OSO. Tijdschrift Voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde En Geschiedenis

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

OSO. Tijdschrift Voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde En Geschiedenis OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 24 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 24. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, [Nijmegen] 2005 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001200501_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. [Nummer 1] Afbeeldingen omslag De afbeelding op de voorzijde van de omslag Aandachtig publiek in de Rechtszaal is van Arnold Borret (KITLV, 37 A 208). Deze afbeelding is opgenomen in het boek van Rosemarijn Hoefte & Clazien Medendorp, Arnold Borret, Suriname: gezichten, typen en costumen (KITLV Uitgeverij, Leiden, 2003, p. 170) De afbeelding op de achterzijde is een maluana. Dit is een ronde houten schijf van bijna een meter middellijn, die door de Wayana-Indianen wordt gebruikt om in ronde huizen de nok van binnen af te sluiten. Op deze maluana, waarvan het origineel in het Academiegebouw te Leiden te zien is, zijn aan weerszijden van het middelpunt figuren afgebeeld die een zogenaamde kuluwayak voorstellen, een dier (geest) met twee koppen en kuifveren. OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 24 7 Voorwoord In 2003 benaderde Wiete Westerhof, voorzitter van de Stichting COLOR het IBS met het voorstel samen met IBS een colloquium te organiseren over het thema ‘kleurrijk Suriname’, vanuit de gedachte dat de Surinaamse samenleving zich kenmerkt door een, in vergelijking met elders, ontspannen omgang met huidskleurverschillen. Als dermatoloog werd Westerhof in Nederland regelmatig geconfronteerd met de nefaste gevolgen van het gebruik van diverse middelen om een donkere huid op te bleken. De stichting COLOR (acroniem voor Cultural Organization Linking Orientation of Race) wil niet alleen op medisch terrein, maar ook door middel van maatschappelijke activiteiten en onderzoek bijdragen aan een oplossing van deze problematiek en andere problemen samenhangend met huidskleur. IBS voelde voor deze samenwerking en besloten werd het onderwerp zowel vanuit een medisch-biologische, historische, als sociologische optiek in een gezamenlijk colloquium onder de aandacht te brengen. Bromki Dyari; Over Kleur, Schoonheid en Beeldvorming bevat in artikelvorm de bijdragen van het colloquium van november 2004, aangevuld met een flink aantal extra bijdragen. De titel van het colloquium was Opo yu kloru, een bekende Surinaamse uitdrukking die ontstond in een maatschappij waarin een lichtere huidskleur een hogere sociale status gaf. In die situatie betekende het een ‘verheffen’ van je kleur door de keuze voor een lichtergekleurde partner. Op deze wijze kon een lichtergekleurd nageslacht ontstaan, maar trouwen met een ‘lichtere’ partner was ook een middel om geassocieerd te worden met de hogere status van de huidskleur van de partner. De vraag is wel of de uitdrukking in de moderne Surinaamse samenleving nog wel refereert aan een maatschappelijke realiteit. In dit themanummer is de invalshoek in ieder geval ruimer gekozen. Het thema dat de bijdragen bindt, is de gevarieerde betekenis die huidskleur en andere aanvankelijk als ‘raciaal’ opgevatte lichamelijke kenmerken op verschillende maatschappelijke niveaus in de Surinaamse samenleving hebben gehad, maar vooral ook heden ten dage hebben. Bij de organisatie van het colloquium kozen wij voor het volgende uitgangspunt. Huidskleur is meer dan een biologisch gegeven. Het is onderdeel van een somatisch normbeeld dat op verschillende momenten in de geschiedenis is gebruikt als criterium om onderscheid te maken tussen mensen binnen een samenleving. In de koloniale tijd kwamen rassentheorieën in omloop, die negatieve connotaties koppelden aan bepaalde huidskleurvarianten en OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 24 8 waarvan mensen tot op de dag van vandaag, wereldwijd, de nadelige gevolgen ondervinden. Suriname verkeert in de bijzondere omstandigheid dat de relatief kleine bevolking bestaat uit een groot aantal verschillende rassen en mengvormen daarvan (de moksiwatra) in verschillende kleurschakeringen. De centrale vraag in dit themanummer is: hoe ging en gaat de Surinaamse samenleving om met dit gegeven? Is Suriname werkelijk de rainbow nation waarvoor velen haar houden, een samenleving waar verschillen in uiterlijk veel minder dan elders een bron zijn van verdeeldheid? Is de negatieve erfenis uit het verleden definitief onschadelijk gemaakt? Wij spreken de hoop uit dat met dit themanummer een bijdrage geleverd wordt aan het bespreekbaar maken van een vaak als ongemakkelijk ervaren onderwerp. Het laatste woord is hierover ongetwijfeld nog niet gesproken. OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 24 9 Wiete Westerhof Evolutionaire, biologische en