327 Rabin Gangadin. Een G zeldzame kamer. Gedichten. Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1982. 0328 Rabin Gangadin. Tussen G letter en geest. Gedichten. Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1984.

Gedachten over gedichten

0329 Gedachten over gedichten. E [Uitgave Pedagogisch Instituut?], z.p. z.j. [Gestencilde uitgave.]

H.R. Geerlings

0330 H.R. Geerlings. Snel weg. G Eerste serie verkeersgedichten, z.p. [Paramaribo] 1974.

Marijke J. van Geest

0331 M.J. van Geest. De E dialogen in het proza van R. Dobru. Een sociolinguïstische analyse. z.p. [Paramaribo] 1971. [Scriptie M.O., I.O.L.; over Bos mi esesi I & II, Wasoema, De Plee (WC) en andere verhalen, Oema soso.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0332 M.J. van Geest. Literaire E analyse van ‘In den vreemde’ Kort verhaal van Thea Doelwijt, uit: ‘I sa man tra tamara!?’ (Amsterdam, De Bezige Bij, 1972). Paramaribo 1973. [Scriptie M.O., I.O.L.]

Renato van der Geld e.a.

0333 Renato van der Geld, Joan E/X Guicherit, Patricia Lie A Njoek, Delano Braam. De Surinaamse literatuur. Paramaribo 1974. [Met bibliografie. Gestencilde uitgave.]

Geluiden/Opo sten

0334 Geluiden/Opo sten. Een N/G bloemlezing proza en poëzie van Surinaamse auteurs in Nederland. Stichting Landelijke Federatie van Welzijnsorganisaties voor Surinamers in Nederland en Stichting Basispers, Utrecht/Nieuwegein 1984. [Onder redactie van: G. Ashruf, J. Baldewsingh, M. Groen, P. Groenendaal, A. Kramp, Y. van Ommeren. Werk van Benny Ooft, Paul Middellijn, Guno Neus, Jit Narain, Johan Edwin Hokstam, Astrid H. Roemer, Meiling Chen Sui Sui, Judith de Kom, Ed. Hart, Eddie Kolf, Chitra

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Gajadin, Prempuri, Blaw Kepanki, Kenneth W. Echteld, Dorothee Wong Loi Sing, Rabin S. Baldewsingh, Crofaja, Amar Prim, Frapo, Julian With, Chan Choenni, Satdip, Robert Kiban, Eugene Drenthe, Rosaliena Held, Orsine Nicol ‘Oni’, Sylvia Singh, Charietje Choenni, John Sluisdom.]

De Gids

0335 De Gids. 133ste jaargang 1970, nr. 9 [Surinamenummer]. Redacteuren: G. van Benthem van den Bergh, Hugo Claus, A.L. Constandse, A. de Froe, Sybren R. de Groot, Harry Mulisch, A. de Swaan. Stichting De Gids, Amsterdam 1970. [Beschouwingen van Dobru, J. Voorhoeve/Ursy M. Lichtveld, Ch. J. Wooding, J. Allard-de Kom, Sylvia

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 205

W. de Groot; poëzie van E/G/N Trefossa, Kwame Dandillo, Shrinivasi, Orlando, John Leefmans, R. Dobru, Thea Doelwijt, P. Marlee, Michael Slory, Jozef Slagveer, Edgar Cairo; proza van Rodney Christiaan Russel.]

Gonini (ps. van John Blom)

0336a Gonini. Stré de foe Stré. G z.p. z.j. [Paramaribo 1971]. 0336b Gonini. Stré dé [sic, moet G zijn: de] foe Stré [tweede aflevering]. z.p. z.j. [Paramaribo ca. 1973].

Henk Jan Gortzak

0337 Henk Jan Gortzak. Jere E/T/X mi/‘Luister naar mij’. Een boekje over Surinaams toneel in Nederland. bij de film ‘Tussen twee vuren’. Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag 1984. [Vertalingen uit het Sranan tongo: Henk Jan Gortzak, uit het Hindi: S.G.M. Kalpoe; tekstbijdragen van Astrid Roemer en Afoe Sensi/Ed Kogeldans; strips van Rocky Fungloy en Ruth Keteldijk.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Henna Goudzand

0338 Henna Goudzand. Proza E analyse. z.p. [Paramaribo] z.j. [Nota M.O., I.O.L.;over R. Dobru - Oema soso.]

Ilsmarie Groise

0339 Ilsmarie Groise. Bromki foe G Sranan. z.p. z.j. [Diverse gedichten in druk, losse vellen aan elkaar geniet. Het eerste gedicht luidt ‘Bromki foe Sranan’.]

Adrianus Henricus Petrus de Groot

0340 A. de Groot. Didibri-Torie. N Een aantal volkse verhalen onder redaktie van -. CssR. Paramaribo 1970. 0341 A. de Groot. Jorka-Tori. N Geloof het of geloof het niet maar zó zeggen ze Waka-man si Jorka! Onder redaktie van - CssR. Uitgegeven bij: NV Varekamp & Co., Paramaribo 1971. 0342 A. de Groot. Woordregister X Nederlands - Saramakaans. [Op omslag:] Met context en idioom. z.p. z.j. [onder voorwoord: Paramaribo 1977]. 0343 A. de Groot. Woordregister X Saramakaans - Nederlands. z.p. z.j. [onder voorwoord: Paramaribo 1981].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0344 A. de Groot. Tweedelig X Woordregister Auka - Nederlands, Nederlands - Auka. Paramaribo 1984.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 206

Ewald Romeo Cornelis Grot

0345 Romeo Grot. ‘Ik’. G Uitgegeven door: Werkgroep Jongeren Niedorp, Niedorp 1973, 19732. 0346 Romeo Grot. Uma. Tekst: G -. Uitgave: Aspasja, z.p. [Amsterdam] 1982. [Poster met gedicht met als eerste versregel ‘Uma,’.] 0347 Sabana. Den Haag z.j. X/G [1983]. [Folder voor de muziekgroep ‘Sabana’ die winti-muziek en ritmische poëzie brengt; tekst van Romeo Grot. Op achterzijde: lakulied met beginregel ‘Sensi kondre ben de/Sinds de aarde bestaat’.] 0348 R. Grot. Yeye-tori. G Ged[icht]: -. z.p. [Den Haag] 1985. [Poster met gedicht.]

Gertrude Marie (Trudi) Guda

0349 Trudi Guda. De geur van G franchepane. Paramaribo 1970. 0350 Trudi Guda. De X levensomstandigheden van de surinaamse bosnegers - verkenning van mogelijke verbeteringen in het kader van de cursus Huishoudelijke Voorlichting in de Tropen - in het bijzonder de vakken

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 voeding en landbouw. z.p. [Deventer] 1973. [Paper.] 0351 G.M. Guda. Nationaal X Seminar over Bevolking, Gezinswelzijn en Nationale Opbouw - Attitude bij man/vrouw. Paramaribo 1976. [Paper voor het Nationaal Seminar over Bevolking, Gezinswelzijn en Nationale Opbouw, gehouden te Lelydorp.] 0352 Trudi Guda. Vogel op het G licht. Paramaribo 1981.

Majoie Hajary

0353 Majoie Hajary. La Passion T selon Judas. [Langspeelplaat.] CBS 64143. z.p. 1974. [Uittreksel uit het oratorium dat in Suriname werd opgevoerd als ‘Da Pinawiekie’.] 0354 Majoie Hajary. Tekst da T pinawiekie. z.p. z.j. [Paramaribo 1974]. [‘Da Pinawiekie’ is een Surinaams oratorium; première: 8 april 1974 in de Grote Stadskerk van de Evangelische Broeder Gemeente Suriname van Paramaribo. De tekst is gekozen uit de vier evangeliën: Mattheus, Markus, Lukas en Johannes en uit Da Tori vo den Apostel. Teksten gekozen en gecomponeerd door Majoie Hajary. Gestencild en geniet.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 S. Harpal

0355 S. Harpal. Lobi. z.p. z.j. G [1985]. [Gedicht op los vel; uitgebracht op verschillende kleuren papier.]

Denise Y. [of V.?] R. de Hart

0356 D.V.R. de Hart. Revolutie G of dode doks. z.p. z.j. [Paramaribo 1981].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 207

0357 D.Y.R. de Hart. De G Grietjebie. Revolutie of dode doks deel 2. Mevr. -. z.p. z.j. [Paramaribo ca. 1981]. 0358 Denise de Hart. Suriname G is switi Sranang niet meer. 26 hekeldichten over de Surinaamse revolutie. Met een voorwoord van André Haakmat en een Nawoord van Rudie Kagie. Uitgeverij Ordeman, Rotterdam 1984.

Cyril Hasrat

0359 C. Hasrat. Analyse van E Thea Doelwijts Wajono. Paramaribo 1973. [Scriptie M.O., I.O.L.]

Nola Hendrika Petronella Hatterman

0360 Nola Hatterman. Beeldende E kunst in Suriname. Bolivar Editions, z.p. [Paramaribo] z.j. [Met vooraf ‘Nola Een portret in woorden’ door Ch.H. Eersel.] 360a Ter nagedachtenis aan X/G onze onvergetelijke Nola Hatterman. Geboren 12 augustus 1899. Overleden 8 mei 1984. z.p. [Paramaribo] 1984. [Tekstboekje van de liturgische dienst bij de uitvaart van Nola Hatterman, 17 mei 1984.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Opgenomen is o.m. het gedicht ‘Wan dé’ van Nola Hatterman.]

Heloise Hecbert

0361 Heloise Hecbert. Anansi N nanga Kownoe. Naverteld door -. Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.) onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1983, 19842. Alfabetiserings serie in het Sranan Tongo. [Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot; samenstelling: J. & S. Wilner.] 0362 Heloise Hecbert. Sranan N Anansi Tori. Naverteld door -. Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.) onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1983, 19832, 19833. Alfabetiserings serie in het Sranan Tongo. [Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot; samenstelling: J. & S. Wilner.]

J. Heide-Josias

0363 J. Heide-Josias. Nota E proza-analyse. z.p. [Paramaribo] 1980. [Nota M.O., I.O.L.; over Albert Helman - Orkaan bij nacht.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 P. Carla Heide-Parisius

0364 P. Carla Heide-Parisius. N Spin-verhalen. [Speciaal nummer van:] Opbouw, katholiek Surinaams maandblad voor jeugd en gezin, 29e Jaargang No. 7, mei 1973, Paramaribo 1973. [Bevat Curaçaose Spinverhalen door Mevr. P. Carla Heide-Parisius, en twee Surinaamse Anansiverhalen.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 208

Albert Helman (ps. van Lodewijk Alphonsus Maria Lichtveld; ook ps. Hella Bentram-Matriotte)

0365 Albert Helman. De P laaiende stilte. Em. Querido's Uitgeverij BV, Amsterdam 19736, 19817 [1e druk: 1952]. Salamander 104. 0366 Albert Helman. Hart N zonder land. Em. Querido's Uitgeverij BV, Amsterdam 19744 [1e druk: 1929]. Salamander 186. 0367 Albert Helman. Orkaan bij P nacht. Em. Querido's Uitgeverij BV, Amsterdam 19767 [1e druk: 1934]. Salamander 6. 0368 Albert Helman. P Zuid-zuid-west. Em. Querido's Uitgeverij BV, Amsterdam 19761 2 [1e druk: 1926]. Salamander 90. 0369 Albert Helman. Facetten E van de Surinaamse samenleving. De Walburg Pers, Zutphen 1977, 19782. 0370 Albert Helman. Gerrit-Jan E/P van der Veen. Een doodgewone held [op omslag:] 1902- 1944. Het Wereldvenster, Baarn 19772 [eerder verschenen als ‘Een doodgewone held’ in 1946 bij De Spieghel te Amsterdam]. [Met vooraf ‘Gerrit van der Veen gezien door: L.P.J. Braat’.] 0371 Albert Helman. Cultureel E mozaïek van Suriname. Onder redactie van -. Met

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 medewerking van Mevr. E. Abendanon-Hymans, Drs. A.R. Artist, Mr. C.R. Biswamitre, Mevr. A.M. Bueno de Mesquita-Bromet, Dr. W.F.L. Buschkens, Drs. E.E. Campbell, A. Chin A Foeng, R. Duurvoort, J. Gemmink, Drs. G. Hesselink, Prof. Dr. Harry Hoetink, Dr. P. Kloos, Dr. Lou Lichtveld, Dr. Leon A.M. Lichtveld, Nic. Loning, E.H. Mac Nack, Max Nord, Mr. H. Pos, Dr. S. van Praag, Prof. Mr. A.J.A. Quintus Bosz, Dr. J. van Raalte, Drs. J. Swinkels, Prof. Dr. Ir. C.L. Temminck Groll, Drs. L.J. van der Veen, Dr. G.D. van Wengen, Sig. W. Wolf, H. Zoutendijk. Technische redactie J.W. Bennebroek Gravenhorst. De Walburg Pers, Zuthpen 1978. 0372 Albert Helman. De stille P plantage. Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage/Rotterdam z.j.1 4 [1e druk: 1931; definitieve tekst: 1958]. Nijgh & Van Ditmar's paperbacks 98. 0373 Albert Helman. De stille P plantage. Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage/Rotterdam 19781 5 [afwijkend omslag van 14e druk]. Nijgh & Van Ditmar's Paperbacks nr. 98. 0374 Hella Bentram-Matriotte. X De zwarte Cats of Neokolonisatie der Surinaamse volkswijsheid.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 De Walburg Pers/C.F.J. Schriks, Zutphen 1978. 0375 Albert Helman. Serenitas. P Nijgh & Van Ditmar, z.p. ['s-Gravenhage/Rotterdam] z.j. [C 1979] 2e druk [1e druk: 1930]. Nimmer Dralend Reeks nr. 53. 0376 Albert Helman. G/E Verzamelde gedichten. Orion/Colibrant, Brugge 1979.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 209

0377 [L.A.M. Lichtveld - ed.]. N Will Johnson. Taies from my grandmother's pipe - Saban lore -. Edited by Dr L.A.M. Lichtveld. Saba 1979. 0378 Albert Helman. De P Medeminaars. Nijgh & Van Ditmar, 's Gravenhage 19802 [1e druk: 1953]. Nijgh & Van Ditmar's Paperbacks 281. 0379 Albert Helman. De stille P plantage. Nijgh & Van Ditmar, 's Gravenhage/Rotterdam 19801 6? [1e druk: 1931; definitieve tekst: 1958; afwijkend omslag van 15e druk?]. Nijgh & Van Ditmar's Paperbacks nr. 98. 0380 Albert Helman. Het eind P van de kaart. Journaal van een kleine ontdekkingstocht in twee binnenlanden. Anno 1955. Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1980. ‘Privé-Domein’ nr. 62. 0381 Tony van Verre ontmoet X Albert Helman. Uit het leven van een dwarsliggende Indiaan. De Gooise Uitgeverij/Unieboek, Bussum 1980. [Gebaseerd op de gesprekken die Tony van Verre in 1980 voor de VARAradio met Albert Helman voerde. Omdat de interviewer er zijn eigen aandeel geheel heeft uitgewerkt, heeft dit boek

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 een louter autobiografisch karakter gekregen.] 0382 Albert Helman. Vriend E Pieter; het levensavontuur van Pieter van der Meer de Walcheren. Orion/Gottmer, Brugge/Nijmegen 1980. [Biografie.] 0383 [Lou Lichtveld e.a.] X Woordenlijst Sranan Nederlands English. Met een lijst van plantenen dierennamen. VACO Uitgeversmaatschappij onder auspiciën van Stichting Volkslectuur, Paramaribo 19802 [Woordenlijst samengesteld in nauwe samenwerking met de in 1960 ingestelde spellingscommissie Sranantongo, bestaande uit: pater A. Donicie, drs. Ch. H. Eersel, W.A. Leeuwin, Lou Lichtveld (voorzitter), N. Oedraysing Varma en Dr. J. Voorhoeve (secretaris). Met een Verantwoording bij de eerste uitgave van 1961/Preface to the first edition of 1961 door Lou Lichtveld. En een Verantwoording bij de tweede uitgave/Preface to the second edition van Eva D. Essed-Fruin.] 0384 Albert Helman. De Stille P Plantage. Verhalend Proza 1. Nijgh & Van Ditmar, 's Gravenhage 19811 7 [herziene druk; 1e druk 1931; definitieve tekst: 1958]. [Met ‘Notities van de auteur’.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0385 Albert Helman. Aansluiting P gemist. Verhalend Proza 2. Nijgh & Van Ditmar, 's Gravenhage 19812 [herziene druk; 1e druk: 1936]. [Met ‘Notities van de auteur’.] 0386 Albert Helman. Avonturen E aan de Wilde Kust. De geschiedenis van Suriname met zijn buurlanden. [Voor Suriname en de Nederlandse Antillen:] VACO Uitgeversmaatschappij, Paramaribo [tezelfdertijd met een andere vermelding op de Franse pagina en een ander vignet op de rug voor Nederland uitgebracht door:] A.W. Sijthoff, Alphen aan den Rijn 1982. 0387 Albert Helman. De P medeminnaars. Verhalend Proza 3. Nijgh & Van Ditmar, 's Gravenhage 19822 [herziene druk; 1e druk: 1953; het is onduidelijk of dit de tweede druk is van de paperbackeditie of van de Verhalend Proza-editie].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 210

0388 Albert Helman. G Semi-finale. Verzen. Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage 1982. Nijgh Poëzie. [Met op de flap: ‘De dichter aan het woord’.] 0389 Albert Helman. De E foltering van Eldorado. Een ecologische geschiedenis van de vijf Guyana's. Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, 's Gravenhage 1983. 0390 [Albert Helman - ed.] P/E Aphra Behn. Oroenoko of de Koninklijke Slaaf. Vertaald en van een nawoord voorzien door Albert Helman. Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1983. Grote ABC Nr. 451. [Oorspronkelijke titel: Oroonoko, or the Royal Slave.] 0391 Albert Helman. Sicut G formica formosa. Amsterdam z.j. [1983]. [De ommezijde van deze rijmprent in dubbel plano vermeldt: ‘Om te getuigen van hun verbondenheid met het werk van Albert Helman en de persoon van Lou Lichtveld is bij diens tachtigste verjaardag deze rijmprent met het handschrift van het vers van Helman uit het archief van Sticusa en de door Erwin de Vries hierbij gemaakte tekening op initiatief van Max Nord tot stand gekomen en in

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Amsterdam door Piet Clement gedrukt in 50 exemplaren. Hiervan is het eerste bestemd voor Lou Lichtveld en door de schenkers van hun handtekening voorzien.’] 0392 Albert Helman. Waar is E Vrijdag gebleven? Drie studies over een klein eiland. De Walburg Pers, z.p. z.j. [Zutphen 1983]. 0393 Albert Helman. Hoofden P van de Oayapok! Roman in vijf redevoeringen. Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage 1984. 0394 Albert Helman. Uit en N thuis. Over reizen en hun gevolgen. Aldus Uitgevers, Heusden 1984. 394a Albert Helman. De rancho P der X mysteries. Roman. Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage 198510 [1e druk: 1941; editie wijkt af van vroegere drukken]. [Met ‘Notitie van de auteur’.] 0395 Albert Helman. Exhibition E 1985 Erwin de Vries. Paramaribo 1985. [Tekst getiteld ‘Erwin de Vries’ van de catalogus van de tentoonstelling van werken van Erwin de Vries gehouden in ‘Ons Erf’, Paramaribo, van 16 t/m 25 mei 1985; Engelse vertaling: James J. Healy.] 395a Albert Helman. Het P vergeten gezicht. Roman. Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage 19853 [1e druk: 1939; editie wijkt af van vroegere drukken].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Met ‘Notitie van de auteur’.] 0396 Albert Helman. P Wederkerige portretten. Een alternatieve autobiografie. Terra, Zutphen 1985.

Lambertus Henning

0397 [Lambertus Henning.] T ‘Jeremia’. Eigentijdse voorbereiding op de priesterwijding. Het spel is opgebouwd uit twaalf scènes, spelgedeelten, waarin wordt uitgebeeld wat er omgaat in het innerlijk van de wijdeling, de eerw. heer Rudi Wong Loi Sing. [Toneelgroep Bisdom Paramaribo ‘Tobi’], z.p. z.j. [Paramaribo 1974]. [Gedrukte leidraad voor het toneelstuk.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 211

0398- L. Henning. Mysterie van T het brood. Musical. [Op pag. 2: (Musical over de Eucharistie).] Toneelgroep Bisdom Paramaribo ‘Tobi’, z.p. z.j. [Paramaribo 1976]. [Tekst en regie: L. Henning; zang: Ramon Williams. Gedrukte inhoudsopgave van de musical met de tekst van twee songs.] 0399 L. Henning. Familie T cabaret ‘Zo eenvoudig is het niet’. Toneelgroep Bisdom Paramaribo ‘Tobi’, z.p. z.j. [Paramaribo 1977]. [Tekst en regie: L. Henning; zangleider: A. van Doorn. Gedrukt programma met de tekst van twee songs.] 0400 L. Henning. The anxious T man. Suriname waarheen. Toneelgroep Bisdom Paramaribo ‘Tobi’, z.p. z.j. [Paramaribo 1978]. [Tekst en regie: L. Henning. Gedrukt programma.]

Herman Hennink Monkau

0401 Herman Hennink Monkau. X Sranang 25 februari - 3 maart 1980. Als bij heldere hemel. Uitgave ‘ideoplastos’ visual design, Paramaribo z.j. [1980]. [Reportage.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Heinrich Heyde

0402 H. Heyde. ‘Slangen-beten’. X Beetgevolgen van Lachesus, Bothrops, Crotalus en Elaps Slangen in Suriname. Door -. Amsterdam 1971. 0403 H. Heyde. Surinaamse X dieren in veld en bos. Naamlijst. Granma [= René Mungra & Kenneth Madarie], Paramaribo 1972. 0404 H. Heyde. Surinaamse X planten als volksmedicijn. Nengre oso dresi. Granma, z.p. z.j. [Paramaribo 1972]. [Inleiding: R.F.L. Mungra en E.K. Madarie.] 0405 H. Heyde. Vissen uit het X Surinaamse binnenland. Paramaribo 1972 [hernieuwde en uitgebreide uitgave van Fragmenten uit het Surinaams vis-leven, een gestencilde uitgave van april 1954, verspreid door de toenmalige ‘Stichting Dierenpark Lelydorp’ als eerste uitgave van dit lichaam]. [Nomenclatuur: Dr. Boseman.] 0406 H. Heyde. ‘Oso dresie’. X Paramaribo 1974. 0407 H. Heyde. Brokstukken uit N de Surinaamse dierenwereld. Paramaribo 1978. [Jeugdboek.] 0408 H. Heyde. Slangen-beten. X Uitwerking van het slangengif op het menselijk lichaam, van de Bushmaster, Sakka, Makka en Koraal-slangen. Paramaribo 19782 1e druk:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1971, verschenen onder de titel ‘“Slangen-beten”. Beetgevolgen van Lachesus, Bothrops, Crotalus en Elaps Slangen in Suriname]. [Toegevoegd: platen en een Algemeen Overzicht van de diergroep ‘Slangen’.] 0409 H. Heyde. Surinaams G Dieren A.B.C. Uitgeverij Centraal Venster, Amsterdam 1978. [Jeugdboek.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 212

0410 H. Heyde. Geneeskrachtige X planten in Suriname en hun toepassing (Den dresi wiwiri fu Sranan). Geneeskrachtige Planten in Suriname. Door -. [Op omslag: Medicijnplanten in Suriname.] Paramaribo 1985. [Met ‘Volksmiddelen van de hand van Mevr. F.M. Dankfort-Nevel.’]

M.Th. Hijlaard

0411 M.Th. Hijlaard. Zij en ik P [Op omslag:] Jeugdherinneringen. Bureau Volkslectuur, Paramaribo 1978. [Woord vooraf: Eva Essed.]

Etienne J.R. Hiwat (ps. Balen Roetoe ‘Baru’)

0412 Etienne Hiwat. Spes G patriae/De hoop des vaderlands. z.p. z.j. [Voorwoord: J.R.M.A. Jong A Tai.] 0413 Etieńńe [sic] Hiwat Balen G Roetoe ‘Baru’. Wan pipel wan kofoe wan stré. Uitgave BARU production, Paramaribo 1983. [Voorwoord: Henk F. Herrenberg.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Johan Edwin Hokstam

0414 Johan Edwin Hokstam. P Boni. SAN Productions, Amsterdam 1983, 19832.

Holi sandesh

0415 Holi Sandesh. Holi-comité E/G van de Stichting Mata Gauri. z.p. z.j. [Paramaribo 1979]. [Beschouwingen van B. Patandin, M. Sing (in Devanagari-schrift), N. Gangaram-Panday, Kamlesh [= Nico Waagmeester]. Poëzie van Amersing Raman en Soerdjan Parohi. Chautal. (Chautal en poëzie van Raman in Nagari.)]

Aug. L. Holland

0416 Aug. L. Holland. Serena. N/G Bundel korte verhalen door -. Uitgever: Culturele Afdeling v/d Stichting Centra Scholen, z.p. z.j. [Paramaribo 1982].

Honivasi (ps. van Allan Herman Mijnals)

0417 Honivasi pseudoniem voor G Allan H. Mijnals. Samra. Apollo's Reklame & Uitgeversburo, Paramaribo 1975. 0418 Barbara Howes. From the N Green Antilles. Writings of

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 the Caribbean edited and with introductions by -. Granada Publishing, London/Toronto/Sydney/New York 1971, 19802 [herdrukken van de Souvenir Press-editie uit 1967] Panther Books. [Hierin opgenomen werk van de Surinaamse auteurs Albert Helman en René de Rooy.]

Ernest Freddy Huur

0419 E. Huur. Mooie momenten. G Uitgave: Apollo's R. & U., Paramaribo 1975.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 213

0420 Ernest Huur, Humberta N Amania & Trolaitja Gianie. Dii Goonliba Oto (Drie opstellen over de natuur). Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics) onder auspiciën van het MINOV, Paramaribo 1982. Alfabetiserings serie in het Saramaccaans. [Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot; samenstelling: N. Glock, J.R. Mantell.] 0421 Ernest Huur. Di woto fu N Guuni (Het verhaal van Guuni). -hën sikifi di buku aki. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 1984. Serie leesboekjes in het Saramaccaans. [Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot; samenstelling: N. Glock, J.R. Mantell.]

I sa man tra tamara!?

0422 I sa man tra tamara!? De N Bezige Bij, Amsterdam 1972. [Een bloemlezing samengesteld uit de twee bekroonde verhalen en zes door de jury gekozen verhalen van de Van der Rijnprijs voor 1970 als aanmoedigingsprijs voor schrijvers van korte verhalen. Jury: Victor E. van Vriesland, Hein Eersel, Leo H. Ferrier, Alfred Kossmann, Johan Phaff,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Robin Ravales [sic] (Dobru); sekretaris van de jury: Gerry Waller. Verhalen van Rita Dulci Rahman, Ludwich van Mulier, John Edward Benschop, Thea Doelwijt, Kenneth Eddy Madarie, Benny Ch. Ooft, Leo-Nèl J.P. Brug en Paul Woei. Voorwoord: Leo H. Ferrier. Tekst juryrapport: Victor E. van Vriesland, Leo H. Ferrier, Johan Phaff.]

Imro (ps. van Harry Imro Reeberg)

0423 Imro. Eerst mijn land...dan G ik. Paramaribo z.j. [1978]. [Voorwoord: Robby Parabirsing.]

Indiaanse liederen uit Suriname

0424 Indiaanse liederen uit X/G Suriname/Amerindian Songs from Surinam. De Karaiben van de Marowijne/The Maroni River Caribs. [Langspeelplaat.] VR 20.158. Productie en vormgeving: Promotions & Projects Haarlem BV, z.p. z.j. [Amsterdam/Haarlem ca. 1976.] Tropenmuseum LP 2. Opname en toelichting door Peter Kloos. [Met enkele Karaibische teksten op de hoes. Met geïllustreerd

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 toelichtingsboekje door Peter Kloos, waarin opgenomen de liedteksten. Liederen uitgevoerd door Kumayelan, Kaburae, Ise'u, Kumanda, Yaneya, Aliyumale, Alphons Antoine, Ilu'imïn, Augustinus Kayoema en (niet bij name genoemde) andere dorpsbewoners.]

Rudolf Wilhelmus René Isselt

0425 R. Isselt. Tide na tide. G Paramaribo z.j. [1972]. 0426 R. Isselt. Aan jou de G/N bloemen. Voor mij het geweer. z.p. z.j. [Paramaribo 1973]. [Voorwoord: Mevr. Wung-Loi.] 0427 R. Isselt. Mm Madam. P? Paramaribo z.j. [1973]. 0428 Rudolf W.R. Isselt. De N/G Jeugd het Geweten van Land en Volk. z.p. z.j. [Paramaribo 1974]. [Voorwoord: Ing. A. Beudeker; ‘Proloog/Nawoord’: Ing. A. Abrahams.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 214

0429 Rudolf Wilhelmus R. G Isselt. Het verheven woord! z.p. z.j. [Paramaribo 1974]. [Voorwoord: Dr. F. Kort.] 0430 R. Isselt. Afoe sensi. G/N Paramaribo 1975. 0431 R. Isselt. Arms of love. G Paramaribo z.j. [1975]. 0432 Rudolf W. Isselt. Het kleed E/G van onze zelfstandigheid. z.p. z.j. [Paramaribo 1975 (of 1974?)]. [Voorwoord: Dr. Ir. Jansen.] 0433 R. Isselt. Nieuwe G Tekst-Liederenboek. z.p. z.j. [Paramaribo 1975.] [Gezangboek.] 0434 Rudolf W. Isselt. Opo G pikien foe Kondre. Apollo's Reklame en Uitgevers Bureau, Paramaribo z.j. [1975]. 0435 Rudolf W. Isselt. Kroejara. G Paramaribo 1977. 0436 Rudolf W. Isselt. Soktoe. X Paramaribo z.j. [1977]. [Spreuken.] 0437 [Onder Voorwoord:] N/G R.W.R. Isselt. Een betere wereld, een betere mensheid. z.p. z.j. [Paramaribo 1978 of '79]. 0438 R. Isselt. ‘Flamingo’. z.p. G z.j. [Paramaribo 1978]. [Gedrukt vouwblad.] 0439 R. Isselt. Kerk en Volk, op E zoek naar een eigen gezicht. z.p. z.j. [Paramaribo 1978]. 0440 R. Isselt. Njoen libi. z.p. G/N z.j. [Paramaribo 1978].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0441 R. Isselt. Suikerklontjes G/N/X tussen het zout der aard. z.p. z.j. [Paramaribo 1979]. [Kinderliedjes; muzieknotatie: Mavis Noordwijk. Korte verhalen; korrektie: Isselt-Grootfaam. Gedichten; korrektie: Mevr. Doth en Mevr. Isselt-Grootfaam. Spreuken; korrektie: N. de Vries.] 0442 R. Isselt. Drompoe Foe G/N Libi. z.p. z.j. [Paramaribo 1980]. 0443 R. Isselt. ‘Wroko N mankandra [sic] foe Kaptén nanga Sipi' man meki Sipi é basi Sé’. Paramaribo z.j. [1980]. 0444 R. Isselt. ‘Tan tiri - Na G Bigin Foe Katibo’. z.p. z.j. [Paramaribo 1981]. 0445 R. Isselt. ‘Eens zullen de G rozen bloeien’. z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. 0446 R. Isselt. Zo Was N Suriname. z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. 0447 R. Isselt. Ik kwam, ik zag X/N en ik schreef. Spreuken & proza. z.p. [Paramaribo] 1984.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 215

Sil van der Jagt

0448 Sil van der Jagt. X Surinaamse moppen en anecdoten. Paramaribo 1979. [Voorwoord: M. Chin Ten Fung-Pitti & Eddy van der Hilst.]

Mavis Jaliens (ook: Mavis Noordwijk)

0449 Mavis Jaliens. Alonki. Een X/G verzameling surinaamse volksliedjes. Bolivar Editions, Paramaribo 1976. [Voorwoord: H.F. de Ziel. Notenschrift: J.A. De Jezus.] 0450 Mavis Noordwijk. Alonki. X/G Een verzameling surinaamse volksliedjes. Bolivar Editions/C. Kersten & Co NV, Paramaribo 1983. [2e druk; 1e druk 1976 onder de naam Mavis Jaliens].

Japanalu

0451 Japanalu, Kujala, N Pokanaliwa & Kulapa. Halihali tumtoponpë Tepu po. [Ommezijde titelpagina:] De Wajana's Japanalu (van Puleowime), Kujala, Pokanaliwa en Kulapa (van Kawemhaken) schreven samen dit verhaal. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 ‘Native Authors Workshop’ te Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medisché Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974. 0452 Japanalu. Helë kaikui N ëtëtoponpëihtainoja. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Wajana Japanalu van Puleowime. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974. 0453 Japanalu & Pokanaliwa. N Helë ministeli peito eitoponpë. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Wajana's Japanalu (van Puleowime) en Pokanaliwa (van Kawemhaken). Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Jap'japi

0454 Jap'japi 3. [voorheen: N/G/X Naamloos Kinderblad]. z.p. [Paramaribo] 1980. [Proza

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 van Leonore de Vries, Matoeja, Lydia Rahman, Orlando Emanuels, Mechtelly, Foek Wong A Loi; poëzie van H. Heyde, Matoeja, Sandra Donk, Madhu Jadnanansing, Laurens Libeton, Kiem-Lan Tjong Tjin Joe; spel van Nancy Chin; wetenswaardigheden van Marijke Waagmeester-Verkuijl, Tante Noortje de Vries, Andra Waagmeester en Stinasu, afd. Edukatie.] 0455 Jap'japi 4 [voorheen: N/G/X Naamloos Kinderblad]. z.p. z.j. [Paramaribo 1980]. [Proza van Farida Nabibaks, Haydee Chin-A-Tam, Marion Campbell, Sharon Douglas; poëzie van Felitia; strip van Claudius Ceccon; wetenswaardigheden van Marijke Waagmeester-Verkuijl.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 216

Ramnarain Jhauw

0456 Ramnarain Jhauw. Surinam X ke bharat vanschi. Uitgever Arische Vereniging Arya Dewaker, Paramaribo 1983. [Journalistiek en historisch materiaal, grotendeels in Devanagarischrift. De oplage van deze uitgave werd grotendeels uit de handel genomen en vernietigd.] 0457 Ramnarain Jhauw. Surinam X ke bharat vanschi. Schrijver en uitgever -. z.p. [Paramaribo] 19842 [hoewel deze uitgave de aanduiding 2e druk draagt, gaat het hier om een uitgave die in alle opzichten afwijkt van de 1e druk uit 1983. Het materiaal is sterk vermeerderd met in het Nederlands geschreven bijdragen (o.a. over Anton de Kom): 1e druk: 69 pagina's, 2e: 109 pagina's. Uitgever, typografie, illustratiemateriaal, omslag en papiersoort wijken af van de 1e uitgave. Slechts de helft van de tekst is nu nog in Devanagarischrift.].

George Eduard Johnson (ps. Geo)

0458 Geo. Liefde, haat en P jaloezie. z.p. z.j. [Paramaribo].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0459 George Johnson. Een blik N/G in de spiegel. Paramaribo 1978. [Voorwoord: Jules F. de Vries.]

John Jong A Tjauw

0460 John Jong A Tjauw. Naar P Nickerie. Blindeninstituut z.p. [Paramaribo] 1979. [Uitgegeven in brailleschrift, in twee ringbanden. Uitgave als gevolg van een schoolprojekt van de Sint Thomas van Aquinoschool in het kader van het Jaar van het Kind. Het eerste deel van deze tekst is eerder verschenen in afleveringen in Tamara, maandelijkse uitgave van de Organisatie van Surinaamse Vrouwen, van februari t/m augustus 1978.] 0461 John Jong A Tjauw. Naar N Nickerie. Blindeninstituut z.p. [Paramaribo] 1979. [Uitgave in boekvorm in groot lettertype voor slechtzienden. Uitgave als gevolg van een schoolprojekt van de Sint Thomas van Aquinoschool in het kader van het Jaar van het Kind. Het eerste deel van deze tekst is eerder verschenen in afleveringen in Tamara, maandelijkse uitgave van de Organisatie van Surinaamse Vrouwen, van februari 1978 t/m augustus 1978.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Joruno (ps. van J. Noldus)

0462 Joruno. Het meisje uit de P sawah. Paramaribo 1974. 0463 Joruno. Het meisje uit de P sawah. Bolivar Editions, Paramaribo 1977 [= 2e druk; 1e druk: 1974; afwijkend omslag].

Juanchi (ps. van Jules Anthony Chin A Foeng)

0464 Juanchi. Wanneer de G rukwind komt. Poëma's. Paramaribo 1971. [Tekst achterflap: M.A. Nabibaks.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 217

0465 Jules A Chin A Foeng. X/E Beeldende vorming op school. Een konceptuele struktuurbenadering als totaalmethode. Westfort-Press, Paramaribo 1978.

Ronald Julen

0466 Ronald Julen. Ontmoeting G in het duister. Paramaribo 1980. [Woord vooraf: August Pengel.] 0467 Ronald Julen. Aphrodite. G Paramaribo 1982. 0468 Ronald Julen. Buiten voor N de deur. Paramaribo 1982.

Letitia Kaarsbaan (of Kaarsband)

0469 Letitia Kaarsbaan. Odo N tori. - ferteri den tori disi. [Instituut voor Taalwetenschap/Summer Institute of Linguistics], Creola 1978. 0470 Letitia Kaarsband. Anansi N nanga Freifrei nanga tra ondrofeni tori. Verzameld door Marilyn Nickel. Naverteld door -. Tien fabels. Het Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1980. [Adviezen: Mejuffrouw H.C. Tiendalli; vertaling in het Nederlands: Melany

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Bernadine en haar moeder, Hilda.] 0471 Letitia Kaarsband. Anansi N nanga Freifrei nanga tra ondrofeni tori. Naverteld door -. Tien fabels. Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 19832, 19833, 19854 [1e druk: 1980; afwijkende kleur van het omslag en gegevens]. Alfabetiserings serie in het Sranan Tongo. [Samengesteld door M. Nickel met medewerking van H.C. Tiendalli. Nederlandse vertaling door Melany Bernadine en Hilda Bernadine.]

Chiel Kattenbelt e.a.

0472 Chiel Kattenbelt, Frans E/T Bosboom & Wil Hildebrand. Bruin Brood en Spelen; Paramaribo! Paramaribo! Instituut voor Theaterwetenschap, Utrecht 1983. [Studie van het muziektheaterstuk ‘Paramaribo! Paramaribo!’ van Astrid Roemer met integrale theatertekst.]

Kësëhpë e.a.

0473 Kësëhpë & Mujohpë. Trio N legends. As told by - and - of the Alalapadoe. Translated by Claude W. Leavitt. z.p. 1971.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Aangevuld met:] Arapahtë. Trio legends continued. Informant -. z.p. 1971. C. Leavitt. [Aangevuld met:] Iku, Sikaminpë & Arapahta. History of killings between Sikiïjanas and Tunajana/Trios. Informants -. z.p. 1970. [Copievorm.]

Kinderplaat

0474 Kinderplaat. Uitgegeven X/N/G door de Female Jaycees Paramaribo, Paramaribo 1982. [Langspeelplaat.] F.J.P. 81-82. [Verhalen van Cynthia IJzer en Norine Westhout-Blanker; gedichten van Carla Lie A Lien-Perk, Leonore de Vries, John Jong A Tjauw, Gerrit Barron, Orlando Emanuels. Verhalen verteld door Ernest Bleijert en Leonore de Vries; gedichten voorgedragen door Sandra Clenem en Sharon Bean. Liedarrangementen: Eddy Muringen.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 218

Johannes King

0475 Johannes King. Life at P Maripaston. Edited by H.F. de Ziel. Martinus Nijhoff, The Hague 1973. Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde 64. [Preface: J. Voorhoeve.] 0476 Johannes King. Berichten N uit het bosland (1864 - 1870). Inleiding en vertaling Chris de Beet. Centrum voor Caraibische Studies, Instituut voor Culturele Antropologie Rijksuniversiteit Utrecht, Utrecht 1981. Bronnen voor de Studie van Bosneger samenlevingen 7. [Redactie: Prof. Dr. R.A.J. van Lier, Prof. Dr. H.U.E. Thoden van Velzen, Dr. M. Sterman, Dr. C. de Beet (eindredactie).]

Sita Kishna

0477 Sita Kishna. Prins Awin en N de twee leeuwewelpjes en andere verhalen. Bewerkt door -. Stichting Wetenschappelijke Informatie in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen, Cultuur en Sport, Paramaribo 1985. Surinaamse Volksverhalen 1. [Woord vooraf: Jack

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Menke. Verhalen verteld door Harisingh Narain, Soekdai Mantoorni, Hendrik Sovan.]

Knipselkrant Surinaamse verhalen

0478 Knipselkrant Surinaamse N verhalen. Uitgave van de Stichting Samen Wonen Samen Leven (SWSL) in samenwerking met de vijf Rotterdamse Onderwijs Wijkprojekten, Rotterdam z.j. [?].

Stanny Kocken

0479 [Stanny Kocken.] E/X Toneelfestival '85. 13 en 14 december. Thalia. Sectie drama Acuza, Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, z.p. [Paramaribo] 1985. [Programmaboekje.]

Cees Koelewijn

0480 Cees Koelewijn. Ikuhto X panpia serë. (Probeerboek). Uitgave: Stichting Medische Zending voor Suriname, Paramaribo z.j.? 0481 Cees Koelewijn. Kïjomikon X ejatëto serë. z.p. z.j. [Tepoe vóór 1978]. [Gestencilde proefuitgave van dit Trio leesboek.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0482 Cees Koelewijn. Kïjomikon X/N ejatëto serë. Trio leesboek deel 1. Uitgave: Stichting Medische Zending voor Suriname, Paramaribo 1978 [enigszins gewijzigde en met leesstof en schrijfvoorbeelden uitgebreide uitgave van de gestencilde proefuitgave]. 0483 [Cees Koelewijn.] X/N Kïjomikon ejatëte serë. Trio leesboek deel 2. Uitgave: Stichting Medische Zending voor Suriname, Paramaribo 1978. [Verhalen van de heren Pesoro (uit Tepoe) en Susumi (uit Kwamala Samoetoe).]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 219

0484 Cees Koelewijn. Pohpoje X nore rïto panpira serë/Papegaaieboekje. Overgangsboekje Trio - Nederlands. [Op omslag:] Schakelboekje tussen het Trio-leesboek ‘Kïjomikon ejatëte serë’ en de taalboekjes ‘Ana en Opo leren Nederlands’. Uitgave: Stichting Medische Zending voor Suriname, Paramaribo 1978. 0485 Cees & Ineke Koelewijn. X/N Ana en Opo leren nederlands 1. Taalboek voor de Akoerijo-, Trio- en Wajana-Indianen van Suriname in Kawemhakan, Puleowime, Tepoe en Kwamala Samoetoe. Samenstelling: -. Uitgave: Stichting Medische Zending voor Suriname, Paramaribo 1980. 0486 Cees & Ineke Koelewijn. X/N Ana en Opo leren nederlands 2. Taalboek voor de Akoerijo-, Trio- en Wajana-Indianen van Suriname in Kawemhakan, Puleowime, Tepoe en Kwamala Samoetoe. Samenstelling: -. Uitgave: Stichting Medische Zending voor Suriname, Paramaribo 1980.

John Kenneth Koida

0487 John Kenneth Koida. Luku N bun-jee! (Pas op! hoor).

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Na - be sikifi a buku disi. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 1985. Serie leesboekjes in het Aukaans. [Nederlandse vertaling en samenstelling: Carlo Velanti.]

Eddy E. Kolf

0488 Eddy Kolf. Maswa. G Gedichten door -. IJsselstein 1980. [Voorwoord: Henk Walker.]

Kolibri

0489 Kolibri. Surinaams E/G Kwartaalblad. Jaargang 1 no. 1. Redakteur: P.A. Nijbroek. Paramaribo z.j. [1972]. [Essays van R. Russel, Frustrie [= Ristie], Deryck J.H. Ferrier; poëzie van Orlando en P. Marlee.] 0490 Kolibri. Surinaams E/G/N Kwartaalblad. Jaargang 1 no. 2. Redakteur: P.A. Nijbroek. Paramaribo z.j. [1972]. [Beschouwingen van P.A. Nijbroek; kritieken van R. Russel; poëzie en proza van P. Marlee.] 0491 Kolibri. Surinaams N/X/E/G Kwartaalblad. Jaargang 1 no. 3. Redakteur: P.A. Nijbroek. Paramaribo z.j. [1972]. [Proza van P.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Marlee en R. Russel; grafschriften van R. Russel; beschouwing van Jules Chin A Foeng; literaire kritiek van R. Russel; poëzie van P. Marlee.]

Cornelis Gerard Anton de Kom

0492 Adek (Anton de Kom) E Schrijver en patriot ‘Wij slaven van Suriname’ 1898 - 1945. z.p. z.j. [Gestencild. Bevat: ‘Leven en strijd van A. de Kom’.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 220

0493 A. de Kom. Strijden ga ik. G Uitgegeven door de Stichting tot behoud en stimulatie van Surinaamse Kunst, Kultuur en Wetenschap, z.p. z.j. [= 2e druk, 1970; 1e druk: z.j., verschenen in 1969]. [Met Inleiding.] 0494 A. de Kom. Wij slaven van E/P Suriname. z.p. z.j. [ca. 1970]. [Zonder enig ander editiegegeven dan auteursnaam en titel uitgebracht als roofdruk, in syllabusvorm, geniet in blanco omslag, 159 pagina's. 1e druk van het boek: 1934.] 0495 A. de Kom. Wij slaven van E/P Suriname. z.p. z.j. [Roofdruk met foto's in de tekst; geen andere editiegegevens vermeld dan auteursnaam en titel; op voorzijde: foto van een suikerrietdrager, op achterzijde: foto van De Kom; ingeleid met een beschouwing ‘Leven en strijd van A. de Kom’; 147 pagina's. Deze uitgave werd gedrukt in Nederland, vermoedelijk in Groningen, en in Suriname gedistribueerd door de Volksboekwinkel in het begin van de jaren '70. Enige jaren na verschijnen van de eerste druk van deze uitgave, verscheen een herdruk met kleine wijzigingen in de tekst. Oorspronkelijke 1e uitgave

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 van het boek door De Kom: 1934.] 0496 A. de Kom. Wij slaven van E/P Suriname. Met een voorwoord van de erven De Kom. Uitgeverij Contact NV, Amsterdam 19712, 19723, 19754 [1e druk: 1934; gewijzigde typografie en omslag]. 0497 A. de Kom. Wij slaven van E/P Suriname. Paramaribo [april] 1972. [Roofdruk in drie deeltjes; dl. I: pp. 1-57, dl. II: pp. 58-109, dl. III: 110-187 of 192?; blauw omslag met gravure van een 18de-eeuwse guerillastrijder in Suriname uit J.G. Stedman, ‘Narrative of a five years' expedition against the Revolted Negroes of Surinam etc.’ 2 Vols., London 1796, Nederlandse vertaling 1799; in de gravure is een hamer-en-sikkel-symbool aangebracht.] 497a [Affiche van Anton de X Kom (pentekening) voorzien van de eindtekst uit ‘Wij slaven van Suriname’.] Surinaams Volkskultureel Assemblee, Utrecht [vóór 1981]. 0498 Anton de Kom. Gedichten G/N en teksten. Surinaams Volkskultureel Assemblee, Utrecht 1981. 498a A. de Kom. Nosotros, E/P esclavos de Surinam. Casa de las Americas, Ciudad de la Habana, Cuba 1981. Coleccion Nuestros Paises Serie Estudios. [Spaanse

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 vertaling van Wij slaven van Suriname, 1934.] 0499 A. de Kom. Wij slaven van E/P Suriname. Met een voorwoord van de erven De Kom. Het Wereldvenster, Bussum 19813 [foutieve vermelding; moet zijn: 5e druk; 1e druk: 1934; gewijzigde typografie, omslag en uitgever]. [Voorwoord: Judith de Kom.] 0500 Anton de Kom zijn leven en E werk. Uitgave MINOW, z.p. z.j. [Paramaribo 1983]. [Brochure.] 0501 Memre Papa de Kom. E/G ORPIS, Organisatie van Patriottistische Intellectuelen in Suriname/Sociale en Culturele Vereniging RIALTO/Kunstenaarskollektief WAKA TJOPU/BKL, Beweging van Kritische Leerkrachten/SHG, Surinaams Historisch Genootschap/Met medewerking van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, Paramaribo 1985. [Publikatie ter gelegenheid van de herdenkingsactiviteiten ‘Memre Papa de Kom’, gehouden van 24 t/m 27 april 1985. Beschouwingen; bewerkt gedicht door Anton de Kom; bio- en bibliografie.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 221

J. Koopman

0502 J. Koopman. Avonturen N met Anansi de Spin. Mulder Holland BV, Amsterdam 1982.

Gerardus Hendricus Kroes (ps. Peter; Mis Dienaar)

502a Mis Dienaar. [Op N achterzijde: G.H. Kroes.] Mis met 3 Heren. De ondergang van een idealist. Paramaribo 1970. 0503 M. Mungra, F.J. van Wel, E Ch.H. Eersel & G.H. Kroes. Toerisme in Suriname. Kabinet voor Surinaamse en Nederlands-Antilliaanse Zaken, Den Haag 1970. Schakels Jaargang 1970, S-74. 0504 Wim [Willem] H[endrik] N/G J[ohan] Kroes. Klantenparade. G.H. Kroes, alias Peter. Faja Sjakie. [Omslag geeft als gemeenschappelijke titel:] Bokkesprongen. Paramaribo 1973. 0505 [Onder voorwoord:] Peter G/N en Zema [ps. van Philip de Vries]. Kro Faja. [Op pag. 5:] Rijmelarijen van Zema en Floppentrommel van Peter. Paramaribo 1974. 0506 G.H. Kroes. Peternoten. N Paramaribo 1975. [Voorwoord: A.M. Klink.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0507 Peter. Suriname (the land N of laughter and hospitality). Paramaribo 1975. 0508 Peter. Wan jari srefidensi. N Paramaribo 1976. 0509 G.H. Kroes. Steken van een N Persmuskiet. Paramaribo 1977. [Voorwoord: Peter.] 0510 Peter. Een rondje Parbo N van -. Paramaribo 1978. [Voorwoord: Calix.] 0511 Peter. De avonturen van N Boudje en Horkie. Paramaribo 1981. [Kinderboek.]

Rudi F. Kross

0512 Rudi Kross nanga Jozef G/X Slagveer. Njoen moesoede. Wan prakseri foe FRI nanga singi powema odo. Uitgave: Het Nationaal Comité voor de Vernieuwing, Paramaribo 1970. [(Niet opgenomen) composities van de singi's door Terry Agerkop.] 0514 R.F. Kross. Rebel op de E valreep. Een analyse na de persconferentie van de heer J. Lachmon. Uitgave Biswakon & Biswakon, Paramaribo 1972.

Kulapa

0515 Kulapa. Helë Sulinam lo N pohnëptop, ïtëtop Poto pona pampilan malë.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Ipohnëptohme ëjahe. Boek over Suriname. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Wajana Kulipa van Kawemhakan. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 222

Kulturele overheersing van Nederland in Suriname en de Nederlandse Antillen

0516 Kulturele overheersing van X/G/N/E Nederland in Suriname en de Nederlandse Antillen. Dokumentatiemap uitgegeven ter gelegenheid van de organisatie van het programma over: -. Samengesteld en uitgegeven door: Het buro buitenland van de Katholieke Hogeschool Tilburg, Tilburg 1980. [Hierin opgenomen: poëzie van Eugène Rellum (vertaald door Edgar Cairo), Kwame Dandillo, R. Dobru (vertaald door Edgar Cairo), Shrinivasi; proza van Anton de Kom, Rita Dulci Rahman, Astrid Roemer; beschouwingen van Hugo Pos, Jan Voorhoeve, Albert Helman, Corly Verlooghen, R.A.J. van Lier.]

Sambrie Kuse

0517 Sambrie Kuse. Mi kë E kondëën da i (Opstellen over de natuur). - hën sikifi di buku aki. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1983. Alfabetiserings serie in het Saramaccaans. [Nederlandse vertaling: J.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Koen-Boot; samenstelling: N. Glock.]

Kwakoe-Montri (ook Kwaku Montri) (ps. van André E. Naarden)

0518 Kwakoe-Montri G (Kankansumani). Opete. z.p. z.j. [Paramaribo 1974]. [Voorwoord ‘Gi Kwakoe (speud [sic]: A.E. Naarden’ door Drs. Hein Eersel.] 0519 Kwaku-Montri G (Kankansumani). Ujamaa. z.p. [Paramaribo] 1979. [Voorwoord: Dobru.] 0520 A.E. Naarden. Suriname en E de Inter-Caraibische Samenwerking. Een onderzoek naar de determinanten van stagnerende participatie aan het Caraibische eenheidsstreven. Paramaribo 1981. [Doctoraalscriptie Juridische Faculteit Universiteit van Suriname.] 0521 Kwaku Montri. ‘Tubuka’ G bondru (makandra nanga) Opete en Ujamaa. Paramaribo 1984. [Met voorwoorden van Dobru en Drs. Hein Eersel. Verschenen bij gelegenheid van 25 jaar Wie Na Wie. Diverse edities met omslagen in verschillende kleuren.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Kwame Dandillo (ps. van Humphrey George Nelson (Pieter) Polanen)

0522 Kwame Dandillo. ‘Palito’. G Uitgever: Drukkerij ‘Paramaribo’, z.p. [Paramaribo] 1970. 0523 Kwame Dandillo [op G omslag:](Pieter Polanen). Palito. Gedichten van -. Leopold, Den Haag 1973 [= 2e druk]. [Inleiding: Dr. E. Th. Waaldijk.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 223

Hans Hemradj Lachman

0524 Hans Hemradj Lachman. G Strijdkreet uit de gevangenis. Gedichten Lachman Hans Hemradj. Ter gelegenheid van 25 November 1983. 25 Februari Beweging. z.p. [Paramaribo] 1983. [Voorwoord: Hesdie S. Zamuel.]

George Lamming

0525 [Op omslag:] Over George E Lamming. Uitgegeven ter gelegenheid van de lezing van George Lamming getiteld: ‘De rol van de intellektuelen in het maatschappelijk veranderingsproces in ontwikkelingslanden’. Gehouden in Ons Erf te Paramaribo, 26 februari 1985. Uitgave van: Schrijversgroep '77/Literair kollektief ‘Bro’/Beweging van Kritische Leerkrachten ‘BKL’/Organisatie van Patriottistische Intellektuelen in Suriname ‘ORPIS’, Paramaribo 1985.

R. Lampe

0526 R. Lampe. Kern-proeven. G z.p. z.j. [Getypt, met doorslag.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0527 R. Lampe. Kleine Wijsheid. G z.p. z.j. [Getypt, met doorslag.]

Leisi buku fu ndjuka tongo

0528 Leisi buku fu ndjuka tongo. X Aukaans leesboek deel 1. Uitgave Geologisch Mijnbouwkundige Dienst in het kader van de bijscholing veldpersoneel, verzorgd door de Stichting Instituut voor Taalwetenschap. Met medewerking van: Mevr. M.E. Huttar-Larsen, Dr. G.L. Huttar, A. Deel, P. Pawiroredjo. z.p. [Paramaribo] z.j.

Johan Alphons Lenz

0529 Johan Alphons Lenz. G Watrakan. Uitg.: NV Drukkerij Leo Victor, Paramaribo z.j. [1984]. [Voorwoord: R. Isselt.]

Alphons Maria Levens

0530 Alphons Levens. Bezinning G en strijd. Vereniging Ons Suriname, Amsterdam z.j. [1972].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Noni Lichtveld

0531 Noni Lichtveld. Anansi. De N spin weeft zich een web om de wereld. Verteld en getekend door -. Aldus Uitgevers/Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum/NOVIB, Heusden/'s-Gravenhage/'s-Gravenhage 1984. [Met vooraf ‘Over de Anansiverhalen’ door Drs. E.D. Essed-Fruin. Uitgever voor Suriname: VACO.] 0532 Noni Lichtveld. Anansi en N die andere beesten. Sjaloom/Nederlands Bibliotheek en Lectuur Centrum/NOVIB, Utrecht/Den Haag/Den Haag 1985.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 224

Ursy M. Lichtveld e.a.

0533 Ursy M. Lichtveld, Jan N/G/T Voorhoeve. Suriname: spiegel der vaderlandse kooplieden. Een historisch leesboek. Samengesteld door - en Dr -. Martinus Nijhoff, Den Haag 19802 herziene druk [1e druk: 1958; afwijkend omslag t.o.v. 1e druk]. Nijhoffs Nederlandse Klassieken. Uitgegeven in samenwerking met de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.

Carla Lie A Lien-Perk

0534 Carla Lie A Lien-Perk. N Mini boekje. Deel 1. Uitgave van de Stichting Cultureel Centrum Nickerie te Nieuw-Nickerie, Suriname, Nieuw Nickerie 1976. [Kinderboek.]

Rudolf Asueer Jacob van Lier

0535 Rudolf van Lier. E Samenleving in een grensgebied. Een sociaal-historische studie van Suriname. Van Loghum Slaterus, Deventer 19712 herziene uitgave [1e druk: 1949 bij Martinus

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Nijhoff; afwijkend omslag; gebonden, met stofomslag]. 0536 R.A.J. van Lier. Frontier E society. A social analyses of the history of Surinam. Martinus Nijhoff, The Hague 1971. Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, Translation Series 14. [Oorspronkelijke titel: Samenleving in een grensgebied; uit het Nederlands vertaald naar de tweede editie (1971) door Miss M.J.L. van Yperen.] 0537 Rudolf van Lier. Rupturen. G G.A. van Oorschot, Amsterdam z.j. [1974]. 0538 R.A.J. van Lier. [editor]. X John Gabriël Stedman. Reize naar Surinamen en door de binnenste gedeelten van Guïana I - IV. Opnieuw uitgegeven naar de oorspronkelijke editie Amsterdam 1799 - 1800 met inleiding en aantekeningen door Prof. Dr. - hoogleraar aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. S. Emmering, Amsterdam 1974. [Drie delen: deel 1: I - II, deel 2: III - IV, deel 3: Aantekeningen.] 0539 Rudolf van Lier. E Samenleving in een grensgebied. Een sociaal-historische studie van Suriname. S. Emmering, Amsterdam 19773, herziene uitgave [1e druk: 1949; editie heeft afwijkend omslag van

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 vorige edities; niet gebonden]. 0540 R. van Lier. Suriname X omstreeks 1850. 22 tekeningen en aquarellen door Hendrik Huygens (1810 - 1867). Met een inleiding waarin vele bijzonderheden over de kunstenaar en de beschrijving van de tekeningen en aquarellen door Prof. Dr. -/Surinam around 1850. 22 drawings and water-colours by Hendrik Huygens (1810 - 1867). With an introduction containing many details about the artist and a description of the drawings and water-colours by Professor -. S. Emmering, Amsterdam 1978. 0541 R.A.J. van Lier, H.J. E Adriaanse, W.A. van den Berg, T. Koopmans. Macht en onmacht van de intelligentia. Martinus Nijhoff, Den Haag 1979. Twaalfde Symposium van de Sociëteit voor Culturele Samenwerking. [‘Opening door de voorzitter’: Mr. A.G. van Galen; ‘Inleidende woorden van de discussieleider’: Prof. Dr. D. Horringa.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 225

0542 R.A.J. van Lier. E Stuurmanskunst en sociale beweging. Afscheidsrede uitgesproken door Prof. dr. - op 2 oktober 1980. [Landbouw Hogeschool Wageningen], z.p. [Wageningen] 1980.

Hanny Lim

0543 Hanny Lim. Tussen cactus G/N en agave. Bloemlezing uit de literatuur in de Nederlandse Antillen en Suriname. Bijeengebracht door -. De Wit NV uitgevers, Aruba z.j. [Bijdragen van de Surinaamse auteurs Albert Helman en Bernardo Ashetu.]

Jo Löffel (ps. van?)

0544 Jo Löffel. Intro. Gedichten G (1952 - 1967). Orchid Press, Paramaribo 1981.

H.V. Long Him Nam

0545 H.V. Long Him Nam. E Analyse van een gedicht. Paramaribo 1975. [Scriptie Nederlands M.O.-A-2, I.O.L.; over ‘Bro’ van Trefossa.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 André Hendrik Loor

0546 André H. Loor. Jairam N vertelt... Uitgegeven door de Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie onder auspiciën van het Bureau Volkslectuur en de afdeling Culturele Zaken van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, z.p. [Paramaribo] 1973. 0547 André H. Loor. Juliana een E kwart eeuw koningin 1948 - 1973. Uitgegeven door het Comité Viering Zilveren Regeringsjubileum H.M. Koningin Juliana, Paramaribo z.j. [1973]. [Voorwoord: W.H.C. Monkou.] 0548 F.C. Bubberman, A.H. X Loor, B. Nelemans, G. Schilder, J.B.Ch. Wekker. Links with the past. The history of the cartography of Suriname 1500 - 1971./Schakels met het verleden. De geschiedenis van de kartografie van Suriname 1500 - 1971./Eslabones con el pasado. La historia de la cartografia de Suriname 1500 - 1971. By -. Edited by Dr. Ir. C. Koeman. Theatrum Orbis Terrarum BV, Amsterdam 1973. [Als bijlage: 39 land- en zeekaarten van Suriname in facsimile, gereproduceerd op 48 bladen, tezamen in

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 kartonnen omslag. Met een afzonderlijke lijst van deze kaarten. Boek, kaarten en lijst tezamen in een kist.] 0549 André H. Loor. N Hiendoestaan ke ek djahaadjie ke kahaanie. Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1980, 19832. Alfabetiserings serie in het Sarnami Hindoestani. [Ie kahaanie Nederlands me se bataawal gail hai sriematie L. Antoe se. Vertaling in het Sarnami van Jairam vertelt..., 1973.]

Edgar J.A. Loswijk

0550 Edgar J.A. Loswijk. E Nationalisme en evangelie in de moderne Surinaamse literatuur. Scriptie doctoraal-examen Theologische Faculteit R.U. Utrecht, Utrecht 1979.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 226

Vree L. Luguro (ps. van Ricardo F. Berenstein)

0551 Vree L. Luguro. Sommige G Dingen. z.p. [in Nederland] 1984.

Tjitra Mahadew Missier

0552 Tjitra Mahadew Missier. N Anansi ke khiessa (Anansi verhalen). Naverteld in het Sarnami Hindoestani door -. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1984. [Nederlandse vertaling: A.L. Bosch.]

Alwisi Mai

0553 Alwisi Mai. Höndima Oto X (Een boek voor jagers). - taki di oto aki, nöö Akodjono Amoida ta-piki. Di buku aki a mbei u tu sëmbë sa lesi ën. Wan o-ta-lesi, di oto wan tapiki. Uitgave van het Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling te Suriname, Paramaribo 1978. [Hulp bij de vertaling in het Nederlands: S.F. Leidsman.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 André Maipo

0554 Andrè Maipo. Onewara N matiry ekabotypo (hoe een vriend gebeten werd). Kapitein - nekaritypo. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Paramaribo 1982. Alfabetiserings-serie in het Karaïbs. Wansiri-uitgaven, deel 2.

W.F. Makosie e.a.

0555 W.F. Makosie, H.G.E. N/X Sabajo & M. Makusie en W. Ebesilio. Kabyn wakhaibero kho dia khonan osytho. Drie arawakse verhalen. Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Paramaribo 1976. [Bevat: Hikolhi matho jawalhe kyran nonekoa/Een schildpad en een buidelrat binden elkaar vast door W.F. Makosie; Malhitonan kojalha khonan/Een korjaal maken door H.G.E. Sabajo; Halika dan faryn firobero khonan/Hoe ik een tapir gedood heb, een gesprek tussen M. Makusie en W. Ebesilio.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Roberto Maleko

0556 Roberto Maleko. Pyindo N Toriry (het verhaal over de pingo's die tot midden in Langamankondre kwamen). Instituut voor Taalwetenschap/Summer Institute of Linguistics, Paramaribo-Zuid 1981. Dit is een alfabetiserings-boekje in het Karaibs.

Mama Aisa (ps. van Adolphina Antoinette Willy Zwennicker-Groenefelt)

0557 Mama Aisa. Boskopoe G/N Man. z.p. z.j. [Paramaribo ca. 1979].

Ken Mangroelal

0558 Ken Mangroelal. Distance N call. Brief aan een Surinaams-Antilliaanse moeder. In de Knipscheer BV, Haarlem 1978. Mandalareeks.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 227

Joseta D.H.V.G. de la Mar

0559 Joseta D.H.V.G. de la Mar. G/N Son. Paramaribo 1985. [Hierin opgenomen een uit het Spaans vertaald gedicht van Rafaël Pombo.]

Marac (ps. van Marcel H. Accord)

0560 Marac (Marcel Accord). G Broko na boei. z.p. z.j. [Paramaribo 1973], z.j.2 [Uitgebracht met diverse, volledig van elkaar afwijkende omslagen.] 0561 Marac. Gedetineerde nr. G 13. z.p. z.j. [Paramaribo 1975]. [Voorwoord: M.A. Nabibaks.] 0562 (Marac). Broko na bui. z.p G z.j.3 [Paramaribo ca. 1978] [afwijkende spelling en omslag, afwijkend lettertype]. 0563 Marac. Revolutie in vaste G vorm. Uitg. Marac's Production, z.p. [Paramaribo] 1983. [Voorwoord: R. van Exel. Bevat: Broko na bui (1973) en Gedetineerde nr. 13 (1975).] 0564 Sgt. Accord [selectie en X onderschriften]. Makandra foto special. [Makandra's 5 jaar Revo fotoalbum.] Uitgave Nationaal Leger, Paramaribo 1985. [Foto's geselecteerd en van

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 onderschriften voorzien door -.] 0565 [Marac] Suriname X celebrates 5 years revolution. Marac Production, Paramaribo 1985. [Engelstalige editie van Makandra foto special, 1985.]

Marcelle (ps. van Gertrude Holtkamp-d'Abo)

0566 Marcelle. Rode koralen. G Paramaribo 1974.

E. Marko

0567 E. Marko. ‘Gevaarlijk N spel’. z.p. z.j. [ca. 1971]. [Op de achterzijde van ‘Faja lobi’ (1971) wordt ten onrechte gesteld dat dit boek in 1969 verscheen. Blijkens de datum van een ‘ter gedachtenis’ op de binnenzijde van het omslag, moet dit boek verschenen zijn na september 1970.] 0568 E. Marko. Faja lobi. z.p. N/G z.j. [Paramaribo 1971].

