Ruimte Voor Klimaatdebat Zicht Op Interactie Tussen Klimaatpolitiek, Wetenschap En Media

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Ruimte Voor Klimaatdebat Zicht Op Interactie Tussen Klimaatpolitiek, Wetenschap En Media Ruimte voor klimaatdebat Zicht op interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media April 2010 Jeroen P. van der Sluijs, Rinie van Est en Monique Riphagen (redactie) Ruimte voor klimaatdebat Zicht op interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media Jeroen P. van der Sluijs, Rinie van Est en Monique Riphagen (redactie) Bestuur van het Rathenau Instituut drs. W.G. van Velzen (voorzitter) mw. prof.dr. C.D. Dijkstra mw. dr. A. Esmeijer prof. dr. H.W. Lintsen mw. prof. dr. H. Maassen van den Brink mw. prof. mr. J.E.J. Prins prof. dr. H.A.A. Verbon prof. dr. A. Zuurmond mr. drs. J. Staman (secretaris) Ruimte voor klimaatdebat: zicht op interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media Jeroen P. van der Sluijs, Rinie van Est en Monique Riphagen (redactie) Rathenau Instituut – Technology Assessment 5 Rathenau Instituut Anna van Saksenlaan 51 Postadres: Postbus 95366 2509 CJ Den Haag Telefoon: 070-342 15 42 Telefax: 070-363 34 88 E-mail: [email protected] Website: www.rathenau.nl Uitgever: Rathenau Instituut Bij voorkeur citeren als: Jeroen P. van der Sluijs, Rinie van Est en Monique Riphagen (red.) (2010), Ruimte voor klimaatdebat: zicht op interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media. Den Haag, Rathenau Instituut. Redactie Jeroen P. van der Sluijs, Rinie van Est en Monique Riphagen Eindredactie Gaston Dorren en Hans van Scharen Opmaak Rathenau Instituut © Jeroen P. van der Sluijs, Rinie van Est en Monique Riphagen 2010 Verveelvoudigen en/of openbaarmaking van (delen van) dit werk voor creatieve, persoonlijke of educatieve doeleinden is toegestaan, mits kopieën niet gemaakt of gebruikt worden voor commerciële doeleinden en onder voorwaarde dat de kopieën de volledige bovenstaande referentie bevatten. In alle andere gevallen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. 6 Ruimte voor klimaatdebat: zicht op interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media Voorwoord Binnen de klimaatdiscussie waren in 2009 alle ogen gericht op de VN-Klimaattop die vorig jaar december in Kopenhagen is gehouden. Op die top moest een nieuw klimaatverdrag gesloten worden, omdat het Kyotoprotocol in 2012 afloopt. In de klimaatdiscussie speelt wetenschappelijke kennis en onzekerheden een belangrijke rol. Beleidvorming rondom klimaat heeft een complex nationaal, Europees en mondiaal karakter. Het Rathenau Instituut heeft in 2009 meegewerkt aan het project World Wide Views on Global Warming (WWViews). Het centrale doel van dit project was burgers van over de gehele wereld een stem te geven in de klimaatdiscussie. Om dat te bereiken is een wereldwijd burgerforum georganiseerd op 26 september 2009. In 38 landen en 44 fora discussieerden honderd geïnformeerde burgers per land over klimaatverandering. Tevens beantwoordden ze vragen over de ervaren noodzaak en urgentie van een klimaatakkoord. De stem van deze ruim 4000 burgers wereldwijd werd gepresenteerd op de klimaatconferentie COP15 te Kopenhagen in december 2009. World Wide Views on Global Warming was het eerste burgerparticipatieproject op wereldschaal. De noodzaak daarvan lag in het feit dat het bij klimaatverandering om een probleem op wereldschaal gaat, maar ook dat beleidsvorming op dit terrein op wereldschaal plaatsvindt. Het Rathenau Instituut heeft ervaring met burgerpanels op nationale schaal en weet hoe de hazen lopen op het Nederlandse Binnenhof. Maar hoe zet je een wereldwijd burgerpanel op, op welke wijze bied je gebalanceerde informatie aan aan burgers en hoe zorg je ervoor dat het resultaat van het wereldwijde burgerforum ook aandacht krijgt op een VN Klimaattop? Om zicht te krijgen op het antwoord op dat soort vragen