DOCSLIB.ORG

Hydnangiaceae 18-11-2020

Total Page：16

File Type：pdf, Size：1020Kb

Download full-text PDF Read full-text

Load more

Hydnangiaceae 18-11-2020 Patrick Van Brussel waarnemingen.be Jean Werts & Joke De Sutter Familie Hydnangiaceae • Alfabetische index • Hydnangiaceae genera alfabetisch • Bibliografie Hydnangiaceae genera alfabetisch • Hydnangium • Laccaria Genus Hydnangium - Mozaiektruffel • In België in serres, volgens de literatuur enkel bij Eucalyptus. Hydnangium carneum Vleeskleurige Mozaïektruffel Genus Laccaria • Vruchtlichamen collybioïd tot omphalioïd, klein tot mediumgroot, hygrofaan, met roodbruine tot violette tinten; lamellen nogal dik, gematigd ver uiteen; sporenfiguur wit tot bleekviolet. • Sporen: rond tot cilindrisch, met stekels of wrattig, dikwandig, niet amyloïd, niet dextrinoïd, niet Congofiel noch metachromatisch in cresyl blue; basidiën 4 of 2- sporig; cheilocystiden present en filiform of afwezig; pleurocystiden afwezig; hoedhuid een (arm) ontwikkelde cutis; gespen aanwezig. • Laccaria foto’s & hyperlinken • Laccaria macroscopische sleutel Hans Vermeulen Laccaria macroscopische sleutel Hans Vermeulen • Symbionten met bomen en struiken in bos en heide. Plaatjes dik, breed aangehecht tot iets aflopend, bij rijpheid wit bestoven. Vruchtlichaam hygrofaan, bij vocht lila, violet, rozebruin, oranjebruin, later bijna onherkenbaar beige tot okerkleurig verblekend. Sporenpoeder wit. Sporen met grote stekels bezet of dikwandig. • 1a: hoed en steel bij vocht rozebruin, oranjebruin, roodbruin, plaatjes roze of lila. 2a 1b • 1b (1a): hoed, steel en plaatjes bij vocht dieppaars tot violet; tussen bladeren en naalden in bossen op zandgrond, vooral onder Beuk. Laccaria amethystina Amethystzwam • 2a (1a): hoed en steel bij vocht rozebruin tot oranjebruin. 3a 2b • 2b (2a): hoed en steel bij vocht donkerroodbruin, purperbruin. Bij Els of Berk op moerassige bodem. Laccaria purpureobadia Purperbruine fopzwam • 3a (2a): hoed hooguit 40 mm; plaatjes bij vocht vleeskleurig roze. 4a 3b • 3b (3a): hoed tot 80 mm, zemelig; plaatjes meestal bleekroze; steel vaak tot 100 mm; in bossen op zandgrond of onder bomen in heidevelden. Laccaria proxima Schubbige fopzwam • 4a (3a): hoed tot 40 mm, met gave rand. 5a 4b • 4b (4a): hoed hooguit 15 mm met gekroesd golvende rand; op modderige aarde langs bospaden, in greppels. Laccaria tortilis Gekroesde fopzwam • 5a (4a): steelbasis met lila myceliumvilt; plaatjes jong lila; op voedselarme zandgrond bij Den, Eik en Berk. Laccaria bicolor Tweekleurige fopzwam 5b • 5b (5a): steelbasis met wit myceliumvilt; plaatjes roze; in loof- en naaldbos op alle bodemsoorten, ook tussen gras in bossen. Laccaria laccata var. pallidigolia Gewone fopzwam De vruchtlichamen van de Gewone fopzwam in Vlaanderen behoren tot de variatie pallidifolia, gekenmerkt door ronde sporen. L. laccata var. laccata bezit korte elliptische sporen in komt in Scandinavië voor. De Steenrode fopzwam (L. fraterna) heeft sporen van 8 – 10 ųm met stekeltjes tot 1 ųm hoog, terwijl de Kleine fopzwam (L. pumila) sporen van 8 – 13 ųm vormt met kleinere stekeltjes van 0,3 – 0,7 ųm hoog. Hydnangium carneum Wallr. Vleeskleurig mozaïektruffel Laccaria amethystina (Huds) Cooke Amethistzwam Joke De Sutter Uitlegger Brasschaat 2019/10 Laccaria amethystina (Huds) Cooke Amethistzwam • Hoed: 10 – 45 mm, jong halfbol met ingerolde rand, uitspreidend tot convex, planoconvex of meer zelden concaaf, met ondiepe tot diepe centrale depressie, nooit met bult, hygrofaan, doorschijnend gestreept tot halfweg de radius, jong bij vocht alethystkleurig, als ouder bleekamethyst, in zeer natte condities vuilbruinigviolet, bij drogen uitblekend tot bleekpurperokergeel, droog radiaal aangedrukt vezelig tot subschubbig. • Lamellen: L = (12-) 15 – 18, l = (0-)1 – 8, nogal ver uiteen, als jong iets aflopend, oud aangehecht, aflopend met tand, buikig, tot 9 mm breed, als jong amethyst, later bleekamethyst of rozeamethyst, wit pruïneus als ouder, met gave of vlokkige (lens) gelijk gekleurde rand. • Steel: (20-) 30 – 95 (-125) mm, cilindrisch of verbreed en samengedrukt naar de top, met subknollige basis, solide tot fistuloos, bij vocht amethyst of violet, in zeer vochtige condities vuilbruinigviolet, bij drogen verblekend, met dezelfde kleur als de hoed, in de lengte vezelig gestreept, aan de top donzig, met bleekamethystkleurig dons aan de basis. Laccaria amethystina Amethistzwam • Vlees: in de hoed dun, hygrofaan, met dezelfde kleur als de oppervlakte; in de steel hygrofaan en met dezelfde kleur als de oppervlakte. • Geur: onbeduidend, fungoïd, zoetig, soms aarde-achtig. • Smaak: mild, fungoïd. • Sporenfiguur: blauwachtig, bleekviolet tot wit. In groepjes in loofbossen, zelden in coniferenbossen. Algemeen op zandige bodems, maar ook op klei. Augustus – november. Laccaria amethystina is een accumulator van arsenicum en bevat hoge hoeveelheden caesium. Laccaria amethystina (Huds) Cooke