POLITIEK EN SOCIALE MEDIA MANIPULATIE

Redactie: Richard Rogers en Sabine Niederer Politiek en sociale media manipulatie

Redactie: Richard Rogers en Sabine Niederer

Politiek en sociale media manipulatie, © Auteurs, 2020. Redactie: Richard Rogers en Sabine Niederer Digital Methods Initiative, Mediastudies, Universiteit van

Oorspronkelijke uitgave (Engelstalig): The Politics of Social Media Manipulation, © Auteurs, 2019. Vertaling: Linguist Link Europe. Omslagontwerp: Federica Bardelli Visualisaties en opmaak binnenwerk: Federica Bardelli, Gabriele Colombo en Carlo De Gaetano

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het onderzoek berust bij de auteurs. De inhoud vormt niet per definitie een weergave van het standpunt van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

1

Inhoudsopgave

Samenvatting: Politiek en sociale media manipulatie 3

1. Politiek en sociale media manipulatie 14 Richard Rogers en Sabine Niederer

2. Junknieuws op Facebook tijdens de Nederlandse verkiezingen in 2019 48 Stijn Peeters en Richard Rogers

3. Junknieuws in zoekmachines: een onderzoek naar de gevoeligheid van Google voor politiek sterk gekleurde bronnen tijdens de Nederlandse verkiezingen 70 Guillén Torres en Richard Rogers

4. Twitter, junknieuws en trol-achtige gebruikers tijdens de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese verkiezingen 91 Sabine Niederer en Maarten Groen

5. De aanwezigheid van ‘junk’ op het Nederlandse politieke Instagram: junknieuws, nepvolgers en kunstmatige versterking 112 Gabriele Colombo en Carlo De Gaetano

6. Nederlands junknieuws op Reddit en 4chan/pol/ 130 Sal Hagen en Emilija Jokubauskaite

7. Nepnieuws en de Nederlandse politieke debatarena op YouTube 171 Marc Tuters

8. Conclusies: mainstream onder vuur 188 Richard Rogers en Sabine Niederer

Literatuur 199

2

Politiek en sociale media manipulatie

Samenvatting

Van desinformatie en nepnieuws naar het bredere begrip junknieuws Desinformatie en nepnieuws zijn hedendaagse fenomenen met een rijke historie. Desinformatie, of de opzettelijke introductie van foutieve informatie met het doel schade te berokkenen, kent verschillende recentelijke en historische voorbeelden van met name buitenlandse inmenging in nationale mediasystemen met als doel om verdeeldheid te zaaien. In de jaren 80 verspreidde de Russische campagne ‘Operation Infektion’ het gerucht dat het HIV-virus zou voortkomen uit lab-experimenten met biochemische wapens in de Verenigde Staten. Het verhaal werd opgepikt door gerenommeerde nieuwsmedia en zelfs in het avondjournaal uitgezonden.

Tegenwoordig omvatten nationale medialandschappen ook globale sociale mediaplatforms zoals Twitter en Facebook. In 2018 werd bekend dat een trollenfabriek in Sint-Petersburg met de naam ‘Internet Research Agency’ actief desinformatie verspreidde over de MH17 ramp op sociale media. Waar een dataset met de twitterberichten (‘tweets’) die vanuit deze trollenfabriek werden verzonden destijds werd vrijgegeven om onderzoek te doen naar mogelijke inmenging in de Amerikaanse verkiezingen, bleken de trollen juist het actiefst te zijn geweest op de dag van en de twee dagen na het neerhalen van MH17, overigens hoofdzakelijk in het Russisch en slechts marginaal in het Nederlands (Noorda en van de Ven, 2019).

Nepnieuws, ofwel gefingeerde verhalen in de gedaante van een nieuwsbericht, zien we door de jaren heen telkens verschijnen bij de introductie van nieuwe mediatechnologieën in de journalistiek, zoals bij de ‘broadsheet’ kranten van eeuwen geleden tot meer recentelijk in de ‘blogosphere’. De term nepnieuws kennen we ook als aantijging, waarbij nieuwsorganisaties wordt verweten nep -‘fake news’- of zelfs leugenachtig te zijn- ‘der Lügenpresse’. Dit gebruik van de term nepnieuws kent een duistere geschiedenis die in de literatuur vooral wordt geassocieerd met autoritaire regimes of met populistische aanvallen op zogenaamde ‘elite media’.

Vandaag de dag spelen sociale media platforms een belangrijke rol bij zowel desinformatie als bij nepnieuws in beide betekenissen. Zoals besproken in theoretisch en empirisch onderzoek naar dit onderwerp, hebben sociale media de inmenging van buitenlandse desinformatie-operaties in nationale medialandschappen mogelijk gemaakt. Daarnaast hebben deze platforms de wijdverbreide circulatie van gefingeerde content gefaciliteerd, en bovendien ruimte geboden aan tendentieuze nieuwscommentatoren -veelal met een omvangrijk publiek- die de mainstream media als nepnieuws bestempelen.

Wereldwijd worden desinformatie en nepnieuws vooral gezamenlijk bestudeerd, maar het is relevant om deze fenomenen ook apart te bezien. Zoals in eerder onderzoek beschreven is in Nederland vrijwel geen bewijs voor buitenlandse desinformatie te vinden en zijn voorbeelden van Nederlandse spelers die Russische desinformatie-tactieken toepassen ook maar zelden gedocumenteerd. In tegenstelling tot de situatie in de VS, waar het meeste onderzoek naar verricht is, is er in Nederland ook geen sprake van de opkomst van namaak-nieuwsorganisaties 3 of ‘fake’ actiegroepen die doen alsof zij sociale groepen of doelen representeren. Sterker nog, wanneer men nauwe definities hanteert van desinformatie en nepnieuws is er nauwelijks zoiets te vinden in Nederland.

Maar definities van nepnieuws en met name het aanpalende ‘junknieuws’ worden vaak juist verruimd, en omvatten dan naast desinformatie ook complottheorie, clickbait, alsmede extremistische, sensationalistische, tendentieuze en politiek sterk gekleurde (‘hyperpartisan’) bronnen en verhalen. Daarnaast kennen sociale media het probleem van de ‘artificiële amplificatie’, waarbij accounts en content door middel van nep-volgers en -likes populairder lijken dan ze in werkelijkheid zijn en daarmee symbolische macht verwerven. Toen het beroemde artikel van Buzzfeed News in oktober 2016 vaststelde dat in de VS in de aanloop naar de presidentiële verkiezingen nepnieuws het beter deed dan mainstream nieuws op Facebook, omvatte de definitie waarop de studie gebaseerd was ook clickbait en politiek sterk gekleurde bronnen. Wanneer we met die ruimere blik naar de situatie in Nederland kijken, treffen we wel degelijk junknieuws aan.

Eerdere studies hebben geconcludeerd dat Nederlanders grootverbruikers zijn van clickbait en zogenaamde junk content. Daarnaast is er sprake van een aantal zeer populaire tendentieuze en nieuws-achtige bronnen, vooral aan de rechterzijde van het politieke spectrum. Tenslotte zijn er al incidenten gerapporteerd met nep-volgers en -fans van Nederlandse politici en muzikanten. Uit onderzoek blijkt dat clickbait meer gelezen wordt dan mainstream nieuws, maar er is dan ook meer van in absolute aantallen. Nieuws aangeboden door commerciële en publieke partijen wordt nog altijd in grotere getalen genoemd, geliket en gedeeld dan tendentieuze bronnen, hoewel bronnen uit die laatste categorie zeker rondom verkiezingen veel circuleren. Het kunstmatig opvijzelen van online impact kan op korte termijn iemands imago een boost geven maar leidt tot mini-schandalen wanneer nepvolgers worden ontmaskerd door nieuwe online detectietools en datajournalistiek.

Of junknieuwsbronnen hun lezers ook overtuigen wordt in toenemende mate onderzocht. Waar een eerste lichting onderzoekers zich vooral richtte op de productie en verspreiding van desinformatie, richt een tweede golf zich vooral op de effecten ervan. Gezien de ‘verhardende houding’ van het publiek rijst de vraag of de invloed van desinformatie en junknieuws ooit groter dan marginaal zal zijn.

In dat opzicht is de opkomst van extreme content (waaronder ‘extreme clickbait’) die wordt gecirculeerd op sociale media er een die bijzondere aandacht en zorg vergt, met oproepen tot regulering van deze platforms tot gevolg. Een ander aandachtspunt is het mainstreamen van twijfel en wantrouwen jegens publieke instellingen en de media, dat gelijk opgaat met de opkomst van ‘alternatieve feiten’ en de infrastructuren die daaraan ten grondslag liggen. Dit wordt ook de ‘post-truth conditie’ genoemd, waar feiten in twijfel worden getrokken en ge- factchecked en parallel aan de mainstream nieuwsmedia een concurrerende media-ecologie wordt opgebouwd. Neemt de autoriteit van mainstream nieuws en kennisinstellingen af nu die concurrerende media-ecologie in toenemende mate wordt gedeeld en geliket? Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat in de VS vooral oudere nieuwsconsumenten een gewillig publiek vormen voor dergelijke bronnen en daar ook nog eens relatief veel gebruik van maken. 4

Het consumeren en delen van nepnieuws is ook het aandachtsgebied van initiatieven ter bevordering van mediawijsheid, middels quizzen, serious games en publieke campagnes. Door verhoogde bewustwording, vooral rond de verkiezingen, kan een al te grote impact van desinformatie en dubieuze content worden afgewend, zo is de gedachte. Vrijwillige en professionele fact-check initiatieven worden in de literatuur ook besproken, net als het (al dan niet automatisch) labelen van sociale media content die op juistheid gecontroleerd zou moeten worden. De vraag die hierbij vaker wordt gesteld is of het volume van junk content op deze platforms niet veel groter is dan de beschikbare capaciteit om het te reviewen. En daaraan gerelateerd is het de vraag wie de reviewers controleert.

Tenslotte worden er in de literatuur volop zorgen geuit over de beperkte toegankelijkheid tot de data van sociale media, ook bekend als de ‘locked platforms’ discussie. Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op de mate waarin desinformatie en nepnieuws in al hun verschijningsvormen online nog altijd floreren. De vraag is dan of er voldoende capaciteit is om deze te monitoren zodat het algemeen gebruik van die bronnen kan worden gemeten, de overtuigingskracht kan worden vastgesteld en de bredere maatschappelijke implicaties kunnen worden gewogen.

Bevindingen in het kort Deze studie bestaat uit een reeks empirische casussen omtrent het engagement met nep/junknieuws (in de rest van deze samenvatting kortweg aangeduid als junknieuws), evenals politiek sterk gekleurde (‘hyperpartisan’) en tendentieuze bronnen, in Nederlandse politieke arena’s op sociale media tijdens twee verkiezingen in 2019. Deze arena’s zijn afgebakend middels zoekopdrachten naar sociale kwesties en de namen van de politici en politieke partijen. Sommige van deze kwesties zijn gerelateerd aan de verkiezingen (zoals EU) en andere zijn controversiëler van aard (zoals Zwarte Piet). Hier zijn de bevindingen samengevat, conclusies per platform kort beschreven, en tenslotte in perspectief geplaatst met een bespreking van de beleidsaanbevelingen.

Vraag: In hoeverre resoneren desinformatie en zogenaamd junknieuws in de online politieke arena’s op sociale media, voor en tijdens de Provinciale Statenverkiezingen en Europese Parlementsverkiezingen van 2019 in Nederland?

1) Wij hebben geen buitenlandse desinformatiecampagne of nep-actiegroepen gevonden, rond de Provinciale Staten- en Europese parlementsverkiezingen van 2019. 2) Mainstream nieuws wordt op alle platforms meer gecirculeerd en verkrijgt meer gebruikersinteractie dan junknieuws, maar dit geldt niet voor alle specifieke kwesties in alle periodes (8 februari – 25 maart 2019, 26 april - 24 mei 2019 of langere perioden). 3) Zwarte Piet en MH17 hebben aanzienlijke hoeveelheden tendentieus en junknieuws en zijn doorlopend actief (niet aan een periode gebonden). 4) Met betrekking tot sociale mediamanipulatie, zijn trol-achtige gebruikersaccounts actief omtrent meerdere politieke kwesties (op Twitter). We vermoeden ook artificiële versterking (nepvolgers op Instagram).

5

5) Er is een opkomende tendentieuze en polariserende mediasfeer, die concurreert met de mainstream, in de zin dat ze niet alleen door trol-achtige sociale mediagebruikers maar ook door reguliere sociale mediagebruikers worden verspreid. 6) Facebook heeft relatief de grootste hoeveelheid junknieuws vergeleken met de andere platforms, gevolgd door Twitter. YouTube is een belangrijke rechtse debat-arena voor ‘nepnieuws’ als maatschappelijke kwestie. 7) Nederlandse posts op 4chan en Reddit refereren aanzienlijk minder aan junknieuws dan aan mainstream nieuws. 4chan is een incubator voor uiterst rechtse activiteit in Nederland, middels het verwijzen naar polariserende YouTube video’s.

Beknopte conclusies per platform

Facebook: een vruchtbare bodem voor junknieuws De studie van Facebook is inhoudelijk gebaseerd op (data-)journalistiek van Buzzfeed News en NRC Handelsblad, maar waar Buzzfeed opzettelijke desinformatie heeft aangetroffen in hun studie in de Verenigde Staten komt in onze data gericht op Nederland geen desinformatie voor. Het onderzoek bevestigt wel de reputatie van Facebook als vruchtbare bodem voor junknieuws in vergelijking met andere platforms en toont aan dat ondanks de initiatieven die het platform heeft genomen om dergelijke content te weren, deze nog steeds op het platform circuleert. Sterker nog, waar de NRC concludeerde dat ‘hoogstens tien procent’ (Kist & Zantingh, 2017) van de nieuwsconsumptie politiek sterk gekleurde en tendentieuze content betreft, zien wij in onze analyse (die iets meer dan een jaar later plaatsvond) dat dit aandeel is gestegen tot 25%.

Alhoewel een deel van het verschil in bevindingen kan worden toegeschreven aan verschillen in de criteria voor het categoriseren van de content, is te concluderen dat zelfs als junknieuws in de minderheid is, het zeker niet marginaal is. Junknieuws neemt toe in het Nederlandse medialandschap en wordt soms net zoveel gedeeld en geliket als mainstream nieuws. Het verdient aanbeveling om dergelijke interactie (ook wel aangeduid met de term ‘engagement’) met junknieuws nader te analyseren om te zien wat dit in de praktijk betekent. Interactie met een bepaald artikel -bijvoorbeeld door het artikel te delen- betekent niet per definitie dat die gebruiker de inhoud van het artikel steunt. Nu we zien dat junknieuws een belangrijke factor is op Facebook, is het van belang de motivatie van het deelgedrag beter te doorgronden om te kunnen vaststellen welke rol het speelt in het politieke debat.

Terwijl Facebook een stevige onderstroom kent van junknieuws waarbinnen sterk politiek gekleurd nieuws en een aantal complotwebsites circuleren, is er geen reden om aan te nemen dat junknieuws een grote rol heeft gespeeld in het nieuws over de verkiezingen in Nederland in 2019, zoals dit tijdens de aanloop van de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 in de Verenigde Staten wel het geval was. Onze studie toont aan dat er geen onmiddellijke aanleiding is voor zorgen over de rol van desinformatie bij Nederlandse verkiezingen, maar dat junknieuws wel een groeiende factor is die kritisch moet worden gevolgd.

Google Web Search: zoekopdrachten in spreektaal resulteren in junknieuws De Google zoekmachine-studie draait om het lokaliseren van nep/junknieuws in de eerste twintig Google.nl zoekresultaten voor zoekopdrachten die te maken hebben met Nederlandse 6 politieke partijen en hun belangrijkste kwesties tijdens de provinciale staten- en Europese parlementsverkiezingen van 2019. De zoekopdrachten zijn geformuleerd door de namen van de politieke partijen te combineren met sleutelwoorden voor bepaalde kwesties. Hierbij is gekozen om zowel ‘officiële taal’ te verzamelen uit de partijprogramma’s, als ‘spreektaal’ uit de reactievelden op de Facebookpagina’s van de verschillende partijen rond de Provinciale Statenverkiezingen, om deze ook onderling met elkaar te kunnen vergelijken. Onze resultaten tonen aan dat de junknieuwswebsites die aanwezig zijn in de Google.nl zoekresultaten voor politieke zoekopdrachten vrijwel uitsluitend politiek sterk gekleurde (hyperpartisan) bronnen betreffen, en niet zozeer bronnen die desinformatie, complottheorie of clickbait verspreiden. Er zijn geen nep-actiegroepen of buitenlandse desinformatiebronnen gevonden.

Zoekopdrachten naar kwesties in combinatie met de namen van centrum-rechtse en rechtse partijen resulteren in meerdere mate in junknieuwsbronnen dan zoekopdrachten waarin centrum-links of linkse partijen genoemd worden. Op google.nl is er een aanzienlijke kans dat een zoekopdracht met naam van een rechtse partij en hun kwesties leidt tot junknieuws in de top zoekresultaten. Een andere bevinding is dat de aanwezigheid van junknieuws in de zoekresultaten niet stabiel is, maar varieert door de tijd heen. Voor de Provinciale Statenverkiezingen zien we meer junknieuws in de topresultaten tijdens de dagen voorafgaand aan de verkiezingen, om tijdens de verkiezingen en direct daarna van de radar te verdwijnen (zoals duidelijk te zien rond de kwestie migratie). Bij de EU-verkiezingen is het effect precies tegenovergesteld, en zijn junk nieuwsbronnen vooral prominent aanwezig in de top- zoekresultaten op de dag na de verkiezingen.

Wanneer we de resultaten van de twee soorten zoekopdrachten (resp. gebaseerd op officiële taal uit partijprogramma’s en spreektaal uit Facebook commentaren) met elkaar vergelijken, zien we dat een zoekopdracht die is geformuleerd in spreektaal leidt tot een hoger percentage junknieuws in de resultaten, bijvoorbeeld waar het gaat om migratie. In andere woorden: spreektaal leidt tot gekleurder nieuws in de resultaten dan ‘officiële’ partijprogramma-taal.

Twitter: junknieuws en trol-activiteit rond polariserende kwesties In de Twitter-studie hebben we gekeken naar de aanwezigheid van junknieuws, tendentieus nieuws en trol-achtige activiteit tijdens de campagneperiodes van de Provinciale Statenverkiezingen en Europese Parlementsverkiezingen in Nederland in 2019. Tijdens de Provinciale Statenverkiezingen is trol-achtige activiteit aangetroffen rond zowel politieke thema’s (zoals de verkiezingen zelf en de partijleiders) als polariserende kwesties zoals MH17, Zwarte Piet en de aanslag in Utrecht. Trol-achtige activiteit verwijst naar een aantal indicatoren in twittergedrag, waarvan de belangrijkste een opvallend hoog aantal tweets in een heel korte periode is. Uit de analyse blijkt dat veertien trol-achtige twittergebruikers rond al deze thema’s actief waren, en maar liefst 29 waren actief rond vier van de vijf thema’s. Vier van deze trol- achtige twitterprofielen waren nog altijd (of wederom) actief tijdens de Europese verkiezingen. Deze trol-achtige gebruikersprofielen verspreidden vooral sterk politiek gekleurde en tendentieuze bronnen, gevolgd door complotwebsites.

Rond polariserende kwesties is in beide campagneperiodes activiteit waargenomen waarin junknieuws een aanzienlijke rol speelt. Tijdens de Provinciale Staten campagneperiode waren de 7 kwesties Zwarte Piet en MH17 actief, ook al vindt het Sinterklaasfeest in december plaats en was er in die periode geen MH17 herdenking. Tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen worden door trol-achtige gebruikers het meest verspreid, gevolgd door complottheorie-bronnen die vooral rond tragedies (MH17 en Utrecht) circuleren. De pro-Russische site novini.nl, die op verhaalniveau laveert tussen sterk politiek gekleurd, complottheorie en desinformatie, is door trol-achtige gebruikers rond alle kwesties gedeeld, in het bijzonder rond MH17 en slechts marginaal rond de politieke leiders. Tijdens de Europese Verkiezingsperiode was op verschillende momenten junknieuws zelfs prominenter aanwezig dan mainstream nieuws rond de polariserende onderwerpen Zwarte Piet en MH17. Belangrijk hierbij aan te merken is dat dit vooral is veroorzaakt door een afname van mainstream media-aandacht voor deze onderwerpen in deze periodes, terwijl junknieuws-aandacht actief blijft en daar de polarisatie voedt.

Gebaseerd op deze resultaten lijkt de Nederlandse Twittersfeer geen algemeen desinformatie- probleem te hebben, al zijn er trol-achtige gebruikers actief die bepaalde stemmen en bronnen kracht bijzetten. Hoewel we geen professionele of grootschalige trollencampagne hebben aangetroffen, is er wel trol-achtige activiteit gesignaleerd die zich uitstrekte over meerdere kwesties. Deze trol-achtige activiteit is afkomstig van verschillende soorten gebruikersprofielen, zowel in de vorm van geautomatiseerde ‘bots’ als van schijnbaar semi-geautomatiseerde profielen die een combinatie tonen van automatisch retweeten en het posten van originele content. Rond polariserende thema’s blijft de activiteit in junknieuws en tendentieuze nieuwsbronnen stabiel (hoe marginaal ook) in beide onderzoeksperioden, hetgeen suggereert dat deze kwesties in junknieuws het gehele jaar leven en niet alleen in het verwachte seizoen (november/december voor Zwarte Piet en juli voor MH17).

Instagram: rechtse mediasfeer en tekenen van artificiële amplificatie De Instagramstudie onderzoekt vanuit drie invalshoeken de aanwezigheid (en afwezigheid) van junknieuws: op postniveau, kijkend naar de circulatie van junknieuws in politieke arena’s, op bronniveau door de volgers te vergelijken van Nederlandse politieke partijen en politiek leiders met die van junknieuwsbronnen, en op activiteitsniveau, middels de detectie van kunstmatige versterking (‘artificial amplification’), zoals nepvolgers van politieke partijen en leiders. In het algemeen troffen wij op Instagram een ‘gezonde’ politieke arena aan met slechts een klein aantal voorbeelden van junknieuws en artificiële amplificatie. De overgrote meerderheid van de meest ‘gelikete’ content in de Nederlandse politieke arena betreft geen junknieuws, al zien we rond rechtse politici en een aantal kwesties wel een kleine hoeveelheid politiek sterk gekleurde en tendentieuze content. Voor het publiek van de politieke partijen en leiders was ook op Instagram in beide periodes mainstream nieuws prominenter aanwezig dan junknieuws. Kijkend naar gebruikers van het platform die actief zijn geweest rond politieke partijen en leiders, zien wij een schijnbaar authentiek publiek met vrijwel geen tekenen van artificiële activiteit.

Binnen een in het algemeen relatief gezonde politieke arena over vrijwel het gehele politieke spectrum, is er alleen bij uiterst rechts enige verdachte activiteit waargenomen. Zo zien we rond politieke entiteiten aan de rechterzijde van het politieke spectrum meer circulatie van junknieuwsbronnen. Daarnaast zien we alleen bij deze entiteiten enige signalen van kunstmatige activiteit. Ook wanneer we kijken naar volgers zien we dat de politieke partijen en politici aan de rechterzijde van het politieke spectrum een uniek volgers-signatuur hebben. Zij zijn ook kijkend 8 naar co-volgers (dit zijn volgers die zowel een nieuwsbron als een politieke partij of leider volgen) relatief nauwer verbonden met junknieuws en politiek sterk gekleurde nieuwsbronnen dan partijen en politici elders op het politieke spectrum. De kunstmatige activiteit die we hier aantreffen is in lijn met het schandaal in 2015, wanneer na verwijdering van nepvolgers op Twitter bleek dat ook in de Nederlandse politiek van dergelijke kunstmatige versterkingstechnieken gebruik was gemaakt.

Reddit en 4chan: YouTube video’s als nieuwsbron dragen bij aan polarisatie Hoewel Reddit en 4chan vaak worden beschreven als alternatieve zones op het web, laten de resultaten van onze studie van deze platforms geen groot aandeel van alternatieve nieuwsnetwerken zien die desinformatie verspreiden binnen deze platforms in de Nederlandse context. Naast een paar voorbeelden waarin de pro-Russische site novini.nl een rol speelt en verdachte activiteiten vanuit één Reddit account, zien we hier geen gecoördineerde campagnes van kwaadwillende gebruikers die links posten naar desinformatie. Er is zeker junk content te vinden, maar vergeleken met de algehele activiteit blijft het aandeel daarvan marginaal. Met name Reddit lijkt goed weerbaar tegen de circulatie van desinformatie.

Wat wel uit het onderzoek naar voren komt zijn de verschillende typen junknieuws van politiek sterk gekleurde aard, die met name op 4chan/pol/ zijn aangetroffen. Dit zijn hoofdzakelijk links naar tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen als The Post Online en De Dagelijkse Standaard, maar ook complotwebsite NineForNews. Deze rechtse bias was te verwachten op 4chan/pol/ dat bekend staat als uiterst-rechtse hub, maar voor Reddit lag het minder voor de hand omdat we daar een politiek diverse set subReddits als startpunt hebben genomen. Hoewel het niet om overduidelijk ‘neppe’ content gaat, treffen we op sommige subreddits wel polariserende content aan. De artikelen die de meeste gebruikersinteractie vertonen gaan dan ook vaker over onderwerpen als migratie en de Islam dan over geopolitieke events als Russische inmenging of MH17.

Desalniettemin blijft het vooral populair om te linken naar gevestigde nieuwsbronnen als NOS.nl, op zowel 4chan/pol/ als Reddit. Dit gaat tegen de verwachtingen in, gezien het “fringe” karakter dat vaak wordt toegeschreven aan deze platforms en hun anonieme gebruikers waarbij ook het verwijzen naar marginale of alternatieve kennisbronnen kan worden verwacht. Onze bevindingen weerleggen deze aannames echter en laten zien dat mainstream bronnen minstens enige autoriteit genieten op deze online platforms. Belangrijk hierbij op te merken is dat wij niet hebben onderzocht hoe de mainstream websites zijn besproken. Zo kunnen we verwachten dat NOS.nl op Reddit wordt behandeld als een betrouwbare bron, terwijl deze op 4chan/pol/ wellicht enkel wordt geridiculiseerd of zelfs bestempeld als “nepnieuws”.

Tenslotte is het belangrijk om reguliere nieuwsbronnen niet te beschouwen als de enige bron van nieuwsvoorziening op het web. Zo hebben we kunnen vaststellen dat YouTube is uitgegroeid tot een bijzonder grote speler in nieuwsconsumptie en -circulatie, met name op 4chan/pol/. Op Reddit vormen “News & Politics” video’s op YouTube de op één na belangrijkste bron, terwijl ze op 4chan/pol/ alle andere nieuwsbronnen achter zich laten. Uit een kleine verkennende studie van de YouTube kanalen die kunnen worden aangetroffen op beide platforms blijkt dat de Nederlandse Reddit vooral naar gevestigde bronnen verwijst, zoals PowNed, Zondag met 9

Lubach en NOS, terwijl op 4chan/pol/ juist aan alternatieve, buitenlandse en politiek sterk gekleurde informatiekanalen wordt gerefereerd zoals aan Mike Cernovich en RT. Niet- Nederlandse YouTube content zou daarom een polariserende of zelfs radicaliserende werking kunnen hebben op de kleine groep Nederlandse gebruikers van dit platform.

Beleidsthema’s: nepnieuws als morele paniek en de bedreiging van de mainstream In de academische literatuur houdt een kleine maar groeiende groep wetenschappers zich bezig met de vraag hoe nepnieuws kan worden beschouwd als een morele paniek (Morozov, 2017; Hirst, 2017). Die term verwijst naar momenten in de geschiedenis wanneer “weldenkende mensen” (in de klassieker van Stanley Cohen gedefinieerd als “editors, bishops and politicians”) een maatschappelijke conditie waarnemen die een plotseling verval van maatschappelijke standaarden en waarden veroorzaakt (1972). Wanneer nepnieuws door die lens van een morele paniek wordt beschouwd, rijst de zorg dat de traditionele journalistiek als steunpilaar van de democratie thans wordt uitgehold door sociale media en daar vervangen door clickbait van lage kwaliteit en politiek sterk gekleurde commentaren, die op zo’n wijze worden verpakt dat de consumptie ervan doet denken aan die van ongezond junkfood (vandaar de term: junknieuws). De algehele gezondheid van de media als sociaal weefsel staat op het spel, omdat burgers die sociale media gebruiken als bron van politieke informatie worden benadeeld in de mogelijkheden om een oordeel te vormen over sociale kwesties en politiek in algemenere zin (Carlson, 2018).

Een tweede subset in de literatuur beschrijft hoe de media-aandacht voor nep- of junknieuws, en in het bijzonder de relatie daarvan met de groei van een uiterst-rechtse media-ecologie, hier juist ‘zuurstof’ aan geeft (Phillips, 2018). Philips roept op om te stoppen met aandacht geven aan het maar al te fascinerende subculturele milieu waarin op het moment vooral extreemrechts zichzelf cultiveert, en juist aandacht te schenken aan de slachtoffers van deze praktijken. Er zijn voorbeelden van politici die extremistische of polariserende content circuleren, juist omdat ze het sterk verwerpen en openlijk willen bekritiseren, en daarmee toch die materialen ook zuurstof geven. Door het te delen dragen zij onbedoeld bij aan de circulatie van het extreme materiaal en wellicht zelfs aan de normalisering ervan. In lijn van deze literatuur, bevatten de beleidsaanbevelingen aandacht voor het identificeren van en reageren op de bedreiging van de mainstream, zowel vanuit sociale media platforms als de journalistieke praktijk, online content creatie en politiek leiderschap.

Uit onze studie blijkt dat er bepaalde platforms en onderwerpen zijn waar de bedreiging van de mainstream acuter lijkt dan bij andere platforms en onderwerpen het geval is. Hoewel het geen platform is waarop Nederlandse junknieuwsbronnen worden verspreid, is de Nederlandse 4chan een incubator van extremistisch sentiment, vooral waar het gaat om antisemitisme en anti- immigratie. De polariserende content is daarbij veelal afkomstig van YouTube. Andere platforms zijn om andere redenen problematisch. Nederlandse politieke arena’s op Facebook en Twitter, die je kunt afbakenen met zoekopdrachten naar politici, politieke partijen en maatschappelijke kwesties, hebben de grootste hoeveelheden junknieuws, maar het engagement met die bronnen is op die platforms nog altijd lager dan de algemene consumptie van mainstream nieuws. Binnen het junknieuws zijn politiek sterk gekleurde bronnen populairder dan desinformatie, complottheorie of clickbait. Voor polariserende onderwerpen zoals klimaatverandering, MH17 en Zwarte Piet behalen verhalen van dergelijke junknieuwsbronnen soms meer engagement dan 10 verhalen uit de mainstream pers, omdat de aandacht in die junknieuwsbronnen stabiel blijft in tegenstelling tot het mainstream nieuws.

