Geografische afbakening van de zorgregio’s

Inhoudstafel

1. Situering ...... 3 2. Het huidige zorgregiodecreet ...... 4 3. Methodologie ...... 5 4. Criteria voor afbakening ...... 7 4.1. Criteria voor afbakening op kleinstedelijk niveau ...... 7 4.2. Criteria voor afbakening op regionaalstedelijk niveau ...... 7 5. Voorstel tot afbakening per provincie op kleinstedelijk niveau ...... 8 5.1. Provincie Limburg ...... 9 5.2. Provincie West-Vlaanderen ...... 12 5.3. Provincie Vlaams-Brabant ...... 17 5.4. Provincie Oost-Vlaanderen ...... 24 5.5. Provincie Antwerpen ...... 28 6. Voorstel tot afbakening per provincie op regionaalstedelijk niveau ...... 35 6.1. Provincie Limburg ...... 36 6.2. Provincie West-Vlaanderen ...... 37 6.3. Provincie Vlaams-Brabant ...... 38

2

1. Situering

Een hervorming van de structuren in de eerstelijnsgezondheidszorg wordt beschreven in zowel het Vlaams Regeerakkoord als in de beleidsnota van minister Vandeurzen 2014-2019. Om deze hervorming gedragen aan te pakken, werd een participatief traject met de sector opgezet, waarbij ter voorbereiding van de eerstelijnsconferentie op donderdag 16 februari 2017 zes werkgroepen worden georganiseerd over volgende thema’s, namelijk:

1. Taakstelling en structuurintegratie 2. Geografische afbakening van de zorgregio’s 3. Modellen voor integrale zorg 4. De patiënt/burger centraal 5. Gegevensdeling en kwaliteit van zorg 6. Innovatie en ondernemerschap in de zorg

De werkgroep “Geografische afbakening van de zorgregio’s” had als doel om een voorstel op te maken van zorgregio’s op basis van de resultaten van de werkgroep ‘Taakstelling en structuurintegratie’. Het uitgangspunt hierbij zijn de mogelijkheden tot samenwerking binnen een model van integrale zorg. Deze werkgroep sprak zich niet uit over de taken die de verschillende niveaus dienen uit te voeren. Bij deze opdracht diende rekening te worden gehouden met het volgende:

 Het zorgregiodecreet met zijn verschillende niveaus (kleinstedelijk, regionaalstedelijk, fusiegemeente, subniveau 1 en subniveau 2) wordt als referentiepunt gebruikt voor de afbakening.  Volledige dekking van het Vlaamse grondgebied.  Het kubusprincipe: een duidelijke, niet territoriale overlappende organisatiestructuur waarbij elk kleiner organisatieterritorium een onderdeel moet zijn van slechts één groter organisatieterritorium.  Respect voor gemeentegrenzen (en mogelijk ook provinciegrenzen).  Aandacht voor randgebieden.

In wat volgt wordt allereerst stilgestaan bij het huidige zorgregiodecreet. Nadien wordt de gehanteerde methode gekaderd. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de visie, de inzichten en de voorstellen die in de werkgroep tot stand kwamen.

3

2. Het huidige zorgregiodecreet Zoals in de opdracht wordt omschreven, dient het huidige zorgregiodecreet als referentiepunt gehanteerd te worden. In wat volgt geven we louter ter achtergrond hieromtrent wat informatie mee.

Het huidige zorgregiodecreet kwam tot stand op basis van een studie uit 2001 door Prof. Dr. Etienne Van Hecke1. De Vlaamse regering wou het actuele landschap van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, dat grotendeels aanbodgestuurd is, bijsturen teneinde het aanbod van de voorzieningen optimaal te kunnen afstemmen op de huidige en toekomstige behoeften van de bevolking. Hierbij diende de analyse van een aantal indicatoren, die deze behoeften en het zorgaanbod objectief in kaart brengen, toe te laten een zorgstructuurplanning uit te werken die een optimale spreiding van voorzieningen waarborgt en bovendien voldoende dynamisch is om te kunnen worden getoetst aan de wijzigende noden, de vooruitgang van de wetenschap en de financiële mogelijkheden2.

In de studie van Prof. Dr. Etienne Van Hecke werd hiertoe de stedelijke hiërarchie als vertrekpunt genomen, gezien het behoren van een plaats tot een stedelijke hiërarchie op een aantal criteria steunt. Zo zijn het plaatsen waar verschillende diensten zijn ingeplant en waar door de uitstraling die ze hebben natuurlijke fluxen van personen (consumenten) op gericht zijn. Daarnaast werden nog 8 andere functies bekeken om een indeling voor te stellen (medische, maatschappelijke en sociale zorg; sport, recreatie en horeca; verkeersfunctie; diensten met loketfunctie; overheidsfuncties; cultuur; onderwijs en de detailhandelsfunctie). Tot slot werd ook rekening gehouden met de bevolkingsomvang en de logische groepering maar ook met de oppervlakte die als surrogaat diende voor de interne afstanden. Dit alles resulteerde in onder andere een opdeling van kleinstedelijke invloedssferen.

Zonder afbreuk te willen doen aan deze studie, geven we een aantal vaak gehoorde bemerkingen mee:

 Indicatoren gerelateerd aan gezondheids- en welzijnszorg kwamen te weinig aan bod.  Heel wat welzijnsinstellingen kennen geen (klein)stedelijke oriëntatie, maar een sterke lokale, vaak gemeentelijke, inbedding. Het is aldus aangewezen om, mede op basis van de feitelijkheid van het terrein en in samenspraak met de actoren binnen de gezondheids- en welzijnssector, een gedifferentieerde regio-indeling in functie van de subsector uit te werken.  Men probeert ordening te brengen in zorgoverleg, maar houdt daarbij geen rekening met de huidige organisatie ervan. Er wordt van bovenuit gewoon een model opgelegd.  Het maatschappelijk middenveld dient te worden geraadpleegd bij de toekomstige invulling van het decreet.