Amethistzwam Laccaria bicolor (Maire) P.D.Orton Tweekleurige fopzwam Jerzy Opiola wikimedia commons Laccaria bicolor (Maire) P.D.Orton Tweekleurige fopzwam • Hoed: 15 – 55 (-70) mm, jong halfbol met ingerolde rand, later uitspreidend tot convex, afgeknot-conisch of +- vlak, met lage bult of ondiepe depressie, tot concaaf, hygrofaan, tot 1/3 van de radius doorschijnend gestreept bij vocht, oud oranjebruin, roodbruin of rozebruin, naar de rand meer roze of lila getint, bij drogen verblekend tot oranjeachtig okergeel, schubbig in het centrum, naar de rand toe aangedrukt vezelig. • Lamellen: L = 17 – 35, l = 1 – 7 (-10), gematigd ver uiteen, aangehecht of aflopend met een tand, tot 5 mm breed, jong boogvormig, later segmentiform tot subbuikig, jong lila-achtig roze, later roze, wit pruïneus als ouder, met effen gelijk gekleurde rand. • Steel: 40 – 85 (-125) x (2-) 3 – 7 mm, cilindrisch, soms wat verbredend naar de basis, solide tot fistuloos, oranje-rozebruin gestreept, bleker naar de basis, compleet purper-roodbruin, tenminste als jong lila-rozebruin aan de top, vezelig gestreept in de lengte, met (soms zonder) violet, amethyst of lila gekleurd basaal dons. • Vlees: met kleur als hoed, aan top en basis meer violetachtig; geur zoetig fungoïd of kruidachtig raapachtig; geur zoet, fungoïd. • Sporenfiguur: wit. • Solitair of in groepjes op zure bodems met coniferen, meer zelden bij loofbomen. Van september – november. Laccaria bicolor (Maire) P.D.Orton Tweekleurige fopzwam Laccaria fraterna (Cooke&mass.) Pegl. Steenrode fopzwam Michael W. wikimedia commons Laccaria fraterna (Cooke&mass.) Pegl. Steenrode fopzwam • Hoed: (10-) 18 – 39 mm, jong halfbol, uitspreidend tot convex of zelfs concaaf, met ingerolde rand, golvend tot ruw gegroefd, hygrofaan, doorschijnend gestreept tot ½ van de radius, bij vocht roodbruin, purperbruin, als droog baksteenrood of oranjeachtig oker, oppervlak glad bij vocht, bij drogen aangedrukt vezelig tot donzig. • Lamellen: L = 17 – 26, l = 1 – 4 (-7), gematigd ver uiteen, iets aflopend of emarginaat en aflopend met een tand, segmentiform of subbuikig, tot 7 mm breed, jong roze, wit pruïneus met ouderdom, met gave gelijk gekleurde rand. • Steel: 35 – 60 x 2 – 5 mm, cilindrisch, soms wat breder aan de top en de basis, donkerder dan de hoed, vezelig gestreept, met wit basaal dons. • Vlees: in hoed en steel hygrofaan, met dezelfde kleur als de oppervlakte. • Geur: onduidelijk, aardeachtig-raapachtig; smaak aardeachtig of onaangenaam fungoïd. Solitair of in kleine groepjes, in struiken en loofbossen, in Nederland zeer zeldzaam. • Sporenfiguur: wit. September – november. De andere tweesporige soort L. pumilla kan ook donker gekleurd zijn in alpine of arctische condities. De vraag of dit goede soorten zijn of tweesporige vormen van L. laccata blijft open. Laccaria fraterna (Cooke&mass.) Pegl. Steenrode fopzwam Laccaria laccata (Scop.:Fr.) Cooke Gewone fopzwam Robin Geys waarnemingen.be Laccaria laccata (Scop.:Fr.) Cooke Gewone fopzwam • Hoed: 5 – 35 (-80) mm, jong halfbol met of zonder ingerolde rand, later uitspreidend tot vlak of planoconvex, met centrale zwakke indeuking, soms met een papil, hygrofaan, doorschijnend gestreept tot 1/3 van de radius, bij vocht bleekrozebruin, oranjebruin, soms zeer bleeklederkleurig of witachtig, of vleeskleurig wijnkleurig, met donkerder centrum en strepen, bij drogen verblekend tot bleekgeel, bleekgeelroze of bleekrozebruin; oppervlak glad bij vocht, zelden met gelijkkleurige schubben, bij drogen radiaal aangedrukt vezelig tot licht schubbig in het centrum. • Lamellen: L = (12-) 15 – 26, l = 1 – 5, nogal ver uiteen, aangehecht, iets emarginaat of aflopend met een tandje, soms bijna vrij, jong boogvormig, later segmentiform of buikig, tot 5 mm breed, bleekvleesroze, later donkerrozebruin en wit pruïneus met sporen, met effen gelijk gekleurde rand. Laccaria laccata (Scop.:Fr.) Cooke Gewone fopzwam • Steel: (13-) 17 – 55 (-150) x 1,5 – 5 (-12) mm, cilindrisch, soms samengedrukt, soms iets excentrisch, dikwijls met subknollige basis, solide, later fistuloos, met dezelfde kleur als de hoed, aangedrukt hyaline-vezelig, zelden donzig aan de top, met wit dons aan de basis. • Vlees: in de hoed dun, in hoed en steel hygrofaan en gelijk gekleurd of iets bleker als de oppervlakte. • Geur: fungoïd, soms kruidig-fungoïd of raapachtig. • Smaak: mild en fungoïd. • Sporenfiguur: wit. Laccaria laccata (Scop.:Fr.) Cooke Gewone fopzwam • Overvloedig, in bundels, zelden solitair, in loof- en gemengde bossen. Bij ons op zandige, lemige of venige bodems. Zeer algemeen van juli – november. • L. laccata is een zeer variabele soort, macroscopisch in kleur, microscopisch in vorm en ornamentatie van de sporen. • Sleutel tot de variëteiten: • 1a: sporen breed ellips tot ellips, gemiddelde
Recommended publications
  • Ectomycorrhizal Fungal Community Structure in a Young Orchard of Grafted and Ungrafted Hybrid Chestnut Saplings

