Gotieke Verschijningen in Nederlandse Romans, 1980-1995
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Griezelig gewoon : gotieke verschijningen in Nederlandse romans, 1980-1995 Citation for published version (APA): Andeweg, A. (2010). Griezelig gewoon : gotieke verschijningen in Nederlandse romans, 1980-1995. Maastricht University. https://doi.org/10.26481/dis.20100401aa Document status and date: Published: 01/01/2010 DOI: 10.26481/dis.20100401aa Document Version: Publisher's PDF, also known as Version of record Please check the document version of this publication: • A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website. • The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review. • The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers. Link to publication General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal. If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement: www.umlib.nl/taverne-license Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us at: [email protected] providing details and we will investigate your claim. Download date: 28 Sep. 2021 GRIEZELIG GEWOON GRIEZELIG GEWOON Gotieke verschijningen in Nederlandse romans, 1980-1995 PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Maastricht, op gezag van de Rector Magnificus, Prof. mr. G.P.M.F. Mols volgens het besluit van het College van Decanen, in het openbaar te verdedigen op donderdag 1 april 2010 om 16.00 uur door Agnes Andeweg PROMOTOR Prof. dr. M.J.H. Meijer COPROMOTOR Dr. E. Wesseling BEOORDELINGSCOMMISSIE Prof. dr. J.H.W. Kusters (voorzitter) Prof. dr. G. Buelens, Universiteit Utrecht Prof. dr. R.L. Buikema, Universiteit Utrecht Prof. dr. A. Labrie Dr. J.H. de Roder INHOUDSOPGAVE Dankwoord 3 1 INLEIDING: HET GOTIEKE LEZEN 5 Cultureel werk van het gotieke 7 Van genre naar strategie 13 Over Goten en Britten 16 De breuk tussen traditie en moderniteit 19 Nederland en het gotieke 22 De bestudering van het gotieke, gender en queer 27 De opzet van dit boek 30 2 HET SPOOK VAN DE HOMOSEKSUALITEIT. LETTER EN GEEST VAN FRANS KELLENDONK 35 Eerdere interpretaties 39 Spoken zien 44 Vrijgezellen 48 Gotieke perversie 56 Ons kent ons 58 3 BEZITTEN EN BEZETEN WORDEN. DE VIERDE MAN VAN GERARD REVE 67 De wederopstanding van de femme fatale 73 Het gotieke en het komische 77 Parodie van een heterobestaan 80 Echt en onecht: Herman 87 Door Maria tot Jezus 91 Seksualiteit en schrijverschap 94 Een verhaal moet niet te vroeg klaarkomen 98 4 BIJ HOOG EN BIJ LAAG. VRIEND VAN VERDIENSTE VAN THOMAS ROSENBOOM 103 Een historische roman 108 Vriendschap verdienen: over de grenzen van klasse 110 Klassenverschil en gender 114 Zuiverheid en het abjecte 117 Jongens onder elkaar 123 Mannelijk masochisme 129 Moeders en zonen 133 Het anachronisme van de seksuele onschuld 136 5 DE GOTIEKE STEMMEN VAN RENATE DORRESTEIN. NOORDERZON EN HET PERPETUUM MOBILE VAN DE LIEFDE 139 Feminisme en het gotieke volgens Nancy Armstrong 142 Noorderzon en female gothic 146 De stem van een vrouw 152 Het Boze Oog 157 Gotieke stemmen in Het perpetuum mobile van de liefde 172 Vampiristisch zusterschap 179 6 HET VERLANGEN NAAR VERLANGEN. SPOOKLIEFDE VAN VONNE VAN DER MEER 181 Ierland als gotieke setting 183 Vrouw met houten onderlijf 189 Seks tot (w)elke prijs 195 De kracht van de herhaling 193 7 ‘SEEING THINGS’. SLOTBESCHOUWING 209 Bibliografie 219 Summary 239 Namenregister 245 Curriculum Vitae 252 DANKWOORD Dankzij de praktische en intellectuele hulp van velen was het schrijven van dit boek tot op het laatst een plezierige onderneming. Om te beginnen wil ik Rosemarie Buikema bedanken, die mij op het spoor zette van het gotieke in de Nederlandse literatuur. Dankzij het Centrum voor Gender en Diversiteit van de Universiteit Maastricht kwam er geld voor een onderzoeksplaats om die ideeën uit te voeren. Mijn promotor Maaike Meijer en mijn co-promotor Lies Wesseling dank ik voor het immer grote vertrouwen dat ik van hen kreeg. Maaike, ik prijs mij gelukkig dat ik al zo lang met je samenwerk. Van jouw lust tot lezen en je grote optimisme heb ik ontzettend veel geleerd. Lies, jouw praktische betrokkenheid en onderkoelde humor maakten het werken met jou tot een groot genoegen. Je inhoudelijke deskundigheid over het gotieke strekte zich zelfs uit tot de truitjes die Morticia Addams breit. Dank aan alle voormalige en huidige collega’s van het Centrum voor Gen- der en Diversiteit, die regelmatig mijn stukken becommentarieerden, tips ga- ven, praktische ondersteuning boden en het Centrum tot zo’n leuke werkplek maakten: Ineke Boerefijn, Mineke Bosch, Louis van den