Collegium Vocale Gent Leo Van Doeselaar
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Lied Ingeborg Danz . Koor Collegium Vocale Gent Leo van Doeselaar . Philippe Herreweghe Schubert, Brahms, Jenner vrijdag 18 november 2005 Lied . Seizoen 2005-2006 Olga Pasichnyk . Natalya Pasichnyk Mozart, Schubert, Chopin, Szymanovski, Oekraïense volksliederen woensdag 16 november 2005 Ingeborg Danz . Koor Collegium Vocale Gent Leo van Doeselaar . Philippe Herreweghe Schubert, Brahms, Jenner vrijdag 18 november 2005 Irwin Gage presenteert jonge liedduo’s 1 Caroline Melzer . Anette Fischer-Lichdi Schubert, Brahms, Schönberg vrijdag 10 februari 2006 Geraldine McGreevy . Graham Johnson Schubert, Brahms, Wolf woensdag 19 april 2006 Irwin Gage presenteert jonge liedduo’s 2 Michael Nagy . Juliane Ruf Beethoven, Brahms, Schönberg, Vaughan Williams dinsdag 9 mei 2006 begin concert 20.00 uur pauze omstreeks 20.45 uur einde omstreeks 21.50 uur inleiding door Diederik Verstraete . 19.15 uur . Foyer teksten programmaboekje Diederik Verstraete vertaling liedteksten Daniëlle de Regt en deSingel coördinatie programmaboekje deSingel Gelieve uw GSM uit te schakelen! Cd’s Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 www.tklavervier.be Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO’s at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag Wenen. de Gesellschaft der Musikfreunde in Schubert op 26 maart 1828 in de zaal van van ‘Privat-Concert’ Uitnodiging voor een Koor Collegium Vocale Gent Philippe Herreweghe muzikale leiding Ingeborg Danz alt . Leo van Doeselaar pianoforte Ich gehe des Nachts Von Liebe, Sehnsucht, Nacht und Tod Johannes Brahms (1833-1897) Franz Schubert Liederen voor gemengd koor a capella: Der Abend schleiert (Friedrich von Matthison) • Abendständchen (Clemens von Brentano) voor mannenkoor en pianoforte • Im Herbst (Klaus Groth) • Waldesnacht (Paul Heyse) Ständchen (Franz Grillparzer) voor alt solo, mannenkoor en pianoforte Franz Schubert (1797-1828) Der 23.Psalm, D706 (Moses Mendelssohn) Johannes Brahms voor vrouwenkoor en pianoforte Liederen voor alt solo en pianoforte: • Sapphische Ode (Hans Schmidt) • Alte Liebe (Karl August Candidus) Gustav Jenner (1865-1920) Liederen voor gemengd koor en pianoforte: Intermezzo, opus 118 nr 2 • Richten will ich Tisch und Gastmahl (Ferdinand Gregorovius) voor pianoforte solo • Ist der Winter angekommen (Ferdinand Gregorovius) • Ich gehe des Nachts (Ferdinand Gregorovius) • An eine Äolsharfe (Eduard Mörike) • Geheimnis (Karl August Candidus) • Von Ewiger Liebe (Josef Wenzig) Clara Schumann (1819-1896) Liederen voor gemengd koor en pianoforte: Romance, opus 11 nr 2 • Wechsellied zum Tanze (Johann Wolfgang von Goethe) voor pianoforte solo • Neckereien (Josef Wenzig) • Der Gang zum Liebchen (Josef Wenzig) Johannes Brahms Liederen voor gemengd koor en pianoforte: • Sehnsucht (Franz Theodor Kugler) • Nächtens (Franz Theodor Kugler) pauze Leo van Doeselaar bespeelt een pianoforte van J .B. Streicher, Wenen 1847, uit de collectie van Edwin Beunk Ich gehe des Nachts Ons beeld van de negentiende-eeuwse Duitstalige vocale muziek is tegenwoordig hoogst eenzijdig. Het klavierlied gaat met het gros van de aandacht lopen, terwijl het in werkelijkheid slechts een van de vele genres was die binnen de romantische muzikale esthetica hoog aangeschreven stonden. In de negentiende eeuw was het wereldlijke koorlied, a capella of met pianofortebegeleiding, net zo belangrijk als het sololied, en het is op dit volkomen ten onrechte veronachtzaamde repertoire dat tijdens dit concert ingezoomd wordt. Franz Schubert Vooral in het geval van Franz Schubert (1797-1828) is de hedendaagse fixatie op het klavierlied frappant. In feite bestond Schuberts vocale oeuvre uit een onwaarschijnlijk rijke mix aan genres: naast de ruim zeshonderd sololiederen slaagde hij erin ook nog eens een ruime hoeveelheid kerkmuziek te schrijven en meer dan tien volwaardige opera’s. Maar het meest frapperende onderdeel van zijn vocale oeuvre bestaat misschien wel uit de meer dan 130 koorliederen - of beter meerstemmige liederen, want deze stukken werden in de vroege negentiende eeuw zowel in solistische bezetting als door een klein koor uitgevoerd. Schuberts tijdgenoten waren wellicht beter bekend met dit deel van zijn creatief werk dan met de sololiederen - Schuberts meerstemmige liederen genoten heel wat populariteit op de programma’s van de talloze amateur-zangverenigingen die kort na 1800 doorheen Duitstalig Europa als paddestoelen uit de grond schoten. Zelfs tijdens de prestigieuze ‘Abendunterhaltungen’ op donderdag van het Gesellschaft