    Ectomycorrhizal Fungal Community Structure in a Young Orchard of Grafted and Ungrafted Hybrid Chestnut Saplings

    Mycorrhiza (2021) 31:189–201 https://doi.org/10.1007/s00572-020-01015-0 ORIGINAL ARTICLE Ectomycorrhizal fungal community structure in a young orchard of grafted and ungrafted hybrid chestnut saplings Serena Santolamazza‑Carbone1,2 · Laura Iglesias‑Bernabé1 · Esteban Sinde‑Stompel3 · Pedro Pablo Gallego1,2 Received: 29 August 2020 / Accepted: 17 December 2020 / Published online: 27 January 2021 © The Author(s) 2021 Abstract Ectomycorrhizal (ECM) fungal community of the European chestnut has been poorly investigated, and mostly by sporocarp sampling. We proposed the study of the ECM fungal community of 2-year-old chestnut hybrids Castanea × coudercii (Castanea sativa × Castanea crenata) using molecular approaches. By using the chestnut hybrid clones 111 and 125, we assessed the impact of grafting on ECM colonization rate, species diversity, and fungal community composition. The clone type did not have an impact on the studied variables; however, grafting signifcantly infuenced ECM colonization rate in clone 111. Species diversity and richness did not vary between the experimental groups. Grafted and ungrafted plants of clone 111 had a diferent ECM fungal species composition. Sequence data from ITS regions of rDNA revealed the presence of 9 orders, 15 families, 19 genera, and 27 species of ECM fungi, most of them generalist, early-stage species. Thirteen new taxa were described in association with chestnuts. The basidiomycetes Agaricales (13 taxa) and Boletales (11 taxa) represented 36% and 31%, of the total sampled ECM fungal taxa, respectively. Scleroderma citrinum, S. areolatum, and S. polyrhizum (Boletales) were found in 86% of the trees and represented 39% of total ECM root tips. The ascomycete Cenococcum geophilum (Mytilinidiales) was found in 80% of the trees but accounted only for 6% of the colonized root tips.
  • Significance of Ectomycorrhizae in Forest Ecosystems of India