P(aul) Marlee (ps. van Paul Armand Nijbroek; ook ps. Poela Mala)

0569 Poela Mala [onjuist: moet N zijn: Marla] Dag diefje. KLEINE Dingen voor grote mensen. Paramaribo 1971.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0570 P. Marlee. Boropata's. N Flitsen. z.p. [Paramaribo] 1974. 0571 P. Marlee. Thokat. z.p. z.j. G [Paramaribo 1976]. [Voorwoord ‘still waters run deep’ van L. van Gisbergen.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 228

0572 P.A. Nijbroek. Vijf en E zeventig jaar landbouwvoorlichting in Suriname. Afdeling Landbouwvoorlichting L.V.V. z.p. [Paramaribo] 1979. 0573 Paul A. Nijbroek. An E undergraduate comparative literature course on literature, race and politics in the Caribbean. Submitted to the Department of comparative literature Graduate school of arts and science New York University. By -. z.p. [New York] 1981. [Thesis/syllabus.] 0574 Paul Marlee. Proefkonijn. P Uitgeverij de Volksboekwinkel, Paramaribo 1985.

Frank Martinus

0575 Frank Martinus. Albert E Helman, de eenzame jager. Lezingen gehouden op 13 juni en 20 juni 1977 door Drs. - ter gelegenheid van de Helmanweek georganiseerd door het Surinaams Museum - Fort Zeelandia, Paramaribo - Suriname. [Instituut voor de Opleiding van Leraren], Paramaribo 1977. Cahier van het Instituut voor de Opleiding van Leraren Paramaribo 1. [Met een

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 ‘Woord vooraf’ en een woord op de achterflap van Drs. E.D. Essed-Fruin.]

Luciën Max Maynard (ps. Tata Loeména)

0576 L. Maynard. Matapinti. G Editoryal Antiyano, Amsterdam 1973. [Diverse edities met omslagen in verschillende kleuren.] 0577 Luciën Maynard [of Tata G Loeména?]. [Dichtbundel.] Amsterdam [tussen 1973 en 1980]. 0578 Luciën Maynard [of Tata G Loeména?] Onze Vlag. Amsterdam 1980.

Mechtelly (ps. van Mechtelli Yvonne Tjin A Sie)

0579 Mechtelly. Akoeba. G [Ommezijde titelpagina:] Geschreven door: -. z.p. z.j. [Paramaribo 1973]. [Voorwoord: Ewald Sluisdom. Met los bijgevoegd velletje: ‘Omslag ontwerper: J. Pinas’.] 0580 Mechtelly. Broko den G skotoe. Paramaribo 1974. [Voorwoord: Ewald Sluisdom.] 0581 Mechtelly. Kors patoe. G Paramaribo 1975. 581a Mechtelly. Japie en N Joewan. Geschreven door -. Getekend door Stanny Handigman. Dit is een uitgave van de Stichting

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Cultureel Centrum Nickerie, Nieuw Nickerie 1977. Mini-boekje 2. [Gestencilde uitgave. Kinderboek.] 0582 Mechtelly. Bij de boer op N bezoek. VACO Uitgeversmaatschappij, Paramaribo 1978. [Kinderboek.] 0583 Mechtelly. Japie en N Joewan. VACO Uitgeversmaatschappij, Paramaribo 1978 [gedrukte, geheel afwijkende editie van de 1e uitgave 1977]. [Kinderboek.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 229

0584 Mechtelly. Japie op school N VACO Uitgeversmaatschappij, Paramaribo 1978. [Kinderboek.] 0585 Mechtelly. Het meisje uit N Tapoeripa. z.p. z.j. [Paramaribo 1978]. [Met bijgevoegd correctieblad. Jeugdboek.] 0586 Mechtelly. Suriname. G Cuba. Carifesta 1979. Paramaribo 1979. [Vouwblad.] 0587 Mechtelly Yvonne G Tjin-A-Sie. Carifesta 1981 Barbados Suriname. Paramaribo 1981. [Translation: Martha Ilse Tjoe-Ny. Vouwblad.] 0588 Mechtelly. Suriname. Wan G Switi Njoen Jari. z.p. z.j. [Paramaribo 1981]. [Wenskaart met gedicht.] 0589 Mechtelly. Het aapje van N Jaja. Uitgegeven door het Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport, Paramaribo 1982. 0590 Mechtelly. Asekete. N Paramaribo 1982. 0591 Mechtelly. Emilina. N Paramaribo 1984. [Jeugdboek.] 0592 Mechtelly. Het meisje uit N Tapoeripa. Paramaribo 19852 [omgewerkte druk; afwijkend omslag, afwijkende typografie en drukkerij van de 1e druk: 1978]. [Correctie: Peter en Helly Potter. Jeugdboek.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Megar (ps. van Frederik K. Martodihardjo)

0593 Megar/F.K. Martodihardjo. G Na het zuur het zoet. Paramaribo 1974. [Voorwoord: H.S. Basoeki Sastrohartoyo.] 593a Megar. Ik en mijn vrijheid. G Paramaribo 1985.

Ruben J. Mendonça

0594 R. Mendonça. Tussen G vandaag en morgen. z.p. [Paramaribo] 1973. [Voorwoord: R. Dobru.]

Paul Middellijn

0595 Paul Middellijn, Joyce X Chin On, Ben Douglas. Na tongo fu wan pipel na eng ati/De taal is gans een volk. Begeleidend materiaal bij een vierdelige televisieproduktie over de ontwikkeling en de emancipatie van het Sranantongo en andere in Suriname gesproken talen. Samenstelling/programmamaker: Paul Middellijn. NOS Open School i.s.m. de Stichting Landelijke Federatie van Welzijnsorganisaties voor Surinames, Utrecht 1981. 0596 [Op pag. 3: ‘Wan tori fu:’] N Paul Middellijn. Na libi fu Sopropo nanga Antruwa,/

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Het leven van Sopropo en Antruwa. Landelijke Fed. v. Welzijnsstichtingen voor Surinamers, Utrecht z.j. [1982]. [Nederlandse vertaling: Chitra Gajadin. Kinderboek; met poster.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 230

0597 Paul Middellijn. Sranan ju G son. [Op omslag:] Puwema fu Sranawi -. Rotterdam 1981. 0598 Paul Middellijn. Futuru. X Een gedramatiseerde documentaire over de mogelijkheden van Surinaamse kinderen in Nederland na het basisonderwijs. In opdracht van het Landelijk Pedagogisch Centrum Nederland en de Stichting Landelijke Federatie van Welzijnsorganisaties voor Surinamers, Utrecht 1984. 0599 Paul Middellijn. Sranan ju G son/Suriname jouw zon. Uitgeverij De Geus, Breda 1984. [Hoewel deze bundel dezelfde titel draagt als de bundel van 1981 gaat het hier om een geheel gewijzigde editie, die slechts ten dele hetzelfde materiaal bevat.] 0600 Switi Smeri vol. I. X Bakadjari Band. [Langspeelplaat Fom. 131183.] Federation of Music/Backyard Promotion, Rotterdam z.j. [1984]. [All music and lyrics by Paul Middellijn. Met los bijgevoegd stencil met toelichting.]

Baltus Achmed Millerson

0601 B.A. Millerson. Wan Njoen G/N Dé. z.p. z.j. [Paramaribo

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1975]. [Voorwoord: Coen Ooft.]

Benjamin Sridat Mitrasingh

0602 Benjamin S. Mitrasingh. E Een verzameling gepubliceerde gedachten over het cultuurprobleem van Suriname. Samengesteld door Drs. -. Uitgave van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, z.p. z.j. [Paramaribo 1984]. [Voorwoord: Drs. A. Li Fo Sjoe. Gedachten van R.A.J. van Lier, Jules F. de Vries, C. Nagtegaal, R.H. Pos, M.D. Thijs, J.F.E. Einaar, J.E. Heesterman, Maria Huisman, Eddy Vervuurt, H.F. de Ziel, J.H. Adhin, E.R. Wessels, F.E.M. Mitrasing, V.S. Naipaul, J.D. Speckman, G.J. Kruijer, Albert Helman, Prof. Dr. Harry Hoetink, Edward Dew; poëziefragment van Shrinivasi.]

Slamet Modiwirjo

0603 Slamet Modiwirjo. G Panglipur ati. Dening/door -. Rakitan/samenstelling Johan Sarmo en Hein Vruggink. Afdeling Cultuurstudies, Ministerie van Volksmobilisatie en Cultuur, z.p. [Paramaribo] 1983.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Voorwoord/pambuka: Terry Agerkop; Ten geleide/Panjelasan/Johan Sarmo & Hein Vruggink. Met woordenlijst javaans-nederlands.]

Ramkisoen Moerai

0604 Ramkisoen Moerai [op G omslag:] uit Saramacca. Cautál Dilbahár. z.p. z.j. [ca. 1970]. [Gedrukt door Krishna Printing Press, Shiwpuri (Madhya Pradesh) Bharat, India. Devanagarischrift.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 231

Moksi Alesi

0605 De geschiedenis van Moksi E Alesi [?]. Toneelgroep Moksi Alesi, Amsterdam 1981. [Folder.]

Sebastiaan Adrianus Wilhelmus Rudolphus (Bas) Mulder

0606 S. Mulder. Petrus Donders X bid voor ons. Noveen en gebeden boek. Paramaribo 1980. 0607 Bas Mulder. De grote X kleine man. Een stripverhaal naar het leven van Pater P. Donders. Geschreven door - CssR. Stichting Kinderkrant Suriname, z.p. [Paramaribo] 1982, 19852. [Jeugdstrip.] 0608 John L. Dankelman, Jan X Haen en Bas Mulder. Peter Donders. Those most abandoned were his special friends. Paramaribo z.j. [1982]. [Tekst van Dankelman in Engelse vertaling van Haen en Mulder.] 0609 Bas Mulder. Petrus X Donders. Apostel van de melaatsen. Paramaribo z.j. [voorwoord gedateerd 1979; uitgave verschenen in 1982]. 0610 S. Mulder. Petrus Donders X bid voor ons. Noveen en gebeden boek. Paramaribo 19842 [1e druk: 1980;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 zetfouten hersteld; aangevuld met liederen].

René F.L. Mungra

0611 R. Mungra. Een cultureel G gekastreerde spreekt. Paramaribo z.j. [1972]. 0612 René Mungra. Wan G anoe/Handreiking. Uitgave: Granma/Uitgave in licentie: Lynx, Amsterdam 1972. [Gedicht vooraf van Kenneth Madarie.] 0613 René Mungra. Faya-Lobi. G z.p. z.j. [?].

Albert Walther Mungroo

0614 Albert W. Mungroo. G Sranan botjetie/Surinaams boeket. z.p. z.j. [Paramaribo 1970]. 0615 Albert W. Mungroo. Pe G Sranan bigin. Paramaribo 1975. [Voorwoord: Balthus Lochem.] 0616 Albert W. Mungroo. Een G Zucht Uit Het Hart. Uitgave: Offsetdrukkerij/Uitgeverij Westfort, Paramaribo 1982. [Van deze proefuitgave zijn slechts enkele exemplaren vervaardigd.] 0617 [Ommezijde omslag:] G Albert Mungroo. Een Zucht Uit Het Hart. Uitgave: Offsetdrukkerij/Uitgeverij Westfort, Paramaribo 1982.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Formaat en omslag wijken af van de proefuitgave.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 232

Ruud Mungroo

0618 Ruud Mungroo. Afanaisa N en andere verhalen. Paramaribo 1970, 19702. 0619 Ruud Mungroo. Het raam. N Novelle. Paramaribo 1971. 0620 Ruud Mungroo. Afanaisa N en andere verhalen. Bolivar Editions, Paramaribo 1970 [ommezijde titelpagina:] 19773 [omslag en typografie wijken af van de 1e druk van 1970]. 0621 Ruud Mungroo. Het raam. N Novelle. Gestencilde uitgave naar de originele druk van 1971 met toestemming van de schrijver. Bibliotheek Cultureel Centrum Suriname, Paramaribo 1977 [= 2e druk]. 0622 Ruud Mungroo. Het raam. N Novelle. Bolivar Editions, Paramaribo 1971 [ommezijde titelpagina:] 19772 [= 3e druk; omslag wijkt af van dat van de 1e druk 1971]. 0623 Ruud Mungroo. Tata P Colin. Paramaribo 1982. 0624 Ruud Mungroo. Het raam. N Novelle. Arts Inc., Paramaribo 1971 [ommezijde titelpagina:] 19843 [= 4e druk; omslag gelijk aan 3e druk van 1977; 1e druk 1971]. 0625 Ruud Mungroo. Het raam. N Novelle. Arts Inc., Paramaribo 1971

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [ommezijde titelpagina:] 19854 [= 5e druk; omslag gelijk aan 1e druk van 1971].

Frederik Hendrik Johannes Muntslag

0626 F.H.J. Muntslag. Tembe. X Surinaamse houtsnijkunst/Suriname woodcarving. Symboliek van de meest voorkomende motieven/Symbolism of the most frequent motifs. Met medewerking van/With the collaboration of Drs. Ch.H. Eersel. Uitgevers/Publisher: NV Varekamp & Co, Paramaribo 19713 [1e druk: 1966]. [Inleiding/Introduction: Drs. Ch.H. Eersel.] 0627 F.H.J. Muntslag. X/N Premisie/Toestemming. z.p. z.j. [Reportages.] 0628 F.H.J. Muntslag. Paw a X paw dindoe. Surinaamse houtsnijkunst. VACO Uitgeversmaatschappij, Paramaribo 1979 [volledig herziene en aangevulde uitgave van ‘Tembe’, 1e druk: 1966, 19713]. [Voorwoord: R.O. van Genderen.]

Joshi Muradin

0629 Joshi Muradin. Leven is G een Ademtocht. z.p. z.j. [1975].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Naamloos kinderblad

0630 Naamloos kinderblad. N/G/X [Nummer 1.] Kindertijdschrift. Eindredaktie en lay-out: Marijke Waagmeester-Verkuijl. z.p. z.j. [Paramaribo 1980]. [Proza van Leonore de Vries, Orlando Emanuels, Mechtelly; poëzie van John Jong A Tjauw, Orlando; wetenswaardigheden van Marijke Waagmeester-Verkuijl en Tante Noortje.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 233

0631 Naamloos Kinderblad 2. N/G/X Kindertijdschrift. Eindredaktie en lay-out: Marijke Waagmeester-Verkuijl. z.p. z.j. [Paramaribo 1980]. [Proza van Leonore de Vries, Matoejo, Narain Gangaram-Panday, Carla Li [= Lie] A Ling-Perk, Mechtelly; poëzie van Orlando; wetenswaardigheden van Marijke Waagmeester-Verkuijl, Tante Noortje en Stinasu, afd. Edukatie.]

Frank Naarendorp e.a.

0632 Frank Naarendorp en Frank E Renada. Het Antagonistisch karakter in het Surinaams kultuurpatroon. Riet Tjon A Hie-Knops. Toneel als zelfbewustwordingsekspressie (De functie daarvan in de ontwikkeling van de Surinaamse maatschappij). Culturele Editie Kern, z.p. z.j. [Paramaribo 1972]. [Bruin omslag.] 0633 Frank Naarendorp en Frank E Renada. Het antagonistisch karakter in het Surinaams kultuurpatroon. Riet Tjon A Hie-Knops. Toneel als zelfbewustwordingsekspressie (De functie daarvan in de ontwikkeling van de surinaamse maatschappij). Uitgever: de Nieuwe

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Demokratie omslag vermeldt: Kern-Kultureel, z.p. z.j. [Paramaribo 1972]. [Wit omslag.]

Jit Narain (ps. van Djietnarain Baldewsingh)

0634 Jit Narain. Dal bhat chatni. G z.p. [Den Haag] 1977. [Ten geleide: Bris Naushad.] 0635 Haryari. [Langspeelplaat.] G Dynatone DRX 5005, The Hague 1978. [Poëzie van Jit Narain uit Dal bhat chatni (1977) met muzikale begeleiding; poëzieteksten op de platenhoes; toelichting: B. Mahabier.] 0636 Jit Narain. G Hinsa-parsād/Geweld loont. Den Haag 1980. [Inleiding: Dennis Masusa.] 0637 Jit Narain. Jatne ujjar joti G otane gahra jhalka/Hoe blanker het licht hoe dieper de blaren. 's Gravenhage 1981. 0638 Jit Narain. Wie wil wonen G op de oever Waarom koerst hij naar de zee/Mange ghat pe jiwan jhele Kahen saw samunder khewe. Den Haag 1984. [Voorwoord: Geert Koefoed.]

Marilyn Nickel e.a.

0639 M. Nickel, H[enriëtte] G C[ornelly] Tiendalli. A B D Poewema. Verteld door

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - met -. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 1979, 19822. 0640 J[ohn] Nickel, M. Nickel. N Lesi boekoe na ini Sranan Tongo deel 2. Summer Institute of Linguistics (Instituut voor Taalwetenschap), Paramaribo 1981. Alfabetiserings serie in het Sranan Tongo. [De verhalen in dit boekje zijn geschreven door mej. H.C. Tiendalli. Proefuitgave.] 0641 J[ohn] Nickel, M. Nickel. N Lesi boekoe na ini Sranan Tongo. [Op omslag:] Deel 3. Summer Institute of Linguistics (Instituut voor Taalwetenschap), Paramaribo 1981. Alfabetiserings serie in het Sranan Tongo. [De verhalen in dit boekje zijn geschreven door mej. H.C. Tiendalli. Proefuitgave.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 234

Orsine Johanna Nicol (ps. Oni)

0642 Orsine Nicol. 'n Antwoord. G z.p. z.j. [Paramaribo 1977]. [Voorwoord: Ch.H. Eersel.] 0643 Oni. Gi Sranan Mama/Gi G Suma mi lobi. z.p. z.j. [Poster: uitgebracht in papier van verschillende kleuren.]

Jules W.A. Niemel

0644 Jules W.A. Niemel. G Morgen zullen we wel zien. Amsterdam 1974. 0645 Jules Niemel. [Titelloze G bundel; op titelblad: een collage van teksten uit kranten die wijzen op de chaos en het geweld in de wereld.] z.p.? 1976. 0646 Jules Niemel. Gedichten. G z.p. z.j. [Amsterdam 1977]. 0647 Jules Niemel. Distances. G 0648 Jules Niemel. Ik huil, G omdat ik van je houd. 0649 Jules Niemel. Jezus G Cristes. 0650 Jules Niemel. De bakru is P gevlogen. Uitgegeven onder auspiciën van het SKK, Amsterdam 1980. [Jeugdboek.] 0651 Jules Niemel. Afstand G bewaren. z.p. 1981. [Uitgave ter gelegenheid van de ‘Culturendag 1981’, 10 en 11 oktober 1981;

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 bloemlezing uit Morgen zullen we wel zien, Jezus Cristes, Ik huil, omdat ik van je houd.]

Linda Jacqueline Nijbroek-Asin

0652 Linda J. Nijbroek-Asin. E Thematiek en vorm bij de Moetete-dichters. Paramaribo 1976. [Scriptie I.O.L., M.O.-B. Nederlands.]

R.D. Oedayrajsingh Varma

0653 R.D. Oedayrajsingh E Varma. Licht der Vedas. Paramaribo 1971.

Y. van Ommeren

0654 Y. van Ommeren. Analyse E van Wajono - Thea Doelwijt. z.p. [Paramaribo] z.j. [Scriptie M.O., I.O.L.]

Orlando (ps. van Orlando Emanuels)

654a Orlando. [Titelloos gedicht G met beginregel ‘Ik heb gebroken met’.] z.p. z.j. [Paramaribo ca. 1972]. [Gedicht op dun karton.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 235

L.N. Pahladsingh

0655 L.N. Pahladsingh. De E/G Fundamenten van de ‘Sanatan Dharma’. Samengesteld door -. Drukkerij en Uitgeverij Reproductie Centrum Paramaribo, Paramaribo 1974. [Met mantra's en bhadjan's.]

André Richard Matiematie Pakosie

0656 André Pakosie. De dood N van Boni. z.p. z.j. [Paramaribo 1972] z.j.2. [Tekst achterflap: R. Dobru.] 0657 André Pakosie. De dood N van Boni. z.p. z.j.3 [1973] [1e druk: 1972; afwijkend gestencild omslag; binnenwerk identiek aan 1e druk; kleine wijzigingen in de door R. Dobru verschafte biografische gegevens op de achterzijde - deze tekst is nu gedateerd: 1972/1973]. 0658 André Pakosie. De N Bevrijding van MIJN VOLK (a fri fu mi pipel). z.p. z.j. [1973]. 0659 [André R.M. Pakosie e.a. - X vertaling.] Waka buku fu ndjuka sama. Publikatie van het Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Paramaribo 1973. [Hulp bij vertaling in het Aukaans: André R.M.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Pakosie, Hr. Amaduju, Frank Velanti.] 0660 André Pakosie. Mijn N/G Suriname/Mi Saanan. z.p. 1974. [Voorwoord: Jan Opdam.] 0661 André Pakosie. Ook u bent X? een bouwsteen van deze natie. z.p. 1975. 0662 André Pakosie. X Toponymisch rapport over de Tapanahony. z.p. 1975. 0663 Andre R.M. Pakosie. Een E beknopt overzicht van het ontstaan van de Bosnegerstammen de Lo de Bee en de Mama(osoe)pikin of Wosoedendoe. Stichting Volksboekwinkel, Paramaribo 1976. [Voorwoord: Betty Sedoc-Dahlberg.] 0664 André Pakosie. Gaanta N/G labi 1760. z.p. 1976. [Uitgebracht in diverse omslagen met verschillende kleuren.] 0665 A.R.M. Pakosie. A Toli fu N a Ogii M'ma. Na - sikiifi a toli ja. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal in het Aucaans werd geschreven door A.R.M. Pakosie. Instituut voor Taalwetenschap in Suriname, Drietabbetje 1976. [Proefuitgave.] 0666 [Op pag. 3:] André R.M. E Pakosie. Bongodoti. Paramaribo 1978. 0667 André Pakosie. Mbei G goonliba jei (opdat de wereld het hore). z.p. 1978.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 S. Paltan Tewarie-Gobardhan

0668 S. Paltan E Tewarie-Gobardhan. Een beknopte analyse van het boek: Vianen, B. Strafhok; 2e dr. Amsterdam, Querido, 1974, 219 blz. (Salamander; no. 347) Oorspronkelijke druk 1971. z.p. [Paramaribo] 1983. [Scriptie L.O. Nederlands, I.O.L.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 236

Panesi

0669 Panesi. Araraparupëe N jiwëehtoponpë araraparupo. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Trio Panesi van Alalapadoe. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974. 0670 Panesi. Jenuhtoponpë. N [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschre[ven] door de Trio Panesi van Alalapadoe. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974. 0671 Panesi. Jiwehtoponpë N tëpupo. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Trio Panesi van Alalapadoe. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0672 Panesi, Ririhpë, Sanëpë, N Sëresëreru, Sinëkë & Susumi. Serë itïntoponpë panpira. Tïmenuhtëe: Susumija, Panesija, Sanëpëja, Sinëkëja, Ririhpëja, Serëserëruja. [Ommezijde titelpagina:] Deze verhalen over visvergiftiging werden geschreven door de Wai Wai Susumi van Alalaparoe, de Trio's Sanëpë en Sinëkë van Tepoe en de Trio's Serëserëru, Ririhpë en Panesi van Aalaparoe. Dit boek werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Johan Panza e.a.

0673 Johan Panza & Rene Bobo. N Anasi ku dee kau (Anansi en de koeien). Johan Panza hën taki di kontu aki, Rene Bobo hën piki di kontu. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 1984. Serie leesboekjes in het Saramaccaans. [Nederlandse vertaling: A.L. Bosch; samenstelling: N. Glock, J.R. Mantell.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 H.G. Papotto

0674 H.G. Papotto. Bandja ↔ G Krosi. z.p. z.j. 0675 H.G. Papotto. Kamisa. z.p. G? 1976.

J. Peasgood-Shewchuk

0676 [J. Peasgood-Shewchuk.] N Kytoenarykon/Ons land. Uitgave Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1971.

Pesoro

0677 Pesoro. Iwana iwehto N iponohto, kaikui iwehto marë. Tïmenuhtëe Pesoroja. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Trio Pesoro van Tepoe. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of linguistics/Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 237

0678 Pesoro. Kurija iwehto N iponohto pai iwehto mare. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Trio Pesoro van Tepoe. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Dawsen Petrus

0679 Dawsen Petrus. Dee teeja N a liba (De sterren in de lucht). - hën konda di oto aki. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1983. Alfabetiserings serie in het Saramaccaans. [Nederlands: J. Koen-Boot; samenstelling: N. Glock.]

Marie Jeanne Pierre

0680 Marie Jeanne Pierre. Oty N wa jeporypo Maurauni po (Wat me overkwam in het distrikt Marowijne). Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1984. Serie

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 leesboekjes voor het Karaïbs. [Nederlandse vertaling: Marie Jeanne Pierre. Samenstelling: K. en C. van der Ziel.] 0681 [Marie Jeanne Pierre - N vertaling.] Ynewara Jona worepypo (hoe Jona zijn les leerde). Het verhaal van Jona naverteld in het Karaibs. International Bible Society/Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), East Brunswick, New Jersey/Paramaribo 1985. Tamusi-Auranymbo bijbelse verhalen in het Karaïbs.

Eddy Louis Pinas (ps. Faceless X)

0682 Faceless X. Krawasi. z.p. G [Paramaribo] 1973. 0683 Eddy L. Pinas. Te koop G wegens vertrek. z.p. [Paramaribo] 1975. [Voorwoord: Ruud Mungroo.]

Luciën Siegfried Pinas (ps. Anne Marie; Pinto)

0684 Luciën S. Pinas - Pinto -. G Fri Sranan dron. Apollo's Reklame en Uitgeversburo, Paramaribo 1975. 0685 Lucien S. Pinas. Srefidensi X/G School Agenda. Samenstelling -. Uitgave van Apollo's Reklame & Uitgevers Buro. Paramaribo z.j. [1975].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Hierin opgenomen poëzie van verschillende dichters, waaronder Lucien S. Pinas.] 0686 L.S. Pinas. Verrotte G planken. Uitgave: Apollo's R. & U., Paramaribo 1975. [Met uitvouwbare pagina's. Omslagen in papier van diverse kleuren.] 0687 Anne Marie. De zon gaat G onder. [Apollo's Reklame & Uitgeversburo], z.p. [Paramaribo] 1976.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 238

0688 L.P. Switi krisneti boen G njoen jari. [Apollo's Reklame & Uitgeversburo], z.p. z.j. [Paramaribo ca. 1978]. [Wenskaart met gedicht met beginregel ‘m'e prakseri ju’.] 0689 Liefde. [Apollo's Reklame G & Uitgeversburo], z.p. z.j. [Paramaribo 1979]. [Poster met gedicht van Luciën Pinas met beginregel ‘Liefde’.] 0690 Lucien Pinas. Liefde/Lobi. G [Apollo's Reklame & Uitgeversburo], z.p. z.j. [Paramaribo 1979]. [Poster met gedichten in het Nederlands en Sranan tongo met beginregels resp. ‘Liefde’ en ‘Lobi’.] 0691 Lucien S. Pinas. De X verijdelde Coup. Een verzameling van berichten over de verijdelde staatsgreep van 15 mei 1980. [Op achterflap:] Samenstelling en presentatie: -. Uitgave Apollo's R. & U., Paramaribo 1980. [Inleiding Percey Leendert Esajas.] 0692 Luciën S. Pinas. Mi G poewema. Apollo's R. & U., Paramaribo 1980, 19852. 0693 Lucien S. Pinas. Studie X/G/N Agenda. [1980-1981] [Op pag. 69:] Deze agenda is samengesteld door -. Uitgave van Apollo's R. & U., Paramaribo z.j. [1980].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Poëzie van Glenn Sluisdom, Michael Slory (met vertaling van Jan Voorhoeve) en Lucien S. Pinas; proza van R. Parabirsing (Rappa).] 0694 [Luciën Pinas.] [Tafels van X tien.] Uitgave van Apollo's R. & U., Paramaribo z.j. [1980]. [Tien kaarten met de tafels van tien, gedrukt op verschillende kleuren papier, bijeengehouden door een koordje. Op de ene zijde telkens een tafel, op de andere een tekstje of spreuk.] 0695 Lucien S. Pinas. Studie X Agenda 81/82. Voorde student en de docent. Samenstelling -. Uitgave van Apollo's R. & U., Paramaribo z.j. [1981]. 0696 [Luciën Pinas.] X Krere-krere agenda 1982. Uitgave van Apollo's R. & U., Paramaribo z.j. [1981]. 0697 Lucien S. Pinas, 't Waren X gekke toffe vervelende maar soms ook aardige momenten in 1981. Apollo's Reklame & Uitgevers Buro, Paramaribo z.j. [1981]. [Nieuwjaarskaart met tekst.] 0698 Luciën Pinas. De woelige X dagen van maart 1982. [Op omslag:] Een documentaire van de verijdelde staatsgreep van 11 maart 1982. Samenstelling -. Apollo's Reklame & Uitgeversburo, Paramaribo z.j. [1982], [Met gedichten van Marcel de Bruin en van Lucien Pinas (eerder

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 verschenen in ‘De Ware Tijd’ en ‘De Vrije Stem’. Met de tekst van de decreten A-7, no. 50 en A-7-A, no. 51, inzake de oorlogstoestand.] 0699 L.S. Pinas. Dierenkwartet X 1. Uitgave: Apollo's Reklame en Uitgevers Buro, Paramaribo 1982. [Kwartetspel in doosje; bij de kaartenset zit een vel met aan de ene zijde ‘Bij de introduktie’ met daaronder de naam van de uitgeverij, L.S. Pinas/manager, aan de andere zijde ‘Spelregels’.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 239

0700 L.S. Pinas. X Vruchtenkwartet 2. Uitgave: Apollo's Reklame & Uitgevers Buro, Paramaribo 1982. [Kwartetspel in doosje; bij de kaartenset zit een vel met aan de ene zijde ‘Bij de introduktie’ met daaronder de naam van de uitgeverij, L.S. Pinas/manager, aan de andere zijde ‘Spelregels’.] 0701 [Luciën Pinas.] Van harte X beterschap. [Apollo's R. & U.], z.p. z.j. [Paramaribo 1983]. [Wenskaart met tekst.] 0702 [Luciën Pinas.] Een te gek X verjaardagsfeest. [Apollo's R. & U.] z.p. z.j. [Paramribo 19841 [Uitnodigingskaart met tekst.] 0703 [Luciën Pinas.] Het wordt X een feest. [Apollo's R. & U.], z.p. z.j. [Paramaribo 1984.] [Uitnodigingskaart met tekst.] 0704 [Luciën Pinas.] Kom je mee X naar het feest. [Apollo's R. & U.], z.p. z.j. [Paramaribo 1984.]. [Uitnodigingskaart met tekst.] 0705 [Luciën Pinas.] Kriebeltje, X Krabbeltje. [Apollo's R. & U.] z.p. z.j. [Paramaribo 1984]. [Uitnodigingskaart met tekst.] 0706 [Luciën Pinas.] Lieve X/G Hartelijke Gelukwensen! [Apollo's R. & U.] z.p. z.j. [Paramaribo 1984]. [Wenskaart met gedicht

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 met beginregel ‘Je zou geen bloem zijn’.] 0707 [Luciën Pinas.] Uren zit ik X aan het rijmen. [Apollo's R. & U.], z.p. z.j. [Paramaribo 1984]. [Uitnodigingskaart met tekst.] 0708 [Luciën Pinas - X samenstelling.] Mini Agenda. Uitgave van Apollo's R. & U., Paramaribo z.j. [1985]. 0709 [Luciën Pinas - X samenstelling.] Mini Agenda. Uitgave van Apollo's R. & U., Paramaribo z.j. [1985]. [Editie met afwijkend omslag t.o.v. de andere Mini Agenda.]

M. Pinas

0710 M. Pinas. Eenheid. G? Paramaribo 1976.

Rudi Waakzaam Pinas

0711 Rudi W. Pinas. Aucaanse G puwema's. Aucaans en Sranan Tongo: Rudi W. Pinas. Nederlandse vertaling: Rudi W. Pinas. English translation: Dorothee Wong Loi Sing. Utrecht 1984. [Vervaardigd in 4 exemplaren.] 0712 Rudi Pinas. ‘Zonder G geldige toegangskaan’. Utrecht 1984, 19852.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Imro Eugene Plein (ps. Saarhatti)

0713 I. Plein pseud. Saarhati. G Kus mij... z.p. z.j. [Voorwoord: V. Vrede.] 0714 [Imro Plein?] Ik heb je G liever...dan brood. z.p. z.j. [ca. 1976]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 240

0715 I. Plein. Rispeki. z.p. z.j. G

Pokanaliwa

0716 Pokanaliwa. Kopë N pampilan, weji pampilan malë. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Wajana Pokanaliwa van Kawemhakan. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

J.V.D. Polanen

0717 J.V.D. Polanen. X Herinneringen aan mijn vader Johannes Hendrik Nelson Polanen de eerste neger-hoofdonderwijzer in Suriname (1882-1939). Paramaribo 1982. [Voorwoord: Prof. Dr. J.M. Van Der Linde.]

Hugo Pos

0718 J[ules] Ph. de Palm en H. E/G Pos. Kennismaking met de Antilliaanse en de Surinaamse poëzie.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Gekozen en ingeleid door dr. - en mr. -. Sticusa, z.p. [Amsterdam] 1973. [Opgenomen is een beschouwing van Hugo Pos en poëzie van de Surinaamse dichters: Albert Helman, Trefossa, Johanna Schouten-Elsenhout, Eugène W. Rellum, R. Dobru, Michaël Slory, Shrinivasi, Bernardo Ashetu, Thea Doelwijt, Edgar Cairo, Kwame Dandillo en Corly Verlooghen.] 0719 Hugo Pos. Sticusa E journaal. [gewijd aan ‘De jonge Surinaamse literatuur’]. 4e Jaargang no. 6; 1 oktober 1974. Uitgave Sticusa, Amsterdam 1974. 0720 Hugo Pos. 12 kwatrijnen. G Gedrukt en uitgegeven in 1977 door Leo Verbeek, Nieuw-Koop 1977. [Genummerde oplage van 300 exemplaren; niet alle exemplaren echter zijn inderdaad genummerd. Diverse omslagen: exemplaren waarvan het omslag bedrukt is met de aanduiding '12 kwatrijnen van Hugo Pos' en exemplaren zonder aanduiding aan de buitenzijde, in papier met imitatieleer (‘hagedissen’) dessin.] 0721 Hugo Pos. Het tweede G dozijn kwatrijnen, z.p. z.j. [1984]. [De colofon vermeldt: ‘Deze bundel is een gezamenlijke uitgave van Hugo Pos, Erwin de Vries en Leo Verbeek,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 bestemd voor vrienden en relaties. De druk kwam tot stand in eigen beheer in een oplage van 150 exemplaren.’ Genummerde oplage; niet alle exemplaren zijn echter inderdaad genummerd.] 0722 Hugo Pos. Het doosje van N Toeti. In de Knipscheer, Haarlem 1985.

Peter Potter

0723 Peter Potter. Een overzicht E van de moderne Surinaamse literatuur. Doktoraal-skriptie van -. Den Haag 1982.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 241

Premanand (ps. van Premanand Bondhu)

0724 Premanand. Hindi. X (Zelfstudie met behulp van het Nederlands). Deel 1. z.p. z.j., 19772. 0725 Premanand. Hindi. X (Zelfstudie met behulp van het Nederlands.) Deel 2. z.p. 1977. 0726 Premanand. Pardeshi. [Op N omslag:] Verhaal Hindi-Nederlands. [Op pagina 3:] Teksten van -. z.p. 1980.

Prempuri (ps. van Premnath Bhikharie)

0727 Prempuri. Monddicht G gedicht. Grasmeyer, z.p. 1975.

Projekt krant. Surinaamse kinderboeken

0728 Projekt krant. Surinaamse E kinderboeken. Juni 1985, nummer 45. Uitgave van de Stichting Samen Wonen Samen Leven (SWSL), in samenwerking met de vijf Rotterdamse Onderwijs Projekten, Rotterdam 1985. [Samenstelling themagedeelte: Krishna Autar, Willem Bijl, Raj Gainda. Bijdragen van Ina van Peperstraten, Krishna Autar (interview met Paul Middellijn), Rein Nijenhuis.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Elly Purperhart

0729 Elly Purperhart. Loesoe na G tite. Paramaribo 1976. [Voorwoord ‘Loesoe na tite’: Harold Braam.]

Ramdew Raghoebir

0730 Ramdew Raghoebir. Bahu E bhi beti hai (De Schoondochter is ook een dochter). Schrijver/regisseur: -. Stichting Suriname Hindi Parishad en Toneelgroep Kalamitra, z.p. 1980. [Gedrukt programma met levensbeschrijving van de auteur, inhoud van het stuk en rolverdeling. ] 0731 Ramdew Raghoedir. T Toneelstuk Sainik pita (De verwezenlijking van een droom van een vader die zijn zoon als een patriottische militair zag). Schrijver/regisseur: -. Uitgave: Stichting Suriname Hindi Parishad: Afdeling: Hindi Culturele Groep; Toneel Groep: Kala-Mitra, Paramaribo 1981. [Met een begeleidend schrijven van Raghoebir en Pt. S. Biere.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Munshi Rahman Khan

0732 M. Rahman Khan. Doha G Shikshavali Stichting voor Surinamers, Den Haag 19842 [1e druk: Dehli 1953]. [Devanagarischrift. Fotomechanische herdruk.] 0733 M. Rahman Khan. G Gyán-Prakásh arthat Shiksáprad Dohe-Kundaliyán, Stichting voor Surinamers, Den Haag 19842 [1e druk: Dehli 1954]. [Devanagarischrift. Fotomechanische herdruk.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 242

Rita Dulci Rahman

0734 Rita Dulci Rahman. Drie N ware vrienden. NV Graphic Arts, Paramaribo 1978. Prakiki Kinderverhalen. 0735 Rita Rahman. Sile' sima 'e N/T (lezenderwijs). Leesboek met opdrachten voor klasse 1 en 2 van de Mulo- en Ulo/Mulo-scholen in Suriname. Drukkerij-Uitgeverij Dubois & Dubois, Paramaribo 1979. [Met bijdragen van Thea Doelwijt en Henk Tjon.]

Ramayana ballet

0736 Ramayana ballet. Federasi X Kebudajan Indonesia Suriname presenteert -. Federasi Kebudajan Indonesia Suriname, Paramaribo 1975. [Programmaboekje met toelichting, kort verhaal en opgave van de vertolkers van de Ramayana, kunst-ballet in gedanste vormen zonder dialoog, met gezongen verzen.]

Dew S. Rambocus

0737 Dew Rambocus. Frambo 4 G juni 1 juli. z.p. z.j. [Paramaribo 1977]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 W. Ramdihal e.a.

0738 W. Ramdihal & I. E Raghoebarsingh. Swami Dayanand en de Arya Samaadj. Ter ere van de [sic] jubileum - Arya Samaadj - 1875 - 100 jaar - 1975. [Onder foto Swami Dayanand:] Geb. 1824 - Overl. 1883. Geschreven door Hr. W. Ramdihal. Lezing door Mr. Dr. I. Raghoebarsingh. Uitgever Pt. R. Sheoratan Shastrie, z.p. 1975.

P. Ramdin

0739 P. Ramdin. Ga naar de zon E en kijk door ‘de Vedas’ (Heilige schrift der Hindoes). Door de Wetenschappelijke Inheems-Figuur -. (De eerste Vedas wetenschappelijk boek na 5000 jaren). Paramaribo z.j. [Met ingeplakte tekst in Devanagarischrift op blauw papier, met opschrift ‘Ga naar de zon en kijk door de Vedas (Hindi-bijblad)’ en gepagineerd 6/A; met uitvouwbare tekening.]

Ramlila

0740 Ramlila. Verhaal en E programma 11-20

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 november 1977. Nationaal Ramlila Comitee Suriname 1977, z.p. [Nieuw-Nickerie] 1977. [Programmaboekje.]

Amersing Raman (naam op diverse wijzen geschreven)

0741 Raman Amersingh. X Panchwatie. (Stuk uit de Ramayana). S[c]hrijver/regisseur: -. De Sociaal-Culturele Vereniging Sar’ Hind Sanskritiek Sabha & Hindi-School Vidya Sagar, Paramaribo z.j. [1975]. 0742 Ammersing. Jai Jai Laksmi G Mata. [Songtekst van de A-kant van de single van Desi Raghosing ‘For young and old’ Kewal Records stereo SHOL 2320, 45 R.P.M., z.p. 1976.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 243

0743 Amersing Ramman. Natak T Kriesna - Soedama/Natak Maha Lachmi Poedja. Schrijver/regis[s] eur en dichter -. z.p. [Paramaribo] 1983. [Twee toneelstukken in Devanagarischrift; met inleidingen in het Nederlands.] 0744 Amer Singh Raman. G Phoelon ki panchie. Sri Sanatan Dharm Suriname, z.p. [gedrukt te Dehli, India] 1984. [Devanagarischrift.] 0745 Amersing Ramman [e.a.] E/G Basant Mahaholi Parwa. Paramaribo 1985. [Voorwoord: Amersing Ramman; beschouwingen van Dr. Ram Naris Lall, Dr. Kamta Kamlish, Ir. Ramkoemar Singh; poëzie van Amersing Ramman. Geheel in Devanagarischrift. Het gedicht ‘De mens en de natuur’ (in Devanagarischrift) is in het Nederlands vertaald als ‘Basant (lente feest) en holi viering’. Beschouwingen van H. Sahtoe in het Nederlands.]

Rams & Co (ps. van Erwin & Roy Ramsamoedj)

0746 Rams & Co. Pinda rinda. X Paramaribo 1985. [Cartoons eerder verschenen in het dagblad

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 ‘De West’ van september 1984 - maart 1985.]

Chandramohan Randjitsing

0747 Chandramohan G Randjitsing. Sangit prabhākar. Muktak kāvya. Meerzorg 1978. [Devanagarischrift.] 0748 Chandramohan G Randjitsing. Muktak Kāvya Chandra Muktakāvalī. Meerzorg 1985. [Devanagarischrift.]

Rappa (ps. va Robby Jonathan Parabirsing)

0749 G[erard] Alberga & R. X/N Parabirsing. Groot vakantieboek. Samenstellers: -. Uitgever: Drukkerij Alberga, Paramaribo z.j. [1980]. [Bevat: strips, tekeningen, spelletjes, recepten enz.; proza van R. Parabirsing (Rappa). Kinderboek.] 0750 Rappa (Robby N Parabirsing). Friktie tories oftewel gevlochten verhalen. Verhalenbundel. Drukkerij-Uitgeverij Alberga, Paramaribo 1980. [Deze eerste druk kende aanvankelijk een omslag in overwegend groen; deze is verwijderd en vervangen door een overwegend blauw omslag. De oplage is echter later wegens miszetting geheel

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 vernietigd; slechts enkele exemplaren bleven gespaard. Een groot aantal van de verhalen uit deze bundel verscheen eerder in de ‘Zondagskrant’.] 0751 Rappa (Robby N Parabirsing). Friktie tories oftewel gevlochten verhalen. Verhalenbundel. Drukkerij-Uitgeverij Alberga, Paramaribo 1980 [= in feite 2e druk; 1e druk: 1980]. [Een groot deel van deze verhalen uit deze bundel verscheen eerder in de ‘Zondagskrant’.] 0752 G[erard] Alberga & R. X/N Parabirsing. Groot Kerstvakantieboek. Samenstellers -. Uitgever Drukkerij Alberga, Paramaribo z.j. [1980]. [Bevat: strips, tekeningen, spelletjes enz.; proza van R. Parabirsing (Rappa), Kinderboek.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 244

0753 G[erard] Alberga & R. X/N Parabirsing. Groot paasvakantieboek. Samenstellers: -. Uitgever: Drukkerij Alberga, Paramaribo z.j. [1981]. [Bevat: strips, tekeningen, spelletjes enz.; proza van Rappa. Kinderboek.] 0754 G[erard] Alberga & R. X/N Parabirsing. Groot vakantieboek. De samenstellers: -. [Uitgever: Drukkerij Alberga], z.p. z.j. [Paramaribo 1981]. [Bevat: strips, tekeningen, spelletjes enz.; proza van Rappa, F. Snet, Tim Graanoogst, Lucine Margreta van Dams; prijsvraag voor een gedicht opgesteld door Rappa. Kinderboek.] 0755 Rappa (Robby N Parabirsing). Opa Djannie en andere verhalen. Verhalenbundel. Drukkerij-Uitgeverij Alberga, Paramaribo 1981. [Een deel van de oplage is in iets kleiner formaat uitgebracht met een omslag waarvan het paars in een lichtere tint is.] 0756 G[erard] Alberga & R. X/N/G Parabirsing. Groot Kerstvakantieboek. Samenstellers: -. Uitgever Drukkerij Alberga, Paramaribo z.j. [1981]. [Bevat: strips, puzzels, spelletjes enz.; proza van Rappa; poëzie van Judith Redmount, Kristilah Karijomenawi, Mariene

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Soetowidjojo, Shakuntala Seenauth. Kinderboek.] 0757 Rappa. De vlek uit het P verleden. Roman. Drukkerij-Uitgeverij Alberga, Paramaribo 1982. 0758 G[erard] Alberga & R. X/N Parabirsing. Groot paasvakantieboek. Samenstellers: -. Uitgever: Drukkerij Alberga, Paramaribo z.j. [1982]. [Bevat: strips, puzzels, spelletjes enz.; proza van Rappa; brieven van Allison Lieuw, Rahana Ramdas, Cheryl Joy Stegenga. Kinderboek.] 0759 G[erard] Alberga & R. X/N Parabirsing. Groot Kerstvakantieboek Samenstellers: -. Uitgever Drukkeij Alberga, Paramaribo z.j. [1982]. [Bevat: strips, spelletjes, wetenswaardigheden enz.; proza van V.S. Shanker. Kinderboek. ] 0760 [Robby Parabirsing.] Onze E analyse deel 1. z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. [Pamflet, verspreid na de gebeurtenissen va 8-9 december 1982 met oproep ‘Lees dit en verspreid het’.] 0761 [Robby Parabirsing.] Onze E analyse deel 2. Gezag. z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. [Pamflet, verspreid na de gebeurtenissen van 8-9 december 1982.] 0762 [Robby Parabirsing.] Onze E analyse deel 3. De toespraak van de bevelhebber en andere dingen. z.p. z.j.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Paramaribo 1982]. [Pamflet, verspreid na de gebeurtenissen van 8-9 december 1982.] 0763 [Robby Parabirsing.] Onze E analyse deel 4. Wat is de middenklasse en andere klassen? z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. [Tweebladig pamflet, verspreid na de gebeurtenissen van 8-9 december 1982, met oproep: ‘Lezen, copiëren en verder sturen’.] 0764 [Robby Parabirsing.] Onze E analyse deel 5. Wat is rechts en wat is links? z.p. z.j. [Paramaribo 1982], [Pamflet verspreid na de gebeurtenissen van 8-9 december 1982.] 0765 [Robby Parabirsing.] Onze E analyse deel 6. De nationalisering van onze gemeenschap. z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. [Pamflet, verspreid na de gebeurtenissen van 8-9 december 1982.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 245

0766 [Robby Parabirsing.] Onze E analyse deel 7. Ons volkslied kritisch bekeken. z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. [Pamflet, verspreid na de gebeurtenissen van 8-9 december 1982, met oproep ‘Lees, zing mee en verspreid dit pamflet’.] 0767 [Robby Parabirsing.] Stilte. G Bevel is bevel. Ons volkslied. Bowtah sa joe doe. z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. [Pamflet met vier gedichten, verspreid na de gebeurtenissen van 8-9 december 1982.] 0768 G[erard] Alberga & R. X/N Parabirsing. Groot Paasvakantieboek. Samenstellers: -. Uitgever: Drukkerij Alberga, Paramaribo z.j. [1983]. [Bevat: puzzels, opdrachten enz.; proza van Rappa; strips van Rokkie Fung Loi en Marlon Tjung Agnie. Kinderboek.] 0769 Rappa. Silvy en Hexa en N andere verhalen. [Op omslag:] Kinderverhalen. Drukkerij-Uitgeverij Alberga, Paramaribo 1983. [Het merendeel van deze verhalen is eerder verschenen in de reeks ‘vakantieboeken’ samengesteld door G. Alberga en R. Parabirsing.] 0770 G[erard] Alberga & R. X/N Parabirsing. Groot Kerstvakantieboek Samenstellers: -. Uitgever Drukkerij Alberga,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Paramaribo z.j. [1983]. [Bevat puzzels, spelletjes enz.; proza van Rappa; strips van Marlon Tjung Agnie. Kinderboek.] 0771 Rappa. Fromoe Archie. P Novelle. Geschikt voor lezers boven de 16 jaar. Drukke rij-Uitverij Alberga, Paramaribo 1984. 0772 Rappa. De vlek uit het P verleden. [Op omslag:] Roman uit Suriname. Transculturele Uitgeverij Masusa, Nijmegen 19842 [1e druk: 1982; herziene tekst, voorzien van voetnoten; afwijkend omslag en afwijkende typografie]. [Voorwoord van de uitgeverij.]

Josephine Redan

0773 Josephine Redan. Lafu tori. N Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), Paramaribo 1985. Serie leesboekjes in het Sranan Tongo. [Nederlandse vertaling: J. Redan. Samenstelling: J. Wilner. Met los bijgevoegd velletje ‘Nog een nieuwe spelling?’, ondertekend door ‘Het Instituut voor Taalwetenschap’.]

Jeane Sophie Everdine Redmond

0774 Sophie Redmond. 4 T toneelstukken.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Bijeengebracht door Thea Doelwijt. Een YWCA publikatie, Paramaribo 1972, 19722. [Uitgegeven ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van de Young Women's Christian Association, Suriname, juni 1972. Bevat: Grontapoe na asitere, Misi Jana e go na stembus, A sowtoe, Jezus na watra foe libi. Voorwoord: Ph. May-Bosch Reitz. Met ‘Sophie Redmond 1907-1955’ door S.A.S. Mitrasing-Sitalsing.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 246

Eugene Willem Eduard Rellum

0775 Eugene Rellum. Oembra G foe Sranan. Gedichten van -. z.p. z.j. [Paramaribo 1972]. [Met een ‘Ten geleide’ van Dr. E.Th. Waaldijk.] 0776 Eugene Rellum. Gedichten G van -. Editoryal Antiyano, Kollektief van Surinaamse en Antilliaanse Kunstenaars in Nederland, Amsterdam 1973. 0777 Eugene Rellum. Fajalobi. G Gedichten z.p. z.j. [Amsterdam 1975].

Bernhard Elsy Rensch

0778 Bernhard Rensch. Abaisa N is niet mijn naam. z.p. z.j. [Paramaribo 1973]. 0779 B.E. Rensch. ...Ik trouw N/G met wie ik hebben wil... Paramaribo 1976. 0780 B.E. Rensch. Jager op P groot Wild. Uitgegeven door: de Surinaamse Boekenclub, Paramaribo 1985.

Dayene Rigters

0781 Dayene Rigters. Diepe G zucht. Uitgever: René Mungra, Amsterdam 1973.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Henri François Rikken

0782 H.F. Rikken. Codjo, de P brandstichter. Oorspronkelijk historisch-romantisch verhaal uit het jaar 1832. J. Timmerman, Paramaribo 1903/Uitgever: Drukkerij H. v.d. Boomen, Paramaribo 19782 [herdruk in nieuw zetsel volgens oorspronkelijke typografie en lay-out; band wijkt af van de 1e druk]. [Met een voorwoord van S. Mulder CssR.]

Ririhpë

0783 Ririhpë. Jiwenanutoponpë N serë kaikuija pïrëupë. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Trio Ririhpë van Alalaparoe. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Berthe R. Coutinho-Roelofs

0784 B. Roelofs. Klein eiland. G [Op omslag:] Verzen van -. Paramaribo 1972. 0785 B. Roelofs. Omlijnd gemis. G Verzen door -. z.p.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Paramaribo] z.j. [Diverse edities met omslagen van verschillende kleuren papier.]

Astrid Heligonda Roemer (ps. Zamani)

0786 Zamani. Sasa. Mijn actuele G zijn. Paramaribo 1970. 0787 Astrid Roemer. Neem mij P terug Suriname. [Op omslag:] Roman. Offsetdrukkerij Algemeen Bureau voor de Statistiek, Paramaribo 1974. [Diverse edities met verschillende omslagen.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 247

0788 Astrid Roemer. Neem mij P terug Suriname. Pressag BV, Den Haag 19752 [typografie en omslag wijken af van de 1e druk, 1974]. 0789 Astrid Roemer. De wereld N heeft gezicht verloren. Expressionistische essay. Pressag BV, 's-Gravenhage 1975. [Met ingeplakte bijlage van de uitgever ‘Sorry...er ging iets fout. Vandaar deze bijlage.’] 0790 Astrid Roemer. Waarom N zou je huilen, mijn lieve lieve... Uitgeverij Z & Co., Zoetermeer 1976. 0791 Astrid Roemer. Over de P gekte van een vrouw. Een fragmentarische biografie. In de Knipscheer, Haarlem 1982, 19822. 0792 Astrid Roemer. Nergens P ergens. Roman. In de Knipscheer, Haarlem 1983. 0793 Astrid Roemer. T Paramaribo! Paramaribo! [Theatertekst opgenomen in de studie:] Chiel Kattenbelt, Frans Bosboom & Wil Hildebrand. Bruin Brood en Spelen; Paramaribo! Paramaribo!. Instituut voor Theaterwetenschap, Utrecht 1983. 0794 Astrid Roemer. De Auditie. T Uitgeverij Menes, Utrecht 1984. [Muziektheater.] 0795 Astrid Roemer. De Orde T Van De Dag. Uitgeverij Veen, Utrecht 1984.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0796 Astrid Roemer. En Wat G Dan Nog?! Liederatuur. Lesbische Uitgeverij Furie, z.p. 1985. 0797 Astrid Roemer. Een Vrouw T Van Een Man. Willem G. van Maanen. Een Zondagmiddag In Hotel ‘Askanischer Hof’. Tomas Ross. De Kelder. Veen, uitgevers, Utrecht/Antwerpen 1985. [Voorwoord Carel Alons. Inleiding Pieter Vrijman.] 797a Astrid Roemer. Over de P gekte van een vrouw. Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam 19853 [1e druk: 1982; editie wijkt geheel af van vroegere drukken]. Rainbow Pocketboeken 17. 0798 Astrid Roemei. G NoordzeeBlues. Liederatuur. Uitgeverij De Geus, Breda 1985.

Hanneke Ronhaar-Rozema

0799 Hanneke Ronhaar-Rozema. E Anansi-tori's. Rol en functie van het Surinaamse volkssprookje. [Doctoraalscriptie voor het Instituut voor Culturele Anthropologie te Utrecht, 1978, uitgegeven als nummer van:] Neerlands Volksleven. Jaargang 29-1979 - nummer 4. Uitgave van Het Nederlands Volkskundig Genootschap in samenwerking met het Beraad voor het

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Nederlands Volksleven/in samenwerking met hef Nedersaksisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Groningen, Wormer 1979. [Redaktie: Dr. Tjaard W.R. de Haan, Coen Eggen, Bert Sliggers. Ten geleide van Bert Sliggers.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 248

Wagijem Ronoidjojo-Wagijo

0800 Wagijem N Ronoidjojo-Wagijo. Aku bladjar numpak sepida (Hoe Ik Leerde Fietsen). Verteld door - in het Surinaams Javaans. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 1982. [Nederlandse vertaling: N.W. Wongsosemito; medewerking: Rinette Koso; samenstelling: Edward Speyers.] 0801 Wagijem N Ronoidjojo-Wagijo. Aku bladjar numpak sepida (Hoe Ik Leerde Fietsen). Verteld door - in het Surinaams Javaans. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 19842 [geheel herziene tekst; 1e druk: 1982]. Serie leesboekjes in het Surinaams Javaans. [Nederlandse vertaling: N.W. Wongsosemito; medewerking: Rinette Kosso; samenstelling: Edward Speyers.]

B. Jos de Roo

0802 B. Jos de Roo. De tijd zal E het leren. Instituut voor de Opleiding van Leraren, Paramaribo 1974. [Over Sarnami hai van Bea

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Vianen. Woord achterflap: Enno Endt.]

René André de Rooy (ps. Julio Perrenal)

0803 René de Rooy. Frases X Fáciles. Elementair Spaans idioom in zinnen met vragen en anekdoten. De Wit Stores NV, Aruba N.A. 19713, geheel nageziene en van correcties voorziene druk, z.j.4, z.j.5. 0804 René A. de Rooy. Cuentos X y anécdotas. Segundo curso. Samengesteld door - Leraar Spaanse Taal en Letterkunde M.O. (Middelbare en Mulo-scholen op Curaçao en in Suriname). De Wit Stores NV, Aruba N.A. 19724, z.j.5. 0805 René A. de Rooy. Cuentos X y anécdotas. Primer curso. Samengesteld door - Leraar Spaanse Taal en Letterkunde M.O. (Middelbare en Mulo-scholen op Curaçao en in Suriname). De Wit Stores NV, Aruba N.A. 19735. 0806 Jules de Palm & Julian E/G Coco. Julio Perrenal, dichters van het Papiamentse lied. De Bezige Bij, Amsterdam 1979. [Vijftien Curaçaose liedjes van Julio Perrenal, pseudoniem van Jules de Palm, Pierre Lauffer en René de Rooy; artikel van René de Rooy uit 1949 ‘De

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 miskenning van Julio Perrenal’.] 0807 René de Rooy. Verworpen P vaderland. Meulenhoff, Amsterdam 1979.

Roshni + Licht + Diwaliblad

0808 Roshni + Licht + G/E Diwaliblad. Uitgegeven door het Sanatan Dharm Bestuur in Nickerie (west. pol.) ter gelegenheid van het Diwalifeest in 1974, z.p. 1974. [Poëzie uit ‘Pushpaandjali’, Rabindranath Tagore (vertaald en bewerkt door R. Gainda); beschouwingen van R. Gainda. Gestencild, geniet.]

Cefas van Rossem

0809 Cefas van Rossem. G Origineel. Tekst en tekeningen: -. [Uitgegeven met steun en op de pers van Suralco], z.p. [Paramaribo] 1984.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 249

Rovali (ps. van Roepnarain Balak)

0810 Rovali. Ria. Uitgegeven N met medewerking van de sociaal-culturele vereniging Ujala, Paramaribo 1973. 0811 Rovali. Uit elkaar. G Paramaribo 1973. [Tekst achterflap: M.A. Nabibaks.] 0812 Rovali. Ik heb je lief... Vernietig mij niet. z.p. [Paramaribo] 1974. [Tekst achterflap: M.A. Nabibaks. Met los erratavelletje.] 0813 Rovali. Uiteen. Schin op ? Geul 1981. 0813a Rovali. Ik heb je lief, P vernietig mij niet. Valkenburg a/d Geul z.j. [1982]2 [1e druk: 1974; geheel herziene en van de 1e druk afwijkende editie].[Woord achterflap: Bert Ruyters.]

Ré Ruisman

0814 Ré Ruisman. Freddie's St. Nicolaas. [In boekvorm verschenen?]

Alienso Saaki

0815 Alienso Saaki. Fa fii sa ko X sabi oloisi juu (een boekje over klokkijken). - hën sikifi di buku aki. Instituut

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1983. Alfabetiserings serie in het Saramaccaans. [Samenstelling: N. Glock.] 0816 Alienso Saaki. Waka ku N fusutan! (Loop voorzichtig!) - hën konda di oto aki. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1983. Alfabetiserings serie in het Saramaccaans. [Nederlands: J. Koen-Boot; samenstelling: N. Glock.] 0817 Alienso Saaki. Kalëndë X 1984 [op omslag:] (a Samaaka töngö, Nëngë töngö, Holansi töngö, ku Ingisi töngö tuu). Saramacaans: -. Samenstelling: M. Nickel, N. Glock (Saramaccaans). Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), Paramaribo-Zuid z.j. [1983]. [Kalender.] 0818 Alienso Saaki. Kalëndë X 1985 [op omslag:] a Samaaka töngö (ku Saana töngö, Holansi töngö, ku Ingisi töngö tuu). Saramaccaanse raadsels: -. Samenstelling: N. Glock. Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), Paramaribo-Zuid z.j. [1984]. [Kalender.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Sampa Lemki (ps. van Guno Neus)

0819 Sampa Lemki. Prapi G (kruik). Wan bondru puwema ini Sranan Tongo nanga Ptata Tongo fu -. Nieuwegein 1983. [Vertalingen: Dorothee Wong Loi Sing.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 250

Orlando R. Sandel

0820 Orlando R. Sandel. Mag G men slapende honden wakker maken. Uitgave: Apollo's Reclame & Uitgevers Buro, Paramaribo z.j. [1975] 0821 O.R. Sandel. Troeboe. G Paramaribo 1975. 0822 O.R. Sandel. Lobi firi. G Paramaribo 1976.

Sanëpë

0823 Sanëpë. Kurija panpira. N [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Trio Sanëpë van Tepoe. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974. 0824 Sanëpë, Ririhpë, Sëresëreru N & Kapai. Paramaribo [op omslag:] gezien door -. Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling/Taleninstituut, Paramaribo 1977. [‘Ter introductie’: R.J. Spoelstra; eindredaktie Triotekst en Nederlandse vertaling: Feikje Brouwer.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 E. Medzen Sanne (ook: Metson Sane)

0825 Metson Sane & Abeli N Bapa. Koontu köndë oto (Fantasie verhalen). Metson Sane u Djuumu, hën sikifi dee koontu aki, ku Abeli Bapa fu Akisamaun. [Ommezijde titelpagina: ‘Deze verhalen zijn geschreven door Metson Sane met hulp van Abeli Bapa. De tekeningen werden gemaakt door Samuel Savon, eveneens een Saramaccaner, die ook geholpen heeft bij de vertaling in het Nederlands.] Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1976. 0826 E. Medzen Sanne. Di woto N u dee dii pau (Het verhaal van de drie bomen). - hën sikifi di oto aki. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics); Paramaribo 1979, 19842. Serie leesboekjes in het Saramaccaans. [Samenstelling: N. Glock. Uitgebracht in verschillende edities met omslagen van diverse kleuren.] 0827 E. Medzen Sanne. Suti oto N fii piki hafu (Half-geloofwaardige verhalen). - hën sikifi di buku aki. Het Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1984. Serie leesboekjes in het Saramaccaans. [Nederlandse vertaling: W.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Heijdanus; samenstelling: N. Glock, J.R. Mantell.] 0828 [E. Medzen Sanne e.a. - N vertaling.] Filip Galasia. Twee brieven van de apostel Paulus uit de Bijbel. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 1985. [Vertaling in het Saramaccaans van het Instituut voor Taalwetenschap met behulp van E. Medzen Sanne, Jaifolo Amoida, Tiini Amoida, Sambrie Kuse en Magda Amoida.]

Surrendra Santokhi

0829 Surrendra Santokhi. ‘Merí G yáden’. z.p. z.j. 1983.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 251

Mani Sapotille

0830 Mani Sapotille. Het tweede N gezicht. Vijftien vertellingen voor Surinaamse jongeren en andere volwassenen. Uitgeverij De Volksboekwinkel, Paramaribo 1985.

Umāshankar Satish

0831 Umāshankar Satish. E Surinām main Hindi. Jugal Kishorand Company, Deharadun (India) 1984. [Devanagari-schrift.] 0832 Umāshankar Satish. G/E Surinām main Hindi kavita. Jugal Kishorand Company, Deharadun (India) 1984. [Bloemlezing samengesteld door Satish. Poëzie van Munshi Rahman Khan, Umāshankar Satish, Bhagwad Prasad Tiwari, Sukhdew, Shrinivāsi, Amarsingh Raman, Jit Narain, Ramdew Raghoebir, Surjan Parohi, Kamayani, Suraj, Chandar mohan Ranjitsingh, Premāhand, Kiranbālā Gharietje Choenni. Talen: Hindi, Sarnami Hindi, Sanskrit, Brajbhāshām Bhojpuri. Devanagari-schrift.] 0833 Umāshankar Satish. E/N/T Surinām main Hindi gadya. Jugal Kishorand Company, Deharadun (India) 1985.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Bloemlezing samengesteld door Satish. Beschouwingen en reisverslagen van Jnanhans Adhin, Umadatt Sharma ‘Satish’, Harnarain Janki Prasad Singh, Ramnarain Jhauw, Shrimata Kiranbālā, Suryaprasad Biere, Sushri Kamayani, Balram Patandin, Ramdew Raghoebir. Toneel van Amarsingh Raman en Premanand. Talen: Hindi, Sarnami Hindi, Sanskrit, Brajbhāshā, Bhojpuri. Devanagari-schrift.]

Samuel Savon

0834 Samuel Savon. Baaa ku N baaa Mati ku mati. - fu Aksimaun hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Samuel Savon, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0835 Samuel Savon. Wanlö N Bakaa Kontu 1. - fu Akisamaun hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Samuel Savon, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0836 Samuel Savon. Bakaa N kontu 2. - fu Akisamaun hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Samuel Savon, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0837 Samuel Savon. Fufuu N anbunu (Waarom stelen niet goed is). - hën sikifi di oto aki. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 1974, 19842. Serie leesboekjes in het Saramaccaans. [Nederlandse vertaling: A.L. Bosch, J. Koen-Boot; samenstelling: N. Glock, J.R. Mantell.] 0838 Samuel Savon. Saamaka N oto 1. - fu Asindo Opo hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal is geschreven door Samuel Savon, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 252

0839 Samuel Savon. Saamaka N oto 2. - fu Akisamaun hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Samuel Savon, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.] 0840 Samuel Savon. Taku N Hatima Oto. - fu Akisamaun hën sikifi di buku aki. [Ommezijde titelpagina: Deze verhalen zijn geschreven door Samuel Savon, een Saramaccaner.] Instituut voor Taalwetenschap onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1974. [Proefuitgave.]

Rudy Schenkers

840a Rudy Schenkers. Ik was in G ons land z.p. 1985.

Marina Schmidt

0841 Marina Schmidt. De E Surinaamse romans van Bea Vianen. Een onderzoek naar struktuur en funktie van de romans Sarnami Hai, Strafhok en Ik eet, ik

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 eet, tot ik niet meer kan. Leiden 1978. [Doktoraalskriptie.]

