Nieuwsbrief Midwintertelling Zeeland Januari 2020
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Nieuwsbrief Midwintertelling Zeeland Januari 2020 Beste Zeeuwse vogelaars, Vooreerst: allen een gezond en vogelrijk 2020! Naar goede Zeeuwse traditie zullen velen van jullie hopelijk ook in 2020 mee gaan doen aan de midwintertelling, die ditmaal in het weekend van 18 en 19 januari valt. Met jullie hulp lukt het vast weer om alle soorten watervogels in een fors deel van de provincie op te gaan snorren. Juist met de midwintertelling gaat het immers niet alleen om de grote bekkens en de Noordzeekust, maar ook om kanalen, plassen, poldersloten en –vaarten en…nou ja, alle denkbare gebieden waar watervogels zich kunnen ophouden. Steeds weer blijkt dat een fors deel van de Zeeuwse populatie van een aantal soorten watervogels vooral in binnendijkse gebieden is. Denk aan soorten als Waterhoen en Dodaars, maar ook aan nieuwkomers als de Grote Zilverreiger. Daarnaast is januari natuurlijk een belangrijke maand voor de bij ons overwinterende ganzen. Een aantal regio’s telt traditioneel ook de roofvogels mee. In deze nieuwsbrief tref je een verslag van de midwintertelling van januari 2019. Dankzij de medewerking van de vele vrijwilligers en de goede samenwerking met de professionele tellers van DPM (in opdracht van Rijkswaterstaat) was dat weer een prima editie: de teldekking in Zeeland was een van de hoogste van het hele land. Hopelijk gaat dat dit jaar ook weer lukken! Heb je nog vragen over de telling van dit jaar? Neem contact op met je regionaal coördinator of met ondergetekende. Veel succes en plezier met de midwintertelling! Met vriendelijke groet, Sovon Vogelonderzoek Nederland Jan-Willem Vergeer [email protected] Verslag Midwintertelling januari 2019 December 2018 en de eerste helft van januari 2019 verliepen in Zeeland grotendeels zacht. De neerslagcijfers lagen iets onder het gemiddelde voor deze maanden. Tijdens het telweekend van 12 en 13 januari 2019 lag de temperatuur veelal tussen de 5 en 10 graden; van vorst was dus geen sprake. Op zaterdag was het guur, grijs en winderig met plaatselijk wat regen. De zondag gaf eenzelfde weerbeeld te zien, met op veel plaatsen wat meer neerslag. Kort na het telweekend werd het een stuk kouder en trad in de hele provincie nachtvorst op. Op de kaarten is een onderscheid gemaakt tussen de grotendeels door de professionals van DPM in opdracht van Rijkswaterstaat getelde bekkens en randgebieden (lichtblauw) en de overige gebieden (donkerblauw), die vaak alleen tijdens de midwintertelling op alle soorten watervogels geteld worden. De telling op Saeftinghe wordt uitgevoerd door de vrijwillige telgroep aldaar. Het gros van de Rotganzen verbleef zoals gebruikelijk langs de boorden van Grevelingen en Oosterschelde. In vier telgebieden werden meer dan 1000 Rotganzen gemeld, onder meer in de Wilhelminapolder beoosten het Kanaal ZB. Opvallend is het ontbreken in de Karrevelden van Scharendijke SD, waar de laatste jaren geregeld rond de duizend vogels verbleven. Van de uit Oost-Siberië en Alaska afkomstige Zwarte Rotgans werd slechts 1 ex opgemerkt, en wel nabij Burghsluis SD. Dat de op Spitsbergen broedende Witbuikrotgans in zachte winters schaars is, bleek zonneklaar: alleen langs de West Zeeuws-Vlaamse Noordzeekust werd een groepje van 12 ex gemeld. Liefst 6 Roodhalsganzen verbleven in de Blikken bij Schoondijke WZVL. Langs