maatschappelijke aspecten van de huidskleur Evolutie van de hominiden en de mens De aarde telt zo'n bonte verzameling van mensen met een uiteenlopende huidskleur dat men zich zou kunnen afvragen waardoor het verschil in huidskleur wordt bepaald. Om deze vraag te kunnen beantwoorden moeten wij teruggaan in de tijd. De aarde is ongeveer 4,6 miljard jaar oud. De eerste 600 miljoen jaren had de aarde nodig om af te koelen. Het leven begon vier miljard jaren geleden met ééncelligen.1 De primaten of aapachtigen ontstonden pas recent in het evolutionaire proces aan het begin van het cenozoïcum, ongeveer 65 miljoen jaar geleden. De mensachtigen of hominiden zagen het levenslicht aan het eind van het tertiair in het plioceen ongeveer 5,3 miljoen jaar geleden. De homo sapiens of de moderne mens kwam voort uit een van de hominiden stammen die van 100.000 tot 80.000 jaren geleden leefden ten tijde van het pleistoceen dat duurde van 1.8 miljoen tot 10.000 jaren geleden.2 Algemeen wordt aanvaard dat Afrika de bakermat is van de meeste mensachtigen. Er zijn enkele lijnen van hominiden die uitgestorven zijn, onder andere de Homo Erectus en de in Europa ontstane Homo Neanderthalenses (de Neanderthalers), die leefden van ongeveer 400.000 tot 10.000 jaar geleden. De overige mensachtigen migreerden 1,8 miljoen tot 100.000 jaar geleden vanuit Afrika naar Azie en Australië. De moderne mens, de Homo Sapiens, die oorspronkelijk ook uit Afrika komt, heeft alle hominiden en archaïsche vertegenwoordigers van de Homo Sapiens verdreven. Dit weten wij vooral uit opgravingen op diverse plaatsen van de wereld, waarbij de schedelresten en andere botten van het skelet gebruikt werden om tot bovengenoemde indeling te komen. Ongeveer 5.7 miljoen jaren geleden splitsten de hominiden zich af van de apen. Van alle apen staan de chimpansees genetisch het dichtst bij de mens. Ze zijn sterk behaard, echter de (onderliggende) huid is wit. Aanvankelijk zijn bij jonge chimpansees de huid van de handen en het gezicht ook wit. Op latere leeftijd wordt deze huid gepigmenteerd. Er wordt daarom verondersteld dat de eerste hominiden een witte huid hadden (Jablonski & Chaplin 2000: 57). Echter vanwege barre klimatologische en milieu omstandigheden was een aanpassing nodig. 1 www.ucmp.berkeley.edu/help/timeformold.html. 2 http://hannover.park.org/Canada/Museum/man/begin.html; www.onelife.com/evolve/manev.html; www.cbv.ns.ca/marigold/history/evolution/evolution.html; www.howcomyoucom.com/Descent.htm. OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 24 10 De mensachtigen gingen rechtop lopen en werden actiever (Jablonski 2004a). Botvondsten van ongeveer 2,5 miljoen jaren terug duiden op het gebruik van stenen voorwerpen bij de Homo Australopithecus Garhi. De hominiden verlieten het oerwoud en gingen op de open savanne jagen. Hiervoor was een aanpassing nodig om de hitte, die door de toegenomen lichaamsinspanning ontstond en door de warmte van de zon als gevolg van de directe blootstelling, te kunnen afvoeren. Dit vond plaats door middel van haarverlies en toename van zweetklieren. Immers verdamping van water (zweet) geeft afkoeling. Door de naakte huid in het openveld stonden de mensachtigen echter bloot aan grote hoeveelheid ultraviolette (UV) straling van de zon. Daar deze tot ernstige zonnebrand en uiteindelijk huidkanker kan leiden was er daarom behoefte aan een beschermingsfactor in de huid tegen de UV straling van de zon. Daar de huid mogelijk bij de mensachtigen aanvankelijk wit was (zie boven) heeft evolutionaire aanpassing tot stimulering van pigmentcellen in de huid geleid om meer pigment te vormen, omdat pigment bescherming biedt tegen UV stralen. Daarom is het waarschijnlijk dat de moderne mens, die uiteindelijk van hominiden uit zuidelijk Afrika afstamt, van oorsprong een licht bruine huid had. Men neemt aan dat de pigmentatie van de moderne mens uit zuidelijk Afrika in twee richtingen verder is ontwikkeld. De vroege moderne mensen die naar equatoriaal Afrika migreerden, waar de UV straling het meest intens is, ontwikkelden een diep zwarte huid. De mensen die Afrika uittrokken richting Azië en Europa (in de gematigde luchtstreken) ontwikkelden een lichte huidskleur (Jablonski 2004b: 585). Heden ten dage blijkt deze verspreiding in grote lijnen nog steeds te kloppen. Bij recente migraties van bijvoorbeeld de Eskimo's (Inuït) was de tijd te kort om tot een aanpassing te leiden of bestond de noodzaak om een lichtere huidskleur te ontwikkelen niet doordat er andere beschermende aanpassingen voor in de plaats kwamen (zie verderop). Mechanismen van pigmentvorming in de huid De pigmentcellen in de huid vormen pigmentkorrels
Recommended publications
  • Inglish Dikshineri = English