Op Twitter bijvoorbeeld, presteerde tijdens de verkiezingscampagne voor het Europese Parlement een pro-Nexit verhaal in De Dagelijkse Standaard over het uit de EU treden van Nederland, beter dan een artikel over datzelfde onderwerp in NRC Handelsblad. Ook zijn er sporen van een gepolariseerde media ecologie te vinden. Op YouTube is een alternatieve (rechtse) mediasfeer ontstaan, waarin extreme YouTubers (‘micro-celebrities’) de scepter zwaaien. Instagram heeft ook een rechtse mediasfeer, die in de analyse gedetecteerd kon worden door gedeelde volgers van rechtse politici en sterk politiek gekleurde mediabronnen. Deze zijn vooral te typeren als ‘alt lite’, dat wil zeggen anti-establishment en anti-politieke correctheid, met content die ook als counter-jihadist en anti-Islam gezien kan worden. Er zijn geen linkse equivalenten hiervan gevonden.

Om onderzoek te kunnen doen naar polarisatie, opruiing rond maatschappelijke kwesties en de publicatie, verspreiding of consumptie van extremistisch materiaal, is toegang nodig tot data van sociale mediaplatforms. Dergelijke platformdata moet beschikbaar worden gemaakt aan onderzoekers en waakhond-organisaties, zowel middels API’s als in publieke onderzoeksarchieven, waarin ook verwijderde materialen beschikbaar zouden moeten zijn evenals metadata omtrent de verwijdering.

Aanbevelingen In tegenstelling tot de situatie in andere landen tijdens de Europese parlementsverkiezingen, is in onze studie geen buitenlandse desinformatie gevonden maar wel zogenaamd junknieuws, met name rond bepaalde kwesties, zoals Zwarte Piet, MH17, het klimaat en de Europese Unie (Peel, 2019). Ook bij het onderwerp nepnieuws, hier bestudeerd als maatschappelijke kwestie, was dit het geval. Hoewel er een flinke hoeveelheid junknieuws werd aangetroffen, deed deze het in het algemeen niet beter dan mainstream nieuws. De grootste hoeveelheden junknieuws circuleerden niet rond algemene thema’s zoals politieke partijen en politieke leiders, maar juist rond specifieke en polariserende kwesties. Activiteit op sociale media rond deze kwesties vertoonde in sommige gevallen een duidelijke piek tijdens de verkiezingen of bleef constant gedurende de gehele periode. Hiermee is de vraag niet langer alleen of er junknieuws aanwezig is rond de verkiezingen, maar ook wanneer junknieuws zich manifesteert en voor hoe lang.

De onderstaande beleidsaanbevelingen zijn dan ook toegespitst op deze meer specifieke kijk op het fenomeen junknieuws. In plaats van een algemene aanpak doen wij aanbevelingen die zich richten op het herkennen en monitoren van polarisering van het medialandschap, een breed maatschappelijk debat omtrent junknieuws toespitsen op polariserende kwesties in plaats van desinformatie in algemene zin, trainingen ontwikkelen voor beroepsgroepen die zich bezighouden met het produceren van content, en het mogelijk maken van onderzoek en mediamonitoring met (thans ontoegankelijke) sociale mediadata. Met deze aanbevelingen richten wij ons tot beleidsmakers, Ngo’s, waakhonden, onderzoekers, journalisten, mediaproducenten en partijen in het maatschappelijk middenveld, die zich bezighouden met de bestrijding of bestudering van desinformatie. Daarnaast zien wij een belangrijke rol voor de sociale media

11 platforms zelf bij het ontsluiten van hun data ten behoeve van onderzoek, monitoring en archivering.

1) Mediamonitoring van polarisatie, ofwel het monitoren van de groei en het mainstreamen van polariserende media met extreme content.

Sociale mediaplatforms zetten software, gebruikers en content-reviewers in om extreme content te herkennen. Door platforms wordt steeds meer van dergelijke content verwijderd. Maar historisch bezien hebben sociale mediabedrijven wisselend aandacht besteed aan content moderatie en is ook de definitie van extreme content niet stabiel gebleken. Daarmee blijft het wenselijk om onafhankelijke monitoring te organiseren. Hier zien wij een rol weggelegd voor academisch onderzoekers, non-gouvernementele organisaties, overheidsdiensten op het gebied van extremisme en polarisatie, en media-waakhonden. Een training voor media monitoring zou door partijen in het maatschappelijk middenveld kunnen worden opgezet.

2) Mediawijsheid-training voor professionele content makers -van journalisten tot digitale media producenten- zowel op het gebied van online bronkritiek als het omgaan met polariserende content online.

Nederland kent mediawijsheid-programma’s, bijvoorbeeld gericht op senioren of op schoolkinderen (en via hen, hun ouders). Deze aanbeveling richt zich echter expliciet op het ontwikkelen van een mediawijsheid-training voor professionele content-makers zoals journalisten en redacteurs. Dit zou kunnen worden opgezet binnen bestaande of nieuwe mediawijsheid-programma’s, met betrokkenheid van inhoudelijk experts op het gebied van journalistiek, digitale mediaproductie en digitale geletterdheid, en gericht op een combinatie van bronkritiek en het omgaan met polariserende content online (zie ook aanbeveling 3). Een dergelijk programma is ook relevant voor docenten in hoger en wetenschappelijk onderwijs, beleidsmakers, en het maatschappelijk middenveld.

3) Geen zuurstof geven aan extremistische en polariserende content.

In onze studie zien wij hoe tendentieuze nieuwsmedia ruimschoots circuleren tijdens verkiezingen en daarbuiten. De artikelen van deze bronnen worden gedeeld en geliket door trol- achtige gebruikers maar ook door reguliere nieuwsconsumenten, zoals te zien op Twitter tijdens de Provinciale Statenverkiezingen. In mindere mate delen en liken trol-achtige accounts en reguliere nieuwsconsumenten ook discriminerende, antisemitische, misogynische en xenofobische content.

Het is van belang om tendentieuze en extremistische media niet aan elkaar gelijk te stellen, ook niet wanneer zij dezelfde standpunten presenteren. Dat tendentieuze media in opkomst zijn en mainstreamen betekent niet dat evenveel gewicht moet worden toegekend aan extremistische media. De aanbeveling is om geen zuurstof (als in: aandacht) te geven aan extremistische media – en daarmee hun content dus niet te delen, liken, reageren, becommentariëren, retweeten, of (video-)debatteren. Iedere vorm van het delen van extreemrechtse content betekent het vergroten van diens zichtbaarheid, en levert wellicht zelfs een bijdrage aan het normaliseren 12 daarvan. Deze aanbeveling gaat uiteraard op voor publieke omroepen, maar ook voor commerciële mediaorganisaties en tendentieuze nieuwsmedia. In plaats van journalistieke aandacht te besteden aan extreemrechtse subculturen zelf, kan men de blik beter vestigen op de slachtoffers daarvan (Philips, 2018).

4) Bij polariserende kwesties zoals Zwarte Piet strekt het de aanbeveling om het maatschappelijk gesprek breed in te richten met ruimte voor burgerparticipatie.

Het onderzoek suggereert dat polariserende thema’s zoals Zwarte Piet het gehele jaar actief zijn en niet alleen in het verwachte seizoen. Wanneer we herkennen dat er toenemende polarisatie plaatsvindt in de maatschappij, biedt dit ook aanleiding om te verkennen hoe gemeenschappelijke grond kan worden gevonden. Nederland kent rond maatschappelijke en ethische vraagstukken de traditie van de Brede Maatschappelijke Discussie. Daarnaast zijn er eigentijdse vormen van burgerparticipatie die in het gesprek rond dergelijke polariserende thema’s en culturele contestatie kunnen worden ingezet. Hier zien wij een rol weggelegd voor bottom-up initiatieven en bestaande organisaties die zich bijvoorbeeld richten op het faciliteren en op gang brengen van een maatschappelijk gesprek en het ontwikkelen of toepassen van vernieuwende vormen van burgerparticipatie.

5) Belangenbehartiging van onderzoekers en waakhonden voor het verkrijgen van toegang tot sociale mediadata en de creatie van onderzoeksarchieven voor content, inclusief inmiddels verwijderde materialen.

Sociale mediabedrijven dienen toegang te bieden tot hun data ten behoeve van onderzoek, monitoring en archivering. De kwestie van ‘gesloten platforms’ draait om de mate waarin sociale mediabedrijven hun platformdata verminderd toegankelijk maken voor onderzoekers, journalisten en non-gouvernementele organisaties. Als antwoord op zorgen van de overheid omtrent ‘dark posts’ (advertenties die alleen in iemands nieuwsfeed te zien zijn) en politieke advertenties zonder duidelijke afzender heeft Facebook recentelijk een politieke advertentie tool en API gelanceerd. Maar tegelijkertijd heeft Facebook onderzoekers de toegang gedeeltelijk of geheel ontzegd tot services zoals de Pages API en Graph Search, die veel worden gebruikt voor onderzoek. Wij zien een belangrijke rol voor de sociale mediabedrijven zelf bij het ontsluiten van hun data ten behoeve van onderzoek, monitoring en archivering. Overheidsinstellingen kunnen hier sturend in optreden.

13

Politiek en sociale media manipulatie

Richard Rogers en Sabine Niederer

Inleiding: over beïnvloedingscampagnes in online politieke arena’s en de vraag hoe overtuigend zij zijn Wanneer we de literatuur over zogenaamd ‘nepnieuws’ lezen, moeten we noodzakelijkerwijs een onderscheid maken tussen enerzijds het dominante werk over de kunst van de online beïnvloeding en computationele propaganda, en anderzijds de gevolgen die dit tot nu toe heeft voor de nieuwsconsument. Daarbij komt dat de Nederlandse politieke arena, en de beïnvloeding daarvan op het internet of in sociale media, een betrekkelijk onderbelichte casus is in de literatuur. Er is veel onderzoek gedaan naar de invloed van Russische (en naar Russisch voorbeeld gevoerde) beïnvloedingscampagnes in de Verenigde Staten en de aan- of afwezigheid daarvan tijdens de verkiezingen in Duitsland, Frankrijk, Zweden en elders. Ten aanzien van Nederland zijn de casestudy’s beperkt tot de vroege Russische beïnvloedingscampagnes rond het neerhalen van het Maleisische vliegtuig MH17 (begin 2014) en de zelfmoordaanslagen op de luchthaven en in de metro van Brussel (2016), die werden ontdekt door het gebruik van datasets van Twitter over Russische trollen (of de uitvoerders van een beïnvloedingscampagne). Ander onderzoek is verricht naar het bestaan van binnenlandse trollennetwerken die grotendeels in een rechtse mediasfeer opereren en soms ‘pro-Russisch’ zijn, maar niet door het buitenland lijken te zijn beïnvloed.

Van groot belang is dat in de tot op heden gepubliceerde studies en journalistieke beschouwingen in toenemende mate wordt opgemerkt dat er binnen de Russische desinformatiecampagnes een verschuiving heeft plaatsgevonden van het aanwakkeren van conflicten met het Westen naar het stimuleren van conflicten binnen het Westen. Daarnaast wordt gesteld dat desinformatie zou ‘russificeren’: zogenaamde ‘Russische’ technieken worden door binnenlandse actoren overgenomen. De campagnes, zowel de buitenlandse als de binnenlandse, hebben een invloed die verder gaat dan het publiceren van polariserende verhalen: ook computationele middelen worden ingezet om deze verhalen op te blazen en te versterken (‘amplificeren’) door middel van bots, nepvolgers, ‘astroturfing’, het optuigen van nep- actiegroepen en andere kunstmatige publiciteitstactieken.

Verder wordt gesteld dat er meer aandacht zou moeten worden besteed aan de opkomst van extremistische en polariserende media op sociale mediaplatforms. Daarbij wordt vaak beargumenteerd dat er veel nadruk wordt gelegd op buitenlandse desinformatie, terwijl die relatief gezien slecht presteert in de Europese nieuwssferen. Ook de stijging van het aantal politiek sterk gekleurde (‘hyperpartisan’) nieuwsberichten en commentaren kan worden beschouwd als een alternatieve feiten- of kennisinfrastructuur die bijdraagt aan de discussies van een ‘post-truth conditie’ en de opvatting dat de gevestigde instellingen worden bedreigd.

Het is evenzeer van belang dat we kritisch kijken naar overtuigingskracht, oftewel de mate waarin de strategieën voor beïnvloedingscampagnes, nep-activiteiten en politiek sterk gekleurde bronnen een waarneembare invloed hebben op de consument, en dan met name op de kiezer. Deze invloed blijkt tot nu toe minimaal te zijn. Er is evenwel een kleine, maar groeiende hoeveelheid 14 literatuur waarin kritiek wordt geuit op bepaalde communicatiemodellen, zoals de ‘injectienaaldtheorieën’ of ‘magic bullet-theorieën’, die zelf kunnen worden beschouwd als onderdeel van de hype omtrent nepnieuws en de fascinatie met zogenaamde ‘psyops’-activiteiten, zoals in het geval van Cambridge Analytica.1 Er wordt gesteld dat in deze communicatiemodellen geen rekening wordt gehouden met de actieve filtering van mediagebruikers of met zogenaamde ‘fatische’ communicatie, waarbij dubieuze media veeleer ter vermaak of als sociale interactie worden verspreid dan met het doel om feitelijke informatie te delen. In dergelijke modellen zou bovendien de verharde houding van het publiek buiten beschouwing worden gelaten. In studies wordt over het algemeen geconcludeerd dat campagnes minimale invloed hebben.

Voor wat betreft de te nemen maatregelen is er in de literatuur aandacht voor inspanningen op het gebied van factchecken en mediawijsheid. Maar ook wordt het nut van dergelijke initiatieven her en der in twijfel getrokken, bijvoorbeeld omdat zij gestoeld lijken op het uitgangspunt dat betere informatie leidt tot meer kennis of verandering van inzicht. Uit onderzoek blijkt dat standpunten vaak ongewijzigd blijven, ook wanneer men toegang heeft tot betere informatie. Toch zijn initiatieven voor het versterken van mediawijsheid, samen met het handmatig en automatisch rapporteren van dubieuze content voor verdere beoordeling, enkele van de beleidsaanbevelingen die het meest frequent worden gedaan. Sociale mediaplatforms krijgen daarbij te maken met regulering en worden verzocht om extremistische content aan te pakken en een openbaar archief van verwijderde content aan te leggen.

Eén aspect van het literatuuronderzoek dat van belang is voor het empirische onderzoek betreft de methoden die worden gebruikt om de online politieke arena af te bakenen. Daarmee kunnen vervolgens de omvang en de invloed van nepnieuws, junknieuws en computationele propaganda (om maar enkele begrippen te noemen van het bredere fenomeen dat wordt onderzocht) worden bepaald. De hier in beschouwing genomen technieken en digitale methoden zijn grotendeels gemengd (‘quanti-quali’, ofwel: zowel kwantitatief als kwalitatief) en afkomstig uit mediastudies en datajournalistiek. Daarbij worden verschillende afbakeningsstrategieën voor de politieke arena op het internet geboden, evenals sociale media per platform en benaderingen voor een vergelijkende analyse. Zoekmachines en platforms worden doorzocht, belangrijke politieke verhalen worden gemeten (voor wat betreft gebruikersinteractie) en de dubieuze aard ervan wordt via nieuwskritiek bepaald, waarbij verhalen met veel interactie worden ingedeeld in verschillende genres zoals desinformatie, complottheorie, clickbait, politiek sterk gekleurd (‘hyperpartisan’) en (geautomatiseerde) versterking. Terwijl dit vaak op verhaalniveau in de praktijk wordt gebracht, kan de dubieuze aard ook via bronkritiek worden vastgesteld, naargelang de mate waarin de publicaties van een bron herhaaldelijk onder de definities van junknieuws vallen, zoals in de volgende paragraaf wordt besproken. Ook is het de moeite waard om te onderzoeken op welke wijze signaal-gebaseerde of algoritmische vaststellingen van of iets nep is, aansluiten bij de kwalitatieve methoden die op bronkritiek (herkomst) zijn gebaseerd.

1 De casus, of het ‘schandaal’, Cambridge Analytica heeft betrekking op het onrechtmatige gebruik van de gegevens van meer dan 80 miljoen Facebook-gebruikers voor de ontwikkeling van microgerichte reclame (Cadwalladr en Graham-Harrison, 2018). Het schandaal leidde in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk tot een parlementaire enquête en zorgde ervoor dat Facebook de toegang tot gegevens door wetenschappers en de publieke controle meer in het algemeen beperkte (Bruns e.a., 2018). 15

Nepnieuws, junknieuws en computationele propaganda Nepnieuws wordt traditiegewijs met bepaalde nieuwe publicatiepraktijken in verband gebracht, zowel “toen oude media nog nieuw waren” als tegenwoordig via sociale mediaplatforms (Marvin, 1988; Gitelman, 2006). De term ‘canard’, die betekent ‘ongegrond gerucht of bericht’, verwijst naar de tekst die werd gedrukt in de Franse kwaliteitskranten van de achttiende eeuw; ‘scandal sheets’ is de Britse term voor deze publicatieperiode (Darnton, 2010). Met name in de Verenigde Staten is het begrip ‘fake news’ onlangs weer in zwang geraakt en zelfs internationaal overgenomen, in de talloze betekenissen waarin het begrip van oudsher wordt gebruikt: “news satire, news parody, fabrication, manipulation, advertising, and propaganda” (Tandoc e.a., 2018). De beschuldiging van nepnieuws en soortgelijke termen is tegen de hedendaagse sociale mediaplatforms gericht en wordt veelal na de invoering van nieuwe mediatechnologieën geuit als een weeklacht die samengaat met de roep om nieuwe journalistieke normen, zoals we hebben gezien met de concurrerende tabloids en hun sensatiebeluste riooljournalistiek eind jaren negentig van de negentiende eeuw tot in de Eerste Wereldoorlog, en met de radio en persdienst in de jaren twintig van de twintigste eeuw (Opper, 1894; Lippmann, 1922; McQueen, 2018).

Met de opkomst van publieksvoorlichting door grote bedrijven is door het vervagen van het onderscheid tussen een redactioneel artikel en op radio en tv uitgezonden reclame de bijnaam “news fakers” ontstaan (McKernon, 1925; Lazer e.a., 2018). De content op het vroege, niet- geredigeerde internet, dat werd bevolkt door self-publishers, en later de blogosfeer is vaak beschreven als “te vers om waar te zijn”, gezien de snelheid van de nieuwsproductie en de mogelijkheid voor degenen die op zoek waren naar een sensatieverhaal om niet-bewezen geruchten als nieuws te presenteren (Hall, 2001; Rogers, 2005). Meer recentelijk zou het begrip regelmatig worden gebruikt door satirische nieuwsbronnen zoals Saturday Night Live! in de Verenigde Staten (Day en Thompson, 2012); het progressieve komische nieuwsprogramma The Daily Show beschreef zichzelf zelfs vol trots als een “fake news program” (Newman, 2010; Harsin, 2018). Hierbij wordt in herinnering gebracht dat parodiëring de basis vormde voor het ontstaan van het meest wijdverspreide nepnieuwsverhaal tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2015-2016: “Pope Francis Shocks World, Endorses Donald Trump for President” (Allcott en Gentzkow, 2017). Terwijl veel definities zijn gericht op de onjuistheid van een verhaal, heeft nepnieuws de uiterlijke kenmerken van nieuws doordat gebruik wordt gemaakt van het nieuwsapparaat, inclusief de gehanteerde stijl, vorm en verpakking (Laquintano en Vee, 2017; Grinberg e.a., 2019). In engere definities van nepnieuws weegt bij vaststelling zwaar mee hoezeer bronnen “valselijk claimen nieuwsorganisaties te zijn” (Tucker e.a., 2018).

‘Fake news’ wordt ook politiek ingezet als een sneer naar de vrije pers bij de publicatie van ongemakkelijke waarheden of het spreken van ‘de waarheid tegen het gezag’ (Cary, 1955; Darnton, 2017). Sinds halverwege de negentiende eeuw is het een tactiek om anderen zwart te maken of zelfs een communicatiestrategie om nieuwsmedia in het algemeen en onwelgevallige verslaggeving in het bijzonder aan te merken als een product van ‘der Lügenpresse’ of de leugenpers. Deze strategie wordt tegenwoordig nog altijd toegepast door rechtse sociale bewegingen zoals Pegida in Duitsland, waarbij men zich op straat verzamelt en “Lügenpresse, halt die Fresse” (leugenpers, hou je bek) scandeert (Beiler en Kiesler, 2018). In de door TU Darmstadt georganiseerde wedstrijd werd de term ‘Lügenpresse’ in 2014 in Duitsland verkozen tot het Unwort des Jahres (beruchte woord van het jaar). ‘Fake news’ is daarnaast een etiket dat in 16 uiterst conservatieve politieke kringen in de Verenigde Staten voor bepaalde nieuwsbronnen wordt gebruikt, met name voor CNN, MSNBC, The New York Times en The Washington Post; dit is vergelijkbaar met hoe in het verleden werd gesproken van agendabepalende ‘elitaire media’ in contrast met conservatieve nieuwkomers zoals Fox News (Marwick, 2018; Tripodi, 2018; Peck, 2019). In dat opzicht zou men de huidige aandacht hiervoor kunnen omschrijven als simpelweg het meest recente voorbeeld van deze regelmatig terugkerende vrees voor nepnieuws, of zelfs als een ‘morele paniek’ (Brennen, 2017; Morozov, 2017).

Wanneer het verschijnsel ‘fake news’ met betrekking tot sociale media en andere online bronnen wordt besproken, wordt door onderzoekers van het project ‘computationele propaganda’ van het Oxford Internet Institute (OII) de overkoepelende term ‘junknieuws’ aangeraden, die wordt gedefinieerd als “extremist, sensationalist, conspiratorial, masked commentary” (Howard e.a., 2017). Andere verzamelnamen zijn bijvoorbeeld “problematic information” (problematische informatie), “information disorders” (informatie-wanorde) en “false news” (onjuist nieuws) (Jack, 2017; Wardle en Derakhshan, 2017). Naast sensatiebelust, conspiratief en gemaskeerd – kenmerken die al eeuwen deel uitmaken van de ontologie van nepnieuws – wordt in de definitie van het OII de nadruk gelegd op een ander aspect: extremistisch. Dat is de kern van de huidige zorgen om het verschijnsel, dat niet alleen wordt bestudeerd als een manier om de media en de publieke opinie te manipuleren, maar ook als aanleiding voor maatschappelijke onrust en polarisatie.

In het licht van de toenemende zorgen over nepnieuws als voorbode en katalysator van onrust wordt in de literatuur onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten van ‘informatie wanorde’ die o.a. op het internet worden aangetroffen (Wardle, 2018). De termen desinformatie en misinformatie verwijzen beide naar onjuiste informatie. De laatstgenoemde is echter onbedoeld onjuist, terwijl desinformatie opzettelijk wordt gefabriceerd met het doel om ontwrichting en schade te veroorzaken. Een derde begrip, het neologisme ‘malinformatie’, lijkt te zijn ontleend aan categoriseringen van malware of kwaadaardige (malicious) software en verwijst naar pesterijen, giftige content en haatzaaien op het internet waarbij juiste informatie wordt verspreid met het doel om schade te berokkenen (Wardle en Derakhshan, 2017). Dergelijke middelen worden op sociale mediaplatforms worden ingezet om meningsverschillen te veroorzaken, door het nieuws en de publieke opinie te doordrenken van polariserende content. Het begrip ‘extreme speech’ wordt gebruikt in de dialoog over haatzaaien (‘hate speech’) en het vaststellen van online ‘toxiciteit’ (giftigheid). ‘Extreme speech’ verwijst daarbij naar vormen van geladen taalgebruik en cultureel conflict die nog net niet als haatdragend kunnen worden aangemerkt. De term is in sociale media opgedoken en wordt dan ook gedefinieerd als “venijnige uitwisseling op internet-gebaseerde media” (Pohjonen en Udupa, 2017). De opkomst ervan heeft sociale mediabedrijven zoals Facebook, Twitter en Alphabet (het moederbedrijf van Google en YouTube) ertoe aangezet om meer mensen aan te nemen die de content beoordelen en om intern een breder mandaat te geven voor de herkenning en verwijdering van meer dan alleen gewelddadige, pornografische en haatzaaiende content (Gillespie, 2018). Google heeft daarnaast voor zijn zoekmachine een terugkoppelingssysteem geïnstalleerd waarmee ongepaste automatische suggesties kunnen worden gerapporteerd, nadat bekend werd dat een zoekopdracht naar de ‘holocaust’ automatisch werd aangevuld met ‘is een hoax’ (Solon en Levin, 2016; Hern, 2017). 17

Net als het geval was met de nieuwe mediatechnologieën van weleer zou ook met de sociale mediaplatforms van tegenwoordig nepnieuws ‘naar nieuwe hoogtes worden gebracht’ of versneld worden verspreid (Bounegru e.a., 2018). Er zijn twee begrippen gebruikt om het internet en vervolgens sociale media als versnellende media mee aan te duiden: ‘clickbait’ en ‘computationele propaganda’. ‘Clickbait’ verwijst naar prikkelende en sensationele content die volgens vaste formules wordt gepresenteerd, waarbij veelal genummerde overzichten worden gebruikt (soms ook wel een ‘listicle’ genoemd) en een ‘informatieleemte’ wordt gecreëerd die de nieuwsgierigheid opwekt, met titels als ‘twintig dingen die je niet moet doen als je naar Japan gaat’. Facebook, dat ernaar streeft om clickbait in zijn nieuwsfeed te herkennen en te beperken, definieert dit verschijnsel als een “geposte link met een titel die mensen aanmoedigt erop te klikken om meer te weten te komen, zonder al te veel informatie te bieden over wat ze daar zullen zien” (O’Donovan, 2018). Sociale mediabedrijven streven er over het algemeen naar om inhoudelijke definities te vertalen naar computationele signalen en zo detecteerbaar te maken. Zo is voor Facebook een kort moment van aandacht (of een korte ‘time-on-site’) een indicatie van clickbait. De lezer, die naar de “junkfood van content consumptie” is gelokt, is dan namelijk teleurgesteld in de lage kwaliteit van de content en verlaat de pagina weer snel (DeAmicis, 2014). Clickbait is meestal onschadelijk, maar wordt echter ook wel met polariserende content gecombineerd (Burger en Schenk, 2019). ‘Extreme clickbait’ speelde ook een rol in het verhaal over de vermeend apolitieke Macedonische tieners in Veles, die “spammy” technieken gebruikten om in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 geld te verdienen met het optimaliseren van pro-Trump websites (Silverman en Alexander, 2016). In latere berichtgeving is dat verhaal ontkracht, toen werd geconstateerd dat de clickbaitcampagne door ‘political operatives’ was georkestreerd (Wendling, 2018; Silverman e.a., 2018).

Het tweede begrip, ‘computationele propaganda’, verwijst naar het samenspel van “sociale media, autonome agenten en algoritmes behept met de taak om opinie te manipuleren” (Neudert, 2017). Onder deze brede definitie vallen ook de bots die content versterken, de reclameplatforms die microtargeting en personalisatie van ‘influence messaging’ mogelijk maken en de ‘click farms’ die aantallen volgers en interacties kunstmatig verhogen, waarbij door middel van valse steun hogere “vanity metrics” aan posts worden toegekend, die daarmee meer symbolische macht krijgen (Rogers, 2018a). Bij computationele propaganda zorgen bots ervoor dat de verspreiding of het bereik van posts wordt vergroot en hun cijfers kunstmatig worden verhoogd (Woolley en Howard, 2016). “Low-credibility content” wordt onevenredig door ‘sociale bots’ verspreid. De term ‘sociale bots’ verwijst naar bots of autonome actoren die tot taak hebben het debat en de publieke opinie te beïnvloeden; deze constatering heeft geleid tot de roep om inperking van het gebruik ervan (Shoa e.a., 2018). De activiteiten van door software ondersteunde ‘political operatives’ zijn in het kader van de ‘verzameling’ van actoren en software die computationele propaganda verspreidt onder de loep genomen, in het bijzonder in de aanloop naar verkiezingen. ‘Sock puppets’, die de valse identiteit wordt aangemeten van een grassroots-organisator of bezorgd individu, maken en verspreiden politieke content, organiseren evenementen en mobiliseren grote groepen mensen, waarbij ze door middel van hashtags, internet memes en Facebook-evenementen ingrijpen in de fysieke wereld (Mina, 2019). Ook nep- actiegroepen of zelfs valse ‘hashtag publics’ mobiliseren hun volgers en organiseren demonstraties (zie tabel 1); één beruchte zaak betrof een anti-islamdemonstratie en 18 tegendemonstratie in 2016 in Houston (Texas), waar beide groepen waren gemobiliseerd door Russische campagnevoerders die handelden onder de naam ‘Blacktivists’ respectievelijk ‘Heart of Texas’ (Shane, 2018).

Een daarmee samenhangende term voor het toevoegen van nepcontent voor politieke doeleinden is ‘astroturfing’. Dat betreft kunstmatige ‘seeding’: het in kranten en bij andere contentproviders verspreiden van politieke (of bedrijfsgerelateerde) reclame die is vermomd als oprechte bezorgdheid van burgers. Dergelijke content is van een andere aard dan gesponsorde politieke content, waarvoor regels gelden die voorschrijven dat de content moet worden voorzien van de tekst ‘betaald door’ een bepaalde kandidaat of campagne (Vaidhyanathan, 2017). Toch klinkt de roep om ‘gemaskeerde’ politieke content niet langer te maskeren en daarbij aan te geven dat het gesponsorde content betreft. In het recente geval van een pro-brexitgroep, Britain’s Future, waren onderzoeksjournalisten echter geruime tijd niet in staat de financieringsbron te achterhalen, ondanks het feit dat duidelijk was aangegeven dat het gesponsorde content betrof.

Bepaalde vormen van binnenlandse reclame op sociale media hebben aanleiding gegeven tot de roep om verdere publieke controle op politieke advertenties en mogelijk ook tot een uitbreiding van de definitie daarvan. Het begrip ‘dark posts’ (ook wel ‘promoted posts’) op Facebook verwijst naar microgerichte advertenties waarvoor geen landingspagina bestaat waarop de content is vastgelegd. Deze advertenties kunnen dus ook niet nader worden onderzocht (Bump, 2017). In deze campagnetactieken, die in 2014-2017 door ‘political operatives’ (waaronder uitvoerders van buitenlandse beïnvloedingscampagnes) in de Verenigde Staten zijn ingezet, worden ‘keyword publics’ op basis van een algoritme samengevoegd door op het advertentieplatform van Facebook een zoekopdracht in te voeren, zoals ‘tweede amendement’ of andere pro-wapentermen, en advertenties te sturen naar de nieuwsfeed van de tienduizenden of honderdduizenden gebruikers waarvan is vastgesteld dat zij daarin geïnteresseerd zijn (Angwin e.a., 2017). Deze personen zijn niet zozeer de doelgroep omdat ze als kiezer gemakkelijk zouden kunnen worden overgehaald, maar omdat zij de berichten kunnen verspreiden en amplificeren.