    Significance of Ectomycorrhizae in Forest Ecosystems of India

    Volume-5, Issue-1, Jan-Mar-2015, Coden: IJPAJX-USA, Copyrights@2015, ISSN-2231-4490 Received: 11th Oct-2014 Revised: 26th Oct-2014 Accepted: 29th Oct-2014 Review article SIGNIFICANCE OF ECTOMYCORRHIZAE IN FOREST ECOSYSTEMS OF INDIA C. Sandeepa*, V. Mohanb and Syam Viswanatha aTree Improvement and Genetics Division, Institute of Wood Science and Technology, Bangalore -560003 bForest Protection Division, Institute of Forest Genetics and Tree Breeding, Coimbatore-641002 * Corresponding Author, e-mail: [email protected], Mobile: 9886778079 ABSTRACT: The biodiversity of Indian forest ecosystem is under serious threat from the last two decade and the endemic plants of Western Ghats, Eastern Ghats as well as few important keystone species which also form climax species in Himalayan regions are facing elimination due to habitat loss. Causes for rapid depletion of forest ecosystem in India has been due to over exploitation, overgrazing, poor regeneration, widespread logging, and rapid increase in human population, tourism, removal of leaf and wood litter from the forests floor, demand for fuel wood, fodder, timber and diversion of forestlands for agriculture. Intensive or extensive inventorying and monitoring “hot spots” of biodiversity has thus become a difficult task to achieve for Indian foresters and ecologists. Ectomycorrhizal diversity with important tree species of India is still in the exploratory phase. Any amount of ectomycorrhizal association in tree seedlings is hence needed rather than no ectomycorrhizal association and some species of ectomycorrhizal fungi can be more useful to trees, in certain geographical and environmental conditions, than others. Therefore these fungal species should be effectively managed and applied. Keywords: Western Ghats, Ectomycorrhizal fungi, Endemics, Exotics, Keystone and Climax.
  • Chemical Elements in Ascomycetes and Basidiomycetes

    Chemical Elements in Ascomycetes and Basidiomycetes

    Chemical elements in Ascomycetes and Basidiomycetes The reference mushrooms as instruments for investigating bioindication and biodiversity Roberto Cenci, Luigi Cocchi, Orlando Petrini, Fabrizio Sena, Carmine Siniscalco, Luciano Vescovi Editors: R. M. Cenci and F. Sena EUR 24415 EN 2011 1 The mission of the JRC-IES is to provide scientific-technical support to the European Union’s policies for the protection and sustainable development of the European and global environment. European Commission Joint Research Centre Institute for Environment and Sustainability Via E.Fermi, 2749 I-21027 Ispra (VA) Italy Legal Notice Neither the European Commission nor any person acting on behalf of the Commission is responsible for the use which might be made of this publication. Europe Direct is a service to help you find answers to your questions about the European Union Freephone number (*): 00 800 6 7 8 9 10 11 (*) Certain mobile telephone operators do not allow access to 00 800 numbers or these calls may be billed. A great deal of additional information on the European Union is available on the Internet. It can be accessed through the Europa server http://europa.eu/ JRC Catalogue number: LB-NA-24415-EN-C Editors: R. M. Cenci and F. Sena JRC65050 EUR 24415 EN ISBN 978-92-79-20395-4 ISSN 1018-5593 doi:10.2788/22228 Luxembourg: Publications Office of the European Union Translation: Dr. Luca Umidi © European Union, 2011 Reproduction is authorised provided the source is acknowledged Printed in Italy 2 Attached to this document is a CD containing: • A PDF copy of this document • Information regarding the soil and mushroom sampling site locations • Analytical data (ca, 300,000) on total samples of soils and mushrooms analysed (ca, 10,000) • The descriptive statistics for all genera and species analysed • Maps showing the distribution of concentrations of inorganic elements in mushrooms • Maps showing the distribution of concentrations of inorganic elements in soils 3 Contact information: Address: Roberto M.
  • Ectomycorrhizal Communities Associated with a Pinus Radiata Plantation in the North Island, New Zealand