1 Ontwikkelen van een beleidsinstrument voor het sturen van programmatie, planning en inplanting van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen. 2 Ontwerp van decreet betreffende de indeling in zorgregio’s en betreffende de samenwerking en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen. 4

3. Methodologie

De inhoudelijke hoofdlijnen voor de methodologie dienden te passen in het ruimere traject voor de eerstelijnsgezondheidsconferentie zoals opgezet door het Agentschap Zorg en Gezondheid en het bevoegde kabinet, namelijk in de eerste instantie een procesgerichte formule waarbij de input van de stakeholders centraal staat. In het kader van deze hoofdlijnen en ook gezien beperkte tijd en beschikbare budget, werd er dus niet voor geopteerd om een wetenschappelijke studie uit te werken omtrent criteria en cijfermatige onderbouwing hiervan.

De werkgroep “Geografische afbakening van de zorgregio’s” hield drie werksessies tussen 18 april en 14 juni 2016. Voorafgaand aan de eerste sessie werd een bevraging verstuurd naar alle deelnemers. Daarin werd gepolst naar enerzijds de verwachtingen over het onderwerp en anderzijds de aandachtspunten voor de goede werking van de werkgroep. Op basis hiervan werd een aanpak uitgewerkt die na elke sessie kritisch werd herbekeken op basis van de feedback van de deelnemers.

Tijdens de eerste sessie werd ruim tijd voorzien om de resultaten van de werkgroepen ‘De patiënt/burger centraal’, ‘Modellen voor integrale zorg’ en ‘Taakstelling en structuurintegratie’ toe te lichten. Nadien werd aan de deelnemers gevraagd om per provincie een eerste voorstel tot afbakening op te maken voor het kleinstedelijk niveau. Om de deelnemers te ondersteunen hadden we graag objectieve achtergrondinformatie voorzien, bv. over patiëntenstromen, maar deze konden niet voldoende snel en eenvoudig ontsloten worden. Middelen en tijd voor bijkomend onderzoek waren evenmin beschikbaar. Volgende informatie werd wel voorzien:

 Een kaartje met de afbakening op basis van het huidige zorgregiodecreet  Een kaartje met de afbakening op basis van de studie van Domus Medica en de studie uitgevoerd door Domus en Medica  Een overzicht van de SEL’s en LOGO’s in Vlaanderen  Een overzicht van de LMN’s in Vlaanderen  Informatie over welke gemeentes zeer nauw samenwerken op basis van de regioscreening

Tegelijkertijd werd ook gevraagd aan de deelnemers om de criteria te noteren die ze zelf hanteerden bij het opmaken van het eerste voorstel. Deze input werd verwerkt, waarna de tweede sessie vrijwel volledig aan het uitwerken van gezamenlijke criteria werd gewijd. In consensus met de aanwezigen werden toen criteria vastgelegd, zowel voor het kleinstedelijk als het regionaalstedelijk niveau. Het resultaat hiervan is terug te vinden in hoofdstuk 4. Het voordeel is dat er consensus bestaat tussen actoren over deze criteria en dat ze helpen om het debat tussen stakeholders over gewenste afbakeningen al meer te sturen en te objectiveren. Tegelijkertijd, zo blijkt achteraf, zijn ze wellicht onvoldoende om alle overgebleven knopen te ontwarren (zie verder).

5

Op het einde van deze tweede sessie werd ook duidelijk door de werkgroepleden aangebracht dat ze zelf onvoldoende expertise hadden om zich over de concrete afbakening op het terrein uit te spreken. Daarom werd beslist vijf provinciale tafels te organiseren, één in elke provincie. Hiervoor konden de leden van de werkgroep zelf mensen uitnodigen, maar met deze restrictie dat er slechts één persoon per belanghebbende organisatie aanwezig mocht zijn, om het werkbaar te houden. Het belangrijkste resultaat van deze avonden was een kaart per provincie voor het kleinstedelijk en soms ook regionaalstedelijk niveau, die in consensus met de aanwezigen die avond was overeengekomen. Zoveel als mogelijk werden argumenten en posities genoteerd en werden ook al meerdere scenario’s of alternatieven ontwikkeld voor gebieden waarover geen consensus mogelijk bleek.

Op basis van deze kaarten werd nog een derde werksessie georganiseerd, waarbij de discussiegebieden per provincie werden vastgelegd. Per discussiegebied werd nadien een Exceltemplate verspreid om per mogelijk scenario argumenten pro en contra te verzamelen. Alle antwoorden hierop zijn terug te vinden in de vijf Excelbestanden die de bijlage vormen van dit tussentijds rapport3, dat op zich slechts een beknopte synthese vormt.

Tot slot geven we ter informatie nog mee dat de werkgroep in de loop van oktober/november opnieuw zal samenkomen om naar finale suggesties te evolueren. Het lijkt echter duidelijk dat er over een aantal gebieden geen consensus bereikt zal worden en dat de Vlaamse overheid hier dus zelf de knopen moet doorhakken. Gezien de tijd en energie die door stakeholders is geïnvesteerd in het traject tot dusver en op een relatief korte tijd, pleiten we er alvast voor om hier snel werk van te maken. De onzekerheid over de toekomstige regio-afbakening dreigt immers dysfunctioneel te worden en mogelijke dynamieken te hinderen.

Een belangrijke hinderpaal tijdens deze sessies was ook dat de werkgroep ‘taakstelling en structuurintegratie’ nog geen finaal resultaat kon voorleggen wegens onvoorziene omstandigheden (nl. terreuraanslagen in maart die cruciale vergadering deden uitstellen). Hierdoor, zo bleek duidelijk tijdens discussies, waren standpunten soms niet voldoende duidelijk of volatiel. De criteria boden gelukkig wel houvast om de discussies hierop niet te laten blokkeren.

