UvA-DARE (Digital Academic Repository)

De onontkoombare afkomst van Eli d’Oliveira: Een Portugees-Joodse familiegeschiedenis

Cohen, J.F.

Publication date 2015 Document Version Final published version

Link to publication

Citation for published version (APA): Cohen, J. F. (2015). De onontkoombare afkomst van Eli d’Oliveira: Een Portugees-Joodse familiegeschiedenis. Querido.

General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of , Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The . You will be contacted as soon as possible.

UvA-DARE is a service provided by the library of the (https://dare.uva.nl)

Download date:27 Sep 2021 Verklarende woordenlijst

Aby Jetomim: ‘Vader der Wezen’. Jongensweeshuis van de Portugees-Joodse ge- meente Al-Andalus: benaming die de Moren gaven aan het door hen beheerste gedeelte van het Iberisch Schiereiland aprova: openbare proefdienst apuntador: aanwijzer ascamoth: reglementen van de Portugees-Joodse gemeente aspacoth: maandgelden

Baal darsjan: de laagste van de drie graden van godsdienstonderwijzer baälat tesjoeva: ‘vrouwen die tot inkeer komen’. Tot het Jodendom bekeerde vrou- wen Beth Jacob: ‘Huis van Jacob’. Een van de drie Portugees-Joodse gemeenten in Am- sterdam die in 1639 samen de K.K. de Talmud Torah zouden vormen bret mila: besnijdenis cabana: loofhut chacham: opperrabbijn van een Sefardische gemeente chaloetsa: Joodse kinderloze weduwe die via een zogenoemde chalitsa-procedure ontheven is van de plicht om een zwagerhuwelijk aan te gaan chanoekia: chanoekalamp, vaak een kandelaar, voor acht lichten plus een extra licht waarmee de andere worden aangestoken chatan Beresjiet: ‘bruidegom van de Genesis’. Degene die op het feest van Sim- chat Tora de Tora opnieuw begint voor te lezen (erefunctie) chatan tora: ‘bruidegom der wet’. Degene die op het feest van Simchat Tora de Tora uitleest (erefunctie) chazan (mv. chazaniem): voorzanger/voorlezer in de synagoge choepa: huwelijksplechtigheid congregante (mv. congregantes): niet-contribuerend lid van een Sefardische ge- meente zonder stemrecht conversos: Joodse bekeerlingen tot het christendom op het Iberisch Schiereiland. Zij worden ook ‘maranen’ of ‘nieuwchristenen’ genoemd

535 convivencia: benaming voor het relatief vreedzaam samenleven van moslims, jo- den en christenen in Moorse koninkrijken tussen 711 en 1492 creatura: overleden kind ouder dan een maand despachados: ‘weggestuurden’. Lidmaten die een uitkering ontvangen om ten minste voor vijftien jaar naar elders te vertrekken dhimmi: aanduiding voor een niet-moslim onder islamitisch bestuur die onder voorwaarden de eigen religie mag blijven aanhangen dote: bruidsschat

Ets Haim: ‘Boom des Levens’. Benaming van het rabbijnenseminarium van de Amsterdamse Portugees-Joodse gemeente finta: de vaste belasting voor contribuerende leden van een Sefardische gemeente gabay: penningmeester gabay de sedaca: penningmeester van de armenkas Gemara: commentaren van geestelijken op de mondelinge uitleggingen van de Tora halacha: het geheel van voorschriften hascaba: gebed voor de zielenrust van de overledene in de Sefardische ritus Hase Hamaharacha: ‘Brandstapel op het altaar’. Broederschap dat brandhout on- der de armen verdeelde Haskala: de Joodse Verlichting Hateret Tipheret: ‘Kroon van Schoonheid’. Jongerenvereniging die religieuze stu- die combineerde met charitatief werk Hebra de Casar Orfas: ‘Vereniging tot het Uithuwelijken van Weesmeisjes’ van de Venetiaanse Sefardische gemeente Honen Dalim: ‘Bescherming van de Armen’. Naam van een charitatieve vereni- ging die zieke gemeenteleden en arme weduwen bijstond imposta: belasting, bestaande uit een percentage op de (ver)koop van voc‑ en wic-aandelen en allerhande producten als goud, zilver en diamanten jachied (mv. jechiediem): contribuerend lid van een Sefardische gemeente met stemrecht

Kaddiesj: Aramees gebed dat onder andere wordt gezegd ter herdenking van de doden kehila: Joodse gemeente 536 kemia: een Joodse amulet ketoeba: huwelijkscontract levaja: begrafenis limpieza de sangre: ‘zuiverheid van het bloed’. Aanduiding voor Iberische rassen- wetten Livro de segredos: ‘Boek van geheimen’. Hierin werden personen opgenomen die rechtstreeks geld hadden ontvangen van de parnasiem, maar van wie dat niet bekend mocht worden maämad: bestuur van een Sefardische gemeente. Tevens benaming voor de zaal waarin het bestuur vergadert magied: de middelste van de drie graden van godsdienstonderwijzer mamzer: kind uit een niet-geoorloofde relatie, bastaard Maskil el Dal: ‘Die de Armen Gadeslaat’. Broederschap die behoeftige gemeen- teleden ondersteunde die om een of andere reden niet in aanmerking kwamen voor uitdeling uit de armenkas van de gemeente maskiliem: verlichte, ontwikkelde Joden. Aanhangers van de Haskala mediene: provincie medras grande: grote leerschool medras pequeno: kleine leerschool Meil Sedaca: ‘Mantel der liefdadigheid’. Broederschap dat winterjassen onder de armen verdeelde Mesib Nefes: ‘Zielsverkwikking’. Negentiende-eeuws oudevrouwen‑ en zieken- huis mezoeza: kokertje met gebedsteksten dat volgens traditioneel Joods gebruik op deurposten wordt aangebracht midrasj: bepaald genre rabbijnse uitleg van de Tenach mikwe: ritueel Joods badhuis Mishenet Zequenim: ‘Steun der Ouden’. Oudemannenhuis mitswe (mv. mitswot): gebod, goede daad moree: de hoogste van de drie graden van godsdienstonderwijzer

Neveh Salim: ‘Oase van Vrede’. Portugese synagoge in Maarssen parnas (mv. parnasiem): bestuurder van een Joodse gemeente Pesach: Joods paasfeest waarop de uittocht van de Israëlieten uit Egypte wordt gevierd. pobres: armlastigen Poeriem: ‘Lotenfeest’, waarbij de Joden vieren dat ze niet meer door vijanden als Maman worden bedreigd 537 promessas: vrijwillige bijdragen die tijdens diensten werden geïnd in de snoge purimshpiln: parodieën op gebeden en heilige teksten die tijdens Poeriem in mo- noloogvorm werden opgevoerd

Reconquista: de christelijke verovering van het Iberisch Schiereiland, voltooid in 1492 Registro dos despachados: register van uitkeringen aan lidmaten om ten minste voor vijftien jaar naar elders te vertrekken ros: hoofd Rosj Hasjana: Joods Nieuwjaar samaas: koster van een Joodse gemeente Santa Companhia de Dotar Orfas e Donzelas: ‘Heilige Broederschap tot het Uithu- welijken van Weesmeisjes en Jongedochters’ van de Amsterdamse Portugees- Joodse gemeente, doorgaans afgekort tot ‘Dotar’ sedaca: liefdadigheid, armenkas van de gemeente Sefarad: de Hebreeuwse naam voor Spanje Simchat Tora: ‘Vreugde der Wet’. Feestdag waarop de jaarlijkse cyclus van Torale- zingen wordt afgesloten en opnieuw wordt begonnen Sjavoeot: ‘Wekenfeest’, genoemd naar de zeven weken die worden geteld vanaf Pesach sjofar: ramshoorn Soekot: Loofhuttenfeest sofeer: schrijver van religieuze documenten; dichter talliet (mv. tallitot): gebedskleed, vierkante doek die om de schouder wordt gesla- gen met aan elke hoek een kwast Talmud Thora: ‘Studie der Wet’. In 1616 opgerichte vereniging om het onderwijs voor de Sefardische jongeren in Amsterdam te verzorgen teba: het verhoogde platform in de synagoge waarop de chazan staat bij het leiden van de dienst tefilien: gebedsriemen Tenach: Joodse Bijbel, oude testament tokeang: de blazer van de ramshoorn tudescos: door Sefardische Joden gebruikte term voor Asjkenazische Joden. Let- terlijk: ‘Duitsers’

Vestiaria: de kledingbedeling Vestiaria dos Talmidim: ‘Kleren voor de Leerlingen’. Broederschap dat kleren on- der scholieren en studenten verdeelde

538 Afkortingen

adb: Antwerpse Diamantbewerkersbond andb: Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkers Bond bwp: Belgische Werkliedenpartij cbg: Centraal Bureau voor Genealogie cjo: Centraal Joods Overleg gdh: Gemeentearchief Den Haag ggb: Vereeniging Gemeenschappelijk Grondbezit gi: Mischlinge i. Grades, door de nazi’s gebruikte benaming voor mensen met twee Joodse grootouders, maar zonder Joodse huwelijkspartner en geen lidmaat- schap van een Joods kerkgenootschap gii: Mischlinge ii. Grades, door de nazi’s gebruikte benaming voor mensen met slechts één Joodse grootouder, maar zonder Joodse huwelijkspartner en geen lid- maatschap van een Joods kerkgenootschap hua: Het Utrechts Archief iisg: Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis jmw: Joods Maatschappelijk Werk knaw: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen kwi-a: Kaiser-Wilhelm-Institut für Anthropologie, menschliche Erblehre und Eugenik Liro: Lippmann-Rosenthal & Co. (Sarphatistraat). Duitse bank, in de oorlog op- gericht om systematisch Joods bezit te registreren en vervolgens te roven ljg: Liberaal Joodse Gemeente na: Nationaal Archief nik: Nederlands-Israëlietisch Kerkgenootschap nsb: Nationaal-Socialistische Beweging nzso: Nederlandse Zionistische Studenten Organisatie nsdap: Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterspartei ohs: Openbare Handelsschool pbc: Persoonsbewijzen Centrale pig: Portugees-Israëlietische Gemeente pik: Portugees-Israëlitisch Kerkgenootschap rib: Rijksinspectie voor de Bevolkingsregisters

539 saa: Stadsarchief Amsterdam sdap: Sociaal-Democratische Arbeiders Partij sdb: Sociaal-Democratische Bond s.n.e.l.: Schrijf Neer En Lees! wizo: Women’s International Zionist Organization

540 Noten

Inleiding

1. Voor de adressen van de nsdap-Kindergarten, het gemeentelijke nsb-hoofd- kwartier en de Amsterdamse woning van Seyß-Inquart heb ik mij gebaseerd op Bianca Stigter, De bezette stad. Plattegrond van Amsterdam 1940-1945 (Amsterdam 2005) 177-182. 2. Voor de karakterisering van dhr. Cosquino verlaat ik mij op het oordeel van een van zijn opvolgers als gemeentearchivaris, mevrouw Wil Pieterse. Telefo- nisch gesprek met mevr. Pieterse, 8 januari 2014. 3. W.S. Unger, ‘De Nederlandse archieven en de oorlog’, Nederlands Archieven- blad 53 (1949) nr. 3, 101-134, aldaar 118. 4. W.J. van Hoboken, ‘Het archief en de Joden 1940-’45’, Maandblad Amstelo- damum 72 (1985) nr. 3, 57-61, aldaar 57. 5. Onder Sefardiem wordt verstaan ‘afstammelingen van Joden die in Spanje of Portugal leefden vóór de verdrijving van 1492’. Alan D. Corre e.a., ‘Sephar- dim’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik (red.), Encyclopedia Judaica 18, 2e editie (Detroit 2007) 292-305, aldaar 292. In dit boek zullen de termen ‘Portugese Joden’, ‘Sefardische Joden’ en ‘Sefardiem’ door elkaar heen worden gebruikt. Dit geldt evenzeer voor de termen ‘Hoogduitse Joden’, ‘Asjkenazische Joden’ en ‘Asj- kenaziem’. 6. Ileen Montijn, Hoog geboren. 250 jaar adellijk leven in Nederland (Amster- dam/Antwerpen 2012) 72-81. 7. Over de operatie van de Sefardiem, de zogenoemde ‘Aktie Portugesia’, is vrij veel, maar meestal fragmentarisch gepubliceerd. Het meest uitgebreid zijn Ger- aldien von Frijtag Drabbe Künzel, Het geval Calmeyer (Amsterdam 2008) 127-141 en Mathias Middelberg, Judenrecht, Judenpolitik und der Jurist Hans Calmeyer in den besetzten Niederlanden 1940-1945 (Göttingen 2005) 310-324, maar zij belich- ten de operatie voornamelijk met het doel om de figuur van Calmeyer beter te kunnen begrijpen. Dat is ook het geval bij Ruth van Galen-Herrmann, Calmeyer, dader of mensenredder? Visies op Calmeyers rol in de jodenvervolging (Soesterberg 2009) 98-105. Salomon Louis Vaz Dias, ‘“Talmoed Tora keneged koelam”. Bij- drage tot de geschiedenis der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam in de Tweede Wereldoorlog’, Studia Rosenthaliana 29, 1 (1995) 29-70, aldaar 33-43, bestudeerde de Aktie vanuit het perspectief van de Portugees-Israëlietische Ge- meente. De memoires van de belangrijkste advocaat van de Portugezen zijn zeer

541 noten inleiding instructief: Y.H.M. Nijgh, ‘Genealogie gedurende de bezetting’, in: Liber ami- corum Jhr.mr. C.C. van Valkenburg (’s-Gravenhage 1985) 219-234. Dat geldt ook voor passages in de standaardwerken van de eerste generatie Nederlandse oor- logshistorici: L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoor- log vii (’s-Gravenhage 1976) 405-407; idem, Het Koninkrijk vi (’s-Gravenhage 1975) 54-56; J. Presser, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945 ii (’s-Gravenhage 1965) 72-83; J. Meijer, De synagoge der Por- tugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam (Amsterdam 1950) 101-110; A. Her- zberg, Kroniek der Jodenvervolging 1940-1945 (Amsterdam 1985 [1950]) 184-187; H. Wielek, De oorlog die Hitler won (Amsterdam 1947) 292-295. Zie ook Joost Di- vendal en Henriëtte Lakmaker, Emmy J. Belinfante 1875-1944. Tussen rook, alcohol en mannen (Amsterdam 2001) 183-248; Lydia Hagoort, Het Beth Haim in Ouder- kerk aan de Amstel. De begraafplaats van de Portugese Joden in Amsterdam 1614- 1945 (Hilversum 2005) 317-332. 8. In een klassiek artikel over dit onderwerp muntte Ismar Schorsch de ‘my- the van Sefardische suprematie’ als term. Historici als John Efron en Todd M. Endelman namen hetzelfde concept als uitgangspunt, al wijzigden zij het woord ‘suprematie’ in ‘superioriteit’, zonder overigens de betekenis te veranderen. Is- mar Schorsch, ‘The myth of Sephardic supremacy’, Leo Baeck Institute Yearbook xxxiv (1989) 47-66; John M. Efron, ‘Scientific racism and the mystique of Sep- hardic racial superiority’, Leo Baeck Institute Yearbook xxxviii (1993) 75-96; Todd M. Endelman, ‘Benjamin Disraeli and the myth of Sephardi superiority’, Jewish History 10 (1996) 21-35. 9. Benjamin R. Gampel, ‘, Christians, and Muslims in Medieval Iberia: Convivencia through the eyes of Sephardic Jews’, in: Vivian B. Mann, Thomas F. Glick en Jerrilynn D. Dodds (red.), Convivencia. Jews, Muslims, and Christians in Medieval Spain (New York 1992) 11-37. 10. Zie bijvoorbeeld David Graizbord, ‘Religion and ethnicity among “Men of the Nation”. Toward a realistic interpretation’, Jewish Social Studies 15 (2008) 32- 65, aldaar 47; Vivian B. Mann, ‘Preface’, in: Vivian B. Mann, Thomas F. Glick en Jerrilynn D. Dodds (red.), Convivencia. Jews, Muslims, and Christians in Medieval Spain (New York 1992) xi-xiii. 11. Graizbord, ‘Religion and ethnicity among “Men of the Nation”’, 48; Nor- man Roth, Jews, Visigoths and Muslims in Medieval Spain. Cooperation and Conflict (Leiden/New York/Keulen 1994) 164. 12. Graizbord, ‘Religion and ethnicity among “Men of the Nation”’, 47-48. Over de vroege uitingen van de mythe van Sefardische superioriteit bij Ibn Daud zie ook Benjamin R. Gampel, ‘A letter to the wayward teacher. The transforma- tions of Sephardic culture in Christian Iberia’, in: David Biale (red.), Cultures of the Jews. A New History (New York 2002) 389-447, aldaar 392-393; Roth, Jews, Visi-

542 noten inleiding goths and Muslims in Medieval Spain, 165. 13. David Nirenberg, ‘Mass conversion and genealogical mentalities: Jews and Christians in fifteenth-century Spain’, Past & Present 174 (2002) 3-41, aldaar 28; Endelman, ‘Benjamin Disraeli and the myth of Sephardi superiority’, 25. 14. Graizbord, ‘Religion and ethnicity among “Men of the Nation”’, 48. 15. Miriam Bodian, Hebrews of the Portuguese Nation. Conversos and Commu- nity in Early Modern Amsterdam (Bloomington/Indianapolis 1997) 42. 16. Ibidem, 7. 17. Nirenberg, ‘Mass conversions and genealogical mentalities’, 28. Zie voor een vroeg voorbeeld Robert Southey, Rodrigo de Goth, koning van Spanje. Ver- taald door Katharina Wilhelmina Bilderdijk (’s-Gravenhage 1823) 169. Hierin wordt verhaald dat na de verovering van Toledo op de Moren door Alfonso vi in 1085, de Joden aan de nieuwe heerser een brief schreven waarin ze hem ver- zekerden dat ze ‘een deel van de stammen waren door Nebukadnessar in Spanje verplaatst, geene afstammelingen van de Jeruzalemsche Joden die Christus ge- kruisigd hebben’. Zie hierover J. Meijer, Isaac da Costa’s weg naar het christendom. Bijdrage tot de geschiedenis der Joodsche problematiek in Nederland (Amsterdam 1946) 98 en 166-167. 18. Yirmiyahu Yovel, The Other Within. The Marranos. Split Identity and Emer- ging Modernity (Princeton 2009) 62. 19. Zie over de eerste limpieza de sangre-wetten Linda Martz, A Network of Converso Families in Early Modern Toledo. Assimilating a Minority (Ann Arbor 2003) 20-29. 20. Citaat van Benito Ruano, geciteerd in: Bodian, Hebrews of the Portuguese Nation, 9. 21. Voor een vergelijking tussen de positie van nieuw-christenen op het Ibe- risch Schiereiland van de late Middeleeuwen en die van Joden in het Derde Rijk, zie Yosef Hayim Yerushalmi, Assimilation and Racial Anti-semitism. The Iberian and the German Models. Leo Baeck memorial lecture 26 (New York 1982). 22. Geciteerd in: Miriam Bodian, ‘“Men of the Nation”. The shaping of con- verso identity in Early Modern Europe’, Past & Present 143 (1994) 48-76, aldaar 62. Zie ook Nirenberg, ‘Mass conversions and genealogical mentalities’, 30-31. 23. Na de uitvaardiging van het Verdrijvingsedict bleven ongeveer 300.000 conversos in Spanje. Zie Bodian, Hebrews of the Portuguese Nation, 171. Naar schatting van R.G. Fuks-Mansfeld vluchtten ongeveer 80.000 Joden als gevolg van het Verdrijvingsedict. Zie R.G. Fuks-Mansfeld, De Sefardim in Amsterdam tot 1750. Aspecten van een joodse minderheid in een Hollandse stad (Hilversum 1989) 19. 24. Yosef Hayim Yerushalmi, From Spanish Court to Italian Ghetto. Isaac Car- doso. A Study in Seventeenth-century Marranism and Jewish Apologetics (New York/

543 noten inleiding

Londen 1971) 4-5; H.J. Zimmels, Ashkenazim and Sephardim. Their Relations, Dif- ferences and Problems as Reflected in the Rabbinical Responsa(Londen 1958) 44-45; Fuks-Mansfeld, Sefardim in Amsterdam, 32. 25. In 1498 waren de Joden ook uit Navarra verdreven. Eliyahu Ashtor e.a., ‘Spain’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik (red.), Encyclopedia Judaica 19, 2e editie (Detroit 2007) 67-83, aldaar 79. 26. Bodian, ‘“Men of the Nation”’, 60-61; Graizbord, ‘Religion and ethnicity among “Men of the Nation”’, 50. Vanzelfsprekend werd ook het Portugese a Na- çao gebruikt. 27. Miriam Bodian geeft 1595 als beginjaar, aangezien toen het eerste poorter- schap werd gegeven: Bodian, Hebrews of the Portuguese Nation, 28. Daniel Swet- schinski noemt ‘1592 of 1593’: D.M. Swetschinski, ‘Tussen Middeleeuwen en Gouden Eeuw, 1516-1621’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de joden in Nederland (Amsterdam 1995) 53-94, aldaar 74. W. Chr. Pieterse stelt dat de eerste notariële akten van Portugese Joden uit 1595 dateren, maar dat sommigen van hen zich inderdaad al enkele jaren in Amster- dam bevonden. Wilhelmina Chr. Pieterse, Daniel Levi de Barrios als geschiedschrij- ver van de Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam in zijn “Triumpho del Go- vierno popular” (Amsterdam 1968) 50-51. 28. Zie voor literatuur over deze instellingen respectievelijk D.H. de Castro, De synagoge der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam. Ter gelegenheid van het 275-jarig bestaan dezer synagoge opnieuw uitgegeven en aangevuld door Dr J. Meijer, bibliothecaris van ‘Ets Haim’ (Amsterdam 1950); Hagoort, Het Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel; M.C. Paraira en J.S. da Silva Rosa, Gedenkschrift uit- gegeven ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan der onderwijsinrichtingen Talmud Thora en Ets Haïm bij de Portug. Israël. Gemeente te Amsterdam (Amsterdam 1916); Miriam Bodian, ‘The Portuguese dowry societies in Venice and Amsterdam. A case study in communal differentiation within the Marrano Diaspora’, Italia 6 (1987) 30-61; Tirtsah Levie Bernfeld, Poverty and Welfare Among the Portuguese Jews in Early Modern Amsterdam (Oxford/Portland 2012); Pieterse, Daniel Levi de Barrios, 92-132. 29. Zie o.a. Daniel M. Swetschinski, Reluctant Cosmopolitans. The Portugue- se Jews of Seventeenth-Century Amsterdam (Londen/Portland 2000); Bodian, He- brews of the Portuguese Nation; Levie Bernfeld, Poverty and Welfare; Jonathan Is- rael, ‘Spain and the Dutch Sephardim, 1609-1660’, Studia Rosenthaliana 12 (1978) 1-61; Fuks-Mansfeld, De Sefardim in Amsterdam; Henry Méchoulan, ‘The impor- tance of Hispanicity in Jewish orthodoxy and heterodoxy in seventeenth-century Amsterdam’, in: Bernard Dov Cooperman (red.), In Iberia and beyond. Hispanic Jews between Cultures (Newark/Londen 1998) 353-372; Yosef Kaplan, From Chris- tianity to Judaism. The Story of Isaac Orobio de Castro (Oxford etc. 1989) en vele

544 noten inleiding andere artikelen van deze laatste auteur over de wereld van de Nederlandse Sefar- diem in de zeventiende en achttiende eeuw. 30. Yosef Kaplan, ‘The self-definition of the Sephardic Jews of Western Eu- rope and their relation to the alien and the stranger’, in: idem, An Alternative Path to Modernity. The Sephardi Diaspora in Western Europe (Leiden/Boston/Keulen 2000) 51-77, aldaar 77. Miriam Bodian schrijft over de relatie tussen beide groe- pen in de West-Sefardische diaspora: ‘[De Asjkenaziem] pasten op geen enkele manier in het zelfbeeld van de Portugese Joden, en werden door hen vanaf het begin met afkeer bejegend.’ Bodian, ‘“Men of the Nation”’, 67. Zie ook Gordon M. Weiner, ‘Sephardic philo‑ and anti-semitism in the Early Modern Era: The Jewish adoption of Christian attitudes’, in: Richard H. Popkin en Gordon M. Weiner (red.), Jewish Christians and Christian Jews. From the Renaissance to the En- lightenment (Dordrecht 1994) 189-214, aldaar 192-197; Bodian, Hebrews of the Por- tuguese Nation, 125-130, 133; Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 117; Yosef Kap- lan, ‘The Portuguese community in 17th century Amsterdam and the Ashkenazi world’, in: Jozeph Michman (red.), Dutch Jewish History ii (Assen 1989) 23-45; idem, ‘Amsterdam and Ashkenazi migration in the seventeenth century’, Studia Rosenthaliana 23, speciale aflevering bij nr. 2 met proceedings van het e5 Interna- tionale symposium over de geschiedenis van de Joden in de Nederlanden (1989) 22-44. 31. Isaac de Pinto, ‘Critical reflections’, in: Antoine Guénée (red.), Letters of Certain Jews to Monsieur (Philadelphia 1795) 33-53, aldaar 36. 32. De Pinto, ‘Critical reflections’, 36-40. 33. Voltaire beloofde De Pinto overigens in een persoonlijke reactie op diens brief dat hij in een nieuwe versie van zijn essay aanpassingen zou maken, maar dit heeft hij nooit gedaan. Zie Adam Sutcliffe, ‘Can a Jew be a philosophe? Isaac de Pinto, Voltaire, and Jewish participation in the European Enlightenment’, Jewish Social Studies 6, nr. 3 (2000) 31-51, aldaar 37-39. Voor de achtergrond van de dis- cussie tussen Voltaire en De Pinto zie Arthur Hertzberg, The French Enlighten- ment and the Jews (New York/Londen 1968) 180-184, 269-270. 34. Schorsch, ‘The myth of Sephardic supremacy’, 49. 35. Geciteerd in: Schorsch, ‘The myth of Sephardic supremacy’, 52. 36. Moritz Meyer Kayserling, ‘Sephardim’, in: Isidore Singer en Cyrus Adler, . A Descriptive Record of the History, Religion, Literature, and Customs of the Jewish People from the Earliest Times to the Present Day 11 (New York 1901-1906) 197. 37. Voor veel voorbeelden zie Efron, ‘Scientific racism and the mystique of Sephardic racial superiority’. 38. Maurice Fishberg, The Jews. A Study of Race and Environment (New York/ Melbourne 1911) 108.

545 noten inleiding

39. Fishberg, The Jews, 111-113. 40. Efron, ‘Scientific racism and the mystique of Sephardic racial superiority’, 96. 41. Houston Stewart Chamberlain, Die Grundlagen des Neunzehnten Jahrhund- erts 1 (10e druk; München 1910) 324. 42. Efron, ‘Scientific racism and the mystique of Sephardic racial superiori- ty’, 76-77. Een ander voorbeeld van een niet-Joodse, laatnegentiende-eeuwse ide- alisering van de Sefardiem is te vinden in het werk van de Duits-nationalistische cultuurcriticus Julius Langbehn (1851-1907). Hij portretteerde in zijn onderzoek naar Rembrandt, in wie hij een van oorsprong Duits genie zag, diens tijdgenoot Spinoza als een ‘aristocratische Jood’, die superieur was aan de plebejische Jood- se negentiende-eeuwers. Zie David J. Wertheim, Salvation through Spinoza. A Study of Jewish Culture in Weimar Germany (Leiden etc. 2011) 58-59. 43. Over de invloed van Chamberlain op Hitler zie Michael Biddiss, ‘History as destiny. Gobineau, H.S. Chamberlain and Spengler’, Transactions of the Royal Historical Society vii (Cambridge 1997) 73-100, aldaar 87. 44. Een kwartierstaat is een genealogisch overzicht van alle directe voorou- ders in de mannelijke en vrouwelijke lijn. Per generatie verdubbelt het aantal per- sonen. 45. Kwartierstaat van Abraham Elia Jessurun d’Oliveira. cbg, collectie-Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 46. Onderstreping zoals weergegeven in het originele document. 47. Supplement i op den kwartierstaat van den heer Abraham Elia Jessurun d’Oliveira. cbg, collectie-Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 48. Geciteerd in: Willem Frijhoff, ‘Cultuur op termijn. Een verkenning van identiteit in de tijd’, in: Carolien Bouw en Bernard Kruithof (red.), De kern van het verschil. Culturen en identiteiten (Amsterdam 1993) 17-40, aldaar 23. 49. David Joël de Levita, The Concept of Identity (Den Haag 1965). 50. Zie over dit ‘interne’ en ‘externe’ beeld van collectieve identiteit onder an- dere Frijhoff, ‘Cultuur op termijn’, 31; Paul Jones en Michal Krzyzanowski, ‘Iden- tity, belonging and migration. Beyond constructing ‘others’, in: Gerard Delanty, Ruth Wodak en Paul Jones, Identity, Belonging and Migration (Liverpool 2008) 38-53, aldaar 44-45; Barbara Henkes, Heimat in Holland. Deutsche Dienstmädchen 1920-1950 (Straelen 1998) 15-16. 51. Maykel Verkuyten, Identiteit en diversiteit. De tegenstellingen voorbij (Am- sterdam 2010) 26. Zie ook het geruchtmakende rapport van de Wetenschappelij- ke Raad voor het Regeringsbeleid over de ‘Nederlandse identiteit’: Pauline Meurs e.a., Identificatie met Nederland(Amsterdam 2007) 41. Omdat de term ‘identiteit’ een containerbegrip is en vaak ‘te veel [...], te weinig [...] of helemaal niets’ in- houdt, pleitten Rogers Brubaker en Frederick Cooper in een invloedrijk artikel

546 noten inleiding zelfs voor afschaffing ervan als eenheid van analyse. Rogers Brubaker en Frede- rick Cooper, ‘Beyond “identity”’, Theory and Society 29 (2000) 1-47. In een reac- tie op dit artikel erkende de socioloog Richard Jenkins dat het begrip ‘identiteit’ veel nadelen kent, maar dat het zó wijd verspreid is, zowel binnen als buiten de wetenschappelijke wereld, dat het onmogelijk is om de term af te schaffen. Ri- chard Jenkins, Social Identity (4e druk; Londen 2014) 14-16. Om deze reden wordt de term ook in dit boek gebruikt. 52. Jenkins, Social Identity, 6; Meurs e.a., Identificatie met Nederland, 34; Evelien Gans, De kleine verschillen die het leven uitmaken. Een historische studie naar joodse sociaal-democraten en socialistisch-zionisten in Nederland (Amsterdam 1999) 15-17. 53. Brubaker en Cooper gebruiken in dit verband de termen ‘commonality’, ‘connectedness’ en ‘groupness’. Brubaker en Cooper, ‘Beyond “identity”’, 19-21. 54. Matthias B. Lehmann, ‘Introduction: Sephardi identities’, Jewish Social Studies. History, Culture, Society 15 (2008) 1-9, aldaar 4-5; Jonathan Ray, ‘New ap- proaches to the Jewish diaspora. The Sephardim as a sub-ethnic group’, Jewish Social Studies 15 (2008) 10-31, aldaar 17-22. Ook Miriam Bodian erkent het be- staan van een Sefardische diaspora, maar ze wijst er op dat de contacten van de Portugese Joden met de ‘oude’ Sefardische wereld – zeker in de eerste generaties na de vestiging in West-Europese havensteden – oppervlakkig bleven. Miriam Bodian, ‘Hebrews of the Portuguese Nation. The ambiguous boundaries of self- definition’,Jewish Social Studies 15 (2008) 66-80. 55. Zie voor de verhalen waaruit deze vestigingsmythe bestond Bodian, He- brews of the Portuguese Nation, 19-24. 56. Zie voor het complexe proces van ‘rejudaïsering’ van de Portugese Joden in Amsterdam in de zeventiende eeuw Bodian, Hebrews of the Portuguese Nation, 95- 131. 57. J.A. van Praag, Gespleten zielen. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar in de Spaansche taal en letterkunde aan de Uni- versiteit van Amsterdam op 1 Nov. 1948 (Amsterdam 1948). 58. Jaap Meijer, Isaac da Costa’s weg naar het christendom. Bijdrage tot de ge- schiedenis der Joodsche problematiek in Nederland (Amsterdam 1946) 19. 59. Zie voor de begrippen ‘integratie’, ‘acculturatie’ en ‘assimilatie’ I. Schöffer, ‘Inleiding’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer, Geschiedenis van de joden in Nederland (Amsterdam 1995) 3-15, aldaar 13. 60. Evelien Gans, De weg terug. Het kantelend zelfbeeld van de joodse historicus Jaap Meijer (1912-1993) (Amsterdam 2003) 9-10. 61. David Sorkin heeft laten zien hoezeer dit essentialistische idee in de Joodse historiorafie is doorgedrongen. David Sorkin, ‘The new “mosaik”. Jews and Eu- ropean culture, 1750-1940’, in: Judith Frishman en Hetty Berg (red.), Dutch Jewry in a Cultural Maelstrom 1880-1940 (Amsterdam 2007) 11-29, aldaar 11-17. Zie ook

547 noten inleiding en hoofdstuk 1

Amos Funkenstein, ‘The dialectics of assimilation’, Jewish Social Studies 1, nr. 2 (1995) 1-14. 62. Sorkin, ‘The new “mosaik”’, 29. 63. Walter Laqueur spreekt van een historisch proces ‘with a logic and a mo- mentum of its own’. Walter Laqueur, The History of Zionism (3e druk; Londen etc. 2003) 591-592. 64. Christian Klein (red.), Handbuch Biographie. Methoden, Traditionen, The- orien (Stuttgart 2009) 194-198 en 416-417. Enkele voorbeelden van geslaagde multigenerationele familiegeschiedenissen zijn Lothar Gall, Bürgertum in Deut- schland (Berlijn 1989); Francisca de Haan, Een eigen patroon. Geschiedenis van een joodse familie en haar bedrijven, ca. 1800-1964 (Amsterdam 2002); Elisabeth Kraus, Die Familie Mosse. Deutsch-jüdisches Bürgertum im 19. und 20. Jahrhundert (München 1999). 65. Presser, Ondergang ii, 75. 66. Zie over families uit de bestuurselite bijvoorbeeld Daniel Swetschinski en Loeki Schönduve, De familie Lopes Suasso. Financiers van Willem iii (Zwolle en Amsterdam 1988); Jonathan Israel, ‘An Amsterdam Jewish merchant of the Gol- den Age. Jeronimo Nunes da Costa (1620-1687), agent of Portugal in the Dutch Republic’, Studia Rosenthaliana 18 (1984) 21-40; Jessica Vance Roitman, The Same but Different? Inter-Cultural Trade and the Sephardim 1595-1640 (Leiden etc. 2011). Voor een omvangrijk onderzoek naar de Portugees-Joodse armen van Amster- dam in de vroegmoderne tijd zie Levie Bernfeld, Poverty and Welfare.

1 Stijgen en dalen, 1677-1775

1. Pieter Vlaardingerbroek, ‘The Snoge: A Jewish building in a Dutch architectu- ral style’, in: Pieter Vlaardingerbroek (red.), The Portuguese Synagogue in Amster- dam (Zwolle 2013) 55-72, aldaar 61-62. 2. Stadsarchief Amsterdam (saa), toeg.nr. 334, inv.nr. 20, p. 298, 12 chesjvan 5461. 3. Moshe Greenberg en Haim Hermann Cohn, ‘Herem’, in: Michael Beren- baum en Fred Skolnik (red.), Encyclopedia Judaica 9, 2e editie (Detroit 2007) 10- 16, aldaar 13-15. 4. Yosef Kaplan, ‘The social functions of the herem’, in: idem, An Alternative Path to Modernity. The Sephardi Diaspora in Western Europe (Leiden/Boston/ Keulen 2000) 108-142, aldaar 115. 5. Voor deze telling ga ik af op Kaplan, ‘Social functions of the herem’, 120; Yo- sef Kaplan, ‘Deviance and excommunication in the eighteenth century’, in: idem, An Alternative Path to Modernity. The Sephardi Diaspora in Western Europe (Lei-

548 noten hoofdstuk 1 den/Boston/Keulen 2000) 143-154, aldaar 145. 6. Steven Nadler, Spinoza (Amsterdam 2001) 157. 7. Kaplan, ‘Social functions of the herem’, 110 en 116. 8. Van de veertig cherems tussen 1622 en 1683 waren er vijftien opgelegd van- wege ondermijning van de autoriteit van de parnasiem. 9. Boedelpapieren Joseph Soares alias Lopo Soares. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 828. 10. Hij is een van de drie hoofdpersonen in het proefschrift van Roitman, The Same but Different? Inter-Cultural Trade and the Sephardim 1595-1640. 11. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 174. 12. Voor de overeenkomsten en verschillen tussen deze broederschappen zie Bodian, ‘The Portuguese dowry societies in Venice and Amsterdam’, 30-61. 13. Voor verschillende voorbeelden, zie Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 174-175. 14. Testament Joseph Soares. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 828. Zie ook Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 174. 15. Zie bijvoorbeeld een Akte van de Staten van Holland en West-Friesland naar advies van rechtsgeleerden over een kwestie naar aanleiding van de uitdeling van gelden op basis van het legaat van Joseph Soares, 1705. saa, toeg.nr. 334, inv. nr. 828A. 16. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 828: nrs. 82, 139, 285, 295. Zie ook saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 20: 3 adar 5448. 17. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 828: nr. 352. 18. Over Isaac Cardoso zie Yerushalmi, From Spanish Court to Italian Ghetto. 19. Deze invloedrijke geestelijke had in 1638 een belangrijk pamflet geschreven waarin hij rationele argumenten gaf tegen een mogelijke verdrijving van de Joden uit Venetië (met name de door Luzzatto in zijn schotschrift verwoorde mogelijke economische consequenties van uitbanning brachten de toenmalige doge ertoe om de Joden in zijn stad te blijven tolereren). Simone Luzzatto, Discorso circa il stato de gl’Hebrei, et in particular dimoranti nella città di Venetia (Venetië 1638). 20. Uit het Soares-dossier is de precieze familieband niet op te maken; het is ook mogelijk, maar minder waarschijnlijk, dat Abraham een broer van Moseh is geweest. 21. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 20, p. 297. Bij de omrekeningen in dit boek is ge- bruikgemaakt van het conversieprogramma van het iisg. url: http://www.iisg. nl/hpw/calculate2.php 22. Zij was de dochter van Salomon Marques, leraar op de Armenschool. Over zijn werk en salaris zie Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 348. 23. saa, toeg,nr. 334, inv.nr. 20, p. 297. 24. Kaplan, ‘The social functions of the herem’, 121.

549 noten inleiding

25. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 20, p. 298, 14 chesjvan 5461. 26. De geboorte-, huwelijks‑ en sterfdata in dit boek zijn – tenzij anders aange- geven – afkomstig uit het archief van de burgerlijke stand Amsterdam. saa, toeg. nrs. 5001 en 5009. 27. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1329, p. 42, nr. 8. 28. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 252. 29. saa, toeg.nr. 334, inv.nrs. 382 en 421. 30. Kwartierstaat van Abraham Elia Jessurun d’Oliveyra. cbg, collectie- Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 31. Al vanaf het begin van de eeuw woonden er ex-conversos in Venetië, maar vanaf het einde van de jaren zeventig kreeg de emigratie vanuit het Iberisch Schiereiland een impuls, onder andere door een verheviging van de Portugese In- quisitie, de ineenstorting van de Joodse gemeenschap van Ferrara en door de an- nexatie van Portugal door Spanje in 1580. Bodian, ‘The Portuguese dowry so- cieties’, 47; Jonathan Israel, ‘The Jews of Venice and their links with Holland and with Dutch Jewry (1600-1710)’, in: Gli Ebrei e Venezia, secoli xiv-xviii (Venetië 1987) 95-116, aldaar 95-96. 32. Israel, ‘The Jews of Venice and their links with Holland’, 97. 33. Een door het Venetiaans Stadsarchief uitgevoerd onderzoek naar de fami- lie Jessurun d’Oliveira in Venetië biedt helaas geen aanknopingspunten. Brief van directeur Raffaele Santoro van het Archivio di Stato di Venezia, 17 april 2014. 34. Het beroep van Moseh Jessurun d’Oliveira is vermeld op zijn grafschrift. saa, toeg.nr. 334, nr. 1329, p. 42, 27 kislev 5461. 35. Israel, ‘The Jews of Venice and their links with Holland’, 105; Swetschinski, Reluctant Cosmopolitans, 83. 36. Moseh was ook niet de enige: tussen 1660 en 1680 verruilden zeventien mensen Venetië voor Amsterdam. Zie Swetschinski, Reluctant Cosmopolitans, 83. 37. Brian Pullan, The Jews of Europe and the Inquisition of Venice, 1550-1670 (Ox- ford 1983) 160-162; Cecil Roth, History of the Jews in Venice (New York 1975; 1e druk 1930) 194. 38. Pullan, The Jews of Europe and the Inquisition of Venice, 153-154. 39. Vanaf 1394 hadden de Joden van Venetië een geel insigne op hun jas moeten dragen. In 1496 was dit onderscheidingsteken vervangen door een gele hoed, en aan het eind van de zestiende eeuw was een rode hoed verplicht geworden. Deze maatregel bleef geldig tot ver in de achttiende eeuw. Zie Roth, History of the Jews in Venice, 114. 40. Fuks-Mansfeld, Sefardim in Amsterdam, 54-55. 41. Ibidem, 57. 42. Benjamin J. Kaplan, Divided by Faith. Religious Conflict and the Practi-

550 noten hoofdstuk 1 ce of Toleration in Early Modern Europe (Cambridge 2007) 327; Peter van Rood- en, ‘Jews and religious toleration in the Dutch Republic’, in: R. Po-Chia Hsia en H.F.K. van Nierop (red.), Calvinism and Religious Tolerance in the Dutch Golden Age (Cambridge 2002) 132-147, aldaar 147. 43. Fuks-Mansfeld, Sefardim in Amsterdam, 55. 44. Bodian, Hebrews of the Portuguese Nation, 96-125; Nadler, Spinoza, 32-34. 45. De K’s staan voor Kahal Kados, ofwel ‘Heilige Gemeente’. 46. Voor de macht van de maämad, zie Y. Kaplan, ‘De Joden in de Republiek tot omstreeks 1750 – Religieus, cultureel en sociaal leven’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de joden in Nederland (Am- sterdam 1995) 129-173, aldaar 134-137. 47. Het reglement is in zijn geheel als bijlage opgenomen in D.H. de Castro, De synagoge der Portugeesch-Israelietische Gemeente te Amsterdam 1675-1875 (’s-Gra- venhage 1875) xxi-xxxiii. 48. J.I. Israel, ‘De Republiek der Verenigde Nederlanden tot omstreeks 1750 – Demografie en economische activiteit’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de joden in Nederland (Amsterdam 1995) 97- 126, aldaar 103. 49. De Nieuwe Heren‑ en Keizersgracht werden overigens pas vanaf 1662 be- bouwd, na de vierde stadsuitleg. 50. Nadler, Spinoza, 47. Over de vleesvoorziening van de Portugese Joden zie E.M. Koen, ‘De vleesvoorziening van de Portugese joden te Amsterdam sinds het begin van de zeventiende eeuw’, Jaarboek Amstelodamum, 62 (1970) 37-48. 51. Castro, De synagoge der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam, 46- 47. 52. Israel, ‘De Republiek der Verenigde Nederlanden tot omstreeks 1750’, 102. 53. Egon Erwin Kisch, ‘Emigrant, momenteel Amsterdam’, in: Geert van Is- tendael en Mark Schaevers (red.), De vliegende reporter (Antwerpen/Amsterdam 1999) 190. 54. Het feit dat Mosehs naam niet voorkomt op een lijst van ongehuwde lidma- ten uit 1675 zou kunnen betekenen dat hij zich na 1675 in Amsterdam heeft geves- tigd. Toch is er ook een mogelijkheid dat hij vóór 1675 al naar Amsterdam was ge- komen, maar dan zou hij in 1675 wel minderjarig (onder de twintig jaar) moeten zijn geweest; minderjarige mannen kwamen in de lijst namelijk niet voor. Aange- zien Mosehs ouders al in 1639 waren getrouwd en het aannemelijk is dat Moseh in de jaren 1640 is geboren, is deze laatste optie niet waarschijnlijk. Voor de lijst van gehuwde en ongehuwde lidmaten zie D.H. de Castro, De synagoge der Portu- geesch-Israelietische Gemeente te Amsterdam 1675-1875 (’s-Gravenhage 1875) xli- ix-lxi. 55. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 382, p. 105.

551 noten hoofdstuk 1

56. Deze karakterisering is afkomstig van de begintwintigste-eeuwse ge- schiedschrijver J.S. da Silva Rosa. J.S. da Silva Rosa, Geschiedenis der Portugee- sche Joden te Amsterdam 1593-1925 (Amsterdam 1925), 54. 57. Over de ondergeschiktheid van de Amsterdamse (opper)rabbijnen ten op- zichte van de maämad en Isaac Aboabs verdediging van deze gang van zaken, zie David Ruderman, Early Modern Jewry. A New Cultural History (Princeton/Ox- ford 2010) 70. 58. Fuks-Mansfeld, Sefardim in Amsterdam, 76. 59. Ibidem, 77. Over de weerstand tegen de registratieplicht en enkele andere voorbeelden van zeventiende-eeuwse huwelijken die niet bij de stedelijke over- heid werden geregistreerd zie Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 277. 60. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 217, p. 177-178 en 233-234. 61. Swetschinski, ‘Tussen Middeleeuwen en Gouden Eeuw’, 79. 62. Fuks-Mansfeld, Sefardim in Amsterdam, 119. Vgl. Swetschinksi, Reluctant Cosmopolitans, 188, waarin hij zegt dat congregantes wel belastingen moesten betalen, maar in tegenstelling tot jechiediem geen vaste zitplaats in de synagoge hadden. 63. Als leidraad voor het aantal Sefardiem in Amsterdam in het laatste kwart van de zeventiende eeuw ga ik uit van Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 237- 238, die de meest uitgebreide en logische argumentatie geeft voor haar bevindin- gen. Vgl. Israel, ‘De Republiek der Verenigde Nederlanden tot omstreeks 1750’, 111. 64. Swetschinksi, Reluctant Cosmopolitans, 192. 65. Voor een volledige lijst van producten waarop imposta moest worden be- taald, zie Swetschinski, Reluctant Cosmopolitans, 182-184. 66. saa, toeg.nr. 334, inv.nr.19, p. 426. 67. Zie hiervoor de finta-lijsten in de boekhouding van de Gemeente. saa, toeg.nr. 334, inv.nrs. 175 en 176. 68. UB Bijzondere Collecties, handschriftencollectie Bibliotheca Rosenthali- ana. hs.ros.pl.a-22. Leo Fuks en Rena Fuks-Mansfeld houden overigens ten onrechte 1698 aan als datering. L. Fuks en R.G. Fuks-Mansfeld, Hebrew and Ju- daic Manuscripts in Amsterdam Public Collections 1 (Leiden 1973) 140. 69. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 157, p. 29. Voor de lidmaatschappen van beide Abraham Bueno’s zie Pieterse, Daniel Levi de Barrios 113, 122, 127, 183, 186; Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 382. 70. Zie de tweede zin van het gedicht. 71. Met dank aan dr. Uri Melammed (The Academy of the Hebrew Langua- ge, Jeruzalem), die speciaal voor dit boek Mosehs gedicht grondig heeft geana- lyseerd. De andere analyse is afkomstig van de voormalige UvA-student Michael Gadish, die zijn BA-scriptie Hebreeuws aan dit gedicht wijdde. Michael Gadish,

552 noten hoofdstuk 1

‘A subtle identity statement in a poem by Moshe Jessurun d’Oliveyra’. BA-scrip- tie Universiteit van Amsterdam (2002). De hier opgevoerde kenmerken van het gedicht zijn uit deze analyses afkomstig. 72. Fuks en Fuks-Mansfeld omschrijven het handschrift als ‘neat’. Fuks en Fuks-Mansfeld, Hebrew and Judaic Manuscripts, 140. 73. Gadish, ‘A subtle identity statement’, 22. 74. Pieterse, Daniel Levi de Barrios, 124. Overigens bestond binnen de Portuge- se gemeente ook een gelijknamige instelling die in 1625 was opgericht om lenin- gen op panden te verstrekken. 75. Pieterse, Daniel Levi de Barrios, 125-127. 76. saa, toeg.nr. 334, inv.nrs. 175 en 176. 77. Swetschinski, Reluctant Cosmopolitans, 283. 78. De meest recente berekening is van Tirtsah Levie Bernfeld, die voor 1700 getallen van 3200 Asjkenaziem en 4017 Sefardiem opgeeft. Levie Bernfeld, Po- verty and Welfare, 252. Vgl. Israel, ‘De Republiek der Verenigde Nederlanden tot omstreeks 1750’, 111. Volgens Israel hadden de Asjkenaziem in 1700 getalsmatig al licht de overhand. 79. In 1742 woonden in de Rapenburgerstraat ongeveer dertig Sefardische ge- zinnen en zestig Asjkenazische gezinnen die meer dan 600 gulden per jaar be- taalden. Op dat moment hadden Asjkenaziem de Sefardiem in Amsterdam in aantal al ver overtroffen. In het jaar 1700, toen beide groepen nog bijna even groot waren, moeten beide groepen elkaar in de Rapenburgerstraat ongeveer in evenwicht hebben gehouden. Zie W.F.H. Oldewelt (red.), Kohier van de personeele quotisatie te Amsterdam over het jaar 1742 dl. 2 (Amsterdam 1945) 99-101. 80. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 20, 1 tebet 5463 en 17 adar 5466. 81. Francesca Trivellato, The Familiarity of Strangers. The Sephardic Diaspora, Livorno, and Cross-Cultural Trade in the Early Modern Period (New Haven/Lon- den 2009) 134. 82. Om deze onhandige constructie tegen te gaan, diende de Portugees-Jood- se gemeente van Amsterdam in 1710 een petitie in om permanente dispensatie te verkrijgen. Het haalde niets uit, want na consultatie van theologen van de Univer- siteit Leiden besloten de Staten de bestaande situatie niet te veranderen. Fuks- Mansfeld, Sefardim in Amsterdam, 78. Over de problemen bij Joodse huwelijken tussen familieleden zie Carolus Reijnders, Van “Joodsche Natiën” tot Joodse Neder- landers. Een onderzoek naar getto‑ en assimilatieverschijnselen tussen 1600 en 1942 (Amsterdam [1969]) 29-30. 83. J. de Boer (red.), Mr. C. Assers handleiding tot de beoefening van het Neder- lands Burgerlijk Recht. 1. Personen‑ en familierecht (18e druk; Deventer 2010) 141. 84. Tirtsah Levie Bernfeld, ‘Sephardi women in Holland’s Golden Age’ in: Ju- lia R. Lieberman (red.), Sephardi Family Life in the Early Modern Diaspora (Ha-

553 noten hoofdstuk 1 nover/Londen 2011) 177-222, aldaar 184. 85. saa, toeg.nr. 30452, inv.nr. 841. 86. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 177. 87. saa, toeg.nr. 5075, inv.nr. 10323, 5 maart 1740 en saa, toeg.nr. 5075, inv.nr. 10327, 18 juli 1740. 88. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 177. 89. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 239. 90. De inventaris is zestien jaar na Abrahams dood opgesteld. Boedel­ inventaris van wijlen Abraham Jessurun d’Oliveira, 20 november 1749. saa, toeg. nr. 5073, inv.nr. 1006, nr. 45. 91. Zie bijvoorbeeld de uitgebreide inventaris van de boedel van Abraham de Meza Flores. saa, toeg.nr. 5075, inv.nr. 7491, 7 juli 1710. 92. Thera Wijsenbeek-Olthuis, Achter de gevels van Delft. Bezit en bestaan van rijk en arm in een periode van achteruitgang (1700-1800) (Hilversum 1987) 182, 195, 211, 217. 93. Wijsenbeek-Olthuis, Achter de gevels van Delft, 284. 94. Ibidem, 205-211, 215-218. 95. Tirtsah Levie Bernfeld, ‘Matters matter. Material culture of Dutch Sephar- dim (1600-1750)’, Studia Rosenthaliana 44 (2012) 191-216, aldaar 201-207. 96. Voor Iberische invloeden in de inboedels van Sefardische kooplieden in de Republiek zie Levie Bernfeld, ‘Matters matter’, 195-201. 97. Levie Bernfeld, ‘Matters matter’, 198. 98. Voor de aanwezigheid van judaïca in vroegmoderne Sefardische huishou- dens in de Republiek zie Levie Bernfeld, ‘Matters matter’, 207-213. 99. Volgens Jac. Zwarts woonden er meerdere tabakshandelaren in Maars- sen, omdat zij hun tabak gemakkelijk over de Vecht konden transporteren. Jac. Zwarts, Portugeesche Joden te Maarssen en Maarsseveen in de 17e eeuw ([Utrecht] 1922) 1-8. Bovendien hadden zij vanuit Maarssen betere toegang tot de bloeiende tabakshandel in het oostelijk deel van de provincie Utrecht. Zie Jan Stoutenbeek, ‘Drie Joodse Gemeenten (killes) en hun geschiedenis’, in: Joël Cahen (red.), De Mediene. De geschiedenis van het joodse leven in de Nederlandse provincie (Amster- dam 1984) 43-47, aldaar 46. 100. Het huis heeft gestaan op de plek waar zich nu Herengracht 8 bevindt. Een jaar na de dood van Abrahams vrouw Ribca Levie, in 1782, is het door de erf- genamen verkocht. Zie Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, ‘Index op de grondtransacties in de notulen van het gerecht Nieuw Maarsseveen en Oud Maarsseveen en Neerdijk, 1762-1789’. 101. Jozeph Michman, Hartog Beem en Dan Michman, Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland (Amsterdam/Antwerpen 1999) 465-466. De Portugese synagoge, het voormalige huis Klein Vegtevoort, bevond zich aan de Breedstraat. Zie Stoutenbeek, ‘Drie Joodse Gemeenten’, 46. 554 noten hoofdstuk 1

102. Jonathan Israel, De Joden in Europa 1550-1750 (Franeker 2003) 270. 103. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 333, p. 80, nr.11. 104. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 421. 105. Oldewelt (red.), Kohier van de personeele quotisatie te Amsterdam 2, 93. 106. = Verpondingsnummer. In de originele tabel waren ook kolommen met buitenplaatsen, rij‑ of vaartuigen en paarden opgenomen, evenals een kolom ‘Ka- pitalist’, die betrekking had op een eventuele vermelding van de betreffende per- soon in de kohieren van de 200e penning. In het geval van Elias Olivier waren de- ze vier kolommen blanco. 107. Oldewelt (red.), Kohier van de personeele quotisatie te Amsterdam 1, 14. 108. Swetschinski, Reluctant Cosmopolitans, 20-22, 143. 109. Jonathan Israel, ‘The Amsterdam Stock Exchange and the English Revo- lution of 1688’, Tijdschrift voor Geschiedenis 103 (1990) 412-440, aldaar 417; Hans Bonke, ‘Portugezen op Vlooyenburg’, in: Renée Kistemaker en Tirtsah Levie (red.), Êxodo. Portugezen in Amsterdam 1600-1680 (Amsterdam 1987) 32-41, al- daar 35. 110. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 759. p. 35. Zie ook Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 189; Reijnders, Van ‘Joodsche Natiën’ tot Joodse Nederlanders, 76. 111. saa, toeg.nr. 5073, inv.nr. 1006. 112. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 421. 113. Benjamin N. Teensma, ‘De taal der Amsterdamse Sefardim in de 17e en 18e eeuw’, in: Renée Kistemaker en Tirtsah Levie (red.), Êxodo. Portugezen in Am- sterdam 1600-1680 (Amsterdam 1987) 70-72, aldaar 70. In de Republiek was (een vorm van) Portugees de dagelijkse spreektaal van de Sefardiem; Spaans werd als enigszins deftige schrijftaal gebruikt. B.N. Teensma, ‘Van marraan tot Jood. 17e en 18e-eeuwse Amsterdamse Sephardim en hun Iberische achtergrond’, in: Jaar- boek van het Genootschap Amstelodamum 80 (1988) 105-125, aldaar 118. Jozeph Michman (Melkman) is terughoudender over de taalbeheersing van het Neder- lands door Sefardiem; hij noemt die ‘very moderate’. J. Melkman, David Franco Mendes. A Hebrew Poet (Amsterdam 1951) 39. Nieuw onderzoek toont echter aan dat het Nederlands in de Amsterdamse Portugees-Joodse gemeenschap van de eerste helft van de achttiende eeuw aanzienlijk meer werd gebruikt dan voorheen is aangenomen. Anna de Wilde, ‘Ordre van het Joodse Gebeth. Nederlandse Se- fardische gebedenboeken in de zeventiende‑ en achttiende-eeuwse Portugees- joodse gemeenschap van Amsterdam’. Scriptie onderzoeksmaster geschiedenis, Universiteit van Amsterdam (Amsterdam 2014) 59-60, 63. 114. Daniel Swetschinski noemt de vernederlandsing van Portugese namen een ‘serieuze indicatie voor acculturatie’, al nuanceert hij deze uitspraak door te wijzen op het belang van de Portugese taal voor de Sefardiem. Swetschinski, Re- luctant Cosmopolitans, 285.

555 noten hoofdstuk 1

115. Zie hiervoor het proefschrift van Roitman, The Same but Different? Hoe- wel Elias een eeuw later leefde, gaat het kernargument van deze dissertatie nog steeds op: Sefardische handelaren bewogen zich in open handelsnetwerken van personen met zeer verschillende religieuze en etnische achtergronden. 116. R.G. Fuks-Mansfeld, ‘Verlichting en emancipatie omstreeks 1750-1814’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de jo- den in Nederland (Amsterdam 1995) 177-203, aldaar 187. 117. Da Silva Rosa, Geschiedenis der Portugeesche Joden, 28; Swetschinski, Re- luctant Cosmopolitans, 20; Bodian, Hebrews of the Portuguese Nation, 60. 118. Jonathan Israel, ‘The Amsterdam Stock Exchange and the English Revolu- tion of 1688’, 417; Lodewijk Petram, De bakermat van de beurs. Hoe in zeventiende- eeuws Amsterdam de moderne aandelenhandel ontstond (Amsterdam 2011) 121-124. 119. Geciteerd in: J.G. van Dillen, ‘De economische positie en betekenis der Joden in de Republiek en in de Nederlandse koloniale wereld’, in: Hk. Brugmans en A. Frank (red.), Geschiedenis der Joden in Nederland 1 (Amsterdam 1940) 561- 616, aldaar 587. Zie over dit boek o.a. Petram, De bakermat van de beurs, 9-13 en 209-214, en J.I. Israel, ‘Een merkwaardig literair werk en de Amsterdamse effec- tenmarkt in 1688. Joseph Penso de la Vega’s Confusión de confusiones’, De ze- ventiende eeuw 6 (1990) 159-165. Het boek is in 1939 in een Nederlandse vertaling door het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief (neha) gepubliceerd. Josseph de la Vega, Confusion de confusiones. Ingeleid en toegelicht door M.F.J. Smith, vertaald door G.J. Geers (’s-Gravenhage 1939). 120. Petram, De bakermat van de beurs, 158-160; J.G. van Dillen, Van rijkdom en regenten. Handboek tot de economische en sociale geschiedenis van Nederland tijdens de Republiek (’s-Gravenhage 1970) 453-455. 121. Over het verstrekken van grote leningen met aandelen als onderpand, zie Petram, De bakermat van de beurs, 158-163. 122. Obligatie van 19 september 1735. saa, toeg.nr. 30452, inv.nr. 841. 123. Obligatie van 16 september 1749. saa, toeg.nr. 30452, inv.nr. 841. Voor de aandelenbeleningen van Van Schuylenburg en vele andere weduwen en notabe- len, zie de inboedelinventaris van Elias. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 759, p. 22-27. 124. Dit citaat betreft een gebruikelijke formule die aan het begin van een tes- tament uit de vroegmoderne periode werd gebruikt. 125. Testament Elias Olivier, 8 augustus 1749. saa, toeg.nr. 5075, inv.nr. 10418. Zie ook saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 759. 126. H. Heertje, De diamantbewerkers van Amsterdam (Amsterdam 1936) 15-17; A.M. Vaz Dias, ‘Joden in den Amsterdamschen diamanthandel van de 18e eeuw’, in: De Vrijdagavond 7, nr. 5 (11 juli 1930) 234-236. 127. Wietse van Agtmaal, ‘Het diamantvak in Amsterdam: van oudsher een joodse negotie’, in: Hetty Berg, Thera Wijsenbeek en Eric Fischer (red.), Venter,

556 noten hoofdstuk 1 fabriqueur, fabrikant. Joodse ondernemers en ondernemingen in Nederland 1796- 1940 (Amsterdam 1994) 114-129, aldaar 115. 128. Daar had Elias gelijk in, want Ester had bij haar huwelijk een bruids- schat van 7000 gulden aan contanten en 1500 gulden aan goud, zilver en juwe- len meegekregen. Huwelijkse voorwaarden van het huwelijk van Ester en Mozes d’Oliveira, 17 juli 1741. saa, toeg.nr. 5075, inv.nr. 10337, nr. 980, p. 2. 129. Gershom Gerhard Scholem, Sabbatai Sevi. The Mystical Messiah, 1626- 1676 (Princeton 1989) 566. 130. Da Silva Rosa, Geschiedenis der Portugeesche Joden. 131. Scholem, Sabbetai Sevi, 566. 132. Jacob Sasportas was toen al 83 jaar oud; een opmerkelijk hoge leeftijd voor een dergelijke benoeming, zeker gezien zijn in brede kring onderkende grote ge- leerdheid. Volgens Scholem is de late toewijzing van het opperrabbijnenambt aan deze ‘Joodse Groot-Inquisiteur’ – waarvoor hij zelfs tweede keus was – te wijten aan zijn moeilijke karakter en zijn arrogantie, die een ongunstige invloed hadden op de intermenselijke relaties die hij aanknoopte. Hij was en bleef wel een gerespecteerd figuur – zeker ook binnen zijn eigen familie. Na Jacobs dood zou zijn zoon Abraham – de vader van Gracia – zijn rabbinale responsa uitgeven. De- ze bundel vormt tot op heden een van de belangrijkste bronnen voor onderzoe- kers van de wonderlijke gebeurtenissen in 1666. Scholem, Sabbetai Sevi, 566-567. Zie over Jacob Sasportas ook Mercedes García-Arenal en Gerard Wiegers, Sa- muel Pallache. Koopman, kaper en diplomaat tussen Marrakesh en Amsterdam (Am- sterdam 2014) 213; Jac. Zwarts, ‘Jacob Sasportas’, in: P.C. Molhuysen, P.J. Blok en Fr.K.H. Kossmann (red.), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek7 (Lei- den 1911-1937) 1099-1101. 133. saa toeg.nr. 334, inv.nr. 25, p. 264-269. Over religieuze studie‑ en charita- tieve jeugdverenigingen als Hateret Tipheret, zie Levie Bernfeld, Poverty and Wel- fare, 129. 134. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 421. In dit begrafenisregister wordt abusievelijk 30 juni 1769 als begraafdatum vermeld; dit had 5 september 1751 moeten zijn. Voor de begraafdatum en ‑plaats van Elias’ echtgenote Gracia, die ook in een ‘f. 30-graf’ is begraven, zie saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 422. 135. Van Dillen, ‘De economische positie en betekenis der Joden in de Repu- bliek en in de Nederlandse koloniale wereld’, 589-590; I.J.A. Nijenhuis, Een joodse philosophe. Isaac de Pinto (1717-1787) en de ontwikkeling van de politieke economie in de Europese Verlichting (Groningen 1992) 16. 136. Notariële verklaring, 21 februari 1752. saa, toeg.nr. 5075, inv.nr. 10445. Zie ook saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 759, p. 45-71. 137. saa, toeg.nr. 30452, inv.nr. 841. 138. Jonathan Israel, The Dutch Republic. Its Rise, Greatness, and Fall 1477-1806

557 noten hoofdstuk 1

(Oxford 1995) 999; Jan de Vries en Ad van der Woude, Nederland 1500-1815. De eerste ronde van moderne economische groei (Amsterdam 1995) 782-785. 139. Volgens het kohier van de Personeele Quotisatie woonde Isaac de Pinto in 1742 in het pand met verpondingsnummer 4709. Elias Olivier woonde veertien huizen bij hem vandaan, in het pand met verpondingsnummer 4695. Oldewelt, Kohier van de personeele quotisatie 2, 93. 140. Nijenhuis, Een joodse philosophe, 15; Israel, De Joden in Europa 1550-1750, 275; Fuks-Mansfeld, Sefardim in Amsterdam, 150. 141. Israel, The Dutch Republic, 1002. 142. Nijenhuis, Een joodse philosophe, 17. 143. saa, toeg.nr. 5072, inv.nr. 2364. 144. saa, toeg.nr. 5072, inv.nr. 2747. 145. saa, toeg.nr. 5072, inv.nr. 772, nr. 11. 146. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 24-37, 232-233. 147. Geciteerd in: Robert Cohen, Jews in Another Environment. Surinam in the Second Half of the Eighteenth Century (Leiden 1991) 20-21. 148. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 41-46 en 148-149. 149. Cohen, Jews in Another Environment, 20-21. 150. Ibidem, 25. 151. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 978, p. 23. 152. Het Utrechts Archief (hua), toeg.nr. 34-4, inv.nr. U229a012, aktenr. 146. 153. Zie bijvoorbeeld de beschrijving van de zaak van Joseph Levy Flores in Robert Cohen, ‘Passage to a New World: the Sephardi poor of eighteenth cen- tury Amsterdam’, in: Lea Dasberg en Jonathan N. Cohen (red.), Neveh Ya’akov. Jubilee Volume Presented to dr. Jaap Meijer on the Occasion of his Seventieth Birthday (Assen 1982) 31-42, aldaar 37-39. 154. Nationaal Archief (na), toeg.nr. 1.05.03, inv.nr. 205, p. 407-408. 155. na, toeg.nr. 1.05.11.16, inv.nr. 5. 156. Wieke Vink, Creole Jews. Negotiating Community in Colonial . Dissertatie Erasmus Universiteit Rotterdam (2008) 247. 157. Vink, Creole Jews, 246. 158. Ibidem, 247. 159. In de ondertrouwakte van het huwelijk staat dat Judic Arons Polak ‘onge- huwd drie kinders heeft geteeld met haare Bruijdegom, welke genaamd zijn Ra- chel, Aron en Lea’. na, toeg.nr. 1.05.11.16, inv.nr. 5. 160. Cohen, ‘Passage to a New World’, 36. 161. Zie ook Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 151-152. 162. Frank C. Spooner, Risks at Sea. Amsterdam Insurance and Maritime Europe, 1766-1780 (Cambridge 1983) 79. 163. De Vries en Van der Woude, Nederland 1500-1815. De eerste ronde van mo-

558 noten hoofdstuk 1 en 2 derne economische groei (Amsterdam 1995), 190-192; Van Dillen, Van rijkdom en regenten, 603-605; Elisabeth Emmy de Jong-Keesing, De economische crisis van 1763 te Amsterdam (Amsterdam 1939). 164. Fuks-Mansfeld, Sefardim in Amsterdam, 152-153. Over de hoge aantallen failliete Joodse effectenhandelaren zie De Jong-Keesing, De economische crisis van 1763, 155. 165. ‘Alles rypelyk beschoud, de Portugeese Joodse Natie heeft haar’ Zomer gehad, en naderd tans derzelver Winter, terwyl de Hoogduitse, meest in armoede hier gekoomen, door ons weleêr met veragting aangezien: maar inderdaad meer yverig, en zuiniger dan wy: over den Winter heen is, en den zoeten tyd ziet nade- ren.’ Mordechai van Aaron de..., ‘Brief over de Handelvryheid der Jooden’, De Koopman 2, nrs. 54-57 (1770) 425-456, aldaar 430. Het artikel, dat niet alleen in- teressante ideeën over economie, maar ook over Joodse emancipatie en accultu- ratie bevatte, is in facsimile opgenomen in Studia Rosenthaliana 30, 1 (1996). Zie voor een inleiding bij het artikel R. Fuks-Mansfeld, ‘Introduction to the article on Jewish Enlightenment by Mordechai van Aaron de... in the Dutch weekly De Koopman’, Studia Rosenthaliana 30, 1 (1996) 190-194. De auteur van het artikel was overigens hoogstwaarschijnlijk de niet-Joodse veelschrijver Willem Ockers (1741-1782), zoals Ton Jongenelen overtuigend beargumenteerde. Ton Jongene- len, ‘Mordechai. Illusie en werkelijkheid in het spectatoriale blad De Koopman’, Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 26 (2003) 94-105. 166. De Vries en Van der Woude, Nederland 1500-1815, 192; Van Dillen, Van rijk- dom en regenten, 608-612. 167. Fuks-Mansfeld, Sefardim in Amsterdam, 153. 168. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 421. 169. Ibidem. 170. Ibidem. Alleen van stamvader Moseh is onbekend in welk soort graf hij werd begraven. 171. saa, toeg.nr. 5072, inv.nr. 684, p. 165-166. 172. saa, toeg.nr. 5072, inv.nr. 819, p. 219.

