Het Eeuwige Fascisme?
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Het eeuwige fascisme? De doorwerking van het fascisme in de naoorlogse ver-rechtse politiek in Nederland Naam: Frank de Bruin Inleveringsdatum: 1 juli 2020 Vak: scriptie master geschiedenis Begeleider: Daniël Knegt Abstract Nadat het Forum voor Democratie in 2019 de winnaar was geworden van de Provinciale Statenverkiezingen barstte er een publiek debat los over de vraag of er sprake was van een herlevend fascisme. De vraag stond niet op zichzelf. Al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog menen journalisten, wetenschappers en politici getuige te zijn van een heropleving van dit ultieme kwaad. In de debatten hierover klonken veel stemmen en argumenten, maar werd nauwelijks gebruik gemaakt van bevindingen uit het internationale fascisme-onderzoek. Die lacune tracht dit onderzoek te vullen. Daarbij staat de vraag centraal in hoeverre er in het naoorlogse Nederland in de ver-rechtse politiek sprake is geweest van een doorwerking van de fascistische ideologie. Om die vraag te beantwoorden wordt gebruik gemaakt van een aangepaste versie van het ideaaltype van het fascisme van historicus Roger Griffin. Daarbij staan twee deelvragen centraal: in hoeverre keerden de elementen van het fascisme na de oorlog terug, en in hoeverre was er sprake van een doorwerking op vernieuwing van het fascisme. Op basis van de bevindingen zal de these worden verdedigd dat er nauwelijks sprake is geweest van een doorwerking, omdat veruit de meeste ver-rechtse organisaties een ideologie aanhingen die lang niet zo revolutionair en radicaal was als het klassieke fascisme. ‘Of all the unanswered questions of our time, perhaps the most important is: ‘What is Fascism?’… All one can do for the moment is to use the word with a certain amount of circumspection and not, as is usually done, degrade it to the level of a swearword.’1 - George Orwell 1 George Orwell, ‘What is fascism?’, website Orwell.ru. https://bit.ly/30AySi2 (geraadpleegd 12 juni 2020) Inhoudsopgave Inleiding 1 Historiografie 2 Onderzoeksmethoden 7 Golf 1 16 Voormalige politieke delinquenten 12 Conservatief milieu 23 Conclusie golf 1 30 Golf 2 32 Neoliberalen 34 Neofascisten 41 Conclusie golf 2 48 Golf 3 50 Volksnationalisten 53 Centrumdemocraten 61 Conclusie golf 3 68 Golf 4 70 Cultuurnationalisten 71 Volksnationalisten 78 Conclusie golf 4 85 Conclusie 87 Epiloog: De boreale koers 94 Bijlagen 97 Begrippenlijst 99 Literatuurlijst 101 Gebruikte afkortingen AIVD – Algemene Inlichtingen- en NESB - Nationaal Europese Sociale Beweging Veiligheidsdienst NMP – Nederlandse Middenstandspartij BP - Boerenpartij NNP – Nieuwe Nationale Partij CP – Centrumpartij NOU – Nationale Oppositie Unie CD - Centrumdemocraten NR – Nieuw Rechts CP’86 – Centrumpartij ‘86 NSA - Nationaal Socialistische Aktie DMP – Democratische Middenpartij NSB – Nationaal-Socialistische Beweging EEG – Europese Economische Gemeenschap NVU – Nederlandse Volksunie EGKS – Europese Gemeenschap voor Kolen en NVU2 – Nederlandse Volks Unie Staal ONG – Onafhankelijke Nationale Groep ENR – Europese Nieuw Rechts PBO – Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie ESB – Europese Sociale Beweging PEA – Partij Economisch Appel EU – Europese Unie PEGIDA - Patriotische Europäer gegen die FvD – Forum voor Democratie Islamisierung des Abendlandes HRS – Hoge Raad (Strafkamer) PRV – Partij voor Recht, Vrijheid en Welvaart IISG - Internationaal Instituut voor Sociale PVV – Partij voor de Vrijheid Geschiedenis SOPD - Stichting Oud Politieke Delinquenten JFvD – Jongeren Forum voor Democratie VLL – Verbond der Lage Landen LPF – Lijst Pim Fortuyn VLN - Veteranen Legioen Nederland LSP – Liberale Staatspartij VNH – Verbond Nationaal Herstel NA – Nationale Alliantie VNN – Volksnationalisten Nederland NDP – Nieuw-Democratische Partij VVD – Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Inleiding Op 20 maart 2019 werd de jonge partij Forum voor Democratie (FvD) bij de Provinciale Statenverkiezingen met 14,53 procent van de stemmen de grootste partij van Nederland. Diezelfde avond hield partijleider Thierry Baudet een controversiële toespraak. Hierin stelde hij dat de Nederlandse cultuur, als onderdeel van de ‘boreale wereld’ en ‘grootste beschaving die ooit heeft bestaan’, werd verkwanseld door het desastreuse migratie- en klimaatbeleid van de gevestigde orde. Hij voorspelde echter dat er na deze ‘eerste grote veldslag’ een ‘wederopstanding’ plaats zou vinden.2 De toespraak ontketende een publieke discussie over de vraag of hier sprake was van een ‘fascistische’ speech.3 Deze gebeurtenis staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een langere traditie waarin rechtse politici van Hendrik Koekoek tot Pim Fortuyn in verband worden gebracht met het fascisme. Zeker vandaag de dag, met de groei van het