    Ectomycorrhizal Communities Associated with a Pinus Radiata Plantation in the North Island, New Zealand

    ECTOMYCORRHIZAL COMMUNITIES ASSOCIATED WITH A PINUS RADIATA PLANTATION IN THE NORTH ISLAND, NEW ZEALAND A thesis submitted in partial fulfilment of the requirements for the Degree of Doctor of Philosophy at Lincoln University by Katrin Walbert Bioprotection and Ecology Division Lincoln University, Canterbury New Zealand 2008 Abstract of a thesis submitted in partial fulfilment of the requirements for the Degree of Doctor of Philosophy ECTOMYCORRHIZAL COMMUNITIES ASSOCIATED WITH A PINUS RADIATA PLANTATION IN THE NORTH ISLAND, NEW ZEALAND by Katrin Walbert Aboveground and belowground ectomycorrhizal (ECM) communities associated with different age classes of the exotic plantation species Pinus radiata were investigated over the course of two years in the North Island of New Zealand. ECM species were identified with a combined approach of morphological and molecular (restriction fragment length polymorphism (RFLP) and DNA sequencing) analysis. ECM species richness and diversity of a nursery in Rotorua, and stands of different ages (1, 2, 8, 15 and 26 yrs of age at time of final assessment) in Kaingaroa Forest, were assessed above- and belowground; furthermore, the correlation between the above- and belowground ECM communities was assessed. It was found that the overall and stand specific species richness and diversity of ECM fungi associated with the exotic host tree in New Zealand were low compared to similar forests in the Northern Hemisphere but similar to other exotic plantations in the Southern Hemisphere. Over the course of this study, 18 ECM species were observed aboveground and 19 ECM species belowground. With the aid of molecular analysis the identities of Laccaria proxima and Inocybe sindonia were clarified.
  • Isolation and Regeneration of Protoplasts from Laccaria Fraterna - an Ectomycorrhizal Fungus

    Isolation and Regeneration of Protoplasts from Laccaria Fraterna - an Ectomycorrhizal Fungus

    Indian Journal of Bioinformatics and Biotechnology, Vol 3(1), 22–30, January 2014 Isolation and Regeneration of Protoplasts from Laccaria Fraterna - an Ectomycorrhizal Fungus S. A. Anithachristy1*, M. Arunmani2 and Viji Sitther3 1Methodist Hospital Research Institute, Houston, TX 77030, USA; [email protected] 2Baylor College of Medicine, Houston, TX 77030, USA 3Morgan State University, Baltimore, MD 21251, USA Abstract Laccaria fraterna, An efficient method for high yields of protoplast isolation and regeneration and viability was achieved in L. fraterna an ectomycorrhizal8 fungus. In this study, we standardized the optimal conditions such as mycelial age, temperature, pH × and osmotic stabilizers for the release and regeneration of protoplasts in . Maximum number of protoplasts (5.1 10 ) was isolated from 4 day old mycelia suspended in an osmotically stabilized MMC buffer (pH 5.0) with 0.5 M man- nitol and 10 mg/mL Novozyme 234. Maximum yields of protoplasts were released from the mycelium using Novozyme 234 after 3 h. Protoplasts exhibited two kinds of regeneration patterns in liquid media and one in solid medium. Almost all the protoplastsEucalyptus were globulus nucleated and viable as observed by acridine orange and fluorescein diacetate staining. The regeneration frequency was as high as 36% under optimal conditions. When colonies from regenerated protoplasts were inoculated with , few plants showed ectomycorrhizal association. Results of this study indicate that this fungus could be potentially used in transformation, protoplast fusion and other genetic studies. Keywords: Laccaria fraterna Ectomycorrhizal Fungus, , Novozyme 234, Protoplasts, Regeneration Patterns. 1. Introduction Optimization of conditions for the isolation, regeneration and fusion of protoplasts in Saccharomyces cerevisiae has Ectomycorrhizal Fungi (EMF) that live in symbiotic opened new avenues for genetic and molecular biology association with roots of most terrestrial plants play an studies in several filamentous fungi5.
  • Mycorrhizal Fungi of Aspen Forests: Natural Occurrence and Potential Applications

    Mycorrhizal Fungi of Aspen Forests: Natural Occurrence and Potential Applications