2 Emanciperen en stagneren, 1784-1861

1. Geciteerd in: J.S. da Silva Rosa, Een Joodsch-Duitsche beschrijving van den stren- gen winter in het jaar 1784 te Amsterdam (Amsterdam [1939]) 4. De achttiende- eeuwse schrijver heette officieel Salomo Zalman ben Eizek, maar werd in de volksmond Zalman Boel genoemd. 2. J. Buisman, Bar en boos. Zeven eeuwen winterweer in de Lage Landen (Baarn 1984) 172-175.

559 noten hoofdstuk 2

3. Geciteerd in: Da Silva Rosa, Een Joodsch-Duitsche beschrijving, 4. 4. Geciteerd in: Da Silva Rosa, Een Joodsch-Duitsche beschrijving, 5. 5. saa, toeg.nr. 334, inv. nr. 759, p. 414-419. 6. Zie het testament van Elias Olivier, 8 augustus 1749. saa, toeg.nr. 5075, inv. nr. 10418. Zie ook saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 759. 7. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 20, 1 elul 5457. Zie ook Kaplan, ‘The Portuguese community in 17th-century Amsterdam and the Ashkenazi world’, 43-44; Hag- oort, Het Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel, 92. 8. Yosef Kaplan, ‘Amsterdam and Ashkenazi migration in the seventeenth century’. 9. De Amsterdamse Sefardiem maakten duidelijk onderscheid tussen ver- schillende groepen die in aanmerking kwamen voor de bedeling. Conversos en hun nakomelingen konden zonder enig voorbehoud aanspraak maken op de se- daca. Sefardiem uit andere Sefardische centra kwam men minder bereidwillig tegemoet. Alle andere paupers hadden de laagste prioriteit. Overigens was een dergelijke selectieve benadering van de armen op basis van religieuze en etnische principes niet alleen voorbehouden aan de Portugese Joden van Amsterdam, maar maakte deze deel uit van de Joodse charitatieve traditie. Zie Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 85-86. 10. saa, toeg.nr. 5075, inv.nr. 13753, 10 mei 1777. 11. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 206. 12. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 973, p. 63. 13. Israel S. Chipkin, ‘Judaism and social welfare’, in: Louis Finkelstein (red.), The Jews. Their History, Culture, and Religion ii (3e druk; New York 1960) 1065. Zie voor het verschijnsel van de ‘schaamsarmen’ ook Marco H.D. van Leeuwen, Bijstand in Amsterdam ca. 1800-1850. Armenzorg als beheersings‑ en overlevingsstra- tegie (Zwolle 1992) 114-115. 14. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 978, p. 124. 15. Geciteerd in: Cohen, Jews in Another Environment, 28. 16. F. Houttuyn (uitg.), Nederlandsche jaerboeken, inhoudende een verhael van de merkwaerdigste geschiedenissen, die voorgevallen zijn binnen den omtrek der Ver- eenigde Provintien sedert het begin des jaers mdccxlvii, het jaer der Verkiezinge van zyne Doorluchtige Hoogheit, Prins Willem den iv, hoogl.ged. tot Stadhouder van Holland, enz., Negende Deels Tweede Stuk, 1755 (Amsterdam 1756) 996. 17. Database Burials of the Portuguese Israelite Congregation, Amsterdam. Kaart- nr. 11717. url: http://www.dutchjewry.org/phpr/amsterdam/port–isr–gem–bu- rials/amsterdam–port–isr–gem–burials–list.php (geraadpleegd op 14 januari 2015). 18. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 184, p. 517. 19. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 991, p. 18.

560 noten hoofdstuk 2

20. Da Silva Rosa, Een Joodsch-Duitsche beschrijving, 6-7. 21. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 976. 22. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 971, p. 387. 23. Database Burials of the Portuguese Israelite Congregation, Amsterdam. Kaart- nr. 11717. 24. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 976. De Joodse wet vereist dat met Pesach aan alle arme Joden matzes worden uitgedeeld. 25. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1188, p. 69. 26. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 989, p. 88, 102, 130, 133. 27. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 96. 28. Ibidem, 78-79. 29. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 976, 4 chesjvan 5554. Zie ook het archief van het boedelbeheer van Rachel d’Espinoza Henriquez door de parnasiem. saa, toeg. nr. 334, inv.nr. 694. 30. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 58; Harmen Snel, ‘Achternamen in Amsterdam (3). De Portugezen’, Misjpoge 23 (2010) 91-97, aldaar 94-95. 31. Salomon Isay Cohen tekende op 30 december 1766 een contract voor 50 gulden om naar Bordeaux te vertrekken. Hij was sneller terug dan verwacht, want op 14 juni 1768 ontving hij 100 gulden voor een overtocht naar Suriname. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 978, p. 48 en 79. 32. Bodian, Hebrews of the Portuguese Nation, 114-115. Zie ook Lotte C. van de Pol, ‘Amsterdam Jews and Amsterdam Prostitution, 1650-1750’, in: Chaya Brasz en Yosef Kaplan (red.), Dutch Jews as Perceived by Themselves and by Others. Pro- ceedings of the Eight International Symposium on the Jews in The Netherlands (Leiden 2001) 173-185, aldaar 178-179. 33. Dirk Damsma, Familieband. Geschiedenis van het gezin in Nederland (Utrecht 1999) 91. 34. Damsma, Familieband, 91-96. 35. Yosef Kaplan, ‘Moral panic in the eighteenth century Sephardi community of Amsterdam. The threat of Eros’, in: Jonathan Israel en Reinier Salverda (red.), Dutch Jewry. Its History and Secular Culture (1500-2000) (Leiden/Boston/Keulen 2002) 103-123, aldaar 118. 36. Enkele D’Oliveira’s, die overigens niet tot de directe familie van Abraham behoorden, bekeerden zich tot het christendom en gingen zich ‘Olivier’ noemen. Volgens Michman, Beem en Michman bekeerden zich in de negentiende eeuw, ondanks pressie vanuit christelijke groeperingen, maar weinig Joden tot het christendom. Michman, Beem en Michman, Pinkas, 82-83; Zie ook Peter Tam- mes, ‘Demografische ontwikkeling van joden in Nederland vanaf hun burgerlijke gelijkstelling tot aan de Duitse bezetting’, in: Koen Matthijs e.a. (red.), Leven in de Lage Landen. Historisch-demografisch onderzoek in Vlaanderen en Nederland. Jaar-

561 noten hoofdstuk 2 boek 2010 (Leuven/Den Haag 2010) 239-269, aldaar 254. 37. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 132. 38. Ibidem, 132-133; J.S. da Silva Rosa, ‘Een honderdvijfenzeventig-jarige (Het Portugeesch-Israëlietisch Oude Mannenhuis “Mishenet Zequénim”)’, Nieuw Is- raëlietisch Weekblad (niw), 11 april 1924. 39. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 133. 40. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1220, p. 305. Uiteindelijk zou het bedrag zelfs op- lopen tot 200 gulden. Da Silva Rosa, ‘Een honderdvijfenzeventig-jarige’. 41. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1233. 42. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1220, p. 276. 43. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1220, p. 276; Jacob Sasportas was de kleinzoon van Gracia’s halfbroer, die ook Jacob heette. W.Chr. Pieterse, Inventaris van de ar- chieven der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam 1614-1870 (Amsterdam 1964) 16. 44. Ab Caransa, Vrijmetselarij en jodendom. De wereld een tempel (Hilversum 2001) 107. Over Jacob Sasportas zie Jozeph Michman, Dutch Jewry during the Emancipation Period 1787-1815. Gothic Turrets on a Corinthian Building (Amster- dam 1995) 95. 45. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1220, p. 282. Met dank aan Tirtsah Levie Bernfeld, die de fragmenten over Abraham en Joseph Jessurun d’Oliveira in het dossier van Mishenet Zequenim uit het Portugees vertaalde. 46. Aron Sarphati (1754-1808) was de zoon van Abrahams oom David Sarp- hati de Pina, die samen met Abraham Olivier en Abraham Dias Gutierres een handelskantoor in effecten had gehad (zie hoofdstuk 1). 47. De betreffende vrouw heette Maria Magdalena Hener. Met dank aan Har- men Snel (Stadsarchief Amsterdam) voor deze informatie. 48. saa, toeg.nr. 5075, inv.nr. 13757, 18 september 1777. 49. saa, toeg.nr. 5181, inv.nr. 320, stuk 3072. 50. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1220, p. 292-293. 51. Yosef Kaplan, ‘Order and discipline in the Portuguese synagogue of Am- sterdam’, in: Albert van der Heide en Irene E. Zwiep (red.), Jewish Studies and the European Academic World. Plenary Lectures Read at the viith Congress of the Eu- ropean Association for Jewish Studies (EAJS). Amsterdam, July 2002 (Parijs 2005) 1-14, aldaar 6. 52. Yosef Kaplan, ‘The self-definition of the Sephardic Jews of Western Euro- pe’, 67-68. 53. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1220, p. 294. Vertaling Tirtsah Levie Bernfeld. 54. Ibidem. 55. Het was overigens niet altijd zo dat automatisch de religie van de moeder werd gekozen. Zo is er een geval bekend waarbij de Portugees-Joodse vader zijn bij een christelijke vrouw verwekte zoontje liet besnijden en in de Joodse traditie 562 noten hoofdstuk 2 opvoedde. Het lukte hem echter niet zijn zoon bij de Sefardische gemeente als Jood erkend te krijgen. Bart Wallet, Nieuwe Nederlanders. De integratie van de jo- den in Nederland 1814-1851 (Amsterdam 2007) 115. 56. saa, toeg.nr. 5181, inv.nr. 1789, stuk 3555. 57. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1188, p. 246. 58. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1220, p. 334. 59. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 336, p. 48. 60. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1220, p. 334. 61. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1220, p. 342. 62. E-mailcorrespondentie met bewaarder Dennis Ouderdorp van Beth Haim, 28 juli 2010. 63. saa, toeg.nr. 5181, inv.nr. 320, stuk 3072. 64. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1220, p. 377. 65. Het meest bekende voorbeeld is dat van de Rotterdamse raadspensiona- ris Hugo de Groot, die in 1615 een concept-Jodenreglement schreef, dat uiteinde- lijk vanwege het verloop van de politieke ontwikkelingen nooit zou worden aan- genomen. Zie Hugo de Groot, Remonstrantie nopende de ordre dije in de landen van Hollandt ende Westvrieslandt dijent gestelt op de Joden (uitg. en ingel. door J. Meijer) (Amsterdam 1949). 66. Groot placaat-boeck, vervattende de placaaten, ordonnantiën en edicten van de hoogh mogende heeren staten generaal der Vereenigde Nederlanden, en van de ede- le groot-mog. heeren staten van Holland en Westvriesland: mitsgaders van de edele mog. heeren staten van Zeeland. vii (’s-Gravenhage 1770) 60. 67. R.G. Fuks-Mansfeld, ‘Kezen en smousen in 1787. De moeizame ver- houding tussen patriotten en joden in Amsterdam’, in: Th.S.M. van der Zee, J.G.M.M. Rosendaal en P.G.B. Thissen, 1787. De Nederlandse revolutie? (Amster- dam 1988) 134-145, aldaar 140. 68. A.H. Huussen jr. en H.J. Wedman, ‘Politieke en sociaal-culturele aspecten van de emancipatie der joden in de Republiek der Verenigde Nederlanden’, Docu- mentatieblad Werkgroep 18e eeuw 13 (1981) 208-224, aldaar 212. 69. Bart Wallet, ‘De Joodse Oranjemythe’, Trouw, 25 juni 2011. 70. Zie voor voorbeelden D. Swetschinski, De familie Lopes Suasso, financiers van Willem iii (Zwolle en Amsterdam 1988) 82-83; D.J. Roorda, ‘De joodse en- tourage van de Koning-Stadhouder’, Spiegel Historiael 14 (1979) 258-266; Nijen- huis, Een joodse philosophe, 13-14. 71. Voor bijvoorbeeld een verslag van het bezoek van Willem iv aan het bui- tenhuis van David de Pinto in 1747 zie L. Fuks (red.), De Zeven Provinciën in be- roering. Hoofdstukken uit een Jiddische kroniek over de jaren 1740-1752 van Abraham Chaim Braatbard (Amsterdam 1960) 148. 72. Nijenhuis, Een joodse philosophe, 5-6.

563 noten hoofdstuk 2

73. Joost Rosendaal, De Nederlandse Revolutie. Vrijheid, volk en vaderland 1783- 1799 (Nijmegen 2005) 45. 74. Uitzondering wat betreft actieve bemoeienis van Joodse bestuurders in de partijstrijd was de Hoogduitse parnas Benjamin Cohen, die de stadhouder zelfs enige tijd onderdak bood in zijn huis in Amersfoort. Fuks-Mansfeld, ‘Verlich- ting en emancipatie omstreeks 1750-1814’, 182. Voor de Oranjegezindheid van het Joodse proletariaat, zie Fuks-Mansfeld, ‘Kezen en smousen in 1787’, 134-135. 75. Salvador Bloemgarten, Hartog de Hartog Lémon, 1755-1823. Joodse revolutio- nair in Franse Tijd (Amsterdam 2007) 25. 76. David Franco Mendes, Een Portugese kroniek over het einde van de patri- ottentijd. Vertaald uit het Portugees, uitgegeven en van aantekeningen voorzien door L. en R. Fuks (Assen 1973) 24-25; M.H. Gans, Memorboek. Platenatlas van het leven der joden in Nederland van de middeleeuwen tot 1940 (Baarn 1971) 197. 77. De preek van de chacham bij deze gelegenheid is gepubliceerd: David Co- hen d’Azevedo, Triumphos da virtude. Sermaó pregado, a occasiaõ do natalicio de sua altesa serenissima Guillermo V, Principe de Orange (Amsterdam 1788). 78. In 1650 was 49 procent van de Portugese gemeente te arm om finta te beta- len, 44 procent behoorde tot de middengroep die voor 2 tot 25 gulden werd aan- geslagen, en de 7 procent rijksten moesten meer dan 26 gulden betalen. In 1795 werd 61 procent niet aangeslagen, 27 procent behoorde tot de middengroep, en 12 procent behoorde tot de groep rijksten. De middengroep was dus significant kleiner geworden. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 239. 79. Fuks-Mansfeld, ‘Kezen en smousen in 1787’, 140-143. 80. Michman, Dutch Jewry during the Emancipation Period, 21; Bloemgarten, Hartog de Hartog Lémon, 26; Mart Rutjes, Door gelijkheid gegrepen. Democratie, burgerschap en staat in Nederland 1795-1801 (Amsterdam 2012) 133-134. 81. Huussen en Wedman, ‘Politieke en sociaal-culturele aspecten van de eman- cipatie der Joden’, 216-217; Rutjes, Door gelijkheid gegrepen, 134. 82. Zie voor deze term bijvoorbeeld Jean-Louis Harouel, ‘De familiepolitiek van Napoleon i’, in: A.M.J.A. Berkvens, J. Hallebeek en A.J.B. Sirks, Recht en be- stuur in het Koninkrijk Holland (1806-1810) (Hilversum 2006) 11-24, aldaar 13; J.C. Boogman, ‘Achtergronden, tendenties en tradities van het buitenlands beleid van Nederland (eind zestiende eeuw – 1940)’, in: N.C.F. van Sas (red.), De kracht van Nederland. Internationale positie en buitenlands beleid (Becht 1991) 16-35, aldaar 24. 83. Bloemgarten, Hartog de Hartog Lémon, 53. 84. Fuks-Mansfeld, ‘Verlichting en emancipatie omstreeks 1750-1814’, 191. 85. Bloemgarten, Hartog de Hartog Lémon, 48-50. 86. Ibidem, 37-38. 87. Voor een diepgaande analyse van de Haskala en bewegingen die hier-

564 noten hoofdstuk 2 aan voorafgingen – door sommige historici de ‘Vroege Haskala’ genoemd – zie Shmuel Feiner, The Jewish Enlightenment (Philadelphia 2004). Overigens heeft Irene Zwiep de invloed van de Berlijnse Haskala op de Nederlands-Joodse Ver- lichtingsbeweging recentelijk genuanceerd. Zij benadrukt dat de Nederlandse maskiliem vooral zijn beïnvloed voor de verlichte christelijke omgeving, en dat belangrijke veranderingen in het Joodse intellectuele klimaat in Nederland al vanaf de jaren 1760 waren ingezet. Irene Zwiep, ‘Jewish Enlightenment (almost) without Haskalah. The Dutch example’, Jewish culture and history 13:2-3 (2012) 220-234; Idem, ‘Jewish Enlightenment reconsidered. The Dutch eighteenth cen- tury’, in: Resianne Fontaine, Andrea Schatz en Irene Zwiep (red.), Sepharad in Ashkenaz. Medieval Knowledge and Eighteenth-century Enlightened Jewish Discour- se (Amsterdam 2007) 279-309. Vgl. Fréderique P. Hiegentlich, ‘Reflections on the relation­ship between the Dutch Haskalah and the German Haskalah’, in: Jozeph Michman en Tirtsah Levie (red.), Dutch Jewish History (Jeruzalem 1982) 207-218. 88. Judith C.E. Belinfante en Peter Buijs, ‘De Gelykstaat der Joden. Inburge- ring van een minderheid’, in: Hetty Berg (red.), De Gelykstaat der Joden. Inburge- ring van een minderheid (Zwolle 1996) 7-14, aldaar 9. 89. Dagverhaal der handelingen van de Nationale Vergadering representeerende het Volk van Nederland, deel ii (nr. 98, zitting 29 maart 1796) 163-164. De discus- sie is uitgebreid beschreven in Rutjes, Door gelijkheid gegrepen, 134-139. 90. Dagverhaal, deel ii (nr. 140, zitting 1 augustus 1796) 499. 91. Ibidem, 500. 92. Piet de Rooy, Ons stipje op de waereldkaart. De politieke cultuur van modern Nederland (Amsterdam 2014) 33. 93. ‘Decreet over den Gelykstaat der Joodsche met alle andere Burgers’. Dag- verhaal, deel iii (nr. 174, 2 september 1796) 40. 94. Zie voor de aantallen van beide groepen Levie Bernfeld, Poverty and Wel- fare, 252. 95. De meeste historici die over de emancipatie van de Joden in de negentiende eeuw hebben gepubliceerd, zijn het er grotendeels over eens dat de sociale eman- cipatie van de Joden in Nederland een langdurig en diffuus proces was, waarbij zowel de christelijke autoriteiten als de Joodse gemeenschappen zelf een ambiva- lente rol speelden. Zie o.a. Wallet, Nieuwe Nederlanders, 82, 116-117; A.H. Huus- sen jr., ‘De Joden in Nederland en het probleem van de tolerantie’, in: Marijke Gijswijt-Hofstra (red.), Een schijn van verdraagzaamheid. Afwijking en tolerantie in Nederland van de zestiende eeuw tot heden (Hilversum 1989) 107-129, aldaar 124- 128; Hans Daalder, ‘Dutch Jews in a segmented society’, in: Pierre Birnbaum en Ira Katznelson (red.), Paths of Emancipation. Jews, States, and Citizenship (Princet- on 1995) 37-58, aldaar 42-58. Rena Fuks-Mansfeld en Karina Sonnenberg-Stern wijten de lange duur van het proces met name aan de culturele en economische

565 noten hoofdstuk 2 achterstand van de Joden in Nederland. R.G. Fuks-Mansfeld, ‘Moeizame aan- passing (1814-1870)’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de Joden in Nederland (Amsterdam 1995) 207-243; Karina Son- nenberg-Stern, Emancipation and poverty. The Ashkenazi Jews of Amsterdam 1796- 1850 (Basingstoke/New York 2000). Een zionistisch georiënteerde historicus als Jozeph Michman legde vooral nadruk op discriminatie vanuit de christelijke sa- menleving, een standpunt dat door A.H. Huussen jr. krachtig werd bestreden. Jozeph Michman, ‘Gothische torens op een Corinthisch gebouw. De doorvoe- ring van de emancipatie der Joden in Nederland’, Tijdschrift voor Geschiedenis 89 (1976) 493-517; A.H. Huussen jr., ‘De emancipatie van de Joden in Nederland. Een discussiebijdrage naar aanleiding van twee recente studies’, Bijdragen en Me- dedelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 94 (1979) 75-83. 96. S. Kleerekoper, ‘Het Joodse proletariaat in het Amsterdam van de 19e eeuw’, Studia Rosenthaliana 1 (1967) 97-108, aldaar 97-99. 97. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1190, p. 105. 98. Paraira en Da Silva Rosa, Gedenkschrift uitgegeven ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan der onderwijsinrichtingen Talmud Thora en Ets Haïm (1916), 13. 99. Zie voor een gedetailleerdere onderverdeling in de lesstof Paraira en Da Silva Rosa, Gedenkschrift, 29. 100. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1190, p. 105, 123, 139, 150, 187. 101. Joodse kinderloze weduwen konden via een zogenoemde chalitsa-pro- cedure ontheven worden van hun plicht om een zwagerhuwelijk aan te gaan. Zij werden dan chaloetsa. Mirjam had inderdaad een dergelijke procedure on- dergaan, zoals blijkt uit de tekst van haar ketoeba. UB Bijzondere Collecties, HS.ROS.PL.B-11 (met dank aan Uri Melammed voor de vertaling van de Arame- se tekst). Over de chalitsa-procedure zie Menachem Elon, Moshe Drori en Louis Isaac Rabinowitz, ‘Levirate marriage and haliza’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik, Encyclopaedia Judaica 12, 2e editie (Detroit 2007) 725-729. 102. Ben-Zion Schereschewsky en Menachem Elon, ‘Mamzer’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik, Encyclopaedia Judaica 13, 2e editie (Detroit 2007) 442-445, aldaar 443. 103. Ketoeba Isaac d’Oliveira en Mirjam Penha, 1811. UB Bijzondere Collec- ties, HS.ROS.PL.B-11. 104. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 97-102, 346-352; N.L. Dodde, Joods onderwijs. Een geschiedenis over het tijdvak 1200 tot 2000 (’s-Gravenhage 2009) 26- 44. 105. N.L. Dodde, ‘Jewish education in schools in the Netherlands from 1815 to 1940’, Studia Rosenthaliana 30, 1 (1996) 67-87, aldaar 73-74. 106. Paraira en Da Silva Rosa, Gedenkschrift, 47. 107. H.G.A. Janssen, ‘Staatsrechtelijke en culturele aspecten van het Israëli-

566 noten hoofdstuk 2 tisch onderwijs in Nederland tot 1869’, Studia Rosenthaliana 11 (1977) 40-80, al- daar 40. 108. Marjoke Rietveld-van Wingerden, ‘Van segregatie tot integratie. Joods onderwijs in Nederland (1800-1940)’, Jaarboek voor de geschiedenis van opvoeding en onderwijs (2006) 53-77, aldaar 59. 109. Jeroen Koch, Koning Willem i. 1772-1843 (Amsterdam 2013) 315. 110. J. Michman, ‘De stichting van het Opperconsistorie (1808). Een keerpunt in de geschiedenis van de Nederlandse Joden’, Studia Rosenthaliana 18 (1984) 41- 60 (deel 1), 143-158 (deel 2) en Studia Rosenthaliana 19 (1985) 127-148 (deel 3). 111. Wallet, Nieuwe Nederlanders, 21. 112. Zie de inleiding van dit boek. 113. Michman, Beem en Michman, Pinkas, 104; Bart Wallet, ‘De organisatie- structuur van joods Nederland’, in: Renate. Fuks-Mansfeld e.a. (red.), Joden in Nederland in de twintigste eeuw. Een biografisch woordenboek(Utrecht 2007) xv- xvii. 114. Wallet, Nieuwe Nederlanders, 21-29. 115. Dodde, Joods onderwijs, 53; Sonnenberg-Stern, Emancipation and Poverty, 129-130; Michman, Beem en Michman, Pinkas, 86. 116. Marjoke Rietveld-van Wingerden en Siebren Miedema, ‘Freedom of edu- cation and Dutch Jewish schools in the mid-nineteenth century’, Jewish History 17 (2003) 31-54, aldaar 35; Rietveld-van Wingerden, ‘Van segregatie tot integratie’, 59; Sonnenberg-Stern, Emancipation and Poverty, 129. 117. Janssen, ‘Staatsrechtelijke en culturele aspecten van het Israelitisch onder- wijs’, 52-53; Mineke van Essen, Opvoeden met een dubbel doel. Twee eeuwen meis- jesonderwijs in Nederland (Amsterdam 1990) 51. 118. In de vroegmoderne periode kregen Sefardische meisjes, zeker als het ging om meisjes uit welgestelde families, overigens vaak wel enig onderwijs thuis. Le- vie Bernfeld, Poverty and Welfare, 100-102. 119. Schriftelijke informatie van prof. N.L. Dodde per e-mail van 12 april 2011; D.S. van Zuiden, ‘Organisatie en geschiedenis van het Israëlitisch kerkgenoot- schap tot ca. 1870. School‑ en armwezen’, Studia Rosenthaliana 5 (1971) 187-212, aldaar 200. 120. Janssen, ‘Staatsrechtelijke en culturele aspecten van het Israelitisch on- derwijs’, 51-52. 121. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1054, p. 278. Overigens kwam de term ‘tussen- school’ pas later in zwang. 122. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1054, p. 286-287. 123. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1054, p. 292-293. 124. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1055, p. 1. 125. H. Amersfoort, ‘Dienstplicht en de modernisering van Nederland, 1810-

567 noten hoofdstuk 2

1813’, in: A.M.J.A. Berkvens, J. Hallebeek en A.J.B. Sirks, Het Franse Nederland. De inlijving 1810-1813. De juridische en bestuurlijke gevolgen van de ‘Réunion’ met Frankrijk (Hilversum 2012) 83-106; Theo Toebosch, Uitverkoren zondebokken, 52. 126. Onder Lodewijk Napoleon – dus vóór de invoering van de algemene dienstplicht – was er al kortstondig een apart Joods korps geweest, een regiment van bijna negenhonderd Joodse soldaten waarbinnen rekening werd gehouden met de Joodse (spijs)wetten. Zie Michman, Beem en Michman, Pinkas, 76. 127. Alfabetische namenlijst van ingeschrevenen, 1830. Abraham d’Oliveira had volgnummer 1104. Document verkregen via www.militieregisters.nl. 128. De Militiewet van 1817 bepaalde de minimumlengte op 156,5 cm. Rob van Drie, ‘Opkomen voor je nummer. Nationale militie in de negentiende eeuw’, Ge- nealogie. Tijdschrift voor familiegeschiedenis. Kwartaalblad van het Centraal Bureau voor Genealogie 6-2 (Den Haag 2000) 36-41, aldaar 39. 129. Vooral op het stuk dat tegenwoordig Nieuwe Kerkstraat heet – tussen de Amstel en de Plantage Muidergracht – woonden veel arme Sefardiem en Asj- kenaziem. 130. Van Drie, ‘Opkomen voor je nummer’, 40-41. 131. Voor achtergronden van de frustratie in de Zuidelijke Nederlanden zie Koch, Koning Willem i, 411-417. 132. J. Roegiers en N.C.F. van Sas, ‘Revolutie in Noord en Zuid (1780-1830)’, in: J.C.H. Blom en E. Lamberts (red.), Geschiedenis van de Nederlanden (Baarn 2001) 222-256, aldaar 255; E.H. Kossmann, De Lage Landen 1780-1940. Ander- halve eeuw Nederland en België (Amsterdam 1976) 103-110; Geert Mak e.a., Verle- den van Nederland (Amsterdam 2008) 332-336. Helaas is in de archieven geen in- formatie te vinden over Abrahams bataljon en het moment waarop hem ontslag werd verleend. 133. Hetty Berg, ‘Joden en Jodinnen aan het tooneel. Het joodse aandeel in het Amsterdamse amusement’, in: Joost Groeneboer en Hetty Berg (red.), ... Dat is de kleine man... 100 jaar joden in het Amsterdamse amusement, 1840-1940 (Zwolle [1995]) 43-61, aldaar 59-60. 134. Hagoort, Het Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel, 185. 135. Ibidem, 210. 136. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1056, p. 13. 137. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1054, p. 185. 138. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1056, p. 109. 139. Interessant genoeg wordt in de notulen van Ets Haim de protestantse term ‘psalmzingen’ gebruikt, en dus niet de gebruikelijke Joodse benaming ‘psal- men zeggen’. 140. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1056, p. 69. 141. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1056, p. 15.

568 noten hoofdstuk 2

142. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1056, p. 188. 143. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1056, p. 191. 144. De andere graden zijn magied en moree. 145. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1056, p. 248. 146. Algemeen Handelsblad, 17 juli 1839. 147. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 105; W.Chr. Pieterse, Inventaris van de archieven der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam 1614-1870 (Amster- dam 1964) 15. 148. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1056, p. 321. 149. A. Bueno de Mesquita, Portugusade. Herinneringen aan het Amsterdam van de Portugese Joden (Delft 1988) 46. 150. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 46, vergadering 10 september 1846. 151. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 46, vergadering 14 april 1847. 152. In Sefardische synagogale diensten ligt meer de nadruk op het voorlezen, aangezien hierin het recitatief – meer dan het canto – het belangrijkste bestand- deel vormt. J. Meijer, ‘De snoge tussen twee eeuw-wisselingen’, in: D.H. de Cas- tro, De synagoge der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam. Opnieuw uit- gegeven en aangevuld door J. Meijer (Amsterdam 1950) 61-91, aldaar 91. 153. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 46, vergadering 28 januari 1847. 154. Edwin Seroussi, ‘The ancient modernity of the liturgical music of the Por- tuguese synagogue in Amsterdam’, in: Albert van der Heide en Irene E. Zwiep (red.), Jewish Studies and the European Academic World. Plenary Lectures Read at the viith Congress of the European Association for Jewish Studies (eajs). Amster- dam, July 2002 (Parijs 2005) 15-21, aldaar 17. 155. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 46, vergadering 21 april 1847. 156. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 46, vergadering 12 mei 1847. 157. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 82, nr. 71. 158. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 46, vergadering 7 juni 1847. 159. Zie ook Ze’ev Bar, ‘De familie Blanes’, Misjpoge 16 (2003) 73-80, aldaar 75. 160. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 150, p. 292. 161. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 46, vergadering 18 augustus 1847. 162. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 46, vergadering 10 november 1847. Het lofdicht is geschreven door Jonathan Eibeschütz. Zie UB Bijzondere Collecties, HS.ROS. PL.A-13. 163. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1243, vergadering 24 december 1854. 164. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1245, p. 150. 165. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 998, p. 8; saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 999, p. 25. 166. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 996. 167. Niet te verwarren met zijn naamgenoot Emanuel de Beneditty (1808- 1900), een legendarische en geliefde godsdienstleraar die bekendstond onder de

569 noten hoofdstuk 2 en 3 bijnaam ‘Ribi Maantje’. Zie over hem o.a. niw, 7 augustus 1925. 168. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 47, vergadering 12 mei 1858. 169. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1221, p. 49-50. 170. Jac. Zwarts, ‘Jozef Jessurun Oliveira’, in: P.C. Molhuysen, P.J. Blok en Fr.K.H. Kossmann (red.), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek 6 (Lei- den 1911-1937) 1079. url: http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/nnbw /#source=6&page=547&view=imagePane. 171. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 47, vergadering 9 juli 1860. 172. Algemeen Politieblad van het Koninkrijk der Nederlanden 4 (1855) 512. 173. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 47, vergadering 30 oktober 1860. 174. Buisman, Bar en boos, 216. De winter van 1861 zou uiteindelijk vrij zacht blijken te zijn. 175. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 82, nr. 101. 176. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 47, vergadering 6 november 1861.

3 Dansen en slijpen, 1832-1886

1. Justus van Maurik, Toen ik nog jong was (Amsterdam 1901) 260. 2. T.K. Looijen, Een geschiedenis van Amsterdamse theaters. Wie kwam er niet in de Nes? (Amsterdam 1981) 32. Over Stumpff zie ook zijn levensbericht in Hol- landsche Illustratie. Wekelijksche Geïllustreerde Courant nr. 38 (20 maart 1871). 3. De Telegrafist; Verslag‑ en Berigtgever der Schouwburgen, Concerten, Vermake- lijkheden enz., 9 maart 1853. 4. Justus van Maurik, ‘Uit het leven’, in: P.H. Ritter (red.), Eene halve eeuw 1848-1898. Nederland onder de regeering van Koning Willem den derde en het regent- schap van Koningin Emma door Nederlanders beschreven 1 (Amsterdam 1898) 423- 444, aldaar 443. 5. Algemeen Handelsblad, 8 maart 1852. 6. Bodian, Hebrews of the Portuguese Nation, 94. 7. Deze taalscheiding was niet zo strikt als het lijkt; eind zeventiende eeuw was het stuk Comedia Famosa de Aman Y Mordechai bijvoorbeeld populair, een Spaanstalige komedie. Zie J.S. da Silva Rosa, ‘Purim in de Joodsche geschiedenis en de litteratuur’, De Vrijdagavond 2, nr. 48 (1926) 343. 8. Hetty Berg, ‘Joden en Jodinnen aan het tooneel’, 47-48. Over het gebruik van de Franse taal door welgestelde Sefardiem in de zeventiende en achttiende eeuw zie ook Melkman, David Franco Mendes, 39. 9. Zie bijvoorbeeld een publicatie van de commissionair, dichter en toneel- schrijver Theodorus Johannes Kerkhoven uit 1850, waarin hij deze gang van za- ken ‘zeer anti-liberaal’ en ‘zeer onchristelijk’ noemde. [Theod.Joh. Kerkhoven],

570 noten hoofdstuk 3

Iets over Amsterdam in 1850 (Amsterdam 1850) 61. 10. J.H. Rössing, De Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Too­neel. Bijdrage tot de geschiedenis van het tooneel in Nederland, gedurende meer dan een halve eeuw (Amsterdam 1916) 6. 11. M.B. Mendes da Costa, ‘Over tooneelisten van het Joodsche ras’, De Vrij- dagavond 2, nr. 45 (1926) 296-299, aldaar 297. 12. [J.S. da Silva Rosa], ‘Purim als Joodsch volksfeest’, De Vrijdagavond 4 (1927) 776-778. 13. Hetty Berg, ‘Thalia and Amsterdam’s Ashkenazi Jews in the late 18th and early 19th centuries’, in: Jonathan Israel en Reinier Salverda (red.), Dutch Jewry. Its History and Secular Culture (1500-2000) (Leiden 2002) 191-199, aldaar 191-192. 14. Ibidem, 195. 15. Klaartje Groot, Geliefd en gevreesd. Duits toneel in Nederland rond 1800 (Hil- versum 2010) 67; Paul Blom, ‘2 september 1839: Opening van de Salon des Vari- étés in de Nes in Amsterdam. Kleine theaters voor aanstormend talent in Am- sterdam’, in: R.L. Erenstein (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen (Amsterdam 1996) 410-417, aldaar 414. 16. Jan Tervoort, ‘“U, burgerlieden alleen, behoort de Salon des Variétés”. De Salons des Variétés van Amsterdam en hun publiek 1839-1854’, Jaarboek Amstelo- damum (2010) 8-35, aldaar 14. 17. Pierre Boas, ‘Voorheen en thans. Herinneringen uit het tooneelleven’, Het Tooneel 12 (1883) nrs. 6 en 7, 89-96, aldaar 91. 18. Jan Tervoort, ‘De habitués van de Salons des Variétés van Amsterdam 1839-1865’. BA-scriptie Universiteit van Amsterdam (2011) 22-23. 19. Joost Groeneboer, ‘Schouwburgen en vermakelijkheden in de negentiende eeuw’, in: Joost Groeneboer en Hetty Berg (red.), ... Dat is de kleine man... 100 jaar joden in het Amsterdamse amusement, 1840-1940 (Zwolle [1995]) 63-81, aldaar 64- 66; Blom, ‘Opening van de Salon de Variétés’, 411; Boas, ‘Voorheen en thans’, 92. 20. Jaap Meijer, Erfenis der Emancipatie. Het Nederlandse Jodendom in de eerste helft van de 19e eeuw (Haarlem 1963) 49. 21. Rössing, Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel, 6. 22. Over (semi-)neutrale ontmoetingsplaatsen als het theater en de salon, zie Fréderique van Cleeff-Hiegentlich, ‘De transformatie van het Nederlandse Jo- dendom in de eerste helft van de negentiende eeuw’, De Gids 148 (1985) 232-242, aldaar 235-236. 23. Van Maurik, Toen ik nog jong was, 303-304. 24. Het theater had vier eigenaren, maar slechts de namen van Judels, Boas en Van Biene stonden in de gevel gebeiteld. Om het gecompliceerder te maken werd in de kranten geadverteerd onder de namen Boas en Judels, terwijl in de volks-

571 noten hoofdstuk 3 mond slechts over ‘het theater van Judels’ werd gesproken. Zie ook Ko Sturkop, ‘Nathan Judels (1815-1903): komiek, musicus en ondernemer’, Misjpoge 16 (2003) 1-10, 33-39 en 65-72, aldaar 6. Over de oprichting van de salon van Boas en Ju- dels zie ook Groeneboer, ‘Schouwburgen en vermakelijkheden in de negentiende eeuw’, 66-67. 25. Algemeen Handelsblad, 19 september 1844. 26. M.F. van Lennep, Het leven van Mr. Jacob van Lennep (Amsterdam 1910) 260. 27. Tervoort, ‘“U, burgerlieden alleen, behoort de Salon des Variétés”’, 23-25. 28. D. Kouwenaar, ‘De Amsterdamsche kermis’, in: A.E. d’Ailly (red.), Zeven eeuwen Amsterdam vi (Amsterdam 1950) 175-184, aldaar 181. 29. [Harm Boom en A.L. Lesturgeon], Een Drenthsch gemeente-assessor met zij- ne twee neven op reis naar Amsterdam, in ’t voorjaar van 1843 i (Groningen 1845) 98-99. 30. Remieg Aerts, ‘De publieke orde. Openbaarheid en beslotenheid’, in: Re- mieg Aerts en Piet de Rooy (red.), De geschiedenis van Amsterdam. Hoofdstad in aanbouw 1813-1900 (Amsterdam 2006) 139-215, aldaar 202. 31. Neerlandica en publiciste Marita Mathijsen heeft de metafoor van het mas- ker zelfs toegepast op de gehele negentiende eeuw. Zie Marita Mathijsen, De ge- maskerde eeuw (Amsterdam 2003). 32. [Boom en Lesturgeon], Een Drenthsch gemeente-assessor, 93-94. 33. Ibidem, 96. 34. Cagliostro, ‘Terugblik’, De Telegrafist; Verslag‑ en Berigtgever der Schouw- burgen, Concerten, Vermakelijkheden enz., 2 maart 1853. 35. De Telegrafist; Verslag‑ en Berigtgever der Schouwburgen, Concerten, Verma- kelijkheden enz., 9 maart 1853. 36. saa, toeg.nr. 5177, inv.nr. 2681. Over de lage afdrachten van theaterdirec- teuren zie ook Tervoort, ‘“U, burgerlieden alleen, behoort de Salon des Varié- tés”’, 13. 37. saa, toeg.nr. 5181, inv.nr. 1234. 38. saa, toeg.nr. 5000, bevolkingsregister Amsterdam 1851-1853 (1855). 39. Zie voor een beschrijving van traditionele negentiende-eeuwse Joodse bruiloften Joachim van Praag, ‘Hoe men in vroeger tijden in Amsterdamsch- Joodsche kringen bruiloft vierde’, De Vrijdagavond 2, nr. 31 (1925), 78-80. 40. [Boom en Lesturgeon], Een Drenthsch gemeente-assessor, 94. 41. saa, toeg.nr. 15009, inv.nr. 13306. Ook moest in de Salon van Duport de regisseur ‘ieder voorkomende fout, zonder onderscheid van persoon, welke de- zelve begaan heeft, aanteekenen; alsook die van den orchestmeester of souffleur bemerkte, en hem opgegevene overtredingen noteren, en de straflijst vervolgens bij den Ondernemer indienen’.

572 noten hoofdstuk 3

42. Algemeen Handelsblad, 10 maart 1851. 43. Wanneer het eerste concert van Jacques d’Oliveira in Frascati plaatsvond, is niet met zekerheid te zeggen. Wel staat vast dat hij zich ‘op veelvuldig verzoek ten tweeden malen’ deed horen op 21 november 1847. 44. George T. Ferris, Great Violinists and Pianists (Londen 2008; 1e druk 1881) 63. 45. Marco H.D. van Leeuwen, Bijstand in Amsterdam ca. 1800-1850. Armenzorg als beheersings‑ en overlevingsstrategie (Zwolle 1992) 115. 46. saa, toeg.nr. 5181, inv.nr. 1348, stuk 5594. 47. saa, toeg.nr. 5181, inv.nr. 1350, stuk 6083. 48. Algemeen Handelsblad, 5 mei 1851. 49. Zie bijvoorbeeld Algemeen Handelsblad, 11 januari 1852. 50. Zie bijvoorbeeld Algemeen Handelsblad, 18 april 1852. 51. De Telegrafist; Verslag‑ en Berigtgever der Schouwburgen, Concerten, Verma- kelijkheden enz., 6 april 1853. 52. Algemeen Handelsblad, 7 september 1855. 53. Algemeen Handelsblad, 16 september 1855. 54. Algemeen Handelsblad, 29 maart 1856. 55. Zie bijvoorbeeld het Algemeen Handelsblad van 8 en 11 september 1858. 56. Over Barnum in Nederland zie P.T. Barnum, Struggles and Triumphs. Or, Forty Years’ Recollections of P.T. Barnum (New York 1871) 440-446. 57. Algemeen Handelsblad, 26 september 1858. 58. Van Cleeff-Hiegentlich, ‘De transformatie van het Nederlandse Jodendom in de eerste helft van de negentiende eeuw’, 240. Over vroege hervormingen in de liturgie door Tempelvereine als die van Hamburg en Berlijn zie Steven M. Lo- wenstein, ‘The 1840s and the crea­tion of the German-Jewish religious Reform movement’, in: Werner E. Mosse, Arnold Pancker en Reinhard Rürup (red.), Re- volution and Evolution. 1848 in German-Jewish History (Tübingen 1981) 255-297, aldaar 259; Michael A. Meyer, Response to Modernity. A History of the Reform Movement in Judaism (New York/Oxford 1988) 28-61. Over de (geringe) invloed van de radicale religieuze hervormingen in Duitsland op de Joodse liturgie en het Joodse onderwijs in Nederland in de jaren 1840 en 1850 zie J. Frishman, ‘“Gij, Vromen, zijt Nederlanders! Gij, Onverschilligen, zijt Israëlieten!” Religious Re- form and its opponents in the mid-nineteenth century in the Netherlands’, Studia Rosenthaliana 30 (1996) 137-150. 59. A.C. Carillon, Leerrede over de tijdsomstandigheden van ons Vaderland. Uit- gesproken in de Kerk zijner Gemeente in de Portugeesche en in die van Middelburg in de Nederlandsche Taal (Amsterdam 1832). Zie ook Bart Wallet, ‘Religious oratory and the improvement of congregants: Dutch-Jewish preaching in the first half of the nineteenth century’, Studia Rosenthaliana 34, 2 (2000) 168-193, aldaar 175-177.

573 noten hoofdstuk 3

Het zou nog tot 1850 duren voordat de parnasiem toestemming gaven taalver- nieuwingen door te voeren en er één keer per maand in het Nederlands in de sno- ge mocht worden gepreekt. Zie Wallet, ‘Religious oratory’, 179; A.G. de Vries, ‘Sociale emancipatie en religieuze hervormingen. Ontwikkelingen binnen het Jo- dendom in Nederland in de eerste helft van de negentiende eeuw en de neerslag hiervan in het Nederlandsch-Israëlietisch Nieuws‑ en Advertentie-Blad en het Is- raëlietisch Weekblad (1849-1855)’. Doctoraalscriptie UvA (1987) 49. 60. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 1056, p. 20, 22, 29, 55, 162-163. 61. Voor Benjamin Carillons intreerede zie Jacob Belinfante (red.), Jaarboeken voor de Israëliten in Nederland 4 (1838) 196. In deze passage staat overigens dat hij zijn intreerede hield op zaterdag 9 december 1838. Dit is een schrijffout; bedoeld werd zaterdag 9 december 1837. 62. De conflicten en hervormingspogingen van Benjamin Carillon in het Ca- raïbisch gebied, en op Sint-Thomas in het bijzonder, zijn uitgebreid beschreven in Judah M. Cohen, Through the Sands of Time. A History of the Jewish Congregation of St. Thomas, U.S. Virgin Islands (Hannover/Londen 2004) 66-79. 63. Robert P. Swierenga, The Forerunners. Dutch Jewry in the North American Diaspora (Detroit 1994) 224. 64. The Occident and American Jewish Advocate 4, nr. 11 (februari 1847). Naast Mirjam bestond het gezin uit Aron (rond 1840 geboren in Suriname), Esther (rond 1842 geboren in New York) en Rachel, Judith en Deborah (tussen 1844 en 1847 geboren op Jamaica). 65. Swierenga, The Forerunners, 225. 66. Ibidem, 222-224. 67. saa, ondertrouwacte Isaac d’Oliveira en Mirjam Cohen Carillon, 6 mei 1857. 68. Bart Wallet, ‘Transformation of a diaspora. The western Sephardic dias- pora in the nineteenth century’. Voordracht gehouden op de conferentie van de European Association for Jewish Studies, augustus 2010, Ravenna. Met dank aan Bart Wallet. 69. Voor de wederwaardigheden van Jacques d’Oliveira’s internationale carri- ère ben ik grotendeels schatplichtig aan een onderzoek van muziekwetenschap- per Brian C. Thompson (Universiteit van Hongkong), die een casestudy over Jacques d’Oliveira publiceerde. Brian C. Thompson, ‘Journeys of an immigrant violinist. Jacques Oliveira in Civil War-era New York and New Orleans’, Journal of the Society for American music 6 (2012) 51-82. 70. ‘General Tom Thumb’, Liverpool Mercury, 27 november 1858. 71. New York Herald, 1 december 1859. 72. New-York Daily Tribune, 6 december 1859. 73. Margo Jefferson, On Michael Jackson (New York 2006) 7. Voor Micha-

574 noten hoofdstuk 3 el Jackson als ‘bombastisch artiest’ zie bijvoorbeeld de videoclips van ‘Heal the World’ (1992) en ‘Earth Song’ (1995). 74. ‘City summary’, New York Clipper, 24 december 1859. 75. ‘Musical’, The New York Times, 13 december 1859. 76. Col. T. Allston Brown, ‘Early history of negro minstrelsy’ in: William L. Slout (red.), Burnt Cork and Tambourines. A Source Book for Negro Minstrelsy (z.p. 2007) 3-192, aldaar 70. In de tekst van Brown wordt Jacques d’Oliveira abusieve- lijk als ‘Senora Oliveira’ aangeduid. 77. New York Herald, 16 augustus 1860. 78. Brian C. Thompson vermeldt dat Jacques d’Oliveira wel enkele keren op het programma van de Dreytons stond, maar hij vindt het onwaarschijnlijk dat D’Oliveira ook werkelijk heeft opgetreden; in recensies werd hij niet genoemd, terwijl dat wel te verwachten was geweest. Thompson, ‘Journies of an immigrant violinist’, 67. 79. ‘Grand concert’, Gazette and Sentinel, 2 februari 1861. 80. De 9-jarige Benjamin d’Oliveira, geboren in Georgia, was opgenomen in de census van 1870. 1870 Federal Census of the United States, New Orleans, Or- leans Parish, LA, ward 2. 81. Chester G. Hearn, The Capture of New Orleans, 1862 (Baton Rouge 1995). 82. Haar sterfdatum is niet bekend. Wel is zeker dat ze in 1857, ten tijde van het huwelijk van Mirjam en Jacques, al niet meer leefde. 83. 1860 U.S. census for Orleans Parish. Association for the relief of Jewish widows & orphans. url: http://files.usgwarchives.org/la/orleans/history/direc- tory/jewwidor.txt (geraadpleegd op 6 oktober 2011). 84. Het gegeven dat Benjamin Cohen Carillon in 1861 in New Orleans woon- de, is het laatste wat er over hem bekend is. 85. Swierenga, The Forerunners, 225. 86. L’Abeille de la Nouvel Orléans, 28 juli 1862. 87. Thompson, ‘Journeys of an immigrant violinist’, 78. 88. Robert N. Rosen, The Jewish Confederates (Columbia, South Carolina 2000) 249, 255. 89. Thompson, ‘Journeys of an immigrant violinist’, 76. 90. ‘Mardi Gras’, Daily Picayune, 28 februari 1865. Voor informatie over het St. Charles Theatre, zie http://old-new-orleans.com/NO–StCharlesTheatre.ht- ml (geraadpleegd op 18 september 2014). 91. Thompson. ‘Journies of an immigrant violinist’, 75-76. 92. Rosen, Jewish Confederates, 246. 93. ‘Grand Concert’, The Bee, 10 juli 1867. 94. Zie een foto van zijn grafsteen op http://www.frielfoto.com/genealogy/ p822.htm#i37639 (geraadpleegd op 11 oktober 2011).

575 noten hoofdstuk 3

95. Fuks-Mansfeld, ‘Moeizame aanpassing (1814-1870)’, 229. 96. Michman, Beem en Michman, Pinkas, 412. 97. H. Beem, De Joden van Leeuwarden, Geschiedenis van een Joods cultuurcen- trum (Assen 1974) 208. 98. Website Historisch Centrum Leeuwarden. url: http://www.gemeentear- chief.nl/html/nl/1040/ (geraadpleegd 14 oktober 2011). 99. Leeuwarder Courant, 1 september 1863, 3. 100. Marja Keyser, Komt dat zien! De Amsterdamse kermis in de negentiende eeuw (Amsterdam 1976) 6. 101. Jacques Klöters, ‘Amusement in de dagen van Olim’, in: Joost Groeneboer en Hetty Berg (red.), ... Dat is de kleine man... 100 jaar joden in het Amsterdamse amusement, 1840-1940 (Zwolle [1995]) 83-115, aldaar 83. 102. Marja Keyser e.a. (red.), Van binnen moet je wezen... Tweehonderd jaar circus in Nederland (Nieuwkoop 1978) 6. 103. saa, toeg.nr. 5181, inv.nr. 2142, stukken 6933 en 6972. Joseph de Bok was de tweede echtgenoot van Marianna Vreelands moeder Judic Kruijer. 104. Keyser, Komt dat zien!, 56. 105. Hans Rooseboom, De schaduw van de fotograaf. Positie en status van een nieuw beroep, 1839-1889 (Leiden 2008) 83. 106. Piet Jan Cornelisse, De Photograaf. Wat was hij? Wat is hij? Wat moet hij worden? (z.p., z.j. [1865]) 4. 107. Rooseboom, De schaduw van de fotograaf, 270. 108. Zie bijvoorbeeld de advertentie van 17 oktober 1868 in het Overveluwsch Dagblad, waarin Jacob d’Oliveira de lezers erop attendeert dat vanaf 1 november zijn danslessen in Harderwijk weer beginnen. 109. Jacques Klöters, ‘De vaudevilles in de Salon des Variétés of Dit kan geen kunst zijn, want dit is natuur’, De negentiende eeuw 6 (1982) 91-106, aldaar 96. 110. ‘Een bezoek bij Oliveira’, De Koerier, 13 december 1871. Zie ook bijvoor- beeld Leidsch Dagblad, 2 augustus 1869; Purmerender Courant, 24 augustus 1870; Heldersche en Nieuwediepers Courant, 30 juni 1872. 111. Boudien de Vries, Electoraat en elite. Sociale structuur en sociale mobiliteit in Amsterdam 1850-1895 (Amsterdam 1986) 135. 112. Remieg Aerts, ‘“De eischen des tijds”. De heroriëntatie van economie en politiek,’, in: Remieg Aerts en Piet de Rooy (red.), De geschiedenis van Amsterdam. Hoofdstad in aanbouw 1813-1900 (Amsterdam 2006) 293-325, aldaar 318-320. 113. David Sarphati de Pina was een achterneef van Samuel Sarphati’s groot- vader. Met dank aan Wim Heijnen voor deze informatie. 114. Henne van der Kooy en Justus de Leeuwe, Sarphati. Een biografie (Amster- dam/Antwerpen 2001) 13-15; Lydia Hagoort, Samuel Sarphati. Van Portugese ar- menarts tot Amsterdamse ondernemer (Amsterdam 2012) 90.

576 noten hoofdstuk 3

115. Van der Kooy en De Leeuw, Sarphati, 132. 116. Piet de Rooy, ‘Toen zijn de mannen uithuizig geworden. De sociaal-cultu- rele verandering van Amsterdam 1864-1929’, in: Joost Groeneboer en Hetty Berg (red.), ... Dat is de kleine man... 100 jaar joden in het Amsterdamse amusement, 1840- 1940 (Zwolle [1995]) 9-23, aldaar 13. 117. Theo van Tijn, Twintig jaren Amsterdam. De maatschappelijke ontwikkeling van de hoofdstad, van de jaren ’50 der vorige eeuw tot 1876 (Amsterdam 1965) 522- 523. 118. saa, toeg.nr. 334A, inv.nr.112. 119. saa, toeg.nr. 334, inv.nr. 999. 120. Er werd ook veel verhuisd – vaak woonden hele gezinnen niet langer dan een jaar op hetzelfde adres –, maar zelfs met deze correctie in het achterhoofd kunnen we vaststellen dat dit deel van de Rapenburgerstraat zeer dichtbevolkt was. 121. Verder woonden er volgens het bevolkingsregister 45 Nederlands-her- vormden, 21 rooms-katholieken, en één man van de evangelisch-lutherse stro- ming. 122. M.H. Gans, Memorboek. Platenatlas van het leven der joden in Nederland van de middeleeuwen tot 1940 (Baarn 1971) 364, 698. 123. Henri Polak, De strijd der diamantwerkers (Amsterdam 1896) 14-15. 124. niw, 30 juni 1876. 125. niw, 23 augustus 1878. 126. Renate Fuks-Mansfeld, ‘Onderwijs en nationale identiteit van de joden in Nederland in de tijd van hun acculturatie’, in: Henk te Velde en Hans Verhage (red.), De eenheid & de delen. Zuilvorming, onderwijs en natievorming in Nederland, 1850-1900 (Amsterdam 1996) 135-155, aldaar 148. 127. saa, toeg.nr. 334A, inv.nrs. 113 en 349. 128. Zie bijvoorbeeld Schiedamsche Courant, 7 juli 1876; Middelburgsche Cou- rant, 28 juli 1876; Amersfoortsche Courant, 20 oktober 1876. 129. Van Agtmaal, ‘Het diamantvak in Amsterdam’, 114; Salvador Bloemgar- ten, Henri Polak. Sociaal democraat 1868-1943 (Amsterdam 1993) 85. 130. Bloemgarten, Henri Polak, 86. 131. Van Tijn, Twintig jaren Amsterdam, 230. 132. Ibidem, 231; Heertje, Diamantbewerkers, 32. 133. Van Tijn, Twintig jaren, 232; Heertje, Diamantbewerkers, 33; C.A. van der Velde, De A.N.D.B. Een overzicht van zijn bestaan, zijne ontwikkeling en zijne be- teekenis (Amsterdam 1925) 7; Karin Hofmeester, ‘Als ik niet voor mijzelf ben...’ De verhouding tussen joodse arbeiders en de arbeidersbeweging in Amsterdam, Londen en Parijs vergeleken, 1870-1914 (Amsterdam 1999) 45. 134. Heertje, Diamantbewerkers, 37.

577 noten hoofdstuk 3

135. Polak, De strijd der diamantbewerkers, 13. 136. Van Agtmaal, ‘Het diamantvak in Amsterdam’, 122. 137. Zie over dit stereotiepe beeld Gans, De kleine verschillen die het leven uitma- ken, 72. 138. Hofmeester, ‘Als ik niet voor mijzelf ben...’, 48. 139. Th. van Tijn, ‘Geschiedenis van de Amsterdamse diamanthandel en -nij- verheid, 1845-1897’, in: Th. van Tijn en M.G. Emeis jr., Amsterdam en diamant 1845-1897. Van Moppes en diamant 1809-1975 (Amsterdam 1976) 5-59, aldaar 13-14. 140. Hofmeester, ‘Als ik niet voor mijzelf ben...’, 257-269. 141. Ibidem, 23; Polak, ‘De strijd der diamantbewerkers’, 18. 142. Geciteerd in: Gans, Memorboek, 642. 143. G.A. Heineken was de oprichter van Heinekens Bierbrouwerij Maat- schappij N.V. en grootvader van Freddy Heineken. Zie over hem Annejet van der Zijl, Gerard Heineken. De man, de stad en het bier (Amsterdam 2014). 144. saa, toeg.nr. 5181, inv.nrs. 2493 en 2495. 145. Brief hoofdcommissaris van politie aan de burgemeester, 4 april 1880. saa toeg.nr. 5181, inv.nr. 2516. 146. Van Tijn, ‘Geschiedenis van de Amsterdamse diamanthandel en -nijver- heid’, 26. 147. Algemeen Handelsblad, 13 april 1880. 148. Nieuws van den Dag, 3 maart 1881. 149. Ibidem. 150. Pas in 1886 zou het Wetboek van Strafrecht worden ingevoerd. 151. Bauke Marinus en Natascha Tuinhout, ‘Katz, Samuël’, Biografisch Woor- denboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland. url: http://hdl. handle.net/10622/39550F16-F602-48E7-B500-1759D402B9AB 152. Nieuws van den Dag, 4 maart 1881, 10 maart 1881, 27 april 1881, 10 mei 1881 en 9 juni 1881. 153. In de grondwet van 1848 was de scheiding van Kerk en Staat geregeld, wat inhield dat de overheid niet langer de kerkgenootschappen via een Ministe- rie voor Erediensten mocht aansturen. Na lang vergaderen werd in 1870 bepaald dat de Sefardiem een zelfstandige organisatie kregen, met aan de top een Hoofd- commissie voor de Zaken van het Portugees-Israëlitisch Kerkgenootschap. Hier- in hadden vertegenwoordigers van zowel de Amsterdamse als de Haagse Portu- gees-Israëlietische Gemeente zitting. Wallet, ‘De organisatiestructuur van joods Nederland’, xvi. 154. Rena Fuks-Mansfeld schreef dat de pig in de negentiende eeuw te kam- pen had met ‘een steeds verder voortwoekerende verstarring’. Fuks-Mansfeld, ‘Moeizame aanpassing (1814-1870)’, 239. 155. Van Tijn, ‘Geschiedenis van de Amsterdamse diamanthandel en ‑nijver- heid’, 28. 578 noten hoofdstuk 3 en 4

156. Ibidem, 36; Van Agtmaal, ‘Het diamantvak in Amsterdam’, 119. 157. Heertje, Diamantbewerkers, 63. 158. Berg, ‘Joden en Jodinnen aan het tooneel’, 44. 159. Jacques Klöters, ‘De intocht van de operette in het Amsterdamse uit- gaansleven’, in: Louis Peter Grijp (red.), Een muziekgeschiedenis der Nederlanden (Amsterdam 2005) 461-467, aldaar 464. 160. Martin Kalff, Amsterdam in praatjes en plaatjes (Amsterdam [1875]) 92-94. 161. Evelien Gans, ‘“Vandaag hebben ze niets – maar morgen bezitten ze weer tien gulden”. Antisemitische stereotypen in bevrijd Nederland’, in: Conny Kris- tel (red.), Polderschouw. Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoorlog. Regionale verschillen (Amsterdam 2002) 313-353, aldaar 322. 162. Polak, ‘Strijd der diamantbewerkers’, 15. 163. Zie voor een recensie van een voorstelling waarin Fanny meespeelde bij- voorbeeld niw, 13 mei 1904.

4 Losmaken en vasthouden, 1886-1934

1. Joost Mendes, Het geslacht der Santeljano’s i (3e herziene druk; Amsterdam 1930) 165-166. 2. J.H. van den Hoek Ostende, ‘Het appendix op Het geslacht der Santeljano’s’, Maandblad Amstelodamum 48 (1961) 58-61. 3. Mendes, Santeljano’s i, 53. 4. Ibidem, 35. 5. Ibidem, 55. 6. Ibidem, 165. 7. Ibidem, 135. 8. Overigens was de functie van chacham van de Amsterdamse pig van 1822 tot 1900 vacant. 9. Mendes, Santeljano’s i, 158-159. 10. Ibidem, 159. 11. Ibidem, 274. 12. Ibidem, 218. 13. Voor Ko’s wandelingen door de Jodenbuurt zie Mendes, Santeljano’s ii, 417-418. 14. Mendes, Santeljano’s ii, 526, 610, 626. De bedoelde roman wordt in de San- teljano’s Opgang genoemd, maar het gaat in werkelijkheid over Israël Querido’s Levensgang. Roman uit de diamantbewerkerswereld (Amsterdam [1901]). 15. Mendes, Santeljano’s ii, 677. 16. Schrijver Willem van Toorn, die werkt aan een boek over Emanuel Que-

579 noten hoofdstuk 4 rido, meent dat het goed mogelijk is dat een dergelijke confrontatie heeft plaats- gevonden. Persoonlijke mededeling, 18 april 2012. Vgl. de boekbespreking van Joseph Gompers in De Vrijdagavond 2 (25 december 1925) 199-201, aldaar 200, waarin Joost Mendes’ beschrijving van de scène op het Portugese rabbinaat als ‘perfide en minderwaardig’ wordt beschouwd. 17. Joost Mendes, Herinnering aan een stad. Uit het geslacht der Santeljano’s (Amsterdam 1955). Dit boek werd bij Uitgeverij Em. Querido uitgegeven op ini- tiatief van uitgever Alice von Eugen-van Nahuys – de opvolgster van Emanuel Querido – en Emanuel Querido’s zoon Arie Querido. 18. Voor Raphaëls finta-betalingen zie saa, toeg.nr. 334A, inv.nrs. 113 en 349; voor zijn registratie als leerling van de Portugees-Israëlitische Armenschool zie saa, toeg.nr. 334A, inv.nr. 199 I. 19. E. d’Oliveira jr., ‘De broodschrijver’, Het Leven (5 april 1907) 424-428, al- daar 428. 20. A. Querido, ‘Querido, de mens’, in: A. Querido, Anthonie Donker en Th. Wink, Emanuel Querido (Amsterdam 1955) 9-49, aldaar 14. 21. Er was wel weerstand, maar die weerstand was zwak en kwam van een min- derheid van orthodoxe Joden. Rietveld-van Wingerden en Miedema, ‘Freedom of education and Dutch Jewish schools in the mid-nineteenth century’, 42. 22. Zie over de sluiting van deze school Michman, Beem en Michman, Pinkas, 106. 23. Karin Hofmeester, ‘“Een teeder en belangrijk punt”. Opinies over open- baar onderwijs in joodse kring, 1857-1898’, in: Henk te Velde en Hans Verhage (red.), De eenheid & de delen. Zuilvorming, onderwijs en natievorming in Nederland. 1850-1900 (Amsterdam 1996) 157-176, aldaar 160-164. 24. Mijn cursivering. 25. Michman, Beem en Michman, Pinkas, 106. 26. E. d’Oliveira jr., ‘Een kleutertjes sociëteit’, Op de Hoogte. Maandschrift voor de Huiskamer (1908) 387-393, aldaar 387. 27. niw, 27 december 1895. 28. Kees Mandemakers, HBS en gymnasium. Ontwikkeling, structuur, socia- le achtergrond en schoolprestaties, Nederland, circa 1800-1968 (Amsterdam 1996) 326. 29. Mendes, Santeljano’s I, 165-166. 30. Mandemakers, HBS en gymnasium, 152. 31. Brief A.E. d’Oliveira aan F. van Eeden, 6 april 1904. UB Bijzondere Collec- ties, xxiv c 63a. 32. Gustav Czopp, ‘E. d’Oliveira over Goethe. Op bezoek bij den bekenden Goethe-biograaf’, Haagsche Courant, maart 1932. Overgenomen in Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië, 21 maart 1932.

