PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/147976 Please be advised that this information was generated on 2021-10-09 and may be subject to change. /¿Οι GEEST EN VLEES IN GODSDIENST EN WETENSCHAP ощ^^І^ПШо^Ш^ ELISJA SCHULTE VAN KESSEL Promotores: Prof. dr. J. J. Poelhekke Prof. dr. M. G. Spiertz GEEST EN VLEES IN GODSDIENST EN WETENSCHAP VIJF OPSTELLEN OVER GEZAGSCONFLICTEN IN DE 17DE EEUW SPIRIT AND FLESH IN FAITH AND LEARNING Five Essays on Authority Conflicts in the 17th Century. Introduction, Summary and Epilogue in English PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor in de letteren aan de katholieke universiteit te Nijmegen. op gezag van de rector magnificus Dr. P. G. A. B. Wijdeveld, volgens besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op donderdag 23 oktober 1980 des middags te 4 uur door ELISABETH MARIA RICHARDA SCHULTE VAN KESSEL geboren te Maastricht Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage 1980 Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever ISBN 90 12 02949 X Auteursrecht voorbehouden © Ministerie van Cultuur Recreatie en Maatschappelijk werk, 1980 1 Op omslag Scorzonera талог, uit Heckius' Fructus Itinens ad Septentrionales De annulons, 1604/5, ms Montpellier H 506, с 165r Aan Constance en Eva en aan ons altegaar INHOUD VOORWOORD XI DRIE TOETSSTbNEN: 1. Een gelegenheidsdichter ( 1676) 1 2 Prof. Dr. P.J. Blok (1910) 2 3. Abraham H. Maslow (1954/66) 3 GEEST EN VLEES, VRIJHEID EN GEZAG. INLEIDING EN SAMENVATTING 5 Spirit and Flesh, Freedom and Authority. Introduction and Summary 12 I. HUGO VAN HbUSSEN, PRODUCT EN SLACHTOFFER VAN POLARISATIE 1. Van Heussen verdacht 21 2. Afkomst, jeugd en Jezuïetenpupil 25 3. Leids student in de rechten 29 4. Artist aan de brabantse Alma Mater 32 5. Leviet in het leuvens Oratorium 34 6. Vorming in controversiële godgeleerdheid 37 7. Door Ncercassel geredresseerd 40 8. Theses over hete hangijzers 43 9. Voorbestemd tot opvolger van Neercassel 46 II. WhNINA EN AGATHA VAN HEUSSEN, DE GEESTELIJKE MAAGDEN VAN 'DE LIEFDE' 1. Geestelijke maagden of kloppen: wie ze waren en wat zc deden 51 2. De jonge jaren van Wenina en Agatha 58 3. Intrede in de kloppenstaat 62 4. De Dames van 'De Liefde', toeverlaat van een gekweld prelaat 67 5. Satan woelt rond de uitverkorenen 70 6. Theodorus de Cock, favoriete beschermeling 72 7. Martha-Phoebe en Maria-Thecla, een proto-christelijke idylle 74 8. Nare jaren na de dood van Neercassel 78 9. Ondank is 's werelds loon 80 10. Lijden en dood van Agatha en daarna 82 VII III SCANDALFUZF DIFNSFMAAGDFN IN DE ZIFLZORG 1 Vrouwen en Verhoudingen 91 2 Kloppen en Kemphanen 95 3 Wereldkloppen en Paterskloppcn 101 4 Huisdames en Kostheren 107 5 Geest en Vlees Zout en Zaad 111 IV JOANNFS VAN HEECK, MFDF-OPRICHTFR VAN DF ACCADEMIA DEI LINCEI TE ROME 1 Tot op heden over van Heeck 117 2 Van deventer koopmanszoon tot romeins hof geleerde 119 3 De oprichting van de Akademie 128 4 Zwerftocht door Europa 135 5 Rome - Spanje - Rome 144 6 Heckius haakt af 148 V DE EERSTE LINCEI EN HUN AFKEER VAN HFT HUWLLIJK 1 De Lincei nemen zich voor met te trouwen 153 2 Ideeën over Geest en Vlees 156 3 Het voornemen blijkt onuitvoerbaar 163 4 De verborgen invloed van vrouwen 169 5 Enkele vragen tot slot 178 VIERDE EN LAATSTE TOLTSSTEEN Christina van Zweden (± 1670) 182 VAN MANNEN- NAAR MENSENGESCHIEDENIS EINDE EN BEGIN 183 From Men's History to Human History End and Beginning 186 LUST VAN AFKORTINGFN 190 NOTEN 192 BIJLAGEN ι Het geslacht Van Heussen 230 и Afstamming van het tno Van Heussen 232 ni De Venere 233 iv Puro Lyncei animo perditi 234 ν Demum venéreas volup tales 235 vi Matnmomum lungi sanctum est 235 ш BRONNEN EN LITERATUUR 1. Onuitgegeven bronnen 236 2. Uitgegeven bronnen 238 3. Eigentijdse uitgaven (± 1600-± 1750) 240 