moesten we ons verdiepen in de wijze waarop de complexe internationale onderhandelingen rondom klimaatsverandering in zijn werk gaan en welke rol de Nederlandse politiek speelt in dit proces. Is het standpunt van de Europese Unie voorafgaand aan de onderhandelingen nu volledig leidend of heeft Nederland hier nog een zelfstandige positie in? Om de burgers goed te informeren, wilden we beter zicht krijgen op het wetenschappelijke klimaatdebat. Want wat is de consensus over de opwarming van de aarde onder klimaatwetenschappers? En wat is de status van dissente en sceptische geluiden en hoe kunnen deze op een goede wijze verwerkt worden in informatiemateriaal voor de burger? Daarnaast vroegen we ons wat burgers al weten over het klimaatprobleem en hoe ze geïnformeerd worden via de media. Berichten verschillende kranten en opiniebladen ook op verschillende wijze over het klimaatprobleem en gaan op een verschillende manier om met dissente en sceptische geluiden? Om zicht te krijgen op al deze vragen, zijn we een onderzoek gestart in samenwerking met het Copernicus Instituut van de Universiteit Utrecht. Voorafgaand aan de klimaatconferentie in Kopenhagen ontstond een politieke discussie over objectiviteit van de klimaatwetenschap. Gehackte e-mails van klimaatwetenschappers verschenen op internet waarin gesuggereerd werd dat deze klimaatwetenschappers onwelgevallige informatie uit de officiële IPCC- publicaties wilden weren. Na berichtgeving over fouten in het IPCC-rapport zelf, werd de politieke discussie steeds heviger. De politiek vroeg om foutloze klimaatwetenschap om haar politieke oordeel op te kunnen baseren. Tegelijkertijd gaf de klimaatwetenschap aan dat de politieke verwachtingen niet realistisch waren, aangezien foutloze wetenschap niet bestaat. Daarnaast bleven de conclusies van het laatste IPCC-rapport over het bestaan en de ernst van het klimaatprobleem volgens de wetenschappers volledig overeind. Het Rathenau Instituut signaleerde dat de klimaatwetenschap zelf onderdeel van het politieke debat was geworden. We besloten dat we op basis van de informatie die we reeds hadden verzameld in het kader van World Wide Views tevens in staat waren een goede bijdrage te leveren aan het debat dat was Rathenau Instituut – Technology Assessment 7 ontstaan. Daarvoor was het wel nodig om de focus van ons onderzoek te verschuiven naar de interactie tussen klimaatwetenschap, politiek en de media. Het resultaat hiervan ligt voor u. We hopen u met “Ruimte voor klimaatdebat” meer inzicht te bieden in de verhouding tussen politiek en klimaatwetenschap en de representatie hiervan in de media. Onze dank gaat uit naar Gerbrand Komen en Wim Turkenburg voor waardevolle opmerkingen en suggesties bij eerdere versies van de tekst van dit rapport. Frans W.A. Brom Afdelingshoofd Technology Assessment van het Rathenau Instituut 8 Ruimte voor klimaatdebat: zicht op interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media Samenvatting Ruimte voor klimaatdebat: zicht op interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media Deze studie brengt de complexe interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media in beeld. Gedurende de jaren zeventig en tachtig kreeg politiek en wetenschap steeds meer aandacht voor het klimaatprobleem, destijds broeikaseffect geheten. Bij gebrek aan voldoende wetenschappelijk bewijs en internationaal beleid voerde Nederland een no-regret klimaatbeleid. Men zette extra in op maatregelen, zoals energiebesparing, die vanuit andere beleidsterreinen al gerechtvaardigd zijn. Dit veranderde in de periode tussen 1987 en 1994. Sindsdien wordt de politieke omgang met wetenschappelijke onzekerheden op het gebied van klimaatsverandering bepaald door het voorzorgsprincipe en de wetenschappelijke consensusbenadering van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Het voorzorgsprincipe houdt in dat er voor ingrijpen ter beperking van een milieurisico