Geplande en gepromote nepprotesten 2016

Datum Nepprotest Locatie

25 juni March for Trump New York

9 juli Support Hillary. Save American Muslims Washington, D.C.

23 juli Down with Hillary New York

20 aug. Florida goes Trump Verschillende steden in Florida

2 okt. Miners for Trump Verschillende steden in Pennsylvania

19

12 nov. Show your support for President-Elect Donald New York Trump

12 nov. Trump is NOT my president New York

19 nov. Charlotte against Trump Charlotte, N.C.

Tabel 1: Overzicht van geplande en gepromote nepprotesten in 2016, zoals vermeld in de Amerikaanse tenlastelegging voor 13 Russische staatsburgers betreffende buitenlandse inmenging in de verkiezingen. Bron: Parlapiano en Lee, 2018.

Naast bepaalde reclameproducten voor sociale media zoals dark posts worden er ook andere vormen onderscheiden die het publiek met polariserende berichten activeren. ‘Image macro’s’ zijn foto’s met twee regels tekst, een beginregel en een eindregel. Ze zijn een populaire vorm voor politieke berichten op Facebook en behoren op het platform tot de meest gedeelde content en ook anderszins tot de content met de meeste interactie (Renner, 2017). In de gegevensanalyse van de meest gedeelde berichten van de pagina’s van de ‘valse’ (of astroturfing) activistische groepen die door het Russische Internet Research Agency zijn opgezet (Blacktivists, United Muslims of America, Being Patriotic, Heart of Texas, Secured Borders en LGBT United), scoorden de image macro’s en andere memes dan ook bijzonder goed (Chen, 2015; Albright, 2017; Timberg, 2017).

Russische beïnvloedingscampagnes, russificatie en de ‘hyperpartisan’ stijl De term ‘dark globalization’ is door de historicus Timothy Snyder aangedragen en verwijst naar de manier waarop kennis van westerse maatschappelijke problemen aan uitvoerders van beïnvloedingscampagnes in het buitenland, en met name Rusland, kansen biedt (2018). In de Verenigde Staten verwijst Snyder naar het samenspel van ras, kiesrechtgeografie en het Kiescollege, en naar de mogelijkheid om kiezers in specifieke geografische gebieden (zoals county’s in ‘swing states’) met racialistische politieke berichten te bombarderen die bepaalde zienswijzen versterken of er ‘zuurstof’ aan geven. De Russische beïnvloedingscampagne in 2014- 2017 is in opdracht van het Amerikaanse Congres tweemaal uitgebreid geanalyseerd. Voor beide analyses is gebruikgemaakt van door Facebook, Twitter en Alphabet (Google) verstrekte gegevens die niet eerder voor onderzoek beschikbaar waren gesteld (Howard e.a., 2018; New Knowledge, 2018). Ze maken deel uit van een litanie van literatuur die is verschenen sinds overheden de opdracht hebben gegeven om de ‘tactiek’ achter de beïnvloedingscampagnes, de huidige vormen van propaganda en de totstandkoming van tegenverhalen meer in het algemeen te bestuderen. Deze studies hebben tevens geleid tot aanbevelingen over de wijze waarop de gevolgen ervan kunnen worden bestreden.

In de studie van New Knowledge (en de berichtgeving erover) wordt de collectieve cognitieve dissonantie benadrukt die door effectieve propaganda wordt bereikt, waarbij taalgebruik wordt geïntroduceerd (en gepopulariseerd) dat aan activiteiten rondom (contra)spionage is ontleend. Een van de doelen van de propagandisten is “a wilderness of mirrors” te creëren. Deze zinsnede komt oorspronkelijk uit een gedicht van T.S. Elliot, maar is door de inlichtingengemeenschap in

20 omloop gebracht (Holzman, 2008). De term verwijst naar een klimaat waarin de waarheid en de vaststelling daarvan niet langer vanzelfsprekend zijn (Groll, 2018).

Om dat doel te bereiken, zo wordt in New Knowledge aangevoerd, is één mogelijke tactiek om een “media mirage” (om in dezelfde terminologie te blijven) of “interlinked information ecosystems designed to immerse and surround targeted audiences” tot stand te brengen (2018: 42). Ze worden door een ‘kakofonie’ van informatie omgeven, waarin verhalen van de pers een nieuwe functie krijgen, aan een andere auteur (‘blacktivists’) worden toegeschreven en een andere uitleg en toon krijgen. Dit is één voorbeeld, ontleend aan een echt verhaal in de krant over de manier waarop een “11-Year-Old Texas Boy Invents Device to Prevent Hot Car Deaths” (Dahlgren en Arkin, 2017). Dat verhaal is als volgt bewerkt: “[T]hese are stories of Black children the media don’t want you to see”; “White people invent tools for killing, this Black child is inventing a tool for saving lives” (New Knowledge, 2018: 62). De tweedracht en doeltreffendheid die aan dit voorbeeld wordt toegekend, komt niet alleen voort uit de omzetting van het feel-good nieuwsbericht in een geforceerde indeling in ‘in-group’ en ‘out-group’ op basis van ras. Let ook op de gebruikte vorm: de tweede zin bestaat uit twee regels en is bedoeld om in een ‘image macro’ of meme (de populaire vorm voor het delen en verder verspreiden van onvrede, woede en spot) te worden opgenomen. In het verhaal komen tevens verschillende categorieën nepnieuws bij elkaar. Het is zowel clickbait als extreme content (politiek sterk gekleurd (‘hyperpartisan’) of junk), omdat de consument wordt uitgenodigd om meer over de onvrede te lezen. Het is ook zodanig verpakt dat het kan worden gedeeld.

Het doel van een dergelijke campagne is tweedracht en haat te zaaien, maar dit is slechts één tactiek in een scala aan tactieken die algemeen tot doel hebben het gevoel van een collectieve en gedeelde beleving van de wereld weg te nemen, zoals analisten het hebben verwoord, en groepsvorming te concretiseren (Gessen, 2018). Naast het creëren van een ‘media-illusie’ bestaan er nog de volgende tactieken: “targeting, asset development, cross-platform brand building, memetics, inflecting a common message for different audiences, narrative repetition and dispersal, repurposing and re-titling pages and brands, manipulating journalism, amplify conspiratorial narratives, sow literal division, and dismiss and redirect” (New Knowledge, 2018: 2). Ten aanzien van sociale media, zoals hiervoor besproken, kan ‘targeting’ betrekking hebben op de doelgroepsegmentatie die voor reclamedoeleinden op de platforms beschikbaar is en kan ‘memetics’ betrekking hebben op het gebruik van de image macro om een kort maar krachtig bericht te formuleren en om de meme te maken als een aanvullende ‘content container’ om het verhaal te versterken.

Het is vermeldenswaardig dat hoewel de studies van de deskundigen slechts een momentopname zijn, daarin toch (en ook in latere berichten) wordt gewezen op de ‘voortdurende inspanningen’ van de uitvoerders van beïnvloedingscampagnes en de wereldwijde verspreiding ervan. Hoewel sociale mediabedrijven zich (sinds de schandalen rondom Cambridge Analytica en nepnieuws) actiever zijn gaan richten op het herkennen en opschorten van accounts van bekende Russische en andere door de staat (zoals Iran) gesponsorde trollen, zijn accounts met een soortgelijke aanduiding nog altijd actief en kunnen ze tot bekende netwerken van ‘political operatives’ worden herleid (New Knowledge, 2018; FireEye, 2018). Er worden voortdurend nieuwe accounts aangemaakt (Vaidhyanathan, 2018); de Chief Technology Officer van Facebook spreekt 21 van “blocking more than one million fake accounts every day, sometimes just when they are created” (O’Brien, 2019). Welk percentage daarvan de accounts van uitvoerders van beïnvloedingscampagnes betreft, wordt niet vermeld.

Er is onlangs groeiende bezorgdheid ontstaan; niet alleen over de niet-aflatende inspanningen van de uitvoerders van Russische beïnvloedingscampagnes, maar ook over het overnemen van de ‘Russische werkwijze’ door andere groepen waaronder ook binnenlandse actoren (Frenkel e.a., 2019). Twitter berichtte reeds dat het bedrijf voorafgaand aan de Amerikaanse verkiezingen voor het Congres in 2018 accounts had verwijderd van Amerikanen die zich voordeden als lid van Republikeinse staatspartijen (Harvey en Roth, 2018). Ook Facebook meldde dat politiek sterk gekleurde pagina’s aan beide zijden van het politieke spectrum in de Verenigde Staten zouden worden verwijderd. In de discussies over de ‘russificatie’ van online politieke campagnes is desinformatie ook in historisch perspectief geplaatst. Daarbij is op de klassieke voorbeelden gewezen, zoals de bewering dat het hiv-virus uit een Amerikaans laboratorium voor biologische wapens is gelekt; dat verhaal is in 1983 door dezinformatsiya-campagnevoerders uit de Sovjet-Unie in ‘Operation Infektion’ bij nieuwsorganen uitgezet en had zich uiteindelijk vier jaar later zodanig verspreid dat het in de Amerikaanse televisiejournaals werd uitgezonden (Boghardt, 2009; Ellick en Westbrook, 2018). Wanneer de tijdspanne van de verspreiding van dat nieuws wordt vergeleken met de dynamiek in het bereik van het hybride mediasysteem zoals we dat tegenwoordig kennen, zien we hoezeer nepnieuws door de ‘platform-pers’ naar nieuwe hoogtes kan worden gebracht (Chadwick, 2013; Bell en Owen, 2017).

In een veel geciteerd artikel uit de New York Times wordt Facebook als voorbeeld bij uitstek van de ‘platform-pers’ beschreven als een “totally insane, unintentionally gigantic, hyperpartisan political-media machine” (Herrman, 2016). De auteur besteedt de nodige tijd aan een beschrijving van de wijze waarop Facebook in zijn nieuwsfeed de posts van familieleden en vage kennissen door elkaar heen laat zien, maar ook de aanwezigheid behandelt van nieuwe mediaorganisaties en zelfbenoemde actiegroepen die uitsluitend online bestaan, en veel daarvan uitsluitend op sociale media. De meeste daarvan worden beschreven als politiek sterk gekleurd, of ‘hyperpartisan’. Deze bronnen, die het platform van content voorzien, worden gedefinieerd als “openly ideological web operations”. Ze zijn tevens succesvol, maar niet alleen omdat extremere en meer sensationele content zich sneller verspreidt dan de nuchtere waarheid (Vosoughi e.a., 2018). Dat is ook omdat gebruik wordt gemaakt van een vorm die grote aantallen gebruikers aanspreekt en die leert van hun interactie en bereik. De posts functioneren in een voortdurende feedbacklus van metrische gegevens en worden daarmee zodanig geoptimaliseerd dat ze op sociale media succesvol zijn. De prestatiemaatstaven zijn gebaseerd op de mate waarin posts viraal gaan, en de posts die het goed doen worden nagebootst. Er zijn specifieke vormen en stijlen die gebruikersinteractie bevorderen. Onder meer memes en clickbait zoals listicles, spannende verhalen in de categorie ‘human interest’ zijn gebruikte vormen, zoals hiervoor genoemd. De politiek sterk gekleurde stijl kent een verscheidenheid aan inhoudelijke kenmerken, die niet allemaal in gelijke mate worden toegepast, maar veel ervan lijken goed te werken. Binnen deze stijl zijn de media-activiteiten veelal anti-establishment en wordt een positie ingenomen tegenover de naar waarheid zoekende en feiten onderzoekende mainstream media, of wordt daarmee geconcurreerd door alternatieve berichten te publiceren. Deze alternatieven kunnen interpretaties, feiten of redactioneel commentaar op gebeurtenissen betreffen, en vormen zo 22

‘medialagen’ op het nieuws. De presentatie ervan is vaak ‘edgy’, zowel in de zin van up-to-date met betrekking tot trends als in: scherp van toonzetting. De posts worden regelmatig gepubliceerd en zijn daarmee onderdeel van de cultuur van het permanente updaten. Ze bieden een concurrerende ‘feed’ over de gebeurtenissen in de wereld en in de media.

De ‘post-truth conditie’ Er is een reeks hedendaagse uitspraken die aan het publieke debat over een ‘post-truth conditie’ heeft bijgedragen. Een van die uitspraken betreft het concept ‘truthiness’ (hetgeen zoiets betekent als ‘waarheidigheid’) (Colbert Report, 2005). Het is als commentaar op het politieke nieuws en als humoristisch begrip ontwikkeld en verwijst naar een schijn van waarheid die echter niet op feiten is gebaseerd. Een ander begrip – ‘alternatieve feiten’ – is van recenter datum en is afkomstig uit de politiek. Het verwijst naar de volharding die een lid van de regering-Trump aan de dag legde toen hij bleef volhouden dat het aantal aanwezigen bij de inauguratie van de president in 2016 groter was dan het aantal dat in de berichtgeving werd gemeld en door middel van burgerwetenschap was gemeten (Still, 2017). De omschrijving van de betekenis van ‘alternatieve feiten’ slaat de spijker op zijn kop: “additional facts, alternative interpretation” (Nuzzi, 2017). Vergeleken met truthiness is de feitelijkheid hier niet ontleend aan de uiterlijke schijn of wellicht het gezag, maar juist aan andere feiten.

In antwoord op wat soms beschouwd wordt als een strijd om objectiviteit van de eerste orde of geschillen omtrent feitenkwesties (Margolis, 1995; Latour, 2008), worden in krantenberichten met koppen als “Dit zijn de echte [feiten]” en in het werk van de factcheckbureaus en - initiatieven de feitelijke beweringen met toenemende urgentie in twijfel getrokken (Fandos, 2017). Dit zijn publieke debatten over feiten, waarbij onder meer de feiten worden gecontroleerd, een gebruikelijke praktijk onder journalisten en universitaire onderzoeksgroepen die de grondslag voor bepaalde uitspraken van politici en anderen willen bevestigen (Graves, 2016). Recent heeft de literatuur over de effectiviteit van factchecken zich in ten minste twee richtingen ontwikkeld: de mate waarin met behulp van feitencontrole onwaarheden en de feitelijke overtuigingen worden gecorrigeerd, en de vraag of daarmee de opvattingen ook veranderen (Barrera e.a., 2017). Beide maken deel uit van de decennialange discussie over en kritiek op de modellen voor ‘informatietekorten’ en ‘verspreiding’, waarbij wordt betwist dat controversen kunnen worden weggenomen door de echte feiten aan het licht te brengen (Wynne, 1991; McNeil, 2013).

In het wetenschappelijke debat over nepnieuws is geconstateerd dat de ‘alternatieve feiten’ en de ‘gecontroleerde feiten’ een verschillend publiek hebben (Bounegru e.a., 2018). Hoewel de onwaarheden kunnen zijn gecorrigeerd, is het mogelijk dat het oorspronkelijke publiek daar geen kennis van krijgt. De op waarheid gecontroleerde berichten hebben ook een verspreidingspatroon dat vergelijkbaar is met dat van de alternatieve feiten: ze worden naar een gelijkgestemd publiek verzonden (Shin en Thorson, 2017). Hoewel dit niet alles zegt over het bereik, zijn zowel het oorspronkelijke bericht als de factcheckpublicaties kanalen met een onderscheiden publiek of abonneebestand, waarbij de factcheck-nieuwsbrieven veelal een kleiner, specifiek bereik hebben. De zichtbaarheid ervan kan echter wel toenemen wanneer zij in de interface van Facebook worden ingebouwd. In de tweede categorie wordt de vraag gesteld of de blootstelling aan op waarheid gecontroleerde feiten leidt tot een verandering in de feitelijke 23 overtuigingen en zienswijzen. Hierbij komt één reeks bevindingen overeen met de kritiek op de effectiviteit van factchecken en het model betreffende een tekort aan informatie meer in het algemeen, omdat de feitelijke nauwkeurigheid van de respondenten wel verbeterde, maar hun zienswijze onveranderd bleef (Nyhan e.a., 2019). Factchecken kan echter worden begrepen als een documentatieproces waarbij correcties plaatsvinden door een dubieus verhaal te nemen en dat, alsmede de ontkrachting en het bereik ervan, aan doorzoekbare databases en andere media te onderwerpen.

De ‘post-truth conditie’ is evenwel beschreven als zijnde concurrentie van objectiviteit van de tweede orde in plaats van de eerste orde. In een dergelijke omstandigheid is er sprake van de opkomst van concurrerende waarheidsregimes (Fuller, 2018). Deskundigheid wordt dan ‘sektarisch’ (Turner, 2001). Het idee van een media-illusie (‘media mirage’, waarmee effectieve desinformatiecampagnes worden aangeduid) schept niet in zichzelf een concurrerend waarheidsregime of een concurrerende infrastructuur. Het brengt juist ruis in een infrastructuur. Maar wanneer propagandisten of, in een andere interpretatie van de hedendaagse situatie, een rechtse media-ecologie een alternatieve nieuws- en informatiestructuur creëren, passen die inspanningen bij de beschrijvingen van de post-truth conditie (Benkler e.a., 2017; Sangerlaub̈ e.a., 2017).

Met andere woorden: ‘post-truth’ is een begrip dat niet moet worden uitgelegd als een aanduiding voor om de tuin geleide (of geradicaliseerde) consumenten of de grootschalige daling in de waarde van feitenmateriaal (Sismondo, 2017). Bij de vraag of we “onze feiten terug mogen” richt het debat zich juist op de vraag of (of wanneer) het publiek overeenstemming kan bereiken over de ‘feiteninfrastructuur’ of zelfs het modernistische project van kennisinstellingen (Marres, 2018). Een voorbeeld hiervan is het feit dat er ideologisch onderscheiden alternatieven zijn voor Wikipedia (zoals Infogalactic, Metapedia en Conservapedia), die allemaal een encyclopedie aanbieden waarin niet alleen de bekende of vaststaande feiten worden betwist, maar ook de bronnen waarin die feiten zijn vastgelegd (Fitts, 2017).

Verkiezingen, desinformatie en de Nederlandse context Er zijn drie onderwerpen die regelmatig in het nieuws en in (contract)onderzoek over desinformatie en nepnieuws in de Nederlandse context worden besproken. Ten eerste zijn Russische trollen en de desinformatie die zij in Nederland verspreiden van bijzonder belang. Ten tweede zijn er de (niet-Russische) nepaccounts en nepfans die de populariteit van een campagne of een prominente persoon kunstmatig vergroten, waardoor zij meer symbolische macht krijgen. En ten derde wordt in publicaties behandeld in hoeverre deze zichtbaar zijn en welke tegenmaatregelen mogelijk zijn. Hoe kunnen we deze herkennen en bestrijden? Bijna elke discussie in dit verband wordt gevoerd tegen de achtergrond van een veranderend nieuwsmedialandschap waarin het mainstream nieuws in toenemende mate met de meer tendentieuze en politiek sterk gekleurde kanalen moet concurreren en waarin digitalisering tot gebruikers- en algoritme-gestuurde personalisatie leidt. Dat kan leiden tot een smallere horizon aan nieuws waaraan gebruikers worden blootgesteld en zou kunnen leiden tot een toename in consumptie aan de randen van het internet, hoewel dit in empirisch onderzoek niet is

24 aangetoond (Wieringa e.a., 2017). Ook worden vergelijkingen getrokken tussen de situatie in Nederland en in de Verenigde Staten.

Ook al verandert door digitalisering de manier waarop mensen nieuws consumeren, in een onderzoek naar online nieuwsgedrag, desinformatie en personalisatie van het nieuws door het Rathenau Instituut wordt benadrukt dat de traditionele nieuwsmedia in Nederland nog altijd een stevige en stabiele positie in het medialandschap bezetten (Van Keulen e.a., 2018). Ook wordt in het onderzoek geconstateerd dat er (nog) geen sprake is van wijdverbreide algoritmische personalisatie op Nederlandse mediasites. En in schril contrast met de huidige situatie in de Verenigde Staten maakt de Nederlandse nieuwsconsument veelal gebruik van een verscheidenheid aan bronnen en heeft hij vertrouwen in de traditionele nieuwsmedia (en minder in sociale media). Ten slotte wordt in het rapport onderstreept dat Nederland niet een bijzonder gepolariseerd medialandschap kent zoals dat in de Verenigde Staten het geval is.

Er wordt over het algemeen in de literatuur, zowel in de nieuwsberichten als in onderzoeksrapporten, een bijzonder gematigde toon aangeslagen. In verschillende studies is sinds 2016 gekeken naar desinformatiepraktijken in het Nederlandse politieke landschap. In elke studie was de conclusie dat er geen sprake is van grootschalige desinformatieactiviteit in de Nederlandse media en dat desinformatie evenmin een grote invloed heeft op de Nederlandse burger. In de zomer van 2017 meldde de Nederlandse algemene en nationale veiligheidsadviseur Wilfred Rietdijk in een interview met de Volkskrant echter dat Nederland de digitale dreiging niet langer aankon (Van Zijl en Modderkolk, 2017). Met de daaropvolgende kop boven een artikel in de Telegraaf, “Nepnieuws gevaar voor Nederland”, werd gesuggereerd dat het land chaos en verdeeldheid tegemoet zou zien (Jonker, 2017). Rietdijk neemt in zijn beoordeling van de dreiging ook inbreuken en indringingen mee (waarbij hij de reikwijdte uitbreidt tot meer dan alleen desinformatie) en legt daarbij uit dat “duizenden hackers – Russen, Chinezen, maar ook Iraniërs, of hackers uit minder voor de hand liggende landen zoals bijvoorbeeld Soedan – hun digitale pijlen” op Nederlandse bedrijven richten (Van Zijl en Modderkolk, 2017). De generaal is niet de eerste die waarschuwt voor Russische inmenging in de Nederlandse online omgeving, hoewel er (ten minste in het publieke domein) nog geen casestudy’s waren.

Russische trollen en het vermeende geringe belang ervan in Nederland Toen de minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren de Nederlandse regering waarschuwde voor Russische desinformatie in Nederland, kreeg ze in eerste instantie kritiek te verduren omdat ze geen overtuigende voorbeelden kon geven (Pleijter, 2017; Kist en Wassens, 2018a). In twee journalistieke studies zijn echter Russische tweets onderzocht en is geconstateerd dat er sprake was van activiteit in het Nederlandse online domein. In een studie van NRC Handelsblad zijn met behulp van datamining 200.000 tweets van accounts van het Russische Internet Research Agency (IRA) onderzocht, waarbij is vastgesteld dat begin 2014 en op grote schaal nog eens in 2016 desinformatiecampagnes hebben plaatsgevonden. Het weekblad De Groene Amsterdammer combineerde de gegevens van NRC Handelsblad met grotere verzamelingen Russische trolaccounts, die op de Amerikaanse analysewebsite voor de publieke opinie FiveThirtyEight en op door het Amerikaanse Congres gepubliceerde lijsten beschikbaar waren gemaakt (Van der Noordaa en Van de Ven, 2018a). In beide studies werd na het neerhalen van de MH17 in juli 2014 een piek in de trolactiviteit gevonden. In de studie van NRC Handelsblad 25 wordt geconcludeerd dat Russische trollen 57.500 tweets hadden gepost, waarvan de meeste in het Russisch waren en tot doel hadden de publieke opinie in Rusland en Oekraïne te beïnvloeden. Slechts vier van de tweets waren in het Nederlands gesteld (Kist en Wassens, 2018b). In de studie van De Groene Amsterdammer wordt bevestigd dat de meeste tweets over de MH17 in het Russisch zijn, maar zijn ook meer vermeldingen gevonden van Nederlandse “activisten en complotdenkers”. Dat duidt op een verschuiving van het in twijfel trekken van westerse verhalen (voor het Russisch sprekende publiek) naar een poging om conflicten binnen het Westen aan te wakkeren.

Een tweede gebeurtenis wijst op meer gecoördineerde activiteiten van Russische trollen in de Nederlandstalige Twitter-omgeving (in België en Nederland) en is nog een voorbeeld van het streven om onrust te stimuleren, hoewel deze activiteiten (volgens de interactiemetingen) geen succes hebben gehad (Van der Noordaa en Van de Ven, 2018b). Dit betreft de verspreiding van anti-islamcontent direct na de terroristische aanslagen op de luchthaven en de metro in Brussel in maart 2016 en in de twee jaar na de aanslagen. Deze ‘anti-islamcampagne’ betrof circa 950 tweets in het Nederlands die door zo’n 150 aan IRA gerelateerde accounts werden verspreid. Deze tweets werden echter zelden geretweet. Russische trollen hebben in Nederland uiteindelijk meer succes met de verspreiding van content in de Engelse taal. Terwijl deze tweets geen betrekking hebben op Nederlandse kwesties en bijvoorbeeld gericht zijn op de Amerikaanse verkiezingen, zijn ze door ruim 6000 Nederlandse Twitter-gebruikers met in totaal 9,5 miljoen volgers op grote schaal gedeeld (Kist en Wassens, 2018a).

Tegen de verwachtingen in was er in april 2016, tijdens het Oekraïne-referendum in Nederland, slechts minimale Russische inmenging (NOS, 2017). Er was wel een Russische video waarin nepleden van de extreemrechtse Oekraïense militie dreigden met terroristische aanslagen in Nederland en waarin ze een Nederlandse vlag verbrandden, maar deze video werd al snel herkend als propaganda (Bellingcat, 2016). Voor de rest is er in de onderzochte reeks tweets slechts een handvol tweets gevonden waarin een ‘nee’-stem werd gepropageerd (Van der Noordaa en Van de Ven, 2018a).

In NRC Handelsblad wordt het werk aan de dataset van Twitter afgesloten met de opmerking dat de Russische activiteit in Nederland mogelijk op grotere schaal plaatsvindt; om dat te achterhalen, moeten naast Twitter ook andere platforms met bekende trolactiviteit, zoals Facebook, Instagram, YouTube en Reddit, in een onderzoek worden betrokken. In het bijzonder na de overwinning van Trump in de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 wezen veel nieuwsorganen ook op Facebook. Zoals hierna redelijk uitgebreid wordt besproken, zijn in een studie van BuzzFeed News de posts verzameld die in de negen maanden voorafgaand aan de verkiezingen de meeste interactie hadden en is daarbij geconstateerd dat nepnieuws in die tijd meer circuleerde dan het mainstream nieuws. Journalisten van NRC Handelsblad hebben de algemene werkwijze van de studie voor Nederland herhaald, maar met een engere definitie van ‘nepnieuws’. Zij stelden vast dat de honderd meest gedeelde politieke nieuwsberichten uit januari en februari 2017 in de aanloop naar de Nederlandse algemene verkiezingen geen nepnieuws bevatten (Kist en Zantingh, 2017). Bepaalde artikelen konden naar hun oordeel wel als misleidend of tendentieus worden beschouwd, omdat daarin nieuwsfeiten werden overdreven of

26 uit hun context werden gehaald. De thema’s die gedurende de campagneperiode in Nederland voornamelijk speelden, waren immigratie, de islam en Geert Wilders.

Nederlandse nepvolgers en trollen Tot november 2017 werd in veel berichtgeving volgehouden dat Nederland (en de Nederlandse verkiezingen in het bijzonder) grotendeels vrij was van desinformatie of nepnieuws. Veel nieuwsberichten over dat onderwerp hebben betrekking op ‘nepvolgers’. Zo was er in 2015 een klein schandaal over Geert Wilders, betreffende een dubieuze stijging van het aantal volgers dat hij op Twitter had. Toen Twitter de kwestie van nepvolgers en de kunstmatige verhoging van het aantal volgers aanpakte door verdachte accounts in 2018 op grote schaal te verwijderen, zagen Wilders en andere Nederlandse politici (waaronder van de politieke partij DENK) dan ook hun aantal volgers dalen (NOS, 2018). In wellicht het bekendste geval werd ontdekt dat de Nederlandse singer-songwriter Dotan een nep-aanhang had van 140 gebruikersaccounts, die tussen 2011 en 2017 werden gebruikt om de muzikant op sociale media te liken, het Wikipedia- artikel over de artiest te wijzigen, zijn liedjes op de radio aan te vragen en op verschillende sociale mediaplatforms hartverwarmende verhalen over hem te verspreiden. In een van de profielen werd verklaard dat de muziek van Dotan iemand na een miskraam door een rouwperiode had geholpen; in een ander profiel werd verteld hoe Dotan de terminaal zieke broer van een fan welkom heette tijdens een meet-and-greet, waarbij de zanger steeds de hand van de jongen vasthield. Beide verklaringen waren onwaar, zoals door verslaggevers van de Volkskrant werd ontdekt en later ook door Dotan werd bevestigd (Misérus en Van der Noordaa, 2018a; 2018b).

In 2018 is de eerste grootschalige, wereldwijde studie naar computationele propaganda gepubliceerd, waarbij is gekeken naar georganiseerde manipulatie op sociale media, zoals het gebruik van nepvolgers in 48 landen, waaronder Nederland (Bradshaw en Howard, 2018). In de studie worden de verschillende computationele tactieken beschreven, die niet zozeer door de uitvoerders van Russische beïnvloedingscampagnes worden ingezet, maar juist door politieke partijen die de kiezer en de verkiezingen willen beïnvloeden.2 Daarbij is ontdekt dat het gebruik van sociale media als een infrastructuur voor de verspreiding van propaganda en desinformatie tegenwoordig wijdverbreid is. Het onderzochte onderwerp is “cyber troop activity”, dat wordt gedefinieerd als “government or political party use of social media to manipulate public opinion” (Bradshaw en Howard, 2018: 9).

Terwijl de manipulatie van sociale media in meer autoritaire regimes past binnen het grotere plan van de onderdrukking van kiezers en het vervalsen van de verkiezingen, geldt dat in “emerging and Western democracies, sophisticated data analytics, and political bots are being used to poison the information environment, promote skepticism and distrust, polarise voting constituencies, and undermine the integrity of democratic processes” (Bradshaw en Howard,

2 In het onderzoek is in een steekproef onder 48 landen een inhoudelijke analyse uitgevoerd van nieuwsberichten waarin over ‘cyber troop activity’ werd gesproken, aangevuld met een diepgaand onderzoek naar secundaire literatuur. Om de nieuwsberichten te verzamelen, gebruikten de onderzoekers in zoekopdrachten in Google, Yahoo!, Bing en LexisNexis een combinatie van de volgende trefwoorden: astroturf*; bot; Cambridge Analytica; Facebook; fake; fake account; disinformation; government; information warfare; intelligent agent; military; misinformation; persona management; pro-government; propaganda; psychological operations; psyops; social media; sock puppet*; troll*; Twitter (2018:8). 27

2018: 5). Een van de beschreven tactieken is het gebruik van drie soorten nepaccounts. Ten eerste kunnen online nepaccounts worden aangemaakt waarmee echte gebruikers worden aangevallen of uitgedaagd, polariserende content wordt verspreid of “conversaties en kritiek kunnen worden weggeleid van belangrijke kwesties” (Bradshaw en Howard, 2018: 11). Bij een tweede tactiek worden geautomatiseerde accounts of politieke bots ingezet om bepaalde hashtags automatisch te overbelasten en wordt gebruikgemaakt van astroturfing om de indruk te wekken dat er een grote groep volgers bestaat. De bots trollen ook echte gebruikers door die gebruikers of hun content te rapporteren. In beide gevallen vindt opschorting plaats totdat controle door een menselijke moderator heeft plaatsgevonden. Een derde tactiek is de inzet van hybride accounts, waarbij gebruik wordt gemaakt van automatisering (ten behoeve van de snelheid en het gemak). Ze worden echter wel actief door menselijke gebruikers beheerd, die doorgaans voor meerdere nepaccounts of ‘sock puppets’ verantwoordelijk zijn. Dit soort nepaccounts is moeilijk te herkennen en daardoor moeilijk te bestrijden. In de studie wordt geconcludeerd dat automatisering de meest voorkomende tactiek is, die werd gevonden in 38 van de 48 landen waarin nepaccounts actief waren.