580 noten hoofdstuk 4

33. saa, toeg.nr. 800, inv.nr. 170; Marcel Metze, Anton Philips 1874-1951. Ze zul- len weten wie ze voor zich hebben (Amsterdam 2004) 41. 34. saa, toeg.nr. 800, inv.nr. 170. 35. Jelle Gaemers, De rode wethouder. De jaren 1886-1940. Willem Drees 1886- 1988 (Amsterdam 2006) 50. 36. Ben Sajet, Een leven lang. Verteld aan Hans Fels (Schoten 1977) 31-32. 37. Brief van Willem Drees aan Dennie Huysman, 27 juli 1951. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 13. 38. Alleen de ‘Slijpersvereeniging’ overleefde de Kaapse tijd. 39. Heertje, Diamantbewerkers, 60-61. 40. Salvador Bloemgarten, ‘De Bund en de Bond’, Onvoltooid Verleden, nr. 3 (maart 1998) 11-16. 41. Bloemgarten, Henri Polak, 93-96. 42. Ibidem, 96-185. 43. Theo van Tijn, ‘De Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond (andb). Een succes en zijn verklaring’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 88 (1973) 403-418, aldaar 410-414. 44. Met de sdb kregen de socialisten voor het eerst voeten aan de grond, maar de socialistische beweging had zich in Nederland al vanaf 1848 ontwikkeld. Zie hiervoor Dennis Bos, Waarachtige volksvrienden. De vroege socialistische beweging in Amsterdam 1848-1894 (Amsterdam 2001). 45. Bloemgarten, Henri Polak, 27-28. Over Van Wezel zie Rein van der Wiel, Van Rapenburgerstraat naar Amerika. De levensstijl van diamantbewerker Andries van Wezel (1856-1921) (Zwolle 2010). Voor de benaming ‘Multatuli-vereerder’ zie Salvador Bloemgarten, ‘De Levita, Adolf Samson’, Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland. url: http://hdl.handle. net/10622/FEF69A07-1883-4861-B3B6-122E981DDF18 46. Bloemgarten, Henri Polak, 30-33; Bos, Waarachtige volksvrienden, 311-319. 47. Bloemgarten, Henri Polak, 77. 48. Jan Willem Stutje, Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Een romantische revolu- tionair (Amsterdam 2012) 193-198. 49. Luuk Brug, ‘Het district waar oprees hun burcht’, in: Martin van Ameron- gen e.a., Voor buurt en beweging. Negentig jaar sociaal-democratie tussen IJ en Am- stel (Amsterdam 1984) 12-68, aldaar 31-40. 50. Henri Polak in Het Jonge Leven (febr. 1920). Geciteerd in: Frank van Vree, ‘Polak, Henri (1868-1943)’, Biografisch Woordenboek van Nederland. url: http:// resources.huygens.knaw.nl/bwn/BWN/lemmata/bwn5/polak–h. 51. Jaap Meijer, ‘Henri Polak. “Rebbe der diamantbewerkers”’, De Vrije Kathe- der 5 (1946) 556-557. 52. Salvador Bloemgarten, ‘Inleiding’, in: Salvador Bloemgarten en Philo

581 noten hoofdstuk 4

Bregstein (red.), Herinnering aan Joods Amsterdam (Amsterdam 1978) 19-20; Jaap Meijer, Hoge hoeden, lage standaarden. De Nederlandse Joden tussen 1933 en 1940 (Baarn 1969) 21-22. Vgl. Selma Leydesdorff, Wij hebben als mens geleefd. Het jood- se proletariaat van Amsterdam 1900-1940 (Amsterdam 1987) 85. 53. iisg, archief andb, inv.nr. 9442. 54. Ibidem. 55. Brief van Huysman aan Drees, 30 juni 1951. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 13; [Willem Wittkampf], ‘Partijgenoot’, Het Parool (13 augustus 1960). 56. Willem Drees, Neerslag van een werkend leven (Assen 1972) 7. 57. Meyer Sluyser, Voordat ik het vergeet. Met een voorwoord van W. Drees (Amsterdam 1957) 8; Gaemers, De rode wethouder, 60. Evelien Gans betitelde Drees’ voorwoord bij Meyer Sluysers nostalgische sfeertekening van het Joodse bevolkingsdeel als ‘nostalgie in het kwadraat’. Gans, De kleine verschillen die het leven uitmaken, 819. 58. W. Drees, ‘A.E. d’Oliveira. Een herinnering’, De ‘Groote’ Schrijver 1 (okto- ber 1946) 3-5, aldaar 3. 59. Gaemers, De rode wethouder, 42-47. 60. Ibidem, 53. 61. Stenocahier s.n.e.l., 13 april-31 juni 1902. na, 2.21.286, inv.nr. 1289. Alle onderstaande voorbeelden zijn uit dit cahier afkomstig. Met dank aan Jelle Gae- mers voor het ruimhartig delen van zijn aantekeningen en het uitwerken van de stenobijdragen van Eli d’Oliveira. 62. Amanda Kluveld, Reis door de hel der onschuldigen. De expressieve politiek van de Nederlandse anti-vivisectionisten, 1890-1940 (Amsterdam 2000) 13-14. 63. Gaemers, De rode wethouder, 73-75. 64. Brief van D’Oliveira aan Drees, 15 juli 1903. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 1294. Een paar jaar later noemde Wolsheimer, die inmiddels bij een handelsfir- ma in Hannover werkte, zich in een brief aan Drees ‘een gewezen vegetariër’. Hij schreef verder: ‘Het bier smaakt hier goed, maar champagne toch beter.’ Brief van Wolsheimer aan Drees, 24 juni 1906. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 2. Weder- om met dank aan Jelle Gaemers. 65. Henri Polak en Jan van Zutphen, De dreigende verplaatsing van de Antwerp- sche Diamant-Industrie naar Antwerpen. Een woord aan de Burgerij van Amsterdam door het Hoofdbestuur van den Algem. Nederl. Diamantbewerkersbond ([Amster- dam 1902]) 2-4. Zie ook Jan Willem Stutje, De man die de weg wees. Leven en werk van Paul de Groot 1899-1986 (Amsterdam 2000) 19. 66. Felix Archief (Antwerpen), Vreemdelingendossiers, dossier ma-vr 79202. 67. saa, toeg.nr. 800, inv.nr. 175. 68. Tijdschrift in Nederlands Alfabetisch Kortschrift 4 (1903) 103. 69. Brief van D’Oliveira aan Drees, 15 juli 1903. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 1294. 582 noten hoofdstuk 4

70. Brug, ‘Het district waar oprees hun burcht’, 12-68. 71. Mendes, Santeljano’s ii, 492. 72. A.J.C. Rüter, De spoorwegstakingen van 1903. Een spiegel der arbeidersbewe- ging in Nederland (Leiden 1935). 73. In een artikel voor De Nieuwe Tijd verwijst Eli bijvoorbeeld naar de gebeur- tenissen tijdens de rumoerige vergadering in het Paleis voor Volksvlijt, waar- bij sociaaldemocratische voorlieden de stakers aanmaanden weer aan het werk te gaan. Eli was hierbij aanwezig geweest en had zijn ogen uitgekeken. Zie E. d’Oliveira jr., ‘Bernstein’s “Zielkunde van de Werkstaking” en de Experimentee- le Massa-Psychologie’, De Nieuwe Tijd 12 (1907) 303-309, aldaar 307-308. Voor de gebeurtenissen in het eerste kwartaal van 1903 zie J.H. Schaper, Het woelige kwar- taal. Overzicht der gebeurtenissen van Januari-April (Groningen 1903). 74. Jan Fontijn, Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901 (Amster- dam 1990) 406-423. 75. Jan Fontijn, Trots verbrijzeld. Het leven van Frederik van Eeden vanaf 1901 (Amsterdam 1996) 31. 76. Brief van A.E. d’Oliveira aan F. van Eeden, 6 april 1904. UB Bijzondere Collecties, xxiv c 63a. 77. Fontijn, Trots verbrijzeld, 159-162. 78. Ibidem, 34. 79. Brief van A.E. d’Oliveira aan F. van Eeden, 6 april 1904. UB Bijzondere Collecties, xxiv c 63a. 80. De twee briefjes van Van Eeden aan Eli d’Oliveira worden besproken in Eli’s lange brief aan Van Eeden van 6 april 1904. 81. iisg, archief Vereeniging Gemeenschappelijk Grondbezit, inv.nr. 1 (fol. 152, volgnr. 13) en 3 (p. 150). 82. Brief van D’Oliveira aan Drees, 30 oktober 1904. na, toeg.nr. 2.21.286, inv. nr. 1294. 83. Albert van Laar, De geschiedenis van de Arbeidersbeweging te Antwerpen en omliggende (Antwerpen 1926) 232-234. 84. Brief van D’Oliveira aan J.G. van Kuykhof, 4 juni 1906. iisg, archief sdap, inv.nr. 2692d. 85. A.E. d’Oliveira. Godsdienst en socialisme. Inleiding tot ’n debat gegeven in de Noordersektie der Afdeeling Antwerpen (Gent 1906) 5. 86. D’Oliveira, Godsdienst en socialisme, 7. 87. Ibidem, 8-20. 88. Brief van D’Oliveira aan J.G. van Kuykhof, 4 juni 1906. iisg, archief sdap, inv.nr. 2692d. 89. Brief van D’Oliveira aan Drees, 18 januari 1905. na, toeg.nr. 2.21.286, inv. nr. 1294.

583 noten hoofdstuk 4

90. A.E. d’Oliveira, ‘Kunstenaarsverzuchtingen’, De Vooruit (9 januari 1906); A.E.O., ‘Door de Joodsche Wet’, De Werker (21 maart 1906); A.E. d’Oliveira, ‘Een halfslachtig standpunt’, De Waarheid (mei 1906) 153-156; [A.E. d’Oliveira], ‘Die Affäre Joris’, Vorwärts (8 april 1906); A.E. d’Oliveira, ‘De Belgische verkie- zingen’, De Nieuwe Tijd. Sociaaldemokratisch Maandschrift 2 (1906) 323-331. Zie over dit laatste artikel ook Henny Buiting, De Nieuwe Tijd. Sociaaldemokratisch Maandschrift. 1896-1921 (Amsterdam 2003) 237, waarin Eli d’Oliveira overigens ten onrechte als Belg wordt aangeduid. 91. D’Oliveira, ‘De Belgische verkiezingen’, 323-331. 92. D’Oliveira, ‘Een halfslachtig standpunt’, 153-156. 93. Brief van D’Oliveira aan J.G. van Kuykhof, 4 juni 1906. iisg, archief sdap, inv.nr. 2692d. 94. H. Heijermans jr., Ghetto. Burgerlijk treurspel in 3 bedrijven (Amsterdam 1899). Zie ook Hans Goedkoop, Geluk. Het leven van Herman Heijermans (Am- sterdam/Antwerpen 1996) 170-182. 95. De originele tekst van Door de Joodsche wet is verloren gegaan. 96. A.E.O., ‘Door de Joodsche Wet’, De Werker (21 maart 1906). 97. E. d’Oliveira jr., ‘Een boek over het vrije kind’, Op de Hoogte. Maandschrift voor de Huiskamer (oktober 2008) 672-675, aldaar 672. 98. E. d’Oliveira jr., Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen ii (Amsterdam [1907]) 8. 99. Brief van D’Oliveira aan J.G. van Kuykhof, 4 juni 1906. iisg, archief sdap, inv.nr. 2692d. 100. D’Oliveira jr., ‘De broodschrijver’, 425. 101. Ibidem, 427-428. 102. Marja Keyser (red.), De zolders kraken! De uitgeversfamilie Cohen te Nijme- gen, Arnhem en Amsterdam, 1824-1951 (Amsterdam 2001) 87-89, 137-138. 103. D’Oliveira zou later verklaren dat deze naamswijziging ten onrechte had plaatsgevonden en was voortgekomen uit bezorgdheid van de uitgever. Zie E. d’Oliveira, ‘De pels’, Het Getij. Maandschrift voor Jongeren 3 (1918) 316-325, aldaar 316. 104. E. d’Oliveira jr., Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen (Amsterdam [1907]). 105. Martine Vermandere, Adamastos. 100 jaar Algemene Diamantbewerkers- bond van België (Antwerpen 1995) 45-48. 106. D’Oliveira, Quasi-socialisten i, 29. 107. Ibidem, 43-44. 108. Zie bijvoorbeeld Marc Adang, Voor sociaal-democratie, smaakopvoeding en verheffend genot. De Amsterdamse vereniging Kunst aan het Volk, 1903-1928 (Am- sterdam 2008) 65. Overigens signaleerden Henri Heertje en Theo van Tijn dat

584 noten hoofdstuk 4 het drankmisbruik onder Amsterdamse diamantbewerkers vooral de christen- slijpers betrof. Heertje, Diamantbewerkers, 69; Th. Van Tijn, ‘De Algemeene Ne- derlandsche Diamantbewerkersbond (andb). Een succes en zijn verklaring’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 88 (1973) 403-418, aldaar 409. 109. D’Oliveira, Quasi-socialisten ii, 41. 110. Annemiek de Groot, ‘De lust tot last. De Rein Leven Beweging als pionier in de strijd om de nieuwe mens’, Groniek 26 (1993), nr. 120, 55-64. 111. D’Oliveira, Quasi-socialisten ii, 63. 112. D’Oliveira, Quasi-socialisten i, 122. 113. Ibidem, 134. 114. Ibidem, 140-141. 115. D’Oliveira, Quasi-socialisten ii, 149. 116. Ibidem, 155-156. 117. Ibidem, 156. 118. Brief van Lode Baekelmans aan Eli d’Oliveira, 19 november 1907. Lette- renhuis Antwerpen, archief Lode Baekelmans, B 1333/B, inv.nr. 59868/471. 119. Brief van Eli d’Oliveira aan Lode Baekelmans, 20 november 1907. Lette- renhuis Antwerpen, archief Lode Baekelmans, O 2229/B, inv.nr. 128280/2. 120. D’Oliveira noemt de naam van Querido in een brief aan Baekelmans van 11 februari 1908. Letterenhuis Antwerpen, archief Lode Baekelmans, O 2229/B, inv.nr. 128280/4. 121. E. d’Oliveira, ‘Hoe ik als Goethe-biograaf mijn taak heb opgevat’, De Ploeg. Geïllustreerd Maandblad van de Wereld-Bibliotheek 3 (1910-1911) nr. 7, 218- 225, aldaar 222. 122. Jan Willem Stutje, ‘Abraham Soep (1874-1958). Portret van een bandeloze rebel’, Bulletin Nederlandse Arbeidsbeweging nr. 24 (december 1991) 2-37, aldaar 3. In mijn overtuiging dat Bram Soep model stond voor de figuur van David Pee- reboom werd ik gesterkt door historicus Salvador Bloemgarten, kenner van het Antwerpse begintwintigste-eeuwse diamantbewerkersmilieu, in een e-mail van 22 juni 2012. 123. Salvador Bloemgarten, ‘Soep, Abraham’, Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland. url: http://hdl.handle. net/10622/6BED6161-CCC5-4D80-839E-C51EBBB59732 124. Ons Blad. Socialistisch Orgaan voor de Israëlieten (1 januari 1894) 4. Over Reens en Het Centrum zie Bos, Waarachtige volksvrienden, 285-310. Zie ook Sal- vador Bloemgarten, ‘De vlegeljaren van de Amsterdamse Joodse socialisten: 1890-1894’, Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum 78 (1986) 135-176, al- daar 148-159. 125. J.H. Schaper, Een halve eeuw van strijd. Herinneringen van J.H. Schaper, lid

585 noten hoofdstuk 4 van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ii (Groningen 1935) 13-14. 126. H.P.L. Wiessing, Bewegend portret. Levensherinneringen (Amsterdam 1960) 113-114. 127. Stutje, ‘Abraham Soep (1874-1958)’, 10-12. Zie voor een groot conflict waarbij Soep betrokken was Bloemgarten, Henri Polak, 362-379. 128. Brief van D’Oliveira aan J.G. van Kuykhof, 4 juni 1906. iisg, archief sdap, inv.nr. 2692d. 129. D’Oliveira, ‘Hoe ik als Goethe-biograaf mijn taak heb opgevat’, 222. 130. Brief van Willem Drees aan To Hent, 26 november 1907. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 1364. 131. A.E. d’Oliveira. Godsdienst en socialisme, 2. 132. D’Oliveira, Quasi-socialisten ii, 51. 133. Het pseudoniem van Bram d’Oliveira was Denn Spranklin. Curieus, want ‘spränkel’ was een scheldwoord voor Sefardische Joden. Bram d’Oliveira (1880- 1943), tekstschrijver van onder andere de succesvolle operette De koningin van Montmartre, gebruikte het waarschijnlijk als een geuzennaam. De actrices Hen- riëtte d’Oliveira (1865-1943) en Rosette d’Oliveira (1868-1934) hadden zich ge- nesteld in de bekende Joodse familie van kleinkunstenaars en theaterdirecteu- ren Van Biene door een dubbelhuwelijk in 1888 met de broers Joseph van Biene (1885-1915) en Jacques van Biene (1866-1934). Zij waren zonen van de toneelspe- ler Salomon van Biene, die in 1844 samen met Nathan Judels, Pierre Boas, Abra- ham van Lier en Samuel Kapper de Salon de Variétés in de Amstelstraat had op- gericht (zie het vorige hoofdstuk). 134. D’Oliveira, Quasi-socialisten ii, 32. 135. Dit was een veelgehoorde aanname, die echter niet is onderschreven door de wetenschap. Jacob Sanders, die in 1918 een promotieonderzoek verrichtte naar verschillen in ziektebeelden tussen Joden en niet-Joden, ging in zijn onderzoek weliswaar niet in op een eventueel verschil tussen Sefardiem en Asjkenaziem, maar hij stelde wel in het algemeen vast: ‘dat door de inteelt het Joodsche ras ver- zwakt is, kan ik niet aannemen.’ J. Sanders, Ziekte en sterfte bij Joden en niet-Joden te Amsterdam (Rotterdam 1918) 5, 96-98. 136. D’Oliveira, Quasi-socialisten ii, 132. Het woord ‘hidalgo’ verwijst naar ie- mand die tot de Spaanse adelklasse behoorde. 137. Lieven Saerens, Vreemdelingen in een wereldstad. Een geschiedenis van Ant- werpen en zijn joodse bevolking (1880-1944) 65. 138. T., ‘Aan de vreemdelingen diamantbewerkers’, Gildeblad (25 oktober 1905). Geciteerd in: Saerens, Vreemdelingen in een wereldstad, 69. ‘Schoelies’ is een Vlaamse benaming voor ‘schurken’. 139. Saerens, Vreemdelingen in een wereldstad, 69. 140. D’Oliveira, Quasi-socialisten i, 16.

586 noten hoofdstuk 4

141. Philo Bregstein, Gesprekken met Jacques Presser (Amsterdam 1972) 14. 142. H.Ph.K., ‘Quasi Socialisten, roman door E. D’Oliveira jr.’, Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië, 14 februari 1908. 143. Het gaat om de paragraaf ‘Romans over het Joodse leven’. Jacqueline Bel, Bloed en rozen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900-1945 (te publice- ren in mei 2015). Als voorbeelden van een hernieuwde belangstelling noemt ze Madelon de Keizer, De dochter van een gazan. Carry van Bruggen en de Nederland- se samenleving 1900-1930 (Amsterdam 2006) en Elrud Ibsch, Die Shoah erzählt. Zeugnis und Experiment in der Literatur (Tübingen 2004). Ook Daphne Meijer be- handelde de Joods-Nederlandse auteurs als een aparte groep en stelde een bloem- lezing samen van hun werk. Daphne Meijer, Levi in de Lage Landen. 350 jaar jood- se schrijvers in de Nederlandse literatuur (Amsterdam/Antwerpen 1999). Met dank aan Jacqueline Bel voor inzage in haar manuscript. 144. Hans Goedkoop, Geluk, 176; Gans, De kleine verschillen die het leven uit- maken, 212; Margreet Schrevel, ‘“Als socialist, niet als Israëliet”. De sdap en het “Joodse vraagstuk”, 1894-1940’, De Gids 156 (1993) 501-510, aldaar 503. 145. Jaap Meijer, Gedreven door verlangen en gemis. Joodse letterkundigen in Ne- derland over jood en jodendom (Amsterdam 1974) 18. 146. Geciteerd in De Keizer, Dochter van een gazan, 27. 147. Voor de (schijn)tegenstelling tussen emancipatoire politiek en Joods ge- voelsleven zie Evelien Gans, ‘De politiek van het joods gevoel’, in: Marita Mathij- sen (red.), Hartstocht in contrapunt (Amsterdam 2002) 193-209; vgl. Leydesdorff, Wij hebben als mens geleefd, 95-98. Zij signaleert dat in de literatuur over de Am- sterdamse Jodenbuurt ‘de voorstander van het oude en het nostalgisch terugver- langen’ altijd diametraal staat tegenover ‘de representant van het nieuwe’: ‘Het is een keuze: of... of, nooit én... én.’ 148. Geciteerd uit Jan Fontijn en Diny Schouten (red.), Carry van Bruggen. Een documentaire (’s-Gravenhage 1985) 78. 149. Mendes, Santeljano’s i, 218. 150. D’Oliveira, Quasi-socialisten i, 24. 151. D’Oliveira, Quasi-socialisten ii, 89. 152. Sumatra Post, 14 december 1907, 2. 153. Anne Hallema, ‘E. d’Oliveira jr., Quasi-socialisten’, Groot Nederland. Let- terkundig Maandschrift voor den Nederlandschen Stam 7 (1909) 496-500, aldaar 500. 154. H.Ph.K., ‘Quasi Socialisten, roman door E. D’Oliveira jr.’, Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië, 14 februari 1908. Overigens is de in dit proefschrift relatieve oververtegenwoordiging van recensies afkomstig uit bladen voor de ko- loniën simpelweg het gevolg van het feit dat een groot aantal van deze bladen an- no 2012 is gedigitaliseerd.

587 noten hoofdstuk 4

155. Brief van Willem Drees aan To Hent, 26 november 1907. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 1364. 156. Brief van E. d’Oliveira jr. aan A. Verwey, [1908]. UB Bijzondere Collec- ties, XLI B 9586. 157. Brief van A. Verwey aan E. d’Oliveira, 8 maart 1908. UB Bijzondere Col- lecties, XLI B 9584. 158. Is. Querido, ‘Letterkundige kroniek’, Algemeen Handelsblad, 19 februari 1908. 159. Gaemers, De rode wethouder, 108-117. 160. Ibidem, 111. 161. Haarlems Dagblad, 18 oktober 1910. 162. J.B. Schuil, ‘Bij den Stenograaf van den Haarlemschen Gemeenteraad (In- terview met den heer A.E. d’Oliveira)’, Haarlems Dagblad, 4 april 1923. 163. Brief van D’Oliveira aan Drees, 26 april 1907. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 1294. Deze brief is een jaar voor Eli’s sollicitatie geschreven. Mogelijk heeft Eli in 1907 een open sollicitatie gestuurd, en het bij de vacature in 1908 opnieuw gepro- beerd. 164. Brief van de directeur van de Stenografische Inrichting D.W.P. Keuskamp aan de Gemengde Commissie voor de Stenografie, 1 juni 1908. Geciteerd in: Gaemers, De rode wethouder, 129. 165. D’Oliveira aan Drees, 5 augustus 1908. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 1294. 166. Albert Verwey, ‘Aan Zola, na zijn toespraak tot de jury’, in: Albert Ver- wey, Het brandende braambosch (Amsterdam 1899). 167. Reijnders, Van ‘Joodsche Natiën’ tot Joodse Nederlanders, (Amsterdam [1969]) 34. 168. Reijnders, Van ‘Joodsche Natiën’ tot Joodse Nederlanders, 34. 169. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 5-1 (’s-Gravenhage 1974) 489; Michman, Beem en Michman, Pinkas, 156; Kaplan, ‘De joden in de Republiek tot omstreeks 1750’, 172. Voor de uitzonderingsposi- tie van de Republiek zie ook Dik van Arkel, The Drawing of the Mark of Cain [a Socio-historical Analysis of the Growth of Anti-Jewish Stereotypes] (Amsterdam 2009) 254-256. 170. G.J. van Klinken, Opvattingen in de Gereformeerde Kerken in Nederland over het Jodendom 1896-1970 (Kampen 1996) 30-33. Over de achtergronden van Kuypers antisemitisme tussen 1875 en 1878, en de (politieke) redenen waarom hij na 1879 stopte met het beschimpen van de Joodse bevolkingsgroep, zie Ivo Schöf- fer, ‘Abraham Kuyper and the Jews’, in: Jozeph Michman en Tirtsah Levie (red.), Dutch Jewish History (Jeruzalem 1984) 237-259. 171. Marcel Poorthuis en Theo Salemink, Een donkere spiegel. Nederlandse katholieken over joden, 1870-2005. Tussen antisemitisme en erkenning (Nijmegen 2006) 78. 588 noten hoofdstuk 4

172. De Jong, Het Koninkrijk 5-1, 490. 173. Joosje Lakmaker, Voorbij de Blauwbrug. Het verhaal van mijn joodse groot- vader (Amsterdam 2008) 68-72. Voor Trianon en andere voorbeelden van voor- oorlogs antisemitisme zie ook Philo Bregstein en Salvador Bloemgarten (red.), Herinnering aan Joods Amsterdam, 183-197. 174. J.C.H. Blom en J.J. Cahen, ‘Joodse Nederlanders, Nederlandse joden en joden in Nederland (1870-1940)’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de Joden in Nederland (Amsterdam 1995) 247- 310, aldaar 284-287; Michman, Beem en Michman, Pinkas, 108-109. Vgl. Jaap Meijer, die in de vooroorlogse periode – in het bijzonder de jaren dertig – veel meer sporen van onverhuld antisemitisme ontwaarde. Jaap Meijer, Tussentijdse verantwoording. Een zionistische enquête uit 1916 (Heemstede 1982) 6-9. 175. Gaemers, De rode wethouder, 129, 568. 176. D’Oliveira, ‘Bernstein’s “Zielkunde van de Werkstaking” en de Experi- menteele Massa-Psychologie’, 303-309. Zie ook Henri Buiting, De Nieuwe Tijd, 162. 177. E. d’Oliveira, ‘La Philosophie néerlandaise’, Revue Philosophique de la France et de l’Étranger 34, (1909) nr. 67, 576-596 en nr. 68, 375-391. 178. Toch was dit tijdschrift D’Oliveira’s tweede keus; hij had het opstel eer- der tevergeefs aan Albert Verweys De Beweging aangeboden. Zie de brief van D’Oliveira aan Verwey, 8 mei 1908. UB Bijzondere Collecties, XLI B 9585. 179. A.J.F. Köbben, ‘Sebald Rudolf Steinmetz (1862-1940). Een hartstochte- lijk geleerde’, in: J.C.H. Blom e.a. (red.), Een brandpunt van geleerdheid in de hoofd- stad (Hilversum/Amsterdam 1992) 313-340, aldaar 316-328. Zie over Philosophie des Krieges ook J.C.H. Blom, ‘“Wenn es keinen Krieg gäbe, müssten wir ihn erfin- den!” S.R. Steinmetz en de voordelen van oorlog’, in: Ido de Haan e.a. (red.), Het eenzame gelijk. Hervormers tussen droom en daad 1850-1950 (Amsterdam 2009) 127-140, aldaar 131-136. 180. Willem Otterspeer, Bolland. Een biografie (Amsterdam 1996) 347; Siebe Thissen, De spinozisten. Wijsgerige beweging in Nederland (1850-1907) 222. 181. G.J.P.J. Bolland, De teekenen des tijds (Leiden 1921). 182. In 1905 noemde Bolland in Het Vaderland het boek Esther een ‘goddeloos’ boek en riep hij de Joden op af te zien van het Poeriem-feest. Zie Otterspeer, Bol- land, 346. 183. Otterspeer, Bolland, 274. 184. Eli d’Oliveira aan Albert Verwey, 23 februari 1906. Deze brief is door D’Oliveira verkeerd gedateerd: de juiste datering is 23 februari 1907. UB Bijz. Collecties, XLI B 9580. 185. Otterspeer, Bolland, 350. 186. G.J.P.J. Bolland, Het lijden en sterven van Jezus Christus. Verslag van de rede,

589 noten hoofdstuk 4 door Prof. Bolland voor zijne collegianten te Amsterdam den 29sten maart 1907 uitge- sproken. Gestenographeerd door W. Drees en E. d’Oliveira jr. (Leiden 1907). 187. Paul Schneiders, Nederlandse bibliotheekgeschiedenis. Van librije tot virtuele bibliotheek (Den Haag 1997) 242-243. 188. E. d’Oliveira aan G.J.P.J. Bolland, z.d. (februari 1907). UB Leiden, hand- schriften nr. bol C2. 189. G.J.P.J. Bolland aan E. d’Oliveira, 28 februari 1907. Letterkundig Muse- um, O.226 B2. 190. A.S. de Rochemont aan G.J.P.J. Bolland, 9 maart 1907. UB Leiden, hand- schriften bol B 1907. 191. E. d’Oliveira jr., ‘G.J.P.J. Bolland in zijn kring’, in: De Boekzaal. Maande- lijksch Bibliografisch Tijdschrift1 (maart 1907) 74-82, aldaar 76. 192. D’Oliveira deed deze mededeling in een antwoord op de enquête ‘Wat is de critiek voor den kunstenaar en Wat is de kunstenaar voor de critiek?’, De Am- sterdammer, 2 juni 1917. Zie ook de beginzin van D’Oliveira’s interview met Bie- rens de Haan uit 1913: ‘De lezer wete, dat Bierens de Haan tot de zeer enkelen behoort, die mij in den tijd dat ik mijn weg nog moest zoeken, zonder overhaas- ting hebben aangehoord en mij den raad hebben gegeven, die over de moeilijk- heden van het begin heen voert.’ E. d’Oliveira, ‘De jongere generatie’. Gesprekken met vertegenwoordigers van de nieuwere richting in onze literatuur: tevens een enquê- te naar enkele beginselen in ons nationaal geestelijk leven (Amsterdam 1920; 1e druk 1914. 193. E. d’Oliveira jr., ‘Een modern-Nederlandsche inleiding tot de Wijsbegeer- te. De weg tot het Inzicht door Dr. J.D. Bierens de Haan’, De Amsterdammer (1909). 194. Thissen, De spinozisten, 224-225. 195. Zie over Eli’s interviews in De Telegraaf beknopt Mariëtte Wolf, Het ge- heim van De Telegraaf. Geschiedenis van een krant (Amsterdam 2009) 112. 196. D’Oliveira, De jongere generatie, xviii. 197. E. d’Oliveira jr., De mannen van ’80 aan het woord. Gesprekken met Neder- landsche letterkundigen (Amsterdam [1909]) 25. In 1966 zijn de interessantste in- terviews – waaronder dat met Van Deyssel – uit De mannen van ’80 en De jongere generatie gebundeld in E. d’Oliveira, ’80 en ’90 aan het woord (Amsterdam 1966). Hierin is de spelling soms aangepast. Ik heb deze moderne spelling waar mogelijk overgenomen. 198. Harry G.M. Prick, De Adriaantjes. Een onderzoek naar wording en achter- gronden van Van Deyssels Kind-leven (Amsterdam 1977) 422-427. 199. D’Oliveira, De jongere generatie, 172. 200. Geciteerd in: Jaap Meijer, Tussentijdse verantwoording. Een Zionistische Enquête uit 1916 (Heemstede 1982) 31. In deze publicatie is Schartens artikel inte- graal opgenomen.

590 noten hoofdstuk 4

201. Geciteerd in: Meijer, Tussentijdse verantwoording, 33. 202. Over Schartens antisemitische artikel in het algemeen en de reactie van Carry van Bruggen hierop in het bijzonder, zie Jan Noordegraaf, Van Hemsterhuis tot Stutterheim. Over wetenschapsgeschiedenis (Münster 2000) 143-147; De Keizer, Dochter van een gazan, 50-51. 203. De enquête is integraal opgenomen in Meijer, Tussentijdse verantwoording, 43-63. 204. D’Oliveira, De mannen van ’80, 91. 205. Frans Netscher, Studies naar het naakt model (’s-Gravenhage 1886). 206. Willem Paap, Jeanne Collette i (Amsterdam 1896) vii. 207. Jaap Meijer, Willem Anthony Paap 1856-1923. Zeventiger onder de Tachti- gers (Amsterdam 1959) 155. 208. Blom en Cahen, ‘Joodse Nederlanders, Nederlandse joden en joden in Nederland’, 269-270. 209. Daalder, ‘Dutch Jews in a segmented society’, 50. 210. Paap, Jeanne Collette ii, 573. 211. Meijer, Paap, 159-163. 212. E. d’Oliveira jr., ‘Interview met mr. W.A. Paap, De Telegraaf, 18 december 1908. Dit interview is integraal opgenomen in Meijer, Willem Anthony Paap, 401- 411. 213. Kees Joosse, Arnold Aletrino. Pessimist met perspectief (Amsterdam/Brus- sel 1986) 24. 214. Een ander argument voor deze bewering is afkomstig uit een passage uit het dagboek van Eli’s eerste vrouw, Simcha Lopes Cardozo, die op 20 oktober 1908 een brief van Aletrino had gekregen. Hij was toen net bevorderd tot pri- vaatdocent, waarop Simcha schamperde dat er ‘tegenwoordig heel wat men- sen zich privaat-docent noemen’. Dagboek in privébezit van de familie Jessurun d’Oliveira, Amsterdam. 215. Geciteerd in: Joosse, Aletrino, 300-302. 216. Ibidem. Vgl. Jaap Meijer, die over Aletrino opmerkt: ‘Joods? Dit [Aletri- no’s] oeuvre is zonder enig positief accent.’ Zie J. Meijer, Götterdämmerung en morgenrood. Beschouwingen over Joden in Nederland omstreeks 1900 (Amsterdam 1951) 11. 217. E. d’Oliveira jr., ‘Met A. Aletrino’, Den Gulden Winckel. Maandschrift voor de Boekenvrienden in Groot Nederland 7 (15 augustus 1908) 113-118, aldaar 113. 218. E. d’Oliveira, ‘Onze schrijvers. Herman Heijermans’, Den Gulden Winc- kel. Maandschrift voor de Boekenvrienden in Groot Nederland 12 (1913) 161-165 en 179-184, aldaar 161-162. 219. Ineke Mok, ‘Een beladen erfenis. Het raciale vertoog in de sociale weten- schap in Nederland 1930-1950’, in: Martijn Eickhoff, Barbara Henkes en Frank

591 noten hoofdstuk 4 van Vree (red.), Volkseigen. Ras, cultuur en wetenschap in Nederland 1900-1950 (Zutphen 2000) 129-155, aldaar 151. 220. D’Oliveira, ‘Herman Heijermans’, 162-164. 221. Goedkoop, Geluk, 237. 222. D’Oliveira, De jongere generatie, 136-137. 223. Is. Querido, Saul en David. Treurspel in vier bedrijven (vijf tafereelen) (Am- sterdam [1914]). 224. D’Oliveira, De jongere generatie, 164. 225. Ibidem, 166. 226. Ibidem, 168. 227. Brief van E. d’Oliveira aan C.J. van Dishoeck, 26 mei 1908. Letterkundig Museum, O 00226 B 1. 228. Frans Mijnssen, ‘Levensbericht van C.A.J. van Dishoeck’, Handelingen en Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, 1931- 1932 (Leiden 1932) 174. 229. Ernst Groenevelt, De roman voor dezen tijd. De geestelijke, artistieke en so- ciale betekenis van E. d’Oliveira’s roman Grenzen. Een inleidende studie (Amster- dam 1921) 23. 230. Frank de Glas, Nieuwe lezers voor het goede boek. De Wereldbibliotheek en ‘Ontwikkeling’/De Arbeiderspers vóór 1940 (Amsterdam 1989) 166. 231. Lakmaker, Voorbij de Blauwbrug, 64. 232. De betreffende Tachtigers waren: Lodewijk van Deyssel, Willem Kloos, Albert Verwey, Frederik van Eeden, Frans Netscher, Marcellus Emants en Au- gust Vermeylen. Interviews met minder tot de verbeelding sprekende Tachtigers als Arnold Aletrino en Willem Paap zijn niet in de bundel opgenomen. 233. D’Oliveira, De mannen van ’80, 9. 234. Van den Eeckhout, ‘De mannen van ’80 aan het woord’, De Amsterdam- mer (14 oktober 1909). 235. Volgens gegevens uit het archief van de Wereldbibliotheek zouden er 11.325 exemplaren van De mannen van ’80 zijn verkocht. Overigens hadden de tweede en derde druk een gewijzigde ondertitel: niet Gesprekken met Nederlandsche letter- kundigen maar Een onderzoek naar de beginselen van de ‘Nieuwe-Gids’-school. 236. In Eli d’Oliveira’s tweede bundel staan interviews met Johan de Mees- ter, Karel van de Woestijne, Josine A. Simons-Mees, Cyriel Buysse, Frans Basti- aanse, Herman Robbers, Israël Querido, Carel Scharten, Adama van Scheltema, P.N. van Eyck en J.D. Bierens de Haan. 237. Brief van E. d’Oliveira aan H. Heijermans, 6 oktober 1913. Letterkundig Museum, H 06131 B 2. 238. Zie een brief van D’Oliveira aan Heijermans van 10 februari 1914 (Letter- kundig Museum, H 06131 B 2), en brieven van D’Oliveira aan L. Simons van 22 ja-

592 noten hoofdstuk 4 nuari, 7 februari en 10 februari 1914 (Letterkundig Museum, O 00226 B 2). 239. D’Oliveira, ‘De jongere generatie’, x. 240. Brief van E. d’Oliveira aan L. Simons (directeur Wereldbibliotheek), 3 februari 1914, met hierin integraal opgenomen een brief van Scharten aan D’Oliveira. Letterkundig Museum, O 00226 B 2. 241. Wat betreft de aarzeling zie een serie brieven tussen Eli en de Wereldbi- bliotheek tussen 3 juni 1920 en 16 augustus 1920. Letterkundig Museum O 00226 B 2. Volgens gegevens uit het archief van de Wereldbibliotheek zouden er overi- gens in totaal 9140 exemplaren van De jongere generatie worden verkocht. 242. Zie bijvoorbeeld de recensie van Gerard van Eekeren in Den Gulden Win- ckel 13 (1914) 73. 243. D’Oliveira, ‘De jongere generatie’, xviii. 244. E. d’Oliveira, Goethe. Een levensbeschrijving (Amsterdam [1911]) 8. Een jaar na de publicatie van D’Oliveira’s Goethe-biografie schreef de toen 20-jarige dichter Constant van Wessem een artikelenreeks in Den Gulden Winckel waar- in hij twee hoofdstromingen in de Nederlandse literatuur onderkende: ‘aangena- me oppervlakkigheid’ (het naturalisme) en ‘doodsche diepzinnigheid’ (literatuur van de kunstaristocratie, die alleen is geschreven ‘om den “voornamen” kostba- ren stijl alleen’). Zie Hans Anten, Van realisme naar zakelijkheid. Proza-opvattin- gen tussen 1916 en 1932 (Utrecht 1982) 14. 245. D’Oliveira, ‘Hoe ik als Goethe-biograaf mijn taak heb opgevat’, 223. 246. Ibidem, 219-223. 247. Johannes Ernst van der Laan, Goethe in de Nederlandsche letterkunde (Am- sterdam 1933) 209. 248. Koen Hilberdink, Hans Lodeizen. Biografie (Amsterdam 2007) 59. 249. D’Oliveira, ‘Hoe ik als Goethe-biograaf mijn taak heb opgevat’, 225. 250. De observatie ontleen ik aan Bart de Cort, die werkt aan een publica- tie met als voorlopige titel ‘Greet van Amstel en Ben & Lo Lopes Cardozo. Een joodse ménage à trois aan de Amstellaan 1920-1940’. Met dank voor het inzien van zijn nog niet voltooide manuscript. Overigens overleden ‘slechts’ twee van de ne- gentien kinderen in het eerste levensjaar. 251. De Cort, ‘Greet van Amstel’; over Lo Lopes Cardozo zie ook beknopt Ma- delon de Keizer, Frans Goedhart. Journalist en politicus (1904-1990) (Amsterdam 2012) 35 en 71. 252. saa, toeg.nr. 334A, inv.nr. 1713. Met dank aan Tirtsah Levie Bernfeld en dr. Uri Melammed voor de vertaling van de ketoeba uit het Aramees. 253. E. Boekman, Demografie van de Joden in Nederland(Amsterdam 1936) 55- 61. Over deze periode zijn geen cijfers bekend met betrekking tot het aantal ‘ge- mengde’ huwelijken van Sefardiem met Asjkenaziem. Ibidem, 65. 254. Gans, De kleine verschillen die het leven uitmaken, 135.

593 noten hoofdstuk 4

255. Brief van Eli d’Oliveira aan Willem Drees, 8 juli 1907. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 1294. Cursivering van Eli d’Oliveira zelf. 256. Dagboek Simcha Jessurun d’Oliveira-Lopes Cardozo, nr. i, 25 en 27 okto- ber 1908. Dagboek in bezit van de familie Jessurun d’Oliveira, Amsterdam. 257. Dagboek Simcha d’Oliveira-Cardozo, nr. i, 16 februari 1909. 258. D’Oliveira, ‘Een kleutertjes sociëteit’, 388. 259. Dagboek Simcha d’Oliveira-Cardozo, nr. v, februari 1912. 260. In november 1912 schreef ze in haar dagboek dat ze al meer dan twintig jaar ‘bezwaard’ was. Dagboek Simcha d’Oliveira-Cardozo, nr. v, november 1912. 261. J.K. van der Korst, ‘Breemen, Jan Frans Leonard van (1874-1961)’, Biografisch Woordenboek van Nederland.url : http://resources.huygens. knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/breemen. 262. E.L. Westerneng-van der Plank, ‘Het leven van reumapionier Dr. Jan van Bremen i’, Reuma wereldwijd 1 (1977); Anne Jongstra (red.), Jan van Breemen (1874-1961). Pionier in de nationale en internationale reumabestrijding (Amsterdam 1996) 6. 263. Dagboek Simcha d’Oliveira-Cardozo, nr. v, juni 1912. 264. Dagboek Simcha d’Oliveira-Cardozo, nr. v, 20 april 1912. 265. Dagboek Simcha d’Oliveira-Cardozo, nr. v, juli 1912. 266. Dagboek Simcha d’Oliveira-Cardozo, nr. v, oktober 1912. 267. Voor een keur aan verschillende ‘physisch-therapeutische geneesmetho- den’ die het Instituut toepaste zie Christien Brinkgreve, Psychoanalyse in Neder- land. Een vestigingsstrijd (Amsterdam 1984) 44. 268. Dagboek Simcha d’Oliveira-Cardozo, nr. V, november 1912. 269. Dagboek Simcha d’Oliveira-Cardozo, nr. V, december 1912. Over het ac- cepteren van kerstattributen als dé meetlat van de Joodse assimilatie zie Gans, De kleine verschillen die het leven uitmaken, 877. 270. Dagboek Simcha d’Oliveira-Cardozo, nr. V, 21 december 1912. 271. Flesch was getrouwd met de Nederlandse, uit een welgestelde Hoogduits- Joodse familie afkomstige Bertha Josephus Jitta. Theo Toebosch, Uitverkoren zondebokken. Een familiegeschiedenis (Amsterdam 2010) 159-161. 272. Centraal Bureau voor Genealogie, dossier Jessurun d’Oliveira. De naam van de krant waarin dit bericht werd gepubliceerd is onbekend. 273. Carl Flesch, The Memoirs of Carl Flesch. Vertaald uit het oorspronkelijk manuscript door Hans Keller (Londen 1957) 216. 274. De eerste bekende brief die in opdracht van Eli door Loe werd onderte- kend dateert van 10 februari 1914. Toen was zij dus al bij Eli in dienst. Brief van L. Cardozo aan Herman Heijermans, 10 februari 1914. Letterkundig Museum, H 06131 B 2. 275. A.E. d’Oliveira, Het kortschrift. i. Geschiedenis en theorie van de stenograp-

594 noten hoofdstuk 4 hie. ii. Critiek van de voornaamste in ons land geldende stelsels (Amsterdam [1915]). 276. Drees, ‘A.E. d’Oliveira’, 4. 277. Geciteerd in: Marion Titselaar, Het Getij 1916-1924 (Leiden 1987) 17. 278. Constant van Wessem, Mijn broeders in Apollo. Literaire herinneringen en herdenkingen (’s-Gravenhage 1941) 27. Zie ook A.C.M. Kurpershoek-Scherft, De episode van ‘Het Getij’. De Noordnederlandse dichtkunst van 1916 tot 1922 (Den Haag 1956) 93-94. 279. Zie de ledenlijst van Steeds Sneller van augustus 1903. na, toeg.nr. 2.21.286, inv.nr. 1288. 280. E. d’Oliveira, ‘Bij den dood van A. Aletrino’, Het Getij 1 (1916) 17-18. 281. E. d’Oliveira, ‘Bierens de Haan en Goethe’, Het Getij 1 (1916) 65-67. 282. Mendes, Het geslacht der Santeljano’s ii, 751. 283. Zie over dit toneelstuk ook Jaap Cohen, ‘Arie de Froe. Wetenschapper in dienst van de goede zaak’, De Gids 176, nr. 4 (2013) 3-6, aldaar 3. 284. Het Volk, 3 maart 1917. 285. J.S. da Silva Rosa, ‘Aron Laguna (van de familie)’, niw, 16 maart 1917. 286. Het Volk, 19 maart 1917. 287. J.J. Oversteegen, Vorm of vent. Opvattingen over de aard van het literaire werk in de Nederlandse kritiek tussen de twee wereldoorlogen (3e druk; Amsterdam 1978) 73-74. 288. E. d’Oliveira, ‘Het boek der fragmenten, anders gezegd: Is. Querido’s “Aron Laguna”’, Het Getij 2 (1917) 100-104, 134-137, 155-159; aldaar 156. 289. D’Oliveira, ‘Het boek der fragmenten’, 135. 290. Ibidem, 158. Met de woorden ‘aan iederen Querido’ gaf Eli terloops aan het lezerspubliek een vingerwijzing over welke auteur er schuilging achter het pseudoniem Joost Mendes. Zie hierover ook Ernst Groenevelts recensie van het eerste deel van Het geslacht der Santeljano’s in Het Getij 4 (1919) 83, waarin hij D’Oliveira citeert en aanvult: ‘Aan iederen Querido? Zijn er misschien twee...? Tast ik mis... is dan Em. Querido misschien Joost Mendes? Meer niet, lezer. Dit is een spel op den rand van een afgrond. Toe, beloof me, en tast niet verder.’ 291. Zie over dit mechanisme Evelien Gans, Gojse nijd & joods narcisme (Am- sterdam 1994) 129-133. 292. D’Oliveira, ‘Het boek der fragmenten’, 159-160. 293. C.J. Kelk noemde Eli d’Oliveira’s recensie ‘de eerste systematische en weergaloos geargumenteerde aanval [...] op het onbeheerschte genie van Is. Que- rido’. C.J. Kelk, ‘Wijlen E. d’Oliveira, het type van den intellectueel’, Ad Interim 4 (1947) 139-142, aldaar 140. 294. J.C.H. Blom, ‘Nederland sinds 1830’, in: J.C.H. Blom en E. Lamberts (red.), Geschiedenis van de Nederlanden (Baarn 2001) 314-371, aldaar 340-341. 295. E. d’Oliveira, ‘Intellectueelen en Revolutie’, Het Getij 4 (1919) 95-101 en 120-126, aldaar 125-126. 595 noten hoofdstuk 4

296. D’Oliveira, ‘Intellectueelen en Revolutie’, 101. 297. D’Oliveira, ‘Bernstein’s “Zielkunde van de Werkstaking” en de Experi- menteele Massa-Psychologie’. 298. D’Oliveira, ‘Intellectueelen en Revolutie’, 123-125. 299. Voorafgaand aan de publicatie was het boek eerst onder de titel Huize Stadtwijck in losse afleveringen van Het Getij verschenen. Het Getij 5 (1920) 345- 385, 515-539, 587-612, 660-684, 730-748, 817-832 en 883-917. 300. E. d’Oliveira, Grenzen (Amsterdam [1921]) 9. 301. Zie ook het kladdocument waarin Eli d’Oliveira bij wijze van opzet de ka- rakters van de drie hoofdpersonen heeft geschetst: ‘Hij [Leo] is iemand van supe- rieuren aanleg (d.w.z. hij ziet alles “in het groot” als wijzend op het geheel) en van sterk uitgesproken behoefte aan schoonheid.’ Letterkundig Museum, O 00226 H 1. 302. D’Oliveira, Grenzen, 67. 303. J.J.M. Bakker, ‘Een grijze ochtend, 18 oktober 1966’, Raam, nr. 32 (febru- ari 1967) 2-11, aldaar 9. 304. Kurpershoek-Scherft, De episode van ‘Het Getij’, 179. 305. D’Oliveira, Grenzen, 98. 306. Elsbeth Etty, Liefde is heel het leven niet. Henriette Roland Holst 1869-1952 (Amsterdam 1996) 306-307. 307. D’Oliveira, Grenzen, 151. 308. Ibidem, 152. 309. Het Vaderland, 16 oktober 1921. De nrc was in zijn recensie van 8 oktober 1921 eveneens niet onverdeeld positief. Datzelfde gold voor de orthodox-chris- telijke C. Tazelaar, van wie niet lang na de publicatie van Grenzen een boek ver- scheen over ‘moderne romankunst’, met daarin een apart deel over de psycholo- gische roman. Hem beviel op zichzelf wel dat de hoofdpersoon zichzelf overwon, maar hij had daarmee tot God moeten komen. Zie C. Tazelaar, Moderne roman- kunst (Amsterdam 1922) 126; Gabrielle van Loenen was veruit het negatiefst in haar recensie van dit ‘potsierlijke boek’, zie Gabrielle van Loenen, ‘Twijfelachtige mystiek’, De Stem 3 (1923) 157-163. Eli d’Oliveira’s goede bekende Johannes Bie- rens de Haan schreef wel een positieve recensie, zie Onze Eeuw 21 (1921) 374-376. 310. Ernst Groenevelt, De roman voor dezen tijd. De geestelijke, artistieke en soci- ale beteekenis van E. d’Oliveira’s roman Grenzen. Een inleidende studie (Amsterdam 1921). 311. Groenevelt, De roman voor dezen tijd, 48. 312. Herman van den Bergh, ‘Relaas van een overlevende’, Raam 5, nr. 32 (fe- bruari 1967) 61-71, aldaar 67. 313. Martinus Nijhoff, ‘“Grenzen”’, Nieuws van den Dag, 22 november 1921. Herdrukt in: Gerard Borgers en Gerrit Kamphuis (red.), Martinus Nijhoff, Kri-

596 noten hoofdstuk 4 tisch en verhalend proza. Verzameld werk ii (Amsterdam 1982) 107-109. 314. A.M. de Jong, ‘Letterkundige Kroniek’ xxxix en xl, Het Volk, 6 en 13 au- gustus 1921. 315. Geciteerd in: A.M. de Jong, ‘d’Oliveira en “Het Getij”’, Het Volk, 15 augus- tus 1921. 316. Ibidem. 317. Brief van Eli d’Oliveira aan Jacques Constant van Wessem, 25 april 1921. Letterkundig Museum, O 00226 B 1. 318. Geciteerd in: ‘“Grenzen”’, Het Getij 6 (september 1921) ii, 49. 319. Redactie Het Getij, ‘“Grenzen”’, Het Getij 6 (september 1921) ii, 49. 320. Ewoud Sanders, ‘Deel 4 van het Biografische Woordenboek van Neder- land’, nrc Handelsblad, 11 februari 1991. 321. H.P. van den Aardweg en J.P.J.C. Hüllstrung, ‘Oliveira, Elias d”, Persoon- lijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Nederlanders en hun werk (Amsterdam 1938) 1101-1102. Een carrière in Duitsland is onwaarschijnlijk, aangezien in de bevolkingsregisters van Amsterdam en Antwerpen geen aanwij- zingen zijn aangetroffen dat Eli d’Oliveira van of naar Duitsland is verhuisd. Ook over zijn vermeende studies zijn (vooralsnog) geen anwijzingen gevonden; zie bijvoorbeeld Album Academicum van het Anthenaeum Illustre en van de Universiteit van Amsterdam (Amsterdam 1913), dat alle namen van studenten aan deze univer- siteit tot 1913 bevat, maar waarin Eli d’Oliveira’s naam niet staat vermeld. 322. Brinkgreve, Psychoanalyse in Nederland, 61-71. 323. Czopp, ‘E. d’Oliveira over Goethe. Op bezoek bij den bekenden Goethe- biograaf’. 324. Zie bijvoorbeeld Dennis B. Klein, Jewish Origins of the Psychoanalytic Movement (Chicago 1985); John Murray Cuddihy, The Ordeal of Civility. Freud, Marx, Lévi-Strauss, and the Jewish Struggle with Modernity (New York 1974); David Bakan, Sigmund Freud and the Jewish Mystical Tradition (New York 1958); Hans Reijzer, Het gevaar van de Joodse erfenis. Over Freud en de psychoanalytische bewe- ging (Amsterdam 2008). 325. Bakan, Sigmund Freud and the Jewish Mystical Tradition; Cuddihy, Ordeal of Civility. 326. Zie bijvoorbeeld Sander L. Gilman, The Case of Sigmund Freud. Medici- ne and Identity at the Fin de Siècle (Baltimore/Londen 1993) 216-219; Klein, Jewish Origins, viii-ix, 141. 327. R. Casimir, ‘De ontwikkeling en verbreiding der Individualpsychologie’, Mensch en Maatschappij 9 (1933) 198-233, aldaar 199 en 232. 328. Van den Aardweg en Hüllstrung, ‘Oliveira, Elias d”, 1101-1102. 329. Brinkgreve, Psychoanalyse in Nederland, 268. 330. Czopp, ‘E. d’Oliveira over Goethe. Op bezoek bij den bekenden Goethe- biograaf’. 597 noten hoofdstuk 4

331. E. d’Oliveira, ‘J.K. Rensburg. Een interview’, Het Getij 5 (1920) 230-239, al- daar 230. 332. Aardweg en Hüllstrung, ‘Oliveira, Elias d”, 1101-1102. 333. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 juni 2012. 334. Telefoongesprek met Friederike d’Oliveira, 7 augustus 2012. Friederike d’Oliveira noemt de namen van de destijds bekende danseressen Yvonne Geor- gi en Darja Collin. De tweede was van 1930 tot 1935 getrouwd met de dichter J.J. Slauerhoff, die in zijn jonge jaren veelvuldig in Het Getij had gepubliceerd en dus waarschijnlijk geen onbekende was van Eli. 335. Zie een advertentie in het Algemeen Handelsblad van 14 oktober 1931 over dansonderwijs in de ‘Studio-dansschool’ op Achtergracht 27. Deze advertentie werd door Eli d’Oliveira als voorzitter ondertekend. 336. Register van patiënten in het PI Ziekenhuis te Amsterdam, 1917-1942. saa, toeg.nr. 334A, inv.nr. 299 O; Da Silva Rosa, Geschiedenis der Portugeesche Jo- den, 161-162. 337. Zie de door Eli d’Oliveira geplaatste overlijdensadvertentie in het Alge- meen Handelsblad van 18 mei 1922. 338. Legger van de ontvangen contributie en offergelden. Alfabetisch op naam 1/9/1916-1/9/1943. saa, toeg.nr. 334A, inv.nr. 1599, p. 126. 339. Jaap Meijer, J.K. Rensburg 1870-1943. Een joodse graalzoeker (Amsterdam 1981). 340. J.K. Rensburg, Koningschap (Amsterdam [1903]); J.K. Rensburg, Japan- se verzen (Rotterdam 1903); Dante Alighieri, De goddelijke komedie. 3 dln., ver- taald door J.K. Rensburg (Amsterdam 1906-1908); , De joden-questie. Kritiek op het jodendom, het Christendom en den staat. Vertaald door J.K. Rens- burg (Amsterdam [1908]). Deze laatste twee vertalingen zijn verschenen bij het Vennootschap Letteren en Kunst – de uitgeverij die in dezelfde periode ook Eli d’Oliveira’s Quasi-socialisten uitgaf. 341. Meijer, Een joodse graalzoeker, 73. 342. D’Oliveira, ‘J.K. Rensburg’, 230. 343. Ibidem, 238. 344. D’Oliveira, Grenzen, 57. 345. J.K. Rensburg, Faust. Een cyclus van de rijzende zon, de witte roos en den hei- ligen Graal 1 (Amsterdam 1921). 346. Eli ondernam deze activiteiten samen met Frans Mijnssen (1904-1951), een toneelschrijver die zich in de loop der jaren had ontwikkeld tot een ware mecenas en spil binnen het vooroorlogse bedrijf (hij was onder meer secretaris van de belangrijkste literaire subsidieverleners van die tijd, de Nederlandse Ver- eniging voor Letterkundigen en het Willem Kloosfonds. Over Mijnssens activi- teiten als mecenas zie Helleke van den Braber, Geven om te krijgen. Literair me-

598 noten hoofdstuk 4 cenaat in Nederland tussen 1900 en 1940 (Nijmegen 2002) 193-260. 347. Correspondentie tussen Mijnssen en D’Oliveira, 20 mei 1921-2 januari 1933. Letterkundig Museum, M.984 B.1; Den Braber, Geven om te krijgen, 170- 171. 348. Indische Courant, 3 mei 1930. Voor een ander levendig verslag van het feest zie bijvoorbeeld Het Vaderland van 31 maart 1930. 349. J.K. Rensburg, Theorie der evolutie. Van oerschrift en oertaal tot wereld- schrift en wereldtaal (Amsterdam [1931]) 6. 350. Ritter was als lid van het invloedrijke gewestelijk comité Utrecht bin- nen het Nationaal Comité van Actie tegen het verdrag met België. niod, toeg. nr. 249-455, inv.nr. a1; Tessel Pollmann, Mussert & Co. De nsb-leider en zijn ver- trouwelingen (Amsterdam 2012) 68; Jan J. van Herpen, Met bestendig jeukende pen. Documentair Klein Memoriaal over leven en werk van P.H. Ritter jr. (1882-1962) (Nij- megen 2009) 159; P.H. Ritter jr., Over Mussert (Baarn [1934]) 29-34. 351. Pollmann, Mussert & Co, 69. 352. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 juni 2012. 353. Utrechtsch Dagblad, 23 november 1929. 354. Brief van Eli d’Oliveira aan P.H. Ritter jr., 30 april 1928. UB Utrecht, ar- chief Ritter. 355. Ibidem. 356. Brief van P.H. Ritter jr. aan Eli d’Oliveira, 26 mei 1931.UB Utrecht, archief Ritter; Van Herpen, Met bestendig jeukende pen, 198. Helaas is Eli d’Oliveira’s ra- diovoordracht over Zwerftochten in de Jordaan niet bewaard gebleven. 357. Over Feuchtwanger en Jud Süss zie Gans, Gojse nijd & joods narcisme, 39- 41. 358. E. d’Oliveira, ‘Ongecorrigeerde redevoering over de roman Etzel Ander- gast van Jakob Wassermann’, 10. UB Utrecht, archief Ritter. 359. Zie verslagen van deze herdenking in Het Vaderland van 8 februari 1934 en het niw van 29 februari 1934. 360. Jakob Wassermann, Mein Weg als Deutscher und Jude (Berlijn 1921). 361. Zie bijvoorbeeld Hans Otto Horch, ‘“Verbrannt wird auf alle Fälle...”. Ju- den und Judentum im Werk Jakob Wassermanns’, in: Rudolf Wolff (red.), Jakob Wassermann. Werk und Wirkung (Bonn 1987) 124-152; Elisabeth Albanis, ‘Jakob Wassermann’s memorial to Walther Rathenau in Etzel Andergast’, German Life and Letters 50 (januari 1997) 18-34. 362. Rudolf Koester, ‘Jakob Wassermann, anti-Semitism and German poli- tics’, Orbis Litterarum 53 (1998) 179-190. 363. Gans, De kleine verschillen die het leven uitmaken, 204-214; Sander L. Gil- man, Jewish Self-hatred. Anti-semitism and the Hidden Language of the Jews (Balti- more/Londen 1986).

599 noten hoofdstuk 4

364. Brief E. d’Oliveira aan P.H. Ritter jr., 12 april 1933. UB Utrecht, archief Ritter. 365. Brief E. d’Oliveira aan P.H. Ritter jr., 2 februari 1932. UB Utrecht, archief Ritter. 366. Mendes, Santeljano’s ii, 453. 367. Ook Jaap Meijer bracht overigens Querido met Nietzsche in verband. Jaap Meijer, Herman van den Bergh: Sabbath. Een joods-thematische studie (Heemstede 1977) 50. 368. Mendes, Santeljano’s ii, 521. 369. Israël Querido, Menschenharten (Amsterdam [1932]). 370. Querido, Menschenharten, 99-101. Zie ook Karel de Wind, Rond het leven van Israël Querido (Amsterdam 1933) 350-351. 371. Dat ging niet geheel zonder intriges. Zie het (overigens zeer vooringeno- men) verslag van Querido’s goede vriend Karel de Wind. De Wind, Rond het le- ven van Israël Querido, 353-357. 372. niw, 12 augustus 1932. 373. Het Volk, 14 augustus 1932. Geciteerd in De Tribune, 17 augustus 1932. 374. niw, 19 augustus 1932. 375. Zie bijvoorbeeld A.M. de Jong, Israël Querido (Amsterdam 1933) 117-118. In deze biografie – uitgekomen bij Uitgeverij Em. Querido! – leverde de auteur, tevens de socialistische literatuurrecensent van Het Volk, kritiek op de hypocriete wijze waarop het bestuur van de pig zich de grote schrijver ‘tot meerdere glorie van de sekte wilde toeëigenen’ – alleen maar omdat Israël Querido een bekende naam was. 376. Brief van E. d’Oliveira aan F. Mijnssen, 27 juni 1934. Letterkundig Muse- um, M.984 B.1. 377. Brief van F. Mijnssen aan E. d’Oliveira, 6 juli 1934. Letterkundig Muse- um, M.984 B.1. 378. Brief van E. d’Oliveira aan F. Mijnssen, 7 juli 1934. Letterkundig Museum, M.984 B.1. 379. Blom en Cahen, ‘Joodse Nederlanders, Nederlandse joden en joden in Ne- derland’, 284-287; Ivo Schöffer, ‘Nederland en de joden in de jaren dertig in his- torisch perspectief’, in: Kathinka Dittrich en Hans Würzner (red.), Nederland en het Duitse Exil 1933-1940 (Amsterdam 1982) 79-92, aldaar 91; Frank van Vree, De Nederlandse pers en Duitsland 1930-1939. Een studie over de vorming van de publieke opinie (Groningen 1989) 312-315, 351-352; De Jong, Het Koninkrijk 5-1, 502-504.

600 noten hoofdstuk 5

5 Herkennen en erkennen, 1932-1945

1. C.U. Ariëns Kappers, An Introduction to the Anthropology of the Near East in Ancient and Recent Times. With a Chapter on Near Eastern Bloodgroups by Leland W. Parr (Amsterdam 1934) 65. 2. ‘Comité van Ned. hoogleeraren ten behoeve van Joodsche studeerenden en afgestudeerden uit Duitschland’, Het Vaderland, 21 april 1933; ‘De Joden-ontrech- ting in Duitschland’, Algemeen Handelsblad, 5 mei 1933. 3. Ernst Hiemer, Der Giftpilz (Neurenberg 1938) 10-12. 4. Ariëns Kappers, An Introduction to the Anthropology of the Near East, 65. 5. C.U. Ariëns Kappers, Reiziger in breinen. Herinneringen van een hersenon- derzoeker. Bezorgd door Frank van Kolfschooten (Amsterdam/Antwerpen 2001) 34-36. 6. Ariëns Kappers, Reiziger in breinen, 166. 7. Dick F. Swaab, ‘J. (Hans) Ariëns Kappers (1910-2004)’, 6-9, aldaar 6. url: http://www.dwc.knaw.nl/DL/levensberichten/PE00004673.pdf. 8. In 1974 haalde Willem Klein zelfs het Guinness Book of Records door bin- nen anderhalve minuut de negentiende-machtswortel uit een getal van 133 cijfers te trekken. B. Broccoli, ‘Klein, Willem (1912-1986)’, Biografisch Woordenboek van Nederland. url: http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/ bwn5/klein. 9. P.J. Knegtmans, ‘Kappers, Cornelis Ubbo Ariëns (1877-1946)’, Biografisch Woordenboek van Nederland. url: http://www.historici.nl/Onderzoek/Projec- ten/BWN/lemmata/bwn6/kappers. 10. C.U. Ariëns Kappers, ‘Terugblik’, 280. nin-knaw, archief Ariëns Kap- pers. Deze onvoltooide memoires zijn, geredigeerd en ontdaan van veel in de tekst voorkomende namen (zoals die van Elsa d’Oliveira), in 2001 gepubliceerd. Ariëns Kappers, Reiziger in breinen. 11. Ariëns Kappers, An Introduction to the Anthropology of the Near East, 63. 12. Deze wordt verkregen door de lengte van de schedel te delen door de breed- te ervan, vermenigvuldigd met 100. Ariëns Kappers zag in de schedelindex het belangrijkste aanknopingspunt om verschillende rastypen te onderscheiden. 13. Ariëns Kappers, An Introduction to the Anthropology of the Near East, 66. 14. Piet de Rooy, ‘De wetenschap van het ras’, in: Marnix Beyen en Geert Van- paemel (red.), Rasechte wetenschap? Het rasbegrip tussen wetenschap en politiek vóór de Tweede Wereldoorlog (Leuven/Amersfoort 1998) 21-29, aldaar 21-22. 15. Veel wetenschappers probeerden weliswaar hun begrippenkader strak af te bakenen, maar ontkwamen niet aan overlappingen. Het begrip ‘ras’ verwees bijvoorbeeld meestal naar fysieke kenmerken, maar sociale en culturele facto- ren bleven vaak meespelen. Fenneke Sysling, The Archipelago of Difference. Phy-

601 noten hoofdstuk 5 sical Anthropology in the Netherlands Indies, ca. 1890-1960 (Amsterdam 2013) 16. Zie ook Laurens de Rooy, Snijburcht. Lodewijk Bolk en de bloei van de Nederlandse anatomie (Amsterdam 2011) 212. 16. De Rooy, Snijburcht, 211-212. 17. Deze exotische metingen kwamen ook deels voort uit een nieuw soort im- perialisme aan het einde van de negentiende eeuw: Europese machten verdeelden Afrika en wilden hun positie in de wereld versterken. Sysling, The Archipelago of Difference, 16-17. 18. Voor de verspreiding van dit idee was de Amerikaanse econoom en rassen- kundige William Z. Ripley belangrijk. William Z. Ripley, The Races of Europe. A Sociological Study (Londen [1899]). 19. Joseph Deniker, The Races of Man. An Outline of Anthropology and Ethno- graphy (Londen 1900); Ernst Haeckel, The History of Creation, or the Develop- ment of the Earth and Its Inhabitants by the Action of Natural Causes ([Londen 1876]). 20. De Pools-Joodse socioloog Ludwig Gumplowicz (1838-1909) was deze mening bijvoorbeeld toegedaan. Hij zag ‘ras’ niet als een biologisch, maar veel- eer als een historisch begrip. Zie Piet de Rooy, ‘De flessehals van de wetenschap. Opvattingen over “ras” rond de eeuwwisseling’, Feit & Fictie. Tijdschrift voor de Geschiedenis van de Representatie 2 (1995-96) 47-64, aldaar 54-55; De Rooy, ‘De wetenschap van het ras’, 22-23. 21. Colin Holmes, ‘The balance sheet’, in: Herbert A. Strauss (red.), Hostages of Modernization. Studies on Modern Antisemitism 1870-1933/39. Germany, Great Britain, France 3/1 (1993) 435-451, aldaar 442; Albert S. Lindemann, Esau’s Tears. Modern Anti-Semitism and the Rise of the Jews (Cambridge 1997) 70; Barbara Hen- kes, ‘Voor Volk en Vaderland. Over de omgang met wetenschap en politiek in de volkskunde’, in: Martijn Eickhoff, Barbara Henkes en Frank van Vree (red.), Volkseigen. Ras, cultuur en wetenschap 1900-1950 (Zutphen 2000) 62-94, aldaar 71; Gerrold van der Stroom, Jac. van Ginneken onder vuur. Over eigentijdse en na- oorlogse kritiek op de taalkundige J.J.A. van Ginneken S.J. (1877-1945) (Amsterdam 2012) 48-51; De Rooy, ‘De flessehals van de wetenschap’, 49. 22. Raphael Patai en Jennifer Patai Wing, The Myth of the Jewish Race (New York 1975) 21. 23. Patai en Wing, The Myth of the Jewish Race, 21-39. 24. Zie het vierde hoofdstuk van dit boek. 25. S.R. Steinmetz, Kultuurwaarde en toekomst der Joden (’s-Gravenhage 1912) 19-22. 26. Voor een bespreking van Sombarts controversiële studie en plaatsing in het wetenschappelijke debat van vóór de Eerste Wereldoorlog over de oorsprong van het Europese kapitalisme zie Van der Stroom, Jac. van Ginneken onder vuur, 74-81. 602 noten hoofdstuk 5

27. Steinmetz, Kultuurwaarde, 39-40. 28. Ook de jezuïet en taalkundige Jac. van Ginneken S.J. werd bij het schrijven van zijn controversiële hoofdstuk ‘De Jodentaal’ uit zijn tweedelige Handboek der Nederlandsche taal (1913-1914) sterk door het genoemde boek van Sombart be- ïnvloed; hij nam zelfs uitgebreide passages van zijn voorbeeld letterlijk over. Zie Van der Stroom, Jac. van Ginneken onder vuur, 81-101. 29. Steinmetz, Kultuurwaarde, 48. 30. Ibidem, 52-58. 31. Nieuws van den Dag, 30 november 1911; Ludy Giebels, De zionistische bewe- ging in Nederland 1899-1941 (Assen 1975) 78. 32. Jan Noordman, Om de kwaliteit van het nageslacht. Eugenetica in Nederland, 1900-1950 (Nijmegen 1989) 64-69. 33. Ibidem, 260-266. 34. Joseph Arthur de Gobineau, Essai sur l’inégalité des races humaines (4 dln., Parijs 1853-1855). 35. Gretschen E. Schafft, From Racism to Genocide. Anthropology in the Third Reich (Urbana/Chicago 2004) 41. 36. Ernst Haeckel, Generelle Morphologie 2 (Berlijn 1866) 435. Zie ook Richard Weikart, From Darwin to Hitler. Evolutionary Ethics, Eugenics, and Racism in Ger- many (New York 2004) 105-106. 37. Brief van Eli d’Oliveira aan Frederik van Eeden, 6 april 1904. ub Bijzonde- re Collecties, xxiv c 63a. In deze brief preciseerde Eli d’Oliveira niet welke ele- menten van Haeckels gedachtegoed hem inspireerden. 38. Otto Ammon, Die Natürliche Auslese beim Menschen (Jena 1893) 177, 185. 39. E. d’Oliveira, Goethe en wij. Vier aspecten (Amsterdam 1932) 5-6. In dit boekje werden vier radiolezingen van Eli d’Oliveira gebundeld. 40. D’Oliveira, ‘Het boek der fragmenten’, 104. 41. Alfred Waldenburg, Das isocephale blonde Rassenelement unter Halligfrie- sen und jüdischen Taubstummen (Berlijn 1902). 42. ‘Dr. A. Waldenburg overleden’, Het Joodsche Weekblad, 13 februari 1942. Na Waldenburgs dood zijn stapels vellen met schedelmaten in zijn kluis gevon- den, maar het is onbekend wat er met deze onderzoeksresultaten is gebeurd. An- nemiek Rens, ‘De uitzonderlijkste zonderling van het Gooi: schedelmeter Alf- red Waldenburg’. url: http://rond1900.nl/?p=14434 (geraadpleegd op 11 maart 2013). 43. Algemeen Handelsblad, 29 december 1929. 44. W. Otterspeer en J. Schuller tot Peursum-Meijer, Wetenschap en wereldvre- de. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en het herstel van de internationale wetenschap tijdens het Interbellum (Amsterdam 1997). 45. Algemeen Handelsblad, 31 juli 1934. Zie ook notitie Karl Lang, ‘Deutsche

603 noten hoofdstuk 5

Stenografenschaft und Ausland’, 29 januari 1935. Gemeentearchief Den Haag (gdh), toeg.nr. 780 archief Y.H.M. Nijgh, doos 165 (cliëntendossiers 4195- 41114), map ‘für Jessurun d’Oliveira’. 46. Fuchs bleef voorzitter van de Weltstenografenverein, die door de komst van de Deutschen Stenografenschaft aan invloed inboette. Fuchs zou in decem- ber 1934 overlijden. Lang, ‘Deutsche Stenografenschaft und Ausland’, 7. 47. Aanvankelijk was Van den Ent voorzitter van het organisatiecomité, met Eli d’Oliveira als secretaris. Na Van den Ents benoeming tot inspecteur van het gymnasiaal en middelbaar onderwijs moest hij Amsterdam verlaten en werd D’Oliveira voorzitter. 48. Algemeen Handelsblad, 31 juli 1934. 49. Kurt Dewischeit, ‘Schlussrede’. gdh, toeg.nr. 780, doos 165 (cliëntendos- siers 4195-41114), map ‘für Jessurun d’Oliveira’. 50. Karl Lang, ‘Bericht über den internationalen Stenografentag in Amster- dam von 3.-6. August 1934’. gdh, toeg.nr. 780, doos 165 (cliëntendossiers 4195- 41114), map ‘für Jessurun d’Oliveira’. 51. Reichszeitung der Deutsche Stenografen, september 1934. 52. Ulli d’Oliveira, ‘Toespraak bij de crematieplechtigheid van Gerda d’Oliveira’, 1 oktober 1993, 2. 53. Deze theorie is afkomstig van graficus en illustrator Ap Sok, die na de oor- log Jaaps collega zou worden als docent op het Instituut voor Kunstnijverheids- onderwijs (de latere Rietveld Academie) in Amsterdam. Ap Sok, ‘Toespraak bij het afscheid van Jaap d’Oliveira op 18 mei 1973’, 2. 54. Adriaan Elligens, Alles op zijn plaats. Het moderne interieur in de fotografie 1935-1965. De foto’s van Jaap d’Oliveira, Hans Spies, Jan Versnel (Haarlem 1990) 8-9. 55. Het zou zijn gegaan om de directeur van de Nederlands-Duitse Kamer van Koophandel in Frankfurt am Main. Zie Ap Sok, ‘Toespraak’, 3. 56. Michael Jennings, ‘Agriculture, industry, and the birth of the photo-essay in the late Weimar Republic’, October 93 (2000) 23-56, aldaar 46-47. 57. Elligens, Alles op zijn plaats, 8. 58. Albert Renger-Patzsch, ‘Ziele’, Das deutsche Lichtbild 1 (1927) xviii. 59. Elligens, Alles op zijn plaats, 11. 60. Marion Kaplan, The Making of the Jewish Middle Class. Women, Family and Identity in Imperial Germany (New York 1991) 261. In Nederland was slechts circa 10 procent van alle door Joden gesloten huwelijken in het begin van de twintig- ste eeuw ‘gemengd’. Tammes, ‘Demografische ontwikkeling van joden in Neder- land’, 252. 61. Margarethe Leo, ‘Erinnerungen 1886-1955’, 17. De zin met betrekking tot het antisemitisme van Margarethes ouders is een van de weinige zinnen in het handgeschreven manuscript die – met een andere pen – zijn doorgestreept. Des-

604 noten hoofdstuk 5 ondanks zijn de betreffende woorden nog duidelijk te lezen. 62. Het ambt van rechter was respectabel. Omdat het echter niet zo goed ver- diende, ging Julius Leo zich niet lang na zijn benoeming toeleggen op de advoca- tuur en het notariaat. Mededeling Ulli d’Oliveira, 6 februari 2014. 63. T.O. Immisch en Klaus E. Göltz, Gerda Leo. Photographien 1926-1932 (Leip- zig 1994) 15. 64. Hans Rooseboom, Gerda Leo. Photographien 1926-1932 (Amsterdam 2009) 2-5. 65. De belangrijkste tentoonstellingen waren in 1994 in de Staatliche Galerie Moritzburg (Halle) en in 2009 in het Foam Fotografiemuseum Amsterdam. 66. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. 67. Margarethe Leo, ‘Erinnerungen 1886-1955’, 88b. 68. Immisch en Göltz, Gerda Leo, 44. 69. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. 70. Margarethe Leo, ‘Erinnerungen 1886-1955’, 88b. 71. Ibidem. 72. Over Hans Spies zie Adriaan Elligens, Alles op zijn plaats, 29-54. Zie ook Adriaan Elligens, ‘Hans Spies’, Fotolexicon 6, nr. 11 (maart 1989). url: http:// journal.depthoffield.eu/vol06/nr11/f05nl/en (geraadpleegd op 20 januari 2014). 73. Elligens, Alles op zijn plaats, 10. 74. Interview Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. Overigens is Jaap d’Oliveira’s naam niet terug te vinden in de (tot 1935 onvolledige) stamboeklijsten van de nsb. niod, toeg.nr. 123, inv.nr. 2067. Het is dus niet helemaal zeker dat hij echt lid is geweest van de beweging. Het is ook mogelijk dat hij het hemd van iemand anders heeft gekregen, of dat hij het later in de winkel heeft gekocht in het kader van zijn verzetsactiviteiten. 75. Anton Mussert, ‘Enkele woorden tot onze Joodsche leden’, Volk en Vader- land 1 (1933) nr. 16, 22 april 1933. 76. Robin te Slaa en Edwin Klijn, De nsb. Ontstaan en opkomst van de Natio- naal-Socialistische Beweging 1931-1935 (Amsterdam 2009) 249. 77. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. 78. Ibidem. 79. Duitse badplaatsen waren wegbereiders binnen het uitsluitingsproces van Duitse Joden in de jaren dertig. In Koserow was er in 1931 bijvoorbeeld al een pen- sion dat alleen kamers aan christelijke badgasten verhuurde. Zie Frank Bajohr, ‘Unser Hotel ist judenfrei’. Bäder-Antisemitismus im 19. und 20. Jahrhundert (Frank- furt am Main 2003) 116-141, 188. 80. Margarethe Leo, ‘Erinnerungen 1886-1955’, 120-121. 81. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. 82. Elsje d’Oliveira e.a. (red.), ‘Ter inleiding’, Klimop 1 (november 1925) 1.