4. Inventarissen en naslagwerken 242 5. Literatuur 244 LIJST VAN AFBEELDINGEN 257 INDEX 259 Curriculum vitae 273 IX VOORWOORD Deze opstellen zijn in hun huidige vorm merendeels tot stand gekomen tijdens mijn verblijf op het Nederlands Instituut voor Voortgezet Weten­ schappelijk Onderzoek op het gebied van de Mens- en Maatschappijweten­ schappen in Wassenaar De uitgave ervan is geschied in opdracht van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Erkentelijk ben ik derhalve allereerst al diegenen, die evenals ik de Nederlandse Staats­ ruif vullen met het op zeker met onberispelijke nochtans democratische wijze overeengekomen quantum van hun uitgaven en, voorzover genoten, inkomsten De leiding van het bovengenoemde Instituut ben ik dankbaar voor het ongewone inzicht waarvan zij heeft blijk gegeven door een free-lance onder­ zoekster deel te laten uitmaken van een interdisciplinair gezelschap van wetenschappelijke functionarissen De directeur, prof dr H A J F Mis­ set, en de andere stafleden hebben met hun hartelijke hulpvaardigheid mijn werk in beiderlei zin verlicht Dat geldt bijzonder J D Young, D van der Kooij, M H M Voerman Ben Hamida en E M L Hoff Erkentelijk ben ik voorts de voormalige directeur van het Nederlands Instituut te Rome, prof dr H Schulte Nordholt, voor zijn waardering voor mijn werk en zijn advies met betrekking tot de uitgave ervan in deze reeks Studien van het Nederlands Instituut te Rome Het onderzoek dat aan deze bundel ten grondslag ligt strekt zich uit over vele jaren Een groot deel ervan geschiedde op het Rijksarchief te Utrecht, toentertijd nog aan de Drift en onder leiding van dr A J van de Ven, die voor mijn werkzaamheden een fijnzinnige interesse toonde, waar ik dank­ baar aan terugdenk Mijn grootste stimulans was in die fase de onbarm­ hartig kritische en weldadig vaderlijke belangstelling van mijn leermeester L J Rogier Wat ik aan hem dank valt, mede door de vriendschap die ik naderhand van hem ondervond, nog steeds moeilijk te overzien Ofschoon, of misschien juist omdat hij mij ook- zij het begrijpelijkerwijs met altijd van harte - de ruimte gaf om met hem van mening te verschillen, heeft deze dissertatie iets van een capitulatie voor hem Voor de nodige explicatie is dit niet de plaats Mijn poging tot dank verwoorden komt in dit geval met verder dan aanstippen Het zij zo In Rome heb ik dankbaar gebruik gemaakt van velerlei archieven en bibliotheken In verband met het hier betreffende onderzoek moet ik vooral XI de Vaticana, de Corsiniana en de Vallicelliana noemen. Overal ben ik kundig en met toewijding geholpen. In de Corsiniana kon ik bovendien profiteren van de grote kennis en het stimulerend enthousiasme van dot­ toressa A. Alessandrini, die ik dan ook bijzonder dankbaar ben. Zeer veel dank ben ik verschuldigd aan diegenen, die een concrete bijdrage geleverd hebben aan dit boek. Ik heb ze in het notenapparaat of in verband met de vertalingen en het illustratiemateriaal afzonderlijk ver­ meld. Al diegenen, die met hun aanstekelijk meeleven, hun genereuze geloof en vooral door me te laten delen in wat henzelf bezielt mijn vertrouwen in de zin van mijn werk hebben vergroot, ben ik intens dankbaar. Tenslotte wil ik met dankbaarheid constateren, dat ik zonder de toege­ wijde hulp van S. Bortolussi, P. Ligios en M.-L. Bechelli mijn werk niet van harte had kunnen verrichten. Diep dankbaar ben ik mijn dappere dochter en zoon. Hun vader geldt van mijn dank het lecuwedeel. Wassenaar, december 1979. XII TOETSSTEEN 1 Aenmerckt dan (Agatha) die waert eertyts gedoken In Adams lendenen, hoe g'in hem hebt gebroken De wel geschickte wet vanden geheelen staet; Waer in den oorspronck is van t'algemeyn misdaet. Hier in syt gy voorteelt, hier in syt gy geboren, En t'aengeboren reght van t'Hemels goet verloren: Dit is de bron en brant van desen tegenstryt, Die ieder tusschen 't vleys en geest gedurigh lyt.