3 Deze Excelbestanden zijn terug te vinden op het informatieplatform: https://drive.google.com/drive/folders/0B7HiVbTLmnnaYnl2Ung3c3lma2c 6

4. Criteria voor afbakening

Zoals aangegeven werd de tweede werksessie gebruikt om criteria vast te leggen voor de afbakening op kleinstedelijk en regionaalstedelijk niveau. Hieronder kan teruggevonden wat deze werksessie opleverde, met consensus onder de deelnemers. De criteria zijn met andere woorden niet de resultaten van een wetenschappelijk onderzoek, wel van de gezamenlijke expertise van de betrokken stakeholders.

4.1. Criteria voor afbakening op kleinstedelijk niveau 4.1.1. Principes en uitgangspunten

 De patiënt behoudt op elk moment zijn keuzevrijheid.  Het kleinstedelijke niveau dient zo gestructureerd te worden dat dit niveau geschikt is om de directe zorg en ondersteuning aan de persoon met een zorgnood te organiseren.

4.1.2. Richtinggevende criteria

 Inwonersaantal: 75.000 tot 125.000.  Door patiënten gewenste patiëntenstromen. De huidige patiëntenstromen, maar rekening houden met ‘vreemde’ patiëntenstromen die nu zijn ontstaan door het aanbod of het gebrek aan aanbod.  Aanwezigheid van tweedelijnsactoren, inclusief regionaal ziekenhuis.  Bereikbaarheid en natuurlijke/fysieke grenzen – Eerstelijnswachtdiensten.

4.1.3. Secundaire criteria

 Organisatie huidige Geestelijke Gezondheidszorg.  Samenwerking lokale besturen, bv. OCMW’s.  Organisch gegroeide samenwerkingsverbanden – ziekenhuisnetwerken.

4.2. Criteria voor afbakening op regionaalstedelijk niveau 4.2.1. Principes en uitgangspunten

 Kubusprincipe.  Respect voor gemeentegrenzen. Provinciegrenzen vormen geen hard criterium.

4.2.2. Richtinggevende criteria

 Minimum vier kleinstedelijke zorgregio’s OF een kritische massa van minstens 350.000 inwoners. Dit criterium is niet van toepassing op de steden Gent en Antwerpen.  Structurele samenwerkingsverbanden lokale besturen.  Netwerken 107 Geestelijke Gezondheidszorg.

7

4.2.3. Secundaire criteria

 Huidige afbakening van welzijnsorganisaties en CGG.  Organisch gegroeide samenwerkingsverbanden – ziekenhuisnetwerken, OCMW’s.  Bereikbaarheid en natuurlijke/fysieke grenzen.

5. Voorstel tot afbakening per provincie op kleinstedelijk niveau

In wat volgt kan per provincie het voorstel tot afbakening worden teruggevonden voor het kleinstedelijk niveau op basis van de provinciale tafel en de laatste werksessie (kleur) in vergelijking met het huidige zorgregiodecreet (zwarte lijn). Per provincie zal achtereenvolgens een overzicht worden gegeven van:

 De gebieden waarover consensus was tijdens de provinciale tafel en tijdens de derde werksessie. De argumentatie voor elk van deze consensusgebieden kan teruggevonden worden in de verslagen van de provinciale tafels, die ook een bijlage vormen bij dit tussentijds rapport4.  De verschillen van dit uitgewerkte voorstel ten opzichte van het huidige zorgregiodecreet.  Voor elk van de discussiegebieden (gebieden zonder consensus tijdens de provinciale tafel of de derde werksessie) een inzicht in wie de voor- en/of tegenstanders waren van elk specifiek scenario. Hierbij willen we meegeven dat de stemmen geenszins zomaar kunnen opgeteld worden, maar enkel een inzicht bieden in wie voor- en tegenstander is van elk specifiek scenario.

Voor wat betreft deze discussiegebieden kunnen in de Excelbestanden telkens alle ontvangen argumenten pro en contra voor elk van de scenario’s teruggevonden worden. Daarnaast zijn er op het informatieplatform ook een aantal reacties terug te vinden die via email of aangetekend schrijven werden bezorgd. Zoals jullie zullen opmerken werd er ook nog feedback ingediend voor gebieden waarover reeds consensus werd bereikt op basis van de voorgaande besprekingen. Deze feedback is in het feedbackbestand opgenomen, maar hier wordt in dit tussentijds rapport niet verder op ingegaan.

Uiteindelijk zou dit alles in het najaar dienen uit te monden in een advies naar het Agentschap Zorg en Gezondheid en het Kabinet toe omtrent welke wijzigingen er nodig zijn aan het zorgregiodecreet.

4 Deze verslagen zijn terug te vinden op het informatieplatform: https://drive.google.com/drive/folders/0B7HiVbTLmnnaYnl2Ung3c3lma2c 8

5.1. Provincie Limburg Er was tijdens de provinciale tafel en de laatste werksessie consensus over volgende gebieden:

 Lommel, Overpelt, Neerpelt, Hechtel-Eksel, Hamont-Achel, Peer en Bocholt (121.670)  Tongeren, Herstappe, Hoeselt, Bilzen, Riemst en Voeren (92.895)  Genk, Zutendaal, As en Opglabbeek (91.330)  Nieuwerkerken, Alken, Kortessem, Wellen, Sint-Truiden, Borgloon, Gingelom en Heers (100.286)  Hasselt, Zonhoven en Diepenbeek (116.763)  Halen, Herk-de-Stad, Lummen, Heusden-Zolder en Houthalen-Helchteren (100.329)  Tessenderlo, Ham, Leopoldsbrug en Beringen (89.576).

