S'MAERTEN TIJDSCHRIFT VAN DE HISTORISCHE VERENIGING

December '£

Nummer 1 Ten geleide

We schrijven hier een klein beetje geschiedenis. Om twee redenen. Met deze inleidende woorden wordt namelijk het eerste nummer van het tijdschrift van de nog maar pas bestaande Historische Vereniging Maartensdijk gepresenteerd. En daarbij wordt in dit nummer voor het eerst in het bestaan van de gemeente een kort overzicht gegeven van de geschiedenis én de archieven van de dorpen die sinds 1957 samen de gemeente Maar­ tensdijk vormen. Dat overzicht is van de bekwame hand van drs. F. Brouwer, die het afgelopen jaar het archief van de gemeente Maartensdijk heeft geïnventariseerd.

In haar artikel heeft Brouwer een duidelijke mening over de vraag hoe we ons met de geschiedenis van de gemeente Maartensdijk moeten bezighouden. Zij pleit ervoor de algemene geschiedenis nu eens te laten voor wat zij is en op zoek te gaan naar het eigene van de dorpen van Maartensdijk.

Een eerste aanzet daartoe geeft dr. A. Doedens in het tweede artikel. Maar Doedens doet meer. Hij verheelt niet dat hij een andere kijk op lokale geschiedbeoefening heeft dan Brouwer. Volgens Doedens is het eigene van de dorpen alleen maar te begrijpen als het algemene van buitenaf mede wordt onderzocht. Kortom, een interessant verschil van mening in twee artikelen die de moeite van het lezen meer dan waard zijn.

Het is natuurlijk niet de bedoeling van dit tijdschrift om alleen maar lange en wat "def­ tige" artikelen op te nemen. Er moet ook plaats zijn voor spontane bijdragen vanuit de dorpsgemeenschap zelf. Dat blijkt uit het laatste gedeelte van dit nummer. Daarin zijn korte stukjes te lezen over het molenblok in en Achttienhoven, de eerste molenaar van , het tollen bij de tol in Maartensdijk en grenzen bij Holland- sche Rading.

De naam van het tijdschrift - "St. Maerten" - ligt voor de hand, want deze sluit aan bij het logo van de Historische Vereniging (zie voorpagina) en bij het gemeentewapen.

Tot slot een woord van dank aan het Carel Nengermanfonds, de K.F. Heinstichting en het Anjerfonds. Zij hebben zoveel subsidie gegeven dat het mogelijk is het tijdschrift in deze vorm uit te geven. We hopen oprecht dat dit eerste nummer zodanig in de smaak valt dat we binnen de gemeente Maartensdijk voldoende financiële middelen kunnen aanboren om met dit tijdschrift vaker dan deze ene keer uit te komen. Dan schrijven we niet alleen geschiedenis, maar leggen die ook vast. En daar gaat het bij de Historische Vereniging Maartensdijk toch om. Redactie

Afbeelding voorpagina: Gedeelte ets van J. de Beijer, Gezicht op kerk te Maartensdijk metwagenhuis 1760. Van Gerecht tot Gemeente OVER DE GESCHIEDENIS VAN DE GEMEENTE MAARTENSDIJK EN HAAR ARCHIEVEN

Inleiding de tijd opgetreden? Dit zijn slechts enkele De regionale of - zo men wil — lokale van de vele vragen die aan de plaatselijke geschiedschrijving kent in Nederland nog geschiedenis gesteld zouden kunnen wor­ niet zo'n lange traditie. Tot in de jaren '70 den. van deze eeuw hielden geschiedschrijvers Op deze manier zou de regionale c.q. zich voornamelijk bezig met de "grote" lokale geschiedschrijving een belangrijke geschiedenis van koningen en keizers of bijdrage kunnen leveren aan de algemene andere belangrijke figuren, van oorlogen beeldvorming over het dagelijks leven of natuurrampen of met de grote lijnen van gewone mensen in het verleden. van de sociaal-economische geschiedenis. Natuurlijk is het nodig om — willen we de De laatste twee decennia is er sprake van gegevens op de juiste manier kunnen een toenemende belangstelling — zowel plaatsen en interpreteren — enig inzicht bij professionele geschiedbeoefenaars als te hebben in de algemene geschiedenis bij amateurs - voor de geschiedenis van van een bepaald tijdperk. Aan het onder­ een bepaalde streek, stad of dorp. Hierbij zoek zal dan ook meestal een oriëntatie in wordt in de regel dan niet alleen aandacht de bestaande literatuur vooraf dienen te besteed aan een bepaald deelaspect van gaan, waarbij dan tegelijkertijd kan wor­ die geschiedenis, maar komen zowel poli­ den nagegaan wat er zoal over het desbe­ tieke en culturele als ook sociale en eco­ treffende onderwerp of gebied is geschre­ nomische factoren aan bod, zodat we ven. kunnen spreken van een integrale Voor het eigenlijke onderzoek zijn wij in geschiedschrijving in het klein. de eerste plaats aangewezen op de plaat­ Nu zijn er natuurlijk verschillende manie­ selijke archieven. De voornaamste en ook ren om zich met die plaatselijke geschie­ vaak de enige bewaard gebleven archie­ denis bezig te houden. Men kan nagaan in ven zijn in dit opzicht die van de plaatse­ hoeverre en op welke manier gebeurtenis­ lijke overheid, in ons geval de archieven sen en ontwikkelingen op landelijk — of van de gemeente Maartensdijk. zelfs internationaal — niveau terug te vin­ Archieven zijn in feite niets anders dan de den zijn in de plaatselijke geschiedenis. administratieve neerslag van het orgaan Minstens zo aardig is het echter om die dat ze gevormd heeft. Daar de bestuur­ "algemene" geschiedenis nu eens te laten lijke organen van een gemeente als Maar­ voor wat zij is, en op zoek te gaan naar het tensdijk niet altijd dezelfde zijn geweest, "eigene", het bijzondere van de geschie­ zijn ook de daarbijbehorende archieven denis van een bepaalde plaats of streek. niet aan elkaar gelijk. Alvorens ons met Hierbij moeten we dan niet alleen denken deze archieven bezig te houden, moeten aan de politieke en culturele geschiedenis, wij dan ook eerst nagaan hoe de bestuur­ maar vooral ook aan de geschiedenis van lijke geschiedenis van de plaatselijke het dagelijks leven van de bewoners van overheid er hier heeft uitgezien. een bepaalde streek of plaats. Hoe en waarvan leefden zij, wat was hun maat­ Ontstaan schappelijke positie, wie hadden het De gemeente Maartensdijk heeft er niet plaatselijk voor het zeggen, was er sprake altijd zo uitgezien als wij haar nu kennen. van een aanwijsbare sociale en politieke De gemeente bestaat in haar huidige vorm elite, hoe was de positie van vrouwen in pas sinds 1 juli 1957 en omvat sindsdien de vrij besloten agrarische gemeenschap­ vier woonkernen: het dorp Maartensdijk, pen van de verschillende woonkernen , Groenekan en binnen de gemeente Maartensdijk en Westbroek-Achttienhoven. Tot 1 januari welke