* * Uit een Staetsie-gcdichl voor Agatha van Hcussen, anoniem, 1676 1 TOETSSTEEN 2 Α. Hoe dikwijls heb ik niet op de colleges tegenover meisjes gezeten, wier holle oogen en fletse gelaatskleur of wel koortsige blik en hoogrode tint mij wederom deden zien dat zij op weg waren naar het sanatorium!* B. Zouden dan de meisjes op dit gebied [der geschiedkundige studie] niet eenigen dienst kunnen verleenen? Zeer zeker: als amanuenses, als onder- archivarissen, als onder-bibliothecarissen zou men ze zeer goed kunnen gebruiken voor het werk van catalogiseeren en inventariseeren, voor het verzamelen van stof, het uitgeven van registers, van stukken van allerlei aard. Maar voor werk van hoogeren wetenschappelijken rang, voor het schiften der verzamelde stof, voor het in elkander zetten van een historische studie acht ik ze ongeschikt. Ook hierin zij de vrouw den man, die getoond heeft de daartoe noodige begaaf dheden wel degelijk te bezitten, wat het oude bijbelwoord noemde 'ter hulpe'.* * Prof. Dr Ρ J Blok, Vrouwelijke studenten, in: Onze Eeuw, X (1910), ρ 455, 460 461 (cursivering toegevoegd) 2 TOETSSTEEN 3 A. [Self-actualizing people] are simultaneously very spiritual and very pagan and sensual.-If the most socially identified people are themselves also the most individualistic people, of what use is to retain the polarity? If the most mature are also childlike? And if the most ethical and moral people are also the lustiest and most animal?* B. - I have tried to demonstrate that dichotomizing is responsible for much of the pathologizing of thought. In contrast to thinking that is inclusive, integrative, and synergic, dichotomizing splits apart that which belongs together.
Recommended publications
  • A Transcription and Translation of Ms 469 (F.101R – 129R) of the Vadianische Sammlung of the Kantonsbibliothek of St. Gallen
    A SCURRILOUS LETTER TO POPE PAUL III A Transcription and Translation of Ms 469 (f.101r – 129r) of the Vadianische Sammlung of the Kantonsbibliothek of St. Gallen by Paul Hanbridge PRÉCIS A Scurrilous Letter to Pope Paul III. A Transcription and Translation of Ms 469 (f.101r – 129r) of the Vadianische Sammlung of the Kantonsbibliothek of St. Gallen. This study introduces a transcription and English translation of a ‘Letter’ in VS 469. The document is titled: Epistola invectiva Bernhardj Occhinj in qua vita et res gestae Pauli tertij Pont. Max. describuntur . The study notes other versions of the letter located in Florence. It shows that one of these copied the VS469, and that the VS469 is the earliest of the four Mss and was made from an Italian exemplar. An apocryphal document, the ‘Letter’ has been studied briefly by Ochino scholars Karl Benrath and Bendetto Nicolini, though without reference to this particular Ms. The introduction considers alternative contemporary attributions to other authors, including a more proximate determination of the first publication date of the Letter. Mario da Mercato Saraceno, the first official Capuchin ‘chronicler,’ reported a letter Paul III received from Bernardino Ochino in September 1542. Cesare Cantù and the Capuchin historian Melchiorre da Pobladura (Raffaele Turrado Riesco) after him, and quite possibly the first generations of Capuchins, identified the1542 letter with the one in transcribed in these Mss. The author shows this identification to be untenable. The transcription of VS469 is followed by an annotated English translation. Variations between the Mss are footnoted in the translation. © Paul Hanbridge, 2010 A SCURRILOUS LETTER TO POPE PAUL III A Transcription and Translation of Ms 469 (f.101r – 129r) of the Vadianische Sammlung of the Kantonsbibliothek of St.
