Vele Handen Maken Zwaar Werk
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Vele handen maken zwaar werk Afstudeerscriptie Over de afhankelijkheid van strategische keuzes en strategische ruimte van externe steun Ewout Langenbarg Utrecht, juli 2011 Universiteit Utrecht Oxfam Novib Vele handen maken zwaar werk Masterscriptie Ewout Langenbarg 1 Vele handen maken zwaar werk 5 juli 2011 - Utrecht Vele handen maken zwaar werk Masterscriptie over de afhankelijkheid van strategische keuzes en strategische ruimte van externe steun Auteur: Ewout M. Langenbarg Studentnummer: 3065685 Adres: Jadelaan 3, 3523 CS, Utrecht Instituut: Universiteit Utrecht, Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatie wetenschap (USBO) Opleiding: Publiek Management Eerste lezer: Dr. Albert Meijer Tweede lezer: Dr. Karin Geuijen Masterscriptie Ewout Langenbarg 2 Vele handen maken zwaar werk Masterscriptie Ewout Langenbarg 3 Vele handen maken zwaar werk Voorwoord Het voorwoord. Het laatste woord dat op papier gezet wordt voor dat het ingeleverd wordt. Voor u ligt het resultaat van mijn afstuderen, het verslag van mijn onderzoek. Het onderzoek is gedaan bij OxfamNovib naar de invloeden van externe steun op de strategievorming van de organisatie. Dit is gedaan ter afronding van de Masteropleiding Publiek Management, die ik eigenlijk zo kort geleden begon. Net iets meer dan een jaar geleden had ik vanuit Argentinië een intake gesprek voor deze master, een gesprek met naar later bleek, mijn begeleider van dit onderzoek. Daarna is het snel gegaan. Niet alleen de master Publiek Management komt ten einde, maar ook mijn studententijd – die ik in 2005 aan dezelfde faculteit, bestuurs- en organiatiewetenschap, begonnen ben. Een bekend Nederlands spreekwoord luidt: Vele handen maken licht werk. Als veel mensen helpen aan iets zal het sneller gaan, of iets zal makkelijker te dragen zijn. In het denken over strategische keuzes van organisaties in de sector van ontwikkelingssamenwerking en de invloeden die zij van buiten hebben gaat dit spreekwoord wellicht niet altijd op. In een interview werd een auto als metafoor voor een organisatie gebruikt. Het zou belangrijk zijn om als directie, als strategen van de organisatie, op de stoel van de bestuurder te zitten. Maar ook al gebeurt dat, handen vanuit de omgeving kunnen het dan alsnog moeilijk maken om de organisatie naar eigen inzien te sturen. Hoe meer ‘handen’ vanuit de omgeving zich met het sturen van de organisatie bemoeien, hoe moeilijker het wordt voor de originele bestuurder, het bestuur, om de organisatie in de gewenste koers te houden. Vele handen maken zwaar werk. Voor het scheppen van de benodigde voorwaarden, het bieden van concrete hulp, het (moreel) ondersteunen of het fungeren uitlaatklep geldt dat ze het werk van het schrijven een scriptie of het leven van de scriptieschrijver wel lichter maken. Met die gedachte in het achterhoofd ben ik een woord van dank verschuldigd aan een aantal personen. Ten eerste wil ik Albert Meijer bedanken, mijn begeleider. Met een kritische blik en interesse voor het onderwerp is veel bruikbare en nodige input en feedback geleverd. Ik heb er veel van geleerd, inhoudelijk maar zeker ook over onderzoek doen. Datzelfde geldt voor Karin Geuijen, de tweede lezer, die mij ook met interesse en waardevolle feedback heeft geholpen. Bij OxfamNovib gaat mijn dank uit naar Marco de Swart, die het onderzoek mogelijk maakte, de juiste voorwaarden schiep, en van begin tot eind enthousiast is geweest over het onderzoek en de resultaten, bedankt hiervoor. Ze staan in de bijlagen stuk voor stuk genoemd, maar hier verdienen ze ook een vermelding; de respondenten. De 20 interviews die zijn afgenomen hebben een enorme bijdrage geleverd aan dit eindresultaat. Masterscriptie Ewout Langenbarg 4 Vele handen maken zwaar werk Verder wil ik mijn medestudenten van de master bedanken. Het praten, discussiëren of klagen over de scriptie of, het ’s-woord’, heeft mij zeker geholpen. Bedankt, Loes, Saskia, Esther, Bob, Bas, Jony en Lotte. Goede vrienden zijn ook in het scriptie proces belangrijk, voor concrete hulp of voor morele steun, bedankt Karlijn en Michiel. Tegen Harm zou ik willen zeggen bedankt voor het geduld en de interesse, de eettafel is weer vrij. Mijn vader heeft ook geholpen, door teksten te lezen en daar commentaar op te leveren, bedankt daarvoor. Tot slot wil ik Maria bedanken: de bijkomende stress kwam wellicht onterecht het eerst bij haar terecht. Nu is het tijd om weer leukere dingen te delen, te beginnen met dit eindresultaat. Rest mij u veel leesplezier toe te wensen. Het was een lang en leerzaam traject, de onderwerpen heb ik zeer interessant gevonden en ik heb er met plezier over geschreven. Ik hoop dat dit terug te zien is in het eindresultaat. Ewout Langenbarg Utrecht, juli 2011 Masterscriptie Ewout Langenbarg 