De Literaire Aspecten Van De Costerlegende: Mythologie in De Vorm Van Een Klassieke Pleitrede

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Literaire Aspecten Van De Costerlegende: Mythologie in De Vorm Van Een Klassieke Pleitrede De literaire aspecten van de Costerlegende: Mythologie in de vorm van een klassieke pleitrede Joost Robbe (Westfälische Wilhelms-Universität, Münster) This article presents an analysis of the rhetorical and stylistic methods adopted by Hadrian Junius (1511-1575) in the seventeenth chapter of his Batavia (1588), in which he aimed to argue that printing was invented by Laurens Janszoon Coster of Haarlem. The mythical status of the Coster Legend is, at present, uncontested and well documented, but Junius’ rhetorical argument, inspired by conversations with prominent citizens of Haarlem, has never before been subjected to such thorough analysis. This article makes it clear that Junius’ primary intention was not to convey facts, but to deliver a deliberate mytholo- gisation of an already well-established legend about the invention of printing in Haarlem. He presented this mythologisation as a classical plea against the followers of Gutenberg. 1. Inleiding Het is alweer ruim twintig jaar geleden dat Lotte Hellinga’s en Clemens de Wolfs schitterende boekje over de Costerlegende en het begin van de boekdrukkunst in Europa is verschenen, waarin beide auteurs de verwarrende en doorgaans tegen- strijdige getuigenissen over de vermeende Haarlemse uitvinder van de boekdruk- kunst Laurens Janszoon Coster voorgoed in hun juiste historische context hebben geplaatst.1 Nu het duidelijk is dat alle wegen die de drukkers zijn gegaan, terug te voeren zijn naar het begin in Mainz, nu Johannes Gutenberg als heros ktistes van de boekdrukkunst stevig op zijn voetstuk staat, en nu wij een scherper beeld hebben van het ontstaan van de prototypografie en de invoering van de boekdrukkunst in onze gewesten,2 is de tijd eindelijk rijp om de Costerlegende op haar echte waar- de te schatten, namelijk een waarde die niet ligt op het vlak van de incunabilistiek, maar op het vlak van de literatuurwetenschap en de cultuurgeschiedenis. In dit artikel wil ik aan de hand van een literair-stilistische analyse van de Costerle- gende, zoals deze door Hadrianus Junius (1511-1575) voor de eerste keer in zijn Batavia werd opgetekend, aantonen dat het Junius niet in de eerste plaats te doen was om een aanlevering van feiten, maar om een bewuste mythologisering van 17 internationale neerlandistiek een in die tijd reeds gevestigde legende over het ontstaan van de boekdrukkunst in de stad Haarlem, die hij in de klassiek-retorische vorm van een pleitrede tegen de aanhangers van Gutenberg heeft gepresenteerd. 2. Voorgeschiedenis Hoewel Junius de eerste was om de naam ‘Laurens Janszoon Coster’ in zijn vroeg- moderne geschiedenis van het graafschap Holland – de zogenaamde Batavia illu- strata (voltooid in 1570, gedrukt in 1588) – te vermelden, zijn er voldoende bewij- zen voor dat er in Haarlem al geruime tijd een gerucht de ronde deed, dat de drukkunst in de Spaarnestad was uitgevonden. De vroegste schriftelijke bron, waarin sprake is van de boekdrukkunst als een Haarlemse uitvinding, dateert uit 1561, namelijk toen Dirk Volckertszoon Coornhert (1522-1590) in de voorrede van zijn Nederlandse vertaling van Cicero’s Officia opmerkte dat: de nutte conste van Boeckprinten alder eerst alhier binnen Haerlem ghevon- den is [...], welke conste namaels van een ongetrouwe knecht gevoert zijnde tot Mens [Mainz, JR] also seere aldaer verbetert is.3 De daaropvolgende paragraaf met de dubieuze en wellicht bewust algemeen ge- houden bewijsvoering begint kordaat met een apologetische sententie: ‘Maer want waerheyt te minder geen waerheyt en is, al ist so dat die van weynig volcx geweten wert'. Coornhert legt er de nadruk op dat de familie en de naam en toenaam van de uitvinder hem dikwijls werden genoemd en het huis waar de uitvinder woonde hem dikwijls ‘metten vingeren’ werd aangewezen, en vooral dat hij zich voor de waarheid van zijn verhaal kan beroepen op ‘tgheloofwaerdige getuygenisse van seer oude statige ende graeuwe hoofden'. Deze geloofwaardige getuigen hadden hem te pas en te onpas van ‘d’eerste grove maniere van drucken’ verteld, maar voor de rest moeten wij het zonder concrete informatie