Hengel, Annelies van der Horst, Marli Huijer, Ruth de Kanter, Ineke Klinge, Christine Lausberg, Wilma Lieben, Roel van den Oever, Aagje Swinnen, Akke Visser en Josje Weusten. Dank aan de collega’s van de vakgroep Letteren en Kunst, waar het Centrum sinds 2009 aansluiting vond. Ik wil met name Wiel Kusters en Jan de Roder noemen, die uitgebreid commentaar gaven op afzonderlijke hoofdstuk- ken. Bij het onderzoekscolloquium MARKS van de Faculteit Cultuur- en Maat- schappijwetenschappen van de UM, de Onderzoekschool Literatuurwetenschap en de Nederlandse Onderzoekschool Vrouwenstudies kreeg ik de gelegenheid om stukken te presenteren. De studenten Gothic Fictions van het University College Maastricht stelden mij in staat jaar na jaar mijn gedachten over de gothic aan te scherpen. Velen lazen een of meerdere stukken in wording, of dachten anderszins mee. Het aioclubje, bestaande uit Ingrid Glorie, Marijke Huisman, Kathrin Lang en Roel van den Oever, gaf altijd het meest gedetailleerde commentaar en was daarnaast een bron van steun en gezelligheid. Annemie Halsema paarde kennis van Butler aan liefde voor Reve, wat haar tot de ideale commentator van het Reve-hoofdstuk maakte. Jo Radersma en Ben Peperkamp gaven stimulerend commentaar op artikelen, en Dominique Niesten op het hoofdstuk over Kel- 3 lendonk. Leon van Schoonneveldt attendeerde mij op Letter en Geest. Theo van der Meer, Inger Leemans, Erica van Boven, Toos Streng en Geertje Mak losten in de allerlaatste fase voetnoten op. Marion Wiendels hielp door voortvarend het register aan te vatten. Ik dank Marian van der Klein, die weet wat het is om een proefschrift te schrijven maar met wie ik gelukkig nog veel meer deel. Tussen de bedrijven door redigeerde mijn liefste alle hoofdstukken en gaf mij daarmee het laatste zetje naar de eindstreep. De komst van Fenna, en daarna Ido, was een groot geluk. Ze maakten het leven drukker, maar het proefschrift eenvoudiger. Zon- der Mineke Bosch en Jo Radersma was de combinatie van moederschap in Utrecht en wetenschap in Maastricht ingewikkelder geweest. Zij boden mij in Bemelen jarenlang onderdak als mad woman in the attic, en Jo paste bovendien een tijdje een dag op baby Fenna. Dank ten slotte aan mijn ouders, Edgar Andeweg en Janny Andeweg- Holland. Ze konden het proefschrift wel af kijken, maar bleven volhardend wachten en lazen uiteindelijk alles. Mijn moeder bracht mij de liefde voor het lezen bij en stond daarmee aan de basis van dit proefschrift. Aan haar draag ik dit boek op. Utrecht, 6 december 2009 4 1 INLEIDING: HET GOTIEKE LEZEN ‘The Gothic cannot be an essence, for what is Gothicized constantly changes’ (Mighall 1999, 286). ‘Reading Gothic makes us see things’ (Brewster 2000, 281). Als schrijver Willem Brakman (1922-2008) in de jaren zeventig de beroemde film Frankenstein (1931) bekijkt, valt hem dat niet mee: ‘Zonder horror, zonder terror balanceerde ik op de rand van de verveling’ (Brakman 1976, 105). Maar achteraf, in zijn herinnering, krijgt de film alsnog iets beklemmends. De beel- den van acteur Boris Karloff als het monster komen hem opnieuw voor de geest en hij herinnert zich hoe hij de film als kind voor het eerst zag in de jaren der- tig. Toen ging hij Frankenstein zien met een vriend, Ton Bijte, die later, in de Tweede Wereldoorlog, werd doodgeschoten door Duitse soldaten. Brakman herinnert zich hoe hij na afloop naar huis ging, noodgedwongen wandelend omdat zijn fiets gestolen bleek te zijn – ‘een onbegrijpelijke, niet te vullen leeg- te’ (106), en hoe hij later nog wel eens naar de plek ging bij het spoor waar zijn vriend was doodgeschoten – ‘ook een onbegrijpelijke, niet te vullen leegte’ (106). Frankenstein, gebaseerd op Mary Shelleys klassieke griezelroman uit 1818, stuurt Brakmans herinnering aan zijn vriend. Allereerst is de film de aanjager van de herinnering: het weerzien doet hem terugdenken aan de eerste keer dat hij de film zag. Maar ook inhoudelijk structureert Frankenstein Brakmans her- innering. Net zoals het monster ongevraagd tot leven wordt geroepen door dokter Victor Frankenstein, verschijnt Ton Bijte veertig jaar na dato weer even levend voor Brakmans geestesoog, ‘of hij wilde of niet, in de sneeuw en op de fiets’ (106). Hun gelijkenis ligt in die status van creatuur. In Brakmans herinne- ring versmelt het gezicht van zijn vriend dan ook met het monster: ‘zijn gelaat [nam] de trekken aan[…] van Boris, die […] voor zich uitstaarde, met hangen- INLEIDING: HET GOTIEKE LEZEN 5 de armen, het zware hoofd wat scheef en opzij gezakt, even melancholiek als doodmoe van het geschapen zijn’ (107).