605 noten hoofdstuk 5

83. ‘Brief van ome Kees’, Klimop 1 (november 1925) 1-2. 84. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. Joods Historisch Museum, Survivors of the Shoah Visual History Collection, inv.nr. 40000889. 85. Philip van Praag, ‘Polak, Eliazer’, Biografisch Woordenboek van het Socia- lisme en de Arbeidersbeweging in Nederland. url: http://www.iisg.nl/bwsa/bios/ polak-e.html. 86. ‘Opening van het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes in Amsterdam’, Nieuwe Rotterdamsche Courant, 16 september 1926. 87. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 88. Ibidem. 89. Ibidem. 90. Ibidem. 91. Ibidem. In dit interview bezigde Elsa de term ‘Israëlisch’ in plaats van ‘Is- raëlitisch’, maar het is zeer onwaarschijnlijk dat de bewuste leraar haar zo heeft genoemd. Sinds de politieke emancipatie van de Joden in Nederland was de term ‘Israëlieten’ – in plaats van het het destijds negatief klinkende ‘Joden’ – geleidelijk aan in zwang gekomen, waarmee het religieuze karakter van het Jodendom werd benadrukt. Van Cleeff-Hiegentlich, ‘Het Nederlands Jodendom in de eerste helft van de negentiende eeuw’, 236. 92. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 93. Ibidem. 94. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1 (’s- Gravenhage 1969) 533. 95. Voor een indringende beschrijving van de gevolgen van de Kristallnacht – of: ‘novemberpogrom’ – op een Duits-Joodse familie, zie Rebecca Boehling en Uta Larkey, Life and Loss in the Shadow of the Holocaust. A Jewish Family’s Untold Story (Cambridge 2011) 108-140. 96. Over Ariëns Kappers’ vooroorlogse uitingen tegen antisemitisme zie Law- rence A. Zeidman en Jaap Cohen, ‘Walking a fine scientific line. The extraordina- ry deeds of Dutch neuroscientist C.U. Ariëns Kappers before and during World War ii’, Journal of the History of the Neuro­sciences. Basic and Clinical Perspecti- ves 23 (2014) 252-275, aldaar 260-262. url: http://dx.doi.org/10.1080/096470 4X.2013.835109. 97. De Tijd. Godsdienstig-staatkundig Dagblad, 25 november 1938. 98. Algemeen Handelsblad, 6 december 1938. 99. ‘Getuigenissen’, Vrijheid, Arbeid, Brood. Wekelijksch Colportage Orgaan van de nvv en sdap 39, nr. 12 (1938) 6.

606 noten hoofdstuk 5

100. In 1939 werd ook jurist Nino Kotting lid. Hij was een leerling van Pos en zou drie jaar later een van de advocaten van de Aktie Portugesia worden. L.R. Wiersma, ‘Het Comité van Waakzaamheid van anti-nationaal-socialistische in- tellectuelen (1936-1940)’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 86 (1971) 124-150, aldaar 133. 101. Wiersma, ‘Het Comité van Waakzaamheid’, 129-130; Peter Derkx, H.J. Pos, 1898-1955: Objectief en partijdig. Biografie van een filosoof en humanist(Hilversum 1994) 92-96. 102. Brief van E. d’Oliveira aan August Vermeylen, 30 januari 1934. Letteren- huis Antwerpen, O 2229/B. 103. Dat blijkt uit een brief van Eli d’Oliveira aan H.J. Pos van 22 juni 1940, waarin D’Oliveira, na in zijn brief louter zakelijke onderwerpen te hebben behan- deld, aan Pos vraagt of hij ‘even de Hoogleraar wilt vergeten en weer de vriend- schappelijk gezinde mens [...] wilt worden’. ub Bijzondere Collecties, Amster- dam, xxxiii Pos3. 104. In een brief van 10 januari 1942 werd Donkersloot door D’Oliveira be- dankt voor zijn aanmoedigingen tot en belangstelling bij het schrijven van zijn scriptie. Letterkundig Museum, Den Haag, O 00226 B 1. 105. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 2 (’s- Gravenhage 1969) 58. 106. Brief van Andries van Beijersbergen van Henegouwen aan Ulli d’Oliveira, januari 2008. In bezit van Ulli d’Oliveira, Amsterdam. 107. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 108. J.C.H. Blom, ‘Exploitatie en nazificatie. De Nederlandse samenleving on- der nationaal-socialistisch bestuur 1940-1945’, in: Henk Flap en Wil Arts (red.), De organisatie van de bezetting (Amsterdam 1997) 17-30, aldaar 20. 109. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 4 (’s- Gravenhage 1972) 46. 110. Ter vergelijking: in april 1940 hadden vijf Joden zichzelf gedood, in juni 1940 waren er zes Joodse zelfmoorden. F. van Tubergen, W. Ultee en R. Luijkxs, ‘The unwholesome theme of suicide’, in: Chaya Brasz en Yosef Kaplan (red.), Dutch Jews as Perceived by Themselves and by Others (Leiden 2001) 325-353, aldaar 340; Karin Dangermond, ‘Het heft in eigen handen. Een kwalitatief onderzoek naar Joodse zelfmoorden in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog’. Mas- terscriptie Universiteit van Amsterdam (2011) 4. 111. Brief van Eli d’Oliveira aan H.J. Pos, 23 mei 1940. ub Bijzondere Collec- ties, Amsterdam, xxxiii Pos2. 112. Advertenties in Het Vaderland van 18 september 1940, niw van 20 septem- ber 1940 en Algemeen Handelsblad van 8 oktober 1940.

607 noten hoofdstuk 5

113. De Jong, Koninkrijk 4, 755-757. 114. Ibidem, 760. 115. Ibidem, 868. 116. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 117. Ibidem. 118. P. van der Eijk, ‘“Ik ben niet onderscheiden omdat ik de oorlog heb over- leefd”’. Het ongeregelde leven van dr Els Pereira’, De Tijd (13 januari 1984) 16-18, aldaar 18. 119. Aanmelding als deelnemer-arts aan Ziekenfonds Amsterdam, saa, toeg. nr. 1001, inv.nr. 190. Zie ook advertenties met spreekuren in Het Joodsche Week- blad. Uitgave van den Joodsche Raad voor Amsterdam, 2 oktober 1942, 6 november 1942, 13 november 1942 en 25 december 1942. 120. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 121. P.J. Knegtmans, Een kwetsbaar centrum van de geest. De Universiteit van Am- sterdam tussen 1935 en 1950 (Amsterdam 1998) 219. 122. Voor de totstandkoming van de verordening zie Coen Stuldreher, De le- gale rest. Gemengd gehuwde Joden onder de Duitse bezetting (Amsterdam 2007) 41- 58. 123. Bob Moore, Slachtoffers en overlevenden. De nazi-vervolging van de joden in Nederland (Amsterdam 1998) 83-84; Presser, Ondergang i, 62-63; De Jong, Ko- ninkrijk 4, 876. 124. B.A. Sijes, ‘The position of the Jews during the German occupation of the Netherlands. Some observations’, in: M.R. Marrus (red.), The Nazi Holocaust. Historical Articles on the Destruction of European Jews 4 (Westport etc. 1989) 146- 168, aldaar 154. 125. De naam van Gerda d’Oliveira-Leo ontbreekt op de registratielijsten die naar aanleiding van vo 6/1941 zijn opgesteld. Staten met opgave van gegevens van Joden in de gemeente Amsterdam, opgesteld naar aanleiding van vo 6/1941. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1412. 126. Het belang van de Jodenregistratie voor de vernietiging van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog is iets genuanceerd door Peter Tammes, die stelde dat de registratie op zichzelf geen noodzakelijkheid was om Joden systematisch te vermoorden. Peter Tammes, ‘Het belang van Jodenregistratie voor de vernieti- ging van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog’, Tijdschrift voor Sociale en Eco- nomische Geschiedenis 60, nr. 2 (2009) 34-62. In hun vergelijkende studie naar de Jodenvervolging in Nederland, Frankrijk en België zien de onderzoekers Pim Griffioen en Ron Zeller de efficiënte uitvoering van de bureaucratie niet als een doorslaggevende factor in de vraag waarom in Nederland uiteindelijk meer Joden

608 noten hoofdstuk 5 zijn weggevoerd en vermoord dan in andere West-Europese landen. Pim Grif- fioen en Ron Zeller, Jodenvervolging in Nederland, Frankrijk en België 1940-1945 (Amsterdam 2011) 684. 127. Arthur Seyß-Inquart, Rede van den rijkscommissaris rijksminister Dr. Seyss- Inquart gehouden op Woensdag 12 Maart 1941 in het Concertgebouw te Amsterdam voor het Arbeitsbereich der N.S.D.A.P. in de Nederlanden (z.p. [1941]) 21. Zie ook B.A. Sijes, De Februari-staking, 25-26 Februari 1941 (’s-Gravenhage 1954) 179. 128. Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied 1940 (’s-Graven- hage [1941]) 548. 129. Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied 1941 (’s-Graven­ hage 1942) 19. Voor de voorbereiding en totstandkoming van de verordening zie Coen Stuldreher, De legale rest. Gemengd gehuwde Joden onder de Duitse bezetting (Amsterdam 2007) 41-58. 130. Stuldreher, Legale rest, 44; A.E. Cohen, ‘Interview met dr. Friedrich Wim- mer op 28 en 29 augustus 1947’, in: J.C.H. Blom e.a. (red.), A.E. Cohen als geschied- schrijver van zijn tijd (Amsterdam 2005) 331-374, aldaar 334-335. 131. De recentste titels zijn Van Galen-Herrmann, Calmeyer, dader of mensen- redder?; Von Frijtag, Het geval Calmeyer; Middelberg, Judenrecht. 132. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 44-58. 133. Ibidem, 59-70. 134. Calmeyer behandelde het geval-Koster in zijn ‘Vermerk betreffend das Problem: praesumptio juris et de jure’ van 16 juni 1941. Hierin pleitte hij ervoor om het lidmaatschap van een kerkgenootschap niet als onweerlegbaar, maar als weerlegbaar bewijsvermoeden op te vatten. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1499. Zie ook Calmeyers ‘Anlage zum Rechenschaftsbericht’ van 24 maart 1941. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1499. 135. W.J.J.C. Bijleveld, Opmerkingen over de geslachten, behandeld in het Neder- land’s adelsboek (’s-Gravenhage 1949) 212. 136. J.M.A.E. Janss, ‘Louis Frederik Teixeira de Mattos, 1872-1945. Civiel inge- nieur, auteur op waterstaatgebied, landjonker en wethouder’, Biografisch Woor- denboek Gelderland. url: http://www.biografischwoordenboekgelderland.nl/ bio/5–Louis–Frederik–Teixeira–de–Mattos. 137. Ileen Montijn, Hoog geboren. 250 jaar adellijk leven in Nederland (Amster- dam/Antwerpen 2012) 289-290. Zie voor deze maatschappelijke discriminatie ook Blom en Cahen, ‘Joodse Nederlanders, Nederlandse Joden en Joden in Ne- derland’, 286. 138. Zie voor het belang van het aantonen van een zo illuster mogelijke afstam- ming in adellijke kringen Montijn, Hoog geboren, 72-81. 139. Nederland’s Adelsboek 78 (1987) 24. Zie ook Daniel Swetschinski e.a., Orphan Objects. Facets of the Textiles Collection of the Joods Historisch Museum,

609 noten hoofdstuk 5

Amsterdam (Amsterdam/Zwolle 1997) 137-147. 140. Th.R. Valck Lucassen, ‘Het geslacht Teixeira in Nederland’s Adelsboek’, Maandblad van het Genealogisch-heraldisch Genootschap ‘De Nederlandsche Leeuw’ 36 (1918) 121-145. 141. E. Teixeira de Mattos, Critiek op het artikel van Mr. R. Th. Valck Lucassen in ‘De Nederl. Leeuw’ d.d. Mei 1918, over het geslacht Teixeira in het Nederl. Adelsboek (Rotterdam [1918]). 142. W.A. Beelaerts van Blokland, ‘Verslag van het onderzoek ingesteld in de zaak Teixeira de Mattos’, Maandblad van het Genealogisch-heraldisch Genoot- schap ‘De Nederlandsche Leeuw’ 39 (1921) 74-83, aldaar 83. 143. E. Teixeira de Mattos, Laster met bedrog door achterhouding van een es- sentieel document, onder verzwarende omstandigheden gepleegd door Jhr. Mr. W.A. Beelaerts v. Blokland (Secretaris van den Hoogen Raad van Adel) in het Maandblad de Nederlandsche Leeuw van April 1921 ([Heelsum 1921]). 144. Denucé, ‘Iets over Spaansch-Portugeesche geslachten in Nederland, een het plaatwerk van D. Henriques de Castro’, Antwerpsch Archievenblad 2 (1927) 37- 52, aldaar 51. 145. J. Denucé. ‘Iets over Spaansch-Portugeesche geslachten in Nederland’, 40-42. Zie ook J. Denucé, ‘Bijdrage tot de geschiedenis van oud Spaansch-Portu- geesche geslachten in de Nederlanden’, Antwerpsch Archievenblad 3 (1928) 20-37. 146. Volgens een dagboekaantekening van de Amsterdamse advocaat J.R. Voûte jr. had Kwast hem verteld dat hij van de Duitsers veel zaken kreeg, ‘want met de 3de rangs nsb-advocaten willen ze niets meer te maken hebben’. Geciteerd in Joggli Meihuizen, Smalle marges. De Nederlandse advocatuur in de Tweede We- reldoorlog (Amsterdam 2010) 309. Zie ook G.R. Zondergeld, Een kleine troep ver- vuld van haat. Arnold Meijer & het Nationaal Front (Houten 1986) 167. 147. Uit een interview met Marie Johan Teixeira de Mattos uit 1987 blijkt dat hij op instigatie van prins Hendrik in het regiment Königin Wilhelmina der Niederlände is opgenomen. Over Teixeira de Mattos’ betrokkenheid bij nationaalsocialistische verenigingen wordt niets vermeld. Hans Olink, ‘Ein Königlicher Preuzische Offi- zier bückt sich nicht’ (1987). Website Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoor- log. url: http://www.ssew.nl/ein-koeniglicher-preuzischer-offizier-bueckt-sich- nicht (geraadpleegd op 6 juni 2013). 148. Brief E.H.Th. Kwast aan de rijkscommissaris voor de bezette Nederland- se gebieden, 22 februari 1941. Centraal Bureau voor Genealogie (cbg), archief Calmeyer, dossier Teixeira de Mattos (doos 181). Overigens heeft Kwast het in zijn brief per abuis over vo 19/41, in plaats van vo 6/41. 149. Brief van E.F. Moresco aan de rijkscommissaris, 24 februari 1941. niod, toeg.nr. 860, inv.nr. 129. 150. Brief van Frank en Charles Mendes de Leon aan de generaal-commissaris

610 noten hoofdstuk 5 van Verwaltung und Justiz, 28 maart 1941. cbg, archief Calmeyer, dossier Men- des de Leon (doos 117). 151. Frank en Charles Mendes de Leon, ‘Historischer Ueberblick’. Addendum bij hun brief van 28 maart 1941 aan de generaal-commissaris voor Verwaltung und Justiz. cbg, archief Calmeyer, dossier Mendes de Leon. 152. Bart Wallet, ‘Het Réveil als “joodse Hervorming”’, in: Fred van Lieburg, Opwekking van de natie. Het protestantse Réveil in Nederland (Hilversum 2012) 185- 210, aldaar 191. 153. Het is mogelijk om het Réveil, de orthodox-protestantse stroming waar- van Isaäc da Costa een van de spilfiguren was, in bepaalde opzichten als een ‘Joodse Hervorming’ te zien. Wallet, ‘Het Réveil als “joodse Hervorming”’, 185- 210. 154. Meijer, Isaac da Costa’s weg naar het christendom, 83-87. Het is volgens Jaap Meijer uiteindelijk nooit tot een officieel onderzoek door de Hoge Raad van Adel gekomen, waarschijnlijk omdat het Da Costa niet was gelukt om genoeg bewij- zen voor zijn adellijke afstamming over te leggen. 155. Ibidem, 79. 156. Nota van Calmeyer ‘Anlage zum Rechenschaftsbericht 24.3.31’, 1. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1499; nota van Calmeyer ‘Vermerk betreffend das Problem: praesumptio juris et de jure’, 16 juni 1941. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1499. 157. In de discussie over dit probleem werd gesproken over praesumptio juris et de jure (onweerlegbaar rechtsvermoeden) of praesumptio juris tantum (weerleg- baar rechtsvermoeden). Stuldreher, De legale rest, 104-109; Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 91-93; Mathias Mittelberg, Judenrecht, Judenpolitik und der Jurist Hans Calmeyer in den besetzten Niederlanden 1940-1945 (Göttingen 2005) 223-225. 158. Nota van Calmeyer ‘Anlage zum Rechenschaftsbericht 24.3.31’, 1. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1499; nota van Calmeyer ‘Vermerk betreffend das Problem: praesumptio juris et de jure’, 16 juni 1941. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1499. 159. Brief Calmeyer aan secretaris-generaal Frederiks (Binnenlandse Zaken), 19 juni 1941. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1499. 160. Brief van Calmeyer aan G.J. Roes, 25 juni 1941. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1499. 161. Notitie van Calmeyer, 19 juni 1941. cbg, archief Calmeyer, dossier Teixei- ra de Mattos. De brief met de vraag om een stamboom werd een dag later verzon- den. 162. Brief van Kwast aan Calmeyer, 8 juli 1941. cbg, archief Calmeyer, dossier Teixeira de Mattos. 163. Conceptbrief bureau Binnenlands Bestuur van het departement van Bin- nenlandse Zaken aan de burgemeester van Den Haag, 9 juli 1941, gevolgd door talrijke andere documenten. cbg, archief Calmeyer, dossier Teixeira de Mattos.

611 noten hoofdstuk 5

164. Brief van het bureau Binnenlands Bestuur van het departement van Bin- nenlandse Zaken, 11 juli 1941. cbg, archief Calmeyer, dossier Mendes de Leon. In verschillende documenten wordt ook melding gemaakt van een gunstige beslis- sing ten aanzien van een verzoekschrift van een lid van de familie Ricardo. Brief E.F. Moresco aan A.P. Bauer, 28 december 1941. niod, toeg.nr. 860, inv.nr. 129; brief W.A. Mendes da Costa aan L. Spanjaard-Weil, 20 januari 1942. Privéarchief familie Spanjaard. 165. Brief van Calmeyer aan E. Althaus (chef afdeling Overheidspersoneel, Ministerialreferat Innere Verwaltung), 26 juli 1941. cbg, archief Calmeyer, dos- sier Mendes de Leon. 166. Brief van Calmeyer aan dr. Zunft (Ministerialreferat Innere Verwaltung), 5 augustus 1941. cbg, archief Calmeyer, dossier Mendes de Leon. 167. Brief van E. Moresco aan S. van Oyen, 17 oktober 1941. niod, toeg.nr. 860, inv.nr. 129. 168. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 108-110. 169. Brief van Calmeyer aan Ten Cate, 9 oktober 1941. niod, toeg.nr. 20, inv. nr. 1538. 170. Bezwaarschrift van Kymmel aan de rijkscommissaris, 3 november 1941. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 76. 171. Brief van B. Nienhuis aan J. Denucé, 25 december 1941, waarin hij Denucé bedankt voor zijn brief van 10 oktober 1941. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 69. 172. Brief van J. Denucé aan prof. dr. J.L. Pierson, 5 april 1941. niod, toeg. nr. 20, inv.nr. 1526. Prof. Pierson, een bekend fascist die op goede voet stond met Mussolini, had een Portugees-Joodse grootmoeder: Rachel Mendes de Leon. Net als de broers Mendes de Leon had hij in het voorjaar van 1941 samen met zijn broer een succesvolle poging gedaan om van zijn status gii af te komen. Helaas is zijn bezwaarschrift niet bewaard gebleven bij de Calmeyer-archieven op het cbg en het niod. Over Pierson zie ook niod, toeg.nr. 248-1317 (Pierson). 173. Over De Beneditty zie Peter Manasse, ‘Nochem de Beneditty’, in: Renate Fuks-Mansfeld e.a. (red.), Joden in Nederland in de twintigste eeuw. Een biografisch woordenboek (Utrecht 2007) 18-19; Ton van den Brandt, De rechtbank en de stad (Amsterdam 2006) 47-49; Derk Venema, Rechters in oorlogstijd. De confrontatie van de Nederlandse rechterlijke macht met nationaal-socialisme en bezetting (Den Haag 2007) 301; Peter Kop, Slachtoffers van het Duitsche geweld (Nijmegen 2014) 34-40. 174. Concept-notulen Kerkenraad pig, 10 november 1941. saa, toeg.nr. 334A, inv.nr. 226E. 175. De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 5-1 (’s- Gravenhage 1974) 534-535. 176. Deze brief is afgedrukt in Pauline Micheels, Geen vogel kan van louter

612 noten hoofdstuk 5 fluiten leven. Vereniging van Letterkundigen 1905-2005(Amsterdam/Antwerpen 2006) 72. 177. De Jong, Het Koninkrijk 5-1, 544-558. 178. Tegen het einde van het jaar zou via officiële overlijdensberichten en de il- legale pers inderdaad algemeen bekend worden dat bijna alle Nederlandse gevan- genen van Mauthausen waren overleden. Zie Bart van der Boom, ‘Wij weten niets van hun lot’. Gewone Nederlanders en de Holocaust (Amsterdam 2012) 158-163. 179. Brief A.W. Kymmel aan B. Nienhuis, z.d. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 71; conceptbrief Seline Nienhuis-Teixeira d’Andrade, z.d. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 74. Zie ook Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 127-128. 180. Brief van Y.H.M. Nijgh aan A.N. Kotting, 8 juli 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg; map correspondentie; H.P. van den Aardweg en J.P.J.C. Hüll- strung, ‘Krimpen, Mr. Hendrik van’, Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Neder- landen in woord en beeld. Nederlanders en hun werk (Amsterdam 1938) 857-858. 181. Nijgh, ‘Genealogie gedurende de bezetting’, 225. Waarom Nijgh in het bij- zonder in oude Portugese geslachten geïnteresseerd was, is onbekend; ook zijn kinderen tasten wat dit betreft in het duister. Telefoongesprek met Nijghs zoon Philip Nijgh, 23 januari 2014; e-mail van Nijghs dochter Dorothée de Sampayo Garrido-Nijgh, 3 februari 2014. 182. Hans Calmeyers vader behoorde tot het protestantse Bildungsbürgertum. Zie Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 20; Martien Nijgh behoorde tot een Haagse patriciërsfamilie. 183. Brief Y.H.M. Nijgh aan H.G. Calmeyer, 5 augustus 1943. Nijgh vroeg aan Calmeyer het boek Het portret door de eeuwen van Just Havelaar terug te geven, omdat hij het aan iemand anders wilde uitlenen. gdh, toeg.nr. 780, doos 368 cor- respond. algemeen 1/4/1943-23/11/1945. 184. Dagboek 18/9/1941 – 11/6/1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 12/7918 Dagboe- ken van Acta 1937-1943. Nijgh werd ook door Seline Nienhuis-Teixeira d’Andrade aangesteld als opvolger van Kymmel. Brief Y.H.M. Nijgh aan B. Nienhuis, 2 fe- bruari 1942. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 74. 185. De Misthoorn. Onafhankelijk en Onpolitiek Orgaan tot Wering van den Joodschen Invloed. Officieel Orgaan van het Comité tot Bestudeering van het Jood- sche Vraagstuk, 1 november 1941. 186. Dagboek 18/9/1941-11/6/1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 12/7918. Dagboe- ken van Acta 1937-1943. 187. Brief van de secretaris-generaal van het departement van Binnenlandse Zaken aan ‘de gemeentebesturen’, 5 juni 1941. Ghetto Fighters’ House Museum (Israël), catalogusnr. 1956, ‘Holland section’. 188. Staat van inlichtingen ten behoeve van een onderzoek naar de afstam- ming, 15 april 1942. cbg, collectie-Nijgh, map Jessurun d’Oliveira.

613 noten hoofdstuk 5

189. Mededeling op de kwartierstaat van Abraham Elia Jessurun d’Oliveyra. cbg, collectie-Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 190. Dit uittreksel wordt op Eli d’Oliveira’s kwartierstaat wel vermeld, maar is niet bewaard gebleven. cbg, collectie-Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 191. Supplement iii op den kwartierstaat van den heer Abraham Elia Jerssu- run d’Oliveyra. cbg, collectie-Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 192. Bijlage iii van supplement iii op den kwartierstaat Abraham Elia Jessu- run d’Oliveyra. cbg, collectie-Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 193. Da Silva Rosa, Geschiedenis der Portugeesche Joden te Amsterdam, 62. Over Balthasar (Isaac) Orobio de Castro zie Kaplan, From Christianity to Judaism. 194. Bijlage ii op den kwartierstaat van den heer Abraham Elia Jessurun d’Oliveyra. cbg, collectie-Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 195. Cecil Roth, ‘Lindo’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik, Encyclopae- dia Judaica 13, 2e editie (Detroit 2007) 28. 196. Kwartierstaat van Abraham Elia Jessurun d’Oliveyra. cbg, collectie- Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 197. J.M.J. Hemels, ‘Vaz Dias, Mozes (1881-1963)’ in: Biografisch Woordenboek van Nederland. url: http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lem- mata/bwn3/vazdias; J.J. Vaz Dias, De rode draad. Een familiegeschiedenis 1492-1945 (z.p. 2002) 103-104, 140-141. 198. Vaz Dias, De rode draad, 108-113. 199. Brief van M. Vaz Dias aan Y.H.M. Nijgh, 26 juli 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg (’42). 200. Brief van A.E. d’Oliveira aan Y.H.M. Nijgh, 17 augustus 1942. cbg, col- lectie-Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 201. E. d’Oliveira, Lodewijk van Deyssel. Een onderzoek naar de grondslagen en de betekenis van zijn stijlvormen (ongepubliceerd) 154-162. Een hoofdstuk uit het ongepubliceerde proefschrift werd in 1965 opgenomen in het literaire tijdschrift Merlyn: E. d’Oliveira, ‘De betekenis van de organische minderwaardigheid voor Van Deyssels stijl’, Merlyn. Tweemaandelijks Literair Tijdschrift 3 (1965) 2-28. 202. Brieven van E. d’Oliveira aan Y.H.M. Nijgh, 24 september 1942, 18 no- vember 1942 en 27 maart 1943. cbg, collectie-Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. 203. Verklaring van ds. P. van der Veer, 15 september 1942. cbg, collectie- Nijgh, map Jessurun d’Oliveira. Ds. P. van der Veer (1886-1962) was een leeftijd- genoot van Eli. Hij gold als een actieve sociaaldemocraat die onder andere voor de Volksuniversiteit lezingen over ‘de psychologie van het socialisme’ had ver- zorgd – een onderwerp waarmee Eli zich ook intensief had beziggehouden. Het is dus niet ondenkbaar dat ze elkaar al een tijdlang kenden. Over P. van der Veer zie Het Vaderland, 26 november 1930, bij zijn aantreden als voorganger van De Vrije Gemeente.

614 noten hoofdstuk 5

204. Nijgh, ‘Genealogie gedurende de bezetting’, 227. 205. E. d’Oliveira, ‘Aide-mémoire voor Mr. Nijgh’, z.d. gdh, toeg.nr. 780, doos 165 (diversen 4195-41114), map ‘für Jessurun d’Oliveira’. 206. Brief van E. d’Oliveira aan Y.H.M. Nijgh, 6 maart 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg (’42). 207. Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 64; Kaplan, ‘The self-definition of the Sephardic Jews of Western Europe’, 53. 208. Peter Gay, Freud, Jews, and Other Germans. Masters and Victims in Moder- nist Culture (New York 1978) 149-154. 209. Gans, De kleine verschillen die het leven uitmaken, 208-209. 210. Sara Vaz Dias-Colaço Osorio zou diezelfde maand nog worden vermoord in een Duits concentratiekamp. J.J. Vaz Dias, De rode draad, 175. 211. Mededeling van Ulli d’Oliveira, 6 februari 2014; Elligens, Alles op zijn plaats, 11. 212. Margarethe Leo, ‘Erinnerungen 1886-1955’, 132c. 213. Presser, Ondergang ii, 64. 214. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 172-174. 215. Margarethe Leo, ‘Erinnerungen 1886-1955’, 133-135. 216. Stuldreher, De legale rest, 397. Gemengd gehuwde Joden met kinderen ontvingen in september 1942 een Sperre op grond van een verklaring van hun ge- mengde huwelijkse staat. Studreher, De legale rest, 293. 217. In zijn promotieonderzoek naar gemengd gehuwden onder de Duitse be- zetting schrijft Coen Stuldreher dat de voortdurende dreiging die van de vervol- ging uitging ‘voor de gemengd gehuwden niet minder [was] dan voor de zoge- naamde “voljoden”’. Stuldreher, De legale rest, 399. 218. Zie bijvoorbeeld ‘Nieuwe maatregelen tegen de joden aangekondigd’, Het Vaderland, 29 juni 1942. 219. De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 6-1 (’s- Gravenhage 1975) 1-4; Guus Meershoek, Dienaren van het gezag. De Amsterdamse politie tijdens de bezetting (Amsterdam 1999) 232-236. 220. Voor voorbeelden van oproepformulieren zie niod, toeg.nr. 250i, inv.nr. 185. 221. Het Joodsche Weekblad, 14 juli 1942. 222. Over het schrikbeeld van Mauthausen zie Van der Boom, ‘Wij weten niets van hun lot’, 162-163. Hij noemt overigens een aantal van vijfhonderd Joodse gear- resteerden bij de razzia van 14 juli 1942. Ibidem, 190. 223. Willy Lindwer i.s.m. Johannes Houwink ten Cate, Het fatale dilemma. De Joodsche Raad voor Amsterdam 1941-1943 (Den Haag 1995) 25. 224. Brief van Y.H.M. Nijgh aan H. van Krimpen, 18 juli 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’.

615 noten hoofdstuk 5

225. Presser, Ondergang i, 465. Zie voor Sluzker en zijn rol in de eerste maand van de massadeportaties ook Mark Schellekens, Walter Süskind. Hoe een zaken- man honderden Joodse kinderen uit handen van de nazi’s redde (Amsterdam 2011) 41-48. 226. Brief H. van Krimpen aan Y.H.M. Nijgh, 19 juli 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 227. Brief H. van Krimpen aan Y.H.M. Nijgh, 21 juli 1942, met als bijlage een handgeschreven notitie n.a.v. de bespreking van Sluzker met Aus der Fünten. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 228. Liste der Personen jüdisches Blutes, deren genealogische Abstammung auf Grund von eigenen Anträgen oder auf Grund Vorstellungen amtlicher deutscher Stel- len bei der Abt. Innere Verwaltung des Generalkommissars für Verwaltung und Justiz, sich noch in Prüfung befindet. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1514; Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 112-113. 229. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 230. niod, toeg.nr. 250i, inv.nr. 687. 231. Petra van den Boomgaard, ‘Survival of the holocaust through legal eva- sion. Three perspectives on the Calmeyer procedure in the Netherlands’. MA- scriptie Universiteit van Amsterdam (2012) 52. 232. Ruth van Galen-Hermann, Calmeyer, dader of mensenredder? Visies op Cal- meyers rol in de jodenvervolging (Soesterberg 2009) 106-121. 233. Aardweg, H.P. van den, en J.P.J.C. Hüllstrung, ‘Beelaerts van Blokland- Jessurun, Mr. Benvenida Rosa Jacoba’, Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Ne- derlanden in woord en beeld (Amsterdam 1938) 1698. 234. Website Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie. url: http:// www.rkd.nl/rkddb/(S(n0lwgi3kl1l1a4b0ztncsjlv))/detail.aspx (geraadpleegd op 2 juli 2013). 235. Brief van H. van Krimpen aan N. de Beneditty, 22 oktober 1941. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map correspondentie. Het afschrift van de brief is abusievelijk gedateerd 22 oktober 1942. 236. Brief van N. de Beneditty aan B. Nienhuis, 25 oktober 1941. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 119. 237. Concept-bezwaarschrift, 13 november 1941. niod, toeg.nr. 249-364D, inv.nr. a5. 238. In het naoorlogse proces tegen Anton Mussert zou diens advocaat, mr. C.R.C. Wijckerheld Bisdom, naar voren brengen dat Mussert ‘zich de moeite heeft gegeven voor de Portugeesche [...] Joden’. Wellicht is deze opmerking te verklaren vanuit het contact dat er tussen De Beneditty en Mussert is geweest. Zie Het proces Mussert, Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Bronnenpubli-

616 noten hoofdstuk 5 caties; 4. Processen; 3 (’s-Gravenhage 1948) 107. 239. Notulen Hoofdcommissie voor de Zaken van het Port.Isr. Kerkgenoot- schap, 21 januari 1934. saa, toeg.nr. 334A, inv.nr. 120. Een pleidooi voor het gedo- gen van de nieuwe fascistische stroming had De Beneditty overigens niet alleen gehouden in de vergadering van de Hoofdcommissie, maar ook in een uitvoerige beschouwing in het filosofische tijdschrift Denken en Leven. Zie N. de Beneditty, ‘Wijsbegeerte en politiek. Een staatkundig-philosophische studie over onze vrij- heidsrechten’, Denken en Leven. Tweemaandelijksch Tijdschrift 9 (1934) 1-28. 240. Concept-bezwaarschrift, 13 november 1941. niod, toeg.nr. 249-364D, inv.nr. a5. 241. De door De Beneditty bedoelde commissie bestond, naast hemzelf, uit I.E. Drievoet, J.E. Gerzon, M. Goldenberg en J. Samuel. Gedurende de jaren der- tig hadden zij gezamenlijk enkele ingezonden brieven in kranten geschreven en lezingen georganiseerd ‘om het nationale gevoel te versterken’. Deze leverden weinig controverses op. 242. Klijn en Te Slaa, De nsb, 189-190, 759. 243. Brief van N. de Beneditty aan B. Nienhuis, 14 november 1941. saa, toeg. nr. 788, inv.nr. 119. 244. Staten van betaalde sommen t.b.v. de aktie, november 1941 – februari 1942. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 120. 245. Brief van N. de Beneditty aan B. Nienhuis, 14 november 1941. saa, toeg. nr. 788, inv.nr. 119. 246. Brief van Y.H.M. Nijgh aan L.M.I.L. van Taalingen-Dols, 2 januari 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’; zijn stadgenoot Van der Flier benaderde Nijgh waarschijnlijk mondeling. 247. Brief van L.M.I.L. van Taalingen-Dols, M.J. van der Flier en Y.H.M. Nijgh aan J. Denucé, 19 februari 1942. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1524. 248. R.P.W. Visser, ‘Bemmelen, Johan Frans van (1859-1956)’, Biografisch Woordenboek van Nederland. url: http://www.historici.nl/Onderzoek/Projec- ten/bwn/lemmata/bwn5/bemmelen; Noordman, Om de kwaliteit van het nage- slacht, 101-102. 249. Dit blijkt uit een latere brief van Nijgh aan Van der Flier, 3 september 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 250. Brief van Nijgh aan J.F. van Bemmelen, z.d. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘anthropologische verklaringen’. 251. Brief van J.F. van Bemmelen aan M.J. van der Flier, Y.H.M. Nijgh en L.M.I.L. van Taalingen-Dols, 19 maart 1942. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1525. 252. Ibidem. Van Bemmelens schoonzoon Adolf Mahr, een diplomaat in dienst van het Auswärtiges Amt, vond in november 1942 ook dat zijn schoonvader wat dit betreft ‘te weinig kennis van zaken heeft en bovendien te oud is’. Brief van H.

617 noten hoofdstuk 5 van Krimpen aan Y.H.M. Nijgh, 14 november 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 253. Brief L.M.I.L. van Taalingen-Dols aan M.J. van der Flier, 27 april 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 254. Interview met André Cohen Henriquez (achterneef van Percy Cohen Henriquez), 8 februari 2013. 255. De auteursnaam bleef in het rapport onvermeld, maar uit verschillende brieven in het archief Nijgh blijkt dat Cohen Henriquez het rapport had geschre- ven. Zie bijvoorbeeld de brief van Voetelink aan Nijgh, 30 april 1942; de brief van Nijgh aan Cohen Henriquez, 30 april 1942; de brief van Cohen Henriquez aan Nijgh, 2 mei 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. Vgl. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 131. Zij gaat er ten onrechte van uit dat antropo- loog Arie de Froe dit historische rapport had opgesteld. 256. [Percy Cohen Henriquez], ‘De afkomst der dusgenaamde Portugeesche Joden’, z.d., 7. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1525. 257. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Joodse auteur J.J. Dalberg, die in 1940 in zijn bijdrage voor het overzichtswerk Geschiedenis der Joden in Nederland opvallend genoeg schreef: ‘Onder de invloed van de geestelijkheid ontstonden in 1412 ordonnantiën, die ongeveer als model voor de Neurenburgse wetten konden worden beschouwd.’ Hij vergiste zich hier overigens in het jaartal: in 1449 wer- den de eerste ‘limpieza de sangre’-wetten uitgevaardigd. Zie J.J. Dalberg, ‘Ver- drijving der Joden uit Spanje en Portugal; Marranen en Joden in de Nederlanden in de zestiende eeuw’, in: Hk. Brugmans en A. Frank (red.), Geschiedenis der Joden in Nederland (Amsterdam 1940) 201-270, aldaar 158-159. Zie voor een recentere vergelijking tussen beide antisemitische modellen Yerushalmi, Assimilation and Racial Anti-Semitism. 258. [Cohen Henriquez], ‘Afkomst der dusgenaamde Portugeesche Joden’, 22. 259. Ibidem. Cohen Henriquez beschreef hier in feite het mechanisme dat in moderne historiografie een ‘double bind positie’ wordt genoemd: buitenstaan- ders accepteren het (doorgaans stereotiepe) beeld dat de dominante groep over hen heeft. Om in de dominante groep te worden opgenomen, doen ze er alles aan om zich aan dit beeld te onttrekken. Toch zal de dominante groep volhouden dat zij onderhuids altijd als de buitenstaanders zullen blijven. Zie Gilman, Jewish Self- hatred, 2-4; Gans, De kleine verschillen die het leven uitmaken, 207. 260. [Cohen Henriquez], ‘Afkomst der dusgenaamde Portugeesche Joden’, 22. 261. Ibidem, 23. 262. Yovel, The Other Within, 78-102. 263. [Cohen Henriquez], ‘Afkomst der dusgenaamde Portugeesche Joden’, 21. 264. Da Silva Rosa, Geschiedenis der Portugeesche Joden x-xiii; Dalberg, ‘Ver- drijving der Joden uit Spanje en Portugal, 159.

618 noten hoofdstuk 5

265. Brief Y.H.M. Nijgh aan N. Kotting, 8 juni 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 266. Brief N. de Beneditty aan B. Nienhuis, 3 juli 1942. saa, toegnr. 788, inv.nr. 119. 267. Verhandeling van N. de Beneditty betreffende de positie van de Portugese Joden en de noodzaak van assimilatie van de Asjkenazische Joden, [1942], 12-13. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 137. 268. Verhandeling De Beneditty, 55. 269. Ibidem, 12-13. 270. Ibidem, 49. De Beneditty dacht in dit verband vooral aan een van Bollands trouwste leerlingen, Ester Vas Nunez. 271. Ibidem, 61. 272. Zie over dit begrip Evelien Gans, Jaap en . Een joodse geschiede- nis 1912-1956 (Amsterdam 2008) 376; Idem, Gojse nijd & joods narcisme, 30-32. 273. Verslag van een vertegenwoordiger van de raadslieden van de Portugese Joden in Nederland van een onderhoud met dr. J. Denucé, 15 september 1942. ni- od, toeg.nr. 249-364D, inv.nr. a3. De Belgische archivaris zou uiteindelijk begin 1944 overlijden. Brief van een Militär­sbefehlshaber (naam onbekend) aan Cal- meyer, 4 maart 1944. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1526. 274. Brief van Y.H.M. Nijgh aan H. van Krimpen, 27 april 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 275. Brief van A.N. Kotting aan Y.H.M. Nijgh, 1 mei 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 276. Verklaring C.U. Ariëns Kappers, z.d. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1525. 277. Ariëns Kappers, An Introduction to the Anthropology of the Near East, 65. 278. Brieven van Kotting aan Nijgh, 28 mei, 3 juni, 18 juni en 23 juni 1942; brie- ven van Nijgh aan Kotting, 2 en 6 juni 1942; brief van Ariëns Kappers aan Kotting, 18 juni 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. De dis- cussie ging met name over het feit dat Cohen Henriquez in zijn historisch expo- sé onderscheid maakte tussen de Sefardiem die vanuit Spanje naar Griekenland en Noord-Afrika waren getrokken en de rassenkundig van hen te onderscheiden groep van Portugese Joden in Nederland, die zich eerst met de christelijke be- volking van het Iberisch Schiereiland had vermengd. Ariëns Kappers kende de- ze historische achtergrond niet. Dat gaf vertraging, want Kotting begreep in zijn brief aan Nijgh op 3 juni 1942 dat ‘wijzigingen in de tekst met omzichtigheid moe- ten worden aangebracht, waar wij zhg toch moeilijk kunnen laten teekenen van hem niet uit eigen wetenschap bekend is’. 279. Brief van Kotting aan Hartenlust, Van Heuven, Nijgh, Van der Flier, De Beneditty, M.S. Vaz Dias en Nienhuis, 5 juni 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’.

619 noten hoofdstuk 5

280. M.C. Jansen, ‘Grondijs, Lodewijk Hermen (1878-1961)’, Biografisch Woordenboek van Nederland. url: http://www.historici.nl/Onderzoek/Projec- ten/BWN/lemmata/bwn4/grondij 281. Brief Nijgh aan Kotting, 8 juni 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 282. Concept van een brief aan een aantal Nederlandse hoogleraren, 4 juni 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. De brief zou uit- eindelijk op 26 juni 1942 aan de hoogleraren worden verstuurd. 283. Volgens Van Krimpen antwoordden veel hoogleraren ‘zeer dikwijls in een vorm die voor ons doel weinig bruikbaar is’. Brief van Van Krimpen aan Van der Flier, Nijgh, Van Heuven en Hartelust, 6 juli 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 284. J.J.M. van der Ven, ‘Rengers Hora Siccama, jhr. Duco Gerrold (1876- 1962)’, Biografisch Woordenboek van Nederland. url: http://www.historici.nl/ Onderzoek/Projecten/bwn/lemmata/bwn1/rengers. Over Rengers Hora Sicca- ma zie ook Venema, Rechters in oorlogstijd, 79-84. 285. Brief van D.G. Rengers Hora Siccama aan Van Krimpen, juli 1942. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1527. 286. Brief van Van Krimpen aan De Beneditty en Nienhuis, 15 juli 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 287. Brief van Nijgh aan Van Krimpen, 18 juli 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 288. Van der Ven, ‘Rengers Hora Siccama, jhr. Duco Gerrold (1876-1962)’. 289. Deze kritiek werd expliciet vermeld in de brief van E. Moresco aan mej. Van Oyen, 17 oktober 1941. niod, toeg.nr. 860, inv.nr. 129. 290. Middelberg, Judenrecht, 312. In het verslag van Stüler over zijn bezoek aan Berlijn schreef hij niets over de Portugezenkwestie. 291. Nota Rajakowitsch, 8 december 1941. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1262. 292. Dit blijkt uit een brief van Mayer aan Harster, 27 augustus 1943. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1262. 293. Zie over Mayer en zijn instituut Thomas Pegelow, ‘Determining “people of German blood”, “Jews” and “Mischlinge”. The Reich Kinship Office and the competing discourses and powers of Nazism, 1941-1943’, Contemporary Euro- pean History 15 (2006) 43-65; Eric Ehrenreich, The Nazi Ancestral Proof. Genea- logy, Racial Science, and the Final Solution (Bloomington/Indianapolis 2007) 78- 120. 294. Helmut Heiber, Walter Frank und sein Reichsinstitut für Geschichte des neu- en Deutschlands (Stuttgart 1966) 446. 295. Brief van Nijgh aan Van Krimpen, 18 juli 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’.

620 noten hoofdstuk 5

296. Over Eugen Fischer en zijn instituut zie Frits Boterman, ‘Wetenschap en nationaal-socialisme: een duivelspact? Eugen Fischer, Fritz Lenz en het Kaiser- Wilhelm-Institut für Anthropologie, menschliche Erblehre und Eugenik’, in: Ido de Haan e.a. (red.), Het eenzame gelijk. Hervormers tussen droom en daad 1850-1950 (Amsterdam 2009) 141-154. 297. Zie bijvoorbeeld de uitgebreide declaratie van Van Krimpen bij de Portu- gese commissie, 19 oktober 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘declara- ties/rekeningen Portugezen’. 298. Brief van Van Krimpen aan Kotting, 8 juli 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 299. Brief van Van Krimpen aan Nijgh, 1 september 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 300. Brief van Van Krimpen aan Nijgh, 15 november 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 301. Brief van Nienhuis aan Van Krimpen, 21 mei 1942. saa, toeg.nr. 788, inv. nr. 119. 302. Nijgh schreef aan zijn Amsterdamse collega Van Heuven dat door de Am- sterdamse cliënten ‘een sterken aandrang’ was uitgeoefend. Nijgh aan Van Heu- ven, 20 juli 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 303. Rekwest van Nijgh (mede uit naam van Van Krimpen, Van der Flier en Van Heuven) aan de rijkscommissaris (afdeling Verwaltung und Justiz), 13/6/1942. niod toeg.nr. 20, inv.nr. 1524. Nederlandstalige conceptversies bevinden zich in gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 304. Voor Emmy J. Belinfante zie Divendal en Lakmaker, Emmy J. Belinfante 1875-1944. Hierin staat op p. 209 wel het bewuste rekwest genoemd, maar de au- teurs schrijven abusievelijk dat de petitie van de Joodse Raad was uitgegaan en dat het om 52 (in plaats van 54) Portugese Joden ging. Ook Loe de Jong noemt in Het Koninkrijk het getal 52. Bovendien schrijft hij dat een van de indieners Henri Polak was, de voormalige andb-leider en oprichter van het nvv. De Jong, Het Koninkrijk 5-2, 1094. Dit is niet correct; een van Van der Fliers cliënten heette wel- iswaar Henri Polak, maar uit een namenlijst uit het archief Nijgh valt op te maken dat deze Henri Polak een weverij had en bovendien zeventien jaar jonger was dan de beroemde Henri Polak. Zie gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘verschil- lende lijsten’. 305. H. Wielek, De oorlog die Hitler won (Amsterdam 1947) 294. 306. Abel J. Herzberg, Kroniek der Jodenvervolging, 1940-1945 (Amsterdam 1985 [1950]) 186; Presser, Ondergang ii, 72; Jozeph Michman, ‘Historiography of the Jews in the Netherlands’, in: Jozeph Michman (red.), Dutch Jewish History. Proceedings of the Symposium on the History of the Jews in the Netherlands (Jeruza- lem 1984) 7-29, aldaar 14; Divendal en Lakmaker, Emmy J. Belinfante, 209.

621 noten hoofdstuk 5

307. Brief van Van Krimpen aan Seyß-Inquart, 1 augustus 1942. niod, toeg. nr. 20, inv.nr. 1527. 308. Brief van Calmeyer aan Schmidt, 26 juni 1942. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1526. 309. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 105. 310. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘verschillende lijsten’. 311. Notulen vergadering van parnassim, 24 juli 1942. saa, toeg.nr. 334A, inv. nr. 266E. 312. De eerste lijst is van 21 juli 1942. Hierop stonden Elsa en Jaap d’Oliveira, evenals Louise d’Oliveira-Lopes Cardozo. Eli d’Oliveira stond om onbekende re- denen pas per 15 augustus 1942 op de lijst. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1514. Zie ook de brief van de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters aan Nijgh, 15 juni 1943, waarin werd teruggekomen op de belofte van de advocaten om spoedig een be- zwaarschrift voor hun cliënten in te dienen. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 313. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 133. 314. De juriste Ruth van Galen-Herrmann (1926-2013), zeer pro-Calmeyer, was van deze uitleg overtuigd. Van Galen-Herrmann, Calmeyer. Dader of mensen- redder?, 105. Geraldien van Frijtag legt daarentegen meer nadruk op Calmeyers wisselvalligheid. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 133. 315. Brief Calmeyer aan Schmidt en Gruffke, 6 augustus 1942. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1524. 316. Na de oorlog bleek dat Voetelink in nauw overleg met de Duitsers drie- maal naar Portugal is afgereisd in verband met een dubieuze conversie van de- viezen, die uiteindelijk aan de Nederlandse staat schade heeft berokkend. Bij het niod bevindt zich een uitgebreid strafdossier over Voetelink. niod, toeg.nr. 248-1810 (Voetelink). 317. Diverse correspondentie tussen Nijgh, Van Krimpen, Voetelink en Percy Cohen Henriquez, augustus-september 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘Voetelink’. 318. Brief Kotting aan Nijgh, 6 januari 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 319. Over Voûtes achtergrond zie A.J.J. Meershoek, ‘Voûte, Edward John (1887-1950)’, Biografisch Woordenboek van Nederland. url: http://www.historici. nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn5/vote; Peter Romijn, Burgemees- ters in oorlogstijd. Besturen tijdens de Duitse bezetting (Amsterdam 2006) 253-256; Harm Kaal, Het hoofd van de stad. Amsterdam en zijn burgemeester tijdens het in- terbellum (Amsterdam 2008) 249-250. Voûte had al in december 1941 een onder- houd gehad met de Portugees-Joodse advocaat A. Robles, die bij Voûte had be- pleit dat hij rassenkundig niet als Jood moest worden gezien. In het vervolg op dit

622 noten hoofdstuk 5 gesprek had Robles aan Voûte een literatuurlijst over de geschiedenis van de Se- fardiem gezonden, waarin hij onder andere verwees naar het werk van Houston Stewart Chamberlain en de brief van Isaac de Pinto aan Voltaire. Voûte was dus goed op de hoogte van de problematiek. Brief van A. Robles aan E.J. Voûte, 29 de- cember 1941. niod, toeg.nr. 216-b, inv.nr. 172. 320. Brief van Kotting aan Nijgh, 15 augustus 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. De historicus Harm Kaal suggereert in zijn dis- sertatie ten onrechte dat Voûte de lijst naar de Zentralstelle stuurde met als be- doeling de daarop vermelde personen te laten deporteren. In dat geval zou er na- melijk geen reden zijn om de Portugezen te scheiden in ‘zuivere’ en ‘Oost-Joods gemengde’ Portugezen. Zie Harm Kaal, Het hoofd van de stad, 252. 321. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘verschillende lijsten’. 322. Rapport betreffende de verdeeling van de door de Portugeesche Gemeen- te opgegeven personen, 14 september 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘verschillende lijsten’. 323. Notulen vergadering parnasiem, 21 augustus 1942. saa, toeg.nr. 334A, inv. nr. 266E; brief van dr. Kindler (Joodse Raad) aan de pig, 19 november 1942. Oor- logsarchief pig (ongeïnventariseerd). 324. Brief van Kotting aan Nijgh, 18 september 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 325. Duitstalige notitie over de groepenindeling van Portugezen, 14 september 1942. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1526. 326. Brief van Voûte aan Lages, 17 september 1942. niod, toeg.nr. 216-b, inv. nr. 172; brief van Kotting aan Nijgh, 18 september 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 327. Cohen, ‘Interview met Wimmer’, 347. 328. Ibidem, 364. Na de oorlog heeft Calmeyer bovendien verklaard dat – tot zijn verwondering – de president van de Deutsche Handelskammer A. Flesche op eigen initiatief demarches had uitgevoerd om Schmidt te overtuigen. niod, toeg.nr. 249-364D, inv.nr. a1. Hier zal hebben meegespeeld dat Flesche een goede bekende was van Johan Voetelink en samen met hem de conversie van Portugese deviezen bewerkstelligde. Zie niod, toeg.nr. 248-1810 (Voetelink). Zie over Fle- sche ook Middelberg, Judenrecht, 314-315. 329. Verslag van de bespreking van 13 oktober 1942 door Calmeyer aan Schmidt, 13 oktober 1942. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1507. 330. Niederschrift über die Besprechung bei dem Herrn Reichskommissar am 16.10.1942 betr. Sortierung der Juden. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1315; Vermerk be- tr. Juden und Rechtstellung aussortierte Juden, 16 oktober 1942. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1507. In dit laatste document wordt niet over ongeveer 400, maar over 362 Portugese Joden gesproken.

623 noten hoofdstuk 5

331. Brief van Calmeyer aan Harster, 24 november 1942. niod, toeg.nr. 20, inv. nr. 1527. 332. Zie bijvoorbeeld brieven van Kotting aan De Waard, 15 januari en 22 fe- bruari 1943. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1527. 333. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 135. 334. Interview van Geraldien von Frijtag met Jaap van Proosdij, 2 mei 2004. United States Holocaust Memorial Museum, toeg.nr. 2004.582, inv.nr. RG- 50570*0001. 335. Zie bijvoorbeeld een brief van Van Proosdij aan Nijgh, 14 oktober 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 336. Liste von Personen portugiesischer Abstammung ohne ostjüdische Bei- mischung und nicht mit Ostjuden verheiratet. ii Fassung (vom 1.3.1943), 1 maart 1943. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1262. 337. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 167. 338. Brief van S.R. de Miranda aan Nijgh, 19 april 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie Schrieke’. In deze brief wordt per abuis ge- sproken van de ‘Portugese legatie in Berlijn’, en niet van het Portugese consulaat in Brussel. 339. Brief van Otto Bene (vertegenwoordiger Auswärtigen Amt) aan Harster, 6 mei 1943; verslag van een medewerker van iv b 4, 24 mei 1943. niod, toeg. nr. 77, inv.nr. 1262. 340. Brief van Kotting aan Nijgh, 15 mei 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie Schrieke’. 341. Brief van Eduard Belinfante aan August David Belinfante, 24 mei 1943. Familiearchief Belinfante, in bezit van J.C.E. Belinfante (Amsterdam). 342. ‘Liste de personnes d’origine Portugaise, demeurant avec leurs familles dans les Pays-Bas et désiderant s’établir au Portugal’. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1526. 343. Brief van mr. J. Querido aan Nijgh, 26 november 1945. gdh, toeg.nr. 780, doos 368 ‘correspondentie alg. 1/4/1943-23/11/1945’. M.S. Vaz Dias verklaarde na de oorlog in een zitting van de Kerkenraad van de pig dat onlangs uit een brief van Cascas was gebleken ‘dat deze Heer slechts een eenvoudige ambtenaar is’, en dus niets kon uithalen bij de Portugese regering. Notulen van een vergade- ring van de Kerkenraad van de pig, 16 december 1945. saa, toeg.nr. 334A, inv.nr. 1673. 344. ‘Vermerk betr. Rückstellungsliste’, 17 juni 1943. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1514. 345. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 90 en 95. 346. Brief van de rib aan Nijgh, 15 juni 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’.

624 noten hoofdstuk 5

347. Enquêtecommissie regeringsbeleid 1940-1945. Verslag houdende de uitkom- sten van het onderzoek 7c (’s-Gravenhage 1955) 343; ‘Onderhoud van Prof. Presser met Dr de Froe, betreffende de levering van valse afstammingen voor Joden tij- dens de oorlog’, z.d. niod, toeg.nr. 249-1005, inv.nr. a15, 5-6. 348. Zie o.a. Jaap Cohen, ‘Arie de Froe. Wetenschapper in dienst van de goede zaak’, De Gids 176 (2013), nr. 4, 3-6; Hans Ulrich Jessurun d’Oliveira, ‘Het weten- schappelijk geweten’, De Gids 176 (2013) nr. 4, 7-9. 349. Ariëns Kappers, An Introduction to the Anthropology of the Near East, 62. 350. Formulier t.b.v. antropologisch onderzoek van A. de Froe. saa, toeg.nr. 30265, inv.nr. 648, nr. 157. 351. Antropo-biologisch rapport van C.U. Ariëns Kappers en A. de Froe over A.E. J. d’Oliveyra’, 12 mei 1943. Familiearchief P. Lopes Cardozo, in bezit van L. Kindersley-Lopes Cardozo (Cambridge). 352. In deze periode voerde Nijgh een briefwisseling met ‘oom Henk’ Bijlmer. De antropoloog had namelijk vernomen dat op het departement van Verwal- tung und Justiz het gerucht de ronde deed dat hij was getrouwd met een Jood- se vrouw. Hij vroeg aan zijn neef om dit gerucht tegen te spreken. Dat was met name van belang omdat Bijlmer vreesde dat zijn ‘patiënten’ gedupeerd zouden worden, omdat deze ‘malle geschiedenis’ de status van zijn antropologische rap- porten wellicht aantastte. Nijgh adviseerde Bijlmer vervolgens om zelf een antro- pologisch onderzoek bij zijn vrouw te laten uitvoeren, wat Bijlmer op grond van alleen ‘kletspraat’ een stap te ver vond gaan. sdh, toeg.nr. 780, doos 368 ‘corres- pondentie alg. 1/4/1943-23/11/1945’. 353. Noordman, Om de kwaliteit van het nageslacht, 102. 354. ‘Antropologische Untersuchung von Herrn Abraham Elia Jessurun d’Oliveyra’ door H.J.T. Bijlmer, 7 juni 1943. Familiearchief P. Lopes Cardozo, in bezit van L. Kindersley-Lopes Cardozo (Cambridge). 355. Vier goedgekeurde antropologische portretten van A.E. Jessurun d’Oliveira. Bijlage bij de aide-mémoire voor mr. Nijgh. gdh, toeg.nr. 780, doos 165 (diversen 4195-41114), map ‘für Jessurun d’Oliveira’. 356. Brief van Nijgh aan de rib, 21 juni 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 357. Brief van Calmeyer aan Rauter, Harster en de afdeling iv b 4, 10 juli 1943. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1527. 358. Brief van Nijgh aan Kotting, 26 juli 1943; brief van Nijgh aan M. Lopes Cardozo, 17 augustus 1943; brief van Nijgh aan M.M.G.Th. de Kort, 6 november 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 359. Brief van Calmeyer aan Rauter, 19 augustus 1943; brief van Calmeyer aan Rauter, Harster en afdeling iv b 4, 13 oktober 1943. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1527.

625 noten hoofdstuk 5

360. Op het moment dat Calmeyer hem op de appendix van Härtefälle plaats- te, was Belinfante jr. dus al uit het openbare leven verdwenen. Hij zou de oorlog overleven en hoogleraar staatsrecht worden aan de Universiteit van Amsterdam. Als rector magnificus van deze universiteit kreeg hij in 1969 te maken met een op- stand onder studenten, die het Maagdenhuis bezetten en Belinfante sterk bekri- tiseerden. Ook zou hij auteur worden van een standaardwerk over de bijzondere rechtspleging in Nederland. A.D. Belinfante, In plaats van bijltjesdag. De geschie- denis van de bijzondere rechtspleging in de Tweede Wereldoorlog (Assen 1978). 361. Uit een brief van Van Krimpen aan M.S. Vaz Dias van 5 augustus 1942 blijkt dat de commissie-De Beneditty was gereorganiseerd tot een commissie- Vaz Dias. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. In een brief van 1 februari 1943 aan Nijgh schrijft Van Krimpen dat M. Lopes Cardozo ‘min of meer als de nieuwe leider der Commissie kan worden beschouwd’. gdh, toeg. nr. 780, doos 4183 alg lijsten, map ‘declaraties en rekeningen Portugezen’. 362. Zie noot 101 van hoofdstuk 6. 363. Brief van Van Krimpen aan M. Lopes Cardozo, 1 februari 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg lijsten, map ‘declaraties en rekeningen Portugezen’; zie ook de notulen van een vergadering van de parnasiem met de Portugese com- missie op 9 augustus 1942, waarin Van Krimpen ervoor pleit dat de gemeente zich voortaan officieel met de zaak zal bezighouden. saa, toeg.nr. 334A, inv.nr. 266 E. 364. Brief van Van Krimpen aan B. Nienhuis, 20 oktober 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg lijsten, map ‘declaraties en rekeningen Portugezen’. 365. Zie bijvoorbeeld de brief van Van Krimpen aan M.S. Vaz Dias, 5 augustus 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’; Zie ook brieven van Van Krimpen aan Nienhuis (20 oktober 1942) en M. Lopes Cardozo (1 febru- ari 1943). gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg lijsten, map ‘declaraties en rekeningen Portugezen’. 366. Brief van Van Krimpen aan Nijgh, 1 februari 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg lijsten, map ‘declaraties en rekeningen Portugezen’. 367. Brief van Van Krimpen aan Nienhuis, 20 oktober 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg lijsten, map ‘declaraties en rekeningen Portugezen’. Na de oorlog schatte M. Acohen, lid van de Kerkenraad van de pig, dat de Aktie Portugesia de Gemeente in totaal 100.000 gulden had gekost. Notulen van de vergadering van het Comité General van de Kerkenraad, 23 februari 1947. saa, toeg.nr. 334A, inv. nr. 1710. Over de betalingsperikelen zie ook Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 146- 148. 368. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Renée Kotting-Menko, 31 maart 1996. Joods Historisch Museum, Survivors of the Shoah Visual History Collec- tion, inv.nr. 40000889.