geen volledige wetenschappelijke kennis van dat risico nodig is; gerede wetenschappelijke aanwijzingen zijn voldoende. Om een eenduidige wetenschappelijke kennisbasis ter ontwikkeling en legitimatie van internationaal klimaatbeleid te creëren richtten de VN in 1988 het IPCC op. Internationaal politiek handelen werd op deze wijze afhankelijk gemaakt van de wetenschappelijke consensus binnen het IPCC. Het eerste IPCC- rapport uit 1990 gaf aan dat dat voortgezette broeikasgasemissie door menselijk handelen waarschijnlijk tot opwarming zou leiden.. Op basis van die kennis werd in 1992 in Rio de Janiero het VN Klimaatverdrag afgesloten. Het tweede (1995), derde (2001) en vierde (2007) IPCC-rapport lieten een groeiend wetenschappelijk bewijs zien: in plaats van “waarschijnlijk” acht het IPCC het nu “zeer waarschijnlijk” dat niet ingrijpen “threats of serious or irreversable damage” met zich meebrengt. Het interactiemodel tussen politiek en wetenschap dat door de (inter)nationale politiek werd opgezet om met wetenschappelijke onzekerheden om te gaan wordt ook wel het lineaire of technocratische model genoemd. De aanname daarachter is dat meer wetenschappelijk onderzoek zal leiden tot meer betrouwbare kennis en minder onzekerheid en dat die kennis vervolgens een basis vormt voor politieke overeenstemming en besluitvorming. Men zou kunnen stellen dat voor Nederland het lineaire model lange tijd ‘gewerkt’ heeft, in de zin dat het heeft gezorgd voor een langdurige en brede politieke consensus over het klimaatbeleid. Als gevolg van deze aanpak is echter wel het politieke klimaatdebat niet ten volle gevoerd en is de klimaatwetenschap gepolitiseerd. Analyse van de parlementaire debatten over de laatste twintig jaar laten zien dat de IPCC-rapporten continu worden ingezet om het politieke debat in te perken. Herhaaldelijk worden vanuit de Tweede Kamer vragen gesteld over wetenschappelijke informatie
Recommended publications
  • Roacllilocks Isters, the Finance Ministers of the Member States Have De­ to VAT Cided to Meet Once a Month in Order to Make Headway in VAT Harmonization Harmonization
    Issue No. 4 01 IN THIS ISSUE RepoPt,No~ ~1Rsrrrye1' 22, 1B?6 "% L ') ~ l\tU page Community: Many Roadblocks to VAT Harmonization ••.•••• 1 Audits Recommended to Stop Farm Fund 'Cheaters' ••••••• 2 In Brief: Laying-Up Fund; Export Credit Accord ••••••.. 3 Germany: Uniform Plant Licensing; Nuclear Risks ••••••• 3 Italy: Conversion of Debts to Bank Holdings? ••.••••••• 4 Britain: No Pound Support after Strike Threat •••••.••• 5 Luxembourg: Restrained Expansion of 1977 Budget ••.•••• 6 Switzerland: Price Surveillance; Bank Reserves .••••... ? Norway: Selective Freeze on Prices, Profit Margins •••• 7 Euro Company Scene . ............. , ....•................. 8 •Community: As the result of a Dutch initiative in the Council of Min­ Roacllilocks isters, the finance ministers of the member states have de­ to VAT cided to meet once a month in order to make headway in VAT Harmonization harmonization. The Dutch government, which heads the Coun­ cil for the rest of this year, hopes that the ministers will be able to find political solutions to legal issues that the Council's working party so far has failed to re­ solve at its weekly meetings. But Community officials are increasingly doubtful whether the problems can be solved hy the end of 1976, the deadline for implementing the proposed system for the 1978 Connnunity Budget. In 1973 the Europe?n Commission had proposed harmoni­ zation of the VAT base in order to facilitate calculation of part of the Community Budget starting in '78 (Common Market Reports, Par. 3165). This proposal followed up on the Council's 1970 decision that the contributions to the Budget now derived from agricultural levies and customs du­ ties should be augmented as of 1979 by national VAT revenue obtained by applying a rate not exceeding 1% on a uniform assessment base.