Naast het gebruik van nepaccounts worden bij andere strategieën ook politieke advertenties ingezet en wordt er gebruikgemaakt van zoekmachineoptimalisatie (SEO) en activiteiten op chatapplicaties en op verschillende sociale mediaplatforms. Terwijl is gebleken dat Twitter voor automatisering het meest geschikte platform is, is in de studie in een kwart van de onderzochte landen gevonden: “cyber troop activity on chat applications or other platforms (Instagram, LINE, SnapChat, Telegram, Tinder, WeChat, WhatsApp)” (Bradshaw en Howard, 2018: 13). Voor de Europese landen in de steekproef werd geconstateerd dat nepnieuws in ieder land anders is. In Duitsland is junknieuws een vrij marginaal verschijnsel en is het tijdens de federale verkiezingen in 2017 voornamelijk door rechtse politieke actoren verspreid. In Italië daarentegen is een groot en actief ‘ecosysteem’ ervan verbonden aan populistische politieke krachten zoals de Lega Nord (Liga Noord) en de Movimento Cinque Stelle (M5S, Vijfsterrenbeweging), die tijdens het grondwettelijk referendum in 2017 en de verkiezingen in 2018 aan het werk waren. Hier wordt de nationale politiek door nepnieuws verbonden aan euroscepticisme, complottheorieën, buitenlanders en pro-Poetinpropaganda. In deze analyse wordt voor Nederland ook geconstateerd dat de desinformatie is gericht op de politicus Geert Wilders en in het bijzonder op de verspreiding van zijn anti-islamvideo, die in de aanloop naar de landelijke verkiezingen in 2017 op televisie is uitgezonden en op sociale media is gedeeld. In de studie wordt met name geconcludeerd dat de hashtags van de campagne van Geert Wilders door geautomatiseerde accounts zijn versterkt.

Deze resultaten komen overeen met de bevindingen in een studie waarbij is gekeken naar trol- achtig gedrag op Twitter in de aanloop naar de Nederlandse algemene verkiezingen in 2017, waarbij ‘sock puppets’ zijn gevonden (Bounegru e.a., 2018). In de studie werden ruim 500.000 tweets verzameld waarin ten minste één van de Twitter-accounts van de 28 politieke leiders werd genoemd, een maand voor de Nederlandse algemene verkiezingen in 2017. Om de gebruikers te behouden die trol-achtig gedrag vertoonden, werd de dataset teruggebracht tot slechts de 25 gebruikers die zich consequent op een of meer politieke vertegenwoordigers richtten.3 Uit de

3 Door hen ten minste 100 keer in een maand in een @mention te noemen. 28 analyse is gebleken dat er een opmerkelijke asymmetrie bestond in de verdeling van de doelwitten van trol-achtig gedrag en ‘sock-puppetry’ in het politieke spectrum, waarbij linkse politici het meest door negatieve vermeldingen worden getroffen, terwijl rechtse politici worden gesteund. De trollencontent strekt zich uit tot goed bekend staande nieuwsbronnen die de content ten minste dertig keer hadden geciteerd. Onder de geciteerde trollenaccounts zijn nepnieuwsorganisaties met namen als ‘Today in Syria’ en ‘WorldNewsPolitics’, politieke partijen (waaronder meerdere nepaccounts voor de Republikeinse partij in Tennessee) en bezorgde burgers, van wie de meeste sterk pro-Trump en anti-islam zijn (Kist en Wassens, 2017). In een andere analyse van NRC Handelsblad vertoonde de Nederlandse politieke partij DENK ook trol- achtig gedrag, waaronder sock-puppetry, op zowel Twitter als Facebook (Kouwenhoven en Logtenberg, 2017).

Hoewel is gebleken dat de Nederlandse nieuwsconsument een verscheidenheid aan nieuwsbronnen gebruikt, blijft ook de hoeveelheid junknieuws in Nederland stabiel (Burger e.a., 2019; Van der Poel, 2019). Van 2013 tot 2017 consumeerden Nederlandse Facebook-gebruikers meer commercieel gerichte clickbait van lage kwaliteit dan mainstream nieuws, zoals uit de interactiescores is gebleken. Naar verwachting is er ook relatief meer clickbait op Facebook dan kwaliteitsnieuws aanwezig.

Het consumeren en doorsturen van (extreme) clickbait en andere problematische informatie strekt zich ook uit tot politici en publieke figuren. Eén Nederlandse onderzoeker, Peter Burger, heeft een verzameling voorbeelden waarin Nederlandse politici antisemitische of anderszins verontrustende content hebben geretweet. Een voorbeeld hiervan is een video waarin beweerdelijk te zien is dat moslims een kerstmarkt in Litouwen vernielen, maar dit was feitelijk een opname van een gebeurtenis die in Baltimore in de Verenigde Staten had plaatsgevonden (Burger, 2016).

Afbeelding 1. Cartoon waarin de taskforce Nepnieuws wordt bespot. Bron: Reid e.a. (2018).

Herkennen en tegengaan van desinformatie in de Nederlandse online omgeving Verschillende initiatieven hebben tot doel desinformatie in Nederland en op EU-niveau op te sporen en tegen te gaan. De EU-taskforce (East Stratcom Task Force) tegen desinformatie kreeg in Nederland zware kritiek te verduren nadat in het project EUvsDisInfo artikelen van The Post Online, GeenStijl en De Gelderlander onterecht als desinformatie waren aangemerkt (Van Keulen e.a., 2018; Heck, 2018). (Afbeelding 1 toont een cartoon over de taskforce Nepnieuws, waarin

29 staat dat internettrollen het best met internethobbits kunnen worden bestreden.) In zekere zin kwam de discussie voort uit een verkeerde lezing van op zichzelf staande verhalen, wellicht ook met een gebrek aan erkenning van de mate waarin enkele bronnen ondanks hun tendentieuze stijl in het Nederlandse medialandschap gevestigd zijn (in het geval van The Post Online en GeenStijl). Voor wat betreft De Gelderlander: dat had bijna woordelijk een Russische verhaallijn overgenomen over degene die de MH17 zou hebben neergehaald, maar schreef het verhaal in een uitgeklede rapportagestijl wel aan zijn oorspronkelijke bron toe. De gesignaleerde gevallen werden na klachten van de Nederlandse mediaorganisatie Persgroep van de website van EUvsDisInfo verwijderd (EUvsDisinfo, 2018).

Factchecken als journalistieke praktijk heeft in Nederland voet aan de grond gekregen. Veel kranten hebben een factcheckafdeling ingesteld (of nieuw leven ingeblazen), die zich veelal bezighoudt met het controleren van uitspraken die in interviews in kranten of op televisie door politieke figuren zijn gedaan. Ook zijn er websites zoals Hoaxmelding.nl and Nieuwscheckers.nl, die lijsten aanleggen met voorbeelden van vals nieuws op Facebook en elders. De onderzoekers van het Rathenau Instituut hebben deze lijsten voor hun onderzoek naar desinformatie geanalyseerd. De lijsten bevatten 140 berichten op Hoaxmelding (verzameld tussen 1 februari 2014 en 18 december 2017) en 166 op Nieuwscheckers (tussen 3 februari 2017 en 5 januari 2018) (Van Keulen e.a., 2018). Ze hebben geconstateerd dat de berichten op de lijst van Hoaxmelding voorbeelden betreffen van ongegronde waarschuwingen (65), polariserende desinformatie (32) en vals nieuws over criminaliteit (31). Daarnaast waren er een aantal gevallen van clickbait, zowel goedaardig als kwaadaardig. De content stuurt gebruikers door naar reclame- , “like-farming”- en phishingsites (Van Keulen e.a., 2018: 38). Dergelijke posts bevatten human interest-verhalen die “pijnlijk zijn op een persoonlijk niveau” (Van Keulen e.a., 2018: 45). De onderzoekers hebben geconstateerd dat slechts 25% van de desinformatie politieke content betreft en dat de meeste clickbait een commercieel doel dient en geen politiek doel. Op de lijst met berichten die zijn verzameld door Nieuwscheckers, een initiatief vanuit de Universiteit Leiden, bleek minder dan de helft politieke content te bevatten. Binnen de gehele dataset vonden de onderzoekers zes voorbeelden van polariserende content. Voor de rest betreffen veel posts feitelijk onjuiste, openbare uitspraken van politici. Het onderzoek daarnaar volgt de manier waarop de feiten traditioneel worden gecontroleerd.

Afbeelding 2. ‘Opgespoord en verwijderd’ nepnieuws, met een door NU.nl en Nieuwscheckers afgegeven waarschuwing. Bron: NOS (2017a).

30

Factchecken gaat tegenwoordig veel verder dan het enkel ‘uitpakken’ van de uitspraken van politici, en Facebook is met veel bureaus over de hele wereld, waaronder Nederland, een samenwerkingsverband aangegaan om dubieuze content te onderzoeken en te catalogiseren. In 2017 is Nieuwscheckers met Facebook en NU.nl gaan samenwerken en dat jaar werd hun eerste gezamenlijke “succesvolle opsporing en verwijdering van nepnieuws” gevierd toen zij een human interest-post, verpakt als sensatieartikel, opmerkten over een Australische baby die 20 kilo woog (zie afbeelding 2). In februari 2019 trok Nieuwscheckers zich vanwege aansprakelijkheidsrisico’s echter terug uit het factcheckinitiatief van Facebook (Kist, 2019). NU.nl werkt nog altijd met Facebook samen aan de feitencontrole. NU.nl wordt daarvoor betaald, wat herhaaldelijk aan de orde komt in de context van journalisten die wordt gevraagd om op vrijwillige basis een probleem aan te pakken dat door Facebook zelf is gecreëerd.

De doeltreffendheid van factchecken als strategie in Nederland is een vraag van een andere orde. Zoals hiervoor reeds is vermeld, hebben factchecks en nepnieuws veelal een verschillend publiek en kunnen mensen door factchecks juist naar nepnieuws worden geleid in plaats van er vandaan. Uit een recent onderzoek in Nederland is gebleken dat zelfs wanneer veel mensen het eens zijn met een factcheck, zij toch niet geïnteresseerd zijn in het artikel waarin de feiten worden gecontroleerd. De wetenschappers adviseren journalisten daarom om de factchecks in een aantrekkelijk format te gieten (Hameleers en Van der Meer, 2019). Een andere strategie om desinformatie tegen te gaan betreft een tak van mediawijsheid waarbij vaardigheden worden ontwikkeld om valse gebruikersaccounts en desinformatie te herkennen. De ene is op bronniveau, de andere op verhaalniveau. In de Field Guide to Fake News wordt een methode geboden voor de opsporing van trollenaccounts door naar hun vrienden of hun profielinformatie te kijken (Bounegru e.a., 2018). Ook zijn er cursussen en trainingsmodules voor de opsporing van nepnieuws en factchecks, die bijvoorbeeld door Radio worden gegeven (RNTC, 2019). Het andere format is de nepnieuwsquiz, zoals die van de Volkskrant (2016) en the Guardian (2016), maar ook de ‘deceptive Facebook post’ test van The New York Times (2018). Deze quizzen maken duidelijk hoe moeilijk het is om nepnieuws te herkennen. In het Nederlandse serious game met de naam Slecht Nieuws worden de spelers uitgenodigd om nepnieuws te creëren, waarmee ze inzicht krijgen in de achterliggende strategieën en die sneller kunnen herkennen (NRC, 2018; DROG, 2018). Dit maakt deel uit van inspanningen waarin nepnieuws als risico wordt onderzocht en die tot doel hebben om de bevolking er uiteindelijk tegen te wapenen (Roozenbeek en Van der Linden, 2018).

Stemwijzers Stemwijzers (‘voting advice applications’) zijn doorgaans websites die hun doelstelling beschrijven als het helpen van zwevende kiezers bij het vinden van de politieke partij die het best bij hun voorkeuren en standpunten past. Als zodanig kunnen zij in het kader van het onderzoek naar nepnieuws worden beschouwd als een concurrerend overtuigingsinstrument, een preventieve maatregel tegen beïnvloedingscampagnes of zelfs een mogelijke plaats waar deze door middel van parodie, hoax of hack te vinden zijn. In de literatuur over stemwijzers wordt ingegaan op de situatie in Nederland en België, de landen waar samen met Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland de helft of meer dan de helft van de kiezerspopulatie voorafgaand aan de verkiezingen een stemwijzer raadpleegt. Het werk kan globaal genomen worden gepositioneerd als betrekking hebbend op “the impact of internet-based applications on politics” en kan ruwweg 31 worden verdeeld in gebruikersstudies, de invloed van stemwijzers op de kiezer en de achterliggende methoden (Hirzalla en Van Zoonen, 2015: 88). Deze online stemhulpmiddelen zijn tot dusver niet genoemd als aanbevolen technologie ter bestrijding van nepnieuws en beïnvloedingscampagnes op zich, hoewel ze een vrij gepersonaliseerde informatie-ervaring bieden waarvan de ‘invloeden’ kunnen worden onderzocht, zoals hierna kort wordt besproken.

Bij studies naar het gebruik ervan hebben onderzoekers zich afgevraagd of stemwijzers “mobilize the mobilized” (Hirzalla en Van Zoonen, 2015). En inderdaad: terwijl stemwijzers in alle bevolkingsgroepen, interesses, standpunten en gedragingen een heterogeen gebruikersbestand kennen (Vassil, 2011), is er een oververtegenwoordigde subgroep van jongere, voornamelijk centrumlinkse, stedelijke en goed opgeleide mannelijke gebruikers die politiek actief of goed geïnformeerd zijn. Uit deze onbalans kan worden geconcludeerd dat degenen die het meest van politiek advies zouden profiteren het minst geneigd zijn om ernaar op zoek te gaan (Ruusuvirta, 2010).

Een tweede reeks literatuur betreft de invloed van stemwijzers en inzicht in de vraag of ze het stemgedrag van hun gebruikers hebben beïnvloed, hoewel niet duidelijk is of de kwaliteit, het bereik en de grafische interface van de hulpmiddelen effect hebben gehad op de omvang van de invloed. Van de respondenten gaf tussen de 1% en 15% van de mensen die gebruik hadden gemaakt van DoeDeStemTest (in België), StemWijzer en Kieskompas (in Nederland) aan dat de hulpmiddelen invloed hadden gehad op hun beslissing (Walgrave e.a., 2009; Hirzalla en Van Zoonen, 2015). Terwijl uit onderzoek is gebleken dat de gebruikers met kennis van zaken over de politiek die zich bij de politiek betrokken voelen en die veel gebruikmaken van stemwijzers de stemwijzers ook als nuttig ervaren, dit ook de gebruikers zijn die daardoor het minst worden beïnvloed (Alvarez e.a., 2014; Dumont en Kies, 2012).

Een derde reeks literatuur betreft de door de stemwijzers gebruikte methoden. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de keuze van de beleidspunten die in het interactieve systeem worden opgenomen en de modellen die aan het advies ten grondslag liggen. De selectie van de beleidspunten op zich is een cruciale factor in het stemadvies dat wordt gegeven, waarbij een andere selectie tot een ander advies zou leiden (Walgrave e.a., 2009). Over het algemeen geldt dat stemwijzers beleidspunten blijken te selecteren op basis van hun eigen kenmerken (voor de verkiezingsperiode) en veranderlijkheid (d.w.z. dat verschillende partijen verschillende standpunten innemen) (Hirzalla en Van Zoonen, 2015). Het redactieproces verschilt: terwijl bepaalde stemwijzers hun stellingen uitsluitend samen met deskundigen zoals politicologen of journalisten selecteren (bijv. de Oostenrijkse stemwijzer wahlkabine.at), komt de formulering van de standpunten bij andere stemwijzers in samenspraak tot stand, zoals met partijvertegenwoordigers in het geval van het Nederlandse StemWijzer, of in de Duitse “Wahl- O-Mat” met een redactieraad die bestaat uit professionele deskundigen en kiezers die voor het eerst of voor de tweede keer stemmen (Garzia en Marshall, 2017).

Terwijl de kiezer zijn politieke standpunten kenbaar maakt en daar in bepaalde gevallen een gewicht aan toekent, wordt door de software berekend in welke mate de voorkeur van de kiezer met die van de respectieve partijen overeenstemt en worden de resultaten in een gerangschikte lijst, een staafdiagram, een grafiek of een radardiagram weergegeven. Verscheidene studies 32 richten zich op de werking en de visuele output van de verschillende stemhulpmiddelen. In Louwerse en Rosema (2014) worden ze geanalyseerd door te bekijken hoeveel aspecten in de rangschikking van de politieke partijen worden meegenomen. In die studie verwijst een eendimensionaal model naar de rangschikking van de politieke partijen op basis van de mate van overeenstemming tussen de partij en de kiezer, waarbij de resultaten als een gerangschikte lijst of een staafdiagram worden weergegeven. Bij een tweedimensionaal model worden de standpunten van de politieke partijen en de antwoorden van de kiezer op een lijn geplaatst die van politiek links naar rechts loopt, waarop de match wordt weergegeven. Bij het uitgebreidere multidimensionale model, dat door de Zwitserse smartvote-applicatie wordt gebruikt, worden de standpunten en antwoorden op acht beleidsaspecten in kaart gebracht en worden de resultaten in een radardiagram weergegeven, dat moeilijker te lezen is (Louwerse en Rosema, 2014). In een vergelijkende toets met deze modellen namen de onderzoekers een dataset van het Nederlandse StemWijzer en constateerden ze dat de verschillende ruimtelijke modellen tot zeer uiteenlopende matches zouden leiden (Louwerse en Rosema, 2014).

Zoals hiervoor reeds is vermeld, zijn de stemhulpmiddelen in een aantal Europese landen vrij populair en kunnen ze niet alleen alsnog een informatiebron worden beschouwd, maar ook als een bron die concurreert met de campagnes. Hoewel de invloed ervan (net als de invloed van campagnes) wederom minimaal is, kunnen de stemwijzers worden gezien als een andere benadering of tegenmaatregel in de discussie over de beste manier om het probleem van nepnieuws aan te pakken.

Nepnieuws mag dan overal aanwezig zijn, maar is het ook overtuigend? Als we de huidige periode van nepnieuws in golven zouden verdelen, kan worden gesteld dat de eerste golf betrekking heeft op de vraagstukken omtrent de definities en de productiekant (zoals hiervoor hoofdzakelijk is besproken), terwijl de tweede golf in toenemende mate het onderzoek naar de consumptie ervan betreft (Boczkowski, 2016). Met andere woorden: nepnieuws kan worden beschouwd als “pervasive, but is it persuasive?” (Shaw, 1979). Waarom consumeren mensen nepnieuws en hebben deze lezers specifieke demografische kenmerken of een specifiek profiel? Welke mensen vinden dergelijke verhalen geloofwaardig of in ieder geval de moeite waard om te delen? Zijn zij overtuigd of kunnen zij worden overtuigd? In de Verenigde Staten en in een groeiend aantal andere landen zijn sociale mediaplatforms in toenemende mate een belangrijke nieuwsbron. De manier waarop ze het nieuws aanbieden verschilt met die van een krant of vergelijkbare journalistieke producten (Gottfried en Shearer, 2016; Poynter, 2019). Men ontvangt dan in plaats van een hele krant slechts losse verhalen, die ieder worden gedeeld door iemand met wie de gebruiker van sociale media (vaak rechtstreeks) een relatie tot stand heeft gebracht. Dat kunnen vrienden (Facebook), volgers (Twitter), connecties (LinkedIn) etc. zijn. De verhalen komen op basis van algoritmes in de feeds terecht. Dat houdt in dat een filtermechanisme bepaalde verhalen een boost geeft, gebaseerd op signalen als activiteit en -in toenemende mate- betrouwbaarheid, of op basis van de hoeveelheid gegeven en gemeten zinvolle interactie tussen personen. Anders gezegd: van degenen die (volgens een bepaalde maatstaf) dichtbij de gebruiker staan, is het waarschijnlijker dat hun verhalen worden gezien (Eslami e.a., 2015). Dergelijke constateringen hebben geleid tot discussies over de hernieuwde toepassing van het begrip ‘filterbubbel’, een term die oorspronkelijk in verband werd gebracht met een gebruiker die gepersonaliseerde (in plaats van algemene) resultaten uit een zoekmachine 33 krijgt (Pariser, 2011; Van Keulen e.a., 2018; Puschmann, 2018). Personalisatie heeft zich echter ontwikkeld van het resultaat van de informatie-interactie van één zoekende gebruiker tot interactie met een heel sociaal netwerk. Daarmee verschuift de bubbel van het individu naar de groep; dit heeft niet alleen aanleiding gegeven tot ‘bubbel-studies’ van nieuwsomgevingen op sociale media, maar ook van omgevingen die betrekking hebben op gezondheid, wetenschap, mode en andere gebieden van collectieve informatieproductie en gebieden waarop wordt gedeeld en aanbevelingen worden gedaan (Pedersen en Hendricks, 2014; Hendricks en Vestergaard, 2019). De verspreiding en consumptie van nepnieuws worden in toenemende mate zelfs ervaren als een probleem voor het milieu (bijv. klimaatverandering en de sceptici ervan), gezondheid (bijv. de weerstand tegen vaccinatie) en een verscheidenheid aan andere gebieden (Kitta, 2018).

Deze bevindingen hebben ertoe geleid dat de onderzoekers enerzijds de groepen hebben afgebakend die het meest geneigd zijn om nepnieuws te consumeren en te delen, samen met de dynamiek van de bubbel waarin ze zich bevinden, en anderzijds hebben vastgesteld welke betekenis, of oprechtheid, aan het delen wordt gehecht. Voor wat betreft de consumptie van nepnieuws kan allereerst worden gezegd dat er sprake is van twee veel geciteerde bevindingen over het belang ervan vanuit de journalistieke arena. Eén bevinding was dat de verhalen die tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen het meest gedeeld werden, nepnieuws waren (zie afbeelding 3); de andere was dat Russische desinformatiecampagnes een veel groter bereik hadden dan eerder werd gedacht en gemeld in een verklaring door Facebook voor het Amerikaanse Congres (Silverman, 2016; Timberg, 2017). Deze bevindingen zijn sindsdien in een bredere context geplaatst en vergeleken met ‘normale’ politieke campagnes en de ontwikkeling van ‘messaging’-strategieën, die door het nieuws worden gefilterd. Ten eerste is dergelijk ‘nieuws’ uiteindelijk slechts door een fractie van de bevolking geconsumeerd (Allcott en Gentzkow, 2017). Gezien de beperkte blootstelling zou de eventuele invloed ervan verbleken bij de politieke televisiereclame (Persily, 2017). Er is echter ook de meer omvattende vraag of de berichten eigenlijk wel meer dan “minimal effects” hebben (Lazarsfeld e.a., 1948). Zoals herhaaldelijk is geconstateerd, is het netto-effect van campagnes, ook wanneer ze door de politieke elite worden gevoerd, uiterst laag of zelfs nihil waar het gaat om het overhalen van de toekomstige kiezer (Kalla en Broockman, 2017). Het doel ervan is dan niet zozeer om de kiezer over te halen, maar om “het enthousiasme van reeds bestaande supporters aan te wakkeren” (Panagopoulos 2016).

Ze zijn weliswaar begonnen als asymmetrische onderzoeken van rechts en links, maar de tot dusver meest gangbare bevindingen over de verspreiding van nepnieuws – zowel ten aanzien van de inhoud als ten aanzien van de consument – zijn uiteindelijk allemaal voor het overgrote deel op rechts gericht, of het nu gaat om conservatieven en de ‘alt-right’ in de Verenigde Staten of om andere naar rechts neigende, populistisch-rechtse of nieuw-rechtse groepen in Europa (Bounegru e.a., 2018; Benkler e.a., 2018). Het is van belang allereerst op te merken dat zowel gedurende de campagnes voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen als daarna de informatiesferen van rechts veel meer nep- en junkverhalen, desinformatie en anderszins dubieuze verhalen en bronnen bevatten dan links (Faris e.a., 2017). Zodoende dient bij de conclusies over het naar rechts neigende publiek dat informatie deelt, rekening te worden gehouden met het feit dat dit publiek onevenredig veel aan die informatie is blootgesteld; wanneer alle andere factoren gelijk zijn, zou rechts meer van die informatie delen (Marwick, 2018). In empirische studies is geconcludeerd dat het meeste nepnieuws door rechts (en met name de aanhangers van Trump) is 34 geconsumeerd. Er lijkt in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 evenwel een oudere, harde kern van consumenten van die informatie te zijn: “the 10% of Americans with the most conservative information diets” (Guess e.a., 2018). Dit betreft de zware mediagebruikers en het ‘gewillige publiek’, die de tijd hebben om media te consumeren (Nelson en Taneja, 2018). In tegenstelling tot de meerderheid van het mediaconsumerende publiek zijn zij veel meer geneigd om nichebronnen te raadplegen in plaats van uitsluitend gevestigde bronnen. Het ligt, met andere woorden, in de lijn der verwachting dat door dit publiek ‘fringe’- materiaal wordt geconsumeerd.

Afbeelding 3. Het ontstaan van de nepnieuwscrisis, oftewel het ‘nepnieuws’ heeft op Facebook een groter publiek dan het ‘mainstream nieuws’ in de aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen in 2016. Bron: Silverman, 2016.

Het werk waarin wordt overwogen waarom gebruikers nepnieuws delen, zou moeten worden voorzien van een inleiding over het onderscheid tussen “earnest and ambivalent” internetgebruikers (Hedrick e.a., 2018). In veel van de literatuur over de internetcultuur is niet in aanmerking genomen dat aanzienlijke culturele productie niet plaatsvindt en informatie niet wordt gedeeld omdat men aan de participatiecultuur, ‘connective action’ en andere serieuze vormen van de online civiele cultuur wil deelnemen, maar juist vanwege onsympathiek amusement (ook wel ‘lulz’ genoemd) (Phillips, 2015). ‘Delen’ of ‘sharing’, een term die in de digitale cultuur is verschoven van een begrip uit de gifteconomie naar een dominante vorm van zogenaamd ‘platformkapitalisme’, kan tegenwoordig evengoed door onoprechtheid als door opmerkzaamheid worden ingegeven (Barbrook, 1998; Belk, 2007; Srnicek, 2017). Dat houdt in dat de beweegreden voor maken en delen twee kanten op kan gaan, hetgeen “het vaststellen van intentie van de auteur compliceert” (Phillips en Milner, 2018: 11). Het is lastig om te bepalen welke bedoeling eraan ten grondslag ligt, en dit geldt des te meer voor de omgevingen waar sarcastische en extreme uitspraken en content overheersen. Het is moeilijk te doorgronden of iemand ter vermaak iets deelt en daarmee een reactie uitlokt of dat hij dat om inhoudelijke redenen doet.

35

Zoals in de Amerikaanse context al is geconcludeerd, vinden de meest gedeelde nepnieuwsverhalen op sociale media gehoor bij mensen bij wie een bepaalde onvrede (over de vooringenomenheid van gevestigde bronnen) en verontwaardiging (over economische kansen) leeft die aan bepaalde maatschappelijke tweedelingen ten grondslag ligt (Marwick, 2018). De verhalen staan bovendien in een spiegelwereld van complottheorieën niet op zichzelf, maar sluiten juist aan op het meer mainstream conservatieve nieuws zoals dat met name door Fox News wordt gebracht; ze zijn in hun bewoordingen en presentatie extremer en overschrijden sneller bepaalde grenzen. Vandaar het begrip ‘hyperpartisan’ (politiek sterk gekleurd of ‘hyperpartijdig’), maar er wordt tevens verwezen naar tendentieuze bronnen die zich tegen de gevestigde orde verzetten. Hier past een verwijzing naar het Overton-venster (‘Overton Window’), dat betrekking heeft op de grenzen van het huidige, aanvaardbare publieke debat en op de mate waarin de gevestigde normen door extreme uitspraken in politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen worden verschoven (Daniels, 2018).

Onderzoek naar nepnieuws: digitale methoden en datajournalistiek Zoals hierna wordt besproken, is één onderzoeksstrategie voor het meten van de verspreiding van de soorten en bronnen van nepnieuwsverhalen rondom landelijke verkiezingen om de aanwezigheid ervan in het algemeen te peilen. Hierbij kan in het bijzonder worden gekeken naar de content op sociale media die de meeste interactie realiseert en die gaat over verkiezingen, politieke partijen, kandidaten en maatschappelijke kwesties. Een subtielere analyse zou kunnen beoordelen hoezeer nepnieuwsverhalen al in de topverhalen voorkomen, waarbij wordt gekeken in hoeverre ze zich ook in de mainstream media bevinden. Daarnaast kan door een vergelijking van de interactie met nepnieuws ook worden bepaald welke platforms het meest vatbaar (of ontvankelijk) zijn voor de hosting en verspreiding van die content. Facebook is in het bijzonder genoemd als een nepnieuwsmachine (Herrman, 2016). Uit empirisch onderzoek is gebleken dat Facebook daarvan namelijk (verhoudingsgewijs) meer host dan andere platforms, ongeacht of een enge of een brede definitie wordt gehanteerd (Guess e.a., 2018).