    Utah State University DigitalCommons@USU Aspen Bibliography Aspen Research 2001 Mycorrhizal fungi of aspen forests: natural occurrence and potential applications C.L. Cripps Follow this and additional works at: https://digitalcommons.usu.edu/aspen_bib Part of the Forest Sciences Commons Recommended Citation Cripps, CL. 2001. Mycorrhizal fungi of aspen forests: natural occurrence and potential applications. WD Shepperd et al (compilers). Sustaining Aspen in Western Landscapes: Symposium Proceedings. Proceedings RMRS-P-18. U.S. Department of Agriculture, Forest Service, Rocky Mountain Research Station. Fort Collins, CO. This Contribution to Book is brought to you for free and open access by the Aspen Research at DigitalCommons@USU. It has been accepted for inclusion in Aspen Bibliography by an authorized administrator of DigitalCommons@USU. For more information, please contact [email protected]. Mycorrhizal Fungi of Aspen Forests: Natural Occurrence and Potential Applications Cathy L. Cripps1 Abstract—Native mycorrhizal fungi associated with aspen were surveyed on three soil types in the north-central Rocky Mountains. Selected isolates were tested for the ability to enhance aspen seedling growth in vitro. Over 50 species of ectomycorrhizal fungi occur with Populus tremuloides in this region, primarily basidiomycete fungi in the Agaricales. Almost one-third (30%) were ubiquitous with aspen and were found on all three soil types. Over one-third (37%) were restricted to the acidic, sandy soil of the smelter-impacted Butte-Anaconda area, revealing a subset of fungi that tolerate these conditions. Mycorrhizal fungi were screened for their ability to enhance aspen growth and establishment. Of nine selected isolates, all but one increased the biomass of aspen seedlings 2–4 times.
  • Laccaria Fraterna (Cooke & Massee) Pegler

    Laccaria Fraterna (Cooke & Massee) Pegler

    Laccaria fraterna (Cooke & Massee) Pegler Reino: Fungi División: Basidiomycota Subdivisión: Agaricomycotina Clase: Agaricomycetes Orden: Agaricales Familia: Hydnangiaceae DISTRIBUCIÓN NATIVA Australia. DISTRIBUCIÓN MUNDIAL Citada para Europa, norte de África, norte y sur de América, aunque su distribución pudiera coincidir con todos los países donde se ha introducido Eucaliptos a la cual está asociada. DISTRIBUCIÓN EN CANARIAS Se cita como naturalizada en Tenerife, La Gomera y Gran Canaria La Gomera, Tenerife y Gran Canaria. REQUERIMIENTOS DEL HÁBITAT Fructifica exclusivamente como micorrizógeno asociado fundamentalmente a especies de Eucalyptus, a lo largo del otoño hasta principios de primavera. Páginas 1 de 3 Laccaria fraterna (Cooke & Massee) Pegler LONGEVIDAD/FORMA DE VIDA Hongo de talo micelial y cuerpo fructífero (basidioma) carnoso. La longevidad de un individuo se desconoce pero presumiblemente puede alcanzar cientos de años. MADUREZ SEXUAL Dependiendo de las condiciones ambientales, normalmente anual. TIPO DE REPRODUCCIÓN Sexual (esporas). PRODUCCIÓN DE SEMILLAS/PLANTA Se desconoce el número de esporas producidas, pero presumiblemente millares por basidioma (cuerpo fructífero). RESISTENCIA A FACTORES EXTERNOS Las esporas constituyen elementos resistentes a condiciones ambientales adversas. MODO DE DISPERSIÓN Cointroducido con los eucaliptos introducidos en las islas. FECHAS O PERIODOS DE INTRODUCCIÓN En la isla de Canarias en el año 1980. VÍAS DE INTRODUCCIÓN En la isla de Gran Canaria en el área de Agricultura con una introducción vía Polizón. En la isla de Tenerife en el área de Agricultura con una introducción vía Polizón. En la isla de La Gomera en el área de Agricultura con una introducción vía Polizón. IMPACTO EN CANARIAS SOBRE HÁBITATS Dinámica de nutrientes. Páginas 2 de 3 Laccaria fraterna (Cooke & Massee) Pegler IMPACTO EN CANARIAS SOBRE ESPECIES ENDÉMICAS, NATIVAS O Competencia, reducción o alteración por el espacio o los recursos y Facilitan el desarrollo de otras especies invasoras.
  • Effects of Native Ectomycorrhizal Fungi On