626 noten hoofdstuk 5

369. J. van Proosdij, ‘Mijn werk met Calmeyer aan Portugese en afstammings- zaken’, 3. niod, toeg.nr. 248-271 (Calmeyer). 370. ‘Onderhoud van Prof. Presser met Dr de Froe, betreffende de levering van valse afstammingen voor Joden tijdens de oorlog’, z.d. niod, toeg.nr. 249-1005, inv.nr. a15. 371. A. de Froe, Meetbare variabelen van den menschelijken schedel en hun onder- linge correlaties in verband met leeftijd en geslacht (Amsterdam 1938). 372. Cohen, ‘Arie de Froe. Wetenschapper in dienst van de goede zaak’, 3-6; Jessurun d’Oliveira, ‘Het wetenschappelijk geweten’, 7-9. 373. De Froe raakte bij de Aktie Portugesia betrokken via Ariëns Kappers. Arïens Kappers, Reiziger in breinen, 212. 374. De Rooy, Snijburcht, 232. 375. Interview met Arie de Froe’s zoon Steven de Froe, 27 oktober 2012. 376. Researchmateriaal betreffende deze onderzoekingen bevinden zich in het Amsterdamse Stadsarchief. saa, toeg.nr. 30265, inv.nrs. resp. 612-636, 638-639, 640, 642-646 en 655. 377. Tot de antropologen met deze opvatting behoorden Carl Vogt, Augus- tin Weisbach, Richard Andree, Constantin Ikow, Adolf Neubauer, John Beddoe, Maurice Muret, Samuel Weissenberg, F. Wagenseil en Maurice Fishberg. Deze wetenschappers worden onder anderen besproken in Patai en Wing, The Myth of the Jewish Race, 21-39, en in John M. Efron, ‘Scientific racism and the mystique of Sephardic racial superiority’, Leo Baeck Institute Yearbook 38 (1993) 75-96. 378. De Rooy, Snijburcht, 233. 379. J.A.J. Barge, ‘Anthropologie’, in: S.A. Steinmetz e.a., De rassen der men- schheid. Wording, strijd en toekomst (Amsterdam 1938) 1-115, aldaar 43. Zie ook Mok, ‘Een beladen erfenis’, 134-136. Overigens zou Barge in het najaar van 1940 aan Leidse tweede‑ en derdejaarsstudenten een serie ‘rassencolleges’ geven die de rassenleer van de nazi’s onderuithaalde. Het laatste college in deze serie vond plaats op 26 november 1940, precies op het uur dat Barges Leidse collega-hoogle- raar Rudolf Cleveringa zijn beroemd geworden protestrede uitsprak. Zie J. Hen- driksen en W. Hijmans, ‘De rassencolleges van Barge. Een leemte in de geschie- denis van de Leidse universiteit’, Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en omstreken 87 (1995) 195-213. 380. Voorbeelden van deze briefjes met een oproep voor het Amsterdamse on- derzoek zijn te vinden in het archief van het niod en het Amsterdamse Stadsar- chief. niod, toeg.nr. 249-1005 en saa, toeg.nr. 30265, inv.nr. 651. Dat de Haagse onderzoekingen in het kantoor van de Joodse Raad plaatsvonden blijkt uit een brief van Th.M.F. Cassuto aan De Froe, 31 augustus 1943. saa, toeg.nr. 30265, inv.nr. 649. 381. ‘Onderhoud van prof. Presser met dr. De Froe’, 16.

627 noten hoofdstuk 5

382. A. de Froe, Die Anthropologie der sogenannten portugiesischen Juden in den Niederlanden (Amsterdam 1943). niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1532. Een Neder- landstalige versie van dit rapport bevindt zich in de bibliotheek van Ets Haim. 383. De Froe, Die Anthropologie, 2. 384. Ibidem, 31-33. 385. Ibidem, 52-53. 386. Ibidem, 91. 387. Ibidem. 388. Christopher M. Hutton, Race and the Third Reich. Linguistics, Racial An- thropology and Genetics in the Dialectic of Volk (Cambridge 2005) 218-220. Over Von Eickstedts reputatie zie Dirk Preuß, ‘Anthropologe und Forschungsreisender’. Biographie und Anthropologie Egon Freiherr von Eickstedts (1882-1965) (München 2009) en Ineke Mok, In de ban van het ras. Aardrijkskunde tussen wetenschap en sa- menleving 1876-1992 (Amsterdam 1999) 323. 389. A. de Froe, Inleiding tot de studie en de beoefening der anthropologie (Am- sterdam 1948) 227, 234-240. 390. Zie Cohen, ‘Arie de Froe. Wetenschapper in dienst van de goede zaak’, 6; Jessurun d’Oliveira, ‘Het wetenschappelijk geweten’, 8. Vgl. Hans Derks, Deutsche Westforschung. Ideologie und Praxis im 20. Jahrhundert (Leipzig 2001) 192. 391. Brief van A. de Froe aan een onbekende collega van de Commissie voor het Fysisch-Anropologisch Onderzoek van de Nederlandse Bevolking, 22 no- vember 1943. Archief knaw 1940-1993, dossiernummer 376 (Commissie voor het Fysisch-Anthropologisch Onderzoek van de Nederlandse Bevolking). Met dank aan Linda Groen en Joeri Meijer (knaw). 392. A. de Froe, ‘Inleiding tot de anthropologie’, in: C.J. van der Klauw e.a. (red.), Eerste Nederlandse Systematisch Ingerichte Encyclopaedie vi (Amsterdam 1949) 237-243, aldaar 243. 393. Remco Ensel, ‘De verbeelde gemeenschap. De volkskundige portretfoto- grafie van Willem van Malsen’, in: Martijn Eickhoff, Barbara Henkes en Frank van Vree (red.), Volkseigen. Ras, cultuur en wetenschap in Nederland 1900-1950 (Zutphen 2000) 156-189, aldaar 160-161. 394. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. 395. Tini Visser, Jaren van verduistering. De bezettingstijd in Amstelveen (Zut- phen 1989) 468. 396. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Renée Kotting-Menko, 31 maart 1996; ‘Onderhoud van prof. Presser met dr. De Froe’, 7. 397. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. 398. Deze mededeling deed De Froe in een apart boekje waarin hij de resulta- ten van zijn onderzoek in het Nederlands samenvatte: A. de Froe, De anthropolo-

628 noten hoofdstuk 5 gie van de zoogenaamde Portugeesche Joden in Nederland (september 1943) 7. 399. Palache was gewoon hoogleraar taal‑ en letterkunde der Semitische vol- ken, de Israëlitische oudheden en de uitlegging van het Oude Testament. Hoewel hij een actieve rol speelde binnen zijn kerkgenootschap, baseerde hij zich in zijn colleges en in zijn oudtestamentisch onderzoek opvallend genoeg uitsluitend op christelijke theologen. Hij kreeg dan ook veel kritiek van Joodse collega’s, die hem verweten zich af te keren van ‘Joodse wetenschap’. Irene E. Zwiep, ‘Epigones and identity. Jewish scholarship in the Netherlands, 1850-1940’, in: Judith Frishman en Hetty Berg (red.), Dutch Jewry in a Cultural Maelstrom 1880-1940 (Amsterdam 2007) 53-65, aldaar 63. 400. De Froe, Die Anthropologie, 125. 401. Ibidem, 121. 402. Ibidem, 97. 403. F. Wagenseil, ‘Beiträge zur physischen Anthropologie der spaniolischen Juden und zur jüdischen Rassenfrage’, Zeitschrift für Morphologie und Anthropo- logie xxiii (1925) 33-151. 404. Ensel, ‘De verbeelde gemeenschap’, 160. 405. Brief van Kotting (maar ondertekend door Van Proosdij) aan Nienhuis, 29 mei 1943. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 123. 406. Brief van Kotting aan Nijgh, 24 augustus 1942. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg (’42). 407. cbg, archief Calmeyer, dossier Rodrigues Pereira (doos 146). 408. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 409. Dat Jaap d’Oliveira de fotograaf was, blijkt onder andere uit een kladbe- rekening van de kosten voor D’Oliveira’s atelier en voor de reproductie van zijn foto’s, door Nienhuis op de achterkant van een brief over het prentenboek ge- schreven. Brief van Kotting (maar ondertekend door Van Proosdij) aan Nienhuis, 29 mei 1943. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 123. 410. Deze ‘Gecombineerde Electropneumograaf D’Oliveira’ was in 1938 door een grote fabrikant op de markt gebracht. Zie Van den Aardweg en Hüllstrung (red.), ‘Oliveira, Elias d”, 1102. 411. Brief van Eli d’Oliveira aan Bert Nienhuis, z.d. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 123. 412. Briefje met gegevens over Joseph d’Oliveira. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 123. 413. Overigens merkte Nienhuis de dateringsfout – Joseph d’Oliveira was niet aan het eind, maar in de eerste helft van de negentiende eeuw voorlezer geweest – niet op. 414. Handgeschreven document met bijzonderheden over Eli d’Oliveira. saa, toeg.nr. 788, inv.nr. 123.

629 noten hoofdstuk 5

415. Prentenboek Abbildungen von Personen Portugiesischer Abstammung in den Niederlanden. niod, toeg.nr. 20, inv. nr. 1529. 416. Fenna van den Burg, De Vrije Katheder 1945-1950. Een platform van commu- nisten en niet-communisten (Amsterdam 1983) 51-54. 417. Van der Stroom, Jac. van Ginneken onder vuur, 253. 418. L. Kaiser, ‘De biologische en linguistische zijde van het Dialectonder- zoek’, in: C.C. Berg e.a., Album philologum voor prof.dr. Th. Baader (Tilburg [1939]) 27-34, aldaar 32. 419. Volgens Kaiser was er één persoon die ook een Asjkenazische en een niet- Joodse voorouder had. Notitie van L. Kaiser, 7 juni 1943. niod, toeg.nr. 20, inv. nr. 1526. 420. Zie bijvoorbeeld Bueno de Mesquita, Portugusade, 22. 421. Over wat Kaiser onder ‘Joodse bijzonderheden’ in de taal moet hebben beschouwd, zie het controversiële hoofdstuk ‘De Jodentaal’ in Handboek van de Nederlandsche taal van Jac. van Ginneken, met wie zij, zoals vermeld, geregeld sa- menwerkte. Jac. van Ginneken, Handboek der Nederlandsche taal ii (Nijmegen 1914) 2-102. Zie over dit hoofdstuk Van der Stroom, Jac. van Ginneken onder vuur, 33-35. 422. Notitie van L. Kaiser, 7 juni 1943. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1526. 423. Volgens de memoires van zijn tweede vrouw Magda van Emde Boas ‑Starkenstein zou Van Emde Boas enkele maanden na het begin van de bezet- ting door een afgezant van Seyß-Inquart zijn gevraagd om het voorzitterschap op zich te nemen van een op te richten ‘Joods lichaam [...] dat de kontakten tussen de Duitsers en de Nederlandse joden moest regelen’ – de latere Joodse Raad dus. Van Emde Boas weigerde. Magda van Emde Boas-Starkenstein, ‘Je kon ook neen zeggen...’, 2. Memoires in bezit van Walter van Emde Boas, Amsterdam. Zie ook Gans, De kleine verschillen die het leven uitmaken, 484-486. 424. Lies Poesiat, ‘Emde Boas, Coenraad’, in: Renate Fuks-Mansfeld e.a. (red.), Joden in Nederland in de twintigste eeuw. Een biografisch woordenboek (Utrecht 2007) 82. 425. Mededeling van Coen van Emde Boas’ zoon Walter van Emde Boas, Am- sterdam, 7 november 2012. 426. Robert Fruin, ‘Het karakter van het Nederlandsche volk’ (1871), in: Robert Fruin’s verspreide geschriften. Met aantekeekeningen, toevoegsels en verbeteringen uit des schrijvers nalatenschap i (’s-Gravenhage 1900) 20-21. 427. Werner Sombart, Die Juden und das Wirtschaftsleben (Leipzig 1911). Ove- rigens besprak Sombart in zijn boek alleen het volkskarakter van de geletterde West-Europese Joden, die een factor waren in het economische leven. Zie Van der Stroom, Jac. van Ginneken onder vuur, 86. 428. S.R. Steinmetz, Kultuurwaarde en toekomst der Joden (’s-Gravenhage

630 noten hoofdstuk 5

1912) 49; R.E. Kaltofen, ‘De Amsterdamsche Joden’, Vragen van den dag. Maand- schrift voor Nederland en Koloniën xxviii, 56-68 en 119-132, aldaar 58; Jac. van Ginneken, Handboek der Nederlandsche taal ii (Nijmegen 1914) 2-102. Voor een uitgebreide bespreking van het plagiaat van Van Ginneken en de overeenkomsten en verschillen tussen Sombart, Steinmetz, Kaltofen en Van Ginneken zie Van der Stroom, Jac. van Ginneken onder vuur, 74-121. 429. Jul. Leydesdorff, Bijdrage tot de speciale psychologie van het Joodsche volk (Groningen 1919) 2, 90. Los van Sombart, Van Ginneken (die hij overigens bei- den antisemitisch noemde) en Steinmetz, refereerde Leydesdorff aan buiten- landse (pseudo)wetenschappers als Renan, Dührer, Houston Stewart Cham- berlain, De Lapouge, Eduard Meyer, Zollschan, Ruppin, Melamed en Pasmatik. Kaltofen bleef bij Leydesdorff ongenoemd. 430. Deze emotionaliteit was de reden dat relatief veel Joden leden aan neuro- sen en psychosen, volgens Leydesdorff een gevolg van de abnormale positie van het Joodse volk als een volk zonder land. Leydesdorff was bezorgd dat de Joodse deugden langzamerhand verdwenen, en dat het Joodse volk langzaam te gronde ging. Er was slechts één oplossing, die hij verwoordde in de eerste stelling van het proefschrift waarop hij cum laude promoveerde: ‘Alleen verwezenlijking van het Bazeler Program van den Zionistenbond zal de zieke Joodsche psyche kunnen ge- nezen,’ aldus de Joodse huisarts, verwijzend naar het zionistische streven om Pa- lestina als een thuisland voor Joden aan te wijzen. Leydesdorff, Speciale psycholo- gie van het Joodsche volk, 89-96. 431. Jul. Leydesdorff, ‘De Nederlandse Joden’, in: P.J. Meertens en Anne de Vries (red.), De Nederlandse volkskarakters (Kampen 1938) 483-500, aldaar 487. 432. S.R. Steinmetz, ‘Sociologische rasproblemen’, in: S.R. Steinmetz e.a., De rassen der menschheid (Amsterdam 1938) 285-390, aldaar 361. 433. Voorgedrukt enquêteformulier. Archief Coenraad van Emde Boas, in be- zit van Walter van Emde Boas (Amsterdam). 434. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. Hoewel een huisgenoot van zijn vader, was de 10-jarige Ulli in 1943 nog te jong om te assisteren bij het invul- len van het enquêteformulier. 435. Kristiaan Thienpont, In-group/out-group gedrag in evolutiebiologisch per- spectief (Leuven/Apeldoorn 1999) 40. 436. Handgeschreven concept-conclusie van het hoofdstuk over de Heymans- Wiersma-enquêtes. Archief Coenraad van Emde Boas, in bezit van Walter van Emde Boas (Amsterdam). 437. Interview met Walter van Emde Boas, 27 september 2013. 438. Vanzelfsprekend kon Van Emde Boas alleen bij ‘gesperrde’ of gemengd gehuwde Joden deze testen afnemen. 439. Verslag rorschachtest Jaap d’Oliveira, 9 oktober 1943. Archief Coenraad

631 noten hoofdstuk 5 van Emde Boas, in bezit van Walter van Emde Boas (Amsterdam). 440. Brief van Nochem de Beneditty aan Coen van Emde Boas, 29 oktober 1943. Archief Coenraad van Emde Boas, in bezit van Walter van Emde Boas (Amsterdam). 441. Vanzelfsprekend is de bewering van De Beneditty niet correct: het zijn juist de Portugese Joden geweest die in de zeventiende en achttiende eeuw suc- cesvol waren in de internationale handel. 442. Paragraaf ‘Rassenpsychologische en karakterologische conclusies’. Ar- chief Coenraad van Emde Boas, in bezit van Walter van Emde Boas (Amster- dam). 443. A. de Froe, De afkomst van de zoogenaamde Portugeesche Joden in Neder- land (Amsterdam 1943); Idem, De anthropologie van de zoo­genaamde Portugeesche Joden in Nederland (Amsterdam 1943). 444. A. de Froe, De psychologie van de zoogenaamde Portugeesche Joden in Ne- derland (Amsterdam 1943). 445. Ibidem, 8. 446. Ibidem, 9-10. 447. De Froe, Die Anthropologie, 92. 448. ‘Onderhoud van Prof. Presser met Dr de Froe, betreffende de levering van valse afstammingen voor Joden tijdens de oorlog’, z.d. niod, toeg.nr. 249- 1005, inv.nr. a15, p. 17. 449. F. Grewel en C. van Emde Boas, ‘De Joden in Amsterdam’, Mens en Maat- schappij. Tweemaandelijks Tijdschrift 30 (1955) 295-308 en 338-350, aldaar 299. 450. Grewel en Van Emde Boas, ‘De Joden in Amsterdam’, 300. 451. Ibidem, 307. 452. Frits Grewel zou later wel terugkomen op het psychologische onderscheid tussen Sefardiem en Asjkenaziem. In 1967 publiceerde hij een artikel dat minder genuanceerd was dan het artikel dat hij samen met Van Emde Boas had geschre- ven. Zo benadrukte hij het belang van ‘rassenpsychologie’ en deed hij algeme- ne uitspraken over karakterologische eigenschappen van de Portugese Joden: zij zouden zich rustig, waardig en afstandelijk gedragen en vaak intovert van karak- ter zijn, al lag dit volgens hem vooral aan omgevingsfactoren en slechts ten dele aan ‘rasfactoren’. Ook refereerde hij, interessant genoeg, aan een onderzoek dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog had uitgevoerd naar de geestelijke stoornis- sen van Portugese Joden (180 gevallen), vergeleken met de cijfers van 900 Asj- kenazische patiënten van een psychiatrische kliniek tussen 1916 en 1940, en cijfers uit 1933 van 1400 niet-Joodse patiënten van dezelfde kliniek. Grewel concludeer- de dat ‘de uitkomsten van het vergelijkende rassenpsychologische onderzoek be- vestigen dat de Asjkenaziem en Sefardiem antropologisch verschillende groepen zijn, niet alleen in fysiek, maar ook in psychologisch opzicht’. Zo was manische

632 noten hoofdstuk 5 depressiviteit een ziekte die veel onder Asjkenaziem voorkwam, terwijl geestes- ziekten bij Sefardiem vaak voortkwamen uit hun schizothyme karakter (kenmer- ken: koppigheid, geslotenheid, moeite hebben met het leggen van sociale contac- ten). Het is onbekend in hoeverre dit onderzoek van Grewel tijdens de Tweede Wereldoorlog deel uitmaakte van de Aktie Portugesia. F. Grewel, ‘Psychiatric dif- ferences in Ashkenazim and Sephardim’, Psychiatria, Neurologia, Neurochirurgia 70 (1967) 339-347. Grewel publiceerde ook een vervolgartikel op het artikel dat hij met Van Emde Boas in Mens en Maatschappij had gepubliceerd, over sociolo- gisch-psychologische aspecten van de Joden van Amsterdam. Hierin kwam hij niet terug op zijn onderzoek in oorlogstijd. F. Grewel, ‘De Joden van Amsterdam. Sociologisch-psychologische aspecten’, Mens en Maatschappij. Tweemaandelijks Tijdschrift 34 (1959) 145-154. Over Frits Grewel zie J.C. van der Wolf, ‘Frits Gre- wel (1898-1973). Neuroloog, kinderpsychiater en orthopedagoog’, in: J.D. van der Ploeg (red.), Kopstukken van de orthopedagogiek (Rotterdam 2006) 53-65. Hierin wordt zijdelings gerefereerd aan een onderzoek naar ‘de sociologie van het Am- sterdamse jodendom’ van Grewel tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar de au- teur beschikt niet over verdere informatie. E-mail van Kees van der Wolf, 1 juli 2014. 453. E-mail van Walter van Emde Boas, 23 september 2013. Hij geeft als mo- gelijke andere redenen dat zijn vader de banden met de Joodse gemeenschap na de oorlog volledig had verbroken en dat het raciale element in de studieopzet be- smet was geraakt. Overigens hield Van Emde Boas zich niet helemaal afzijdig van Joodse thema’s; hij was bijvoorbeeld lid van de in de zomer van 1945 opgerichte werkgroep ‘Antisemitisme in Nederland?’ en hij schreef in het linkse, voormalige illegale blad De Vrije Katheder – waarvan Arie de Froe redacteur was – een arti- kel over dit onderwerp. Coenraad van Emde Boas, ‘Antisemitisme en collectieve aansprakelijkheid’, De Vrije Katheder, 13 juli 1945. Zie ook Gans, De kleine verschil- len die het leven uitmaken, 574-575. 454. Coenraad van Emde Boas, Shakespeare’s sonnetten en hun verband met de travesti-double spelen. Een medisch-sociologische studie (Amsterdam 1951). 455. Brief van Maurits Senator aan Emile Moresco, 29 november 1943. niod, toeg.nr. 860, inv.nr. 130. 456. Brief van Eli d’Oliveira aan Arthur Mentz, 15 oktober 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 165 (cliëntendossiers 4195-41114), map ‘für Jessurun d’Oliveira’. Het is niet bekend of Eli d’Oliveira een reactie van Arthur Mentz heeft ontvangen. 457. Verklaring van J.C. van Zelm, 13 oktober 1943. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1526. 458. Klein en Te Slaa, De nsb, 190, 759-760. 459. Brief van J. Hessing aan N. de Beneditty, 24 oktober 1943. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1526.

633 noten hoofdstuk 5

460. Ibidem. 461. Verklaring van B. de Gaay Fortman, 25 oktober 1943. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1526. 462. Brief van Kotting aan Nijgh, 27 oktober 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 463. Notitie van Rauter, 16 april 1943. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1262. 464. Brief van Wilhelm Harster aan de Zentralstelle, kamp Westerbork, kamp Vught en gezamenlijke agentschappen, 5 mei 1943. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1315. 465. Geciteerd in Fariborz Mokhtari, In the Lion’s Shadow. The Iranian Schind- ler and His Homeland in the Second World War (Stroud 2011) 54-55, 146-147. 466. George Montandon, ‘Memoire relatif aux Séphardes Espagnols’. Bun- desarchiv, toeg.nr. R 1509, inv.nr. 2, 52-55; Middelberg, Judenrecht, 322; over Mon- tandon zie Alice L. Conklin, In the Museum of Man. Race, Anthropology, and Em- pire in France, 1850-1950 (Ithaca 2013). 467. Zie over hem Mokhtari, In the Lion’s Shadow; Jaap Cohen, ‘Abdol-Hos- sein Sardari. Flamboyante levensgenieter redt Joodse Iraniërs’, in: Jaap Cohen en Hinke Piersma (red.), Moedige mensen. Helden in oorlogstijd (Amsterdam 2014) 122-125. 468. Mokhtari, In the Lion’s Shadow, 95-98. 469. Een verschil met de Nederlandse situatie was dat Iran op dat moment nog een neutraal land was, dat goede contacten onderhield met het Derde Rijk. 470. Geciteerd in Mokhtari, In the Lion’s Shadow, 103. 471. Ibidem, 110. 472. Deze redenering werd overigens ook vaak door Sefardiem gehanteerd. Zie Nirenberg, ‘Mass conversion and genealogical mentalities’, 28. 473. Kiril Feferman, ‘Nazi Germany and the Karaites in 1938-1944. Between racial theory and Realpolitik’, Nationalities Papers. Journal of Nationalism and Eth- nicity 39 (2011) 277-294, aldaar 279. 474. Feferman, ‘Nazi Germany and the Karaites’, 281-284. 475. Zie voor de verhouding tussen het Derde Rijk en de islamitische wereld David Motadel, Islam and Nazi Germany’s War ([Cambridge MA] 2014). 476. Feferman, ‘Nazi Germany and the Karaites’, 287-289. 477. Ehrenreich, The Nazi Ancestral Proof, 13. 478. Overigens was polygamie voor Joden niet altijd en overal verboden ge- weest. Met name onder Sefardiem in de Oriënt heeft polygamie lang bestaan. Zie Ben-Zion Schereschewsky en Menachem Elon, ‘Bigamy and polygamy’, in: Mi- chael Berenbaum en Fred Skolnik (red.), Encyclopaedia Judaica 3, 2e editie (De- troit 2007) 691-694. 479. Kiril Feferman, ‘Nazi Germany and the Mountain Jews. Was there a po- licy?’, Holocaust and Genocide Studies 21 (2007) 96-114.

634 noten hoofdstuk 5

480. Zie voor enkele van deze argumenten ook Feferman, ‘Nazi Germany and the Mountain Jews’, 100-101. 481. Wilfried Euler, Zur Frage der genealogischen Einordnung der sogenannten portugiesischen Juden in den Niederlanden, 12 januari 1943. niod, toeg.nr. 77, inv. nr. 1261, 1. 482. Overigens bestond het Verdrijvingsedict in Portugal alleen in naam, aan- gezien de Portugese koning Manuel vrijwel tegelijkertijd de grenzen sloot en alle Joden in zijn land dwong om zich te bekeren tot het christendom. Zie ‘Manuel i’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik (red.), Encyclopaedia Judaica 13, 2e editie (Detroit 2007) 487-488. 483. Euler, Zur Frage der genealogische Einordnung, 4. 484. Zie de hoge immigratiecijfers van Sefardiem uit Italië en de Balkan in het vierde kwart van de zeventiende eeuw. Swetschinski, Reluctant Cosmopolitans, 68; Levie Bernfeld, Poverty and Welfare, 231. Overigens woonden er in de Sefar- dische centra in Italië en de Levant ook conversos. Op hen oefende Amsterdam in de zeventiende eeuw eveneens grote aantrekkingskracht uit. Iemand als Moseh d’Oliveira was bijvoorbeeld in de zeventiende eeuw uit het Sefardische centrum Venetië naar Amsterdam geëmigreerd, omdat in dit nieuwe ‘Jeruzalem van het Westen’ de werkgelegenheid in de religieuze sector groot was. 485. Euler, ‘Zur Frage der genealogische Einordnung’, 6. 486. Ibidem. 487. Schorsch, ‘The myth of Sephardic supremacy’. Zie hierover ook Zim- mels, Ashkenazim and Sephardim, 67-68. 488. Brief van Kurt Mayer aan Wilhelm Harster, 27 augustus 1943. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1262. 489. Notitie van Willy Zöpf (afdeling iv b 4, Den Haag), 2 oktober 1943. ni- od, toeg.nr. 77, inv.nr. 1262. 490. De Duitsers zouden dit tegen parnassiemvoorzitter Palache hebben ge- zegd. Brief van Nijgh aan I. Querido, 24 december 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 491. Brief van I. Querido aan Nijgh, 9 december 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 492. Brief van M. Cardozo aan Nijgh, 1 december 1943; brieven van Nijgh aan Swane, 4, 8 en 9 december 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘cor- respondentie’. Zie over Swane en zijn contacten met het bezettingsbestuur ook Stuldreher, De legale rest, 340-341. 493. Brief van I. Querido aan Nijgh, 28 december 1943. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 494. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 7-1 (’s-Gravenhage 1976) 310.

635 noten hoofdstuk 5

495. Voor de interactie tussen nsb’ers en hun zowel Joodse als niet-Joodse buren in de Kromme Mijdrechtstraat gedurende de eerste oorlogsjaren zie Josje Damsma, Nazis in the Netherlands. A Social History of National Socialist Collabo- rators, 1940-1945. Dissertatie Universiteit van Amsterdam (2013) 153-160. 496. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. 497. Brief Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 8 februari 1944). Alle cor- respondentie tussen Elsa Jessurun d’Oliveira en Paul Rodrigues Pereira in oor- logstijd is in bezit van Elsa’s dochter Suzanne Rodrigues Pereira, Amsterdam. 498. Elsa Jessurun d’Oliveyra, Vitamine E bepalingen en hun waarde voor de kli- niek in het bijzonder met het oog op habitueele abortus (Amsterdam 1942). De dis- sertatie was opgedragen aan ‘Mijn Vader’. Elsa d’Oliveira was gepromoveerd op de laatste voor Joden toegestane dag – 18 september 1942 –, een uur voor Ariëns Kappers’ promovendus David Moffie, de laatste Jood die tijdens de bezetting aan de Universiteit van Amsterdam promoveerde. 18 september was de laatste dag van het academische jaar 1941-1942. Zie hierover Saul Friedländer, Germany and the Jews, 1939-1945. The Years of Extermination (New York 2007) xiii-xv. 499. Ledenlijst Vereeniging voor den Effectenhandel. Archief Vereeniging voor den Effectienhandel, Amsterdam. 500. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 501. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. Jaap d’Oliveira kreeg de in- formatie waarschijnlijk van de bevriende journalist Max Izaaks. 502. Gans, Jaap en Ischa Meijer, 197. Over de kennis en onwetendheid van Jood- se Nederlanders over de praktijk van de Holocaust zie Van der Boom, ‘Wij weten niets van hun lot’, 313-366. Zowel Gans als Van der Boom stelt vast dat Nederland- se Joden niet eenduidig op de hoogte waren van de gaskamers, maar ze verschil- len van mening over de bredere implicaties hiervan. Zie Remco Ensel en Evelien Gans, ‘De inzet van joden als “controlegroep”. Bart van der Boom en de Holo- caust’, Tijdschrift voor Geschiedenis 126 (2013) 388-396; Bart van der Boom, ‘Een opvallend gebrek aan argumentatie. De kritiek van Evelien Gans en Remco En- sel op “Wij weten niets van hun lot”. Gewone Nederlanders en de Holocaust’, Tijd- schrift voor Geschiedenis 126 (2013) 564-570. Over deze discussie en een kritiek op Van der Booms stelling dat het ontbreken van volledige kennis over de Holocaust cruciaal was voor het hoge aantal deportaties in Nederland zie Jaap Cohen, ‘Hoe cruciaal is onwetendheid?’, nrc.next, 3 april 2013. Dit artikel leidde tot een vrij uit- gebreide discussie met Van der Boom. Bart van der Boom, ‘Een verhelderende discussie. Nog één maal Jaap Cohen’ (18 april 2014). url: http://wijwetenniets- vanhunlot.blogspot.nl/2014/04/een-verhelderende-discussie.html#links. 503. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995.

636 noten hoofdstuk 5

504. Elsa d’Oliveira noteerde vanaf die eerste februari 1944 in haar agenda de belangrijkste gebeurtenissen. In die zin diende het dus als ‘dagboek’. Het is in be- zit van Suzanne Rodrigues Pereira, Amsterdam. 505. Psychiater Berthold Stokvis noteerde in zijn dagboek bijvoorbeeld: ‘Als Joodsch arts mag ik met een speciale vergunning na acht uur op straat.’ Dagboek Berthold Stokvis, 122. niod, toeg.nr. 244, inv.nr. 1149. Met dank aan Hannah van den Ende voor deze verwijzing. 506. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995; Van der Eijk, ‘“Ik ben niet onderscheiden omdat ik de oorlog heb overleefd”’, 16-18; Elsa Pereira, ‘Herinnering aan Westerbork’, 15 november 1994. In bezit van Suzanne Rodrigues Pereira, Amsterdam. 507. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995; Annemiek Gringhold, ‘“Het gebouw der tranen”. Zestien maanden verzamel‑ en deportatieplaats’, in: Frank van Vree, Hetty Berg en David Duindam (red.), De Hollandsche Schouwburg. Theater, deportatieplaats, plek van herinnering ([Amsterdam] 2013) 118-151, aldaar 151. 508. De overige mensen die op de Portugezenlijst stonden waren ondergedo- ken, overleden of bevonden zich al in Nederlandse of buitenlandse concentratie- kampen. 509. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, 2 februari 1944. 510. Dagboek Elsa d’Oliveira, 2 februari 1944. 511. Presser, Ondergang i, 404. 512. Overigens werden, ondanks hun geprivilegieerde status, ook veel van deze Duitse Joden uiteindelijk afgevoerd naar Oost-Europese vernietigingskampen. 513. Eva Moraal, Als ik morgen niet op transport ga... Kamp Westerbork in bele- ving en herinnering (Amsterdam 2014) 55. 514. Dagboek Elsa d’Oliveira, 2 februari 1944. 515. Philip Mechanicus, In dépôt. Dagboek uit Westerbork. Met een inleiding van J. Presser (4e druk; Amsterdam 1989) 267. 516. Mechanicus, In dépôt, 267. 517. Ibidem, 254. 518. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995; Mechanicus, In dépôt, 266. 519. Moraal, Als ik morgen niet op transport ga..., 59. 520. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (16 februari 1944). 521. Moraal, Als ik morgen niet op transport ga..., 29, 303; ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 522. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (8 februari 1944). 523. Guido Abuys en Dirk Mulder, Genezen verklaard voor... een ziekenhuis

637 noten hoofdstuk 5 in kamp Westerbork, 1939-1945 (Hooghalen 2006) 86-87. 524. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 525. Brief van Paul Pereia aan Elsa d’Oliveira, z.d. (ca. 14 februari 1944). 526. ‘Geschiedenis Paul Aron Fernand Rodrigues Pereira’, 5, in juni 2001 op- getekend door Suzanne en Rob Rodrigues Pereira en Berthe Verdonck. In bezit van Suzanne Rodrigues Pereira, Amsterdam. 527. Jozeph Michman en Bert-Jan Flim (red.), The Netherlands ii. The Encyclo- pedia of the Righteous Among the Nations. Rescuers of Jews During the Holocaust (Jeruzalem 2004) 633. 528. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995; dagboek Elsa d’Oliveira, 4 februari 1944. 529. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 16 februari 1944). 530. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 13 maart 1944). 531. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 19 februari 1944). 532. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 8 maart 1944). De ru- zies en gevechten rond de kachel waren berucht; er waren slechts enkele kachels, terwijl massa’s mensen zich eraan probeerden te warmen of er iets op wilden bakken, roosteren of koken. Gans, Jaap en Ischa Meijer, 239-241. 533. Brieven van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 16 en 25 februari 1944). 534. Moraal, Als ik morgen niet op transport ga..., 70-71. Over het onderhouden van de eigen persoonlijke hygiëne door vrouwen in een concentratiekamp zie ook Marieke Meeuwenoord, Het hele leven is hier een wereld op zichzelf. De geschiedenis van kamp Vught (Amsterdam 2014) 278-279; Gans, Jaap en Ischa Meijer, 328-329. 535. Dagboek Elsa d’Oliveira, 4 februari 1944. 536. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 537. Dagboek Elsa d’Oliveira, 14 februari 1944; Presser, Ondergang ii, 317. 538. Moraal, Als ik morgen niet op transport ga..., 76-78; Abuys en Mulder, Ge- nezen verklaard voor..., 6-7; Presser, Ondergang ii, 317-319; Mechanicus, In dépôt, 260. 539. Brief van Eli d’Oliveira aan Jaap d’Oliveira, z.d. (ca. 22 februari 1944). Er waren diverse fabriekjes in Westerbork – bijvoorbeeld een tassenfabriek en een speelgoedfabriek. Het is niet bekend in welke fabriek Eli en Loe d’Oliveira werk- zaam waren. 540. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 23 maart 1944). 541. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 20 februari 1944). 542. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 17 februari 1944). 543. Vitel was een bekend concentratiekamp in Noord-Frankrijk.

638 noten hoofdstuk 5

544. Briefkaart van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. Waarschijnlijk vanaf de Zentralstelle (2 februari 1944). 545. Moraal, Als ik morgen niet op transport ga..., 90. 546. Dagboek Elsa d’Oliveira, 6 februari 1944. Er bestond in Westerbork een levendig lezingencircuit. Zie Gans, Jaap en Ischa Meijer, 227. 547. Dagboek Elsa d’Oliveira, 6 februari 1944. 548. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 8 maart 1944). 549. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 9 maart 1944). Over het bijna totale gebrek aan privacy in kamp Westerbork zie Gans, Jaap en Ischa Meijer, 239-241. 550. Nefa was destijds het bekendste merk maandverband. 551. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 8 maart 1944). 552. Zie over dit verschijnsel ook Gans, Jaap en Ischa Meijer, 273. 553. Moraal, Als ik morgen niet op transport ga..., 83. 554. Ibidem, 31-32. 555. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (8 februari 1944). 556. Over leven en – vooral – werk van Samuel Jessurun de Mesquita zie Jo- nieke van Es, Samuel Jessurun de Mesquita. Leerstelligheid versus werken in trance. Dissertatie Rijksuniversiteit Leiden (2010). In dit proefschrift staat niets vermeld over De Mesquita’s periode in Westerbork. Over het ‘ziekenhuistransport’ zie Abuys en Mulder, Genezen verklaard voor..., 91-92. 557. Van Es, Samuel Jessurun de Mesquita, 21. 558. Mechanicus, In dépôt, 278. 559. Dagboeken van Acta (27/12/1943-3/5/1944). gdh, toeg.nr. 780, doos 45; brief van Kotting aan Calmeyer, 9 februari 1944. niod, toeg.nr. 20, inv.nr. 1527. 560. ‘Onderhoud van Prof. Presser met Dr de Froe, betreffende de levering van valse afstammingen voor Joden tijdens de oorlog’, z.d. niod, toeg.nr. 249- 1005, inv.nr. a15, 13. In dit gesprek zegt De Froe dat hij van de Portugezen ‘een vrij belangrijk bedrag, ± f. 10.000’ had gekregen om naar ‘Prof. von Einstein’ te gaan (hier is sprake van een typefout; bedoeld werd prof. Von Eickstedt). De Froe ver- klaarde dat hij, hoewel de reis niet was doorgegaan, het geld kon houden. 561. Ariëns Kappers, Reiziger in breinen, 212. 562. Isabel Heinemann, ‘Rasse, Siedlung, deutsches Blut’. Das Rasse‑ und Sied- lungshauptamt der ss und die rassenpolitische Neuordnung Europas (Göttingen 2003) 344-346. 563. Brief met bijlagen van Calmeyer aan Aust, 18 februari 1944. niod, toeg. nr. 20, inv.nr. 1526. Bij de stukken bevond zich ook een beknopt historisch over- zicht over de afkomst van de Sefardiem in Nederland, getiteld ‘Einzelheiten aus der geschichtlichen Entwicklung’. Het was door advocate Lucie van Taalingen- Dols buiten de Aktie Portugesia om geschreven.

639 noten hoofdstuk 5

564. Dagboek Elsa d’Oliveira, 16 en 17 februari 1944; Mechanicus, In dépôt, 287. 565. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 170, 172, 237-238. 566. Christian Ritz, Schreibtischtäter vor Gericht. Das Verfahren vor dem Mün- chner Landgericht wegen der Deportation der niederländischen Juden (1959-1967) (Paderborn 2012) 46; Brief van Zöpf aan Aus der Fünten, 26 januari 1944. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1262. 567. Dagboek Elsa d’Oliveira, 20 februari 1944. 568. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 569. Mechanicus, In dépôt, 292. 570. Bueno de Mesquita, Portugusade, 13. 571. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 572. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (21 februari 1944). 573. Dagboek Elsa d’Oliveira, 21 februari 1944. 574. Brief van Eli d’Oliveira aan Jaap d’Oliveira, z.d. (22 februari 1944). 575. Dagboek Elsa d’Oliveira, 22 en 23 februari 1944. 576. Telegram van Kaltenbrunner aan Naumann, 3 februari 1944. niod, toeg. nr. 77, inv.nr. 1262. 577. A.E. Cohen, ‘Schuldig slachtoffer. De derde Befehlshaber der Sicher- heitspolizei und des sd in Nederland’, in: J.C.H. Blom e.a. (red.), A.E. Cohen als geschiedschrijver van zijn tijd (Amsterdam 2005) 297-316, aldaar 307. 578. In Austs formulering duikt het door de historicus Saul Friedländer geïn- troduceerde concept op van het redemptive anti-Semitism, ofwel ‘verlossingsanti- semitisme’, dat vooral door Adolf Hitler is gevormd. Hij geloofde dat ‘de Jood’ een dodelijk en actief gevaar was voor alle naties, voor het arische ras en voor het Duitse Volk. Dit was de primaire reden dat het gehele Jodendom moest worden vernietigd. Saul Friedländer, Nazi Germany and the Jews, 1933-1939. The Years of Persecution (Londen 1997) 73-112. 579. Brief van Aust aan Rauter, 20 februari 1944. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1262. 580. J. d’Ancona, ‘Komst der Marranen in Noord-Nederland. De Portuge- se Gemeenten te Amsterdam tot de vereniging (1639)’ in: Hk. Brugmans en A. Frank (red.), Geschiedenis der Joden in Nederland i (Amsterdam 1940) 201-269, al- daar 205. 581. Oproep van het Nederlandsche Marranen-Comité, mei 1930. niod, toeg. nr. 77, inv.nr. 1262. 582. Peter Cohen, ‘De geschiedenis van het ‘Nederlandsch Marranen-Comi- té’, 1930-1939’, Studia Rosenthaliana 25, 1 (1991) 15-30.

640 noten hoofdstuk 5

583. Naast de oproep van het Nederlandsche Marranen-Comité uit mei 1930 voegde Zöpf ook een brief (inclusief Duitse vertaling) van 16 november 1929 toe waarin J. Teixeira de Mattos, de voorzitter van de ‘Loge Hollandia’ van de Inde- pendent Order of B’nai B’rith – een internationale Joodse broederschap ter be- vordering van de veiligheid en continuïteit van het Joodse volk – aan M. van Son, de voorzitter van het Nederlandsche Marranen-Comité, een behouden overtocht naar ‘de verre landen’ wenste. niod, toeg.nr. 77, inv.nr. 1262. 584. Verslag van Zöpf voor Naumann en Rauter, 21 februari 1944. niod, toeg. nr. 77, inv.nr. 1262. 585. Mechanicus, In dépôt, 252-253. Zelf hechtte Mechanicus overigens weinig aan deze fantastische verhalen: ‘Theresienstadt is het neusje van de zalm, maar de zalm stinkt.’ 586. Ibidem, 295-296. 587. Van der Eijk, ‘“Ik ben niet onderscheiden omdat ik de oorlog heb over- leefd”’, 16. In het interview voor het Spielberg-project verklaarde Elsa dat ze de barakoudste bij de kampleiding liet navragen over haar situatie. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 588. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (25 februari 1944). 589. Jacob Boas, Boulevard des Misères. Het verhaal van doorgangskamp Wester- bork (Amsterdam 1988) 19. 590. Van der Eijk, ‘“Ik ben niet onderscheiden omdat ik de oorlog heb over- leefd”’, 16; ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessu- run d’Oliveira, 27 september 1995. 591. Deze beelden zijn bijvoorbeeld te zien in de npo-documentaire Kamp Westerbork, de film, uitgezonden op 4 mei 2011. Zie ook Koert Broersma en Ge- rard Rossing, Kamp Westerbork gefilmd. Het verhaal over een unieke film uit 1944 (Hooghalen/Assen 1997). 592. Van der Eijk, ‘“Ik ben niet onderscheiden omdat ik de oorlog heb over- leefd”’, 17. 593. E. Mandema, ‘Levensbericht A. Querido’, Levensberichten en herdenkin- gen van de knaw (Amsterdam 2002) 73-82, aldaar 75. 594. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (25 februari 1944). 595. J. Presser, ‘Verslag van twee gesprekken met mr J. van Proosdij op 23 en 31 augustus 1955, beide keren van 9.30 tot 12.30 uur’, 3. niod, toeg.nr. 249-1005, inv.nr. a16. 596. Interview van Geraldien von Frijtag Drabbe Künzel met Jaap van Proos- dij, 2 mei 2004. United States Holocaust Memorial Museum (ushmm), rg- 50.570.0001.01.03. Zie ook Ulli d’Oliveira, ‘De arisering van mijn tante Els. Er zijn situaties waarin een advocaat moet liegen en bedriegen’, de Volkskrant (28

641 noten hoofdstuk 5 april 2007), en Meihuizen, Smalle marges, 118-119. Zij gaan ervan uit dat het ver- valste dossier onmiddellijk bij Calmeyer werd ingediend, terwijl dat pas twee we- ken na het Theresienstadt-transport gebeurde. 597. Von Frijtag, Het geval Calmeyer, 175. 598. Els Pereira, ‘Herinnering uit Westerbork’, 15 november 1994, 3. 599. Geneeskundige verklaring over de bloedgroep van Elsa d’Olivei­ra, 12 au- gustus 1943 (vervalsing); geneeskundige verklaring over de bloedgroepen van Eli d’Oliveira en Louisa en Simcha Lopes Cardozo, 2 september 1943 (vervalsing). In bezit van Suzanne Rodrigues Pereira, Amsterdam. 600. Proces-Verbaal inzake Rol No. 3810/28, 27 februari 1929 (vervalsing). In bezit van Suzanne Rodrigues Pereira, Amsterdam. 601. Verklaring Simcha Lopes Cardozo voor notaris K.L. Piccardt, 12 mei 1943 (vervalsing). In bezit van Suzanne Rodrigues Pereira, Amsterdam. 602. Dagboek Elsa d’Oliveira, 9 maart 1944. 603. Johann Wolfgang von Goethe, Aus meinem Leben. Dichtung und Wahrheit (Tübbingen 1811-1833). 604. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (9 maart 1944). 605. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 8 maart 1944). 606. Interview van Geraldien von Frijtag Drabbe Künzel met Jaap van Proos- dij, 2 mei 2004. ushmm, rg-50.570.0001.01.03. 607. Voor Teutschers genealogische en vervalsingsactiviteiten zie ‘Verslag van door C.H. Teutscher verrichte werkzaamheden ten behoeve van Joodse Neder- landers gedurende de Tweede Wereldoorlog’. niod, toeg.nr. 249-1005, inv.nr. a23. 608. D’Oliveira, ‘De arisering van mijn tante Els’; Meihuizen, Smalle marges, 118-119. Zij schrijven over een totaal van vier dossiers; Elsa sprak in naoorlogse interviews over vijf dossiers. 609. Transportbrief 13 maart 1944. In bezit van Suzanne Rodrigues Pereira, Amsterdam. 610. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 15 maart 1944). 611. Over de activiteiten van Reutlinger zie Rosan Hollak, ‘Werkdorp in don- kere en lichte tijden’, nrc Handelsblad (25 februari 2011). Zie ook Guido Abuys en Dirk Mulder, Een gat in het prikkeldraad. Kamp Westerbork, ontsnappingen en verzet (Hooghalen/Assen 2003) 37-44. 612. Verklaring Jula Reutlinger. niod, toeg.nr. 249-296A, stuk a1; Bericht- ungsmeldungen Westerbork, 23 maart 1944. niod, toeg.nr. 250i, inv.nr. 153. 613. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 614. Moraal, Als ik morgen niet op transport ga..., 216. 615. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 15 maart 1944).

642 noten hoofdstuk 5

616. Ibidem. 617. Van der Eijk, ‘“Ik ben niet onderscheiden omdat ik de oorlog heb over- leefd”’, 17; ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessu- run d’Oliveira, 27 september 1995. 618. In zijn memoires uit 1994 schreef Van der Hal dat het ‘merkwaardig’ was dat zoveel van de medici die bij het gesprek aanwezig waren geweest – zelfs de psychiater Nico Spijer, met wie hij goed bevriend was – ‘zich na de oorlog er niets meer van herinnerden’. Van der Hal suggereerde dat hier verdringing in het spel was. Hij noemde Elsa d’Oliveira als enige arts die zich zijn mededelingen na de oorlog nog goed kon herinneren. I. van der Hal, Het mesje (Groningen 1994) 7, 23; De Jong, Het Koninkrijk 7-1, 347; Meeuwenoord, Het hele leven is hier een wereld op zichzelf, 170; dagboek Elsa d’Oliveira, 26 maart 1944. 619. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 620. Dagboek Elsa d’Oliveira, 1 april 1944. 621. Briefkaart van Eli d’Oliveira aan Carl Arnold, z.d. (25 februari 1944). 622. Interview van Anna Hájková met Lea Palache-Acathan, 11 maart 2001. ni- od, ongeïnventariseerd materiaal. Met dank aan Anna Hájková. 623. Interview van Anna Hájková met Lea Palache-Acathan, 11 maart 2001. ni- od, ongeïnventariseerd materiaal. 624. S. van den Bergh, Deportaties. Westerbork, Theresiënstadt, Auschwitz, Glei- witz (Bussum [1945]) 28. 625. Brief van Elsa d’Oliveira aan Paul Pereira, z.d. (ca. 10 maart 1944). 626. Anna Hájková, ‘Die Juden aus den Niederlanden im Ghetto Theresien- stadt 1943-1945’. MA-scriptie (Berlijn 2006) 67. 627. Hájková, ‘Die Juden aus den Niederlanden’, 40. 628. George E. Berkley, Theresienstadt. De geschiedenis van het ‘modelkamp’ van de nazi’s (Baarn 1995) 175. 629. Poëziealbum Arthur Schindler. Beit Terezin (Israël), collectie dagboeken en albums. Met dank aan Anna Hájková, die mij op deze bron wees. 630. Frantisek Benes en Patricia Tosnerová, Posta v ghetto Therezín. Die Post im Ghetto Theresienstadt. Mail Service in the Ghetto Therezín 1941-1945 (Praag 1996) 100; Hájková, ‘Die Juden aus den Niederlanden’, 49. 631. Brief van Eli d’Oliveira aan Jaap d’Oliveira en Carl Arnold, 4 mei 1944. Joods Historisch Museum (jhm), Amsterdam, collectie Documenten, inv.nr. 7875. 632. Kaarten van Eli d’Oliveira aan Carl Arnold, 27 juni, 6 juli, 18 juli, 22 juli, 10 augustus 1944. Deels in bezit van het jhm, deels in bezit van Suzanne Rodrigues Pereira, Amsterdam. 633. Ab Caransa, ‘Blessuretijd’, 22. niod, toeg.nr. 250d, inv.nr. 461; Gabriel

643 noten hoofdstuk 5

Italie, Het oorlogsdagboek van dr. G. Italie. Den Haag, Barneveld, Westerbork, The- resienstadt, Den Haag 1940-1945. Bezorgd door Wally M. de Lang (Amsterdam 2009) 495. 634. Hájková, ‘Die Juden aus den Niederlanden’, 62-64; naoorlogse verklaring van Raphael Acohen, z.d. niod, toeg.nr. 250d, inv.nr. 387. 635. Brief van Van Krimpen aan de officier van justitie van de arrondisse- mentsrechtbank te Amsterdam, 27 juni 1944. niod, toeg.nr. 249-364D, inv.nr. a7; notitie van Van Krimpen voor Querido, Nijgh, Kotting en Van Proosdij, 27 ju- ni 1944. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’; Kop, Slachtof- fers van het Duitsche geweld, 40. 636. Brief van J. Querido aan J. Voetelink, 3 juni 1944. niod, toeg.nr. 248-1810 (Voetelink). 637. ‘Onderhoud met J. Voetelink op 15 juli 1944’. niod, toeg.nr. 248-1810 (Voetelink). Zie ook Vaz Dias, ‘“Talmoed Tora keneged koelam”’, 42-43. 638. Hájková, ‘Die Juden aus den Niederlanden’, 79. 639. Ibidem, 91, 100; H.G. Adler, Theresienstadt 1941-1945. Das Antlitz einer Zwangsgemeinschaft. Geschichte, Sociologie, Psychologie (2e herziene druk; Tübin- gen 1960) 305-306; L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede We- reldoorlog 8-2 (’s-Gravenhage 1978) 771. 640. Berkley, Theresienstadt, 220. 641. Brief van Eli d’Oliveira aan Jaap d’Oliveira, z.d. (22 februari 1944). 642. Chris van der Heijden, Joodse nsb’ers. De vergeten geschiedenis van Villa Bouchina in Doetinchem (Utrecht 2006) 13-19; Henk van Gelder, De tekenaar Jo Spier (1900-1978) (Amsterdam 1994) 61-77. 643. Van Gelder, De tekenaar Jo Spier, 83. 644. Jo Spier, Dat alles heeft mijn oog gezien. Herinneringen aan concentratie- kamp Theresienstadt (Amsterdam 1978) 54. 645. Zie bijvoorbeeld een artikel in de illegale krant Het Parool over de omstan- digheden in concentratiekampen. In dit artikel werd specifiek geschreven over gaskamers, crematoria en ‘cyaaninjecties’, elementen die kenmerkend zijn voor vernietigingskampen. ‘Concentratiekampen: waar de Nazi’s hun idealen in de praktijk brengen’, Het Parool, 27 september 1943. 646. Hájková, ‘Die Juden aus den Niederlanden’, 121; naoorlogse verklaring van Raphael Acohen, z.d. niod, toeg.nr. 250d, inv.nr. 387, p. 5. 647. De schrijver Ab Caransa heeft hierdoor zijn hele leven een hartgrondige hekel aan Jo Spier overgehouden. Ab Caransa, ‘Theresienstadt, schizofrenie in steen’, in: G. Aalders e.a. (red.), Oorlogsdocumentatie ’40-’45. Negende jaarboek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (Zutphen 1998) 112-139, 266, al- daar 121-124. 648. Van den Bergh, Deportaties, 43; Caransa, ‘Theresienstadt, schizofrenie in steen’, 126. 644 noten hoofdstuk 5

649. Van Gelder, De tekenaar Jo Spier, 86. 650. Van den Bergh, Deportaties, 43-45. 651. Briefkaart van Eli d’Oliveira aan Carl F. Arnold-Ajuin, 7 juni 1944. jhm, collectie Documenten, inv.nr. 7870; briefkaart van Eli d’Oliveira aan C.F. Ar- nold-Patatter, 27 juni 1944. In bezit van Suzanne Rodrigues Pereira, Amsterdam. 652. E-mail van Wolfgang Schellenbacher (Joods Museum Praag), 17 decem- ber 2013. 653. Saul Friedländer, Nazi Germany and the Jews, 1939-1945, 354. 654. Berkley, Theresienstadt, 186-187. 655. Karel Margry, ‘“Theresienstadt” (1944-1945). The nazi propaganda film depicting the concentration camp as paradise’, Historical Journal of Film, Radio and Television 12 (1992) 145-162, aldaar 146. 656. Margry, ‘“Theresienstadt” (1944-1945)’, 153. 657. De Utrechtse historicus Karel Margry heeft op basis van filmscripts, de tekeningen van Jo Spier en de bewaarde beeldfragmenten nauwkeurig kunnen reconstrueren hoe de film eruit moet hebben gezien. Margry, ‘“Theresienstadt” (1944-1945)’, 156-158. 658. Adler, Theresienstadt 1941-1945, 187. 659. Ibidem, 188-189. 660. Ibidem, 286-287. 661. David Cohen, Voorzitter van de Joodse Raad. De herinneringen van David Cohen (1941-1943). Geannoteerd en ingeleid door Erik Somers (Zutphen 2010) 210. Cohen stelde na de oorlog dat de Duitsers hadden gezegd dat de geselecteer- den naar werkkampen in de buurt van Theresienstadt werden vervoerd, en dat hij die bewering had geloofd. Piet Schrijvers, Rome, Athene, Jeruzalem. Leven en werk van prof. dr. David Cohen ([Groningen] 2000) 258. 662. Caransa, ‘Theresienstadt, schizofrenie in steen’, 132. 663. Ibidem, 134. 664. Caransa, ‘Blessuretijd’, 29. 665. Caransa, ‘Theresienstadt, schizofrenie in steen’, 134. 666. De transporten op 28 en 29 september bevatten 4000 mannen, terwijl de overige 1000 mannen op een transport van 1 oktober 1944 naar Auschwitz wer- den vervoerd. Bij dit laatste transport voegden zich 500 vrouwen. Zij hadden zich vrijwillig opgegeven, met het idee herenigd te worden met hun echtgenoten. Ad- ler, Theresienstadt 1941-1945, 192. 667. Alfred B. Gottwalt en Diana Schulle, Die ‘Judendeportationen’ aus dem Deutschen Reich von 1941-1945. Eine kommentierte Chronologie (Wiesbaden 2005) 439-440. 668. Van deze kinderen waren er 357 op dezelfde dag vanuit het concentratie- kamp Groß-Rosen naar Auschwitz gedeporteerd. Danuta Czech, Kalendarium

645 noten hoofdstuk 5 der Ereignisse im Konzentrationslager Auschwitz-Birkenau 1939-1945 (Reinbek bei Hamburg 1989) 912. 669. Website Memorial and Museum Auschwitz-Birkenau. url: http:// en.auschwitz.org/h/index.php?option=com–content&task=view&id=14&Itemi d=13&limit=1&limitstart=1 (geraadpleegd op 28 januari 2014). 670. De Jong, Het Koninkrijk 8-2, 771. 671. Berkley, Theresienstadt, 225-226. 672. Alain Dieckhoff, Rescapés du Génocide. L’action Musy: une opération de sauvetage des Juifs européens en 1944-1945 (Basel/Frankfurt am Main 1995) 50-51. 673. Dieckhoff, Rescapés du Génocide, 49; Manfred Flügge, Rettung ohne Ret- ter. Oder: ein Zug aus Theresienstadt (München 2004) 156. 674. Dieckhoff, Rescapés du Génocide, 52; Flügge, Rettung ohne Retter, 159. Zie voor de reddingsoperatie ook Adler, Theresienstadt 1941-1945, 199-200. 675. Berkley, Theresienstadt, 238. 676. Dieckhoff, Rescapés du Génocide, 12-18. 677. Friedländer, Nazi Germany and the Jews, 1939-1945, 647. 678. Zie voor een gedetailleerde beschrijving van deze onderhandelingen Flügge, Rettung ohne Retter, 145-153. 679. Berkley, Theresienstadt, 236; Dieckhoff, Rescapés du Génocide, 48. Ook uit het andere concentratiekamp voor ‘bevoorrechten’, Bergen-Belsen, liet Himmler een – zij het veel kleinere – groep Joodse gevangenen met Latijns-Amerikaanse passen vrij. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 10b-2 (’s-Gravenhage 1982) 923. 680. Brief van Simcha Lopes Cardozo aan A. Timmenga (hoofd Afwikke- lingsbureau Concentratiekampen), 28 september 1945. niod, toeg.nr. 250m, inv. nr. 73. 681. De Jong, Het Koninkrijk 8-2, 705. 682. Stuldreher, De legale rest, 292-294. 683. Ibidem, 341. Vgl. Presser, die schrijft over 900 gemengd gehuwden. Pres- ser, Ondergang ii, 235; 684. Joop Nederkoorn, ‘Het Joodse werkkamp in ’t Zand’, 3. url: http:// www.zijpermuseum.nl/zhb/pdf/95020308.pdf. 685. Brief van Jaap d’Oliveira aan Gerda d’Oliveira-Leo, z.d. (mei 1944). In be- zit van Ulli d’Oliveira, Amsterdam. 686. Gans, Jaap en Ischa Meijer, 394-396. 687. Brief van Jaap d’Oliveira aan Gerda d’Oliveira-Leo, z.d. (zomer 1944). In bezit van Ulli d’Oliveira, Amsterdam. 688. Het aantal Duitsers en nsb’ers onder de bewakers was overigens vrij ge- ring; de kampleiding bestond voor een groot deel uit Georgische krijgsgevange- nen, die, in de woorden van Presser, ‘soms wat ruw’ waren, maar met hun kame-

646 noten hoofdstuk 5 raadschappelijke gedrag regelmatig verrieden dat ze ‘in hun hart communisten waren gebleven’. Presser, Ondergang ii, 237. 689. Deze verzetsman moet illegaal elektriciteit hebben afgetapt, want per 9 oktober 1944 was de leverantie van elektriciteit aan Amsterdamse particulieren stopgezet. Op aftappen stond de doodstraf. 690. Het ging hoogstwaarschijnlijk om de Duitse jurist Gerhard Wander, een oud-medewerker van Calmeyer op de Entscheidungsstelle, met contacten binnen het Duitse en Nederlandse verzet. De Jong, Het Koninkrijk 6-1, 310; Dirk U. Stik- ker, Memoires. Herinneringen uit de lange jaren waarin ik betrokken was bij de voort- durende wereldcrisis (Rotterdam 1966) 62. 691. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. 692. Ibidem. 693. Dagboek Elsa d’Oliveira, 24 en 29 februari 1945. 694. Dagboek Elsa d’Oliveira, 29 januari 1945. In bezit van Suzanne Rodri- gues Pereira, Amsterdam. 695. Dagboek Elsa d’Oliveira, 25 december 1944. Voor de gemiddelde weekrantsoenen van ‘normale verbruikers’ in de periode van 24 december 1944 tot 20 januari 1945 zie De Jong, Het Koninkrijk 10b-1, 189. De rantsoenen waarop je recht had waren overigens niet altijd verkrijgbaar. 696. Dagboek Elsa d’Oliveira, 5 december 1944. 697. Dagboek Elsa d’Oliveira, 28 maart 1945. 698. Brieven van Nijgh aan Van Krimpen, 8 en 22 maart 1945. gdh, toeg.nr. 780, doos 4183 alg, map ‘correspondentie’. 699. Brief van Nijgh aan Kotting en Van Proosdij, 28 april 1945. gdh, doos 368 correspond. algemeen 1/4/1943-23/11/1945. 700. Agenda Elsa d’Oliveira, 5 mei 1945. 701. Agenda Elsa d’Oliveira, 12 mei 1945. Het gerucht over het bombardement op Theresienstadt stond bijvoorbeeld in De Baanbreker. Sociaal-democratisch Or- gaan, 11 mei 1945. 702. Agenda Elsa Pereira-d’Oliveira, 23 mei 1945. 703. cbg, familieadvertenties tot 1970. 704. Zie bijvoorbeeld een aankondiging in De Waarheid van 6 juni 1945 over inzage van lijsten en uitreiking van de brieven. 705. Agenda Elsa Pereira-d’Oliveira, 7 juni 1945. 706. Dagboek Elsa Pereira-d’Oliveira, 29 augustus 1945. De datum is foutief; Eli d’Oliveira is op 19 oktober 1944 naar Auschwitz doorgestuurd. 707. Brief van Paul Lopes Cardozo aan V.E. Teixeira de Mattos de Sampayo, 10 september 1949. In bezit van Lida Cardozo, Cambridge. 708. John Lukacs, The Hitler of History (New York 1997) 123.