Om dergelijke analyses in context te plaatsen, is het zinvol te bekijken op welke manieren de omvang, het bereik en de invloed van nepnieuws tot op heden aan de hand van media-analyses, en meer in het bijzonder aan de hand van digitale methoden en datajournalistiek, zijn onderzocht. De methoden kunnen in het algemeen worden beschouwd als gemengde kwantitatieve/kwalitatieve benaderingen. Ze beginnen vaak in de journalistieke arena, met de kwalitatieve vaststelling van de dubieuze aard van een reeks bronnen en/of verhalen, en gaan verder met digitale methoden waarbij zoekopdrachten worden geformuleerd en gegevens worden verzameld met behulp van platform-API’s, bedrijfsdashboards voor mediamonitoring en sociale mediabedrijven die overzichten hebben verstrekt van trollen of gebruikersaccounts die worden geweerd. Ten aanzien van de overzichten met dubieuze bronnen is de originele lijst van BuzzFeed News, met circa 20 bronnen waarvan is vastgesteld dat ze nepnieuws bevatten, als basis voor een reeks empirische studies gebruikt (Silverman, 2016; Allcott en Gentzkow, 2017; Bounegru e.a., 2018; Marwick, 2018; Grinberg e.a., 2019). Voor het onderzoek naar de Italiaanse nieuwssfeer is gebruikgemaakt van de overzichten van BUTAC, Bufale en Bufalopedia (Fletcher e.a., 2018; Butac, 2018). Bij bepaalde empirische onderzoeken in Nederland is eveneens de lijst van Hoax-Wijzer met 92 Nederlandstalige “valse nieuwssites” als basis gebruikt (Van Keulen 36 e.a., 2018; Wieringa, 2017).4 Maar in ander werk, zoals in de analyse van NRC Handelsblad van de omvang van het nepnieuwsprobleem in Nederland in de aanloop naar de landelijke verkiezingen in 2017, wordt helemaal opnieuw naar de bronnen gekeken. Daarbij wordt ter plekke bepaald wat er nep is (Kist en Zantingh, 2017). Dit kan in tegenspraak zijn met de eerdere overzichten. Zo meldt Hoax-Wijzer dat De Dagelijkse Standaard een “valse nieuwssite” is, terwijl NRC Handelsblad de site niet als “nepnieuws” aanmerkt; de “extreemrechtse nieuwssite” valt onder de noemer “misleidend”, omdat daar werd gemeld dat “1.000 doorgedraaide moslims” tijdens de nieuwjaarsnacht een kerk in Dortmund “in de fik” hadden gestoken, terwijl er in werkelijkheid vuurwerk op het dak was beland en daardoor lichte schade was veroorzaakt. NRC Handelsblad stelde vast dat de site niet aan zijn definitie van ‘nepnieuws’ voldeed, namelijk een “volledig verzonnen verhaal dat als nieuws is verpakt”.

Het vraagstuk van de opsporing van nepnieuws op bron- of verhaalniveau wordt ook vaak bij de journalisten, mediaorganisaties en factcheckbureaus neergelegd, waar de geloofwaardigheid en transparantie kunnen worden beoordeeld (NewsGuard, 2019). Zo worden aan gemaskeerde bronnen strafpunten toegekend. Zoals hiervoor reeds is vermeld, kan een genre-analyse ook zinvol zijn voor de vaststelling van dubieuze content voor online verhalen (Luders̈ e.a., 2010). Desinformatie, complottheorieën, clickbait en (geautomatiseerde) versterking hebben hun eigen stijl (Rony e.a., 2017). Desinformatie is veelal een harde contrafeitelijke presentatie, een complottheorie heeft meerdere personages en intriges, clickbait is een sensatieverhaal dat vaak pijnlijk is op een persoonlijk niveau en bij (geautomatiseerde) versterking worden gecoördineerd en met vaste tussenpozen berichten geplaatst, zoals in projecten voor de opsporing van kwaadaardige sociale bots is ontdekt (Ratkiewicz e.a., 2011; Bessi en Ferrara, 2016; RoBhat labs, 2017). Ook andere technische handtekeningen van dubieuze nieuwssites zijn van belang. Zo zijn in empirisch onderzoek naar de soorten cookies en externe elementen in mainstream en zogenoemde nepnieuwssites verschillende soorten onderscheiden, waarbij mainstream sites gebruikmaken van op maat gemaakte trackers en andere sites juist standaard trackers gebruiken (Bounegru e.a., 2018).

Met een bestaand overzicht van nepnieuwsbronnen of een overzicht waarover nog besluiten moeten worden genomen, is de volgende stap het opbouwen van een mediacorpus. In navolging van de methode van BuzzFeed News worden bij veel projecten in mediamonitoringdiensten (zoals BuzzSumo, Com Score en Crowdtangle van Facebook) zoekopdrachten met trefwoorden en/of URL’s ingevoerd om bronnensets op te bouwen van de media met de meeste interactie en om per verhaal interactiescores te verkrijgen. Bepaalde technieken omvatten ook de nadere interpretatieve codering van verhalen, waaronder verhalen waarin onvrede tot uitdrukking komt (Marwick, 2018).

Hoewel veel aandacht is uitgegaan naar Facebook en het onderzoek naar de verkiezingsverhalen waarmee op dat platform de meeste interactie plaatsvindt, wordt vaak de voorkeur gegeven aan Twitter als databron vanwege de specifieke datasets (die door Twitter of universitair onderzoekers ter beschikking worden gesteld) over accounts die door het Internet Research

4 Zoals ook uit andere studies is gebleken, is de lijst gedateerd; in april 2019 waren 40 van de 92 sites offline. Toch blijft de lijst nuttig als een overzicht van oudere mediacorpora. 37

Agency worden beheerd (Farkas en Bastos, 2018). In een hele reeks studies wordt vertrouwd op de door Twitter gecreëerde sets en op de gegevens die op een solide wijze door bijvoorbeeld Clemson University en het hiervoor genoemde FiveThirtyEight worden verzameld en onder dataonderzoekers worden gedeeld. In een vorm van burgerwetenschap heeft de publicatie op GitHub van de door Clemson verzamelde dataset tot talloze studies geleid; in de Verenigde Staten is, zoals bekend, een wijdverbreide desinformatiecampagne gevonden, evenals nicheactiviteiten waarbij politici in staten zoals Maine het doelwit waren (Roeder, 2018). Net zoals in Nederland (zoals hiervoor besproken) zijn de gegevens gebruikt in andere landen die volgens de journalistiek eerder onderbelicht waren gebleven. Zo werden in Italië door IRA- trollen talloze pro-populistische partijtweets in het Italiaans gepost, waarbij werd aangesloten bij de ‘kakofonie’ of de rechtse media-ecologie, zoals ook in het OII-werk wordt besproken (Fubini, 2018; Fletcher e.a., 2018). Twitter heeft ook de voorkeur omdat de gegevensverzameling over het algemeen gemakkelijk te gebruiken is door middel van streaming- en search-API’s, intermediairsdiensten zoals Hexagon Crimson voor steekproeven en de beschikbaarheid van historische datasets, hoewel daarvoor betaald moet worden.

Andere benaderingen (waarin consumptie en overtuigingskracht worden overwogen in plaats van definities en productie) waarbij wordt vertrouwd op enquêtes, de verzameling van gebruikersgegevens en experimenten zouden ook moeten worden aangestipt. Er zijn met betrekking tot misinformatie talloze experimenten uitgevoerd (Jankowski, 2018). Zo heeft een representatieve steekproef van de bevolking er onlangs mee ingestemd dat de online mediaconsumptie passief wordt gevolgd, waarna daar in een enquête vragen over werden gesteld (Guess e.a., 2018). En er zijn experimenten waarin aan consumenten nepnieuws wordt getoond, waarna ze factchecks te zien krijgen om te bepalen of de factchecks bij hun overtuigingen moeten passen om overtuigend te zijn (Hameleers en Van der Meer, 2019). In een ander experiment in Nederland in opdracht van de Volkskrant kregen de respondenten rond vier onderwerpen nepnieuws te zien: vaccinaties en autisme, MH17, gevallen van verkrachting in verband met migratie, of Sylvana Simons (politica en mediapersoonlijkheid) en discriminatie. In het onderzoek werd getoetst of de respondenten minder zeker waren over de feiten nadat ze verkeerd waren geïnformeerd (I&O Research, 2017; Kranenberg, 2017).

Ten aanzien van andere platforms dan Facebook en Twitter lijken YouTube en met name Instagram betrekkelijk onderbelicht maar wel van belang, en worden Reddit en 4chan gezien als broedplaats voor bepaalde, meer excentrieke content met verstrekkende gevolgen, zoals Pizzagate (New Knowledge, 2018; Tuters e.a., 2018). Er bestaan platformspecifieke benaderingen voor het opbouwen en analyseren van datasets voor Instagram (door middel van zoekopdrachten op hashtags en plaatsnamen), maar ook voor YouTube, Reddit en 4chan (Rogers, 2018b; Rieder e.a., 2018). Ook de online zoekmachine van Google is aan toetsing onderworpen vanwege de extreme content die wordt weergegeven na een zoekopdracht op (bijvoorbeeld) de holocaust.

Het werk van BuzzFeed over de opsporing en analyse van nepnieuws op Facebook is in onderzoek in de datajournalistiek en in latere, daarop voortbordurende studies bijzonder invloedrijk geweest. Het is dan ook zinvol om dat werk redelijk uitgebreid te beschrijven (Silverman, 2016). Allereerst werd door de onderzoekers een trefwoordenlijst samengesteld 38 betreffende verkiezingen (en met name controversiële verkiezingsonderwerpen) en daarna werden die trefwoorden in mediamonitoringsoftware (BuzzSumo) ingevoerd, waarbij de resultaten van de interactiescore werden gerangschikt. Aan de hand van de resultaten stelden ze een overzicht van websites met nepnieuws en politiek sterk gekleurd nieuws samen, dat zij samenvoegden met de overzichten die zij al eerder via aparte rapportages hadden verkregen, waaronder over de beruchte verzameling van circa 100 websites die door de Macedonische makers van clickbait waren opgezet en die onderdeel waren van dezelfde groep websites (met hetzelfde Google Analytics ID) van WTOE 5 News, dat het verhaal had verzonnen over de paus die de voorkeur gaf aan Trump, en een verzameling politiek sterk gekleurde sites (Silverman en Singer-Vine, 2016; Silverman e.a., 2016). Ook creëerden zij een overzicht van circa 20 mainstream nieuwssites.5 (BuzzFeed heeft ook alle bijbehorende gegevens via online Google- spreadsheets beschikbaar gesteld, overeenkomstig de opkomende normen in de datajournalistiek.) De interactiescores van het belangrijkste mainstream nieuws en de belangrijkste nepnieuwsverhalen werden vervolgens vergeleken. In de eerste studie van deze soort en wellicht het begin van wat voor Facebook de ‘nepnieuwscrisis’ kan worden genoemd, is gebleken dat de nepnieuwsverhalen in de drie maanden voorafgaand aan de Amerikaanse presidentsverkiezingen een hogere interactiescore behaalden dan de verhalen uit het mainstream nieuws. Daaruit kunnen conclusies worden getrokken over de vergelijkbare “power of fake election news on Facebook” (zie afbeelding 3) (Silverman, 2016). In latere rapportages is gekeken naar de mate waarin dat nieuws op Facebook meer gehoor vindt dan de mainstream nieuwsberichten, ondanks de eerste pogingen van het bedrijf om de invloed ervan te beperken. Uit een van de belangrijke onderzoeken waarvoor het Amerikaanse Congres opdracht heeft gegeven, is gebleken dat de activiteit aangaande nepnieuws en beïnvloedingscampagnes op Facebook en met name Instagram na de Amerikaanse verkiezingen substantieel is toegenomen (Howard e.a., 2018).

In april 2019, zo’n tweeënhalf jaar na het verhaal van BuzzFeed News, ontdekten we dat slechts 4 van de 13 hoogst scorende nepnieuwssites en politiek sterk gekleurde websites nog altijd online zijn: World News Daily Report, Burrard Street Journal, Twitchy en Breitbart. De andere lijken van korte duur te zijn geweest; ook dat is een aanwijzing voor de dubieuze aard van een bron. Dat wil zeggen: de overige 9 websites, waaronder de twee uit Macedonië (Denver Guardian en World Politicus), en de hoogst scorende site (Ending the Fed), die het verhaal over de paus en Trump verspreidde, zijn allemaal verdwenen.

Aanpassingen door Facebook Na de Amerikaanse verkiezingen in 2016 stelde de CEO van Facebook, Mark Zuckerberg, aanvankelijk dat “the idea that fake news on Facebook influenced the election in any way, I think is a pretty crazy idea,” waarbij hij aanvoerde dat dat materiaal slechts een fractie van de content op het platform vertegenwoordigde (Isaac, 2016). Nu, twee jaar later, is het zinvol te kijken naar

5 In het overzicht van BuzzFeed zijn de volgende mainstream bronnen opgenomen: New York Times, Washington Post, NBC News, USA Today, Politico, CNN, Wall Street Journal, CBS News, ABC News, New York Daily News, New York Post, BuzzFeed, Los Angeles Times, NPR, The Guardian, Vox, Business Insider, Huffington Post en Fox News (Silverman, 2016). 39 de pogingen van Facebook om nepnieuws de kop in te drukken en naar zijn strengere beleid inzake toegang tot (onderzoeks)data. Om de nepnieuwscrisis te bezweren, zijn er meer ‘content moderators’ aangenomen, ook wel de ‘portiers’ van sociale media genoemd, of zelfs degenen die het vuile werk voor het platform opknappen (Roberts, 2017). Ook heeft Facebook een tool geïnstalleerd voor transparante politieke advertenties: daarbij wordt op de advertentie zelf vermeld wie de advertentie heeft gesponsord. Tevens is er nu een archief met politieke advertenties en een API (Hern en Waterson, 2018). Degene die wordt getarget is niet langer de enige die de tot nu toe ‘dark post’ kan zien.

Ten aanzien van algoritmische veranderingen is Facebook in 2018 begonnen met een drieledige strategie waarbij aan “meaningful connections” (familie en vrienden), “trusted sources” (door de gebruiker bekeken media) en “local news” in de nieuwsfeed de voorkeur wordt gegeven boven de verder verwijderde “businesses, brands, and media” (Abbruzzese, 2018; Flynn, 2018; Gartenberg, 2018). Het verdient opmerking dat dit wereldwijde initiatieven zijn, die een reactie zijn op de met Facebook samenhangende rellen in Myanmar en Sri Lanka, waarover uitgebreid is bericht, maar ook op de samenstelling van compendiums over de gevolgen van nepnieuws op Facebook wereldwijd, zoals uit de wereldwijde studie van OII is gebleken, en daarnaast ook een reactie op de talloze overheidsinitiatieven en (overkoepelende) initiatieven van denktanks zoals disinfoportal.org.

Of de maatregelen van Facebook werken, is onduidelijk. Uit de bibliotheektool voor politieke advertenties kan een bron blijken, maar wie erachter zit is niet altijd duidelijk, zoals in het geval van de pro-brexit campagnegroep Britain’s Future (zie afbeelding 4). Deze groep heeft in de aanloop naar de belangrijke Britse parlementsverkiezingen honderdduizenden ponden in advertenties gestoken (Waterson en Hern, 2019). Pogingen van journalisten om de bron achter Britain’s Future en andere campagnevoerders die van ‘dark money’ gebruikmaakten te ontdekken, waren maandenlang tevergeefs (Monbiot, 2019). Ook waren belangrijke politieke advertenties niet in het archief opgenomen, zoals door ProPublica werd ontdekt voordat zijn tool voor de crowdsourcing van Facebook-reclames en getargete personen doelbewust door het bedrijf onbruikbaar werd gemaakt in wat het bedrijf een “routine update” noemde die ongeoorloofde “scraping” zou voorkomen (Merrill en Tobin, 2019). Soortgelijke tools van Mozilla en Who Targets Me werden eveneens onbruikbaar, waardoor het moeilijk werd de verificatie-activiteiten te verrichten.

De verbetering van de nieuwsfeed met als doel “meaningful connections” hoger in de ranglijst te laten eindigen, was aanvankelijk het onderwerp van kritiek vanwege de mogelijkheid om het belang van nepnieuws te overdrijven, zoals in Slowakije en elders werd geconstateerd toen de interactiescores van dubieuze bronnen stegen (Frenkel e.a., 2018). Door de prominente plaats van “meaningful connections” en “local news” in de nieuwsfeed werden volgens BuzzFeed de protesten van de gele hesjes in Frankrijk niet alleen aangewakkerd, maar ook versterkt. Omdat daarover in het plaatselijke nieuws werd bericht, kwamen de woedegroepen (groupes colère) en hun berichten namelijk op een meer opvallende plaats in de nieuwsfeeds terecht, zoals uit de interactiescores van Crowdtangle blijkt (Broderick en Darmanin, 2018).

40

Omdat de nepnieuwscrisis uit de Amerikaanse verkiezingen is voortgekomen, heeft Facebook ook specifieke initiatieven ontplooid voor toekomstige verkiezingen, waarbij politieke partijen en hun standpunten over bepaalde kwesties in één beheerde Facebook-portal worden geplaatst. Een van de vroege projecten betrof de Zweedse landelijke verkiezingen in 2018, waarbij, zoals uit een afzonderlijke studie (aan de hand van gegevens van Twitter) is gebleken, de hoeveelheid ‘junknieuws’ slechts werd overtroffen door de hoeveelheid die rondom de Amerikaanse verkiezingen werd aangetroffen. Het was zelfs veel groter in omvang dan het junknieuws rondom de Duitse, Franse en Nederlandse verkiezingen in 2017 (Hedman e.a., 2018; Kist en Zantingh, 2017). Het verkiezingsproject van Facebook, dat in 2018 in vergaderingen met onderzoekers van sociale media werd geïntroduceerd, viel ook samen met zijn nieuwe universitaire ‘samenwerkingsverband’ Social Science One. Daarbij worden aan onderzoekers datasets ter beschikking gesteld, zoals alle URL’s die gedurende een jaar op Facebook zijn gepost (King en Persily, 2018). Tegelijkertijd heeft Facebook echter goedkeuringen ingetrokken voor onderzoekssoftware (zoals Netvizz en Netlytic) die gebruikmaakte van de Pages API van Facebook. Dat gaf aanleiding tot protesten over ‘gesloten platforms’ (Bruns e.a., 2018; Rieder, 2018). De maatregelen van Facebook, die worden beschouwd als een reactie op het schandaal rondom Cambridge Analytica, kunnen worden beschreven als gecontroleerd beheer van de datasets waar onderzoekers gebruik van mogen maken. Opvallend genoeg bevatten de datasets niet de Facebook-pagina’s zelf en evenmin de interactiescores daarvan – de data die om te beginnen hadden geleid tot de kennis over de nepnieuwscrisis en de omvang van de Russische beïnvloedingscampagne (Albright, 2017).

Afbeelding 4. Bibliotheektool van Facebook voor politieke advertenties, resultaten voor Britain’s Future, 13 maart 2019.

Conclusies: nepberichten en campagnes Het verschijnsel ‘nepnieuws’ kan worden beschouwd als een opleving van eerdere verschijnselen die zich typisch voordeden wanneer een nieuwe mediatechnologie werd geïntroduceerd waarbij de productie, verspreiding en consumptie van nieuws en informatie werd gedestabiliseerd. Dit was bijvoorbeeld het geval met de kwaliteitskranten en tabloids uit de achttiende respectievelijk de negentiende eeuw, maar ook met de radio en persdienst van de twintigste eeuw. Het vroege

41 internet en de vroege blogosfeer stelden de bestaande praktijken rondom de publicatie van nieuws ook op de proef en werden beschouwd als niet-geredigeerde omgevingen die werden bevolkt door zelfbenoemde auteurs die het nieuws zo snel aanboden dat het ‘te vers was om waar te zijn’. Tegenwoordig verstoren nieuwe sociale mediaplatforms de betrouwbaarheid van het gevestigde nieuws en de feiten en herintroduceren zij het idee van het internet als een ‘medium zonder waarheid’ (Marres, 2018).

Het post-truth tijdperk, of de ‘post-truth conditie’, kan worden bezien in het licht van een conflict tussen wat als ‘nep’ geldt (op bron- of verhaalniveau). Het is evenwel veeleer beschreven als een krachtmeting tussen feitelijkheidsregimes of zelfs tussen verschillende soorten sektarische expertise. De opsporing van een netwerk van zogenaamde ‘nepnieuwswebsites’ kan bijvoorbeeld worden gezien als de ontdekking van een beïnvloedingscampagne, maar het kan evengoed worden beschouwd als een media-ecologie van ‘alternatieve feiten’. Wanneer het om een politiek sterk gekleurde, rechtse nieuwsecologie gaat, zoals in de Verenigde Staten in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in 2016, kan het worden beschreven als onderdeel van de hedendaagse post-truth situatie of, zoals het vaak is genoemd, een cultuuroorlog.

Nepnieuws heeft qua vormgeving en uitstraling alle kenmerken van nieuws en is gedefinieerd als bestaande uit verschillende soorten met al evenzo verschillende bedoelingen. Zo zijn desinformatie en malinformatie (het neologisme) bedoeld om moedwillig schade toe te brengen, terwijl misinformatie even onwaar kan zijn, maar niet opzettelijk wordt verspreid. Een voorbeeld hiervan is het feit dat satirische verhalen en parodieën misinformatie kunnen worden, zoals het verhaal dat de paus de voorkeur gaf aan Trump. Dat verhaal had tijdens de campagnes voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 een hogere interactiescore dan al het andere ‘nieuws’ op Facebook.

In zowel het publieke als het wetenschappelijke debat heeft er een verschuiving plaatsgevonden van de hype van het nepnieuwsprobleem (een goed voorbeeld hiervan is wellicht de krantenkop in een Nederlandse tabloid: “Nepnieuws gevaar voor Nederland”) naar de geleidelijke ontkrachting ervan, bijvoorbeeld “researchers say fears about ‘fake news’ are exaggerated” (Ingram, 2019). Dit standpunt heeft tot een reeks studies geleid: niet alleen over de interactie ermee, maar ook over de consumptie ervan, waaronder de beweegreden voor het delen ervan. Kleinere, oudere populaties lijken bijzonder actief te zijn, evenals ‘zware nieuwsgebruikers’ en het ‘gewillige publiek’, of degenen die de tijd hebben om ‘fringe’ nieuws te consumeren en onder hun online vrienden te verspreiden. De overgrote meerderheid van de nieuwsconsumptie betreft echter nog altijd de mainstream bronnen. Het bewijs dat de consument is beïnvloed of overtuigd, is uiterst gering.

Toch lijkt de consensus te zijn dat het nog altijd de moeite waard is om sociale mediaplatforms aan een onderzoek te onderwerpen; niet alleen omdat zij het nieuwe ‘medium zonder waarheid’ zijn, maar ook vanwege hun vermogen om de verspreiding van nepnieuws te versnellen (of ‘naar nieuwe hoogtes te brengen’) in een hybride mediasysteem dat bestaat uit nieuwe en gevestigde media en mediaformules. Blijft Facebook ondanks de toegenomen contentmoderatie, geautomatiseerde opsporingsactiviteiten en een heroriëntatie van de uitgangspunten van de nieuwsfeeds toch een nepnieuwsmachine die te vergelijken is met wat we tijdens de campagnes 42 voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen zagen? Facebook, dat in eerste instantie aarzelde om toe te geven dat er een probleem was, heeft sindsdien inderdaad een reeks maatregelen getroffen die tot doel hebben de betrouwbaarheid te vergroten, zoals het hoger in de ranglijst plaatsen van berichten van vrienden en familie, het crowdsourcen van vertrouwde bronnen en het voortrekken van plaatselijk nieuws, hoewel de doeltreffendheid van deze opnieuw uitgevonden beginselen wel in twijfel is getrokken. Wanneer het empirische onderzoek over het politieke nieuws op Facebook met de meeste interactie wordt voortgezet, kan dit licht werpen op de kwaliteit van de contentlevering door het platform, hoewel veel data wellicht niet aan onderzoekers ter beschikking worden gesteld. Het valt nog te bezien op welke manier het ‘overzichtsonderzoek’ wordt beïnvloed wanneer Facebook research API’s sluit en in plaats daarvan de datasets gecontroleerd aan onderzoekers ter beschikking stelt, in plaats van hen toe te staan hun eigen datasets samen te stellen. Anders overzichtsprojecten zijn tegengehouden: begin 2019 is de software van ProPublica, Mozilla en Who Targets Me (waarbij, zoals vermeld, politieke advertenties en hun targets werden verzameld) door een “routine update” van Facebook geblokkeerd.

Ook de kwestie van nepnieuws als een campagnestrategie – door Russische operatives, binnenlandse gerussificeerde actoren, politiek sterk gekleurde of tendentieuze mediamakers en anderen – is nauwkeurig bestudeerd, waarbij uitgebreide ‘playbooks’ zijn blootgelegd als een tactiek om zowel een media-illusie te creëren (waarbij feit en fictie moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn) als concurrerende waarheidsregimes die zowel contra-expertise als onzekerheid bieden. Overheden wereldwijd hebben opdracht gegeven tot studies waarin de breedte en omvang van het probleem wordt onderzocht, de playbook wordt toegelicht en beleidsaanbevelingen worden gedaan, zoals meer mediawijsheid en de regulering van politieke reclame op platforms, waaronder ‘dark’ posts. Platforms wordt gevraagd openbare archieven aan te leggen, die voor het onderzoek en voor de (data)journalistiek bevorderlijk zouden zijn. Ook factchecken is nu een wereldwijd verschijnsel, hoewel het vaak een kleinschalige oefening blijft die wordt uitgevoerd door daarvoor opgerichte bureaus die soms met Facebook samenwerken. Daarbij controleren zij berichten die door gebruikers zijn gerapporteerd en leveren zij een bijdrage aan de kwestie van nepberichten.

Tenslotte zijn er in de Verenigde Staten en recent ook in Europa academici die de opvatting toegedaan zijn dat door de bestudering van Russische desinformatie de aandacht wordt afgeleid van de binnenlandse politiek sterk gekleurde alternatieve nieuwsecologieën die de afgelopen jaren met name aan de rechterzijde zijn ontstaan (Benkler e.a., 2017; Benkler e.a., 2018; Rone, 2019). Die opvatting sluit tevens aan bij het argument betreffende ‘dark globalization’, dat ingaat op de wijze waarop in deze media getoonde binnenlandse verdeeldheid door buitenlandse operatives kan worden versterkt, maar niet door hen wordt gecreëerd. De effectiviteit van Russische beïnvloedingscampagnes in Europa met betrekking tot het zaaien of versterken van verdeeldheid is tot op heden nog niet overtuigend aangetoond; de binnenlandse bronnen van vals nieuws en junknieuws (bijv. de pro-Russische bronnen waarin de oorzaak van het neerhalen van de MH17 opnieuw wordt beschreven) lijken tevens een beperkt bereik te hebben (Fletcher e.a., 2018). In een klimaat van verhoogde gevoeligheid voor dubieuze bronnen en verhalen valt nog te bezien of ze een blijvende plaats hebben verworven.

43

Bijlage

Inspanningen van overheidswege en bespreking van tegenmaatregelen Een eerste stap voor veel nationale overheden en andere regionale politieke lichamen die desinformatie willen tegengaan, is het opzetten van commissies en taskforces; dit vindt wereldwijd plaats, van de veelbesproken hoorzittingen van het Amerikaanse Congres en het Britse parlement over de Russische betrokkenheid bij de Amerikaanse verkiezingen en de kwestie rondom Cambridge Analytica tot de taskforces en andere lichamen die worden ingesteld in veel van de bijna 50 landen waar beïnvloedingscampagnes hebben plaatsgevonden (Bradshaw en Howard, 2018). In het verlengde van deze bijeenkomsten is er landelijk opgeroepen tot regulering van de ‘digitale reuzen’. De Europese Unie heeft via de opgezette High-Level Expert Group (EU HLEG) voor nepnieuws en online desinformatie haar aanbevelingen doen uitgaan voor het tegengaan van desinformatie, waaronder een oproep tot transparantie en media- en informatiewijsheid, en hulpmiddelen om ervoor te zorgen dat de journalistiek zijn verantwoordelijkheid neemt. In de Europese landen waar onlangs landelijke verkiezingen zijn gehouden of waar ze binnenkort worden gehouden, is de urgentie nog groter. Duitsland en Frankrijk nemen wetgeving aan (online ‘haatzaaiwetgeving’ respectievelijk ‘nepnieuwswetgeving’). Zweden en Denemarken zetten zich in voor bewustwording en ontwikkelen mediawijsheidscampagnes. Denemarken heeft een ‘digitale ambassadeur’ aangesteld (Gramer, 2017).

Hieronder is een overzicht opgenomen van maatregelen waarmee desinformatie en nepnieuws kunnen worden tegengegaan. Dit overzicht is ontleend aan recente overheidsdocumenten en daarmee samenhangende stukken. Deze betreffen onder meer de regulering van mediabedrijven, ethische gedragscodes, factchecken en campagnes ter bevordering van mediawijsheid.

Regulering van sociale mediabedrijven Veel overheidscommissies zijn het ermee eens dat de grote technologiebedrijven die de online wereld zijn gaan domineren, zoals Google, Twitter en Facebook, moeten worden gereguleerd, maar zij waarschuwen voor overregulering in een vorm die de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid zou inperken. Het uitgangspunt voor de regulering van deze bedrijven teneinde desinformatie tegen te gaan is een aanpak voor politieke advertenties op sociale mediaplatforms. Deze aanpak behelst bijvoorbeeld verificatie en openbaarmaking van degenen die de politieke advertenties betalen. Daarnaast kunnen alle sociale mediabedrijven verplicht worden een openbaar archief met advertenties aan te leggen, zodat onder meer het soort reclame genaamd ‘dark posts’ kan worden onderzocht (Bradshaw, 2018). Zoals gezegd heeft Facebook zelfs een dergelijk archief (en een API), maar Facebook heeft ook waakhonden zoals Mozilla verboden zijn verzameltechnieken te controleren en hun werkwijzen vergeleken met ongeoorloofde data “scraping” (Merrill en Tobin, 2019).

In dat verband stelt de EU HLEG voor om een ‘Europa-brede gedragscode’ te ontwikkelen waarin op basis van fundamentele beginselen de taken en verantwoordelijkheden van de desbetreffende belanghebbenden, zoals technologiebedrijven en mediaorganisaties, maar ook onderzoeksinstellingen en factcheck-initiatieven, worden beschreven (2018). Kortom: dit betreft 44 de aanpassing van het beleid inzake politieke reclame (met inbegrip van gesponsorde reclame en andere vormen van content) en de verlening van toegang tot gegevens voor onderzoek en factchecks. Ook wordt een voorstel gedaan voor de invoering van geavanceerde instellingen waarmee gebruikers hun gebruikerservaring zelf kunnen instellen, samenwerking met nieuwsorganen om ervoor te zorgen dat gebruikers toegang hebben tot betrouwbaar nieuws, het vergemakkelijken van factchecken en rapporteren van content, en het toestaan van gebruikers om hun “right to reply” uit te oefenen (EU HLEG, 2018: 32-33).

