Een Verdedigende Wandeling Wandelduur: Ongeveer 2 À 2,5 Uur Beginpunt: Zeedijk Bij De Prins Hendrikkade Eindpunt: Prins Hendrikkade Ter Hoogte Van Het Damrak
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Een verdedigende wandeling Wandelduur: ongeveer 2 à 2,5 uur Beginpunt: Zeedijk bij de Prins Hendrikkade Eindpunt: Prins Hendrikkade ter hoogte van het Damrak Deze wandeling voert voornamelijk langs de oude stadsmuur die vanaf 1481 werd opgetrokken. Toen was Amsterdam al uitgegroeid tot een welvarende handelsstad. Mede daardoor en door haar strategische ligging was zij aantrekkelijk geworden voor aanvallende groepen. Landsheer (vanaf 1489 keizer) Maximiliaan I van Oostenrijk verplichtte daarom het stadsbestuur om een omwalling aan te brengen die de stad kon verdedigen tegen deze indringers. Vooral de twisten met Utrecht vormden een bedreiging voor de stad. De stadsmuur bestond uit een stevige muur, onderbroken door grote toegangspoorten en verdedigingstorens. De wandeling laat u kennis maken met overblijfselen van deze oude stadsmuur en latere toevoegingen. Ook worden enkele bijzondere gebouwen op de route, kort toegelicht. Binnen de wandeling wordt de mogelijkheid geboden tot een kleine omweg door de Lastage. Start: Zeedijk, ter hoogte van de Prins Hendrikkade. De Zeedijk begint rechts van het NH Barbizon Hotel. Op de kruising van Zeedijk, Prins Hendrikkade en Sint Olofspoort staat het woonhuis Sint Olofspoort 1. Sint Olofspoort Aan deze zijde van de Zeedijk stond de Olofspoort. Deze stadspoort was een stenen versterking, ingebouwd in de stadswal uit omstreeks 1370. De poort stond in het verlengde van de belangrijkste verkeersader van het oostelijke stadsdeel, de toenmalige Kerkstraat, tegenwoordig de Warmoesstraat. De poort bestond uit twee zware torens aan de stadszijde, een brug over de stadsgracht en een versterking aan de veldzijde. De beschermheilige van de stadspoort was Sint Olof. In 1425 verloor de poort haar functie door de nieuwe stadsuitbreiding. De grond ten noorden van de hoofdpoort werd verkocht waarna er huisjes werden gebouwd, waaronder de voorganger van Olofspoort 1. In 1618 is het poortgebouw afgebroken, maar de vroegere doorgang heet nog steeds Sint Olofspoort. Woonhuis Sint Olofspoort 1 Dit woonhuis is omstreeks 1605 gebouwd en wordt gerekend tot de Hollandse Renaissance. De trapgevel, natuurstenen blokjes boven de vensters en op de muurdammen daartussen, de vlakke vensterbogen en smalle geprofileerde waterlijsten zijn kenmerkend voor de bouwkunst van deze periode. Oorspronkelijk waren de vensters gevuld met kruiskozijnen Het huis is gebouwd ter plaatse van de voorpoort van de voormalige Sint Olofspoort. Ga de Zeedijk op. Links staat het huis Zeedijk 1. Zeedijk 1, Den ouden Aep Halverwege de zestiende eeuw had zeker de helft van de Amsterdamse huizen nog een houten gevel. De oorspronkelijke houten huizen, met een houtskelet en houten wanden, zijn verdwenen. Wel wordt in de oudste delen van de stad nog zeer regelmatig een houtskelet aangetroffen achter een jongere stenen gevel. Zeedijk 1 en Begijnhof 34 zijn de enige Amsterdamse voorbeelden van een woonhuis met houten gevels. Het dwarshuis Zeedijk 1, 'den ouden Aep', werd opgetrokken omstreeks 1546- 1550 en heeft een houten voorgevel. Bij