    [Show full text]
  • Studieren Im Rom Der Renaissance
    Forschungen 3 Michael Matheus ∙ Rainer Christoph Schwinges (Hrsg.) Die Arbeiten dieses Bandes sind den «Rom-Studien» von Personen aus dem römisch- deutschen Reich, aus Polen und Italien zur Zeit der Renaissance gewidmet. Ziel ist nicht zuletzt, den im Vergleich zu anderen italienischen Universitätsorten lange unter- schätzten Studienort Rom ins rechte Licht zu rücken. Ein grundlegender Beitrag zu Forschungswegen und Forschungsstand macht dazu den Auftakt. Um ihn herum sind Beiträge gruppiert, die sowohl die allgemeine Prosopographie als auch Studieren einzelne Persönlichkeiten im römischen Umfeld betreffen. So ndet man Beiträge über «Rom und Italien als Kriterien des sozialen Erfolgs» am Beispiel deutscher Gelehrter des 15. Jahr- hunderts, über den gelehrten Ritteradeligen Ulrich von Hutten und den späteren Kardinal im Rom Wilhelm von Enckenvoirt «im kosmopolitischen Rom», über die Frage, welche Rolle die päpst- lichen Hofpfalzgrafen beim Erwerb von Universitätsgraden «auf Schleichwegen in Rom» spiel- ten, über «Polnische Studenten im Rom der frühen Renaissance», über zwei Kollegien und ihre Kollegiaten im Rom des 15. und 16. Jahrhunderts (in italienischer Sprache: Lo studio dei der Renaissance collegiali), über die vornehmlich rhetorischen und humanistischen Studien, die selbst Bürger- söhne Roms am heimischen Universitätsort betrieben (in italienischer Sprache: Letture e studi dei cittadini romani), sowie über «Gelehrtennetzwerke zur Zeit der Renaissance am Beispiel | downloaded: 2.10.2021 von Johannes Regiomontanus» am römischen Studienort. Die Beiträge zeigen gesamthaft auf, dass auch die «Rom-Studien» wichtige Bestandteile der universitären Sozial- und Kultur- geschichte Europas sind. Repertorium Academicum Germanicum (RAG) Repertorium Academicum Germanicum (RAG) Forschungen 3 https://doi.org/10.48350/151567 ISBN 978-3-7281-3994-8 (open access) DOI 10.3218/3994-8 source: [email protected] www.vdf.ethz.ch Hochschulverlag AG an der ETH Zürich Liebe Leserin, lieber Leser Wir freuen uns, dass Sie unsere Open-Access-Publikation heruntergeladen haben.
    [Show full text]
  • Venere Et Un’Altro Baccho, Con Certe Teste Pur Antiche
    L’attacco di Giovanni Francesco Pico della Mirandola alla “Venus felix” e alla Stanza della Segnatura Luiz Marques HOME Universidade Estadual de Campinas - UNICAMP Il 19 settembre 1512, Giovanni Francesco Pico[1] (1469-1533), Signore di Mirandola e conte di Concordia, firma a Roma una celebre epistola indirizzata a Pietro Bembo (1470-1547). Se il destinatario era una delle personalità più brillanti delle corti italiane e, con Erasmo, il più influente letterato della sua generazione, il mittente era un filosofo che godeva di una posizione di grande prestigio nei circoli umanistici, essendo considerato dotato di una erudizione e di un sapere non inferiori a quelli di suo zio, Giovanni Pico della Mirandola (1463-1494), della cui “Opera omnia” (1496) era stato editore e principale biografo[2]. Anche Paolo Giovio[3], nonostante la sua proverbiale malignità[4], riconosceva che: “La memoria e le prodigiose capacità di linguaggio di Giovanni Francesco Pico (…) lo distinsero nettamente tra tutti coloro che si dedicavano alle arti liberali e ambivano a scrivere”. Una testimonianza più vicina, quella di Fra Leandro Alberti[5], che lo aveva conosciuto bene, racconta che il conte portava incastonato in un anello un cammeo antico trovato nei suoi domini, con l’immagine suggestiva di Mercurio, nume tutelare degli eruditi: “tra li quali ne fu ritrovata una [corniola], ove era scolpito Mercurio, et presentata al di felice memoria signore Giovan Francesco Pico sìgnore della Mirandola, e Conte della Concordia, il quale per la pretiosità et bellezza sua, legara in oro la portava ne la mano, come io più volte ho veduto”. E Leandro Alberti compiange la sua morte con queste parole: “Certamente fu gran danno la perduta di tanto huomo alli litterati, concio fusse cosa che era peritissimo in ogni grado di dottrina, e in Greco, Hebreo, Caldeo e Arabico, in Humanita, Poesia, Logica, Philosophia, e Theologia, come chiaramente dall’opere da lui scritte, vero giuditio dar si può”.