stellen.4 Dat de legende over de boekdrukkunst als Haarlemse uitvinding echter ook al vóór 1561 moet hebben bestaan, valt af te leiden uit de rationalisatie die deze in Coornherts versie heeft ondergaan. De Haarlemse legende blijkt bij Coornhert namelijk verzoend met de algemene opvatting dat de boekdrukkunst in Mainz is ontstaan.5 Omdat de vroege aanwezigheid van de boekdrukkunst in Mainz alge- meen bekend was (er waren immers genoeg colofons in oude boeken die uitdruk- kelijk naar Mainz verwezen), moest er namelijk een beroep worden gedaan op een theatrale noodoplossing: een ontrouwe knecht had de Haarlemse drukker het ge- heim van de boekdrukkunst ontfutseld en naar Mainz gebracht. Ook Jan van Zu- rens inleiding tot een geschiedenis van de uitvinding, die gedeeltelijk werd afge- drukt in 1628 in Petrus Scriverius’ Lavre-kranz voor Laurens Coster van Haerlem, moet hetzelfde element van rationalisatie hebben bevat.6 Scriverius wijst er immers op dat volgens Van Zuren de ‘als doen noch rouwe konst door een vreemdeling vervoerdt is: 18 de literaire aspecten van de costerlegende Van hier nar Ments ghebraght',7 wat hem prompt de uitspraak ontlokt dat de boek- drukkerij te Mainz ‘niet van wettighen, maer van overspeelderschen bedde’ was.8 3. Junius’ Batavia Toen Junius omstreeks 1564 na veel omzwervingen door verschillende landen van Europa (Italië, Frankrijk, Engeland en Denemarken) naar Haarlem terugkeerde om er stadsarts en rector van de Latijnse school te worden, werd hij opgenomen in een kring van intellectuelen en kunstenaars, zoals de Haarlemse advocaat en burgemeester Jan van Zuren, de humanist Dirk Volckertszoon Coornhert en de kunstschilder Maarten van Heemskerck (1498-1574). Het lijkt dan ook aanneme- lijk, dat deze Haarlemse intelligentsia hem bij het schrijven van zijn Costerle- gende ‘behulpzaam’ is geweest. In het zeventiende hoofdstuk van zijn Batavia be- richt hij hoe de drukkunst in Haarlem is uitgevonden.9 De vertaling van dit fragment is als bijlage bij dit artikel opgenomen. Hieronder beperk ik mij tot de analyse ervan. Lotte Hellinga noemt Junius’ verhaal ‘een romantisering, verborgen onder een neo-klassieke vorm’ en is van mening dat ‘het wat de inhoud betreft nauwelijks een nadere analyse nodig [heeft]'.10 Toch is dit oordeel van Hellinga niet helemaal terecht. In plaats van de tekst een romantisering – een anachronisme voor een tekst uit de zestiende eeuw – te noemen, kan men beter van een pathetische evo- catie spreken, die overigens helemaal binnen de retorische voorschriften van het genus judiciale blijft. Dit verklaart dan ook meteen de neo-klassieke vorm. Boven- dien is een nadere analyse helemaal niet overbodig, alleen al omdat, zoals Karl von Heinecken in de achttiende eeuw al opmerkte: das ganze Costerische Gebäude [...] sich auf Adrian Junii Erzählung [gründet]; ist diese falsch, so sieht es schlecht mit Coster aus. Die nachkommenden Scri- benten haben sich deswegen steif und fest darauf verlassen; und ob sie zwar verschiedenes, aus einer Begeisterung, denn Nachrichten hatten sie nicht, hin- zugesetzt: so haben sie doch an der Erzählung selbst nichts geändert.11 Junius’ tekst vormt met andere woorden de voornaamste basis voor alle historisch onderzoek naar het ontstaan van de boekdrukkunst in Haarlem. Vanuit het perspectief van de klassieke retorica behandelt Junius in zijn plei- dooi wat de concreetheidsgraad betreft een quaestio finita (of causa), waarbij het uitsluitend gaat om aantoonbare en verifieerbare feiten;12 wat de complicatie- graad betreft, is er echter sprake van een quaestio duplex, waarbij de tweede vraag ondergeschikt is aan de eerste, namelijk ten eerste: ‘Wie heeft de boekdrukkunst uitgevonden?', en ten tweede: ‘Indien de boekdrukkunst in Haarlem is uitgevon- den, is deze dan onrechtmatig naar Mainz gebracht?’ Het eigenlijke domein van 19 internationale neerlandistiek een quaestio finita is het domein van het burgerlijk procesrecht, waar de retorica zich zonder meer in haar natuurlijke element bevindt.13 Bij Junius staan twee par- tijen tegenover elkaar: Haarlem en Mainz. Het exordium begint met een waarheidsapologie. Junius wijst erop, dat hij de zaak als advocaat van de Haarlemse partij uit moreel waardevolle motieven behar- tigt, als getuige van de waarheid en in het belang van het algemeen, evenwel met het volle bewustzijn, tegen een oppermachtige tegenpartij te strijden. Zoals het hoort volgt een status translationis, die wordt uitgelokt door de (impliciete) klacht van de tegenpartij dat er voor het proces geen geldige rechtsgrond bestaat: ‘non habes jus actionis'. Daartegen voert Junius twee typisch humanistische argumenten aan: enerzijds is het legitiem om over de uitvinding van de boekdrukkunst te rede- twisten, aangezien de Ouden destijds ook over de uitvinding van het schrift heb- ben geredetwist (analogiebewijs); anderzijds is de disputatio de enige weg die tot waarheidsvinding leidt. Om dit kracht bij te zetten citeert Junius auctoritates als Cicero, Aulus Gellus, Lactantius, Tacitus en Hyginus. Tenslotte verklaart hij nog- maals nadrukkelijk uit waarheidsliefde en in dienst van de gerechtigheid te han- delen, zonder daarbij enig persoonlijk voordeel na te streven, en kondigt hij aan dat hij belangrijke getuigen heeft. Na het exordium volgt de narratio, die ten gevolge van het dubbele karakter van de quaestio twee negotia ('rechtshandelingen'; in concrete rechtsterminologie ‘dos- siers’ of ‘akten') bevat: die van de uitvinding en
Recommended publications
  • Haarlem Zegeviert
    Haarlem zegeviert de Costerfeesten van 1823 en 1856 in lokaal perspectief Carolien Boender s0839213 RM-thesis Eerste lezer: prof. dr. Henk te Velde Tweede lezer: Anne Petterson MA 23-01-2014 Vraag: Bestaan er meerdere Sinterklazen? Antwoord: Er bestaat slechts één Sinterklaas, doch in meerdere personen. Godfried Bomans, ‘Kleine catechismus van St. Nicolaas’, in: Kopstukken, 129. If history has any meaning or value, as we must assume it does, given our tendency to reach back into the past (or what we assume to have been the past) to account for present problems, then it matters to get it right, insofar as we can. Marylinne Robinson, The death of Adam, 11. 2 Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 4 Definities van de natie en de regio ...................................................................................................... 4 De natie versus de regio ...................................................................................................................... 6 Initiatiefnemers ................................................................................................................................... 8 Literatuur over Nederland ................................................................................................................... 9 De Costerfeesten in de geschiedschrijving ........................................................................................ 11 H 1 Organistoren
    [Show full text]
  • Download Scans
    Het ]BiLlderdiLjkm ]BiLlderdiLjkm Mededelingenblad van de Vereniging `Het Bilderdijk-Museum' Redactie: J. de Bruijn, Ton Geerts, M. van Hattum (secr.) en Peter van Zonneveld Redactie-adres: Fokkerlaan 36, 1185 JC Amstelveen Het Bilderdijk-Museum verschijnt een maal per jaar. De redactie behoudt zich te allen tijde het recht voor om ingezonden kopij te weigeren. Het lidmaatschap van de Vereniging `Het Bilderdijk- Museum' bedraagt f 20,00 per jaar. Leden ontvangen dit tijdschrift gratis. Men kan zich opgeven als lid bij de secretaris van de Vereniging, Fokkerlaan 36, 1185 JC Amstelveen. `Sint Koster' . Willem Bilderdijk over de uitvinding van de boekdrukkunst` Toen Willem Bilderdijkk zich in 1806 na een elfjarige Amsterdam (een zestiende-eeuws grensteken in de vorm uitlandigheid eindelijk weer vrij in eigen land kon bewe- van een standbeeld, dat tot 1774 aan de Nieuwezijds gen, werd hij ongetwijfeld geconfronteerd met verande- Kolk heeft gestaan), 3 en het bekende Rotterdamse Eras- ringen in zijn leefomgeving. Het is de vraag of die hem musbeeld van 1622. door Hendrick de Keyser. Het Cos- allemaal bevielen; in elk geval was er één bij waar hij terbeeld op de Grote Markt is overigens in 1856 op zijn geen goed woord voor over had. De Grote Markt in oude plek teruggezet om plaats te maken voor het huidige Haarlem, in de ogen van Bilderdijk een van de mooiste bronzen standbeeld door Louis Royer. pleinen van het land, bleek ontsierd te zijn door een De datering van de door Bilderdijk gehekelde beelden foeilelijk beeld dat men er tijdens zijn afwezigheid ge- in drie verschillende eeuwen rechtvaardigt nauwelijks plaatst had.