In het rapport van het Britse parlement over nepnieuws en desinformatie wordt in een ongewoon gepikeerde toon gesproken over het belang van de regulering van sociale mediaplatforms en de daaraan verbonden technologiebedrijven. Facebook wordt daarbij specifiek genoemd als het bedrijf dat de indruk wekt dat het ‘aan transparantie werkt’, maar dat vaak ‘verhult’ hoe goed het politieke advertenties vastlegt en archiveert (House of Commons, 2019: 85). Ten slotte wordt opgeroepen tot de invoering van een “educational levy” of heffing voor sociale mediabedrijven, zodat na lezen, schrijven en rekenen ook de ontwikkeling van digitale vaardigheden als vierde pijler in het onderwijssysteem kan worden gefinancierd (House of Commons, 2019: 87). Tevens wordt er een aanbeveling gedaan dat sociale mediabedrijven een hulpmiddel zouden moeten ontwikkelen om in een nieuw systeem van “content regulation” een onderscheid te maken tussen de bronnen die regelmatig desinformatie leveren en de bronnen die dat niet doen (House of Commons, 2019: 87). Hoewel ze voorzichtig zijn geformuleerd, kunnen de maatregelen rekenen op de kritiek die ook is gegeven op soortgelijke voorstellen betreffende de inperking van de vrijheid van meningsuiting. Daarbij zijn het ook geen effectieve maatregelen tegen haatzaaiende of opruiende content (Access Now e.a., 2018).

Toch is de wet aangenomen. In Duitsland is een wet aangenomen, NetzDG, waarmee de wetgeving inzake haatzaaien in zoverre wordt uitgebreid dat sociale mediabedrijven (die in Duitsland meer dan twee miljoen geregistreerde gebruikers hebben) verplicht zijn deze content snel te verwijderen; anders kunnen zij een forse boete tegemoet zien (Claussen, 2018). In Frankrijk is de nieuwe wetgeving meer controversieel: de wetgeving heeft betrekking op ‘valse informatie’ en behelst een verplichting om ‘vals nieuws’ drie maanden voorafgaand aan verkiezingen te verwijderen.

Opsporen en verwijderen van nepcontent In het Reporters’ Lab van Duke University worden de factcheck-initiatieven wereldwijd bijgehouden en zijn zo’n 160 actieve initiatieven gesignaleerd (Duke Reporters Lab, 2019). In Europese landen zijn enkele factcheck-initiatieven aan nieuwsorganisaties verbonden, maar de meeste werken als non-profitorganisatie (Wardle en Derakhshan, 2017; Graves en Cherubini, 2016). Veel van deze organisaties werken met Facebook samen; per januari 2019 werd het door gebruikers gerapporteerde nepnieuws onafhankelijk beoordeeld door zo’n 50 factcheck-groepen die zich aan de International Fact Checking Network Code of Principles hebben verbonden (Volpicelli, 2019). De opgebouwde deskundigheid omvat een verscheidenheid aan meldings- en beoordelingssystemen, zoals het “nutrition label” van NewsGuard, waarbij circa 2000 online nieuwsbronnen worden geëvalueerd of, in de eigen bewoordingen, de websites die circa 95% van het engagement in de nieuwssector genieten (2019).

45

Automatisering Wellicht is het goed kort melding te maken van automatisering, die het mogelijk maakt dubieuze of valse content te rapporteren, ook al wordt deze manier in overheidsrapporten zelden aanbevolen. Wanneer er met betrekking tot factchecken gedeelde databases van ‘al op waarheid gecontroleerde’ verhalen en bronnen bestaan, dan kunnen verdachte berichten met behulp van software kruiselings worden gecontroleerd door ze te vergelijken met de al ontkrachte of al beoordeelde berichten, zoals in het rapport van het Britse parlement wordt vermeld. De discussie omtrent de vraag of het noodzakelijk is dat content door mensen wordt geïnterpreteerd, beoordeeld en gecontroleerd, blijft relevant.

Tegenverhalen De Duitse overheid kiest ervoor actief te participeren in omgevingen waar desinformatie wordt verspreid. “On these platforms, the German Government provides both reliable information that can be fact-checked and a narrative based on this information” (Duitse Auswärtiges Amt, 2018). In die geest is rumoursaboutgermany.info een website voor het verzamelen en tegengaan van desinformatie over Duitsland die door mensensmokkelaars wordt verspreid. Terwijl Duitsland ervoor kiest met tegenverhalen te werken, wordt deze benadering door anderen bekritiseerd. In een Canadees inlichtingenrapport wordt gesteld dat het ontwikkelen van tegenverhalen een “one event at a time approach” is die “fails to address the source and methodology of information campaigns” (Canadian Security Intelligence Service, 2018: 66).

Mediawijsheid en digitale ‘hygiëne’ De Europese High-Level Expert Group voor nepnieuws en online desinformatie pleit voor meer media- en informatiewijsheid om desinformatie tegen te gaan. Programma’s hiervoor moeten worden ingevoerd “on a massive scale in school and teacher training curricula” (EU HLG, 2018: 26). Deze mediawijsheid zou ook moeten inhouden dat voor journalisten hulpmiddelen en trainingsmodules worden ontwikkeld. Als bijzonder relevante methode stelt de groep voor: “more powerful tools to be able to visually map online networks and connections to understand how disinformation is being created, spread and amplified” (EU HLG, 2018: 28).

In enkele landen wordt gesproken van ‘digitale hygiëne’ wanneer men het over praktijken rondom mediawijsheid heeft; zo is dit in Frankrijk het geval wanneer wordt gepleit voor de ontwikkeling van vaardigheden waarmee de geldigheid van argumenten en de betrouwbaarheid van een bron kunnen worden beoordeeld. “This is a public hygiene measure—just as people in the 19th century learned to wash their hands” (Jeangène Vilmer e.a., 2018: 179). In Zweden wordt de term ‘cyberhygiëne’ gebezigd. Het Zweedse Civil Contingencies Agency heeft voor communicatoren binnen overheidsdiensten een handboek gepubliceerd over het tegengaan van desinformatie. Daarin zijn strategieën opgenomen die variëren van het controleren van een bron en het herkennen van een bot tot het kiezen van de juiste reactie op desinformatie. Door de Zweedse Media Council is een mediawijsheid-programma voor jongeren ontwikkeld, waarin zij leren kritisch te denken en desinformatie op te sporen. Het programma omvat een reeks lesmaterialen over ‘bronkritiek’ (‘Källkritik’) (Government Offices of Sweden, 2017; Swedish Media Council, 2019). In verschillende recente rapporten wordt benadrukt dat het belangrijk is journalisten betere handvatten te bieden en bij hen de vaardigheden te ontwikkelen om desinformatie te herkennen en te voorkomen, waarbij wordt gewezen op het belang van 46 factchecks, een kritische beoordeling van de bron en ethisch gedrag (Jeangène Vilmer e.a., 2018; Wardle en Derakhshan, 2017).

Investeren in het maatschappelijk middenveld en vertrouwen scheppen bij het publiek Een meer algemene weg voorwaarts die in de literatuur naar voren komt, is het investeren in het maatschappelijk middenveld, omdat die “must remain the first shield against information manipulation in liberal, democratic societies” (Jeangène Vilmer e.a., 2018: 169). Dergelijke initiatieven zijn in het bijzonder van belang rondom gebeurtenissen zoals verkiezingen, waarin het maatschappelijk middenveld kan worden ondersteund door niet-wetgevende, preventieve maatregelen en samenwerking tussen de overheid en andere belanghebbenden, zoals het bedrijfsleven, de niet-gouvernementele sector en regionale actoren (Haciyakupoglu e.a., 2018). In Zweden vormt de eerdergenoemde Swedish Media Council een voorbeeld waarin politici en mediaprofessionals met elkaar samenwerken en regelmatig bijeenkomen om desinformatie en de bijbehorende uitdagingen te bespreken en tegen te gaan. Dit regelmatige overleg tussen verschillende belanghebbenden (zowel binnen Europese landen als tussen de Europese landen onderling) is een van de aanbevelingen die vaak wordt gedaan (Brattberg en Mauer, 2018).

Het garanderen van de participatie van eenieder in het publieke debat Ten slotte is er nog de waarschuwing die in 2017 in de gemeenschappelijke verklaring van de VN over ‘nepnieuws’ is afgegeven, waarin wordt benadrukt dat het voor staten noodzakelijk is om iedereen in staat te stellen aan het publieke debat deel te nemen. De staten moeten ervoor zorgen dat pogingen om de praktijken van het maken en verspreiden van nepnieuws en desinformatie de kop in te drukken of te verijdelen, plaatsvinden in het kader van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid (McGonagle, 2017).

47

Junknieuws op Facebook tijdens de Nederlandse verkiezingen in 2019

Stijn Peeters en Richard Rogers6

Inleiding: Facebook Online desinformatie en het zogenaamde ‘nepnieuws’ of ‘junknieuws’ zijn sinds 2016 welhaast synoniem met sociale mediaplatforms, die daarvoor het belangrijkste doorgeefluik zijn. De Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 en het Britse referendum over de brexit in hetzelfde jaar markeerden het begin van een periode van toegenomen aandacht voor deze platforms betreffende de manier waarop valse of misleidende informatie wordt gepubliceerd en versterkt. Facebook, in het afgelopen decennium het grootste sociale mediaplatform, was een voor de hand liggend aandachtsgebied. Facebook is het onderwerp geweest van een aanzienlijk en groeiend aantal studies waarin zijn “challenge [to] journalism” (Johnson en Kelling, 2018: 817) is onderzocht, maar ook de overtuigingskracht van het nepnieuws dat daarop wordt gedeeld (Allcott en Gentzkow, 2017) en de prominente plaats die nepnieuws inneemt in het Facebook- gebruik van de gemiddelde gebruiker (Guess e.a., 2019).

Een van de eerste bekende artikelen over dit onderwerp, dat aan enkele latere onderzoeken ten grondslag heeft gelegen, betreft het verhaal uit 2016 van BuzzFeed News over de prominente plaats die nepnieuws innam in de drie maanden voorafgaand aan de presidentsverkiezingen waarin Donald Trump tot de 44e president van de Verenigde Staten werd verkozen. In het artikel, met de titel ‘This Analysis Shows How Viral Fake Election News Stories Outperformed Real News On Facebook’ (Silverman 2016), wordt beschreven op welke manier gebruikers interactie hebben met ‘nepnieuws’ en wordt geconcludeerd dat er in de laatste weken voor de verkiezingen meer interactie plaatsvond met nepnieuws dan met het mainstream nieuws.

Na dit stuk en andere berichten over de prominente plaats die nepnieuws op zijn platform inneemt, kondigde Facebook herhaaldelijk initiatieven aan die ogenschijnlijk bedoeld waren om een herhaling ervan te voorkomen, waarbij externe factcheck-organisaties werden ingezet (Mosseri, 2017a), aan “more informative” content een hogere prioriteit werd toegekend (Mosseri, 2017b), meer informatie werd verstrekt over de auteurs van nieuwscontent (Hughes e.a., 2018) en de content beter werd gecontroleerd. Ondanks deze veranderingen blijkt een paar jaar na de Amerikaanse verkiezingen van 2016 uit studies dat het platform nog altijd problematische content verspreidt. Het platform is het onderwerp geweest van kritiek vanwege zijn rol in de verspreiding van valse en haatzaaiende content over minderheden in Myanmar (Fink, 2018), het livestreamen van de schietpartij in Christchurch in 2019 (Shead, 2019) en het aanzetten tot godsdiensthaat in Bangladesh via misleidende virale content (Haque e.a., 2018: 1). In een analyse van het gebruik van sociale media rondom de Mexicaanse presidentsverkiezingen in 2018 is echter slechts “limited evidence of junk content on [Facebook]” gevonden (Glowacki e.a., 2018: 4). Evenzo is in een analyse uit 2017 van het gebruik van sociale media door Nederlandse politieke partijen gebleken dat op Nederlandse politieke Facebook-pagina’s slechts weinig “dubieuze” content wordt gedeeld (Wieringa e.a., 2017, p. 60), hoewel de aandacht daarbij

6 Het hier beschreven onderzoek is in samenwerking met Tim Groot uitgevoerd. 48 vooral is uitgegaan naar Facebook-pagina’s die aan politieke partijen verbonden zijn, en niet zozeer naar de Nederlandse Facebook-omgeving als geheel.

Facebook blijft dan ook een interessant studieobject. Het is zowel het platform dat het vaakst met nepnieuws wordt geassocieerd als het platform dat op het eerste gezicht op een betrekkelijk proactieve manier initiatieven heeft ontplooid tegen de verspreiding ervan. Daarnaast bestaat er in de huidige literatuur geen consensus over de mate waarin deze maatregelen effectief zijn geweest. Bovendien lijkt er sprake te zijn van wezenlijke regionale verschillen in de mate waarin nepnieuws zich in de dialoog op het platform heeft genesteld en in de gevolgen daarvan. In enkele bestaande onderzoeken is de Nederlandse mediasfeer in het algemeen het onderwerp van onderzoek, in het bijzonder een studie naar nepnieuws gedurende de Nederlandse parlementsverkiezingen in 2017 door het landelijke dagblad NRC Handelsblad. Opvallend genoeg heeft NRC Handelsblad weinig bewijs van het verschijnsel gevonden; omdat zowel de Nederlandse politiek als het platform van Facebook sindsdien veranderingen heeft ondergaan, bieden de twee Nederlandse verkiezingen in 2019 – de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese Parlementsverkiezingen – echter een nuttige casestudy waarmee kan worden onderzocht in welke mate desinformatie en nepnieuws in bredere zin drie jaar na de Amerikaanse verkiezingen in 2016 en twee jaar na de vorige grote landelijke verkiezingen in Nederland een rol spelen in deze specifieke geografische context op het platform.

Hoewel ogenschijnlijk regionaal van aard hebben de Provinciale Statenverkiezingen toch “een sterk nationaal component” (Hietbrink en Van Voorst, 2011: 6). Daarmee wordt namelijk ook de samenstelling van de Nederlandse Eerste Kamer bepaald, die indirect door de Provinciale Staten wordt gekozen. Zodoende kunnen deze verkiezingen dienen als landelijke casestudy die vergelijkbaar is met de twee andere grote casestudy’s van BuzzFeed News en NRC Handelsblad, die als uitgangspunt voor deze casestudy dienen. Naast de Provinciale Statenverkiezingen nam Nederland slechts twee maanden later, in mei 2019, ook deel aan de Europese Parlementsverkiezingen. Gezien de geringe periode tussen deze twee verkiezingen en hun verschillende aard vormen ze samen een kans om desinformatie en nepnieuws in de media in verband met de Nederlandse politiek te onderzoeken.

Hierna wordt eerst besproken hoe hun methoden op deze casestudy kunnen worden toegepast, door middel van een aangepaste lijst met zoekopdrachten en een meer welbepaalde typologie van ‘mainstream’ bronnen tegenover bronnen van ‘junknieuws’, een term die de voorkeur heeft boven nepnieuws, zoals hierna nader wordt besproken. Daarna worden de resultaten geanalyseerd met betrekking tot de algemene trends en een karakterisering van de websites die we in de categorie ‘junknieuws’ vinden. Vervolgens worden de bevindingen in een bredere context geplaatst door ze te vergelijken met de resultaten van andere casestudy’s die in dit document zijn beschreven. Ten slotte worden de platformspecifieke en platformoverschrijdende trends gekenschetst en wordt beschreven welke rol junknieuws in de Nederlandse politieke nieuwsberichten speelt.

De methode van BuzzFeed: resultaten tot nu toe De twee hiervoor genoemde journalistieke analyses waarin het debat op Facebook in het kader van de landelijke verkiezingen is onderzocht, dienen hier als methodologisch uitgangspunt. Dit 49 zijn het toonaangevende verslag van BuzzFeed News over nepnieuws in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 en de studie van NRC Handelsblad omtrent nieuws dat rond de Nederlandse parlementsverkiezingen in 2017 op Facebook is gedeeld. Die studie werd ingegeven door het verslag van BuzzFeed News en volgde grotendeels dezelfde methode.

In beide studies is gebruikgemaakt van BuzzSumo, een commercieel platform voor contentaggregatie en -analyse, om te achterhalen met welke artikelen die in de gekozen periode op Facebook zijn gedeeld de meeste interactie (‘engagement’) heeft plaatsgevonden. BuzzSumo definieert ‘engagement’ als een “sum of likes, comments, and shares attributed to an article” (Lee, 2019). Wanneer het artikel op meerdere plaatsen wordt gedeeld (bijvoorbeeld in meerdere groepen), vertegenwoordigt de interactiescore de som van alle interactie die BuzzSumo op het platform heeft waargenomen. Nadat deze gegevens via BuzzSumo zijn verkregen, zijn de resultaten door zowel BuzzFeed News als NRC Handelsblad in een van beide categorieën, ‘mainstream’ of ‘nepnieuws’, geplaatst. Deze eenvoudige typologie heeft als voordeel dat duidelijke resultaten tot stand komen, hoewel deze methode potentieel beperkt is vanwege het gebrek aan nuancering voor wat betreft het maken van een onderscheid tussen desinformatie, complottheorieën, clickbait en politiek sterk gekleurd (zoals in de inleiding van deze bundel is besproken), dan wel daarmee samenhangende begrippen zoals problematische informatie, misinformatie en malinformatie.

We volgen voor onze casestudy deze basismethode, maar hebben wel wat verfijning aangebracht op plaatsen waar de oorspronkelijke beschrijving niet specifiek genoeg is. In het bijzonder ten aanzien van wat door BuzzFeed News als ‘nep’ wordt beschouwd, is hun verslag enigszins onduidelijk, maar de bronnenlijst wordt wel in de vorm van open data aangeboden. Enerzijds verwijst BuzzFeed News consequent naar content als ofwel ‘mainstream’ ofwel ‘fake’/’false’ (‘nep’/’vals’), waarmee wordt geïmpliceerd dat alle content in die categorie bestaat uit artikelen die onware informatie bevatten. Anderzijds is zijn definitie van ‘nep’ enigszins expansief in die zin dat politiek sterk gekleurde sites zoals Breitbart News bij BuzzFeed News in de categorie ‘nepnieuws’ vallen. Hoe het ook zij: de door BuzzFeed News gevonden content met de meeste interactie bestaat voornamelijk uit daadwerkelijk onware verhalen zoals de paus die de voorkeur geeft aan Donald Trump, Hillary Clinton die wapens aan IS verkoopt en een verzonnen ‘gelekte e-mail’.

Terwijl in de studie van NRC Handelsblad ruwweg dezelfde benadering wordt gehanteerd, verschilt die methode in de manier waarop de gevonden artikelen worden gecategoriseerd. In plaats van een focus op desinformatie hanteert NRC Handelsblad een bredere categorie van “nieuws [dat] uit zijn context werd gehaald, sterk politiek gekleurd werd gebracht of werd voorzien van een sterk aangezette kop” (Kist en Zantingh, 2017). Zo’n 10% van de gevonden content past bij deze beschrijving. Hieronder vallen tevens politiek sterk gekleurde kanalen, ook wanneer in de content daarvan geen onjuiste beweringen zijn opgenomen. In het verslag wordt opgemerkt dat een uiterst gering deel van de gevonden content daadwerkelijk vals, of bewust misleidend, nieuws betreft, maar dat circa 10% van de gevonden content aan de bredere beschrijving voldoet. Het is van cruciaal belang dat zelfs met deze bredere definitie de categorie die tegenover ‘mainstream’ staat veel kleiner is dan in de bevindingen van BuzzFeed News. In NRC Handelsblad wordt de vraag of nepnieuws in de Nederlandse verkiezingen een rol speelt dan 50 ook met een resoluut ‘nee’ beantwoord. Ondanks deze verschillende uitkomsten in een verschillende context wordt in beide studies dezelfde basismethode gevolgd, waarbij met een aantal relevante zoekopdrachten in BuzzSumo resultaten worden verkregen. Die methode wordt ook hier gevolgd.

De methode van BuzzFeed News, zoals die in het verslag wordt beschreven, is betrekkelijk eenvoudig: er wordt een lijst met zoekopdrachten opgesteld, de gebruikersinteractie met artikelen die met die artikelen overeenkomen wordt (via BuzzSumo) bij Facebook opgevraagd, de resultaten worden samengevoegd en in perioden van drie maanden verdeeld, de resultaten worden gerubriceerd als ofwel ‘nep’ ofwel ‘mainstream’ en de relatieve verspreiding van beide categorieën wordt in de tijd uitgezet (Silverman, 2016). Meer praktisch gesproken zijn deze gegevens door BuzzFeed verzameld door in BuzzSumo een aantal bij het thema passende zoekopdrachten uit te voeren. Hoewel geen volledige lijst met zoekopdrachten wordt gegeven, omvatten de voorbeelden onder meer de namen van verkiezingskandidaten ([“Hillary Clinton”] en [“Donald Trump”]) en uitdrukkingen die te maken hebben met onderwerpen van discussie gedurende de campagne, zoals [Clinton AND emails]. Daaronder waren ook een aantal “known viral lies”, zoals [Soros AND voting machine]. Het verdient opmerking dat het laatste voorbeeld enigszins asymmetrisch is, omdat het inhoudt dat de zoektocht naar de meer sensationele en polariserende onderwerpen preciezer en gerichter is dan de zoektocht naar mainstream nieuwsonderwerpen, waarbij naar nepnieuws wordt gezocht. In ieder geval wordt de kwestie van asymmetrie in deze casestudy besproken.

Opzet van de zoekopdracht: beschrijving, onderwerpen en partijleiders

Provinciale Statenverkiezingen We volgen de door BuzzFeed News en NRC Handelsblad gehanteerde algemene methode voor wat betreft de opzet van een zoekopdracht en het invoeren van een zoekopdracht in BuzzSumo om de content te vinden waar op Facebook de meeste interactie mee plaatsvindt. We hebben een lijst met zoekopdrachten opgesteld om in BuzzSumo in te voeren, waarbij we de benadering van BuzzFeed News hebben gevolgd en de namen van politieke leiders hebben gekoppeld aan kwesties die in de desbetreffende verkiezingscampagne leefden. Deze methode is ook in het NRC- onderzoek uit 2017 gebruikt, waarin “termen als ‘verkiezingen’, ‘Tweede Kamer’ en ‘peiling’, en/of de naam van een partij, lijsttrekker en/of veelbesproken onderwerpen als ‘zorg’, ‘AOW’, ‘asielzoekers’ en ‘EU’” werden ingevoerd (Kist en Zantingh, 2017). We hebben de lijst van NRC als uitgangspunt genomen en aangepast aan de Provinciale Statenverkiezingen, omdat door NRC de landelijke verkiezingen zijn onderzocht.

Een complicerende factor hierbij is de tweeledige lokale/nationale focus van de verkiezingen. Terwijl de kandidatenlijsten per provincie verschillen, nemen juist de landelijke partijleiders (en niet de lokale) deel aan de televisiedebatten en domineren zij over het algemeen de berichtgeving in de media (hoewel ook enkele plaatselijke omroepen hun eigen debat organiseren). Ten aanzien van de berichtgeving in de media zijn de lokale partijleiders zowel talrijker (omdat er veel meer lokale partijleiders zijn dan landelijke partijleiders) als veel minder belangrijk (omdat in de nieuwsberichten en de debatten de aandacht naar de landelijke partijleiders uitgaat). Daarnaast was in de verkiezingen in 2019 de nationale focus bijzonder zichtbaar, omdat uit de peilingen 51 bleek dat het kabinet na de verkiezingen zijn meerderheid in de Eerste Kamer zou kunnen verliezen (Herderscheê en Meijer, 2019). Om die reden hebben we onze partij-gebaseerde zoekopdrachten beperkt tot de achternamen van de politieke leiders van de partijen die op dit moment het Nederlandse parlement vormen7 en tot de naam van de minister-president, die de landelijke regering vertegenwoordigt.8

Daarnaast hebben we een zoekopdracht geformuleerd voor een aantal politieke kwesties die tijdens de verkiezingscampagne het onderwerp van debat waren. We hebben naar de partijprogramma’s van de grotere Nederlandse partijen gekeken en drie thema’s uitgekozen die in alle programma’s van de partijen een grote rol speelden en gedurende de lopende campagne het onderwerp van media-aandacht waren: [Klimaat], [Migratie] en [EU]. Ten slotte hebben we op twee andere algemene trefwoorden gezocht: [verkiezingen] en [PS2019], een algemeen gebruikte hashtag en afkorting voor de desbetreffende verkiezingen.

De zoekopdrachten zijn uitgevoerd voor de periode van de verkiezingscampagne, van 18 februari 2019 (het begin van de eerste volle campagneweek, die werd gemarkeerd door de introductie van verschillende stemwijzers en de door een aantal partijen georganiseerde openingsmanifestaties) tot 5 maart 2019 (vijf dagen na de verkiezingen), of vijf volle weken na het begin van de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen.

Europese Parlementsverkiezingen Aan de hand van dezelfde algemene strategie is een andere reeks zoekopdrachten ingevoerd om de discussie betreffende de Europese Parlementsverkiezingen op 23 mei 2019 te achterhalen. Omdat de partijen in dit geval met een landelijke lijst meededen, hebben we voor iedere partij een zoekopdracht uitgevoerd op de hoofdkandidaten, naast de huidige politieke leiders van alle partijen in het Nederlandse parlement.9 Het was nodig om hiervoor opnieuw data te verzamelen, omdat de landelijke leiders in de verkiezingscampagne een actieve rol hebben gespeeld, zoals toen minister-president Mark Rutte van de VVD en Thierry Baudet, de leider van FvD, aan de vooravond van de verkiezingen op televisie met elkaar in debat gingen.

Verder hebben we een zoekopdracht uitgevoerd met algemene verkiezingsgerelateerde uitdrukkingen en met drie thema’s die in het programma van meerdere partijen voorkwamen: [klimaat], [migratie] en [privacy]. Omdat de verkiezingen samenvielen met een overheidscampagne waarin ernaar werd gestreefd de kiezer bewust te maken van de gevaren van desinformatie (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2019), hebben we ook gezocht op [“fake news” OR fakenews OR nepnieuws OR desinformatie OR junknieuws]. Ten

7 [Asscher], [Baudet], [Buma], [Dijkhoff], [Jetten], [Klaver], [Krol], [Kuzu], [Marijnissen], [Segers], [Staaij], [Thieme] en [Wilders]. 8 [Rutte]. 9 [“De Graaff”], [“De Lange”], [“in ‘t Veld”], [“van Dalen”], [“van der Spek”], [“van der Staaij”], [“van Lanschot”], [Asscher], [Azmani], [Baudet], [Berendsen], [Buma], [Dijkhoff], [Eickhout], [Eppink], [Hazekamp], [Hoekstra], [Jetten], [Klaver], [Krol], [Kuzu], [Manders], [Marijnissen], [Rutte], [Segers], [Thieme], [Timmermans], [Tonça], [Wierda], [Wilders]. 52 slotte hebben we voor deze verkiezing ook een zoekopdracht uitgevoerd op de namen van alle partijen waarop gestemd kon worden.10

We hebben deze trefwoorden in BuzzSumo ingevoerd, waarbij we ons tot artikelen in het Nederlands hebben beperkt, met uitsluiting van Belgische bronnen. Evenals bij de Provinciale Statenverkiezingen hebben we voor de Europese campagne een soortgelijke periode van vijf weken, tussen 19 april en 23 mei (de dag van de verkiezingen), genomen. Ten slotte hebben we irrelevante resultaten verwijderd, zoals de resultaten die op verschillende Belgische verkiezingscampagnes betrekking hadden en de resultaten die voortkwamen uit dubbelzinnige trefwoorden zoals [Klaver], de naam van een partijleider maar ook de naam van een plant.

Categorisering van kanalen: nep- en/of junknieuws? Een belangrijke vraag hier is hoe een bron als mainstream of juist als de tegenhanger ervan (ongeacht of het dan nepnieuws, junknieuws of een ander begrip, zoals problematische informatie, betreft) kan worden herkend. Terwijl mainstream vrij eenvoudig te herkennen lijkt (hoewel ook dat in de loop van de tijd kan veranderen), is de tegenhanger ervan een wat vager concept. BuzzFeed News beschrijft nepnieuws als voortkomend uit “news websites that only publish hoaxes or from hyperpartisan websites that present themselves as publishing real news” (Silverman, 2016). Hier doen beide soorten websites zich voor als ‘nieuws’, maar niet op de manier of met de inhoud van het mainstream nieuws, vanwege de hoaxes of de ‘hyperpartisanism’, oftewel de sterke politieke gekleurdheid.

Een ander begrip is ‘junknieuws’. Dat begrip kan de voorkeur hebben omdat daarmee de historisch beladen definitie van ‘nepnieuws’ als de ‘liegende media’ wordt vermeden, maar het is ontologisch gezien flexibeler, tenminste zoals het door academici is beschreven. Hoewel dit begrip wel als synoniem voor ‘nepnieuws’ is gebruikt (Venturini, 2019: 10), wordt het door Marchal e.a. (2018) gehanteerd om een bredere categorie aan content mee aan te duiden, die bestaat uit “various forms of propaganda and ideologically extreme, hyperpartisan or conspiratorial news and information” (2). Dit zou dan tevens het concept van BuzzFeed News omvatten, maar ook een deel van de door NRC Handelsblad gedefinieerde bredere categorie van tendentieuze sites die veeleer commentaar geven op het nieuws in plaats van het zelf aan te bieden, zoals we hierna zullen bespreken.

Voor hun ‘Junk News Aggregator’, een scraping-project voor junknieuws op Facebook, hebben onderzoekers van het Oxford Internet Institute een reeks maatstaven vastgesteld om te kunnen bepalen wat als junknieuws kan worden aangemerkt, bestaande uit 1) een gebrek aan journalistieke normen, 2) een tendentieuze stijl, 3) lage geloofwaardigheid, 4) duidelijke partijdigheid, 5) nabootsing van de uiterlijke vormen van traditionele nieuwsberichten, of 6) de aggregatie van content die aan de eerste vijf criteria voldoet (Liotsou e.a., 2019: 3). Een bron werd als junknieuws beschouwd wanneer het aan ten minste drie van de eerste vijf criteria voldeed, of aan de zesde. Hierin ligt de flexibiliteit, maar ook de breedte, van de definitie die geschikt kan zijn voor de huidige analytische doeleinden in de Nederlandse casus.