    Kriol – Inglish Dikshineri English – Kriol Dictionary Compiled and edited by Yvette Herrera Myrna Manzanares Silvana Woods Cynthia Crosbie Ken Decker Editor-in-Chief Paul Crosbie Belize Kriol Project Cover design: Adapted from Yasser Musa Cover photo: Courtesy Robert Spain at 2008 Crooked Tree Cashew Fest Illustrations in the Introduction are from The Art of Reading, SIL International Literacy Department SIL International provided linguistic consultancy to this publication of the Belize Kriol Project. The Belize Kriol Project is the language development arm of The National Kriol Council. www.sil.org The National Kriol Council House of Culture, Regent Street P.O. Box 2447 Belize City Belize www.kriol.org.bz Belize Kriol Project P.O. Box 2120 Office: 33 Central American Blvd. Belize City, Belize The first printing of this dictionary was in 2007 and was funded by The Ministry of Education and The National Institute of Culture and History House of Culture, Regent Street Belize City, Belize First Edition Copyright © 2007 Belize Kriol Project Second Printing 2009 ISBN # 978-976-95165-1-9 Printed by Print Belize Belmopan, Belize CONTENTS List of Abbreviations .......................................... iv Foreword by Sir Colville Young.............................v Preface ..................................................................... ix Acknowledgements.............................................. xi Introduction.............................................................1 Guide to Using the Dictionary...........................3 The
    [Show full text]
  • 2020 International Narcotics Control Strategy Report
    United States Department of State Bureau for International Narcotics and Law Enforcement Affairs International Narcotics Control Strategy Report Volume I Drug and Chemical Control March 2020 INCSR 2020 Volume 1 Table of Contents Table of Contents Common Abbreviations ..................................................................................................................................... iii International Agreements.................................................................................................................................... v INTRODUCTION ..................................................................................................................................... 1 Legislative Basis for the INCSR ......................................................................................................................... 2 Presidential Determination ................................................................................................................................. 7 Policy and Program Developments .................................................................................................... 12 Overview ......................................................................................................................................................... 13 Methodology for U.S. Government Estimates of Illegal Drug Production .......................................................... 18 Parties to UN Conventions ..............................................................................................................................
    [Show full text]
  • Does Race Matter in International Beauty Pageants? a Quantitative Analysis of Miss World B S Z  R  W , PD U    B   C 
    Does race matter in international beauty pageants? A quantitative analysis of Miss World B S Z R W, PD U B C Abstract: Most research on race and beauty pageants uses qualitative research methods and focuses on national beauty pageants. For this reason it is unclear whether there are broad patterns of racial inequalities in international beauty pageants. My study addresses this issue by using a quantitative approach to examine whether race affects success rates in international beauty pageants. This study examines countries that have competed in the Miss World pageant from 1951 to 2011 and examine each country’s probability of winning and being in the semi- fi nals. The analysis shows that race matters. White countries have a much higher chance of winning and being in the semi-fi nals than non-white nations. Furthermore, white nations have been over-represented as winners and semi-fi nalists while non-white nations have been under-represented in both those categories. The patterns of success for white nations and lack of success for non-white nations demonstrates that beauty is not neutral and that global beauty pageants can be seen as a refl ection of racial hierarchies and a reaffi rmation of the ideology of white beauty. Introduction Studying Race in Beauty Pageants than simple phenotypes, in beauty pageants Browsing through the headshots of the Although race is a socially constructed where the body is visually displayed, physical 2011 contestants on the websites of the Miss concept, the concept of race and racism appearance is a noticeable way of signifying World and the Miss Universe pageants, the persists3, and in order to study racial race.5 Moreover, the general public that view women’s beauty was indisputable.