    [Show full text]
  • The Art of Printing in the Dutch East Indies Laurens Janszoon Coster As Colonial Hero Kuitert, L
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) The Art of Printing in the Dutch East Indies Laurens Janszoon Coster as Colonial Hero Kuitert, L. DOI 10.1163/15700690-12341462 Publication date 2020 Document Version Final published version Published in Quaerendo License CC BY-NC Link to publication Citation for published version (APA): Kuitert, L. (2020). The Art of Printing in the Dutch East Indies: Laurens Janszoon Coster as Colonial Hero. Quaerendo, 50(1-2), 141-164. https://doi.org/10.1163/15700690-12341462 General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:10 Oct 2021 Quærendo 50 (2020) 141-164 brill.com/qua The Art of Printing in the Dutch East Indies Laurens Janszoon Coster as Colonial Hero Lisa Kuitert University of Amsterdam, Amsterdam, the Netherlands [email protected] Abstract In the Netherlands, and elsewhere, too, Laurens Janszoon Coster of Haarlem, and not Gutenberg, was long thought to have been the inventor of the art of printing.
    [Show full text]
  • The Gutenberg Revolution the Work and Life of a Great Humanist: Johannes Gutenberg (1398-1468)
    Jacques G. Ruelland 1436: The Gutenberg Revolution The work and life of a great Humanist: Johannes Gutenberg (1398-1468) 151113 1 « God suffers because a multitude of people can’t read the holy scriptures. The truth is imprisoned into a small number of manuscripts which contain treasures. Let us break the seal which binds them, let us give wings to the truth, in order not to be handwritten anymore with main efforts by hands which are becoming tired, so that they may multiply by a untiring machine and fly to reach everybody. Allotted to Gutenberg, 1455. » 2 Foreword This conference describes the life and work of the great humanist, Johannes Gutenberg, unlucky as in business as in love, but who upset the Occident by inventing modern printing works and tools. 3 Foreword This synthesis is made of conferences given at several occasions: May 5, 1999, Museum of Civilization, Quebec City, QC; June 27, 1999, and September 30, 2005, Zenon-Alary Museum, Mont-Rolland, QC; November 5, 2000, Graphic Arts Institute, Ahuntsic College, Montreal, QC; July 5, 2001, History Department, University of Montreal, QC; September 21, 2001, University of Quebec, Chicoutimi, QC; September 23, 2001, Congress Center, Jonquiere, QC; October 29, 2003, St. John College, St. John on the Richelieu, QC; November 2, 2005, Canadian Museum of Fine Arts, Ottawa, ON. 4 Foreword Most of the black/white pictures herein printed are parts of a collection of several hundreds of slides which was my property since 1985, and which I recently donated to Quebec Printing Museum (QPM). The oldest of those glass slides measured 3¼ x 3¼ inches, or 3¼ x 4 inches, and where projected on a screen by a projector of Bausch & Lomb Co.