    [Show full text]
  • Issue No. 461 Report No. 331, November 16, 19,7
    Issue No. 461 Report No. 331, November 16, 19,7 IN THIS ISSUE page CoIIlIIlunity: Amendment of Tax Arbitration Proposal? ••.•• ! Brussels Welcomes EC Court's Metro Decision .••••••.••• 2 France: Paris Moves to Stall Food Price Increases •••.• 3 Italy: Employers Push for 'Corporate Statute' ••••.•..• 4 Switzerland: Bern to Make Another VAT Attempt •.••.•••• 5 'Chiasso' Bank Faces High Tax, Interest Claims •••.•••• 5 Germany: More Recycling Averts Packaging Curbs •.•••••• 6 Portugal: Steep Tax Increases in Draft Budget ••••••••• 7 Euro Company Scene ... ,, ............ ,,,,,,, ... ,,,,.,,,, 8 Community: Now that both the European Parliament (EP) and the Economic •Amendment of and Social Committee (ESC) have submitted their comments on Tax Arbitration the European Commission's proposal for an arbitration pro- Proposal? cedure to eliminate double taxation, Commission tax experts are studying the reports with a view toward perhaps amend­ ing the measure. The objective of the draft directive is to offer a way of avoiding the double taxation of profits transferred "artificially" between associated enterprises established in different member states. It is believed that multinational companies in particular have been using this device of disguised and artificial profit transfers in numerous ways (for example, by demanding excessive patent fees). Under present circumstances, a member state's tax au­ thorities may slap a higher tax on a parent company that has in effect reduced its tax liability by transferring profits to a subsidiary in another state. Yet, tax author­ ities in the latter state may not necessarily lower their assessment accordingly. The draft proposes that in such a case a special arbitration commission, composed of national tax officials and independent persons, would work out a so­ lution in order to eliminate double taxation (Common Market Reports, Par.
    [Show full text]
  • Plaatsingslijst Van Het Archief Van J. Boersma
    1056 Plaatsingslijst van het archief van J. Boersma Levensjaren 1929-2012 (1957-1999) Samengesteld door J.F. Seijlhouwer Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) Vrije Universiteit Amsterdam De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam Collectie nummer: 1056 Mei 2014 Inleiding In april 2014 werd een aantal dozen betreffende J. (Jaap) Boersma *1929, †2012, progressieve antirevolutionair en vakbondsman; lid van de Tweede Kamer en het Europees Parlement, minister, directielid N.V. OGEM en direc- teur Gemeentelijke Stadsreiniging Amsterdam (zie o.a. www.parlement.com) doro mw. E. Boersma-van Soest overgedragen een het Documentatiecentrum. De inhoud van de dozen was niet beschreven en niet geordend. Hieronder volgt een summier plaatsingslijst die een eerste indruk geeft van de stukken. Opmerking tussen dubbele aanhalingstekens zijn overgenomen van de oor- spronkelijke archiefdozen. 2 Plaatsingslijst De nummers zijn doosnummers 1 Foto’s, 1972, aantreden als minister, en OGEM bouw in Saoedi- Arabië; Ad van der Blom, Toon Wegener een gebaar naar de ander, met opdracht, 1992; OR-informatie, 1982, nr 5, ‘Jaap Boersma. Wat doet hij tegen- woordig. Nadenken over de WOR’; Herdenkingsuitgave Joop den Uyl 1919-1987; De eerste adviseur van de minister. Herinneringen van vijf minis- ters aan secretaris-generaal W.A. van den Berg, 1985; Een nieuw oud gebouw, 1991; Samenvatting beleid kabinet Den Uyl, 1973-1977; Werkcollege Econ. geschiedenis, prof. Sneller; Collegedictaten, 4 delen. 2 Ingekomen brieven, 1971-1985, 2 omslagen (1 van 2). 3-4 Ingekomen brieven, 1978-1999, 2 omslagen (2 van 2) Omslag met opschrift “Allerlei”, o.a. Foto’s formatie kabinet Den Uyl; Knipsels; ‘Zittingsdocumenten Europees Parlement, 1957-1985, 2 omslagen.