veranderingen zijn in de loop van 1954 waren Westbroek en Achttienhoven zelfstandige gemeenten. Door grenswijzi­ schop met grond beleend zoals de heren gingen van met de randgemeen­ van Zuilen en de heren Over de Vecht. ten moesten echter zowel Westbroek als In de eerste helft van de 13e eeuw hadden Achttienhoven grondgebied aan Utrecht de heren Over de Vecht het gerecht Her- afstaan; de resterende noordelijke delen verskop (Herbrechtscoop) in leen. Het werden tot één nieuwe gemeente West­ omvatte het gebied van het huidige broek samengevoegd. Zo hield Achttien­ en omgeving, in het noorden hoven met ingang van 1 januari 1954 op te begrensd door de Groenekanse dijk bestaan als zelfstandige gemeente en al na (langs de Oude of Bisschopswetering), in drieëneenhalf jaar kwam er ook een einde het zuiden door de Ezelsdij k en in het oos­ aan het bestaan van de nieuw gevormde ten door het gerecht . Midden door gemeente Westbroek. Met ingang van het gebied liep een weg die in 1350 de 1 juli 1957 werd de gemeente Westbroek "Oude Weg" werd genoemd, de latere opgeheven en — gedeeltelijk als compen­ Voordorpse dijk. Aan deze weg bevond satie voor het in 1954 door Utrecht gean­ zich een kapel die de naam "Blauwka­ nexeerde Tuindorp - bij Maartensdijk pel" kreeg. Deze naam ging al spoedig gevoegd. over op de nederzetting die zich langs de Het gebied waarin de gemeente Maar­ genoemde dijk bevond. Omstreeks het tensdijk en de voormalige gemeenten jaar 1300 hebben de meest westelijke tien Westbroek en Achttienhoven zijn ont­ hoeven, later de Nedertienhoeven staan, was in het begin van de 8e eeuw genoemd, zich als Domproostengerecht door het Frankische staatsgezag aan Wil- van Herverskop afgescheiden. In 1321 librord, de eerste bisschop van Utrecht, werd dit voor het eerst genoemd als weste­ gegeven. Hij en zijn opvolgers kregen van lijke begrenzing van Herverskop. Niet de vorsten van het Frankische rijk en later veel later verwierven de heren Over de van het Duitse rijk niet alleen veel grond­ Vecht ook het gebied ten noorden van de gebied, maar ook het daarbijbehorende Bisschopswetering. rechterlijke en bestuurlijke gezag. Zo ver­ Met de veenontginning is men — vermoe­ wierven de Utrechtse bisschoppen ook delijk vanaf het begin van de 13e eeuw — wereldlijke macht. begonnen bij de Vecht en zo verder in de De streek waarover wij spreken maakte richting van het Gooi en de Vuurse. Het deel uit van een uitgestrekt veengebied. zwaartepunt van de bewoning in dit De bisschop, die het gebied produktief gebied verplaatste zich met de ontginning wilde maken, gaf - in ruil voor een deel mee geleidelijk aan in noordelijke rich­ van de opbrengst — grote stukken grond ting. Blauwkapel moet de oudste neder­ in leen die door de leenmannen ontgon­ zetting geweest zijn in dit gebied, dat nen en in cultuur gebracht moesten wor­ Oostveen werd genoemd daar het zich den. In de loop van de 12e eeuw was de aan de oostelijke rand van het veengebied verdeling van het veengebied nagenoeg bevond. voltooid. Degenen die op deze manier De naam Oostveen kwam voorzover grond in leen verkregen, werden vaak ook bekend is voor het eerst voor in 1355, niet begiftigd met gerecht (rechtspraak en voor één bepaalde nederzetting maar bestuur), cijns (het recht om grond in erf­ voor het gehele gebied tussen de Vecht en pacht uit te geven) en tiendrecht (het recht de Vuurse. Pas later zou de naam ook op 1/10 deel van de voortbrengselen van gebruikt worden voor de belangrijkste de in pacht uitgegeven grond). Zo zijn de nederzetting, het huidige dorp Maartens- verschillende gerechten in deze streek dijk. ontstaan. In de 14e eeuw werd een begin gemaakt Behalve geestelijke instellingen als de met de ontginning van de venen ten noor­ Utrechtse kapittels van Oudmunster, St. den van de Bisschopswetering, omstreeks Marie, St. Pieter, St. Jan en St. Maarten het midden van de 14e eeuw kwam de (of Domkapittel), de orde van de Johan- Nieuwe Wetering tot stand en al in 1392 nieters en verschillende abdijen, werden werd melding gemaakt van de Oostveense ook wereldlijke personen door de bis­ vaart, waarvan gezegd werd dat ze "in des Domproests gerecht leyt". De aanleg opzicht een zekere zelfstandigheid met van een dijk langs deze vaart vormde een zich mee. De bestuurlijke grenzen vielen volgende fase in de ontginning, die werd in die tijd nagenoeg samen met de paro­ afgesloten met de ontginning van het chiale grenzen. Het gerecht Oostveen meest noordelijke stuk tot aan de Hol- omvatte rond 1625 de volgende buurt­ landsche Rading en de Vuurse in de 16e schappen: de nederzetting Maartensdijk, eeuw. Oude of Achter Wetering, Herverskop De naam Maartensdijk kwam al in het (met Blauwkapel), Groenekan, Nieuwe begin van de 15e eeuw voor, maar werd Wetering, Biltstraat en het Zwarte Water. toen waarschijnlijk alleen nog maar In het zuiden grensde dit gebied aan de gebruikt voor de hiervoor genoemde dijk stad Utrecht, in het westen aan het langs de Oostveense vaart. De naam is gerecht Achttienhoven, in het noorden afkomstig van de heren van de Dom te aan het Gooise Bos en in het oosten aan Utrecht die aan de dijk in hun gerecht de het gerecht De Bilt. naam van hun patroonheilige St. Maar­ Ook de ontginning van Westbroek was ten gaven. Uiteindelijk is de naam Maar­ bij de Vecht (bij Zuilen) begonnen en zou tensdijk in de loop van de 16e eeuw over­ - evenals die van Achttienhoven - inde gegaan op de nederzetting aan de meest loop van de 16e eeuw bij de Hollandsche noordelijke dwarsdijk. De naam Oost­ Rading eindigen. De ontginning van veen werd geleidelijk aan uitsluitend Westbroek moet eerder hebben plaatsge­ gebruikt voor het gehele gerecht; tot in de vonden dan die van Achttienhoven; het is eerste helft van de 19e eeuw werd de immers niet waarschijnlijk dat zomaar gemeente (niet het dorp) Maartensdijk een stuk grond ("coop") midden uit het nog dikwijls Oostveen genoemd. uitgestrekte veengebied werd genomen. De nederzetting aan de noordelijkste Er bestaan aanwijzingen dat de in de 1 Ie dwarsdijk was de belangrijkste en hier eeuw gestichte abdij van Oostbroek ten ontstond in 1555 de parochiekerk. De zuiden van De Bilt, het woeste veengebied verheffing van Oostveen tot zelfstandige van Westbroek van de bisschop in eigen­ parochie bracht ook in territoriaal dom verwierf. Dit zou dan tevens de ver-