    Effects of Native Ectomycorrhizal Fungi On

    EFFECTS OF NATIVE ECTOMYCORRHIZAL FUNGI ON ASPEN SEEDLINGS IN GREENHOUSE STUDIES: INOCULATION METHODS, FERTILIZER REGIMES, AND PLANT UPTAKE OF SELECTED ELEMENTS IN SMELTER-IMPACTED SOILS by Christopher Paul Mahony A thesis submitted in partial fulfillment of the requirements for the degree of Master of Science In Plant Science Montana State University Bozeman, Montana State University April 2005 © COPYRIGHT by Christopher Paul Mahony 2005 All Rights Reserved ii APPROVAL Of the thesis submitted by Christopher Paul Mahony This thesis has been read by each member of the thesis committee and has been found to be satisfactory regarding content, English usage, format, citations, bibliographic style, and consistency, and is ready for submission to the College of Graduate Studies Dr. Cathy L. Cripps Approved for the Department of Plant Sciences and Plant Pathology Dr. John E. Sherwood Approved For the College of Graduate Studies Dr. Bruce R. McLeod iii STATEMENT OF PERMISSION TO USE In presenting this thesis in partial fulfillment of the requirements for a master’s degree at Montana State University, I agree that the Library shall make it available to borrowers under rules of the Library. I further agree that copying of this thesis is allowed. If I have indicated my intention to copyright this thesis by including a copyright notice page, copying is allowable only for scholarly purposes, consistent with “fair use” as prescribed in the U.S. Copyright Law. Requests for permission for extended quotation from or reproduction of this thesis in whole or in parts may be granted only by the copyright holder. Christopher P. Mahony 4/1/2005 iv ACKNOWLEDGMENTS I would like to acknowledge and thank the following individuals: Dr.
  • Ectomycorrhizal Fungi from Southern Brazil – a Literature-Based Review, Their Origin and Potential Hosts

    Ectomycorrhizal Fungi from Southern Brazil – a Literature-Based Review, Their Origin and Potential Hosts

    Mycosphere Doi 10.5943/mycosphere/4/1/5 Ectomycorrhizal fungi from southern Brazil – a literature-based review, their origin and potential hosts Sulzbacher MA1*, Grebenc, T2, Jacques RJS3 and Antoniolli ZI3 1Universidade Federal de Pernambuco, Departamento de Micologia/CCB, Av. Prof. Nelson Chaves, s/n, CEP: 50670- 901, Recife, PE, Brazil 2Slovenian Forestry Institute Vecna pot 2, SI-1000 Ljubljana, Slovenia 3Universidade Federal de Santa Maria, Departamento de Solos, CCR Campus Universitário, 971050-900, Santa Maria, RS, Brazil Sulzbacher MA, Grebenc T, Jacques RJS, Antoniolli ZI 2013 – Ectomycorrhizal fungi from southern Brazil – a literature-based review, their origin and potential hosts. Mycosphere 4(1), 61– 95, Doi 10.5943 /mycosphere/4/1/5 A first list of ectomycorrhizal and putative ectomycorrhizal fungi from southern Brazil (the states of Rio Grande do Sul, Santa Catarina and Paraná), their potential hosts and origin is presented. The list is based on literature and authors observations. Ectomycorrhizal status and putative origin of listed species was assessed based on worldwide published data and, for some genera, deduced from taxonomic position of otherwise locally distributed species. A total of 144 species (including 18 doubtfull species) in 49 genera were recorded for this region, all accompanied with a brief distribution, habitat and substrate data. At least 30 collections were published only to the genus level and require further taxonomic review. Key words – distribution – habitat – mycorrhiza – neotropics – regional list Article Information Received 28 November 2012 Accepted 20 December 2012 Published online 10 February 2013 *Corresponding author: MA Sulzbacher – e-mail – [email protected] Introduction work of Singer & Araújo (1979), Singer et al.
  • About TERI the Bioresources and Biotechnology Division the Mycorrhiza Network and the Centre for Mycorrhizal Culture Collection

    About TERI the Bioresources and Biotechnology Division the Mycorrhiza Network and the Centre for Mycorrhizal Culture Collection

    Vol. 11 No. 3 October 1999 About TERI A dynamic and flexible organization with a global vision and a local focus, TERI was established in 1974. While in the initial period the focus was mainly on documentation and information dissemination activities, research activities in the fields of energy, environment, and sustainable development were initiated towards the end of 1982. The genesis of these activities lay in TERIs firm belief that efficient utilization of energy, sustainable use of natural resources, large-scale adoption of renewable energy technologies, and reduction of all forms of waste would move the process of development towards the goal of sustainability. The Bioresources and Biotechnology Division Focusing on ecological, environmental, and food security issues, the Divisions activities include working with a wide variety of living organisms, sophisticated genetic engineering techniques, and, at the grassroots level, with village communities. The Division functions through four areas: Microbial Biotechnology, Plant Molecular Biology, Plant Tissue Culture, and Forestry/Biodiversity. The Division is actively engaged in mycorrhizal research. The Mycorrhiza Network has specifically been created to help scientists across the globe in carrying out research on mycorrhiza. The Mycorrhiza Network and the Centre for Mycorrhizal Culture Collection Established in April 1988 at TERI, New Delhi, the Mycorrhiza Network first set up the MIC (Mycorrhiza Information Centre), the same year, and the CMCC (Centre for Mycorrhizal Culture Collection) a national germplasm bank of mycorrhizal fungi in 1993. The general objectives of the Mycorrhiza Network are to strengthen research, encourage participation, promote information exchange, and publish the quarterly newsletter, Mycorrhiza News. The MIC has been primarily responsible for establishing an information network, which facilitates information sharing among the network members and makes the growing literature on mycorrhiza available to researchers.
  • (Fungi - Basidiomycota) in Oak Forests of the Northeastern Andes of Colombia

