Provinciaal Blad Van Noord-Brabant
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Vragen inzake ex artikel 3.2 van het Reglement van Orde betreffende realisatie Nummer van windturbines in gemeenten in West-Brabant in relatie tot de provinciale 231/11 doelstelling van 320 MW aan windenergie in 2020. Bijlage(n) 1 Vragen van het lid van Provinciale Staten De heer M. van der Wel, namens de PvdD-fractie d.d. 2 september 2011 Uit communicatie van het college van B& W van de gemeente Moerdijk blijkt dat bestuurders van deze en andere West-Brabantse gemeenten moeilijk overeenstemming kunnen bereiken over lokaties voor windmolens1. Tevens wijzen bronnen uit de media op het sentiment dat gemeenten de windmolens tegen de wensen in opgelegd worden2 en dat er veel verzet is tegen het plaatsen van windmolens in open polderlandschappen3. De geldende gemeentelijke Structuurvisie gaat uit van 43 MW in Moerdijk, terwijl de ambitie van de provincie hoger ligt. Moerdijk is één van de elf door het Rijk aangewezen concentratiegebieden voor het opwekken van windenergie en ook als zodanig in de provinciale Structuurvisie vastgelegd. 1. Kunt u toelichten welk standpunt het College van B&W van Moerdijk naar u gecommuniceerd heeft ten aanzien van de gemeentelijke Structuurvisie en Nota Visie Windenergie en het al dan niet realiseren van windmolens? 2. Levert dit standpunt frictie op met de door de provincie geambieerde capaciteit in de gemeente Moerdijk en zo ja, kunt u toelichten waarom dit het geval is? 3. Is het u bekend of er in andere West-Brabantse gemeenten ook verschil van opvatting bestaat tussen a. initiatiefnemers en gemeenten en b. gemeenten en provincie over geplande windmolens? Zo ja, om welke 1 http://www.bndestem.nl/regio/moerdijk/9271641/WestBrabant-tobt-met-windmolens.ece 2 http://www.bndestem.nl/algemeen/brabant/9313597/Gemeenten-pas-op-uw-tellen.ece 3 http://www.bndestem.nl/regio/oosterhout/9390182/Het-uur-van-de-waarheid-voor-Brabants- landschap.ece gemeenten gaat het en kunt u toelichten wat daar de stand van zaken Nummer is? 231/11 4. Kunt u toelichten of zich bij de West-Brabantse gemeenten inmiddels voldoende initiatiefnemers hebben gemeld om de geambieerde capaciteit te realiseren? De gemeenteraad van de gemeente Woensdrecht heeft de provincie op 7 juli j.l. verzocht om planologische medewerking te verlenen om de locatie Kabeljauwbeek aan te wijzen als zoeklocatie voor het realiseren van een windmolenpark4. Deze locatie is vanwege de aanwezigheid van de Brabantse Wal en het open karakter van het landschap bij de provincie eerder niet aangewezen als zoeklocatie. 5. Bent u van mening dat de locatie Kabeljauwbeek toch geschikt is voor een windmolenpark? Zo ja, kunt u toelichten waarom? Brabantbreed is in de Energieagenda Brabant een ambitie van 320 MW in 2020 vastgelegd, in een brief van het IPO d.d. 28 februari 2011 aan het ministerie is voor Brabant een realisatienorm van 220 MW genoemd5. 6. Kunt u toelichten wat de stand van zaken is met betrekking tot de provinciale realisatienorm die het Rijk in een AMvB wil vastleggen? Klopt het dat u 220 MW als realisatienorm heeft aangedragen? Kunt u het verschil uitleggen tussen de ambitie in de Energieagenda en de realisatienorm in de IPO-communicatie? Volgend uit de Crisis- en Herstel Wet heeft de provincie de taak om ruimtelijke inpassingsplannen op te stellen indien een initiatiefnemer geen overeenstemming bereikt met de betreffende gemeente. In Memorie van Antwoord 80/10 D6 d.d. 25 januari 2011 stelt u dat er buiten het in voorbereiding zijnde inpassingsplan van Logistiek Park Moerdijk geen andere initiatieven bekend zijn. In de MvA geeft u tevens aan in het voorjaar van 2011 met voorstellen en resultaten te komen aangaande de voortgang van het windenergiebeleid. 7. Zijn er inmiddels aanvragen voor nieuwe inpassingsplannen bij u gedaan? Zo ja, kunt u die aan ons overleggen? 4 http://www.woensdrecht.nl/index.php?&simaction=content&mediumid=1&onderdeel=bri_agenda&stukid= 1313&agendapunt_id=2381 5 Brief IPO aan ELI, d.d. 28 februari 2011. http://www.windenergie.nl/site/file.php?file=536 6 http://brabant.nl/politiek-en-bestuur/provinciale-staten/vergaderstukken-en-besluiten-ps-en- commissies/ps.aspx?qvi=35670 2/6 8. Wanneer mogen wij de beloofde voorstellen uit MvA 80/10 D Nummer tegemoet zien? Graag vernemen wij de actuele gerealiseerde en in 231/11 voorbereiding zijnde capaciteit, ook in het licht van de tussendoelstelling van 220 MW in 2015. Tevens ontvangen wij graag een uitwerking met tijdslijn van het verder invullen van de geambieerde 320 MW en de mogelijke knelpunten. 9. Kunt u aangeven of het gebrek aan financiële en ruimtelijke randvoorwaarden van het Rijk, zoals genoemd in de IPO-brief, mogelijk invloed gaat hebben op de in Brabant realiseerbare capaciteit? Kunt u toelichten wat er volgens u nodig is om dit te repareren, en of er na de brief van het IPO nog overleg is geweest met het Rijk hierover? De geplande provinciale doelstelling van 115 MW in 2010 is niet gehaald, volgens de Energieagenda was in 2010 75 MW gerealiseerd. De Partij voor de Dieren is van mening dat vertraging in het totstandkomen van duurzame energiebronnen ongewenst is. Wij hopen dat de provincie haar regierol voortvarend blijft invullen en vast kan houden aan de uitgesproken ambitie van 320 MW windenergie in 2020. 