"Caarte vande lan­ dengelegen onder CURTE .,

klaring voor de naam Westbroek kunnen aan de Kooidijk (Oude Dijk). Rond 1414 zijn. In het laatste kwart van de 13e eeuw had tussen de verschillende grondeige­ blijkt de abdij deze goederen in leen te naars een verdeling plaats van het veenge­ hebben gegeven aan de heren van Zuilen. bied tussen de Kooidijk en het latere dorp In een schouwbrief van 1563 worden de Achttienhoven. Daar werd vervolgens benamingen Oude Weg (Herenweg) en een nieuwe dwarswetering gegraven en Oude Dijk (Binnenwegse dijk) aangetrof­ een nieuwe dijk aangelegd, de Nieuwe of fen. De meest noordelijke dwarsdijk, de Achttienhovense dijk. Kerkdijk, was in de tweede helft van de Beide nederzettingen, Westbroek rond 15e eeuw het uitgangspunt voor de ver­ 1450 en Achttienhoven kort daarna, dere ontginning in noordelijke richting. vestigden zich definitief aan de Kerkdijk Het gebied dat later als Achttienhoven en de Nieuwe dijk. Op 6 maart 1457 werd wordt aangeduid werd waarschijnlijk in door de dominicaan Joost Borre, wijbis­ 1085 door de bisschop aan het kapittel schop van David van Bourgondië, een van St. Jan te Utrecht geschonken. Het kapel aan de Kerkdijk ingewijd en twintig kapittel kreeg - zodra er zich bewoners jaar later - in 1477 - werd Westbroek vestigden - ook de geestelijke en wereld­ officieel als parochiekerk erkend. In 1481 lijke rechtspraak over dit gebied. De wil­ werd de kapel door de nu nog bestaande dernis werd ter ontginning van 18 hoeven kerk vervangen. uitgegeven; hieraan is vermoedelijk de naam van de latere nederzetting ontleend. Bestuur De ontginning begon bij de Vechtdijk Vóór 1555 berustte het bestuur in het waarlangs een dwarswetering en vervol­ gerecht Oostveen grotendeels bij de Dom­ gens een dijkweg werd aangelegd. In het proost (proost van het Domkapittel). Al noorden vormde aanvankelijk de Gagel- in 1355 had de bisschop aan het kapittel dijk de grens, in het oosten en westen de van de Dom te Utrecht het recht verleend Sint-Anthonie- en de Klopdijk. Pas in de hier "novale" tienden te heffen d.w.z. 14e eeuw werd de ontginning naar het tienden van het nieuw ontgonnen en in noorden toe voortgezet, vermoedelijk tot cultuur gebrachte land. Na 1555 droeg de Domproost een deel van zijn macht over als zodanig deel uit van de zogenaamde aan schout en schepenen. Wel bleven de "Proostdijlanden". De hoge jurisdictie tienden van Oostveen en andere "heer­ (rechtspraak) over Achttienhoven werd lijke rechten" aan het Domkapittel toe­ uitgeoefend door de baljuw van de komen. Proostdijlanden, aan wie ook het toezicht Als ambachtsheer van het gerecht Oost­ op het bestuur van het gerecht was opge­ veen benoemde de Domproost de schout dragen. Het gerecht bestond uit een en schepenen. Deze laatsten werden geko­ schout en vijf schepenen, de proost zen uit de gegoede dorpsgenoten en benoemde de schepenen op voordracht beschouwd als de vertegenwoordigers van het gerecht en de schout werd recht­ van de gehele dorpsgemeenschap. De streeks door hem benoemd. schout was de plaatsvervanger van de De taak van een gerecht, opgevat als het heer en werd evenals de secretaris en de college van schout en schepenen, was gerechtsbode door hem aangesteld. Te tweeledig; het fungeerde als rechterlijk zamen vormden schout en schepenen het college en als bestuursorgaan. Elk gerecht plaatselijk bestuur in het gerecht. Rond bezat in beginsel de lagere rechtsmacht in 1700 waren er in het gerecht Oostveen één zijn gebied. Vóór 1795 maakte men schout en zes schepenen; drie voor het onderscheid tussen de lage of dagelijkse dorp Maartensdijk, één voor de Achter jurisdictie en de hoge jurisdictie of bloed­ Wetering, één voor Groenekan en één ban (misdrijven waarop de doodstraf voor Blauwkapel. stond). De hoge jurisdictie omvatte de Overheidsambten en -rechten waren in ernstige criminele zaken, de lagere juris­ die tijd veelal privaatbezit en konden in dictie de "kleine" strafzaken alsmede ruil voor geld worden verhandeld. Zo civiele zaken en overtredingen. Sinds werden het schout- en secretarisambt dik­ Karel de Vijfde kwam hier de hoge juris­ wijls in pand gegeven of verpacht. Een dictie in het algemeen aan het Hof van overheidsrecht dat werd verkocht, in leen Utrecht toe. De proost van St. Jan bezat gegeven of verpacht, en waarop geleide­ echter de hoge jurisdictie over Achttien­ lijk aan een erfelijk recht ontstond, hoven. Dit recht van de proost was in de noemde men "heerlijkheid". Op het plat­ eerste helft van de 16e eeuw nogal eens teland was het "heerlijk recht" vrijwel aanleiding tot geschillen tussen de proost steeds met een bepaald grondbezit ver­ en de procureur-generaal bij het Hof van bonden en werd mèt dit bezit verhandeld. Utrecht. Uiteindelijk wees de Grote Raad Westbroek was tot 1795 een heerlijkheid van Mechelen (toen het hoogste rechts­ van de heren van Zuilen. Aanvankelijk college) bij vonnis van 11 mei 1538 aan de was de heerlijkheid in het bezit van het proost toe: "de jurisdictie hooge, mid- geslacht Van Rennenberg als heren van dele ende lage, mitsgaders die vruchten Zuilen. Vervolgens ging de heerlijkheid ende proffijten vandien". over aan het geslacht Van Reede tot In de regel was elk gerecht bevoegd in Nederhorst. Door het huwelijk van Anna boetstraffelijke zaken (mocht boeten Elisabeth van Reede tot Nederhorst, opleggen tot 42 stuivers) en in civiele Vrouwe van Zuilen, met Hendrik Jacob zaken die geschillen tussen particulieren van Tuyll van Serooskerke ging de heer­ betroffen (contentieuze rechtspraak). lijkheid tenslotte in diens geslacht over. Daarnaast had het tot taak het op rechts­ Het bestuur van het gerecht Westbroek geldige wijze vastleggen van rechtshande­ bestond uit een schout en zes schepenen. lingen door derden (vrijwillige of volun­ De schout werd rechtstreeks benoemd taire rechtspraak). Hiertoe behoorden door de heer van Zuilen en de schepenen onder andere overdrachten en bezwarin­ werden door hem gekozen uit dubbeltal­ gen van onroerend goed, openbare ver­ len, opgemaakt door de schout en de kopingen, huwelijksvoltrekkingen (voor­ aftredende schepenen. zover deze niet Gereformeerd Achttienhoven was indertijd een hoge geschiedden) en echtscheiding. heerlijkheid van de proostdij van het Naast deze rechterlijke functie vervulde kapittel van St. Jan te Utrecht en maakte het gerecht ook een bestuurlijke taak. Deze was in die tijd overigens vrij beperkt hoofde der meerder gegoedheid der inge­ en bepaalde zich voornamelijk tot het zeetenen. In Westbroek word het te kort behartigen van waterstaatsbelangen (in komende omgeslagen voor twee derden samenwerking met polderbesturen) en de over de ingezeetenen en voor de ander een inning van de belastingen. derde over de ingelanden. In Achttienho­ De schout was tevens gadermeester en als ven, zo er al iet te kort mögt koomen, zodanig belast met de inning van de word dat omgeslagen alleenlijk over de belastinggelden waarvan hij een bepaald ingezeetenen, zonder de ingelanden daar­ percentage voor zichzelf mocht behou­ mede te bezwaaren. Hoe nu zal het hier­ den. mede gaan bij eene ineensmelting der Met de Bataafse revolutie in 1795 werden gerechten? Zullen die van Achttienhoven de gerechten met verwijdering van de zit­ betaalen, hetgeen Westbroek op de tende schepenen en ambtenaren omgezet dorpslasten te kort koomt?", zo vroeg in municipaliteiten of gemeentebesturen. Achttienhoven zich bezorgd af. Als reden De politieke rechten van de ambachtshe­ voor de bezwaren van Achttienhoven ren werden evenals andere "heerlijke wordt ook wel genoemd het feit dat het rechten" afgeschaft. De bestuurstaken en Oranjegezinde Achttienhoven niet samen, de rechterlijke bevoegdheden werden wenste te werken met het Fransgezinde strenger gescheiden en in 1811 verloren de gemeentebestuur van Westbroek. gemeenten hun rechterlijke taken geheel Ondanks het verzet van Achttienhoven en functioneerden vanaf dat ogenblik bleven de beide gemeenten formeel tot alleen nog als bestuursorgaan. eind september 1802 samengevoegd. Pas Nadat in 1795 de heerlijke rechten in bij publikatie van het departementaal Nederland waren afgeschaft, werd op 12 bestuur van Utrecht van 22 september juli 1798 door de "Agenten ter reorgani­ 1802 werd definitief vastgesteld dat West­ satie der gemeentebesturen over het voor­ broek en Achttienhoven afzonderlijke malig gewest Utrecht" de ontbinding van gemeenten zouden blijven. de bestaande besturen en de vereniging Nadat in 1810 de Noordelijke Nederlan­ van Westbroek en Achttienhoven tot één den als Koninkrijk Holland bij het Franse gemeente uitgesproken. Er werd een keizerrijk waren ingelijfd, werd ook hier nieuw bestuur aangewezen bestaande uit - per 1 januari 1811 — de Franse admi­ vijf inwoners van Westbroek en twee van nistratieve organisatie van kracht. Aan Achttienhoven. het hoofd van iedere gemeente stond nu Westbroek ging met deze gang van zaken een maire; hij werd bijgestaan door twee graag akkoord, maar Achttienhoven "adjoints" en een "conseil municipale". wilde van samenvoeging niets weten. Zij Voor de tweede maal werden Achttienho­ was bang voor de financiële problemen ven en Westbroek met samenvoeging van Westbroek te moeten opdraaien. bedreigd. Bij Keizerlijk Decreet van 21 ' 'Westbroek is enkel of meestal veenland, oktober 1811 werd de samensmelting hetgeen vooral zeedert de laatste jaaren gevorderd tot één "commune de West­ sterk beveend is; Achttienhoven daaren- broek" met ingang van 1 januari 1812. teegen is enkel weiland of zelf teegen de Deze samenvoeging schijnt zich echter te Hollandsche Rading aan een groot hebben beperkt tot het hebben van één gedeelte bouland. Westbroek heeft dus maire. Na de bevrijding van de Franse een veenkas, waarmede die van Achttien­ overheersing in het najaar van 1813 wer­ hoven niets te doen hebben en ook niets te den Westbroek en Achttienhoven weer doen kunnen hebben (...). Alverder: de twee afzonderlijke gemeenten en dat is — inrichting en de directie der beijde dorpen ondanks vele pogingen tot samenvoeging is geheel onderscheyden. In Westbroek - zo gebleven tot 1 januari 1954, toen komt men alle jaaren veel te kort op de Achttienhoven uiteindelijk bij West­ rekening der dorpslasten, uyt hoofde dat broek werd ingelijfd. veele der ingezeetenen bestaan uyt arme Na de Franse tijd werd bij de regeling van lieden of daghuurders. In Achttienhoven de gemeentelijke bestuursorganisatie nog daarenteegen komt men regulier toe uyt geruime tijd onderscheid gemaakt tussen ,' ^ V