houten huizen werd iedere verdieping vaak iets naar voren uitgebouwd om inwateren van het onderliggende geveldeel te voorkomen. Hier is dat 'oversteken' erg duidelijk: de verdiepingen komen tien duim naar voren (ongeveer 26 centimeter). Het houtskelet was bewerkt met een kroonlijstprofiel en op balken werd nog een rankenschildering aangetroffen. Op de bovenste verdieping zijn nog gekoppelde kruiskozijnen aanwezig. Omstreeks 1800 werd de oorspronkelijke verticale betimmering gewijzigd in een horizontale beplanking, op de verdieping verschenen schuiframen en het puntgeveltje maakte plaats voor de huidige gevellijst. De kelder werd vroeger als aparte woning verhuurd. Bijzonder aan dit gebouw is dat ze een inpandige hijsgelegenheid heeft. Daarnaast heeft het huis geen palenfundering omdat de grondslag van de zware zeedijk genoeg draagvermogen bood. 1 Vervolg uw weg over de Zeedijk. Even verderop ligt aan de rechterzijde de entree tot de Sint Olofskapel. Sint Olofskapel, Zeedijk 2a Tussen 1440 en 1450 werd tegen de Olofspoort de Sint-Olofskapel gebouwd op een gedempt stuk van de voormalige stadsgracht. De kapel behoort tot de oudste kerken van Amsterdam. De zaalkerk was oorspronkelijk vijftien meter lang en acht meter breed. De kapel werd aan het einde van de vijftiende eeuw verlengd, waarna er een Jeruzalemkapel aan werd toegevoegd. Jeruzalemkapellen waren in de vijftiende en zestiende eeuw ontmoetingsplaatsen voor pelgrims die de tocht naar Jeruzalem hadden ondernomen, de zogenaamde Jeruzalemvaarders. In de Amsterdamse Jeruzalemkapel heeft een kopie gestaan van het ‘Heilige Graf’ in Jeruzalem dat in de twaalfde eeuw opgericht werd boven de plaats waar volgens overleveringen Christus werd begraven. Na de Alteratie van 1578, waarin de katholieke stadsregering werd vervangen door een gereformeerde, werd de Sint Olofskapel, nu Oudezijds Kapel genaamd, een tijdje als koopmansbeurs gebruikt. Bij de vergroting van de kapel in 1644 werd de Jeruzalemkapel afgebroken en kreeg het gebouw zijn huidige vorm. De huidige driebeukige kerk heeft een bijna regelmatige plattegrond en is in een laatgotische stijl opgetrokken. Sint Olof Men heeft altijd gedacht dat de beschermheilige Sint Olof betrekking had op de Noorse patroonheilige Sint Olaf, de Vikingvorst die zich omstreeks het jaar 1000 tot het christendom bekeerde. Dat zou dan verwijzen naar de middeleeuwse handelscontacten met Scandinavië. Een andere verklaring is dat we te maken hebben met de Brabantse Sint Odulphus, de beschermheilige van dijken. Deze verklaring is geloofwaardiger aangezien de Sint Olofspoort en de Sint Olofskapel aan de Zeedijk hebben gelegen. De beroemde kaart van Cornelis Antoniszn, uit 1544, vermeldt de naam van de kapel ook als ‘S.Odefs’. De associatie met Sint Olaf dateert waarschijnlijk van halverwege de zeventiende eeuw, toen er sprake was van een Scandinavische immigratiegolf. U gaat verder over de Zeedijk en gaat de eerste gracht links op, de Oudezijds Kolk. Aan de Oudezijds Kolk staan meerdere pakhuizen uit verschillende perioden. Nr. 3 (D. Koorndrager, 1720), nr. 5 (Malaga, 1617), nr. 7 (Keulen), nr. 13 (De Blaeuwe Hoorn, 1720) en nr. 17 (omstreeks 1720) zijn allen pakhuizen met tuitgevels. Malaga, Oudezijds Kolk 5, een van de oudste pakhuizen