10. Er is veel weerstand tegen het plaatsen van windmolens in open polders en nabij natuurgebieden. GS heeft een voorkeur uitgesproken voor plaatsing bij industriegebieden en infrastructuur. Bent u in overleg met het Rijk om plaatsing van windmolens langs rijkswegen (versneld) en spoorwegen mogelijk te maken? Zo ja, kunt u toelichten wat de stand van zaken is? Zo nee bent u van plan in de nabije toekomst te doen? 11. Uit ervaring is gebleken dat wanneer gemeenten zelf een voorstel indienen voor het plaatsen van windmolens het proces soepeler en sneller verloopt. Bovendien kan betere samenwerking en afstemming tussen gemeenten, natuurorganisaties en omwonenden winst opleveren bij aanbestedingen en compensatiemaatregelen. Neemt u de taak op u om gemeenten actief te stimuleren tot het indienen van eigen voorstellen en brengt u gemeenten bij elkaar om samen plannen te maken? Zo nee, waarom niet? 12. Welke rol ziet u voor particuliere windmolencoöperaties? En welke rol ziet u voor de provincie weggelegd in het faciliteren van dergelijke particuliere c.q coöperatieve initiatieven? 13. Indien de plaatsing van windmolens niet leidt of lijkt te gaan leiden tot de gewenste hoeveelheid duurzame energieopwekking, bent u dan bereid dit aandeel met andere duurzame energiebronnen te gaan compenseren en zo ja, op welke wijze? Antwoord van Gedeputeerde Staten d.d. 27 september 2011 3/6 1. De gemeenteraad van de gemeente Moerdijk heeft, naar aanleiding van Nummer inspraakreacties op de gemeentelijke Structuurvisie, besloten de in de 231/11 structuurvisie opgenomen ontwikkellocaties voor windenergie, uit de visie te halen. Dit betekent dat binnen de gemeente Moerdijk het “oude” windenergiebeleid nog steeds geldig is. 2. Er zijn vanuit de provincie geen ambities per afzonderlijke gemeente. De provincie heeft in de Energieagenda en Structuurvisie, een doelstelling opgenomen van 320 MW windenergie in 2020. Dit is een doelstelling die, binnen de ruimtelijke randvoorwaarden zoals gesteld in de Structuurvisie en Verordening ruimte, in heel de provincie Noord- Brabant kan worden gerealiseerd. 3. In bijlage I is een overzicht opgenomen van alle bij ons bekende initiatieven, of zij passen binnen de randvoorwaarden van het provinciaal beleid en of de gemeente bereid is medewerking te verlenen. 4. Binnen de provincie Noord-Brabant zijn genoeg initiatieven dan wel locaties bekend om de beoogde doelstelling in principe te kunnen halen. Ingeschat wordt dat in 2015 er in totaal circa220 MW aan windenergie kan zijn gerealiseerd of vergund. Met de West-Brabantse gemeenten vindt momenteel overleg plaats waar en hoe de resterende opgave van circa 100 MW kan worden gerealiseerd. 5. Wij hebben het verzoek van de gemeente Woensdrecht eind juli, via de provinciale griffie, ter behandeling toegestuurd gekregen. Wij hebben nog geen oordeel kunnen vormen over dit verzoek. Wij streven er naar medio oktober een advies gereed te hebben voor Provinciale Staten. Het is uiteindelijk de bevoegdheid van Provinciale Staten om te besluiten al of geen medewerking aan dit verzoek te verlenen. 6. In IPO-verband hebben de 12 provincies een gezamenlijk “bod” gedaan. De provincies hebben hiermee willen aangegeven zich in te willen zetten voor realisatie van de 6000 MW wind op land welke het rijk in 2020 gerealiseerd wil hebben. Echter, om dit te kunnen realiseren, zal het rijk een aantal knelpunten moeten oplossen die nu de realisatie van windturbineprojecten belemmert dan wel onmogelijk maakt. Gezamenlijk kunnen de provincies 3500 MW in 2020 garanderen. De 220 MW van Brabant maakt daar deel van uit. De resterende 2500 MW is, bij benadering, alleen te realiseren als het rijk voor de geconstateerde knelpunten oplossingen heeft gevonden. 7. Het inpassingsplan voor het Logistiek Park Moerdijk betreft een provinciaal inpassingsplan in voorbereiding, gericht op realisatie van dit bedrijventerrein. In dit plan wordt de mogelijkheid voor plaatsing van windturbines mee genomen. Dit geldt ook voor het inpassingsplan voor 4/6 het AFC-Dinteloord. Dit zijn nadrukkelijk geen verzoeken om Nummer inpassingsplannen voor windenergie in het kader van de Crisis- en 231/11 Herstelwet. Wel is in juni een principeverzoek bij ons binnen gekomen om een inpassingsplan op te stellen voor een opstelling van 14 turbines van 3 MW in de Zonzeelse Polder, gemeente Drimmelen. Wij verwachten daar medio oktober een principebesluit over te nemen en zullen Provinciale Staten, conform het verleende mandaat, van dit besluit op de hoogte stellen. 8. Op dit moment zijn wij in overleg met de Regio West-Brabant over nog te realiseren windturbinelocaties. Wij verwachten dit najaar resultaten te kunnen hebben en zullen Provinciale Staten daarna een stand van zaken overzicht toesturen.