647 noten hoofdstuk 6

6 Verwerken en doorgeven, 1945-2014

1. H.U. Jessurun d’Oliveira, ‘Henri’, Jaarboek N.Z.S.O. 16 (1961) 32-35, aldaar 33. 2. D’Oliveira, ‘Henri’, 34. 3. Ibidem. 4. Ibidem, 35. 5. Ibidem. 6. Interview met Ulli d’Oliveira, 5 maart 2009. 7. Zie o.a. Blom, ‘Nederland sinds 1830’, 351, 356; Piet de Rooy, Republiek van rivaliteiten. Nederland sinds 1813 (Amsterdam [2002]) 214-215; James Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig (Amsterdam 1995) 45-46; E.H. Kossmann, De Lage Landen 1780-1980. Twee eeuwen Nederland en België. Dl. 2: 1914-1980 (Amsterdam/Brussel 1986) 209-210; Mak e.a., Verleden van Neder- land 471, 477-482. 8. Dienke Hondius, Terugkeer. Antisemitisme in Nederland rond de bevrijding (’s-Gravenhage 1990) 94. 9. F.C. Brasz, ‘Na de tweede wereldoorlog: van kerkgenootschap naar cultu- rele minderheid’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Ge- schiedenis van de Joden in Nederland (Amsterdam 1995) 351-403, aldaar 352; Ge- rard Aalders, Berooid. De beroofde joden en het Nederlandse restitutiebeleid sinds 1945 (Amsterdam 2001) 359-366; Martin Bossenbroek, De meelstreep. Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoorlog (Amsterdam 2001) 93, 195-196; Dienke Hondius, ‘“Welkom” in Amsterdam. Aankomst en ontvangst van repatrianten in de hoofdstad in 1945’, in: Conny Kristel (red.), Polderschouw. Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoorlog. Regionale verschillen (Amsterdam 2002) 201-221, al- daar 213; Conny Kristel, ‘“De moeizame terugkeer”. De repatriëring van de Ne- derlandse overlevenden uit de Duitse concentratiekampen’, in: N.D.J. Barnouw e.a. (red.), Oorlogsdocumentatie ’40-’45, Jaarboek van het Rijksinstituut voor Oor- logsdocumentatie 1989 (Zutphen 1989) 77-100, aldaar 84-87; Gans, De kleine ver- schillen die het leven uitmaken, 567-568. 10. Interview met Suzanne Rodrigues Pereira, 27 maart 2014. 11. Gans, ‘“Vandaag hebben ze niets – maar morgen bezitten ze weer tien gul- den”’, 337; Hondius, Terugkeer, 102-104. 12. Brief van de Kamer van Koophandel aan Elsa Pereira-d’Oliveira, 10 augus- tus 1945. Familiearchief in bezit van Suzanne Pereira, Amsterdam. 13. Brief van griffier J.H. Jaspar van de Staten van Limburg aan Elsa Pereira- d’Oliveira, 17 augustus 1945. Familiearchief in bezit van Suzanne Pereira, Am- sterdam. 14. Jaarverslag beheer nalatenschap A.E. d’Oliveira 1945-1947, 21 februari 1948. Familiearchief in bezit van Suzanne Pereira, Amsterdam. De naam van

648 noten hoofdstuk 6 de Amstellaan zou in 1945 worden veranderd in Stalinlaan; na de Sovjet-inval in Hongarije van 1956 kreeg de laan zijn huidige naam: Vrijheidslaan. 15. Interview met Suzanne Rodrigues Pereira, 27 maart 2014. 16. Het ging om journalist, gemeenteraadslid, schrijver en vertaler Kees de Dood, die na de oorlog ook enig ambtelijk werk uitvoerde en overigens zelf met een Portugees-Joodse vrouw was getrouwd. Bart Hageraats, ‘Het leven van De Dood: “... tot tenslotte niemand er meer aan dacht”’, Onvoltooid Verleden, nr. 10 (2000) 31-41. Zie over zijn werkzaamheden als enquêteur Alex Geelhoed, ‘Wor- king for the Institute. Kees de Dood, N.W. Posthumus and the International In- stitute of Social History, 1940-1950’, in: Aad Blok, Jan Lucassen en Huub Sanders (red.), A Usable Collection. Essays in Honour of Jaap Kloosterman on Collecting So- cial History (Amsterdam 2014) 85-99, aldaar 96-98. 17. Brief van enquêteur C. de Dood aan Elsa Pereira-d’Oliveira, 31 juli 1948. Fa- miliearchief in bezit van Suzanne Pereira, Amsterdam. 18. Lijst van boeken die waarschijnlijk tot de bibliotheek van Eli d’Oliveira hebben behoord. Familiearchief in bezit van Suzanne Pereira, Amsterdam. 19. Zie een brief van het Commissariaat voor Oorlogsschade van 8 april 1953, waarin Elsa’s bezwaar tegen het afstaan van een deel van het bedrag aan de er- ven van Louise Lopes Cardozo ‘begrijpelijk’, maar ook in strijd met de wettelijke voorschriften wordt genoemd. Familiearchief in bezit van Suzanne Pereira, Am- sterdam. 20. Isaac Lipschits, De kleine sjoa. Joden in naoorlogs Nederland (Amsterdam 2001). 21. Zie voor de liquidatie van Joods onroerend goed Wouter Veraart, Ontrech- ting en rechtsherstel in Nederland en Frankrijk in de jaren van bezetting en wederop- bouw ([Rotterdam/Alphen aan den Rijn] 2005) 148-158. 22. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. Volgens Elsa’s dochter Suzanne heeft Nino Kot- ting geholpen het huis terug te krijgen. Mededeling van Suzanne Rodrigues Pe- reira, 16 juli 2014. 23. Boris de Munnick, ‘Na de zogenaamde bevrijding. De terugkeer van joden in de Nederlandse samenleving’, in: Hinke Piersma, Mensenheugenis. Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoorlog. Getuigenissen (Amsterdam 2001) 45-69, al- daar 52; Isaac Lipschits, Tsedaka. Een halve eeuw Joods Maatschappelijk Werk in Nederland (Zutphen 1997) 86-87. 24. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 25. Zie over naoorlogs antisemitisme Evelien Gans, ‘“They have forgotten to gas you”. Post-1945 antisemitism in the Netherlands’, in: Philomena Essed en Isa- bel Hoving (red.), Dutch Racism (Amsterdam 2014) 71-100; Idem, ‘Gojse brood-

649 noten hoofdstuk 6 nijd. De strijd tussen joden en niet-joden rond de naoorlogse Winkelsluitingswet 1945-1951’, in: Conny Kristel e.a. (red.), Met alle geweld. Botsingen en tegenstellin- gen in burgerlijk Nederland (Amsterdam 2003) 195-213; Idem, ‘“Vandaag hebben ze niets – maar morgen bezitten ze weer tien gulden”’. Zie ook A.E. Cohen, ‘Tien jaar na de bevrijding van nationaal-socialisme en jodenvervolging in Nederland’, in: J.C.H. Blom e.a. (red.), A.E. Cohen als geschiedschrijver van zijn tijd (Amster- dam 2005) 317-327, aldaar 321-322. 26. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 27. Verklaring van renteloze lening, 18 december 1945. Familiearchief in bezit van Suzanne Pereira, Amsterdam. 28. ‘Survivors of the Shoah’, interview met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. 29. Het echtpaar Birnbaum had ook al in Westerbork en Bergen-Belsen – met toestemming van de ss – een weeshuis gedreven. Thomas Rahe, ‘Jüdische Wai- senkinder im Konzentrationslager Bergen-Belsen’, in: Wolfgang Benz en Bar- bara Distel, Verfolgung als Gruppenschicksal. Dachauer Hefte 14 (Dachau 1998) 31-49, aldaar 42-45; Willy Lindwer, Kamp van hoop en wanhoop. Getuigen van Westerbork 1939-1945 (Amsterdam 1990) 101-109. 30. ‘Joods weeshuis in Bussum’, website Historische Kring Bussum. url: http://historischekringbussum.nl/web/index.php?option=com–content&view =article&id=264%3Ajoods-weeshuis-in-bussum&Itemid=38 (geraadpleegd 15 april 2014). 31. Dagboek Elsa Peireira-d’Oliveira, 20 juli 1946. Familiearchief in bezit van Suzanne Pereira, Amsterdam. 32. Ibidem. 33. Interview met Suzanne Rodrigues Pereira, 27 maart 2014. Het is een Joodse traditie om met Rosj Hasjana zoete appels met honing te eten. 34. Interview met Suzanne Rodrigues Pereira, 27 maart 2014. 35. De overgrootvader van Suzannes vader Paul heette Abraham Rodrigues Pereira (1822-1894). Hij had een jongere broer, Salomon Rodrigues Pereira (1828- 1900), wiens zoon Aaron (1859-1922) in 1900 de opperrabbijn zou worden van de Portugees-Joodse Gemeente van Den Haag. Diens zoon Salomon Rodrigues Pereira (1887-1969) zou op zijn beurt na de oorlog in Amsterdam tot opperrab- bijn worden benoemd. De oudere broer van Salomon, Elazar Aäron (1885-1974) functioneerde overigens lange tijd als parnasiemvoorzitter van de Portugees-Is- raëlietische Gemeente in Amsterdam. 36. Elsa Pereira-d’Oliveira, Hygiëne van de vrouw (Wageningen [1956]); idem, kenteringsjaren van de vrouw (Wageningen [1957]); idem, Onze kleuters (Wage- ningen [1962]); idem, Wij verwachten ons kindje. Wenken voor de tijd der verwach-

650 noten hoofdstuk 6 ting en baby’s eerste levensjaar (Wageningen 1964). 37. J.C.H. Blom, ‘De oorlog na de oorlog’, in: J.C.H. Blom, In de ban van goed en fout. Geschiedschrijving over de bezettingstijd in Nederland (Amsterdam 2007) 121- 131, aldaar 124; Jaap Cohen, Het bewaren van de oorlog. De roerige beginperiode van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie 1945-1960 (Amsterdam 2007) 10-11. 38. Jolande Withuis, Erkenning. Van oorlogstrauma naar klaagcultuur (Amster- dam 2002) 102. 39. Om het begrip ‘verdringing’ is recentelijk veel te doen geweest in de dis- cussie over Bart van der Booms boek ‘Wij weten niets van hun lot’. Het ging hierbij om de vraag of al dan niet betrouwbare informatie over de Holocaust tijdens de oorlog verdrongen kon worden. De socioloog Abram de Swaan memoreerde in een opiniestuk in nrc Handelsblad dat het hier in feite ging om ‘ontkenning’ van informatie. Verdringing is eerder het wegstoppen van belevenissen, zoals veel kampoverlevenden na de oorlog deden. Abram de Swaan, ‘Klaag heel Nederland niet meer aan om de Holocaust’, nrc Handelsblad, 14 juni 2014. Zie ook Van der Boom, ‘Wij weten niets van hun lot’, 383-385. Over ‘gevoelsverdringing’ door oor- logsgetroffenen zie L.M. Tas, ‘De tweede generatie: een generatie-probleem’, in: R. Beunderman en J. Dane (red.), Kinderen van de oorlog (Utrecht/Amsterdam 1987) 59-71, aldaar 69-70. 40. Zie bijvoorbeeld Gans, Jaap en Ischa Meijer, 384-385. Ook een verzetsman als Jaap le Poole, die tijdens de oorlog grote gevaren had getrotseerd, praatte vrij- wel alleen in anekdotes over de bezettingstijd. Hinke Piersma, Op oorlogspad. Jaap le Poole, verzetsman voor het leven (Amsterdam 2006) 37-38. 41. Interview met Suzanne Rodrigues Pereira, 27 maart 2014. 42. Omdat Margarethe Leo niet illegaal wilde leven, heeft ze zich in 1948 vrij- willig bij de vreemdelingenpolitie gemeld. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 febru- ari 2013. 43. Clara van Mesdag had in de jaren dertig enkele lied‑ en verhalenbundels ge- ïllustreerd en was de ex-echtgenote van ontwerper, tekenaar, schrijver en docent Jan van Keulen. Zie over hem Max Arian, ‘In memoriam Jan van Keulen (1913- 1994)’, De Groene Amsterdammer, 7 september 1994. 44. Interview met Ulli d’Oliveira, 4 februari 2013. 45. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. 46. Ibidem. 47. Mededeling van Ulli d’Oliveira, 11 september 2014; interview van Justus van de Kamp met Friederike d’Oliveira, 13 maart 2008. Transcriptie in bezit van de auteur. 48. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. 49. Friederike zelf zegt hierover, terugblikkend op haar jeugd: ‘Ik was nogal een mooi meisje, schijnt ’t. [...] De jongens stonden in rijen van drie opgesteld als

651 noten hoofdstuk 6 de school uitging!’ Interview van Justus van der Kamp met Friederike d’Oliveira, 13 maart 2008. 50. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. 51. Ariadne Schmidt, ‘75 jaar Vossius: historisch overzicht’, in: Els Kloek, Men- no Polak en Ariadne Schmidt (red.), Het Vossius, 1926-2001. De geschiedenis van een Amsterdams gymnasium (Amsterdam 2002) 8-59, aldaar 25 en 34. 52. Pressers vrouw Debora (Dé) Appel werd in maart 1943 betrapt met een vals persoonsbewijs en is als strafgeval naar Westerbork gezonden. Daarvan- daan is ze vrijwel onmiddellijk naar vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd, waar ze om het leven is gebracht. M.E.H.N. Mout, ‘Presser, Jacob (1899-1970)’, Biografisch woordenboek van Nederland.url : http://resources.huygens.knaw.nl/ bwn1880-2000/lemmata/bwn1/presser. 53. J. Presser, Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Joden- dom, 1940-1945 (’s-Gravenhage 1965). 54. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. 55. Lucas Ligtenberg en Bob Polak, Een geschiedenis van Propria Cures 1890- 1990 (Amsterdam 1990) 185. 56. Ligtenberg en Polak, Een geschiedenis van Propria Cures, 202. 57. [H.U. Jessurun d’Oliveira], ‘De enige boekbespreking’, Propria Cures 69, nr. 16 (20 december 1958) 8. 58. [H.U. Jessurun d’Oliveira], ‘Het evangelie van W.F. Hermans’, Propria Cu- res 69, nr. 23 (28 februari 1959) 1-3. 59. J.J. Oversteegen, Etalage. Uit het leven van een lezer (Amsterdam 1999) 267. 60. Over Tirade zie Ton Velthuysen, Tirade 1957-1985 (Leiden 1986). 61. Brief van Gerard van het Reve aan Sal Tas, 18 oktober 1959. Gerard Reve, Brieven aan geschoolde arbeiders 1959-1981. Van noten voorzien door Nop Maas (Utrecht etc. 1985) 12-13. 62. Ulli d’Oliveira, ‘Gerard Reve en ik. De tijd in Tirade’, Tirade 53, nr. 4 (2009) 56-63. 63. H.U. Jessurun d’Oliveira, ‘Retirade’, Tirade 60 (december 1961) 768-775; G.A. van Oorschot, ‘onderschrift [bij H.U. Jessurun d’Oliveira’s Retirade]’, Ti- rade 60 (december 1961) 775-776; Adriaan Morriën, H.L. Mulder en G.K. van het Reve, ‘Retirer pour mieux sauter’, in: Tirade 61 (januari 1962) 54-56. Zie over Ul- li’s periode bij Tirade en de verwikkelingen rondom zijn uittreden uit de redactie Jaap Cohen, ‘Een tumultueuze introductie in de literaire grotemensen-wereld. Ulli d’Oliveira als redacteur van Tirade en het ontstaan van Merlyn’, De Pareldui- ker 19, nr. 3 (2014) 20-42. 64. Over de betekenis van Merlyn en de rol van Ulli d’Oliveira bij het blad, zie o.a. Ton Anbeek, ‘De betekenis van Merlyn’, Nederlandse letterkunde 6, nr. 1 (ja- nuari 2001) 1-13; Rita Blooy (ps. Jaap Oversteegen), ‘De vrolijke veldtocht van

652 noten hoofdstuk 6

Merlijn. Rita Blooy in gesprek met ex-redakteur J.J. Oversteegen’, Bzzlletin 100 (1982) 75-80; Lidy van Marissing, ‘Merlyn na de dood van Merlyn. Gesprek met H.U. Jessurun d’Oliveira’, Raam. Literair Maandblad 45 (mei 1968) 36-43; Ernst Bruinsma en Odile Heynders, ‘Terug naar Merlyn. Ernst Bruinsma en Odile Heynders in gesprek met H.U. Jessurun d’Oliveira’, Literatuur. Tijdschrift voor Ne- derlandse letterkunde nr. 6 (november-december 2002) 361-368; Anthony Mer- tens, ‘November 1962: het eerste nummer van Merlyn verschijnt. Vernieuwing van de literatuurbeschouwing’, in: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (hoofd- red.) en Ton Anbeek e.a. (red.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis (Gronin- gen 1993) 756-762. 65. H.U. Jessurun d’Oliveira, Scheppen riep hij gaat van Au. 11 interviews met W.F. Hermans, Gerrit Achterberg, Lucebert, Pierre Kemp, Harry Mulisch, Louis Paul Boon, Richard Minne, Jan Wolkers, Hugo Claus, G.K. van het Reve, Leo Vroman (4e druk Amsterdam 1977; 1e druk Amsterdam 1965); herdruk met een voorwoord van Thomas Vaessens (Amsterdam 2009) 202. 66. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. Zie ook Aukje Holtrop, ‘“Overal een beetje bijhoren geeft de veiligheid van een beer op de gloeiende plaat”. Gesprek met prof. H.U. Jessurun d’Oliveira, “een toneelstuk uit de twin- tigste eeuw”’, Vrij Nederland 47 (20 december 1986) 30-33, aldaar 33. 67. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. 68. D’Oliveira, ‘De betekenis van de organische minderwaardigheid voor Van Deyssels stijl’. 69. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. 70. E. d’Oliveira, ’80 en ’90 aan het woord. Gesprekken met Lodewijk van Deys- sel, Willem Kloos, Albert Verwey, Frederik van Eeden, Marcellus Emants, Karel van de Woestijne, Cyriel Buysse, Is. Querido. Ingeleid door Kees Fens (2e druk Amsterdam 1977; eerste druk Amsterdam 1966). 71. Evelien Gans, ‘Formalisme, lafheid en nalatigheid’, De Groene Amsterdam- mer, 29 oktober 1997. 72. Presser, Ondergang ii, 72-73. 73. Herzberg, Kroniek der Jodenvervolging, 184. In dit kader is ook een artikel van de journalist M. Wallenstein interessant, die de Aktie Portugesia ‘a shameful episode’ noemde. M. Wallenstein, ‘The Marranos of Holland. A memory to the last war’, Jewish Chronicle, 17 augustus 1951. 74. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. 75. Zo stelde Ido de Haan dat ‘niet-joden op allerlei manieren profijt of bevre- diging halen uit het cultiveren van het jodendom in Nederland’. Dit ‘vreemde ge- luk’ – een term van Albert Camus – ontstaat uit ‘het besef van het diepe leed en de erkenning van de afgronden van het bestaan dat door de joden gerepresen- teerd werd’. Ido de Haan, ‘Prominent jodendom. Af‑ en aanwezigheid van joden

653 noten hoofdstuk 6 in het naoorlogse Nederland’, in: Hetty Berg e.a. (red.), Wie niet weg is, is gezien. Joods Nederland na 1945 (Zwolle/Amsterdam 2010) 43-54, aldaar 52 en 54. De li- teratuurwetenschapper Jan Oegema heeft ook over dit thema gepubliceerd. Hij schrijft dat niet-Joden zich regelmatig vanuit een soort mystieke gevoeligheid ‘een beetje heilig’ voelen door zich met Joden te identificeren. Hij schrijft zelfs: ‘Voor Jezus zijn zes miljoen Anne Franken in de plaats gekomen.’ Jan Oegema, Een vreemd geluk. De publieke religie van Auschwitz (Amsterdam 2003) 99. 76. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. Over het fenomeen filosemi- tisme zie Evelien Gans, ‘Anti-antisemitic enthusiasm & selective philosemitism. Geert Wilders, the pvv and the Jews’, Proceedings of the International Conference “Antisemitism in Europe Today. The Phenomena, the Conflicts”, 8-9 November 2013, Berlin (2014) 1-8, aldaar 1. url: http://www.jmberlin.de/antisemitism-today/ Gans.pdf (geraadpleegd op 5 januari 2015). 77. Strikt genomen had ook Ulli’s vader een niet-Joodse echtgenote, maar zij was wel de dochter van een Joodse vader. 78. Ulli hertrouwde in 1961 met advocate Ties Prakken. Met haar kreeg Ul- li twee kinderen: Wendela (1964) en Leon (1966). Het huwelijk zou twintig jaar standhouden. Daarna trouwde Ulli nog twee keer: in 1995 met sociologe en be- kend Amsterdams gemeenteraadslid Hansje Kalt, en in 2012 met zijn huidige echtgenote Else Lohman, redactiesecretaris van het Nederlands Juristenblad. 79. J.A.A. van Doorn, Gevangen in de tijd. Over generaties en hun geschiedenis (Amsterdam 2002) 91-92. 80. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. 81. H.U. Jessurun d’Oliveira, Het migratierecht en zijn dynamiek: het artefact van het ‘schijnhuwelijk’ (Deventer 1998) 53. 82. Het ging om Jules Markus, die als onderduiker de oorlog had overleefd en na de oorlog samen met zijn broer Robert de internationaal opererende kauw- gomfabriek Maple Leaf had opgericht, en zijn vrouw Jopie. url: http://www. joodsamsterdam.nl/gebbedrijfmapleleaf.htm (geraadpleegd op 30 april 2014). 83. George W. Gawrych, The Albatross of Decisive Victory. War and Policy Between Egypt and Israel in the 1967 and 1973 Arab-Israeli Wars (Westport 2000) 96. 84. Zuid-Afrikaanse televisiedocumentaire Righteous among the Righteous, ju- ni 1998. 85. Interview met Suzanne Pereira, 27 maart 2014. 86. Ibidem. 87. Ibidem. 88. Onder ‘tweede generatie’ wordt verstaan ‘kinderen die na de oorlog gebo- ren zijn uit één of beide ouders die ernstige tot zeer ernstige oorlogservaringen hebben doorgemaakt’. Herman Musaph, ‘De tweede generatie oorlogsslacht-

654 noten hoofdstuk 6 offers. Psychopathologische problemen’, in: Psycho-sociale problematiek van de tweede generatie. Een keuze uit artikelen (Utrecht 1982) 28-42, aldaar 28; F.A. Bege- mann, ‘Kinderen van oorlogsgetroffenen: een eerste generatie’ in: De tweede ge- neratie. Wat niet weet wat wél deert (z.p. 1989) 42-57, aldaar 42. Over verschillende categorieën binnen deze groep zie E. de Wind, ‘Transgenerationele overdracht’, in: R. Beunderman en J. Dane (red.), Kinderen van de oorlog (Utrecht/Amsterdam 1987) 9-22, aldaar 13. Over veelvoorkomende klachten binnen en kenmerken van deze groep zie o.a. H. Musaph, ‘De tweede generatie Joodse oorlogsslachtoffers’, in: R. Beunderman en J. Dane (red.), Kinderen van de oorlog (Utrecht/Amsterdam 1987) 23-29; T.L.W. van Ravesteijn, ‘Kenmerken van de tweede generatie’, in: Psy- cho-sociale problematiek van de tweede generatie (2). Een bundeling van de drie inlei- dingen gehouden op de studiedag over de psycho-sociale problematiek van de tweede generatie georganiseerd door de Stichting ICODO op 9 juni 1983 (Utrecht 1983) 11- 19; Petra Aarts e.a., De joodse naoorlogse generatie: onuitwisbare sporen? Meningen en inzichten uit de hulpverlening ([Houten] 1991) 9-42. 89. Over het moeizame ontstaan van jmw, haar doelstelling en haar doel- groep zie Lipschits, Tsedaka, 99-125. De stichting ontwikkelde zich tot een sa- menbindende factor binnen de Joodse gemeenschap en werd daarom ironisch wel eens ‘vierde kerkgenootschap’ genoemd. Gans, De kleine verschillen die het le- ven uitmaken, 599. 90. Zie over deze ‘emancipatie van de emotie’ Withuis, Erkenning, 118-121. 91. Tas, ‘De tweede generatie’, 64. 92. Mededeling van Suzanne Rodrigues Pereira, 16 juli 2014. 93. Interview met Suzanne Pereira, 27 maart 2014. 94. Interview met Berthe Verdonck, 19 maart 2014. 95. Interview met Suzanne Pereira, 27 maart 2014. 96. Dit bittere kruid maakt deel uit van de traditionele maaltijd die Joden op sederavond – aan het begin van het Pesachfeest – gebruiken ter nagedachtenis aan de slavernij in Egypte. 97. Aalders, Berooid, 351. 98. Gaemers, De rode wethouder. 99. Toespraak van Jacques Coronel, in: [Suzanne Rodrigues Pereira (red.)], Een ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’. A.N. Kotting, 12 december 2006. Toespraken gehouden bij de postume toekenning van de onderscheiding ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’ aan mr. A.N. Kotting (1911-1972) op 12 december 2006 in de synagoge van de Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam (Amsterdam 2007) 2-6, aldaar 6. 100. Toespraak van Ulli d’Oliveira, in: [Pereira (red.)], Een ‘Rechtvaardige on- der de Volkeren’. A.N. Kotting, 34-44. 101. Vlak na de oorlog spraken de parnasiem van de pig over ‘gepeperde de- claraties’ van Van Krimpen, die hij tot in 1944 – na de Portugezenrazzia van 2 fe-

655 noten hoofdstuk 6 bruari – was blijven indienen. Notulen van de vergadering van parnasiem van 29 juni 1947. saa, toeg.nr. 334A, inv.nr. 641. Ook M.S. Vaz Dias liet zich na de oor- log negatief over de advocaat uit: ‘Mr. van Krimpen heeft nu niet bepaald zoo een mooie rol gespeeld.’ Notulen van de vergadering van het Comité General van de Kerkenraad, 23 februari 1947. saa, toeg.nr. 334A, inv.nr. 1710. 102. Nijgh ontving zijn onderscheiding op 3 juni 1992, een klein halfjaar voor zijn overlijden op 85-jarige leeftijd op 22 november 1992. Database The Righteous among the Nations. url: http://db.yadvashem.org/righteous/righteousName. html?language=en&itemId=4043412 (geraad­pleegd op 8 juli 2014). 103. Schriftelijke aanvulling op interview met Suzanne Pereira, 27 maart 2014. Voor een verslag van de reis zie Suzanne Rodrigues Pereira, Reis naar Polen met het Nederlands Auschwitz Comité (Laren 2009). 104. Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland, gezinsblad Jo- zef Tafelkruijer. url: http://www.joodsmonument.nl/page/385379/nl (geraad- pleegd op 8 juli 2014). 105. Koen Kleijn en Rob van Zoest (red.), De grachten van Amsterdam. 400 jaar bouwen, wonen, werken en leven (Bussum 2013) 425. 106. Website Schaduwkade. url: www.schaduwkade.nl (geraadpleegd op 5 mei 2014). Het initiatief voor Schaduwkade is ontstaan nadat Suzannes straatge- noten Jacob Kohnstamm en Beatrijs Stemerding in 2009 enkele plaquettes had- den onthuld ter ere van de vermoorde Joodse bewoners van hun huis op Nieuwe Keizersgracht 24. 107. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. 108. Interview met Suzanne Pereira, 27 maart 2014. 109. Interview met Berthe Verdonck, 19 maart 2014. 110. Website Limmoed. url: www.limmoed.nl (geraadpleegd op 6 mei 2014). 111. Hanna van Solinge en Carlo van Praag, De joden van Nederland anno 2009. Continuïteit en verandering (Diemen 2010) 31. Zie voor de snelle groei van het li- berale Jodendom in naoorlogs Nederland ook Brasz, ‘Na de Tweede Wereldoor- log’, 382-383. 112. Brasz, ‘Na de Tweede Wereldoorlog’, 376. 113. Interview met Berthe Verdonck, 19 maart 2014. 114. Brasz, ‘Na de Tweede Wereldoorlog’, 375. 115. Interview met Berthe Verdonck, 19 maart 2014. 116. Ibidem. 117. Minny E. Mock-Degen, The Dynamics of Becoming Orthodox. Dutch Je- wish Women Returning to Judaism and How Their Mothers Felt about It (Amster- dam 2009) 135-136. 118. Mock-Degen, The Dynamics of Becoming Orthodox, 127-128, 133-135. 119. Minny Mock, ‘“En op het moment dat ik koos ben ik dus meteen het or-

656 noten hoofdstuk 6 thodoxe pad gaan bewandelen”. Nieuwe religieuze identificatie met het ortho- doxe jodendom in Nederland’, in: Hetty Berg e.a. (red.), Wie niet weg is, is gezien, 207-221, aldaar 217. 120. Mock-Degen, The Dynamics of Becoming Orthodox, 114-115. 121. Deze indeling is geïnspireerd op een model van de onderwijskundige en fi- losoof Ido Abram. Zie Ido Abram, Joodse identiteit (Lelystad 2005). 122. Interview met Ulli d’Oliveira, 31 maart 2014. 123. Interview met Berthe Verdonck, 19 maart 2014. 124. Interview met Suzanne Pereira, 27 maart 2014. 125. Interview met Berthe Verdonck, 19 maart 2014. Het fenomeen ‘derde ge- neratie’ werd recentelijk uitgelicht in de documentaire Elke dag 4 mei van leeftijd- genote Natascha van Weezel (1986), uitgezonden door de ncrv op 28 april 2014. 126. Blom en Cahen, ‘Joodse Nederlanders, Nederlandse joden en joden in Ne- derland (1870-1940)’, 207-310. 127. Interview met Berthe Verdonck, 19 maart 2014. 128. Zie bijvoorbeeld ‘Nieuwe maatregelen tegen de joden aangekondigd’, Het Vaderland, 29 juni 1942. 129. Over de rol van schaamte bij het zwijgen over heftige oorlogservaringen zie Selma Leydesdorff, De mensen en de woorden. Geschiedenis op basis van verha- len (Amsterdam 2004) 130-132. 130. Jessurun d’Oliveira, ‘Het wetenschappelijk geweten’, Ulli Jessurun d’Oliveira, ‘Iberische Wiedergutmachung voor sefardische joden’, Nederlands Ju- ristenblad 89 (2014) 1432-1435. Zie over dit onderwerp ook Jaap Cohen, ‘Pas vijf eeuwen later mogen de joden terug’, nrc Handelsblad, 2 maart 2013. 131. Ze refereert hierbij aan het verschil in rite bij het sluiten van een Asj- kenazisch (stuktrappen) en Sefardisch (stukgooien) huwelijk. 132. Interview met Berthe Verdonck, 19 maart 2014.

657 Geraadpleegde archieven

Bundesarchiv, Berlijn R. 1509 Archief Reichssippenamt

Centraal Bureau voor Genealogie (cbg), Den Haag Archief Calmeyer Collectie Nijgh (ongeïnventariseerd)

Felix Archief, Antwerpen Vreemdelingendossiers

Gemeentearchief Den Haag (gdh) 780 Archief Y.H.M. Nijgh (ongeïnventariseerd)

Het Utrechts Archief (hua) 34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905

Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (iisg), Amsterdam Archief andb Archief Vereeniging Gemeenschappelijk Grondbezit Archief sdap

Joods Historisch Museum (jhm), Amsterdam Collectie Documenten

Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (knaw) 1940- 1993, Amsterdam 376 Commissie voor het Fysisch-Anthropologisch Onderzoek van de Neder- landse Bevolking

Letterenhuis, Antwerpen Archief Lode Baekelmans

658 Letterkundig Museum (lm), Den Haag h 06131 Collectie Herman Heijermans m 00984 Collectie Frans Mijnssen o 00226 Collectie E. d’Oliveira

Nationaal Archief (na), Den Haag 1.05.03 Archief van de Sociëteit van Suriname, 1682-1795 1.05.11.16 Archief van de Doop-, Trouw‑ en Begraafboeken (dtb) van Suriname, 1662-1838 2.21.286 Archief W. Drees nin-knaw, Amsterdam Archief C.U. Ariëns Kappers niod Instituut voor Oorlogs-, Holocaust‑ en Genocidestudies, Amster- dam 20 Generalkommissar für Verwaltung und Justiz – Stab 77 Höhere ss‑ und Polizeiführer, Generalkommissar für das Sicherheitswesen 123 nsb 216-b Nederlandse overheidsinstellingen – Departement van Binnenlandse Za- ken 244 Dagboeken 248-271 Calmeyer, dr. Hans Georg 248-1317 Pierson, prof. dr. Jan Lodewijk 248-1810 Voetelink, Johan 249-296a Groep Westerweel 249-364d Joden, Portugese 249-455 Nationaal Comité van Actie tegen het Verdrag met België 249-1005 Joden – afstammingsonderzoek 250d Gevangenissen en concentratiekampen – Algemeen 250i Gevangenissen en concentratiekampen – Westerbork 250m Gevangenissen en concentratiekampen – Afwikkelingsbureau concentra- tiekampen 860 Onderzoek – Advocatuur in bezettingstijd

Portugees-Israëlietische Gemeente (pig), Amsterdam Oorlogsarchief (ongeïnventariseerd)

Privéarchieven Fam. Belinfante, Amsterdam

659 Fam. Van Emde Boas, Amsterdam Fam. Jessurun d’Oliveira, Amsterdam Fam. Lopes Cardozo, Cambridge Fam. Rodrigues Pereira, Amsterdam Fam. Spanjaard, Amsterdam

Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen, Breukelen Index op de grondtransacties in de notulen van het gerecht Nieuw Maarsseveen en Oud Maarsseveen en Neerdijk, 1762-789

Stadsarchief Amsterdam (saa) 334 Portugees-Israëlietische Gemeente 334a Portugees-Israëlietische Gemeente: aanvulling 788 Archief van de Familie Teixeira d’Andrade, met genealogische gegevens be- treffende Portugese joden, verzameld door Bert Nienhuis 800 Archief van de Eerste Openbare Handelsschool 1001 Archief van het Algemeen Ziekenfonds Amsterdam 5000 Archief van het Bevolkingsregister 5001 Burgerlijke Stand: doop-, trouw‑ en begraafboeken van Amsterdam (retro- acta van de Burgerlijke Stand) 5009 Archief van de Burgerlijke Stand 5072 Archief van de Commissarissen van de Desolate Boedelkamer 5073 Archief van de Weeskamer en Commissie van Liquidatie der Zaken van de Voormalige Weeskamer 5075 Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam 5177 Secretarie; Afdeling Financiën, Rekenkamer en Rentegevende Eigendom- men, Precario en Kadaster 5181 Secretarie; Afdeling Algemene Zaken 15009 Collectie Stadsarchief Amsterdam: klein materiaal 30265 Archief van de Universiteit van Amsterdam; Faculteit Geneeskunde 30452 Archief van S. Hart: (gedeeltelijke) toegang op de notariële archieven

Universiteitsbibliotheek Leiden Collectie G.J.P.J. Bolland

Universiteitsbibliotheek Utrecht Archief P.H. Ritter jr.

660 Universiteitsbibliotheek UvA Bijzondere Collecties, Amsterdam Handschriftencollectie Bibliotheca Rosenthaliana Collectie Frederik van Eeden Collectie H.J. Pos Collectie Albert Verwey

Vereeniging voor den Effectenhandel, Amsterdam Ledenlijst Vereeniging voor den Effectenhandel

661 Geraadpleegde literatuur

Aalders, Gerard, Berooid. De beroofde joden en het Nederlandse restitutiebeleid sinds 1945 (Amsterdam 2001) Aardweg, H.P. van den, en J.P.J.C. Hüllstrung, ‘Beelaerts van Blokland-Jessurun, Mr. Benvenida Rosa Jacoba’, Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlan- den in woord en beeld. Nederlanders en hun werk (Amsterdam 1938) 1698 Aardweg, H.P. van den, en J.P.J.C. Hüllstrung, ‘Krimpen, Mr. Hendrik van’, Per- soonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Nederlanders en hun werk (Amsterdam 1938) 857-858 Aardweg, H.P. van den, en J.P.J.C. Hüllstrung, ‘Oliveira, Elias d”, Persoonlijkhe- den in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Nederlanders en hun werk (Amsterdam 1938) 1101-1102 Aarts, Petra, e.a., De joodse naoorlogse generatie: onuitwisbare sporen? Meningen en inzichten uit de hulpverlening ([Houten] 1991) Abram, Ido, Joodse identiteit (Lelystad 2005) Abuys, Guido, en Dirk Mulder, Een gat in het prikkeldraad. Kamp Westerbork, ont- snappingen en verzet (Hooghalen/Assen 2003) Abuys, Guido, en Dirk Mulder, Genezen verklaard voor... een ziekenhuis in kamp Westerbork, 1939-1945 (Hooghalen 2006) Adang, Marc, Voor sociaal-democratie, smaakopvoeding en verheffend genot. De Amsterdamse vereniging Kunst aan het Volk, 1903-1928 (Amsterdam 2008) Adler, H.G., Theresienstadt 1941-1945. Das Antlitz einer Zwangsgemeinschaft. Ge- schichte, Sociologie, Psychologie (2e herziene druk; Tübingen 1960) Aerts, Remieg, ‘”De eischen des tijds”. De heroriëntatie van economie en poli- tiek’, in: Remieg Aerts en Piet de Rooy (red.), De geschiedenis van Amsterdam. Hoofdstad in aanbouw 1813-1900 (Amsterdam 2006) 293-325 Aerts, Remieg, ‘De publieke orde. Openbaarheid en beslotenheid’, in: Remieg Aerts en Piet de Rooy (red.), De geschiedenis van Amsterdam. Hoofdstad in aan- bouw 1813-1900 (Amsterdam 2006) 139-215 Agtmaal, Wietse van, ‘Het diamantvak in Amsterdam: van oudsher een joodse negotie’, in: Hetty Berg, Thera Wijsenbeek en Eric Fischer (red.), Venter, fabri- queur, fabrikant. Joodse ondernemers en ondernemingen in Nederland 1796-1940 (Amsterdam 1994) 114-129

662 Albanis, Elisabeth, ‘Jakob Wassermann’s memorial to Walther Rathenau in Etzel Andergast’, German Life and Letters 50 (januari 1997) 18-34 Album Academicum van het Athenaeum Illustre en van de Universiteit van Amster- dam (Amsterdam 1913) Amersfoort, H., ‘Dienstplicht en de modernisering van Nederland, 1810-1813’, in: A.M.J.A. Berkvens, J. Hallebeek en A.J.B. Sirks, Het Franse Nederland. De inlij- ving 1810-1813. De juridische en bestuurlijke gevolgen van de ‘Réunion’ met Frank- rijk (Hilversum 2012) 83-106 Ammon, Otto, Die Natürliche Auslese beim Menschen (Jena 1893) Anbeek, Ton, ‘De betekenis van Merlyn’, Nederlandse letterkunde 6, nr. 1 (januari 2001) 1-13 Ancona, J. d’, ‘Komst der Marranen in Noord-Nederland. De Portugese Ge- meenten te Amsterdam tot de vereniging (1639)’ in: Hk. Brugmans en A. Frank (red.), Geschiedenis der Joden in Nederland i (Amsterdam 1940) 201-269 Anten, Hans, Van realisme naar zakelijkheid. Proza-opvattingen tussen 1916 en 1932 (Utrecht 1982) Arian, Max, ‘In memoriam Jan van Keulen (1913-1994)’, De Groene Amsterdam- mer, 7 september 1994 Ariëns Kappers, C.U., An Introduction to the Anthropology of the Near East in An- cient and Recent Times. With a Chapter on Near Eastern Bloodgroups by Leland W. Parr (Amsterdam 1934) Ariëns Kappers, C.U., Reiziger in breinen. Herinneringen van een hersenonderzoe- ker. Bezorgd door Frank van Kolfschooten (Amsterdam/Antwerpen 2001) Arkel, Dik van, The Drawing of the Mark of Cain [a Socio-historical Analysis of the Growth of Anti-Jewish Stereotypes] (Amsterdam 2009) Ashtor, Eliyahu e.a., ‘Spain’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik (red.), Ency- clopedia Judaica 19, 2e editie (Detroit 2007) 67-83 Bajohr, Frank, “Unser Hotel ist judenfrei”. Bäder-Antisemitismus im 19. und 20. Jahr- hundert (Frankfurt am Main 2003) Bakan, David, Sigmund Freud and the Jewish Mystical Tradition (New York 1958) Bakker, J.J.M., ‘Een grijze ochtend, 18 oktober 1966’, Raam, nr. 32 (februari 1967) 2-11 Bar, Ze’ev, ‘De familie Blanes’, Misjpoge 16 (2003) 73-80 Barge, J.A.J., ‘Anthropologie’ in: S.A. Steinmetz e.a., De rassen der menschheid. Wording, strijd en toekomst (Amsterdam 1938) 1-115 Barnum, P.T., Struggles and Triumphs. Or, Forty Years’ Recollections of P.T. Barnum (New York 1871) Beelaerts van Blokland, W.A., ‘Verslag van het onderzoek ingesteld in de zaak Teixeira de Mattos’, Maandblad van het Genealogisch-heraldisch Genootschap ‘De Nederlandsche Leeuw’ 39 (1921) 74-83

663 Beem, H., De Joden van Leeuwarden, Geschiedenis van een Joods cultuurcentrum (Assen 1974) Begemann, F.A., ‘Kinderen van oorlogsgetroffenen: een eerste generatie’ in: De tweede generatie. Wat niet weet wat wél deert (z.p. 1989) 42-57 Bel, Jacqueline, Bloed en rozen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900- 1945 (te publiceren in 2015) Belinfante, A.D., In plaats van bijltjesdag. De geschiedenis van de bijzondere rechts- pleging in de Tweede Wereldoorlog (Assen 1978) Belinfante, Jacob (red.), Jaarboeken voor de Israëliten in Nederland 4 (1838) Belinfante, Judith C.E., en Peter Buijs, ‘De Gelykstaat der Joden. Inburgering van een minderheid’, in: Hetty Berg (red.), De Gelykstaat der Joden. Inburgering van een minderheid (Zwolle 1996) 7-14 Beneditty, N. de, ‘Wijsbegeerte en politiek. Een staatkundig-philosophische studie over onze vrijheidsrechten’, Denken en Leven. Tweemaandelijksch Tijd- schrift 9 (1934) 1-28 Benes, Frantisek, en Patricia Tosnerová, Posta v ghetto Therezín. Die Post im Ghet- to Theresienstadt. Mail Service in the Ghetto Therezín 1941-1945 (Praag 1996) Berg, Hetty, ‘Joden en Jodinnen aan het tooneel. Het joodse aandeel in het Am- sterdamse amusement’, in: Joost Groeneboer en Hetty Berg (red.), ... Dat is de kleine man... 100 jaar joden in het Amsterdamse amusement, 1840-1940 (Zwolle [1995]) 43-61 Berg, Hetty, ‘Thalia and Amsterdam’s Ashkenazi Jews in the late 18th and early 19th centuries’, in: Jonathan Israel en Reinier Salverda (red.), Dutch Jewry. Its History and Secular Culture (1500-2000) (Leiden 2002) 191-199 Bergh, Herman van den, ‘Relaas van een overlevende’, Raam 5, nr. 32 (februari 1967) 61-71 Bergh, S. van den, Deportaties. Westerbork, Theresiënstadt, Auschwitz, Gleiwitz (Bussum [1945]) Berkley, George E., Theresienstadt. De geschiedenis van het ‘modelkamp’ van de na- zi’s (Baarn 1995) Biddiss, Michael, ‘History as destiny. Gobineau, H.S. Chamberlain and Speng- ler’, Transactions of the Royal Historical Society vii (Cambridge 1997) 73-100 Bloemgarten, Salvador, ‘De Bund en de Bond’, Onvoltooid Verleden, nr. 3 (maart 1998) 11-16 Bloemgarten, Salvador, Hartog de Hartog Lémon, 1755-1823. Joodse revolutionair in Franse Tijd (Amsterdam 2007) Bloemgarten, Salvador, Henri Polak. Sociaal democraat 1868-1943 (Amsterdam 1993) Bloemgarten, Salvador, ‘Inleiding’, in: Salvador Bloemgarten en Philo Bregstein (red.), Herinnering aan Joods Amsterdam (Amsterdam 1978) 19-20

664 Bloemgarten, Salvador, ‘De vlegeljaren van de Amsterdamse Joodse socialisten: 1890-1894’, Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum 78 (1986) 135-176 Blom, J.C.H., ‘De oorlog na de oorlog’, in: J.C.H. Blom, In de ban van goed en fout. Geschiedschrijving over de bezettingstijd in Nederland (Amsterdam 2007) 121-131 Blom, J.C.H., ‘Exploitatie en nazificatie. De Nederlandse samenleving onder na- tionaal-socialistisch bestuur 1940-1945’, in: Henk Flap en Wil Arts (red.), De organisatie van de bezetting (Amsterdam 1997) 17-30 Blom, J.C.H. en J.J. Cahen, ‘Joodse Nederlanders, Nederlandse joden en joden in Nederland (1870-1940)’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de Joden in Nederland (Amsterdam 1995) 247-310 Blom, J.C.H., ‘Nederland sinds 1830’, in: J.C.H. Blom en E. Lamberts (red.), Ge- schiedenis van de Nederlanden (Baarn 2001) 314-371 Blom, J.C.H., ‘“Wenn es keinen Krieg gäbe, müssten wir ihn erfinden!” S.R. Steinmetz en de voordelen van oorlog’, in: Ido de Haan e.a. (red.), Het eenzame gelijk. Hervormers tussen droom en daad 1850-1950 (Amsterdam 2009) 127-140 Blom, Paul, ‘2 september 1839: Opening van de Salon des Variétés in de Nes in Amsterdam. Kleine theaters voor aanstormend talent in Amsterdam’, in: R.L. Erenstein (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen (Amsterdam 1996) 410-417 Blooy, Rita (ps. Jaap Oversteegen), ‘De vrolijke veldtocht van Merlijn. Rita Blooy in gesprek met ex-redakteur J.J. Oversteegen’, Bzzlletin 100 (1982) 75-80 Boas, Jacob, Boulevard des Misères. Het verhaal van doorgangskamp Westerbork (Amsterdam 1988) Boas, Pierre, ‘Voorheen en thans. Herinneringen uit het tooneelleven’, Het Toon- eel 12, nr. 6-7 (1883) 89-96 Bodian, Miriam, Hebrews of the Portuguese Nation. Conversos and Community in Early Modern Amsterdam (Bloomington/Indianapolis 1997) Bodian, Miriam, ‘Hebrews of the Portuguese Nation. The ambiguous bounda- ries of self-definition’, Jewish Social Studies 15 (2008) 66-80 Bodian, Miriam, ‘“Men of the Nation”. The shaping of converso identity in Early Modern Europe’, Past & Present 143 (1994) 48-76 Bodian, Miriam, ‘The Portuguese dowry societies in Venice and Amsterdam. A case study in communal differentiation within the Marrano Diaspora’, Italia 6 (1987) 30-61 Boehling, Rebecca, en Uta Larkey, Life and Loss in the Shadow of the Holocaust. A Jewish Family’s Untold Story (Cambridge 2011) Boekman, E., Demografie van de Joden in Nederland (Amsterdam 1936) Boer, J. de (red.), Mr. C. Assers handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 1. Personen‑ en familierecht (18e druk; Deventer 2010) Bolland, G.J.P.J., Het lijden en sterven van Jezus Christus. Verslag van de rede, door

665 Prof. Bolland voor zijne collegianten te Amsterdam den 29sten maart 1907 uitge- sproken. Gestenographeerd door W.Drees en E. d’Oliveira jr. (Leiden 1907) Bolland, G.J.P.J., De teekenen des tijds (Leiden 1921) Bonke, Hans, ‘Portugezen op Vlooyenburg’, in: Renée Kistemaker en Tirtsah Le- vie (red.), Êxodo. Portugezen in Amsterdam 1600-1680 (Amsterdam 1987) 32-41 Boogman, J.C., ‘Achtergronden, tendenties en tradities van het buitenlands be- leid van Nederland (eind zestiende eeuw – 1940)’, in: N.C.F. van Sas (red.), De kracht van Nederland. Internationale positie en buitenlands beleid (Becht 1991) 16-35 [Boom, Harm, en A.L. Lesturgeon], Een Drenthsch gemeente-assessor met zijne twee neven op reis naar Amsterdam, in ’t voorjaar van 1843 i (Groningen 1845) Boom, Bart van der, ‘Een opvallend gebrek aan argumentatie. De kritiek van Eve- lien Gans en Remco Ensel op ‘Wij weten niets van hun lot.’ Gewone Nederlan- ders en de Holocaust’, Tijdschrift voor Geschiedenis 126 (2013) 564-570 Boom, Bart van der, ‘Wij weten niets van hun lot’. Gewone Nederlanders en de Holo- caust (Amsterdam 2012) Boomgaard, Petra van den, ‘Survival of the holocaust through legal evasion. Three perspectives on the Calmeyer procedure in the Netherlands’. MA- scriptie Universiteit van Amsterdam (2012) Bos, Dennis, Waarachtige volksvrienden. De vroege socialistische beweging in Am- sterdam 1848-1894 (Amsterdam 2001) Bossenbroek, Martin, De meelstreep. Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoor- log (Amsterdam 2001) Boterman, Frits, ‘Wetenschap en nationaal-socialisme: een duivelspact? Eugen Fischer, Fritz Lenz en het Kaiser-Wilhelm-Institut für Anthropologie, men- schliche Erblehre und Eugenik’, in: Ido de Haan e.a. (red.), Het eenzame gelijk. Hervormers tussen droom en daad 1850-1950 (Amsterdam 2009) 141-154 Braber, Helleke van den, Geven om te krijgen. Literair mecenaat in Nederland tus- sen 1900 en 1940 (Nijmegen 2002) Brasz, F.C., ‘Na de tweede wereldoorlog: van kerkgenootschap naar culturele minderheid’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Ge- schiedenis van de Joden in Nederland (Amsterdam 1995) 351-403 Bregstein, Philo, Gesprekken met Jacques Presser (Amsterdam 1972) Bregstein, Philo, en Salvador Bloemgarten (red.), Herinnering aan Joods Amster- dam (Amsterdam 1978) Brinkgreve, Christien, Psychoanalyse in Nederland. Een vestigingsstrijd (Amster- dam 1984) Broersma, Koert, en Gerard Rossing, Kamp Westerbork gefilmd. Het verhaal over een unieke film uit 1944(Hooghalen/Assen 1997) Brubaker, Rogers en Frederick Cooper, ‘Beyond “identity”’, Theory and Society 29 (2000) 1-47 666 Brug, Luuk, ‘Het district waar oprees hun burcht’, in: Martin van Amerongen e.a., Voor buurt en beweging. Negentig jaar sociaal-democratie tussen IJ en Amstel (Amsterdam 1984) 12-68 Bruinsma, Ernst, en Odile Heynders, ‘Terug naar Merlyn. Ernst Bruinsma en Odile Heynders in gesprek met H.U. Jessurun d’Oliveira’, Literatuur. Tijd- schrift voor Nederlandse letterkunde nr. 6 (november-december 2002) 361-368 Bueno de Mesquita, A., Portugusade. Herinneringen aan het Amsterdam van de Portugese Joden (Delft 1988) Buisman, J., Bar en boos. Zeven eeuwen winterweer in de Lage Landen (Baarn 1984) Buiting, Henny, De Nieuwe Tijd. Sociaaldemokratisch Maandschrift. 1896-1921 (Amsterdam 2003) Burg, Fenna van den, De Vrije Katheder 1945-1950. Een platform van communisten en niet-communisten (Amsterdam 1983) Bijleveld, W.J.J.C., Opmerkingen over de geslachten, behandeld in het Nederland’s adelsboek (’s-Gravenhage 1949)

Caransa, Ab, ‘Theresienstadt, schizofrenie in steen’, in: G. Aalders e.a. (red.), Oorlogsdocumentatie ’40-’45. Negende jaarboek van het Rijksinstituut voor Oor- logsdocumentatie (Zutphen 1998) 112-139, 266 Caransa, Ab, Vrijmetselarij en jodendom. De wereld een tempel (Hilversum 2001) Carillon, A.C., Leerrede over de tijdsomstandigheden van ons Vaderland. Uitgespro- ken in de Kerk zijner Gemeente in de Portugeesche en in die van Middelburg in de Nederlandsche Taal (Amsterdam 1832) Casimir, R., ‘De ontwikkeling en verbreiding der Individualpsychologie’, Mensch en Maatschappij 9 (1933) 198-233 Castro, D.H. de, De synagoge der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam. Ter gelegenheid van het 275-jarig bestaan dezer synagoge opnieuw uitgegeven en aangevuld door Dr J. Meijer, bibliothecaris van ‘Ets Haim’ (Amsterdam 1950) Chamberlain, Houston Stewart, Die Grundlagen des Neunzehnten Jahrhunderts 1 (10e druk; München 1910) Chipkin, Israel S., ‘Judaism and social welfare’, in: Louis Finkelstein (red.), The Jews. Their History, Culture, and Religion ii (3e druk; New York 1960) Cleeff-Hiegentlich, Fréderique van, ‘De transformatie van het Nederlandse Jo- dendom in de eerste helft van de negentiende eeuw’, De Gids 148 (1985) 232- 242 Cohen, A.E., ‘Interview met dr. Friedrich Wimmer op 28 en 29 augustus 1947’, in: J.C.H. Blom e.a. (red.), A.E. Cohen als geschiedschrijver van zijn tijd (Amster- dam 2005) 331-374 Cohen, A.E., ‘Schuldig slachtoffer. De derde Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des sd in Nederland’, in: J.C.H. Blom e.a. (red.), A.E. Cohen als geschied-

667 schrijver van zijn tijd (Amsterdam 2005) 297-316 Cohen, A.E., ‘Tien jaar na de bevrijding van nationaal-socialisme en jodenver- volging in Nederland’, in: J.C.H. Blom e.a. (red.), A.E. Cohen als geschiedschrij- ver van zijn tijd (Amsterdam 2005) 317-327 Cohen, David, Voorzitter van de Joodse Raad. De herinneringen van David Cohen (1941-1943). Geannoteerd en ingeleid door Erik Somers (Zutphen 2010) Cohen, Jaap, ‘Abdol-Hossein Sardari. Flamboyante levensgenieter redt Joodse Iraniërs’, in: Jaap Cohen en Hinke Piersma (red.), Moedige mensen. Helden in oorlogstijd (Amsterdam 2014) 122-125 Cohen, Jaap, ‘Arie de Froe. Wetenschapper in dienst van de goede zaak’, De Gids 176, nr. 4 (2013) 3-6 Cohen, Jaap, Het bewaren van de oorlog. De roerige beginperiode van het Rijksinsti- tuut voor Oorlogsdocumentatie 1945-1960 (Amsterdam 2007) Cohen, Jaap, ‘Hoe cruciaal is onwetendheid?’, nrc.next, 3 april 2013 Cohen, Jaap, ‘Pas vijf eeuwen later mogen de joden terug’, nrc Handelsblad, 2 maart 2013 Cohen, Jaap, ‘Een tumultueuze introductie in de literaire grotemensen-wereld. Ulli d’Oliveira als redacteur van Tirade en het ontstaan van Merlyn’, De Parel- duiker 19, nr. 3 (2014) 20-42 Cohen, Judah M., Through the Sands of Time. A History of the Jewish Congregation of St. Thomas, U.S. Virgin Islands (Hannover/Londen 2004) Cohen, Robert, Jews in Another Environment. Surinam in the Second Half of the Eighteenth Century (Leiden 1991) Cohen, Robert, ‘Passage to a New World: the Sephardi poor of eighteenth centu- ry Amsterdam’, in: Lea Dasberg and Jonathan N. Cohen (red.), Neveh Ya’akov. Jubilee Volume Presented to dr. Jaap Meijer on the Occasion of his Seventieth Bir- thday (Assen 1982) 31-42 Cohen, Peter, ‘De geschiedenis van het “Nederlandsch Marranen Comité”, 1930- 1939’, Studia Rosenthaliana 25, 1 (1991) 15-30 Cohen d’Azevedo, David, Triumphos da virtude. Sermaó pregado, a occasiaõ do na- talicio de sua altesa serenissima Guillermo V, Principe de Orange (Amsterdam 1788) Conklin, Alice L., In the Museum of Man. Race, Anthropology, and Empire in Fran- ce, 1850-1950 (Ithaca 2013) Cornelisse, Piet Jan, De Photograaf. Wat was hij? Wat is hij? Wat moet hij worden? (z.p., [1865]) Corre, Alan D., e.a., ‘Sephardim’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik (red.), Encyclopedia Judaica 18, 2e editie (Detroit 2007) 292-305 Cuddihy, John Murray, The Ordeal of Civility. Freud, Marx, Lévi-Strauss, and the Jewish Struggle with Modernity (New York 1974)

668 Czech, Danuta, Kalendarium der Ereignisse im Konzentrationslager Auschwitz-Bir- kenau 1939-1945 (Reinbek bei Hamburg 1989) Czopp, Gustav, ‘E. d’Oliveira over Goethe. Op bezoek bij den bekenden Goethe- biograaf’, Haagsche Courant, maart 1932. Overgenomen in Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië, 21 maart 1932

Daalder, Hans, ‘Dutch Jews in a segmented society’, in: Pierre Birnbaum and Ira Katznelson (red.), Paths of Emancipation. Jews, States, and Citizenship (Princet- on 1995) 37-58 Dagverhaal der handelingen van de Nationale Vergadering representeerende het Volk van Nederland, deel ii (nr. 98, zitting 29 maart 1796) 163-164 Dalberg, J.J., ‘Verdrijving der Joden uit Spanje en Portugal; Marranen en Joden in de Nederlanden in de zestiende eeuw’, in: Hk. Brugmans en A. Frank (red.), Geschiedenis der Joden in Nederland (Amsterdam 1940) 201-270 Damsma, Dirk, Familieband. Geschiedenis van het gezin in Nederland (Utrecht 1999) Damsma, Josje, Nazis in the Netherlands. A Social History of National Socialist Collaborators, 1940-1945. Dissertatie Universiteit van Amsterdam (2013) Dangermond, Karin, ‘Het heft in eigen handen. Een kwalitatief onderzoek naar Joodse zelfmoorden in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog’. Master- scriptie Universiteit van Amsterdam (2011) Dante Alighieri, De goddelijke komedie. 3 dln., vertaald door J.K. Rensburg (Am- sterdam 1906-1908) Deniker, Joseph, The Races of Man. An Outline of Anthropology and Ethnography (Londen 1900) Denucé, J., ‘Bijdrage tot de geschiedenis van oud Spaansch-Portugeesche ge- slachten in de Nederlanden’, Antwerpsch Archievenblad 3 (1928) 20-37 Denucé, J., ‘Iets over Spaansch-Portugeesche geslachten in Nederland, en het plaatwerk van D. Henriques de Castro’, Antwerpsch Archievenblad 2 (1927) 37- 52 Derks, Hans, Deutsche Westforschung. Ideologie und Praxis im 20. Jahrhundert (Leipzig 2001) Derkx, Peter, H.J. Pos, 1898-1955: Objectief en partijdig. Biografie van een filosoof en humanist (Hilversum 1994) Dieckhoff, Alain, Rescapés du Génocide. L’action Musy: une opération de sauvetage des Juifs européens en 1944-1945 (Basel/Frankfurt am Main 1995) Dillen, J.G. van, ‘De economische positie en betekenis der Joden in de Republiek en in de Nederlandse koloniale wereld’, in: Hk. Brugmans en A. Frank (red.), Geschiedenis der Joden in Nederland 1 (Amsterdam 1940) 561-616 Dillen, J.G. van, Van rijkdom en regenten. Handboek tot de economische en sociale

669 geschiedenis van Nederland tijdens de Republiek (’s-Gravenhage 1970) Divendal, Joost, en Henriëtte Lakmaker, Emmy J. Belinfante 1875-1944. Tussen rook, alcohol en mannen (Amsterdam 2001) Dodde, N.L., ‘Jewish education in schools in the Netherlands from 1815 to 1940’, Studia Rosenthaliana 30, 1 (1996) 67-87 Dodde, N.L., Joods onderwijs. Een geschiedenis over het tijdvak 1200 tot 2000 (’s- Gravenhage 2009) Doorn, J.A.A. van, Gevangen in de tijd. Over generaties en hun geschiedenis (Am- sterdam 2002) Drees, W., ‘A.E. d’Oliveira. Een herinnering’, De ‘Groote’ Schrijver 1 (oktober 1946) 3-5 Drees, Willem, Neerslag van een werkend leven (Assen 1972) Drie, Rob van, ‘Opkomen voor je nummer. Nationale militie in de negentien- de eeuw’, Genealogie. Tijdschrift voor familiegeschiedenis. Kwartaalblad van het Centraal Bureau voor Genealogie 6-2 (Den Haag 2000) 36-41

Eeckhout, Van den, ‘De mannen van ’80 aan het woord’, De Amsterdammer (14 oktober 1909) Efron, John M., ‘Scientific racism and the mystique of Sephardic racial superio- rity’, Leo Baeck Institute Yearbook 38 (1993) 75-96 Ehrenreich, Eric, The Nazi Ancestral Proof. Genealogy, Racial Science, and the Fi- nal Solution (Bloomington/Indianapolis 2007) Elligens, Adriaan, Alles op zijn plaats. Het moderne interieur in de fotografie 1935- 1965. De foto’s van Jaap d’Oliveira, Hans Spies, Jan Versnel (Haarlem 1990) Elon, Menachem, Moshe Drori en Louis Isaac Rabinowitz, ‘Levirate marriage and haliza’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik, Encyclopaedia Judaica 12, (2e editie; Detroit 2007) 725-729 Emde Boas, Coenraad van, ‘Antisemitisme en collectieve aansprakelijkheid’, De Vrije Katheder, 13 juli 1945 Emde Boas, Coenraad van, Shakespeare’s sonnetten en hun verband met de travesti- double spelen. Een medisch-sociologische studie (Amsterdam 1951) Endelman, Todd M., ‘Benjamin Disraeli and the myth of Sephardi superiority’, Jewish History 10 (1996) 21-35 Enquêtecommissie regeringsbeleid 1940-1945. Verslag houdende de uitkomsten van het onderzoek 7c (’s-Gravenhage 1955) Ensel, Remco, ‘De verbeelde gemeenschap. De volkskundige portretfotografie van Willem van Malsen’, in: Martijn Eickhoff, Barbara Henkes en Frank van Vree (red.), Volkseigen. Ras, cultuur en wetenschap in Nederland 1900-1950 (Zut- phen 2000) 156-189 Ensel, Remco, en Evelien Gans, ‘De inzet van joden als ‘controlegroep’. Bart van

670 der Boom en de Holocaust’, Tijdschrift voor Geschiedenis 126 (2013) 388-396 Es, Jonieke van, Samuel Jessurun de Mesquita. Leerstelligheid versus werken in tran- ce. Dissertatie Universiteit Leiden (2010) Essen, Mineke van, Opvoeden met een dubbel doel. Twee eeuwen meisjesonderwijs in Nederland (Amsterdam 1990) Etty, Elsbeth, Liefde is heel het leven niet. Henriette Roland Holst 1869-1952 (Am- sterdam 1996) Eijk, P. van der, ‘“Ik ben niet onderscheiden omdat ik de oorlog heb overleefd”. Het ongeregelde leven van dr Els Pereira’, De Tijd (13 januari 1984) 16-18

Feferman, Kiril, ‘Nazi Germany and the Karaites in 1938-1944. Between racial theory and Realpolitik’, Nationalities Papers. Journal of Nationalism and Ethni- city 39 (2011) 277-294 Feferman, Kiril, ‘Nazi Germany and the Mountain Jews. Was there a policy?’, Holocaust and Genocide Studies 21 (2007) 96-114 Feiner, Shmuel, The Jewish Enlightenment (Philadelphia 2004) Ferris, George T., Great Violinists and Pianists (Londen 2008; 1e dr. 1881) Fishberg, Maurice, The Jews. A Study of Race and Environment (New York/Mel- bourne 1911) Flesch, Carl, The Memoirs of Carl Flesch. Vertaald uit het oorspronkelijk manus- cript door Hans Keller (Londen 1957) Flügge, Manfred, Rettung ohne Retter. Oder: ein Zug aus Theresienstadt (München 2004) Fontijn, Jan, Trots verbrijzeld. Het leven van Frederik van Eeden vanaf 1901 (Amster- dam 1996) Fontijn, Jan, Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901 (Amsterdam 1990) Fontijn, Jan, en Diny Schouten (red.), Carry van Bruggen. Een documentaire (’s- Gravenhage 1985) Franco Mendes, David, Een Portugese kroniek over het einde van de patriottentijd. Vertaald uit het Portugees, uitgegeven en van aantekeningen voorzien door L. en R. Fuks (Assen 1973) Friedländer, Saul, Germany and the Jews, 1939-1945. The Years of Extermination (New York 2007) Friedländer, Saul, Nazi Germany and the Jews, 1933-1939. The Years of Persecution (Londen 1997) Frishman, J., ‘“Gij, Vromen, zijt Nederlanders! Gij, Onverschilligen, zijt Israëlie- ten!” Religious Reform and its opponents in the mid-nineteenth century in the Netherlands’, Studia Rosenthaliana 30 (1996) 137-150 Froe, A. de, De afkomst van de zoogenaamde Portugeesche Joden in Nederland (Am- sterdam 1943) 671 Froe, A. de, De anthropologie van de zoogenaamde Portugeesche Joden in Nederland (Amsterdam 1943) Froe, A. de, Die Anthropologie der sogenannten portugiesischen Juden in den Nie- derlanden (Amsterdam 1943). Froe, A. de, ‘Inleiding tot de anthropologie’, C.J. van der Klauw e.a. (red.), Eerste Nederlandse Systematisch Ingerichte Encyclopaedie vi (Amsterdam 1949) 237- 243 Froe, A. de, Inleiding tot de studie en de beoefening der anthropologie (Amsterdam 1948) Froe, A. de, Meetbare variabelen van den menschelijken schedel en hun onderlinge correlaties in verband met leeftijd en geslacht (Amsterdam 1938) Froe, A. de, De psychologie van de zoogenaamde Portugeesche Joden in Nederland (Amsterdam 1943) Fruin, Robert, ‘Het karakter van het Nederlandsche volk’ (1871), in: Robert Fruin’s verspreide geschriften. Met aantekeekeningen, toevoegsels en verbeteringen uit des schrijvers nalatenschap i (’s-Gravenhage 1900) 20-21 Frijhoff, Willem, ‘Cultuur op termijn. Een verkenning van identiteit in de tijd’, in: Carolien Bouw en Bernard Kruithof (red.), De kern van het verschil. Culturen en identiteiten (Amsterdam 1993) 17-40 Frijtag Drabbe Künzel, Geraldien von, Het geval Calmeyer (Amsterdam 2008) Fuks, L. (red.), De Zeven Provinciën in beroering. Hoofdstukken uit een Jiddische kroniek over de jaren 1740-1752 van Abraham Chaim Braatbard (Amsterdam 1960) Fuks, L., en R.G. Fuks-Mansfeld, Hebrew and Judaic Manuscripts in Amsterdam Public Collections 1 (Leiden 1973) Fuks-Mansfeld, R., ‘Introduction to the article on Jewish Enlightenment by Mor- dechai van Aaron de... in the Dutch weekly De Koopman’, Studia Rosenthaliana 30, 1 (1996) 190-194 Fuks-Mansfeld, R.G., ‘Kezen en smousen in 1787. De moeizame verhouding tus- sen patriotten en joden in Amsterdam’, in: Th.S.M. van der Zee, J.G.M.M. Rosendaal en P.G.B. Thissen, 1787. De Nederlandse revolutie? (Amsterdam 1988) 134-145 Fuks-Mansfeld, R.G., ‘Moeizame aanpassing (1814-1870)’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de Joden in Nederland (Amsterdam 1995) 207-243 Fuks-Mansfeld, Renate, ‘Onderwijs en nationale identiteit van de joden in Ne- derland in de tijd van hun acculturatie’, in: Henk te Velde en Hans Verhage (red.), De eenheid & de delen. Zuilvorming, onderwijs en natievorming in Neder- land, 1850-1900 (Amsterdam 1996) 135-155 Fuks-Mansfeld, R.G., De Sefardim in Amsterdam tot 1750. Aspecten van een joodse

672 minderheid in een Hollandse stad (Hilversum 1989) Fuks-Mansfeld, R.G., ‘Verlichting en emancipatie omstreeks 1750-1814’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de jo- den in Nederland (Amsterdam 1995) 177-203 Funkenstein, Amos, ‘The dialectics of assimilation’, Jewish Social Studies 1, nr. 2 (1995) 1-14

Gadish, Michael, ‘A subtle identity statement in a poem by Moshe Jessurun d’Oliveyra’. BA-scriptie Universiteit van Amsterdam (2002) Gaemers, Jelle, De rode wethouder. De jaren 1886-1940. Willem Drees 1886-1988 (Amsterdam 2006) Gall, Lothar, Bürgertum in Deutschland (Berlijn 1989) Galen-Herrmann, Ruth van, Calmeyer, dader of mensenredder? Visies op Calmey- ers rol in de jodenvervolging (Soesterberg 2009) Gampel, Benjamin R., ‘Jews, Christians, and Muslims in Medieval Iberia: Con- vivencia through the eyes of Sephardic Jews’, in: Vivian B. Mann, Thomas F. Glick en Jerrilynn D. Dodds (red.), Convivencia. Jews, Muslims, and Christians in Medieval Spain (New York 1992) 11-37 Gampel, Benjamin R., ‘A letter to the wayward teacher. The transformations of Sephardic culture in Christian Iberia’, in: David Biale (red.), Cultures of the Jews. A New History (New York 2002) 389-447 Gans, Evelien, ‘Anti-antisemitic enthusiasm & selective philosemitism. Geert Wilders, the pvv and the Jews’, Proceedings of the International Conference “Antisemitism in Europe Today. The Phenomena, the Conflicts”, 8-9 November 2013, Berlin (2014) 1-8 Gans, Evelien, De weg terug. Het kantelend zelfbeeld van de joodse historicus Jaap Meijer (1912-1993) (Amsterdam 2003) Gans, Evelien, ‘Gojse broodnijd. De strijd tussen joden en niet-joden rond de na- oorlogse Winkelsluitingswet 1945-1951’, in: Conny Kristel e.a. (red.), Met alle geweld. Botsingen en tegenstellingen in burgerlijk Nederland (Amsterdam 2003) 195-213 Gans, Evelien, Gojse nijd & joods narcisme (Amsterdam 1994) Gans, Evelien, ‘Ik ben een Mensch: niets is mij vreemd gebleven. Het spiegelge- vecht van Jaap Meijer met Jacob Israël de Haan’, De Parelduiker 14, nr. 5 (2009) 46-60 Gans, Evelien, Jaap en Ischa Meijer. Een joodse geschiedenis 1912-1956 (Amsterdam 2008) Gans, Evelien, De kleine verschillen die het leven uitmaken. Een historische studie naar joodse sociaal-democraten en socialistisch-zionisten in Nederland (Amster- dam 1999)

673 Gans, Evelien, ‘Formalisme, lafheid en nalatigheid’, De Groene Amsterdammer, 29 oktober 1997 Gans, Evelien, ‘De politiek van het joods gevoel’, in: Marita Mathijsen (red.), Hartstocht in contrapunt (Amsterdam 2002) 193-209 Gans, Evelien, ‘“They have forgotten to gas you”. Post-1945 antisemitism in the Netherlands’, in: Philomena Essed en Isabel Hoving (red.), Dutch Racism (Am- sterdam 2014) 71-100 Gans, Evelien, ‘“Vandaag hebben ze niets – maar morgen bezitten ze weer tien gulden”. Antisemitische stereotypen in bevrijd Nederland’, in: Conny Kristel (red.), Polderschouw. Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoorlog. Regionale verschillen (Amsterdam 2002) 313-353 Gans, M.H., Memorboek. Platenatlas van het leven der joden in Nederland van de middeleeuwen tot 1940 (Baarn 1971) García-Arenal, Mercedes, en Gerard Wiegers, Samuel Pallache. Koopman, kaper en diplomaat tussen Marrakesh en Amsterdam (Amsterdam 2014) Gawrych, George W., The Albatross of Decisive Victory. War and Policy Between Egypt and Israel in the 1967 and 1973 Arab-Israeli Wars (Westport 2000) Gay, Peter, Freud, Jews, and Other Germans. Masters and Victims in Modernist Cul- ture (New York 1978) Geelhoed, Alex, ‘Working for the Institute. Kees de Dood, N.W. Posthumus and the International Institute of Social History, 1940-1950’, in: Aad Blok, Jan Lu- cassen en Huub Sanders (red.), A Usable Collection. Essays in Honour of Jaap Kloosterman on Collecting Social History (Amsterdam 2014) 85-99 Gelder, Henk van, De tekenaar Jo Spier (1900-1978) (Amsterdam 1994) ‘Getuigenissen’, Vrijheid, Arbeid, Brood. Wekelijksch Colportage Orgaan van de nvv en sdap 39, nr. 12 (1938) 6 Giebels, Ludy, De zionistische beweging in Nederland 1899-1941 (Assen 1975) Gilman, Sander L., The Case of Sigmund Freud. Medicine and Identity at the Fin de Siècle (Baltimore/Londen 1993) Gilman, Sander L., Jewish Self-hatred. Anti-semitism and the Hidden Language of the Jews (Baltimore/Londen 1986) Ginneken, Jac. van, Handboek der Nederlandsche taal ii (Nijmegen 1914) Glas, Frank de, Nieuwe lezers voor het goede boek. De Wereldbibliotheek en ‘Ont- wikkeling’/De Arbeiderspers vóór 1940 (Amsterdam 1989) Gobineau, Joseph Arthur de, Essai sur l’inégalité des races humaines (4 dln., Parijs 1853-1855) Goedkoop, Hans, Geluk. Het leven van Herman Heijermans (Amsterdam/Antwer- pen 1996) Goethe, Johann Wolfgang von, Aus meinem Leben. Dichtung und Wahrheit (Tüb- bingen 1811-1833)

674 Gottwalt, Alfred B., en Diana Schulle, Die ‘Judendeportationen’ aus dem Deut- schen Reich von 1941-1945. Eine kommentierte Chronologie (Wiesbaden 2005) Graizbord, David, ‘Religion and ethnicity among “Men of the Nation”. Toward a realistic interpretation’, Jewish Social Studies 15 (2008), 32-65 Greenberg, Moshe, en Haim Hermann Cohn, ‘Herem’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik (red.), Encyclopedia Judaica 9, 2e editie (Detroit 2007) 10-16 Grewel, F., ‘De Joden van Amsterdam. Sociologisch-psychologische aspecten’, Mens en Maatschappij. Tweemaandelijks Tijdschrift 34 (1959) 145-154 Grewel, F., ‘Psychiatric differences in Ashkenazim and Sephardim’, Psychiatria, Neurologia, Neurochirurgia 70 (1967) 339-347 Grewel, F., en C. van Emde Boas, ‘De Joden in Amsterdam’, Mens en Maatschap- pij. Tweemaandelijks Tijdschrift 30 (1955) 295-308 en 338-350 Griffioen, Pim en Ron Zeller, Jodenvervolging in Nederland, Frankrijk en België 1940-1945 (Amsterdam 2011) Gringhold, Annemiek, ‘“Het gebouw der tranen”. Zestien maanden verzamel‑ en deportatieplaats’, in: Frank van Vree, Hetty Berg en David Duindam (red.), De Hollandsche Schouwburg. Theater, deportatieplaats, plek van herinnering ([Amsterdam] 2013) 118-151 Groeneboer, Joost, ‘Schouwburgen en vermakelijkheden in de negentiende eeuw’, in: Joost Groeneboer en Hetty Berg (red.), ... Dat is de kleine man... 100 jaar joden in het Amsterdamse amusement, 1840-1940 (Zwolle [1995]) 63-81 Groenevelt, Ernst, De roman voor dezen tijd. De geestelijke, artistieke en sociale be- teekenis van E. d’Oliveira’s roman Grenzen. Een inleidende studie (Amsterdam 1921) Groot placaat-boeck, vervattende de placaaten, ordonnantiën en edicten van de hoogh mogende heeren staten generaal der Vereenigde Nederlanden, en van de edele groot-mog. heeren staten van Holland en Westvriesland: mitsgaders van de edele mog. heeren staten van Zeeland vii (’s-Gravenhage 1770) Groot, Klaartje, Geliefd en gevreesd. Duits toneel in Nederland rond 1800 (Hilver- sum 2010) Groot, Annemiek de, ‘De lust tot last. De Rein Leven Beweging als pionier in de strijd om de nieuwe mens’, Groniek 26 (1993), nr. 120, 55-64 Groot, Hugo de, Remonstrantie nopende de ordre dije in de landen van Hollandt en- de Westvrieslandt dijent gestelt op de Joden (uitg. en ingel. door J. Meijer) (Am- sterdam 1949)