10 [50Plus], [CDA], [Christenunie OR SGP], [D66], [Denk], [FvD OR “Forum voor Democratie”], [GroenLinks], [“Jezus Leeft”], [PvdA], [PvdD OR “Partij voor de Dieren”], [PVV], [SP], [VVD]. 53

NRC Handelsblad concludeert in het verslag dat propaganda of desinformatie in de Nederlandse media geen grote rol speelt. Hier werd ook een onderscheid gemaakt tussen mainstream en ‘hyperpartisan’ bronnen. De laatstgenoemde categorie betreft nieuws dat doelbewust uit zijn context wordt gehaald, ter bevordering van een bepaald doel wordt overdreven (d.w.z. tendentieus) of sterk politiek gekleurd is. Een aantal Nederlandse kanalen kunnen als ‘tendentieus’ maar ook als sterk politiek gekleurd worden aangemerkt, terwijl ze ook in het Nederlandse medialandschap zijn verankerd (en in die zin mainstream of mainstreaming zijn). GeenStijl is van oorsprong een zogenaamd ‘shock blog’ en beschrijft zichzelf als tendentieus. Daaruit is PowNed voortgekomen, een publieke televisieomroep met een soortgelijke signatuur. Gezien zijn blijvende aard en zijn relatie met de publieke omroeporganisatie kan GeenStijl als tendentieus én als mainstream worden beschouwd, of kan worden gezegd dat het in de hybride categorie, tendentieus-mainstream, valt. Een ander geval dat prominent in de door ons gevonden BuzzSumo-resultaten aanwezig is, is The Post Online (TPO). Het is een rechts mediakanaal dat past binnen de definitie van NRC, maar ook binnen een bredere definitie van politiek sterk gekleurde sites als “openly ideological web operations” (Hermann, 2016). Als we dit kanaal in dezelfde categorie zouden plaatsen als meer ‘fringe’ sites zoals Ninefornews.nl (een website die complottheorieën en ufologie propageert) of De Dagelijkse Standaard (een extreemrechts kanaal dat regelmatig artikelen publiceert die virulent anti-immigratie zijn), zou dit geen recht doen aan de minder extreme toonzetting. We kunnen het dan ook ‘tendentieus-politiek sterk gekleurd’ noemen. In de analyses hieronder worden de resultaten getoond, waarbij ‘tendentieus’ een aparte categorie is die uit deze twee bronnen bestaat. In andere, hierna volgende studies (over Twitter) worden de resultaten vergeleken wanneer de tendentieuze-politiek sterk gekleurde bron wordt gecategoriseerd als ‘tendentieus’ of als ‘politiek sterk gekleurd’ (zie Niederer en Groen, dit document).

Hieronder hanteren we de fijnmazige categorisering en het continuüm, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen ‘mainstream’, ‘tendentieus’, ‘politiek sterk gekleurd’, ‘complottheorie’ en ‘clickbait’. Daarbij worden, zoals gezegd, soms de categorieën aan elkaar gekoppeld. In deze categorieën komen de in het inleidende hoofdstuk besproken verschillende subtypes van mainstream content, tendentieuze content en content die anderszins van lage kwaliteit is, tot uitdrukking. Hierdoor kunnen ook meer genuanceerde categoriseringen van sites zoals GeenStijl en The Post Online plaatsvinden. In de onderstaande analyse bieden we deze onderverdeling in vijf categorieën aan als aanvulling op de binaire op OII gebaseerde categorisering, als een manier om te illustreren hoe de in de data gevonden niet-mainstream content is samengesteld. Deze categorisering is voortgekomen uit de casestudy’s in dit document en biedt een gedetailleerder alternatief voor de binaire tegenstelling ‘nep/junk’ tegenover ‘mainstream’ zoals we die bijvoorbeeld in de studies van BuzzFeed News en NRC Handelsblad vinden.

Al met al kiezen we er daarmee voor de bronnen niet tot nepnieuws te reduceren, maar maken we in plaats daarvan gebruik van een meer inclusieve categorie ‘junknieuws’. Daarbij wordt echter bijzondere aandacht besteed aan de tendentieuze kanalen. Nadat we de sites aan de hand van deze typologie in kaart hadden gebracht, hebben we alle andere marginale en lokale sites uit de resultaten verwijderd. ‘Marginaal’ verwijst hier naar sites die in de resultaten van BuzzSumo een zeer lage interactiescore kregen en die ook anderszins voor wat betreft de content of 54 algemene interactie niet noemenswaardig waren. Daarnaast hebben we lokale nieuwssites uitgesloten. Voor deze analyse gaat onze aandacht namelijk in het bijzonder uit naar een landelijk of anderszins aanzienlijk bereik; regionale kanalen hebben doorgaans juist een beperkt publiek en onze lijst met ‘junksites’ bevat meer landelijk georiënteerde kanalen dan regionale. Daarmee bleef een ‘mainstream’ categorie over met nationale kanalen, waarvan de meeste diep in het traditionele Nederlandse medialandschap zijn verankerd, zoals verschillende landelijke dagbladen, televisieomroepen en een aantal online nieuwssites en tijdschriften.

Data-analyse: algemene trends en trends per zoekopdracht

Provinciale Statenverkiezingen We hebben de geannoteerde bronnenlijst (ofwel de deskundigenlijst) gebruikt om de resultaten voor de zoekopdrachten in BuzzSumo te categoriseren, zoals hierna uitgebreider wordt besproken. Hierdoor kan per zoekopdracht de verhouding tussen mainstream bronnen en junkbronnen worden vastgesteld. Naast deze afzonderlijke analyses hebben we ook een gemiddelde verhouding berekend, gewogen naar het relatieve engagement per categorie, zowel in het algemeen als per week. Hoewel onze categoriseringsmethode licht afwijkt van die van BuzzFeed News, kan met deze weeksgewijze analyse wel een trendvergelijking worden getrokken met de resultaten van de door BuzzFeed News uitgevoerde analyse in de tijd van de campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016.

Afbeelding 1. Interactie met mainstream (blauw) en junk-achtige nieuwsberichten (roze) die tussen 18 februari 2019 en 25 maart 2019 door middel van zoekopdrachten met betrekking tot de Provinciale Statenverkiezingen per week op BuzzSumo zijn gevonden. De interactiescores zijn genormaliseerd.

55

Afbeelding 2. Totale interactie op Facebook met nepnieuws tegenover mainstream nieuws. Resultaten van verkiezingsgerelateerde zoekopdrachten op BuzzSumo voor de 20 artikelen met de meeste interactie gedurende februari en november 2018, per periode van drie maanden. Bron: Silverman, 2016.

Opvallend genoeg komt de door ons gevonden trend in onze analyse in de tijd (afbeelding 1) niet overeen met die in de studie van BuzzFeed News (zie afbeelding 2). Terwijl in de data van BuzzFeed News een duidelijke stijging werd gezien in de interactie met nepnieuws in de weken voorafgaand aan de verkiezingen, bleef het junknieuws in onze data betrekkelijk constant voor wat betreft de interactie en daalde dit gedurende de laatste paar weken zelfs licht. Er zijn echter enkele verschillen tussen de twee campagnes die een directe vergelijking moeilijk maken. De Amerikaanse verkiezingscampagne is doorgaans veel langer dan de Nederlandse verkiezingscampagnes, met name in dit geval. De verkiezing van 2019 betrof namelijk de Provinciale Staten en de Eerste Kamer, en niet de Tweede Kamer (over het algemeen de belangrijkste Nederlandse verkiezing). Terwijl de Amerikaanse campagne over een periode van negen maanden is geanalyseerd, bestrijken de Nederlandse campagne en dus onze data slechts vijf weken. Daarnaast is de dataresolutie bij BuzzFeed News vrij laag (één datapunt per drie maanden), terwijl die van ons veel fijnmaziger is (één per week).

Toch is het ondanks deze verschillen opvallend dat de grafieken een vrij verschillende dynamiek laten zien. Terwijl de data van BuzzFeed News wijzen op een duidelijke versterking van de nepnieuwscontent naargelang de verkiezingsdatum dichterbij komt, komen onze data meer overeen met de eerdere studie van NRC Handelsblad en duiden die op een meer constante, maar hardnekkige onderstroom aan junknieuws die altijd deel uitmaakt van de politiek georiënteerde media-output. De bovenstaande data zijn echter een verzameling van alle zoekopdrachten die op BuzzSumo zijn uitgevoerd. Hoewel er geen duidelijke trend als geheel waarneembaar is, kan dit

56 het gevolg zijn van een optelling van de waarden. In de resultaten van afzonderlijke zoekopdrachten zijn er duidelijker trends zichtbaar.

Afbeelding 3. Interactie per zoekopdracht van mainstream (blauw) en junk (roze) nieuwsberichten die tussen 18 februari en 25 maart 2019 door middel van zoekopdrachten met betrekking tot de Provinciale Statenverkiezingen per week op BuzzSumo zijn gevonden. De scores zijn genormaliseerd.

Zoals in het overzicht in afbeelding 3 zichtbaar is, zijn er zelfs per zoekopdracht weinig duidelijke trends waarneembaar met betrekking tot de prominente aanwezigheid van interactie

57 met junknieuws. Er is voor een aantal zoekopdrachten wel een interessante toename te zien in de aanwezigheid van het mainstream interactie. In het bijzonder is in de data voor [Segers], de leider van de Christelijke middenpartij ChristenUnie, in de laatste week van de verkiezingscampagne een sterke stijging zichtbaar. Deze stijging kan echter vrijwel geheel worden toegerekend aan de nieuwsberichten net na de verkiezingen over de gevolgen die de verkiezingsresultaten zouden hebben voor het kabinet, waarin de partij van Segers de kleinste is. (Let ook op de vergelijkbare toename voor [Jetten], met zijn partij D66 de op een na kleinste partij in het kabinet.) Een andere opvallende piek in de mainstream-interactie is ergens halverwege de verkiezingscampagne voor een aantal zoekopdrachten gevonden: [PS2019], [Buma], [Kuzu] en [Dijkhoff]. Als we de artikelen die voor deze interactie verantwoordelijk zijn beter bekijken, zien we dat dit erop kan wijzen dat de campagne op volle toeren draait en dat er daarom meer media-aandacht voor is. Het vaak aangehaalde en gevreesde patroon van BuzzFeed News waarin nepnieuws een groter publiek heeft dan mainstream nieuws zien we in deze casestudy dan ook niet terug: noch op het totaalniveau noch op het niveau van de individuele zoekopdracht.

Wat van belang blijft zijn de relatieve prestaties van mainstream nieuws en junknieuws per week en per zoekopdracht, met name in een aantal gevallen waarin junknieuws kortstondig meer interactie heeft dan mainstream nieuws voor wat betreft het engagement op Facebook. Voor de zoekopdrachten met politici vindt dit vooral voor [Baudet], [Kuzu] en [Wilders] plaats gedurende de eerste week van de verkiezingscampagne, waarin de prominente aanwezigheid van junknieuws het meest uitgesproken is. Deze politici leiden allemaal een betrekkelijk marginale partij: Baudet is de leider van de extreemrechtse partij Forum voor Democratie (FvD), Kuzu van de linkse en op immigranten gerichte partij DENK en Wilders is de leider van de extreemrechtse Partij voor de Vrijheid (PVV). Uit een nadere beschouwing van de junknieuwsartikelen die voor deze sterke stijgingen verantwoordelijk zijn, blijkt dat dit in alle drie de gevallen geen artikelen betreft die primair op de verkiezingen zijn gericht, maar artikelen waarin door politiek sterk gekleurde kanalen zoals De Dagelijkse Standaard andere politieke kwesties worden behandeld (voornamelijk betreffende de klimaatwetgeving die op dat moment het onderwerp van gesprek was). De relatief prominente plaats van deze berichten duidt er wellicht op dat de media nog niet serieus over de verkiezingscampagne aan het berichten waren, en niet zozeer op de dominante aanwezigheid van junknieuws in de berichtgeving rondom de verkiezingen. Al met al kan worden gezegd dat junknieuws in enkele individuele gevallen meer interactie ontvangt dan mainstream nieuws. Dit betreft echter uitschieters die geen algemene trend vertegenwoordigen, maar die voor bepaalde partijen wel de tendens zijn. Er is echter één algemene uitzondering op deze regel, en die betreft de zoekopdracht [migratie]. Daarbij heeft junknieuws gedurende het grootste deel van de periode meer interactie dan mainstream. Ook voor [klimaat] is in een bepaalde week voor junknieuws meer interactie geconstateerd dan voor mainstream nieuws. Dit zijn vrij polariserende kwesties die de aandacht van de politiek sterk gekleurde kanalen trekken.

Europese Parlementsverkiezingen Uit een trendanalyse van de resultaten voor het Europees Parlement (zie afbeelding 4) komt een patroon naar voren dat niet al te zeer afwijkt van het patroon dat in de data voor de Provinciale Statenverkiezingen is gevonden. In beide gevallen zien we met name in het begin van de onderzochte periode dat junknieuws hetzelfde presteert als mainstream nieuws. Het zij herhaald dat junknieuws tijdens de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen in twee gevallen 58 evenveel engagement liet zien als het mainstream nieuws. Hoewel deze trend nog altijd sterk verschilt van de door BuzzFeed News gevonden trend, waarin junknieuws het mainstream nieuws tegen het einde van de campagne inhaalde, betreft dit toch een belangrijke bevinding die erop wijst dat junknieuws in de Nederlandse context in toenemende mate een solide positie aan het verwerven is.

Afbeelding 4. Interactie met mainstream en junk-achtige artikelen die tussen 18 februari 2019 en 25 maart 2019 op BuzzSumo zijn gevonden door middel van zoekopdrachten met betrekking tot de Europese verkiezingen. De scores zijn genormaliseerd.

Uit een nadere beschouwing van de data over deze tweede week van de Europese campagne blijkt dat de interactie met junknieuws voor een groot deel kan worden toegeschreven aan een artikel in De Dagelijkse Standaard. Daarin wordt een video besproken die de politieke partij DENK op haar Facebook-pagina heeft gepost en wordt de partij beschuldigd van het demoniseren van Geert Wilders (PVV).11 De interactie met dit artikel is verantwoordelijk voor zo’n 36% van de ‘junk’-interactie in die week en zorgde daarmee voor een sterke stijging.

Meer in het algemeen kan de betrekkelijk hoge interactie die door junknieuwsbronnen wordt behaald in veel gevallen aan een klein aantal artikelen met veel interactie worden toegeschreven. Dit komt overeen met de bevindingen uit de analyse van de Provinciale Statenverkiezingen, waarin de pieken in de interactie met junknieuws eveneens aan een kleiner aantal goed scorende artikelen konden worden toegeschreven. Hoewel junknieuwsbronnen betrekkelijk goed presteren, met name in de vroegere weken van de dataset, is dit succes dus aan een relatief klein

11 “Video! Kuzu (DENK) wil dat Wilders gestopt wordt, voordat hij een tweede Srebrenica-bloedbad kan aanrichten”: https://www.dagelijksestandaard.nl/2019/05/video-kuzu-denk-wil-dat-wilders-gestopt-wordt-voordat- hij-een-tweede-srebrenica-bloedbad-kan-aanrichten/.

59 aantal bronnen en artikelen toe te schrijven en niet zozeer aan een algemeen succesvol en divers ecosysteem of zelfs aan een gecoördineerde campagne.

De bevindingen benaderen weliswaar niet de bevindingen in het bericht van BuzzFeed News, maar in het geval van de Europese verkiezingscampagne is het vermeldenswaardig dat junknieuws op één moment wel degelijk even goed presteert als het mainstream nieuws, maar niet aan het einde van de campagneperiode, zoals in de data van BuzzFeed News wel het geval is. Al met al is junknieuws gedurende de Europese campagne ruwweg even succesvol als gedurende de verkiezingscampagne voor de Provinciale Staten en is het duidelijk aanwezig. Als we naar de campagne als geheel kijken, zien we echter dat het mainstream nieuws nog altijd verreweg de meeste interactie behaalt.

Karakterisering van bronnen Het is zinvol om hier kort de websites te beschrijven waaruit de beide contentcategorieën bestaan. Onze categorie van mainstream kanalen (zie tabel 1) wordt gevormd door bekende kanalen met een landelijk bereik, wat zich in de praktijk vertaalt naar landelijke dagbladen, publieke omroeporganisaties, landelijke televisieprogramma’s en grote online tijdschriften. Daarmee vergeleken is de junkcategorie diverser: in de door ons gebruikte typologie omvat deze categorie sites met complottheorieën, politiek sterk gekleurde online bronnen (waaronder onafhankelijke zelfbenoemde journalisten) en ‘clickbait aggregators’. Sommige daarvan zijn relatief groot: De Dagelijkse Standaard, een extreemrechts weblog, verschijnt bij 15 van onze 19 zoekopdrachten in de top drie van de artikelen met de meeste interactie. Enkele andere junksites lijken meer op een bepaald onderwerp gericht te zijn. Dit is met name zichtbaar in de resultaten voor de zoekopdracht [Migratie] voor de Provinciale Statenverkiezingen, waarin fenixx.org – een extreemrechtse site die de racistische ‘rasvervangingstheorie’ propageert – veel voorkomt, terwijl de site in de andere zoekopdrachten veel minder prominent aanwezig is, behalve voor [EU], waarin de site af en toe verschijnt. Deze site is ook in het eerdere onderzoek van NRC uit 2017 genoemd als zijnde bijzonder sterk aanwezig in de categorie ‘politiek sterk gekleurd’.

Van deze categorie ‘politiek sterk gekleurd’ kan dan worden gezegd dat deze in beide datasets uit ongeveer dezelfde websites bestaat (zie tabel 1 en 2). Dit kan duiden op een politiek sterk gekleurd nieuwsecosysteem van websites die een aanzienlijk en stabiel aantal lezers hebben. Anderzijds is dit ecosysteem bijzonder topzwaar: voor beide datasets is De Dagelijkse Standaard (DDS) de site met veruit de meeste interactie en de site die bijna vier keer zo populair is als de volgende site in de lijst. Na DDS volgen een aantal veel kleinere maar tegelijkertijd meer uitgesproken extreemrechtse blogs zoals Stop de Bankiers, Fenixx en JD Report. Fenixx is hier bovendien opvallend, omdat die site ook in het NRC-onderzoek uit 2017 als een betrekkelijke prominente junksite wordt genoemd. Terwijl we dus een stabiele omgeving kunnen afbakenen met politiek sterk gekleurde nieuwssites waarmee aanzienlijke interactie plaatsvindt, steunt het succes van deze omgeving nog altijd voornamelijk op De Dagelijkse Standaard. Zonder die site zou deze categorie ten opzichte van de mainstream omgeving redelijk marginaal zijn.

Zoals hiervoor besproken is, kan als alternatief voor de binaire tegenstelling mainstream/junk ook de data voor beide verkiezingscampagnes worden bekeken vanuit een uitgebreider perspectief met vijf categorieën (zie afbeelding 5 en 6). Voor zowel de Provinciale 60

Statenverkiezingen als de Europese verkiezingen is duidelijk dat veruit de grootste niet- mainstream categorie uit politiek sterk gekleurde bronnen bestaat. De enige andere categorie die een noemenswaardige invloed heeft, zijn de tendentieuze bronnen GeenStijl en The Post Online (die beide niet in de andere (binaire) categorisatie in afbeelding 1 en 4 zijn opgenomen). Complot- en clickbaitbronnen zijn wel in de data aanwezig, maar spelen in vergelijking met de andere categorieën geen significante rol.

Afbeelding 5. Interactie per zoekopdracht van mainstream (blauw) en junk (roze) nieuwsberichten die tussen 18 februari en 25 maart 2019 door middel van zoekopdrachten met betrekking tot de Europese Parlementsverkiezingen per week op BuzzSumo zijn gevonden. De scores zijn genormaliseerd.

61

Mainstream Junknieuws Website Interactie Website Interactie telegraaf.nl 102117 dagelijksestandaard. 98414 nl nu.nl 46962 stopdebankiers.com 26429 rtlnieuws.nl 46849 fenixx.org 13024 wnl.tv 39975 jdreport.com 8564 nos.nl 37319 ninefornews.nl 5975 nrc.nl 16010 tpook.nl 4431 metronieuws.nl 14746 ejbron.wordpress.c 4126 om pauw.bnnvara.nl 10130 opiniez.com 2777 evajinek.kro-ncrv.nl 7412 dlmplus.nl 2110

Tabel 1. Top 10 websites per categorie (Provinciale Statenverkiezingen), gecombineerd voor alle zoekopdrachten, gerangschikt op algemene interactiescore zoals door BuzzSumo gerapporteerd.

Mainstream Junknieuws Website Interactie Website Interactie telegraaf.nl 232327 dagelijksestandaard.nl 225006 nu.nl 192962 stopdebankiers.com 46892 nos.nl 141440 fenixx.org 25852 rtlnieuws.nl 99820 tpook.nl 17453 wnl.tv 91211 jdreport.com 9199 elsevierweekblad.nl 31150 opiniez.com 8302 ejbron.wordpress.co metronieuws.nl 28038 m 6427 nrc.nl 27195 reactnieuws.net 5565 joop.bnnvara.nl 22509 ninefornews.nl 2047

Tabel 2. Top 10 websites per categorie (Europese Parlementsverkiezingen), gecombineerd voor alle zoekopdrachten, gerangschikt op algemene interactiescore zoals door BuzzSumo gerapporteerd.

62

Afbeelding 6. Interactie met mainstream, politiek sterk gekleurde, complot- en clickbaitartikelen die tussen 18 februari 2019 en 25 maart 2019 op BuzzSumo zijn gevonden voor de zoekopdrachten met betrekking tot de Provinciale Statenverkiezingen. De scores zijn genormaliseerd. GeenStijl wordt hier als ‘mainstream’ beschouwd, terwijl The Post Online als ‘politiek sterk gekleurd’ wordt aangemerkt.

Afbeelding 7. Interactie met mainstream, tendentieuze, politiek sterk gekleurde, complot- en clickbaitartikelen die tussen 18 februari 2019 en 25 maart 2019 op BuzzSumo zijn gevonden voor de zoekopdrachten met betrekking tot de Provinciale Statenverkiezingen. De scores zijn genormaliseerd. GeenStijl en The Post Online worden hier als ‘tendentieus’ beschouwd.

63

Afbeelding 8. Interactie met mainstream, tendentieuze, politiek sterk gekleurde, complot- en clickbaitartikelen die tussen 19 april 2019 en 23 mei 2019 op BuzzSumo zijn gevonden voor de zoekopdrachten met betrekking tot de Europese Parlementsverkiezingen. De scores zijn genormaliseerd. GeenStijl wordt hier als ‘mainstream’ beschouwd, terwijl The Post Online als ‘politiek sterk gekleurd’ wordt aangemerkt.

Afbeelding 9. Interactie met mainstream, tendentieuze, politiek sterk gekleurde, complot- en clickbaitartikelen die tussen 19 april 2019 en 23 mei 2019 op BuzzSumo zijn gevonden voor de zoekopdrachten met betrekking tot de Europese Parlementsverkiezingen. De scores zijn genormaliseerd. GeenStijl en The Post Online worden hier als ‘tendentieus’ beschouwd.

64

Provinciale Statenverkiezingen Europese Parlementsverkiezingen Website Interactie Website Interactie dagelijksestandaard.nl 168668 dagelijksestandaard.nl 225006 stopdebankiers.com 35414 stopdebankiers.com 46892 fenixx.org 20757 fenixx.org 25852 jdreport.com 15679 jdreport.com 9199 ejbron.wordpress.com 5285 opiniez.com 8302 dailypaper.org 4887 ejbron.wordpress.com 6427 opiniez.com 4554 reactnieuws.net 5565 destaatvanhet-klimaat.nl 3912 xandernieuws.net 2009 pallieterke.net 3228 eunmask.wordpress.com 1296 eunmask.wordpress.com 2487 novini.nl 862 Tabel 3. Top 10 ‘politiek sterk gekleurde’ websites voor beide datasets, gerangschikt op algemene score zoals door BuzzSumo gerapporteerd.

Een analyse van de websites met de meeste interactie in de categorie ‘politiek sterk gekleurd’ (zie tabel 3) bevestigt verder dat deze categorie de invloedrijkste categorie is in de bredere ‘junk’ (of ‘junk-achtige’) sfeer, waarbij de sites in de top tien grotendeels overeenkomen met de sites die in de top tien staan van de ‘junknieuwssites’ in tabel 1 en 2. De top vijf is in alle lijsten identiek, en wederom is De Dagelijkse Standaard de belangrijkste site. Opvallend genoeg zien we dat de mainstreaminteractie stijgt naarmate de campagne vordert, terwijl de prestaties van junknieuws relatief stabiel zijn. Dat betekent dat de belangstelling voor mainstream nieuwsberichten tegen het einde van een politieke campagne toeneemt, terwijl de belangstelling voor het junknieuws stabiel blijft. Wellicht bedienen ze een ander publiek, hoewel voor een dergelijke interpretatie meer werk moet worden verricht.

De sites met junknieuws, waarvan politiek sterk gekleurde sites het grootste deel vormen, kunnen over het algemeen worden gekenschetst als rechts, anti-immigratie, anti-EU en in sommige gevallen antisemitisch of een platform voor complottheorieën (waarbij de laatstgenoemde vooral van toepassing is op ninefornews.nl en jdreport.com). Deze rechtse inslag in onze bevindingen strookt met andere onderzoeken naar junknieuws, waaronder de analyse van BuzzFeed News uit 2016, maar ook in andere (internationale) onderzoeken is geconstateerd dat linkse content in die categorie minder prominent aanwezig is (Silverman, 2016; Neudert e.a., 2017:1; Alcott en Gentzkow, 2017:223). In deze casestudy is naast de prominente aanwezigheid van politiek sterk gekleurde sites zoals DDS ook de betrekkelijk grote interactie met met name complotwebsites opvallend: ninefornews.nl, in onze data op de vijfde plaats in de lijst met sites met de meeste interactie, propageert regelmatig complottheorieën die variëren van ufo- waarnemingen tot extreemrechtse theorieën zoals Pizzagate en QAnon. De auteurs lijken ervan overtuigd te zijn dat dit een nauwkeurige weergave van de gebeurtenissen is. Al met al blijkt uit de data dat junknieuws, primair bestaande uit politiek sterk gekleurde sites en complotwebsites, een geringe maar constante en belangrijke factor is.

65

Een vergelijkende analyse Deze casestudy is vooral op Facebook gericht, maar op andere platforms kan een soortgelijke analyse worden toegepast. Terwijl Facebook de dubieuze eer heeft het platform te zijn dat misschien wel het meest met nepnieuws in verband wordt gebracht, hebben andere platforms hun eigen kenmerken waardoor ze aantrekkelijk kunnen zijn voor degenen die vormen van junkcontent willen verspreiden. Net zoals in deze casestudy kan (met een paar methodologische aanpassingen) voortbordurend op de analyses van BuzzFeed News en NRC op een soortgelijke manier naar andere platforms worden gekeken. Daarbij kan dan het engagement in de tijd van respectievelijk junkcontent en mainstream content worden onderzocht. In meerdere casestudy’s in deze bundel wordt een dergelijke methode gehanteerd.

De analyses waarbij naar meerdere platforms wordt gekeken, bieden een kans om niet alleen de aanwezigheid van junknieuws op individuele platforms te onderzoeken, maar ook een platformoverschrijdende analyse uit te voeren om te onderzoeken of er platforms zijn die in het bijzonder vatbaar zijn voor junkcontent, of dat er wellicht platforms zijn die erin zijn geslaagd de verspreiding ervan tegen te gaan, gezien het feit dat het verschijnsel nu al enige tijd is bestudeerd en de desbetreffende casestudy’s begin tot halverwege 2019 hebben plaatsgevonden. Hoewel we in deze paragraaf een vergelijking maken, dient te worden opgemerkt dat een directe vergelijking tussen platforms om een aantal redenen moeilijk te trekken is.

Eén probleem met een vergelijking tussen verschillende platforms is dat ‘interactie’ of ‘engagement’ verschillende betekenissen heeft, afhankelijk van de functies die een platform biedt om met content de interactie aan te gaan. Op Facebook betekent ‘interactie’ het totaal van alle opmerkingen, likes (of reacties) en shares die een post heeft ontvangen. Maar Reddit bijvoorbeeld kent voor enkele van deze functies geen tegenhanger, omdat ‘shares’ op dat platform geen relevant concept zijn. Tegelijkertijd biedt het statistieken aan die door Facebook niet worden gebruikt (zoals ‘upvotes’ en ‘downvotes’). Daarnaast leidt op Facebook een dislike of boze reactie bijvoorbeeld vaak tot een hogere interactie, terwijl een downvote op Reddit tot een lagere score van de post leidt.

Meer in het bijzonder worden in de casestudy’s in dit werk verschillende tijdsperioden betrokken en in enkele gevallen worden naast verkiezingsonderwerpen en leiders ook bepaalde gepolariseerde onderwerpen onderzocht (zoals MH17 en Zwarte Piet). Het doel hiervan is desinformatie of junkberichten boven tafel te krijgen, zoals hiervoor is besproken met betrekking tot asymmetrische zoekopdrachten. Een dergelijke opzet van de zoekopdrachten kan gerechtvaardigd zijn, gezien het feit dat eerdere onderzoeken naar desinformatie in de context van de Nederlandse media werden verricht op door Twitter beheerde en gecontroleerde data die uit Russische IRA-trollen bestonden en activiteit constateerden rond het neerhalen van het vliegtuig MH17 in 2014 en rond de terroristische aanvallen op de luchthaven en de metro in Brussel in 2016. Wanneer op Twitter het gebruik van de hashtag en het trefwoord ‘MH17’ in de afgelopen jaren worden bestudeerd, kan toenemende activiteit worden gevonden rond de verkiezingen (zoals tijdens de landelijke verkiezingen in 2017). Ook dat rechtvaardigt de hernieuwde aandacht voor ten minste MH17 tijdens de verkiezingen in 2019. Een dergelijke asymmetrische zoekopdracht maakt een vergelijking tussen casestudy’s uiteraard moeilijk, omdat de verhouding tussen de interactie met mainstream nieuws en junknieuws minder evenwichtig 66 kan zijn vanwege de voortdurende aandacht die op complotwebsites en andere bronnen aan deze thema’s wordt gegeven. Ook verschillen in tijdsperioden compliceren de kwestie, aangezien zich in het verleden bijzonder ‘junk-gevoelige’ voorvallen kunnen hebben voorgedaan die niet in de huidige analyses zijn betrokken en voor analytische doeleinden uit de vergelijking zijn weggelaten.

Toch geldt dat, mits men zich bewust is van de beperkingen ervan in een dergelijke vergelijking, een vergelijking van de resultaten van een dergelijke analyse van andere platforms met de casestudy over Facebook een indruk kan geven van de relatieve indringing van junk op de onderscheiden sociale mediaplatforms. Terwijl in de rest van dit document verschillende casestudy’s worden behandeld waarin de afzonderlijke platforms worden onderzocht aan de hand van methoden die lijken op deze methode, wordt in het onderstaande diagram een globale indruk gegeven van de resultaten van de verschillende platforms, waarbij gebruik is gemaakt van data uit dit hoofdstuk en de andere casestudy’s.

Afbeelding 10. Relatieve interactie met contentcategorieën voor 4chan /pol/, Reddit, Twitter en Facebook. GeenStijl wordt hier als ‘mainstream’ beschouwd, terwijl The Post Online als ‘politiek sterk gekleurd’ wordt aangemerkt. data 4chan en Reddit van 1 dec. 2015 - 1 jun.; data Twitter en Facebook van 18 feb. 2019 - 25 mrt. 2019 en 19 apr. 2019 - 23 mei 2019.

Afbeelding 11. Relatieve interactie met contentcategorieën voor 4chan /pol/, Reddit, Twitter en Facebook. data 4chan en Reddit van 1 dec. 2015 - 1 jun.; data Twitter en Facebook van 18 feb. 2019 - 25 mrt. 2019 en 19 apr. 2019 - 23 mei 2019.