    [Show full text]
  • The Art of Printing in the Dutch East Indies Laurens Janszoon Coster As Colonial Hero
    Quærendo 50 (2020) 141-164 brill.com/qua The Art of Printing in the Dutch East Indies Laurens Janszoon Coster as Colonial Hero Lisa Kuitert University of Amsterdam, Amsterdam, the Netherlands [email protected] Abstract In the Netherlands, and elsewhere, too, Laurens Janszoon Coster of Haarlem, and not Gutenberg, was long thought to have been the inventor of the art of printing. The myth—for that is what it was—was only definitively repudiated at the end of the nine- teenth century, though some continued to believe in Coster until their dying breath. The Coster myth was deployed to give the history of the Netherlands status and in- ternational prestige. This article concerns the extent to which Coster’s supposed in- vention was known in the Dutch East Indies—today’s Indonesia, a Dutch colony at that time—and what its significance was there. After all, heroes, national symbols and traditions, whether invented or not, are the building blocks of cultural nationalism. Is this also true for Laurens Janszoon Coster in his colonial context? Keywords colonial history – publishing – Indonesia – Dutch East Indies – invention of printing After darkness had fallen in Batavia, from a distance dancing lights approached and music could be heard. It was 24 August 1823; a festive procession was on its way to the Government Printing House in Batavia in honour of the ‘Dutch inventor’ of printing. A life-size depiction of Laurens Janszoon Coster, painted on a large canvas, was drawn through the city by apprentices at the printing house, ‘clad entirely in Far Eastern attire’.
    [Show full text]
  • Johannes Gutenberg Zim:///A/Johannes Gutenberg.Html
    Johannes Gutenberg zim:///A/Johannes_Gutenberg.html Johannes Gutenberg 2008/9 Schools Wikipedia Selection. Related subjects: Engineers and inventors Johannes Gensfleisch zur Laden zum Gutenberg ( c. 1400 – February 3, 1468) was a German goldsmith and printer who is credited with inventing movable type printing in Europe around 1439 and Johannes Gensfleisch zur Laden zum mechanical printing globally. His major work, the Gutenberg Bible (also known as the 42-line Bible), has Gutenberg been acclaimed for its high aesthetic and technical quality. Among the specific contributions to printing that are attributed to Gutenberg are the design of metal movable type, the invention of a process for making such type in quantity (mass production), the use of oil-based ink, and the use of a wooden printing press similar to the screw olive and wine presses of the period. His truly epochal invention was the combination of these elements into a practical system. Gutenberg may have been familiar with printing; it is claimed that he had worked on copper engravings with an artist known as the Master of the Playing Cards . Gutenberg's method for making type is traditionally considered to have included a type metal alloy and a hand mould for casting type. It should be noted that new research may indicate that standardised moveable type was a more complex evolutionary process spread over multiple locations. The use of movable type was a marked improvement on the handwritten manuscript, which was the existing method of book production in Europe, and upon woodblock printing, and revolutionized European book-making. Gutenberg's printing technology spread rapidly throughout Europe and is considered a key factor in the European Renaissance.
    [Show full text]
  • Haarlem, the Birthplace of Printing, Not Mentz
    ! Digitized by the Internet Archive in 2012 with funding from Boston Public Library http://archive.org/details/haarlembirthplacOOhess HAARLEM THE WRTH-PLACE OF TR/NT/NG, NOT MENTZ: 2)12'^ BY J. H. HESSELS, AT. A. CANTAB. Conbott: ELLIOT STOCK & Co., 62, PATERNOSTER ROW. Dec, 1887. ALL RIGHTS RESERVED, // ' / T TABLE OF CONTENTS. CHAP. PAGE I. Dr. Van der Likde as an Author on Printing ... 1 II. Dr. Van der Linde has " Mastered" the Subject ... 5 III. Dr. Van der Linde makes "Researches" .... 9 IV. Manuscripts. Block-Books, and the First Appearance op Printing 13 V. The Earliest Printers always Manufactured their own Type 18 VI. The Habits op the Earliest Printers 21 VII. The "Costeriana" 24 VIII. Were the "Costeriana" printed at Utrecht? 33 IX. Uncertainty as regards "Dating" the Costeriana - - 37 X. Anopisthographic Printing; Printer's Waste; Binder's Waste 39 XL The "Speculum" 41 XII. The "Date" op the Costeriana 44 XIII. Zell and Junius corroborate each other 46 XIV. The Printer op the Costeriana did not begin after 1471 --- - 48 XV. Zell's Statement in the "Cologne Chronicle" of 1499 - 52 XVI. The Haarlem Tradition 56 XVII. Gutenberg was not the Inventor of Printing 59 XVIII. Summary 69 PREFACE The following chapters are reprinted, with slight modifications, from the "Academy," where they appeared from April 80th to August 13th, 1887. The ivhole is the outcome of researches which I have made since the appearance of my worJc on Gutenberg in 1882, but more especially since last year. For the last four or five years, all those ivho take an interest in the history ofprinting had been hoping that Mr.