Haan, Francisca de, Een eigen patroon. Geschiedenis van een joodse familie en haar bedrijven, ca. 1800-1964 (Amsterdam 2002) Haan, Ido de, ‘Prominent jodendom. Af‑ en aanwezigheid van joden in het na- oorlogse Nederland’, in: Hetty Berg e.a. (red.), Wie niet weg is, is gezien. Joods

675 Nederland na 1945 (Zwolle/Amsterdam 2010) 43-54 Haeckel, Ernst, Generelle Morphologie 2 (Berlijn 1866) Haeckel, Ernst, The History of Creation, or the Development of the Earth and Its In- habitants by the Action of Natural Causes ([Londen 1876]) Hageraats, Bart, ‘Het leven van De Dood: “...tot tenslotte niemand er meer aan dacht”’, Onvoltooid Verleden, nr. 10 (2000) 31-41 Hagoort, Lydia, Het Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel. De begraafplaats van de Portugese Joden in Amsterdam 1614-1945 (Hilversum 2005) Hagoort, Lydia, Samuel Sarphati. Van Portugese armenarts tot Amsterdamse onder- nemer (Amsterdam 2012) Hájková, Anna,‘Die Juden aus den Niederlanden im Ghetto Theresienstadt 1943- 1945’. MA-scriptie (Berlijn 2006) Hal, I. van der, Het mesje (Groningen 1994) Hallema, Anne, ‘E. d’Oliveira jr., Quasi-socialisten’, Groot Nederland. Letterkun- dig Maandschrift voor den Nederlandschen Stam 7 (1909) 496-500 Harouel, Jean-Louis, ‘De familiepolitiek van Napoleon I’, in: J. Hallebeek en A.J.B. Sirks, Recht en bestuur in het Koninkrijk Holland (1806-1810) (Hilversum 2006) 11-24 Hearn, Chester G., The Capture of New Orleans, 1862 (Baton Rouge 1995) Heertje, H., De diamantbewerkers van Amsterdam (Amsterdam 1936) Heiber, Helmut, Walter Frank und sein Reichsinstitut für Geschichte des neuen Deut- schlands (Stuttgart 1966) Heinemann, Isabel, ‘Rasse, Siedlung, deutsches Blut’. Das Rasse‑ und Siedlungs- hauptamt der ss und die rassenpolitische Neuordnung Europas (Göttingen 2003) Hendriksen, J. en W. Hijmans, ‘De rassencolleges van Barge. Een leemte in de ge- schiedenis van de Leidse universiteit’, Jaarboekje voor geschiedenis en oudheid- kunde van Leiden en omstreken 87 (1995) 195-213 Henkes, Barbara, Heimat in Holland. Deutsche Dienstmädchen 1920-1950 (Strae- len 1998) Henkes, Barbara, ‘Voor Volk en Vaderland. Over de omgang met wetenschap en politiek in de volkskunde’, in: Martijn Eickhoff, Barbara Henkes en Frank van Vree (red.), Volkseigen. Ras, cultuur en wetenschap 1900-1950 (Zutphen 2000) 62-94 Herpen, Jan J. van, Met bestendig jeukende pen. Documentair Klein Memoriaal over leven en werk van P.H. Ritter jr. (1882-1962) (Nijmegen 2009) Hertzberg, Arthur, The French Enlightenment and the Jews (New York/Londen 1968) Herzberg, Abel J., Kroniek der Jodenvervolging 1940-1945 (5e herz. druk; Amster- dam 1985)(1e druk 1950) Heijden, Chris van der, Joodse nsb’ers. De vergeten geschiedenis van Villa Bouchina in Doetinchem (Utrecht 2006) 676 Heijermans jr., H., Ghetto. Burgerlijk treurspel in 3 bedrijven (Amsterdam 1899) Hiemer, Ernst, Der Giftpilz (Neurenberg 1938) Hilberdink, Koen, Hans Lodeizen. Biografie(Amsterdam 2007) Hiegentlich, Fréderique P., ‘Reflections on the relationship between the Dutch Haskalah and the German Haskalah’, in: Jozeph Michman en Tirtsah Levie (red.), Dutch Jewish History (Jeruzalem 1982) 207-218 Hoboken, W.J. van, ‘Het archief en de Joden 1940-’45’, Maandblad Amsteloda- mum 72 nr. 3 (1985) 57-61 Hoek Ostende, J.H. van den, ‘Het appendix op Het geslacht der Santeljano’s’, Maandblad Amstelodamum 48 (1961) 58-61 Hofmeester,Karin, ‘Als ik niet voor mijzelf ben...’ De verhouding tussen joodse arbei- ders en de arbeidersbeweging in Amsterdam, Londen en Parijs vergeleken, 1870- 1914 (Amsterdam 1999) Hofmeester, Karin, ”Een teeder en belangrijk punt’. Opinies over openbaar on- derwijs in joodse kring, 1857-1898’, in: Henk te Velde en Hans Verhage (red.), De eenheid & de delen. Zuilvorming, onderwijs en natievorming in Nederland. 1850-1900 (Amsterdam 1996) 157-176 Hollak, Rosan, ‘Werkdorp in donkere en lichte tijden’, NRC Handelsblad (25 fe- bruari 2011) Holtrop, Aukje, ‘“Overal een beetje bijhoren geeft de veiligheid van een beer op de gloeiende plaat”. Gesprek met prof. H.U. Jessurun d’Oliveira, “een toneel- stuk uit de twintigste eeuw”’, Vrij Nederland 47 (20 december 1986) 30-33 Hondius, Dienke, Terugkeer. Antisemitisme in Nederland rond de bevrijding (’s- Gravenhage 1990) Hondius, Dienke, ‘“Welkom” in Amsterdam. Aankomst en ontvangst van repa- trianten in de hoofdstad in 1945’, in: Conny Kristel (red.), Polderschouw. Terug- keer en opvang na de Tweede Wereldoorlog. Regionale verschillen (Amsterdam 2002) 201-221 Houttuyn, F., (uitg.), Nederlandsche jaerboeken, inhoudende een verhael van de merkwaerdigste geschiedenissen, die voorgevallen zijn binnen den omtrek der Ver- eenigde Provintien sedert het begin des jaers mdccxlvii, het jaer der Verkiezinge van zyne Doorluchtige Hoogheit, Prins Willem den iv, hoogl.ged. tot Stadhouder van Holland, enz., Negende Deels Tweede Stuk, 1755 (Amsterdam 1756) Horch, Hans Otto, ‘“Verbrannt wird auf alle Fälle...”. Juden und Judentum im Werk Jakob Wassermanns’, in: Rudolf Wolff (red.), Jakob Wassermann. Werk und Wirkung (Bonn 1987) 124-152 Hutton, Christopher M., Race and the Third Reich. Linguistics, Racial Anthropo- logy and Genetics in the Dialectic of Volk (Cambridge 2005) Huussen jr., A.H., ‘De emancipatie van de Joden in Nederland. Een discussiebij- drage naar aanleiding van twee recente studies’, Bijdragen en Mededelingen be-

677 treffende de Geschiedenis der Nederlanden 94 (1979) 75-83 Huussen jr., A.H., ‘De Joden in Nederland en het probleem van de tolerantie’, in: Marijke Gijswijt-Hofstra (red.), Een schijn van verdraagzaamheid. Afwijking en tolerantie in Nederland van de zestiende eeuw tot heden (Hilversum 1989) 107- 129 Huussen jr., A.H., en H.J. Wedman, ‘Politieke en sociaal-culturele aspecten van de emancipatie der joden in de Republiek der Verenigde Nederlanden’, Docu- mentatieblad Werkgroep 18e eeuw 13 (1981) 208-224

Ibsch, Elrud, Die Shoah erzählt. Zeugnis und Experiment in der Literatur (Tübin- gen 2004) Immisch, T.O., en Klaus E. Göltz, Gerda Leo. Photographien 1926-1932 (Leipzig 1994) Israel, Jonathan, ‘An Amsterdam Jewish merchant of the Golden Age. Jeronimo Nunes da Costa (1620-1687), agent of Portugal in the Dutch Republic’, Studia Rosenthaliana 18 (1984) 21-40 Israel, Jonathan, ‘The Amsterdam Stock Exchange and the English Revolution of 1688’, Tijdschrift voor Geschiedenis 103 (1990) 412-440 Israel, Jonathan, The Dutch Republic. Its Rise, Greatness, and Fall 1477-1806 (Ox- ford 1995) Israel, Jonathan, ‘The Jews of Venice and their links with Holland and with Dutch Jewry (1600-1710)’, in: Gli Ebrei e Venezia, secoli xiv-xviii (Venetië 1987) 95- 116 Israel, Jonathan, De Joden in Europa 1550-1750 (Franeker 2003) Israel, J.I., ‘Een merkwaardig literair werk en de Amsterdamse effectenmarkt in 1688. Joseph Penso de la Vega’s Confusión de confusiones’, De zeventiende eeuw 6 (1990) 159-165 Israel, J.I., ‘De Republiek der Verenigde Nederlanden tot omstreeks 1750 – De- mografie en ecomomische activiteit’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de joden in Nederland (Amsterdam 1995) 97- 126 Israel, Jonathan, ‘Spain and the Dutch Sephardim, 1609-1660’, Studia Rosentha- liana 12 (1978) 1-61 Italie, Gabriel, Het oorlogsdagboek van dr. G. Italie. Den Haag, Barneveld, Wester- bork, Theresienstadt, Den Haag 1940-1945. Bezorgd door Wally M. de Lang (Amsterdam 2009)

Janssen, H.G.A., ‘Staatsrechtelijke en culturele aspecten van het Israëlitisch on- derwijs in Nederland tot 1869’, Studia Rosenthaliana 11 (1977) 40-80 Jefferson, Margo, On Michael Jackson (New York 2006)

678 Jenkins, Richard, Social Identity (4e druk, Londen 2014) Jennings, Michael, ‘Agriculture, industry, and the birth of the photo-essay in the late Weimar Republic’, October 93 (2000) 23-56 Jones, Paul en Michal Krzyzanowski, ‘Identity, belonging and migra­tion. Beyond constructing ‘others’, in: Gerard Delanty, Ruth Wodak en Paul Jones, Identity, Belonging and Migration (Liverpool 2008) 38-53 Jong, A.M. de, Israël Querido (Amsterdam 1933) Jong, A.M. de, ‘Letterkundige Kroniek’ xxxix en xl, Het Volk, 6 en 13 augus- tus 1921 Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (’s-Graven- hage 1969-1994) Jong-Keesing, Elisabeth Emmy de, De economische crisis van 1763 te Amsterdam (Amsterdam 1939) Jongenelen, Ton, ‘Mordechai. Illusie en werkelijkheid in het spectatoriale blad De Koopman’, Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 26 (2003) 94-105 Jongstra, Anne (red.), Jan van Breemen (1874-1961). Pionier in de nationale en inter- nationale reumabestrijding (Amsterdam 1996) Joosse, Kees, Arnold Aletrino. Pessimist met perspectief (Amsterdam/Brussel 1986)

K., H.Ph., ‘Quasi Socialisten, roman door E. D’Oliveira jr.’, Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië, 14 februari 1908 Kaal, Harm, Het hoofd van de stad. Amsterdam en zijn burgemeester tijdens het inter- bellum (Amsterdam 2008) Kaiser, L., ‘De biologische en linguistische zijde van het Dialectonderzoek’, in: C.C. Berg e.a., Album philologum voor prof.dr. Th. Baader (Tilburg [1939]) 27- 34 Kalff, Martin, Amsterdam in praatjes en plaatjes (Amsterdam [1875]) Kaltofen, R.E., ‘De Amsterdamsche Joden’, Vragen van den dag. Maandschrift voor Nederland en Koloniën xxviii, 56-68 en 119-132 Kaplan, Benjamin J., Divided by Faith. Religious Conflict and the Practice of Tolera- tion in Early Modern Europe (Cambridge 2007) Kaplan, Marion, The Making of the Jewish Middle Class. Women, Family and Iden- tity in Imperial Germany (New York 1991) Kaplan, Yosef, ‘Amsterdam and Ashkenazi migration in the seventeenth centu- ry’, Studia Rosenthaliana 23, speciale aflevering bij nr. 2 met proceedings van het 5e Internationale symposium over de geschiedenis van de Joden in de Ne- derlanden (1989) 22-44 Kaplan, Y., ‘De Joden in de Republiek tot omstreeks 1750 – Religieus, cultureel en sociaal leven’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Ge-

679 schiedenis van de joden in Nederland (Amsterdam 1995) 129-173 Kaplan, Yosef, ‘Deviance and excommunication in the eighteenth century’, in: idem, An Alternative Path to Modernity. The Sephardi Diaspora in Western Eu- rope (Leiden/Boston/Keulen 2000) 143-154 Kaplan, Yosef, From Christianity to Judaism. The Story of Isaac Orobio de Castro (Oxford etc. 1989) Kaplan, Yosef, ‘Moral panic in the eighteenth century Sephardi community of Amsterdam. The threat of Eros’, in: Jonathan Israel en Reinier Salverda (red.), Dutch Jewry. Its History and Secular Culture (1500-2000) (Leiden/Boston/Keu- len 2002) 103-123 Kaplan, Yosef, ‘Order and discipline in the Portuguese synagogue of Amster- dam’, in: Albert van der Heide en Irene E. Zwiep (red.), Jewish studies and the European Academic World. Plenary Lectures Read at the viith Congress of the European Association for Jewish Studies (eajs). Amsterdam, July 2002 (Parijs 2005) 1-14 Kaplan, Yosef, ‘The Portuguese community in 17th century Amsterdam and the Ashkenazi world’, in: Jozeph Michman (red.), Dutch Jewish History ii (Assen 1989) 23-45 Kaplan, Yosef, ‘The self-definition of the Sephardic Jews of Western Europe and their relation to the alien and the stranger’, in: Idem, An Alternative Path to Modernity. The Sephardi Diaspora in Western Europe (Leiden/Boston/Keulen 2000) 51-77 Kaplan, Yosef, ‘The social functions of the herem’, in: idem, An Alternative Path to Modernity. The Sephardi Diaspora Western Europa (Leiden/Boston/Keulen 2000) 108-142 Kelk, C.J., ‘Wijlen E. d’Oliveira, het type van den intellectueel’, Ad Interim 4 (1947) 139-142 Keizer, Madelon de, De dochter van een gazan. Carry van Bruggen en de Nederland- se samenleving 1900-1930 (Amsterdam 2006) Keizer, Madelon de, Frans Goedhart. Journalist en politicus (1904-1990) (Amster- dam 2012) Kennedy, James, Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig (Amster- dam 1995) [Kerkhoven, Theod.Joh.], Iets over Amsterdam in 1850 (Amsterdam 1850) Keyser, Marja, Komt dat zien! De Amsterdamse kermis in de negentiende eeuw (Am- sterdam 1976) Keyser, Marja (red.), De zolders kraken! De uitgeversfamilie Cohen te Nijmegen, Arnhem en Amsterdam, 1824-1951 (Amsterdam 2001) Keyser, Marja, e.a. (red.), Van binnen moet je wezen... Tweehonderd jaar circus in Ne- derland (Nieuwkoop 1978)

680 Kisch, Egon Erwin, ‘Emigrant, momenteel Amsterdam’, in: Geert van Istenda- el en Mark Schaevers (red.), De vliegende reporter (Antwerpen/Amsterdam 1999) 190 Kleerekoper, S., ‘Het Joodse proletariaat in het Amsterdam van de 19e eeuw’, Stu- dia Rosenthaliana 1 (1967) 97-108 Klein, Christian (red.), Handbuch Biographie. Methoden, Traditionen, Theorien (Stuttgart 2009) Klein, Dennis B., Jewish Origins of the Psychoanalytic Movement (Chicago 1985) Kleijn, Koen, en Rob van Zoest (red.), De grachten van Amsterdam. 400 jaar bou- wen, wonen, werken en leven (Bussum 2013) Klinken, G.J. van, Opvattingen in de Gereformeerde Kerken in Nederland over het Jodendom 1896-1970 (Kampen 1996) Klöters, Jacques, ‘Amusement in de dagen van Olim’, in: Joost Groeneboer en Hetty Berg (red.), ... Dat is de kleine man... 100 jaar joden in het Amsterdamse amusement, 1840-1940 (Zwolle [1995]) 83-115 Klöters, Jacques, ‘De intocht van de operette in het Amsterdamse uitgaansleven’, in: Louis Peter Grijp (red.), Een muziekgeschiedenis der Nederlanden (Amster- dam 2005) 461-467 Klöters, Jacques, ‘De vaudevilles in de Salon des Variétés of Dit kan geen kunst zijn, want dit is natuur’, De negentiende eeuw 6 (1982) 91-106 Kluveld, Amanda, Reis door de hel der onschuldigen. De expressieve politiek van de Nederlandse anti-vivisectionisten, 1890-1940 (Amsterdam 2000) Knegtmans, P.J., Een kwetsbaar centrum van de geest. De Universiteit van Amster- dam tussen 1935 en 1950 (Amsterdam 1998) Köbben, A.J.F., ‘Sebald Rudolf Steinmetz (1862-1940). Een hartstochtelijk ge- leerde’, in: J.C.H. Blom e.a. (red.), Een brandpunt van geleerdheid in de hoofd- stad (Hilversum/Amsterdam 1992) 313-340 Koch, Jeroen, Koning Willem i. 1772-1843 (Amsterdam 2013) Koen, E.M., ‘De vleesvoorziening van de Portugese joden te Amsterdam sinds het begin van de zeventiende eeuw’, Jaarboek Amstelodamum, 62 (1970) 37- 48 Koester, Rudolf, ‘Jakob Wassermann, anti-Semitism and German politics’, Orbis Litterarum 53 (1998) 179-190 Kop, Peter, Slachtoffers van het Duitsche geweld (Nijmegen 2014) Kooy, Henne van der, en Justus de Leeuwe, Sarphati. Een biografie (Amsterdam/ Antwerpen 2001) Kossmann, E.H., De Lage Landen 1780-1940. Anderhalve eeuw Nederland en België (Amsterdam 1976) Kossmann, E.H., De Lage Landen 1780-1980. Twee eeuwen Nederland en België. Dl. 2: 1914-1980 (Amsterdam/Brussel 1986)

681 Kouwenaar, D., ‘De Amsterdamsche kermis’, in: A.E. d’Ailly (red.), Zeven eeuwen Amsterdam vi (Amsterdam 1950) 175-184 Kraus, Elisabeth, Die Familie Mosse. Deutsch-jüdisches Bürgertum im 19. und 20. Jahrhundert (München 1999) Kristel, Conny, ‘“De moeizame terugkeer”. De repatriëring van de Nederland- se overlevenden uit de Duitse concentratiekampen’, in: N.D.J. Barnouw e.a. (red.), Oorlogsdocumentatie ’40-’45, Jaarboek van het Rijksinstituut voor Oor- logsdocumentatie 1989 (Zutphen 1989) 77-100 Kurpershoek-Scherft, A.C.M., De episode van ‘Het Getij’. De Noordnederlandse dichtkunst van 1916 tot 1922 (Den Haag 1956)

Laan, Johannes Ernst van der, Goethe in de Nederlandsche letterkunde (Amster- dam 1933) Laar, Albert van, De geschiedenis van de Arbeidersbeweging te Antwerpen en omlig- gende (Antwerpen 1926) Lakmaker, Joosje, Voorbij de Blauwbrug. Het verhaal van mijn joodse grootvader (Amsterdam 2008) Laqueur, Walter, The History of Zionism (3e druk, Londen etc. 2003) Leeuwen, Marco H.D. van, Bijstand in Amsterdam ca. 1800-1850. Armenzorg als beheersings‑ en overlevingsstrategie (Zwolle 1992) Lehmann, Matthias B., ‘Introduction: Sephardi identities’, Jewish Social Studies. History, Culture, Society 15 (2008) 1-9 Lennep, M.F. van, Het leven van Mr. Jacob van Lennep (Amsterdam 1910) Levita, David Joël de, The Concept of Identity (Den Haag 1965) Levie Bernfeld, Tirtsah, ‘Matters matter. Material culture of Dutch Sephardim (1600-1750)’, Studia Rosenthaliana 44 (2012) 191-216 Levie Bernfeld, Tirtsah, Poverty and Welfare Among the Portuguese Jews in Early Modern Amsterdam (Oxford/Portland 2012) Levie Bernfeld, Tirtsah, ‘Sephardi women in Holland’s Golden Age’ in: Julia R. Lieberman (red.), Sephardi Family Life in the Early Modern Diaspora (Hanover/ Londen 2011) 177-222 Leydesdorff, Jul., Bijdrage tot de speciale psychologie van het Joodsche volk (Gro- ningen 1919) Leydesdorff, Jul., ‘De Nederlandse Joden’, in: P.J. Meertens en Anne de Vries (red.), De Nederlandse volkskarakters (Kampen 1938) 483-500 Leydesdorff, Selma, De mensen en de woorden. Geschiedenis op basis van verhalen (Amsterdam 2004) Leydesdorff, Selma, Wij hebben als mens geleefd. Het joodse proletariaat van Am- sterdam 1900-1940 (Amsterdam 1987) Ligtenberg, Lucas, en Bob Polak, Een geschiedenis van Propria Cures 1890-1990 (Amsterdam 1990) 682 Lindemann, Albert S., Esau’s Tears. Modern Anti-Semitism and the Rise of the Jews (Cambridge 1997) Lindwer, Willy, Kamp van hoop en wanhoop. Getuigen van Westerbork 1939-1945 (Amsterdam 1990) Lindwer, Willy, i.s.m. Johannes Houwink ten Cate, Het fatale dilemma. De Jood- sche Raad voor Amsterdam 1941-1943 (Den Haag 1995) Lipschits, Isaac, De kleine sjoa. Joden in naoorlogs Nederland (Amsterdam 2001) Lipschits, Isaac, Tsedaka. Een halve eeuw Joods Maatschappelijk Werk in Nederland (Zutphen 1997) Loenen, Gabrielle van, ‘Twijfelachtige mystiek’, De Stem 3 (1923) 157-163 Looijen, T.K., Een geschiedenis van Amsterdamse theaters. Wie kwam er niet in de Nes? (Amsterdam 1981) Lowenstein, Steven M., ‘The 1840s and the creation of the German-Jewish reli- gious Reform movement’, in: Werner E. Mosse, Arnold Pancker en Reinhard Rürup (red.), Revolution and Evolution. 1848 in German-Jewish History (Tübin- gen 1981) 255-297 Lukacs, John, The Hitler of History (New York 1997) Luzzatto, Simone, Discorso circa il stato de gl’Hebrei, et in particular dimoranti nel- la città di Venetia (Venetië 1638)

Mak, Geert, e.a., Verleden van Nederland (Amsterdam 2008) Manasse, Peter, ‘Nochem de Beneditty’, in: Renate Fuks-Mansfeld e.a. (red.), Jo- den in Nederland in de twintigste eeuw. Een biografisch woordenboek (Utrecht 2007) 18-19 Mandema, E., ‘Levensbericht A. Querido’, Levensberichten en herdenkingen van de knaw (Amsterdam 2002) 73-82 Mandemakers, Kees, hbs en gymnasium. Ontwikkeling, structuur, sociale achter- grond en schoolprestaties, Nederland, circa 1800-1968 (Amsterdam 1996) Mann, Vivian B., ‘Preface’, in: Vivian B. Mann, Thomas F. Glick en Jerrilynn D. Dodds (red.), Convivencia. Jews, Muslims, and Christians in Medieval Spain (New York 1992) xi-xiii ‘Manuel I’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik (red.), Encyclopaedia Judaica 13, 2e editie (Detroit 2007) 487-488 Margry, Karel, ‘“Theresienstadt” (1944-1945). The nazi propaganda film de- picting the concentration camp as paradise’, Historical Journal of Film, Radio and Television 12 (1992) 145-162 Marissing, Lidy van, ‘Merlyn na de dood van Merlyn. Gesprek met H.U. Jessu- run d’Oliveira’, Raam. Literair Maandblad 45 (mei 1968) 36-43 Martz, Linda, A Network of Converso Families in Early Modern Toledo. Assimila- ting a Minority (Ann Arbor 2003)

683 Marx, Karl, De joden-questie. Kritiek op het jodendom, het Christendom en den staat. Vertaald door J.K. Rensburg (Amsterdam [1908]) Mathijsen, Marita, De gemaskerde eeuw (Amsterdam 2003) Maurik, Justus van, Toen ik nog jong was (Amsterdam 1901) Maurik, Justus van, ‘Uit het leven’, in: P.H. Ritter (red.), Eene halve eeuw 1848- 1898. Nederland onder de regeering van Koning Willem den derde en het regent- schap van Koningin Emma door Nederlanders beschreven 1 (Amsterdam 1898) 423-444 Mechanicus, Philip, In dépôt. Dagboek uit Westerbork. Met een inleiding van J. Presser (4e druk; Amsterdam 1989) Méchoulan, Henry, ‘The importance of Hispanicity in Jewish orthodoxy and he- terodoxy in seventeenth-century Amsterdam’, in: Bernard Dov Cooperman (red.), In Iberia and beyond. Hispanic Jews between Cultures (Newark/Londen 1998) 353-372 Meershoek, Guus, Dienaren van het gezag. De Amsterdamse politie tijdens de bezet- ting (Amsterdam 1999) Meeuwenoord, Marieke, Het hele leven is hier een wereld op zichzelf. De geschiede- nis van kamp Vught (Amsterdam 2014) Meihuizen, Joggli, Smalle marges. De Nederlandse advocatuur in de Tweede Wereld- oorlog (Amsterdam 2010) Melkman, J., David Franco Mendes. A Hebrew Poet (Amsterdam 1951) Mendes, Joost, Het geslacht der Santeljano’s (3e herz. druk; Amsterdam 1930) Mendes, Joost, Herinnering aan een stad. Uit het geslacht der Santeljano’s (Amster- dam 1955) Mendes da Costa, M.B., ‘Over tooneelisten van het Joodsche ras’, De Vrijdag- avond 2, nr. 45 (1926) 296-299 Mertens, Anthony, ‘November 1962: het eerste nummer van Merlyn verschijnt. Vernieuwing van de literatuurbeschouwing’, in: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.) en Ton Anbeek e.a. (red.), Nederlandse literatuur, een ge- schiedenis (Groningen 1993) 756-762 Metze, Marcel, Anton Philips 1874-1951. Ze zullen weten wie ze voor zich hebben (Amsterdam 2004) Meurs e.a., Pauline, Identificatie met Nederland(Amsterdam 2007) Meijer, Daphne, Levi in de Lage Landen. 350 jaar joodse schrijvers in de Nederlandse literatuur (Amsterdam/Antwerpen 1999) Meijer, Jaap, Erfenis der Emancipatie. Het Nederlandse Jodendom in de eerste helft van de 19e eeuw (Haarlem 1963) Meijer, Jaap, Gedreven door verlangen en gemis. Joodse letterkundigen in Nederland over jood en jodendom (Amsterdam 1974) Meijer, J., Götterdämmerung en morgenrood. Beschouwingen over Joden in Ne­

684 derland omstreeks 1900 (Amsterdam 1951) Meijer, Jaap, ‘Henri Polak. “Rebbe der diamantbewerkers”’, De Vrije Katheder 5 (1946) 556-557 Meijer, Jaap, Herman van den Bergh: Sabbath. Een joods-thematische studie (Heemstede 1977) Meijer, Jaap, Hoge hoeden, lage standaarden. De Nederlandse Joden tussen 1933 en 1940 (Baarn 1969) Meijer, J., Isaac da Costa’s weg naar het christendom. Bijdrage tot de geschiedenis der Joodsche problematiek in Nederland (Amsterdam 1946) Meijer, Jaap, J.K. Rensburg 1870-1943. Een joodse graalzoeker (Amsterdam 1981) Meijer, J., ‘De snoge tussen twee eeuw-wisselingen’, in: D.H. de Castro, De syna- goge der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam. Opnieuw uitgegeven en aangevuld door J. Meijer (Amsterdam 1950) 61-91 Meijer, J., De synagoge der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam (Am- sterdam 1950) Meijer, Jaap, Tussentijdse verantwoording. Een zionistische enquête uit 1916 (Heemstede 1982) Meijer, Jaap, Willem Anthony Paap 1856-1923. Zeventiger onder de Tachtigers (Am- sterdam 1959) Meyer, Michael A., Response to Modernity. A History of the Reform Movement in Judaism (New York/Oxford 1988) 28-61 Meyer Kayserling, Moritz, ‘Sephardim’, in: Isidore Singer en Cyrus Adler, The Je- wish Encyclopedia. A Descriptive Record of the History, Religion, Literature, and Customs of the Jewish People from the Earliest Times to the Present Day 11 (New York 1901-1906) Micheels, Pauline, Geen vogel kan van louter fluiten leven. Vereniging van Letter- kundigen 1905-2005 (Amsterdam/Antwerpen 2006) Michman, Jozeph, Dutch Jewry during the Emancipation Period 1787-1815. Gothic Turrets on a Corinthian Building (Amsterdam 1995) Michman, Jozeph, ‘Gothische torens op een Corinthisch gebouw. De doorvoe- ring van de emancipatie der Joden in Nederland’, Tijdschrift voor Geschiedenis 89 (1976) 493-517 Michman, Jozeph, ‘Historiography of the Jews in the Netherlands’, in: Jozeph Michmann (red.), Dutch Jewish History. Proceedings of the Symposium on the History of the Jews in the Netherlands (Jeruzalem 1984) 7-29 Michman, Jozeph, en Bert-Jan Flim (red.), The Netherlands ii. The Encyclopedia of the Righteous Among the Nations. Rescuers of Jews During the Holocaust (Je- ruzalem 2004) Michman, Jozeph, Hartog Beem en Dan Michman, Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland (Amsterdam/Antwerpen 1999)

685 Michman, J., ‘De stichting van het Opperconsistorie (1808). Een keerpunt in de geschiedenis van de Nederlandse Joden’, Studia Rosenthaliana 18 (1984) 41-60 (deel 1), 143-158 (deel 2) en Studia Rosenthaliana 19 (1985) 127-148 (deel 3) Middelberg, Mathias, Judenrecht, Judenpolitik und der Jurist Hans Calmeyer in den besetzten Niederlanden 1940-1945 (Göttingen 2005) Mock, Minny, ”En op het moment dat ik koos ben ik dus meteen het orthodoxe pad gaan bewandelen’. Nieuwe religieuze identificatie met het orthodoxe jo- dendom in Nederland’, in: Hetty Berg e.a. (red.), Wie niet weg is, is gezien, 207- 221 Mock-Degen, Minny E., The Dynamics of Becoming Orthodox. Dutch Jewish Wo- men Returning to Judaism and How Their Mothers Felt about It (Amsterdam 2009) Mok, Ineke, ‘Een beladen erfenis. Het raciale vertoog in de sociale wetenschap in Nederland 1930-1950’, in: Martijn Eickhoff, Barbara Henkes en Frank van Vree (red.), Volkseigen. Ras, cultuur en wetenschap in Nederland 1900-1950 (Zut- phen 2000) 129-155 Mok, Ineke, In de ban van het ras. Aardrijkskunde tussen wetenschap en samenleving 1876-1992 (Amsterdam 1999) Mokhtari, Fariborz, In the Lion’s Shadow. The Iranian Schindler and His Homeland in the Second World War (Stroud 2011) Montijn, Ileen, Hoog geboren. 250 jaar adellijk leven in Nederland (Amsterdam/ Antwerpen 2012) Moore, Bob, Slachtoffers en overlevenden. De nazi-vervolging van de joden in Ne- derland (Amsterdam 1998) Moraal, Eva, Als ik morgen niet op transport ga... Kamp Westerbork in beleving en herinnering (Amsterdam 2014) Mordechai van Aaron de..., ‘Brief over de Handelvryheid der Jooden’, De Koop- man 2, nr. 54-57 (1770) 425-456 Morriën, Adriaan, H.L. Mulder en G.K. van het Reve, ‘Retirer pour mieux sau- ter’, in: Tirade 61 (januari 1962) 54-56 Motadel, David, Islam and Nazi Germany’s War ([Cambridge MA] 2014) Munnick, Boris de, ‘Na de zogenaamde bevrijding. De terugkeer van joden in de Nederlandse samenleving’, in: Hinke Piersma, Mensenheugenis. Terugkeer en opvang na de Tweede Wereldoorlog. Getuigenissen (Amsterdam 2001) 45-69 Musaph, H., ‘De tweede generatie Joodse oorlogsslachtoffers’, in: Beunderman en Dane (red.), Kinderen van de oorlog, opstellen naar aanleiding van een lezin- gencyclus, georganiseerd in de periode januari-april 1986 door de RIAGG’s Cen- trum/Oud-West Amsterdam en Zuid/Nieuw-West Amsterdam, in samenwerking met de Stichting ICODO te Utrecht (Utrecht/Amsterdam 1987)23-29 Musaph, Herman, ‘De tweede generatie oorlogsslachtoffers. Psychopathologi-

686 sche problemen’, in: Psycho-sociale problematiek van de tweede generatie. Een keuze uit artikelen (Utrecht 1982) 28-42 Mussert, Anton, ‘Enkele woorden tot onze Joodsche leden’, Volk en Vaderland 1, nr. 16 (22 april 1933) Mijnssen, Frans, ‘Levensbericht van C.A.J. van Dishoeck’, Handelingen en Le- vensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, 1931-1932 (Leiden 1932) 174

Nadler, Steven, Spinoza (Amsterdam 2001) Netscher, Frans, Studies naar het naakt model (’s-Gravenhage 1886) Nirenberg, David, ‘Mass conversion and genealogical mentalities: Jews and Christians in fifteenth-century Spain’, Past & Present 174 (2002) 3-41 Noordegraaf, Jan, Van Hemsterhuis tot Stutterheim. Over wetenschapsgeschiedenis (Münster 2000) Noordman, Jan, Om de kwaliteit van het nageslacht. Eugenetica in Nederland, 1900- 1950 (Nijmegen 1989) Nijenhuis, I.J.A., Een joodse philosophe. Isaac de Pinto (1717-1787) en de ontwikke- ling van de politieke economie in de Europese Verlichting (Groningen 1992) Nijgh, Y.H.M., ‘Genealogie gedurende de bezetting’, in: Liber amicorum Jhr.mr. C.C. van Valkenburg (’s-Gravenhage 1985) 219-234 Nijhoff, Martinus, ‘“Grenzen”’, Nieuws van den Dag, 22 november 1921. Herdrukt in: Gerard Borgers en Gerrit Kamphuis (red.), Martinus Nijhoff, Kritisch en ver- halend proza. Verzameld werk ii (Amsterdam 1982) 107-109

Oegema, Jan, Een vreemd geluk. De publieke religie van Auschwitz (Amsterdam 2003) Oldewelt, W.F.H., (red.), Kohier van de personeele quotisatie te Amsterdam over het jaar 1742 (Amsterdam 1945) [Oliveira, A.E. d’], ‘Die Affäre Joris’, Vorwärts (8 april 1906) Oliveira, A.E. d’, ‘De Belgische verkiezingen’, De Nieuwe Tijd. Sociaaldemokra- tisch Maandschrift 2 (1906) 323-331 O., A.E., ‘Door de Joodsche Wet’, De Werker (21 maart 1906) Oliveira, A.E. d’, ‘Een halfslachtig standpunt’, De Waarheid (mei 1906) 153-156 Oliveira jr., E. d’, ‘Een boek over het vrije kind’, Op de Hoogte. Maandschrift voor de Huiskamer (oktober 2008) 672-675 Oliveira, A.E. d’, Godsdienst en socialisme. Inleiding tot ’n debat gegeven in de Noor- dersektie der Afdeeling Antwerpen (Gent 1906) Oliveira, A.E. d’, Het kortschrift. I. Geschiedenis en theorie van de stenographie. ii. Critiek van de voornaamste in ons land geldende stelsels (Amsterdam [1915]) Oliveira, A.E. d’, ‘Kunstenaarsverzuchtingen’, De Vooruit (9 januari 1906)

687 Oliveira, E. d’, ’80 en ’90 aan het woord. Gesprekken met Lodewijk van Deyssel, Wil- lem Kloos, Albert Verwey, Frederik van Eeden, Marcellus Emants, Karel van de Woestijne, Cyriel Buysse, Is. Querido. Ingeleid door Kees Fens (2e druk Amster- dam 1977; eerste druk Amsterdam 1966) Oliveira jr., E. d’, ‘Bernstein’s “Zielkunde van de Werkstaking” en de Experimen- teele Massa-Psychologie’, De Nieuwe Tijd 12 (1907) 303-309 Oliveira, E. d’, ‘De betekenis van de organische minderwaardigheid voor Van Deyssels stijl’, Merlyn. Tweemaandelijks Literair Tijdschrift 3 (Amsterdam 1965) 2-28 Oliveira jr., E. d’ ‘De broodschrijver’, Het Leven (5 april 1907) 424-428 Oliveira jr., E. d’, ‘G.J.P.J. Bolland in zijn kring’, in: De Boekzaal. Maandelijksch Bi- bliografisch Tijdschrift1 (maart 1907) 74-82 Oliveira, E. d’, Goethe. Een levensbeschrijving (Amsterdam [1911]) Oliveira, E. d’, Goethe en wij. Vier aspecten (Amsterdam 1932) Oliveira, E. d’, Grenzen (Amsterdam [1921]) Oliveira, E. d’, ‘Hoe ik als Goethe-biograaf mijn taak heb opgevat’, De Ploeg. Ge- ïllustreerd Maandblad van de Wereld-Bibliotheek 3 (1910-1911) nr. 7, 218-225 Oliveira, E. d’, ‘Intellectueelen en Revolutie’, Het Getij 4 (1919) 95-101 Oliveira, E. d’, ‘J.K. Rensbrug. Een interview’, Het Getij 5 (1920) 230-239 Oliveira, E. d’, ‘De jongere generatie’. Gesprekken met vertegenwoordigers van de nieuwere richting in onze literatuur: tevens een enquête naar enkele beginselen in ons nationaal geestelijk leven (Amsterdam 1920; 1e druk 1914) Oliveira jr., E. d’, ‘Een kleutertjes sociëteit’, Op de Hoogte. Maandschrift voor de Huiskamer (1908) 387-393 Oliveira jr., E. d’, De mannen van ’80 aan het woord. Gesprekken met Nederlandsche letterkundigen (Amsterdam [1909]) Oliveira jr., E. d’, ‘Met A. Aletrino’, Den Gulden Winckel. Maandschrift voor de Boekenvrienden in Groot Nederland 7 (15 augustus 1908) 113-118 Oliveira jr., E. d’, ‘Een modern-Nederlandsche inleiding tot de Wijsbegeerte. De weg tot het Inzicht door Dr. J.D. Bierens de Haan’, De Amsterdammer (1909) Oliveira, E. d’, ‘Onze schrijvers. Herman Heijermans’, Den Gulden Winckel. Maandschrift voor de Boekenvrienden in Groot Nederland 12 (1913) 161-165 en 179-184 Oliveira, E. d’, ‘De pels’, Het Getij. Maandschrift voor Jongeren 3 (1918) 316-325 Oliveira, E. d’, ‘La Philosophie néerlandaise’, Revue Philosophique de la France et de l’Étranger 34, nr. 67 (1909) nr. 67, 576-596 en nr. 68, 375-391 Oliveira jr., E. d’, Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen ii (Amsterdam [1907]) Oliveira, Elsje d’, e.a. (red.), ‘Ter inleiding’, Klimop 1 (november 1925) 1 Oliveyra, Elsa Jessurun d’, Vitamine E bepalingen en hun waarde voor de kliniek in

688 het bijzonder met het oog op habitueele abortus (Amsterdam 1942) Oliveira, Ulli d’, ‘De arisering van mijn tante Els. Er zijn situaties waarin een ad- vocaat moet liegen en bedriegen’, de Volkskrant (28 april 2007) [Oliveira, H.U. Jessurun d’], ‘De enige boekbespreking’, Propria Cures 69, nr. 16 (20 december 1958) 8 [Oliveira, H.U. Jessurun d’] ‘Het evangelie van W.F. Hermans’, Propria Cures 69, nr. 23 (28 februari 1959) 1-3 Oliveira, Ulli d’, ‘Gerard Reve en ik. De tijd in Tirade’, Tirade 53, nr. 4 (2009) 56- 63 Oliveira, H.U. Jessurun d’, ‘Henri’, Jaarboek N.Z.S.O. 16 (1961) 32-35 Oliveira, Ulli Jessurun d’, ‘Iberische Wiedergutmachung voor sefardische joden’, Nederlands Juristenblad 89 (2014) 1432-1435 Oliveira, H.U. Jessurun d’, Het migratierecht en zijn dynamiek: het artefact van het ‘schijnhuwelijk’ (Deventer 1998) Oliveira, H.U. Jessurun d’, ‘Retirade’, Tirade 60 (december 1961) 768-775 Oliveira, H.U. Jessurun d’, Scheppen riep hij gaat van Au. 11 interviews met W.F. Hermans, Gerrit Achterberg, Lucebert, Pierre Kemp, Harry Mulisch, Louis Paul Boon, Richard Minne, Jan Wolkers, Hugo Claus, G.K. van het Reve, Leo Vroman (4e druk Amsterdam 1977; 1e druk Amsterdam 1965); herdruk met een voor- woord van Thomas Vaessens, (Amsterdam 2009) Oliveira, Hans Ulrich Jessurun d’, ‘Het wetenschappelijk geweten’, De Gids 176, nr. 4 (2013) 7-9 Oorschot, G.A. van, ‘onderschrift [bij H.U. Jessurun d’Oliveira’s Retirade]’, Ti- rade 60 (december 1961) 775-776 Otterspeer, Willem, Bolland. Een biografie (Amsterdam 1996) Otterspeer, W., en J. Schuller tot Peursum-Meijer, Wetenschap en wereldvrede. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en het herstel van de in- ternationale wetenschap tijdens het Interbellum (Amsterdam 1997) Oversteegen, J.J., Etalage. Uit het leven van een lezer (Amsterdam 1999) Oversteegen, J.J., Vorm of vent. Opvattingen over de aard van het literaire werk in de Nederlandse kritiek tussen de twee wereldoorlogen (3e druk; Amsterdam 1978)

Paap, Willem, Jeanne Collette i (Amsterdam 1896) Paraira, M.C., en J.S. da Silva Rosa, Gedenkschrift uitgegeven ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan der onderwijsinrichtingen Talmud Thora en Ets Haïm bij de Portug. Israël. Gemeente te Amsterdam (Amsterdam 1916) Patai, Raphael, en Jennifer Patai Wing, The Myth of the Jewish Race (New York 1975) Pegelow, Thomas, ‘Determining “people of German blood”, “Jews” and “Misch- linge”. The Reich Kinship Office and the competing discourses and powers of

689 Nazism, 1941-1943’, Contemporary European History 15 (2006) 43-65 Pereira-d’Oliveira, Elsa, Hygiëne van de vrouw (Wageningen [1956]) Pereira-d’Oliveira, Elsa, Kenteringsjaren van de vrouw (Wageningen [1957]) Pereira-d’Oliveira, Elsa, Onze kleuters (Wageningen [1962]) Pereira-d’Oliveira, Elsa, Wij verwachten ons kindje. Wenken voor de tijd der ver- wachting en baby’s eerste levensjaar (Wageningen 1964) Petram, Lodewijk, De bakermat van de beurs. Hoe in zeventiende-eeuws Amsterdam de moderne aandelenhandel ontstond (Amsterdam 2011) Piersma, Hinke, Op oorlogspad. Jaap le Poole, verzetsman voor het leven (Amster- dam 2006) Pieterse, Wilhelmina Chr., Daniel Levi de Barrios als geschiedschrijver van de Portu- gees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam in zijn ‘Triumpho del Govierno popu- lar’ (Amsterdam 1968) Pieterse, W.Chr., Inventaris van de archieven der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam 1614-1870 (Amsterdam 1964) Pinto, Isaac de, ‘Critical reflections’, in: Antoine Guénée (red.), Letters of Certain Jews to Monsieur Voltaire (Philadelphia 1795) 33-53 Poesiat, Lies, ‘Emde Boas, Coenraad’, in: Renate Fuks-Mansfeld e.a. (red.), Joden in Nederland in de twintigste eeuw. Een biografisch woordenboek(Utrecht 2007) 82 Pol, Lotte C. van de, ‘Amsterdam Jews and Amsterdam Prostitution, 1650-1750’, in: Chaya Brasz en Yosef Kaplan (red.), Dutch Jews as Perceived by Themselves and by Others. Proceedings of the Eight International Symposium on the Jews in The Netherlands (Leiden 2001) 173-185 Polak, Henri, De strijd der diamantwerkers (Amsterdam 1896) Polak, Henri, en Jan van Zutphen, De dreigende verplaatsing van de Antwerpsche Diamant-Industrie naar Antwerpen. Een woord aan de Burgerij van Amsterdam door het Hoofdbestuur van den Algem. Nederl. Diamantbewerkersbond ([Am- sterdam 1902]) Pollmann, Tessel, Mussert & Co. De nsb-leider en zijn vertrouwelingen (Amster- dam 2012) Poorthuis, Marcel, en Theo Salemink, Een donkere spiegel. Nederlandse katholie- ken over joden, 1870-2005. Tussen antisemitisme en erkenning (Nijmegen 2006) Praag, J.A. van, Gespleten zielen. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar in de Spaansche taal en letterkunde aan de Universi- teit van Amsterdam op 1 Nov. 1948 (Amsterdam 1948) Praag, Joachim van, ‘Hoe men in vroeger tijden in Amsterdamsch-Joodsche krin- gen bruiloft vierde’, De Vrijdagavond 2, nr. 31 (1925), 78-80 Presser, J., Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom, 1940-1945; 2 delen (’s-Gravenhage 1965)

690 Preuß, Dirk, ‘Anthropologe und Forschungsreisender’. Biographie und Anthropolo- gie Egon Freiherr von Eickstedts (1882-1965) (München 2009) Prick, Harry G.M., De Adriaantjes. Een onderzoek naar wording en achtergronden van Van Deyssels Kind-leven (Amsterdam 1977) Het proces Mussert, Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Bronnenpublica- ties; 4. Processen; 3 (’s-Gravenhage 1948) Pullan, Brian, The Jews of Europe and the Inquisition of Venice, 1550-1670 (Oxford 1983)

Querido, A., ‘Querido, de mens’, in: A. Querido, Anthonie Donker en Th. Wink, Emanuel Querido (Amsterdam 1955) 9-49 Querido, Is., ‘Letterkundige kroniek’, Algemeen Handelsblad, 19 februari 1908 Querido, Israël, Levensgang. Roman uit de diamantbewerkerswereld (Amsterdam [1901]) Querido, Israël, Menschenharten (Amsterdam [1932]) Querido, Is., Saul en David. Treurspel in vier bedrijven (vijf tafereelen) (Amsterdam [1914])

Rahe, Thomas, ‘Jüdische Waisenkinder im Konzentrationslager Bergen-Belsen’, in: Wolfgang Benz en Barbara Distel, Verfolgung als Gruppenschicksal. Da- chauer Hefte 14 (Dachau 1998) 31-49 Ravesteijn, T.L.W. van, ‘Kenmerken van de tweede generatie’, in: Psycho-sociale problematiek van de tweede generatie (2). Een bundeling van de drie inleidingen gehouden op de studiedag over de psycho-sociale problematiek van de tweede ge- neratie georganiseerd door de Stichting ICODO op 9 juni 1983 (Utrecht 1983) 11- 19 Ray, Joathan, ‘New Aproaches to the Jewish’ diaspora. The Sephardim as a sub- ethnic group’, Jewish Social Studies 15 (2008) Rensburg, J.K., Faust. Een cyclus van de rijzende zon, de witte roos en den heiligen Graal 1 (Amsterdam 1921) Rensburg, J.K., Japanse verzen (Rotterdam 1903) Rensburg, J.K., Koningschap (Amsterdam [1903]) Rensburg, J.K., Theorie der evolutie. Van oerschrift en oertaal tot wereldschrift en wereldtaal (Amsterdam [1931] Reve, Gerard, Brieven aan geschoolde arbeiders 1959-1981. Van noten voorzien door Nop Maas (Utrecht etc. 1985) Reijnders, Carolus, Van “Joodsche Natiën” tot Joodse Nederlanders. Een onderzoek naar getto‑ en assimilatieverschijnselen tussen 1600 en 1942 (Amsterdam [1969]) Reijzer, Hans, Het gevaar van de Joodse erfenis. Over Freud en de psychoanalytische beweging (Amsterdam 2008)

691 Rietveld-van Wingerden, Marjoke, ‘Van segregatie tot integratie. Joods onder- wijs in Nederland (1800-1940)’, Jaarboek voor de geschiedenis van opvoeding en onderwijs (2006) 53-77 Rietveld-van Wingerden, Marjoke, en Siebren Miedema, ‘Freedom of educati- on and Dutch Jewish schools in the mid-nineteenth century’, Jewish History 17 (2003) 31-54 Ripley, William Z., The Races of Europe. A Sociological Study (Londen [1899]) Ritter jr., P.H., Over Mussert (Baarn [1934]) Ritz, Christian, Schreibtischtäter vor Gericht. Das Verfahren vor dem Münchner Landgericht wegen der Deportation der niederländischen Juden (1959-1967) (Pa- derborn 2012) [Rodrigues Pereira, Suzanne (red.)], Een ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’. A.N. Kotting, 12 december 2006. Toespraken gehouden bij de postume toekenning van de onderscheiding ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’ aan mr. A.N. Kotting (1911- 1972) op 12 december 2006 in de synagoge van de Portugees-Israëlietische Gemeen- te te Amsterdam (Amsterdam 2007) Rodrigues Pereira, Suzanne, Reis naar Polen met het Nederlands Auschwitz Comité (Laren 2009) Roegiers, J., en N.C.F. van Sas, ‘Revolutie in Noord en Zuid (1780-1830)’, in: J.C.H. Blom en E. Lamberts (red.), Geschiedenis van de Nederlanden (Baarn 2001) 222-256 Roitman, Jessica Vance, The Same but Different? Inter-cultural Trade and the Sep- hardim 1595-1640 (Leiden etc. 2011) Romijn, Peter, Burgemeesters in oorlogstijd. Besturen tijdens de Duitse bezetting (Amsterdam 2006) Rooden, Peter van, ‘Jews and religious toleration in the Dutch Republic’, in: R. Po-Chia Hsia en H.F.K. van Nierop (red.), Calvinism and Religious Tolerance in the Dutch Golden Age (Cambridge 2002) 132-147 Roorda, D.J., ‘De joodse entourage van de Koning-Stadhouder’, Spiegel Histori- ael 14 (1979) 258-266 Rooseboom, Hans, Gerda Leo. Photographien 1926-1932 (Amsterdam 2009) Rooseboom, Hans, De schaduw van de fotograaf. Positie en status van een nieuw be- roep, 1839-1889 (Leiden 2008) Rooy, Laurens de, Snijburcht. Lodewijk Bolk en de bloei van de Nederlandse anato- mie (Amsterdam 2011) Rooy, Piet de, ‘De flessehals van de wetenschap. Opvattingen over “ras” rond de eeuwwisseling’, Feit & Fictie. Tijdschrift voor de Geschiedenis van de Representa- tie 2 (1995-96) 47-64 Rooy, Piet de, Ons stipje op de waereldkaart. De politieke cultuur van modern Neder- land (Amsterdam 2014)

692 Rooy, Piet de, Republiek van rivaliteiten. Nederland sinds 1813 (Amsterdam [2002]) Rooy, Piet de, ‘Toen zijn de mannen uithuizig geworden. De sociaal-culturele verandering van Amsterdam 1864-1929’, in: Joost Groeneboer en Hetty Berg (red.), ... Dat is de kleine man... 100 jaar joden in het Amsterdamse amusement, 1840-1940 (Zwolle [1995]) 9-23 Rooy, Piet de, ‘De wetenschap van het ras’, in: Marnix Beyen en Geert Vanpaemel (red.), Rasechte wetenschap? Het rasbegrip tussen wetenschap en politiek vóór de Tweede Wereldoorlog (Leuven/Amersfoort 1998) 21-29 Rosen, Robert N., The Jewish Confederates (Columbia, South Carolina 2000) Rosendaal, Joost, De Nederlandse Revolutie. Vrijheid, volk en vaderland 1783-1799 (Nijmegen 2005) Rosendaal, J.G.M.M., en P.G.B. Thissen, 1787. De Nederlandse revolutie? (Am- sterdam 1988) 134-145 Rössing, J.H., De Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel. Bijdrage tot de geschiedenis van het tooneel in Nederland, gedurende meer dan een halve eeuw (Amsterdam 1916) Roth, Cecil, History of the Jews in Venice (Londen 1976) Roth, Cecil, ‘Lindo’, in: Michael Berenbaum en Fred Skolnik, Encyclopaedia Ju- daica 13, 2e editie (Detroit 2007) 28 Roth, Norman, Jews, Visigoths and Muslims in Medieval Spain. Cooperation and Conflict(Leiden/New York/Keulen 1994) Ruderman, David, Early Modern Jewry. A New Cultural History (Princeton/Ox- ford 2010) Rüter, A.J.C., De spoorwegstakingen van 1903. Een spiegel der arbeidersbeweging in Nederland (Leiden 1935) Rutjes, Mart, Door gelijkheid gegrepen. Democratie, burgerschap en staat in Neder- land 1795-1801 (Amsterdam 2012)

Saerens, Lieven, Vreemdelingen in een wereldstad. Een geschiedenis van Antwerpen en zijn joodse bevolking (1880-1944) Sajet, Ben, Een leven lang. Verteld aan Hans Fels (Schoten 1977) Sanders, Ewoud, ‘Deel 4 van het Biografische Woordenboek van Nederland’, nrc Handelsblad, 11 februari 1991 Sanders, J., Ziekte en sterfte bij Joden en niet-Joden te Amsterdam (Rotterdam 1918) Schafft, Gretschen E., From Racism to Genocide. Anthropology in the Third Reich (Urbana/Chicago 2004) Schaper, J.H., Een halve eeuw van strijd. Herinneringen van J.H. Schaper, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ii (Groningen 1935) Schaper, J.H., Het woelige kwartaal. Overzicht der gebeurtenissen van Januari-April (Groningen 1903)

693 Schellekens, Mark, Walter Süskind. Hoe een zakenman honderden Joodse kinderen uit handen van de nazi’s redde (Amsterdam 2011) Schereschewsky, Ben-Zion, en Menachem Elon, ‘Bigamy and polygamy’, in: Mi- chael Berenbaum en Fred Skolnik (red.), Encyclopaedia Judaica 3, 2e editie (De- troit 2007) 691-694 Schmidt, Ariadne, ‘75 jaar Vossius: historisch overzicht’, in: Els Kloek, Menno Polak en Ariadne Schmidt, Het Vossius, 1926-2001. De geschiedenis van een Am- sterdams gymnasium (Amsterdam 2002) 8-59 Schneiders, Paul, Nederlandse bibliotheekgeschiedenis. Van librije tot virtuele biblio- theek (Den Haag 1997) Schöffer, Ivo, ‘Abraham Kuyper and the Jews’, in: Jozeph Michman en Tirtsah Levie (red.), Dutch Jewish History (Jeruzalem 1984) 237-259 Schöffer, I., ‘Inleiding’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer, Ge- schiedenis van de joden in Nederland (Amsterdam 1995) 3-15 Schöffer, Ivo, ‘Nederland en de joden in de jaren dertig in historisch perspectief’, in: Kathinka Dittrich en Hans Würzner (red.), Nederland en het Duitse Exil 1933-1940 (Amsterdam 1982) 79-92 Scholem, Gershom Gerhard, Sabbatai Sevi. The Mystical Messiah, 1626-1676 (Princeton 1989) Schorsch, Ismar, ‘The myth of Sephardic supremacy’, The Leo Baeck Institute Ye- arbook 34 (1989) 47-66 Schuil, J.B., ‘Bij den Stenograaf van den Haarlemschen Gemeenteraad (Inter- view met den heer A.E. d’Oliveira)’, Haarlems Dagblad, 4 april 1923. Schrevel, Margreet, ‘“Als socialist, niet als Israëliet”. De sdap en het “Joodse vraagstuk”, 1894-1940’, De Gids 156 (1993) 501-510 Schrijvers, Piet, Rome, Athene, Jeruzalem. Leven en werk van prof. dr. David Cohen ([Groningen] 2000) Seroussi, Edwin, ‘The ancient modernity of the liturgical music of the Portu- guese synagogue in Amsterdam’, in: Albert van der Heide en Irene E. Zwiep (red.), Jewish Studies and the European Academic World. Plenary Lectures Read at the viith Congress of the European Association for Jewish Studies (EAJS). Am- sterdam, July 2002 (Parijs 2005) 15-21 Seyss-Inquart, Arthur, Rede van den rijkscommissaris rijksminister Dr. Seyss-In- quart gehouden op Woensdag 12 Maart 1941 in het Concertgebouw te Amsterdam voor het Arbeitsbereich der N.S.D.A.P. in de Nederlanden (z.p. [1941]) Silva Rosa, J.S. da, ‘Aron Laguna (van de familie)’, niw, 16 maart 1917 Silva Rosa, J.S. da, Geschiedenis der Portugeesche Joden te Amsterdam 1593-1925 (Amsterdam 1925) Silva Rosa, J.S. da, ‘Een honderdvijfenzeventig-jarige (Het Portugeesch-Israëlie- tisch Oude Mannenhuis “Mishenet Zequénim”)’, niw, 11 april 1924

694 Silva Rosa, J.S. da, Een Joodsch-Duitsche beschrijving van den strengen winter in het jaar 1784 te Amsterdam (Amsterdam [1939]) [Silva Rosa, J.S. da], ‘Purim als Joodsch volksfeest’, De Vrijdagavond 4 (1927) 776- 778 Silva Rosa, J.S. da, ‘Purim in de Joodsche geschiedenis en de litteratuur’, De Vrij- dagavond 2, nr. 48 (1926) 343 Slaa, Robin te, en Edwin Klijn, De nsb. Ontstaan en opkomst van de Nationaal- Socialistische Beweging 1931-1935 (Amsterdam 2009) Slout, William L. (red.), Burnt Cork and Tambourines. A Source Book for Negro Minstrelsy (z.p. 2007) Sluyser, Meyer, Voordat ik het vergeet. Met een voorwoord van W. Drees (Amster- dam 1957) Snel, Harmen, ‘Achternamen in Amsterdam (3). De Portugezen’, Misjpoge 23 (2010) 91-97 Solinge, Hanna van, en Carlo van Praag, De joden van Nederland anno 2009. Con- tinuïteit en verandering (Diemen 2010) Sombart, Werner, Die Juden und das Wirtschaftsleben (Leipzig 1911) Sonnenberg-Stern, Karina, Emancipation and Poverty. The Ashkenazi Jews of Am- sterdam 1796-1850 (Basingstoke/New York 2000) Sorkin, David, ‘The new “mosaik”. Jews and European culture, 1750-1940’, in: Ju- dith Frishman en Hetty Berg (red.), Dutch Jewry in a Cultural Maelstrom 1880- 1940 (Amsterdam 2007) 11-29 Southey, Robert, Rodrigo de Goth, koning van Spanje. Vertaald door Katharina Wilhelmina Bilderdijk (’s-Gravenhage 1823) Spier, Jo, Dat alles heeft mijn oog gezien. Herinneringen aan concentratiekamp The- resienstadt (Amsterdam 1978) Spooner, Frank C., Risks at Sea. Amsterdam Insurance and Maritime Europe, 1766- 1780 (Cambridge 1983) Steinmetz, S.R., Kultuurwaarde en toekomst der Joden (’s-Gravenhage 1912) Steinmetz, S.R., ‘Sociologische rasproblemen’, in: S.R. Steinmetz e.a., De rassen der menschheid (Amsterdam 1938) 285-390 Stigter, Bianca, De bezette stad. Plattegrond van Amsterdam 1940-1945 (Amster- dam 2005) Stikker, Dirk U., Memoires. Herinneringen uit de lange jaren waarin ik betrokken was bij de voortdurende wereldcrisis (Rotterdam 1966) Stoutenbeek, Jan, ‘Drie Joodse Gemeenten (killes) en hun geschiedenis’ in: Joël Cahen (red.), De Mediene. De geschiedenis van het joodse leven in de Nederlandse provincie (Amsterdam 1984) 43-47 Strauss, Herbert A. (red.), Hostages of Modernization. Studies on Modern Antise- mitism 1870-1933/39. Germany, Great Britain, France 3/1 (1993) 435-451

695 Stroom, Gerrold van der, Jac. van Ginneken onder vuur. Over eigentijdse en naoor- logse kritiek op de taalkundige J.J.A. van Ginneken S.J. (1877-1945) (Amsterdam 2012) Stuldreher, Coen, De legale rest. Gemengd gehuwde Joden onder de Duitse bezetting (Amsterdam 2007) Sturkop, Ko, ‘Nathan Judels (1815-1903): komiek, musicus en ondernemer’, Mis- jpoge 16 (2003) 1-10, 33-39 en 65-72 Stutje, Jan Willem, ‘Abraham Soep (1874-1958). Portret van een bandeloze rebel’, Bulletin Nederlandse Arbeidsbeweging nr. 24 (december 1991) 2-37 Stutje, Jan Willem, Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Een romantische revolutionair (Amsterdam 2012) Stutje, Jan Willem, De man die de weg wees. Leven en werk van Paul de Groot 1899- 1986 (Amsterdam 2000) Sutcliffe, Adam, ‘Can a Jew be a philosophe? Isaac de Pinto, Voltaire, and Jewish participation in the European Enlightenment’, Jewish Social Studies 6, nr. 3 (2000) 31-51 Swaan, Abram de, ‘Klaag heel Nederland niet meer aan om de Holocaust’, NRC Handelsblad, 14 juni 2014 Swetschinski, D., en Loeki Schönduve, De familie Lopes Suasso, financiers van Wil- lem iii (Zwolle en Amsterdam 1988) Swetschinski, Daniel M., Reluctant Cosmopolitans. The Portuguese Jews of Se- venteenth-Century Amsterdam (Londen/Portland 2000) Swetschinski, D.M., ‘Tussen Middeleeuwen en Gouden Eeuw, 1516-1621’, in: J.C.H. Blom, R.G. Fuks-Mansfeld en I. Schöffer (red.), Geschiedenis van de jo- den in Nederland (Amsterdam 1995) 53-94 Swetschinski, Daniel, en Loeki Schönduve, De familie Lopes Suasso. Financiers van Willem iii (Zwolle 1988) Swetschinski, Daniel M., e.a., Orphan Objects. Facets of the Textiles Collection of the Joods Historisch Museum, Amsterdam (Amsterdam/Zwolle 1997) Swierenga, Robert P., The Forerunners. Dutch Jewry in the North American Dias- pora (Detroit 1994) Sijes, B.A., De Februari-staking, 25-26 Februari 1941 (’s-Gravenhage 1954) Sijes, B.A., ‘The position of the Jews during the German occupation of the Ne- therlands. Some observations’, in: M.R. Marrus (red.), The Nazi Holocaust. Historical Articles on the Destruction of European Jews 4 (Westport etc. 1989) 146-168 Sysling, Fenneke, The Archipelago of Difference. Physical Anthropology in the Ne- therlands Indies, ca. 1890-1960 (Amsterdam 2013)

696 Tammes, Peter, ‘Het belang van Jodenregistratie voor de vernietiging van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog’, Tijdschrift voor Sociale en Economische Ge- schiedenis 60, nr. 2 (2009) 34-62 Tammes, Peter, ‘Demografische ontwikkeling van joden in Nederland vanaf hun burgerlijke gelijkstelling tot aan de Duitse bezetting’, in: Koen Matthijs e.a. (red.), Leven in de Lage Landen. Historisch-demografisch onderzoek in Vlaande- ren en Nederland. Jaarboek 2010 (Leuven/Den Haag 2010) 239-269 Tas, L.M., ‘De tweede generatie: een generatie-probleem’, in: R. Beunderman en J. Dane (red.), Kinderen van de oorlog, opstellen naar aanleiding van een lezingen- cyclus, georganiseerd in de periode januari-april 1986 door de RIAGG’s Centrum/ Oud-West Amsterdam en Zuid/Nieuw-West Amsterdam, in samenwerking met de Stichting ICODO te Utrecht (Utrecht/Amsterdam 1987) 59-71 Tazelaar, C., Moderne romankunst (Amsterdam 1922) Teensma, Benjamin N., ‘De taal der Amsterdamse Sefardim in de 17e en 18e eeuw’, in: Renée Kistemaker en Tirtsah Levie (red.), Êxodo. Portugezen in Amsterdam 1600-1680 (Amsterdam 1987) 70-72 Teensma, B.N., ‘Van marraan tot Jood. 17e en 18e-eeuwse Amsterdamse Sephar- dim en hun Iberische achtergrond’, in: Jaarboek van het Genootschap Amstelo- damum 80 (1988) 105-125 Teixeira de Mattos, E., Critiek op het artikel van Mr. R. Th. Valck Lucassen in ‘De Nederl. Leeuw’ d.d. Mei 1918, over het geslacht Teixeira in het Nederl. Adelsboek (Rotterdam [1918]) Teixeira de Mattos, E., Laster met bedrog door achterhouding van een essentieel do- cument, onder verzwarende omstandigheden gepleegd door Jhr. Mr. W.A. Beelaerts v. Blokland (Secretaris van den Hoogen Raad van Adel) in het Maandblad de Ne- derlandsche Leeuw van April 1921 ([Heelsum 1921]) Tervoort, Jan, ‘De habitués van de Salons des Variétés van Amsterdam 1839- 1865’. BA-scriptie Universiteit van Amsterdam (2011) Tervoort, Jan, ”U, burgerlieden alleen, behoort de Salon des Variétés’. De Salons des Variétés van Amsterdam en hun publiek 1839-1854’, Jaarboek Amsteloda- mum (2010) 8-35 Thienpont, Kristiaan, In-group/out-group gedrag in evolutiebiologisch perspectief (Leuven/Apeldoorn 1999) Thissen, Siebe, De spinozisten. Wijsgerige beweging in Nederland (1850-1907) Thompson, Brian C., ‘Journeys of an immigrant violinist. Jacques Oliveira in Ci- vil War-era New York and New Orleans’, Journal of the Society for American music 6 (2012) 51-82 Toebosch, Theo, Uitverkoren zondebokken (Amsterdam 2010) Trivellato, Francesca, The Familiarity of Strangers. The Sephardic Diaspora, Livor- no, and Cross-Cultural Trade in the Early Modern Period (New Haven/Londen 2009) 697 Tubergen, F. van, W. Ultee en R. Luijkxs, ‘The unwholesome theme of suicide’, in: Chaya Brasz en Yosef Kaplan (red.), Dutch Jews as Perceived by Themselves and by Others (Leiden 2001) 325-353 Tijn, Theo van, ‘De Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond (an- db). Een succes en zijn verklaring’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 88 (1973) 403-418 Tijn, Th. van, ‘Geschiedenis van de Amsterdamse diamanthandel en -nijverheid, 1845-1897’, in: Th. van Tijn en M.G. Emeis jr., Amsterdam en diamant 1845- 1897. Van Moppes en diamant 1809-1975 (Amsterdam 1976) 5-59 Tijn, Theo van, Twintig jaren Amsterdam. De maatschappelijke ontwikkeling van de hoofdstad, van de jaren ’50 der vorige eeuw tot 1876 (Amsterdam 1965)

Unger, W.S., ‘De Nederlandse archieven en de oorlog’, Nederlands Archievenblad 53, nr. 3 (1949) 101-134