Johanna Schouten-Elsenhout

0842 Johanna G Schouten-Elsenhout. Surinaamse Gedichten. Ingeleid en vertaald door Jan Voorhoeve. Flamboyant, Rotterdam 1973. 0843 Johanna X Schouten-Elsenhout. Sranan pangi. Bureau Volkslectuur, Paramaribo 1974. [Wan wortoe na fesi: Jan Voorhoeve; Foe gi frantwortoe: E. van der Hilst.]

Schrijversgroep '77

0844 De schrijver was een E éénling. Schrijversgroep '77, Paramaribo z.j. [1977?]. [Brochure. Bijlage: inschrijfformulier.] 0845 Statuten van de X Schrijversgroep '77. Gevestigd te Paramaribo. Gepubliceerd in het A.R.S. van dinsdag 28 november 1980, no. 85. Schrijversgroep 77, Paramaribo 1980. [De tekst van deze uitgave is eveneens te vinden in het Advertentieblad van de Republiek Suriname,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 dinsdag 28 oktober 1980, no. 85, p. 5.] 0846 Schrijversgroep '77 G/N Suriname. Eerste Lustrum, z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. [Poëzie van Sombra, Albert Mungroo, Eddy Pinas, Mechtelly, Rudolf Isselt, Dobru, John Jong A Tjauw, Ronald Julen, P. Marlee, Bhai, Martha Boonman; prozafragment van Ruud Mungroo.]

Schrijvers prentenboek van Suriname

0847 Schrijvers prentenboek van X Suriname. Stichting Culturele Samenwerking (Sticusa)/Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum/Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam/'s-Gravenhage 1979. [Samengesteld door Gerrit Borgers, Kees Nieuwenhuijzen, Max Nord en Hugo Pos. Begeleidende teksten: Hugo Pos. Inleiding: Hugo Pos.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 253

Rona Schweitz

0848 R. Schweitz. In de schaduw G van het heden. Tekst en tekeningen: -. [Uitgegeven met steun en op de pers van Suralco], Paramaribo 1985.

Nellius Otmar Sedoc (ps. Asramani)

0849 Nell. Sedoc (Asramani). G Opo dron (pris'doti). Paramaribo z.j. [1973]. 0850 N.O. Sedoc. Surinaams X kruiden-receptenboek. Sranan oso dresi en Nengre-oso sabi. Paramaribo 1975. 0851 Nell. Sedoc (Asramani). G Pre alomi soesa. Sranan krabert. z.p. [Paramaribo] 1977. [Ter inleiding: Dwight W. van Genderen.] 0852 N.O. Sedoc. Surinaams X kruiden-receptenboek. Sranan oso dresi en Nengre-oso sabi. Paramaribo 19772 vermeerderde en verbeterde druk, 19793. 0853 N.O. Sedoc. ‘Aisa winti’. N/G/E Suriname's culturele achtergronden. Paramaribo 1979. [Voorwoord: Jan Voorhoeve.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 A.J. Seymour

0854 A.J. Seymour. New writing G/N in the Caribbean. Edited by -. [Op omslag:] Carifesta '72. Printed by Guyana Lithographic Co. Ltd., z.p. 1972. [In deze bloemlezing is poëzie opgenomen van de Surinaamse dichters: R. Dobru, Thea Doelwijt, Orlando, Eugene Rellum, Shrinivasi, Jozef Slagveer, Michael Slory, Corly Verlooghen; proza van R. Dobru.]

Dee Sharm (ps. van Dewendradew Goerdin)

0855 Dee Sharm. Etterende P of N? haat. Stichting voor Surinamers, Den Haag 1984.

Henry D. Shayadsingh

0856 [H.D. Shayadsingh e.a.] X Sanatan Dharm anno 1975. Informatie en oriëntatie [o]mtrent de grootste godsdienstige organisatie in Suriname. Sanatan Dharm, Paramaribo 1975. [Redaktiekommissie: H.D. Shayadsingh (voorzitter), Mej. Ch. Pershad (secretaresse), B. Nandoe Tewari (lid). ‘Ten geleide’: Dr. R.M. Nannan-Panday MSc.B.A. Tekst ten dele in Devanagarischrift.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0857 H.D. Shayadsingh & Mej. ? Ch. Pershad. Shub Holi 1976. Paramaribo 1976. 0858 H.D. Shayadsingh G/E [samenstelling]. Shub Holi 1977. Achtergronden & inhoud van het ‘Holifeest’ met Tjaw-‘kabier's’ Oelahra's. Paramaribo 1977. [Voorwoord: H.D. S[hayadsingh]; poëzie van Pt. Haldhar Mathuraprasad, Michaël Slory, Soerdjan Parohi, Ronald R. Venetiaan, Amarsingh [Ramman]; holiliederen; prozabijdragen van Johan H.E. Ferrier, H.A.E. Arron, Trudi Guda, H.S. Adhin, J.H. Adhin.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 254

0859 Henry Shayadsingh. E Ramlila: het spel van Ram. Paramaribo z.j. [Geniet toelichtingsstencil.] 0860 H.D. Shayadsingh E/G [samenstelling]. Shubh holi 1979. Achtergronden & inhoud van het ‘Holifeest’. Een uitgave van de Jongeren Organisatie ‘Dharmatma’, z.p. 1979. [Voorwoord van H.D. S[hayadsingh]; boodschappen van Pt. I. Paragh Mishre, Dr Johan H.E. Ferrier, H.A.E. Arron, mevr. R. Radhakisun Ramlakhan, Dr. ir. H.S. Adhin; beschouwing van Mr. Dr. J.H. Adhin; twee tjawtaal's.]

Shrinivāsi (ps. van Martinus Haridat Lutchman)

0861 Shrinivāsi. Dilākār (teken G van het hart). Paramaribo 1970, 19702. [Tekst achterflap: G[eert]Koefoed.] 0862 Shrinivāsi. 1 Minuut stilte. G Paramaribo 1970. Katern I. [Bevat 16 gedichten, waarvan 8 uit vorige bundels. Tekst achterflap: R. Dobru.] 0863 Shrinivasi. Wortoe d' e tan G abra. Bloemlezing uit de Surinaamse poëzie vanaf 1957. Samengesteld en ingeleid door -. Bureau Volkslectuur, Paramaribo 1970, 19712. [Voorwoord:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Eva Essed. Poëzie van Trefossa, Rudi Kappel, Marcel de Bruin, Eugene W. Rellum, Corly Verlooghen, Asjantenoe Sangodare/Michael Slory, Bhai, Vene, Bernardo Ashetu, Johanna Schouten-Elsenhout, Shrinivasi, R. Dobru, Jozef Slagveer, Frits Wols, Thea Doelwijt, P. Marlee, Orlando, Edgar Cairo. Uitgebracht in verschillende edities met omslagen van diverse kleuren papier.] 0864 Shrinivāsi. Anjāli. G Paramaribo 19712 [licht gewijzigde herdruk; 1e druk: 1963] 0865 Shrinivasi. Phagwa. N Paramaribo 1971. Katern II. 0866 Shrinivâsi. Om de zon. G/N Paramaribo 1972. [Vooraf: ‘Shrini's tour d'amour’ door Frank Martinus Arion.] 0867 Shrinivasi. Oog in oog G (frente a frente). Paramaribo 1974. 0868 Shrinivasi. Wortoe d' e tan G abra. Bloemlezing uit de Surinaamse poëzie vanaf 1957. Samengesteld en ingeleid door -. Bureau Volkslectuur, Paramaribo 19743 [uitgebreide druk; 1e en 2e druk (resp. 1970 en 1971); 78 pagina's, 3e: 120 pagina's], [Voorwoord: Eva Essed. Poëzie van Trefossa, Rudi Kappel, Marcel de Bruin, Eugene W. Rellum, Corly Verlooghen, Asjantenoe

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Sangodare/Michael Slory, Bhai, Vene, Bernardo Ashetu, Johanna Schouten-Elsenhout, Shrinivasi, R. Dobru, Jozef Slagveer, Frits Wols, Thea Doelwijt, P. Marlee, Orlando, Edgar Cairo, Kwame Dandillo, Trudi Guda, Afanti, Barbara Stephan, Zamani, Celliano, Juanchi, Julius Ph.A. Defares, Rene Mungra, Glenn Sluisdom, B. Roelofs, Ruud Mungroo, Gerrit Barron (Sorava), Nell Sedoc (Asramani), O.L. Kemble. T.o.v. de eerste twee drukken is de keuze uit Shrinivasi's poëzie herzien en de inleiding herschreven. Uitgebracht in verschillende edities met omslagen van diverse kleuren papier.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 255

0869 Shrinivasi. Vrijgevig als G altijd. Uitgegeven in samenwerking met uitgeverij Futile, Rotterdam 1977. 0870 Shrinivasi. Wortoe d' e tan G abra. Bloemlezing uit de Surinaamse poëzie vanaf 1957. Samengesteld en ingeleid door -. Bureau Volkslectuur, Paramaribo 19794 [uitgebreide druk: 136 pag.; 1e druk: 1970]. [Voorwoord: Eva Essed. Poëzie van Trefossa, Rudi Kappel, Marcel de Bruin, Eugene W. Rellum. Corly Verlooghen, Asjantenoe Sangodare/Michael Slory, Bhai, Vene, Bernardo Ashetu, Johanna Schouten-Elsenhout, Shrinivasi, R. Dobru, Jozef Slagveer, Frits Wols, Thea Doelwijt, P. Marlee, Orlando, Edgar Cairo, Kwame Dandillo, Trudi Guda, Afanti, Barbara Stephan, Zamani, Celliano, Juanchi, Julius Ph.A. Defares, Rene Mungra, Glenn Sluisdom, Ruud Mungroo, Gerrit Barron (Sorava), Nell Sedoc (Asramani), O.L. Kemble, Rudolf Isselt. Aangevuld met nieuwe gedichten, voorgeselekteerd door mevrouw Urmie van Leeuwaarde-Alwart, van Trefossa, Shrinivasi, Slory, Cairo en Afanti. Uitgebracht in verschillende edities met omslagen van diverse kleuren papier.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0871 Shrinivasi. Als ik mijn G land betreed. Paramaribo 1980. 0872 Shrinivasi & Thea N/G Doelwijt [eds.] Rebirth in words. Poetry and Prose from Suriname. Ministry of Culture, Youth and Sports, Suriname, Paramaribo 1981. [Translations in co-operation with the Language Institute of the Ministry of Education, Suriname. Specially composed for Carifesta 1981 Barbados. Bijdragen van Trefossa, Marcel de Bruin, Michael Slory, Johanna Schouten-Elsenhout, R. Dobru, Shrinivasi, Ronald Julen, P. Marlee, Eugenie Eersel, Bhai, Eugene W. Rellum, Corly Verlooghen, Charietje Choenni, Edgar Cairo, Trudy Guda, Julian S. With, Chitra Gajadin, Albert Helman, L.H. Ferner, Thea Doelwijt, Benny Ch. Ooft, Eddy L. Pinas.] 0873 Shrinivasi. Ik zou jullie G willen binden. z.p. z.j. [Paramaribo 1983]. [Poster met het (titelloze) gedicht met de beginregel ‘Ik zou jullie willen binden’ uit de bundel 'Oog in oog (frente a frente) (1974).] 0874 Shrinivasi. Een weinig G/E van het andere. Bloemlezing samengesteld en ingeleid door Geert Koefoed. [Op omslag:] Poëzie. In de Knipscheer, Haarlem 1984. [Bevat een

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 keuze uit Anjāli (1963), Pratikshā (1968), Dilākār (1970), Om de zon (1972), Oog in oog (frente a frente) (1974), Vrijgevig als altijd (1977) en Als ik mijn land betreed (1980).]

Rini Shtiam (ps. van Soerdjan Parohi)

0875 Rini Shtiam. Mohini. G Paramaribo 1975. 0876 Rini Shtiam/Bhai Soerdjan G Parohi [beide auteursnamen worden alleen in het voorwoord vermeld]. Piendjré Ké Panchhie. z.p. z.j. [1976]. [Voorwoord: Khedoe Radjen.] 0877 R. Shtyaam & S. G/E Krishnasing. Yaadgaar. Paramount Press, Paramaribo 1977.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 256

0878 Soerdjan Parohi. Gianda G/X mama. Gedichten door -. [Langspeelplaat] Parbhadara Records, z.p. z.j. [Paramaribo 1983]. [Voordracht: Soerdjan Parohi. Producer: D. Debisaran. Manager: Ch. Dodah. Adviseur: Drs B. Premchand. Speciale medewerking: S. Oedit. Bevat poëzie uit de bundels Mohini (1975), Piendjré ké Panchhie (1976) en Yaadgaar (1977).]

Sinëkë

0879 Sinëkë. Tënen panpira. N [Ommezijde titelpagina:] Deze verhalen werden geschreven door de Trio Sinëkë van Tepoe. Gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ te Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Satyanaaraayan S. Singh

0880 Satyanaaraayan S. Singh. E Gaayatree Prakash. Een korte uitleg van de Guroo Mantra. Paramaribo 1978.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Sylvia Singh (geh. Lutchman)

0881 Sylvia Singh. Feelings. Zwijndrecht z.j. [C 1982], z.j.2. [Voorwoord: C. Buddingh'.]

Swami Singh

0882 Swami Singh vertelt: het N verhaal van de gouden vogel en andere verhalen. Universele Kennis/Universal Knowledge, Amsterdam 1979. [Kinderboek.]

Saleman Siswowitono

0883 Saleman Siswowitono. N Dongeng Kancil/Het verhaal van Kantjil Verteld door Paq -. Samenstelling en vertaling: J.J. Sarmo en H.D. Vruggink. Uitgave van de afdeling Cultuur Studies van het Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport, Paramaribo 1983. Javaanse vertellingen uit Suriname, 1. [Voorwoord/Panjelasan: J.J. S[armo] en H.D. V[ruggink]. Met vooraf: De taal/De vertaling/De spelling//Bab cârâ/Jâwâ/Bab cârâ Lândâ/Bab sepèlan.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 John L. Slagveer

0884 John Slagveer. Symfonie in G zwart. Uitgever ‘Aktueel-Press’, Paramaribo 1978. [Verschillende edities met omslagen van diverse kleuren.] 0885 John L. Slagveer. N Gespannen borsten om te beminnen. [Op omslag:] 'n Roman met ‘cachet’. Uitgever: Vereniging van Jonge Surinaamse Schrijvers, Paramaribo z.j. [1985]. Moedervlek. Maandblad voor Suriname 1e Jaargang No. 1. Een maandelijke Serie van romantische verhalen. 0886 John L. Slagveer. Ik heb N spijt van mijn leven. [Op omslag:] 'n Roman met ‘Cachet’. Uitgever: Vereniging van Jonge Surinaamse Schrijvers, Paramaribo 1985. Moedervlek. Maandblad voor Suriname 1e Jaargang No. 2. Een maandelijkse Serie van Surinaamse romantische verhalen.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 257

0887 John L. Slagveer. Een jong N hart bloedt. [Op omslag:] 'n Roman met ‘cachet’. Uitgever: Vereniging van Jonge Surinaamse Schrijvers, Paramaribo 1985. Moedervlek. Maandblad voor Suriname 1e Jaargang Nummer 4. Een maandelijkse Serie van Surinaamse romantische verhalen.

Josephus Hubertus Maria (Jozef) Slagveer

0888 Jozef Slagveer & Rudi E Kross. [Pamflet waarin een nieuw weekblad Het Front wordt aangekondigd en waarin de luchtvaartzwendel van J. Lachmon en A. Kamperveen wordt belicht.] Paramaribo 1972. 0889 [Jozef H. Slagveer - E redaktie.] ‘Analyse van een crisis’. Suriname februari 1973. Uitgave: Pers- en Publiciteitsbureau Informa, Paramaribo 1973. 0890 [Jozef Slagveer - redaktie.] X Johan Adolf Pengel. ‘Belangrijke uitspraken van een Nationale Leider.’ Uitgave: Pers- en Publiciteitsbureau Informa, Paramaribo z.j. [vóór 1974]. Informa Special. [Met poëzie van J.H. Slagveer en Lou Lichtveld/Albert Helman.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0891 J.H. Slagveer [redaktie] E Wan pipel. Informa, Algemeen Surinaams Persbureau, Paramaribo 1975. [In deze brochure zijn gegevens opgenomen van o.a. Jan Kuyk, Universitair tijdschrift ‘Overzicht’, ‘De Groene Amsterdammer’. Samenstelling: Het Surinaams persbureau Informa onder redaktie van J.H. Slagveer.] 0892 Jozef H.M. Slagveer X [eindredaktie] Heroïne vermoordt Paramaribo. Aktueel Press, Paramaribo z.j. [1977]. [Samenstelling: Aktueel-Kollektief; eindredaktie: Jozef H.M. Slagveer.] 0893 Aktueelkollektief. X Smeergelden - Het dossier van Soemita - Origineel -. Een Informa uitgave, Paramaribo z.j. [ca. 1977]. [Nawoord: Aktueelkollektief/J.H.M. Slagveer redakteur/uitgever.] 0894 J.H. Slagveer [ed.]. E Suriname een land in ontwikkeling. Kersten, Paramaribo 1977. [Tien winnende essays van de Nationaal Essay Kontest uitgeschreven door persbureau Informa i.v.m. het eenjarig bestaan van de Republiek Suriname. Voorzitter Koördinerend Komitee: J.H. Slagveer. Voorzitter jury: Drs. W. Udenhout. Essays van Marten Schalkwijk, P.D. de Baas, Ruben F. del Prado, Renate Sluisdom,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 H.J. Reeberg, Erwin Lachitjaran, Ferdinand L. Welzijn, Ronald A. Antheunis, Bernadette Bijlhout, Ronny M. Caster.] 0895 Informa-Aktueel X Kollektief. SLMschandaa.l Geheim Rapport. Uitgave: Persbureau Informa/Aktueel, z.p. z.j. [Paramaribo ca. 1979]. 0896 Jozef Slagveer. Moord in X Saramacca. Uitgave Aktueel Press, Paramaribo 1980. [Journalistieke reportage.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 258

0897 Jozef Slagveer. De nacht X van de revolutie. De staatsgreep in Suriname op 25 februari 1980. C. Kersten & Co NV, Paramaribo 1980. [Tekst achterflap: Jan Kuijk. Journalistieke reportage.] 0898 Jozef Slagveer. Een vrouw P zoals ik. C. Kersten & Co NV, Paramaribo 1981. 0899 [Jozef Slagveer - X samenstelling.] Wetgeving binnen het revolutionair proces (periode 4 februari tot 4 april 1982). Uitgave: Algemeen Surinaams Persbureau INFORMA, Paramaribo z.j. [1982]. [Voorwoord: Het Militair Gezag; redevoeringen van D. Bouterse, R. Horb, F. Ramdat Misier; tekst van decreten, statuten en staatsbesluiten.] 0900 J.H. Slagveer. De N verpletterde droom. [Omslag:] 'n Roman met ‘Cachet’. Uitgever: Vereniging van Jonge Surinaamse Schrijvers, Paramaribo z.j. [1985; = 3e druk: 1968]. Moedervlek. Maandblad voor Suriname Nummer 3 2e jaargang. Een maandelijkse serie van Surinaamse romantische verhalen. [Dit is de derde druk van de Nederlandse tekst van een uitgave die in een andere vorm in 1968 verscheen als Jozef Slagveer - De verpletterde droom - een kort verhaal. De parallel aan de

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Nederlandse tekst lopende Sranan tongo-tekst in de uitgave van 1968 is in deze derde druk weggelaten.]

Michaël Arnoldus Slory

0901 Michael Slory. Fraga mi G wortoe. Powema foe -. z.p. z.j. [Paramaribo 1970]. 0902 Michael Slory. Bonifoto. G z.p. z.j. [Paramaribo 1971]. 0903 Firi joesrefie. z.p. G [Paramaribo] 1971, [Sonnetten en kwatrijnen waarvan enkele vertaald uit de Rubáiyat.] 0904 Michael Slory. G Nengre-oema. Powema foe -. z.p. z.j. [Paramaribo 1971]. 0905 Michael Slory. Lobisingi. G z.p. [Paramaribo] 1972. 0906 Michael Slory. Vietnam. G z.p. [Paramaribo] 1972. 0907 Michaël Arnoldus Slory. E [Titelloze brief, gericht aan de Afdeling Rijksstudietoelagen van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Groningen (Nederland), waarin Slory vraagt om wijtschelding van zijn studieschuld op grond van politieke tegenwerking bij zijn studie.] Paramaribo 23 augustus 1972. [Stencil; het N.B. vermeldt: ‘Deze brief wordt verspreid onder de bevolking van Suriname’.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0908 Michael Slory. Memre den G dé. z.p. z.j. [Paramaribo 1973]. 0909 Michaël Slory. G/N Fri-Kontren-Sma. z.p. z.j. [Paramaribo 1975]. 0910 Michaël Slory. Mi kondre G sani. z.p. z.j. [Paramaribo 1975]. 0911 Michaël Slory. Wi e pusu G a konfri go na fesi. z.p. z.j. [Paramaribo 1975]. 0912 Michaël Slory. A no mena G a no boboi, ma... z.p. z.j. [Paramaribo 1979].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 259

0913 Michaël Slory. Kownubri G de na en Onigodo. Paramaribo 1979. 0914 M.A. Slory. Wan njun dé G broko. z.p. z.j. [Paramaribo 1979]. 0915 Michaël Slory. Pikin aksi G e fala bigi bon. z.p. z.j. [Paramaribo 1980]. 0916 Michaël Slory. Konten G konten fu esrede nanga fu tamara. z.p. [Paramaribo] 1981. 0917 Michael Slory. Den G préki-wroko fu wan kamoru. z.p. [Paramaribo] 1982. 0918 M.A. Slory. Fresko leri mi G/X den tra odo. z.p. [Paramaribo] 1984. 0919 Michaël Slory. Efu na G Kodyo Efu na Amba Efu na Romeo Efu na Julia Amir...nanga... z.p. [Paramaribo] 1985. 0920 Michaël Slory. [Titelloos. G Kerstgedichten.] z.p. z.j. [Paramaribo 1985]. [Vouwblad met acht kerstgedichten; de afzonderlijke gedichten dragen wel titels.]

Glenn Roy Sluisdom

0921 G. Sluisdom. Op zoek naar G het elfde gebod. z.p. z.j. [Paramaribo ca. 1970]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0922 Glenn Sluisdom. Genesis. G Paramaribo 1972, 19722. [Voorwoord: R. Dobru.] 0923 Glenn Sluisdom. Oen G kondre e kré watrai. Paramaribo 1973. 0924 Glenn Sluisdom. G Ontbolstering (voor haar die niemand kent). Drukkerij Uitgeverij D.A.G., z.p. z.j. [Paramaribo 1973]. 0925 Glenn Sluisdom. Mens = G Lichaam + Geest. z.p. z.j. [Paramaribo 1974]. 0926 G. Sluisdom. Omdat ik G meen dat ik je ken noem ik je mijn liefde. z.p. z.j. [Paramaribo 1974] 0927 G. Sluisdom. Zout der G aarde. Gedichten z.p. z.j. [Paramaribo 1974]. [Titel, genreaanduiding en auteursnaam met de hand met stift op het omslag aangebracht. De aanduidingen zijn wisselend per exemplaar, soms op voor-, soms op achterzijde.] 0928 G. Sluisdom. 2223 2224 G 2225 2226. Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met C. Kersten & Co, z.p. [Paramaribo] 1975. 0929 Glenn Sluisdom. Omdat G wij voor elkaar bestaan, laten wij liefhebben, z.p. z.j. [Paramaribo 1975]. 0930 Glenn Sluisdom. Het uur G is nu tijd van opstaan! Apollo's Reklame & Uitgevers Buro, Paramaribo 1975.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0931 Glenn Sluisdom. ‘Ze’. G Gedichten '77. z.p. z.j. [1977], z.j.2, z.j.3.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 260

0932 G. Sluisdom. Kleine G harmonieën. Systema, Amsterdam z.j.

Rosy Smeets

0933 Rosy Smeets & Ernest X/N Hofwijk. Er is wat aan de hand in Nederland. Suriname - kleurboek. Tien voorleesverhalen voor kinderen van 4 - 8 jaar. Samengesteld door - (teksten) & - (illustraties). Stichting Landelijke Federatie van Welzijnsstichtingen voor Surinamers, Utrecht 1979. [Kinderboek]

Henri Sno

0934 Henny Sno. De oorzaak en E de gevolgen van de greep. Uitgave: H. Sno, Amsterdam 1972.

S. Sombra (ps. van Stanley Richard Slijngard)

0935 [S. Sombra.] Ik ben 24 uur E in hongerstaking. z.p. [Paramaribo] 1973. [Pamflet in stencilvorm, gedateerd 1 januari 1973, met de beginregel ‘Ik ben 24 uur in hongerstaking’, niet ondertekend; verspreid in de buurt van

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Poelepantje, waar S. Sombra zijn actie hield uit protest tegen het onrecht in de maatschappij, jeugdwerkloosheid, krotwoningen, ellende en armoede van het volk, corruptie en wanbeleid. Het pamflet roept op tot organisatie.] 0936 [S. Sombra.] 1973: Jaar E van strijd voor lotsverbetering van de werkende klasse. Paramaribo 1973. [Pamflet in stencilvorm, gedateerd 1 mei 1973, met de beginregel ‘1973: Jaar van strijd voor lotsverbetering van de werkende klasse’, niet ondertekend; verspreid in de buurt van Poelepantje, waar S. Sombra een 24-uurs hongerstaking hield uit hernieuwd protest tegen de ‘Lachmon-Sedney kliek’, ter herdenking van de arbeidersstrijd en de dood van Abaisa. Het pamflet roept op tot strijd.] 0937 S. Sombra. Tarta. z.p. z.j. G [Paramaribo 1974]. 0938 S. Sombra. Dagwe. E/G Paramaribo 1976. 0939 S. Sombra. Krol z.p. z.j. G [Paramaribo 1982].

Sopo

0940 Sopo. Aware panpira. N [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Trio

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Sopo van Alalapadoe. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Author's Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974. 0941 Sopo. Jitëtoponpëton. - N inmenuhtëhpë. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal werd geschreven door de Trio Sopo van Alalapadoe.] Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974. 0942 Sopo. Përëreu panpira serë N [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Trio Sopo van Alalapadoe. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 261

Henk Theodoor Spalburg

0943 Henk Th. Spalburg. San de G fu frede. Apollo's Reklame & Uitgeversburo, Paramaribo 1975.

Sranan Botjetjie

0944 Sranan Botjetjie E/N/G [onderaan:] = Surinaams boeket. Poezie en proza uit Suriname. Knippenberg's Uitgeverij, Utrecht z.j. [1976]. Bulkboek nr. 36. [Proza van Bea Vianen, R. Dobru, Thea Doelwijt, Ruud Mungro[o], L.H. Ferrier, Benny Ooft, Albert Helman; poëzie van Bea Vianen, Shrinivâsi, R. Dobru, Michaël Slory (met vertaling van Hugo Pos), Eugene Rellum, Bernardo Ashetu; kritiek van Gerard van der Hilst, Henk van Teylingen en W.F. Hermans.]

Srefidensi verjaardags kalender

0945 Srefidensi verjaardags G kalender. [Apollo's Reklame & Uitgeversburo], z.p. z.j. [Paramaribo 1975, 19852]. [Kalender bestaande uit losse bladen die door een koordje bij elkaar gehouden worden. Op elke

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 zijde van een blad een kalender voor twee maanden, op de andere zijde telkens een gedicht: van Lucien Pinas (drie), Michael Slory, Dobru, Glenn Sluisdom.]

A.D. Starke

0946 A.D. Starke. Dede hoso G/X singi boekoe. Samengesteld door -. Paramaribo 1980. [Met vermelding: Ingebonden door: F.K. Sumter.]

Barbara Stephan

0947 Barbara Stephan. Een N/G ruiker in krantepapier. Proza en poëzie. Paramaribo 1970. [Tekst achterflap: Shrinivâsi.]

A. Stjura

0948 A. Stjura. Erowara N amoekonymbo kari'na mandon (Zo zijn enkele Karaïben). [Op omslag:] am Kareta Tymeren boko. Ero boekoe mosirome tykase man - wa Roberto wa Koronersi maro. [Ommezijde titelpagina:] Het verhaal is verteld door Mevr. A. Stjura; de tekeningen zijn van Roberto Maleko. Summer

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Institute of Linguistics, Paramaribo 1980. Dit is een alfabetiserings-boekje in het Karaïbs.

B. Stjura e.a.

0949 B. Stjura & A. Maipo. N Wajamy Toriry (enkele schildpadverholen). Door mevrouw - en De heer -. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Paramaribo 1982. Alfabetiserings-serie in het Karaïbs.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 262

Subh Divali 1974

0950 Subh Divali 1974. [Uitgave E/X van het Divali-Comité], z.p. [Paramaribo] 1974. [Naast het programma van de Divaliweek 1974 bevat dit boekje beschouwingen van Drs. B. Bihari en J.H. Adhin en een ‘Message of Divali’ van Shri Mahatam Sing, M.A.]

Jeanette C. Sukdeo-Antoe

0951 J.C. Sukdeo-Antoe. 12 N Siektjha bharie kahaanie (12 verhaaltjes waar we wat van kunnen leren). - ie kahaanie kahies (Naverteld door - in het Sarnami Hindoestani). [Instituut voor Taalwetenschap], Paramaribo 1984. [Nederlandse vertaling en uitgave: A.L. Bosch.]

Kries Sukhai

0952 Kries Sukhai. Kaise Trio N Iengie logan rahe hai. (Het leven van de Trio Indianen). [Ommezijde titelpagina:] Kries Sukhai aapan Tepoe ke bietal kahaanie tape bantie par kahies hai. Oe bhie sab tjhaapa banaais hai./Kries Sukhai heeft zijn belevenissen in Tepoe op de band verteld. Hij heeft

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 ook alle tekeningen gemaakt. Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1979. 0953 Kries Sukhai. Kries ke N kahaanie. - aapan kahaanie bataais hai. [Ommezijde titelpagina: Ie kahaanie Kries Sukhai se bantie par Sarnaamie Hiendoestaanie me kahal gail. Ie kahaanie bhie Hollands me liekhal gail./Dit verhaal werd door Kries Sukhai op de band verteld in het Sarnami-Hindoestani. Het werd ook in het Nederlands verteld.] Summer Institute of Linguistics, Paramaribo-Zuid 1980.

Loes Sukhai-Goelela

0954 L. Sukhai-Goelela. N Hamaar baap (Mijn vader). Ie kahaanie sriematie - se kahal gail (Verteld door Mevrouw -). Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of linguistics), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1983. Alfabetiserings serie in het Sarnami Hindoestani. [Vertaling: A.L Bosch.]

Jagesar Persad Kaulesar Sukul

0955 J.P. Kaulesar Sukul. Enkele E beschouwingen over het Holifeest. Door Dr. - M.A.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Een uitgave van het Shri Sanatan Dharm Nederland, Utrecht 1974. [Ten geleide: Dr. K. Sietaram.] 0956 J.P. Kaulesar Sukul. De G/E Bhagavadgītā. Beschouwingen en nederlandse vertaling. Uitgever Bovam, Paramaribo 19812 [1e druk: 1958; fotomechanische herdruk; titelblad vermeldt: Drukkerij Storm, Utrecht 1958]. [(Nieuw) woord vooraf door G.Tj. Soerdjbali.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 263

Suntu

0957 Suntu. Mëhparetonpë N ototonpë marë. [Ommezijde titelpagina:] Dit verhaal werd geschreven door de Trio Suntu van Tepoe. Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Suraj (ps. van Jan Srudnarainsingh Soebhag)

0958 Suraj. Meri Āwāz. z.p. G Suriname 1982.

Surinaamse gallerie

0959 Surinaamse gallerie. X Paramaribo 1979. [Discussie met o.m. Henk Fernandes, Frank Martinus Arion, Effendi Ketwaru [senior], Alphons Levens.]

Surinaams Volkskultureel Assemblee

0960 [Cassette van de X/G muziekgroep Redi Dron met strijdliederen. Inclusief tekstboek met vertalingen.] Surinaams Volkskultureel

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Assemblee, Utrecht [vóór 1981]. 0961 Grondslagen van het E/G Surinaams Volkskultureel Assemblee. Uitgave: Surinaams Volkskultureel Assemblee, z.p. z.j. [Utrecht ca. 1981]. 0962 [Surinaamse G prentbriefkaart met gedicht.] Surinaams Volkskultureel Assemblee, Utrecht [vóór 1981]. 0962a [Surinaamse powemakarta G tegen de oude politiek.] Surinaams Volkskultureel Assemblee, Utrecht [vóór 1981]. [Tekst met Indische pen ingebracht.] 0962b Tide tamara... dichten voor G het volk. Surinaams Volkskultureel Assemblee, Utrecht 1981. [Poëzie van C. Raalte, Stine Comvalius, A. Karg, J.C., Nannie Brown, R. MacDonald, Ida. Voorwoord: H.D.M. Lalji.] 0962c ...... a dé sa kon!/ (...... de G dag zal aanbreken!). Tide tamara - vrijheidsgedichten. Surinaams Volkskultureel Assemblee, Utrecht z.j. [1983].

Suriname - papieren tijger-nummer

0963 Suriname - spesjaal E 'papieren tijger'nummer in het kader van de Anton de Kom maand. Instituut voor de Neerlandistiek, Amsterdam 1973. [Met

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 o.m. artikel ‘Poëties Identifikationalisme en klassenstrijd in Suriname’.]

Suriname, ver land dichtbij

0964 Suriname, ver land N/X dichtbij. Lees-, kijk- en doeboekje voor kinderen vanaf 10 jaar. Uitgave van de Stichting Samen Wonen Samen Leven (SWSL) in samenwerking met de vijf Rotterdamse Onderwijs Projekten, Rotterdam z.j. [ca. 1984]. [Gegevens onzeker.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 264

Suriname verwoordt

0965 Suriname verwoordt. E/G BZZTôH teater/NOVIB, Den Haag 1976. [Overdruk van pp. 13 t/m 52 van het novembernummer 1976 van het literaire tijdschrift Bzzlletin, met identieke paginering: 13/1 t/m 52/40 en met identieke omslagontwerp, zij het dat dit vermeldt: ‘Suriname verwoordt’ i.p.v. ‘Bzzlletin nummer 40 november 1976 fl. 3,50 Surinamenummer’. Kritisch werk van H. Pos, Jan Voorhoeve, Edgar Cairo, F. van Wel, Peter Kloos, C.N. Dubelaar, Astrid Roemer, Sig. W. Wolf; poëzie van Eugene W. Rellum (met vertaling van Astrid Roemer), Trefossa (met vertaling van Albert Helman), Johanna Schouten-Elsenhout (met vertaling van Jan Voorhoeve), Corly Verlooghen, Edgar Cairo, Vene, Zamani, R. Dobru (met vertaling van Clara Eggink), Michael Slory (met vertaling van Jan Voorhoeve), Shrinivasi, Bhai.]

T. Suringa

0966 T. Suringa. Het noodlottige G paradijs. Blauw, Amsterdam 1982.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Susumi

0967 Susumi. Masiwëtonpëkën N serë, kaikui marë. Tïmenuhtëe Susumija. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal werd geschreven door de Wai Wai Susumi van Alalapadoe.] Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974. 0968 Susumi. Mure N emïntoponpë. [Gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of linguistics/Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.] 0969 Susumi. Sikare N iwehtopeken. [Op omslag:]Tïmenuhtëe Susumija. [Ommezijde titelpagina: Dit verhaal werd geschreven door de Wai Wai Susumi van Alalapadoe.] Het werd gedrukt en uitgegeven tijdens de ‘Native Authors Workshop’ in Tepoe door: Summer Institute of Linguistics/Stichting Medische Zending voor Suriname/West Indies Mission, Tepoe 1974.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Swagi (ps. van Siegmund Robles)

0970 Swagi. Sranan moes tron G kankantrie. z.p. z.j. [Paramaribo 1975].

Alex Alphons Sweet

0971 A.A. Sweet. Strijd voor een G betere mentaliteit. Paramaribo 1981. 0972 A.A. Sweet. Strijd voor een betere mentaliteit. Paramaribo z.j. [2de, herziene druk; 1e druk: 1981].

Helen Theresia Sy A Foek-Tdlohreg

0973 H.Th. Sy A Foek-Tdlohreg. G Voor moeder! z.p. [Paramaribo] 1985. [Voorwoord: F. Eersel-Beck.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 265

Theodorus E. Sypenhoff-Sitai

0974 Theodorus E. X Sypenhoff-Sitai. Zangboek J.A. Pengel. Singi-boekoe. Speciaal voor de afro-amerikaans [sic] cultuur in ons land Suriname. Uitgegeven en samengesteld door Heer -. Paramaribo 1973.

Tata Bodi (ps. van O. Buyne)

0975 Tata Bodi/O. Buyne. G [Titelloze verzameling.] z.p. z.j. [Gedichten van Gilpo (Guillaume Pool), Asjantenoe Sangodare (Mich[a]el Slory), Tata Bodi (ook gespeld: Tata Body) (O. Buyne), vertaald door O. Buyne. Losse vellen geniet in omslag waarop met viltstift geschreven: Tata Bodi/O. Buyne.]

Maynard Taylor

0976 Maynard Taylor, [5 Tegels G met gedichten, 1 met Surinaamse tekst, 1 met Nederlandse tekst, 3 met Engelse teksten.] Amsterdam 1981.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Tecumseh (ps. van Harrold Blanca)

0977 Tecumseh. [Op omslag: N Tekumseh.] Haboeli en de boze Teteli. Door - naar een Waraus verhaal van Stella Vlet. Uitgegeven door Bolivar Editions in samenwerking met het Jeugdlektuur-Projekt van het Cultureel Centrum Nickerie, z.p. [Paramaribo/Nieuw-Nickerie] 1978. Surinaamse vertellingen. [Verantwoording: Leonore de Vries. Vooraf: ‘Iets over de makers van dit verhaal’. Jeugdboek.]

Tesi f'i (proef het)

0978 Tesi f'i (proef het). SASK E/G/N Surinaams Antilliaans Schrijvers Kollektief, z.p. [Amsterdam (Druk: Rotterdam)] 1975. [Poëzie van Corly Verlooghen, Dobru, Shrinivasi, Eugene W. Rellum [op pag. 75 abusievelijk: v. Rellum], Cassifro [ps. van Jules Castillion], Titjari, Trefasi, Ludwich van Muiier, Blaw-Kepanki, Jules Niemel, (Gerrit Barron) Sorava, Johanna Schouten-Elsenhout (met vertaling van Jan Voorhoeve), Armand Baag, Michael Slory, Rambocus, Alwin Uhlenbeck, René Mungra, Kwame Dandillo, Kwasi, Mechtelly, Marcel de Bruin, R. Isselt, Kwakoe [Montri], Orlando, Julius

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Defares, Zapata, Megar F.K. Martodihardjo, A.W. Mungroo, L. Vreden, Trefossa, Dayenne Rigters, Sita Parsan; proza van Anton de Kom, Shrinivasi, Dobru en Astrid Roemer.]

Henriëtte Cornelly Tiendalli

0979 H.C. Tiendalli. Koesi N nanga Isa. Deel 1. Sranan leesboek. Proefuitgave. [Ommezijde titelpagina:] De verhalen in dit boekje zijn geschreven door mej. H.C. Tiendalli. Summer Institute of Linguistics, Paramaribo 1979. 0980 H.C. Tiendalli. Koesi N nanga Isa II. Sranan leesboek. Proefuitgave. [Ommezijde titelpagina:] De verhalen in dit boekje zijn geschreven door mej. H.C. Tiendalli. Summer Institute of Linguistics, Paramaribo 1979.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 266

0981 H.C. Tiendalli. Koesi N nanga Isa III. Sranan leesboek. Proefuitgave. [Ommezijde titelpagina:] De verhalen in dit boekje zijn geschreven door mej. H.C. Tiendalli. Summer Institute of Linguistics, Paramaribo 1979. 0982 H.C. Tiendalli. 3 Anansi N tori. Het Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1980. [Nederlandse vertaling van het verhaal ‘Fa Anansi Poeroe Monki Na Nowtoe’: Melany Bernadine.] 0983 H.C. Tiendalli & M[arilyn] N Nickel. Lesi boekoe na ini Sranan Tongo. [Op omslag:] Deel 1. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1981, 19822. Alfabetiserings serie in het Sranan Tongo. 0984 H.C. Tiendalli. 3 Anansi N tori. Naverteld door -. Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 19832 [bevat, naast afwijkende boekgegevens, ook twee extra vertalingen t.o.v. de 1e druk, 1980]. Alfabetiserings serie in het Sranan Tongo. [Nederlandse vertaling: M. Bernadine; samenstelling: M. Nickel.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0985 H.C. Tiendalli. Tori di N Switi foe Leisi. Naverteld door -. Het Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo 1984. Alfabetiserings serie in het Sranan Tongo. [Nederlandse vertaling: H.C. Tiendalli; samenstelling: M. Nickel.]

Tirade

0986 Tirade nr. 189 september E/N/G 1973 Jrg. 17. [Op omslag:] De jonge Surinaamse literatuur. Redakteur van dit nummer: Mr. H. Pos. G.A. van Oorschot, Amsterdam 1973. [Essayistiek: Hugo Pos, Jan Voorhoeve; proza: Rodney Russel, Leo H. Ferner; poëzie: Johanna Schouten-Elsenhout (in vertaling van Jan Voorhoeve), Trefossa (met vertalingen van Albert Helman), Bhai, Bea Vianen, Michaël Slory (met vertalingen van hemzelf en Jan Voorhoeve), Shrinivasi, Bernardo Ashetu, R. Dobru, Rudi van Lier.]

Sa Tjaliamofoe

0987 [Tjaliamofoe & N Waakzaam.] Joyce Park. Leisi Okanisi Tongo. Deel 1. Summer Institute of

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Linguistics, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, Afdeling Alfabetisering, Paramaribo 1980, 19822. Alfabetiserings serie in het Djoeka/Aukaans. [Enkele verhalen in dit boekje zijn verteld door Waakzaam en Tjaliamofoe.] 0988 [Tjaliamofoe & X/N Waakzaam.] J[oyce] Park. Leisi Ndjoeka Tongo. Deel 2. Deel 3. Summer Institute of Linguistics, Paramaribo 1980. Alfabetiserings serie in het Djoeka. [Enkele verhalen in dit boekje zijn geschreven door Waakzaam en Tjaliamofoe. De uitgave kent twee titelpagina's, voor Deel 2 en Deel 3; het omslag vermeldt: Deel 2, Deel 3.] 0989 Sa Tjaliamofoe. A Toli foe N Manti (Het verhaal van de maan). Het Instituut voor Taalwetenschap, Paramaribo 1980.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 267

Tjoka (ps. van Allan Narish Madari)

0990 Tjoka. Loksi Ati. G Amsterdam 1984. [Enkele gedichten uit deze bundel zijn ondertekend met ‘Tjoka Ramadi’ en ‘Tjoka Ramadi (Sirodj)’.]

Toke

0991 Toke. Proklamatie X/G schrijversbeweging Toke. [Schrijversbeweging Toke], Paramaribo 1982. [Folder met tekst ondertekend door G. Barron, H. Doelwijt, R. Parabirsing, L. Pinas; met portretten van de auteurs en gedicht van Lucien Pinas.]

Michel Toppin (ps. Man tana Valera)

0992 Michel Toppin. Poging. G/X z.p. z.j. [Amsterdam 1975]. [Voorwoord: A.W. Mungroo. Poëzie en aforismen.] 0993 Mantana Valera. Het X/G geheim van een Surinamer. Leesboek voor beginners. Amsterdam 1976. [Leesboek Sranan Tongo waarin opgenomen poëzie van R. Dobru en Albert Mungroo.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Trefossa (ps. van Henry (Henny) Frans de Ziel)

0994 Trefossa. Ala poewema foe G/E -. Samengesteld door Jan Voorhoeve. Bureau Volkslectuur Paramaribo 1977. [Essayistische bijdragen van Ronny Klimsop, Paul Rodenko, Jan Voorhoeve en Albert Helman. ]

Desi Truideman

0995 Desi Truideman. Het E Surinaamse Krantenwezen in de Koloniale Tijd. Zijn rol in de culturele en politieke bewustwording. Paramaribo 1983. [Losse bijlage: copie van een pagina uit de eerste krant in Suriname, ‘De Weekelijksche Woensdaagsche Surinaamse Courant’ van 22 februari 1775.] 0996 Desi Truideman. Weten en E denken. [Op omslag:] Meningen Informatie Impressies van -. Paramaribo 1980.

Wim A. Udenhout

0997 Wim Udenhout. Het Engels E als kneedbare abstractie. Voordracht gehouden op 3 november 1977 door Drs. W.A. Udenhout bij de opening van het studiejaar 1977/1978 van het Instituut voor de Opleiding van

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Leraren te Paramaribo. Instituut voor de Opleiding van Leraren, Paramaribo 1977. Cahier van het Instituut voor de Opleiding van Leraren 2.

Alwin Uhlenbeck

0998 Alwin Uhlenbeck. ‘Santro’ G de boodschap van een neger. [Op omslag: ‘Santro’ mi boto lai.] Amsterdam z.j. [ca. 1973].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 268

Ria Vanderauwera e.a.

0999 Ria Vanderauwera en Wim G/N/X Neetens [redaktie]. De grote overtocht. Proza en poëzie uit het Karaibische gebied. EXA, Antwerpen 1983. [Beschouwingen over Suriname van Cynthia H. McLeod, Renata L.C. de Bies, Wim Rutgers.]

E. Vastenburg

1000 E. Vastenburg. Negroica. G? Rotterdam 1979.

Carlo Velanti

1001 Carlo Velanti. Taanga Jesi N O Kii Joe (Je koppigheid zal je val worden). - be sikiifi a boekoe disi. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), onder auspiciën van het MINOW, Paramaribo-Zuid 1983. Alfabetiserings serie in het Aukaans. [Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot; samenstelling: L. Shanks en Carlo Velanti.] 1002 Carlo Velanti. A ogii wataa N meti (Het monsterachtige waterdier). - be sikiifi a boekoe disi. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics),

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Paramaribo 1984. Serie leesboekjes in het Aukaans. [Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot; samenstelling: Carlo Velanti en Louis Shanks.] 1003 [Carlo Velanti e.a. - N samenstelling en vertaling.] Gadoe seeka Moses moi toon wan edeman (God maakte Mozes een leider van zijn volk). Een verhaal uit het Bijbelboek Exodus, verteld in het Aukaans. International Bible Society/Instituut voor Taalwetenschap, New York/Paramaribo 1984. Deel 1 uit de serie van Mozes. [Aukaanse vertaling: Carlo Velanti. Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot. Samenstelling: Carlo Velanti en L. Shanks. Vertaling: Instituut voor Taalwetenschap.] 1004 [Carlo Velanti e.a. - N vertaling en samenstelling.] Moses soi Konoe Gadoe malati (Mozes laat Farao Gods macht zien). Een verhaal uit het Bijbelboek Exodus, verteld in het Aukaans. International Bible Society/Instituut voor Taalwetenschap, New York/Paramaribo 1984. Deel 2 uit de serie van Mozes. [Aukaanse vertaling: Carlo Velanti. Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot. Samenstelling: Carlo Velanti en L. Shanks. Vertaling: Instituut voor Taalwetenschap.] 1005 [Carlo Velanti e.a. - N vertaling en samenstelling.] Gadoe tjai Moses anga den

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Djoe a ini sabana (God zorgt voor Mozes en de Israëlieten in de woestijn). Een verhaal uit het Bijbelboek Exodus, verteld in het Aukaans. International Bible Society/Instituut voor Taalwetenschap, New York/Paramaribo 1984. Deel 3 uit de serie van Mozes. [Aukaanse vertaling: Carlo Velanti. Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot. Samenstelling: Carlo Velanti en L. Shanks. Vertaling: Instituut voor Taalwetenschap.] 1006 [Carlo Velanti e.a. - N vertaling en samenstelling.] Gadoe leti Moses anga den Djoesama fa foe libi (God leert de Israëlieten hoe te leven). Een verhaal uit de Bijbelboeken Exodus, Numeri en Deuteronomium verteld in het Aukaans. International Bible Society/ Instituut voor Taalwetenschap, New York/Paramaribo 1984. Deel 4 uit de serie van Mozes. [Aukaanse vertaling: Carlo Velanti. Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot. Samenstelling Carlo Velanti. Vertaling: Instituut voor Taalwetenschap].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 269

1007 [Carlo Velanti e.a. - N vertaling en samenstelling.] Kon loekoe fositen djoesama kondee libi (Dagelijks leven in het Israël van de Bijbel). Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 1984. [Oorspronkelijke tekst: Summer Institute of Linguistics, Papua New Guinea. Aukaanse vertaling: Carlo Velanti. Samenstelling: Carlo Velanti en L. Shanks. Vertaling: Instituut voor Taalwetenschap. Nederlandse vertaling: C.N. van der Ziel.] 1008 Carlo Velanti. Oe si langa N neki suma kaba? (Mensen met lange nekken). - be sikiifi a boekoe disi. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 1984. Serie leesboekjes in het Aukaans. [Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot; samenstelling: Carlo Velanti en Louis Shanks.] 1009 Carlo Velanti. Taanga Jesi N O Kii Joe (Je koppigheid zal je val worden). - be sikiifi a boekoe disi. Instituut voor Taalwetenschap (Summer Institute of Linguistics), Paramaribo 19842 [afwijkende boekgegevens van de 1e druk, 1983]. Leesboekje in het Aukaans.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Nederlandse vertaling: J. Koen-Boot; samenstelling: L. Shanks en Carlo Velanti.]

Frank Velantie e.a.

1010 F. Velantie & A[ndré] N R[ichard] M[atiematie] Pakosie. Tu Mato fu Ndjuka Sama. [Ommezijde titelpagina:] Deze verhalen zijn verteld en geschreven door de Aucaners - en -. Instituut voor Taalwetenschap, onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs te Suriname, Paramaribo 1975. [Proefuitgave.] 1011 [Frank Velanti e.a.] J X [oyce] Park. Boekoe foe jeepi den sama di e leli sama leisi anga sikiifi a ini Okanisi Tongo. (Deel 1). J. Park met veel medewerking van Marcus Pinas en Frank Velantie. Instituut voor Taalwetenschap (S.I.L.), onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, Paramaribo 1981. Alfabetiserings serie in het Aukaans (Djoeka). 1012 Frank Velanti en X medewerkers. Fa i moe soloegoe i sikin, anga pe je tan boen. Door -. MINOW, Afdeling Alfabetisering, Paramaribo 1983. [Medewerkers: Anita Edeling, Marcus Pinas, Isedore Libretto.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1013 [F. Velantie e.a. - X vertaling.] Tites Filemon. (Na toe den biifi a ini a Beibel di Pawles be sende gi sama)/Twee brieven van de apostel Paulus uit de Bijbel. International Bible Society/Instituut voor Taalwetenschap, East Brunswick, New Jersey/Paramaribo 1984. [Vertaling in het Aukaans: E. Gendo, F. Velantie, B. Velantie, F. Freedrik, Aucaanse Bijbelvertaling Comité onder leiding van Br. Waakzaam, Bijbelvertalers van het S.I.L.]

Venture

1014 Venture. Billiton E/G International Metals BV, The Hague z.j. [Poëzie van Shrinivasi, Dobru; proza van R. Ravales [sic] (Dobru); beschouwingen van Ch.Eersel; vertalingen: James Brockway en Billiton International Metals BV; inleiding: Mr. H.A.E. Arron.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 270

Corly Verlooghen (ps. van Rudi Bedacht)

1015 Corly Verlooghen. De G/E glinsterende revolutie. Identiteitspoëzie. (Met een inleiding over het Revolutionair Proces in Suriname). Amsterdam 1970. 1016 Corly Verlooghen. Luister G meneer de president - Het Volk Spreekt -. Luister geliefd en eerlyk volk. De President antwoordt. [Binnenzijde:] Surinaamse gedichten en muziek van Corly Verhooghen [sic]. Uitgevoerd door Oscar Harris en de Twinkle Stars. Pressag Den Haag 1975. [Twee poëziebundels in uitklapbaar omslag, in de eerste bundel een Inleiding van de uitgever; los bijgevoegd: hoes met grammofoonplaatje Suriname onafhankelijk/Oeng egi passi van The Twinkle Stars, featuring: Oscar Harris, Blue Elephant BE 24.561. Op kant 1 de titelsong van Rudy Bedach [sic] /Stan Lokhin, op kant 2 ‘Promised land’ van Wielkens/Harris/Smith. Produced and arranged by Stan Lokhin. De poëzie van ‘Luister, meneer de president’ verscheen eerder in De glinsterende revolutie, 1970.] 1017 Rudy Bedacht. X Gitaarstudie voor beginners en gevorderden

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Uitgeverij Posa-Boek, Amsterdam 1977. 1018 Corly Verlooghen. De leba P is gevangen. Uitg. Surivox Zweden, z.p. 1977. [Uitgebracht in verschillende edities met omslagen in verschillende kleuren.] 1019 Rudy Bedacht. Frn teknik X till interpretation. Gitarrstudie. Uppsala 1971 1020 Corly Verlooghen. Juich G maar niet te vroeg. Gedichten. Drukkerij-Uitgeverij Dubois & Dubois, Paramaribo 1979. 1021 Rudy Bedacht. Kursus Intensief Gitaarspel voor beginners. Paramaribo 1979. X 1022 Rudy Bedacht. X Gitaarstudie voor gevorderden, de hogere posities V, VII en IX. Paramaribo 1980. [Verschenen?] 1023 Rudy Bedacht. Muziek X voor de jeugd. Eenvoudige muziekleer voor onderwijs aan jeugdige leerlingen. 10 Lessen. Deel 1. Uitgeverij Muziekpedagogisch Centrum, Paramaribo 1980. 1024 Rudy Bedacht. De jeugd X zingt. Bonaire 1980 of 1981. [Cahier met liederen, met handleiding en beschouwingen.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Dolf Verroen e.a.

1025 Dolf Verroen en Nannie G/N/E Kuiper. Ons Surinaamse ik. Samengesteld door -. Leopold, Den Haag 1984. [Proza van Edmé Wiekslag, Gerrit Barron, Mechtelly, Noni Lichtveld, Dobru, H. Heyde, Cirino, A. de Groot, Thea Doelwijt, M.Th. Hijlaard, Gerda Havertong. poëzie van Orlando, Corly Verloghen [sic], H. Heyde, A. de Groot, Paul Marlee, Dobru, J.H. Slagveer, Orsine Nicol. Met aardrijkskundige en historische gegevens over Suriname. Kinderboek.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 271

Beatrice Sylvia Vianen

1026 Bea Vianen. Strafhok [Op P omslag:] Roman. Em. Querido's Uitgeverij NV, Amsterdam 1971. 1027 Bea Vianen. Ik eet, ik eet, P tot ik niet meer kan. Em. Querido NV, Amsterdam 1972. dam 1972. 1028 Bea Vianen. Sarnami, hai. P Em. Querido's Uitgeverij NV, Amsterdam 19722 [1e druk, 1969, niet in deze reeks verschenen; afwijkende typografie, afwijkend omslag]. Salamander 307. 1029 Bea Vianen. Het paradijs P van Oranje. Em. Querido's Uitgeverij BV, Amsterdam 1973. 1030 Bea Vianen. Liggend G stilstaan bij blijvende momenten. [Op omslag:] Gedichten. Querido, Amsterdam 1974. 1031 Bea Vianen. Strafhok. Em. P Querido's Uitgeverij BV, Amsterdam 19742 [1e druk, 1971, niet in deze reeks verschenen; afwijkende typografie, afwijkend omslag]. Salamander 347. 1032 Bea Vianen. Geen P onderdelen. Roman. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 1979. 1033 Bea Vianen. Yo te espero, N senora Ramkumari. Bijlage bij Avenue 5, mei 1979. Amsterdam 1979. [Als

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 afzonderlijke bijlage verschenen.] 1034 Bea Vianen. Ik eet, ik eet, P tot ik niet meer kan. In de Knipscheer BV, Haarlem 19842 [1e druk: 1972; afwijkende typografie en uitgever; afwijkend omslag]. 1035 Bea Vianen. Het paradijs P van Oranje. In de Knipscheer, Haarlem 19852 [1e druk: 1973; afwijkende typografie en uitgever; afwijkend omslag].

Jan N. Voorhoeve

1036 J. Voorhoeve. Varieties of E Creole in Surinam. The Art of Reading Creole Poetry. Cambridge 1971. [Overdruk uit D. Hymes (ed.), Pidginization and Creolization of languages, Proceedings of a Conference (Mona, April 1968), Cambridge University Press, pp. 323-326.] 1037 Jan Voorhoeve and Ursy G/N/E/T M. Lichtveld. Creole Drum. An Anthology of Creole Literature in Surinam. Edited by - with English Translations by Vernie A. February. Yale University Press, New Haven and London 1975. [Beschouwingen van de samenstellers; poëzie van J.G.A. Koenders, Eddy Bruma, Chr.H. Eersel, Jo Rens, Trefossa, Johanna

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Schouten-Elsenhout, Michaël Slory, Hendrik Schouten en volksliederen; proza van Johannes King, J.G.A. Koenders, Trefossa en Edgar Cairo en volksverhalen, verteld door Alex de Drie; toneel van Eddy Bruma.] 1038 Jan Voorhoeve. Tinadri. X Een praktische cursus om Surinaams te leren in 13 lessen. Samengesteld door Prof. Dr. - Rijksuniversiteit te Leiden. Uitgegeven door: Centrum Anton de Kom, Amsterdam 1976, 19802.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 272

1039 Jan Voorhoeve. Dikke Ikke N en de rest. Spinverhalen uit de West. Kosmos, Amsterdam/Antwerpen 1979. [Kinderboek.]

Lucy Vreden-Kortram

1040 Lucy Vreden-Kortram. G Sranan E Kari/Suriname roept. SASK Surinaams Antilliaans Schrijvers Kollektief, z.p. 1975. 1041 Lucy Vreden. Blaka bakra. N/P? z.p. z.j.? [Uitgegeven?]

Anne de Vries

1042 Anne de Vries. Gado tori N gi pikinnengre. [Vertaald uit het Nederlands door R.M. Schmidt e.a.] Frankfurt/Main z.j. [ca. 1971]. [Sranan Tongo tekst. Stadszending foe Paramaribo. Oorspronkelijke titel: Kleutervertelboek voor bijbelse geschiedenis.] 1043 Anne de Vries. Gado tori P da piki nenge. z.p. z.j. [Konda da pikinenge Emanuel, Constantijn, Medzen Mbei di buku aki.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Leonore Johanna de Vries

1044 Leonore de Vries. De trom N van Jhanny Salwee. Uitgave: Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, z.p. ['s Gravenhage] 1973. [Uitgave ter gelegenheid van de Kinderboekenweek 1973. Kinderboek.] 1045 D. D[honday] & L[eonore] T d[e] V[ries] [samenstelling en vertaling]. Ramlila (Ramspel). Korte bewerking naar de Hindi-Ramayana van Tulsidas (oorspronkelijke schrijver Vaalmiki), Nickerie 1973. [Met een lijst van ‘Eventueel nader uit te werken of aan het spel toe te voegen scènes’ en een lijst ‘Woordverklaring’.] 1046 [Leonore de Vries.] Mijn X/G eigen telboek. [Op omslag: Telboek.]. [Jeugd Lektuur Projekt van het Cultureel Centrum Nickerie], z.p. z.j. [Nieuw Nickerie ca. 1975]. [Gestencilde proefuitgave, zonder tekeningen. Kinderboek.] 1047 [Leonore de Vries.] X/G Telboek. [Jeugd Lektuur Projekt van het Cultureel Centrum Nickerie], z.p. z.j. [Nieuw Nickerie ca. 1975]. [Gestencilde proefuitgave, met tekeningen. Tekst identiek aan Mijn eigen telboek, ca. 1975; omslag afwijkend: van deze proefuitgave zijn alle omslagen verschillend met kleurstiften bewerkt. Kinderboek.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1048 [Leonore de Vries.] Mijn X/G eigen telboek. Uitgegeven door Jeugd Lektuur Projekt in samenwerking met het cultureel centrum Nickerie, z.p. [Nieuw-Nickerie] 1975. [Gestencilde proefuitgave, met lintje bijeengehouden. Tekst identiek aan Mijn eigen telboek, ca. 1975. Kinderboek.] 1049 [Leonore de Vries.] Jeugd E/G Lektuur projekt Wat is het? Uitgegeven door het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling ter gelegenheid van de Surinade (Jaarbeurs 1979), Paramaribo 1979. [Met poëzie van L.R. Rahan en Orlando.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 273

1050 Leonore de Vries. Mijn X/G eigen telboek. Blindeninstituut, z.p. z.j. [Paramaribo 1979]. [Uitgave in brailleschrift van Mijn eigen telboek, ca. 1975. In ringband. Kinderboek.] 1051 Leonore de Vries. Mijn X/G eigen telboek. Stichting Volksboekwinkel i.s.m. het Jeugd Lektuur Projekt van het Cultureel Centrum Nickerie, z.p. [Paramaribo/Nieuw-Nickerie] 1980 [moet zijn: 1981]. [Eerste gedrukte editie; tekst wijkt op enkele plaatsen af van de gestencilde uitgaven. Kinderboek.] 1052 Nancy Mokkum & E Leonore de Vries. Het beoordelen van jeugdliteratuur voor Suriname. z.p. [Paramaribo] 1984.

M.J. de Vries-Schröder

1053 M.J. de Vries-Schröder. E Albert Helman. Zuid-Zuid-West. z.p. [Paramaribo] z.j. [Nota I.O.L.]

Aldert Walrecht

1054 Aldert Walrecht. Het goud E van Suriname. Uitgave van

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 het Direktoraat Cultuur en Volksvorming, Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, Paramaribo 1970.

Don Walther (ps. van Walther R.W. Donner)

1055 Don Walther. De Druk van P het verleden. Uitgeverij Laetitia, Rotterdam 1973. 1056 Don Walther. De pirana's. P? Uitgeverij Laetitita, Rotterdam 1973. 1057 Don Walther. The P politicians. Laetitia Books, Rotterdam 1973, z.j.2, z.j.3. 1058 Don Walther. Politics pay. P A novel. Laetitia Publications, Rotterdam 1973. 1059 Don Walther. Een Rechter P is ook maar een mens. Uitgeverij Laetitia, Rotterdam 1973. 1060 Don Walther. De politici. P Uitgeverij Steven Press, Zoetermeer z.j. [Nederlandse versie van The politicians, 1973.] 1061 Don Walther. Maar, P meneer de rechter. Duwaer en Zonen, Amsterdam z.j. [1975]. 1062 Don Walther. De Politici P Boek II Lalbahadoor. De Politici Boek III Maurice Davidson. Uitgeverij Steven Press, Zoetermeer z.j. 1063 Don Walther. De P uitverkorenen. [Op

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 omslag:] Roman. Uitgeverij Steven Press, Rotterdam z.j. [Het boek vermeldt dat dit het vervolg is op ‘De Politici’: ‘Boek II Jack Lalbahadoersingh’.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 274

1064 Don Walther. [Franse P vertaling van Politics pay.] 1981. [Gegevens onbekend.] 1065 Don Walther. Politiek P betaalt. Uitgeverij Laetitia, Rotterdam 1982. [Oorspronkelijke titel: Politics pay (1973); vertaling W. Donner.] 1066 Don Walther. The Price of P? the Puffy Gully. Laetitia Books, Rotterdam 1982. [Gegevens onzeker.]

Gladys Waterberg

1067 Gladys Waterberg. Ixora G (faja lobi). Uitgave: Aspasja z.p. [Amsterdam] 1982. [Poster met gedicht]

Freek J. van Wel

1068 F.J. van Wel. Portretten uit E Suriname in de tweede helft van de achttiende eeuw. Schakels, uitgave van het Kabinet van de vice-minister-president/Bureau voorlichting, Jaargang 1971, S 77, 's-Gravenhage 1971. 1069 F.J. van Wel. Er tin E tin...neger sprookjes in Suriname. Schakels, uitgave van het Kabinet voor Surinaamse en Nederlands-Antilliaanse

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Zaken Jaargang 1973, S 79, 's-Gravenhage 1973. 1070 F.J. van Wel & A.J. E Vervoorn. Het Nederlands in Suriname. Schakels, Uitgave Kabinet voor Surinaamse en Nederlands-Antilliaanse Zaken, Den Haag z.j. [Bevat: ‘Het Nederlands in Suriname’ door F.J. van Wel en ‘Het Nederlands in de Surinaamse letterkunde’ door drs A.J. Vervoorn.] 1071 F.J. van Wel. Suriname E balans van een kwart eeuw opbouwwerk. Schakels, uitgave van het Kabinet voor Surinaamse en Nederlands-Antilliaanse Zaken, Jaargang 1975, S 82, Den Haag 1975.