9

5.1.1. Vergelijking voorstel en huidige zorgregiodecreet

In vergelijking met het huidige zorgregiodecreet merken we volgende zaken op:

 Gebieden met een identiek resultaat in het zorgregiodecreet en het voorstel van de werkgroep o Opglabbeek, As, Genk en Zutendaal

 Bestaande zorgregio’s die op hun geheel werden behouden, maar uitgebreid met (een) andere gemeente(s) in het voorstel van de werkgroep o Kinrooi en Maaseik (bij Bree en Meeuwen-Gruitrode) o Tongeren, Riemst, Herstappe en Voeren (bij Hoeselt en Bilzen) o Hoeselt en Bilzen (bij Tongeren, Riemst, Herstappe en Voeren) o Hamont-Achel, Neerpelt, Overpelt en Hechtel-Eksel (bij Lommel, Peer en Bocholt) o Nieuwerkerken, Sint-Truiden, Gingelom, Borgloon en Heers (bij Alken, Wellen en Kortessem)

 Bestaande zorgregio’s waarvan (een) gemeente(s) werd(en) weggenomen in het voorstel van de werkgroep o Meeuwen-Gruitrode, Bree en Bocholt

 Bestaande zorgregio’s met veel verschuivingen in het voorstel van de werkgroep o Tessenderlo, Ham, Beringen, Halen, Lummen, Herk-de-Stad, Heusden-Zolder, Houthalen- Helchteren, Zonhoven, Hasselt, Diepenbeek, Alken, Wellen, Kortessem en Peer o Lommel en Leopoldsburg

 Bestaande zorgregio’s waarvoor er nog geen duidelijkheid is o Lanaken, Maasmechelen en Dilsen-Stokkem

10

5.1.2. Discussiegebied Dilsen-Stokkem

Voor de gemeente ‘Dilsen-Stokkem’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (86.535 inwoners): Scenario B (83.687 inwoners): Bij Meeuwen-Gruitrode, Bree, Maaseik en Kinrooi. Bij Maasmechelen en Lanaken Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . Netwerk GGZ Oost-Limburg . OCMW Maasmechelen . POP Maaseik, Kinrooi en Dilsen-Stokkem . Apotheek ‘De Voorzorg’ Lanaken . Ziekenhuis Maas en Kempen . HAK Maasmechelen en Lanaken . HAK Bree en Meeuwen-Gruitrode . Apotheek ‘Ramaekers’ Gellik . HAK Kinrooi en Maaseik . HAK Dilsen-Stokkem . LMN Maas en Kempen . Plaatselijk Overlegcomité Thuiszorg Maasmechelen

Conclusie: Voor de gemeente Dilsen-Stokkem zijn er zowel voorstanders van scenario A als van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario B overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet.

11

5.2. Provincie West-Vlaanderen Er was tijdens de provinciale tafel en de laatste werksessie consensus over volgende gebieden:

 De Panne, Koksijde, Nieuwpoort, Veurne en Alveringem (60.962)  Middelkerke, Oostende, Bredene, Gistel en Oudenburg (127.952)  Koekelare, Ichtegem, Kortemark, Torhout en Zedelgem (77.681)  Wingene, Ruiselede, Pittem, Tielt, Meulebeke, Oostrozebeke en Dentergem (73.356)  Wielsbeke, Waregem, Deerlijk, Anzegem, Zwevegem, Spiere-Helkijn en Avelgem (123.791)  Kortrijk, Kuurne en Harelbeke (115.713)  Wervik, Menen en Wevelgem (82.558)  Roeselare, Staden, Hooglede, Moorslede, Ledegem, Ardooie en Lichtervelde (111.100)  Ieper, Poperinge, Vleteren, Langemark-Poelkapelle, Zonnebeke, Heuvelland en Mesen (90.927)  Izegem, Ingelmunster en Lendelede (43.804)  De Haan, Blankenberge, Zuienkerke, Knokke-Heist en Damme (79.570)  Jabbeke, Brugge, Oostkamp en Beernem (170.241)

12

5.2.1. Vergelijking voorstel en huidige zorgregiodecreet

 Gebieden met een identiek resultaat in het zorgregiodecreet en het voorstel van de werkgroep o De Panne, Koksijde, Nieuwpoort, Veurne en Alveringem o Middelkerke, Oostende, Bredene, Gistel en Oudenburg o Izegem, Ingelmunster en Lendelede  Bestaande zorgregio’s die op hun geheel werden behouden, maar uitgebreid met (een) andere gemeente(s) in het voorstel van de werkgroep o Poperinge en Vleteren (bij Heuvelland, Mesen, Ieper, Zonnebeke en Langemark-Poelkapelle) o Wervik en Menen (bij Wevelgem) o Wingene, Ruiselede, Pittem, Tielt, Meulebeke en Oostrozebeke (bij Dentergem) o De Haan, Blankenberge en Zuienkerke (bij Knokke-Heist en Damme) o Knokke-Heist (bij De Haan, Blankenberge, Zuienkerke en Damme) o Koekelare, Ichtegem en Torhout (bij Kortemark en Zedelgem)  Bestaande zorgregio’s waarvan (een) gemeente(s) werd(en) weggenomen in het voorstel van de werkgroep o Staden, Hooglede, Lichtervelde, Ardooie, Roeselare, Moorslede, Ledegem en Kortemark o Anzegem, Waregem, Wielsbeke en Dentergem o Brugge, Jabbeke, Oostkamp, Beernem, Zedelgem en Damme o Heuvelland, Mesen, Ieper, Zonnebeke, Langemark-Poelkapelle en Lo-Reninge (twijfelgeval)  Bestaande zorgregio’s met veel verschuivingen in het voorstel van de werkgroep o Wevelgem, Kortrijk, Kuurne, Harelbeke, Deerlijk, Zwevegem, Avelgem en Spiere-Helkijn  Bestaande zorgregio’s waarvoor er nog geen duidelijkheid is o Diksmuide en Houthulst

13

5.2.2. Discussiegebied Diksmuide

Voor de gemeente ‘Diksmuide’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (77.474 inwoners): Scenario B (107.439 inwoners): Bij Veurne, Alveringem, De Panne, Koksijde en Bij Poperinge, Vleteren, Ieper, Heuvelland, Mesen, Nieuwpoort. Langemark-Poelkapelle en Zonnebeke. Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . GGZ Noord-West-Vlaanderen . Bond Moyson . Liberale mutualiteit . Apotheker Beyls . LMN . Familiehulp . VAN . Netwerk GGZ Ieper-Diksmuide . Domus Medica . SEL Midden-West-Vlaanderen . AZ Sint-Augustinus . LOGO Midden-West-Vlaanderen . AZ Sint-Rembert Torhout . OCMW Poperinge . AZ Damiaan Oostende . AZ Zeno Knokke-Heist . AZ Sint-Lucas Brugge . AZ Sint-Jan Brugge

Conclusie: Voor de gemeente Diksmuide zijn er zowel voorstanders van scenario A als van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren.