Gezicht op het recht- huis in Achttienho­ ven (RAU, Top. Atlas 618)

de steden en de gemeenten op het platte­ Aan het onderscheid tussen steden en land. In de jaren 1815-1819 kwamen er plattelandsgemeenten werd een einde voor iedere provincie afzonderlijke regle­ gemaakt met de invoering van de gemeen­ menten voor de plattelandsgemeenten. tewet van 1851. Ieder gemeentebestuur Het reglement voor de provincie Utrecht bestond in het vervolg uit een gemeente­ was in 1816 gereed. raad en een college van burgemeester en Het bestuur van de plattelandsgemeente wethouders. De toen ingestelde gemeen­ werd nu opgedragen aan de schout en een telijke bestuursstructuur is in grote lijnen college "hetgeen de naam zal voeren van gelijk aan die welke wij nu nog kennen. gemeenteraad, en worden geassisteerd door eenen secretaris". De functie van Archieven schout had nu een geheel andere inhoud In het voorafgaande hebben we gezien dan die vóór 1795 en was meer te vergelij­ dat pas in de Franse tijd en wel per ken met die van de huidige burgemeester. 1 januari 1811 voor het eerst gesproken De schout werd bijgestaan door twee kan worden van een "gemeente", met assessoren; zij waren leden van de een gemeentebestuur dat bestond uit de gemeenteraad die door Provinciale Sta­ trits burgemeester, wethouders en ten als zodanig waren benoemd. De gemeenteraad. De jaren 1795-1811 vorm­ raadsleden (gemeente"raden") werden den een overgangsperiode van gerecht door de Staten benoemd uit de "vroedste naar gemeente(bestuur). Door de invoe­ en gegoedste ingezetenen". ring van de Franse rechterlijke en Het provinciaal reglement van 1816 werd bestuurlijke organisatie in 1811 kwam in 1825 vervangen door een voor het definitief de scheiding tussen rechtspraak gehele rijk geldend reglement op het plat- en bestuur tot stand. Ook aan de over­ telandsbestuur. De schout werd vervan­ dracht en bezwaring van onroerend goed gen door de burgemeester en het gemeen­ ten overstaan van het gerechtsbestuur tebestuur bestond nu uit burgemeester, kwam nu een einde. twee assessoren en de gemeenteraad. Wanneer wij ons bezig willen houden met de archieven van de plaatselijke overheid, betrekking hebben op de huwelijksslui­ zijn wij — zo zal duidelijk zijn — niet ting voor het gerecht. Samen met de ker­ alleen aangewezen op de desbetreffende kelijke doop-, huwelijks- en begraafre- gemeentearchieven, die pas in 1811 aan­ gisters dienen deze stukken als retro-acta vangen, maar moeten wij zeker ook van de in 1811 ingevoerde Burgerlijke gebruik maken van de archieven van de Stand. gerechten, die — althans in bestuurlijke Behalve de gerechtsarchieven kunnen zin - als de voorlopers van die gemeen­ ook andere archieven ons informatie ten moeten worden beschouwd. leveren over de geschiedenis van de ver­ Het archief van het gerecht Oostveen, dat schillende dorpen en woonkernen van de wil zeggen het bestuurlijk gedeelte ervan, gemeente. In de eerste plaats natuurlijk is lange tijd onvindbaar geweest. Bij de de archieven van de verschillende inventarisatie van het archief van de ambachtsheren onder wie de gerechten gemeente Maartensdijk over de jaren ressorteerden. Voor Oostveen is dit het 1811-1925, waarmee in het voorjaar van archief van het Domkapittel, voor West­ 1987 een begin werd gemaakt, werden broek het archief van het Huis Zuilen en verschillende archivalia aangetroffen uit voor Achttienhoven het archief van het de periode van vóór 1811. Steeds meer kapittel van St. Jan. Deze archieven stukken werden teruggevonden en op bevatten talloze gegevens over de respec­ gegeven moment kon weer gesproken tieve gerechtsgebieden, niet alleen over worden van een "archief" van het bestuurlijke aangelegenheden maar ook gerecht Oostveen. Alle stukken die in bijvoorbeeld over kerkelijke zaken (pre­ 1891 door de bekende archivaris R. Fruin dikantsbenoemingen e.d.), onderwijs, Th.Azn. waren beschreven, waren nu armenzorg en over de verschillende lan­ weer aanwezig. derijen en "huizen" die hier werden beze­ Bovengenoemd archief van het gerecht ten. Deze archieven vormen een onmis­ Oostveen, dat de jaren 1639-1811 bare aanvulling op de archieven van de bestrijkt, is helaas zeer fragmentarisch gerechten zelf. bewaard gebleven. Alleen over financiële Daarnaast kan men - afhankelijk van zaken, belastingen en verschillende het onderwerp dat bestudeerd wordt — waterstaatszaken is het één en ander nog het omvangrijke archief van de Sta­ bewaard gebleven. Heel anders is dit bij ten van Utrecht raadplegen; de Staten de archieven van de gerechten van West­ hadden immers een zeer grote bemoeienis broek en Achttienhoven, die een schat met het bestuur en de politiek in de ver­ aan informatie over de beide dorpen schillende dorpsgerechten. Of het archief bevatten over de meest uiteenlopende van het Hof van Utrecht, dat spannende onderwerpen. Ook de archivalia uit de verhalen over misdaden en overtredingen Franse tijd zijn bewaard gebleven. De bevat. Verder zijn er natuurlijk nog de archieven van beide gerechten beslaan verschillende waterschaps- en polderar­ globaal genomen de periode 1625-1813 en chieven zoals die van het waterschap berusten evenals het archief van het Maartensdijk over de jaren 1638-1953, gerecht Oostveen in de gemeentelijke die van het waterschap Achttienhoven archiefbewaarplaats te Maartensdijk. over de periode (1608) 1701-1811, en de De hiervoor genoemde gerechtsarchieven archieven van het Molenblok (c. 1785), de bevatten alleen de bestuurlijke stukken Molenpolder 1649-1814 en het Huis te van vóór 1811. De rechterlijke stukken Hart (1809). Al deze archieven berusten van de gerechtsbesturen van Oostveen, in het Rijksarchief te Utrecht. Westbroek en Achttienhoven over de Verder zijn er natuurlijk verschillende jaren 1620-1811 bevinden zich sinds de particuliere archieven die de moeite jaren '80 van de vorige eeuw als retro-acta waard zijn zoals onder andere familiear­ (archiefstukken die op de voorgeschiede­ chieven en kerkelijke archieven. nis betrekking hebben) van de rechtban­ Ook voor de periode na 1811 is het raad­ ken in het Rijksarchief te Utrecht. Daar zaam om behalve de gemeentearchieven bevinden zich ook de archiefstukken die ook andere archieven te raadplegen zoals

10 dat van Provinciale Staten, rechterlijke - evenals de inventaris van het archief archieven, waterschapsarchieven etc. van het gerecht Oostveen - binnenkort Alleen dàn zal het mogelijk zijn een com­ worden gepubliceerd. pleet beeld te krijgen van de geschiedenis van de gemeente Maartensdijk en de Tenslotte, archieven geven geen afge­ daarin gelegen dorpen. ronde geschiedverhalen; zij bevatten spo­ Het eigenlijke archief van de gemeente ren en elementen van het verleden waaruit Maartensdijk alsook de archieven van de de onderzoeker zelf het beeld moet zien te voormalige gemeenten Westbroek en reconstrueren. Dit vraagt veel inventivi­ Achttienhoven berusten in de gemeente­ teit en vooral doorzettingsvermogen. lijke archiefbewaarplaats te Maartens­ Voor de ware speurneus leveren de dijk. Deze archieven zijn - evenals de archieven jaren werk(plezier) op, temeer meeste andere hiervoor genoemde archie­ daar over de geschiedenis van Maartens­ ven — in het algemeen openbaar en koste­ dijk en omgeving tot nog toe nauwelijks loos raadpleegbaar, uitgezonderd stuk­ iets noemenswaardigs is geschreven. ken jonger dan 50 jaar. De inventarissen van deze gemeentelijke archieven zullen Drs. F.E. Brouwer

Geraadpleegde literatuur Buijtenen, M.P. van en A.K. de Meijer OSA, West- Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301, I, broeks heiligen in polderperspectief, Nijmegen 1981. Utrecht 1920. Gottschalk, M.K.E., De ontginning der Stichtse Sociografisch rapport betreffende de gemeente venen ten oosten van de Vecht. In: Tijdschrift van Maartensdijk, samengesteld door P.L. van Breemen het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap, in opdracht van het gemeentebestuur, Hollandsche LXXIII, 1956, p. 207-222. Rading 1960. Niet gepubliceerd. Het bestuur van steden en dorpen in de provincie Uyl, W.F.J. den, Achttienhoven, Westbroek, Utrecht tot 1795. Lezing gehouden door J. Hovy, Maarsseveen, Tienhoven. In: Provinciale Almanak archivaris van de gemeente Amersfoort, voor de voor Utrecht, 30, 1958, Mengelwerk, p. 9-43. vergadering van de Vereniging van Gemeentesecre­ Verslag omtrent oude gemeente-, waterschaps- en tarissen in de provincie Utrecht op 24 oktober 1960 veenderijarchieven in de provincie Utrecht over 1895, te Amersfoort. uitgebracht en gedrukt op last van Gedeputeerde Koeken, M.J.A.V., Van stads-enplattelandsbestuur Staten, Utrecht 1896. Hierin zijn gepubliceerd de naar gemeentebestuur, Den Haag 1973. inventarissen van de oude archieven van Westbroek en Achttienhoven van vóór 1813, samengesteld Koen, D.T., Inventaris van de archivalia afkomstig door J.G.C. Joosting. van de dorpsgerechten in de provincie Utrecht, 1489-1811, Utrecht 1985.