de Schouwse zuidkust werd in januari geregeld een ex gezien, maar net niet tijdens de midwintertelling. In 83 gebieden werden in totaal 2004 Grote Canadese Ganzen geteld, duidelijk minder dan het gemiddelde over de laatste jaren. De verspreidingskaart toont nog een bescheiden accent op Zeeuws- Vlaanderen, maar de soort is in alle regio’s te vinden. Een fors deel van de dik 64.000 Brandganzen bevond zich in de binnendijkse telgebieden. In 29 telgebieden werden 1000 of meer ex geteld, o.m. in de Deurloopolder TH (4600 ex), nabij Brijdorpe SD (2704) en in de Oost-Vogelpolder bij Lamswaarde OZVL (2700). Een naar Zeeuwse maatstaven opvallend forse groep van 12 Indische Ganzen verbleef in de Vierbannenpolder bij Ouwerkerk SD; solitaire ex waren onder meer te vinden bij Sophiapolder WZVL en de Stoppeldijkpolder Vogelwaarde OZVL. In 304 telgebieden waren Grauwe Ganzen te vinden. Daarmee was dit wederom veruit de meest verspreid voorkomende ganzensoort. Per bezet telgebied waren gemiddeld 145 Grauwe Ganzen aanwezig. 15 gebieden telden meer dan 500 exemplaren, o.m. de Nieuw-Bommenedepolder SD, Polder Vierbannen bij Ouwerkerk SD en de Eendracht tussen Nieuw Vossemeer en Tholen. Grauwe Gans, januari 2019 Toendrarietgans, januari 2019 Op een drietal plaatsen werden groepjes Kleine Rietganzen opgemerkt: bij Nieuwerkerke SD (16 ex,) Oosterschenge ZB (12) en de Bewester Eedepolder bij Aardenburg WZVL (2). De net over de landsgrens vertoevende Vlaamse winterpopulatie neemt al jaren af. Het totaal van 6719 Toendrarietganzen (vrijwel allemaal binnendijks op landbouwgronden) viel voor een zachte winter niet tegen. 10 van de 31 telgebieden met Toendrarietganzen herbergden meer dan 100 ex, met uitschieters in de Zonnemairepolder Oost SD (1730 ex), de Zaamslagpolder –NO (1450), de Zonnemairepolder-West (790) en de Anna-Mariapolder ZB (500). Op Tholen werden in januari nu en dan groepen van honderden ex gezien (Waarneming.nl), maar niet tijdens de telling. Het aantal Kolganzen in januari vertoont de laatste jaren een fikse daling; de 20.395 ex van dit jaar vormden de laagste maandsom van het decennium. Het accent in de verspreiding lag zoals gebruikelijk op Zeeuws- Vlaanderen. Opvallend is het magere aantal van 55 ex in het Ganzenreservaat bij Nisse ZB. Dertien gebieden telden meer dan 500 ex, waarbij de Groot Cambronpolder bij Patrijzenhoek OZL (2600 ex) en de Riet- en Wulfsdijkpolder Zuid bij Hulst OZVL (2150) de kroon spanden. Kolgans, januari 2019 Knobbelzwaan, januari 2019 Kleine Zwaan, januari 2019 Slobeend, januari 2019 Zwarte Zwanen werden vooral gezien op Tholen en rond het Veerse Meer. Veruit de grootste groep van 25 ex bevond zich in de Noordweihoek bij Scherpenisse TH. Knobbelzwanen waren vooral te vinden in Grevelingen, Krammer, langs de Schouwse zuidkust en in het Veerse Meer. Elders waren plaatselijke ook flinke groepen te vinden, zoals bij Aardenburg WZVL (61 ex), de Hogerwaardpolder ZB (55), Polder Vierbannen bij Ouwerkerk (29) en benoorden Middelburg (27). Het totaal van 332 Kleine Zwanen is mager, maar wel wat hoger dan in het voorgaande seizoen. De kaart toont de soort weer vooral te vinden was op de bekende pleisterplaatsen op Duiveland/Grevelingen en in het Zuidoosten van Zeeuws-Vlaanderen. Daarbuiten werden Kleine Zwanen onder meer gemeld bij de Plaat van de Vliet (37 ex), de Hogerwaardpolder (34) en de Zaamslagpolder Noordoost OZVL (19). Vrijwel alle Wilde Zwanen zaten op Duiveland en in het aangrenzende deel van Grevelingen en Oosterschelde. De grootste groep van 16 ex bevond zich op de Stampersplaat in de Grevelingen. Het aantal Nijlganzen week nauwelijks af van dat van vorig seizoen. 