    [Show full text]
  • Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 17
    Het Bilderdijk-museum. Jaargang 17 bron Het Bilderdijk-museum. Jaargang 17. Vereniging ‘Het Bilderdijk-Museum’, Amstelveen 2000 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bil002200001_01/colofon.php © 2012 dbnl 1 ‘Sint Koster’. Willem Bilderdijk over de uitvinding van de boekdrukkunst* Toen Willem Bilderdijk zich in 1806 na een elfjarige uitlandigheid eindelijk weer vrij in eigen land kon bewegen, werd hij ongetwijfeld geconfronteerd met veranderingen in zijn leefomgeving. Het is de vraag of die hem allemaal bevielen; in elk geval was er één bij waar hij geen goed woord voor over had. De Grote Markt in Haarlem, in de ogen van Bilderdijk een van de mooiste pleinen van het land, bleek ontsierd te zijn door een foeilelijk beeld dat men er tijdens zijn afwezigheid geplaatst had. In felle bewoordingen hekelde Bilderdijk deze ‘molijk’, ‘die ruim zoo veel van den kunststijl van steenen roeland in Amsterdam, als van den Erasmus aan den Rottestroom had, en zeer zeker verre beneden alles was, dat men in dit soort van arbeid, van het duisterste tijdperk der middeleeuw vinden kan.’1. Het beeld waarover Bilderdijk het had, was dat van Laurens Janszoon Coster, dat voorheen op het Prinsenhof had gestaan, en dat het stadsbestuur inderdaad in 1801 naar de Grote Markt laten overbrengen. Dit standbeeld was in 1722 vervaardigd door de beeldhouwer Gerrit van Heerstal naar een ontwerp van niemand minder dan Romeyn de Hooghe.2. Bilderdijk kon het beeld echter niet waarderen. Hij veegde het op één hoop met twee andere beelden die dezelfde door hem afgekeurde kunststijl zouden vertegenwoordigen: de ‘steenen roeland’ in Amsterdam (een zestiende-eeuws grensteken in de vorm van een standbeeld, dat tot 1774 aan de Nieuwezijds Kolk heeft gestaan),3.
    [Show full text]
  • The Art of Printing in the Dutch East Indies Laurens Janszoon Coster As Colonial Hero
    Quærendo 50 (2020) 141-164 brill.com/qua The Art of Printing in the Dutch East Indies Laurens Janszoon Coster as Colonial Hero Lisa Kuitert University of Amsterdam, Amsterdam, the Netherlands [email protected] Abstract In the Netherlands, and elsewhere, too, Laurens Janszoon Coster of Haarlem, and not Gutenberg, was long thought to have been the inventor of the art of printing. The myth—for that is what it was—was only definitively repudiated at the end of the nine- teenth century, though some continued to believe in Coster until their dying breath. The Coster myth was deployed to give the history of the Netherlands status and in- ternational prestige. This article concerns the extent to which Coster’s supposed in- vention was known in the Dutch East Indies—today’s Indonesia, a Dutch colony at that time—and what its significance was there. After all, heroes, national symbols and traditions, whether invented or not, are the building blocks of cultural nationalism. Is this also true for Laurens Janszoon Coster in his colonial context? Keywords colonial history – publishing – Indonesia – Dutch East Indies – invention of printing After darkness had fallen in Batavia, from a distance dancing lights approached and music could be heard. It was 24 August 1823; a festive procession was on its way to the Government Printing House in Batavia in honour of the ‘Dutch inventor’ of printing. A life-size depiction of Laurens Janszoon Coster, painted on a large canvas, was drawn through the city by apprentices at the printing house, ‘clad entirely in Far Eastern attire’.
    [Show full text]