Herkenrade Ong. Te Sint Geertruid’
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Nota zienswijzen bestemmingsplan ‘Herkenrade ong. te Sint Geertruid’ Inleiding Het ontwerp bestemmingsplan ‘Herkenrade ong. te Sint Geertruid’ heeft op grond van artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening (Wro) vanaf donderdag 5 november 2015 tot en met woensdag 16 december 2015 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is voor iedereen de mogelijkheid geboden een zienswijze in te dienen. In deze termijn zijn 2 zienswijzen door personen ingediend. De zienswijzen zijn in de paragraaf zienswijzen samengevat en van een beantwoording voorzien. Tevens wordt aangegeven of en zo ja tot welke aanpassing de beoordeling van de zienswijze heeft geleid. Algemeen De volgende personen hebben een zienswijze ingediend: Zienswijzen 1. Mw. C.G.M. Frencken, Herkenrade 4 te (6265 NH) Sint Geertruid; 2. Dhr. J. van Baaren, Herkenrade 2 te (6265 NH) Sint Geertruid, en dhr. S. Stettler, Herkenrade 6 te (6265 NH) Sint Geertruid. De twee zienswijzen zijn binnen de gestelde termijn ontvangen en zijn derhalve ontvankelijk. De binnengekomen zienswijzen zijn hierna samengevat weergegeven en beantwoord. Dit betekent niet dat die onderdelen van de reacties, die niet expliciet zijn genoemd, niet bij de beoordeling zijn betrokken. De zienswijzen zijn in hun geheel beoordeeld. Bij de beoordeling is rekening gehouden met de volledige inhoud van de ingezonden reacties. Zienswijzen 1. Mw. C.G.M. Frencken, ingekomen 15 december 2015 Samenvatting zienswijze Reclamante geeft aan dat ze haar huidige uitzicht van uit haar woonkamer wenst te behouden. Ze beschouwt het bouwplan als een waardevermindering van haar woning en een minpunt bij eventuele verkoop. Verder acht ze het bouwplan een aantasting van het open, vriendelijke, landelijke karakter van de buurtschap Herkenrade en is ze van mening dat een precedent wordt geschapen. Het is volgens haar een kwestie van tijd dat de overige groene ruimten ook zijn volgebouwd. Reclamante is daarbij van mening dat het provinciale beleid leidt tot het verdwijnen van de open, groene, oude plekken. Volgens reclamante is geen sprake van de noodzaak om op deze plek te bouwen, omdat elders in de gemeente meer dan genoeg bouwkavels te koop zijn. Voor het toerisme is reclamante van mening dat Herkenrade intact dient te blijven. Reclamante verzoekt om de doorlopen procedure nog eens goed te bekijken of daar aanpassingen nodig zijn, met terugwerkende kracht. Om (blijvende) ongewenste gevolgen te voorkomen pleit reclamante voor zorgvuldig beleid en bedachtzaamheid waarbij persoonlijk, algemeen en historisch belang een rol spelen. Standpunt burgemeester en wethouders A. Uitzicht Reclamante wil het huidige uitzicht behouden. Hoewel geen recht op vrijblijvend uitzicht bestaat, heeft bij onderhavig bouwplan het behouden van doorzicht vanaf de straat een prominente rol gespeeld bij de besluitvorming. Dienaangaande is het plan op grond van het Gemeentelijk Kwaliteitsmenu (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 17 december 2013, in navolging van het Limburgs Kwaliteitsmenu) meermaals beoordeeld door de Kwaliteitscommissie van Eijsden- Margraten. Dit heeft ertoe geleid dat aan één zijde een niet te bebouwen perceelstrook is vastgelegd, alsook is gekozen voor een topgevel met een relatief smal en diep (hoofd)gebouw. De kwaliteitscommissie heeft ten aanzien van het plan geconcludeerd dat met respect voor de bestaande karakteristieke bebouwing en behoud van het doorzicht van de straat naar het buitengebied de gewenste stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteit is gewaarborgd in ieders belang. Burgemeester en wethouders hebben geen aanleidingen gezien om dit advies van deze onafhankelijke deskundigencommissie niet over te nemen. De zienswijze van reclamante met betrekking tot het uitzicht leidt voor het college niet tot een andere conclusie. B. Waardevermindering De genoemde waardevermindering van de woning van reclamante vanwege het bouwplan en het beschouwen hiervan als een minpunt bij eventuele verkoop, zijn aspecten die aan de orde kunnen zijn in het kader van planschade. Met betrekking tot het claimen van planschade wordt opgemerkt dat hiervoor de wettelijke procedure op grond van afdeling 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden gevolgd. C. Aantasting karakter Reclamante is van mening dat het bouwplan leidt tot aantasting van het karakter van Herkenrade. Voorop wordt aangegeven dat de buurtschap ter plekke van het plangebied niet is aangewezen als beschermd stads-/dorpsgezicht alsook op grond van het bestemmingsplan geen cultuurhistorische waarden kent. Mede gelet op het advies van de kwaliteitscommissie zijn wij de mening toegedaan dat geen sprake is van een onevenredige aantasting van Herkenrade. Van een precedent is naar onze