RUG/DNPP/Repository Boeken/'Ruggen Recht Heren!'
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
1 ,f nover hun Duitse geestverwanten afi ‘Ruggen recht, heren!’ Passage Reeks 21 ‘Ruggen recht, heren!’ Hoe de Nederlandse christen-democraten het tegenover hun Duitse geestverwanten aflegden in het debat over het profiel van de Europese Volkspartij door Alexander van Kessel Hilversum Verloren 2003 Op het omslag: Helmut Kohl en Ruud Lubbers isbn 90-6550-749-3 ©2003 Uitgeverij Verloren, Postbus 1741, 1200 bs Hilversum, www.verloren.nl Ontwerp Rombus, Hilversum Zetwerk S-PrePress, Hilversum Druk Wilco, Amersfoort Brochage Van Strien, Dordrecht No part of this book may be reproduced in any form without written permission from the author and publisher. Inhoudsopgave Woord vooraf 9 Verantwoording 10 Proloog: 1958 21 Deel I: tot 1967: Pogingen tot transnationale convergentie 25 1 Moeizame politieke consensus 31 Internationale contacten: de nei 31 ‘Europa’ als bindende factor 34 Eerste aanzetten voor Europese partijvorming 39 Sociaal-economische divergentie 41 Hahn en het Nederlandse beeld van ‘een cdu’ 45 Ideologische aanzetten in nei-verband 1958-1962 48 2 Christen-democraten en conservatieven 52 Britse christen-democraten 52 Het conservatieven-debat verbreedt zich 55 De cdu en de gaullisten 58 Intermezzo: Exclusief-protestantse contacten in Zwitserland en Noorwegen 63 Het conservatieve probleem: discussie voortgezet 66 Aanvraag van de Tories 70 Intermezzo: relaties met Latijns-Amerikaanse christen-democraten 75 Tegenstelling tussen Duitsers en Italianen: de Nederlanders kiezen partij 77 Deel II: 1968-1978: Verdeeldheid over de Europese partij 87 1 Gevecht om de uitgangsposities in de EUCD 95 Geen conservatieve Duitse opvolging van Rumor 95 Machtswisseling in Bonn 102 Ontknoping in de strijd om het eucd-leiderschap: Rumor herkozen 105 5 Veranderingen in de cdu: ‘maar allemaal zijn ze wel wat konservatief!’ 108 Nederlandse pleidooien voor aansluiting van ‘nieuwe’ christen-democraten 115 Voortgezette strijd om de eucd-leiding tussen Italianen en Duitsers 120 Bonn november 1973: ‘coup’ van de cdu 122 2 Ideologische plaatsbepaling 126 De commissie-Van Niftrik 127 Discussie in eigen kring 131 Werkgroep ‘La pensée et l’action’ 136 Europees Manifest en Carácas Document: moeizame ideologische convergentie 140 3 Naar de oprichting van de Europese Volkspartij 150 Kooijmans’ peiling over de Europese partij 151 Perspectieven voor samenwerking met conservatieven in het Europees Parlement? 154 Nieuwe verhoudingen in het Europees Parlement 159 Debat om het karakter van de Europese partij 163 Discussie over samenstelling en naam 167 Programmatische verwikkelingen 177 4 Europese Volkspartij versus Europese Democratische Unie 192 Britse, Duitse en Oostenrijkse plannen voor een Europees democratisch centrum 192 Naar de oprichting van de Europese Democratische Unie 205 Een modus vivendi overeengekomen 211 evp en edu in het Europese-partijenlandschap 217 Deel III: Na 1979: De nederlaag van het CDA voltrokken 221 1 De jaren tachtig: behoud van de status quo 226 Onverminderde tegenstellingen tussen cdu/csu en cda 228 Combines in het Europees Parlement 231 Kanttekeningen bij de groepsdiscipline 234 Voortgaande discussie over de programma’s 237 Uitbouw van de edu 241 Christen-democratische antwoorden op de Internationale Democratische Unie 247 Stoelendans: de voorzitterszetels van evp en eucd 250 Scandinavische en mediterrane aanwinsten voor de eucd 253 Fusie tussen evp en eucd? 256 6 2 Conservatieve toetredingen 259 Uitbreiding evp met Griekse conservatieven 260 Toetreding van de Partido Popular: de conservatieve kwestie terug op de agenda 262 Juni 1989: aanvraag van de edg 271 Meningsverschil tussen het cda en Jansen 275 Jeugdig verzet tegen aansluiting van conservatieven 279 Nuances in cda-eurodelegatie en partij 284 Versterkte positie cdu en leiderswissel Tories: isolement cda dreigt 287 Pogingen tot afstemming vóór de partijleidersconferentie van april 1991 290 Hertoginnedal 302 Interpretatieverschillen naar aanleiding van een moeizaam bereikt compromis 305 Arbeid in het overlegcomité 307 Maastricht en Tindemans: de laatste kansen voor de Nederlanders? 310 Hertoginnedal II 313 De fractie beslist anders 317 Toetreding van de Scandinavische conservatieven en christen-democraten 325 3 Ideologische verdieping: bunkerstrategie 331 Ideologische verkenningen door cda en cdu 331 Een beginselprogramma 334 Tussenbalans 1992: het cda en zijn zusterpartijen 342 Mondiale verwikkelingen 344 Europese verkiezingen 1994: samenwerking op fractieniveau bevestigd 346 Deconfiture van een bondgenoot: ondergang van de dc 350 4 Uitbreiding oostwaarts 353 Midden- en Oost-Europa: kansen voor de christen-democratie? 