14

5.2.3. Discussiegebied Lo-Reninge

Voor de gemeente ‘Lo-Reninge’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (64.243 inwoners): Scenario B (94.208 inwoners): Bij Veurne, Alveringem, De Panne, Koksijde en Bij Poperinge, Vleteren, Ieper, Heuvelland, Mesen, Nieuwpoort. Langemark-Poelkapelle en Zonnebeke. Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . LMN . Campus Sint-Jozef en Hof ten Ijzer . Domus Medica . Bond Moyson . AZ Sint-Augustinus . Thuisverpleging . AZ Sint-Rembert Torhout . Dr. Hindryckx . AZ Damiaan Oostende . Familiehulp . AZ Zeno Knokke-Heist . Liberale mutualiteit . AZ Sint-Lucas Brugge . Netwerk GGZ Ieper-Diksmuide . AZ Sint-Jan Brugge . VAPH . SEL Midden-West-Vlaanderen . LOGO Midden-West-Vlaanderen . VAN

Conclusie: Voor de gemeente Lo-Reninge zijn er zowel voorstanders van scenario A als van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario B iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet.

15

5.2.4. Discussiegebied Houthulst

Voor de gemeente ‘Houthulst’ werden er in het feedbackbestand drie scenario’s naar voor geschoven. Niemand sprak zijn voorkeur uit voor scenario A, waarbij Houthulst zou toegevoegd worden bij Veruen, Alveringem, De Panne, Koksijde en Nieuwpoort. Voor de andere twee scenario’s is hieronder weergegeven hoe deze werden beoordeeld: Scenario B (100.913 inwoners): Scenario C (129.708 inwoners): Bij Poperinge, Vleteren, Ieper, Heuvelland, Mesen, Bij Staden, Hooglede, Lichtervelde, Ardooie, Langemark-Poelkapelle en Zonnebeke. Roeselare, Moorslede en Ledegem.

Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . Bond Moyson . Zorgcentrum Maria ter Engelen . Familiehulp . WZC Cassies . Liberale mutualiteit . LMN . Netwerk GGZ Ieper-Diksmuide . VAN . WZC De Groene Verte . Domus Medica . SEL Midden-West-Vlaanderen . LOGO Midden-West-Vlaanderen . AZ Sint-Augustinus . AZ Sint-Rembert Torhout . AZ Damiaan Oostende . AZ Zeno Knokke-Heist . AZ Sint-Lucas Brugge . AZ Sint-Jan Brugge

Conclusie: Voor de gemeente Houthulst zijn er zowel voorstanders van scenario A als van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren.

16

5.3. Provincie Vlaams-Brabant Er was tijdens de provinciale tafel en de laatste werksessie consensus over volgende gebieden:

 Pepingen, Halle, Beersel, Sint-Pieters-Leeuw, Drogenbos, Linkebeek en Sint-Genesius-Rode (129.193)  Zaventem, Kraainem, Wezembeek-Oppem, Tervuren, Hoeilaart en Overijse (118.162)  Boutersem, Hoegaarden, Tienen, Glabbeek, Kortenaken, Geetbets, Linter, Zoutleeuw en Landen (99.849)  Ternat, Dilbeek, Roosdaal, Lennik, Gooik, Galmaarden, Herne en Bever (103.932)  Leuven, Bertem, Huldenberg, Oud-Heverlee en Bierbeek (139.509)

17

5.3.1. Vergelijking voorstel en huidige zorgregiodecreet

 Gebieden met een identiek resultaat in het zorgregiodecreet en het voorstel van de werkgroep o Boutersem, Hoegaarden, Tienen, Glabbeek, Kortenaken, Linter, Zoutleeuw, Geetbets en Landen o Zaventem, Kraainem, Wezembeek-Oppem, Tervuren, Overijse en Hoeilaart  Bestaande zorgregio’s die op hun geheel werden behouden, maar uitgebreid met (een) andere gemeente(s) in het voorstel van de werkgroep o Diest, Scherpenheuvel-Zichem en Bekkevoort (bij Tielt-Winge, Aarschot en Begijnendijk) o Begijnendijk en Aarschot (bij Diest, Scherpenheuvel-Zichem, Bekkevoort en Tielt-Winge)  Bestaande zorgregio’s waarvan (een) gemeente(s) werd(en) weggenomen in het voorstel van de werkgroep o Sint-Genesius-Rode, Linkebeek, Beersel, Drogenbos, Halle, Sint-Pieters-Leeuw, Pepingen en Lennik, Gooik, Galmaarden, Bever en Herne  Bestaande zorgregio’s waarvoor er nog geen duidelijkheid is o Opwijk, Merchtem, Asse, Affligem, Liedekerke, Ternat, Roosdaal en Dilbeek o Londerzeel, Kappele-op-den-bos, Meise, Grimbergen, Wemmel, Zemst, Vilvoorde, Steenokkerzeel en Machelen o Keerbergen, Tremelo, Boortmeerbeek, Kampenhout, Haacht, Herent, Kortenberg, Rotselaar, Holsbeek, Lubbeek, Tielt-Winge, Leuven, Bertem, Huldenberg, Oud-Heverlee en Bierbeek.

18

5.3.2. Discussiegebied Liedekerke

Voor de gemeente ‘Liedekerke’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (88.701 inwoners): Scenario B (173.063 inwoners): Bij Affligem, Asse, Merchtem en Opwijk. Bij Aalst, Lede, Erpe-Mere, Haaltert en Denderleeuw.

Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant . LMN . SEL Zorgnetwerk Zenneland . Domus Medica . Diensten gezinszorg Zenneland . Diensten thuisverpleging Zenneland . OCMW Roosdaal . OCMW Merchtem . OCMW Wemmel . OCMW Asse . LOGO Zenneland . VAN

Conclusie: Voor de gemeente Liedekerke zijn er zowel voorstanders van scenario A als van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario A iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet en ook de provinciegrenzen respecteert.

19

5.3.3. Discussiegebieden Londerzeel en Kapelle-op-den-Bos

Voor de gemeenten ‘Londerzeel’ en ‘Kapelle-op-den-Bos’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (99.164 inwoners): Scenario B (176.543 inwoners): Bij Meise, Grimbergen en Wemmel. Bij Sint-Amands, , Puurs, , Boom, Niel, , , en . Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant . LMN . AZ Jan Portaels . Domus Medica . SEL Zorgnetwerk Zenneland . Diensten gezinszorg Zenneland . Diensten thuisverpleging Zenneland . OCMW Roosdaal . OCMW Merchtem . OCMW Wemmel . OCMW Asse . OCMW Kapelle-op-den-Bos . Gemeente en OCMW Londerzeel . LOGO Zenneland . SEL TOM . VAN

Conclusie: Voor de gemeenten Londerzeel en Kapelle-op-den-Bos zijn de stemmen op basis van de ontvangen feedback in het voordeel van scenario A. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario A iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet en ook de provinciegrenzen respecteert.

20

5.3.4. Discussiegebied Kampenhout

Voor de gemeente ‘Kampenhout’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (104.425 inwoners): Scenario B (119.569 inwoners): Bij Zemst, Vilvoorde, Machelen en Steenokkerzeel. Bij Kortenberg, Herent, Boortmeerbeek, Haacht, Rotselaar, Holsbeek en Lubbeek. Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . SEL GOAL . Gemeente Kampenhout . WGK Vlaams-Brabant . OCMW Kampenhout . AZ Jan Portaels . LOGO Oost-Brabant . HAK Harno . VAN . HAK Oost-Brabant . LMN . Domus Medica

Conclusie: Voor de gemeente Kampenhout zijn er zowel voorstanders van scenario A als van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario B iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet.

21

5.3.5. Discussiegebied Keerbergen

Voor de gemeente ‘Keerbergen’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (120.701 inwoners): Scenario B (72.145 inwoners): Bij Kortenberg, Herent, Boortmeerbeek, Haacht, Bij en Heist-op-den-Berg. Rotselaar, Holsbeek en Lubbeek. Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . SEL GOAL . HAK Dijle en . WGK Vlaams-Brabant . LMN Dijle en Nete . OCMW Keerbergen . LMN Groot-Leuven . SEL TOM . HAK Oost-Brabant . VAN . Domus Medica

Conclusie: Voor de gemeente Keerbergen zijn de stemmen op basis van de ontvangen feedback gelijk verdeeld. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario A iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet en ook de provinciegrenzen respecteert.

22

5.3.6. Discussiegebied Tremelo

Voor de gemeente ‘Tremelo’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (122.604 inwoners): Scenario B (117.436 inwoners): Bij Kortenberg, Herent, Boortmeerbeek, Haacht, Bij Begijnendijk, Aarschot, Scherpenheuvel-Zichem, Rotselaar, Holsbeek en Lubbeek. Tielt-Winge, Bekkevoort en Diest. Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . OCMW Tremelo . SEL GOAL . VAN . WGK Vlaams-Brabant . LMN Groot-Leuven . Domus Medica

Conclusie: Voor de gemeente Tremelo zijn de stemmen op basis van de ontvangen feedback licht in het voordeel van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario A iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet.

23

5.4. Provincie Oost-Vlaanderen Er was tijdens de provinciale tafel en de laatste werksessie consensus over volgende gebieden:

 Wetteren, Wichelen en Laarne (48.805)  Ninove en Geraardsbergen (71.138)  Deinze, Zulte, Sint-Martens-Latem, De Pinte, Gavere, Nevele en Nazareth (101.214)  Gent (256.262)  Aalter, Knesselare, Maldegem, Sint-Laureins, Assenede, Zelzate, Eeklo, Kaprijke, Waarschoot, Zomergem, Lovendegem en Evergem (172.502)  Wachtebeke, Moerbeke-Waas, Lochristi en Lokeren (76.653)  Kruishoutem, Zingem, Wortegem-Petegem, Oudenaarde, Zwalm, Horebeke, Maarkedal, Kluisbergen en Ronse (101.628)  Oosterzele, Sint-Lievens-Houtem, Zottegem, Herzele, Brakel en Lierde (88.447)  Lede, Aalst, Erpe-Mere, Haaltert en Denderleeuw (160.133)  Stekene, Sint-Gillis-Waas en Beveren (84.629)

