Parlementaire ondervragings­commissie naar ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen let op: gesproken woord geldt spreektekst van de voorzitter, , van de parlementaire ondervragings-­ commissie naar ongewenste beinvloeding uit onvrije landen, bij persconferentie op 6 februari over start openbare verhoren.

Dames en heren, hartelijk dank voor uw aanwezigheid bij deze persconferentie. Mede namens de andere leden van de parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen, , Gert-Jan Segers, , , , , Rutger Schonis en heet ik u van harte welkom. Zoals u weet starten op maandag 10 februari de openbare verhoren. Vandaag licht ik toe hoe de commissie zich hierop heeft voorbereid en hoe de komende weken eruit komen te zien.

Op 4 juli jongstleden is de parlementaire ondervragingscommissie geconstitueerd. Het doel van deze commissie is om meer inzicht te krijgen in ongewenste beïnvloeding van maatschappelijke en religieuze organisaties in Nederland, uit onvrije landen. De Tweede Kamer debatteert hier al jaren over maar hierover is nog veel onduidelijk. De commissie wil ook inzicht krijgen in effectieve maat­ regelen om deze invloed te doorbreken.

Na het zomerreces is de commissie gestart met voorbereidende werkzaamheden. Wij vonden het nodig om voor 2 casussen die we onderzoeken, schriftelijke inlichtingen en documenten bij deze organisaties te vorderen. Daarnaast hebben we informatie gevorderd bij de ministeries van: Financiën, Justitie en Veiligheid, Sociale zaken en Werkgelegenheid, en een aantal banken. Het opvragen en verwerken van deze informatie kost tijd, vandaar dat de openbare verhoren zijn verplaatst naar februari. Uiteindelijk is gebleken dat het vorderen van deze informatie niet alleen tijd kost, maar ook op weerstand heeft gestuit. Daarover zo direct meer.

Naast het vorderen van informatie en het doornemen van rapporten en artikelen heeft de commissie ook vertrouwelijke gesprekken gevoerd om bekend te raken met het thema. Dit heeft geleid tot de volgende indeling van de parlementaire ondervraging:

De ondervraging is grofweg op te splitsen in twee delen: het algemene deel waarin een aantal deskundigen en mensen uit de gemeenschap die ervaring hebben met beïnvloeding uit het buiten- land worden gehoord. We trappen daarom de verhoren af met Dick Schoof, de directeur generaal van de AIVD. En we voeren verhoren waarin 3 casussen centraal staan. Te weten: de As-Soennah moskee in Den Haag, de moskeeschool AlFitrah in Utrecht en de Islamitische Stichting Nederland, de Nederlandse tak van Diyanet, waarbij ruim 140 Turkse moskeeën zijn aangesloten. Bij de stichtingen As-Soennah en AlFitrah heeft de commissie, schriftelijke inlichtingen en docu- menten gevorderd. De stichting As-Soennah heeft hierover contact opgenomen met de commissie en documenten aangeleverd.

Zoals u weet heeft de stichting AlFitrah de gevorderde stukken niet geleverd en omdat de commissie deze stukken relevant vindt voor het onderzoek, zijn wij een verzoekschriftprocedure gestart. De voorzieningenrechter heeft de commissie in het gelijk gesteld en de stichting AlFitrah bevolen de gevorderde inlichtingen en documenten te leveren. De stichting heeft dat, tot dusver nog niet gedaan. De stichting AlFitrah heeft besloten in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof Den Haag tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter. Op vrijdag 21 februari, vindt de zitting plaats. Het hoger beroep ontslaat AlFitrah niet van de verplichting om de gevorderde informatie te leveren.

Dan geef ik u een korte toelichting op de openbare verhoren. De commissie voert in verhoor- teams de verhoren uit. De eerste dag richt de commissie zich op beïnvloeding in Nederland. Vindt er beïnvloeding plaats, zo ja op welke wijze en welke maatregelen zouden daartegen genomen kunnen worden? De tweede verhoordag gaat in op de eventuele gevolgen voor de gemeenschap. Op de derde verhoordag in week 1, verhoren we drie personen die inzicht kunnen geven in de wijze waarop moskeeën worden gefinancierd en in hoeverre daar beïnvloeding uit het buitenland mee gepaard gaat.

De tweede verhoorweek begint op maandag 17 februari en richt zich op de casus: As-Soennah. Waarvoor onder andere is opgeroepen: de voormalig bestuursvoorzitter de heer Taheri en de voormalig burgemeester van Den Haag: mevrouw Krikke. Op woensdag 19 februari richt de commissie zich op de casus: AlFitrah. De commissie heeft de heer Salam, bestuursvoorzitter en geestelijk leider van de Stichting alFitrah opgeroepen voor het openbaar verhoor. De commissie heeft voldoende vragen voor de heer Salam, om nu het verhoor te houden en dit niet uit te stellen tot na het hoger beroep. Naast de heer Salam, heeft de commissie de burgemeester van Utrecht, de heer Van Zanen opgeroepen. We sluiten de week af met de casus: Diyanet. De secretaris van de Islamitische Stichting Nederland, de heer Türkmen is opgeroepen voor dit verhoor.

De ondervragingscommissie stelt na de verhoren het verslag op, waarin de belangrijkste bevindin- gen en een verantwoording van de parlementaire ondervraging worden gegeven. Daarin worden genoemde maatregelen en oplossingen opgenomen die de commissie zijn aangedragen. Daar- naast wordt een woordelijk verslag van de openbare verhoren gemaakt en toegevoegd. Deze stuk- ken biedt de commissie naar verwachting, eind april aan, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer. Hoogstwaarschijnlijk vindt daarna een plenair debat plaats.