353 Een nieuwe rol voor de eucd 355 Rivaliteit in steunverlening 359 Voorkeuren in Hongarije, Polen en Tsjecho-Slowakije 361 Nog meer toetredingskwesties 368 Fusie eucd – edu? 373 Oost-Europese ‘christen-democraten’ en de evp 376 5Het CDA en de EVP na 1995 378 De Tories houden afstand 378 Toetreding Forza Italia 380 Christen-democratisch terreinverlies in West-Europa 382 Terreinverlies in Oost-Europa; liquidatie eucd 386 Europese verkiezingen van 1999: evp de grootste 388 Eindspel: samensmelting evp en edu 391 7 Enige conclusies 397 Bijlagen 403 Noten 407 Afkortingen 451 Documentatie 454 Zusammenfassung 470 Personenregister 476 Curriculum vitae 483 8 Woord vooraf Een historische studie is eerst en vooral een resultaat van eenzaam zwoegen. Dat het tot afronding van deze dissertatie is gekomen, is echter mede te danken aan de aanmoediging en steun van een aantal vakgenoten. Veel dank ben ik ver- schuldigd aan de (oud-) collega’s van de tijdens mijn aanstelling als assistent-in- opleiding aan de Katholieke Universiteit Nijmegen in haar bestaan bedreigde taakgroep ‘Nieuwste Geschiedenis’. Mijn collega proximus Jasper Loots dank ik vooral voor zijn morele ondersteuning. Guy Mans was in sterke mate ver- antwoordelijk voor de ‘nestwarmte’ van de taakgroep. Rutger Zwart, mede- initiatior van het project, heeft in de beginfase niets nagelaten om deze begin- nende wetenschapper zijn eigen onderzoeksvragen te laten formuleren. Met de richting die het onderzoek uiteindelijk heeft gekregen, zal hij zeker kunnen instemmen. Vooral echter wil ik hier mijn promotor Jac Bosmans noemen – om een groot aantal redenen, waarvan het bedenken van een passende titel voor het boek slechts de minste is. Een woord van dank mag tevens uitgaan naar de instituten die mijn onder- zoek hebben mogelijk gemaakt. In het bijzonder geldt dat het door prof.dr J. Roes geleide Katholiek Documentatie Centrum van de Nijmeegse universi- teit. Te hopen valt, dat vele na mij komende onderzoekers een beroep kunnen doen op de documentatie en expertise van dit waardevolle centrum. Verder ben ik het Historisch Documentatie Centrum voor het Nederlands protestantisme (1800-heden) erkentelijk. Ook dank ik prof.dr J. de Bruijn voor zijn bereidheid deze studie op te nemen in de Passage-reeks. Voorts dank ik diegenen, die zich bereid hebben verklaard het manuscript op onjuistheden te controleren, te weten oud-kvp-leider drs W.K.N. Schmelzer en prof.dr J.A. Bornewasser. De laatste ben ik ook om andere redenen dankbaar. Met name tijdens mijn jaren als diens assistent bij de afronding van zijn monu- mentale geschiedschrijving van de Katholieke Volkspartij was Bornewasser een inspirerend voorbeeld. Philip Lang dank ik voor zijn ‘Zusammenfassung’. Het verrichten van onderzoek voor en het schrijven van een proefschrift is, zoals al gemeld, een solitaire aangelegenheid. Collega’s zullen het bevestigen. Helaas gold dat in toenemende mate voor het project, waarvan het eindresul- taat voor u ligt. In de vijf jaren dat aan deze studie gewerkt is, heb ik afscheid moeten nemen van een aantal mensen dat mij zeer dierbaar was. Daarbij denk ik in de eerste plaats aan mijn ouders, die de voltooiing van het proefschrift tot mijn verdriet niet hebben mogen meemaken. Aan hen is dit boek opgedragen. Vlijmen, februari 2003 9 Verantwoording ‘Ruggen recht, heren!’ Dat was de opdracht die de cda-jongeren aan partij- voorzitter Wim van Velzen en eerste minister Ruud Lubbers meegaven, enkele weken voordat het duo eind november 1990 de topconferentie van de Europese Volkspartij (evp) zou bijwonen. De christen-democratische partijleiders zou- den in Brussel bijeen komen om onder meer te spreken over de mogelijke toe- treding van de europarlementariërs van de Britse en Deense conservatieve p a r t i j e n t o t d e evp-fractie. Op dat moment leek het er sterk op, dat de meeste christen-democratische partijen, de Duitse voorop, genegen waren in te stem- men met deze uitbreiding van de fractie in het Europees Parlement, waardoor haar numerieke positie ten opzichte van de socialisten versterkt zou worden. Het waren de Nederlanders, die zich het sterkst verzetten tegen deze ‘conser- vatieve verleiding’, die in hun ogen een verwatering van het christen-democra- tische karakter van de evp betekende. De waarschuwing van de jongeren was erop gericht dat hun partijleiders zeker niet van deze lijn zouden afwijken.1 Zoals in de voorliggende studie zal blijken betrof het hier een positie die de Nederlandse christen-democraten al aan het einde van de jaren vijftig hadden ingenomen. Toen stonden zij zeker nog niet alleen met hun weerstand tegen de ‘verleiding’. In de navolgende decennia is hun standpunt niet veranderd. Zeker toen in het proces naar de in 1980 voltooide fusie tussen de Katholieke Volks- partij (kvp), de Antirevolutionaire Partij (arp) en de Christelijk-Historische Unie (chu) na lange en moeizame besprekingen ideologisch en programma- tisch toenadering