in Amsterdam, heeft verticaal en horizontaal gekoppelde luiken. Aan het einde van de Oudezijds Kolk, op de hoek met de Geldersekade, staat de Schreierstoren. De Schreierstoren is omstreeks 1487 gebouwd en is de enige overgebleven verdedigingstoren van de middeleeuwse stadsmuur. Oorspronkelijk rees de toren op vanuit het water met net boven het 2 wateroppervlak schietgaten. In 1532 kreeg hij zijn huidige gedaante. De Schreierstoren heette oorspronkelijk de Schreyhoeckstoren. ’Schreyhoeck’ verwijst waarschijnlijk naar de scherpe hoek waar de Geldersekade en de Oudezijds Kolk samenkomen. De Schreierstoren is echter de geschiedenis ingegaan als de plek waar veel vrouwen schreiend hun geliefden hebben zien wegvaren. Hieraan heeft een fraaie gevelsteen bijgedragen die in de toren werd geplaatst. Ga rechtsaf de Geldersekade op tot de eerste brug over de Geldersekade, ter hoogte van de Stormsteeg, de Bantammerbrug. De Geldersekade De Geldersekade is de oude stadssingel waarlangs de stadsmuur uit de periode 1481-1494 lag. Deze stadsmuur was uit baksteen opgetrokken, op een natuurstenen voet na. In het begin van de zeventiende eeuw werd deze stadsmuur afgebroken, maar in de kademuur van de Geldersekade tussen de huisnummers 18 en 50 bevinden zich nog steeds stukken zandsteen van deze stadsmuur. De Geldersekade dankt haar naam aan de aangemeerde beurtschepen die op de Gelderse steden voeren nadat deze gracht binnen de nieuwe stadsmuren was komen te liggen. Bantammerbrug, Sint Nicolaastoren Het noordelijke hoofd van de Bantammerbrug heeft een uitwas. Dit is het restant van het veelhoekige stenen fundament van een rondeel uit 1550. In dat jaar werd de Sint Nicolaastoren gesloopt en vervangen door een rondeel, naar de toen modernste vestingbouwkundige opvattingen. Vervolg uw weg langs de Geldersekade tot de Waag op de Nieuwmarkt. OF Ga via een korte omweg door de Lastage naar de Waag. De alternatieve route leidt door het gebied dat bekend staat als de Lastage. Dit gebied was gelegen tussen het IJ en de zeedijk naar Muiden, de Sint-Antoniesdijk (de huidige Sint-Antoniesbreestraat) en stond bekend onder de naam ‘de Wael’. Deze natuurlijke haven was ontstaan door een dijkdoorbraak in 1380. Hier konden schepen veilig worden afgemeerd. In de loop van de vijftiende eeuw werden scheepswerven ontwikkeld op de omliggende terreinen en het gebied kreeg de naam Lastage, naar het balasten van schepen. Hier vonden scheepsbouw en herstelwerkzaamheden plaats, met de daarbij behorende industrie van touwslagerijen, pek en teerkokerijen, en de werkplaatsen van mastenmakers, zeilmakers, ankersmeden en dergelijke. Steek de Bantammerbrug over en ga rechtdoor de Binnen Bantammerstraat in. Aan het einde van deze straat maakt u een lichte bocht naar rechts. Vervolg uw weg over de Oude Waal naar de Montelbaanstoren, op de hoek met de Oude Schans. De Montelbaanstoren De Lastage was niet beschermd tegen aanvallen van buitenaf en vormde zelfs een probleem voor de verdedigbaarheid, doordat zij een belemmering vormde voor het schootsveld vanuit de stad. Voor de gehele stad was het bouwen buiten de stadswallen onderhevig aan beperkende bepalingen: er mocht geen permanente bebouwing plaatsvinden rondom de stadswallen. Dit belemmerde de ontwikkeling van de