für Musikfreunde stond er regelmatig muziek van Schubert op het menu, maar ook op andere plaatsen in Wenen kon men in de jaren 1820 met de regelmaat van een klok Schuberts koorliederen Franz Schubert. Gravure van Johann Passini naar Wilhelm August Rieder, 1825 August Rieder, Wilhelm naar Johann Passini Gravure van Schubert. Franz beluisteren. Schuberts naam verscheen voor het eerst op een programma van het Gesellschaft op 25 januari 1821, weliswaar met een klavierlied: ‘Erlkönig’. Psalm 23 - tijdens Schuberts leven wellicht het meest populaire van de meerstemmige liederen - was voor het eerst te horen tijdens een door het Gesellschaft georganiseerd concert in het Gundelhof, waar de secretaris Joseph von Sonnleithner zijn appartement had. Deze zetting van de 23e psalm gaat terug op de vertaling die Moses Mendelssohn aan het einde van de achttiende eeuw van de oud-testamentische psalmen maakte, en kan model staan voor het brede spectrum aan thema’s en teksten dat Schubert in dit repertoire aanboorde. Naast het uiteraard in deze psalm aanwezige religieuze aspect, vinden we ook hier al het allesoverheersende thema van de natuur-beleving terug - het religieuze krijgt pantheïstische trekjes. Eenwording met een volkomen geïdealiseerde, door de moderne beschaving onbezoedelde en onaangetaste natuur was natuurlijk een van dé romantische topoi bij uitstek, en op weinig plaatsen komt deze topos zo fantasierijk aan bod als in Schuberts meerstemmige liederen. ‘Der Abend schleiert’ vormt hiervan een fraai voorbeeld. Slechts van enkele van deze composities kennen we puur per toeval de ontstaansgeschiedenis een beetje beter. ‘Ständchen’, tegenwoordig Schuberts bekendste meerstemmige lied, was een bestelling door Anna Fröhlich voor de verjaardag van haar leerlinge Louise Geismar op 28 augustus 1827. Schubert bracht enkele dagen na het ontvangen van de bestelling het manuscript zelf naar Fräulein Fröhlich, om dan te vernemen dat hij de opdracht verkeerd begrepen had: in plaats van een werk voor alt-solo en mannenkwartet diende hij er een te componeren voor alt-solo en vrouwenstemmen. Schubert herschreef het lied in no-time, net op tijd voor een uivoering onder Louises raam - een pianoforte was in alle geheim de tuin binnen gesmokkeld. Deze kleine anekdote leert veel over de algehele sfeer waarin vele van deze meerstemmige liederen baden: vaak gaat het om gelegenheidswerken, wat echter niets zegt over het uiteindelijke artistieke resultaat. Ook voor de meest banale gelegenheid kon Schubert wanneer hij wou aanstekelijke of zelfs hoogst Johannes Brahms in 1894 © Johannes Forner Johannes Brahms in 1894 © Johannes Forner diepgaande muziek schrijven. Johannes Brahms In het geval van Johannes Brahms (1833-1897) liggen de kaarten iets anders dan bij Schubert. Ook Brahms heeft een uitgebreide verzameling sololiederen achter zijn naam staan, maar het gros daarvan heeft nooit de populariteit van Schuberts liederen kunnen benaderen. Daardoor lijkt het wel alsof Brahms’ koorliederen betere kansen hebben gekregen op bekendheid, en zijn we ons tegenwoordig iets beter bewust van Brahms’ uitzonderlijke verdiensten op dit domein. Brahms’ koorwerken - in het midden van de negentiende eeuw waren uitvoeringen door een kamerkoor van dit repertoire min of meer de norm geworden - tonen mooi aan hoeveel verschillende invloeden er wel niet samengewerkt hebben bij het tot stand komen van Brahms’ typische muziektaal. Tijdens zijn periode in Detmold, waar hij vooral als koordirigent actief was, leerde hij het grootste deel van het toen regelmatig uitgevoerde koorrepertoire uit eerste hand kennen: wereldlijke en religieuze meerstemmige liederen, met Schubert als een van de grote leveranciers van repertoire, bewerkingen van volksliederen, drinkliederen. Maar al snel kwamen Brahms’ eigen voorkeuren boven drijven, bovenal zijn interesse in de oude muziek uit barok en renaissance. Als koordirigent voerde Brahms talloze werken van - onder anderen - Praetorius en Händel uit, en het kon dan ook niet anders dat deze oudere schrijfstijl een grote rol ging spelen van zodra hij zelf koorwerken begon te componeren. Bovendien maakte Brahms eigenhandig talloze kopieën van oude meesters zoals Durante, Schütz, Gabrieli en Palestrina; hij was een abonnee op de integrale uitgave van Händels muziek en in 1855 kreeg hij op Kerstdag van Clara Schumann het eerste volume van Bachs ‘opera omnia’. Heel opmerkelijk is dat al deze bekendheid met een vroeger denken over koormuziek bij Brahms niet resulteerde in een noodzakelijkerwijze complexe, zwaar op de hand liggende koorstijl. Integendeel zelfs: Brahms’