    [Show full text]
  • RESTRICTED WT/TPR/S/391 7 August 2019
    RESTRICTED WT/TPR/S/391 7 August 2019 (19-5090) Page: 1/75 Trade Policy Review Body TRADE POLICY REVIEW REPORT BY THE SECRETARIAT SURINAME This report, prepared for the third Trade Policy Review of Suriname, has been drawn up by the WTO Secretariat on its own responsibility. The Secretariat has, as required by the Agreement establishing the Trade Policy Review Mechanism (Annex 3 of the Marrakesh Agreement Establishing the World Trade Organization), sought clarification from Suriname on its trade policies and practices. Any technical questions arising from this report may be addressed to Arne Klau (tel: 022 739 5706) and Bernard Kuiten (tel: 022 739 5676). Document WT/TPR/G/391 contains the policy statement submitted by Suriname. Note: This report is subject to restricted circulation and press embargo until the end of the first session of the meeting of the Trade Policy Review Body on Suriname. This report was drafted in English. WT/TPR/S/391 • Suriname - 2 - CONTENTS SUMMARY ........................................................................................................................ 6 1 ECONOMIC ENVIRONMENT ........................................................................................ 10 1.1 Main Features of the Economy .....................................................................................10 1.2 Recent Economic Developments ...................................................................................11 1.3 Developments in Trade and Investment ........................................................................13
    [Show full text]
  • Door Ko Van Geemert PRAATJES VOOR DE WEST Radio
    door Ko van Geemert PRAATJES VOOR DE WEST Radio Nederland Wereldomroep verzorgde van 1947 tot 2012 dagelijks radio- uitzendingen in het Nederlands op de korte golf, opgericht om het contact met Nederlanders wereldwijd te handhaven. Daarin werd ook plaats ingeruimd voor schrijvers. Wat was de betekenis van de Wereldomroep voor de Surinaamse en Antilliaanse literatuur? B. Jos de Roo, auteur, oud-onderwijzer en van 1983 tot 2002 werkzaam bij de Wereldomroep, deed er onderzoek naar, waarop hij in 2014 promoveerde. Het betrof 267 literaire bijdragen die in de periode 1947 tot 1958 waren uitgezonden. Een centrale figuur toen was Johan van de Walle (1912-2000), destijds chef van de West-Indische afdeling van de Wereldomroep. Overigens, zijn nog altijd boeiende herinneringen uit Suriname en Curaçao zijn te vinden in Beneden de wind uit 1974 en Een oog boven Paramaribo van een jaar later. De genoemde 267 bijdragen werden nooit als ‘literair’ gepresenteerd. De Roo koos ze op basis van een aantal criteria als inhoud, originaliteit, opbouw, beeldspraak. Laten we ons in deze korte bespreking beperken tot Suriname. Dan vallen drie zaken op. Ten eerste de rol van vertellen, de orale literatuur. De bekendste vertegenwoordiger is Johan Ferrier (1910-2010), oud-onderwijzer, laatste gouverneur, eerste president van Suriname. In totaal zond de Wereldomroep in de genoemde periode twintig keer een Anansitori uit, een verhaal over Anansi, de beroemdste spin van de wereld, door Ferrier verteld. Zijn vertellingen zijn na te lezen in Het Grote Anansiboek uit 2010. Ten tweede valt de belangrijke plaats op die Wie Eegie Sanie, (‘Onze eigen dingen’) inneemt in deze uitzendingen, een Surinaamse culturele vereniging in 1951 in Nederland opgericht door Eddy Bruma, Jules Sedney en anderen.