112 van de 153 bezette telgebieden herbergden minder dan 5 ex. Toch werden her en der ook fikse groepen gemeld, zoals in de Burgh- en Westlandpolder SD (135 ex), de Noordgouwepolder SD (73) en de Bewester Eedepolder bij Aardenburg WZVL (67). Bergeenden zijn vooral in de buitendijkse gebieden te vinden, maar de 867 ex in 83 binnendijkse telgebieden maken duidelijk dat de soort ook hier geregeld te vinden is. De enige Casarca bevond zich in de Grote Zuiddieppepolder bij Biervliet WZVL. Er werden 998 binnendijkse Slobeenden geteld, goed voor 43% van het Zeeuwse totaal. Fikse aantallen waren onder meer te vinden in de Sophiapolder-Oost WZVL (135 ex), Canisvliet OZVL (80) en Zwartenhoek Axel (77). Het aantal binnendijks en op zoete wateren getelde Krakeenden nam wederom toe. Een fors deel daarvan bevindt zich in Zeeuws-Vlaanderen, o.m. in de Sophiapolder-Oost (270 ex) en de Oud Zevenaarpolder bij Hoek OZVL (137). Andere goede gebieden zijn de Schelde-Rijnverbinding (182 ex), de Eendracht tussen St. Philipsland- Nieuw Vossemeer (144) en Duinzoom Haamstede SD (136). Het aantal Smienten was bijzonder laag. Slechts 14 telgebieden in heel Zeeland herbergden meer dan 1000 ex. Saeftinghe en de Schouwse zuidkust waren de belangrijkste regio’s. Tussen Buttinge en Middelburg werden 666 ex geteld. In liefst 519 telgebieden werden Wilde Eenden vastgesteld. Daarmee is dit nog altijd veruit de meest verspreide eendensoort. Ruim 60% van de bezette gebieden telden meer dan 25 ex. Forse binnendijkse aantallen waren te vinden in bij de Eendracht tussen St. Philipsland en Nieuw Vossemeer (583 ex), de Noordhofpolder OZVL (465) en de Hoofdplaatpolder-west WZVL (302).Vrijwel alle Pijlstaarten bevonden zich in de bekkens; vooral Saeftinghe is van groot belang voor de soort. Binnendijks sprongen de 50 ex in de Plaskreek WZVL eruit. Krakeend, januari 2019 Wilde Eend, januari 2019 Een blik op de kaart leert dat het belang van de Prunje SD voor de Wintertaling moeilijk overschat kan worden. Verder valt opdat er erg weinig Wintertalingen te vinden in regulier agrarisch gebied. Binnendijkse aantallen van betekenis waren vooral te vinden in de Yerseke Moer (in totaal 192 ex), De Blikken Schoondijke WZVL (130) en Dijkwater SD (91). De enige gemelde Krooneend zat in de St. Janspolder bij Nieuwvliet WZVL. Met een Zeeuws totaal van 510 ex in 38 telgebieden was het aantal Tafeleenden wederom erg mager. Slechts 6 telgebieden meldden meer dan 25 Tafeleenden, o.m. Autrichepolder Westdorpe OZVL (68 ex) en Geulle Oosterland SD (77). Het aantal Kuifeenden is de laatste jaren aanmerkelijk stabieler dan dat van de Tafeleend. De soort werd opgemerkt in 189 telgebieden, maar in 60% daarvan gaat het om minder dan 10 ex. Fikse aantallen waren o.m. te vinden op de Eendracht tussen brug Tholen en Mosselhoek (229 ex), Veerse Kreken (226) en Kanaal Gent-Terneuzen (178). Eiders werden alleen buitendijks gezien, vooral rond Neeltje Jans. Het aantal in Zeeland overwinterende Brilduikers neemt al jaren af. Ook deze midwintertelling was dat het geval: in heel Zeeland herbergden slechts 17 telgebieden meer dan 25 Wintertaling, januari 2019 Dodaars, januari 2019 ex, o.m.