11 Dorpen met geschiedenis in gemeente zonder verleden

De fietser van Groenekan naar Maartens­ meraat Maartensdijk. Men denke aan de dijk die even voorbij Persyn om zich heen annexatiedrift van de stad Utrecht sedert kijkt ziet aan de oostzijde een spoorweg 1911. Die leidde tot de inlijving van een en een autobaan van 20ste eeuwse make­ groot stuk van de gemeente in 1954. De in lij . Naar het noorden en zuiden toe kan 1957 plaatsvindende annexatie van West­ hij de laat-negentiende eeuwse forensen- broek door Maartensdijk kwam hier uit dorpen Hollandsche Rading en Groene­ voort: deze was nodig om de gemeente kan vermoeden. Zichtbaarder zijn histo­ "levensvatbaar" te houden. rische verschijnselen van aanmerkelijk De ontstaansgronden van deze bestuur­ ouder datum. Het veendorp Westbroek lijke eenheid Maartensdijk verschillen en de boerenbuurt Achttienhoven liggen wel erg van de historische processen die in het zuidwesten. Het torentje van Maar­ de woonkernen van de gemeente deden tensdijk is in het noordoosten te zien. ontstaan. Aan de westkant ligt de immense vrije Die woonkernen hadden een geschiede­ ruimte van weilanden zover het oog kan nis, een verleden waar men bewust reke­ zien. Ook deze zijn mensenwerk, op de ning mee had te houden om als individu te wildernis veroverd vijf eeuwen geleden of kunnen overleven. Op de uitdaging en meer. druk van buitenaf gaven deze dorpen hun eigen antwoord. In het geografische hart van de gemeente Maartensdijk staand — op een plek zon­ Om de geschiedenis van een dorp, streek derbebouwing! - wordt men geconfron­ of land beter te begrijpen, kan men deze teerd met grote verschillen. Dat kan ook uitstekend in het kader van "Uitdaging niet anders, want onze gemeente is histo­ en Antwoord" plaatsen. Aan de hand risch gezien een willekeurige samenvoe­ van een paar voorbeelden wil ik voorzich­ ging van kernen en gebieden die ieder hun tig wat van het "eigene" van de dorpen eigen ontwikkeling en belang hadden. van Maartensdijk naar voren halen. Maartensdijk bestaat in zijn huidige vorm pas sedert 1957. Tegen de achter­ Hekserij in Westbroek: de uitdaging van de grond van acht eeuwen ontginningsge­ "vooruitgang" schiedenis van de streek kunnen we spre­ In 1651 stonden voor het Utrechtse Hof ken van een gemeente zonder verleden. vij f inwoners van Westbroek en Achttien­ hoven - drie weduwen en een echtpaar In dat verleden lagen de dorpen, die - terecht op beschuldiging "tovenaar te samen de geschiedenis van onze gemeente zijn". Een van hen, de weduwe Hillichje vormen, trouwens voor de inwoners te Cornelis, zou de koeien van de Westbroe- vèr van elkaar om een gevoel van nauwe ker boer Willem Jansz., bijgenaamd de wederzijdse betrokkenheid te kunnen "schaapsmeerder", betoverd hebben veronderstellen. Maartensdijk bijvoor­ evenals de echtgenote of "huisvrouw" beeld lag volgens een plaatsbeschrijving van zekere Thonis Goverden, "herber­ uit het midden der achttiende eeuw een gier aan de Clop". De laatste had het er uur gaans van Westbroek verwijderd. niet bij laten zitten en de " heks ' ' Hillichj e met geweld gedwongen haar daden door Invloeden van buitenaf en de reactie van een "godslasterlijke zegening" teniet te binnenuit doen. De rechtbank was er niet blij mee. Het waren invloeden van buitenaf die tot In de Republiek en ook in het gewest de vorming leidden van het huidige, zo Utrecht was de heksenwaan in de vroege willekeurig ontstane bestuurlijke conglo­ zeventiende eeuw sterk op de terugtocht.

12 Goverden had door zijn gedrag "zwakke oorden voorkwam. De heksen waan richt­ mensen" in de verleiding gebracht, te zich in dit soort buurtschappen vooral meende het Utrechtse Hof. Hem werd tegen personen aan de rand van de verboden nog ooit geruchten over hekse­ gemeenschap. Nogal eens waren arme rij en toverij te verspreiden of iemand weduwen het slachtoffer. Drie van de vijf "voor hooft, ofte achter rugge" voor van tovenarij beschuldigden maakten heks of tovenaar uit te maken. Bij herha­ deel uit van deze categorie. ling zou een voorbeeld gesteld worden. De "progressieve" uitdaging van het Het moet voor de gemeenschappen West­ Utrechtse Hof is naar alle waarschijnlijk­ broek en Achttienhoven, hoe dicht ze ook heid niet echt beantwoord. Isolement, bij de grote stad Utrecht lagen, een onge­ sociale saamhorigheid en geloof in hoord progressief vonnis zijn geweest. dezelfde tradities bleven na het jaar van Ondanks hun ligging onder de rook van het Utrechtse vonnis, 1651, zeker de Domstad, waren Westbroek en Acht­ bestaan. De atmosfeer waarin heksen- tienhoven "afgelegen" oorden, "geslo­ waan kon opbloeien veranderde toen niet ten gemeenschappen" die niet alles uit de spoorslags. Belangrijker dan een vonnis "stad" in dank accepteerden. in de stad geveld, was de maatschappe­ lijke eensgezindheid die voor het leven op Waaruit blijkt dat mijn laatste bewering het land een noodzakelijke voorwaarde juist is? Zij is niet echt te bewijzen: daar­ leek. voor ontbreekt het nog aan lokaal onder­ zoek. Zij is wel aannemelijk te maken. Ik De uitdaging van oorlog en water in geef een drietal argumenten. Maartensdijk 1. Men had niet alles uit de stad als posi­ Ziekte, water en oorlog waren - evenals tief leren beoordelen. Uit de stad kwamen in Westbroek - de voornaamste vijan­ bv. ziektes, epidemieën waarin men de den van de boerenbevolking van Maar­ straffende Hand Gods ontwaarde. In zijn tensdijk. "Diarium" bericht de zestiende-eeuwer In de rekeningen van de Utrechtse Dom- Arend van Buchell bij de maand juli fabriek is sprake van een dijkdoorbraak 1598: "Hier en daar brak hier ter stede de in 1503/4. Een binnendijk in dit veenge­ pest uit. .. op het omliggende platteland bied brak door, waarschijnlijk een gevolg tastte de ziekte Het Goy, Westbroek en van hoge waterstanden na dooi, en het Breukelenaan". land kwam onder water. 2. Bij ontstentenis van modernere vor­ In juli 1588 vielen volgens Arend van men van vervoer lag het "dichtbije" Buchell gewapende benden uit de stad Utrecht voor velen tot diep in de negen­ Utrecht Westbroek en Maartensdijk bin­ tiende eeuw nog altijd anderhalf uur nen. "De dorpers trachtten zich te verde­ lopen weg. digen. Een paar huizen werden in brand 3. De dorpen lagen in een streek die tot in gestoken en aan beide zijden vielen enige de vijftiende eeuw nog grote stukken doden. Eindelijk trokken de beide (aan­ woeste grond kende en waar de woonker­ voerders) zich nijdig in de stad (Utrecht) nen steeds verder het woeste land in terug". Mogelijk hebben we hier te waren geschoven. De gedachte aan het maken met calvinistische actie tegen het Amerikaanse "Wilde Westen" - met nog steeds katholieke platteland. Maar- zijn bewoners die aan de rand van de wil­ tensdijks eerste predikant stamt immers dernis woonden - is hier niet vreemd. uit het laatste decennium van de zestiende Dit gebied van harde arbeid voor laag eeuw. Hetzelfde geldt voor Westbroek. loon — in de zeventiende eeuw werd de turfproduktie steeds belangrijker - had In de zeventiende eeuw raasde een andere zijn eigen sociale wetten. verwoesting over het platteland rond Utrecht. De legers van de Franse koning Men kan aannemen dat (het geloof in) Lodewijk XIV waren in 1672 de Repu­ hekserij juist in afgelegen, traditionele bliek binnengevallen. Ze drongen door

13 tot de Domstad. In 1672/3 werden vijf de waterschapszaken daar regelden, bruggen in de polder Maartensdijk afge­ samen met hun heer. broken; het hout was nodig voor de (Franse) belegering van Naarden. (Deze Men kon niet anders dan de onvermijde­ bruggen werden kort hierna vervangen lijkheid van de oorlog accepteren. De uit­ door stenen exemplaren.) Daarnaast daging van het water kreeg in Maartens­ waren inkwartieringen en plundering aan dijk echter een effectief antwoord. de orde van de dag. Het jachthuis van Nergens lezen we in de bronnen immers laatst erkende bisschop, Frede- meer over overstroming of wateroverlast rik Schenk van Toutenburg, ging in vlam­ in de vroege nieuwe tijd. Gezien de orga­ men op. Volgens het verhaal door troe­ nisatie van de betrokkenen was het ook pen van de Republiek die in het buiten de een lokaal "eigen" antwoord. Franse aanvoerder Luxembourg hoopten te vinden. De uitdaging van partijkeuze: een grenskwestie bij de Hollandsche Rading Tegen het oorlogsgeweld was weinig te De grote dingen van de dag gingen zoals doen. Tegen het water des te meer. Er was we zagen ook het platteland van onze sedert de middeleeuwen een krachtig gemeente niet ongemerkt voorbij. Dat waterschapsbestuur, dat tot 1866 in han­ gold ook voor het noordelijke deel van den van het gemeentebestuur was (tot het onze gemeente. Zo was het huidige Hol­ eind van de achttiende eeuw "schout en landsche Rading betwist gebied in een van schepenen" geheten). Hetzelfde was het de grote ruzies van de Nederlandse mid­ geval in Westbroek, waar schout, schepe­ deleeuwen. Waar lag de grens tussen gra­ nen en geërfden samen de "schouw" felijk Holland en bisschoppelijk Utrecht? deden totdat de "geërfden" (grondeige­ Sedert 1280 behoorde Het Gooi tot de naren) hierover in 1662 bij de heer van invloedssfeer van Holland. Dat bete­ Westbroek hun beklag deden. Vanaf dat kende nog niet, dat de grenzen onbetwist moment waren het de grondbezitters die waren.