    [Show full text]
  • INTERNATIONAL OLYMPIC ACADEMY 47Th INTERNATIONAL
    47aggliko003s022:protipi 6/1/09 12:36 PM Page 3 INTERNATIONAL OLYMPIC ACADEMY 47th INTERNATIONAL SESSION FOR YOUNG PARTICIPANTS 19 JUNE – 3 JULY 2007 PROCEEDINGS ANCIENT OLYMPIA 47aggliko003s022:protipi 6/1/09 12:36 PM Page 4 Commemorative seal of the Session. Published by the International Olympic Academy and the International Olympic Committee 2009 International Olympic Academy 52, Dimitrios Vikelas Avenue 152 33 Halandri – Athens GREECE Tel.: +30 210 6878809-13, +30 210 6878888 Fax: +30 210 6878840 E-mail: [email protected] Website: www.ioa.org.gr Editor Assoc. Prof. Konstantinos Georgiadis, IOA Honorary Dean Photographs ΙΟΑ Photographic Archive ISBN: 978-960-14-1982-4 47aggliko003s022:protipi 6/1/09 12:36 PM Page 5 INTERNATIONAL OLYMPIC ACADEMY FORTY-SEVENTH INTERNATIONAL SESSION FOR YOUNG PARTICIPANTS SPECIAL SUBJECT: FROM ATHENS TO BEIJING ANCIENT OLYMPIA 47aggliko003s022:protipi 6/1/09 12:36 PM Page 6 47aggliko003s022:protipi 6/1/09 12:36 PM Page 7 EPHORIA OF THE INTERNATIONAL OLYMPIC ACADEMY (2007) President Minos X. KYRIAKOU Vice-President Isidoros KOUVELOS Members Lambis NIKOLAOU (IOC Vice-President) Emmanuel KATSIADAKIS Antonios NIKOLOPOULOS Evangelos SOUFLERIS Panagiotis KONDOS Leonidas VAROUXIS Georgios FOTINOPOULOS Honorary President Juan Antonio SAMARANCH Honorary Vice-President Nikolaos YALOURIS Honorary Dean Konstantinos GEORGIADIS 7 47aggliko003s022:protipi 6/1/09 12:36 PM Page 8 HELLENIC OLYMPIC COMMITTEE (2007) President Minos X. KYRIAKOU 1st Vice-President Isidoros KOUVELOS 2nd Vice-President Spyros ZANNIAS Secretary
    [Show full text]
  • Land Rights, Tenure and Use of Indigenous Peoples and Maroons in Suriname
    SUPPORT FOR THE SUSTAINABLE DEVELOPMENT OF THE INTERIOR -COLLECTIVE RIGHTS LAND RIGHTS, TENURE AND USE OF INDIGENOUS PEOPLES AND MAROONS IN SURINAME FINAL REPORT December 2010 THE AMAZON CONSERVATION TEAM Doekhieweg Oost 24, PARAMARIBO, SURINAME, PH: (597) 568606 FAX: (597) 6850169. EMAIL: [email protected]. WEB: WWW.ACT-SURINAME.ORG TABLE OF CONTENTS LIST OF ABBREVIATIONS………………………………………………………………… 4 EXECUTIVE SUMMARY………………………………………………………………… 5 1. INTRODUCTION……………………………………………………………….. 7 1.1 SURINAME’S INTERIOR…………………………………………… 8 1.2 LAND TENURE AND PROPERTY RIGHTS…………………………. 10 1.3 FRAMEWORK FOR LAND AND RESOURCE USE……………….. 11 2. CUSTOMARY LAW ON LAND TENURE AND RESOURCE USE IN INDIGENOUS MAROON AREAS…………………………………………..…………….. 13 2.1 CUSTOMARY LAW ON LAND TENURE AND RESOURCE USE IN MAROON COMMUNITIES………………………………… 13 2.2 CUSTOMARY LAW ON LAND TENURE AND RESOURCE USE IN INDIGENOUS COMMUNITIES ……………………………… 16 3. HISTORIC LAND USE OF INDIGENOUS PEOPLES AND MAROONS IN SURINAME….19 3.1 BUILT UP LAND……………………………………………………… 19 3.2 FOREST USE…………………………………………………………. 22 3.3 AGRICULTURE……………………………………………………….. 25 3.4 GOLD AND BAUXITE MINING……………………………………. 29 3.5 LAND USED FOR PROTECTED AREAS AND FOR TOURISM…. 30 3.6 UNSUSTAINABLE LAND USE……………………………………… 32 4. RIGHTS TO LAND AND NATURAL RESOURCES…………………………… 33 4.1 BACKGROUND TO THE PROBLEM……………………………….. 33 4.2 COMPETING CLAIMS FOR RESOURCE USE………………………. 35 4.3 CONFLICTS OVER LAND AND NATURAL RESOURCES…………. 40 4.4 ACCESS TO RESOURCES AND LAND STEWARDSHIP..…………. 46 2 5. DEMARCATION OF LANDS……………………………………………………. 49 5.1 DEFINING DEMARCATION ………………………………………….. 49 5.2 DEMARCATION IN SURINAME……………………………………… 53 5.3 GUIDELINES TO DEMARCATION…………………………………... 62 6. RECOMMENDATIONS AND CONCLUSION ……………………………….… 67 BIBLIOGRAPHY…………………………………………………………………………… 75 ANNEX 1: FORESTRY APPLICATION PROCESS……………………………… 81 ANNEX 2: CONSULTED STAKEHOLDERS……………………………………… 82 ANNEX 3: TEAM OF CONSULTANTS…………………………………………… 83 ANNEX 4: METHODOLOGY TO THE STUDY………………………………….