rechts-populisme, blijft de vraag relevant of het fascisme nog een politieke kracht van betekenis is. Willem Huberts, die in 2017 promoveerde op een onderzoek naar het Nederlandse fascisme4, verklaarde in een interview dat hij zich niet met iets als naoorlogs fascisme wilde bezighouden ‘omdat daarvoor de definitie van fascisme te veel zou moeten worden opgerekt’.’5 Dit weerhield hem er niet van de toespraak van Baudet op LinkedIn te typeren als ‘fascistisch’, een stelling die fascisme-kenner Robin te Slaa weer onder vuur nam (zie bijlage 1). Huberts baseerde zich in zijn dissertatie en opmerkingen over Baudet op het werk van de Engelse historicus en politicoloog Roger Griffin. Dit onderzoek wil deze hedendaagse discussies verhelderen met een historische dimensie. Daarom wordt op basis van Griffins definitie de vraag gesteld in hoeverre er na de oorlog in Nederland binnen het politieke ver-rechtse spectrum sprake is geweest van een doorwerking van de fascistische ideologie. Daarbij zal de these worden verdedigd dat er nauwelijks sprake is geweest van een doorwerking omdat veruit de meeste ver-rechtse organisaties een ideologie aanhingen die lang niet zo revolutionair en radicaal was als het klassieke fascisme. Om het nut van deze invalshoek te onderbouwen volgt hierop een historiografische analyse van het gebruik van het begrip ‘fascisme’ in onderzoek naar rechtse Nederlandse organisaties die in verband zijn gebracht met het fascisme. Daarna zullen de precieze onderzoeksmethoden uiteen worden gezet. 2 Zonder auteur, ‘Spreektekst Thierry Baudet, verkiezingsavond 20 maart 2019’, 21 maart 2019, website Trouw. https://bit.ly/2Nfz12p (geraadpleegd 19 oktober 2019). 3 Sjoerd De Jong, ‘Nog meer Baudologie in de krant: tussen analyse en etiketten plakken’, NRC Handelsblad, 22 maart 2019, 1. 4 Willem Huberts, In de ban van een beter verleden. Het Nederlandse fascisme 1923 – 1945 (Nijmegen 2017). 5 Sander van Valsum, ‘Nederland had geen aanleg voor klassiek fascisme’, De Volkskrant, 7 maart 2017, 25. 1 Historiografie De recente discussies over het vermeende fascisme van eigentijdse rechtse politici staan niet op zichzelf. Vrijwel vanaf de val van de Asmogendheden zijn er mensen geweest die waarschuwden voor een heropleving van het fascisme. Regelmatig klonken er waarschuwingen voor eigentijdse nationalisten, wier racisme, politieke stijl en kritiek op links sterke overeenkomsten zouden vertonen met het klassieke fascisme.6 Toch werd het fascisme in Nederland in de eerste jaren na de oorlog nog vooral gezien als een afwijking in de geschiedenis, een achterwaartse gedachte die alleen aanhang onder rancuneuze en onderontwikkelde mensen had gevonden en definitief tot het verleden behoorde.7 Nederland was nog in de ban van wat de ‘verzetsmythe’ is genoemd, de overtuiging dat het onbuigzame en heldhaftige Nederlandse volk als één blok tegen de Duitsers had gestreden. ‘Het kwaad’ dat men zo verachtte werd zo buiten de eigen identiteit geplaatst, als iets waar normale Nederlanders niet vatbaar voor zouden zijn. Hier kwam in de jaren zestig echter verandering in. Een nieuwe generatie begon kritische vragen te stellen over de ontwikkeling van de Jodenvervolging en de rol van het Nederlandse volk hierin. Het leidde tot een generatieconflict, waarbij de jongeren hun ouders verweten ook ‘fout’ te zijn geweest. Dit droeg op zijn beurt bij aan de vorming van een nieuw moreel kader, een nieuwe mythe, waarin de jongere generatie in de ban raakte van ‘goed en fout’ en meende de oude verzetsstrijd te moeten voortzetten tegen eigentijdse manifestaties van het oude ‘kwaad’. Dat kwaad zagen ze vooral aan de rechterzijde van het politieke spectrum.8 Een van de eerste waarschuwingen voor een herleving van het fascisme dateert dan ook uit deze periode, toen de Boerenpartij (BP) haar opmars maakte (zie golf 2). Zo eindigde historicus Anthonius de Jonge zijn onderzoek naar de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) met een waarschuwing: Want er zijn tekenen, die men als een sein-op-onveilig voor de democratie moet zien. Enerzijds de onverwachte electorale successen van de Boerenpartij, een in haar negativisme onmiskenbaar ondemocratische beweging, die in haar demagogie vaak herinnert aan stromingen van vóór de oorlog.9 6 Diethelm Prowe, ‘’Classic’’ Fascism and the New Radical Right in Western Europe: Comparisons and Contrasts’ in Contemporary European History 3 (1994) afl. 3, 289 – 313, aldaar 295. 7 Nigel Copsey, ‘’Fascism… but with an open mind’ Reflections on the Contemporary Far Right in (Western) Europa’, Fascism 2 (2013) afl. 1, 1 – 17, 4 en Anthonius de Jonge, ‘Fascisme; een omstreden en beladen begrip’, Spiegel Historiael 22 (1987) 484 – 487. 8 Chris van der Heijden, Grijs Verleden. Nederland en de Tweede Wereldoorlog (Amsterdam 2001), 284, 285, 338, 356 – 358, 376 – 281, 386 - 388, 399, 410 en 411 en Hans