    [Show full text]
  • Berliner Beiträge Zum Nachleben Der Antike Heft 2-2 000
    PEGASUS Berliner Beiträge zum Nachleben der Antike Heft 2-2 000 Census of Antique Works of Art and Architecture Known in the Renaissance Humboldt-Universität zu Berlin In Kommission bei BIERING & BRINKMANN www.dyabola.de Census of Antique Works of Art and Architecture Known in the Renaissance Humboldt-Universiät zu Berlin Herausgeber: Horst Bredekamp Arnold Nesselrath Redaktion: Tatjana Bartsch Charlotte Schreiter Mitarbeit: Tessa Rosebrock Kunstgeschichtliches Seminar Unter den Linden 6 10099 Berlin In Kommission bei: BIERING & BRINKMANN, München www. dyabola.de © 2000 Census of Antique Works of Art and Architecture Known in the Renaissance Satz: Werksatz Schmidt & Schulz, Gräfenhainichen Druck: Druckhaus Köthen ISSN 1436-3461 GIOVAN FRANCESCO ARRIVABENE A ROMA NEL 1550. UNA NUOVA DESCRIZIONE DEL GIARDINO DEL CARDINALE FEDERICO CESI* GUIDO REBECCHINI Denique totus hic hortus in plures distributus partes, ita signis, statuis inscriptionibusque et reliquis ornamentis distinctus est, ut si nihil alibi tota Roma videretur, haberet tarnen hic locus causam, cur peregrini profectionem susciperent Romam, ut haec cum fructu et singulari perlustrarent delectatione. Jean Jacques Boissard: I pars Romanae urbis topographiae et antiquitatum, Frankfurt/Main 1627, p. 5. Il 10 novembre 1549 si spegneva a Roma Paolo III Farnese. A seguito di questo evento, nella città si riuniva in conclave il collegio cardinalizio che P8 febbraio 1550 avrebbe eletto il nuovo pontefice Giulio III del Monte.1 Mentre i por­ porati si destreggiavano tra spregiudicati maneggi politici, veti incrociati, dela­ zioni e avvelenamenti, alle loro numerose >familiae< composte da servitori, segretari e cortigiani si dischiudevano le porte dei palazzi cardinalizi romani e la ricchezza delle raccolte antiquarie formate negli ultimi decenni.
    [Show full text]
  • A Florentine Diary
    THE LIBRARIES A FLORENTINE DIARY A nderson SAVONAROLA From the portrait by Fra Bartolomeo. A FLORENTINE DIARY FROM 1450 TO 1516 BY LUCA LANDUCCI CONTINUED BY AN ANONYMOUS WRITER TILL 1542 WITH NOTES BY IODOCO DEL B A D I A 0^ TRANSLATED FROM THE ITALIAN BY ALICE DE ROSEN JERVIS & PUBLISHED IN LONDON IN 1927 By J. M. DENT & SONS LTD. •8 *« AND IN NEW YORK BY « « E. P. DUTTON & COMPANY TRANSLATOR'S PREFACE ALTHOUGH Del Badia's ample and learned notes are sufficient for an Italian, it seemed to me that many allu­ sions might be puzzling to an English reader, especially to one who did not know Florence well; therefore I have added short notes on city-gates, churches and other buildings which now no longer exist; on some of the festivals and customs; on those streets which have changed their nomenclature since Landucci's, day; and also on the old money. His old-fashioned spelling of names and places has been retained (amongst other peculiarities the Florentine was in the habit of replacing an I by an r) ; also the old calendar; and the old Florentine method of reckoning the hours of the day (see notes to 12 January, 1465, and to 27 April, 1468). As for the changes in the Government, they were so frequent and so complex, that it is necessary to have recourse to a consecutive history in order to under­ stand them. A. DE R. J. Florence 1926. The books to which I am indebted are as follows: Storia della Repubblica di Firenze (2 vols.), Gino Capponi.