Wereld poëziedag van het kind

1072 Wereld poëzie-dag van het E/G kind 21 maart. MINOW [Hoofdafdeling Ontwikkelingsdienst, sectie Creatieve Expressie], z.p. z.j. [Paramaribo 1984]. [Uitgave in het kader van het jaar van de creatieve expressie. Toelichting; korte beschouwingen van E.E. Wong Loi Sing (Frits Wols) en Shrinivasi. Jury van de poëzieprijsvraag: Lila Gobardhan (voorzitter), E.W. Wong Loi Sing en Shrinivasi. Bloemlezing kindergedichten: van Hein Kentie, Mark van Velthuizen, Liesbeth de

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Boer, Girdhari Avinash, Catherine Esseboom Clarence Grootfaam, Shakuntala Seenauth, Gerzon J. Chandler, Carmen Sussenbach.] 1073 Wereld poëziedag van het G/E kind 1985. [MINOW, Hoofdafdeling Ontwikkelingsdienst, sectie Creatieve Expressie], z.p. z.j. [Paramaribo 1985]. [Voorwoord: Orlando F. van Amson. Jury poëzieprijsvraag: S.L. Gobardhan-Rambocus, E.W. Wong Loi Sing en M.H. Lutchman. Beschouwing van Frits Wols. Bloemlezing gedichten van kinderen van GLO- en VOJscholen: Eline Glunder, Miriam Flu, Viviane Schattevoo, Rachel Mungra, Albert Jawalapersad, Kabitadebie Mohan, Nollia Amoida, Helga Roosveld, Briedijs Wangsatana, Antoinette Djoeneri, Anjali Sital, Sharmila Oedit, Gaitrie Jhinkoerai, Derich Nojoredjo, Toefail Alibaks, Anette Partoredjo, Ricardo Somowidjojo, Claudia Wong, Kanna Jap A Joe, Natasja Limon, Shailindra Ramawadhoebe, Anne Mokiem, Claries Jappa, Minakoemarie Moektimisier, Heintje Soenlik, Amita Pultoo, Mahboebkhan Hassankhan, Geeta Jethoe, Marjorie Lalji, David Singowikromo, Radjkumar Bipat, D.R. Lisse, Geeta Autar, Desmond Dias,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Victoria Cheng Ming Heng, Sharma Lakhisaran, Ngadinah Moehamaddasieki, Liesbeth de Boer, Cynthia Haltman, Anita, Judith Redmont, Ivy Veira, Candy Lachmansingh, Sieuwnandan Ramkisoen, Gieta Autar, Muriel Linger, Grace Tjon Man Tsoi, Sharon Carrilho, Helen Garib, Sandra Watson, Sharda Gajadien, Ramharakh Anoep, Martin Mahenderpersad.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 275

1074 Wereld poëziedag van het G kind 1985. Shri-Ram School. Een bundel met gedichten van de leerlingen van de Shri-Ram school '84-'85. [MINOW, Hoofdafdeling Ontwikkelingsdienst, sectie Creatieve Expressie], z.p. z.j. [Paramaribo 1985]. [Gedichten van G. Karran, A. Rambharse, A. Algoe, R. Samoedj, Anita Algoe, Sharda Gajadien, Soekhoe, R. Changoe, Moeljoredjo, S. Sawak, Raghosing, S. Sitlapersad, Sh. Ramautar, R. Santokhie, Sh. Gayadien, R. Gayadien, A. Jasar, M. Soebhan, S. Bhagwant, Panday, Faujdar, S. Biharising, S. Joemratie, Sh. Loetai.] 1075 Wereld poëziedag van het G/X kind 1985. [MINOW, Hoofdafdeling Ontwikkelingsdienst, sectie Creatieve Expressie], z.p. z.j. [Paramaribo 1985]. [Voorwoord: R.P. Lieuw On; lijsten van jong talent van verschillende scholen door M.H. Lutchman; bloemlezing gedichten van leerlingen van vier MULOscholen: Rashid Dauri, E. Kasiman, Sharla Basdew, Mej. Doerga, A. Tjon-Joe-Ken, A. Tjin-A-Tsoi, L. Dijksteel, Monique Dens, Jerry Tjon Affo, Y. Moeasim, L. Ganner, R. Kalika, A. Geldorp, A. Guillard, Sh. Mokhamsing, Malini Kisoensingh, Jerrel

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Schattevoo, Chandra Manna, Sh. Soekhnandan, Eric Sloote, J. Sjauw, Romero Alisoeprapto, Antonius Pearl, R. Jukema, R. Nieuwendam, D. Tol, Diana Power, Joan Doos, P. Bleu, Th. Promes, S. Nijhove, W.F. Swedo, Sheila Accord, R.P. Jubitana, B. Jong Tjien Fa, August Katidjo, Lydia Rotsburg, H. Waakzaam, Soeranie Ronoidjojo, David v.d. Bor, S. Djewan, Dindayal B. Mina, R. Sam Sin, W. Dompig.]

Ramon Louis Williams

1076 R.L. Williams. 28 G/X Surinaamse Liedjes. Verzameld door -. z.p. z.j. [Paramaribo ca. 1972]. [Gestencilde uitgave.] 1077 Ramon Williams. Sranan G/X kondre singi. Een bundel Surinaamse volksmelodieën. Verzameld en gecomponeerd door -. z.p. [Paramaribo] 1976. [Voorwoord: Ramon Williams en John Koorndijk; spelling en vertaling Surinaams-Nederlands: Hilly Long.]

Julian Samuel With

1078 J. With. Ja Ik ben een N/G Marron. z.p. [Paramaribo]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1974. [Voorwoord: R.M.W. Vrede. 1079 J. With. Bevrijd mijn volk. G z.p. [Paramaribo] 1975. 1080 Julían S. With. De G onvermijdelijke splijting. z.p. z.j. [Utrecht 1977], z.j. [1978]2, z.j. [1979]3, z.j. [1980]4, z.j. [198l]5, z.j. [1982]6. [Uitgebracht in verschillende edities met omslagen van verschillende kleuren.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 276

1081 Julian S. With. Land van N/G harmonieuze kontrasten? z.p. [Utrecht] 1979. [Voorwoord: B. Vrede. Nawoord: Eileen Boksteen.] 1082 Julian S. With. De wereld G op zijn kop. z.p. z.j. [Utrecht 1980], z.j. [1980]2, z.j. [1980]3, z.j. [1981]4, z.j. [1982]5, z.j. [1983]6. 1083 Julian S. With. Land van N/G harmonieuze kontrasten? z.p. [Utrecht] 19812, 19823 [1e druk: 1979; nieuwe drukken hebben een enigszins afwijkend omslag]. [Voorwoord: B. Vrede. Nawoord: Eileen Boksteen.] 1084 Julian S. With. X Rassenvoorkeur bij partnerkeuze. Een onderzoek over gemengde relaties c.q. huwelijken van Nederlanders en Surinamers of Antillianen in de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Door - onder supervisie van Prof. Dr. J. Rabbie en Dr. W. Campbell. Utrecht z.j. [1981]. [Doctoraalscriptie sociologie.] 1085 Julian S. With. De G weerzinwekkende worsteling. Utrecht 1981, 19822, 19833. [Voorwoord: Frank Martinus Arion; coverwoord: Astrid H. Roemer.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1086 Julian S. With. Nabijheid G verkleint de afstand niet. Uitgeverij De Geus, Breda 1983. [Voorwoord: Drs. E. Charry.]

Frits Wols (ps. van Eugène Wilfried Wong Loi Sing)

1087 Frits Wols. Buitenvrouw. N Bolivar Editions, Paramaribo 1977. 1088 [E.W. Wong Loi Sing - X vertaling.] Internationale code voor marketing van vervangingsmiddelen voor moedermelk. [Bureau voor Openbare Gezondheidszorg], z.p. z.j. [Paramaribo 1981]. [Uit het Engels vertaald door E.W. Wong Loi Sing onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Afdeling Vertalingen. Oorspronkelijke titel: International code of marketing of breast-milk substitutes.] 1089 Frits Wols. Surine Cyclus. G Gedichten. Vlaardingen 1981. 1090 [E.W. Wong Loi Sing - E vertaling.] George Lamming in Suriname. Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. [Tekst van een interview met George Lamming voor de STVS op 4 december 1981 en van de lezing van George Lamming voor het Instituut voor de Opleiding van Leraren, op 2

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 december 1981. Uit het Engels vertaald door E.W. Wong Loi Sing. Verantwoording: H.L. Blanker. Voorwoord: Harold H. Rusland. Uitgebracht in diverse edities met omslagen in verschillende kleuren.] 1091 [E.W. Wong Loi Sing - X vertaling.] ILO-Verdrag No. 158 betreffende de beëindiging van het dienstverband op initiatief van de werkgever. [Van de Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie, Genève.] [Ministerie van Arbeid en Volksgezondheid.], z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. [Uit het Engels vertaald door E.W. Wong Loi Sing onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Afdeling Vertalingen. Oorspronkelijke titel: International Labour Conference/Conférence International du Travail - Convention 158 Convention concerning termination of employment at the initiative of the employer, adopted by the conference at its sixty-eighth session, Geneva, 22 june 1982/Convention 158 Convention concemant la cessation de la relation de travail à l'initiative de l'employeur, adoptée par la conférence à sa soixantehuitième session, Genève, 22 juin 1982.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Authentic text/Texte authentique.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 277

1092 [E.W. Wong Loi Sing - X vertaling.] Verklaring van Alma-Ata. [Bureau voor Openbare Gezondheidszorg], z.p. z.j. [Paramaribo 1982]. [Uit het Engels vertaald door E.W. Wong Loi Sing onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Afdeling Vertalingen. Oorspronkelijke titel: Plan of action Health for all 2000 [?].] 1093 [E.W. Wong Loi Sing - X vertaling.] Law products issued by the Labour Directorate from 25th February 1980 till June 1983. Ministry of Labour and Health, Department of Legal and International Affairs. Publication: Department of Publicity and Training, Paramaribo 1983. [Uit het Nederlands vertaald door E.W. Wong Loi Sing onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Afdeling Vertalingen. Oorspronkelijke titel: Wetgevingsprodukten van het direktoraat arbeid van 25 februari 1980 tot 1 juni 1983.] 1094 [E.W. Wong Loi Sing - R. X Brandon - vertaling.] Suriname on its way to a national energy supply. An evaluation of the period 1970-1980 and the developments in the period

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1981 - 1990. National Planning Office of Suriname, z.p. [Paramaribo] 1983. [Preface: Drs. H.O. Goedschalk.] 1095 [E.W. Wong Loi Sing - X vertaling.] Handleiding voor het diarree beleid. Bureau voor Openbare Gezondheidszorg, z.p. [Paramaribo] 1984. [Een deel van de tekst is uit het Engels vertaald onder auspiciën van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Afdeling Vertalingen, door E.W. Wong Loi Sing. Oorspronkelijke titel: A manual for the treatment of Acute Diarrhoea; Training Course for National CDD Programme managers.] 1096 [E.W. Wong Loi Sing e.a.] X Rapport van de commissie invoering engels in het lager onderwijs. Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, Paramaribo 1984. [Commissie bestaande uit: Dr. A. Kramp, Mej. Drs. C. Tjoe Fat, Mevr. Drs. L. Tjon-A-Joe-Robles, Dhr. E.W. Wong Loi Sing, Mevr. Drs. M. Illes-Deekman en Dhr. J. Wilner M.A.]

R.A.M. Wong A Foe (ps. Skwin)

1097 R.A.M. Wong A Foe alias N Skwin. Hengelavonturen. z.p. z.j. [Paramaribo 1985].

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 [Onder voorwoord: Squin (Skwin).]

Dorothy Mathilde Wong Loi Sing

1098 Dorothee Wong Loi Sing. G Zwarte muze, witte creoolse. Gedichten in Sranan tongo, Engels en Nederlands. Amsterdam 1983.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 278

1099 Dorothee Wong Loi Sing. G Zwarte muze, witte creoolse. Gedichten in Sranan Tongo, Engels en Nederlands. Amsterdam 1983, 2e gewijzigde en uitgebreide druk; [omslag met afwijkende kleur t.o.v. 1e druk, 1983]. 1100 Dorothee Wong Loi Sing. N Tigriwenke (Tijgervrouw) en andere verhalen in Sranan tongo. Amsterdam 1983. 1101 Dorothee Wong Loi Sing. N Zuid-Afrika grinnikt! Een science-fiction oplossing voor het Apartheidsprobleem. Stichting Bicumah [= eigen beheer], Amsterdam 1984. 1102 Dorothee Wong Loi Sing. T Sudan man, I'd rather cut your throat than allow your people to circumcise me!! A feminist, radical play by an angry young black woman from Surinam, living in Holland. Utrecht 1984. [op eerste twee exemplaren; latere exemplaren vermelden: Amsterdam en Utrecht 1984]. 1103 Dorothee Wong Loi Sing. X/G Bóze poes, experiment met illustreren. Amsterdam 1984. [Boek met copieën van tekeningen en zwart-wit-copieën van schilderijen, op verschillende manieren uitvergroot, belicht en bewogen; elke groep

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 experimenten rond een afbeelding draagt een nummer dat verwijst naar een titel in de inhoudsopgave. Vermenigvuldigd in 12 van elkaar verschillende exemplaren op folioformaat, ingebonden in ringbanden, sommige exemplaren op gekleurd papier. Het meest uitgebreide exemplaar bevat bovendien een aantal ingeplakte gedichten en bestaat uit twee delen.] 1104 Dorothee Wong Loi Sing. G Black wind spirit. Amsterdam 1984. [Vertaalde keuze uit Zwarte muze, witte creoolse, vervaardigd in één exemplaar voor de ACER (Afro-Caribbean Education Resource Project) - Literatuurprijsvraag (The Black Youth Annual Penmanship Awards), London.] 1105 Dorothee Wong Loi Sing. N Makuba wordt feministe! en andere verhalen. Paramaribo 1984. 1106 Dorothee Wong Loi Sing. N Krasseding en Briesje maken plezier in huis. Paramaribo 1984. [Kinderboek.] 1107 Dorothee Wong Loi Sing. X ‘Vibraties’. Foto-afdrukken van enkele zelf vervaardigde schilderijen met als object en thema: de Vrouw, enkele aspecten van het Vrouwzijn, en de Vrouw in enkele van haar

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 relaties met de Ander. Paramaribo 1985. [Vervaardigd in één exemplaar met ingeplakte kleurenfoto's.] 1108 Dorothee Wong Loi Sing. N Halve jongen en andere verhalen. Paramaribo 1985. 1109 Dorothee Wong Loi Sing. N/G Een dansje met de wind. Een kort verhaal, en wat ernstige en vrolijke gedichten voor andere kinderen. Paramaribo 1985. [Hierin opgenomen ‘Krasseding en Briesje maken plezier in huis’ onder de titel ‘Een dansje met de wind’.] 1110 Dorothee Wong Loi Sing. G Kali kalā devi or: Black Wind Spirit. [Op omslag: Kali kalā devi (Blaka Puwema Winti Gadu) Manengeë na anjawe! (Rachhasi Maradh-jat) Kaikusi, or: Tiger at night... Vertaalexperimenten.] Translation by the author and various native speakers, Paramaribo 1985.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 279

1111 Dorothee Wong Loi Sing. G Mofina. Poëzie. Over kanslozen, hopelozen, marginalen, gevoelsarmen en overgevoeligen. Paramaribo 1984 en 1985 [= 19851

Emanuel Ferdinand Wong Loi Sing

1112 Emanuel F. Wong Loi G Sing. Land dat ik voor níets ooit laat!! (Gedichten). [Op voorzijde:] Puwema's. Paramaribo 1984. [Gedrukt te Amsterdam.] 1113 Emanuel F. Wong Loi G Sing. Land dat ik voor níets ooit laat!! [Op omslag: Land, dat ik nóóit ooit laat!] (Gedichten). Paramaribo 1984 [= 1985, 2e uitgave; 1e uitgave: 1984; omslag afwijkend: de achterzijde van de 1e uitgave is nu voorzijde: i.p.v. het bruine papier van de 1e uitgave, nu wit papier met een met de hand ingekleurde tekening]. [Gedrukt te Amsterdam.]

Michel Pierre Wong Loi Sing

1114 Michel Pierre Wong Loi N Sing. Het geheim van de oude rioolput en andere korte verhalen voor de jeugd door:-. Paramaribo 1985. [Jeugdboek.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Ngatiman Willem Wongsosemito

1115 N.W. Wongsosemito. Laire N Jesoes (De geboorte van Jezus). Verteld door - in het Surinaams Javaans. New York International Bible Society, New York/Paramaribo 1981. [Nederlandse vertaling: Hendrik Soewondo; medewerking: Irma Kertodjojo.]

Emir Yelnats (ps. van Stanley Rime?)

1116 Emir Yelnats. Het N verongelukte geluk. - presenteert, z.p. z.j.

Zema (ps. van Philip de Vries)

1117 Zema. Krab’-patoe. Bundel G Surinaamse- en Nederlandse gedichten. Paramaribo 1975. [Voorwoord: Harold Braam.]

Zing maar!

1118 Zing maar! [Op omslag:] X/G 1e t/m 3e leerjaar. Handleiding voor leerkracht ‘muzikale vorming’. Samengesteld door het Projekt Vernieuwing Curriculum

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Basisonderwijs. Uitgave Minow, z.p. [Paramaribo] 1983. [Liedjes van J.E. Boomsma-Monpellier, E.R.K. Ketwaru, R.P. Kemradj en uit Alonki [van Mavis Jaliens], Hoy' een Lied, Van melodie tot do-re-mi, Sranang kondre singi [van Ramon Williams] en Hoezee voor Suriname [van de Fraters van Tilburg] Medewerking: W.E.F. Leerdam.

Henk Zoutendijk

1119 Henk Zoutendijk. Het N/G geschenk van Watramama. Stichting Kinderkrant Suriname, Paramaribo 1980. [Teksten bij tekeningen: Jan Hein Ribot; gedichten: Orlando. Met los bijgevoegde kleurenposter.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 280

1120 Chandra van Binnendijk, N Henk Zoutendijk, Paul Woei [redaktie]. Vier dubbel dik. Kinderkrant. Stichting Kinderkrant, Paramaribo z.j. [ca. 1982]. [Met proza van Henk Zoutendijk.]

Aanvulling

Louis Julien Henny Blaaspijp

157a Louis Julien Henny G/X Blaaspijp. Sranang krijoro koeltoeroe kongvo singi Skrivimang -. Culturele Vereniging Alomijaba, z.p. [Paramaribo] 1983. 280a Henk Doelwijt. Consels plé N en twintig andere anecdotes. Tori Collectief, Paramaribo 1978. [Deze anecdotes verschenen eerder in Tori, 1ste jaargang nr. 8, 1978.]

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 281

Bibliografie van secundaire literatuur over Surinaamse auteurs

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 283

In deze secundaire bibliografie is getracht de belangrijkste artikelen en andere bijdragen over Surinaamse auteurs bij elkaar te brengen. De bibliografie heeft echter absoluut niet de pretentie van volledigheid. In de regel is het vermelde materiaal aanwezig in openbare collecties in Suriname. Per auteur is telkens opgenomen: - verwijzingen naar secundaire bijdragen die verschenen zijn als zelfstandige publikatie en opgenomen zijn in de tweede bibliografie; - bijdragen van algemene strekking; - interviews; - bijdragen over speciale onderwerpen betreffende een auteur; - bijdragen over de boeken van een auteur, in de volgorde waarin de boeken van een auteur zijn verschenen. De bijdragen zelf zijn weer chronologisch gerangschikt. Tussen haakjes volgt telkens de aanduiding van waar de bijdrage over gaat.

In het algemeen zijn niet opgenomen: - niet-analytische recensies van boeken, waarin enkel informatie over de inhoud van een boek gegeven wordt; - verschijningsb e richten van boeken in kranten; - artikelen over de aanbieding van het eerste exemplaar van een boek.

Jnan Hansdev Adhin

Een biografie van Adhin is opgenomen in verschillende edities van The international year book and statesmen's who's who (Kelly's Directories Limited, East Grinstead), Who's who in the World (Marquis Who's Who, Chicago, in International who's who in community service (edition 1976 - 77, Eddison Press Ltd., London) en in het International Register of Biographies (Universal Data Bank of America, 1984). - Pt. Haldhar Mathuraprasad, ‘Dr. Jnan Adhin legde waardevolle contacten in India’; in: Dharm-Prakash jrg. V, no. 1, juli 1979, pp. 14-16. - NN., ‘Ere-doctoraat voor Jnan Adhin’; in: De West 30 oktober 1985.

Bernardo Ashetu

- NN., ‘Bernardo Ashetu: Omzwervingen in Niemandsland’; in: De Ware Tijd 30 oktober 1982. (Algemeen.) - Hugo Pos, ‘Bernardo Ashetu’; in: De Ware Tijd 8 oktober 1982 (overgenomen uit Jere). (In memoriam.)

Rabin Baldewsingh

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Bris Mahabier, boekbespreking van Stifa; in: OSO jrg. 4, nr. 1, mei 1985, pp. 114-117. - Th. Damsteegt, ‘Boekbespreking’; in: Aisa Samachar 10e jrg., juni 1984, no. 5, pp. 29-30. (Over Stifa.) - Th. Damsteegt, ‘Stifa, mooi verhaal dat lezer niet loslaat’; in: Weekkrant Suriname 14 juli 1984 (overgenomen uit Aisa Samachar?). (Over Stifa.) - K. Bajnath, ‘Rabin S. Baldewsingh: “Stifa”’; in: Bhāsā jig. 1, no. 4, augustus 1984, pp. 24-26.

Gerrit Barron

- Ch[andra] v[an] B[inndendijk], ‘Gerrit Barron: “Schrijven met gevoel voor eigenwaarde”’; in: De Vrije Stem 18 augustus 1979. (Algemeen.) - Carla Tuinfort, ‘Gerrit Barron: Een bijdrage tot onze eigen identiteit begint bij het kind’; in: De Ware Tijd 30 augustus 1979. (Interview.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 284

- Sandra Haafwee, ‘Gerrit Barron: Ik creëer eigen helden voor deze generatie:; in: De Ware Tijd 8 september 1984. (Interview.) - NN., ‘“Literatuur is politiek”’; in: Weekkrant Suriname [?] (Interview.) - NN., ‘Boeken kunnen de identiteit van een kind evengoed vernietigen’; in: Span'noe 11e jrg., 1984, nr. 6, pp. 29-32. (Interview.) - Eddy Charry, ‘Kulturele avond rond Gerrit Barron’; in: Jere 10e jrg., nr. 63, november 1984. - Eddy Charry, ‘Gerrit Barron in Amsterdam’; in: De West 2 november 1984. (Over een literaire avond.) - NN., [= Henk Doelwijt], ‘Een lach en een traan Kinderboek van Gerrit Barron pedagogisch sterk’; in: Tori 1e jrg., 1978, nr. 8, pp. 29-30. - E. Charry, ‘Bij het verschijnen van Titri en Toto een nieuw kinderboek door de auteur: Gerrit Barron’; in: De West 27 augustus 1979. - NN., ‘Schrijver Gerrit Barron: Terug naar het eigene’; in: De Ware Tijd 9 januari 1982. (N.a.v. de presentatie van Kamla en de vergulde man.) - Ewald Sluisdom, ‘Boekbespreking’; in: De Ware Tijd 5 mei 1982. (Over Kamla en de vergulde man.) - Frits Wols, ‘Gerrit Barron op weg naar volwassenheid’; in: De West 25 juli 1984. (Over Avonturen van Kira en Kisa.) - Astrid Roemer, ‘Gerrit Barron: een nationalistische kinderboekenschrijver’; in: Boskopoe november 1984, pp. 16-20. (Over Avonturen van Kira en Kisa en Het geheim van de Goslar.) - Eddy Charry, ‘Het fenomeen Gerrit Barron’; in: De Ware Tijd 15 augustus 1986. (Over Ik en mijn pen.)

Jozef Berrenstein

- Michiel van Kempen, ‘Honi godo/onigodo/beienkorf/bijenkorf’; in: De West 11 augustus 1986. (Over Honi godo.)

Bhai

- NN., ‘dr Ramlall wint literatuurprijs’; in: De Ware Tijd 14 augustus 1984. - NN., ‘Literatuurprijs voor dr. James Ramlall’; in: De West 14 augustus 1984. - NN., ‘Dr. J. Ramlall (Bhai) kreeg literatuurprijs’; in: NUCS Koerier jrg. 1984, augustus nr. 4, p. 38. - Ewald Sluisdom, ‘Boekbespreking’; in: De Ware Tijd 8 december 1982. (Over Vindu.) - Michiel van Kempen, ‘De smalle taal van de stilte’; in: De West 23 augustus 1986. (Over Vindu.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Surj Biere (‘Shurvir’)

- Bris Mahabier, ‘Pandit Surj Biere aanvaardt en propageert het Sarnami’; in: Aisa Samachar 4e jrg. (1978) no. 8, pp. 25-26.

Blaw Kepanki

- Rabin Gangadin, ‘Boekbespreking’; in: Span'noe 8, 7e jrg., 1980, pp. 28-29. (Over Poëzie als middel.)

Martha Boonman-Tjoe Nij

- NN.,‘“Vandaag is de dood”’; in: De Ware Tijd 7 augustus 1982.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 285

Petronella Breinburg

- J.R., ‘M'n broertje, dokter Sean’; in: Het Parool 11 juli 1974. (Over My brother Sean en Doctor Sean.)

Edgar Cairo

Zie de doctoraalscriptie van Colenbrander, nr. 0239. - Leo Geerts, ‘Edgar Cairo: I Een overzicht II Interview’; in: De Nieuwe 10 oktober 1980. (Algemeen.) - Wim Rutgers, ‘Edgar Cairo als Taalman: van Srananman tot Eurocreool?’; in: Ons Erfdeel 2/82, maart-april 1982, pp. 236-246. Ook in Dubbeltje lezen, stuivertje schrijven (Oranjestad/Den Haag 1986, pp. 83-100). (Algemeen.) - Marc Welmann, ‘Edgar Cairo Literatuur en identiteit’; in: Adek december 1982. (Algemeen.) - Vernie A. February, ‘Boesi sa tek’ mi baka - Let the bush receive me once again. Edgar Cairo - Surinamese writer’; in: OSO vol. 3, nr. 1, may 1984, pp. 39-62. (Algemeen.) - De pagina's 62-68 en 101-157 uit Cairo's Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984) geven belangrijke informatie over Cairo en Cairo's boeken. - NN., ‘Ze kunnen je ophalen voor verhoor’; in: De Vrije Stem 5 juli 1971. (Interview.) - Egbert van Keulen, ‘“Kijk, ik geloof niet dat poëzie impotent is”’; in: De Nieuwe Linie 26 juni 1974. (Interview.) - Jan Kees van de Werk, ‘“Taal als scheid- en schijtmiddel”’; in: De Nieuwe Linie 18 januari 1978. (Interview.) - Aad Wagenaar, ‘Het denkhoofd heeft geen draaibuik meer’; in: Haagsche Courant 23 juni 1979. (Interview.) - Corine Spoor. ‘Edgar Cairo en de Surinaamse cultuur “Ik ga liever dood dan dat ik mijn pen neerleg”’; in: De Tijd 6 juli 1979, pp. 20-24. (Interview.) - Alfons Levens, ‘Edgar Cairo: “Koloniale trauma's ongedaan maken”‘; in: Pipel 7 september 1979. (Interview.) - Catherine van Houts, ‘“Ik ben 'n woord werkman”’; in: Het Parool 26 oktober 1979. (Interview.) - Anneriek de Jong, ‘“Holland, hier ben ik”’; in: Hervormd Nederland 26 januari 1980. (Interview.) - John Jansen van Galen. ‘Koebeest’; in: Haagse Post 14 februari 1981. (Interview.) - A.J. Morpurgo, ‘Edgar Cairo - KRA’; in: De Ware Tijd 24 juni 1970. - Hugo Pos, ‘Slavernij op toneel’; in: Het Parool 24 december 1977. (Over Brokositon/Puin.) - Benjamin S. Mitrasingh, ‘Cairo's Collectieve schuld: Een gemiste kans’; in: De Vrije Stem 3 december 1976.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Rabin Gangadin, ‘Edgar Cairo's individuele taalstrijd’; in: De Nieuwe Linie 20 januari 1982. (Over Kollektieve schuld.) - Jan Kees van de Werk, ‘“Confrontatie-literatuur” van Surinaamse Nederlander’; in: de Volkskrant 7 januari 1978. (Over Adoebe-lobi/Alles tegen alles.) - Dew Baboeram, ‘Adoebe-lobi/alles op alles Cairo's nieuwste, niet Cairo's beste!’; in: Kompe 2e jrg., nr. 2, februari 1978, pp. 20-21. - Wim Rutgers, ‘De droom van komen en gaan in Suriname’; in: Amigoe 24 februari 1978. (Over Adoebe-lobi/Alles tegen alles.) - H.A. Biervliet, ‘Cairo's Adoebe-Lobi’; in: Aisa Samachar maart 1978, no. 1, pp. 17-18. - Archie Sumpter, ‘De vernieuwing in de Surinaamse literatuur’; in: Eindhovens Dagblad 9 maart 1978. (Over Adoebe lobi(Alles tegen alles.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 286

- Wim Rutgers, ‘Schetsen uit het Surinaamse volksleven’; in: Amigoe 10 maart 1979. (Over Djari/Erven.) - J.F. Vogelaar, ‘Het stijve been van tegelzetter Bo’; in: De Groene Amsterdammer 28 maart 1979. (Over Djari/Erven.) - August-Hans den Boef, ‘Surinamer in Nederland’; in: de Volkskrant 29 december 1979. (Over Koewatra djodjo/In de geest van mijn kuituur en Temekoe/Kopzorg.) - Ab Visser, ‘Het apostolaat van Edgar Cairo’; in: Leeuwarder Courant 9 februari 1980. (Over Koewatra djodjo/In de geest van mijn kuituur.) - Ané [Doorson], ‘Ete wan lepi stari Temekoe’; in: Suriname 24 mei 1969. (Bespreking van Temekoe in het Sranan tongo.) - Hugo Pos, ‘Sappige taal’; in: Het Parool 26 oktober 1979. (Over Temekoe/Kopzorg.) - Jos de Roo, ‘Zompige armoe in sappig Surinaams’; in: Trouw 17 december 1979. Ook in Aktueel 10 januari 1980. (Over Temekoe/Kopzorg.) - Wim Rutgers, ‘De drievoudige strijd van Edgar Cairo’; in: Amigoe 30 december 1979. (Over Temekoe/Kopzorg.) - August-Hans den Boef, ‘De taal van Edgar Cairo’; in: de Volkskrant 24 mei 1980. (Over Mi boto doro/Droomboot havenloos en Ik ga dood om jullie hoofd.) - Ab Visser, ‘Hoe ver het was...’; in: Leeuwarder Courant datum onbekend. (Over Mi boto doro/Droomboot havenloos.) - Michel Hoekstra, ‘Droomboot op de klippen’; in: Elseviers Magazine 11 oktober 1980. (Over Mi boto doro/Droomboot havenloos en Ik ga dood om jullie hoofd.) - Barber van de Pol, ‘Ons eigen dinges’; in: NRC Handelsblad 10 april 1981. (Over Ik ga dood om Jullie hoofd en Jeje Disi/Karakter's krachten.) - Jan Voorhoeve, “Jeje disi: een sleutelroman ontsleuteld; De Van Deysseliaanse toorn van Edgar Cairo’; in: Vrij Nederland 25 september 1981. (Over Jeje disi/Karakter's krachten.) - L. Geerts. ‘Van het fruit dat ons verbindt’; in: De Nieuwe 4 juni 1981. (Over A nowtoe foe mi ai/In de nood van het aangezicht.) - Hans van den Waarsenburg, ‘O powesie, wees een gedicht!’; in: De Nieuwe Linie 26 augustus 1981. (Over A nowtoe foe mi ai/In de nood van het aangezicht.) - August-Hans den Boef, ‘De cultuur van de creool’; in: de Volkskrant datum onbekend. (Over Jeje Disi/Karakter's krachten.) - Piet Valkman, ‘Een Surinaamse Breughel’; in: Elseviers Magazine 28 maart 1981. (Over Jeje Disi/Karakter's krachten en A nowtoe foe mi ai/In de nood van het aangezicht.) - Jan Voorhoeve, ‘Jeje disi: een sleutelroman ontsleuteld’; in: Vrij Nederland 25 april 1981. - Jaap Goedegebuure, ‘Scherven uit de West-Indische spiegel’; in: Haagse Post 9 mei 1981. (Over Jeje Disi/Karakter's krachten.) - Wim Rutgers, ‘Edgar Cairo's zesde roman’; in: Amigoe 22 mei 1981. (Over Jeje Disi/Karakter's krachten.) - P. Slot, ‘Dat vuur der grote drama's’; in: Kompe 6e jrg., nr. 7/8,1982, p. 4. - Jaap Goedegebuure, ‘Verdwaald tussen twee culturen’; in: Haagse Post 15 februari 1983. (Over Dat vuur der grote drama's.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Hesley Alias, ‘“Het vuur der grote drama's”’; in: Adek 4, 1983, pp. 4-5. (Over Dat vuur der grote drama's.) - Wim Rutgers, ‘Edgar Cairo: Verdrukte minderheden’; in: Amigoe 16 september 1983. (Over Dat vuur der grote drama's.) - Michiel van Kempen, ‘Cairo, conservator van de creools-orale literatuur’; in: SWI Forum jrg. 2, nr. 1, juni 1985, pp. 30-43. (Over Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding.) - Wim Rutgers, ‘Edgar Cairo's verzamelde poëzie een monument’; in: De West 27 juni 1985. Overgenomen uit Amigoe? (Over Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 287

- Lieke van Duin, ‘“In het minderheden theater wordt een eenvoudig schilderijtje al gauw voor een Picasso aangezien”’; in: De Groene Amsterdammer 28 augustus 1985. (Interview over Het Koninkrijk IJmond.)

Gharietje Choenni

- Redaktie Dharm-Prakash [= J.H. Adhin], ‘Gedichtenbundel “Asa (Hoop)” verschenen’; in: Dharm-Prakash jrg. VI, n. 2, september 1980, p. 10. - Michiel van Kempen, ‘Drie beelden van een land ver weg’; in: Bhāsā jrg. 4, no. 1, januari 1987, pp. 10-20. (Over Asa (Hoop).)

Julius Defares

- A.J. Morpurgo, ‘Fajabro’; in: De Ware Tijd datum onbekend.

Djinti

- August Tjon A Tam, ‘Djinti: beroeps beeldend kunstenaar en in zijn vrije tijd dichter’; in: Adek 8e jrg., nr. 4/5, oktober 1981, pp. 12-14. (Algemeen.)

R. Dobru

Zie de nota van Goudzand, nr. 0339, en de scriptie van Van Geest, nr. 0332. - NN., ‘The one-people poet’; in: Holland Herald vol. 7, no. 11, 1972. (Algemeen.) - Fons Klinckhamers, ‘Dobru, Surinaams dichter, schrijver, idealist, revolutionair’; in: De Tijd 21 april 1974. (Algemeen.) - Michiel van Kempen, ‘R. Dobru: een maatschappelijke inhoud en zijn vorm’; (te verschijnen 1987). (Algemeen.) - ‘Autobiografie van R. Ravales’; in: Tori 1e jrg., 1978, no. 8, pp. 10-21. - NN. [=. Henk Doelwijt], ‘R. Ravales Suriname's grootste idealist’; in: Tori 1e jrg., 1978, nr. 8, pp. 22-24. (Algemeen.) - Leo Morpurgo, ‘Bij de dood van Dobru’; in: De Ware Tijd 19 november 1983. - NN., ‘Revolutionair Dobru overleden’; in: De Ware Tijd 19 november 1983. - NN., ‘Dobru overleden’; in: De Ware Tijd 21 november 1983. - NN., ‘In memoriam’; in: De Ware Tijd 21 november 1983.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - NN., ‘Dobru geeft opdracht terug aan Moetete groep’; in: De Ware Tijd 13 juni 1969. (Over weigering uitzending door Sticusa.) - NN., ‘Intellectueel moet taak t.o.v. massa ontdekken’; in: Amigoe 20 augustus 1969. (Interview.) - Andries de Jong, ‘Gesprekken met vier Surinaamse dichters “Zoek mij in rijst zonder toespijs”’; in: De Nieuwe Linie 8 maart 1975. (Interview.) - H[umphrey] K[eerveld], ‘Nieuwe cultuurminister R.E. Ravales: “Ik heb liever dat ze gewoon Dobru blijven zeggen, hoor”’; in: De Vrije Stem 24 maart 1980. (Interview.) - A.J. M[orpurgo], ‘Matapi - Poewema foe Dobru’; in: De Ware Tijd 20 augustus 1965. (Over Matapi.) - R.J. Westzaan, ‘Dobru en Koenoe’; in: De Ware Tijd datum onbekend, ca. 1969. (Over Koenoe.) - H.L. Burleson, ‘R. Dobru: getuige van zichzelf; in: Suriname 21 augustus 1969. (Over Wan monki fri.) - A.J. Morpurgo, ‘R. Dobru - Bar poeroe’; in: De Ware Tijd 10 april 1970. - NN. [= Henk Doelwijt], ‘Dobru bar slecht’; in: Tori 1e jrg., 1979, no. 9. (Over Anansi-Tori.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 288

Ané Doorson

- Carla Tuinfort, ‘“So wan lobi diri” Nieuw volkstoneel van NAKS valt in goede aarde’; in: De West 29 januari 1985. (Over de nieuwe bewerking van So wan lobi diri.)

Thea Doelwijt

Zie de scriptie van Van Geest, nr. 0333, en de scriptie van Hasrat, nr. 0360. - Jan Paul Bresser, ‘Een vraaggesprek met Thea Doelwijt’; in: De West 16 april 1973. Overgenomen uit de Volkskrant? Hetzelfde interview ook als ‘Thea Doelwijt en Henk Tjon: Suriname begint wakker te worden Ned. kuituur niet het hoogste goed’: in: De Vrije Stem 21 april 1973. - Paul van Gelder, ‘Henk Tjon en Thea Doelwijt over het Surinaams toneel: “Lachen, huilen, bevrijden, herkennen”’; in: De Groene Amsterdammer 14 mei 1980. (Interview.) - Ineke Jungschleger, ‘“Die jonge acteurs bewegen niet eens meer Surinaams”’; in: de Volkskrant 15 mei 1982. (Interview.) - Hadil, ‘Cabaret breekt met alle taboes’; in: De Ware Tijd 3 november 1970. (Over Frrrèk.) - Margaretha Ferguson, ‘Heimwee naar de nobele wilde’; in: Het Vaderland datum onbekend, ca. 1970. (Over Wajono.) - Sylvia W. de Groot, recensie van Kri, kra!; in: NRC Handelsblad 16 maart 1973. - Hugo Pos, ‘Bundel vult hiaat op’; in: Het Parool 7 april 1973. (Over Kri, kra!.) - Paul Witteman, ‘Surinamers willen niet terug’; in: Elseviers Magazine 5 mei 1973. (Over Land te koop.) - L.E., ‘Een echt Surinaams kinderboek’; in: De Ware Tijd 1975. (Over Sis en Sas de ruzie-strooiers.) - G.W., ‘Een tocht door het oude Suriname’; in: NRC Handelsblad 22 juli 1977. (Over Kainema de wreker en de menseneters.) - Wim Rutgers, ‘Wraak op een vertekend verleden’; in: Amigoe 31 oktober 1977. (Over Kainema de wreker en de menseneters.) - Guus Rekers, ‘De milde gemeenschappelijkheid van Ba Uzi’; in: De Groene Amsterdammer 14 mei 1980. (Over Ba Uzi.) - Programmablad van Trawan prakseri/Tussen twee vuren, afgedrukt in Span'noe 9 (1982) afl. 2/3, p. 16. - Lieke van Duin, ‘Naar Marokkaans theater gaan zoals je naar de Chinees gaat’; in: De Groene Amsterdammer 12 mei 1982. (Interview met Rufus Collins, Thea Doelwijt en Mike Ho Sam Sooi over Trawan prakseri/Tussen twee vuren.) - Arthy Russel, ‘Trawan Prakseri: boeiend toneelstuk voor iedereen’; in: Kompe 6e jrg., nr. 9, 1982, p. 16. - John Deekman, ‘Thea Doelwijt's: Een dikke zwarte vrouw als ik verdient een dikke zoen’; in: De Ware Tijd 22 december 1984. (Over Een dikke zwarte vrouw als ik.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - N.B., ‘“Roi, mi Boi”, een lichtvoetige fantasie van Thea Doelwijt’; in: Weekkrant Suriname 16 mei 1985.

Eugene Drenthe

- Elvira Rijsdijk, ‘Teleurstellende première van Steenpuist’; in: De West 5 december 1984.

Aleks de Drie

- De inleidingen van Trudi Guda tot Wan tori fu mi eygi srefi en vooral tot Sye! Arki tori!

Henk E.R. Eijk

- Michiel van Kempen, ‘Eerste woord’; in: De Ware Tijd 2 februari 1987. (Over Eerste

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 289

Woord.)

Faradroifi

- Michiel van Kempen, ‘Surinamer tussen de druiven’; in: De West 8 november 1986. (Over Vormen.)

Leo Ferrier

Zie de nota van Ammersingh-Mungra, nr. 0070, en de syllabus van Nijbroek, nr. 0573. - NN., ‘Auteur Leo Ferrier: “Nederlandse cultuur overheerst nog teveel bij ons in Suriname”’; in: Nieuwsblad van het Noorden 8 juni 1968. Ook in Utrechts Nieuwsblad 31 mei 1968. (Interview.) - Margaretha Ferguson, ‘Interview met L.H. Ferrier’; in: Het Vaderland 18 augustus 1968. - Ard Horvers, ‘Ik heb Suriname van me afgeschreven’; in: Het Parool 4 april 1969. Ook in: De Vrije Stem 12 april 1969. (Interview.) - NN., ‘Een gesprek met Leo Ferrier Blij met culturele explosie’; in:? januari 1970. (Interview.) - Margaretha Ferguson, ‘Suriname micro en macro’; in: Het Vaderland 1968. (Over Atman.) - Jos Panhuijsen, ‘Ontdekking van “Atman”’; in: Het Binnenhof 22 juni 1968. (Over Atman.) - Esther Blom, ‘Een Surinaams debuut Atman van L.H. Ferrier’; in: NRC Handelsblad 3 augustus 1968. - B.Ch. Ooft in Moetete 2, december 1968, p. 44. (Over Atman.) - Michiel van Kempen, ‘Van het bloed dat vloeit en verbindt; symbolische functies in Atman van L.H. Ferrier’; in Bhāsā jrg. 3, no. 4, september 1986, pp. 12-18. - Margaretha Ferguson, ‘Surinaamse satire El sisilobi’; in: Het Vaderland 8 maart 1969. - C.J. Kelk, ‘Alweer een Surinaams levensbeeld’; in: De Groene Amsterdammer 5 april 1969. (Over El sisilobi.) - Thea Doelwijt, ‘Tweede boek Leo Ferrier’; in: Suriname 22 maart 1969. (Over El sisilobi.) - Adriaan Morriën, ‘Mening over het nieuwe boek van L.H. Ferrier’; in: Suriname 12 april 1969. Ook in De Ware Tijd 14 april 1969. Overgenomen uit? (Over El sisilobi.) - v.d. Bg., ‘El sisilobi, boek voor dubbele bodemzoekers’; in:?, 3 mei 1969. - NN., ‘El sisilobi van Leo Henri Ferrier Wie is Buni Rusman en zijn Sisilobi’; in: De Vrije Stem 2 september 1969.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Chitra Gajadin

- Michiel van Kempen, ‘Drie beelden van een land ver weg’; in: Bhāsā jrg. 4, no. 1, januari 1987, pp. 10-20. (Algemeen.) - Hans Warren, ‘Nederlandse poëzie van Oosterse oorsprong’; in: Provinciale Zeeuwse Courant 10 september 1977. (Over Van erf tot skai.) - B[enjamin] S. M[itrasingh], ‘Boekbespreking Van Erf tot Skai’; in: Aisa Samachar 4e jrg., (1978) no. 4,p. 29. - Tom Rellum, recensie van Kab ke yaad/Van wanneer een herinnering; in: OSO jrg. 4, nr. 1, mei 1985, pp. 109-113.

Rabin Gangadin

- Jit Narain, ‘De aap en zijn malle fratsen?’; in: Aisa Samachar 8e jrg., no. 4/5, juli 1982, pp. 3-4. (Polemisch; tegen Gangadins ‘blanken-aanbidding’.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 290

- NN., ‘Rabin Gangadin Beeldhouwer van de persoonlijke beleving’; in Span'noe 8, 7e jrg., 1980, p. 28. (Over Desaveu.) - Ro van Eer, ‘Een zeldzame kamer’; in: Kompe 6e jrg., nr. 6, 1982, p. 14. - Astrid H. Roemer, ‘Rabin Gangadin, een zeldzaam dichter’; in: Boskopoe 8e jrg., nr. 5, 5 juni 1982, p. 7. (Over Een zeldzame kamer.) - Ewald Sluisdom, ‘Boekbespreking’; in: De Ware Tijd 12 juni 1982. (Over Een zeldzame kamer.) - Rudolf van de Perre, ‘De kamer van Rabin Gangadin’; in: Ons Erfdeel 5/82, pp. 755-756. (Over Een zeldzame kamer.) - Jacquelien van den Boogaart, ‘Stilstaand water met woekerende schimmels’; in: U-Blad (Universiteit van Utrecht) 3 oktober 1986. (Over De Surinaamse literatuur.) - Michiel van Kempen, ‘Kotsen op de Surinaamse literatuur’, in: De Ware Tijd 7 maart 1987. (Over De Surinaamse literatuur.)

Geluiden/Opo sten

- NN., ‘Literair tijdsbeeld vastgelegd in proza- en poëzie-bundel’; in: Boskopoe 10e jrg., nr. 6, juli/augustus 1984, pp. 9-11. - Rabin Gangadin, boekbespreking in OSO jrg. 3, nr. 2, december 1984, pp. 255-257. Reactie hierop van Marianne Groen in OSO jrg. 4, nr. 1, mei 1985, pp. 103-104.

Trudi Guda

- Michiel van Kempen, ‘Het leven een hangmat’; in: De West 16 augustus 1986. (Over Vogel op het licht.) Zie ook aanvulling op p. 307.

Nola Hatterman

- NN., ‘Nola Hatterman ter aarde besteld’; in: De West 18 mei 1984.

Albert Helman

Een overzicht van Helmans werk van vóór 1945, met bibliografie, geeft Max Nord, Albert Helman, 's-Gravenhage 1949.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Helmans niet-verspreide publikaties tot 1962 zijn opgenomen in het door J.H. Adhin samengestelde Lou Lichtveld - Albert Helman, een representatieve bibliografie (Bureau Volkslectuur, Paramaribo 1962.) Een kort overzicht van het vroege werk van Helman geeft Gerard Knuvelder in zijn Handboek tot de moderne Nederlandse letterkunde (L.C.G. Malmberg, 's-Hertogenbosch 1964, pp. 42-43). Een overzicht van het werk na 1945, met primaire en secundaire bibliografie, geeft Peter de Boer in het artikel ‘Albert Helman’ van het Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945 (Samson/Wolters-Noordhoff, Alphen aan den Rijn/Brussel/Groningen). Hieronder vermelden wij nog slechts de artikelen die niet in de bibliografie van De Boer zijn opgenomen. In de tweede bibliografie van dit boek zie men ook de publikatie van Martinus, nr. 0575, de scriptie van Ammersingh-Mungra, nr. 0071, en de nota's van Heide-Josias, nr. 0364, en De Vries-Schröder, nr. 1053. - Gert Oostindie besteedt een hoofdstuk aan Lou Iichtveld/Albert Helman in In het land van de overheerser. II Antittianen en Surinamers in Nederland 1634/1667-1954. Foris Publications, Dordrecht/Cinnaminson 1986, pp. 111-118. Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde 100. - Wim Rutgers, ‘Hart zonder land. De 80-jarige Helman en zijn “vaderland in de verte”’; in:

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 291

Amigoe, Ñapa 27 januari 1984. Ook in: Dubbeltje lezen, stuivertje schrijven (Oranjestad/Den Haag 1986, pp. 58-63). (Algemeen.) - Gerard Mulder, ‘Schrijver-diplomaat Albert Helman: “De kaarten zijn allang geschud. Venezuela zal Brits-Guyana opslokken en Brazilië Suriname”’; in: Vrij Nederland 4 september 1982. (Interview.) - Janice Deul & Rudy Lion Sjin Toe, ‘Lou Lichtveld - een interview’; in: Adek 9e jrg., nr. 14, december 1982, pp. 12-20. - B. Jos. de Roo, ‘Een eenzame jager blijft eenzaam’; in: Amigoe 31 januari 1977. (Over Frank Martinus - Albert Helman de eenzame jager.) - B. Jos. de Roo, ‘Buitengewoon boek over “gewone” dingen’; in: Amigoe 8 oktober 1977. (Over Facetten van de Surinaamse samenleving.) - Hugo Pos, ‘Suriname in poezie en in volkswijsheden’; in: Het Parool 18 maart 1978. (Over Hella Bentram Matriotte - De zwarte Cats.) - Wim Rutgers, ‘Nieuw werk over en van Albert Helman’; in: Amigoe 6 november 1981. (Over Verzamelde gedichten, Het eind van de kaart, Vriend Pieter en Tony van Verre ontmoet Albert Helman.) - A. Demedts, ‘Albert Helman als Dichter’; in: Ons Erfdeel 24ste jrg,. 1981, nr.5, p pp. 756-757. (Over Verzamelde gedichten.) - Wim Rutgers, ‘Kind onder de mensen’; in: Amigoe 18 april 1980. (Over de herdruk van Serenitas.) - Wim Rutgers, ‘Een jager wordt burgerman’; in: Amigoe 25 juli 1980. (Over de herdruk van De medeminnaars.) - Hans van Amersfoort, ‘Boek over Suriname boeiend maar onevenwichtig’; in: de Volkskrant? (Over Avonturen aan de Wilde Kust.) - NN., ‘“Avonturen aan de Wilde Kust”’; in: Boskopoe 8e jrg., nr. 7, september 1982, pp. 21-22. - Ro van Eer, ‘Avonturen aan de Wilde Kust’, in: Kompe 6e jrg. nr. 11, 1982, pp. 22-23. - Wim Rutgers, ‘Anti-fascistische roman uit de jaren dertig’; in: Amigoe 27 april 1982. (Over de herdruk van Aansluiting gemist.) - Henk Lagerwaard, ‘Schobbejakken aan de wilde kust’; in: Cultureel Supplement NRC-Handelsblad 5 augustus 1983. (Over De foltering van Eldorado en Waar is Vrijdag gebleven?) - Hugo Pos, ‘Albert Helman mild? Hij doopt zijn pen juist in dodelijk gif’; in: Het Parool 1983. (Over de foltering van Eldorado.) - Archie Sumter, ‘“De foltering van Eldorado”; geschiedkundige aanklacht’; in: Span'noe 1983, no. 5/6. - Wim Zaal, ‘Helmans herontdekking. Aphra en de Surinaamse slaaf’; in: Elseviers Magazine 9 juli 1983. (Over Aphra Behn - Oroenoko of de Koninklijke Slaaf.) - W.I. Cameron, ‘De mooie, intelligente, maar raadselachtige Aphra Behn’; in: De Ware Tijd 18 augustus 1983. (Over Aphra Behn.) - Michiel van Kempen, ‘Hoofden van de Suriname!’; in: De West 13 september 1986. (Over Hoofden van de Oayapok!)

Voor andere bijdragen over Aphra Behn: zie de Bibliografische aantekeningen bij het derde hoofdstuk, onder paragraaf 3.10.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - D.E.Ch. Wekker, boekbespreking van Hoofden van de Oayapok; in: OSO jrg. 4, nr. 1, mei 1985, pp. 113-114.

M.Th. Hijlaard

- Frank Martinus Arion, ‘Zij en ik Gave debuut van 87jarige’; in: De Ware Tijd 30 juni

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 292

1978. - Wim Rutgers, ‘Jeugdherinneringen van belang’; in: Amigoe 16 september 1978. (Over Zij en ik.) - Michiel van Kempen, ‘Een Surinaamse Zola’; in: De West 26 juli 1986. (Over Zij en ik.)

August Holland

- NN., ‘Serena van Aug. L. Holland’; in: De Ware Tijd 17 maart 1982.

I sa man tra tamara!?

- Prapja Brsk. L.H.F. [= L.H. Ferrier?],‘Feestelijke aanbieding van “Tra Tamara” met kulturele manifestatie’; in: De Ware Tijd 6 september 1973.

Rudolf Isselt

- Rappa, ‘Ik was, ik kwam, ik zag en ik schreef’; in: De Ware Tijd 13 december 1984. (Over Ik kwam, ik zag en ik schreef.)

Harry Jong Loy

- Michiel van Kempen, ‘Harry Jong Loy en het feest van het vertellen’; in: De Ware Tijd 4 april 1987. (Algemeen en over Fosten tori.)

Juanchi

- NN. [= Henk Doelwijt], ‘Goed maar net niet wat het wezen wil’; in: Tori september 1979, pp. 28 e.v. (Over Beeldende vorming op school.) Reaktie van Jules Chin A Foeng in Tori november 1979, p. 34. - Michiel van Kempen, ‘De energie van Jules Chin A Foeng’; in: De West 7 juni 1986. (Over Wanneer de rukwind komt.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Gurudatt Kallasingh

- Krishnedat Bajnath, ‘Sarnami literatuur: Goeroedath Kallasingh, de toneelschrijver-1’; in: Aisa Samachar jrg. 4, no. 4, 1978, pp. 23-24. (Algemeen.) - K. Bajnath, ‘Hoofdstuk II: Goeroedath Kallasingh’; in: Een overzicht van de Sarnami literatuur, scriptie Leiden 1979, pp. 17-30.

Moenipersad Kalpoe

- R.M. Marhé, ‘Ramlila in Den Haag’; in: Aisa Samachar 6e jrg., no. 9/10, 1980, pp. 14-15. - NN., ‘Ram lila’; in: Aisa Samachar 8e jrg., no. 9, december 1982, pp. 20-21.

Michiel van Kempen

- [Truus] R[adha] P[ancham], ‘Nieuw Surinaams Proza’; in: De Ware Tijd 24 januari 1987. (Over Nieuwe Surinaamse verhalen.)

Sita Kishna

- NN.,‘“Prins Awin en de twee leeuwewelpjes” Wetenschap en Cultureel erfgoed toegankelijk maken’; in: De West 22 juli 1985. - Michiel van Kempen, ‘Hindustaanse volksverhalen’; in: De Ware Tijd 24 juli 1985. (Over Prins Awin en de twee leeuwewelpjes.)

Anton de Kom

Zie de brochure Adek (Anton de Kom) Schrijver en patriot, nr. 0492, Anton de Kom zijn

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 293 leven en werk, nr. 0500, en Memre Papa de Kom, nr. 0501. - Gert Oostindie besteedt een hoofdstuk aan Anton de Kom in In het land van de overheerser. II Antillianen en Surinamers in Nederland 1634/1667-1954. Foris Publications, Dordrecht/Cinnaminson 1986, pp. 67-76. Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land en Volkenkunde 100. - Alphons Levens, ‘Ik heb Adek gekend. Anton van Ommeren vertelt’; in: Pipel 27 maart 1981. (Algemeen.) - Judith de Kom, ‘Hij noemde zich Adek’; in: Adek 1983, 2, pp. 8-11. (Algemeen.) - Een fragment van de roman Ons bloed is rood verscheen in Adek 1983, 5, pp. 10-12. - NN., ‘Anton de Kom: Het volk dat zijn eigen geschiedenis niet kent, zal nooit uitgroeien tot een natie’; in: De Ware Tijd 4 juni 1983. (Over expositie Anton de Kom.) - NN., ‘Memre Papa de Kom’; in: De West 27 april 1985. (Over herdenkingsavond.) - Roy MacDonald, Anton de Kom Op het kruispunt van twee werelden (Anton de Kom Universiteit van Suriname, z.p. [Paramaribo] 1986). (Historische brochure.) - Alphons Levens, ‘Eindelijk een straat naar Anton de Kom vernoemd’; in: Pipel 8-15 mei 1981. - Corly Verlooghen, ‘Strijden ga ik: gedichten van De Kom’; in: De West? datum onbekend. - Igor Cornelissen, ‘“Wij slaven van Suriname” van A. de Kom herdrukt Een zuivere revolutionair hekelt het kolonialisme’; in: Vrij Nederland 6 november 1971; ook in: Informa 15 nov. 1971. - J. van de Walle, ‘Wij, slaven van Suriname weer in de belangstelling’; in: Amigoe? datum onbekend. (Over het auteurschap van Wij sllaven van Suriname.) - Freke Vuijst, ‘Surinaamse aanklacht tegen blanken op toneel’; in: Vrij Nederland 17 juni 1972. (Over de toneelbewerking van Wij slaven van Suriname.) - Igor Cornelissen, ‘Wie schreef “Slaven van Suriname”?’; in: Vrij Nederland 12 december 1973. - NN., ‘Boekbespreking Wij slaven van Suriname’; in: Toeka juli/augustus 1978.

Judith de Kom

- Andries de Jong, ‘Gesprekken met vier Surinaamse dichters “Zoek mij in rijst zonder toespijs”’; in: De Nieuwe Linie 8 maart 1975. (Interview.)

Rudi Kross

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Kees van der Maas, ‘“Surinamer zijn is een en al gespletenheid”’; in: Brabants Nieuwsblad 4 september 1976. (Interview.)

Kwaku Montri

- NN., ‘Twee maal André Naarden’; in: Opbouwkrant mei 1975. (Over Opete en Ujamaa.)

Kwame Dandillo

- Robin Ravales, ‘Een dichter is dood: In memoriam Kwame Dandillo (Pieter Polanen)’; in: De Ware Tijd 10 september 1970. - NN., ‘Buschauffeur niet schuldig aan dood Pieter Polanen en anderen’; in: De Ware Tijd 3 november 1970. - Michiel van Kempen, ‘Omdat ik ben wat in mij is’; in: De West 21 juni 1986. (Over Palito.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 294

Giesla Lecton

- Michiel van Kempen, ‘Poëzie over de schaarste’; in: De Ware Tijd 4 september 1986. (Over Puwema.)

Johan Alphons Lenz

- Elvira Rijsdijk, ‘Opwekkende boodschappen in Sranantongo en Nederlands’; in: De West 17 oktober 1984.

Rudolf van Lier

- Menno ter Braak, ‘De “cynici”’; in: Verzameld Werk 7 Kronieken (G.A. van Oorschot, Amsterdam 19802, pp. 188-194.) (Over Praehistorie.) - H.v.S., ‘Nieuwe verzen van R. van Lier: stem nog even pregnant’; in: Utrechtsch Nieuwsblad 6 juli 1974. (Over Rupturen.) - R.L.K. Fokkema, ‘Primaire poëzie van een ouderwordend heer’; in: Trouw; 31 augustus 1974. (Over Rupturen.) Zie ook aanvulling op p. 307.

Joseta de la Mar

- Michiel van Kempen, ‘Rechtvaardigt het Spaans een bundel?’; in: De Ware Tijd 10 januari 1987. (Over Son.)

Paul Marlee

- Krish Bajnath, ‘Interview met Paul Marlee’; in: Kalā (1986) nr. 1, pp. 4-6. - Shrinivasi, ‘Gedichten van P. Marlee’; in: Suriname 3 september 1969. (Over PH-7) - Mizpah, ‘Paul Marlee schrijft geslaagd “Proefkonijn”’; in: De West 3 februari 1986. - K. Bajnath, ‘Proefkonijn: revolutie in tijd en ruimte’; in: De Ware Tijd 2 juli 1986. - Michiel van Kempen, ‘De mislukking van een geslaagde roman’; in: SWI Forum jrg. 3, nr. 2, december 1986/januari 1987, pp. 60-78. (Over Proefkonijn.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Michiel van Kempen, ‘Van proefkonijn tot gefrustreerd konijn’; in: De Ware Tijd 6 december 1986. (Over Proefkonijn.) - Stencil met stellingen van Michiel van Kempen, Robby Morroy en Paul Nijbroek bij gelegenheid van de paneldiskussie over Proefkonijn, Stichting Wetenschappelijke Informatie 8 februari 1987.

Mechtelly

- NN., ‘Naakt zonder schroom’; in: Angalampoe 1e jrg., no. 4, 1 juni 1974. (Interview.) - NN., ‘Mechtelly: Eenmaal over de drempel’; in: De Vrije Stem 4 april 1975. (Interview.) - NN., ‘Mechtelly (Tjin A Sie)’; in: Tamara augustus 1977. (Interview.) - Michiel van Kempen, ‘Mechtelly en het editeren van volksverhalen; Goud uit het volk’; in: De Ware Tijd 7 augustus 1986. (Over Goud uit de Grond.)

Paul Middellijn

- Michiel van Kempen, ‘Vermist: Paul Middellijn’; in: De West 27 september 1986. (Over Sranan ju son/ Suriname jouw zon.)

Albert Mungroo

- Ewald Sluisdom, ‘Boekbespreking’; in: De Ware Tijd 12 juni 1982. (Over Een zucht uit het hart.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 295

Ruud Mungroo

- T[hea] D[oelwijt], ‘Afanaisa’; in: Suriname 24 oktober 1970. - A.J. Morpurgo, ‘R. Mungroo - Afanaisa’; in: De Ware Tijd juni 1970. - [Michiel van Kempen], ‘De eerste en de laatste zinnen’; in: De West 26 oktober 1986. (Over Afanaisa en andere verhalen.) - B. Jos de Roo maakt een aantal opmerkingen over Het raam op pp. 33-34 van De tijd zal het leren. zie nr. 0802. - Carla Tuinfort, ‘Ruud Mungroo's Tata Colin: Revo is niet van vandaag’; in: De Ware Tijd 10 april 1982.

Jit Narain

- Rabin Gangadin, ‘De zingever van de Sarnami-literatuur’;in: Mi Doro nr. 35-36, december 1981, pp. 22-24. (Algemeen.) - Michiel van Kempen, ‘Drie beelden van een land ver weg’; in: Bhāsā jrg. 4, no. 1, januari 1987, pp. 10-20. (Algemeen.) - K. Bajnath, ‘Een vraaggesprek met de dichter Jit Narain’; in: Aisa Samachar jrg. 4, no. 4, 1978, p. 25. (Interview.) - K. Bajnath, ‘Hoofdstuk IV: Jit Narain’; in: Een overzicht van de Sarnami literatuur (scriptie Leiden 1979, pp. 40-47). (Over Dal Bhat Chatni.) - Chan Choenni, ‘Jit Narain Blanke wijzers in zwarte klok jullie houden de tijd tegen’; in: Span'noe 3/4, 11e jrg., 1984, pp. 33-34. (Over Jatne ujjar joti/Hoe blanker het licht.) - Tom Rellum, recensie van Wie wil wonen aan de oever/Mange ghat pe jiwan jhele;in: OSO jrg. 4, nr. 1, mei 1985, pp. 109-113. (Vergelijking met Gajadins Kab ke yaad.) - Michiel van Kempen, ‘De dubbele immigratie van Jit Narain’; in: De Ware Tijd 25 juli 1985. (Over Wie wil wonen aan de oever/Mange ghat pe jiwan jhele.)

Imelda Oostburg

- NN., ‘Imelda Oostburg maakt gedichten vanuit een diep innerlijk gevoel’; in: Boskopoe 11e jrg., nr. 5, oktober/november 1985, p. 9. (Algemeen.)

Orlando

- NN. [= Wilfred Lionarons], ‘Onze misdaad van zwijgen; Het beste koopje’; in: Vrije Stem 21 maart 1969.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Michiel van Kempen, ‘Van mokerslag tot opgerold spandoek’; in: De West 15 november 1986. (Over Onze misdaad van zwijgen.) - [Truus] R[adha] P[ancham], ‘Nieuwe kinderversjes: Popki patu 2’;in: De West 18 oktober 1986. Zie ook aanvulling op p. 307.

Eddy Pinas

- Michiel van Kempen, ‘Bij de walm van kokolampu’; in: De West 5 juli 1986. (Algemeen over de poëzie.)

Rudi Pinas

- NN., ‘Rudi Pinas maakt bevrijdende gedichten’; in: Boskopoe 10e jrg., nr. 4, mei 1984, p. 20. (Over Zonder geldige toegangskaart.) - Astrid Roemer, ‘Poëziedebuut Rudi Pinas “Zijn verzen zwijgen”’; in: Jere 11e jrg., nr. 67, april 1985, p. 4. Ook onder de titel ‘Rudi Pinas; Veel noten op zijn zang’ in Boskopoe 11e jrg., april/mei 1985, p. 17. (Over Zonder geldige toegangskaart,)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 296

Hugo Pos

- René T'Sas, ‘Hugo Pos: Het verklanken van onstuimige gevoelens is voor mij niet weggelegd’; in: HN-Magazine jrg. 42, nr. 24, 14 juni 1986, pp. 6-9. (Interview.) - Michiel van Kempen, ‘Verhalen van een gepensioneerd raadsheer’; in: De West 20 september 1986. (Over Het doosje van Toeti.)

Quetzal Latino

- Eddy Charry, ‘Nieuw theaterstuk van Gado-Tjo: geëngageerd maar niet zwaarmoedig’; in: Jere 9e jrg., nr. 57, mei 1983, p. 5.

Rita Rahman

- NN., ‘Rita Rahman en Ludwig van Mulier wonnen Van der Rijn prijs’; in:? - NN., ‘Uitslag van der Rijnprijs 1970’; in: De West 18 januari 1971.

Munshi Rahman Khan

- Krishnedat Bajnath, ‘Rahman Khan: de grondlegger van de schriftelijke traditie’; in: Aisa Samachar 4e jrg. (1978) no. 8, pp. 17-19. - K. Bajnath, ‘Hoofdstuk I: Rahman Khan’; in: Een overzicht van de Sarnami literatuur, scriptie Leiden 1979, pp. 5-29. - NN., ‘Herdruk gedichtenbundels’; in: Aisa Samachar 10 jrg., april 1984, no. 3, p. 19. (Over herdruk Doha Shikshavali en Gyan Prakash.)

Amersingh Ramman

- NN., ‘Ambassadeur van India ontvangt dichters en schrijvers’; in: De West 26 maart 1985. (Over Phoelon ke pancchie.)

Rappa

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Wim Rutgers, ‘Incest-motief in vlotte roman uit Suriname’; in: Amigoe 4 november 1983. (Over De vlek uit het verleden.) - Elvira Rijsdijk, ‘Fromoe Archie van Rappa: volhardend in puweriel stadium’; in: De Ware Tijd 14 november 1984. - Michiel van Kempen, ‘Over fluitjes, pindadopjes, kanonnetjes en mannekes pis’; in: De Ware Tijd 22 november 1986. (Over Fromoe Archie)

Sophie Redmond

- De inleidingen van S.A.S. Mitrasing-Sitalsing en Thea Doelwijt bij de door Thea Doelwijt verzorgde uitgave van Vier toneelstukken (1972). - NN., ‘Focus op een Surinamer/Focus on a Surinamer - Dokter Sophie Redmond’; in: Suralco Magazine maart 1975, pp. 24-25. - Thea Doelwijt & Marijke van Geest, ‘De inspiratie van Sophie Redmond’; in: OSO jrg. 3, nr. 2, december 1984, pp. 235-241. - De theaterproduktie van Thea Doelwijt Een dikke zwarte vrouw als ik (1984) is grotendeels opgebouwd uit teksten van Redmond. - Michiel van Kempen, ‘De betrokkenheid van een arts-toneelschrijfster’; in: De West 14 juni 1986. (Over Grontapoe na asitere.)

Eugène Rellum

- Michiel van Kempen, ‘Een schaduw in het revolutionaire vuur’; in: De West 11 oktober 1986. (Over Oembra foe Sranan.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 297

Bernhard Rensch

- Michiel van Kempen, ‘De teloorgang van een vertellerstalent’; in: De Ware Tijd 9 augustus 1985. (Over Jager op groot Wild.)