Ets van J. de Beij er gezicht op kerk te Maartensdijk met wagenhuis, 1760

14 Wachten op de trein naar Utrecht bij het station aan deGroe- nekanseDijk. Met klompen aan en broodzakjes in de hand. Deze foto is genomen omstreeks 1920. (Eigendom van HALTE H." S ' IS« rît: DIIK. kapper J. Stevens te Maartensdijk)

In de tiende en elfde eeuw had men aan de een kaartje aangegeven. Noch in deze grensstreek weinig waarde gehecht. In de tekst, noch op de schetskaart is sprake veertiende en vijftiende eeuw werden de van bewoning op de plaats van het hui­ verveningen echter steeds belangrijker, dige dorp Hollandsche Rading. Wel staan dezelfde verveningen die Westbroek(ers) "Oostveen" en de "Riddervenen" en Maartensdijk(ers) hun bestaan gaven. (Maartensdijk en De Bilt) aangeduid. De bewoners van de grensstreek kregen Op de vraag: "hoe reageerden de inwo­ ruzie met elkaar, een twist die door graaf ners van Hollandsche Rading op de uitda­ en bisschop werd overgenomen. In de ging van de Hollands-Utrechtse grens­ zestiende eeuw raakten deze problemen kwestie?" is maar één antwoord op de achtergrond, omdat zowel Holland mogelijk. Zij reageerden niet, want het als Utrecht deel uit gingen maken van de dorp bestond nog niet, er is althans niets Oostenrijks-Bourgondische erflanden. van terug te vinden. Een belangrij k jaartal is 1527: toen raakte de Utrechtse bisschop zijn wereldlijke Moderne uildaging: Hollandsche Rading en macht kwijt aan keizer Karel V. Groenekan In 1471 kwam een gemengd Utrechts- Hollandsche Rading en Groenekan zou­ Hollandse commissie bijeen om de grens­ den hun bloei vooral danken aan een kwestie op te lossen. Holland had duide­ andere uitdaging of stimulans van bui­ lijke wensen: tenaf: de komst van de spoorwegen in de "De grens en afscheiding moet lopen via tweede helft van de negentiende eeuw. de Leeuwenpaal (bij Eemnes), door de Toen werd de gemeente Maartensdijk een Vuurse over Wernaers hofstede (het hui­ van de meest bevoorrechte spoorwegge- dige Drakenstein) dan in een rechte lijn meenten van ons land. Er waren vijf hal­ naar de hofstede van de abdis van Elten teplaatsen voor de trein. In 1863 kwam de en vervolgens dwars door de venen door lijn Utrecht-Amersfoort-Zwolle over het "Hoddemeer" en het "Coddemeer" Maartensdijks grondgebied te lopen. De tot aan Breukelerveen, tot de grenspaal halteplaatsen van het spoor kwamen ech­ bij "Melys van Sijlen" (Mijnden)". ter aan de vanaf 1869 aangelegde lijn Voor de helderheid werd een en ander op Utrecht - (-Amsterdam). De

15 haltes waren: Groenekan-West, Groene­ plaats: de geschiedenis van de dorpen van kan-Oost, Nieuwe Wetering, Station onze gemeente wordt alleen maar begrij­ Maartensdijk en Hollandsche Rading. pelijk als men de invloeden van buitenaf Drie van de vijf stopplaatsen bedienden onderzoekt. In de tweede plaats: die de forensen wij ken Hollandsche Rading invloeden van buitenaf kunnen tot ver­ en Groenekan, die zonder de komst van rassende lokale ontwikkelingen leiden, het spoor nooit hun huidige vorm gekre­ die het bestuderen van het lokale verleden gen zouden hebben. heel boeiend maken. In de derde plaats: er is werk aan de winkel voor onze jonge Conclusie historische vereniging. Ik hoop, dat dit verhaal een paar dingen duidelijk gemaakt heeft. In de eerste Dr. A. Doedens Tollen bij de Maartensdijkse tol

Deze prachtige plaat is niet geknipt door werd immers Neerlands laatste tol opge­ kapper J. Stevens uit Maartensdijk, maar heven door de toenmalige burgemeester wel afkomstig uit zijn verzameling van Schuller. Was de Tolakkerweg maar weer unieke foto's. Bij bovenstaande foto zo rustig, dat onze kinderen er zonder schreef kapper Stevens de volgende tekst: gevaar zouden kunnen spelen". "Een tafereel van voor 1 april 1953. Toen

16 "Mijn grootvader was eerste molenaar van Groenekan"

Hij was een jaar of wat geleden in onze sterke wind was werden de zeilen van de Persoonlijke laan een opvallende verschijning. Een rij­ wieken opgerold. Het klappen van die herinneringen van zige forse man, in donkere kledij, als zeilen tegen het houtwerk van de wieken kleinzoon van Elven hoofddeksel een zwierige alpino. Met hield mij dan wakker. Dat geluid hoor ik langzame tred zocht hij zijn weg, af en toe nu nog. Vader ging regelmatig naar bak­ stilstaand en dan bedachtzaam om zich kers in Utrecht, met paard en wagen. Als heen kijkend. Nu woont hij, vanwege hij op zijn terugweg fort Blaucapel pas­ hoge leeftijd, in een verzorgingshuis. seerde hoorde ik over de weilanden het Van Elven: kleinzoon van de eerste mole­ geluid van de hoefslag van het paard en naar van Groenekan. Over wat hij nog van het geratel van de wagenwielen. Dan wist van de molen, vertelde hij mij : ging ik hem te voet tegemoet. Als hij mij zag bracht hij het paard tot stilstand, "Mijn grootvader, Cees van Elven, liet pakte me in mijn kraag, tilde me op en "Gesina" bouwen in 1853. Hij had het zette mij naast zich op de bok. vak in Maartensdijk geleerd en daar is hij In de molen mocht ik niet komen als klein ook aan zijn vrouw gekomen. Zij was een jochie. Maar één keer deed ik het toch en dochter van een der boeren in de Maar- klom de trap op naar de eerste verdieping. tensdijkse molenhoek. Grootvader was Boven me hoorde ik het geluid van het bil­ een godvrezend man. Zegt u dat wat: god­ len van de molenstenen. Zo heette dat. vrezend? Hij was gezien en deed goed aan Die stenen moesten worden geruwd, de mensen. Hij had ook een vooruit­ anders werd het graan niet gemalen. Toen ziende blik. ik mijn hoofd door het openstaande luik Zijn twee zoons konden hem niet beiden stak hoorde ik een stem die mij gebood opvolgen. Daarom kocht hij in de polder, terug te gaan. Dat moet de stem van mijn tegenover de molen, twee akkers. Eén van vader zijn geweest. de jongens kon dan gaan boeren. Later Boeren, uit de wijde omtrek, kwamen werd achter de molen nog een grote rogge brengen en ook bakkers o.a. uit schuur gebouwd, voor de koeien. Een van Utrecht. Hier in de omgeving werd geen die koeien heette "de Wijk". Zij kwam graan meer verbouwd. Nog wel dacht ik uit Wijk bij Duurstede. De mest werd via aan de hoge kant, dus naar De Bilt toe. de poldersloot naar de akkers gevaren. Tarwe werd ook wel eens gebracht om te Mijn vader werd de volgende molenaar, malen. Maar dat was burgervoer. Rogge­ mijn oom kreeg het boerenbedrijf met de brood met spek, dat was hier de kost". akkers. Ik werd geboren in 1901, in het huis bij "Gesina". Tot zover Van Elven over de molen van Wij woonden in het voorste gedeelte van zijn vader. ' 'Gesina' ' heeft nog een aantal dit huis en mijn oom in het achterhuis. jaren op de wind gedraaid. De eerste con­ Dat had ook een deel. Vader stierf in current werd de windmolen "Rijn en 1906. Dat was een hard gelag voor mijn Zon' '. Die werd in 1913 verplaatst van het moeder. De molen moest worden ver­ Paardenveld naar de Adelaarstraat. kocht. Die kwam in handen van ene Wij- Maar vele wieken in onze omgeving kwa­ nand de Jong. Wij gingen tenslotte ver­ men tot stilstand door de meelfabrieken huizen naar de Utrechtse weg, zo heette w.o. de "Korenschoof". Evenals later toen de Wilhelminaweg. bakkers, ook Groenekanse, het hoofd Moeder mocht de moestuin geloof ik nog moesten buigen voor de grote broodbak­ even aanhouden. kerijen. Maar daarover een volgende Die molen vergeet ik nooit. Tot 's avonds keer. laat bleef hij soms draaien. Als er een W. Hoebink