    [Show full text]
  • Report Case Study 25
    RCEWA Case 8 (2014-15): A marble statue of Aphrodite Expert adviser’s statement Reviewing Committee Secretary’s note: Please note that any illustrations referred to have not been reproduced on the Arts Council England website EXECUTIVE SUMMARY 1. Brief Description of item(s) What is it? Roman adaptation of a late fifth-century BC, Greek statue, probably representing the goddess Aphrodite. What is it made of? Marble What are its measurements? Height: 203.2 cm Who is the artist/maker and what are their dates? Unknown sculptor from the early first century AD What date is the item? Roman Imperial, early first century AD, based on a Greek original of about 430-420 B.C. What condition is it in? The statue is extremely well preserved: the forearms and attributes are the only major restorations. It has recently been cleaned, probably in preparation for its sale. 2. Context Provenance Cardinals Paolo Emilio Cesi (1481-1537) and Federico Cesi (1500-1565), garden of the Palazzo Cesi on the Janiculum, Rome, acquired prior to 1550 Robert and James Adam (1728-1792 and 1732-1794), Rome and London (Christie’s, London, March 1st, 1773, lot 51 (Antique Statues in Marble, p.15) Sir Hugh Percy, 1st Duke of Northumberland (1714-1786), Syon House, Middlesex, acquired from the above; by descent to the present owner until the present day, Syon House, Middlesex Key literary and exhibition references Ulisse Aldroandi, ‘Tutte le statue antiche, che in Roma in diversi luoghi, e case particolari si veggono’, p. 124, in Lucio Mauro, Le antichità della città di Roma, Venice, 1562 Giovanni Battista de Cavalieri (Cavalleriis), Antiquarum statuarum Urbis Romae, Rome, 1585, pi.
    [Show full text]
  • Santa Maria Maggiore St Mary Major
    Santa Maria Maggiore St Mary Major Piazza di Santa Maria Maggiore Santa Maria Maggiore is a 5th century papal basilica, located in the rione Monti. and is notable for its extensive Early Christian mosaics. The basilica is built on the summit of the Esquiline hill, which was once a commanding position. (1) (i)! History Ancient times The church is on the ancient Cispius, the main summit of the Esquiline Hill, which in ancient times was not a heavily built-up area. Near the site had been a Roman temple dedicated to a goddess of childbirth, Juno Lucina, much frequented by women in late pregnancy. Archaeological investigations under the basilica between 1966 and 1971 revealed a 1st century building, it seems to have belonged to a villa complex of the Neratii family. (1) (k) Liberian Basilica - Foundation legend - Civil war According to the Liber Pontificalis, this first church (the so-called Basilica Liberiana or "Liberian Basilica") was founded in the August 5, 358 by Pope Liberius. According to the legend that dates from 1288 A.D., the work was financed by a Roman patrician John, and his wife. They were childless, and so had decided to leave their fortune to the Blessed Virgin. She appeared to them in a dream, and to Pope Liberius, and told them to build a church in her honor on a site outlined by a miraculous snowfall, which occurred in August (traditionally in 358). Such a patch of snow was found on the summit of the Esquiline the following morning. The pope traced the outline of the church with his stick in the snow, and so the church was built.
    [Show full text]
  • La Committenza Delle Famiglie Caetani E Cesi (1561-1621)
    Dottorato di ricerca in Storia, territorio e patrimonio culturale Curriculum in Studi storico-artistici, archeologici e sulla conservazione XXX ciclo Anno accademico 2017-2018 La committenza delle famiglie Caetani e Cesi (1561-1621) Dottoranda: Livia Nocchi Tutor: Prof.ssa Giovanna Sapori INDICE I. Introduzione……………………………………………………………………...4 1. Le famiglie Caetani e Cesi nella seconda metà del Cinquecento: matrimoni, alleanze e convergenze culturali nelle politiche dei due casati……………………………………………………………………….9 1.1 I Caetani nel Cinquecento: storia e carriere…………………………………………9 1.2 La famiglia Cesi dall’Umbria a Roma: l’ascesa di un casato di “provincia”………17 1.3 Strategie matrimoniali delle due famiglie………………………..………………...26 2. La committenza Caetani-Cesi nella seconda metà del Cinquecento …………………………………………………………………………….39 2.1 Progetti abitativi dei Caetani e dei Cesi. Differenze e convergenze…………...…..39 2.2 Girolamo Siciolante da Sermoneta, Scipione Pulzone e gli altri artisti dei Caetani e dei Cesi…………………………………………………………………………………51 3. La pietà e la devozione delle dame Cesi-Caetani: Beatrice Caetani e i rapporti con le confraternite e gli ordini religiosi……………………..84 4. La committenza delle dame Caetani e Cesi………………………..104 4.1 Beatrice e Giovanna Caetani, Porzia dell’Anguillara Cesi, Olimpia Orsini Cesi e la chiesa del Gesù…………………………………………………………………..103 4.1.1 La costruzione della chiesa del Gesù. I Caetani, i Cesi e la Compagnia……......103 4.1.2 Beatrice e Giovanna Caetani, Porzia dell’Anguillara Cesi e la cappella della Madonna della Strada…………………………………………………………………108 4.1.3 La decorazione della cappella: i marmi di Bartolomeo Bassi e i dipinti di Giuseppe Valeriano, Scipione pulzone e Giovan Battista Pozzo………………………………..110 2 4.1.4 Olimpia Orsini “savissima e piissima dama per tutte quelle virtù risplendente che a formare si convengono una vera dama cristiana”……………………………………..131 4.1.5 La decorazione della cappella di San Francesco………………………...……...138 4.2 Porzia dell’Anguillara Orsini Cesi (1542-1590)………………………………..148 4.2.1.