Astrid Roemer

Zie de scriptie van Chiel Kattenbelt e.a. nr. 0472. - NN., ‘Astrid Roemer, een “zwarte” schrijfster met een groot wit lezerspubliek’; in: Internationale Samenwerking 5, 12 april 1985, pp. 16-17. (Algemeen.) - Michiel van Kempen, ‘De beweging is gebleven, maar het zwaartepunt ligt anders - De poëzie van Astrid Roemer’; in: Kalā jrg. 1 (1986) nr. 1, pp. 9-14. (Algemeen over de poëzie-ontwikkeling: Sasa, En Wat Dan Nog?! en NoordzeeBlues.) - NN., ‘Wie, wat en hoe is Astrid Roemer’; in: De Ware Tijd 21 augustus 1976. (Interview.) - Loes de Fauwe, ‘Astrid Roemer ruikt racisten op afstand’; in: Het Parool 2 september 1982. (Interview.) - Carla Tuinfort, ‘Astrid Roemer, een Surinaamse schrijfster boordevol talent en temperament’; in: De Ware Tijd 19 augustus 1982. (Over een ‘liederatuur’-performance.) - NN., ‘Astrid Roemer debuteert met gedichtenbundel’; in: De Vrije Stem 24 juni 1970. (Over Sasa.) - A.J. Morpurgo, ‘Zamani - Sasa’; in: De Ware Tijd 25 juli 1970. - NN., ‘Zamani's Sasa’; in: Ruku 4/5 september 1970. - Jac. B. Gutterswijk, ‘“Neem mij terug Suriname”’; in: De West 3 juli 1974. - Lotta Ruskamp, ‘“Waarom zou je huilen mijn lieve, lieve...”’; in: Span'noe 4e jrg. no. 1, januari/februari 1977. - Hugo Pos, ‘Zwart feminisme en extatische liefde’; in: Het Parool 30 april 1982. (Over Over de gekte van een vrouw.) - Meiling Chen Sui Sui, ‘Over de gekte van een vrouw’; in Kalā jrg. 1 (1986) nr. 1, pp. 7-8. - Wim Rutgers, ‘“Omdat Niets Bestaat dan Een-Zaam-Heid”’; in: Amigoe 29 juni 1984. (Over Nergens ergens.) - J. Nemans, ‘“Paramaribo” muziektheater vol nostalgie’; in: Haagsche Courant 24 mei 1982. - NN., ‘Musical “Paramaribo, Paramaribo” kreeg enthousiast applaus’; in: Boskopoe 8e jrg., nr. 6, juli 1982, pp. 6-7. - Chandra van Binnendijk, ‘Orsyla Meinzak van “Purple Blues”: “De moed van die vrouw in dit stuk wil ik doorgeven aan de mensen”’; in: De Ware Tijd 23 juli 1986. (Over de toneelbewerking van The Purple Blues.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 René de Rooy

- Hugo Pos, ‘In memoriam René A. de Rooy’; in: Sticusa journaal 4e jrg., no. 8, 31 december 1974, pp. 12-13. - NN., ‘Van Nederlands naar Papiaments’; in: Amigoe 15 februari 1980. (Over de Stoep-poëzie van De Rooy/Marcel de Bruin.) - B. Jos de Roo, ‘Verworpen vaderland’; in: Amigoe 17 augustus 1979. - Frank Martinus Arion, ‘Geen witte vlag’; in: de Volkskrant 17 november 1979. (Over Verworpen vaderland.) - Wim Rutgers, ‘“Soy hombre de honor”’; in: Amigoe 29 december 1979. (Over Verworpen vaderland.) - Hugo Pos, ‘Vloekpsalm van een minnaar’; in: Het Parool 12 oktober 1979. (Over Verworpen vaderland.) - Ruud de Witt, ‘René de Rooys Verworpen vaderland’; in: Vrije Stem 2 februari 1980.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 298

Cefas van Kossem

- E.W. Wong-Loi-Sing. ‘Cees van Rossem, een vreemde eend in onze Surinaamse bijt?’; in: De Ware Tijd 23 november 1984. (Over Origineel,)

Rovali

- NN., ‘Het boek Ria’; in: De Vrije Stem 13 februari 1973. - Satdip Singh, ‘Gedichten’; in: Aisa Samachar 8e jrg., no. 2, april 1982, pp. 20-21. (Over Uiteen.)

Muriël Sanches & Luciën Bendt

- NN., ‘Boskopoe foe Adjidakondre’; in: Aisa Samachar 8e jrg., no. 10, januari 1983, pp. 27-28. (Bespreking theaterproduktie.)

Mani Sapotille

- Paul Minkjan, ‘De twee gezichten van Mani Sapotille’; in: De Ware Tijd 14 september 1985. (Over Het tweede gezicht.) - Michiel van Kempen, ‘Wie is Mani Sapotille?’; in: De West 4 oktober 1986. (Over Het tweede gezicht.) - Mantoorni Jiaw, ‘“Een juweel van een boek”’;in: De Ware Tijd 29 november 1986. (Over Het tweede gezicht.)

Johanna Schouten-Elsenhout

- Hugo Pos, ‘Pracht-poëzie in assepoester-taal’;in: Het Parool 3 november 1973. (Over Surinaamse gedichten.)

Dee Sharm

- NN., ‘Etterende haat’; in: Aisa Samachar 10e jrg., mei 1984, no. 4, p. 16.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Shrinivāsi

- NN., ‘Surinaamse dichter bezoekt zijn land’;in: Suriname 1 augustus 1967. (Algemeen.) - Marianne Oostendorp, ‘Dichter uit noodzaak’; in: Veluwepost 14 december 1977. (Algemeen.) - G.W. Rutgers, ‘Het vaderland van de dichter’; in: Bange dagen ca. 1979, pp. 19-21. (Algemeen.) - Wim Rutgers, ‘Shrinivâsi: dichter van Suriname’; in: Ons Erfdeel 4/83, september-oktober, pp. 521-525. Ook in Dubbeltje lezen, stuivertje schrijven (Oranjestad/Den Haag 1986, pp. 64-70). (Algemeen.) - P. Marlee, ‘Shrinivasi in analyse’; in: De West 26 januari 1985. - Henry Habibe, ‘Interview met Surinaamse dichter Shrinivasi’; in: Amigoe 24 april 1972. Ook in: Sticusa journaal 2e jrg., no. 4, 15 juli 1972, pp. 14-15. - Andries de Jong, ‘Gesprekken met vier Surinaamse dichters “Zoek mij in rijst zonder toespijs”’; in: De Nieuwe Linie 8 maart 1975. - Satish Varma, ‘Suriname ke bharatvansi; interview met de dichter Shrinivasi’; in: Dharmayug (weekblad) Bombay (India) 22-28 augustus 1976. - Jos de Roo, ‘Shrinivasi? Suriname's bekendste dichter’; in: Amigoe Kerstkrant 1985. (Interview.) - Jos de Roo, ‘Surinaamse dichter Shrinivasi: “Ik wil dichtend het vergezicht van de komende harmonie tonen”’; in: Trouw 26 januari 1985. (Interview.) - NN., ‘Currieprijzen uitgereikt’; in: Vrije Stem 8 februari 1975.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 299

- NN., ‘Gedichten’; in: de Volkskrant 28 oktober 1975. (Over Shrinivasi's poëzie in de Tweede Kamer.) - Thea Doelwijt, ‘Martinus Lutchman biedt Suriname gedichten aan’; in: Suriname 1964? (Over Anjali.) - Corly Verlooghen, ‘Het debuut van Shrinivasi; Menslievende, vaderlandse en godsdienstige gedichten.; in: De West 31 augustus 1965. (Over Anjali.) - Michiel van Kempen, ‘Palet van waarheid en twijfel’; in: De West 24 november 1986. (Over Anjali.) - Hugo Pos, ‘Shrinivasi: poëzie van de verzoening’; in: Het Parool 17 mei 1969. (Over Pratiksha.) Dit artikel heeft de latere beeldvorming rond Shrinivasi's poëzie sterk bepaald. - J. van Zanten, ‘Bij het werk van een Surinaamse dichter’; in: De Ware Tijd 30 mei 1969. (Over Pratiksha.) - Michiel van Kempen, ‘Is Shrinivasi wel die dichter van de ontmoeting?’; in: De West 1 december 1986. (Over Pratiksha.) - A.J. Morpurgo, ‘Dilakar’; in: De Ware Tijd 6 april 1970. - Evo, ‘Dilakar’; in: De West 18 april 1970. - Michiel van Kempen, ‘Schrijven tegendraads het geluk’; in: De Ware Tijd 6 december 1986. (Over Dilākār.) - T[hea] D[oelwijt], ‘Eén minuut stilte’; in: Suriname 16 december 1970. - Michiel van Kempen, ‘De geseling van het woord’; in: De Ware Tijd 20 december 1986. (Over 1 minuut stilte.) - Thea Doelwijt, ‘Phagwa van Shrinivasi’; in: Suriname 10 maart 1971. - Michiel van Kempen, ‘Proza rond Nieuw-Amsterdam’; in: De Ware Tijd 27 december 1986. (Over Phagwa en ander proza.) - Max Nord, ‘Een ontdekking uit Suriname’; in: Het Parool 20 februari 1971. (Over Wortoe d'e tan abra.) - Michiel van Kempen, ‘De stralen van de zon’; in: De Ware Tijd 13 december 1986. (Over Om de zon.) - Hugo Pos, ‘Suriname-poëzie’; in: Het Parool 29 maart 1975. (Over Oog in oog.) - Hans Warren, ‘Nederlandse poëzie van oosterse oorsprong’; in: Provinciale Zeeuwse Courant 10 september 1977. (Over Oog in oog.) - Michiel van Kempen, ‘Portret van Latijns-Amerika’; in: De Ware Tijd 10 januari 1987. (Over Oog in oog.) - Hugo Pos, ‘Suriname in poëzie en in volkswijsheden’; in: Het Parool 18 maart 1978. (Over Vrijgevig als altijd.) - Madhuri Pherai, ‘Shrinivasi: Vrijgevig als altijd’; in: Geldersche Courant 1979. - Michiel van Kempen, ‘Van angst en onvolkomenheid’; in: De Ware Tijd 17 januari 1987. (Over Vrijgevig als altijd.) - Hugo Pos, [bespreking van Een weinig van het andere]; in: Trouw 24 januari 1985. - NN., ‘Nederlandse uitgeverij brengt bloemlezing gedichten Shrinivasi uit’; in: De Ware Tijd 30 januari 1985. (Over Een weinig van het andere.) - Hans Warren, ‘Eenzaten - poëzie van Shrinivasi, Fondse, Ouwens’;in: Provinciale Zeeuwsche Courant 16 februari 1985. (Over Een weinig van het andere.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - NN., ‘Shrinivasi, dichter van de ontmoeting’; in: De West 8 juli 1985. (Over Een weinig van het andere.) - Wim Rutgers, recensie van Een weinig van het Andere; in: OSO jrg. 4, nr. 2, dec. 1985, pp. 260-262. - Gharietje Choenni, ‘Shrinivasi heeft hoop dat het goed komt met het Surinaamse volk’; in: Weekkrant Suriname 13 september 1986. (Over Een weinig van het andere.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 300

- Roy Westzaan, ‘Enige accenten in de poëzie van Shrinivāsi’; in: Kalā 2, december 1986, pp. 13-19. (Over Een weinig van het andere.) Zie ook aanvulling op p. 307.

Rini Shtiam

- K. Bajnath, ‘Hoofdstuk III: Rini Shtiam’; in: Een overzicht van de Sarnami literatuur, scriptie Leiden 1979, pp. 31-39. (Algemeen.) - NN., ‘Soerdjan Parohi (Schrijversnaam: Rini Shtiam)’; in: Bhāsā) jr. 1, no. 3, mei 1984, pp. 44-45.

Sylvia Singh

- Astrid H. Roemer, ‘Gedichten voor de kleine uren’; in: Boskopoe 8e jrg., nr. 6, juli 1982, p. 16. (Over Feelings.)

Swami Singh

- Juan H.K. Codrington, ‘Groot enthousiasme in het Caraibisch gebied; Swami Singh en groep terug van tournee’; in: Aisa Samachar 4e jrg. (1978) no. 7, pp. 5-6. - NN., ‘Nieuw Surinaams kinderboek’; in: De West 21 december 1979. (Over Swami Singh vertelt.) - Juan H.K. Codrington, ‘Nieuw Surinaams kinderboek’; in: Kompe 4e jrg., no. 1/2, 1980, pp. 12-13. (Over Swami Singh vertelt.) - NN., ‘Swami Singh op tournee door Suriname’; in: Aisa Samachar 7e jrg., no. 6, dec. 1981, pp. 17-18.

John Slagveer

- Lia van de Pas, ‘Surinaams: manja in plaats van appel?’; in: De West 10 juni 1985. (Over Gespannen borsten om te beminnen.)

Jozef Slagveer

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Jan Voorhoeve, ‘Aisa in Coronie’;in: Vrije Stem 16 april 1970. (Algemeen over Slagveers poëzie.) - NN., ‘Nieuwe maatregelen tegen Slagveer; Aktueel stopgezet; Informa weg bij Apinti’; in: Vrije Stem 6 oktober 1972. - T[hea] D[oelwijt], ‘Gedichten in pamflet’; in: Suriname 6 september 1969. (Over Tigri Fadon Oen Wiki.) - R. Russel, ‘De verpletterde droom; een tour de farce’; in: Kolibri jrg. 1 (1972) no. 2, pp. 7-11. - NN., ‘Jozef Slagveer schreef “Een vrouw zoals ik”’; in: De Ware Tijd 26 maart 1981. - NN., ‘Jozef Slagveer schreef: De nacht van de revolutie’; in: De West 11 augustus 1980.

Michaël Slory

- Robin Ravales, ‘Michael Slory is terug’; in: De Ware Tijd 1 september 1970. (Algemeen.) - NN., ‘Dichters hoek’; in: Aktueel 24 november 1979. (Algemeen.) - Krish Bajnath, ‘Interview met literatuurprijswinnaar Michael Slory’; in: Kalā 2, december 1986, pp. 20-22. - NN., ‘Michael Slory na 23 jaar Sranang tongo gedichten’; in: De Ware Tijd 15 oktober 1984. (Interview & over Fresko leri mi den tra odo.) - E.N.K [etwaru], ‘Haken en aanhalingstekens bij Djewal persad’; in: Bhāsā jrg. 2, no. 1, dec. 1984, pp. 27-29. (Over het gedicht Gi djewal persad.) - NN., ‘Michael Slory winnaar Literatuurprijs 1983-1985’; in: De West 19 augustus 1986.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 301

- NN., ‘Prijs voor Michel Slory’; in: De Ware Tijd 20 augustus 1986. (Over de Literatuurprijs 1983-1985.) - N.N., ‘Minister Li Fo Sjoe constateert onvoldoende productie Surinaamse literaire werken’; in: De West 20 augustus 1986. (Over de uitreiking van de Literatuurprijs 1983-1985 aan Slory.) - Paul Marlee, ‘Kan je een condor vergelijken met een struisvogel of een kolibri met een cheeta?’; in: De Ware Tijd 4 september 1986, ook in De West 5 september 1986. (Kritiek op de toekenning van de Literatuurprijs 1983-1985.) - Michiel van Kempen, ‘De Literatuurprijs van Suriname’; in: De Ware Tijd 1 november 1986. (Over de toekenning van de Literatuurprijs 1983-1985 aan Slory.) - J.H. Slagveer, ‘Michael Slory in zijn “Brieven aan Ho Tsji Min”’; in:? 1963. - Michiel van Kempen, ‘Michael Slory schept het klassieke liefdesgedicht in het Sranantongo’; in: De Ware Tijd 10 & 11 december 1985. (Over Efu na Kodyo Efu na Amna Efu na Romeo Efu na Julia Amir... nanga...) - Rappa, ‘Rond Michel Slory’; in: De Ware Tijd 15 november 1986. (Over Fresko leri mi den tra odo.) - Michiel van Kempen, ‘Rattenvanger zonder kinderen’; in: De Ware Tijd 21 maart 1987. (Over A no tru San mi e si drape? A no tru?)

Glenn Sluisdom

- Corly Verlooghen, ‘Glenn Sluisdom: veelbelovend dichter’; in: De West 12 juni 1973. Ook in: Sticusa Journaal 3e jrg. (1973) no. 5, 15 augustus 1973, p. 15. (Algemeen.) - Michiel van Kempen, ‘Wie durft er in tomaten te knijpen?’; in: De West 19 juli 1986. (Over ‘Ze’.)

Soecy (Gummels)

- Michiel van Kempen, ‘Oh, wat doet het mij toch pijn, want ik weet dat jij ook schrijnt’; in: De Ware Tijd 15 september 1986. (Over Gedichten voor jou...mij...en ons allemaal en About love and life and...their ecliptic realities.)

S. Sombra

- Michiel van Kempen, ‘Een stem door Abra-Broki’; in: De West 12 juli 1986. (Over Dagwe.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Barbara Stephan

- Thea Doelwijt, ‘Barbara Stephan met proza en poëzie’; in: Suriname november 1970. (Over een ruiker in krantepapier.) - A.J. Morpurgo, ‘Barbara Stephan: Een ruiker in krantenpapier’; in: De Ware Tijd 3 november 1970. - Michiel van Kempen, ‘Oktopus verslindt vrouw’; in: De West 17 mei 1986. (Over Een ruiker in krantepapier.)

J.P. Kaulesar Sukul

- Pt. Haldhar Mathuraprasad, ‘In memoriam dr. Kaulesar Sukul’; in: Dharm-Prakash jrg. VI, no. 2, september 1980, pp. 20-21. Zie ook aanvulling op p. 307.

Surianto

- Meiling Chen Sui Sui, ‘“De geur van melatie” (Aruming melathi)’; in: De Ware Tijd 2 februari 1987.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 302

- Michiel van Kempen, ‘Een gerafelde melatievlag’;in: (te verschijnen). (Over Aruming melathi/De geur van melatie.)

Surinaams Volkskultureel Assemblee

- NN., ‘Vrijheidsgedichten - A dé sa kon!’; in: Jere 9e jrg., nr. 56, april 1983, p. 7.

Alex Alphons Sweet

- Frits Wols, ‘De Laatste Surinaamse Schoolmeester’; in: Kompe 5e jrg., nr. 7, 1981, p. 11. (Over Strijd voor een betere mentaliteit.)

Trefossa

Zie de scriptie van Long Him Nam, nr. 0545. In Ala poewema foe Trefossa zijn studies opgenomen van Ronny Klimsop, Paul Rodenko, Jan Voorhoeve en Albert Helman. - NN., [Hans Warren?], titelloos artikel; in: Provinciale Zeeuwse Courant 8 februari 1975, (Algemeen.) - Fred W. Ormskirk, ‘Nog iets over Henny de Ziel’; in: Vrije Stem 18 februari 1975. (Algemeen, o.a. over De Ziels pseudoniem.) - V.A. February in African Literature Today, vol. 12, London 1982, pp. 204-211. (Algemeen.) - Henk Heinen, ‘Wortoe di e tan abra. In memoriam Trefossa’; in: De West 19 februari 1975. - Hans Breeveld, ‘Henny F. de Ziel (Trefossa) en het woord Srefidensi’; in: De Ware Tijd 24 augustus 1984. - H.G. Welles, ‘Henny F. de Ziel en het woord “Srefidensi”. Beschouwing van drs. J. Breeveld bekeken door H.G. Welles’; in: De West 7 september 1984. - [Paul] Marlee, ‘Trefossa’; in: De West 29 november 1984. (Algemeen.) - Michiel van Kempen, ‘Traditie en compositie; Trefossa's “Kopenhagen” & “Maanavonden”’; in: Bhāsā jrg. 3, no. 1, januari 1986, pp. 34-41, no. 2, maart 1986, pp. 17-22, no. 3, mei 1986, pp. 9-12. - Wim Rutgers, ‘Trefossa, De Ziel van de Surinaamse poëzie’; in: Amigoe 31 oktober 1977. (Over Ala poewema.) Zie ook aanvulling op p. 307.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Vene

- NN., ‘Venetiaan van geboorte... padvinder tot minister’; in: Tori 1ste jrg., nr. 10, 1979, pp. 28-35. (Algemeen; hoofdzakelijk over de staatsman.) - Benjamin S. Mitrasingh, ‘Afoe Sensi loopt te hard van stapel met “Wi pasi”’; in: Aisa Samachar 3e jrg. (1977) no. 9, pp. 20-21. (Over Wi pasi op tekst van Ronald Venetiaan en Edgar Cairo.)

Corly Verlooghen

Achter in Juich maar niet te vroeg (1979) is een lijst van bronnen m.b.t. de documentatie over Corly Verlooghen opgenomen. Met uitzondering van de vier met een sterretje gemarkeerde artikelen, is geen van de onderstaande publikaties in die lijst opgenomen. - NN., ‘Corly Verlooghen protesteert tegen Apinti's spreekverbod’; in: Vrije Stem 8 oktober 1971. - NN., ‘Corly Verlooghen komt in JPF; Taak als politiek dichter is voorbij’; in: Amigoe 20 juni 1978. (Algemeen.) - NN., ‘Corly Verlooghen’; in: Suriflex aug.-okt. 1978, pp. 29-33. (Algemeen; diverse pers-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 303

stemmen.) - NN., ‘Surinaamse auteur Corly Verlooghen op Curacao’; in: Beurs- en Nieuwsberichten mei 1961. (Interview.) - NN., ‘Dichter verkoopt op markt “Surinamiteit”’; in: De West 27 juli 1970. (Interview.) - R.F. Kross, ‘In gesprek met Corly Verlooghen; Een generatie op zoek naar poëzie’; in: Algemeen Handelsblad 6 oktober 1972. (Interview.) - NN., ‘Filmportret van Rudy Bedacht’; in: De Ware Tijd 10 oktober 1970. (Over een documentaire van Benny Ooft en Gerard van der Meijden.) - H[enk] D[oelwijt], ‘Rudy Bedacht verlooghend’; in: Vrije Stem 13 april 1983. (Over Verlooghens vertrek naar Bonaire en over De jeugd zingt.) - Loulou, ‘Corly Verlooghen als Nationalistische dichter “De held van Guyana” ’; in: De Vrije Stem 2 oktober 1965.* - Thea Doelwijt, ‘Nieuwe Surinaamse boeken’; in: Suriname 9 juli 1970. (Over De glinsterende revolutie.)* - NN., ‘Corly's “Glinsterende Revolutie” gunstig ontvangen; Boycot van Algemeen Handelsblad’; in: De West juli 1970. - A.J. Morpurgo, ‘Corly Verlooghen De glinsterende revolutie’; in: De Ware Tijd 15 september 1970. - T[hea] D[oelwijt], ‘Corly Verlooghen De leba is gevangen’; in: De Ware Tijd 2 november 1977.* - Wim Rutgers, ‘De droom van komen en gaan in Suriname’; in: Amigoe 24 februari 1978. (Over De leba is gevangen.)* - Wim Rutgers, ‘Een verloren zoon teruggekeerd’; in: Amigoe 21 maart 1980. (Over Juich maar niet te vroeg.) - Michiel van Kempen, ‘Het geval Verlooghen’; in: De West 2 augustus 1986. (Over Juich maar niet te vroeg.)

Dolf Verroen & Nannie Kuijper

- Orsine Nicol, recensie van Ons Surinaamse ik; in: OSO jrg. 4, nr. 2, december 1985, pp. 262-264.

Bea Vianen

Zie de studie van De Roo, nr. 0802 en de scripties van Paltan Tewarie-Gobardhan, nr. 0668, en Schmidt, nr. 0841. - Wim Rutgers, ‘De Surinaamse schrijfster Bea Vianen; Vechten voor Vrijheid tussen Vaderland en Moederland’; in: Ons Erfdeel 2/1980, pp. 250-257. Ook in Dubbeltje lezen, stuivertje schrijven (Oranjestad/Den Haag 1986, pp. 71-82). (Algemeen.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - John Jansen van Galen, ‘De boeken van Bea Vianen “Ik moest ze schrijven om niet aan heimwee kapot te gaan”’; in: Haagse Post 25 april 1972. (Interview.) - Henk Heinen, ‘Een boeiende studie over Bea Vianen's eerste roman’; in: De West 26 (of 28?) november 1974. (Over De Roo, De tijd zal het leren.) - Bea Vianen, ‘Over nonnen en straffen’; in: Avenue literair juli 1969, pp. 159 e.v. (Proza.) - NN., ‘Cautal... een bundeltje van Bea Vianen’; in: De Ware Tijd 6 maart 1965. - W.A.M, de Moor, ‘Het moeilijke bestaan in de Surinaamse smeltkroes’; in: De Tijd 6 september 1969. (Over Sarnami, hai.) - Paul de Wispelaere, ‘Sarnami, hai van Bea Vianen vrouwelijk roman-debuut’; in: Het Vaderland 13 september 1969. - Kees Fens, ‘Het noodlot van de herhaling; Mooi debuut van Bea Vianen’; in: de Volkskrant 4 oktober 1969. (Over Sarnami, hai.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 304

- Adriaan Morriën, ‘Nuchterheid en gevoeligheid in romandebuut van Bea Vianen’; in: Het Parool 4 oktober 1969. (Over Sarnami, hai.) - Sim Teunisse, ‘Oprechtheid in romans van Bea Vianen’; in: Haarlems Dagblad 23 september 1972. (Over Sarnami, hai & Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - NN., ‘Bea op haar best in Strafhok’; in: De Vrije Stem datum onbekend (1971.) - Hans Warren, bespreking van Strafhok; in: Provinciale Zeeuwse Courant 27 maart 1971. - J. van Doorne, ‘Het verscheurde Suriname’; in: Trouw 3 april 1971. (Over Strafhok.) - Hugo Pos, ‘Een dapper boek over Suriname zonder lendendoek’; in: Het Parool 6 juni 1971. (Over Strafhok.) - NN., bespreking van Strafhok; in: De Ware Tijd 12 juni 1971. - Anneke van Luxemburg, bespreking van Strafhok; in: Haarlems Dagblad 21 juni 1971. - NN., bespreking van Strafhok; in: de Gelderlander 26 november 1971. - Michiel van Kempen, ‘De roman “Strafhok” en zijn lezers’; in: Kalā nr. 2, december 1986, pp. 5-12. (Analyse met receptie-onderzoek.) - Hans Warren, ‘“Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan”, derde roman van Bea Vianen’; in: Provinciale Zeeuwse Courant 8 april 1972. - Ab Visser, ‘Bericht uit de West’; in: Leeuwarder Courant 15 april 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Eva Hoornik, ‘Bea Vianen raakt niet uitgeschreven over haar land: Troosteloos Suriname’; in: Algemeen Dagblad 27 mei 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - J. van Doorne, ‘Surinaamse tragiek’; in: Trouw 3 juni 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Hugo Pos, ‘Verlangen vaar vrijheid bij Bea Vianen’; in: Het Parool 10 juni 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Frans van Seutendaal, ‘Surinaamse herfst van een jeugd’; in: Nieuwe Gazet 21 juni 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Rico Bulthuis, ‘Geen romantiek voor Suriname’; in: Haagsche Courant 30 juni 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Gerrit Komrij, ‘Jong proza en belegen proza’; in: Vrij Nederland 8 juli 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Leo Willems, ‘Met een lege maag onder de tropenzon’; in: De Groene Amsterdammer 25 juli 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Beb Vuyk, ‘Te voet op weg’; in: Elsevier 2 september 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Maud Cossaar, ‘Bea Vianen heeft weer iets recht te zetten’; in: De Gooi- en Eemlander 18 september 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - André Demedts, ‘Jeugd uit Suriname’; in: De Standaard 29 september 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Paul de Wispelaere, ‘Traditioneel, maar voortreffelijk’; in: Het Vaderland 30 september 1972. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Fred de Swert, bespreking van Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan; in: Gazet 2 april 1973.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Margaretha Ferguson, ‘De techniek van het weinige en van het teveel’; in: Het Vaderland 9 maart 1974. (Over Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan.) - Hans Warren, ‘“Het paradijs van Oranje” vierde roman van Bea Vianen’; in: Provinciale Zeeuwse Courant 29 september 1973. - Ab Visser, ‘Beeld van Surinamer contra Hollander’; in: Leeuwarder Courant 6 oktober 1973. (Over Het paradijs van Oranje.) - J. van Doorne, ‘De hel van Suriname’; in: Trouw 13 oktober 1973. (Over Het paradijs van Oranje.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 305

- Gabriël Smit, ‘De Nederlandse droom van Surinamers’; in: de Volkskrant 20 oktober 1973. (Over Het paradijs van Oranje.) - FvB, ‘Surinamer in Nederland of “Paradijs van Oranje”’; in: Utrechtsen Nieuwsblad 21 november 1973. - Hugo Pos, ‘Ontheemdenparadijs’; in: Het Parool 24 november 1973. (Over Het paradijs van Oranje.) - Rico Bulthuis, ‘Pamflet overwoekert Bea Vianens roman’; in: Haagsche Courant 6 maart 1974. Overgenomen in De Ware Tijd 8 maart 1974. (Over Het paradijs van Oranje.) - B. Jos de Roo, ‘Over Bea Vianen: Het Paradijs van Oranje’; in: De Ware Tijd 18 mei 1974. - A.C.M.Th., ‘Poëzie: bewegen en stilstaan’; in Brabants Nieuwsblad 10 april 1975. (Over Liggend stilstaan bij blijvende momenten.) - Karel Soudijn, ‘Vormen van onbehagen’; in: NRC Handelsblad 2 mei 1975. (Over Liggend stilstaan bij blijvende momenten.) - Jules Welling, ‘Suriname hoofdthema in poëzie van Bea Vianen’; in: Eindhovens Dagblad 24 mei 1975. (Over Liggend stilstaan bij blijvende momenten.) - Michiel van Kempen, ‘Bea Vianen en het menselijk recht op de twijfel’; in: De West 28 juni 1986. (Over Liggend stilstaan bij blijvende momenten.) - Hugo Pos, ‘Bea Vianen: gekweld’; in: Het Parool 11 mei 1979. (Over Geen onderdelen.) - I. Sitniakowsky, ‘Bea Vianen en het uitzichtloze leven in Suriname’; in: De Telegraaf 18 mei 1979. (Over Geen onderdelen.) - Pierre Spaninks, ‘Het gat van Suriname’; in: de Volkskrant 23 juni 1979. (Over Geen onderdelen.) - Hans Warren, ‘Nieuwe roman van Bea Vianen’; in: Provinciale Zeeuwse Courant 23 juni 1979. (Over Geen onderdelen.) - Wim Rutgers, ‘De revolutie als droom’; in: Amigoe 29 juni 1979. (Over Geen onderdelen.) - Han Jonkers, ‘Bea Vianen blijft een Surinaamse’; in: Eindhovens Dagblad 28 juli 1979. (Over Geen onderdelen.) - L. Trappeniers, ‘Bittere Surinaamse samenleving’; in: De Nieuwe Gazet 9 januari 1980. (Over Geen onderdelen.) - Rabin Gangadin, ‘Veerkrachtige agressiviteit’; in: De Nieuwe Linie 2 december 1981. (Over Geen onderdelen.) - NN., ‘Bea Vianens mirror’; in: Kollektief 1e jrg., nr. 4, juli 1984, pp. 18-10. (Over Geen onderdelen.)

Leonore de Vries

- Henk Heinen, ‘Leonore de Vries Op zoek naar eigen jeugdlectuur’; in: De West 15 juli 1975. - P. Slot, ‘Mijn eigen telboek’; in: Kompe 6e jrg., nr. 7/8, 1982, p. 4.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Aldert Walrecht

- Thea Doelwijt, ‘Eerste Surinaamse literatuur-boek “Het goud van Suriname”’; in: Suriname 6 juni 1970.

Don Walther

- Elvira Rijsdijk, ‘Walther Donner in Suriname’; in: De West 15 oktober 1984. (Algemeen.) - NN., ‘Surinaams leven in de Romans van Don Walther’; in: De Ware Tijd 6 oktober 1984. (Over The politicians.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 306

Julian With

- Leonard Ornstein, ‘Dichter Julian With: “Voor mij is het Surinaams-Nederlands van Edgar Cairo een soort papagaisme, het lijkt wel apentaal’; in: Vrij Nederland 20 november 1982. (Interview.) - L.A., ‘Hoe Surinaamse auteurs overleven; een literaire avond rond Julian With’; in: Boskopoe 7e jrg., juni 1981, p. 15. - NN., bespreking van De onvermijdelijke splijting; in: De Ware Tijd 16 augustus 1980. - Michiel van Kempen, ‘De frustraties van doctorandus Julian S. With’; in: De West 18 oktober 1986. (Over Nabijheid verkleint de afstand niet.) Zie ook aanvulling op p. 307.

Frits Wols

- Peter de Lange, ‘Een stil Surinaams schrijver; De twijfels van Frits Wols’; in: Groot Vlaardingen/De Maaskoerier 30 juli 1981. (Interview.) - J. van de Walle, ‘Frits Wols: Beeldhouwer van het abstrakte’; in: Suriname datum onbekend. - NN., ‘De aarzelende stappen van een dichter’; in: periodiek en datum onbekend. (Over Beeldhouwer van het abstrakte.) - Woka Okoyo, ‘Beeldhouwer van het abstrakte (1967); Gedichten door Frits Wols’; in: periodiek en datum onbekend. - Michiel van Kempen, ‘Een studentikoze toon’; in: De West 1 november 1986. (Over Beeldhouwer van het abstrakte.) - Dew Baboeram, ‘Frits Wols' Buitenvrouw’; in: Kompe 2de jrg., no. 8, september 1978, pp. 5-6. Reactie van Wols hierop ‘Frits Wols: recensie is een aantijging’ in Kompe 2de jrg., no. 9, oktober/november 1978, p. 14. - NN., ‘Dichter stelt Suriname centraal’; in: De Havenloods datum onbekend. (Over Surine cyclus.)

Dorothee Wong Loi Sing

- NN., ‘Surinaamse won literatuurwedstrijd’; in: De West 29 maart 1985. - Michiel van Kempen, ‘De produktiviteit van een dikke schrijfster’; in: De West 6 september 1986. (Algemeen en over Zwarte muze, witte creoolse.)

Zapata Jaw

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 - Lucia Nankoe, ‘Zapata Jaw congaspeler, drummer, componist en dichter’; in: Adek 9e jrg., nr. 10/11, juli 1982, pp. 8-10. (Algemeen.)

Henk Zoutendijk

- Chandra van Binnendijk, ‘In memoriam: Henk Zoutendijk’; in: De Ware Tijd 22 september 1986. - NN., ‘Henk Zoutendijk overleden’; in: De Ware Tijd 22 september 1986. - Mizpah, ‘Odi gi Henk Zoutendijk’; in: De West 23 september 1986. (In memoriam.) - De leden van de toneelvereniging Mamio, ‘Bij het overlijden van Henk Zoutendijk’; in: De West 24 september 1986 en De Ware Tijd 25 september 1986.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 307

Aanvullingen

Trudi Guda

- Henna Goudzand, ‘Pleidooi voor de Liefde’; in: De Ware Tijd 10 april 1981. (Over Vogel op het licht.)

Rudolf van Lier

- Max Nord, ‘Het literaire leven van R.A.J. van Lier’; in: B.F. Galjart, J.D. Speckmann, J. Voorhoeve (eds.), “Een andere in een ander”; Liber amicorum voor R.A.J. van Lier (Instituut Culturele Antropologie en Sociologie der Niet-westerse Volken, Rijksuniversiteit Leiden, Leiden 1982, ICA-Publicatie No. 52, pp. 291-307). (Algemeen met primaire bibliografie.) - Michiel van Kempen, ‘Ergens, maar het daglicht onthult niet waar; Rudolf van Lier 1914-1987 in memoriam’; in Kalā nr. 3, juli 1987. - J. Greshoff, ‘“Praehistorie” waarop geen historie volgt’; in: Nieuwe Courant 18 december 1946. (Over Praehistorie 1944 & 1946.)

Orlando

- Michiel van Kempen, ‘Welkome Kinderversjes van Orlando Emanuels’; in: De Ware Tijd 11 augustus 1986. (Over Popki patu 1.)

Shrinivāsi

- Michiel van Kempen, ‘De overgrenze bewegingen van Shrinivāsi’; in: Bhāsā jrg. 4, juli 1987. (Over het komen en gaan-motief in de poëzie.)

J.P. Kaulesar Sukul

- NN., ‘Een Surinamer vertaalde het goddelijk lied’; in: De Ware Tijd 11 april 1981. (Over Bhagawadgita-vertaling.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Trefossa

- G.W. Rutgers, ‘De dichter Trefossa en de Surinaamse literatuur’; in: Ons Erfdeel 21ste jrg., (1978), nr. 3, pp. 333-341. Ook in: Dubbeltje lezen, stuivertje schrijven (Oranjestad/Den Haag 1986. pp. 44-57). (Algemeen.)

Julian With

- Peter Schuhmacher, ‘Een liefhebber van de harde polemiek’; in: NRC Handelsblad 22 april 1987. (Over het proces rond Zwart racisme bestaat niet.) - Geert Koefoed, ‘Julian With, een eenling die blijft communiceren’; in: Weekkrant Suriname 31 juni - 6 februari 1987. (Over Zwart racisme bestaat niet.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 309

Register

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 311

In dit register zijn opgenomen alle in dit boek voorkomende persoonsnamen en pseudoniemen, uitgeverijen, periodieken, kranten, thema's en een groot aantal begrippen. Eveneens zijn opgenomen - in kursieve letter - de titels van uitgaven en de series waarin deze eventueel zijn verschenen. Een sterretje* geeft aan dat een item meer dan één maal op de betreffende pagina voorkomt. Getallen met vier cijfers verwijzen naar de Bibliografie van als afzonderlijke uitgave verschenen publikaties 1970-1985. Om praktische redenen is afgezien van het afdrukken van leestekens als trema's, accenten e.d. A B D Poewema 0639 A bonoeman e waka nanga waka 56 A de sa kon! (... de dag zal aanbreken!) 302, 0962 A fri fu mi Pipel zie De Bevrijding van MIJN VOLK A Gaan Faja Na Sanbedumi 0114 A Girl, a Frog and a Petticoat 0189 A manual for the treatment of Acute Diarrhoea 1095 A no mena a no boboi, ma... 0912 A no tru San mi e si drape? A no tru? 301 A nowtoe foe mi ai/In de nood van het aangezicht 286*, 0220 A ogii wataa meti (Het monsterachtige waterdier) 1002 A sowtoe 0774 A toli foe a ogii M'ma (Een verhaal over een gemene vrouw) 0107 A Toli foe Manti (Het verhaal van de maan) 0989 A Toli fu a Ogii M'ma 0107, 0665 A., L. 306 Aadj ke India log ke rahan tjalan (Hoe men leeft in het India van vandaag) 0233 Aalders, Stephanus 0001 Aan jou de bloemen. Voor mij het geweer 0426 Aansluiting gemist 291, 0385

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 A baisa is niet mijn naam 120, 0778 Abaisa, R. 102*, 103, 0936 Abango en andere verhalen 0270 Abena, Paul zie Anebah Odjah Abendanon - Hymans, E. 0371 ABN zie Nederlands (taal) About love and life and... their ecleptic realities 301 Abrahams, A. 0428 Academie voor Communicatie Wetenschappen zie Academie voor Hoger Kunst - en Cultuuronderwijs Academie voor Hoger Kunst- en Cultuur-Onderwijs 64, 87*, 93, 94*, 0049, 0319 Accord, Marcel H. zie Marac Accord, Sheila 1075 ACER (Afro-Caribbean Education Resource Project) 1104 Achebe, Chinua 81 28 Surinaamse Liedjes 1076 Adek (Anton de Kom) Schrijver en Patriot ‘Wij slaven van Suriname’ 1898-1945

285, 286, 287, 292, 0492 Adek (tijdschrift)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 312

70, 95, 143, 152, 291, 292, 293*, 306 Adek zie Kom de, Cornelis Gerard Anton Adhin, Herman S. 0022, 0858, 0860 Adhin, Jnan Hansdev 9*, 13, 23, 25*, 27, 31, 33*, 35, 37, 40, 41*, 74, 76*, 92, 94, 124*, 141*, 142*, 147, 148, 169, 283*, 290, 0002-0053, 0602, 0833, 0858, 0860, 0950 Adoebe lobi/Alles tegen alles 134, 285*, 0206 Adriaanse, H.J. 0541 Advertentieblad van de Republiek Suriname 0845 Afanaisa en andere verhalen 57, 295*, 0618, 0620 Afanti, Chinua (Ps. van Doornkamp, John) 84*, 104, 116, 0054-0056, 0252, 0868, 0870 Afdeling Cultuurstudies (MINOWC) 97*, 142, 169, 0110, 0304, 0603, 0883 Afdeling Landbouwvoorlichting L.V.V. 0572 Afi-kofie zie Publishers- and artspromotionburo ‘afi-kofi’ Afoe sensi (Dobru) 0274 Afoe sensi (Isselt) 0430 Afoe Sensi (toneelgroep) 122, 302, 0337 Africa and the Caribbean: The legacies of A Link 140 African Literature Today 302 Afrika (thema) zie roots (Afrika) Afrikaanse letterkunde 26, 80, 101, 105, 117, 121 Afrontoe Kina-De 122 afschaffing slavernij zie emancipatie dag (thema) Afstand bewaren 134, 0651 Afval en dorre bladeren 83 Agerkop, Terry 0299, 0304, 0512, 0603 Ahlbrinck, W. 0290, 0318

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Ai Santo Boma 49, 54, 57* Aid and dependence; The case of Suriname 110 Aisa Samachar (tijdschrift) 54, 70, 76, 125, 140, 141*, 142, 283*, 284, 285, 289*, 292*, 295, 296*, 298*, 300*, 302 Aisa winti. Suriname's culturele achtergronden 122, 0853 Ajai, Asoinda 0096, 0097 Akanamba (ps. van Licht, Arthur A.M.) 25, 120, 0057-0062 Akkal, B. 141 Akoeba 116, 120, 0579 Akoerio (taal) zie Akulyo Aktuaprint 68 Aktueel (tijdschrift) 300 Aktueel Press 68, 286, 300, 0884, 0892, 0895, 0896 Aktueel-Kollektief 0892, 0895 Aku bladjar numpak sepida (Hoe ik leerde fietsen) 0800, 0801 Akulyo (taal) 23 Ala poewema foe Trefossa 38, 74, 115, 130, 140, 302*, 0994 Alassa 0057 Albee, Edward 55 Alberga 68, 0749-0759, 0768-0771 Alberga, Gerard

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 313

148, 0749, 0752-0754, 0756, 0758, 0759, 0768-0770 Albert Helman 290 Albert Helman, de eenzame jager 68, 75, 91, 117, 291, 0575 Albert Helman. Zuid-Zuid-West 1053 Albitrouw, Izaak 0063, 0064 Aldus Uitgevers 0394, 0531 Alexander-Vanenburg, Friede 0299 Alfa '84 107 alfabetisatie 107 Alfabetiseringsserie in het Aukaans 0106, 0107, 0119, 1001, 1011 Alfabetiseringsserie in het Djoeka/Aukaans 0118, 0987, 0988 Alfabetiseringsserie in het Karaibs 0554, 0556, 0948, 0949 Alfabetiseringsserie in het Saramaccaans 0096, 0097, 0098, 0101, 0420, 0517, 0679, 0815, 0816 Alfabetiseringsserie in het Sarnami Hindoestani 0102, 0170-0173, 0175-0177, 0549, 0954 Alfabetiseringsserie in het Sranan Tongo 0144, 0174, 0361, 0362, 0471, 0640, 0641, 0983-0985 Alfaisie, Alwin James 0244 Alfonsparochie 169 Algemeen Beschaafd Nederlands zie Nederlands (taal) Algemeen Bureau voor de Statistiek 0787 Algemeen Dagblad (krant) 304 Algemeen Handelsblad (krant) 303* Algemene Culturele Zaken 63, 169, 170, 0479 Algemene Middelbare School 101, 109, 110 Algemene Onderwijs Bibliotheek 169

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Algoe, Anita 1074 Alibaks, Toefail 1073 Alika nan koba bylhedin to pero sabe konoko Lokon 0193 Alika than khabaja besonoan kakythibia 0194 Alika than pero besonan kakythibia wadili myn 0195 Alisoeprapto, Romero 1075 Aliyumale 0424 Alladien, Goelam Rasoel 0065, 0066, 0067 Allard-de Kom, Judith zie Kom de, Judith Allas, Hesley 286 Alledaags racisme 161 Alles tegen alles zie Adoebe lobi/Alles tegen alles 134 Alles wat je van je vader leert zie Den Sani Di I D'da E Leli Joe Alomi-Jaba zie Culturele Vereniging Alomi-Jaba Alonki 0449, 0450, 1118 Alons, Carel 0797 Als by heldere hemel zie Sranang 25 februari- 3 maart 1980 Als by heldere hemel Als ik mijn land betreed 131, 0871, 0874 Als je hoofd is geboord 58, 0223 Aluman, Nardo 119, 0068 Aluman, R-N.S. 119, 0069 Alwart, Roger 0016

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 314

Amaduju 0659 Amania, Humberta 0420 Amatrgali, Danny 0315 Amatsoemarto, Oemar 127 Amerindian Songs from Surinam zie Indiaanse liederen uit Suriname Amersfoort van, Hans 291 Amigoe (krant) 73, 285, 286*, 287, 288, 291*, 292, 296, 297*, 298*, 302*, 303*, 305 Amirkhan, Asaf 0319 Ammersingh zie Raman, Amersingh Ammersingh-Mungra, Sita P. 75, 148, 289, 290, 0070-0074 Amoida, Akodjono 0553 Amoida, Apeninge 120, 0075, 0076, 0077 Amoida, Dii 120, 0078 Amoida, Donisi 120, 0079-0086 Amoida, Fanjen 120, 0077, 0087-0093 Amoida, Jaifolo 0828 Amoida, Magda 0828 Amoida, Molion 0096, 0097 Amoida, Nollia 1073 Amoida, Samo(e) 43, 120, 0094-0099 Amoida Tiini 120, 0077, 0100, 0101, 0828 AMS zie Algemene Middelbare School Amson van, F.W. 0008 Amson van, Orlando F. 0049, 0096, 0299, 1073 An undergraduate comparative literature course on literature, race and politics in the Caribbean

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 77, 92, 0573 Ana en Opo leren nederlands 0484, 0485, 0486 Anales del Caribe (tijdschrift) 92 Analyse van een crisis. Suriname februari 1973 0889 Analyse van een gedicht 0545 Analyse van Thea Doelwijts Wajono 0359 Analyse van Wajono - Thea Doelwijt 0654 Anansi en de koeien zit Anasi ku dee kau Anansi en die andere beesten 0532 Anansi ke khiessa (Anansi verhalen) 0552 Anansi kontra masra Bobo, masra Babari, misi Fes'keki, misi Sabiman nanga masra Kon-Flaw 116 Anansi nanga Freifrei nanga tra ondrofeni tori 0470, 0471 Anansi nanga Kownoe 0361 Anansi verhalen zie Anansi ke khiessa Anansi-Tori 287, 0268, 0269 Anansi-tori's. Rol en functie van het Surinaamse sprookje 57, 77, 0799 Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld 148, 0531 Anansi; volksverhalen uit Suriname 0165 anansitori 57*, 58, 93*, 101, 118, 143, 147, 149*, 167, 0311, 0364 Anansi ku dee kau (Anansi en de koeien) 0673 Anansi ta-pii toobi 0075 Anbeek, Ton 32

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 315

Ande ande lumut 127 Anebah Odjah (Ps. van Abena, Paul) 0244 Angalampoe (tijdschrift) 294 Anita 1073 Anjali 38, 299*, 0864, 0874 Anne Marie zie Pinas, Lucien Siegfried Anoep, Ramharakh 1073 Antheunis, Ronald A. 0894 anti-kolonialisme (thema) 117-118. 138* Antoe, Lila 125, 0102, 0169-0172, 0177, 0549 Antoine, Alphons 0424 Anton de Kom zijn leven en werk 292, 0500 Antonius, Pearl 1075 Apaki 0058 Aphrodite 0467 Apinti, Radio. 56*, 57, 101, 300, 302 Apollo's R & U zie Apollo's Reklame & Uitgeversburo Apollo's Reklame & Uitgeversburo 50, 67, 111, 0417, 0419, 0434, 0684-0709, 0820, 0930, 0943, 0945 Arabisch (taal) 23*, 128 Arabische vertellingen 128 Arapahta 0473 Arapahte 0473 Araraparupee jiweehtoponpe araraparupo 0669 archieven 12, 65 Arduin, Hillianthe

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 132 Arena Budaja (toneelgroep) 127 Argueta, Manlio 0191 Argus Elsevier 0311 Arion, Frank Martinus zie Martinus, Frank Arische Vereniging Arya Dewaker 0243, 0456 Arkieman, Tj. 31, 0290 armoede (thema) 82, 103, 131*, 143* Arms of love 0431 Aron, Riek 78 Arowakken 119 Arowaks(taal) 23 Arron, Henck A.E. 105*, 107, 116, 0858, 0860, 1014 Art Incorporation 109 Artist, A.R. 0371 Arts Inc. 0624, 0625 Aruming melathi (De geur van melatie) 301, 302 Arya Dewaker zie Arische Vereniging Arya Dewaker Arya Samaadj 0738 Arya, U 141 Asa (hoop) 132, 287*, 0234 Asafo 0231 Asekende, Da Kelema 120, 0103-0107 Asekete 119, 0590 Ashante (vrouwenkrant) Ashante (vrouwenkrant) 70, 124

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 316

Ashetu, Bernardo (Ps. van Ommeren van, Hendrik Carel) 38, 283*, 0543, 0718, 0863, 0868, 0870, 0944, 0986 Ashruf, G. 0334 Asinei, Kalinoo 0108, 0109 Asjantenoe Sangodare zie Slory, Michael Arnoldus Asmawidjaja, Pamin 93, 127, 0110 Aspasja 50, 51, 69, 84, 94*, 136, 138, 0111-0113, 0346, 1067 Aspasja Prozaprijsvraag 1982 0113 Asramani zie Sedoc, Nellius Otmar Astonoe, Ruben 0106 Asturias, Miguel Angel 101 Atamygano Warery 119, 139*, 0068 Athenaeum-Polak & Van Gennep 32 Atman 28, 39, 47, 86, 90, 103, 289*, 0070 Aucaans (taal; zie ook Ndyuka) 25 Aucaanse Bijbelvertaling Comite 1013 Aucaanse Puwema's 0711 Aucaners 120* audiovisueel materiaal 11 Auguste, John 0315 Augustin, David 0315 Aula 80, 101, 109, 121, 139 Autar, Geeta 1073 Autar, Gieta 1073 Autar, Krishna 70, 0728 auteursrechten

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 49, 85 Avenue Literair (tijdschrift) 39, 70, 101, 161, 303, 1033 Avinash, Girdhari 1072 Avonden aan de rivier 39, 132 Avonturen aan de Wilde Kust. De geschiedenis van Suriname met zijn buurlanden 75, 109, 291*, 0386 Avonturen met Anansi de Spin 0502 Avonturen van Kira en Kisa 148, 284*, 0135 Aware Panpira 0940 Awassa, Astonoe Ruben 120, 0114-0119 Awese 38 Ayodhyapati 125 B. Malhoe 0286 B.v., F. 305 Ba Anansi Woi! Woi! Woi!/Die dood van Spin 116, 136, 0207 Ba Uzi 52, 117, 288 Baaa ku baaa Mati ku mati 0834 Baag, Gustaaf Armand E. 0120, 0978 Baart, W.J.H. 93 Baas de, P.D. 0894 Baboeram, Dew 73, 285, 306 Baccha, het ezeljong 147 Backyard Promotion 0600 Bahu bhi beti hai 126, 0730 Bajnath, Kries (ook Krish)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 317

41*, 54*, 77*, 80, 124, 126, 127, 131, 140, 141*, 157*, 283, 292*, 294*, 295*, 296*, 300*, 0050, 0121 Bakaa kontu 2 0836 bakadyari (leven) (thema) 121*, 131 Bakker, Bert 42 Bakuba (toneelgroep) 55, 117 Bakuku-Babuba zie Het koninkrijk Ijmond Bal, Mieke 19, 32 Balak, Roepnarain zie Rovali Balans van een coup. Drie jaar ‘Surinaamse revolutie’ 111 Baldew, Errol 0005 Baldewsingh, Djietnarain zie Narain, Jit Baldewsingh, Rabin S. (Ps. van Baldewsingh, Satnarain) 25, 80, 125, 141*, 143, 157, 283*, 0050, 0122, 0334 Baldewsingh, Satnarain zie Baldewsingh, Rabin S. Balen Roetoe ‘Baru’ zie Hiwat, Etienne J.R. Balker, Henry J. 0302 Ballade in klank en kleur 39 Bandja→Krosi 0674 Bange dagen (tijdschrift) 298 Bank Notes. De Pers in Perspectief 93 Bansidhar, Ramchander 125 Banwarie, K. 0169-172 Bapa Becara Kya Kare 126 Bapa, Abeli 0825 Bar poeroe 287, 0256 12 Siektjha bharie kahaanie (12 verhaaltjes waar we wat van kunnen leren) 0951 Barnard, Henk 148, 167

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Barron, Gerrit Julius Markus 48*, 50*, 52, 53, 54, 58, 63, 64, 67, 68, 69, 83, 86, 87, 90, 91, 108*, 117, 134, 138*, 148*, 149*, 150*, 152*, 169, 283, 284, 0123-0139, 0191, 0205, 0255, 0474, 0868, 0978, 0991 Bartelink, Egbert Jacobus 0294, 0311 Bartels, Paul 0111 BARU Production 0413 Baru zie Hiwat, Etienne J.R. Basant Mahaholi Parwa 0745 Basdew, Sharla 1075 Basispers zie Stichting Basispers Basoeki Sastrohartoyo, H.S. 0593 Baugh, Edward 162 Bazuin-Huisman, Jantje Engelina 27, 167, 0140 Bean, Sharon 0474 Bedacht, Rudi zie Verlooghen, Corly Bedek je schande; Suriname van binnen uit 91, 102 Beejen, Lame 0141 Beeldende kunst in Suriname 0360 Beeldende vorming op school 0465 Beeldhouwer van het abstrakte 39, 306* beeldmateriaal zie iconografie beeldromans 10 Beerends, Hans 110 Beet de, Chris

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 318

0476 Behn, Aphra 75, 96*, 291*, 0311, 0390 Behr, Bram 58, 107, 108 Beitler, James 68, 0142 benardheid/uitzichtloosheid (thema) 132-133, 137 Bendt, Lucien 298* Benjamin, Johan Evert (ps. van Sluisdom, John) 67, 108, 157, 0143, 0334 Bennebroek Gravenhorst, J.W. 0371 Benschop, John Edward 0422 Benthem van den Bergh van, G. 0335 Bentram-Matriotte, Hella zie Helman, Albert beoordeling zie waarde-oordeel Beraad voor het Nederlands Volksleven 0799 Berchem, Michel 13, 169 Berenstein, Ricardo F. zie Luguro, Vree L. Berg van den, W.A. 0541 Berghout, Rob 108, 138, 152 Berichten uit het bosland (1864-1870) 0476 Bernadine, Hilda 0470, 0471 Bernadine, Melany 0470, 0471, 0982, 0984 Bernadine Ursie 0144 Berrenstein, Jozef Johannes Rudolf 30, 71, 117, 149, 284*, 0145-0147, 0244 Bestuur Shri Krishna Mandir 0043 Beudeker, A. 0428 Beurs- en Nieuwsberichten (krant) 303 Bevrijd mijn volk

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 1079 bevrijding (thema) 108 Beweging van Kritische Leerkrachten 0501, 0525 Beyer, Miklos 0315 Beyer, Noraly 0299 Bezinning en strijd 0530 Bhagavad-Gita zie Shrimad-Bhagavad-Gita Bhagavadgita 54, 76, 307, 0048, 0311, 0956 Bhagwant, S. 1074 Bhai (Ps. van Ramlall, James) 12, 22, 30, 39, 41, 54, 71, 81, 84, 85, 89, 90, 95, 124*, 129*, 284*, 0148, 0149, 0192, 0205, 0244, 0846, 0863, 0868, 0870, 0872, 0965, 0986 bhajan 0036, 0311, 0655 Bhajan-Prakash 0036 Bhakt Prahlad 126 Bhasa (tijdschrift) 23, 25, 33, 70, 74, 80, 82, 92, 95, 124*, 125, 127, 140*, 141*, 142*, 157, 283, 287, 289*, 295, 300*, 302, 307 Bhavishya/Toekomst 0307 Bhikharie, Premnath zie Prempuri Bhondu, Premanand zie Premanand Bibliografie Instituut voor Taalwetenschap/Bibliography Summer Institute of Linguistics 94 Bibliografie van Suriname 41, 139, 147, 170 Bibliography Summer Institute of Linguistics zie Bibliografie Instituut voor Taalwetenschap bibliotheekwezen 37, 40, 60*, 62, 63, 93, 94 Biere, Suryapersad

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 319

70, 124, 284*, 0731, 0833 Biervliet, H.A. 285 Bies de, Renata L.C. 0999 Bievre De, Paul 167 Bigi dorsi 49 Bihari, B. 0950 Biharising, S. 1074 Biharisingh, B. 0022 Bij Anoekoe in het bos 86, 0129, 0138 Bij de boer op bezoek 0582 Bijbel zie christendom Bijdragen voor de Taal-, Land- en Volkenkunde 142 Bijl, Willem 0728 Bijlhout, Bernadette 0894 Billiton International Metals 1014 Binnendijk van, Chandra 92, 148, 283, 297, 306, 0299, 1120 Binnendijk van, H. 37, 40, 92, 0008 Bipat, Radikumar 1073 birha (biraha) 141*, 0311 Biswakon & Biswakon 0514 Biswamitre, C.R. 69, 0371 Biswane, E.O. 119, 0150, 0151 Biswane, F.R. 119, 0152, 0153 Biswane, N.M. 119, 0154-0156 Bittere strijd zie Sarka

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 BKL zie Beweging van Kritische Leerkrachten Blaaspijp, Louis Julien Henny 0157, 0157a Black and White 57 black power-beweging 121 Black wind spirit 1104, 1110 Blagrove, Benito 0315 Blaka bakra 1041 Blanca, R. Harrold zie Tecumseh Blanker, Hugo L. 58, 93, 0158, 0191, 1090 Blauw 0966 Blaw Kepanki (Ps. van Kemble, Oscar Ludwig) 69, 108*, 111, 117, 134, 138*, 157, 284*, 0159-0164, 0255, 0334, 0868, 0870, 0978 Bleijert, Ernest 0474 Bleu, P. 1075 Blijd, Yvonne 0319 blijspel 56, 123 Blindeninstituut 0269, 0460, 0461, 1050 Bloeddruppels op mijn kussensloop 134, 0125 Bloem Edities 0282, 0288 Blom, Esther 289 Blom, John 0336 Blue Elephant 1016 Bluegrass 0263 Bobo, Rene 58, 0673 Boef den, August-Hans 286* Boeginees

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 320

39 Boek over Suriname zie Hele Sulinam lo pohneptop, itetop Poto pona pampilan male boekenclub (zie ook Maina, Surinaamse boekenclub) 61, 0780 boekendepot die depot Boekhandel Univers 169 Boekoe foe jeepi den sama di leli sama leisi anga sikiifi a ini Okanisi Tongo 1011 boekverzorging 85* boekwinkel 60, 67*, 87 Boer de, Liesbeth 1072, 1073 Boer de, Peter 290* boeroes 128 Boers, A.C.M. 57, 0165 Bohn, Scheltema & Holkema 32 Bokkesprongen 0504 Boksteen, Eileen 1081, 1083 Boland, E. 0106, 0119 Bolivar Editions 67, 94, 0237, 0238, 0302, 0360, 0449, 0450, 0463, 0620, 0622, 0977, 1087 Bolk, Jan-Diderik 110 Bondhu, Premanand zie Premanand Bongodoti 0666 Boni (bosnegerstam) 120 Boni (Hokstam) 118, 0414 Boni (ps. Van?) 0166 Boni (verzetsheld) 116, 118*, 0656 Boni Abaisa (Ps. van Hoogvliet, E.) 54

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Bonifoto 0902 Bonoo, Sitla 70 Boodschappen uit de zon Gedichten 1965-1980 38, 67, 123, 0274 Boogaart van den, Jacquelien 290 Book I - From India 0181 Boom, Henk 110 Boomen van den 68, 0782 Boomsma-Monpellier, J.E. 1118 Boonman-Tjoe Nij, Martha Ilse 53, 82, 90, 118, 128, 129, 284*, 0134, 0167, 0191, 0587, 0846 Bor v.d., David 1075 Borgers, Gerrit 0847 Borges, Jorge Luis 27 Boropata's 131, 0570 Bos mi esesi 1 0331 Bos mi esesi 2 Mi na sma sani 0258, 0331 Bos Verschuur, Wim 31 Bosboom, Frans 77, 0472, 0793 Bosch, Albertina Laura (Tineke) 0050, 0085, 0086, 0093, 0098, 0168-0177, 0552, 0673, 0837, 0951, 0954 Boseman 0405 Boskopoe (tijdschrift) 70, 91*, 284, 290*, 291*, 295*, 297, 300, 306 Boskopoe foe Adjidakondre

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 321

298 Boskopoe Man 0557 Boskopoedron 39 boslandcreolen 46, 58, 82, 119*, 122, 139*, 140 Boslandcreolen in Suriname 139 bosnegertalen 25 Bosse van, Djinti zie Djinti Bottse, Lawrence 0315 Bouterse, Desi(re) Delano 106*, 110, 0899 Bovam 0956 Bovenkerk, F. 161 Boze poes, experiment met illustreren 1103 Braaf, Jamilla 0178 Braak ter, Menno 294 Braam, Delano 40, 0333 Braam, Harold 0729, 1117 Braat, L.P.J. 0370 Brabants Nieuwsblad (krant) 293, 305 Bradjmohan 39, 0040 Bradley, Nel 39, 67, 0290 Brandon, R. 1094 Brandpunt (weekblad) 107, 109, 135 Brazil, Lucien 0179 Bre-Nancy's Dream 0188 Breeveld, Amie

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 57 Breeveld, Hans 147, 302* Breeveld, Linde 169 Breeveld, Waldie 169 Breinburg, Petronella 69, 151, 285*, 0180-0190, 0290 Bresser, Jan Paul 288 Brewster, John 0244 Brieven aan de guerilla 38 Brieven aan Ho Tsji Minh 27, 38, 301 Brill, E.J. 141, 142, 0002 Bro (kollektief) 0525 Bro (tijdschrift) 21, 33, 69*, 95, 152, 0191 Brockway, James 1014 Broek van den, Joop 167 Broko den skotoe 132, 0580 Broko na boei 0560 Broko na bui 104, 0562, 0563 Broko Sweti 116 Brokositon/Puin 285, 0202 Brokstukken uit de Surinaamse dierenwereld 0407 Bromki foe Sranan 0339 Bronnen voor de Studie van Bosneger Samenlevingen 0063, 0064, 0476 Brouwer, Elly 137 Brouwer, Feikje 0824 Brouwers, Jeroen 73 Brown, Nannie

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 322

0962b Brown, Nonnie 50 Brug, LeoNel J.P. 0422 Bruijning, C.F.A. 0311 Bruin Brood en Spelen; Paramaribo! Paramaribo! 77, 0472 Bruin de, Marcel zie Rooy de, Rene Andre Brulin, Tone 150 Bruma, Eddy Johan 24, 41, 75, 104, 121, 122, 132, 0290, 0311, 1037 Bubberman, F.C. 0548 Buddingh', C. 0881 Budike, Fred 161 Bueno de Mesquita-Bromet, A.M. 0371 Buiten voor de deur 0468 Buitenvrouw 129, 306, 1087 Buku u heepi dee sembe dee ta-lei sembe lesi ku dee Lesi buku a Saamaka tongo (Deel 1)/Handleiding voor instrukteurs bij het leesonderwijs in de Saramaccaanse taal. Behorend bij Lesi buku a Saamaka tongo 0096 Buku u heepi dee sembe dee ta-lei sembe lesi ku dee Lesi buku a Saamaka Tongo (Deel 2)/Handleiding voor instrukteurs bij het leesonderwijs in de Saramaccaanse taal. Behorend bij: Lesi buku a Saamaka tongo. Deel 2. 0097 Bulkboek 91, 0226a, 0944 Bulte, Ineke 92 Bulthuis, Rico 304, 305 Bunu ku Hogi 1 0087 Bunu ku Hogi 2 0088 Bureau Volkslectuur zie Volkslectuur, Bureau Bureau voor Openbare Gezondheidszorg 169, 1088, 1092, 1095

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Buren 55 Burleson, H.L. 287 Buschkens, W.F.L. 0371 Butner, C. 147 Buyne, O. 0975 Bzzlletin (tijdschrift) 40, 41, 66, 70, 96*, 111, 159, 162*, 0192, 0965 BZZToH 37, 0192, 0965 C., J. 0962b cabaret 31, 56*, 116, 118*, 132, 0311 Cabaret Revo 0242a Cabolefodo, T.L. 119, 0193, 0194, 0195, 0196 Cahier van het Instituut voor de Opleiding van Leraren te Paramaribo 0575, 0997 Cahiers van De Populier 0205 Cairo, Edgar Eduard 24*, 32*, 33*, 37*, 39, 40, 41, 45, 48, 51, 53*, 54*, 57*, 58*, 60*, 68*, 72, 73, 74*, 75, 77*, 89, 90, 92*, 94*, 96*, 97, 106, 107, 111*, 115, 116, 118*, 119, 121, 122*, 123, 124, 130, 131, 134*, 135*, 136, 140*, 155, 156*, 160*, 161, 162, 285-287, 0192, 0197-0229, 0232, 0239, 0320, 0335, 0863, 0868, 0870 Calix 0510 Cambridge University Press 1036

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 323

Cameron, W.I. 291 Campagne, Astrid 0005, 0016 Campagne, Rik 0005 Campbell, E.E. 0371 Campbell, Marion 0455 Campbell, W. 1084 Camping, Henk 0192 Candani (Ps. van Rajkumar, Asha) 141, 0319 Capelle van, H. 54, 57, 0230, 0290, 0311 Caprino, Errol 94, 0112 Caprino, Hans 59, 62, 66, 116, 117 Caribbean Review (tijdschrift) 142 Caribisch gebied/literatuur 12, 13, 19, 25, 31, 46, 51-53, 63, 69, 77, 91*, 92*, 96*, 97, 120, 140, 160, 161*, 162 Carifesta 52*, 91, 0273, 0299, 0586, 0587, 0854, 0872 Carifesta 1981 Barbados Suriname 0587 Carifesta Forum An Anthology of 20 Caribbean Voices 52 Carpentier, Alejo 27, 96 Carrilho, Sharon 1073 Carrilho-Fazal Alikhan, Carmen 151* Casa de las Americas 52, 0134, 0498a Cassifro (Ps. van Castillion, Jules) 0978 Caster, Ronny M. 0894 Castillion, Jules zie Cassifro