5 Vele handen maken zwaar werk Managementsamenvatting Het maatschappelijke en politieke klimaat verandert. Er is een verruwing van de samenleving en meer en meer wordt er op het scherpst van de snede gediscussieerd. De burger is mondig en instituten, ook op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, genieten niet meer het vertrouwen wat er voorheen wel was. Problemen bij organisaties ten aanzien van salariëring of mislukken van projecten, onduidelijke of incomplete communicatie over de werkzaamheden, gebrekkigheid in aantonen van effectiviteit, misplaatste of niet begrepen communicatie rondom institutionele belangen en bezuinigingen spelen de sector van ontwikkelingssamenwerking parten. De sector van en de organisaties daarin hebben nog niet het juiste antwoord kunnen geven op de maatschappelijke en politieke vraag of eis, want geheel vrijblijvend is het niet, om duidelijke verantwoording, meer transparantie en het aantoonbaar maken van resultaten. De overheid trekt zich nu op financieel gebied terug. Dit moment is wellicht ingegeven door de bezuinigingen maar er ligt meer aan ten grondslag. Dit is terug te zien in de conditionering van de steun die plaatsvindt. Er zijn bestuurlijke en politieke eisen aan de organisaties en de projecten die zij doen. Door de bezuinigingen en de conditionering is de handelingsruimte van de organisaties afgenomen. In brede zin, want er kan doordat er minder middelen zijn minder gedaan worden, maar ook de politieke ruimte, de organisaties worden minder vrij gelaten. De politieke steun voor de organisaties en sector in het algemeen is aan het afnemen en er zijn meer politieke en bestuurlijke eisen, waardoor het meegaan voor de organisaties moeilijker en onwenselijker wordt. Wellicht zijn de toenemende eisen onder andere ingegeven door een afnemende maatschappelijke steun voor overheidsfinanciering voor de sector. De steun neemt niet enkel af en de kritiek neemt niet enkel toe ten aanzien van de individuele organisatie in de problemen of met de onduidelijke communicatie. Dat slaat naar de hele sector over, en zeker naar de organisaties die beeldbepalend zijn voor de sector, de organisaties die al vele jaren gesteund worden door de overheid. De organisaties moeten effectiviteit laten zien om de politieke en maatschappelijke steun te behouden. De organisaties hebben die steun nodig omdat dit draagvlak nodig is om van de overheid, bij goedkeuring van de regering, en van de donateurs de benodigde financiële middelen te ontvangen. De middelen zijn nodig om aan de sociale missie en doelstellingen van de organisatie te werken. Dit toont de tweeledigheid van een organisatiestrategie van een NGO aan. Er moet optimaal aan de sociale missie en doelstellingen gewerkt worden, maar ook zijn er financiële middelen nodig, om het voortbestaan van de organisatie te garanderen. Dit maakt dat de omgeving van de organisatie, waar de middelen of resources vandaan komen, erg belangrijk zijn. Ze zijn namelijk van Masterscriptie Ewout Langenbarg 6 Vele handen maken zwaar werk de omgeving afhankelijk voor de middelen, voornamelijk van de overheid en van de maatschappij, de donateurs. Doordat organisaties van inkomsten en andere middelen afhankelijk zijn van de omgeving, hebben ze te maken met resource dependency. Organisaties ontvangen die middelen omdat er een inter- afhankelijkheidsrelatie is, zij betekenen iets voor de donor: ze doen aan ontwikkelingssamenwerking. De inter-afhankelijkheidsrelatie moet voor beide partijen wat opleveren. In dit licht valt te begrijpen dat de regering de organisaties inzet voor de eigen doelstellingen. Als organisaties hierin meegaan, dan is er politieke steun. Door de toenemende eisen wordt de resource dependency problematisch, want de donor heeft zeggenschap over de financiële bijdrage. Wil de sector of de organisaties (weer) meer autonomie hebben, dan zullen ze minder afhankelijk van de overheid moeten worden. Ze zullen zich deels los moeten snijden van de overheid, zodat de invloed van de overheid op het sturen van de organisatie kleiner wordt. Als de overheid niet meer verreweg de grootste financier is van een organisatie maar één van vele zal de organisatie veel onafhankelijker kunnen opereren. Voor de onafhankelijkheid is de maatschappelijke steun belangrijk, om het verlies aan inkomen vanuit de overheid op te vangen of doordat de maatschappelijke steun invloed heeft op de regering en zo de politieke ruimte van de organisaties gewaarborgd kan worden, zodat deze niet verder krimpt of weer kan groeien. Die donaties en invloed richting regering zullen er zijn als de donateurs en burgers vinden dat de organisaties een meerwaarde hebben. Door het aantonen van de public value, via het verhaal van de organisaties, kan met problematiek die bij de resource dependency komt kijken omgegaan worden. Ambiguïteit in het