    [Show full text]
  • Violence and Disorder in the Sede Vacante of Early Modern Rome, 1559-1655
    VIOLENCE AND DISORDER IN THE SEDE VACANTE OF EARLY MODERN ROME, 1559-1655 DISSERTATION Presented in Partial Fulfillment of the Requirements for the Degree Doctor of Philosophy in the Graduate School of the Ohio State University By John M. Hunt, M. A. ***** The Ohio State University 2009 Dissertation Committee Professor Robert C. Davis Professor Noel G. Parker ______________________________ Professor Barbara A. Hanawalt Advisor History Graduate Program Professor Terri Hessler ABSTRACT From the death of every pope until the election of his successor in the early modern era, the entire bureaucratic and judicial apparatus of the state in Rome and the Papal States effectively ceased to function. During this interregnum, known as the sede vacante (literally, “the vacant see”), violence and disorder dramatically increased as the papal government temporarily lost its control over the populace and its monopoly of violence. The College of Cardinals and local civic governments throughout the Papal States, authorities deputized to regulate affairs during sede vacante, failed to quell the upsurge of violence that commenced immediately upon the pope’s death. Contemporary observers and modern scholars have labeled the violence of sede vacante as meaningless and irrational. I argue, rather, that this period of unrest gave Romans and subjects of the Papal States an opportunity to perform actions increasingly forbidden by the centralizing papal government—and thus ultimately to limit the power of the government and prevent the development of the papacy into an absolute monarchy. Acting as individuals or as collectivities, Romans and papal subjects sought revenge against old enemies, attacked hated outsiders, criticized papal policies, and commented on the papal election.
    [Show full text]
  • Studieren Im Rom Der Renaissance
    Forschungen 3 Michael Matheus ∙ Rainer Christoph Schwinges (Hrsg.) Die Arbeiten dieses Bandes sind den «Rom-Studien» von Personen aus dem römisch- deutschen Reich, aus Polen und Italien zur Zeit der Renaissance gewidmet. Ziel ist nicht zuletzt, den im Vergleich zu anderen italienischen Universitätsorten lange unter- schätzten Studienort Rom ins rechte Licht zu rücken. Ein grundlegender Beitrag zu Forschungswegen und Forschungsstand macht dazu den Auftakt. Um ihn herum sind Beiträge gruppiert, die sowohl die allgemeine Prosopographie als auch Studieren einzelne Persönlichkeiten im römischen Umfeld betreffen. So ndet man Beiträge über «Rom und Italien als Kriterien des sozialen Erfolgs» am Beispiel deutscher Gelehrter des 15. Jahr- hunderts, über den gelehrten Ritteradeligen Ulrich von Hutten und den späteren Kardinal im Rom Wilhelm von Enckenvoirt «im kosmopolitischen Rom», über die Frage, welche Rolle die päpst- lichen Hofpfalzgrafen beim Erwerb von Universitätsgraden «auf Schleichwegen in Rom» spiel- ten, über «Polnische Studenten im Rom der frühen Renaissance», über zwei Kollegien und ihre Kollegiaten im Rom des 15. und 16. Jahrhunderts (in italienischer Sprache: Lo studio dei der Renaissance collegiali), über die vornehmlich rhetorischen und humanistischen Studien, die selbst Bürger- söhne Roms am heimischen Universitätsort betrieben (in italienischer Sprache: Letture e studi dei cittadini romani), sowie über «Gelehrtennetzwerke zur Zeit der Renaissance am Beispiel von Johannes Regiomontanus» am römischen Studienort. Die Beiträge zeigen gesamthaft auf, dass auch die «Rom-Studien» wichtige Bestandteile der universitären Sozial- und Kultur- geschichte Europas sind. Repertorium Academicum Germanicum (RAG) Repertorium Academicum Germanicum (RAG) Forschungen 3 ISBN 978-3-7281-3994-8 (open access) DOI 10.3218/3994-8 [email protected] www.vdf.ethz.ch Hochschulverlag AG an der ETH Zürich Liebe Leserin, lieber Leser Wir freuen uns, dass Sie unsere Open-Access-Publikation heruntergeladen haben.