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Catalogus 1986 Catalog 170 Cautal 39, 303 Cautal Dilbahar 0604 CBS 0353 Ceccon, Claudius 0455 Cederboom, Claudio 0315 Celliano (Ps. van Grootfaam, Leonard Eduard) 0231, 0868, 0870 Celtak (Ps. van Tjong A Kiet, C.) 106, 0309 censuur 93, 105, 106, 108 Centraal Venster, Uitgeverij 0409 Centrum Anton de Kom 1038 Centrum voor Caraibische Studies/Instituut voor Culturele Antropologie Rijksuniversiteit Utrecht 0063, 0064, 0476 Cesaire, Aime 120, 158 Chan, Robert 0315 Chanda mama 0878 Chandler, Gerzon J. 1072 Chandra Muktakavali 48, 0748 Changoe, R. 1074 Charles, J.B. 167 Charry, Eddy 32, 73, 91, 95, 152*, 284*, 296, 0232, 1086 Charuba 96 chautal 0024, 0041, 0311, 0415, 0860 Chautal & Ulara-Shubh Holi

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 324

0024 Chen Sui Sui, Meiling zie Wong Loi Sing, Dorothy Mathilde Cheng Ming Heng, Victoria 1073 Cherician, David 0267, 0273, 0278 Chey (Ps. van Thomassa, Sylvie) 50, 0111 Child of Two Worlds 81 Chileense lente 81 Chin A Foeng, A. 0371 Chin A Foeng, Jules Anthony zie Juanchi Chin On, Joyce 0595 Chin Ten Fung-Pitti, M. 0448 Chin, Nancy 0454 Chin-A-Tam, Haydee 0455 Chinees/Hakka-dialect (taal) 23 Chinese horoscoop 0283 Chinezen 45, 46, 115, 116, 120, 123* Chinua Afanti zie Afanti, Chinua Chitra 0001 Chiu Hung 123 Choenni, Alice 287, 0233 Choenni, Chan 73, 156, 295, 0334 Choenni, Ghargiwatie (Gharietje) 50, 70, 111, 115, 118, 124, 127, 132, 141*, 287*, 299, 0234, 0334, 0832, 0872 christendom 129*, 167, 0828 Chung Fa Dagblad (krant) 123 Cikal (tijdscshrift) 69, 76, 127, 142* Cirino, Andre Carolus

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 67, 119, 149, 0235-0238, 0290, 1025 Claus, Hugo 0335 Clemens, Piet 0391 Clenem, Sandra 0474 Coco, Julian 0806 Codjo, de brandstichter 54, 0782 Codrington, Juan H.K. 300* Coeners, De zie De Coeners Coleccion Nuestros Paises Serie Estudios 0498a Colenbrander, W. 74, 77, 285, 0239 Colibrant 0376 collectief 50* Collins, Rufus 97, 288 Columbia University Press 139 column 58*, 130 Comite Viering Zilveren Regeringsjubileum H.M. Koningin Juliana 0547 Commissie Herdenking 25 februari 0273a Commissie Literatuur (MINOWC) 64*, 65, 74, 77, 83, 91 comparatistiek 77 Comvalius, Stine 50, 134, 0962b Connelly, Mark 24 Consels plé en twintig andere anecdotes 0280a, 0281 Constandse, A.L. 0335 Contact 0496

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 325

Contemporary Caribbean: a Sociological Reader 109 contraliteratuur 10 Contributions to Anthropology 139 Cooman, Glenn 0319 Cornelissen, Igor 293* corpus 9, 20 corruptie zie protest tegen corruptie (thema) Cortazar, Julio 27, 81 Cossaar, Maud 304 Coulthard, George Robert 92 coup zie revolutie (25 februari 1980); Rambocus-coup Coutinho, Dick 32*, 161, 0232 Coutinho-Roelofs, Berthe R. zie Roelofs, Berthe R. Crahan, Margaret E. 140 Craig, S. 109 Creatieve Expressie 83, 1072-1075 creatieve expressie 63*, 147, 150 Creole Drum 37, 40, 41, 52, 57, 74, 75, 92, 123, 1037 creolen 45, 51, 54, 55, 115, 116, 120-123, 128, 140* creoolse literatuur 40, 41, 57, 74, 77, 92*, 96, 149 criteria (voor kwaliteit) zie kwaliteit Critics on Caribbean Literature 162 Crofaja (Ps. van Ralf, Ferdinand Henny Eduard) 157, 0334 Crompvoets, H. 167 Cronie, Jillis A. 0240 Cuentan di Nanzi

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 93 Cuentos y anecdotas. Primer curso 0805 Cuentos y anecdotas. Segundo curso 0804 Cultural Media Collective 138, 161 culturalistische literatuurbenadering 20 Cultureel akkoord 0311 Cultureel Centrum Nickerie 62, 0302, 0534, 0581a, 0977, 1046, 1047, 1048, 1051 Cultureel Centrum Suriname 62, 169, 0621 Cultureel mozaiek van Suriname 41, 74, 75*, 92, 93*, 94, 139*, 0371 Culturele Afdeling van de Stichting Centra Scholen 0416 culturele onderdrukking (thema) 82 Culturele Ontwikkeling, Seminar zie Seminar Culturele Ontwikkeling Culturele Organisatie Oemari zie Oemari Culturele Vereniging Alomi-Jaba 0157, 0157a cultuurfilosofie (Surinaamse) 108, 111 cultuurgeschiedenis 73 cultuurimperialisme 25 cultuurpolitiek 63*, 65 Cultuurstudies zie Afdeling Cultuurstudies (MINOWC) Currieprijs zie Gouverneur Currieprijs Da Pinawiekie 0353, 0354 Da Tori foe Ghana 55, 123 Da Tori vo den Apostel

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 326

0354 D.A.G. zie Drukkerij-Uitgeverij D.A.G. Dag diefje. KLEINE Dingen voor grote mensen 147, 0569 Dagelijks leven in Israel van de Bijbel zie Kon loekoe fositen djoesama kondee libi Dagrati! Dagrati!/Verovering van De Dageraat 118, 0221, 0228 Dagwe 301, 0938 Dahwme, Felton (Ps. van Emanuels, Simon S.) 25, 120, 0241 Dal bhat chatni 295, 0634, 0635 Dalton, Roque 0191 Damas, Leon 120 Dams van, Lucine Margreta 0754 Damsteegt, Theo 33, 41, 141, 169, 283*, 0320 Dandillo, Kwame zie Kwame Dandillo Dankelman, John L. 0608 Dankfort-Nevel, F.M. 0410 Darault Schieten, Curt 0315 Dark shadow (tijdschrift) 70 Darshi, Sad zie Sad Darshi Darthuizen, John 0315 Das djanaawar ke khiesa 0253 Dat vuur der grote drama's 119, 134, 286*, 0226 Dauri, Rashid 1075 Davidson, Maurice 1062 Dawsen, Petrus 0679 Day, Paul A. 0242, 0242a Dayanand Sarsvati, Maha Rishi 0243 De Arbeiderspers

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 69, 91, 111, 291, 0327, 0328, 0380, 0390 De arme jongeling zie Djoko Miskin/De arme jongeling De Auditie 0794 De avonturen van Boudje en Horkie 0511 De avonturen van Sonny, de weggelopen roti-pannekoek 147 De baby en zijn naam in de Islam 0066 De bakru is gevlogen 0650 De belofte 57 De betovering verbroken 132 De Bevrijding van MIJN VOLK (a fri fu mi pipel) 0658 De Bezige Bij 33, 42, 68, 95, 0332, 0422, 0806, 0847, 1032 De Bhagavadgita 0956 De boodschapper is gevallen de boodschap blijft 0288 De bosneger op weg naar eigen identiteit 139 De buiksluiter 57 De Coeners (toneelgroep) 55 De conservatieve vader 123 De dag zal aanbreken! zie A de sa kon! De Decembermoorden in Suriname 111 De Derde Spreker-serie zie Derde Spreker-serie De dialogen in het proza van R. Dobru 0331 De dood van Boni 118, 0656, 0657 De druk van het verleden

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 327

1055 De Echo (toneelgroep) 123 De familie Mi Sma 56 De fluitspeler en andere verhalen 93, 125, 142 De foltering van Eldorado, een ecologische geschiedenis van de vijf Guyana's

38, 75, 109, 118, 291*, 0389 De Fundamenten van de ‘Sanatan Dharma’ 0655 De geboorte van Jezus zie Laire Jesoes De geest rispt op. Soravismen uit een kokosnoot 0130 De Gelderlander (krant) 304 De geschiedenis van de Islam in Suriname 75, 76 De geschiedenis van Moksi Alesi 0605 De gespleten samenleving in het Caribisch gebied; bijdrage tot de sociologie der rasrelaties in gesegmenteerde maatschappijen 162 De geur van franchepane 0349 De geur van guave 84 De geur van melatie zie Aruming melathi De Geus 68, 0599, 0798, 1086 De Gids (tijdschrift) 37*, 39, 41, 70, 121, 140, 162, 0335 De glinsterende revolutie 115, 136, 303*, 1015, 1016 De Gooi- en Eemlander (krant) 304 De Gooi- se Uitgeverij 0381 De Grietjebie. Revolutie of dode doks 2 0357 De Groene Amsterdammer (weekblad) 286, 287, 288*, 289, 304, 0891 De grote Caraibische familie 52, 91, 0299 De grote kleine man 59, 0607 De grote overtocht

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0999 De Havenloods (weekblad) 306 De held van Guyana 303 De hoop des vaderlands zie Spes Patriae De immigratie-dag van Suriname: 5 juni 0004 De jeugd het Geweten van Land en Volk 0428 De jeugd zingt 303, 1024 De jonge Surinaamse literatuur (Tiradenummer) 0986 De Kelder 0797 De koborokoaka koan alika than aba kabadaro hibin bokoton li doribithi 0154 De koborokoatoan alika dan andyn da' sikoa-bana khida 0196 De kolonel krijgt nooit post 83 De laaiende stilte 132, 0365 De leba is gevangen 84, 129, 303*, 1018 De levensomstandigheden van de Surinaamse bosnegers - verkenning van mogelijke verbeteringen in het kader van de cursus Huishoudelijke Voorlichting in de tropen - in het bijzonder de vakken voeding en landbouw 0350 De Medeminnaars 291, 0378, 0387 De nacht van de revolutie. De staatsgreep in Suriname op 25 februari 1980 106, 110, 300, 0897 De Neger in een zoen, of: Het chocoladen manifest 143 De Nieuwe Demokratie 285, 286, 0633 De Nieuwe Gazet (krant)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 328

305 De Nieuwe Linie (weekblad) 70, 285*, 286, 287, 293, 298, 305 De ontmoeting 57 De Ontwikkelingsrelatie Nederland - Suriname in de jaren 1975-1979 110 De onvermijdelijke splijting 135, 306, 1080 De oorzaak en de gevolgen van de greep 0934 De Orde Van De Dag 0795 De pers in de nieuwe demokratie 93, 0158 De Pers in Perspectief 93 De pirana's 1056 De plee (WC) en andere verhalen 0259, 0266, 0331 De Politici 130, 131, 1060 De Politici Boek II Lalbahadoer. De politici Boek III Maurice Davidson 1062 De Populier 0205 De pretster zie Prisiri-stari/De Pretster De rancho der X mysteries 20, 0394a De reis van Donisi naar Frans Guyana zie Di faansi konde waka u Donisi De Schoondochter is ook een dochter zie Bahu Bhi Beti Hai De schrijver was een eenling 0844 De smaak van het vrije Suriname zie Sranan libre/De smaak van het vrije Suriname De speelse revolutie 39 De Spieghel 0370 De staatsgreep in Suriname; Achtergronden en vooruitzichten 110 De Standaard (krant) 304 De sterren in de lucht zie Dee teeja a liba De stille plantage 60, 132, 0372, 0373, 0379, 0384

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 De Stoep (tijdschrift) 297 De Surinaamse Bank 93 De Surinaamse literatuur 40, 97, 111, 290*, 0333 De Surinaamse romans van Bea Vianen 77, 0841 De Surinaamse taalsituatie 32 De Surinamers 161 De taal is gans een volk zie Na tongo fu wan pipel na eng ati De talen van Suriname. Achtergronden en ontwikkelingen 32, 152, 0232 De tapoe 90, 107 De Telegraaf (krant) 305 De Tijd (weekblad) 162, 285, 287, 303 De tijd doorkliefd 68, 106, 0244 De tijd zal het leren 16, 295, 303, 0802 De trom van Jhanny Salwee 1044 De twijfel en de ziel 54 De uitbuiting van Suriname 110 De uitvaart van Mama Grande 83 De uitverkorenen 130, 1063 De verijdelde Coup 106, 111, 0691 De verpletterde droom 300, 0900 De verwezenlijking van een droom van een vader die zijn zoon als een patriottische militair zag zie Sainik Pita De verworpenen der aarde 9, 51, 88

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 329

De vlek uit het verleden 129, 296, 0757, 0772 De vlucht 133, 134, 143 de Volkskrant (krant) 58, 140, 285, 286*, 288, 297, 299, 303, 305*, 0219, 0223 De Vrije Stem (krant) 127, 152, 283, 285*, 288, 289*, 294, 297*, 298*, 300*, 302*, 303*, 304, 0698 De Walburg Pers 41, 92, 139*, 143, 0369, 0371, 0374, 0392 De Ware Tijd (krant) 25, 58, 71*, 72, 73, 80*, 86, 91*, 95*, 97, 120, 128, 134, 139*, 142, 148, 152, 283-285, 287-307, 0235-0238, 0261, 0698 De Weekelijksche Woensdaagsche Surinaamse Courant (krant) 0995 De weerzinwekkende worsteling 135, 1085 De wereld heeft gezicht verloren 128, 0789 De wereld op zijn kop 61, 1082 De West (krant) 30, 55, 59, 71, 76, 81, 82, 85, 91*, 93-95, 96, 108, 127, 138*, 141, 143*, 152, 283, 284*, 286, 288-303, 305*, 306*, 0746 De wil van het volk 131 De winst van het Lakoe-spel 0190 De Wit Stores 0543, 0803-0805 De woelige dagen van maart 1982 106, 0698 De zon gaat onder 0687 De zon vloeit weg uit mijn ogen 90, 107, 0324 De zwarte Cats of Neokolonisatie der Surinaamse volkswijsheid 57, 291, 0374 Debisaran, D. 0878 Debisarun, H. 0076 Debrot, Cola 96, 161 decembermoorden 106, 107*, 108, 111* Dede hoso singi boekoe 0946

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Dedinszky, Erika 155 Dee dii womi 0089 Dee mbeti u matu 1 0079 Dee mbeti u matu 2 0080 Dee teeja a liba (De sterren in de lucht) 0679 Deekman, John 288 Deel, A. 0528 Defares, Julius Ph.A. 287*, 0245, 0246, 0868, 0870, 0978 definitie (van Surinaamse literatuur) 30 Dekker, Eduard Douwes zie Multatuli dekolonisatieproces 108*, 115 Delchot, Ester W. 61, 129, 0247 Delta Spring (tijdschrift) 39 Demedts, Andre 291, 304 Demiin, Martin 0315 Den dresi wiwiri fu Sranan zie Geneeskrachtige planten in Suriname en hun toepassing Den preki-wroko fu wan kamoru 27, 106, 0917 Den Sani Di I D'da E Leli Joe (Alles wat je van je vader leert) 0105 Dens, Monique 1075 Denz, Guno

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 330

104, 0249, 0250 Department of Caribbean Studies Royal Institute of Linguistics and Anthropology 139, 170* Department of comparitive literature Graduate school of arts and Science New York University 92, 0573 depot (van boekuitgaven) 65* Derde Spreker-serie 132, 0203 Derde Wereld (tijdschrift) 111, 132, 143 Derde Wereld Journalistiek: Suriname bijvoorbeeld 0251 Derde Wereld-literatuur 11, 19, 20, 63, 87 Dertien Galgen. Wat nu? Een arbeidersregering! NFS - PSV - KTPI - Hirasing - PNR plus de vakbeweging! 103, 0261, 0274 30 jaar Nederlandse ontwikkelingshulp 1950-1980; zin/onzin/effekten/perspektieven 110 Desaveu 290, 0326 desillusie (thema) 134-135, 137 Deul, George 104, 0252 Deul, Janice 291 Deutoronomium 1006 Devanagari 0311 Dew, Edward 0602 dhamari 0041 Dharampal. W. 0253 Dharm-Karm 35, 76, 0028 Dharm-Prakash (tijdschrift) 33, 41, 69, 76, 95, 140, 141, 142*, 283, 287, 301, 0022, 0024, 0026 Dharm-Prakash (uitgever) 0021-0023, 0025-0030, 0033, 0036, 0038-0046, 0048, 0051-0053

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Dharm-Prakash Panchang 1981 0038 Dharm-Prakash Panchang 1982 0042 Dharm-Prakash Panchang 1983 0044 Dharm-Prakash Panchang 1984 0046 Dharm-Prakash Panchang 1985 0051 Dharm-Prakash Panchang 1986 0053 Dharmayug (weekblad) 298 Dhonday, D. 125, 1045 Di faansi konde waka u Donisi (De reis van Donisi naar Frans Guyana) 0081, 0085 Di woto fu Guuni (Het verhaal van Guuni) 0421 Di woto fu masa Jesusu 0076 Di woto u dee dii Pau (Het verhaal van de drie bomen) 0826 Dias, Desmond 1073 diasporaliteratuur zie Surinaamse literatuur in Nederland Didibrie-Torie 57, 149, 0340 didibritori 101 Die dood van Spin zie Ba Anansi Woi! Woi! Woi/Die dood van Spin Diepe zucht 134, 0781 Dieren van het bos zie Mbeti u Matu Dierenkwartet 1 0699 Dihal, Wishnoedewie 0254 Dii Goonliba Oto (Drie opstellen over de

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 331 natuur) 0420 Dii, Apeninge 0076 Dijk, Bertus 0255 Dijk, Caroline 85 Dijk van, Frank 13 Dijk, Meine-Pieter 111 Dijksteel, L. 1075 Dikke Ikke en de rest 1039 Dilakar (Teken van het hart) 87, 130, 299*, 0861, 0874 Dilrosun, Detta 0292 Dilrosun, I.R. 0006, 0018, 0034, 0035 Dindayal, B. Mina 1075 Direktoraat Cultuur en Volksvorming 40, 1054 Dirne, Tony 0242a discriminatie (thema) 82, 134*, 137 Discussienota ten behoeve van de Staatsrechtelijke Werkgroep der Koninkrijkscommissie 0007 Distance call 0558 Distances 0647 districtsnegers zie creolen Divali 1982 0043 Divali-Comite 0950 Djari/Erven 121, 286*, 0208 Djewan, S. 1075 Djinti (Ps. van Bosse van, Djinti)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 50, 287* Djoeka (taal) zie Ndyuka Djoeneri, Antoinette 1073 Djoko Miskin/De arme jongeling 127, 0110 Djompo Abra (toneelgroep) 122, 0213, 0221 Djop 0213 Djuka society and social change 139 Dobru, R (Ps. van Raveles, Robin Ewald) 7*, 8, 21*, 24, 27*, 28*, 29*, 31*, 32, 33, 37, 38, 40, 45, 47, 48, 49, 51, 52*, 53*, 54, 57, 59, 61, 62, 63*, 67*, 68, 69, 72, 74, 76, 82, 85, 96, 102*, 103*, 104, 115, 116, 117, 118, 121, 123, 128, 131, 134, 137, 143, 147*, 149, 287*, 0167, 0191, 0192, 0205, 0244, 0252, 0255-0290, 0311, 0331, 0335, 0516, 0519, 0521, 0594, 0656, 0657, 0846, 0854, 0862, 0863, 0868, 0870, 0872, 0922, 0944, 0945, 0965, 0978, 0993, 1014, 1025 Doctor Sean 285, 0185 documentatie 65, 94* Documentatiecentrum MINOW 169 Dodah, Ch. 0878 Doe-theater 55-56, 116-117, 138, 150 doelgroep (criterium) 27-29 Doel wijt, Henk Juriaan 48, 50*, 58, 69, 72, 148, 284, 287*, 292, 303, 0280-0288, 0991 Doelwijt, Thea Dora Christina 11, 13, 37, 39*, 42, 48*, 49, 52*, 53, 54*, 55, 56, 58*, 60, 67, 68, 71*, 72*, 74, 76, 82*, 83, 87, 91, 95, 102, 103, 111, 116*, 117, 118, 119*, 129, 132*, 134, 136, 137, 138*, 143*, 147*, 150*, 156, 158, 288*, 289, 295, 296*, 299*, 300, 301, 303*, 0289-0300, 0311, 0332,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 332

0335, 0359, 0422, 0654, 0718, 0735, 0854, 0863, 0868, 0870 Doerga 1075 Doha Shikshavali 124, 296, 0732 Domini, Thomas 0301 Dompig, Jo 118 Dompig, W. 1075 Donders, Peerke 59, 0606-0610 Dongeng Kancil/Het verhaal van Kantjil 127, 0883 Donicie, Antoon 0290, 0311, 0383 Donk, Sandra 0454 Donner, Walther R.W. zie Walther, Don dood (thema) 129* Doodsboodschapsvogel zie Elzaro! Elzaro! Doorn van, A. 0399 Doorne van, J. 304* Doornkamp, John zie Afanti, Chinua Doorson, Andre Edwin zie Doorson, Ane Doorson, Ane (Ps. van Doorson, Andre Edwin) 24*, 54, 57, 63, 67, 68, 82, 90, 123, 148, 149*, 286, 288*, 0244, 0290, 0302 Doos, Joan 1075 Doshi, Ramanand 0043 Dostojefski, Fjodor M. 62 Doth 0441 Douglas, Ben 0595 Douglas, J. 0008 Douglas, Sharon 0455 Drenthe, Eugene C.D. 53, 54, 123, 131, 132, 157, 288*, 0303, 0334 3 Anansi tori

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0982, 0984 Drie de, Nicolaas Alexander (Aleks) 57, 68, 76, 96, 123, 288*, 0304, 1037 Drie opstellen over de natuur zie Dii Goonliba Oto Drie verhalen uit India zie India ke tien khiessa Drie ware vrienden 71, 148, 0734 Drompoe (kawinagroep) 0263 Drompoe Foe Libi 0442 Droomboot havenloos zie Mi boto doro Druiventak, Arthur Ferdinand zie Faradroifi drukkerij 68*, 85*, 108 Drukkerij Storm 0956 Drukkerij-Uitgeverij D.A.G. 0924 Dubbeltje lezen, stuivertje schrijven 96, 285, 291, 298, 303, 307 Dubelaar, C.N. 57, 93*, 0192, 0305, 0965 Dubois & Dubois 68, 0142, 0735, 1020 Duffy, Maureen 96 Duin van, Lieke 97, 162, 287 Dukhi Parivar 126 Dundas-Koster, Patricia 0306 Duplessis, Suzanna 118 Durga-Chalisa 76, 0040 Duurvoort, R. 0371 Duwaer en Zonen 1061

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 333

Dwarka, Bhagwanpersad 124, 0307 Dwarkasing, Radjen 122 Dyna Concept Studio's 0263 Dynatone 0635 E., Sep. 0308 Ebesilio, W. 0555 Echteld, Kenneth W. 157, 0334 Economische Statistische Berichten (tijdschrift) 110 Eddison Press 283* Edeling, Anita 1012 Editoryal Antiyano 69, 0159, 0576, 0776 Edmundo 39, 0252, 0260 Educatieve Uitgeverij Sorava zie Sorava 1 Minuut stilte 299*, 0862 Een andere in een ander; Liber amicorum voor R.A.J. van Lier 307 Een beknopt overzicht van het ontstaan van de Bosnegerstammen de Lo de Bee en de Mama(osoe)pikin of Wosoedendoe 0663 Een beknopte analyse van het boek: Vianen, B. Strafhok 0668 Een betere wereld, een betere mensheid 0437 Een blik in de spiegel 0459 Een boek voor jagers zie Hondima Oto Een boekje over malaria zie Soni miti Seema Een cultureel gekastreerde spreekt 0611 Een dansje met de wind 1109 Een dikke zwarte vrouw als ik 288, 296 Een doodgewone held

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0370 Een gewezen wingewest; Suriname voor en na de staatsgreep 93, 104, 110*, 111 Een jong hart bloedt 0887 Een lach en een traan 86, 148, 284, 0127, 0132 Een mediavisie 93 Een natie bot uit! 57 Een overzicht van de moderne Surinaamse literatuur 27, 32, 40, 74, 77, 136, 170, 0723 Een overzicht van de Sarnami literatuur 41, 54, 77, 127, 140, 292, 295, 296, 300, 0121 Een paar verhalen over Anansi zie Wanlo Kontu fu Anasi Een pantserwagen in de straten 68, 106, 0309 Een rechter is ook maar een mens 135, 1059 Een rondje Parbo van Peter 0510 Een ruiker in krantepapier 118, 129, 131, 301*, 0947 Een sombere kerstmis en een saaie jaarwisseling '70 0166 Een te gek verjaardagsfeest 0702 Een verhaal over een gemene vrouw zie A toli foe a ogii M'ma Een verzameling gepubliceerde gedachten over het cultuurprobleem van Suriname 0602 Een Vrouw Van Een Man 49, 0797 Een vrouw zoals ik 106, 131, 300, 0898 Een weinig van het andere 38, 67, 76, 299*, 300, 0874 Een zeldzame kamer 101, 290*, 0327

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 334

Een Zondagmiddag In Hotel ‘Askanischer Hof’ 0797 Een Zucht Uit Het Hart 293, 0616, 0617 Eenheid 104, 0710 eenheid (thema) 46, 55, 103, 104*, 105, 108, 116-117, 124, 137, 138 Eenheid tot elke prijs! 104, 0249 Eens zullen de rozen bloeien 0445 Eer van, Mildred 116 Eer van, Ro 73, 290, 291 Eersel, Eugenie 0244, 0872 Eersel, Ch.H. (Hein) 13, 29*, 30, 32, 40, 72, 74*, 77, 83, 87. 95, 101, 121*, 140, 0290, 0309, 0360, 0383, 0422, 0503, 0518, 0521, 0626, 0642, 1014, 1037 Eersel, Werkgroep zie Werkgroep Eersel Eersel-Beck, F. 0973 Eerst mijn land... dan ik 0423 Eerste woord 288 Efu na Kodyo Efu na Amba Ef na Romeo Efu na Julia Amir... nanga... 71, 128, 301, 0919 Eggels, Hanneke 97 Eggen, Coen 0799 Eggink, Clara 0192, 0965 Eijk, Henk E.R. 288* Einaar, J.F.E. 0602 Eindhovens Dagblad (krant) 159, 285, 305* Ekonomische ontwikkeling van Suriname 110 El sisilobi of het basisonderzoek 39, 86, 289*

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Eldorado 68, 85 Eldoradoboek 0297, 0300 Elias, Philip 95*, 0310 Eliot, Thomas Stearns 22, 26 Eliza Tootemoon 0182 Elsevier 32, 304 Elseviers Magazine (weekblad) 70, 286*, 288 Elshot, Wilgo 0132 Elzaro! Elzaro! (Doodsboodschapsvogel 0209 emancipatiedag (thema) 116 Emanuels, Lydia 147, 169 Emanuels, Margriet 0005 Emanuels, Orlando zie Orlando Emanuels, Simon S. zie Dahwme, Felton Emigrant zie Pravasi emigratie 103, 105*, 123, 133*, 136, 149, 161 emigratiegolf zie emigratie Emilina 148, 0591 Emmering, S. 7, 139, 0538, 0539, 0540 En dan... ineens zoeken ze een vrouw voor je 127 En Wat Dan Nog?! 84, 130, 132, 297, 0796 Encyclopedie van Suriname 21, 33, 40, 42, 92*, 93, 94, 139, 0311 Endt, Enno 0802 engagement zie maatschappij (en literatuur) Engels (taal) 12, 23, 24, 25*, 53*

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 335

Enkele beschouwingen over het Holifeest 0955 Enkele Gedachten over Bestuur en Staat 0037 Enkele jachtverhalen zie Wan Doeoepoe Onti Toli Enkele leuke verhalen in het Saramaccaans zie Wanlo Suti Oto a Saamaka Tongo Enkele schildpadverhalen zie Wajamy Toriry Enkele verhalen van vroeger zie Wanlo Fesiten Oto Epscheuten van, Harry 0318 Er is wat aan de hand in Nederland 0933 Er tin tin... negersprookjes in Suriname 1069 Er zal geen einde zijn aan brouwsels van magie zie Obja sa tan a brewa! Erasmus Universiteit Rotterdam/Faculteit der Sociale Wetenschappen 110 erfleven (thema) zie bakadyari (leven) (thema) Erika zie Heyde Heinrich erotiek (thema) zie seksualiteit Erowara amoekonymbo kari'na mandon (Zo zijn enkele Karaiben) 0948 Erven zie Djari/Erven Es-Redmond van, Roelien 0063 Esajas 0311a Esajas, Percy Leendert 0691 Eslabones con el pasado. La historia de la cartografia de Suriname 1500-1971 zie Links with the past essay 69, 73, 87, 95 Essays in memory of Jan Voorhoeve 95 Esseboom, Catherine 1072 Essed, Philomena 161 Essed-Fruin, Eva D. 74, 169, 0049, 0294, 0383, 0411, 0531, 0575, 0863, 0868, 0870 Ester zie Delchot, Ester W. etnische groep 12, 46, 47* etnische identiteit (zie ook groepsidentiteit) 9 etnische invloeden 8 Etnologische Kring Suriname zie Stichting

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Etnologische Kring Suriname Etterende haat 134, 298, 0855 Etty, Tom 32 eurocentrisme 11, 75, 117 Evo 299 evolutionisme (cultureel) 11 EXA 0999 Exel van, R. 0563 Exhibition 1985 Erwin de Vries 0395 Exil-auteurs 91, 121 Exodus 1003-1006 exotisme 117, 120 expositie Anton de Kom 293 Fa Anansi Kies Ma Akuba 150 Fa fii sa ko sabi oloisi juu (een boekje over klokkijken) 0815 Fa i moe soloegoe i sikin, anga pe je tan boen 1012 Fa oe be go na Foto (Hoe we naar de stad gingen) 0106 Fa Toomoi anga Astonoe Be Go A Foto 0115 Fa Wan Sipali Sutu mi 0116 Faber and Faber 12, 92, 121 Fabian, Marengo

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 336

0315 Fabri, Mau 0312, 0313 Faceless X zie Pinas, Eddy Louis Facetten van de Surinaamse samenleving 75, 139, 143*, 291, 0369 Faja lobi (Marko) 0567, 0568 Faja lobi zie Ixora Faja Sjakie 0504 Fajabro 287, 0245 Fajalobi (Rellum) 0777 Falawatra 0123, 0124 Familie cabaret ‘Zo eenvoudig is het niet’ 0399 Fanon Frantz 8, 9, 51, 88*, 92, 101, 137*, 138*, 158, 161 Fantasie verhalen zie Koontu konde oto fantastische, het 101*, 118 Faradroifi (Ps, van Druiventak, Arthur Ferdinand) 289*, 0314 fascisme (thema) 134* Fauwe de, Loes 297 Faverey, Hans 101 Faya-Lobi 0613 Febr. '73 Suriname 103, 0263 Februari-revolutie zie revolutie (25 februari 1980) February, Vernie A. 52, 95, 285, 302, 1037 Federasi Kabudayan Ing Suriname 127 Federasi Kebudayan Indonesia Suriname 0736 Federatie van Culturele Groepen in Suriname zie Federasi Kabudayan Ing Suriname Federatie voor Culturele Samenwerking en begrip 138, 0162

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Federation of Music 0164, 0600 Fedi Zeisburg 57 Feduco 143 Feelings 136, 300, 0881 Felitia 0455 Felton Dahwme zie Dahwme, Felton Felu (IJjzer) 0241 Female Jaycees Paramaribo 0474 feminisme zie vrouwenliteratuur Feministische Uitgeverij Sara 161 Fens, Kees 303 Ferguson, Margaretha 288, 289*, 304 Fernald, Ch. 97 Fernandes, Hans 118, 0316, 0317 Fernandes, Henk 0959 Fernandez Retamar, Roberto 0267, 0273, 0278 Ferplekti paiman 55 Ferrier, Deryck J.H. 0489 Ferrier, Joan M. 161 Ferrier, Johan Henri Eliza 147*, 0311, 0858, 0860 Ferrier, Leo Henri 22, 28, 39*, 42, 47, 69, 77, 80, 86, 89, 90, 92, 103, 111, 116, 130, 289*, 0070, 0290, 0422, 0872, 0944, 0986 Ferrier, Leon 0315 Ferrier, Lilian

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 337

106, 0191, 0244, 0299, 0309 Festac 123 Festival. Solidaridad anti imperialista paz amiztad 52, 0267, 0274 Feuerbach, Ludwig A. 107 Feuser, Wilfried F. 138 Filemon, Derril 0315 Filemon, Noel 0315 Filip Galasia 0828 filmscript 125 Findlay, David 58 Firi joesrefie 0903 First Time; The Historical Vision of an Afro-American People 139 Flamboyant 0842 Flamingo 0438 Floppentrommel 0505 Flowers must not grow today 0262, 0274 Flu, Miriam 1073 Flu, Ron 85 Fluidum 39 Foe jowe disi/Om het oer 0210 Foetoe-boi (tijdschrift) 0311 Fokkema, R.L.K. 294 Fondse, Marko 299 Fong Poen, I.E.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0287 Fontenot jr., Chester J. 137 Fontijn, J. 32 For young and old 0742 Foris Publications 95, 121, 161, 290, 293, 0310 Forum der Letteren (tijdschrift) 11 fosten tori 97 Fosten tori 97, 292 fotomateriaal zie iconografie Fraga mi wortoe 0901 Fragmenten uit het dagboek van Peter 39 Fragmenten uit het Surinaams vis-leven 0405 Frambo 4 juni 1 juli 116, 0737 Frans zie Denz, Guno Frantz Fanon, Social and Political Thought 138 Frantz Fanon: Colonialism and Alienation 138 Frantz Fanon: Language as the God gone astray in the Flesh 137 Frapo (Ps. van Pont, Franklin) 156, 0334 Frases Faciles 0803 Fraters van Tilburg 0318, 1118 Freddie's St. Nicolaas 0814 Freedrik, F. 1013 Frente a frente zie Oog in Oog Fresko leri mi den tra odo 71, 113, 122, 300, 301, 0918 Freud, Sigmund 129* Fri (Doe-theater) 116 Fri (tijdschrift)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 338

84 Fri libi 150 Fri Makandra (straattheatergroep) 55 Fri mi jeje 1 juli 1971 0055 Fri Sranan 1975 84, 104, 116, 0056 Fri Sranan dron 104, 0684 Fri Tongo 87, 0319 Fri-Kontren-Sma- 0909 Friktie tories oftewel gevlochten verhalen 148, 0750 Froe de, A. 0335 From India zie Book I - From India From the Green Antilles 52, 0418 Fromoe Archie 80*, 118, 296*, 0771 Frontier society. A social analyses of the history of Surinam 0536 Frrrek 56, 288 Frustrie (Ps. van Ristie) 0489 Fu Jowe disi 130 Fuente de la, Harry 56, 71 Fuente de la, Rudi 85, 0293 Fufuu anbunu (Waarom stelen niet goed is) 0837 Fufuu, huku, ku taanga 0090 Fung Loi, Rokkie 0768 Fungloy, Rocky 0337 Funke, Jorg 33, 41*, 76, 82, 140, 141, 0320

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Furie, Lesbische Uitgeverij zie Lesbische Uitgeverij Furie Futile 8, 69, 111, 0321, 0322, 0323, 0324, 0869 Futuru 0598 G. Records 0120 Ga naar de zon en kijk door de Vedas (Heilige schrift der Hindoes) 0739 Gaanta labi 1760 0664 Gaayatree Prakash. Een korte uitleg van de Guroo Mantra 0880 Gadamer, Hans-Georg 20 Gado Tjo (toneelgroep) 55, 117, 123, 296 Gado tori gi pikinnengre 1042 Gadoe leli Moses anga den Djoesama fa foe libi (God leert de Israelieten hoe te leven) 1006 Gadoe seeka Moses moi toon wan edeman (God maakte Mozes een leider van zijn volk) 1003 Gadoe tjai Moses anga den Djoe a ini sabana (God zorgt voor Mozes en de Israelieten in de woestijn) 1005 Gadu woto da piki nenge 1043 Gainda, R. 0808 Gainda, Raj 0728 Gajadien, Sharda 1073, 0174 Gajadin, Chitra 50, 53, 69, 90, 105, 107, 111, 124, 131, 135, 141*, 143*, 289*, 0255, 0320, 0321-0325, 0334, 0596, 0872 Galen van, A.G. 0541 Galen van, John Jansen 285

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 339

Galibi een Karaibendorp in Suriname 119 Galjart, B.F. 307 Gangadin, Rabin 24, 61, 62*, 69, 70*, 73, 91, 97, 101*, 111, 124, 156, 284, 285, 289-290, 295, 305, 0326-0328 Gangadin, Ramnarain 125 Gangaram Panday, Narain 124, 0415, 0631 Gangaram Panday, Shamsunder 125 Ganner, L. 1075 Gao San 123 Garcia Lorca, Federico 123 Garcia Marquez, Gabriel 58, 83, 84, 96, 101 Garcia Pinto, Magdalena 143 Garib, Helen 1073 Gatheru, Mugo 81 Gayadien, R. 1074 Gayadien, Sh. 1074 Gazet (krant) 304 Gedachten over gedichten 0329 Gedetineerde nr. 13 104, 0561, 0563 Gedichten (Blaw Kepanki) 0161 Gedichten (Cairo) 0198 Gedichten (Faverey) 101 Gedichten (Niemel) 0646 Gedichten en teksten 0498

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Gedichten van Eugene Rellum 0776 Gedichten voor jou... mij... en ons allemaal 301 gedichten zie poezie Geen geraas of getier 11, 48, 56, 0294 Geen onderdelen 130, 135, 305*, 1032 Geerlings, H.R. 61, 0330 Geerts, Leo 285, 286, 0226a Geest van, Marijke J. 73, 76, 143, 287, 288, 296, 0331, 0332 Geld van der, Renato 40*, 0333 Gelder van, Paul 288 Geldersche Courant (krant) 299 Geldorp, A. 1075 geloofscrisis (thema) 82 Geluiden/Opo sten 39, 111, 123, 156*, 157, 290*, 0334 Gemmink, J. 0371 Genderen van, Dwight W. 0851 Genderen van, Rien O 0313, 0628 Gendo, E. 1013 Geneeskrachtige planten in Suriname en hun toepassing (Den dresi wiwiri fu Sranan). Geneeskrachtige Planten in Suriname 0410 generatieconflict (thema) 126 Genesis 129, 0922 Gennep van 9, 137* Gente zie Wroko bari (Gen te) Geo zie Johnson, George Eduard Geologisch Mijnbouwkundige Dienst 0528

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 340

George Lamming in Suriname 1090 Gerda 54 Gerrit-Jan van der Veen. Een doodgewone held 0370 Gertrude, the girl from Beekhuize 0183, 0190 geschiedenis (en literatuur) zie maatschappij (en literatuur) Gespannen borsten om te beminnen 300, 0885 gespletenheid (thema) zie onmogelijke terugkeer/gespletenheid (thema) Getrouw, R. 0047, 0049 Geus de zie De Geus Geus de, Robin 0315 Gevaarlijk spel 0567 Geweld loont zie Hinsa-Parsad/Geweld loont gewetensstrijd (thema) 137 Gezangen van oorsprong en toekomst zie Powema di rutu Gianie, Trolaitja 0420 Gideons droom 136 Gids, De zie De Gids (tijdschrift) 37 Gilpo (Ps. van Pool, Guillaume) 0016, 0975 Gisbergen van, L. 0571 Gissingen omtrent de toekomst van het Nederlands in Suriname, uitgaande van de huidige situatie 61 Gitaarstudie voor beginners en gevorderden 1017 Gitaarstudie voor gevorderden, de hogere posities V, VII en IX 1022 Gladys zie Waterberg, Gladys Glasser, R. 0315 Glimlach van Suriname 39 Glock, N. 0078, 0085, 0086, 0093, 0097, 0098, 0420, 0421, 0517, 0673, 0679, 0815-0818, 0826, 0827

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Glunder, Eline 1073 Gobardhan-Rambocus, S.L. (Lila) 0047, 1072, 1073 God leert de Israelieten hoe te leven zie Gadoe leli Moses anga den Djoesama fa foe libi God maakte Mozes een leider van zijn volk zie Gadoe seeka Moses moi toon wan edeman God zorgt voor Mozes en de Israelieten in de woestijn zie Gadoe tjai anga den Djoe a ini sabana Godfried, Glenn 123 Goedegebuure, Jaap 286* Goedschalk, H.O. 1094 Goelaab ka Phoel 0065 Goerdin, Dewendradew zie Sharm, Dee Gonini (Ps. van Blom, John) 0336a, 0336b Gonini (tijdschrift) 50 Gorcum van 139 Gordijn, W. 0311 Goreau, Angeline 96 Gortzak, Henk Jan 92, 161, 0337 Gottmer 0382 Goud uit de grond 107, 294 Goudzand, Henna 169, 287, 307, 0338 Gouverneur Currieprijs 70, 71 Gowrichan, Ruben S.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 341

109 Graanoogst, Tim 0754 Granada Publishing 0418 Granma 0403, 0404, 0612 Graphic Arts 0734 Grasmeyer 0727 Grazige weiden 24 Green pastures 24 Greene, Graham 26 Greshoff, Jan 307 Griffith, W. zie Titjari Grimmer, Wilfred 57 Groen, Marianne 290, 0334 Groenendaal, P. 0334 Groens van, T. 0098 groepsidentiteit (algemeen) 118-128, 139 groepsidentiteit/Boeroes 128 groepsidentiteit/Bosnegers 119-120, 139* groepsidentiteit/Chinezen 123-124 groepsidentiteit/Hindustanen 124-127, 140-142 groepsidentiteit/Indianen 119*, 139* groepsidentiteit/Javanen 127*, 142* groepsidentiteit/Joden 128 groepsidentiteit/Libanezen 128

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 groepsidentiteit/Stadsnegers 120-123, 140* Groise, Ilsmarie 0339 Gron-Bari 55, 122 Grondslagen van het Surinaams Volkskultureel Assemblee 50, 138 Grontapu na asitere 296, 0774 Groot de, A.H.P. 57, 67, 149, 0098, 0290, 0318, 0340, 0341-0344, 1025 Groot de, Sybren R. 0335 Groot de, Sylvia W. 139*, 140, 288, 0335 Groot Kerstvakantieboek 0752, 0756, 0759 Groot Paasvakantieboek 0753, 0758, 0768 Groot Surinaams Kookboek 19 Groot vakantieboek 0749, 0754 Groot Vlaardingen/De Maaskoerier (krant) 306 Grootfaam, Clarence 1072 Grootfaam, Leonard Eduard zie Celliano Grot, Ewald Romeo Cornelis 24, 50, 51, 69, 84*, 135, 169, 0111, 0191, 0345-0348 Grote ABC 0390 Guda, Gertrude Marie (Trudi) 51, 54, 56, 57, 76, 85, 89, 92, 96, 106, 116, 123, 129, 288, 290, 307*, 0304, 0349-0352, 0858, 0868, 0870, 0872 Guicherit, Joan 40, 0333 Guillard, A. 1075 Guillen, Nicolas 99, 121, 158, 160 Gummels, Soecy zie Soecy Guroo Mantra 0880 Gutterswijk, Jac. B. 297

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 342

Guyana Lithographic Co. 0854 Guyana Writers Group 87 Gyan Dev zie Adhin, Jnan Hansdev Gyan-Prakash arthat Shiksaprad Dohe-Kundaliyan 124, 296, 0733 H & S 92 Haafwee, Sandra 284 Haagbo, Asoinda Ajai 0097, 0098 Haagoort, Peter 152 Haagsche Courant (krant) 285, 297, 304, 305 Haagse Post (weekblad) 285, 286*, 303 Haakmat, Andre 111, 0358 Haan de, Tjaard W.R. 0799 Haarlems Dagblad (krant) 304* Habibe, Henry 298 Haboeli en de boze Teteli 119, 149, 0977 Hadil 288 Haen, Jan 0608 Hafu pasa; hafu an pasa 1 0108 Hafu pasa; hafu an pasa 2 0109 Hajary, Majoie 0353, 0354 Haldhar Mathurapersad zie Sharma, Haldharprasad Haldharprasad zie Sharma, Haldharprasad Half-geloofwaardige verhalen zie Suti oto fii piki hafu 0827 Halihali tumtoponpe Tepu po 0451 Halika wan abahan osyn jadoanro koba khonan 0155

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Halika wan jadoanro osyn, jontho thymakoaron khotaha, matho likhinin, thy' dykhytan, khonan 0156 Haltman, Cynthia 1073 Halve jongen en andere verhalen 1108 Hamaar baap (Mijn vader) 0954 Hamlog gailie Holland/Wij zijn naar Nederland geweest (Sarnami Hindostani)

0168 Handboek tot de moderne Nederlandse letterkunde 290 Handigman, Stanny 0581a Handleiding bij ‘Siekhe parhe ke’ zie Kaise ‘Siekhe parhe ke’ siekhaawal dja hai Handleiding voor het diarree beleid 1095 Handleiding voor instrukteurs bij het leesonderwijs in de Saramaccaanse taal Behorend bij: Lesi buku a Saamaka tongo. Deel 1 zie Buku u heepi dee sembe dee ta-lei sembe lesi ku dee Lesi Buku a Saamaka Tongo (Deel 1) Handleiding voor instrukteurs bij het leesonderwijs in de Saramaccaanse taal Behorend bij: Lesi buku a Saamaka tongo. Deel 2 zie Buku u heepi dee sembe dee ta-lei sembe lesi ku dee Lesi Buku a Saamaka tongo (Deel 2) Handreiking zie Wan anoe/Handreiking Hansen, Emanuel 138 Hardjopawiro, Ramin 127 Hardjoprajitno, Ramin zie Surianto Hare Lach 56 Harold en Kela-serie 86 Harpal, S. 0355 Harris, Oscar 1016

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 343

Harris, Wilson 46 Hart de, Denise Y. (of V.?) R. 106, 111*, 131, 0356-0358 Hart zonder land 0366 Hart, Ed. 0334 Haryari 0635 Hasrat, Cyril 288, 0359 Hassankhan, Mahboebkhan 1073 Hatterman, Nola Hendrika Petronella 51, 67, 290*, 0008, 0244, 0360a Havertong, Gerda 1025 Hawker, Wilfred 106*, 111 Healy, James J. 0395 Hearne, John 52 Heb hart voor Suriname 0280 Hecbert, Heloise 57, 0174, 0361, 0362 Heeffer 97, 111 Heerde van, G. 147 Heesterman, J.E. 0602 Heide-Josias, J. 290, 0363 Heide-Parisius, P. Carla 57, 0364 Heidegger, Martin 0148 Heijdanus, W. 0098, 0827 heimwee (thema) 135*, 137, 156 Heinemann Educational Books 109 Heinemann, Leo F.A.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0011, 0012, 0031, 0032 Heinen, Henk 302, 303, 305 Held, Rosaliena H.H. 157, 0334 Hele kaikui etetoponpeihtainoja 0452 Hele ministeli peito eitoponpe 0453 Hele Sulinam lo pohneptop, itetop Poto pona pampilan male. Ipohneptohme ejahe. Boek over Suriname. 0515 Helman, Albert (Ps. van Lichtveld, Lodewijk, Alphonsus Maria) 20*, 22*, 24, 27*, 28*, 29, 32, 38*, 41, 42, 46*, 48, 52, 53, 54, 57, 58, 60, 67, 68*, 70, 73, 75*, 87*, 88, 89*, 90, 92, 93*, 94, 96*, 109, 111, 116*, 117*, 118, 119, 122, 132, 133, 139, 143*, 147, 157, 161*, 290-291, 0071, 0192, 0290, 0311, 0363-0396, 0418, 0516, 0543, 0575, 0602, 0872, 0890, 0944, 0965, 0986, 0994 Helslijnen, Yvonne 0191 Helstone, Johannes Nicolaas 0311 Hengelavonturen 1097 Henning, Lambertus 54, 129, 0397-0400 Hennink Monkau, Herman 68, 106, 110, 0401 herdenkingsavond Anton de Kom 293 herdruk(ken) 54*, 102, 151 herhalingselement 12 Herinneringen aan mijn vader Johannes Hendrik Nelson Polanen de eerste neger-hoofdonderwijzer in Suriname (1882-939) 0716 Herinneringen rondom Oma Nassy 0295 herkenbaarheid 62*, 78 herkenning (criterium)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 344

28*, 149*, 150, 152* Hermans, Willem Frederik 0944 hermeneutica 20, 78 Heroine vermoordt Paramaribo 0892 Herrenberg, Henk F. 86, 134, 143, 0413 Herskovits, Frances S. 139*, 0290 Herskovits, Melville J. 139*, 0290, 0311 Hervormd Nederland (weekblad) 285, 296 Hesselink, G. 0371 Het aapje van Jaja 148, 0589 Het antagonistisch karakter in het Surinaamse kultuurpatroon/Toneel als zelfbewustwordingsekspressie (De functie daarvan in de ontwikkeling van de Surinaamse maatschappij ) 0632, 0633 Het beoordelen van jeugdliteratuur voor Suriname 150, 1052 Het Binnenhof (krant) 289 Het doosje van Toeti 129, 296, 0722 Het eind van de kaart. Journaal van een kleine ontdekkingstocht in twee binnenlanden. Anno 1955. 116, 291, 0380 Het Engels als kneedbare abstractie 0997 Het Front (tijdschrift) 0888 Het geheim van de Goslar 83, 86, 150, 284, 0136, 0137 Het geheim van de oude rioolput en andere korte verhalen voor de jeugd. 1114 Het geheim van een Surinamer 0993 Het genocide-verdrag en de Surinaamse wetgeving 0002 Het geschenk van Watramama 148, 1119

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Het goud van Suriname 23, 37, 40, 305, 1054 Het hindoe-huwelijk. Achtergronden, inhoud en betekenis van het huwelijksritueel 0021 Het kan zo niet langer, weet je wel 0312 Het kleed van onze zelfstandigheid 0432 Het koninkrijk IJmond/Bakuku-Babuba 135, 287, 0229 Het kwade uur 83 Het laatste hoofdstuk 39 Het legergroene Suriname 111 Het leven van de Trio Indianen zie Kaise Trio Iengie logan rahe hai Het leven van Sopropo en Antruwa zie Na libi fu Sopropo nanga Antruwa Het levenswater van Ana Bolindo-Kondre 149, 0302 Het meisje uit de sawah 60, 127, 0462, 0463 Het meisje uit Tapoeripa 120, 148, 0585, 0592 Het monsterachtige waterdier zie A ogii wataa meti Het Nationaal Comite voor de Vernieuwing 0512 Het Nederlands in Suriname 33, 0013, 1070 Het Nederlands Volkskundig Genootschap 0799 Het Nederlandse hoorspel; Aspecten van de bepaling van een tekstsoort 92 Het noodlottige paradijs 0966 Het paradijs van Oranje 135, 304*, 305*, 1029, 1035 Het Parool (krant) 73, 285*, 286, 289, 291*, 297*, 298, 299*, 304*, 305* Het raam

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 345

57, 60, 295, 0619, 0621, 0622, 0624, 0625 Het schoenlappersvrouwtje 123 Het Spectrum 109, 121, 139 Het Staatshoofd van Ayodhya zie Ayodhyapati Het Surinaamse Krantenwezen in de Koloniale Tijd. Zijn rol in de culturele en politieke bewustwording 0995 Het tweede dozijn kwatrijnen 0721 Het tweede gezicht 148, 298*, 0830 Het uur is nu tijd van opstaan! 0930 Het Vaderland (krant) 288, 289*, 303, 304* Het vergeten gezicht 0395a Het verhaal over de pingo's die tot midden in Langamankondre kwamen zie Pyindo Toriry Het verhaal van buurvrouw zie Parosien ke khiessa Het verhaal van de drie bomen zie Di woto u dee dii Pau Het verhaal van de gouden vogel en andere verhalen zie Swami Singh vertelt Het verhaal van de maan zie A Toli foe Manti Het verhaal van een schipbreukeling 83 Het verhaal van Guuni zie Di woto fu Guuni Het verhaal van Kantjil zie Dongeng Kanci/Het verhaal van Kantjil Het verheven woord! 86, 129, 0429 Het verongelukte geluk 1116 Het Wereldvenster 93, 110, 111, 132, 0203, 0204, 0224, 0255, 0370, 0499 Het witte monster 0313 Het wordt een feest 0703 Hetten van, Michael 123 Heyde, Heinrich 148*, 167, 0402-0410, 0454, 1025 Hiendoestaan ke ek djahaadjie ke kahaanie 0549 Hijlaard, M.Th.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 57, 68, 122, 291-292, 0290, 0411, 1025 Hildebrand, Wil 77, 0472, 0793 Hildesheimer, Wolfgang 83, 84 Hilgen, A. 0318 Hilst van der, Eddy 0448, 0843 Hilst van der, Gerard 0944 Hindi (Premanand) 0724, 0725 Hindi (taal; zie ook Hoog-Hindi) 24, 26*, 33, 61, 83, 124*, 126*, 142, 157, 0121, 0311 Hindi Culturele Groep 0731 Hindi Parishad 169, 0730, 0731 Hindi-Ramayana 1045 Hindi-School Vidya Sagar 0741 hindustaans toneel 38, 55, 118, 124, 125-127, 141* hindustaanse liedkunst 141* hindustaanse literatuur 9, 12, 41, 57, 124* hindustaanse literatuur (begrip) 12 hindustanen 23, 24, 45, 46, 54, 76, 115*, 116, 120, 124-127, 140-142 Hinsa-Parsad/Geweld loont 0636 Hira, Sandew 9*, 110, 111

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 346 historie 88 historische belangstelling zie verleden historische stof zie verleden History of killings between Sikiijanas and Tunajana/Trios 0473 Hitmix (tijdschrift) 50* Hiwat, Etienne J.R. 86*, 87, 109, 0412, 0413 Hiwat, Ronny 0144 HN-Magazine zie Hervormd Nederland (weekblad) Ho Sam Sooi, Mike 116, 117, 288, 0292 Hoe Anansi een half dorp veroverde 147 Hoe blanker het licht hoe dieper de blaren zie Jatne ujjar joti otane gahra jhalka/Hoe blanker het licht hoe dieper de blaren Hoe een vriend gebeten werd zie Onewara matiry ekabotypo Hoe ik leerde fietsen zie Aku bladjar numpak sepida Hoe Jona zijn les leerde zie Ynewara Jona worepypo Hoe men leeft in het India van vandaag zie Aadj ke India log ke rahan tjalan Hoe we naar de stad gingen zie Fa oe be go a Foto Hoekstra, C.A. 0318 Hoekstra, Michel 286 Hoetink, Harry 162*, 0371, 0602 Hoezee voor Suriname 0318, 1118 Hofwijk, Ernest 0933 Hokstam, Johan Edwin 118, 0334, 0414 Holi Sandesh 0415 Holi-comite van de Stichting Mata Gauri 0415 Holland Herald (tijdschrift) 287 Holland, August L. 292*, 0416 Holland-confrontatie 133-136, 137, 139, 143, 156 Holtkamp-d'Abo, Gertrude zie Marcelle Hom, Hans

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 84 Homeros 81 homoseksualiteit (thema) 130* 100 Jaar Suriname 27, 31, 33, 37, 40, 92, 94, 0008, 0009, 0010 Honderd jaar onderwijsontwikkeling in vogelvlucht 0009 Honder jaar rechtsontwikkeling in vogelvlucht 0010 Hondima Oto (Een boek voor jagers) 0553 Honi Godo 284, 0147 Honi godo 149 Honivasi (Ps. van Mijnals, Allan Herman) 0417 Hoofden van de Oayapok! 119, 291*, 0393 Hoog-Hindi (taal) 23 Hoog-Javaans (taal) 127 Hooghart, D.A. 0008 Hoogvliet, E. zie Boni Abaisa Hoop zie Asa (hoop) Hoornik, Eva 304 hoorspel 26, 38, 56*, 57*, 92*, 107, 132 Horb, Roy 0899 Horringa, D. 0541 Horvers, Ard 289

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 347

Houts van, Catherine 285 Howes, Barbara 52, 0418 Hoy' een Lied 1118 Huiskamp, A.B. 141, 0102 Huisman, Maria 0602 humor 88, 89, 118* Huttar, G.L. 0528 Huttar-Larsen, M.E. 0528 Huur, Ernest Freddy 120, 0419, 0420, 0421 Huygens, Hendrik 0540 Hymes, D. 140, 1036 I sa man tra tamara!? 69, 70, 82, 95, 131, 292*, 0332, 0422 I sab fa den AMS-man de 110 I.O.L. zie Instituut voor de Opleiding van Leraren ICA-Publicatie 307 iconografie 42 Ida 50, 0962b identiteit (begrip; zie ook groepsidentiteit) 9, 31, 32, 109, 115*, 118, 120*, 121*, 128*, 135, 136, 137*, 142, 149*, 152, 155 identiteit, trots op de persoonlijke (thema) 128-130 Identiteitsbewoners 0199 identiteitsproblematiek zie identiteit & groepsidentiteit ideologische literatuurbenadering 20 Ideoplastos 68, 0401 IJzer zie Felu IJzer, Cynthia 0474

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Ik 0345 Ik ben 24 uur in hongerstaking 103, 0935 Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan 76, 131, 304*, 0841, 1027, 1034 Ik en mijn pen 58, 284 Ik en mijn vrijheid 0593a Ik ga dood om jullie hoofd 24, 58, 72, 130, 135, 286*, 0219 Ik heb gebroken met 0654a Ik heb je lief.. Vernietig mij niet 80, 125, 0812, 0813a Ik heb je liever... dan brood 0714 Ik heb spijt van mijn leven 0886 Ik hoor, ik zie, ik zwijg 117 Ik huil, omdat ik van je houd 0648, 0651 Ik kwam, ik zag en ik schreef 0447 Ik probeer mijn pen 42 Ik trouw met wie ik hebben wil... 125, 0779 Ik vang, ik vang,... wat jij niet vangt 71, 150 Ik was in ons land 0840a Ik was, ik kwam, ik zag en ik schreef 292 Ik weet wel wat voor jou het beste is 152 Ik zou jullie willen binden 0873 Iku 0473 Ikuhto panpia sere. (Probeerboek) 0480 Illes-Deekman, M. 1096 illustratie zie boekverzorging illustreren (van jeugdboeken) 151*

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 348

ILO- Verdrag No. 158 betreffende de beeindiging van het dienstverband op initiatief van de werkgever 1091 Ilu'imin 0424 Imaam van de Surinaamse Moesliem Associatie 0066, 0067 Immigratie zie Paravasi immigratiedag (Hindustanen) (thema) 116, 118 imperialisme (zie ook kolonialisme & neokolonialisme) 117 import (van boeken) 61, 62 Imro (Ps. van Reeberg, Harry Imro) 0423 In de geest van mijn kultuur zie Koewatra djojo/In de geest van mijn kuituur In de Knipscheer 33, 53, 67, 160, 0206, 0208, 0214, 0216, 0217, 0219, 0220, 0222, 0223, 0225, 0226, 0226a, 0227, 0558, 0722, 0791, 0792, 1034, 1035 In de nood van het aangezicht zie A nowtoe foe mi ai In de schaduw van het heden 109, 0848 In het land van de overheerser; II Antillianen en Surinamers in Nederland 1634/1667-1954 121, 161, 290, 293 In memoriam een trouwe Chiraz jazz fan Dobru. Overleden op 17 november 1983 0276a Inderson, Stanley 138, 0112 India ke tien khiessa/Drie verhalen uit India 0254 Indiaanse liederen uit Suriname/Amerindian Songs from Surinam. De Karaiben van de Marowijne/The Maroni River Caribs 119, 0424 Indiaanse literatuur 93, 101, 119* Indiaanse talen 25 Indiaanse vertellingen 119, 149, 0235, 0236, 0237, 0238 Indiaanse Vertellingen (toneelstuk) 150 Indianen 51, 58, 1 19*, 120, 139* Indra sabha

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0311 Informa Special 0890 Informa 293, 300, 0889-0891, 0893-0895, 0899 Informations Unesco 143 inhoud (criterium) zie object Inleiding in de literatuurwetenschap 19, 32 Innerhofer, Franz 28 Instituut Culturele Antropologie en Sociologie der Niet-westerse Volken, Rijksuniversiteit Leiden 307 Instituut voor Culturele Anthropologie (Utrecht) 0799 Instituut voor de Neerlandistiek 0963 Instituut voor de Opleiding van Leraren 76, 91, 169, 0070, 0331, 0332, 0338, 0359, 0363, 0545, 0575, 0652, 0654, 0668, 0802, 0997, 1053, 1090 Instituut voor Taalwetenschap zie Summer Institute of Linguistics Instituut voor Theaterwetenschap 77, 0472, 0793 intentie (criterium) (zie ook doelgroep) 28 intemaatsleven 12 International Bible Society 0681, 1003-1006, 1013 International code of marketing of breastmilk substitutes 1088 International Labour Conference/Confe-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 349 rence International du Travail - Convention 158 Convention concerning termination of employment at the initiative of the employer etc. 1091 International Register of Biographies 283 International who’s who in community service 283 Internationale code voor marketing van vervangingsmiddelen voor moedermelk

1088 Internationale Samenwerking (tijdschrift) 297 Internationale Socialistische Publikaties 110 internationale solidariteit (thema) 118 Intiem (tijdschrift) 50, 59 Intro 0544 Inventory of Caribbean Studies. An overview of social research on the Caribbean conducted by Antillean, Dutch and Surinamese scholars in the period 1945-1973

170 Inventory of Caribbean Studies. An overview of social scientific publications on the Caribbean by Antillean, Dutch and Surinamese authors in the period 1945-1978/79 170 Iris 54, 57 ISBN-nummer 49, 65 Ise'u 0424 Ishaak, H.A. 141 Isselt, Rudolf Wilhelmus Rene 49, 53, 72*, 86, 104, 106, 108, 117, 129, 292*, 0244-0447, 0529, 0846, 0870, 0978 Isselt-Grootfaam 0441 Iwana iwehto iponohto, kaikui iwehto mare 0677 Ixora (faja lobi) 1067 Ja Ik ben een Marron 120, 1078 Jadnanansing, Madhu 0454 Jadoenathmisier, S.A. 69

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Jagai, Sierie 125 Jager op groot wild 80, 297, 0780 Jagt van der, Sil 118, 0448 Jai Jai Laksmi Mata 0742 Jairam vertelt.... 118, 0546, 0549 Jakono Rino zie Cirino, Andre Carolus Jaliens, Mavis (ook Jaliens-Noordwijk) 0441, 0449, 0450, 1118 Jamaludin, Jihana 59 Jan Voorhoeve 1923-1983 Obituary and bibliography 95, 0310 Jankipersadsing, Harnarain 70, 0833 Jankipersadsing, S. 70 Jansen 0432 Jansen van Galen, John 303 Jansz, Ernst 136 Jap A Joe, Karma 1073 Jap' japi (tijdschrift) 0454, 0455 Japanalu 119, 0451, 0452, 0453 Japie en Joewan 0581a, 0583 Japie op school 0584 Jappa, Claries 1073 Jasar, A. 1074 Jatne ujjar joti otane gahra jhalka/Hoe

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 350 blanker het licht hoe dieper de blaren 295, 0637 Javaans (taal) zie Surinaams-Javaans Javaans toneel 55, 127* Javaanse literatuur 13, 57, 68, 127* Javaanse vertellingen uit Suriname 0110, 0883 Javanen 58, 115, 116, 120, 127*, 128*, 142* Jaw, Zapata zie Zapata Jaw Jawalapersad, Albert 1073 Je koppigheid zal je val worden zie Taan ga Jesi O Kii Joe Jeje Disi/Karakter's krachten 118, 286*, 0222 Jenuhtoponpe 0670 Jere (tijdschrift) 70, 95, 283, 284, 295, 296, 302 Jere mi/‘Luister naar mij’ 92, 161, 0337 Jeremia. Eigentijdse voorbereiding op de priesterwijding 129, 0397 Jethoe, Geeta 1073 Jethoe, In dra 0319 Jeugd Lektuur Projekt 57, 68, 149*, 151*, 170, 0302, 0977, 1046-1049, 1051 Jeugd Lektuur Projekt Wat is het? 151, 1049 jeugdboeken in de Bibliografie van als afzonderlijke uitgave verschenen publikaties 1970-1985 0108, 0109, 0127-0129, 0131-0133, 0135-0139, 0147, 0183, 0185-0190, 0268, 0269, 0282, 0289, 0296, 0297, 0300, 0302, 0315, 0407, 0409, 0441, 0454, 0455, 0460, 0461, 0474, 0511, 0522, 0523, 0581a-0585, 0589, 0591, 0592, 0596, 0630, 0631, 0650, 0734, 0735, 0749, 0752-0756, 0758, 0759, 0768-0770, 0882, 0933, 0964, 0977, 1025, 1039, 1042-1044, 1046-1048, 1051, 1106, 1108, 1109, 1114, 1119, 1120 jeugdliteratuur 19, 31, 32, 37, 45, 58, 60, 68, 71*, 86, 90, 108 145-151, 170 jeugdtoneel 55, 62, 71, 116, 150*, 152 Jezus Cristes

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0649, 0651 Jezus de, J.A. 0449 Jezus na watra foe libi 0774 Jhauw, Ramnarain 0456, 0457, 0833 Jhinkoe, Chedie ‘Baw’ 125 Jhinkoerai, Gaitrie 1073 Jiaw, Mantoorni 298 Jitetoponpeton 0941 Jiwehtoponpe tepupo 0671 Jiwenanutoponpe sere kaikuija pireupe 0783 joden 128 Joemratie, S. 1074 Joesoe Nakgwe 49 Joewono, Djoko 0287 Johan (van Asindo Opo) 0076 Johan Adolf Pengel. Belangrijke uitspraken van een Nationale Leider 0890 John Hopkins University Press 139, 140 John Perse, St. 89 Johnson, George 0191 Johnson, George Eduard 0244, 0458, 0459

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 351

Johnson, Will 0377 Jones-Overdulve, D.C. 0078 Jong A Tai, J.R.M.A. 0412 Jong A Tjauw, John 90, 0460, 0461, 0474, 0630, 0846 Jong de, Andries 287, 293, 298 Jong de, Anneriek 285 Jong de, C. 147 Jong Loy, Harry Jenny 57*, 97*, 292* Jong Tjien Fa, B. 1075 Jongeren Organisatie ‘Dharmatma’ 0860 Jonker, G.D. 0005 Jonkers, Han 305 Jontho ama rikene thy'dykhytan khonan 0150 Jontho thymakoaron to khotaha matho kodibio khonan 0152 Jorka-Tori. Geloof het of geloof het niet maar zo zeggen ze Waka-man si Jorka!