    [Show full text]
  • Het Hof Van Brussel of Hoe Europa Nederland Overneemt
    Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt Arendo Joustra bron Arendo Joustra, Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt. Ooievaar, Amsterdam 2000 (2de druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/jous008hofv01_01/colofon.php © 2016 dbnl / Arendo Joustra 5 Voor mijn vader Sj. Joustra (1921-1996) Arendo Joustra, Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt 6 ‘Het hele recht, het hele idee van een eenwordend Europa, wordt gedragen door een leger mensen dat op zoek is naar een volgende bestemming, die het blijkbaar niet in zichzelf heeft kunnen vinden, of in de liefde. Het leger offert zich moedwillig op aan dit traagkruipende monster zonder zich af te vragen waar het vandaan komt, en nog wezenlijker, of het wel bestaat.’ Oscar van den Boogaard, Fremdkörper (1991) Arendo Joustra, Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt 9 Inleiding - Aan het hof van Brussel Het verhaal over de Europese Unie begint in Brussel. Want de hoofdstad van België is tevens de zetel van de voornaamste Europese instellingen. Feitelijk is Brussel de ongekroonde hoofdstad van de Europese superstaat. Hier komt de wetgeving vandaan waaraan in de vijftien lidstaten van de Europese Unie niets meer kan worden veranderd. Dat is wennen voor de nationale hoofdsteden en regeringscentra als het Binnenhof in Den Haag. Het spel om de macht speelt zich immers niet langer uitsluitend af in de vertrouwde omgeving van de Ridderzaal. Het is verschoven naar Brussel. Vrijwel ongemerkt hebben diplomaten en Europese functionarissen de macht op het Binnenhof veroverd en besturen zij in alle stilte, ongezien en ongecontroleerd, vanuit Brussel de ‘deelstaat’ Nederland.
    [Show full text]
  • 'Holland's Single Most Important Weapon'
    ‘Holland’s single most important weapon’ A CPE-inspired Common Sense Analysis of the Consensus on Wage Restraint in the Netherlands Tom van de Haar 10379029 09-07-18 De Deken Abstract Although wage restraint is often used as an explanans for the Dutch ‘miracle’, it is rarely viewed as an explanandum: that which needs to be explained. This thesis investigates how wage restraint became the ‘go-to’ solution during economic downturns in the Netherlands. Despite the occasional reluctance of trade unions to accept lower wage increases, the consensus of the social partners on wage restraint and its apparent benefits throughout the last few decades has been remarkable. To understand why trade unions have subscribed to a logic that not necessarily seems beneficial for its members it is necessary to adopt a CPE-inspired common sense framework. With the help of this framework, this thesis argues that the consensus of the government and the social partners on wage restraint has been underpinned and shaped by a competitiveness discourse, which over time has been incorporated into common sense. This competitiveness discourse has been propagating an unequivocal positive link between wage restraint and employment. The incorporation of the logic of the competitiveness discourse into the common sense of a variety of actors opened up space for a synthesis of the different perspectives, and subsequently fostered a broad-based consensus on wage restraint. 2 Table of contents 0: Abstract 2 0: Introduction 4 1: Theoretical Framework 7 1.1: The wage restraint-employment
    [Show full text]
  • Personalization of Political Newspaper Coverage: a Longitudinal Study in the Dutch Context Since 1950
    Personalization of political newspaper coverage: a longitudinal study in the Dutch context since 1950 Ellis Aizenberg, Wouter van Atteveldt, Chantal van Son, Franz-Xaver Geiger VU University, Amsterdam This study analyses whether personalization in Dutch political newspaper coverage has increased since 1950. In spite of the assumption that personalization increased over time in The Netherlands, earlier studies on this phenomenon in the Dutch context led to a scattered image. Through automatic and manual content analyses and regression analyses this study shows that personalization did increase in The Netherlands during the last century, the changes toward that increase however, occurred earlier on than expected at first. This study also shows that the focus of reporting on politics is increasingly put on the politician as an individual, the coverage in which these politicians are mentioned however became more substantive and politically relevant. Keywords: Personalization, content analysis, political news coverage, individualization, privatization Introduction When personalization occurs a focus is put on politicians and party leaders as individuals. The context of the news coverage in which they are mentioned becomes more private as their love lives, upbringing, hobbies and characteristics of personal nature seem increasingly thoroughly discussed. An article published in 1984 in the Dutch newspaper De Telegraaf forms a good example here, where a horse race betting event, which is attended by several ministers accompanied by their wives and girlfriends is carefully discussed1. Nowadays personalization is a much-discussed phenomenon in the field of political communication. It can simply be seen as: ‘a process in which the political weight of the individual actor in the political process increases 1 Ererondje (17 juli 1984).