    [Show full text]
  • Small-Scale Gold Mining Related Mercury Contamination in the Guianas: a Review
    Small-Scale Gold Mining Related Mercury Contamination in the Guianas: A Review Authors: Legg ED1, Ouboter PE2, Wright MAP3. Affiliations: 1. Halcyon Medical Writing; 2. Anton de Kom Universiteit van Suriname; 3. WWF Guianas Reviewers: Laurens Gomes (WWF Guianas); Jon Hobbs (WWF International); Joniqua Howard (University of Texas, Arlington); Laurent Kelle (WWF Guianas); Sherwood Lowe (University of Guyana); Cedric Nelom (NIMOS, Suriname); Aiesha Williams (WWF Guianas). Acknowledgements: The authors would like to thank all reviewers for their time and thoughtful comments which have added greatly to the final document. We would also like to thank Sara Olga Ramirez Gomez for her help preparing figures. Finally the authors are grateful for all those who gave permission to use their copyrighted research material. Disclaimers: The opinions expressed in this report are those of the authors and do not necessarily reflect the views of WWF Guianas or of other institutions with which the authors are affiliated. Maps and international boundaries in figures are not a declaration on national boundaries and do not reflect the opinions of WWF Guianas or the authors, in all cases quality of data and the potential contribution to reader’s understanding were the deciding factors when selecting figures for inclusion. Where possible a neutral standpoint has been taken in depicting full boundaries. The authors are responsible for any and all errors in data translation and interpretation. Prepared for WWF Guianas June 2015 Contents Purpose of the report: ...........................................................................................................................
    [Show full text]
  • Roger Janssen
    ROGER JANSSEN In search of a path In search ROGER JANSSEN ROGER JANSSEN 1975 to 1991 policy of Suriname from An analysis of the foreign In search of a path An analysis of the foreign policy of Suriname from 1975 to 1991 In search The foreign policy of small states is an often neglected topic, which is particularly the case when it comes to Suriname. How did the young Republic deal with its dependency on the Netherlands for development aid after 1975? Was Paramaribo following a certain foreign policy strategy of a path or did it merely react towards internal and external events? What were the decision making processes in defi ning the foreign policy course and who was involved in these processes? And why was a proposal An analysis of the foreign policy discussed to hand back the right of an independent foreign and defence policy to a Dutch Commonwealth government in the early 1990s? of Suriname from 1975 to 1991 These questions are examined here in depth, in the fi rst comprehensive analysis wof Suriname’s foreign policy from 1975 to 1991. The book provides readers interested in Caribbean and Latin American affairs with a detailed account of Suriname’s external relations. Moreover, the young Republic may stand as a case study, as it confronted the diffi culties and challenges that small developing states often face. Roger Janssen (1967), born in the Dutch-German border region of Cleve, migrated to Australia in 1989. He received his education as a historian at the University of Western Australia where he obtained a Ph.D.