24

5.4.1. Vergelijking voorstel en huidige zorgregiodecreet

 Gebieden met een identiek resultaat in het zorgregiodecreet en het voorstel van de werkgroep o Lede, Aalst, Erpe-Mere, Haaltert en Denderleeuw o Laarne, Wetteren en Wichelen o Zele, Berlare, Dendermonde, Lebbeke en Buggenhout  Bestaande zorgregio’s die op hun geheel werden behouden, maar uitgebreid met (een) andere gemeente(s) in het voorstel van de werkgroep o Deinze, Zulte en Nazareth (bij Nevele, Sint-Martens-Latem, De Pinte en Gavere) o Kruishoutem, Zingem, Wortegem-Petegem, Oudenaarde, Maarkedal en Horebeke (bij Zwalm, Kluisbergen en Ronse) o Kluisbergen en Ronse (bij Kruishoutem, Zingem, Wortegem-Petegem, Oudenaarde, Horebeke, Maarkedal en Zwalm) o Moerbeke-Waas en Lokeren (bij Wachtebeke en Lochristi) o Beveren (bij Sint-Gillis-Waas en Stekene) o Ninove (bij Geraardsbergen) o Geraardsbergen (bij Ninove)  Bestaande zorgregio’s waarvan (een) gemeente(s) werd(en) weggenomen in het voorstel van de werkgroep o Maldegem, Knesselare, Aalter, Sint-Laureins, Eeklo, Kaprijke, Waarschoot, Zomergem, Lovendegem, Assenede, Zelzate, Evergem en Nevele o Sint-Lievens-Houtem, Zottegem, Herzele, Lierde, Brakel en Zwalm  Bestaande zorgregio’s waarvoor er nog geen duidelijkheid is o Gent, Wachtebeke, Lochristi, Destelbergen, Melle, Merelbeke, Sint-Martens-Latem, De Pinte, Gavere en Oosterzele o Stekene, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Waasmunster, Temse, Kruibeke en Hamme

25

5.4.2. Discussiegebied Hamme

Voor de gemeente ‘Hamme’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (138.823): Scenario B (156.265): Bij Zele, Berlare, Dendermonde, Lebbeke en Bij Sint-Niklaas, Waasmunster, Temse en Kruibeke. Buggenhout. Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . Ann Roels, thuisverpleegteam.be . SEL Waasland . AZ Sint-Blasius . LOGO Waasland . HAK en LMN Vehamed . AZ Nikolaas . LOGO Dender . Apothekerswachtkring Waasland . Domus Medica . Wase Zelfstandige Thuisverpleging . Dienst Welzijn Gemeente Hamme . Samen ouder vzw . Thuiszorgdiensten

Conclusie: Voor de gemeente Hamme zijn er zowel voorstanders van scenario A als van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario B iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet.

26

5.4.3. Discussiegebied Merelbeke, Melle en Destelbergen

Voor de gemeenten ‘Merelbeke’, ‘Melle’ en ‘Destelbergen’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (309.595 inwoners): Scenario B (53.333 inwoners): Bij Gent. Als aparte regio.

Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . André De Groote, Schepen Destelbergen . Gezondheidsraad Gent . OCMW Melle . Gemeente en OCMW Gavere . UZ Gent . WGC Botermarkt . Jan Verplancken, huisarts Merelbeke . WGC Nieuw Gent . HAK Gent . VAN . Domus Medica . LOGO Gezond+

Conclusie: Voor de gemeenten Merelbeke, Melle en Destelbergen zijn er zowel voorstanders van scenario A als van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario A iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet.

27

5.5. Provincie Antwerpen Er was tijdens de provinciale tafel en de laatste werksessie consensus over volgende gebieden:

, , , Olen en Herenthout (67.718)  , , , , Laakdaal en (114.621)  Bornem, Sint-Amands, Puurs, Willebroek, Hemiksem, Schelle, Niel, Boom, Aartselaar en Rumst (148.912)  , Lint, , Hove, Morstel, , en (120.885)

28

5.5.1. Vergelijking voorstel en huidige zorgregiodecreet

 Gebieden met een identiek resultaat in het zorgregiodecreet en het voorstel van de werkgroep o Hemiksem, Aartselaar, Schelle, Niel, Boom, Rumst, Bornem, Sint-Amands, Puurs en Willebroek o Hulshout, Westerlo, Herselt, Geel, en Meerhout o Vorselaar, Grobbendonk, Herenthout, Herentals en Olen o , Mol en  Bestaande zorgregio’s die op hun geheel werden behouden, maar uitgebreid met (een) andere gemeente(s) in het voorstel van de werkgroep o en (bij , , Lille, , , Baarle-Hertog, , Oud-Turnhout, en ) o , Boechout, Edegem, Hove, Kontich en Lint (bij Borsbeek en Wommelgem)  Bestaande zorgregio’s waarvoor er nog geen duidelijkheid is o Essen, , , , Kapellen en o Zwijndrecht en Antwerpen o Brecht, , , , , , Wommelgem, Borsbeek, en o Lier, , en Heist-op-den-Berg o , , Sint-Katelijne-Waver, en Putte o Merksplas, Beerse, Lille, Vosselaar, Turnhout, Baarle-Hertog, Ravels, Oud-Turnhout, Kasterlee, Arendonk en

29

5.5.2. Discussiegebied Zwijndrecht

Voor de gemeente ‘Zwijndrecht’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (552.741 inwoners): Scenario B (103.319 inwoners): Bij Antwerpen en Stabroek Bij Beveren, Sint-Gillis-Waas en Stekene.

Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . De Voorzorg Antwerpen . Rigo Verhaert, CODA VZW . VAN . SEL Waasland . GGZ . Apothekers Zwijndrecht/Burcht . Domus Medica . Thuiszorgdiensten Zwijndrecht . LOGO Waasland . OCMW Zwijndrecht . CM Waas & Dender

Conclusie: Voor de gemeente Zwijndrecht zijn de stemmen op basis van de ontvangen feedback licht in het voordeel van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario A iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet en ook de provinciegrenzen respecteert.

30

5.5.3. Discussiegebied Kapellen

Voor de gemeente ‘Kapellen’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (560.779 inwoners): Scenario B (121.524): Bij Antwerpen en Stabroek Bij Kalmthout, Essen, Wuustwezel en Brasschaat.

Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . Rigo Verhaert, CODA VZW . OCMW Wuustwezel . AZ Klina . VAN . Domus Medica

Conclusie: Voor de gemeente Kapellen zijn er op basis van de ontvangen feedback enkel stemmen voor scenario B. Dit scenario stemt ook meer overeen met het huidige zorgregiodecreet.

31

5.5.4. Discussiegebied Brecht

Voor de gemeente ‘Brecht’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (128.263 inwoners): Scenario B (123.312 inwoners): Bij Malle, Zoersel, Schilde, Schoten en Wijnegem. Bij Kalmthout, Essen, Wuustwezel en Brasschaat.

Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . OCMW Zoersel . AZ Klina . De Voorzorg Antwerpen . LMN Noorderkempen en HAK Regio . AZ Sint-Jozef . VAN . Gemeente Brecht . Domus Medica

Conclusie: Voor de gemeente Brecht zijn de stemmen op basis van de ontvangen feedback gelijk verdeeld. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario A iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet.

32

5.5.5. Discussiegebied Retie

Voor de gemeente ‘Retie’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (78.676 inwoners): Scenario B (202.766): Bij Dessel, Mol en Balen. Bij Hoogstraten, Rijkevorsel, Merksplas, Baarle- Hertog, Ravels, Turnhout, Oud-Turnhout, Arendonk, Beerse, Vosselaar, Lille en Kasterlee. Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit: . OCMW Mol . De Voorzorg Antwerpen . OCMW Retie . HAK Regio Turnhout . VAN . Domus Medica

Conclusie: Voor de gemeenten Retie zijn de stemmen op basis van de ontvangen feedback licht in het voordeel van scenario B. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat scenario B iets meer overeenstemt met het huidige zorgregiodecreet.

33

5.5.6. Discussiegebied Putte en Heist-op-den-Berg

Voor de gemeenten ‘Putte’ en ‘Heist-op-den-Berg’ werden er in het feedbackbestand twee scenario’s naar voor geschoven. Hieronder is weergegeven hoe deze werden beoordeeld:

Scenario A (59.316 inwoners): Scenario B (72.145 inwoners): Als aparte zorgregio. Bij Keerbergen.

Spraken hun voorkeur hiervoor uit: Spraken hun voorkeur hiervoor uit:

Conclusie: Voor de gemeenten Putte en Heist-op-den-Berg zijn er op basis van de ontvangen feedback geen stemmen voor de beide scenario’s. Voor de gemeente Putte werd aangegeven dat deze beter kan aansluiten bij het kleinstedelijk gebied Mechelen. Voor de gemeente Heist-op-den-Berg werd aangegeven dat deze beter kan aansluiten bij het kleinstedelijk gebied Lier. In het najaar zal er verder op zoek dienen te worden gegaan naar objectieve elementen om een finale suggestie te kunnen formuleren, waarbij we wel al kunnen opmerken dat deze voorstellen overeenstemmen met het huidige zorgregiodecreet.

34

6. Voorstel tot afbakening per provincie op regionaalstedelijk niveau

In wat volgt kan voor de provincies Limburg, West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant het voorstel tot afbakening worden teruggevonden voor het regionaalstedelijk niveau op basis van de provinciale tafel en de laatste werksessie (kleur) in vergelijking met het huidige zorgregiodecreet (zwarte lijn).

Voor de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen werd nog geen voorstel uitgewerkt. Dit heeft te maken met het feit dat er in de werkgroep ‘Taakstelling en Structuurintegratie’ geen consensus werd bereikt over de oefening omtrent de structuurintegatie5. In het najaar wordt hier dus voor alle provincies op verder gewerkt, zodat ook dit kan uitmonden in een advies naar het Agentschap Zorg en Gezondheid en het Kabinet toe omtrent welke wijzigingen er nodig zijn aan het zorgregiodecreet.

5 Zie de tussentijdse visietekst van de werkgroep ‘Taakstelling en Structuurintegratie’ voor meer informatie. 35

6.1. Provincie Limburg Op basis van de besprekingen tijdens de provinciale tafel en de laatste werksessie kan voor Limburg worden besloten dat de voorkeur uitgaat naar één regionaalstedelijke regio op het niveau van de provincie. Indien dit niet mogelijk is, dan stelt men voor om de huidige grenzen van artikel 107- projecten te volgen (zie kaart). Hierbij vallen, in vergelijking met het huidige zorgregiodecreet, volgende zaken op:

 Bilzen, Hoeselt, Tongeren, Herstappe, Riemst en Voeren worden in het voorstel van de werkgroep aan een ander regionaalstedelijk niveau toegewezen. Op kleinstedelijk niveau vormen deze zes gemeentes samen ook één gebied.  Bocholt wordt in het voorstel van de werkgroep aan een ander regionaalstedelijk niveau toegewezen, gezien het op kleinstedelijk niveau wordt opgenomen bij Lommel, Hamont-Achel, Neerpelt, Overpelt, Hechtel-Eksel en Peer.

36

6.2. Provincie West-Vlaanderen Op basis van de besprekingen tijdens de provinciale tafel en de laatste werksessie kan voor West- Vlaanderen worden besloten dat de voorkeur uitgaat naar een verschuiving van vier naar drie gebieden. Hierbij vallen, in vergelijking met het huidige zorgregiodecreet, volgende zaken op:

 Dentergem wordt in het voorstel van de werkgroep aan een ander regionaalstedelijk niveau toegewezen, gezien het op kleinstedelijk niveau wordt opgenomen bij Wingene, Ruiselede, Pittem, Tielt, Meulebeke en Oostrozebeke.  Kortemark wordt in het voorstel van de werkgroep aan een ander regionaalstedelijk niveau toegewezen, gezien het op kleinstedelijk niveau wordt opgenomen bij Koekelare, Ichtegem, Zedelgem en Torhout.  Voor Diksmuide, Lo-Reninge en Houthulst was de werkgroep nog onbeslist.

37

6.3. Provincie Vlaams-Brabant Op basis van de besprekingen tijdens de provinciale tafel en de laatste werksessie kan voor Vlaams- Brabant worden besloten dat we geen verschil merken met het huidige zorgregiodecreet. Enkel voor de gemeente Kampenhout kan de beslissing op kleinstedelijk niveau nog een impact hebben. In dat kader zou het logischer zijn dat Kampenhout op kleinstedelijk niveau wordt opgenomen bij Kortenberg, Herent, Boortmeerbeek, Haacht, Rotselaar, Holsbeek en Lubbeek.

38