    [Show full text]
  • Roger Janssen
    ROGER JANSSEN In search of a path In search ROGER JANSSEN ROGER JANSSEN 1975 to 1991 policy of Suriname from An analysis of the foreign In search of a path An analysis of the foreign policy of Suriname from 1975 to 1991 In search The foreign policy of small states is an often neglected topic, which is particularly the case when it comes to Suriname. How did the young Republic deal with its dependency on the Netherlands for development aid after 1975? Was Paramaribo following a certain foreign policy strategy of a path or did it merely react towards internal and external events? What were the decision making processes in defi ning the foreign policy course and who was involved in these processes? And why was a proposal An analysis of the foreign policy discussed to hand back the right of an independent foreign and defence policy to a Dutch Commonwealth government in the early 1990s? of Suriname from 1975 to 1991 These questions are examined here in depth, in the fi rst comprehensive analysis wof Suriname’s foreign policy from 1975 to 1991. The book provides readers interested in Caribbean and Latin American affairs with a detailed account of Suriname’s external relations. Moreover, the young Republic may stand as a case study, as it confronted the diffi culties and challenges that small developing states often face. Roger Janssen (1967), born in the Dutch-German border region of Cleve, migrated to Australia in 1989. He received his education as a historian at the University of Western Australia where he obtained a Ph.D.
    [Show full text]
  • Waar Komt De 'Tinbergennorm' 1: 5 Vandaan?
    Waar komt de 'Tinbergennorm’ 1: 5 vandaan? Broer Akkerboom* * Voormalig Docent Openbare Financiën; Rijksuniversiteit Groningen Versie: 25 april 2015. De inkomensverdeling is een hot item. In de beleidsdiscussies wordt vaak naar Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen verwezen. Hij zou gesteld hebben dat de ratio van het maximum- en minimuminkomen in een bedrijf niet hoger mag zijn dan vijf. Dit artikel is een zoektocht naar de precieze bron van deze Tinbergennorm. Bekende gebruikers van de norm worden op hun bronnen getoetst. Een Amerikaanse Nobelprijswinnaar wordt gewogen. Wikipedia komt op de pijnbank. En om te beginnen wordt Tinbergen zelf uitgebreid doorgelicht. Het resultaat is verrassend. Dat Jan Tinbergen de norm van 1: 5 heeft bedacht, lijkt een verzinsel. Normatieve discussie Loonfatsoen van Margo Trappenburg e.a. (2014) is een heel aardig boek over beloningsverschillen. Vooral vanwege de in het boek opgenomen interviews waarbij hoger- en lagerbetaalde Nederlanders praten over het eigen inkomen in relatie tot dat van anderen in hun werkomgeving. De geïnterviewden hebben het er niet gemakkelijk mee, niet met het eigen als ook met andermans inkomen, maar toch is de toonzetting heel wat 'invoelender’ dan men normaal in de sociale media en andere media ervaart. De interviews, aangevuld met enige artikelen van een aantal inkomensdeskundigen, leveren hoofddocent bestuurs- en organisatiewetenschap Margo Trappenburg en docent sociale en politieke filosofie Pieter Pekelharing het materiaal op om in het laatste hoofdstuk van het boek te kunnen concluderen, dat er in de bedrijven, op de werkplek, discussies over moreel verantwoorde inkomensverhoudingen moeten komen. En die discussies zouden wat hun betreft moeten plaatsvinden aan de hand van een norm, "de Tinbergennorm, de 1:5- verhouding".
    [Show full text]
  • Den Uyl, Lay-Out
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Joop den Uyl 1919-1987 : dromer en doordouwer Bleich, A. Publication date 2008 Link to publication Citation for published version (APA): Bleich, A. (2008). Joop den Uyl 1919-1987 : dromer en doordouwer. Uitgeverij Balans. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:01 Oct 2021 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 266 Hoofdstuk 11 Rood met een witte rand Eind 1972 waren er verkiezingen voor deTweede Kamer.Het vijfpartijen- kabinet onder de Antirevolutionaire premier Barend Biesheuvel was ten onder gegaan aan een conflict van liberalen en confessionelen met de partij van de jonge Drees. De ds’70-ministers wilden de bezuinigingen waar ze vóór waren niet zelf voor hun rekening nemen.