Valck Lucassen, Th.R., ‘Het geslacht Teixeira in Nederland’s Adelsboek’, Maand- blad van het Genealogisch-heraldisch Genootschap ‘De Nederlandsche Leeuw’ 36 (1918) 121-145 Vaz Dias, A.M., ‘Joden in den Amsterdamschen diamanthandel van de 18e eeuw’, in: De Vrijdagavond jg. 7, nr. 5 (11 juli 1930) 234-236 Vaz Dias, J.J., De rode draad. Een familiegeschiedenis 1492-1945 (z.p. 2002) Vaz Dias, Salomon Louis, ‘“Talmoed Tora keneged koelam”. Bijdrage tot de ge- schiedenis der Portugees-Israëlietische Gemeente te Amsterdam in de Twee- de Wereldoorlog’, Studia Rosenthaliana 29, 1 (1995) 29-70 Vega, Josseph de la, Confusion de confusiones. Ingeleid en toegelicht door M.F.J. Smith, vertaald door G.J. Geers (’s-Gravenhage 1939) Velde, C.A. van der, De A.N.D.B. Een overzicht van zijn bestaan, zijne ontwikkeling en zijne beteekenis (Amsterdam 1925) Velthuysen, Ton, Tirade 1957-1985 (Leiden 1986) Venema, Derk, Rechters in oorlogstijd. De confrontatie van de Nederlandse rechter- lijke macht met nationaal-socialisme en bezetting (Den Haag 2007) Veraart, Wouter, Ontrechting en rechtsherstel in Nederland en Frankrijk in de jaren van bezetting en wederopbouw ([Rotterdam/Alphen aan den Rijn] 2005) Verkuyten, Maykel, Identiteit en diversiteit. De tegenstellingen voorbij (Amsterdam 2010) Vermandere, Martine, Adamastos. 100 jaar Algemene Diamantbewerkersbond van België (Antwerpen 1995) Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied 1940-1941 (’s-Gravenha- ge [1941-1942]) Verwey, Albert, ‘Aan Zola, na zijn toespraak tot de jury’, in: Albert Verwey,

698 Het brandende braambosch (Amsterdam 1899) Vink, Wieke, Creole Jews. Negotiating Community in Colonial Suriname. Disserta- tie Erasmus Universiteit Rotterdam (2008) Visser, Tini, Jaren van verduistering. De bezettingstijd in Amstelveen (Zutphen 1989) Vlaardingerbroek, Pieter, ‘The Snoge: A Jewish building in a Dutch architectural style’, in: Pieter Vlaardingerbroek (red.), The Portuguese Synagogue in Amster- dam (Zwolle 2013) 55-72 Vree, Frank van, De Nederlandse pers en Duitsland 1930-1939. Een studie over de vorming van de publieke opinie (Groningen 1989) Vries, A.G. de, ‘Sociale emancipatie en religieuze hervormingen. Ontwikkelin- gen binnen het Jodendom in Nederland in de eerste helft van de negentiende eeuw en de neerslag hiervan in het Nederlandsch-Israëlietisch Nieuws‑ en Ad- vertentie-Blad en het Israëlietisch Weekblad (1849-1855)’. Doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam (1987) Vries, Boudien de, Electoraat en elite. Sociale structuur en sociale mobiliteit in Am- sterdam 1850-1895 (Amsterdam 1986) Vries, Jan de, en Ad van der Woude, Nederland 1500-1815. De eerste ronde van mo- derne economische groei (Amsterdam 1995)

Wagenseil, F., ‘Beiträge zur physischen Anthropologie der spaniolischen Juden und zur jüdischen Rassenfrage’, Zeitschrift für Morphologie und Anthropologie xxiii (1925) 33-151 Waldenburg, Alfred, Das isocephale blonde Rassenelement unter Halligfriesen und jüdischen Taubstummen (Berlijn 1902) Wallenstein, M., ‘The Marranos of Holland. A memory to the last war’, Jewish Chronicle, 17 augustus 1951 Wallet, Bart, ‘De Joodse Oranjemythe’, Trouw, 25 juni 2011 Wallet, Bart, Nieuwe Nederlanders. De integratie van de joden in Nederland 1814- 1851 (Amsterdam 2007) Wallet, Bart, ‘De organisatiestructuur van joods Nederland’, in: Rena Fuks- Mansfeld e.a. (red.), Joden in Nederland in de twintigste eeuw (Utrecht 2007) xv- xvii Wallet, Bart, ‘Religious oratory and the improvement of congregants: Dutch-Je- wish preaching in the first half of the nineteenth century’, Studia Rosenthali- ana 34, 2 (2000) 168-193 Wallet, Bart, ‘Het Réveil als “joodse Hervorming”’, in: Fred van Lieburg, Opwek- king van de natie. Het protestantse Réveil in Nederland (Hilversum 2012) 185-210 Wallet, Bart, ‘Transformation of a diaspora. The western Sephardic diaspora in the nineteenth century’. Voordracht gehouden op de conferentie van de Euro- pean Association for Jewish Studies, augustus 2010, Ravenna

699 Wassermann, Jakob, Mein Weg als Deutscher und Jude (Berlijn 1921) Weikart, Richard, From Darwin to Hitler. Evolutionary Ethics, Eugenics, and Ra- cism in Germany (New York 2004) Weiner, Gordon M., ‘Sephardic philo‑ and anti-semitism in the Early Modern Era: The Jewish adoption of Christian attitudes’, in: Richard H. Popkin en Gordon M. Weiner (red.), Jewish Christians and Christian Jews. From the Renais- sance to the Enlightenment (Dordrecht 1994) 189-214 Wertheim, David J., Salvation through Spinoza. A Study of Jewish Culture in Wei- mar Germany (Leiden etc. 2011) Wessem, Constant van, Mijn broeders in Apollo. Literaire herinneringen en herden- kingen (’s-Gravenhage 1941) Westerneng-van der Plank, E.L., ‘Het leven van reumapionier Dr. Jan van Bre- men I’, Reuma wereldwijd 1 (1977) Wiel, Rein van der, Van Rapenburgerstraat naar Amerika. De levensstijl van dia- mantbewerker Andries van Wezel (1856-1921) (Zwolle 2010) Wielek, H., De oorlog die Hitler won (Amsterdam 1947) Wiersma, L.R., ‘Het Comité van Waakzaamheid van anti-nationaal-socialisti- sche intellectuelen (1936-1940)’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Ge- schiedenis der Nederlanden 86 (1971) 124-150 Wiessing, H.P.L., Bewegend portret. Levensherinneringen (Amsterdam 1960) Wilde, Anna de, ‘Ordre van het Joodse Gebeth. Nederlandse Sefardische ge- bedenboeken in de zeventiende‑ en achttiende-eeuwse Portugees-joodse ge- meenschap van Amsterdam’. Scriptie Onderzoeksmaster Geschiedenis, Uni- versiteit van Amsterdam (Amsterdam 2014) Wind, E. de, ‘Transgenerationele overdracht’, in: R. Beunderman en J. Dane (red.), Kinderen van de oorlog, opstellen naar aanleiding van een lezingencyclus, georganiseerd in de periode januari-april 1986 door de riagg’s Centrum/Oud- West Amsterdam en Zuid/Nieuw-West Amsterdam, in samenwerking met de Stich- ting icodo te Utrecht (Utrecht/Amsterdam 1987) 9-22 Wind, Karel de, Rond het leven van Israël Querido (Amsterdam 1933) Withuis, Jolande, Erkenning. Van oorlogstrauma naar klaagcultuur (Amsterdam 2002) Wolf, Mariëtte, Het geheim van De Telegraaf. Geschiedenis van een krant (Amster- dam 2009) Wolf, J.C. van der, ‘Frits Grewel (1898-1973). Neuroloog, kinderpsychiater en or- thopedagoog’, in: J.D. van der Ploeg (red.), Kopstukken van de orthopedagogiek (Rotterdam 2006) 53-65 Wijsenbeek-Olthuis, Thera, Achter de gevels van Delft. Bezit en bestaan van rijk en arm in een periode van achteruitgang (1700-1800) (Hilversum 1987)

700 Yerushalmi, Yosef Hayim, Assimilation and Racial Anti-semitism. The Iberian and the German Models. Leo Baeck memorial lecture 26 (New York 1982) Yerushalmi, Yosef Hayim, From Spanish Court to Italian Ghetto. Isaac Cardoso. A Study in Seventeenth-century Marranism and Jewish Apologetics (New York/ Londen 1971) Yovel, Yirmiyahu, The Other Within. The Marranos. Split Identity and Emerging Modernity (Princeton 2009)

Zeidman, Lawrence A., en Jaap Cohen, ‘Walking a fine scientific line. The -ex traordinary deeds of Dutch neuroscientist C.U. Ariëns Kappers before and during World War ii’, Journal of the History of the Neurosciences. Basic and Cli- nical Perspectives 23 (2014) 252-275 Zimmels, H.J., Ashkenazim and Sephardim. Their Relations, Differences and Pro- blems as Reflected in the Rabbinical Responsa(Londen 1958) Zondergeld, G.R., Een kleine troep vervuld van haat. Arnold Meijer & het Natio- naal Front (Houten 1986) Zuiden, D.S. van, ‘Organisatie en geschiedenis van het Israëlitisch kerkgenoot- schap tot ca. 1870. School‑ en armwezen’, Studia Rosenthaliana 5 (1971) 187-212 Zwarts, Jac., Portugeesche Joden te Maarssen en Maarsseveen in de 17e eeuw ([Utrecht] 1922) Zwiep, Irene E., ‘Epigones and identity. Jewish scholarship in the Netherlands, 1850-1940’, in: Judith Frishman en Hetty Berg (red.), Dutch Jewry in a Cultural Maelstrom 1880-1940 (Amsterdam 2007) 53-65 Zwiep, Irene, ‘Jewish Enlightenment (almost) without Haskalah. The Dutch example’, Jewish culture and history 13:2-3 (2012) 220-234 Zwiep, Irene, ‘Jewish Enlightenment reconsidered. The Dutch eighteenth cen- tury’, in: Resianne Fontaine, Andrea Schatz en Irene Zwiep (red.), Sepharad in Ashkenaz. Medieval Knowledge and Eighteenth-century Enlightened Jewish Dis- course (Amsterdam 2007) 279-309 Zijl, Annejet van der, Gerard Heineken. De man, de stad en het bier (Amsterdam 2014)

701 Kranten en periodieken

L’Abeille de la Nouvel-Orléans The New York Times Algemeen Handelsblad Nieuws van den Dag Amersfoortsche Courant Nieuws van den Dag voor Nederlandsch- De Amsterdammer Indië De Baanbreker. Sociaal-democratisch Nieuw Israëlitisch Weekblad Orgaan The Occident and American Jewish The Bee Advocate Daily Picayune Ons Blad. Socialistisch Orgaan voor de Gazette and Sentinel Israëlieten Gildeblad Overveluwsch Weekblad Den Gulden Winckel Het Parool Haagsche Courant Purmerender Courant Haarlems Dagblad Reichszeitung der Deutsche Stenografen Heldersche en Nieuwedieper Courant Schiedamsche Courant Indische Courant Sumatra Post Het Joodsche Weekblad. Uitgave van den De Telegrafist; Verslag‑ en Berigtgever Joodsche Raad voor Amsterdam der Schouwburgen, Concerten, De Koerier Vermakelijkheden enz. Leeuwarder Courant De Tijd. Godsdienstig-staatkundig Leidsch Dagblad Dagblad Liverpool Mercury Tijdschrift in Nederlands Alfabetisch Middelburgsche Courant Kortschrift De Misthoorn. Onafhankelijk en De Tribune Onpolitiek Orgaan tot Wering van Trouw den Joodschen Invloed Utrechtsch Dagblad New York Clipper Het Vaderland New-York Daily Tribune Het Volk The New York Herald De Waarheid

702 Digitale bronnen

Biografische artikelen

Raadpleegbaar via Biografisch Portaal van Nederland.url : http://www.biogra- fischportaal.nl/

Bloemgarten, Salvador, ‘Soep, Abraham’, Biografisch Woordenboek van het Socia- lisme en de Arbeidersbeweging in Nederland Bloemgarten, Salvador, ‘Levita, Adolf Samson de’, Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland Broccoli, B., ‘Klein, Willem (1912-1986)’, Biografisch Woordenboek van Nederland Elligens, Adriaan, ‘Hans Spies’, Fotolexicon Hemels, J.M.J., ‘Vaz Dias, Mozes (1881-1963)’, Biografisch Woordenboek van Ne- derland Jansen, M.C., ‘Grondijs, Lodewijk Hermen (1878-1961)’, Biografisch Woorden- boek van Nederland Janss, J.M.A.E., ‘Louis Frederik Teixeira de Mattos, 1872-1945. Civiel ingenieur, auteur op waterstaatgebied, landjonker en wethouder’, Biografisch Woorden- boek Gelderland Korst, J.K. van der, ‘Breemen, Jan Frans Leonard van (1874-1961)’, Biografisch Woordenboek van Nederland Marinus, Bauke en Natascha Tuinhout, ‘Katz, Samuël’, Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland Meershoek, A.J.J., ‘Voûte, Edward John (1887-1950)’, Biografisch Woordenboek van Nederland Mout, M.E.H.N., ‘Presser, Jacob (1899-1970)’, Biografisch Woordenboek van Ne- derland Praag, Philip van, ‘Polak, Eliazer’, Biografisch Woordenboek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland Swaab, Dick F., ‘J. (Hans) Ariëns Kappers (1910-2004)’, Digitaal Wetenschapshis- torisch Centrum. Ven, J.J.M. van der, ‘Rengers Hora Siccama, jhr. Duco Gerrold (1876-1962)’, Bio- grafisch Woordenboek van Nederland

703 Visser, R.P.W., ‘Bemmelen, Johan Frans van (1859-1956)’, Biografisch Woorden- boek van Nederland Vree, Frank van, ‘Polak, Henri (1868-1943)’, Biografisch Woordenboek van Neder- land Zwarts, Jac., ‘Jacob Sasportas’, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek Zwarts, Jac., ‘Jozef Jessurun Oliveira’, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woorden- boek

Databases

Database Burials of the Portuguese Israelite Congregation, Amsterdam. url: http:// www.dutchjewry.org/phpr/amsterdam/port_isr_gem_burials/amsterdam_ port_isr_gem_burials_list.php Database The Righteous among the Nations. url: http://db.yadvashem.org/righ- teous Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland. url: http://www.joods- monument.nl Militieregisters. url: www.militieregisters.nl Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie. url: http://www.rkd.nl/rkddb U.S. census for Orleans Parish. Association for the relief of Jewish widows & orphans. url: http://files.usgwarchives.org/la/orleans/history/directory/jewwidor.txt

Overige websites

Boom, Bart van der, ‘Een verhelderende discussie. Nog één maal Jaap Cohen’ (18 april 2014). url: http://wijwetennietsvanhunlot.blogspot.nl/2014/04/een- verhelderende-discussie.html#links Conversieprogramma van het iisg. url: http://www.iisg.nl/hpw/calculate2. php Friede Abrahamson genealogy site. url: http://www.frielfoto.com/genealogy Historisch Centrum Leeuwarden. url: http://www.gemeentearchief.nl/html/ nl/1040/ Historische Kring Bussum. url: http://historischekringbussum.nl/web/index. php/blogboek264-joods-weeshuis-in-bussum&Itemid=38 Joods Amsterdam. url: http://www.joodsamsterdam.nl Limmoed. url: www.limmoed.nl Memorial and Museum Auschwitz-Birkenau. url: http://en.auschwitz.org/h/in- dex.php?option=com_content&task=view&id=14&Itemid=13&limit=1&limi tstart=1

704 Nederkoorn, Joop, ‘Het Joodse werkkamp in ’t Zand’, 3. Zijper Museum. url: http://www.zijpermuseum.nl/zhb/pdf/95020308.pdf Old New Orleans. url: http://old-new-orleans.com/NO_StCharlesTheatre.ht- ml Olijf met Peren. url: www.olijfmetperen.nl Olink, Hans, ‘Ein Königlicher Preuzische Offizier bückt sich nicht’ (1987). Website Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog. url: http://www. ssew.nl/ein-koeniglicher-preuzischer-offizier-bueckt-sich-nicht Rens, Annemiek, ‘De uitzonderlijkste zonderling van het Gooi: schedelme- ter Alfred Waldenburg’. ROND1900.Nl. Weblog over cultuur rond 1900. url: http://rond1900.nl/?p=14434 Schaduwkade. url: www.schaduwkade.nl

705 Mondelinge bronnen

Interviews en telefoongesprekken van de auteur

Interview met Walter van Emde Boas, 27 september 2013 Interview met Steven de Froe, 27 oktober 2012 Interview met André Cohen Henriquez, 8 februari 2013 Telefoongesprek met Philip Nijgh, 23 januari 2014 Telefoongesprek met Friederike d’Oliveira, 7 augustus 2012 Interviews met Ulli d’Oliveira, 5 maart 2009 / 4 juni 2012 / 4 februari 2013 / 31 maart 2014 Telefoongesprek met mevr. W.Chr. Pieterse, 8 januari 2014 Interview met Suzanne Rodrigues Pereira, 27 maart 2014 Interview met Berthe Verdonck, 19 maart 2014

Geraadpleegde interviews

Interview van Geraldien von Frijtag met Jaap van Proosdij, 2 mei 2004. United States Holocaust Memorial Museum, toeg.nr. 2004.582, inv.nr. rg-50570*0001 Interview van Anna Hájková met Lea Palache-Acathan, 11 maart 2001. Transcrip- tie in bezit van het niod Interview van Justus van de Kamp met Friederike d’Oliveira, 13 maart 2008. Transcriptie in bezit van de auteur ‘Survivors of the Shoah’, interview van Peter Engelsman met Elsa Rodrigues Pereira-Jessurun d’Oliveira, 27 september 1995. Joods Historisch Museum, Survivors of the Shoah Visual History Collection, inv.nr. 40000889 ‘Survivors of the Shoah’, interview met Renée Kotting-Menko, 31 maart 1996. Joods Historisch Museum, Survivors of the Shoah Visual History Collection, inv.nr. 40000889

706 Verantwoording

Weinig families hebben hun naam in het verleden op zo veel verschillende manie- ren gespeld als de familie Jessurun (Jesurun/Jesserun/Jessurum/Jesserim) d’ (de) Oliveira (Oliveyra/Oliveijra/Olivieira/Olivier). In dit boek is gekozen voor één uniforme spelling: ‘Jessurun d’Oliveira’, meestal afgekort tot ‘d’Oliveira’. Bij de spelling van woorden uit het Hebreeuws is de schrijfwijze aangehouden volgens het woordenboek Sofeer van de Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woor- den in het Nederlands. url: www.sofeer.nl. Ten behoeve van de leesbaarheid zijn citaten uit buitenlandse talen in het Ne- derlands vertaald, uiteraard met vermelding van de oorspronkelijke bron. De geboorte-, trouw‑ en sterfdata in dit boek zijn, tenzij anders vermeld, af- komstig uit de doop-, trouw‑ en begraafboeken van de gemeente Amsterdam en het bevolkingsregister, te raadplegen in het Stadsarchief van Amsterdam. Bij de omrekening van geldbedragen uit vroeger tijden naar de hedendaag- se euro’s is gebruik gemaakt van het conversieprogramma van het iisg. url: http://www.iisg.nl/hpw/calculate.php. Ten slotte: elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door een stamboom met de fa- milieleden die in het betreffende hoofdstuk voorkomen. Deze stambomen zijn sterk vereenvoudigd en dus niet compleet – ze dienen slechts als hulpmiddel bij het lezen van de tekst.

707 Illustratieverantwoording

De herkomst van de illustraties is, voor zover bekend, vermeld bij de afgebeelde schilderijen en foto’s in de katernen.

Het katern na p. 392 bestaat uit de afbeeldingen uit Arie de Froes rapport Die An- thropologie der sogenannten portugiesischen Juden in den Niederlanden, 1943. De foto’s zijn gemaakt door Jaap d’Oliveira. © niod

Het katern na p. 400 bevat platen uit het album Abbildungen von Personen portu- giesischen Abstammung in den Niederlanden, in 1943 samengesteld door Bert Nien- huis. De eigentijdse fotoportretten zijn gemaakt door Jaap d’Oliveira. © niod

Illustraties binnenwerk: p. 110 Litho van het portret van chazan Joseph d’Oliveira door Snoek en Sjouwer- man, ca. 1860. © Familiearchief Rodrigues Pereira, Amsterdam p. 111 Portret van chazan Joseph d’Oliveira door Gabriël Haim Henriquez de Cas- tro, ca. 1860. © jhm p. 127 © Stadsarchief Amsterdam p. 136 © New York Herald p. 283 Grafiek afkomstig uit C.U. Ariëns Kappers’ studieAn Introduction to the Anthropology of the Near East over de verschillen in schedelindex tussen Sefar- diem (gestippelde lijn) en Asjkenaziem (vaste lijn). In het onderschrift staat ver- meld dat ‘miss D’Oliveira’ heeft geassisteerd bij het opmeten van de Sefardische schedels. p. 292 Cover Reichszeitung der Deutschen Stenografen, september 1934, met voor- aan in het midden Eli d’Oliveira. Tweede van rechts staat Karl Lang. © Haags Ge- meentearchief p. 383 ‘Antropologisch goedgekeurde’ portretten van Eli d’Oliveira, ter onder- steuning van de fysisch antropologische rapporten van De Froe/Ariëns Kappers en Bijlmer. © niod p. 447 Still uit de film van Rudolf Breslauer (1904-1944) over Kamp Westerbork, 1944.

708 p. 463 Still uit de film Theresienstadt: Ein Dokumentarfilm aus dem jüdischen Sied- lungsgebiet van Kurt Gerron (1897-1944). p. 464 Eén van de 322 scènetekeningen die Jo Spier maakte van Kurt Gerrons propagandafilm over Theresienstadt, september 1944. Deze tekening correspon- deert met het fragment van Eli d’Oliveira in het naaiatelier. © niod/erven Spier

709 Dankwoord

Twaalf jaar geleden, in 2003, ontstond bij Suzanne Pereira een plan. Als nabe- staande van oorlogsslachtoffers had zij recht op een uitkering van Bureau Maror. Met dit bedrag kreeg ze haar vermoorde familieleden natuurlijk niet terug. Wel zou ze hen kunnen eren. Samen met haar neef Ulli d’Oliveira en andere familie- leden besloot ze de Maror-gelden aan te wenden om een boekje over hun familie- geschiedenis te laten schrijven, met daarin centraal de bijzondere levens van Eli d’Oliveira en zijn dochter Elsa Pereira-d’Oliveira. Ze noemden het project Olijf met peren, naar hun beider achternamen. Na verkenningen met diverse schrijvers werd ik in 2009 als auteur aangetrokken. Dat het boekje uiteindelijk uitmondde in een bijna 700 pagina’s tellend proef- schrift, is voor een belangrijk deel te danken aan Hans Blom. Hij was het die mij stimuleerde om mijn aanvankelijke boekopzet om te schrijven tot een promotie- voorstel, hij was de drijvende kracht achter de matchingsovereenkomst tussen de UvA, het niod en de familiestichting Conto, en hij wist ook tijdens en aan het einde van het traject de organisatie ervan als promotor stevig in de hand te hou- den. Bovendien gaf hij altijd razendsnel en constructief inhoudelijk commentaar, zonder daarbij de grote lijnen uit het oog te verliezen. Ik wil hem daarvoor harte- lijk bedanken. Evenveel dank gaat uit naar mijn andere promotor, Evelien Gans. Met haar grote kennis, taalgevoel en betrokkenheid heeft zij het manuscript meerdere ke- ren grondig gelezen en er diepgravend commentaar op geleverd. Ze ging bij elke conceptversie een gesprek aan met de tekst, en daar heb ik enorm van kunnen profiteren. Bovendien stond ze, ondanks haar drukke overige werkzaamheden, altijd open voor overleg.

Met Ulli d’Oliveira en Suzanne Pereira – en in hun kielzog Rob en Nino Perei- ra, Berthe Verdonck en de vele overige familieleden – heb ik altijd prettig en in goed vertrouwen samengewerkt. Ik ontving prachtig materiaal uit het familie- archief, dat ik zonder restricties mocht gebruiken. Met Ulli, Suzanne en Berthe hield ik bovendien een serie lange, persoonlijke interviews waarin zij openhartig vertelden over hun eigen verleden. Zonder hun medewerking had het boek niet geschreven kunnen worden.

710 Door de familiestichting Conto was een begeleidingscommissie ingesteld, be- staande uit Annemieke Gerritsma, Tirtsah Levie Bernfeld, Daphne Meijer en Wil Pieterse. Na elk geschreven concepthoofdstuk kwamen zij bij elkaar om in een door Ruud Verdonck subliem gecaterde bijeenkomst commentaar te geven. Ik dank hen daarvoor.

De meeste historische proefschriften gaan over een korte, begrensde periode. Dit proefschrift beslaat ruim drie eeuwen – een te grote periode om je in te kun- nen specialiseren. Ik heb daarom veel gehad aan hulp van meelezers die vanuit hun eigen specialisatie kennis deelden – en vaak meer dan dat. Voor de eerste twee hoofdstukken ben ik zeer schatplichtig aan Tirtsah Levie Bernfeld, die mij liet kennismaken met de wereld van de Portugese Joden in Am- sterdam in de vroegmoderne tijd. Waar ter wereld ze zich ook bevond, ze was altijd bereikbaar om antwoord te geven op mijn vragen. Bovendien legde ze me onvermoeibaar uit hoe ik oude Portugese en Hebreeuwse teksten zou moeten in- terpreteren en verbeterde ze conceptteksten. Soms droeg ze zelfs door haarzelf gevonden archiefmateriaal aan. Dank gaat ook uit naar Lodewijk Petram, die mij de praktijk van de achttien- de-eeuwse optiehandel uitlegde. Lydia Hagoort en Harmen Snel van het Stads- archief Amsterdam wezen mij op interessante stukken uit het rijke archief van de Amsterdamse Portugees-Joodse gemeente. Chaya Brasz, Fréderique Hiegent- lich en Bart Wallet lazen op een enthousiasmerende manier mee met de hoofd- stukken over de negentiende-eeuwse D’Oliveira’s. Salvador Bloemgarten las het biografische hoofdstuk over Eli d’Oliveira. Als specialist op het gebied van de Amsterdamse en Antwerpse diamantbewerkersmilieus sterkte hij mij in mijn mening dat de hoofdpersoon van Eli d’Oliveira’s debuutroman op de recalcitran- te (quasi)socialist Abraham Soep gebaseerd moest zijn. Jelle Gaemers deelde ruimhartig gestenografeerd materiaal over de jonge he- ren van Steeds Sneller uit het door hem ontsloten archief-Drees. Zonder hem was dit boek er overigens nooit geweest, want hij was het die mij in 2008 in con- tact bracht met de familie D’Oliveira-Pereira. Wim Heijnen gaf mij op een cru- ciaal moment in mijn onderzoek verzameld materiaal over de familie Teixeira de Mattos in handen en becommentarieerde conceptteksten. Mirjam van Hen- gel en Josje Kraamer van uitgeverij Querido zagen niet alleen toe op de inhoud, maar ook op het uiterlijk van het boek. Ten slotte leverden Job Cohen, Dirk Dam- sma, Martijn Eickhoff, Hinke Piersma, Pepijn Reeser en Joni Uhlenbeck elk van- uit hun eigen invalshoek commentaar op (delen van) het manuscript. Mijn dank daarvoor is groot.

711 Een belangrijk deel van dit boek gaat over de Aktie Portugesia. Helaas waren alle hoofdrolspelers ten tijde van mijn promotieonderzoek overleden en heb ik dus geen van hen meer kunnen spreken. Gelukkig konden hun nakomelingen mij vaak wel helpen. Dat gold in de eerste plaats voor Walter van Emde Boas, die mij tijdens een lezing hoorde spreken over het ‘waardige, gracieuze en statige ge- drag’ van Sefardiem. Hij besefte dat hij dit soort citaten kort daarvoor ook was tegenkomen bij het opruimen van zijn ouderlijk huis, in de papieren van zijn va- der Coenraad van Emde Boas. Diens hele werkarchief van het tot dusver geheel onbekende onderzoek naar de psychologie van Portugese Joden bleek nog intact. Walter van Emde Boas gaf het bijzondere materiaal direct aan mij in bruikleen – een gunst waarvoor ik hem zeer erkentelijk ben. André Cohen Henriquez, Steven de Froe, Dorothée de Sampayo Garrido- Nijgh, Roelof Kotting en Bram en Ronit Palache kon ik mondeling en schrifte- lijk vragen stellen over de rol van hun familieleden tijdens de oorlog. Judith Bel- infante dacht mee en stuurde mij scans uit haar familiearchief. Ed Spanjaard gaf mij brieven uit zijn familiearchief bij hem thuis ter inzage, waarbij hij op de piano zorgde voor de mooiste muzikale omlijsting die ik tijdens mijn onderzoek heb ge- had. Lida Cardozo-Kindersley ontving mij gastvrij in haar huis in Cambridge en gaf mij drie dagen onbeperkt toegang tot een oude kist vol met familiepapieren. Haar man Graham Beck zette mij bovendien elke ochtend een niet te versmaden, klassiek English breakfast voor.

Tijdens mijn promotieonderzoek kreeg ik te maken met veel verschillende in- stellingen, en dus ook met diverse medewerkers van instellingen. De medewer- kers van het Stadsarchief Amsterdam waren altijd behulpzaam bij het halen van nieuw archiefmateriaal. Julie-Marthe Cohen en Mirjam Knotter van het jhm wezen mij op niet-geïnventariseerde oorlogsdocumenten die zich in de kelders van de snoge bevonden. Jacques Senior Coronel, Maurice Cohen Paraira en – vanuit New York – Salo Vaz Dias vertelden mij over gebruiken en tradities bin- nen de pig. Ruud Straatman en Jean Niewenhuijse van het cbg lieten mij op hun kantoor stukken uit het Calmeyer-archief bestuderen. Niewenhuijse vroeg mij daarbij tussen neus en lippen of ik misschien geïnteresseerd was in een doos met niet-geïnventariseerd materiaal van mr. Nijgh. Dat was ik, en in die doos bleek al het materiaal te zitten dat Eli d’Oliveira bij zijn bezoeken aan De Sterrenwacht had uitgezocht. Bijzondere dank gaat ook uit naar de voormalige algemeen deken van de Nederlandse Orde van Advocaten, Jan Loorbach, die mij toestemming gaf voor inzage in het archief-Nijgh, dat zich in het Haags Gemeentearchief bevindt en cruciale documenten over de Aktie Portugesia bevat.

712 Het niod zorgde de afgelopen jaren voor de beste werkplek die een promoven- dus zich kan wensen. Ik wil alle collega’s bedanken voor hun aanmoedigingen én relativeringen. Daarbij denk ik in het bijzonder aan mijn kamergenoten Bas von Benda Beckmann, Martijn Eickhoff, Ewoud Kieft en Hinke Piersma, en aan ‘buurman’ Joggli Meihuizen. Hubert Berkhout, René van Heijningen en Jeroen Kemperman van de studiezaal konden regelmatig een ‘Daar is ie weer...’ niet onderdrukken, maar bleven desondanks altijd meedenken over en zoeken naar nieuw archiefmateriaal. Femke Jacobs produceerde de literatuurlijst en behoedde mij voor een spelfout die 27 keer in het manuscript voorkwam.

Ten slotte. Het einde van een dankwoord is traditioneel gereserveerd voor ‘het gezin’ en bevat vaak de woorden ‘Als ik weer eens...’. Ik blijf daarbij niet achter. Als ik weer eens niet met mijn proefschrift bezig was, dan was dat veelal te wij- ten aan Josje en (in het laatste jaar) Jitte. Toch is dit boek er juist dankzij hen ge- komen: Josjes optimisme, scherpte en relativeringsvermogen hebben me tijdens het schrijfproces enorm geholpen, Jitte is elke dag een bron van geluk. Aan hen draag ik dit boek op.

713 Register

Namen met een * betreffen literaire figuren die voorkomen in besproken romans, to- neelstukken en verhalen.

Abendana, Aron 32, 50 Beelaerts van Blokland, J.P. 349 Abendana, Esther 32, 67 Beelaerts van Blokland, W.A. 316 Aboab da Fonseca, Isaac 44, 63-64, Belinfante, A.D. (Guus) 385 400, 529 Belinfante, Eduard 379, 385 Adler, Alfred 258-259, 268, 289, 336 Belinfante, Emmy J. 368 Aletrino, Arnold 208, 211, 225-226, 237, Belinfante, Ester 115, 331 243, 248, 271 Belinfante, Mordechai 332 Alewijn, Zacharias Henric 61 Belinfante, Paloma 334-335 Alexander, Michel 58 Belinfante, Sadic 331-332, 334 Ammon, Otto 288 Bemmelen, Johan Frans van 355-357, Apeldoorn, L.J. (Bert) van 363 361-363, 366-368, 382, 422, 482 Ariëns Kappers, C.U. (Ubbo) 279-284, Beneditty, Emanuel de 109 286, 303, 306-307, 349-350, 361-363, Beneditty, Nochem (Nol) de 22, 326, 368, 381-382, 388-389, 391, 414, 422, 332, 349-354, 357, 360-361, 363, 365, 439, 480, 482, 526 367-369, 371, 374, 376, 380, 386-387, Arnold, Carl 455, 458, 462 399, 409-411, 415-416, 459, 468, 483 Arondeús, Willem 393 Benjamin, Walter 294 Arons Polak, Judic 32, 68-69 Bentink, Gerrit 67 Asser, Mozes Salomon 90 Bergh, Herman van den 254-255 Aust, Herbert 417, 440, 442-443, 445 Bergh, Siegfried van den 456, 462 Azevedo, familie d’ 530 Bergh van Eysinga, Gustaaf Adolf van Baekelmans, Lode 202 den 363 Balauf, dokter 401 Bériot, Charles Auguste de 127, 130 Bamberg, David Leendert 119 Berlage, Hendrik Petrus 302 Banks, Nathaniel P. 139 Bickhoff, Johan 293-294 Barge, J.A.J. (Ton) 363, 390 Biene, Jacques van 205 Barnum, Phineas Taylor 131, 134-137 Biene, Salomon van 120-121 Becx, familie De 25 Bierens de Haan, Johannes 174, 219- Becx, Maria de 401 220, 231, 243 714 Bierens de Haan, Louis 174 Cahen, Joël 525 Bijlmer, Henk 382-383 Calmeyer, Hans Georg 12-13, 23, 312- Birnbaum, familie 495, 513 314, 318, 322-328, 330, 332, 343, 346- Blanus, familie 144 349, 357, 361, 363-367, 371-378, 380- Bloemendal, Hans 513 381, 384-385, 388, 396-398, 402, Bloemgarten, Salvador 203 417-418, 422, 426, 439-441, 443-444, Blokker, Jan 180 449-450, 452-453, 481, 533 Blokker, Nico 180 Camara, Abranches da 398 Blom, Hans 525 Campen, M.H. van 229 Boas, Pierre 120-122, 124 Capadoce, Immanuel 96 Boel, Zalman 73, 76 Cardoso, Abraham 32, 36 Boesnach, Abraham 144 Cardoso, Isaac 36 Boesnach, familie 144, 158 Cascas, Arthur Simoês 378-380 Bok, Joseph de 142, 144 Casimir, Rommert 259 Bok, Rebecca de 145 Cassuto, Juda 104 Bolk, Lodewijk 389-390 Casuto, David* 167 Bolland, Gerardus Johannes Petrus Cate, Ludo ten 324-326, 334-335, 365 Josephus 217-220, 233, 352-353, 360- Chamberlain, Houston Stewart 22-23, 361, 363, 415 288, 320, 351 Bonger, Willem Adriaan 306 Claassen, onderofficier 474 Boon, Louis Paul 502 Cohen, Abraham 180 Borel, Henri 254 Cohen, David 437, 463, 465-466, 468, Bormann, Martin 483 472 Börner 329 Cohen, Maurits Ezechiël 195, 229 Bouwdijk Bastiaanse, Marius Cohen, Robert 69 Adolphus van 310, 346 Cohen Carillon, Aaron 97-98, 100, Bouwman, Elias 28 102, 131-132 Braak, Menno ter 306 Cohen Carillon, Benjamin 101, 131- Breemen, Jan van 239-240 134, 141 Bregstein, Philo 207 Cohen Carillon, Mirjam 114, 131-135, Breslauer, Rudolf 448 137-139, 141, 148 Brink, Daniël van den 61 Cohen d’Azevedo, Daniel 64 Brink, Menno ten 517, 519, 521 Cohen d’Azevedo, David 64, 79, 88 Bromet, Herman 90 Cohen d’Azevedo, Hanna 32, 64 Bruggen, Carry van 208-209 Cohen de Lara, Lea 72, 104, 112-113 Bueno de Mesquita, Abraham 47-48 Cohen Henriquez, Ernest 353, 368 Bueno de Mesquita, Arnold 104 Cohen Henriquez, Percy 353, 357-362, Bueno Henriques, Abraham 47-48 367-368, 412, 440 Burke, Edmund 76 Colaço Capadoce, Hanna 332 Buytendijk, Frederik Jacobus Colaço Osorio, Henri* 487-489 Johannes 362 715 Colenbrander, Herman Theodoor 351 215, 218, 236-237, 242, 251-252, 273, Colette, Alexander* 224-225 492, 516 Cor, dienstmeid 239 Dreyfus, Albert 213-214 Cornelisse, Piet Jan 145 Duport, Jean Eugène 121 Cosquino de Bussy, Arthur le 10-11 Duport, Joseph 120-121, 124, 130 Costa, Isaäc da 322 Duwaer, Frans 393 Couperus, Louis 220, 232 Duynstee, W.J.A.J. (Willem) 362 Crespo, David 58 Creveld, Simon van 433 Ebbenhorst, Karla* 251-252 Czopp, Gustav 260 Ebbenhorst, Willem* 251-252 Eeden, Frederik van 173, 187-188, 217, Daalder, Hans 224 220, 225, 233, 258 Dam, F.F.A. van 362 Eichmann, Adolf 365, 379, 419, 421, Damsma, Dirk 79 441, 465, 506 Daniels, H. 191-192 Eickstedt, Egon Freiherr von 392, 426, Darwin, Charles 168, 284, 287-288 439 Dasberg, Lea 489 Emanuel i, koning 18 Dassie, familie 144 Emde Boas, Coenraad van 404-414 Deelen, Jos 507 Emden, Makkie van* 196-197 Delgado, Ribca 334-335 Ent, W. van den 291 Denucé, Jean 317-318, 326, 350, 355- Eppstein, Paul 465 357, 361, 424 Espinoza Henriquez, Rachel d’ 78 Dessauer, Jacob 119-120, 124 Euler, Wilfried 365, 423-425 Deus, João de 399 Euwe, Max 302 Dewischeit, Kurt 292 Deyssel, Lodewijk van 211, 220-221, Faro Salazar, Abraham 32, 62, 64, 66 335-336, 505 Feist, Sigmund 392-393 Dias Gutierres, Abraham 32, 59, 62, Fens, Kees 504-506 64-65, 70, 82 Fentura, Lea* 167 Dias Pathoua, Hester 24, 39, 333 Ferdinand van Aragón, koning 18 Dietrich, Marlene 462 Fernandes, Don Luis 402 Dishoeck, C.J. van 229 Ferreres, rabbijn 101 Domela Nieuwenhuis, Ferdinand 177, Feuchtwanger, Lion 267 203 Filips iv, koning 316, 318 Donkersloot, Nicolaas Anthonie 306- Finsler, Hans 296-297 307, 309 Fischer, Eugen 366, 392-393 Dood, C. (Kees) de 492 Fishberg, Maurice 22 Dostojevski, Fjodor 254 Flesch, Carl 241 Drees, Willem 174-175, 179-180, 183- Flier, M.J. van der 354-357, 368 186, 188, 190, 193, 204, 210, 212-213, Franco Mendes, Henri 385

716 Frederik, prins 98 Grondijs, Lodewijk Hermen 363 Freud, Sigmund 248, 257-259, 268, Groot, Hugo de 27 407 Groot, Rosalie de 354 Frick, Wilhelm 337 Groote, A.W. 180, 184-185, 242, 289- Friedländer, Saul 471 290 Frijtag, Geraldien von 313 Fritsch, Theodor 288 Haan, Jacob Israël de 208 Froe, Arie de 361, 381-382, 389-396, Haeckel, Ernst 287-289 399, 402-408, 411-414, 418, 422, Hahn, Michael 139 426, 438-440, 482, 517 Hájková, Anna 459 Froe, Steven de 517 Hal, Ies van der 454 Fruin, Robert 405 Hansen, neef* 116 Fuchs, Robert 290-291 Harster, Wilhelm 365, 372, 384, 417, Fuks-Mansfeld, R.G. (Rena) 516 423, 425, 442 Fünten, Ferdinand aus der 345, 347 Hartog Lémon, Hartog de 90 Hazelhoff Roelfzema, Siebren Erik Gaay Fortman, Bastiaan de 416-417 174 Gaemers, Jelle 174, 180, 215, 516 Heertje, Henri 153, 158 Gallas, Karel Rudolph 492 Hegel, Georg Wilhelm Friedrich 218, Gans, Eduard 21-22 220, 370, 415 Gans, Evelien 506 Heijermans, Herman 191-192, 208- Gaon, Elias 45, 48-49, 51 209, 226-227, 229, 231-232, 244, 249, Gaon, Hanna 45, 50-51, 62, 66 271 Gaon, Rebecca 45 Heijmans van Amstel, Herman 435, Gay, Peter 341 446 Gehrels, Carolien 519 Heineken, Gerard Adriaan 155 Gemmeker, Albert Konrad 432, 440, Henriques de Castro, Gabriel Haim 442, 447, 449-450, 453 110 Gerron, Kurt 462, 464, 472 Henriques Pimentel, familie 25, 125, Ginneken, Jac. van 403, 405 331-332 Gobineau, Joseph Arthur de 287 Henriques Pimentel, Isaac 331 Goes, Franc van der 177, 195 Henriquez de Souza, Abraham 106- Goethe, Johann Wolfgang von 173, 107 228, 233-234, 243, 288, 329-330, 451, Henriquez Pimentel, Henriëtte (Jet 492 Pimentel) 237, 240 Gorter, Herman 179, 220 Henschen, Willibald 288 Goudeket, Hester 385 Hermans, Willem Frederik 501-502 Grewel, Frits 413-414 Herzberg, Abel J. 369, 506 Groenevelt, Ernst 242, 254-256 Hessing, J. 352-353, 416, 422, 482 Groenewoudt, Hans 529 Heymans, Gerard 290

717 Himmler, Heinrich 420, 440, 442, 471- Jessurun d’Oliveira, Abraham (1811- 472 1855) 72, 94, 96-100, 114, 117, 121, Hitler, Adolf 23, 268, 272, 275, 279, 123-126, 128-130, 134-135, 140, 142- 289-291, 299-300, 303, 305, 308, 143, 148, 153-154, 160, 331, 410, 531 344, 419, 442, 462, 472, 483 Jessurun d’Oliveira, Abraham (1854- Hochheimer, Evy 511-513 1941) 115, 154-158, 160, 170, 178-179 Hofmeester, Karin 171 Jessurun d’Oliveira, Abraham (1859-?) Honig, J.A. 362 114, 135, 141 Hopman, Steijntje 72, 84 Jessurun d’Oliveira, Abraham (1863) Hunteln, Betty von 283 114, 143, 158, 160 Huysman, Dennie 179 Jessurun d’Oliveira, Abraham Elia (Eli) 9-11, 13-14, 24-25, 29-30, 38- Ibn Daud, Abraham 15 40, 85-86, 160, 164, 166, 170-175, Ibn Ezra, Abraham 15 179-196, 202-205, 207-213, 215-223, Isabella van Castilië, koningin 18 225-269, 271-275, 282, 286, 288-295, Isay Cohen, Salomon 79 297, 301-307, 309, 311, 315, 327-343, Israel, Jonathan 39, 44 346, 368, 372, 374-376, 379-385, 390, Israël, Menasse ben 27, 50, 400 400-402, 414-415, 428-430, 436, Israel Hartog, Sara 25, 72, 74-76, 79, 99 442, 449-451, 455-456, 458-460, Israel Ricardo, David 106-107 462-465, 467-468, 479-480, 483, 491, 498, 500-501, 504, 527, 529- Jackson, Michael 136 530, 532-534 Jacob, Fanny 115, 160 Jessurun d’Oliveira, Andrea 486, 498, Jacobs, Hanna 58 500 Jehuda Leao, Lea 37 Jessurun d’Oliveira, Benjamin 114, Jelgersma, Gerbrandus 258 138, 141 Jessurun, Benvenida 349 Jessurun d’Oliveira, Bram 205 Jessurun, Eliau 58 Jessurun d’Oliveira, Clara 32, 36-37 Jessurun Cardozo, Jacob 105, 107 Jessurun d’Oliveira, David 32, 49, 51, Jessurun de Mesquita, Samuel 438-439 58-59, 67 Jessurun d’Oliveira, Abraham (oom Jessurun d’Oliveira, Elias (1692-1751, van Moseh, 164?-1700) 37 Elias Olivier) 32, 49, 51, 56-67, 69- Jessurun d’Oliveira, Abraham (1684- 70, 74, 82, 88, 146, 511, 530 1732) 32, 49, 51, 54-56, 58 Jessurun d’Oliveira, Elias (1820-1891) Jessurun d’Oliveira, Abraham (1723- 72, 94, 115, 154-155, 160, 331 1769) 32, 63-65, 70, 74, Jessurun d’Oliveira, Eliazer 114, 128, 88 148 Jessurun d’Oliveira, Abraham (1749- Jessurun d’Oliveira, Elsa 164, 241, 274, 1823) 72-86, 92, 99, 106, 109, 113, 278-279, 282-284, 301-305, 308-311, 530-531 339, 342, 344-348, 350, 362, 364, 372,

718 374-376, 380, 384-385, 388, 402, 425, Jessurun d’Oliveira, Jacob jr. (1721-?) 427-439, 441-442, 446-456, 472, 64, 66-69, 74-76, 334, 338 476-481, 483-484, 486, 490-500, Jessurun d’Oliveira, Jacob (1836-1919) 510-511, 513-516, 520, 523-526, 533 114, 128-129, 142-148, 150-151, 155, Jessurun d’Oliveira, Ester 32, 62, 64, 158, 160, 205, 212, 235, 293, 331, 500 70, 72, 74, 82, 115 Jessurun d’Oliveira, Jacob (1888-1905) Jessurun d’Oliveira, Esther 115, 128, 164, 170, 172-174, 179-180, 185, 192- 148 193, 212, 241 Jessurun d’Oliveira, familie 24-25, 29- Jessurun d’Oliveira, Jacob (Jaap) 164, 30, 39-40, 47, 55, 64, 66-67, 75, 85, 237-241, 274, 278, 282, 292-295, 297- 88, 94, 101, 111, 113, 117, 128, 140-141, 301, 304-305, 307-308, 310-311, 339, 145-146, 148, 153, 155, 157-158, 166, 342-344, 372, 374-377, 379-380, 384- 173, 186, 221, 262, 303, 308-309, 331- 385, 393-396, 399, 402, 404-405, 333, 372, 380, 382, 402, 427, 450-451, 407, 409, 411, 413, 426-428, 436, 462, 480, 498, 507, 515, 517, 531-534 438, 442, 445, 458, 472-476, 480, Jessurun d’Oliveira, Friederike 261, 486, 498-500, 503, 513, 515 278, 305, 342, 379-380, 486, 500 Jessurun d’Oliveira, Jacques (zoon van Jessurun d’Oliveira, Grietje 114, 143, Abraham en Sophie) 115, 155 160, 164, 170, 194, 309, 499 Jessurun d’Oliveira, Jacques (1835- Jessurun d’Oliveira, Hanna (1686- 1867) 114, 126-142, 148, 241, 531 1759) 32, 37, 45, 49-50 Jessurun d’Oliveira, Jacques (1890- Jessurun d’Oliveira, Hanna (1721-1778) 1915) 164, 170, 172, 194, 241-242 32, 59, 62, 64, 82, 85 Jessurun d’Oliveira, Joseph (1744- Jessurun d’Oliveira, Hans Ulrich (Ulli) 1822) 72, 81-82, 85, 90, 109 261, 275, 278, 283, 297-298, 300-301, Jessurun d’Oliveira, Joseph (1816- 305, 379, 394, 407, 426, 475, 486, 1860) 72, 94, 100-114, 117, 126, 137, 489-490, 499-509, 512, 514-517, 142 519-520, 523-527, 533 Jessurun d’Oliveira, Joseph (1839- Jessurun d’Oliveira, Henriëtte 114, 143, 1899) 114, 128, 130, 134, 142, 147-150, 160, 205 159-160, 400-401, 410 Jessurun d’Oliveira, Isaac (1789-1875) Jessurun d’Oliveira, Joseph (Joost) 115, 72, 79-80, 85, 92-94, 96, 109, 114 155, 157 Jessurun d’Oliveira, Isaac (zoon van Jessurun d’Oliveira, Lea (1710-1759) Joseph en Lea) 112 45, 62, 64 Jessurun d’Oliveira, Jacob (oudste Jessurun d’Oliveira, Lea (1849) 114, voorouder) 24, 32, 36, 39-40, 333- 128, 148 334 Jessurun d’Oliveira, Maarten 278, 298, Jessurun d’Oliveira, Jacob (zoon van 300, 305, 379, 476, 486, 499-500 Mozes en Ester) 66, 72, 75, 80 Jessurun d’Oliveira, Mirjam 114, 156, Jessurun d’Oliveira, Jacob (1679-1740) 160 45, 49-51, 62, 66 719 Jessurun d’Oliveira, Moseh (Mozes) Kapteijn, J.M.N. (Johannes) 363 24, 32-45, 47-51, 55, 62, 67, 150, 262, Kapteyn, J.C. 290 304-305, 333-334, 480, 529-530 Kas, familie 144 Jessurun d’Oliveira, Mozes (1712- Katz, Siegfried 157 1770) 62, 64, 70-72, 74-75, 333 Kautsky, Karl 179 Jessurun d’Oliveira, Rachel 63-64, 146 Kees, ome* 301-302 Jessurun d’Oliveira, Raphaël (1828-?) Kemp, Leo de* 251, 259, 264 72, 94, 108, 111, 115 Kemp, Pierre 502 Jessurun d’Oliveira, Raphaël (1861- Keuskamp, D.W.P. 213, 215 1922) 158, 160, 170-173, 178-179, 185, Kinsbergen, Lion 144 194, 237, 261 Klein, Willem 282 Jessurun d’Oliveira, Rebecca 114, 143, Klijn, Edwin 299 156, 160 Kloos, Willem 220, 225 Jessurun d’Oliveira, Rosetta 114, 143, Köbben, A.J.F. (André) 217 160, 205 Koch, B. 127 Jessurun d’Oliveira, Salomon (Simon) Kool, Sophie 115, 154-156, 160 115, 156 Koster, J. 314 Jessurun d’Oliveira, Sara 32, 36 Kotting, Gerbrand 516-517 Jessurun d’Oliveira, Sarah 114, 139-140 Kotting, Nino 310, 362, 373-377, 379, Jessurun d’Oliveira, Sipora 114, 128, 381, 388, 396-398, 427, 430, 439, 148 449-450, 452-453, 455, 477-478, Jessurun d’Oliveira, Sophia 114, 143, 481, 484, 508, 510, 516-517 156, 160 Kotting, Roelof 516 Jessurun d’Oliveira, Tjomme 486, Kotting-Menko, Renée 310, 388, 427, 498-500 455, 516 Johanna, voordochter van Sara Israel Kouwenaar, D. 122 Hartog 75 Krimpen, Hendrik van 327, 343, 346- Jong, A.M. de 255 350, 353-354, 357, 362-364, 366-368, Jong, Loe de 506 370-371, 377, 381, 386-388, 459, 517 Jonkmans, Willem 180 Kuijper, Herman 176-177 Judels, Jacob 125 Kuyper, Abraham 214 Judels, Nathan 119-122, 124-125, 145 Kwast, E.Th. 318-320, 324, 327 Jung, Carl 258 Kweksilber, Willi (H. Wielek) 368-369 Kymmel, A.W. 325-327 Kaiser, Louise 403-404, 414, 440, 482 Kalff, Martin 159 Laan, Johannes Ernst van der 234 Kaltenbrunner, Ernst 442 Laar, Albert van 188 Kaltofen, R.E. 405 Laguna Miranda, Aron* 244, 246 Kaplan, Yosef 20 Laguna Miranda, Baruch* 244, 246 Kapper, Samuel 120-121 Laguna Miranda, Nathan* 244

720 Lakmaker, Joosje 230 Liszt, Franz 116, 121, 127 Lakmaker, Leman 230 Lodeizen, Hans 234 Lang, Karl 291-292, 337 Lodewijk Napoleon, koning 95-96 Lange, Tineke de 434, 453 Lombroso, Cesare 281, 284 Laptos, Leo 454 Loon, Johannes van 324, 370 Lazarus, Sophia 204 Loopuit, Jos 176-177 Leeuw, Aart van der 266 Looy, Jac. van 220, 225 Leeuw, G. van der 362 Lopes Arias, Abraham Haim 92-93 Lehren, Akiba 148 Lopes Cardozo, Abraham (Abie) 174, Lehren, Meyer 148 235, 240, 338, 467 Lehren, Zwi Hirsch 148 Lopes Cardozo, Ben 235, 338 Lenden, Johannes van den 58 Lopes Cardozo, David 235, 402 Lengert, Leycie 58 Lopes Cardozo, Esther 467 Lenin, Vladimir 249 Lopes Cardozo, familie 261, 449 Lennep, Jacob van 122 Lopes Cardozo, Hanna 467 Leo, Elsbet 295 Lopes Cardozo, Henri 385 Leo, Gerda 278, 292, 295-298, 300-301, Lopes Cardozo, Jacob (Jaap) 235, 338 304, 311, 342-344, 366, 379, 381, 388, Lopes Cardozo, Lo 235, 338 402, 407, 474-476, 480, 486, 498- Lopes Cardozo, Louise (Loe) 9, 164, 500, 515 240-242, 260-261, 278, 338, 368, Leo, Julius 295-297, 300, 342-344, 346, 374, 384-386, 402, 427, 429-430, 432, 366, 498, 509 436, 442, 449, 456, 458-459, 462- Leo, Margarethe 295-296, 344, 388 465, 467, 477-479, 482-483, 492, Leo, Waltraut 295, 342 498, 518, 533 Leon, Ester de 332 Lopes Cardozo, Maurits 386 Levee, Grietje 25, 72, 100, 114, 130, 141, Lopes Cardozo, Mozes 235 331, 531 Lopes Cardozo, Paul 482 Levee, Henriette 128 Lopes Cardozo, Samuel (Saam) 235, Levie, Ribca 32, 55, 74 338 Levie Bernfeld, Tirtsah 78 Lopes Cardozo, Simcha 164, 234-235, Levie Ximenes, Samuel 118-119 237-241, 252, 260-262, 274, 278, 282, Levita, David de 26 286, 293, 301, 303-304, 338, 384-386, Levita, Dolf de 176-177 430, 449-451, 456, 458, 462, 465, Lévy, Suzanne 397-398 468-469, 472, 479, 482-483, 491, Leydesdorff, Julius 405-407 510, 518 Leyps, Endela 58 Lopes Colasso, familie 45 Lier, Abraham van 120 Lopes Suasso, familie 30, 315, 399 Lincoln, Abraham 139 Lucena, Juan de 17 Lindo, familie 333, 401 Luchy, Sara 37 Lipschits, Isaac 493 Lunteren, S.A. van 352

721 Luzzatto, Caliman 32, 37 Meyboom, Marius 342 Luzzatto, Sara 37 Meyer Cohen, Mozes 58 Luzzatto, Simone 37 Meyer Kayserling, Moritz 22 Mia, vriendin Eli 205, 234, 236, 274 Maduro, George 357 Mijnssen, Frans 273 Mahr, Adolf 366-367 Minne, Richard 502 Maimonides 15 Mock, Minny 523 Marcos, Manuel 58 Montandon, George 418 Marques, Abigayl 37 ‘Montanjees’* 206 Marsman, Hendrik 266 Moraal, Eva 438 Marx, Karl 173, 177, 195, 198, 201 Moreau, familie De 25 Mattos, Ester de 58 Moresco, Emanuel 320 Mattos, Sara de 58 Moresco, Emile Franscesco 319-320, Maurik, Justus van 116-117, 121 322, 324-326, 328, 354, 368, 414 Mayer, Kurt 365, 423, 425 Morks* 244 Mechanicus, Philip 431-432, 439, 441, Morteira, Saul Levi 42 445-446 Mozart, Wolfgang Amadeus 125 Meester, Johan de 266 Muijser, J.H. 57-58 Meijer, Arnold 318 Mulisch, Harry 502 Meijer, Jaap 178, 209, 224-225, 263 Muller Jzn., F. 363 Meijers, Eduard 465 Multatuli 168, 177-179 Mendel, Gregor 289 Murmelstein, Benjamin 469 Mendelssohn, Moses 90 Mussert, Anton 265, 299, 352-353, 460 Mendes, Henri Franco 385 Mussolini, Benito 299 Mendes, Isaac 156-158 Musy, Jean-Marie 471-472 Mendes, Joost, zie Querido, Emanuel Myriam* 269 Mendes Chumaceiro, Joseph 108 Mendes da Costa, familie 385, 399 Nachmanides 63 Mendes da Costa, Maurits Benjamin Napoleon Bonaparte, keizer 95, 98 118 Naumann, Erich 442 Mendes da Solla, Jacob Haim 93 Netscher, Frans 223 Mendes de Leon, Charles 320-322, Nienhuis, Bert 325-326, 349-350, 353- 324, 357, 364 354, 357, 368, 386, 394, 396, 398- Mendes de Leon, familie 325-326, 328, 402, 404, 427, 438, 440 332, 349, 364, 371, 397, 481 Nietzsche, Friedrich 270 Mendes de Leon, Frank 320-322, 324, Nijgh, Y.H.M. (Martien) 12-13, 24-25, 357, 364 328, 330, 334-336, 340-343, 346-347, Menk, Simon van 180, 183, 185 354-357, 360-361, 363-364, 366, 368, Mentz, Arthur 414-415 370, 372, 378-383, 387, 397, 417, 439, Mesdag, Clara van 499 478, 481, 508, 517

722 Nijhoff, Martinus 254-255 Pinto, familie De 30 Nijkerk, Marcel 453 Pinto, Isaac de 20-21, 65-67, 74 Noordman, Jan 382 Ploetz, Alfred 288 Nord, Max 503 Polak, Eduard 203, 302 Nunes, Maria 36 Polak, Henri 153, 155, 159, 176-178, 185- Nunes, Rachel 32, 36, 39-40 186, 302, 532 Pos, Hendrik Josephus 306-307, 309, Oliveira, baron d’ 128 492 Oliver, kleinzoon van Jacques 141 Presser, Jacques 29, 207, 343, 347, 369, Olivier, Abraham Christiaan 72, 84 389, 413, 341, 435, 501, 506 Olivier, Elias, zie Jessurun d’Oliveira, Prins, Annemarie 507 Elias (1692-1751) Proosdij, Jaap van jr. 377-378, 385, Oorschot, Geert van 502-504 449-452, 454, 478, 481, 508, 510-511, Orobio de Castro, Abraham 332 513-514, 517 Orobio de Castro, Balthasar 332, 402 Pyrgos, Hanna* 198-201, 203-205, 253 Orobio de Castro, Max 399 Osorio, Bento 35 Querido, Andries 448 Oversteegen, Jaap 502, 504-506 Querido, Aron 166, 170-171 Querido, Emanuel 165-166, 170, 173, Paap, Willem 223-225 186, 209, 269-270, 386 Palache, Bram 205-206 Querido, familie 165, 247, 386 Palache, Juda Lion 395, 399, 456, 466- Querido, Isaac 386, 390, 459 468 Querido, Israël 165-166, 170, 195, 202, Palache, Rika 349 208-211, 213, 222-223, 228, 231, 243- Pardo, Joseph 42, 400 249, 262, 267, 269-273, 289, 340, 386 Pareira Diaz Pisa, familie* 246 Pareira Diaz Pisa, mevrouw* 244 Raalte, Frits van 329-330 Parr, Leland W. 282 Rahamim, Jeudah 101 Patai, Raphael 285 Rahm, kampcommandant 460-461, Paz, Abraham de 54 465-466, 469 Peereboom, David(je)* 196-198, 200- Rajakowitsch, Erich 365 204, 206-207, 210-211, 253 Rauter, Hanns Albin 375-376, 384-385, Peereboom, Lena* 196, 200-201, 210 417-418, 423, 425, 440, 443 Penha, Mirjam 72, 93-94, 96, 109, 114 Ravenswade, Sacha van 486, 519, 522- Penso de la Vega, Joseph 60 523, 527, 529 Permys, Martin (Martin Premsela) 255 Reens, Bram 203 Philips, Anton 174 Reibmayr, Albert 289 Pimentel, Don Juan Alonso 332, 402 Rembrandt van Rijn 27 Pimentel, Jacques 438 Renger-Patzsch, Albert 294-298 Pinto, David de 64-65 Rengers Hora Siccama, Duco G. 363-

723 364, 370, 440, 482 Sandberg, Willem 498 Rensburg, J.K. (‘Rens’) 208, 263-265, Santeljano, Daan* 165-170, 185 269, 271, 273, 289, 342 Santeljano, Ko* 165-170, 185, 209, 270 Requenses, Luiz 402 Santeljano, Mordechai* 166-167, 170 Reutlinger, Jula 453 Saqui, Rachel 72, 79, 92 Reve, Gerard van het 502-503, 507 Sardari, Abdel-Hoessein 418-419 Ritter, P.H. jr. 265-269, 342 Sarphati, Aron 81, 86 Robbers, Herman 266 Sarphati de Pina, David 32, 63-65, 70, Rocamora, Juan de 401 146 Rochemont, A.S. de 218 Sasportas, familie 530 Rodrigues Pereira, familie 396-398, Sasportas, Gracia 32, 56, 62-64, 81 427, 497 Sasportas, Jacob 63-64, 81-82, 90 Rodrigues Pereira, Nino 278, 477, 479, Sasportas, Samuel 82 486, 493-494, 496, 512, 515-517 Sautijn, Jan 61 Rodrigues Pereira, Paul 278, 397-398, Schaper, J.H. 203 402, 427-430, 432-438, 441, 448- Scharten, Carel 220, 222-223, 231-232 449, 451, 453-455, 476-478, 486, Schindler, Arthur 458 491, 493, 495-496, 498-499, 509, Schlomo ben Jitschak, rabbijn (Rasji) 514-515 97 Rodrigues Pereira, Rob 486, 495, 512, Schmidt, Fritz 344, 371, 375-376, 417- 515, 533 418, 526 Rodrigues Pereira, Salomon 497 Schmölz, Hugo 298 Rodrigues Pereira, Samuel 397-398, Scholem, Gershom 63 402 Schoonbeke, familie Van 25 Rodrigues Pereira, Suzanne 486, 492, Schoonbeke, Gilbert van 25 496-498, 509-527, 533-534 Schoonhoven van Beurden, Alexander Rodriguez de Miranda, Salomon 106 van 349 Roeben, Engel 58 Schorsch, Ismar 424-425 Roland Holst, Henriëtte 220, 250, 253 Schreven, Kitty van 315 Roozeboom, Ester 114, 147 Schröder, Werner 375 Rorschach, Hermann 409 Schulenberg, Friedrich Werner von Rosa, Andries de 271 419, 421 Rössing, J.H. 118, 120 Schuylenburg, Cornelis van 61 Rousseau, Jean-Jacques 91 Schuylenburg, Maria 61 Rust, Bernhard 337 Senator, Maurits 414 Senior Coronel, Jacques 516-517 Sajet, Ben 175 Seyß-Inquart, Arthur 10, 308, 311, 318, Salomons, Nathan 58 345, 368, 370, 375-376, 378, 387, 417- Salvador, familie 315 418 Sampayo, familie 316 Silva Rosa, Jacob Samuel da 245, 248, 332, 360 724 Simons, Leo 229-230 Tas-Herzberg, Frieda 265 Sivers, Abraham 68 Teixeira, Isaac 316 Sjouwerman 110 Teixeira d’Andrade, familie 325-326 Sjouwerman, Jeanette 269, 342 Teixeira d’Andrade, Seline 325-327, 368 Slaa, Robin te 299 Teixeira de Mattos, Anna Mathilde Slottke, Gertrud 450, 453 320 Sluzker, Edwin 346-347 Teixeira de Mattos, Edward 316-317 Snijders, familie 125 Teixeira de Mattos, familie 30, 316-317, Snoek 110 323-326, 349, 364, 397, 399, 481-482 Soares, Joseph 35-37, 39-40, 44, 50 Teixeira de Mattos, Louis Frederik Soep, Bram (A.B.) 203-204, 207, 216, 315-320, 322-324, 327, 364 233, 249, 253 Teixeira de Mattos, Marie Johan 319 Sombart, Werner 286, 405-406 Teixeira de Sampayo, Don Diego de Sorkin, David 28 315, 317-319, 325-326 Spielberg, Steven 430 Teutcher, C.H. 452 Spier, Jo 442, 460-462, 464-466, 468, Thorbecke, Johan Rudolph 146 472, 479 Tijn, Theo van 176-177 Spies, Hans 298 Toledano, Pinchas 529 Spinoza, Baruch de 34, 38, 43, 220, Trevino, David 45 399-400 Trevino, Jacob 45 Spinoza Catella, Bram 438 Trevino, Lea 24, 32, 38, 44-45, 47, 49, Staal, Jan Frederik 294 529 Steinmetz, Sebald Rudolf 216-217, 219, Trevino, Sara 45, 48 286-287, 405-406 Troelstra, Pieter Jelles 186, 203, 249 Stratton, Charles Sherwood (General Tom Thumb) 131, 134-137 Uri-Halevi, Mozes 42 Stüler, Carl 312-313, 365 Stumpff, Johann Eduard 116-117, 121- Valck Lucassen, Th.R. 316 122, 124, 127, 130 Valhe, Batseba del 331-332 Süskind, Walter 237 Vas Nunes, Emanuel Haim 395, 399, Swane, A.A. 426 467 Swarte, familie De 125 Vas Nunes, Ester 415 Swetschinski, Daniel 45 Vaz, Samuel 54 Swinden, Jean Henri van 89 Vaz Dias, A.M. (Abraham) 334-335, 340-342 Taalingen-Dols, L.M.I.L. (Lucie) van Vaz Dias, Arthur Jacques 379, 386, 328, 354-356 390-391, 399 Tafelkruijer, familie 518 Vaz Dias, M.A. (Mordechai) 334-335 Tafelkruijer, Mirjam 519 Vaz Dias, M.S. (Mozes) 334, 353-354, Tas, Sal 503, 507 357, 386

725 Vaz Dias-Colaço Osorio, Sara 340, Waldenburg, Alfred 289 342, 483 Wassermann, Jakob 267-269, 341, 492 Veen, Gerrit-Jan van der 393 Werfel, Franz 267 Veer, P. van der 336 Wertheim, A.C. (Abraham Carel) 224- Verdonck, Berthe 486, 513, 515, 517- 225, 339 518, 520-527, 529, 533 Wessem, Constant van 242, 255-256 Verdonck, Ruud 486, 511 Wezel, Andries van 177 Vermeylen, August 306-307 Wigersma, Baltus 352-353, 415-416 Verwey, Albert 210-211, 214, 219-220 Wijnberg, Rosalie 437, 446 Victoria, koningin 135, 138 Wilhelm ii, keizer 295 Vink, Wieke 68 Wilhelmina, koningin 428 Voetelink, Johan 373, 378, 380, 459 Willem i, koning 94-98, 100, 103, 118, Vogt, Willem 266 121, 124, 127, 171, 315-316, 321, 531 Voltaire 20-21, 91 Willem ii, koning 128 Vondel, Joost van den 228 Willem iii, koning 316 Vossius 27 Willem v, stadhouder 87-89 Voûte, Edward 373-376, 380, 387 Wimmer, Friedrich 312, 375 Vrede, Levie* 198-201, 204-206, 210, Woestijne, Karel van de 220 253 Wolsheimer, Carel 180-185 Vreeland, Marianna 25, 114, 142, 150, 331, 384 Yovel, Yirmiyahu 359 Vries, Andreas Stephanus de 450-451 Vroman, Leo 504 Zelm, J.C. van 415-416, 422, 440 Zevi, Sabbatai 63-64 Waard, H. de 377 Zola, Émile 179, 213-214 Wafelman, Wolf 174, 180 Zöpf, Willy 440-445 Wagenseil, F. 395-396 Zutphen, Jan van 176-177

726