57, 149, 0341 jorkatori 101 Joruno (Ps. van Noldus, J.) 53, 60, 67, 127, 0462, 0463 Journalistenvereniging, Surinaamse 0311 journalistiek 38, 58*, 83*, 93*, 107, 109, 135 Joyce, James 81 Juanchi (Ps. van Chin A Foeng, Jules Anthony) 50, 69, 85, 130, 292*, 0252, 0299, 0311, 0464, 0465, 0491, 0868, 0870 Jubitana, R.P. 1075 Judell, A.J.M. 0287

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Jugal Kishorand Company 0831-0833 Juich maar niet te vroeg 136, 302, 303*, 1020 Jukema, R. 1075 Julen, Ronald 0191, 0244, 0466, 0467, 0468, 0846, 0872 Juliana een kwart eeuw koningin 1948-1973 0547 Juliana, Koningin 0547 Julio Perrenal, dichters van het papiamentse lied 0806 Jumpa Rajguru 50, 70, 124* Jungschleger, Ineke 288 Kaarsbaan, Letitia 58, 0469-0471 Kaarsband, Letitia zie Kaarsbaan, Letitia Kab ke yaad/Van wanneer een herinnering 1977-1983 289, 295, 0325 Kabier, Tjaw 0858 Kabinet van de vice-minister-president 40, 1068 Kabinet voor Surinaamse en Nederlands-Antilliaanse Zaken 33, 0503, 1069, 1070, 1071 Kaburae 0424 Kabyn wakhaibero kho dia khonan osytho 0555 Kabyn ydiahy jokha khonan 0153 Kagie, Rudie 93, 104, 110*, 111*, 167, 0358 Kainema de Wreker en de menseneters 147, 288*, 0297 Kaise ‘Siekhe parhe ke’ siekhaawal djahai/Handleiding bij ‘Siekhe parhe ke’ 0173 Kaise Trio Iengie logan rahe hai (Het leven van de Trio Indianen)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 352

0952 Kala (tijdschrift) 84, 87, 93, 122, 143, 294, 297*, 300*, 304, 307 Kalamitra (toneelgroep) 55, 0730, 0731 Kalende 1984 (a Saamaka tongo, Nenge tongo, Holansi tongo, ku Ingisi tongo tuu) 0817 Kalende 1985 a Samaaka tongo (ku Saana tongo, Holansi tongo, ku Ingisi tongo tuu) 0818 Kali kala devi or: Black Wind Spirit 1110 Kalidasa 126 Kalika, Radjwantie 1075 Kalinya (taal) zie Karaibisch Kallasingh, Gurudatt 38, 41, 53, 77, 118, 126*, 140, 141, 292* Kalpoe, S.G.M. 38, 54, 125, 126, 292*, 0337 Kals, Johannes Guiljelmus 0311 Kamayani, Sushri 0832, 0833 Kamisa 0675 Kamla en de Syrinekoning 150 Kamla en de vergulde man 150*, 284*, 0131, 0133 Kamlesh zie Waagmeester, Nico Kamlesh, Kamta 25, 48, 0745 Kamperveen, Andre 107, 0888 Kamperveen, Helen 0292 Kamperveen, R.A. 0244 Kamtasingh, R. 0022 Kanhai, G. 60, 61 Kankansumani zie Kwakoe Montri

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Kankantrie (toneelgroep) 123 Kans op onweer 38 kantjilverhaal 101, 127, 142 Kapai 0824 Kappel, Rudi 0863, 0868, 0870 Karaiben 119* Karaibisch (taal) 23, 156 Karakter's krachten zie Jeje disi/Karakter's krachten Karg, A. 50, 0962b Karijomenawi, Kristilah 0756 Karijopawiro, Wonny 69 Karran, G. 1074 Kartaram, B. 125 Kasandikromo, H. 70 Kasanpawiro, Sari 69 Kasekostars 0263 Kasiman, E. 1075 katha 0311 Katholieke Hogeschool Tilburg, buro buitenland 0516 Katholieke Onderwijzers Bond 169 Katidjo, August 1075 Kattenbelt, Chiel 77, 297, 0472, 0793 Kaulesar Sukul, Jagesar Persad zie Sukul, Jagesar Persad Kaulesar Kavafis, Konstantin 62 Kayoema, Augustinus 0424

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 353

Keerveld, Humphrey 58, 102, 287 Kelk, C.J. 289 Kelly's Directories limited 283 Kemble, Oscar Ludwig zie Blaw Kepanki Kempen van, Michiel 11, 74, 80, 82, 84, 92, 93*, 97, 128, 140*, 141, 142, 284*, 286, 287*, 288, 289*, 290*, 291, 292*, 293, 294*, 295*, 296*, 297*, 298, 299*, 301*, 302*, 303, 304, 305, 306*, 307* Kemradj, R.P. 1118 Kennismaking met de Antilliaanse en de Surinaamse poezie 41, 51, 0718 Kentie, Hein 1072 Kepanki, Blaw zie Blaw Kepanki Kerk en Volk, op zoek naar een eigen gezicht 0439 Kern-proeven 0526, 0632, 0633 Kersten 68, 110, 169, 0450, 0894, 0897, 0898, 0928 Kerstgedichten (Berrenstein) 0146 Kerstgedichten (Slory) 0920 Kertodjojo, Irma 1115 Kesehpe 0473 Keskesi sani 117 Keteldijk, Ruth 0337 Ketwaru jr., Effendi 13, 70, 72, 95, 300 Ketwaru sr., Effendi 0959, 1118 Keulen van, Egbert 285 Kewal Records 0742 Khedoe, Radjen 0876 khissa

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 101 Khodabaks-Amier, I. 0134 Kiban, Robert Janki 119, 139, 156* 157, 0311, 0334 Kijomikon ejateto sere 0481-0484 kinderboeken in de Bibliografie van als afzonderlijke uitgave verschenen publikaties 1970-1985 zie jeugdboeken Kindergedachten 148, 0282 Kinderkrant 148 Kinderkrant zie Stichting Kinderkrant kinderliteratuur zie jeugdliteratuur Kinderplaat 0474 kinderpoezie 68 King, Eduard F. 139 King, Frank 94 King, Johannes 31, 75, 119, 122, 0290, 0311, 0475, 0476, 1037 Kiranbala, Shrimata 0832, 0833 Kirpalani, Vijay J. 69, 0022, 0026 Kis, Danilo 22 Kishna, Sita 23, 93, 125, 142, 292*, 0050, 0232, 0477 Kisoensingh, Malini 1075 Klantenparade 0504 klassentheorie 8 Klein eiland 0784 Kleine harmonieen

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 354

0932 Kleine Wijsheid 0527 Klemmer, Thoussaint Th. 0315 Klerk de, C.J. 124 Kleutervertelboek voor bijbelse geschiedenis zie Gado tori gi pikinnengre Klim zie Kren klimaat (thema) 135* Klimsop, Ronny 302, 0994 Klinckhamers, Fons 287 Klink, A.M. 0506 Kloos, Peter 119, 139*, 0192, 0371, 0424, 0965 Klooster Petrus en Paulus 169 klucht 55, 56, 85, 123 Kluwer 0003 Knight, Franklin W. 140 Knippenberg's Uitgeverij 91, 0226, 0944 Knipselkrant Surinaamse verhalen 0478 Knuvelder, Gerard 290 KOB zie Katholieke Onderwijzers Bond Koeken, Stanny 92, 0479 Koefoed, Geert 32, 76, 152*, 307, 0232, 0638, 0861, 0874 Koejake 0059 Koelewijn, Cees 0480-0486 Koelewijn, Ineke 0485, 0486 Koeltoeroe (tijdschrift) 69

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Koeman, C. 0548 Koen, Pieter 94 Koen-Boot J. 0086, 0099, 0101, 0361, 0362, 0420, 0421, 0517, 0679, 0816, 0837, 1001-1006, 1009 Koenders, Julius Gustaaf Arnout 24, 31, 41, 42, 75, 115, 122, 0232, 0290, 0311, 1037 Koenoe 287, 0274 Koesi nanga Isa II 0980 Koesi nanga Isa III 0981 Koesi nanga Isa. Deel I 0979 Koewatra djojo/In de geest van mijn kultuur 135, 286*, 0213, 0214 Kogeldans, Ed 122, 0337 Kohinor, Stefano 0315 Koida, John Kenneth 0487 Kolf, Eddie E. 0334, 0488 Kolibri (tijdschrift) 39, 69*, 70, 300, 0489-0491 Kolinski, M. 139 kollektief 69 Kollektief (tijdschrift) 70, 124, 140, 141, 305 Kollektieve schuld of wel Famir'man sani 48, 60, 122, 285*, 0203, 0224 kolonialisme 105, 117*, 131 kolonialisme en psychologie 161* Kom de, Cornelis Gerard Anton 26, 52, 54, 68, 74, 102, 117, 161, 292-293, 0205, 0255, 0290, 0311, 0457, 0492-0501, 0516, 0963, 0978, 1038 Kom de, Judith 51, 293*, 0255, 0334, 0335, 0499

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 355

Kom gauw terug zie Kon hesi baka/Kom gauw terug Kom je mee naar het feest 0704 Kompe (tijdschrift) 285, 286, 288, 290, 291, 300, 302, 305, 306* Komrij, Gerrit 304 Kon loekoe fositen djoesama kondee libi (Dagelijks leven in Israel van de Bijbel)

1007 Kong Ngie Tong Sang 1880-1980 123 Kong Ngie Tong Sang Dagblad (krant) 123 Koni miti wogi 0100 Koninklijk Instituut voor Taal-, Land-en Volkenkunde 170, 290, 293, 0475, 0536 Koninklijke Bibliotheek 139 Konten konten fu esrede nanga fu tamara 122, 0916 Koontu konde oto (Fantasie verhalen) 0825 Koopman, J. 58, 0502 Koopmans, T. 0541 Koornaar, Gina 13 Koorndijk, John 1077 Koot, Willem 152 Kope pampilan, weji pampilan male 0715 Kopzorg zie Temekoe/Kopzorg Koran 167 Kors Patoe 104, 0581 Kort, F. 86, 0429 Kortram, Lucy zie Vreden-Kortram, Lucy Kosmos 1039 kosmos (thema) 129* Koso, Rinette

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0800, 0801 Kownubri de na en Onigodo 103, 0913 Kra, wan bondroe poewema 285, 0197 Krab'-patoe 1117 kracht van het woord zie macht van het woord (thema) Kramp, Andre 95, 0047, 0334, 1096 krant zie pers Krasseding en Briesje maken plezier in huis 1106, 1109 Kren/Klim 38 Krenten, Jerry Edo 0315 Krere-krere agenda 1982 0696 Kri, kra! 11, 37, 39, 42, 288*, 0290 Krido Rini (toneelgroep) 127 Kriebeltje, Krabbeltje 0705 Kries ke kahaanie 0953 Kriesna-Soedama, Natak zie Natak Kriesna-Soedama Krioro Fa?, een funktioneel analytische studie van strukturele aspekten van kreools-orale literatuur in Suriname 77, 0215 Krips Repro 139 Krishna Printing Press 0604 Krishnadath, John R.P. 0047, 0049 Krishnalila 125 Krishnasing, S. 0877 Kritiese Bibliotheek 137*

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 356

Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945 290 Kro Faja 118, 0505 Kroejara 0435 Kroes, Gerardus Hendricus 27, 39, 53, 167, 0290, 0502a-0511 Kroes, Willem Hendrik Johan 0504 Kroi 107, 0939 Kross, Marcel 110 Kross, Rudi F. 58, 102*, 105, 125, 161, 293*, 303, 0290, 0512, 0514, 0888 Kruijer, G.J. 109, 139, 0602 Kruik zie Prapi Kruisland, Johannes Carolis 56*, 0294, 0311 Kuijper, Nannie 303* Kujala 119, 0451 Kulapa 119, 0451, 0515 Kulturele overheersing van Nederland in Suriname en de Nederlandse Antillen

0516 Kumanda 0424 Kumayelan 0424 Kurija iwehto iponohto pai iwehto mare 0678 Kurija panpira 0823 Kursus Intensief Gitaarspel voor beginners 1021 Kuse, Ciano 0099 Kuse, Sambrie 0097, 0517, 0828 Kuster, F. 0318 Kuyk, Jan

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0891, 0897 Kwaku-Montri (ook Kwakoe-Montri; Ps. van Naarden, Andre E.) 103, 104, 117, 293, 0518-0521, 0978 kwaliteit (van literatuur) 64, 77-90, 96*, 97* kwaliteitscriteria (voor literatuur) zie kwaliteit Kwame Dandillo (ps. van Polanen, Humphrey George Nelson (Pieter)) 38, 39, 131, 136, 293*, 0205, 0311, 0335, 0516, 0522, 0523, 0718, 0868, 0870, 0978 kwantiteit 31, 53-59, 92*, 97* Kwasi 0978 Kwinti 120 Kytoenarykon/Ons land 0069, 0676 Kywethtokon/Ons land 0069 La Passion selon Judas 0353 Lachitjaran, Erwin 0894 Lachman, Hans Hemradj 108, 0524 Lachmansingh, Candy 1073 Lachmon, Jaggernath 103*, 107, 0514, 0888, 0936 Laetitia, Uitgeverij 68, 1055-1059, 1065, 1066 Lafoe a no sjen 56 Lafour, Franklin 57, 62, 150, 152 Lafu tori 0773 Lagerwaard, Henk 291 Laire Jesoes (De geboorte van Jezus) 1115 Lakhisaran, Sharma 1073 lakoe 0311 Lala, R.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 357

70 Lalji, H.D.M. 0962b Lalji, Marjorie 1073 Lalji, Ram Naris 0745 Lalla Rookh (tijdschrift) 41, 50, 70, 140 Lalla Rookh zie immigratiedag (hindustanen) Lamming, George 52, 63, 123, 160, 0299, 0525, 1090 Lampe, R. 0526, 0527 Land dat ik voor niets ooit laat!! 116, 1112, 1113 Land te koop 56, 103, 288, 0292 Land van harmonieuze kontrasten? 130, 1081 Landbouw Hogeschool Wageningen 0542 Landelijk Pedagogisch Centrum Nederland 0598 Landelijke Federatie van Welzijnsstichtingen voor Surinamers 109, 0933 Landelijke Vereniging van Wereldwinkels 110 Lange de, Peter 306 Langs de Waterkant 1 0011, 0031 Langs de Waterkant 2 0012, 0032 Lansdorf, F. zie Neer, Kees lanti zie overheid Larraine, Tessa zie Soecy Latijns-Amerika 51 Lauffer, Pierre 0806 Lautenschlager, Ed 0005 Law products issued by the Labour Directorate from 25th February 1980 till June 1983 1093 Leavitt, Claude W. 0473

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Lecton, Giesla 294* lectuur 12, 31, 32, 50, 58*, 59*, 60, 61*, 93 Lee Kong, A.S. 0287 Leeflang, Steven 0315 Leefmans, John 21*, 22, 29, 39*, 136, 0335 Leerdam, W.E.F. 1118 leespubliek zie lezer leestraditie (zie ook lezer) 24, 60*, 83 Leeuwaarde van-Alwart, Urmie 0870 Leeuwarder Courant (krant) 286*, 304* Leeuwen van, Evelien 137 Leeuwin, W.A. 0383 legenden 119 Legends of Suriname 0180 Legene, Peter Martin 147, 0311 Leidsman, S.F. 0553 Leisi buku ju ndjuka tongo 0528 Leisi Ndjoeka Tongo. Deel 2. Deel 3 0988 Leisi Okanisi Tongo. Deel 1 0987 Lekhmala 76*, 0022, 0026 Lelekoe/Plaaggeest 55, 136 Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding 33*, 57, 60, 74, 77, 90, 92, 94, 96, 106, 107, 111, 122, 130, 140, 155, 156, 160, 285, 286*, 0227 Lemki, Sampa (Ps. van Neus, Guno) 156, 0334, 0819

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 358

Lenz, Johan Alphons 129, 294*, 0529 Leo Victor, Drukkerij Uitgeverij 0318, 0529 Leopold 96, 0523, 1025 Lesbische Uitgeverij Furie 132, 0796 Lesi boekoe na ini Sranan Tongo Deel 1 0983 Lesi boekoe na ini Sranan Tongo deel 2 0640 Lesi boekoe na ini Sranan Tongo Deel 3 0641 Lesi buku a Saamaka tongo/Saramaccaans leesboek. Deel 1 0096 Lesi buku a Saamaka tongo/Saramaccaans leesboek. Deel 2 0097 Lesi koenersi 0246 Leuden, Arthur 0299 Leurs, Gloria 0299 Leven is een Ademtocht 0629 Levens, Alphons Maria 152, 285, 293*, 0530, 0959 Lezenderwijs zie Sile'sima 'e lezer 59-62, 67, 73, 77, 78, 85*, 87, 88, 89, 93*, 94, 122, 147, 158 Li Fo Sjoe, Alan 301, 0602 Libanees (taal) 23 Libanezen 23, 120, 128* Libeton, Laurens 0454 Libi span ini na ati foe Sranan 116 Libosan, Trudy 0005 Libretto, Isedore 1012 Licht der Vedas 0653 Licht, Arthur A.M. zie Akanamba

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Lichtveld, Leon A.M. 0371 Lichtveld, Lodewijk Alphonsus Maria zie Helman, Albert Lichtveld, Noni 58, 67, 85, 148, 149, 0531, 0532, 1025 Lichtveld, Ursy M. 37*, 40, 41*, 52, 54, 57, 75, 92, 123, 140, 0335, 0533, 1037 Lie A Lien-Perk, Carla 147, 148, 0191, 0474, 0534, 0631 Lie A Ling, Marlene 0299 Lie A Njoek, Patricia 40, 0333 Liefde 0689 liefde (thema) 128*, 129, 137 liefde voor Suriname (thema) 137 Liefde, haat en jaloezie 0458 Liefde, Hedwich 170 Liefde/Lobi 0689, 0690 Liefhebbers van het toneel 56 Liegen zonder nadenken 59 Lier van, Rudolf Asueer Jacob 7*, 8, 24, 38, 131, 133*, 167, 294*, 307*, 0064, 0311, 0476, 0516, 0535-0542, 0602, 0986 Lieuw Kie Song, Joan 0191 Lieuw On, R.P. 1075 Lieuw, Allison 0758 Lieve Hartelijke Gelukwensen! 0706 Lieveld, Hanna 0299 Life at Maripaston 0475

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 359

Liggend stilstaan bij blijvende momenten 305*, 1030 Lim, Hanny 51, 0543 Limon, Natasja 1073 Linda's eerste liefde 56 Linde van der, J.M. 0716 Linger, Muriel 1073 linguistiek zie taalkunde Links with the past. The history of the cartography of Suriname 1500-1971./ Schakels met het verleden. De geschiedenis van de kartografie van Suriname 1500-1971./Eslabones con el pasado. La historia de la cartografia de Suriname 1500-1971 0548 Linkse Lucie 56 Lion Sjin Toe, Rudy 291 Lionarons, Wilfred 295 Lisse, D.R. 1073 literair waarde-oordeel zie waarde-oordeel Literaire analyse van ‘In den vreemde’ Kort verhaal van Thea Doelwijt uit: ‘I sa man tra tamara!?’ (Amsterdam, De Bezige Bij, 1972) 0332 literaire infrastructuur zie literatuurbedrijf Literaire kunst 26, 60 literaire prijzen zie literatuurprijzen literaire tijdschriften 37, 69-70, 86, 94*, 0311 literatuur (begrip) (zie ook Surinaamse literatuur (begrip)) 19* literatuur en maatschappij zie maatschappij (en literatuur) Literatuur en talen van Suriname. Een kennismaking 33, 41*, 76, 82, 140, 141, 0320 Literatuur-overzicht van Suriname vanaf de 17e eeuw tot 1940. Literatuur aanwezig in de bibliotheek van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land-en Volkenkunde te Leiden 170 literatuurbedrijf 37, 43-97, 151 Literatuurcommissie (MINOWC) zie Commissie Literatuur (MINOWC)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 literatuurgeschiedenis 7, 10, 27, 37*, 73, 74*, 159* literatuurgeschiedenis (jeugd) 151* literatuurkritiek 37, 67, 71-73, 86*, 95*, 101, 102* literatuuronderwijs 60, 64 literatuuronderzoek zie literatuurstudie Literatuurprijs Sticusa 70, 71, 300, 301* Literatuurprijs van Suriname 71, 81, 95 literatuurprijzen 62, 64*, 70-71, 95* Literatuursectie (MINOWC) 64*, 65 literatuursociologie 10, 46, 60, 74 literatuurstudie (Surinaamse) 30, 65, 73-77, 95* literatuurtheorie 32, 76 literatuurwetenschap 11, 19, 20, 26, 28, 29, 32, 73, 101, 137 Literatuurwetenschap Grondslagen van een theorie van het literaire werk 19, 32 Liu Chong Han 123 Liu Xu Hua 123 Lobi 0355 Lobi firi 0822 Lobi libi 0250 Lobi ten 0054 Lobi zie Liefde

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 360 lobisingi 0311 Lobisingi 0905 Lochem, Balthus 0287, 0615 Lodewick, H.J.M.F. 26, 42, 60 loekoe lontoe-motief (thema) 137 Loesoe na tite 0729 Loetai, Sh. 1074 Loffel, Jo (Ps. van?) 38, 68, 0544 Loghum Slaterus van 0535 Lokhin, Stan 1016 Loksi Ati 128, 0990 Long Him Nam, H.V. 76, 302, 0545 Long, Hilly 1077 Loning, Nic. 0371 Lont, Carla 13, 69, 94, 169, 0191 Lont, Ch.W.R. 37, 40, 94, 0008 Lont, Murphey 69 Loop voorzichtig zie Waka ku fusutan! Loor, Andre Hendrik 118, 0546-0549 Lopulalan, Frans 136 Losen, Toomoi 120, 0106, 0115-0119 Loswijk, Edgar J.A. 77, 143, 0550 Lou Lichtveld - Albert Helman, een representatieve bibliografie 290 Loulou 303

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Lu Wei 123 Ludrug 127 Luguro, Vree L. (Ps. van Berenstein, Ricardo F.) 0551 Luister meneer de president - Het Volk Spreekt - Luister geliefd en eerlijk volk. De president anwtoordt 1016 Luister naar mij zie Jere mi Luku bun-jee! (Pas op! hoor) 0487 Lupi (tijdschrift) 50 Lutchman, L.F.S. 0307 Lutchman, Martinus Haridat zie Shrinivasi Lutchman-Singh, Sylvia zie Singh (geh. Lutchman), Sylvia Luxemburg van, Anneke 304 Luxemburg van, Jan 19, 20, 28, 32 Lyceum 101, 109 Lynx 0612 M.I.T. zie Boonman-Tjoe Nij, Martha Ilse Maanen van, Willem G. 0797 Maar, meneer de rechter 1061 Maas van der, Kees 293 Maatje, Frank C. 19, 32 maatschappij (en literatuur) 99-111 Maatschappij der Nederlandse letterkunde 0533 Maatstaf (tijdschrift) 42, 70 Mac Nack, E.H. 0371 Macchiavelli, Niccolo 111 MacDonald, Roy 293

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 361

MacDonald, R. 50, 0962b Machado de Assis 81 Macht en onmacht van de intelligentia 0541 macht van het woord (thema) 103, 130*, 137 Macmillan Caribbean 0188, 0189 Madari, Allan Narish 124 Madarie, Kenneth Eddy 55, 0403, 0404, 0422, 0612 Maduro, Emy 121, 161 Mag men slapende honden wakker maken 0820 Mahabharata 125*, 127 Mahabier, Bris 141, 283, 284, 0635 Mahabier, Ramesh 70 Mahabier, Sita 70 Mahadew Missier, Tjitra 58, 0552 Mahenderpersad, Martin 1073 Mai, Alwisi 0553 Mai, Edi 0096, 0097 Maina (tijdschrift) 61, 70 Maina, Surinaamse boekenclub 61 Maipo, Andre 119, 0554, 0949 Makandra (toneelgroep) 50, 55 Makandra foto special 0564, 0565 Makandra's 5 jaar Revo fotoalbum 0564 Makosie W.F.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0555 Makuba wordt feministe! en andere verhalen 132, 1105 Makusie, M. 0555 Mala, Poela zie Marlee, Paul Maleko, Roberto 119, 0556, 0948 Malhoe, B. 0285, 0286, 0288 Malmberg, L.C.G. 290 Mama Aisa (Ps. van Zwennicker-Groenefelt, Adolphina Antoinette Willy) 48, 116, 0557 Mama Sranan (beeldspraak) 117*, 135 Mamaisa 0120 Mamanten 39 Mamio (tijdschrift) 37, 39, 136 Mamio (toneelgroep) 55*, 71, 306 Mammoetwet 101 man (thema) 116 Mandalareeks 0220, 0558 Mange ghat pe jiwan jhele Kahen naw samundar khewe zie Wie wil wonen op de oever Waarom koerst hij naar de zee Mangroelal, Ken 68, 0558 Mann, Heinrich 22 Mann, Klaus 58 Mann, Thomas 22 Manna, Chandra 1075 Mannoni, Octave J.D. 161 Mansour, Jamilie 0319 Mantana Valera zie Toppin, Michel Mantell, J.R

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 362

0085, 0093, 0420, 0421, 0673, 0827, 0837 mantra 0036, 0655 Manu-Smriti 0022 manuscripten 11, 67, 151, 167 Mar de la, Joseta D.H.V.G. 53, 294*, 0559 Marac (Ps. van Accord, Marcel H.) 54, 68, 104, 0560-0565 Marac's Production 68, 0277, 0563, 0565 Maran, Rene 120 Marcelle (Ps. van Holtkamp-d'Abo, Gertrude) 103, 0566 Marcus, Alexander Willem 0294, 0311, 0318 Marhe, R. Motilal 24, 25, 32, 74, 76, 124, 141, 142*, 156*, 292 Marianne zie Doelwijt, Thea Dora Christina Mark Town 0242a Markiet, R. 0315 Marko, E. 0567, 0568 Marlee, Paul (Ps. Van Nijbroek, Paul Armand) 13, 24, 28, 30*, 32, 39, 45, 47, 49, 53*, 64, 67, 69, 71, 72, 76, 77, 80, 81*, 83, 85*, 86, 90, 92, 96*, 103, 109*, 118, 129*, 130, 131, 136, 147, 169, 294*, 298, 301, 302, 0290, 0335, 0489, 0490, 0491, 0569-0574, 0846, 0863, 0868, 0870, 0872, 1025 Marquez, Gabriel Garcia zie Garcia Marquez, Gabriel Marquis Who's Who 283 Marron, Marronage. Strijd om de vrijheid 0060 marrons zie boslandcreolen Martinez Hinojosa, Francisco 0267, 0273, 0278 Martinus, Frank 49, 61, 68*, 75, 76, 77, 91, 96, 117, 290, 291*, 297, 0575, 0866, 0959, 1085 Martodihardjo, Frederik K. zie Megar marxistische literatuursociologie 10 Masiwetonpeken sere, kaikui mare 0967 masla zie spreekwoorden

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Masra 57, 0218 Masra Kodokoe/Meneer Kodoqius 0211 massalectuur zie lectuur Masusa, Transculturele uitgeverij 94, 0772 Masusa, Dennis 0636 Maswa 0488 Maswa/De fuik 132 Matapi 38, 287, 0257, 0274 Matapinti 104, 0576 materiele positie van de schrijver zie schrijver Mathuraprasad, Haldhar zie Sharma, Haldharprasad Matoeja 0454 Matoejo 0631 Matthijsse, Andre 0192 Matuari (taal) 23, 120 Matuari's 119 Mauricius, Jan Jacob 0311 May, Betty 0005, 0016 May-Bosch Reitz, Ph. 0774 Maynard, Rudy 50 Maynard, G.C.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 363

147 Maynard, Lucien Max 69, 104, 0576, 0577, 0578 Maynard-Fillerup, M. 147* Mbei goonliba jei (Opdat de wereld het hore) 0667 Mbeti u liba 0082 Mbeti u Matu (Dieren van het bos) 0086 McLeod, Cynthia H. 0999 Mechtelly (Ps. van Tjin A Sie, Mechtelli Yvonne) 49*, 52, 53, 67, 68, 71, 90, 91*, 104, 107, 116, 119, 120, 132, 147, 148*, 149*, 150, 169, 294*, 0191, 0244, 0252, 0454, 0579-0592, 0630, 0631, 0846, 0978, 1025 Mededelingen van het Rijksmuseum voor Volkenkunde 142 Mededelingen van het Sociologisch Instituut 110 Medzen Mbei, Emanuel Constantijn 1043 Mee van der, Gaby 137 Meer de Walcheren van der, Pieter 0382 Megar (Ps. van Martodihardjo, Frederik K.) 127, 0593, 0593a, 0978 Megens, Ernst 110 Mehparetonpe ototonpe mare 0957 Meijden van der, Gerard 303 Meinzak, Orsyla 121, 122, 297 Memre den de 0908 Memre Papa de Kom 293, 0501 Mendonca, Ruben J. 0594 Mendoza, Plinio Apuleyo 84 Meneer Kodoqius zie Masra Kodokoe Menes, Uitgeverij 0794 Menke, Jack 0477

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Mens = Lichaam + Geest 0925 Mensen met lange nekken zie Oe si langa neki suma kaba? Meri Awaz 131, 0958 Meri Dusari Bibi 126 Meri yaden 0829 Met weinig woorden 39. methodologie 7 metropolisering 51, 52 Mets, Jan 110 Meulenhoff 67, 0274, 0807 Mevis, Rene 170 Meyer, Han 137 Mhango, Baijah 110 Mi boto doro/Droomboot havenloos 286*, 0217, 0226a Mi Doro (tijdschrift) 21, 58, 61, 70, 295 Mi Faja Lobi 122 Mi ke kondeen da i (Opstellen over de natuur) 0517 Mi kondre sani 0910 Mi poewema 117, 0692 Mi prasie 0240 Mi Saanan zie Mijn Suriname/Mi Saanan Mi Sma, De familie zie De familie Mi Sma Michels, J.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 364

0008 Middellijn, Paul 51*, 68, 85, 108*, 138*, 148, 151, 152, 157, 294*, 0191, 0334, 0595-0600, 0728 middenklasse-auteur 31, 45 Mie dinkie zie Mijn gedachten... Mielaad Akbar 0065 Mierlo van, Hans 78 Migranten in de Nederlandse samenleving 161 migratie 161 Mijn droomhuis 147, 0289 Mijn eigen telboek 148, 305, 1046, 1047, 1050, 1051 Mijn gedachten 0306 Mijn gedachten... (Mie dinkie...) 0308 Mijn Suriname/Mi Saanan 0660 Mijn vader zie Hamaar baap Mijnals, Allan Herman zie Honivasi milieuvervuiling (thema) 136 Millerson, Baltus Achmed 104, 0191, 0601 minderhedenliteratuur (zie ook Surinaamse literatuur in Nederland) 33, 105, 122, 155, 158, 160 Mini Agenda 0708, 0709 Mini boekje 147, 0534, 0581a Ministerie van Arbeid en Volksgezondheid 1091, 1093 Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport 91, 151, 170, 0110, 0244, 0299, 0309, 0589, 0872, 0883 Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling zie Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur 55, 57, 63, 64, 65, 68, 74, 77, 83, 91, 94, 97, 108, 142, 147, 151, 169*, 0047, 0049, 0050, 0075, 0077-0083, 0087-0097, 0100-0103, 0106-0109, 0119, 0129, 0144, 0170-0172, 0174-0177, 0278, 0304, 0361, 0420, 0471, 0477, 0479, 0500,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0517, 0546, 0549, 0552-0554, 0815, 0816, 0824, 0827, 0834-0836, 0838-0840, 0949, 0954, 0983-0985, 0987, 1001, 1010-1012, 1049, 1054, 1072-1075, 1088, 1090-1093, 1095, 1118 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 161 Ministerie van Volksmobilisatie en Cultuur 0603 Minkjan, Paul 298 Mis Dienaar zie Kroes, Gerardus Hendricus Mis met 3 Heren De ondergang van een idealist 0502a Mishre, I. Pharagh 0860 Misi Jana e go na stembus 0774 Missier, Tjitra Mahadew zie Mahadew Missier, Tjitra Mitrasing, F.E.M. 0602 Mitrasing-Sitalsing, S.A.S. 296, 0774 Mitrasingh, Benjamin Sridat 285, 289, 302, 0602 Mittelholzer, Edgar 89 Mizpah zie Rijsdijk, Elvira Mm Madam 0427 Moboco 0284 Modiwirjo, Slamet 93, 127, 0603 Moeasim, Y. 1075 Moedervlek (tijdschrift)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 365

0885-0887, 0900 Moedervlekserie 59 Moehamaddasieki, Ngadinah 1073 Moektimisier, Minakoemarie 1073 Moeljoredjo 1074 Moella, S. 0176, 0253 Moerai, Ramkisoen 124, 0604 Moesoede 38 Moestakim, Mariette 116 Moetete (tijdschrift) 37, 39, 40, 74, 76, 82, 91, 95*, 137*, 140, 289, 0652 Moetete-groep 287 Mofina 1111 Mofo (toneelgroep) 55*, 92, 122 Mohammed De Roem der Werelden 0065 Mohan Tewari, Ram 0022 Mohan, Kabitadebie 1073 Mohini 0875, 0878 Moi Thuk Shung, Jerry J. 0315 Mokhamsing, Sh. 1075 Mokiem, Anne 1073 Mokkum, Nancy 150*, 151, 1052 Moksi alesi 39 Moksi Alesi (toneelgroep) 55, 118, 0605 Monddicht gedicht 0727

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Monkau, Herman Hennink zie Hennink Monkau, Herman Monkou, W.H.C. 0547 Monsels-Thompson, L. 0047 Monthly Review Press 138 Mooie momenten 0419 Moor de, W.A.M. 42, 303 Moord in Saramacca 0896 Morgen zullen we wel zien 0644, 0651 Morpurgo, Alfred Johan 72, 102, 285, 287*, 295, 297, 299, 301, 0311 Morpurgo, Leo 287 Morrien, Adriaan 289, 304 Morroy, Robby 294 Moses soi Konoe Gadoe makiti (Mozes laat Farao Gods macht zien) 1004 Mossel, Sidney 0315 motief (begrip) 137* Moto Buku 0141 Mouloed Madjiedie 0065 Mozart 84 Mozart, Wolfgang Amadeus 83 Mozes laat Farao Gods macht zien zie Moses soi Konoe Gadoe makiti Mujohpe 0473 Mulata 101 Mulder Holland 0502 Mulder, Gerard 291

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 366

Mulder, Sebastiaan Adrianus Wilhelmus Rudolphus (Bas) 59, 0606-0610, 0782 Mulier van, Ludwich 70*, 138, 296, 0112, 0422, 0978 Mulisch, Harry 0335 Muller, John H. 0319 Multatuli (Ps. van Eduard Douwes Dekker) 12 multiculturele samenleving 9 Mungra, M. 0503 Mungra, Rachel 1073 Mungra Rene F.L. 117, 134, 0403, 0404, 0611, 0612, 0613, 0781, 0868, 0870, 0978 Mungroo, Albert Walther 53, 54, 72, 96, 116, 118, 169, 294*, 0160, 0244, 0306, 0614-0617, 0846, 0978, 0992, 0993 Mungroo, Ruud 24, 38, 45, 49, 53*, 54*, 57*, 58, 60, 66, 67, 74, 82*, 85, 90, 118, 137, 169, 295*, 0191, 0244, 0260, 0290, 0618-0625, 0683, 0846, 0868, 0870, 0944 Muntinga, Maarten 0797a Muntslag, Calvin 0315 Muntslag, Frederik Hendrik Johannes 0626-0628 Muradin, Joshi 0629 Mure emintoponpe 0968 Muringen, Eddy 0474 Muringen, Harto 116 Muringen, Walter 116 musical 150*, 152 Mutinga, Maarten 0797 Mutjamah (regenboog) 0061 Muus, Ph.J.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 161 Muysken, Pieter 32, 152, 0232 Muysson, Phil 0192 Muziek voor de jeugd 1023 Muziek, zang en dans van de Karaiben in Suriname 119, 139 Muziekpedagogisch Centrum 1023 My brother Sean 285 Mysterie van het brood 129, 0398 Mythen en sagen uit West-Indie 54, 57, 0230 n Antwoord 0642 N.A.K.S. (toneelgroep) 55, 288 N.A.K.S. (vereniging) 62 Na Ghar Ke Na Ghat ke 126 Na het zuur het zoet 127, 0593 Na krakti foe Mama Sranan 117* Na libi fu brin berti 123 Na libi fu Sopropo nanga Antruwa/Het leven van Sopropo en Antruwa 0596 Na toe den biifi a ini a Beibel di Pawles be sende gi sama (Twee brieven van de apostel Paulus uit de Bijbel) 1013 Na tongo fu wan pipel na eng ati/De taal is gans een volk 0595 Naamloos kinderblad (tijdschrift) 148, 0454, 0455, 0630, 0631 Naar Nickerie

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 367

0460, 0461 Naarden, Andre E. 103 Naarendorp, Frank 0632, 0633 Naarendorp, Henk 0260 Nabibaks, Farida 0455 Nabibaks, Moestafa A. 25*, 70, 72, 80, 0050, 0464, 0561, 0811, 0812 Nabijheid verkleint de afstand niet 48, 306, 1086 Nacht in het donkere huis 57 Nacht met jou! zie Neti nanga joe! Nacht van de winti 49 Nagelkerke, Gerard A. 139*, 168*, 170* Naghmae Ishq 0065 Nagtegaal, C. 0602 Naipaul, Vidiadhar Surajprasad 46, 52, 89, 160, 0602 NAKS (toneelgroep) 123, 131 Namaste, Universele groet 0285 Namvali. Lijsten van jongens- en meisjesnamen 0033 Nandoe Tewari, B. 0856 Nanga opo doro 101 Nankoe, Lucia 306 Nannan Panday, R.M. 0022, 0043, 0856 Narain, Harisingh 0477 Narain, Jit (Ps. van Djitnarain Baldewsingh) 50, 51, 70, 77, 90, 111, 118, 124*, 125, 140, 141*, 157, 289, 295*, 0232, 0334, 0634 - 0638, 0832 Narrative of a five years' expedition against the Revolted Negroes of Surinam etc. 0497

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Nassy, familie 0295 Natak Kriesna - Soedama/Natak Maha Lachmi Poedja 125, 0743 natak(a) 126 natievorming 111* Nationaal bewustzijn 9 Nationaal Leger 0564 Nationaal Ramlila Comitee Suriname 0740 Nationaal Seminar over Bevolking, Gezinswelzijn en Nationale Opbouw - Attitude bij man/vrouw 0351 National Planning Office of Suriname 1094 Nationale Assemblee 78, 107 Nationale Boekenraad 50 nationale literatuur 88 Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie 33, 40, 92, 94, 0008-0010, 0546 Nationale Voorlichtings Dienst 111, 0275 nationalisme 89, 103*, 104*, 137, 161 Nationalisme en evangelie in de moderne Surinaamse literatuur 77, 143, 0550 nationaliteit (criterium) 26*, 27 Native Authors Workshop 0451-0453, 0515, 0669-0672, 0677, 0678, 0715, 0783, 0823, 0879 0940-0942, 0957, 0967-0969 natuuradoratie (thema) 115*-116, 137 Naushad, Bris 0634 Nazir 0022

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 368

NCOS 132, 0203, 0204, 0224, 0255 Ndyuka (taal) 23 Neck Yoder van, H. 161* Nederland (relatie met Suriname) 110* Nederland, Surinaamse literatuur in zie Surinaamse literatuur in Nederland Nederlands (taal) 12, 23*, 24*, 26, 33, 56, 60*, 61*, 65, 66, 79, 83, 124*, 125*, 126, 157*, 162, 0311 Nederlands Bibliotheek en Lektuurcentrum 32, 33, 41, 73, 92, 140, 141, 161, 0320, 0325, 0337, 0531, 0532, 1044 Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum 42, 0847 Nederlands Volkskundig Genootschap 0305 Nederlands voor de basisschool in Suriname. 1 Voorloper. Voor het aanvankelijk taalonderwijs 0014, 0015 Nederlands voor de kleuter in Suriname (handleiding 1) 0005 Nederlands voor de kleuter in Suriname (handleing 2) 0016 Nederlands voor de kleuter in Suriname. Plaatjes voor een praatje 1 0006 Nederlandse Antillen 51* Nederlandse literatuur in Suriname 12 Nederlandse Omroep Stichting 57*, 0218, 0595 Nedersaksisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Groningen 0799 Neede, Laurens 120* Neem het in overweging zie Purbe konsidere Neem mij terug Suriname 60, 107, 135, 297, 0787, 0788 Neer, Kees (Ps. van Lansdorf, F.) 31, 0290, 0311 Neerlands Volksleven (tijdschrift) 77, 0305, 0799 Neetens, Wim 0999 1973: Jaar van strijd voor lotsverbetering van de werkende klasse

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 103, 0936 Negersprookjes uit Suriname 0305 negritude (beweging) 92, 117, 120, 121, 140 Negroica 1000 Nelemans, B. 0548 Nelom, J.Th. 0008 Nemans, J. 297 Nengre-oema 116, 0904 neokolonialisme 103, 104*, 117* Nergens ergens 105, 107, 135, 297, 0792 Neruda, Pablo 22, 145 Neslo, Alida 0299 Neti nanga joe!/Nacht met jou! 24, 0212 Neus, Guno zie Lemki, Sampa New Beacon Books 0180 New writing in the Caribbean 52, 91, 113, 138, 0854 New York International Bible Society 1115 Nickel, John 0640, 0641 Nickel, Marilyn 0144, 0470, 0471, 0639-0641, 0817, 0983, 0984, 0985 Nickerie in melodie 147 Nicol, Orsine I.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 369

71, 132, 303, 0334, 0642, 0643, 1025 Niemel, Jules W.A. 73, 117, 134, 148, 0125, 0191, 0320, 0644-0651, 0978 Nieuwe Courant (krant) 307 Nieuwe Gazet (krant) 304 Nieuwe Surinaamse Verhalen 11, 292 Nieuwe Tekst-Liederenboek 0433 Nieuwe West-Indische Gids (tijdschrift) 0004, 0020 Nieuwendam, R. 1075 Nieuwenhuijzen, Kees 42, 0847 Nieuwsblad van het Noorden (krant) 289 nieuwsvoorziening 0311 Nijbroek, Paul Armand zie Marlee, Paul Nijbroek-Asin, Linda J. 74, 91, 95, 137, 169, 0652 Nijenhuis, Linette 167 Nijenhuis, Rein 167, 0728 Nijgh & Van Ditmar 109, 110, 0372, 0373, 0375, 0378, 0379, 0384, 0385, 0387, 0388, 0389, 0393, 0394a, 0395a Nijgh & Van Ditmar's Paperbacks 0372, 0373, 0378, 0379 Nijgh Poezie 0388 Nijhoff, Martinus 60 Nijhoff, Martinus (uitgever) 0004, 0020, 0475, 0533, 0535, 0541 Nijhoffs Nederlandse Klassieken 0533 Nijhove, S. 1075 Nimmer Dralend Reeks 0375 Njoen libi

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0440 Njoen moesoede 0512 No pratie wi 0311a Nobelprijs 90 Nojoredjo, Derich 1073 Noldus, J. zie Joruno Nomen: Leyden Studies in Linguistics and Phonetics 140 Noordwijk, Mavis zie Jaliens, Mavis NoordzeeBlues 84, 90, 297, 0798 Nord, Max 20, 23, 94, 290, 299, 307, 0371, 0391, 0847 North-Holland Publishing Company 140 Nosotros, esclavos de Surinam 52, 0498a Nota proza-analyse 0363 Novib 0203, 0204, 0224, 0255, 0531, 0532, 0965 NRC Handelsblad (krant) 286, 288*, 289, 291, 305, 307 NRP 139, 0234 NUCS Koerier (tijdschrift) 93, 95, 284 Numeri 1006 NVD zie Nationale Voorlichtings Dienst Obia a no'f joe no spit na'ini 39, 67 Obja sa tan a brewa!/Er zal geen einde zijn aan brouwsels van magie! 0200, 0201 object (criterium) 27* odo 43, 122, 140*, 0157 Odo tori 0469 Oduber, Frederico 0112 Odysseus

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 370

81 Oe si langa neki suma kaba? (mensen met lange nekken) 1008 Oedayrajsingh Varma, R.D. 0653 Oedit, S. 0878 Oedit, Sharmila 1073 Oedraysing Varma, N. 0383 oelahra 0858 Oema soso 0266, 0274, 0331, 0338 Oema tjap af 55 Oemari 119, 0068 Oembra foe Sranan 116, 296, 0775 Oen kondre e kre watrai 0923 Oeng egi passi zie Suriname onafhankelijk oeuvre(s) 31, 37, 38, 53*, 54*, 67, 68, 71*, 117 Ogii Sani di Pasa anga Da Kelema 0103, 0107 Ogii sani di pasa nanga Da Kelema (Ongelukken die Da Kelema overkwamen)

0107 Ohio State University 138 Okoyo, Woka 306 Oltheten, Th.M.P. 170 Oltmans, Willem 106*, 110 Om de zon 84, 128, 160, 299, 0866, 0874 Om het oer zie Foe jowe disi 0210 Omdat hij een tollie heeft 132 Omdat ik meen dat ik je ken noem ik je mijn liefde 0926 Omdat wij voor elkaar bestaan, laten wij liefhebben

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0929 Omega 0292 Omhoog (weekblad) 0261 Omlijnd gemis 0785 Ommeren van, Anton 293 Ommeren van, Harry Johan 0311 Ommeren van, Hendrik Carel zie Ashetu Bernardo Ommeren van, Y. 0334, 0654 omslagontwerp zie boekverzorging onafhankelijkheid 103-105, 110, 115, 117, 149 onbegrip (thema) 134* Onder de sneeuw een Indisch graf 136 onderdrukking (thema) 117 ondergrondse literatuur 108 Onderministerie van Kultuur 0271 Onderweg 0279 onderwerp (criterium) zie object onderwijs (zie ook literatuuronderwijs) 63*, 64*, 74, 83*, 93, 101, 148, 152* Onewara matiry ekabotypo (hoe een vriend gebeten werd) 0554 Ong A Lok, G.H.J. 69 Ongehoorde Woorden 162 Ongelukken die Da Kelema overkwamen zie Ogii sani di pasa nanga Da Kelema Oni zie Nicol, Orsine I. onmogelijke terugkeer/gespletenheid (thema) 135-136

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 371

Ons bloed is rood 293 Ons Erfdeel (tijdschrift) 23, 33, 70, 73, 76, 137*, 285, 290, 298, 303, 307 Ons land zie Kytoenarykon Ons land zie Kywethtokon/Ons land Ons Surinaamse ik 49, 85, 303, 1025 Ons Suriname 121, 0260, 0530 Ontbolstering (voor haar die niemand kent) 0924 Ontmoeting in het duister 0466 ontwikkelingsfasen (in literaire produktie) 87, 88*, 89, 96 ontwikkelingshulp 107, 110* Onze analyse deel 1 0760 Onze analyse deel 2. Gezag 0761 Onze analyse deel 3. De toespraak van de bevelhebber en andere dingen 0762 Onze analyse deel 4. Wat is middenklasse en andere klassen 0763 Onze analyse deel 5. Wat is rechts en wat is links 0764 Onze analyse deel 6. De nationalisering van onze gemeenschap 0765 Onze analyse deel 7. Ons volkslied kritisch bekeken 0766 Onze misdaad van zwijgen 39, 295* Onze Vlag 0578 Ooft, Benny Ch. 39*, 58, 103, 104*, 107, 108, 109*, 110, 132, 134, 143, 156*, 167, 289, 303, 0290, 0334, 0422, 0872, 0944 Ooft, Coen 39, 167, 0290, 0316, 0317, 0601 Oog in oog (frente a frente) 19, 103, 299*, 0867, 0873, 0874 Ook u bent een bouwsteen van deze natie 0661 Ook U Kunt Sranan Tongo Lezen en Schrijven 0174

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 oordeelvorming zie waarde-oordeel Oorschot van, G.A. 294, 0537, 0986 oorspronkelijkheid zie kwaliteit Oost Europa Verkenningen (tijdschrift) 155 Oostburg, Imelda 295* Oostendorp, Marianne 298 Oosters Theater zie Swami Singh's Oosters Theater Oostindie, Gert 121*, 161*, 290, 293 Op weg naar Helman. Enige structuuraspecten van ‘Orkaan bij nacht’ van Albert Helman 75, 0071 Op zoek naar het elfde gebod 129, 0921 Opa Djannie en andere verhalen 106, 109, 0755 Opbouw (tijdschrift) 0364 Opdam, Jan 0660 Opdat de wereld het hore zie Mbei goonliba jei Opete 103, 293, 0518, 0521 Opo dron (pris'doti) 0849 Opo pikien foe Kondre 104, 0434 Opo sten zie Geluiden/Opo sten Opscene, Theaterwerkverband 55, 136 Opstellen over de natuur zie Mi ke kondeen da i optiek 22, 26, 27, 29-30, 78*, 79, 82*, 157 orale literatuur

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 372

9, 11, 25*, 30, 31, 40, 57*, 58, 75, 77, 81, 82*, 92*, 93*, 96, 97, 101*, 102*, 119*, 120, 125, 127*, 141, 142*, 149*, 150 Orchid Press 68, 0544 Ordeman 111, 0358 Organisatie van Patriottistische Intellectuelen in Suriname zie ORPIS Organisatie van Surinaamse Vrouwen 0460, 0461 Orie, Chandra 143* Orientalia Rheno-Traiectina 141 Orientatie immigranten lektuur 0320 Origineel 298, 0809 Orion 0376, 0382 Orkaan bij nacht 75, 0071, 0363, 0367 Orlando (Ps. van Emanuels, Orlando) 39, 52, 90*, 137, 148*, 169, 295*, 307*, 0191, 0205, 0244, 0260, 0335, 0454, 0474, 0489, 0630, 0631, 0654a, 0854, 0863, 0868, 0870, 0978, 1025, 1049, 1119 Ormskirk, Fred W. 302 Ornstein, Leonard 306 ORO (tijdschrift) 67, 69, 94 Oroenoko of de Koninklijke Slaaf 75, 96, 291, 0390 Oroonoko, or the Royal Slave 0390 ORPIS 95, 96, 0501, 0525 OSO (tijdschrift) 21, 33, 41, 59, 76, 77, 94*, 95*, 96*, 138, 142*, 143, 152, 155, 283, 285, 289, 290*, 291*, 295, 296, 299, 303 Oso dresi 0406 Oty wa jeporypo Maurauni po (Wat me overkwam in het distrikt Marowijne) 0680 Ousmane, Sembene 105 Ouwens, Cees

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 299 Over de gekte van een vrouw 48, 59, 62, 86, 128, 130, 297*, 0791, 0797a Over George Lamming 0525 overheid 62-65, 67*, 68*, 94*, 108 Overzicht (tijdschrift) 143, 0891 Overzicht van de moderne Surinaamse literatuur zie Een overzicht etc. Oxford University Press 92 Paarweri 0258 Padi voor Batavieren 131, 135, 0323 Paerl, Eric 110 Pahladsingh, Indra 0026 Pahladsingh, L.N. 0022, 0026, 0655 Pais Tatak Chebendy (Ps. van Sedoc, Armand E.) 0244 Pakosie, Andre Richard Matiematie 25, 63, 67, 118, 120, 0107, 0656-0667, 1010 Palet (tijdschrift) 70 Palito 39, 131, 136, 293, 0522, 0523 Palm de, Jules Ph. 41, 51, 0718, 0806 Paloeloe 1 0017 Paltan Tewarie-Gobardhan, S. 302, 0668 Pamflet 107 Pancha-Tantra

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 373

142, 149 Pancham, Truus Radha 292, 295 Panchwatie 125, 0741 Pandawa-cyclus 127 Panday, Faujdar 1074 Panesi 119, 0669, 0670, 0671, 0672 Panglipur ati 127, 0603 Panhuijsen, Jos 289 Panther Books 0418 Panza, Johan 58, 0673 Papegaaieboekje zie Pohpoje nore rito panpira sere Papieren tijger-nummer zie Suriname spesjaal ‘papieren tijger’ nummer in het kader van de Anton de Kom maand Papoto, H.G. 0674, 0675 Parabirsing, Robby Jonathan zie Rappa Paradise 0272 Paramaccaans (taal) 23 Paramaccaners 120 Paramaribo (drukkerij) 68, 0522 Paramaribo gezien door Sanepe, Ririhpe, Seresereru & Kapai 0824 Paramaribo! Paramaribo! 77*, 135, 297*, 0472, 0793 Paramount Press 0877 Paravasi 118 Parbhadara Records 0878 Pardeshi 0726 Park, James Francis 0106, 0107, 0119

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Park, Joyce 0987, 0988, 1011 Parohi, Soerdjan zie Shtiam, Rini Parool, Het (krant) zie Het Parool (krant) Parosien ke khiessa (Het verhaal van buurvrouw) 0102 Parra de la, Pim 111, 125. Parsan, Sita 0978 Partoredjo, Anette 1073 Pas op! hoor zie Luku bun-jee! Pas van de, Lia 13, 59, 93, 300 Patandin, Balram 124, 0415, 0833 Patandin, S.D. 0173 Patriottisme zie nationalisme; trots op de Surinaamse mens Paw a paw dindoe. Surinaamse houtsnijkunst 0628 Pawiroredjo, P. 0528 Pe Sranan bigin 0615 Peasgood-Shewchuk, J. 0069, 0676 Pech en negentien andere verhalen 0281 Pedagogisch Instituut 0329 Penard, Arthur Philip 0290, 0294, 0311 Penard, Frederik Paul 0290, 0294, 0311 Pengel, August 0466, 0890 Pengel, Johan Adolf 102*, 0974 Peperstraten van, Ina 73, 148, 151, 0728 Perereu panpira sere 0942 periodisering

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 374

31-32, 33, 38*, 115 Perre van de, Rudolf 290 Perrenal, Julio (Ps. van Palm de, Jules; Lauffer, Pierre en Rooy de, Rene) zie Rooy de, Rene pers 61, 62, 93*, 106-107, 151, 0311 Pers- en publiciteitsbureau Informa zie Informa Pershad, Ch. 0856, 0857 persvrijheid zie censuur Pesoro 119, 0483, 0677 Peter Donders. Those most abandoned were his special friends 0608 Peter zie Kroes, Gerardus Hendricus Pepernoten 0506 petrogliefen 93 Petrus Donders bid voor ons 0606, 0610 Petrus Donders. Apostel van de melaatsen 0609 PH-7 39, 294 Phaf, Ineke 96*, 111, 162* Phaff, Johan 95, 0422 Phagwa 84, 299*, 0865 Pherai, Madhuri 299 Philips, Nana 69 Phoelon ki panchie 296, 0744 Pidginization and Creolization of languages, Proceedings ofa Conference 140, 1036 Piendjre Ke Panchhie 0876, 0878 Pierre, Marie Jeanne 0680, 0681 Pietri, Arturo Uslar zie Uslar Pietri, Arturo Pikin aksi e fala bigi bon 122, 0915 Pikin Loewangoe 117, 0145 Pinas, Eddy Louis 24, 49, 54, 71, 82, 90, 103, 106, 134, 153, 295*, 0309, 0682, 0683, 0846, 0872 Pinas, J.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0579 Pinas, Lucien Siegfried 50*, 58*, 63, 104, 106, 111, 117, 0684-0709, 0945, 0991 Pinas, M. 104, 0710 Pinas, Marcus 1011, 1012 Pinas, Rudi Waakzaam 25, 120, 128, 134, 295*, 0711, 0712 Pinda Rinda 59, 0746 Pinto zie Pinas, Lucien Siegfried Pipel (weekblad) 91, 152, 285, 293* Plaaggeest zie Lelekoe/Plaaggeest Plaatjes voor een praatje 1. Nederlands voor de kleuter in Suriname 0006, 0034 Plaatjes voor een praatje 2. Nederlands voor de kleuter in Suriname 0018 plaats (criterium) 26-27 Plan of action Health for all 2000 [?] 1092 plantagenegers zie creolen plantersletterkunde 40, 77 Plein, Imro Eugene 48, 104, 0249, 0250, 0713-0715 plurale samenleving 7, 46 pluralistische literatuurbenadering 20 Poel van de, Rene 0319 Poela Mala zie Marlee, Paul Poetry International 0198 Poewema foe Blaw Kepanki 0160

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 375 poezie 53*, 59, 63, 71, 73, 80, 82*, 83, 84*, 88, 90, 103, 106*, 115, 123, 124, 129, 137, 140*, 148, 156, 157 Poëzie als middel Naar een maatschappijkritische poezie 138, 0162 Poezie Hardop 0225 Poging 0992 Pohpoje nore rito panpira sere/Papagaaieboekje 0484 Pokanaliwa 119, 0451, 0453, 0715 Pol van de, Barber 286 Polanen, Humphrey George Nelson zie Kwame Dandillo Polanen, J.V.D. 0716 Polanen, Johannes Hendrik Nelson 0717 Polanen, Pieter zie Kwame Dandillo Politics pay 1085, 1064, 1065 Politiek betaalt 1065 Politiek en cultuur (tijdschrift) 137 Politiek engagement 30 Politiek zie maatschappij (en literatuur) Politiki 0091 Pombo, Rafael 0559 Pont, Franklin zie Frapo Pool, Guillaume zie Gilpo Pool-Wolff, Rita 0005, 0016 Popki patu 1 307 Popki patu 2 295 populariteit (van Surinaamse literatuur) zie lezer Portretten uit Suriname in de tweede helft van de achttiende eeuw 1068 Pos, Hugo

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 13, 24, 37, 40, 41, 42*, 51, 57, 68, 73*, 74, 82*, 83, 87, 101, 129, 159*, 162, 283, 285, 286, 288, 291* 296*, 297*, 298, 299*, 304, 305*, 0192, 0311, 0320, 0371, 0516, 0718-0722, 0847, 0944, 0965, 0986 Pos, R.H. 0602 Posa-boek, Uitgeverij 1017 Potpourri (tijdschrift) 69 Potter, Helly 0592 Potter, Peter 21, 27*, 33, 40*, 74, 77, 136, 169, 170, 0592, 0723 Powema di rutu/Gezangen van oorsprong en toekomst 106, 123, 0225 Power, Diana 1075 Powesland, Pamela 161 Poynting, Jeremy 46*, 47, 52* Praag van, S. 0371 Prado del, Ruben F. 0894 Praehistorie 38, 294, 307 Prakiki kinderverhalen 0734 Prakken, Joanka 155 Pramoedya Ananta Toer 62 Prapi (kruik) 0819 Prapja Brsk., L.F.H. zie Ferrier, Leo Pratiksha 38, 299*, 0874 Pravasi 126

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 376

Pre alomi soesa. Sranan kraberi 0851 Preliminair rapport van de evaluatie-commissie hoger kunst- en cultuuronderwijs

0047 Premanand (Ps. van Bhondu, Premanand) 125, 141*, 0724-0727, 0832, 0833 Premchand, B. 0878 Premisie/Toestemming 0627 Prempuri (Ps. van Bhikharie, Premnath) 124, 0334, 0727 Presence Africaine (tijdschrift) 121 Pressag 67*, 0143, 0788, 0789, 1016 Price, Richard 139* Price, Sally 139 prijs (boek) 61 Prim, Amar 156, 0334 Primer encuentro de jovennes creadores latino americanos 52, 0134 Prins Awin en de twee leeuweweipjes en andere verhalen 93, 125, 142, 292*, 0477 Prisiri (toneelgroep) 123, 150 Prisiri-stari/De pretster 119, 138, 0300 Prive-Domein 0380 Proef het zie Tesi f'i Proefkonijn 28, 47, 71, 80, 86, 109, 129*, 136, 294*, 0574 Projekt krant. Surinaamse kinderboeken 148, 151, 0728 Projekt Vernieuwing Curriculum Basisonderwijs 151, 1118 Promes, Th. 1075 Promotions & Projects Haarlem 0424 Prospero and Caliban: The Psychology of colonization

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 161 protest tegen corruptie (thema) 130-131 protestliteratuur 88, 89 Provinciale Zeeuwse Courant (krant) 289, 299*, 302, 304*, 305 proza 53*, 69, 74, 82*, 84*, 88, 103, 118, 124, 125*, 129*, 141, 148, 156 Proza analyse 0338 pseudoniem 48* Psychologie de la colonisation 161 psychologie zie kolonialisme en psychologie psychologische roman 80 publiek (criterium) zie doelgroep publiek(e waardering) zie lezer publieksoordeel (criterium) 28 Publishers- and artspromotionburo ‘afi-ko-fi’ 0262 Puin zie Brokositon Pultoo, Amita 1073 Purana 125 Purbe konsidere 51, 69, 84, 136, 0111 Purperhart, Elly 0729 Pushpaandjali 0808 Puwema 294 PVCB, Vakgroep Taal/Lezen 151 Pyindo Toriry (het verhaal over de pingo's die tot midden in Langamankondre kwamen) 0556 Pyjai-liederen 119, 0068

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 377

Qadri, Maulana 0065 Querido (Uitgeverij) 69, 0365-0368, 0668, 1026, 1027-1031 Quetzal Latino 55, 296* Quintus Bosz, A.J.A. 0371 Raalte van, J. 0371 Raalte, C. 50, 135, 0962b Raalte, Dino 0315 Rabbie, J. 1084 Race and Color in the Caribbean 92, 162 racisme (thema) 134* Radhakishun, Chitra 0022 Radhakishun, Sew S. 0026 Radhakishun-Ramlakhan, Roshni 0022, 0026, 0860 Radio Apinti zie Apinti, Radio Raghoebarsingh, I. 0738 Raghoebir, Ramdew 38, 53, 54, 125*, 126*, 141, 0730, 0731, 0832, 0833 Raghosing, Desi 0742, 1074 Rahan, L.R. 147, 0318, 1049 Rahi (Ps. van Ramdas, Raj) 50, 70 Rahman Khan, Munshi 41*, 54*, 77, 124*, 140, 141, 296*, 0050, 0311, 0732, 0733, 0832 Rahman, Leslie 107 Rahman, Lydia 0454 Rahman, Rita Dulci 54, 70, 71, 82, 102, 148*, 296*, 0422, 0516, 0734, 0735 Rainbow Pockets 0797a

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 raitori 0157, 0174 Rajkumar, Asha zie Candani Ralf, Ferdinand Henny Eduard zie Crofaja Ram-lied zie Srefidensi doro/Ram-lied Raman, Amersingh 54, 70, 124, 125*, 141, 296, 0415, 0741-0745, 0832, 0833, 0858 Ramautar, Sh. 1074 Ramawadhoebe, Shailindra 1073 Ramayana 125*, 127, 0311, 0736, 1045 Ramayana ballet 0736 Rambharse, A. 1074 Rambocus, Dew S. 116, 0737, 0978 Rambocus, Surrendre 106, 111 Rambocus-coup 106, 108, 111 Ramchand, Kenneth 12*, 92, 121, 123* Ramdas, Rahana 0758 Ramdas, Raj zie Rahi Ramdat Misier, L.F. 0043, 0899 Ramdhani, Maikel 0315 Ramdihal, W. 0738 Ramdin, P. 0739 Ramkhelawan, Kries 126 Ramkhelawan, Madho 125 Ramlall, James zie Bhai Ramlila 125, 141*, 0311, 0740, 0859, 1045 Ramlila (Ramspel) 1045

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 378

Ramlila: het spel van Ram 0859 Ramman, Ammersingh zie Raman, Amersingh Rams & Co (Ps. van Ramsamoedj, Erwin & Roy) 59, 0746 Ramsamoedj, Erwin zie Rams & Co Ramsamoedj, Roy zie Rams & Co Ramsundersingh, K. 69, 0047 Randjitsing, Chandramohan 30, 38, 48, 124, 125, 141*, 0747, 0748, 0832 Rappa (Ps. van Parabirsing, Robby Jonathan) 21*, 22*, 24, 28, 29, 33, 45*, 50, 53*, 54, 58, 72*, 80*, 90*, 106, 107, 109, 118, 129*, 148*, 151*, 169, 292, 296*, 301, 0191, 0423, 0693, 0749-0772, 0991 Rapport van de commissie integratie I.O.L. -academie 0049 Rapport van de commissie invoering engels in het lager onderwijs 1096 Rashmi 0043 Rassenvoorkeur bij partnerkeuze. Een onderzoek over gemengde relaties c.q. Huwelijken van Nederlanders en Surinamers of Antillianen in de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht 1084 Rasta-beweging 123 Rathling, H.G. 0096 Ravales, Eddy 0263 Raveles, Robin Ewald zie Dobru, R. Raveles-Resida, Wonny 7 Rayuela 81 realisme 101*, 118 Rebel destiny; Among the Bush Negroes of Dutch Guiana 139 Rebel op de valreep 102, 0514 Rebirth 52, 117 Rebirth in words 52, 68, 82, 0872 Recappe, Rene

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 116 receptie (criterium) 28 receptie-esthetica 10, 60, 74, 93, 94, 97 Recht de, Steven 167 Redan, Josephine 0773 Redi doti 110 Redi Dron 50, 0960 Redmond, Jeane Sophie Everdine 31, 38, 45, 54, 56, 122, 132, 143, 296*, 0290, 0311, 0774 Redmont, Judith 1073 Redmount, Judith 0756 Reeberg, H.J. 0894 Reeberg, Harry Imro zie Imro Reeder, Andre 50, 94, 0112 Reflektor (tijdschrift) 69 Regenboog zie Mutjamah (regenboog) Reid, V.S. 123 Reis door het splijtend Koninkrijk 110 Reize naar Surinamen en door de binnenste gedeelten van Guiana I-IV 0538 Rekers, Guus 288 religie 143* Rellum, Eugene Willem Eduard 22, 38, 52, 69, 74, 116, 122, 296*, 0192, 0205, 0260, 0311, 0516,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 379