    [Show full text]
  • Frick Madison | a Guide to Works of Art on Exhibition
    THE FRICK COLLECTION A GUIDE TO WORKS OF ART ON EXHIBITION FRICK MADISON 1 Introduction During the renovation of The Frick Collection’s historic buildings at 1 East 70th Street, the museum’s home is just five blocks away in the structure designed by Marcel Breuer for the Whitney Museum of American Art. For the first time in almost a century, highlights from the collection are displayed outside the domestic setting of the Frick’s Gilded Age mansion. In this temporary location, which we are calling Frick Madison, the rich and varied holdings of the Frick are displayed according to geographic and chronological divisions. Some rooms cut across these boundaries to address the inter- connected nature of artistic production. We hope that Frick Madison fulfills Breuer’s promise to “transform the vitality of the street into the sincerity and profundity of art.” Reconstructing and re-presenting the collection in Breuer’s concrete shrine is an unparalleled opportunity to see the Frick’s holdings in a new light. Xavier F. Salomon, Deputy Director and Peter Jay Sharp Chief Curator 2 3 The Breuer Building second floor Completed in 1966, the granite-clad structure on Madison Avenue and 75th Street is the only building in Manhattan designed by the Bauhaus-trained architect and designer Marcel Breuer (1902–1981). Considered one of this influential architect’s most important projects, it is also one of New York’s most significant postwar buildings. Breuer’s building defies gravity by East 75th Street turning traditional architecture, quite literally, upside down. The dramatic inverted form, punctuated by Breuer’s signature angled windows, embodies Restroom the modernist principles of minimalism, harmony, and elegance.
    [Show full text]
  • Spicilegium Historicum
    Annus 60 2012 Fasc. 1-2 SPICILEGIUM HISTORICUM Congregationis SSmi Redemptoris Congregationis Ssmi Redemptoris Ssmi Congregationis ISTORICUM H PICILEGIUM S 250° DELL ’ORDINAZIONE VESCOVILE DI S. ALFONSO M. DE LIGUORI (1762-2012) Collegium S. Alfonsi de Urbe Annus LX 2012 Fasc. 1-2 Collegium S. Alfonsi de Urbe SPICILEGIUM HISTORICUM Congregationis SSmi Redemptoris 250° DELL ’ORDINAZIONE VESCOVILE DI S. ALFONSO M. DE LIGUORI (1762-2012) Annus LX 2012 Fasc. 1-2 Collegium S. Alfonsi de Urbe SIGLE E ABBREVIAZIONI AGHR Archivum Generale Historicum Redemptoristarum, Roma APNR Archivio della Provincia Napoletana CSSR, Pagani (SA) ASV Archivio Segreto Vaticano BAV Bibliotheca Apostolica Vaticana Bibl. Hist. Bibliotheca Historica CSSR, edita dall'Istituto Storico CSSR, Roma 1955 ss. Acta integra = Acta integra capitulorum generalium CSSR ab anno 1749 usque ad annum 1894 celebratorum, Romae 1899 Analecta = «Analecta CSSR», 1 (Roma 1922) - BOLAND = Samuel J. BOLAND , A Dictionary of the Redemptorists , Roma 1987 CARTEGGIO = S. ALFONSO MARIA DE LIGUORI , Carteggio , I, a cura di G. Orlandi, Roma 2004 Codex regularum = Codex regularum et constitutionum CSSR... , Romae 1896 DE MEULEMEESTER , Bibliographie = Maurice DE MEULEMEESTER , Bibliographie générale des écrivains rédemptoristes , 3 voll., Louvain 1933-1939 DE MEULEMEESTER , Histoire = Maurice DE MEULEMEESTER , Histoire sommaire de la Congrégation du Très-Saint Rédempteur , Louvain 1958 DE MEULEMEESTER , Origines = Maurice DE MEULEMEESTER , Origines de la Congrégation du Très-Saint Rédempteur. Études et documents, 2 voll., Louvain 1953-1957 Documenta authentica = Documenta authentica facultatum et gratiarum spiritualium quas CSSR Sancta Sedes concessit... , Ratisbonae 1903 Documenta miscellanea = Documenta miscellanea ad regulam et spiritum Congregationis nostrae illustrandum , Romae 1904 Elenchus = Elenchus facultatum et gratiarum spiritualium quibus potitur CSSR ..., Monachii 1860 FALCOIA = Tommaso FALCOIA , Lettere a S.
    [Show full text]