    (Fungi - Basidiomycota) in Oak Forests of the Northeastern Andes of Colombia

    Article Hoehnea 47: e422019, 6 fig., 2020 http://dx.doi.org/10.1590/2236-8906-42/2019 New citations to the agaricobiota (Fungi - Basidiomycota) in oak forests of the Northeastern Andes of Colombia Jair Putzke 1,5, Luis Guillermo Henao Mejía 2, Ehidy Rocio Peña Cañón 3, Yeina Milena Niño Fernández 3 and Teodoro Chivatá Bedoya 4 Received: 14 March 2019; accepted: 11 December 2019 How to cite: Putzke, J., Mejía, L.G.H., Cañon, E.R.P., Fernández, Y.M.N. & Bedoya, T.C. New citations to the agaricobiota (Fungi: Basidiomycota) in oak forests of the Northeastern Andes of Colombia. Hoehnea 47: 422019. http://dx.doi.org/10.1590/2236-8906-42/2019.of Colombia. Hoehnea 47: 422019. http://dx.doi.org/10.1590/2236-8906- 42/2019. e first report of apomixis. Hoehnea 47: e212019.http://dx.doi.org/10.1590/2236-8906-21/2019. ABSTRACT - (New citations to the agaricobiota (Fungi - Basidiomycota) in oak forests of the Northeastern Andes of Colombia). The study of Colombian agaricobiota is relatively recent. The training of new researchers has allowed more taxonomic surveys, increasing the literature on the subject and indicating the relevance of ecological and conservation studies. During a field survey conducted in the oak forests (Quercus humboldtii) in the Madre Monte Nature Reserve, municipality of Arcabuco - Colombia, in October 2018, about 40 specimens of Agaricales mushrooms were collected. The species were identified following the usual methods in Agaricology of the Laboratorio del Grupo de Investigación Biología para la Conservación de la Universidad Pedagogica y Tecnológica de Colombia. We identified a few species:Campanella elongatispora Singer, Cheimonophyllum candidissimum (Berk.
  • Macro and Trace Mineral Constituents and Radionuclides in Mushrooms: Health Benefits and Risks

    Macro and Trace Mineral Constituents and Radionuclides in Mushrooms: Health Benefits and Risks

    Appl Microbiol Biotechnol (2013) 97:477–501 DOI 10.1007/s00253-012-4552-8 MINI-REVIEW Macro and trace mineral constituents and radionuclides in mushrooms: health benefits and risks Jerzy Falandysz & Jan Borovička Received: 30 August 2012 /Revised: 23 October 2012 /Accepted: 24 October 2012 /Published online: 25 November 2012 # The Author(s) 2012. This article is published with open access at Springerlink.com Abstract This article reviews and updates data on macro and Keywords Environment . Food . Fungi . Organic food . Se trace elements and radionuclides in edible wild-grown and bioenrichment . Wild food cultivated mushrooms. A huge biodiversity of mushrooms and spread of certain species over different continents makes the study on their multi-element constituents highly challeng- Introduction ing. A few edible mushrooms are widely cultivated and efforts areontoemploythem(largelyAgaricus spp., Pleurotus spp., Mushrooms are heterotrophic eukaryotic organisms classi- and Lentinula edodes) in the production of selenium-enriched fied in the kingdom of Fungi. Recent estimates based on food (mushrooms) or nutraceuticals (by using mycelia) and high-throughput sequencing methods suggest that there are less on species used by traditional medicine, e.g., Ganoderma as many as 5.1 million fungal species worldwide (Blackwell lucidum. There are also attempts to enrich mushrooms with 2011). The European continent has witnessed the highest other elements than Se and a good example is enrichment with number of studies in this area, and in this continent, at least lithium. Since minerals of nutritional value are common con- 75,000 species exist, and of these, more than 15,000 species stituents of mushrooms collected from natural habitats, the are macrofungi, i.e., fungi forming fruit bodies (sporocarps) problem is however their co-occurrence with some hazardous that are visible to the naked eye (Senn-Irlet et al.