    [Show full text]
  • Emotie in De Politiek
    r - - Jaarboek Parlementaire Geschiedenis ^ 2003 Emotie in de politiek / Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2003 Emotie in de politiek Jaarboek Parlementaire Geschiedenis Emotie in de politiek Redactie: C.C. van Baaien W. Breedveld J.W.L. Brouwer P.G.T.W. van Griensven J.J.M. Ramakers W.R Secker Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Sdu Uitgevers, Den Haag Foto omslag: Roel Rozenburg Vormgeving omslag en binnenwerk: Wim Zaat, Moerkapelle Zetwerk: Wil van Dam, Utrecht Druk en afwerking: A-D Druk BV, Zeist © 2003, Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Nijmegen Alle rechthebbenden van illustraties hebben wij getracht te achterhalen. Mocht u desondanks menen aanspraak te maken op een vergoeding, dan verzoeken wij u contact op te nemen met de uitgever (www.sdu.nl). Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. isbn 90 12 09 9 6 7 6 issn 15 6 6 -5 0 5 4 Inhoud Ten geleide 7 Artikelen 11 Retnieg Aerts, Emotie in de politiek. Over politieke stijlen in Nederland sinds 1848 12 Rady B. Andeweg en Jacques Thomassen, Tekenen aan de wand? Kamerleden, kiezers en commentatoren over de kwaliteit van de parlementaire democratie in Nederland 26 Carla van Baaien, Cry if I want to? Politici in tranen 36 Ulla Jansz, Hartstocht en opgewondenheid. Kamerdebatten over mensenrechten in de koloniën rond 1850 47 Marij Leenders, ‘Gesol met de rechten van vervolgde mensen.’ Emoties in het asieldebat 1938-1999 57 Carla Hoetink, Als de hamer valt.
    [Show full text]
  • RUG/DNPP/Repository Boeken/De Rogge Staat Er Dun Bij/1. Sterven
    ii Sterven in elkaars armen Nieuwe dingen moeten van onderop komen De campagnebus reed naar het zuiden. Het CDA was onderweg naar Kerkrade, naar de eerste grote partijmanifestatie van de 'hete fase' vlak voor de Tweede-Kamerverkiezingen. Lijsttrekker Elco Brinkman brak tijdens de lunch het brood met bisschop Frans Wiertz van Roer- mond. Die had na monseigneur Gijsen de dialoog teruggebracht in de Limburgse kerk, een man dus bij wie Brinkman zich thuis kon voelen. Ze gaven na afloop geen interviews aan de media. De bus reed verder, vol journalisten maar zonder lijsttrekker. Brinkman bleef enige uren buiten beeld en belde met advocaten en adviseurs. In het partijhoofdkwartier in Den Haag was de CDA-campagneraad druk doende. Kamervoorzitter Deetman en interim-partijvoorzitter Tineke Lodders hadden daar de touwtjes in handen. Zijwilden het be- gin van de campagne luister bijzetten met een verrassing. Het CDA kon wel een opsteker gebruiken. Diezelfde dag, woensdag 13 april 1994, was premier Ruud Lubbers toch in Brussel en hij werd op de valreep bereid gevonden bij zijn terugreis het Wijngrachttheater in Kerkrade aan te doen. Hij zou er de CDA-manifestatie onverwacht opluisteren. In de campagnebus wisten ze van niets. Pas toen Elco Brinkman met zijn entourage in Kerkrade arriveerde, werd hen gemeld wie in aan- tocht was. Perschef Frits Wester wachtte Lubbers op bij de deur van het theater en vroeg hem wat hij die avond ging doen. Lubbers beende hem voorbij: 'Mmm, niks bijzonders. Beetje Elco ondersteunen.' Ook dat hectic ondersteuning kon het CDA in 1994 niet meer helpen. De verkie- zingen van 3 mei van dat jaar werden een scherpe inbreuk in de ont- wikkeling van de christen-democratie.
    [Show full text]
  • Abstract Dutch
    VU Research Portal Mooie Barend Scholten, W.F. 2012 document version Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in VU Research Portal citation for published version (APA) Scholten, W. F. (2012). Mooie Barend: Biografie van B.W. Biesheuvel 1920-2001. Uitgeverij Bert Bakker. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. E-mail address: [email protected] Download date: 27. Sep. 2021 SAMENVATTING MOOIE BAREND In deze biografie gaat het om het leven van Barend Willem Biesheuvel, leider van de Antirevolutionaire Partij (ARP) en minister-president van Nederland (1971-1973). Zijn bekendste bijnaam was ‘Mooie Barend’, vanwege zijn lengte (1.97 meter) en zijn good looks. Biesheuvel werd op 5 april 1920 geboren in de Houtrokpolder, een typisch Nederlandse polder tussen Amsterdam en Haarlem. Zijn voorouders hadden zich in die streek gevestigd nadat ze het Land van Heusen en Altena, in het zuiden van het land, verlaten hadden.
    [Show full text]