mening geen sprake: ieder (bouw)initiatief kent eigen afwegingsaspecten en is zodoende verschillend van aard. D. Provinciaal beleid Ten aanzien van de bezwaren die reclamante kenbaar maakt voor wat betreft het provinciale beleid merken wij op dat onderhavig plan voldoet aan dit beleid. Zo heeft de provincie enkele jaren geleden de beleidsregel ‘Limburgs Kwaliteitsmenu’ in het leven geroepen, welk beleid onze gemeente heeft verankerd in het ‘Gemeentelijk Kwaliteitsmenu Eijsden-Margraten 2013’. Dit beleid is erop gericht dat iedere rode ontwikkeling in het buitengebied dient te worden gecompenseerd (landschappelijk en/of financieel). Ook bij onderhavig plan wordt gecompenseerd door initiatiefnemer door het leveren van een financiële kwaliteitsbijdrage aan het GKF (gemeentelijk kwaliteitsfonds). Dit betreft een doelfonds dat gericht is op de verbetering van de kwaliteit van het buitengebied en de leefbaarheid. Ook worden er een aantal hagen aangeplant ter plekke van het plangebied. Voorts heeft in het kader van het vooroverleg de provincie te kennen gegeven dat het plan is beoordeeld op de adequate doorwerking van de provinciale belangen. De beoordeling heeft geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen ten aanzien van onderhavig plan. E. Noodzaak Voorliggend plan is een particulier initiatief waarbij sprake is van vraaggerichte bouw. Voor het realiseren van één woning is het toepassen van de ladder voor duurzame verstedelijking niet aan de orde. Vanuit planologisch oogpunt achten wij onderhavige plek een geschikte locatie om één nieuwe woning te realiseren. Naar onze mening vormt het plan vanuit kwalitatief oogpunt geen bedreiging voor de huidige voorraad en verwachte toekomstige woningbehoefte. F. Toerisme Wij zijn van mening dat het realiseren van onderhavig bouwplan geen onevenredige aantasting is voor het toerisme, wat daar ook van zij. Juist door het creëren van een niet te bebouwen perceelstrook blijft het doorzicht, dat volgens reclamante door wandelaars wordt gewaardeerd, in stand. G. Doorlopen procedure Met betrekking tot onderhavig bouwplan hebben wij voor wat betreft de procedure conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gehandeld. Deze handelswijze hanteren wij bij ieder (bouw)initiatief waaraan wij bereid zijn medewerking te verlenen. Van onverschilligheid is er in onze optiek geen sprake. Gedurende de te doorlopen procedure kan eenieder conform de daarvoor geldende wet- en regelgeving zijn of haar bezwaren kenbaar te maken. H. Zorgvuldig beleid en bedachtzaamheid Met reclamante zijn wij het eens dat zorgvuldig beleid en bedachtzaamheid dient te worden toegepast. Het vigerende beleid is bij onderhavig bouwplan correct toegepast en wij hebben juist extra zorgvuldigheid en bedachtzaamheid betracht, specifiek ten aanzien van de te realiseren bebouwing en de doorkijk naar het (achterliggende) buitengebied. Dienaangaande is het plan meermaals beoordeeld door de kwaliteitscommissie. Gelet op bovenstaande wordt de zienswijze ongegrond verklaard. Aanpassing De zienswijze leidt niet tot het doorvoeren van aanpassingen aan het bestemmingsplan. 2. De heer Van Baaren en de heer Stettler, ingekomen 15 december 2015 Samenvatting zienswijze Reclamanten zijn van mening dat vanwege het bouwplan het bijzondere karakter van de bebouwing in Herkenrade – vanwege de grote ruimten tussen de woningen en de aanwezigheid van enkele huisweiden, die leiden tot doorkijkjes – teniet wordt gedaan en leidt tot een onaantrekkelijke dichte vorm van lintbebouwing met een verstedelijkte aanblik. Ook zij zijn van mening dat een precedent wordt geschapen en dat het een kwestie van tijd is dat ook andere open ruimten tussen de bebouwing worden volgebouwd. Verder geven reclamanten aan dat het uitzicht vanuit de woningen met huisnummer 2, 4 en 6 op de Herkenradergrub zal verdwijnen en dat daardoor de waarde van deze woning af zal nemen. Ze zijn van mening dat een pand met een breedte van 6,5 meter en maximale hoogte van 10 meter op geen enkele wijze past binnen het huidige karakter van de straat. Vanwege zowel het verdwijnen van het uitzicht als de verandering van het karakter van de bouw van een nieuwe woning neemt volgens reclamanten het woongenot voor de bewoners van de panden met huisnummer 2, 4 en 6 af. Volgens reclamanten is voldoende bouwgrond beschikbaar binnen de gemeente, wordt voldoende nieuwbouw gepleegd en zijn voldoende huizen op de woningmarkt beschikbaar. Er bestaat volgen hen geen noodzaak om agrarische grond op te geven en beschikbaar te stellen voor onnodige woningbouw. Naar mening van reclamanten is vanwege de openheid tussen de bebouwing en het daardoor geboden uitzicht sprake van natuurschoon, dat door de bouw van een woning wordt aangetast. Er wordt naar hun mening geen rekening gehouden met de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Reclamanten