17 Een "molenblokje" om OPVALLENDE NAMEN VAN BOERDERIJEN IN WESTBROEK EN ACHTTIENHOVEN Vaak heb ik me verbaasd over de namen In de Franse tijd verbouwde Willem van van boerderijen in Westbroek en Acht­ Alphen, die de molen in 1813 verkocht tienhoven. Het zou interessant zijn om aan Derk Hartman, daar tabak. eens na te gaan, waar die vandaan Tegenwoordig heet die boerderij nog komen. De naam "Molenblok" van de "Alphenhof". Hij staat aan de Oude witte boerderij Dr. Welfferweg 16 van Kerkdijk no. 30. Maar ook de "oude mevrouw Van Zijtveld lijkt niet zo moei­ nieuwbouw" in Achttienhoven herinnert lijk te verklaren, want bijna recht achter nog aan deze molenaarsfamilie: Alphen­ deze boerderij staat de molen "De straat. Deze straat ligt tussen het "Molen­ Kraai". Het ligt voor de hand de naam blok" en "De Kraai". "Molenblok" daarmee in verband te Mevrouw Bep Schuurman-Van Vulpen brengen: een blok grond waar de molen was graag bereid mij wat meer informatie opstaat. te geven over het markantste gebouw van Bij navraag bleek me dat de naam ook iets het stukje Westbroek en Achttienhoven, te maken zou kunnen hebben met een waar we het nu over hebben, de molen andere molen, die gestaan heeft achter "De Kraai". het huidige korfbalveld. Tot voor een Rond 1870 was de oude wipmolen eigen­ jaar of twintig waren de resten van dit dom van de familie Van de Bunt. Uit oude molentje, dat diende voor de bema- Zeist kwam de heer Evert Schuurman op ling van een laag gelegen stuk van de pol­ de molen werken. In 1877 kocht hij het der, nog zichtbaar. In elk geval behoorde bedrijf van zijn baas voor ƒ5.000, - . De de grond waar dat molentje op stond bij oude wipmolen vertoonde nogal wat het "Molenblok". Hoe het ook zij, het gebreken en na de zoveelste reparatie ligt voor de hand de naam molenblok in kocht Evert een andere molen: een acht- verband te brengen met (de) molen(s). kante bovenkruier met stelling. Die In de papieren van wijlen de heer G. molen had in Amsterdam op het Haar­ Masmeier (die m.i. de erenaam van West- lemmerplein gestaan (er bestaan daarvan broekse Herodotus verdient in verband nog foto's en tekeningen!). Ook in met zijn opvattingen over en beschrijving Amsterdam heette de molen al "De van de kerkelijke historie van Westbroek Kraai", omdat er op de "baard" van de en Achttienhoven) vond ik, dat er in molen (dat is een versiering onder de as Westbroek en Achttienhoven al in 1650 van de wieken) een afbeelding van een een korenmolen stond in de buurt van kraai stond (nog steeds, trouwens). waar nu de molen "De Kraai" staat. Het Eigenlij k was ' 'De Kraai" op dat moment was toen een wipmolen. In de stukken al verkocht aan iemand in Den Helder. van de hervormde gemeente van West­ Hij lag daar dan ook gedemonteerd broek is dat misschien de molen die opgeslagen. Evert Schuurman heeft hem "Cort-hoefse" molen genoemd wordt. alsnog kunnen overnemen. Via de Zui­ In 1725 werd die oude molen gekocht derzee en de Vecht is de molen naar West­ door Michiel van Alphen voor ƒ500, - . broek gevaren. Vanaf de Vecht werd de Hij leende dat bedrag van de diaconie van molen op een "mallejan" (wagen voor Westbroek. Een jaar later betaalde hij het vervoer van bomen) naar zijn bestem­ ƒ20,- rente. Eerst in 1758 loste hij de ming gereden. Dit was voor die tijd uit­ laatste ƒ200, - af, maar in 1741 ging het zonderlij k vervoer, want de roeden waren hem kennelijk al zó voor de wind, dat hij zo lang, dat de bocht rond het fort De een boerderij kon kopen met tien morgen Gagel niet genomen kon worden: de land. Hij kocht dat huis en die grond van knotwilgen stonden in de weg. Die wer­ Goossen van Bemmel. den dus omgehakt!

18 Maar... in 1880 werd de eerste steen van werd toen ook omgebouwd tot elektrici- "De Kraai" te Westbroek en Achttienho­ teitsmolen. Een tijdlang is er op die ven gelegd naast de oude wipmolen, waar manier wat stroom opgewekt, maar de hij werd opgetrokken door de firma Pan- constructie van "De Kraai" bleek niet nevis. geschikt voor het opwekken van energie, Wat moet nu een korenmolen in een vee­ zodat hij tegenwoordig eigenlijk teeltgebied? Had de molenaar eigenlijk "arbeidsongeschikt" is. wel een bestaan? Volgens Bep Schuur­ Een tijdje geleden stond de molen in de man was er vroeger wel wat meer land­ rouw: de vierde molenaar met de naam bouw. De mensen bakten bijv. veelal hun Evert Schuurman was overleden. Sinds­ eigen brood. Bovendien werd er graan dien draaien de wieken nauwelijks meer. voor veevoer aangevoerd over de Vecht. Maar hij staat er nog wel en beheerst het

Afbeelding van molen "De Kraai' uit 1925

Via de vaart langs de Burg. Huydecoper- silhouet van Westbroek en Achttienho­ weg en de molenweg bereikte dat de ven vanuit de Kooidijk. "De Kraai" is molen. Verder had de oude Evert Schuur­ echter wel aan een restauratie toe. De man er ook nog een boerderij bij en ver­ gemeente noemt de staat waarin hij ver­ diende hij ook nog aan het bezorgen van keert "slecht" en raamt de kosten van het gemalen graan. Voorts leverde hij aan herstel op ƒ170.000,-. In 1996 gaat er bakkers in Utrecht. misschien iets gebeuren, opdat hij het Tot 1925 ongeveer is er op de wind gema­ beeld van onze dorpen en onze polder len. Toen werden er hulpmotoren mee zal blijven bepalen. gekocht. In 1930 kwam er zelfs een diesel­ Ik begon dit tekstje met de verbazing over motor. In de kerstnacht van 1954 is de namen van boerderijen. De Alphenhof molen stukgewaaid. Evert Schuurman, lijkt me redelijk verklaard. Over de her­ de kleinzoon van de eerste Evert op de komst van de naam "Molenblok" kan ik molen, wilde "De Kraai" slopen. Hij geen definitief uitsluitsel geven, maar ik kreeg er echter geen toestemming voor. denk wel dat 't duidelijk is waarom dit Het resultaat was dat de molen in 1958 stukje "Een molenblokje om" heet. met subsidie werd gerestaureerd. Hij N. Adema

19 Over grenzen BIJ HOLLANDSCHE RADING

Enige tijd geleden hadden we het geluk eeuwenlang tot aanwijzing der grenzen, om bij Hollandsche Rading, precies op de bij het versterven of omhouwen werd grens van Utrecht en Holland, een hand­ zijne plaats aangewezen door het aan­ vol stenen werktuigen te vinden, met nog brengen van drie groote steenen". wat afval-materiaal. Hier vinden we een aanduiding van de - Die "we" is een groepje amateur-archeo­ nog bekende - "Hoek van de drie ste­ logen, die er wekelijks gezamenlijk op uit nen", een oude grensaanduiding dus. trekken om "Landes aufnahme"-onder- Later werd de Gooijer-gracht hierlangs zoek te doen. Dat is een onderzoek waar­ gegraven als limiet ( = grens). bij het terrein nauwkeurig wordt bekeken op de aanwezigheid van (vooral zeer Laten we ook even lezen hoe op 15 okto­ oude) tekenen van menselijke arbeid. ber 1534 de grens tussen Utrecht en Niet altijd hebben we het geluk om over­ Holland werd vastgesteld. (Wat tussen blijfselen te vinden die we ook mee naar haakjes staat zijn toevoegingen van huis kunnen nemen. Overigens, na ondergetekende). onderzoek, bepaalt de Provinciaal Archeoloog van de Rijksdienst voor "Van Leeuwenpaal zuydwaarts lijnrecht Oudheidkundig Bodemonderzoek waar op St. Maartenstoorn (= Domtoren) deze vondsten naar toe gaan. Ons werk is regard nemend, tot aan 't uytterste eynde wetenschappelijke arbeid (door ama­ van de Dorpen van Emenesse (Eemnes teurs) en is er niet voor om eigen collecties buiten en Eemnes binnen), idem van 't te verrijken. voorschreven uyterst eynde van Eme­ nesse tot aan de Ree, ende van daar zuyd­ Daar, bij Hollandsche Rading, zijn nog waarts tot aan den boekenboom ( = beek) veel sporen van menselijke arbeid te zien: staande op de Vuerse ( = de Hoge Vuur- De eeuwenoude zand- en grindgroeves, sche, ongeveer ter hoogte van het voor­ restanten van turfwinning, oude wegen, malige hotel) noch zuydwaarts tot grafheuvels en . . . grenzen. Want deze Werners Hofstede (= Lage Vuursche) hoek is een veel omstreden gebied, waar westwaarts aan den uyttersten boom, Utrecht en Holland - en ook nog ande­ staande aan de zuydzijde van Goyer- ren - veelvuldig over ruzieden. bosch; en de van daar voorts tot de Weer (= deel van de Vecht, b.v. Bemuurde Daarom vertellen we verder wat over die Weerd in Utrecht-stad) ende tot in de grenzen. Wat alles diende er als grens of riviere van de Vecht ' '. grensscheiding? Sloten en greppels, hout­ wallen, stenen, bomen en ook nog Het is opmerkelijk dat vooral bomen en natuurlijke grenzen zoals een rivier of wat hogere gebouwen steeds de grenzen beek. bepaalden. Dat geeft meteen een kijk op het landschap, dat veel minder bebost Het is jammer dat we in dit klein bestek moet zijn geweest dan tegenwoordig. geen kaart op een redelijke schaal kunnen Immers van het ene punt van de grens­ afdrukken, want dan konden we enige scheiding, moest men het andere kunnen van deze grenzen laten zien. Nu moeten zien. we met woorden volstaan. Er waren natuurlijk snoodaards die de Een oud geschrift zegt: "De zuidelijkste grenzen - te eigen nutte - trachtten te boom van het Gooijerbosch strekte hier verleggen. De straf daarop was bepaald