    [Show full text]
  • Community-Led Assessment of Risk from Exposure to Mercury by Native Amerindian Wayana in Southeast Suriname
    Hindawi Publishing Corporation Journal of Environmental and Public Health Volume 2012, Article ID 674596, 10 pages doi:10.1155/2012/674596 Research Article Community-Led Assessment of Risk from Exposure to Mercury by Native Amerindian Wayana in Southeast Suriname Daniel Peplow1, 2 and Sarah Augustine1 1 Suriname Indigenous Health Fund, International Humanities Center, White Swan, WA 98952, USA 2 College of the Environment, University of Washington, Seattle, WA 98195, USA Correspondence should be addressed to Daniel Peplow, [email protected] Received 16 May 2011; Revised 12 September 2011; Accepted 21 September 2011 Academic Editor: Rainer Schulin Copyright © 2012 D. Peplow and S. Augustine. This is an open access article distributed under the Creative Commons Attribution License, which permits unrestricted use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original work is properly cited. This study was a collaboration between Western public health researchers and Suriname indigenous communities. The question asked was “how can Western researchers effectively engage traditional indigenous communities in Suriname, South America, in public health research”. The approach used a combination of Participatory Action Research methods in which “Western” researchers became participating observers in an indigenous-led research initiative. The Wayana communities of Puleowime (Apetina) and Kawemhakan (Anapayke) defined a single objective: determine for themselves whether they are at risk from exposure to mercury (Hg) contamination. Community members collected hair samples for analysis. Hair samples were analyzed using a portable Hg analyzer. Individual, community and hazard quotient indices were used to quantify risk. Results showed the Wayana were at a high lifetime risk of adverse effects from exposure to Hg.
    [Show full text]
  • Comments on the Dutch Edition
    Comments on the Dutch edition Paul Nouwen in his foreword to the Dutch edition: ‘In this beautiful description we follow how the search of the movement went. I hope the readers of this book will feel strengthened to promote the changes that are needed and to help people around them.’ Katholiek Nieuwsblad: ‘The ideal to forgive for a better world is still of paramount importance... a near revolutionary thought in the Netherlands of today.’ Friesch Dagblad: ‘This book is honest and it holds a mirror for the reader. It describes the essence of the movement, without being yet another catechism. The principles come together in the Golden Rule: Treat others as you want them to treat you.’ Bert Endedijk, publisher of the book in the Netherlands, director of Kok/ten Have: ‘The author describes an important movement. She places herself in a vulnerable position by looking critically at the movement which is dear to her.’ Father Bert ten Berge, SJ: ‘This book was my spiritual reading for my retreat. It gave me a lot of food for thought.’ Reaching for a new world Initiatives of Change seen through a Dutch window Hennie de Pous-de Jonge CAUX BOOKS First published in 2005 as Reiken naar een nieuwe wereld by Uitgeverij Kok – Kampen The Netherlands This English edition published 2009 by Caux Books Caux Books Rue de Panorama 1824 Caux Switzerland © Hennie de Pous-de Jonge 2009 ISBN 978-2-88037-520-1 Designed and typeset in 10.75pt Sabon by Blair Cummock Printed by Imprimerie Pot, 78 Av. des Communes-Réunies, 1212 Grand-Lancy, Switzerland Contents Preface
    [Show full text]
  • GERT OOSTINDIE Postcolonial Netherlands
    amsterdam university press GERT OOSTINDIE Postcolonial Netherlands Sixty-five years of forgetting, commemorating, silencing Postcolonial Netherlands GERT OOSTINDIE Postcolonial Netherlands Sixty-five years of forgetting, commemorating, silencing amsterdam university press The publication of this book is made possible by a grant from Netherlands Organisation for Scientific Research nwo( ). Original title: Postkoloniaal Nederland. Vijfenzestig jaar vergeten, herdenken, verdringen, Uitgeverij Bert Bakker, 2010 Translation: Annabel Howland Cover illustration: Netherlands East Indies Memorial, Amstelveen; photograph Eveline Kooijman Design: Suzan Beijer, Amersfoort isbn 978 90 8964 353 7 e-isbn 978 90 4851 402 1 nur 697 Creative Commons License CC BY NC (http://creativecommons.org/licenses/by-nc/3.0) G.J. Oostindie / Amsterdam University Press, Amsterdam 2011 Some rights reversed. Without limiting the rights under copyright reserved above, any part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise). Every effort has been made to obtain permission to use all copyrighted illustrations reproduced in this book. Nonetheless, whosoever believes to have rights to this material is advised to contact the publisher. TABLE OF CONTENTS Introduction 7 1 Decolonization, migration and the postcolonial bonus 23 From the Indies/Indonesia 26 From Suriname 33 From the Antilles 36 Migration and integration in the Netherlands
    [Show full text]