Programmaboekje : Jazz
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Jazz Marc Ducret Trio Mirabassi-Boltro-Ferris Trio dubbelconcert dinsdag 1 maart 2005 Jazz . Seizoen 2004-2005 Simon Nabatov piano Jim Hall gitaar . Enrico Pieranunzi piano dubbelconcert woensdag 29 september 2004 Brussels Jazz Orchestra versus The Big White Screen Big Cities in the Twenties vrijdag 29 oktober 2004 Flat Earth Society . Uri Caine piano FES ft. Uri Caine zaterdag 13 november 2004 Joe McPhee Quartet woensdag 8 december 2004 Marc Ducret Trio Mirabassi-Boltro-Ferris Trio dubbelconcert dinsdag 1 maart 2005 Andrew Hill Trio . Von Freeman tenorsaxofoon zaterdag 26 maart 2005 Fred Hersch Ensemble Leaves of Grass woensdag 4 mei 2005 dubbelconcert Marc Ducret Trio Marc Ducret gitaar Bruno Chevillon contrabas Eric Echampard drums pauze begin concert 20.00 uur pauze omstreeks 21.00 uur einde omstreeks 22.20 uur Mirabassi-Boltro-Ferris Trio Giovanni Mirabassi piano ism. New Think, Radio 1, Focus Knack Flavio Boltro trompet inleiding door Marc Van den Hoof . 19.15 uur . Foyer Glenn Ferris trombone teksten programmaboekje Marc Van den Hoof coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Godefroit gelieve uw GSM uit te schakelen! Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO’s at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag In en uit het labyrint Marc Ducret - Qui parle? Marc Ducret, gitaren, Bruno Chevillon, b/eb, Eric Echampard, drs/perc. ( + Benoït Delbecq/ Allie Delfau, p/kb/sampler, Thierry Madiot, btb, Hélène Labarrière, b, Alain Vankenhove, tp/ flh, Michel Massot, tuba/tb, Yves Robert, tb, Julien Lourau, ts, François Verly, drs/rhythm box, Christophe Monniot, as/bs, Anne Magouët, voc., Leslie Sévenier, Philippe Agaël, Laurence Blasco, voices) - 2003 - Sketch SKE 333038 (En het eerste waaraan ik denk zijn de twee bewaard geble- ven repetitieopnamen van het Benny Goodman sextet waar- op Goodman z’n gitarist, Charlie Christian (de ‘uitvinder’ van de elektrische gitaar) vraagt ‘het’ (‘ that thing’?) alstublieft wat stiller te zetten. Een interventie die ons in één van de twee gevallen de enige bewaard gebleven opname oplevert van Christians stem, al valt niet te verstaan noch te begrij- pen wat hij antwoordt: hou toch op man, of iets dergelijks? Goodman, niemand, had er geen of had er enig idee van wat voor catastrofale toestanden ‘het’ (‘ that thing’?) - benevens een aantal hoogtepunten der welluidenheid - in de loop der jaren in de jazz nog zou veroorzaken.) Dat denk ik, in een flits, wanneer Marc Ducret z’n album ‘Qui parle?’ al meteen begint met een stoorgeluid: het veront- rustende geluid van een compactplaat die hapert, die slipt. Maar het duurt net niet lang genoeg om iemand de tijd te geven om op te staan, naar de cd-speler te lopen, het plaatje te stoppen en eens te kijken of er iets mis mee is: een te diepe kras, een hardnekkig stofdeeltje, een minuscuul drup- peltje lijm (omdat de verpakking te snel moest gebeuren, het plaatje moest in de winkel enzovoort enzovoort). En inderdaad: niets aan de hand. Het gaat gewoon door. Ge- Volgt ‘L’ annexe (rurale)’, een stukje, inderdaad plattelandse, woon, dat wil zeggen: na dat slippen ongeveer een minuut akoestische folkgitaar. Iets meer dan één minuut. ‘L’ annexe’ geluid, een min of meer chaotische sequentie van elektro- begint met overstuurd Jimi Hendrix gitaargeluid dat na iets nisch gegenereerde klanken en akoestisch geproduceerde meer dan twee en een halve minuut uitmondt in het geluid geruchten, maar heel selectief ten gehore gebracht: het één van een zware ademhaling boven een basostinato. Voegen naast het ander. Stilistisch herinnert het aan/ verwijst het zich daaraan toe: rhythm ‘n bluesachtige gitaar en drums, naar zowel rock en luidruchtige aanverwanten als naar (free) met na nog eens twee en een halve minuut toevoeging van jazz. Heel even wordt de menselijke stem tussengeschoven. kopers en volslagen oversturing van het gitaargeluid. Plotse Zonder onderbreking volgt heel kort een stukje rockgitaar tempo- en maatwisseling. Accenten door de kopersectie. met onmiddellijk daarop aansluitend een fragment waarin Twee ostinato’s, van de snaren en de kopers, boven elkaar de klank van jazzgitaar gecombineerd wordt met gestopte en dan plots weer dat onheilspellende stoorgeluid van het trompet, trombone en tuba (of bastrombone). Bluesy. Een begin. Gedaan en ironische ( parodiërende) interventie kleine treurmars. Luidruchtige, overstuurde rockgitaar à la van de kopers: een hedendaagse versie van Ellington zijn Jimi Hendrix, waarna niet allemaal meteen te indentifiëren: ‘jungle style’, de ‘sprekende’ trompet van Bubber Miley gitaar, trombone, tuba, electronica? Heel snel toegevoegd: (Cootie Williams), de half ingedrukte ventielen-techniek bastuba, contrabas ( gestreken). De elektrische gitaar in to- van Rex Stewart, het zeer ‘down to earth‘ trombonegeluid tale oversturing ( zet ‘het’ nu toch eens wat zachter, Char- van Joe ‘Tricky Sam’ Nanton, verdeeld over twee trombo- lie!): Jimi Hendrix in het kwadraat met akoestische bas en nes (tuba en trombone?). Toenemende drukte (stilistisch drums. Melodie zoek. indentificeerbaar als ‘free jazz’). Loopt uit in druk heen- en-weer van bas en drums, dan drums solo, gemarkeerd (Ik denk aan ‘The Gil Evans Orchestra Plays The Music Of Jimi door rockgitaar plus tromboneinterventies. Dooft uit na Hendrix’, 1975 en ik wist niet wat ik ermee aan moest. De dertien minuten. ‘sound engineer’ van RCA evenmin, blijkt uit de verhalen: het moest overstuurd klinken, helemaal in strijd met hoe Het titelstuk ‘Qui parle?’: een tekstfragment uit ‘Dans le La- hij altijd had geleerd dat iets moest klinken.) Maar plots is byrinthe’ van Alain Robbe - Grillet: “Hij kende de stad niet ... het uit met de geluidsoverlast: een klokkenspelachtig stukje Hij heeft niemand gezien.” In een soort elektronische canon gitaar met toevoeging van bastuba en gedempte trompet. gelezen door verschillende stemmen (twee? drie? ...). Eénen- Een soort dreun. Afgelopen. veertig seconden. De tekst staat te lezen in het hoesje. Het nu volgende ‘Emportez-moi’ ontleent z’n titel aan een op de voorgrond. Zich herhalend traag motief aangedikt gedicht van Henri Michaux, dat ook in het hoesje staat afge- met bastuba en elektronica. Voor het eerst: tenorsaxofoon drukt. De muziek: gitaren (akoestisch, elektrisch), bas ( arco), in een idioom dat free- en rockjazz evoceert op complexe, drums ook (bekkens, hi-hat) na verloop van tijd, elektrische ‘geaccidenteerde’ ritmiek. Abrupt beëindigd. Luide elektri- gitaar evoceert sitar (‘Emportez-moi’), stoorgeluid (free sche gitaar. Background van blazers en elektronica. Tweede jazz, ik denk aan Sonny Sharrock), muzikaal pointillisme: gi- tekst van Robbe-Grillet: “Dehors il neige ... Du reste un nom taar, bas, percussie, elektronisch veroorzaakte ruis. Bovenop de rue ne lui fournirait guère de renseignement utilisable, dit (rustige) ‘soundscape’: een prachtig liefdesgedicht van dans cette ville qu’il ne connaît pas.“ Zoals ik en u (?) en Henriette Vogel voor Heinrich von Kleist (Berlin, november Marc Ducret (?) de muziek niet kennen, het labyrint dat de 1811): jazz is?). Metronoom. Soepel, beweeglijk unisono gitaar en piano. Licht unisono tenorsax en gitaar. “... mijn harmonieuze, mijn hyacinthenperk, mijn dageraad, Elektronisch gegenereerd stoorgeluid. (Korte golf.) (Zet ‘het’ mijn schemering, mijn oceaan van zachtheid, mijn regenboog, eens wat zachter, Charlie Christian!) Beweeglijk unisono gi- mijn kindje op mijn schoot, mijn vrijheid, mijn slavernij, taar en bas, toevoeging tenorsax. (Variaties op of misschien mijn geliefkoosde zonde, de dierbaarste van mijn zorgen, identiek aan eerdere unisono passages.) Percussie. Elektro- de mooiste van mijn deugden, mijn woud, mijn schittering, nica. mijn helm en mijn degen, mijn ridder... “ Finale versie van ‘Emportez-moi’. Akoestische gitaar, gestre- Op de achtergrond: een soort trage hoketus onder een ge- ken contrabas. Cadans die bijna als ‘swingend’ zou kunnen stopte trompet. Eén, twee, één, twee. Trage fade-out. Jaz- worden omschreven. Eerst a cappella, daarna elektronisch zy unisono gitaar/trombone. Afgedempte bekkens. Gitaar en akoestisch begeleide vertolking door vrouwenstem van (akoestisch? of staat ‘het’ zachter?) gestopte trompet (in Henri Michaux’ gedicht. Gevolgd door onbestemde concrete de verte), tuba. Unisono’s trompet en gitaar. Drums. Trom- geluiden (evocatie van het ‘stampen’ van een scheepsmo- petsolo: ‘free jazz’. (Perfectie met veel ( gewilde) gaatjes.) tor? het stuwen van het bloed in het menselijke hart?), duet Begeleid door gitaar, bas, drums. Heel in de verte: ostinato trombone en contrabas, overstuurde gitaar, heel ver een door overstuurde (rock)gitaar. Waarboven plots in gespati- vrouwenstem, toenemende distorsie onder en bovenop piz- eerde interventies een plechtstatig trio van kopers. ‘Double zicato contrabassolo. Gitaar, gestopte trombone, contrabas. entendre’. Onderbroken door pianoclusters, metronoom, Reprise eerste fragment Robbe-Grillet: “Il ne canniassait pas overstuurd gitaargeluid, heel heel ver: kopers. Fanfare plots la ville ...Il n’a vu personne.“ (En voorts, voor ik aan bijvoorbeeld Barney Kessel denk, Mirabassi Boltro Ferris - ((( Air