20 niet gering: (plakaten van 1552, 1571 en gebruikt. De soms eenzaam staande 1719): bomen langs de grens, hadden vaak ook "Dat niemant, wie hy sy, sig sal verstou­ nog betekenis als "voermansboom". ten de Palen, of de Stenen, tot kenteke­ Door van boom naar boom te trekken nen der voorschreven Limiten (= gren­ vond de karrevoerder/handelsman zijn zen) gestelt, te schenden, of ook de weg. Wegen met zulke voermansbomen gruppels of de wallen te slechten of ver- zijn tot ver in Duitsland en Polen terug te duysteren, op poene (= straf) van daar vinden. over de eerste reyse (= eerste keer) gegeesselt ende gebrandmerckt, mits Natuurlijk letten de amateur-archeolo­ gaders voor den tijd van tien jaar geconi- gen niet alleen op die grenzen of limieten. feerd ( = verbannen), ende voor de twede Ook veel andere zaken hebben hun aan­ reyse met de galge te worden gestraft". dacht. Zoals het bodemprofiel en de turf- Voorwaar geen kleinigheid, die straffen. winning; ook bij Hollandsche Rading werd turf gestoken. Hieraan is het waarschijnlijk ook te dan­ ken dat zoveel van die grenzen of limieten Graag had ik meer verteld over het werk nog steeds te vinden zijn. van de amateur-archeoloog. Daar is nu geen plaats voor. Maar, als u interesse Heel duidelijk is zo'n (hout)wal met grup heeft, waarom gaat u dan niet eens een of greppel te vinden ten noorden van de keertje mee het veld in? U bent hierbij van Graaf Florisweg, maar ook verder oost­ harte uitgenodigd. waarts, tot in de bossen van Het Utrechts Landschap, zijn de grenswallen te vin­ H. Fokkens den. Ook als scheiding tussen twee perce­ Waterweg 189 len werden vaak (kleinere) wallen 3731 H H De Bilt

21 Verenigingsnieuws

Volgens de statuten van de Historische De werkgroepen bestaan uit leden van de Vereniging Maartensdijk stelt de vereni­ vereniging met een contactpersoon vanuit ging zich ten doel het bevorderen van de het bestuur en houden zich bezig met een belangstelling voor, en zo mogelijk het bepaald onderwerp: onderzoeken van, de geschiedenis van - de Werkgroep Archief bestudeert aan Maartensdijk en omstreken. de hand van archiefstukken de geschiedenis van de forten. In het eerste jaar van haar bestaan is zij — de Werkgroep Mondelinge Documen­ hiermee begonnen door lezingen en tatie houdt interviews met oudere excursies te organiseren, voor de leden dorpsbewoners over het leven in de een cursus "Paleografie" (bestudering periode 1918-1940. van oude handschriften) op te zetten en de Werkgroep Open Monumentendag een aantal werkgroepen in te stellen. organiseert deze dag in Maartensdijk in samenwerking met de gemeente. De eerste lezing, gehouden door de heer Daams, ging over vervening van deze Tijdens de Algemene Ledenvergadering streek. Aansluitend hierop bezochten d.d. 8-11-1988 is besloten dat een Werk­ ongeveer 20 leden het Veenmuseum "Op groep Fotografie en een Werkgroep Hoop van Zegen" te Vinkeveen. Een Monumenten zullen worden opgericht. museum — door vrijwilligers gebouwd en Deze werkgroepen zullen verslag uitbren­ ingericht — waar op overzichtelijke en gen in ons tijdschrift. Leden die deel wil­ boeiende wijze vele aspecten van de veen­ len nemen aan een werkgroep kunnen derij in het Utrechtse land tentoongesteld zich opgeven bij de secretaris van de ver­ worden. eniging.

De tweede lezing dit jaar, leerde ons met Naast deze activiteiten wil het bestuur van andere ogen te kijken naar de natuur de Historische Vereniging Maartensdijk rondom ons. Bepaalde bomen groeien in inspelen op actuele historische gebeurte­ droge grond; daar kunnen in de prehisto­ nissen, die buiten het grondgebied van de rie mensen hebben gewoond. Een soli­ gemeente Maartensdijk plaatsvinden. taire beuk heeft in vroegere tijden een Vandaar dat het bestuur de leden uitno­ bepaalde betekenis gehad, een wal duidt digde voor een excursie naar het rijksmu­ op een grensafbakening. Met behulp van seum "Paleis Het Loo", waar een ten­ dia's vertelde de heer Fokkens van de toonstelling was ingericht ter ere van Archeologische Werkgroep Nederland Koning-Stadhouder Willem III en Konin­ over deze en nog vele andere zaken, waar­ gin Mary: "De Gouden Eeuw van de Hol­ door we niet alleen met andere ogen landse Tuinkunst". Tuinliefhebbers en keken, maar waardoor voor velen van historisch geïnteresseerden waren zeer ons de ogen werden geopend. enthousiast over deze excursie. In de bus vertelde het echtpaar Copijn op boeiende De cursus Paleografie, in oktober gestart wijze over de geschiedenis van tuinen in met 15 deelnemers, wordt gegeven door het algemeen en in het bijzonder over de drs. F. Brouwer — archivaris. restauratie van de tuinen van Het Loo. Zij heeft het afgelopen jaar in het gemeentehuis het gemeente-archief geïn­ ventariseerd en zij heeft de Historische M.L. de Raadt-Nolst Trenité Vereniging op verschillende terreinen Voorzitter Historische Vereniging geholpen. Maartensdijk

22 Historische Vereniging Maartensdijk wà

De Historische Vereniging Maartensdijk is opgericht tijdens de oprichtingsvergadering die werd gehouden op 7 oktober 1987 in het Dorpshuis "De Groene Daan" in Groenekan.

De vereniging stelt zich ten doel het bevorderen van de belangstelling voor en zo mogelijk het onderzoeken van de geschiedenis van Maartensdijk en omstreken. De vereniging streeft dit doel na zonder winstoogmerk.

Bestuur Voorzitter: M.L. de Raadt-Nolst Trenité, Kerkdijk 51, 3615 BB Westbroek, tel. (03469) 14 69. Secretaris: A.E. Zoetebier-Kluyver, Vijverlaan 2, 3737 RH Groenekan, tel. (03461) 12 48. Penningmeester: J.H.W. Hermsen, Veldlaan 5, 3737 AM Groenekan, tel. (03461) 15 41.

De contributie bedraagt ƒ 25, - per jaar. Voor informatie over en opgave als lid van de Historische Vereniging kan men zich wenden tot de secretaris.

Het gironummer van de Historische Vereniging is: 4400774 t.n.v. Historische Vereniging Maartensdijk.

St. Maertenis het tijdschrift van de Historische Vereniging december'88 no. 1 eerste jaargang

Redactie N.J.M. Adema, Dr. Welfferweg 8d, 3615 AN Westbroek, tel. (03469) 11 79. W.P. Hoebink, Copijnlaan 17, 3737 AV Groenekan, tel. (03461) 20 20. J. Middelhoff, Spoorlaan 31, 3739 KB Hollandsche Rading, tel. (02157) 19 79. L.A.M. Fijen, Gruttolaan 3, 3738 EV Maartensdijk, tel. (03461) 39 45 (eindredactie).

Grafische verzorging en lay-out J.C. van Hoffen.

i 1988 Niets uit dit tijdschrift mag worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Historische Vereniging Maartensdijk.

23