0718, 0775-0777, 0854, 0863, 0868, 0870, 0872, 0944, 0965, 0978 Rellum, Tom 73, 289, 295 remigratie (thema) zie terugkeer (thema) Ren An 123 Renada, Frank 67*, 0632, 0633 Renfrum, Armand 0315 Rens, Jo 1037 Rens, L.L. 140 Rensch, Bernhard Elsy 53, 58, 61, 70, 80, 120, 125, 297*, 0778, 0779, 0780 Rensch, Stanley 107 repatriering (thema) zie terugkeer (thema) Reproductie Centrum Paramaribo 0655 Reti feti 39 retourmigratie 161* Retourmigratie van Mediterranen, Surinamers en Antillianen uit Nederland 161 Revo-Records 0275 revolutie (25 fenruari 1980) 102, 105*, 106*, 108, 109, 110*, 111 Revolutie in vaste vorm 0563 Revolutie of dode doks 0356 Revolutie of dode doks deel 2 zie De Grietjebie 0357 Revolution and love in the sun 52, 128, 0273 revolutionaire literatuur 88 Ria 131, 298, 0810 Rialto, Sociale en Culturele Vereniging 0501 Ribot, Jan Hein 1119 Rigters, Dayene

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 117, 134, 0781, 0978 Rijksuniversiteit Utrecht 0550 Rijmelarijen 0505 Rijnprijs, Van der zie Van der Rijnprijs Rijsdijk, Elvira 72, 80, 91*, 96, 288, 294*, 296, 305, 306 Rikken, Henri Francois 54, 0290, 0294, 0311, 0782 Rime, Stanley 1116 Ririhpe 119, 0672, 0783, 0824 Rispeki 0715 Ristie zie Frustrie Ritual Songs and Folksongs of the Hindus of Surinam 141 Robles de Medina, Stuart 62 Robles, Siegmund zie Swagi 0970 Rode koralen 103, 0566 Rodenko, Paul 302, 0994 Roelofs, Berthe R. (= Coutinho-Roelofs, Berthe R.) 27, 167, 0784, 0785, 0868 Roemer, Astrid Heligonda 21*, 22, 29, 32, 37, 48, 49, 50, 53*, 54*, 57, 59*, 60, 61, 62, 65, 66*, 67, 68*, 73*, 74, 77*, 84*, 86*, 90, 91*, 94, 96, 97, 101, 105, 107, 111, 121, 128, 129, 130, 132, 134, 135*, 140, 143*, 155*, 161, 290, 295, 297*, 300, 0086, 0130, 0191, 0192, 0252, 0334, 0337, 0472, 0516, 0786-0798, 0965, 0978 Roi nanga den foefoeroeman 150* Roi, mi boi 150, 288 Roland Holst, Henriette

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 380

60 Romaanse spelling van het Sarnami 41*, 0050 roman 71, 75, 77, 80*, 84, 92, 97*, 101, 107, 118, 130, 131, 134, 135*, 136 Romein, Jan 87 Ronhaar-Rozema, Hanneke 57, 77, 0799 Ronoidjojo, Soeranie 1075 Ronoidjojo-Wagijo, Wagijem 0800, 0801 Roo de, B. Jos 76, 286, 291*, 295, 297, 298*, 303*, 305, 0802 roofdrukken 54, 102, 0494, 0495, 0497 Roos, Paul Francois 0311 Roosveld, Helga 1073 roots (Afrika) 121, 123*, 139, 140 Rooy de, Rene Andre 39*, 42, 51, 52, 96, 103, 110, 111, 133*, 297*, 0252, 0260, 0290, 0311, 0418, 0698, 0803-0807, 0863, 0868, 0870, 0872, 0978 Rooy de, Wesley 110 Rosa, het Indiaanse kweekje 147 Roshni+Licht+Diwaliblad 0808 Ross, Thomas 0797 Rossem van, Cefas 48, 298*, 0809 Roth, Joseph 22 Rotsburg, Lydia 1075 Rotterdamse Kunststichting 0198, 0207, 0313 Rotterdamse Onderwijs (Wijk)projekten 0478, 0728, 0964 Roumain, Jacques 121

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Rountree, S.C. 0097 Rovali (Ps. van Balak, Roepnarain) 53, 80, 125*, 131, 298*, 0810-0813 Roy, Namba 123 Rubaiyat 0903 Ruinard, J. 0008 Ruisman, Re 0814 Ruku (tijdschrift) 297 Rupturen 131, 133*, 294*, 0537 Ruskamp, Lotta 297 Rusland, Harold H. 1090 Russel, Arthy 288 Russel, Rodney Christiaan 39*, 69, 72, 103, 121, 147, 300, 0290, 0335, 0489, 0490, 0491 Rustwijk, George Gerhardus Theodorus 0294, 0311 Rutgers, G.W. (Wim) 23, 29, 73, 96*, 97, 137, 285*, 286*, 288, 290, 291*, 292, 296, 297*, 298*, 299, 302, 303*, 305, 307, 0999 Ruyters, Bert 0813a S.A.S.K. zie Surinaams-Antilliaans Schrijvers Kollektief S.I.L. zie Summer Institute of Linguistics S.S.N, zie Uitgeverij S.S.N. Saake, Alinzo 0098 Saaki, Alienso 0097, 0815, 0816 Saamaka Nongo (Saramaccaanse spreekwoorden) 0098 Saamaka oto 1 0838

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 381

Saamaka oto 2 0839 Saarhatti (ook Saar Hatti) zie Plein, Imro Eugene Sabajo, H.G.E. 0555 Sabalsingh 41, 0050 Saban lore zie Tales from my grandmother's pipe Sabana 0347 Sabarte Belacortu, Mariolein 84 Sad Darshi zie Adhin, Jnan Hansdev Sahtoe, Haridew 70, 0745 Sainik pita (De verwezenlijking van een droom van een vader die zijn zoon als een patriottische militair zag) 126, 0731 Salamander 0365-0368, 0668, 1028, 1031 Sally-Ann's Umbrella 0186 Sam Sin, R. 1075 Samen Wonen Samen Leven zie Stichting Samen Wonen Samen Leven Samenleving in een grensgebied 7, 0535, 0536, 0539 Samoedj, R. 1074 Sampa Lemki zie Lemki, Sampa Samra 0417 Samsam (tijdschrift) 0233 Samsin-Hewitt 19 Samson van, Michel 123, 290 Samuels, Jacques Salomon 0294, 0311 San de fu frede 0943 SAN Productions 0414 Sanatan Dharm anno 1975 0856

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Sanatan Dharm Bestuur Nickerie 0808 Sanches, Muriel 298* Sandel, Orlando R. 0820-0822 Sandhyopasana-Vidhi 0029 Sandriman, W.T. 0047 Sane, Metson zie Sanne, E. Medzen Sanepe 119, 0672, 0823, 0824 sangit 126 Sangit Prabhakar 0747 Sangit Suman 38 Sangodare, Asjantenoe zie Slory, Michael Arnoldus Sanichar, Ernesto 0315 Sankara 0148 Sankat-Mochan Hanumanashtak 0023 Sankatsingh, Chotoe 125 Sanne, E. Medzen 120, 0825-0828 Sanskrit (taal) 23*, 37, 126 Santokhi, Surrendra 0829 Santokhie, R. 1074 Santro de boodschap van een neger 0998 Santro mi boto lai 0998 Sapotille, Mani 58, 67, 148, 149*, 298*, 0830 Saramaccaans (taal) 23, 25 SaramaccaansLeesboek. Deel 1 zie Lesi bukua Saamaka tongo Saramaccaans Leesboek. Deel 2 zie Lesi

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 382 bu ku a Saamaka tongo Saramaccaanse spreekwoorden zie Saamaka Nongo Saramaccaners 43, 120* Saraswatie Press 68 Sarka/Bittere strijd 38, 118 Sarmo, Johan J. 69, 93, 127, 142, 0110, 0603, 0883 Sarnami (Hindustani) (taal) 23-26, 32*, 33, 41, 50, 54, 60, 61, 77, 79*, 80, 108, 115, 124-126, 141-142, 152, 156, 157* Sarnami (tijdschrift) 70, 76, 124, 125, 140 Sarnami byakaran 24, 25, 32, 142, 156 Sarnami hai 39, 60, 66, 76*, 125, 128, 303-304, 0802, 0841, 1028 Sarnami-beweging 25, 141* Sarnami-seminar 141 Sarnamistiek 77 Sarsvati, Maha Rishi Dayanand zie Dayanand Sarsvati, Maha Rishi Sartre, Jean-Paul 137 Sasa. Mijn actuele zijn 84, 297*, 0786 Satdip (ps. van?) 156, 157, 0334 Sathi (toneelgroep) 55, 126 Satish, Umashankar 0831, 0832, 0833 Satyarth Prakash. Belichting der ware betekenis 0243 Savon, Samuel 120, 0825, 0834-0840 Sawak, S. 1074 Schaaijk van, Mare in 110*, 111 Schaick van, Cornelis 147, 0311 Schakels (tijdschrift) 40, 0503, 1068-1071

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Schakels met het verleden. De geschiedenis van de kartografie van Suriname 1500-1971 zie Links with the past Schalkwijk, Marten 0894 Schattevoo, Jerrel 1075 Schattevoo, Viviane 1073 Schendel van, Arthur 22 Schendel-Labega van, Daphne 0112 Schenkers, Rudy 0840a Schilder, G. 0548 Schipper, Mineke 11*, 26, 80*, 101, 105, 117, 121, 162 Schmidt, Marina 76, 303, 0841 Schmidt, R.M. 1042 Schone Tage 28 Schoolmeester de, E.C. 109, 139 Schotel, Henk 152 Schouten, Hendrik 0311, 1037 Schouten-Elsenhout, Johanna 28, 38*, 41, 68, 71, 74, 75*, 82, 122, 128, 130, 298*, 0192, 0205, 0255, 0311, 0718, 0842, 0843, 0863, 0868, 0870, 0872, 0965, 0978, 0986, 1037 schrijver (positie) 45-51, 59, 83-85, 91* Schrijvers Prentenboek van Suriname 33, 42, 71, 0847 Schrijversgroep '77 Suriname. Eerste Lustrum 0846 Schrijversgroep 77 49*, 50, 91*, 0525, 0844, 0845

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 383

Schriks, C.F.J. 0374 Schroder, Beer 143 Schuim zie Skuma-Schuim Schumacher, Peter 307 Schumann, Christiaan Ludwig 0311 Schumann, Theophilus Salomo 0311 Schungel, P. 0290 Schweitz, Rona 48, 109, 0848 Sciarone, A. 140 Scriptures Unlimited - New York Bible Society International 0076 Sean's Red Bike 0187 Sedney, Jules 103, 0936 Sedoc, Armand E. zie Pais Tatak Chebendy Sedoc, Nellius Otmar 122, 0849-0853, 0868, 0870 Sedoc-Dahlberg, Betty 0663 Seenauth, Shakuntala 0756, 1072 seksualiteit (thema) 80, 129*, 142 Seku, Yerba 0279 Sem's Studio 0308 Semi-finale 0388 Seminar Culturele Ontwikkeling 63, 108 Senghor, Leopold 120 Sere itintoponpe panpira 0672 Serena 292, 0416

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Serenitas 291, 0375 Seresereru 119, 0672, 0824 Serie leesboekjes in het Aukaans 0487, 1002, 1008, 1009 Serie leesboekjes in het Saramaccaans 0085, 0086, 0093, 0412, 0673, 0826, 0827, 0837 Serie leesboekjes in het Sranan Tongo 0773 Serie leesboekjes in het Surinaams Javaans 0801 Serie leesboekjes voor het Karaibs 0680 Serie van Mozes 1003, 1004, 1005, 1006 Seutendaal van, Frans 304 sexisme 143 Seymour, A.J. 52*, 91, 113, 138, 0854 Shakespeare, William 27, 161 Shakuntala 0311 Shanker, V.S. 0759 Shanks, Louis 94, 170, 1001-1009 Shanti dal 0311 Sharm, Dee (Ps. van Goerdin, Dewendradew) 134, 298*, 0855 Sharma, Haldharprasad 69, 283, 301, 0022, 0025-0027, 0029, 0030, 0033, 0036, 0038, 0041-0046, 0048, 0051-0053, 0858 Shayadsingh, Henry D. 0856-0860 Sheoratan, Shastrie, R. 0738 Sheorattan, Jagdies 0263 SHG zie Surinaams Historisch Genootschap Shiv-Chalisa 76, 0039 shloka 0036

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 384

Shopping Centre (uitgever) 0056 short story 63 Shri Hanuman-Chalisa en Sankat-Mochan Hanumanashtak 76, 0023 Shri Sanatan Dharm Antyeshti-Sanskar-Vidhi 0052 Shri Sanatan Dharm Karmkand Prakash 0025, 0045 Shri Sanatan Dharm Nederland 0955 Shri Sanatan Dharm Vivah-Paddhati 0027 Shrimad-Bhagavad-Gita 76, 0048 Shrinivasi (Ps. van Lutchman, Martinus Haridat) 12, 17, 19, 22, 25, 30, 37*, 38, 39, 40, 41, 42, 45, 51, 52*, 53*, 54, 62, 63*, 67, 68*, 69, 71*, 76, 82*, 83, 84*, 87*, 90, 96, 103*, 111, 116, 117, 124*, 125, 128, 129*, 130, 131, 137, 160, 298-300, 307*, 0001, 0050, 0192, 0205, 0244, 0252, 0255, 0260, 0290, 0311, 0335, 0832, 0854, 0861-0874, 0994, 0947, 0965, 0978, 0986, 1072, 1073, 1075 Shtiam, Rini (Ps. van Parohi, Soerdjan) 71, 77, 115, 116, 124, 126, 140, 141, 300*, 0415, 0832, 0875, 0876, 0877, 0878 Shtyaam, R. zie Shtiam, Rini Shubh Holi 0041 Shurvir zie Biere, Suryapersad Sicut formica formosa 0391 Siekhe parhe ke Bhaag 1 0169, 0170 Siekhe parhe ke Bhaag 2 0171 Siekhe parhe ke Bhaag 3 0172 Sietaram, K. 0955 Sieuwnandan, Ramkisoen 1073 Sijthoff, A.W. 109, 0386 Sikaminpe 0473 Sikare iwehtopeken 0969 Sile'sima'e (lezenderwijs)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 71, 0735 Silhouetten 39 Silvy en Hexa en andere verhalen 0768 Simhoffer, Kees 0255 Simon, Neil 55 Simons, Robert David 0294, 0311 Sineke 119, 0672, 0879 Sing, M. 0415 Sing, Mahatam 126, 0950 Singh (geh. Lutchman), Sylvia 53, 111, 136, 300*, 0334, 0881 Singh, Ramkoemar 0745 Singh, Satdip 298 Singh, Satyanaaraayan S. 0880 Singh, Swami 55*, 56, 125, 148, 149, 150, 300*, 0882 singi 0157 Singokarso, R. 70 Singowikromo, David 1073 Sinha, B.P. 0043 Sirodj zie Tjoka Sis en Sas de ruziestrooiers 147, 288, 0296 Siswowitono, Saleman 93, 127, 0883 Sital, Anjali

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 385

1073 Sitlapersad, Sadhana 1074 Sitniakowsky, I. 305 Siwpersad, Jozef 73 Sjaloom 0532 Sjauw, J. 1075 SKK 0650 Skuma-Schuim 0303 Skwin zie Wong A Foe, R.A.M. Slagveer, John L. 50, 59*, 104, 300*, 0884-0887 Slagveer, Josephus Hubertus Maria (Jozef). 38, 49, 52, 53, 58*, 68*, 102, 106*, 107, 110, 117, 118, 131, 137, 147, 300*, 301, 0252, 0290, 0311, 0335, 0512, 0854, 0863, 0868, 0870, 0888-0900, 1025 Slangen-beten Beetgevolgen van Lachesus, Bothrops, Crotalus en Elaps Slangen in Suriname 0402, 0408 Slangen-beten. Uitwerking van het slangengif op het menselijk lichaam, van de Bushmaster, Sakka, Makka en Koraal-slangen 0408 slaven(tijd) (thema) 118* Sliggers, Bert 0799 SLMschandaal Geheim Rapport 0895 Sloote, Eric 1075 Slory, Michael Arnoldus 12, 22, 24*, 27, 28, 30, 38, 41, 45, 48, 52, 53*, 60, 63, 64, 71*, 75, 82, 90*, 102, 106, 113, 116, 117*, 118, 121, 122*, 128*, 160, 300-301, 0192, 0205, 0252, 0255, 0260, 0311, 0335, 0693, 0718, 0854, 0858, 0863, 0868, 0870, 0872, 0901-0920, 0944, 0945, 0965, 0975, 0978, 0986, 1037 Slot, P. 286, 305 Sluisdom, Ewald 71, 72, 284*, 290, 294, 0056, 0579, 0580 Sluisdom, Glenn Roy 53, 68, 129, 301*, 0693, 0868, 0870, 0921-0932, 0945 Sluisdom, John zie Benjamin, Johan Evert

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Sluisdom, Renate 0894 Smailliw (Ps. van Williams, L.) 0319 Smeergelden-Het dossier Soemita-Origineel 0893 Smeets, Rosy 148, 0933 Smit, Gabriel 305 Smit, Wilma 152 Smith 1016 Smits Drukkers-Uitgevers 170* Snel weg 0330 Snet, F. 0754 Sno, Henny 0934 Snoepy 56 So mi si ku so mi jei 0092 So wan lobi diri 123, 288 sociaal engagement 30 Sociaal-Culturele Vereniging Sar' Hind Sanskritiek Sabha 0741 Sociaal-culturele vereniging Ujala 0810 sociale stratificatie (van schrijvers) 45-46 Socialistiese Uitgeverij Nijmegen 110 Soebhag, Jan Srudnarainsingh zie Suraj Soebhan, M.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 386

1074 Soecy (Ps. van Gummels, Soecy) 301* Soekdai, Mantoorni 0477 Soekhnandan, Sh. 1075 Soekhoe 1074 Soekinta, Doel 69 Soela (tijdschrift) 9, 37, 39, 41, 124 Soemita, Willy 107, 0893 Soemodihardjo, Harto 0299 Soenlik, Heintje 1073 Soerdjbali, G. Tj. 0956 Soeroe se soeroe kar 1 141 Soeroe se soeroe kar II 141 Soetowidjojo, Marlene 0756 Soewondo, Hendrik 1115 Soktoe 0436 Solidaridad amistad anti imperialista 0278 Solzjenitsyn, Alexander 22, 62 Sombra, S. (Ps. van Slijngard, Stanley Richard) 24*, 46, 49, 51, 55, 63, 102, 103, 107, 169, 301*, 0191, 0846, 0935-0939 Sommige Dingen 0551 Somowidjojo, Ricardo 1073 Son 294, 0559 Sonde-reeks 0207 Soni miti Seema (een boekje over malaria) 0078

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 sonnet 122, 0903 Soochitsingh, S. 142 Sopo 119, 0940, 0941, 0942 Sorava zie Barron, Gerrit Julius Markus Sorava (uitgeverij) 68, 0131 -0139, 0191 Sordam, Max 140* Sou dijn, Karel 305 Souvenir Press 0418 souvereiniteit zie onafhankelijkheid Sovan, Hendrik 0477 Spaans (taal) 53* Spalburg, Henk Theodoor 0943 Spalburg, Johan George 0290, 0311 Spall van, Will 150 Span' noe (tijdschrift) 70, 138, 149, 152, 284, 288, 290, 291, 295, 297 Spanhoek 39 Spaninks, Pierre 305 Speekman, J.D. 307, 0602 Spel van Ram zie Ramlila spellingen (officiele) 83, 108 spellingscommissie Sarnami 0050 Spes Patriae/De hoop des vaderlands 0412 Speyers, Edward 0800, 0801 Spin-verhalen 0364 Spoedig Herstel (toneelgroep) 123 Spoelstra, Ren J. 139, 0824

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 387

Spoor, Corine 285 Sporen van menselijke beschaving 0140 Sprangers, E.Ch. 0008 spreekwoorden (zie ook odo's) 141* sprookje 101 Squin zie Wong A Foe, R.A.M. Sranan Anansi Tori 0362 Sranan botjetie/Surinaams boeket 116, 0614 Sranan Botjetjie = Surinaams boeket (bulkboek) 37, 91, 0944 Sranan E Kari/Suriname roept 1040 Sranan Filosofia 108 Sranan ju son/Suriname jouw zon 294, 0597, 0599 Sranan kondre singi 1077, 1118 Sranan libre/De smaak van het vrije Suriname 107 Sranan moes tron kankantrie 0970 Sranan pangi 38, 0843 Sranan tongo (taal) 23*, 24*, 25, 26, 32, 33, 37*, 38*, 41*, 60, 61*, 66, 71, 73, 75*, 79*, 108, 115, 119, 121, 122*, 124, 128*, 140*, 152, 157, 162, 0311 Sranang 25 februari-3 maart 1980 Als by heldere hemel 106, 110, 0401 Sranang koeltoeroe singi foe banja soesa, lakoe kanga 0157 Sranang krijoro koeltoeroe kongvo singi 0157a Sranantongo/Surinaamse taal 140 Srefidensi doro/Ram - lied 0242a Srefidensi School Agenda 0685 Srefidensi verjaardags kalender 0945

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Sri Sanatan Dharm Suriname 0744 staat zie overheid Staatsgreep in Suriname 110 staatsgreep zie revolutie (25 februari 1980); Rambocus-coup Staatsprijs voor Literatuur zie Literatuurprijs van Suriname stadsnegers zie creolen Stadszending 1042 Standaard Uitgeverij 0190 Standaard-Hindustani (taal) 23 Starke 19 Starke, A.D. 0946 Statuten van de Schrijversgroep '77. Gevestigd te Paramaribo. Gepubliceerd in het A.R.S. van dinsdag 28 november 1980, no. 85 49, 0845 Statuut 103 Stedman, John Gabriel 96, 0497, 0538 Steenpuist 132, 288 Stegenga, Cheryl Joy 0758 Steken van een Persmuskiet 0509 Stem van alarm stem van vuur 0255 Stephan, Barbara 118, 129, 131, 301*, 0290, 0868, 0870, 0947 Sterman, Miriam 0063, 0476 Steven Press 1060, 1062, 1063 Stichting Basispers

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 388

109, 0301, 0334 Stichting Bicumah 1101 Stichting De Gids 0335 Stichting Dierenpark Lelydorp 0405 Stichting Encyclopaedie van Suriname 0311 Stichting Etnologische Kring Suriname 139 Stichting Kinderkrant Suriname 148*, 0129, 0607, 1119, 1120 Stichting Landelijke Federatie van Welzijnsorganisaties voor Surinamers in Nederland 0334, 0595, 0596, 0598 Stichting Medische Zending voor Suriname 0451-0453, 0480, 0482-0486, 0515, 0669-0672, 0677, 0678, 0715, 0783, 0823, 0879, 0940-0942, 0957, 0967-0969 Stichting Samen Wonen Samen Leven 0478, 0728, 0964 Stichting tot behoud en stimulatie van Surinaamse Kunst, Kuituur en Wetenschap

0493 Stichting voor Surinamers 32, 142, 0732, 0733, 0855 Stichting voor Wetenschappelijke Informatie 110*, 142, 169, 170, 0477 Sticusa (uitgever) 41*, 42, 48, 62*, 70, 71, 94, 139, 150, 168*, 170, 0391, 0718, 0719, 0847 Sticusa Journaal (tijdschrift) 20*, 23, 41, 58, 70, 87, 93, 152, 287, 297, 298, 301, 0719 Stifa 25, 80, 125, 283, 0122 stilistiek 73, 74*, 137 Stilte. Bevel is bevel. Ons volkslied. Bowtah sa joe doe 0767 Stinasu afdeling Edukatie 0454, 0631 stipendia 62 Stjura, A. 119, 0948 Stjura, B. 119, 0949 Stoeka (tijdschrift) 69, 293

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Story (tijdschrift) 28 Straaten van der, J. 110 Straaten van, Joop 111 Strafhok 60, 76, 93, 130, 304*, 0668, 0841, 1026, 1031 Strafoe 0144 Stre de foe Stre 0336a, 0336b streekroman 88 Strijd voor een betere mentaliteit 302, 0971, 0972 strijdcultuur 30, 37, 88 Strijden ga ik 293, 0493 Strijdkreet uit de gevangenis 108, 0524 Strijdliederen uit Suriname 0260 strijdliteratuur 128 strips 10, 28, 31, 59, 60, 143 structuralisme 74 Studie Agenda 81/82. Voor de student en de docent 0695 Stuiting in het Surinaamse huwelijksrecht 0003 Stuparich, Sergio 81 Stuurmanskunst en sociale beweging 0542 Subh Divali 1974 0950 Subh Holi 1976 0857 Subh Holi 1977. Achtergronden & inhoud

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 389 van het ‘Holifeest’ met Tjaw-‘kabiers’ Oelahra's 0858 Subh Holi 1979. Achtergronden & inhoud van het ‘Holifeest’ 0860 subsidiering 64*, 65, 67 Sudan man, I'd rather cut your throat than allow your people to circumcise me!! 132, 1102 Suikerklontjes tussen het zout der aard 0441 Sukdeo-Antoe, Jeanette C. 125, 0951 Sukdew, J. 0175 Sukhai, B. 124 Sukhai, Kries 125, 0233, 0952, 0953 Sukhai-Goelela, Loes 125, 0954 Sukhdew 0832 Sukul, Jagesar Persad Kaulesar 54, 95*, 124, 301*, 307*, 0008, 0955, 0956 Summer Institute of Linguistics 68*, 94, 97, 119, 120*, 141, 169, 170, 0069-0109, 0114-0119, 0141, 0144, 0150-0156, 0168-0177, 0193-0196, 0233, 0253, 0361, 0362, 0420, 0421, 0452, 0453, 0469-0471, 0487, 0515, 0517, 0549, 0552-0556, 0639-0641, 0659, 0665, 0669-0673, 0676-0681, 0715, 0773, 0783, 0800, 0801, 0815-0818, 0823, 0825-0828, 0834-0840, 0940-0942, 0948-0949, 0951-0954, 0957, 0967-0969, 0979-0985, 0987-0989, 1001-1011, 1013 Summier Commentaar op Concept-Grondwet 0019 Sumpter, Archie 285, 291 Sumter, F.K. 0946 Sumter, Freddy 0244 Sunschrift 110 Suntu 119, 0957 Suraj (Ps. van Soebhag, Jan Srudnarainsingh) 70, 124, 131, 141*, 0832, 0958 Suralco Magazine (tijdschrift) 32, 48, 151, 296, 0809, 0848

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Surianto (Ps. van Hardjoprajitno, Ramin) 301*, 302 Suriflex (tijdschrift) 302 Surinaams Antilliaans Schrijvers Kollektief 51, 69, 109*, 138, 0978, 1040 Surinaams boeket zie Sranan botjetie/Surinaams boeket Surinaams Dieren A.B.C. 0409 Surinaams Historisch Genootschap 0501 Surinaams kruiden-receptenboek. Sranan oso dresi en Nengre-oso sabi 0850, 0852 Surinaams Museum 75 Surinaams schrijverscollectief 50 Surinaams Volkskultureel Assemblee 50, 69, 138, 302*, 0497a, 0498, 0960, 0961, 0962, 0962a, 0962b, 0962c Surinaams-Javaans (taal) 23, 25, 66, 127, 152 Surinaams-Nederlands (taal) 24*, 26, 33, 56, 66, 0311 Surinaamse dieren in veld en bos. Naamlijst 0403 Surinaamse Boekenclub 0780 Surinaamse boekenclub Maina zie Maina, Surinaamse boekenclub Surinaamse gallerie 0959 Surinaamse Gedichten 38, 298, 0842 Surinaamse granmans in Afrika; Vier groot-

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 390 opperhoofden bezoeken het land van hun voorouders 139 Surinaamse jeugdliteratuur in Nederland 148*, 152* Surinaamse kinderen op school 152 Surinaamse Krantenwezen in de Koloniale Tijd zie Het Surinaamse Krantenwezen in de Koloniale Tijd Surinaamse literatuur (begrip) 8, 10, 20-30 Surinaamse literatuur in Nederland 12, 21, 22, 26, 31, 32, 49, 58, 61, 62*, 68, 89, 90, 105*, 107*, 116, 122, 124*, 126*, 133-136, 153-162 Surinaamse Moeslim Associatie 76 Surinaamse moppen en anecdoten 0448 Surinaamse planten als volksmedicijn. Nengre oso dresi 0404 Surinaamse Spraakkunst 140 Surinaamse taal zie Sranantongo/Surinaamse taal Surinaamse vertellingen 0977 Surinaamse Volksverhalen 0477 Surinade 18. Programmaboek 24 sept. t/m 7 okt. 0287 Surinam activities in the field of information and documentation in general and in the field of education in particular 94 Surinam around 1850 zie Suriname omstreeks 1850 Surinam folklore 139 Surinam ke bharat vanshi 0456, 0457 Surinam main Hindi 0831 Surinam main Hindi gadya 0833 Surinam main Hindi kavita 0832 Suriname (krant) 39, 58, 147, 287, 289, 294, 295, 298, 299*, 300, 301, 303, 305, 306 Suriname (the land of laughter and hospitality) 0507 Suriname 10 jaar republiek 39, 103, 109

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Suriname 1975 Fri 104, 0252 Suriname 4 jaar revolutie 111 Suriname balans van een kwart eeuw opbouwwerk 1071 Suriname celebrates 5 years revolution 0565 Suriname darpan (tijdschrift) 70, 140 Suriname de schele onafhankelijkheid 111 Suriname een land in ontwikkeling 0894 Suriname en de Inter-Caraibische Samenwerking 0520 Suriname en de Surinamers 109 Suriname in revolutie 110 Suriname Informatie (tijdschrift) 70 Suriname is switi Sranang niet meer 106, 111, 131, 0358 Suriname jouw zon zie Sranan ju son/Suriname jouw zon Suriname omstreeks 1850/Surinam around 1850 0540 Suriname on its way to a national energy supply. An evaluation of the period 1970-1980 and the developments in the period 1981-1990 1094 Suriname onafhankelijk/Oeng egi passi 1016 Suriname roept zie Sranan E Kari

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 391

Suriname spesjaal ‘papieren tijger’ nummer in het kader van de Anton de Kom maand 0963 Suriname verwoordt 37, 0192, 0965 Suriname wie ben je? 37, 0205 Suriname, een stukje derde wereld 109 Suriname, ver land dichtbij 0964 Suriname-kritiek 130-133 Suriname-lyriek 115-130 Suriname. A Bibliography 1940-1980 139, 170 Suriname. Cuba. Carifesta 1979 0586 Suriname. Wan Switi Njoen Jari 0588 Suriname: spiegel der vaderlandse kooplieden 40, 54, 0533 Suriname; De problemen en hun oplossingen 109 Surinamensje in powesi 0126 Surinamers naar Nederland De migratie van 1687-1982 161 Surinamers op weg naar een bevrijd bewustzijn 138, 161 Surinamisering van het huwelijksrecht 0020 Surinamisme. De weg naar eenheid door eenheid door zorg en hoop 0301 Surine Cyclus 134, 306, 1089 Suringa, T. 0966 Surivox 68, 1018 Sussenbach, Carmen 1072 Susumi 119, 0483, 0672, 0967-0969 Suti oto fii piki hafu (Half-geloofwaardige verhalen) 0827 Suzanna Duplessis 118

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 S waan de, A. 0335 Swagi (Ps. van Robles, Siegmund) 0970 Swami Dayanand 0738 Swami Singh vertelt: het verhaal van de gouden vogel en andere verhalen 125, 149, 300*, 0882 Swami Singh's Oosters Theater 55 Swedo, W.F. 1075 Sweers, Anton 0311 Sweet, Alex Alphons 61, 111, 302*, 0971, 0972 Sweet, John 0315 Sweet, Shireen 0319 Swert de, Fred 304 SWI zie Stichting voor Wetenschappelijke Informatie SWI Forum (tijdschrift) 23, 76, 140, 286, 294* Swinkels, J. 0371 Swit-famiri (toneelgroep) 123 Switi krisneti boen njoen jari 0688 Switi Smeri vol. I Bakadjari Band 0600 SWSL zie Stichting Samen Wonen Samen Leven Sy A Foek-Tdlohreg, Helen Theresia 61, 0973 Sye! Arki tori! 57, 96, 288 Symfonie in zwart 104, 0884 Synopsis 111

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 392

Sypenhoff-Sitai, Theodorus E. 0974 Systema 0932 t Omgekeerde van ons nationaal gerecht Pom 0316 t Omgekeerde van ons nationaal gerecht Pom. 2de deel 0317 t Waren gekke toffe vervelende maar soms ook aardige momenten in 1981 0697 T'sas, Rene 296 taal (als criterium) 23-26 taal (literair gebruik) 24*, 31 Taal achter taal Hollandse lezersgrenzen bij drie romans van Edgar Cairo 77, 0239 Taal met plezier 0072-0074 taalkunde 74* taalmethodes 148 taalsituatie (Surinaamse) 12, 33, 83* Taanga Jesi O Kii Joe (Je koppigheid zal je val worden) 1001, 1009 Tafels van tien 0694 Tagore, Rabindranath 142, 0001, 0808 Takroe libi 123 Taku Hatima Oto 0840 Taleninstituut 0824 Tales from my grandmother's pipe-Saban lore 0377 Tamara (tijdschrift) 294, 0460, 0461 Tan tiri-Na Bigin Foe Katibo 0444 Tarpan-Vidhi 0030 Tarta 103, 0937 Tata Bodi (Ps. van Buyne, O.)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0975 Tata Colin 118, 295, 0623 Tata Loemena zie Maynard, Lucien Max Taylor, Maynard 51, 0976 Taytelbaum, Ferry 0315 Te koop wegens vertrek 134, 0683 technocratische maatschappij (thema) 136* Tecumseh (Ps. van Bianca, R. Harrold) 57, 67, 68, 119, 148, 149*, 0977 Teken van het hart zie Dilakar Tekst da pinawiekie 0354 Telboek 1047 Teloor, Bella (Ps. van Teylingen van, Henk?) 167 Tembe. Surinaamse houtsnijkunst/Suriname woodcarving Symboliek van de meest voorkomende motieven/Symbolism of the most frequent motifs 0626 Temekoe/Kopzorg 39, 131, 286*, 0216 Temminck Groll, C.L. 0371 Tenen papira 0879 Ter herinnering aan Robin Raveles (Dobru). Overleden op 17 november 1983

0276 Ter nagedachtenis aan onze onvergetelijke Nola Hatterman. Geboren 12 augustus 1899. Overleden 8 mei 1984 0360a Terborg, Henna 0319 Teroenga (tijdschrift) 128 Terra (uitgeverij)

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 393

0396 Terugblikken zonder blozen 38 terugkeer (thema) 135*, 155 terugkeer, onmogelijke (thema) zie onmogelijke terugkeer/gespletenheid (thema) Tesi f'i (Proef het) 37, 51, 69, 109, 117, 138, 0978 Teunisse, Sim 304 Texeira, Wilfred 38, 53, 56*, 57 Teylingen van, Henk 91, 102, 167, 0944 Th., A.C.M. 305 Thakurio 39 Thaliabestuur 56, 0311 The anxious man. Suriname waarheen 0400 The Black Youth Annual Penmanship Awards 71, 1104 The Bodley Head 0185-0187 The cultural inheritance of the Javanese in Surinam 142 The historical and social background of Suriname's Negro-English 140 The international year book and statemen's who's who 283 The John Hopkins University Press zie John Hopkins University Press The land between. A poem of Suriname 0142 The Maroni River Caribs zie Indiaanse liederen uit Suriname The minor of malicious eyes 46 The politicians 305, 1057 The price of the Puffy Gully 1066 The problem of Being in Sankara and Heidegger 0148 The Purple Blues 297

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 The state in primary export societies: the case of Suriname 109 The Tempest 161 The West Indian Novel and its Background 12, 92, 121 Theaterwerkverband Opscene zie Opscene, Theaterwerkverband Theatrum Orbis Terrarum 0548 thema (begrip) 137* themata 37, 113-143 themata (jeugdliteratuur) 149* Thematiek en vorm bij de Moetete-dichters 74, 91, 95, 137, 0652 Theologische Faculteit R.U. Utrecht 0550 Theorie der Literatuur 19, 32 Theory of Literature 32 Theunis, Sjef 0203, 0204, 0224 Thieme & Cie, W.J. 0230 Thijs, M.D. 0602 Things fall apart 81 Thoden van Velzen, H.U.E. 0064, 0476 Thokat 103, 129, 130, 0571 Thomas van Aquinoschool 0315, 0460, 0461 Thomassa, Sylvie zie Chey Tide ete 38 Tide na tide 0425

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 394

Tide Tamara... dichten voor het volk 69, 117, 134, 135, 0962 Tie drie (toneelgroep) 150 Tiendalli, Henriette Cornelly 0247, 0470, 0471, 0639-0641, 0979-0985 Tigri Fadon Oen Wiki 300 Tigriwenke (Tijgervrouw) en andere verhalen in Sranan tongo 1100 Tijdschrift voor Strafrecht (tijdschrift) 0002 tijdschriften zie literaire tijdschriften Tijen van, Tjebbe 170 Tijgervrouw zie Tigriwenke Timmerman, J. 0782 Tinadri 1038 Tirade (tijdschrift) 37*, 39, 41, 70, 92, 161, 0986 Tites Filemon 1013 Titjari (Ps. van Griffith, W.) 39, 117, 140, 167, 0978 Titri en Toto 148, 284, 0128, 0139 Tiwari, Bhagwad Prasad 0832 Tjaliamofoe, Sa 0987, 0988, 0989 Tjang, Steven 0315 Tjang-A-Sjin, Jos 0315 Tjasnet 0261, 0265, 0274 Tjaw, Kabier 0858 Tjhota khiessa 1 0175 Tjhota khiessa 2 0176 Tjhota khiessa 3 0177 Tjin A Sie, Mechtelli Yvonne zie Mechtelly Tjin A Ton, Manuel

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0315 Tjin-A-Koeng, Dennis 0315 Tjin-A-Tsoi, A. 1075 Tjoe Fat, C. 1096 Tjoe Nij, Martha zie Boonman-Tjoe Nij, Martha Ilse Tjoka (Ps. van Madari, Allan Narish) 124, 128, 0990 Tjoka Ramadi (Sirodj) zie Tjoka Tjon A Hie-Knops, Riet 0632, 0633 Tjon A Tam, August 287 Tjon Affo, Jerry 1075 Tjon Affo, Joan 0319 Tjon Man Tsoi, Grace 1073 Tjon, Henk 55, 56*, 71, 97, 116, 150*, 288, 0292, 0299, 0735 Tjon, Roy 0260 Tjon, Terrence 0315 Tjon-A-Joe-Robles, L. 1096 Tjon-A-Ten, Varina 152 Tjon-Joe-Ken, A. 1075 Tjong A Kiet, C. zie Celtak Tjong Tjin Joe, Kiem-Lan 0454 Tjong-A-Hung, Rino 0315 Tjung Agnie, Marlon 0768 Tobi zie Toneelgroep Bisdom Paramaribo ‘Tobi’ Toe onti toli anga wan doeoepoe taa toli (Twee jachtverhalen en enkele andere verhalen) 0119

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 395

Toeka (tijdschrift) zie Stoeka Toekomst zie Bhavishya/Toekomst Toen Mathilde niet wilde 48, 129, 0291 Toerisme in Suriname 0503 Toestemming zie Premisie/Toestemming Toho khidoan bali tho 0151 Toke 50, 0991 Toke (schrijversbeweging) 50*, 0991 Tol, D. 1075 Tonckens, Tonko 167 toneel 26, 37, 38, 40, 49, 50, 54-56, 62, 74, 77, 85, 92*, 97*, 116-118, 122*, 127*, 132*, 135, 141, 161*, 162, 0311 Toneel als zelfbewustwordingsekspressie (De junctie daarvan in de ontwikkeling van de Surinaamse maatschappij) zie Het antagonistisch karakter in het Surinaams kultuurpatroon Toneelfestival '85; 13 en 14 december Thalia 92, 0479 Toneelgroep Bisdom Paramaribo ‘Tobi’ 0397-0400 Tonelly (toneelgroep) 123 Tongoni (tijdschrift) 37 Tony van Verre ontmoet Albert Helman. Uit het leven van een dwarsliggende Indiaan 291, 0381 Topberaad 108 Toponymisch rapport over de Tapanahony 0662 Toppin, Michel 0992, 0993 Tori (collectief) 50, 284, 287*, 0280a-0288 Tori (tijdschrift) 50, 57, 69, 92, 292*, 302, 0281 Tori boto 38, 0266 Tori di Switi foe Leisi 0985

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Tori foe da bigin foe Anake 0063 Tosari, Rene 55 Totomboti 0101 traditie 79-83, 96, 122*, 123, 125*, 126, 127* traditie, verzet tegen (thema) zie verzet tegen traditie Transculturele uitgeverij Masusa zie Masusa Translation Series 0536 transmigratie (thema) 120* Trappeniers, L. 305 Trawan prakseri/Tussen twee vuren 55, 136, 288 Trefasi (Ps. van?) 0978 Trefoe 0242 Trefossa (Ps. van Ziel de, Henry Frans) 11, 22, 23, 24, 31*, 38, 41, 42, 45, 60, 61, 68, 74*, 75*, 76, 77, 82*, 92*, 96, 115, 119, 122*, 130, 134, 137, 139, 140*, 143, 302*, 307*, 0192, 0252, 0260, 0290, 0311, 0318, 0335, 0449, 0475, 0545, 0602, 0718, 0863, 0868, 0870, 0872, 0965, 0978, 0986, 0994, 1037 Trefossa-prijs 0311 Trio (taal) 23 Trio legends 0473 Trio legends continued 0473 Trio's 119 Troeboe denki (toneelgroep) 123, 0821

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 396

Tropenmuseum 0424 Trotji 11, 38 trots op de Surinaamse mens (thema) 116* Trouw (krant) 286, 294, 298, 299, 304* Truideman, Desi 58, 93*, 0995, 0996 Tu Mato fu Ndjuka Sama 1010 Tu Onti Toli 0117, 0119 Tubuku bondru (makandra nanga) Opete en Ujamaa 106, 117, 0521 Tuinfort, Carla 72*, 91, 108*, 138*, 152, 283, 288, 295, 297 Tuinfort, J. 70 Tuinman, Jaap 0004-0006, 0011-0018, 0031, 0032, 0034, 0035 Tulsidas, Gosvami 0023, 1045 Tussen cactus en agave 51, 0543 Tussen letter en geest 0328 Tussen Palmen en Dijken 39 Tussen twee vuren zie Trawan prakseri/ Tussen twee vuren Tussen vandaag en morgen 0594 12 kwatrijnen 0720 12 verhaaltjes waar we wat van kunnen leren zie 12 Siektjha bharie kahaanie 2 februari 0274 Twee brieven van de apostel Paulus uit de Bijbel zie Na toe den biifi a ini a Beibel di Pawles be sende si sama Twee jachtverhalen en enkele andere verhalen zie Toe onti toli anga wan doeoepoe taa toli 2223 2224 2225 2226 0928 Tweede buitenvrouw zie Meri Dusari Bibi tweede generatie (thema) 136*, 158

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Tweedelig Woordregister Auka - Nederlands, Nederlands-Auka 0344 Twinkle Stars 1016 typoscript 167 U-Blad (tijdschrift) 290 Udenhout, Wim A. 76, 0894, 0997 Uhlenbeck, Alwin 0978, 0998 Uit de Derde Wereld 0204, 0224 Uit elkaar 0811 Uit en thuis. Over reizen en hun gevolgen 0394 Uit het recht 0003 uitbuiting (thema) 117 Uiteen 298, 0813 uiterlijke verzorging van het boek zie boekverzorging uitgave (begrip) 167 uitgeverij 11, 48*, 53*, 65-69, 85, 86*, 89, 94*, 121, 133, 149, 151, 157 Uitgeverij Laetitia zie Laetitia Uitgeverij S.S.N. 0122 Uitgeverij Zuid 0228 uitzichtloosheid (thema) zie benardheid/ uitzichtloosheid (thema) Ujala zie sociaal-culturele vereniging Ujala Ujamaa 104, 293, 0519, 0521 ulara 0024, 0041 Ulsen van, Henk

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 397

62 Ulysses 81 Uma 0346 Unieboek 0381 Uniker Venema, Petrien 152 Univers zie Boekhandel Univers Universal Data Bank 283 Universele Kennis/Universal Knowledge 0882 Universiteit van Amsterdam 0239 Universiteit van Poona 0148 Universiteit van Suriname 293, 0520 Universiteit van Uppsala 1019 Universiteit van Utrecht 290 Universiteitsbibliotheek 169 University of Nebraska 138 Upanishad 0311 Urdu (taal) 23, 24, 26 Uren zit ik aan het rijmen 0707 Uslar Pietri, Arturo 138 Utrechtsen Nieuwsblad (krant) 289, 294, 305 Vaalmiki 1045 VACO 66, 67, 109, 110, 149, 169, 0031, 0032, 0034, 0035, 0270, 0296, 0341, 0383, 0386, 0531, 0582-0584, 0628 VACO (drukkerij) 68 Valera, Mantana zie Toppin, Michel Valkman, Piet

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 286 Van bewustwording naar bevrijding 108, 0143 Van de wal in de sloot zie Na Ghar ke Na Ghat ke Van der Rijnprijs 70*, 95, 296*, 0422 Van erf tot skai 105, 289*, 0321, 0322 Van Gorcum zie Gorcum van Van halte tot halte met lijn 1 56 Van harte beterschap 0701 Van Holkema & Warendorf 0190 Van Knippenberg's Uitgeverij zie Knippenberg's Uitgeverij Van melodie tot do-re-mi 1118 Van Priary tot en met De Kom 8 Van Techniek tot Interpretatie 1019 Van wanneer een herinnering zie Kab ke yaad Vandaag is de dood 128, 129, 284, 0167 Vanderauwera, Ria 0999 Vanuit de Gravenstraat (tijdschrift) 78 Varekamp & Co zie VACO Variaties of Creole in Surinam. The Art of Reading Creole Poetry 140, 1036 Varma, Satish 298 Vastenburg, E. 1000 Veda's 167, 0739 Veen 110, 0795, 0797 Veen van der, Gerrit 0370 Veen van der, L.J. 0371 Veira, Ivy 1073 Velanti, B.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 398

1013 Velanti, Carlo 0487, 1001-1009 Velanti, Frank 0659, 1010-1013 Velder, Paula 0311 Velthuizen van, Mark 1072 Veluwepost (krant) 298 Vene (Ps. van Venetiaan, Ronald R.) 39*, 62, 109, 302*, 0192, 0231, 0858, 0863, 0868, 0870, 0965 Venetiaan, Ronald R. zie Vene Venlo, G. 122 Ventu (wind) 0062 Venture (tijdschrift) 1014 Verbeek, Leo 0720, 0721 Verdam, P.J. 0003 verdeeldheid (thema) 82, 130* Vereniging Ons Suriname zie Ons Suriname Vereniging van Gezelschappen voor Kinder- en Jeugdtoneel 71 Vereniging van Jonge Surinaamse Schrijvers 50, 59, 0885-0887, 0900 Vergeefse Vlucht 134, 0163 verhaal 90 Verhalend Proza 0384, 0385, 0387 Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde

121, 161 Verhees, Fred 110, 169 Verheij, Emma 111 verhouding mens-bovennatuurlijke (thema) 129*

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Verklaring van Alma-Ata 1092 verleden, belangstelling voor het (thema) 118*, 121, 125, 150 Verlooghen, Corly (Ps. van Bedacht, Rudi) 38, 40, 46, 52, 58*, 67, 68*, 72*, 82*, 84*, 102, 109, 115, 117*, 118, 129, 136, 138, 299, 301, 302-303, 0191, 0192, 0205, 0244, 0252, 0255, 0260, 0290, 0311, 0516, 0718, 0854, 0863, 0868, 0870, 0872, 0965, 0978, 1015-1024 Verovering van De Dageraat zie Dagrati! Dagrati! Verre van Tony 0381 Verrijt, E. 0318 Verroen, Dolf 303*, 0192, 1025 Verrotte planken 0686 Verschoor, W. 161 Verslag n.a.v. de discussie over rol en positie v.d. Surinaamse en de Antilliaanse kunstbeoefenaars 94*, 138*, 0112 vertaling(en) 54, 90, 125, 127, 157, 0001, 0022-0024, 0036, 0039-0041, 0063, 0065, 0068, 0076, 0078, 0085, 0086, 0093, 0096, 0098, 0099, 0101, 0102, 0107, 0110, 0119, 0134, 0144, 0190, 0192, 0205, 0243, 0267, 0273, 0278, 0337, 0361, 0362, 0395, 0420, 0421, 0470, 0473, 0476, 0487, 0497, 0498a, 0516, 0517, 0536, 0549, 0552, 0553, 0559, 0596, 0608, 0659, 0673, 0679-0681, 0693, 0711, 0743, 0745, 0773, 0800, 0808, 0824, 0825, 0827, 0828, 0837, 0872, 0944, 0951, 0954, 0956, 0965, 0978, 0982, 0984-0986, 1001-1008, 1013, 1037, 1064, 1065, 1077, 1088, 1090-1095, 1104, 1110, 1115 Vervoorn, A.J. 33*, 1070

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 399 vervreemding (thema) 135* Vervuurt, Eddy 0602 Verworpen vaderland 110, 133, 297*, 0807 Verzamelde gedichten 38, 291*, 0376 verzet tegen traditie (thema) 131-132 verzetshelden zie verleden Vet van der, A.C.W. 110, 167 Vianen, Bea(trice) Sylvia 22, 39, 42, 47, 53*, 54, 60, 62*, 68, 69*, 70, 76, 77, 80*, 89, 96, 103, 111, 125, 128, 130*, 131*, 135*, 160, 161, 303-305, 0205, 0255, 0311, 0668, 0802, 0841, 0944, 0986, 1026-1035 Vibraties 1107 4 toneelstukken 38, 296, 0774 Vier dubbel dik. Kinderkrant 1120 Vietnam 0906 Vijf en zeventig jaar landbouwvoorlichting in Suriname 0572 25 (Dobru) 0264 25 februari 1980 De N.M.R. 63, 147, 0315 25 februari revolutie (Dobru) 0273a 25 Februari-beweging 107, 108 25 Februari-revolutie zie revolutie (25 februari 1980) Villiers, Gerard 167 Vindu 30, 71, 124, 129*, 0149 Vissen uit het Surinaamse binnenland 0405 Visser de, Gerda 0190 Visser, Ab 286*, 304* Vlasblom, Dirk

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 155 Vlet, Stella 0977 vlucht (thema) 133-134, 143 Voeding voor het hart 0247 Vogel op het licht 106, 129, 290, 307, 0352 Vogelaar, Jacq Firmin 286 Volksboekwinkel, de 11, 66*, 67, 71, 149, 169, 0127, 0311, 0574, 0663, 0830, 1051 Volkslectuur, Bureau 62, 64, 68, 94, 290, 0197, 0290, 0294, 0311, 0383, 0411, 0546, 0843, 0863, 0868, 0870, 0994 volkslied 0311 volkstoneel 54*, 55, 64, 118, 123, 127*, 129, 150 Voogd de, Lourina 0320 Voor moeder! 0973 voordrachtskunst 49, 51, 63 Voorhoeve, Jan N. 11, 37*, 38, 40*, 41*, 52, 54, 57, 58, 74*, 92*, 95*, 123, 128, 140*, 286*, 300, 302, 307, 0192, 0205, 0310, 0311, 0335, 0383, 0475, 0516, 0693, 0842, 0843, 0853, 0965, 0978, 0986, 0994, 1036-1039 Vormen. Denkpatronen uit dagdromen 0314 vormexperiment 62 vormingstheater 55 Vrede, Anton 0321 Vrede, B.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 400

1081, 1083 Vrede, R.M.W. 1078 Vrede, V. 0713 Vreden, Jules V. 0319 Vreden-Kortram, Lucy 69, 117, 0978, 1040, 1041 Vriend Pieter; het levensavontuur van Pieter van der Meer de Walcheren 291, 0382 Vries de, Anne 147, 1042, 1043 Vries de, Erwin 0391, 0395, 0721 Vries de, Gerard 85 Vries de, Jules F. 0459, 0602 Vries de, Leonore Johanna 13, 62, 67, 68, 93, 125, 147-151, 169, 305*, 0302, 0441, 0454, 0474, 0630, 0631, 0977, 1044-1052 Vries de, Philip zie Zema Vries-Schroder de, M.J. 290, 1053 Vriesland van, Victor E. 95, 0422 Vrij Nederland (weekblad) 286*, 291, 293*, 304, 306 Vrije Atheneum 90, 107 Vrije Stem zie De Vrije Stem (krant) Vrijgevig als altijd 299*, 0869, 0874 vrijheid (thema) 117 vrijheidsstrijd (thema) 137 Vrijman, Pieter 0797 vrouw (thema) zie vrouwenliteratuur Vrouw en religie 143 Vrouwen van Johannesburg 55 vrouwencabaret

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 56, 132 vrouwenemancipatie (thema) 131, 132*, 143* Vrouwenfestival, IVe Internationale 143 vrouwenliteratuur 31, 58, 70, 82, 116, 135, 143*, 161, 162 Vruchtenkwartet 2 0700 Vruggink, Hein D. 69, 93, 94, 127, 142, 0110, 0883 Vuijst, Freke 293 Vuyk, Bep 304 Vyent, Lygia 0319 W'e wakti den mek den kon 0275 W.O.V.O. 0252 Waagmeester, Andra 0454 Waagmeester, Nico 0026, 0415 Waagmeester-Verkuijl, Marijke 148, 169, 0454, 0455, 0630, 0631 Waakzaam 0987, 0988, 1013 Waakzaam, H. 1075 Waal Malefijt de, A. 142 Waaldijk, E.Th. 0159, 0523, 0775 Waar is Vrijdag gebleven? Drie studies over een klein land 291, 0392 waarde-oordeel (literair) 10, 11, 78-80, 96* Waarom de rivier zo nat is 121 Waarom stelen niet goed is zie Fufuu anbunu Waarom zou je huilen, mijn lieve lieve... 60, 121, 297, 0790 Waarsenburg van den, Hans 286 Waesberge van, Robert

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 401

109, 139 Wagenaar, Aad 285 Wai Wai (taal) 23, 119 Wajamy Toriry (enkele schilpadverhalen) 0949 Wajana's 119 wajang 127, 142 wajang kulit 127 wajang wong 127 Wajono 39, 60, 119, 132, 288, 0293, 0298, 0359, 0654 Waka buku fu ndjuka sama 0659 Waka ku fusutan! (Loop voorzichtig) 0816 Waka tjopu, Kunstenaarskollektief 0501 Wakama Oto 0083 Walker, Henk 0488 Walle van der, J. 51, 167, 293, 306 Waller, Gerry 0422 Waller, Ths. 0290 Walrecht, Aldert 23*, 37, 40, 158, 159*, 305*, 1054 Walther Don (Ps. van Donner, Walther, R.W.) 53, 58, 68, 129, 130, 131, 135, 305*, 1055-1066 Wan anoe/Handreiking 134, 0612 Wan bon 0277 wan bon-thema zie eenheid Wan Doeoepoe Onti Toli (Enkele jachtverhalen) 0118 Wan finga no e dringi brafoe 0284 Wan jari srefidensi

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0508 Wan monki fri bevrijding en strijd 287, 0266 Wan Njoen De 104, 0601 Wan Njoen Libi 54 Wan njun de broko 0914 Wan pasi na ini a busi fu pikin buku fu Sranan. Een ontdekkingsreis in het woud van kleine publikaties in Suriname 170 Wan Pipel (film) 125 Wan pipel (Slagveer) 0891 Wan pipel wan kofoe wan stre 86, 87, 109, 0413 Wan Toli fu fa U Be Go a Foto a Fositen 0104, 0106 Wan tori fu mi eygi srefi 57, 76, 123, 288, 0304 Wan woto a fesi 0096 Wangsatana, Briedijs 1073 Wanlo Bakaa Kontu 1 0835 Wanlo fesiten oto 0094 Wanlo Fesiten Oto (Enkele verhalen van vroeger) 0099 Wanlo kontu fu Anasi (een paar verhalen over Anansi) 0077 Wanlo Saamaka Nongo 0095 Wanlo Suti Oto a Saamaka Tongo (Enkele leuke verhalen in het Saramaccaans)

0093 Wanneer de rukwind komt 292, 0464 Wansiri-uitgaven 0554 War-reeks

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 402

0313 Warau (taal) 23, 149 Ware Tijd, De (krant) zie De Ware Tijd (krant) Warren, Austin 19, 32 Warren, Hans 289, 299*, 302, 304*, 305 Wasoema a prasi foe Bigi Dorsi 0266, 0331 Wat kan de arme vader er aan doen? zie Bapa Becara Kya Kare Wat me overkwam in het distrikt Marowijne zie Oty wa jeporypo Marauni po Waterberg, Gladys 50, 69, 0111, 0191, 1076 Waterval, Hendrik 0174 Watrakan 129, 0529 Watson, Sandra 1073 Wayana (taal) 23 Wederkerige portretten 0396 Weekkrant Suriname (weekblad) 283, 284, 288, 299, 307 Weerd van der (uitgeverij) 0165 Wekker, D.E.Ch. 291 Wekker, Herman 33, 41, 96, 140, 0320 Wekker, J.B.Ch. 0548 Wel van, Freek J. 0192, 0503, 0965, 1068, 1069, 1070, 1071 Wellek, Rene 10, 19, 32 Welles, H.G. 302* Welling, Jules 305 Wellinga, Klaas 0255 Welmann, Marc 73, 285 Welzijn, Ferdinand L.

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 0894 welzijnsbladen 70* Wengen van, G.D. 142*, 0371 Wereld Festival van Jeugd en Studenten voor Anti-imperialistische Solidariteit, Vriendschap en Vrede 0267, 0278 Wereld poezie-dag van het kind 21 maart 63, 68, 147, 1072 Wereld poeziedag van het kind 1985 63, 68, 147, 1073 Wereld poeziedag van het kind 1985 (MULO) 63, 68, 147, 1075 Wereld poeziedag van het kind 1985. Shri-Ram School 63, 68, 147, 1074 Werk van de, Jan Kees 285* Werkgroep Eersel 148 Werkgroep Jongeren Niedorp 0345 Werkgroep voor Arbeidersliteratuur Rotterdam 0313 Werkgroep voor Opvoeding en Vorming m.b.t. de Voorbereidingen op de Onafhankelijkheid van Suriname 104 Werkgroep voor Opvoeding en Vorming m.b.t. de Voorbereidingen op de Onafhankelijkheid van Suriname zie W.O.V.O. Wessels, E.R. 0602 West Indies Mission 0451-0453, 0515, 0669-0672, 0677, 0678, 0715, 0783, 0823, 0879, 0940-0942, 0957, 0967-0969 West, De (krant) zie De West (krant) Westerloo van, Gerard 111* Westfort 68, 0265, 0465, 0616, 0617

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 403

Westhout-Blanker, Norine 0474 Westmaas, Stephen 0315 Weststeijn, Willem G. 19, 32 Westzaan, Roy J. 287, 300 Weten en denken 93, 0996 Wetgeving binnen het revolutionair proces (periode 4 februari tot 4 april 1982)

0899 Wetgevingsprodukten van het direktoraat arbeid van 25 februari 1980 tot 1 juni 1983 1093 What became of them 0184 Who's who in the World 283 Wi e pusu a konfri go na fesi 0911 Wi egi sani (toneelgroep) 123 Wi na Srananman 116 Wi pasi 302 Wie Eegie Sanie 41, 75, 118, 121, 159, 161, 0311 Wie wil wonen op de oever Waarom koerst hij naar de zee/Mange ghat pe jiwan jhele Kahen naw samunder khewe 90, 295, 0638 Wiekslag, Edme 1025 Wielkens 1016 Wij slaven van Suriname 26, 52, 54, 102, 293*, 0492, 0494-0497a, 0498a, 0499 Wij zijn naar Nederland geweest zie Hamlog gailie Holland Wijngaarde, Frank 107 Willem Oltmans in gesprek met Desi Bouterse 106, 110 Willems, Leo 110, 304 Willemsen, Glenn 111 Williams, L. zie Smailliw

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Williams, Ramon Louis 147, 0398, 1076, 1077, 1118 Wilner, John 97, 0174, 0361, 0362, 0773, 1096 Wilner, S. 0361, 0362 Win ik? 0178 Wind zie Ventu (wind) Winkels, Willem Eduard Herman 0311 Winter de, Sylvia 162 winti 96, 122* Winti; een Afroamerikaanse godsdienst in Suriname 139 Wispelaere de, Paul 303, 304 Wit de, uitgevers zie De Wit Stores With, Julian Samuel 48, 53, 54, 61*, 62, 68, 91*, 116, 120, 130*, 134, 135*, 140, 157, 306*, 307*, 0191, 0234, 0320, 0334, 0872, 1078-1086 Witt de, Ruud 297 Witte de, Cornelis J. 0004-0006, 0011-0018, 0031-0035 Witteman, Paul 288 Woei A Tsoi, Kenneth 0303 Woei, Paul 51, 85, 148, 0132, 0298, 0299, 0422, 1120 Wolf, Sig. W. 93, 0192, 0371, 0965 Wolff, Maikel 0016* Wols, Frits (Ps. van Wong Loi Sing, Eugene Wilfried) 39, 63, 67, 72*, 95, 96, 111, 118, 129, 130, 134, 135, 169, 284, 298,

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 404

302, 306*, 0191, 0863, 0868, 0870, 1072, 1073, 1087-1095 Wolters-Noordhoff 290, 0005, 0006, 0012-0018 Wong A Foe, R.A.M. 1097 Wong A Loi, Foek 0454 Wong Loi Sing, Dorothy (Dorothee) Mathilde 50, 51, 58, 71, 90, 93, 95, 115, 132, 135, 143*, 157, 167, 297, 301, 306*, 0334, 0711, 0819, 1098-1111 Wong Loi Sing, Emanuel Ferdinand 116, 1112, 1113 Wong Loi Sing, Eugene Wilfried zie Wols, Frits Wong Loi Sing, Michel Pierre 1114 Wong Loi Sing, Rudi 0397 Wong, Claudia 1073 Wongsosemito, Ngatiman Willem 0800, 0801, 1115 Wooding, Ch.J. 139, 0335 Wookoma Oto 0084 Woordenlijst Sranan Nederlands English 0383 Woordregister Nederlands - Saramakaans 0342 Woordregister Saramakaans - Nederlands 0343 workshop 64 Wortoe d'e tan abra 37, 39, 42, 53, 299, 0863, 0868, 0870 Wroko bari (Gente) 0159 Wroko makandra foe kapten nanga Sipi'-man meki Sipi e basi Se 0443 Wung-Loi 0426 Xala 105 Yaadgaar 116, 0877, 0878 Yale University Press 41, 92, 1037 Yanacuna 38

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Yaneya 0424 Ye San 123 Yellow bird readers 0189 Yellow bird stories 0188 Yelnats, Emir 1116 Yerba Seku zie Seku, Yerba Yeye-tori 0348 Ynewara Jona worepypo (hoe Jona zijn les leerde) 0681 Yo te espero, senora Ramkumari 1033 Young Women Christian Association 0774 Yperen van, M.J.L. 0536 YWCA zie Young Women Christian Association Z & Co 0790 Zaal, Wim 291 Zahar, Renata 138 Zamani zie Roemer, Astrid Heligonda Zamuel, Hesdie S. 0524 Zandwijken, Cecile 138, 161 Zandwijken, Jennifer 0319 Zangboek J.A. Pengel 0974 Zanten van, J. 299 Zapata Jaw 306*, 0978 Ze 301

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 405

Zebeda Bendt, Celita 0174 zelfstandigheid (thema; zie ook onafhankelijkheid) 104, 117-118 Zema (Ps. van Vries de, Philip) 118, 0505, 1117 Zendingsarbeid in Aurora onder de Saramaka Bosnegers van 1891 tot 1896 0064 Zhang Zi Mei 123 Zheng Bao Shu 123 Zheng Yun Ten 123 Zhi He 123 Zhou Gian Fu 123 Zichem A. 0043 Ziel van der, C.N. 0680, 1007 Ziel van der, K. 0680 Zielespijs 0248 Zij en ik 57, 122, 291, 292*, 0411 Zing maar! 1118 Zingt allen mee voor ons eigen land! 147 Zo gaan wij het samen doen 0271 Zo Was Suriname 0446 Zo zijn enkele Karaiben zie Eroware amoekonymbo kari'na mandon Zonder geldige toegangskaart 295* Zoutendijk, Henk 306*, 1119, 1120 Zuid zie Uitgeverij Zuid Zuid-Afrika grinnikt! Een science-fiction oplossing voor het Apartheidsprobleem

1101 Zuid-Zuid-West 135, 0368, 1053

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Zwart racisme bestaat niet 307* Zwarte muze, witte creoolse 306, 1098, 1099 Zwarte huid, blanke maskers 51 137, 158 Zweig, Stefan 22 Zwennicker-Groenefelt, Adolphina Antoinette Willy zie Mama Aisa

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 406

[Met dank aan]

Met dank aan: de Surinaamse schrijvers en Jnan Adhin Kries Bajnath Michel Berchem Suryprasad Biere

Rasulan Chin Frank van Dijk Thea Doelwijt Hein Eersel Narain Gangaram-Panday Wil Heijdanus Harnarain Jankipersadsing Sari Kasanpawiro Effendi Ketwaru Sheila Ketwaru Gina Koornaar Hedwich Liefde Carla Lie Pauw Sam-Oedayraisingh Varma Carla Lont Mu Kee Kong Albert Mungroo Ruud Mungroo Moestafa Nabibaks Jit Narain Paul Nijbroek Balthus Oostburg Adarsh Paltantewarie Truus Pancham Robby Parabirsing Lia van de Pas Hugo Pos Ramdew Raghoebir Wonny Raveles R. Rommy Johan Sarmo Piet Simons Ren Spoelstra Wilfred Texeira Mechtelli Tjin A Sie Fred Verhees Joop Vernooij Leonore de Vries

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985 Nico Waagmeester Zhou Shu Yun

Michiel van Kempen, De Surinaamse literatuur 1970-1985