67

Wat opvalt in de platformoverschrijdende vergelijking van de resultaten in afbeelding 7 is dat de twee ‘mainstream’ sociale platforms, Facebook en Twitter, een grotere aanwezigheid van junknieuwscontent laten zien dan 4chan en Reddit, de platforms in het ‘deep vernacular web’. Dit is interessant, omdat de laatste twee – de “seedy underbelly” van het internet (Bergstrom, 2011) – vaak worden beschreven als een broeinest van polariserende en ‘alt-right’ politieke discussies, die daarmee een omgeving creëren waarvan kan worden verwacht dat daar de bijzonder sterk politiek gekleurde content goed gedijt.

Een aannemelijke verklaring hiervoor is dat met name op /pol/ van 4chan, het ‘politiek incorrecte’ subforum dat in dit geval is onderzocht, degenen die een bericht posten zichzelf tegenover de mainstream bronnen plaatsen. Deze positionering gaat veelal hand in hand met een link naar de desbetreffende bron, waarmee het aandeel mainstream content in het algehele beeld van het platform toeneemt. Daarmee wordt het idee onderstreept dat interactie niet noodzakelijkerwijs inhoudt dat men het eens is met de content waarmee interactie plaatsvindt. Een hoge interactiescore kan zelfs op controverse duiden: we kunnen verwachten dat er veel geklikt zal worden op iets polariserends wat het onderwerp is van felle discussies en dat het het onderwerp is van toetsing door veel mensen die daar iets over posten.

Conclusies: afwezigheid van desinformatie en prominente aanwezigheid van junknieuws Zoals is besproken, is een uitgebreide platformoverschrijdende vergelijking moeilijk te trekken vanwege de verschillende methoden die in iedere casestudy worden gehanteerd. Hoewel het buiten het bereik van dit onderzoek valt, biedt de verdere vergelijking van deze methoden en de resultaten ten behoeve van een meer diepgaande platformoverschrijdende analyse een kans voor nader onderzoek.

Deze specifieke op Facebook gerichte casestudy is gebaseerd op soortgelijke datajournalistiek van BuzzFeed News en NRC Handelsblad. Onze resultaten zijn niet identiek aan die van hen. Het is met name interessant dat de door BuzzFeed News gevonden prominente aanwezigheid van opzettelijk vals nieuws niet uit onze data bleek. Dat geeft aan dat het in de Nederlandse context een minder groot probleem vormt dan in de Verenigde Staten. De data lijken wel de reputatie van Facebook te bevestigen als een bijzonder vruchtbare bodem voor junknieuws in vergelijking met andere platforms en duiden erop dat het ondanks de door Facebook genomen initiatieven om deze content tegen te gaan nog altijd op het platform aanwezig is. Terwijl door NRC wordt geconcludeerd dat “hoogstens 10 procent” (Kist en Zantingh, 2017) van het door NRC geanalyseerde engagement politiek sterk gekleurde en tendentieuze content betreft, constateren we in onze analyse van een klein jaar later dat dit aandeel tot ongeveer 25% is gestegen.

Terwijl dit verschil tussen onze bevindingen en die van NRC deels kan worden verklaard door de verschillen in de criteria die zijn gehanteerd om de content te categoriseren, lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat zelfs wanneer junknieuws in de minderheid is, het zeker niet marginaal is en in het Nederlandse medialandschap een groeiend product lijkt te zijn, waarbij in enkele gevallen de prestaties overeenkomen met het mainstream nieuws voor wat betreft het engagement op Facebook. Hoewel deze casestudy beperkt is tot de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese verkiezingen in 2019, blijkt uit de bevindingen dat een bredere analyse van de 68 berichtgeving in junknieuws op Facebook over de Nederlandse politiek gerechtvaardigd zou zijn. In een dergelijke analyse zou kunnen worden onderzocht wat ‘interactie’ in de praktijk betekent; zoals bij de oppervlakkige platformoverschrijdende analyse is aangegeven, houdt dit niet per definitie instemming in. Als junknieuws op Facebook zo’n grote factor is, is het ook van belang de motivatie achter de interactie met dat nieuws te begrijpen, willen we inzicht krijgen in het belang ervan in het bredere politieke debat.

Een lichtpuntje (bij wijze van spreken) is dat er haast geen onmiskenbare (buitenlandse) desinformatie in de data is aangetroffen, wat voor alle door ons onderzochte platforms het geval is. Terwijl er met name op Facebook sprake is van een solide onderstroom aan junknieuwssites die politiek sterk gekleurde content bevatten en van een aantal veelvuldig gedeelde complotwebsites waarop uiterst dubieuze content wordt gepropageerd, is er niet direct een reden om aan te nemen dat het zogenoemde ‘nepnieuws’ de berichtgeving over de Nederlandse verkiezingen op dezelfde manier zal beïnvloeden als dit voor de Amerikaanse verkiezingen in 2016 het geval leek te zijn. Al met al wijst onze casestudy over Facebook erop dat er niet direct een reden is om bezorgd te zijn over desinformatie betreffende Nederlandse verkiezingen, maar dat junknieuws wel een groeiende factor is die nader zou moeten worden bestudeerd.

69

Junknieuws in zoekmachines: een onderzoek naar de gevoeligheid van Google voor politiek sterk gekleurde bronnen tijdens de Nederlandse verkiezingen

Guillén Torres en Richard Rogers12

Inleiding: zoekmachines als bron van junk Zoekmachines zijn een belangrijk startpunt op het internet en dienen daarmee als een plaats voor de consumptie van informatie, waaronder politieke informatie. Als zodanig vormen ze een relevante omgeving voor het onderzoek naar zowel de aanwezigheid van desinformatie en junknieuws als benaderingen om desinformatie en junknieuws tegen te gaan (Bowden, 2016). Hoewel ze in de sector als ‘organic’ worden beschreven, kan de output van zoekmachines als ‘gemaakte hiërarchie’ worden aangemerkt (Hindman, 2008; Halavais, 2017). De bronnen worden per zoekopdracht gerangschikt en daarmee worden sommige vanzelfsprekend als meer relevant aangeboden dan andere. Dergelijke rangschikkingspraktijken worden vaak als ondoorgrondelijk beschouwd, omdat zoekmachines over het algemeen geen manier bieden om de zoekresultaten op te slaan en te bestuderen, bijvoorbeeld middels een API waarmee dat mogelijk zou zijn of gebruiksvoorwaarden op te stellen waarin dat zou worden toegestaan. De algoritmes voor de rangschikking zijn zelfs handelsgeheimen die angstvallig door de bedrijven worden bewaakt.

De resultaten worden sinds 2009 door Google en later ook door andere zoekmachines gepersonaliseerd, ofwel per individu ofwel voor de plaats waar de zoekopdracht is uitgevoerd (Pariser, 2011; Puschmann, 2018). De zoekmachines bieden dus in toenemende mate gerangschikte politieke informatie, maar stemmen die informatie ook af op gebruikersvoorkeuren en/of locatie (Martens e.a., 2018).

Waar het gaat om gebeurtenissen, zoals verkiezingen, worden zoekmachines niet alleen aanbieders van informatie over een bepaald onderwerp, maar ook van actuele informatie. Dit zijn bij uitstek geschikte momenten om de aanwezigheid van desinformatie en junknieuws te onderzoeken. Goede voorbeelden hiervan zijn de momenten waarop bronnen die anders op een onbelangrijke plaats in de ranglijst staan tot boven in de lijst met zoekresultaten stijgen tijdens de periode waarin een gebeurtenis ‘breaking news’ is, zoals onmiddellijk na de schietpartijen in Las Vegas in 2017, toen een post op 4chan waarin de verkeerde persoon als schutter werd aangewezen boven in de ranglijst eindigde (Robertson, 2017). Google gaf ook prominent links weer naar geruchten over de identiteit van een schutter in Texas in 2018 als “a Muslim convert, member of Antifa or Democrat supporter” (Lomas, 2018). Een mogelijke oorzaak van de onverwachte plaats in de ranglijst en de plotselinge aanwezigheid van dubieuze informatie is kunstmatige manipulatie, zoals zoekmachineoptimalisatie (SEO). Ten aanzien van de post op 4chan kan de manipulatie van de zoekmachine (als dat inderdaad aan de orde was) ook bij wijze van kattenkwaad hebben plaatsgevonden, waarbij iemand wilde trollen en daarbij misinformatie introduceerde. In het geval van de geruchten over de schutter in Texas lijkt de manipulatie sterk politiek gekleurd te zijn geweest. Beide stromen vals nieuws werden niet ‘gecorrigeerd’ in de

12 Het hier beschreven onderzoek is in samenwerking met Anja Duricic, Lisa Fluttert, James Ingleby en Ziwen Tang uitgevoerd. 70 redactionele zin van een rectificatie; de dynamisch gepubliceerde resultaten worden in plaats daarvan continu algoritmisch verbeterd, zodat “goede informatie” uiteindelijk zou moeten prevaleren (Waters, 2017).

In het onderzoek naar de door zoekmachines voortgebrachte resultaten en hiërarchieën (door middel van handmatige verzameltechnieken) wordt er vaak op gewezen dat een plaatsing boven in de lijst van belang is, omdat gebruikers in de loop der jaren steeds minder door de resultatenpagina’s zijn gaan bladeren (Jansen en Spink, 2003; Dan en Davison, 2016). Zo is in de bovenstaande voorbeelden het belang van de plaats van misinformatie, geruchten en extreme resultaten gebaseerd op bevindingen over de manier waarop gebruikers naar de bovenste resultaten neigen. Aldus worden deze topresultaten het meest geconsumeerd en zijn ze bijzonder geschikt voor onderzoek. Een aanvullende onderzoeksstrategie voor het onderzoek naar de aanwezigheid van nep- en junknieuws betreft anticiperend onderzoek, ook bekend als autosuggestie, dat de gebruiker naar bepaalde trefwoorden leidt. Dit is eveneens onderzocht voor wat betreft de kwetsende associaties die door zoekmachines worden gemaakt, zoals het aanvullen van “are Jews” (‘zijn joden’) met “evil” (‘slecht’) (Cadwalladr, 2016). Vrouwonvriendelijke autosuggesties zijn daarnaast in eerdere casussen gedocumenteerd, die in 2013 hebben geleid tot een VN-campagne die in een langer onderzoek naar “how search engines reinforce racism” wordt besproken (Noble, 2018). Op soortgelijke wijze is ook in de bovenste zoekresultaten in Google extremistische content gedocumenteerd voor de zoekopdracht “holocaust” (Hern, 2017).

De ontdekking van de journalist van The Guardian van de kwetsende associaties met het woord “Jews” en de daaruit voortkomende sites die werden weergegeven (zoals de neonazi-website The Daily Stormer), hebben niet alleen geleid tot een discussie over de manier waarop de algoritmes van Google kunnen worden verbeterd, maar ook in de eerste plaats over het bereik van de bronnen die dergelijke informatie produceren en stimuleren. De aanwezigheid (en de hoge rangschikking) daarvan kan worden uitgelegd als aanwijzing voor het belang en het publiek van dat materiaal online of, zoals anderen hebben betoogd, als bewijs van een cultuuroorlog die wordt aangewakkerd door de online tactieken die ‘cultuurhackers’ gebruiken om de rangschikking te manipuleren (Albright, 2016; Confessore en Wakabayashi, 2017). Hoewel ze er wellicht naar streven om de autosuggesties te corrigeren (en misschien wel om alle religieuze suggesties te verwijderen), deinzen bedrijven zoals Google ervoor terug om dergelijke extreme websites volledig uit de lijst te verwijderen. Dit heeft te maken met zorgen om de vrijheid van meningsuiting, die ook kunnen ontstaan wanneer deze resultaten lager in de lijst worden geplaatst.

In dit hoofdstuk wordt onderzocht in welke mate de zoekmachine van Google vatbaar is voor het verstrekken van twijfelachtige informatiebronnen aan gebruikers, in de zoekresultaten met betrekking tot Nederlandse politieke partijen gedurende de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese Parlementsverkiezingen in 2019. We hebben hierbij tot doel de aanwezigheid van junknieuwsbronnen in de resultaten voor politieke zoekopdrachten vast te stellen. De onderzoeksvragen zijn dan ook de volgende: Welke plaats in de ranglijst kent de zoekmachine toe aan junknieuwsbronnen wanneer op politieke partijen en hun onderwerpen wordt gezocht? Zijn er specifieke politieke onderwerpen en partijsferen waarbij junknieuws overheerst of geheel

71 afwezig is? Stijgen de plaats in de ranglijst en de hoeveelheid naarmate de verkiezingen dichterbij komen?

We hebben het hoofdstuk in zes paragrafen verdeeld: een korte weergave van de methodologische uitdagingen die we in het onderzoek naar zoekmachines zijn tegengekomen, de gebruikte methodiek voor het opbouwen van onze dataset, de drie sets bevindingen en een bespreking van de beperkingen en vervolgstappen. Al met al is de conclusie dat junknieuws, in het bijzonder van het type ‘politiek sterk gekleurd’, in de voor de zoekopdrachten afgebakende politieke arena vrij algemeen aanwezig is, maar dat dit nog veel sterker het geval is voor bepaalde actoren en hun onderwerpen aan de uiterst rechtse zijde van het politieke spectrum.

Een onderzoek naar personalisatie, junknieuws of beide? De mate waarin autosuggesties worden gepersonaliseerd is tot nu toe onderbelicht gebleven. De personalisatie van resultaten meer in het algemeen is echter het onderwerp geweest van talloze onderzoeken en methodologische innovaties die de ondoorgrondelijkheid van Google omzeilen door de resultaten selectief te ‘scrapen’ of door om datadonaties te vragen. Uit de bevindingen die zijn verkregen uit het scrapen van de resultaten van groepsgewijs ingevoerde zoekopdrachten zijn betrekkelijk weinig resultaten gebleken die in de zoekmachine van Google aan personalisatie onderhevig waren (Feuz e.a., 2011). Hetzelfde geldt voor Google Nieuws (Haim e.a., 2018), wat erop wijst dat de oorspronkelijke zorgen betreffende de ‘filterbubbel’ wellicht niet langer zo gegrond zijn. Voor wat betreft de tweede methode is door de Duitse ngo Algorithm Watch een browserextensie gemaakt die gebruikers kunnen installeren en die regelmatig politieke zoekopdrachten uitvoert, zoals “Angela Merkel” (Puschmann, 2017). De resultaten daarvan werden door de gebruikers aan Algorithm Watch gedoneerd, zodat een groter aantal resultaten kon worden onderzocht dan normaal gesproken het geval zou zijn. Ook hier is uit de bevindingen slechts geringe personalisatie gebleken, maar het onderzoek naar de aanwezigheid van bepaalde junknieuwssites (desinformatie, maar ook andere genres) kan nog verder worden vervolgd. Een andere (hierna besproken) techniek betreft het selectief scrapen van de resultaten, en wel zodanig dat het effect van personalisatie wordt geminimaliseerd. Daarbij concentreert men zich op de algemene aanwezigheid van junknieuwssites en niet op de vraag of specifieke gebruikers in een filterbubbel meer van die resultaten zien.

Om een eerste inzicht te krijgen in de hoeveelheid en plaatsing van junknieuws in zoekresultaten, zowel rondom gebeurtenissen als na een algoritmische verandering, wordt een ‘query routine’ opgezet en een periode gekozen. (Het onderzoek kan ook voor een langere periode worden verricht, zoals in het Issuedramaturg-project, waarin jarenlang de zoekresultaten met betrekking tot 9/11 zijn gevolgd. Google verandert echter vaak zijn outputformaat en verhindert daarmee de werking van geautomatiseerde tools (Rogers, 2013).) Om personalisatie te verminderen kan een onderzoeksbrowser worden ingezet. Dat is een schone browser waarbij de gebruiker niet is ingelogd. Geografische personalisatie op plaatsniveau kan worden vermeden door geavanceerde instellingen te gebruiken en een specifieke regio, zoals Nederland, te kiezen. Voor een project zoals het onze wordt geografische personalisatie niet als een nadeel beschouwd in die zin dat het de randvoorwaarden voor de totstandkoming van een filterbubbel zou kunnen scheppen.

72

De onderzochte zoekmachine moet in het kort worden vermeld. Google is de populairste zoekmachine, met in de meeste landen (en zeker in Nederland) het grootste marktaandeel aan gebruikers. Zoals hiervoor is vermeld, is het bedrijf onlangs in het debat rondom nepnieuws verwikkeld geraakt. Dit was niet omdat Russische desinformatiebronnen werden getoond (hoewel dat, voor zover wij weten, niet verder is onderzocht), maar bovenal omdat vrouwonvriendelijke en extremistische content werd getoond die eerder door het bedrijf was verdedigd als zijnde een ‘weerspiegeling’ van maatschappelijke bezorgdheid en die niet werd erkend als het gevolg van een algoritmische fout of ‘cultuurhacking’. Wanneer het aantal onderzochte zoekmachines zou worden uitgebreid (met Bing en Yahoo! bijvoorbeeld), zouden de resultaten kunnen worden getrianguleerd en zou nader onderzoek kunnen worden verricht naar de vraag of vrouwonvriendelijke en extremistische content in de bovenste resultaten overeenstemt met de norm en of die regelmatig is. Daarbij kan evenwel niet worden gecorrigeerd voor algoritmische concentratie of de mate waarin de algoritmes van de grote zoekmachines überhaupt vergelijkbaar zijn. De mate waarin de resultaten een weerspiegeling zijn van maatschappelijke bezorgdheid zou een open vraag blijven.

Analyse van de Google-resultaten De aanwezigheid van junknieuws in het resultaat van de zoekmachine Google is een multicausaal verschijnsel dat aan een aantal factoren kan worden toegeschreven. Zo reageert het algoritme van Google op de eigen consumptie van junknieuwsbronnen door gebruikers en leert het daarvan. Het wordt met behulp van uiteenlopende datasets getraind, en contentmakers proberen om de zoekmachine via tactieken op het gebied van zoekmachineoptimalisatie te manipuleren (Finkel e.a., 2017). Gezien de ondoorgrondelijkheid van de tool van Google is moeilijk vast te stellen waardoor de aanwezigheid van junknieuwsbronnen in de Nederlandse websfeer of andere websferen kan worden veroorzaakt. In plaats van te proberen een verklaring te vinden voor de aanwezigheid van junknieuws, testen we hier in welke mate de tool politiek relevante zoekopdrachten aan junknieuwsbronnen verbindt.

Zoals is opgemerkt, ligt ‘scraping’ als methode ten grondslag aan het onderzoek (Marres en Weltevrede, 2013) en wordt daarbij de kwestie van junknieuws in de zoekresultaten als uitgangspunt genomen, en niet het effect van personalisatie in de totstandkoming van een filterbubbel. In het onderzoek wordt in de zoekresultaten naar zogenaamd ‘junknieuws’ gezocht. ‘Junknieuws’ wordt daarbij gedefinieerd als “extremist, sensationalist, conspiratorial and masked commentary” (Howard e.a., 2017: 1). Conform de definitie die BuzzFeed News geeft van ‘fake news’ (nepnieuws) (Silverman, 2016), zoeken we tevens naar (buitenlandse) desinformatie, politiek sterk gekleurde bronnen en clickbait, die op zichzelf al extreem kan zijn. Daartoe hanteren we een lijst met bronnen, die op deskundige wijze door andere onderzoekers in het project is samengesteld.

In het onderzoek wordt over het algemeen de benadering van ‘bronafstand’ gehanteerd, waarbij de vraag wordt gesteld hoe ver de kwetsende resultaten van de topresultaten verwijderd zijn (Rogers, 2013). Meer in het bijzonder onderzoeken we de positionering van junknieuwspagina’s in de eerste twintig resultaten op Google.nl na verschillende zoekopdrachten over politieke partijen en hun belangrijkste onderwerpen gedurende de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen en die van de Europese Parlementsverkiezingen in 2019. Zodoende wordt in

73 dit onderzoek bestudeerd hoe vatbaar de zoekresultaten zijn voor junknieuws, zoals hierboven gedefinieerd, en wordt niet verder ingegaan op de kwestie ‘junk’ op zich en evenmin op de effectiviteit van tegenmaatregelen.

Zoekresultaten als politieke arena’s Teneinde in de zoekresultaten een politieke arena af te bakenen, hebben we voor de zoekopdrachten een protocol ontwikkeld op basis van een combinatie van de naam van een politieke partij met een specifieke kwestie die met de politieke agenda van die partij in verband worden gebracht. In die zin is de achterliggende aanname dat junknieuws een grotere invloed zou kunnen hebben wanneer het in een specifieke politieke context, zoals verkiezingscampagnes, wordt besproken, wanneer kiezers informatie vergaren waarop zij hun keuze baseren. Om de resultaten van een groot aantal zoekopdrachten te kunnen verzamelen, hebben we de Search Engine Scraper van het Digital Methods Initiative gebruikt. Met deze tool kunnen de zoekresultaten van een specifieke zoekopdracht worden gescrapet en voor verder onderzoek door visualisatie in een database worden vastgelegd.

De eerste stap van de methodiek bestond uit het opstellen van een lijst met Nederlandse parlementaire partijen en het vaststellen van hun websites en Facebookpagina’s (zie tabel 1). Daarnaast werd een lijst opgesteld met de partijen die aan de Europese Parlementsverkiezingen hebben deelgenomen. In de volgende stap hebben we de relevante trefwoorden vastgesteld waarmee we de zoekopdrachten konden opbouwen. In het geval van de Provinciale Statenverkiezingen zijn deze aan de webpagina’s en Facebookpagina’s van de partijen ontleend. Voor de partijen die aan de Europese Parlementsverkiezingen hebben deelgenomen, zijn uitsluitend de websites van de partijen zelf geraadpleegd. Uit de webpagina’s van de partijen zijn de trefwoorden (d.w.z. de belangrijke onderwerpen) van de partijen ontleend. De Facebook- pagina’s boden een meer ‘spreektalige’ set aan onderwerpen, omdat de trefwoorden afkomstig zijn van gebruikers of burgers in hun commentaren. Door deze twee sets trefwoorden op te stellen, konden we de resultaten voor zowel het officiële als het meer populaire taalgebruik betreffende de onderwerpen vastleggen en vergelijken.

De lijsten met partijtrefwoorden zijn opgebouwd door de platformstandpunten op de partijwebsites te verzamelen. Er is één lijst voor de Provinciale Statenverkiezingen en een andere voor de Europese Parlementsverkiezingen. De meeste politieke partijen noemen op hun platform tussen de vijf en tien trefwoorden, die allemaal zijn verzameld. Enkele partijen (zoals de Staatkundig Gereformeerde Partij, de SGP) boden een langere lijst, die aan de hand van de belangrijkste onderwerpen is ingekort. In totaal bestonden de onderwerpen van de politieke partijen voor de Provinciale Statenverkiezingen uit 158 trefwoorden verdeeld over de dertien partijen, en voor de Europese Parlementsverkiezingen uit vier trefwoorden verdeeld over veertien partijen. De lijst uit de spreektaal is opgesteld door middel van een zorgvuldige lezing van de opmerkingen onder posts op de Facebook-pagina van iedere politieke partij. Om deze lijst te kunnen opbouwen, zijn de posts met de meeste opmerkingen rond de dagen van de verkiezingen zorgvuldig doorgenomen en zijn de trefwoorden gekozen die het meest representatief waren voor de door de commentatoren geuite zienswijzen. Het vaststellen van de relevantste onderwerpen in de opmerkingenvelden op Facebook bleek problematisch te zijn. De opmerkingen waren namelijk veelal polariserend en emotief, met name waar het ging om de

74 verkiezingen zelf. Deze door burgers verrijkte politieke onderwerpen bestaan uit vijf trefwoorden voor elk van de dertien partijen, waarbij we op een totaal van 65 uitkomen.

Provinciale Statenverkiezingen Europese Parlementsverkiezingen Naam partij Afkorting Naam partij Afkorting Volkspartij voor Vrijheid Volkspartij voor Vrijheid en VVD VVD en Democratie Democratie Partij voor de Vrijheid PVV Partij voor de Vrijheid PVV Christen-Democratisch Christen-Democratisch Appel̀ CDA CDA-EV Appel̀ - Europese Volkspartij Democraten 66 D66 Democraten 66 D66 GroenLinks GL GroenLinks GL ChristenUnie - Staatkundig Socialistische Partij SP CU - SGP Gereformeerde Partij Partij van de Arbeid PvdA Partij voor de Dieren PvdD ChristenUnie CU 50Plus 50plus Partij voor de Dieren PvdD Jezus Leeft 50Plus 50plus Denk DENK Staatkundig Gereformeerde SGP Forum voor Democratie FvD Partij Denk DENK Van de Regio & Piratenpartij VR - PP Forum voor Democratie FvD Volt Nederland VN De Groenen GN

Tabel 1. Lijst met onderzochte Nederlandse politieke partijen.

De drie lijsten met trefwoorden zijn samen met de naam van iedere partij in de Search Engine Scraper ingevoerd. De resultaten van de eigen websites van de partijen zijn uitgesloten. Zo is voor de politieke partij D66 en het trefwoord ‘onderwijs’ de volgende zoekopdracht uitgevoerd: [onderwijs d66 -d66.nl]. Met behulp van de geavanceerde zoekfuncties in Google is het maximale aantal resultaten op 1000 vastgesteld en is voor iedere dag van de door ons onderzochte perioden (13-22 maart en 22-24 juni 2019) een afzonderlijke zoekopdracht uitgevoerd. Het datumbereik omvat de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen op 20 maart en een korte periode na de verkiezingen, alsmede de dagen voor en na de Europese Parlementsverkiezingen op 23 mei. De zoekopdrachten zijn in een schone browser ingevoerd, in het Nederlandse domein Google.nl, in de Nederlandse taal, en in de regio Nederland (via de geavanceerde instelling). Het trefwoord en de partij zijn samen ingevoerd, zodat de scraper-tool met resultaten zou terugkomen die verband hielden met verkiezingspolitiek en niet met een algemeen overzicht door ieder trefwoord op zichzelf te zoeken. De aan Facebook ontleende trefwoorden zijn in dezelfde vorm ingevoerd, met gebruikmaking van dezelfde instellingen en hetzelfde datumbereik.

De resultaten van de ‘scraper’ zijn de bovenste twintig resultaten in Google.nl per zoekopdracht. De URL’s in onze lijsten zijn vervolgens ingekort tot alleen de hostnaam, zodat ze konden worden vergeleken met de lijst bekende junknieuwswebsites die door andere onderzoekers in het

75 project is samengesteld. Hierbij is een formule gebruikt waarmee de spreadsheet met resultaten uit de zoekmachine effectief werd gekoppeld aan die van de op deskundige wijze samengestelde lijst met junknieuwssites. De vraag voor iedere bron betrof de plaats in de ranglijst per zoekopdracht en de aan- of afwezigheid ervan in de deskundigenlijst. Alle zoekresultaten (per partij en uitgesplitst naar officieel taalgebruik of spreektaal) zijn aangemerkt als junknieuwssite, of juist niet, en in de volgorde van de resultaten in de lijst opgenomen.

Partijplatforms Buitenlandse Europese Unie, Europa, EU, Nederland en Europa, buitenland, internationale aangelegenheden zaken Polariserende Islamisering, Islam onderwerpen Gezondheid zorg, menselijke zorg Milieu klimaat, natuur, milieu, dierenrechten, natuur en milieu belasting, economie, inkomen, pensioen, werk en inkomen, schone economie, eerlijk Financiën delen, werklozen, economisch beleid, overheid en bestuur Veiligheid en veiligheid, privacy, defensie, criminaliteit, rechtsstaat, terrorisme beveiliging waarden, gezin, respect, familie, samenleving, burgers, democratie, ouderen, onderwijs, Maatschappij goed onderwijs voor iedereen, vrijheid, verantwoordelijkheid, drugs Toekomst innovatie, duurzaamheid, schone energie, energie Migratie immigranten, migratie

Facebook Buitenlandse Europa, EU, referendum aangelegenheden Polariserende Islam, Moslim, racisme, discriminatie13 onderwerpen Milieu milieu, klimaat, kernenergie, energie Financiën belasting, bezuinigingen, pensioen, onderwijs Maatschappij samenleving, democratie, toekomst crisis, vrouwen, vrijheid, Nederland, armoede Geloof Islam, Moslim, Christendom, Christenen, geloof Migratie migratie, immigranten, gelukszoekers, migranten

Tabel 2. Lijst met in de studie gebruikte categorieën en politieke trefwoorden

We hebben ons geconcentreerd op de zoekopdrachten waarin junknieuws consequent voorkwam, dat wil zeggen: minimaal vier dagen binnen de door ons onderzochte periode voor de Provinciale Statenverkiezingen, en twee dagen voor de Europese Parlementsverkiezingen. De

13 Vanwege de manier waarop de islam wordt gebruikt om een maatschappelijke kwestie kort mee aan te duiden, wordt dit woord zowel in de categorie ‘geloof’ als in de categorie ‘polariserende onderwerpen’ geplaatst. 76 trefwoorden waarbij de zoekresultaten in het eerste geval met junknieuwssites kwamen, zijn vervolgens thematisch gegroepeerd in de volgende categorieën: ‘buitenlandse zaken’, ‘polariserende onderwerpen’, ‘gezondheid’, ‘klimaat’, ‘economie’, ‘veiligheid en beveiliging’, ‘maatschappij’, ‘toekomst’, ‘migratie’ en ‘geloof’, waarvan de meest in het oog springende hierna uitgebreider worden beschreven (zie tabel 2). Voor wat betreft de Europese Parlementsverkiezingen zijn de vier trefwoorden ingevoerd die alle partijen gemeen hadden: Europese Unie, klimaat, migratie en economie.

Politieke partijen en trefwoorden voor onderwerpen Voordat we de aanwezigheid en positionering van junknieuws in de zoekmachine van Google analyseren, willen we kort ingaan op de trefwoorden die voor de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen zijn verkregen van de officiële websites en de Facebookpagina's van de politieke partijen. Als we de samenstelling vergelijken van de categorieën die uit elk van de twee politieke arena’s zijn voortgekomen, komen de verschillen tot uitdrukking tussen de punten van zorg die door de politieke partijen en burgers of sociale mediagebruikers zijn geuit. Terwijl bij de politieke partijen trefwoorden zijn gevonden die onder de categorieën ‘toekomst’, ‘veiligheid’ en ‘gezondheid’ kunnen worden geschaard, is dat niet het geval voor de Facebook-gebruikers. Integendeel: ‘geloof’ was aanwezig in de opmerkingenvelden van Facebook, terwijl dit onderwerp bij de partijplatforms grotendeels afwezig was (behalve bij de SGP, waar een lange lijst is gevonden).14 Ook zijn er punten van zorg die in gelijke mate door burgers en politieke partijen worden gedeeld, zoals ‘buitenlandse zaken’, ‘economie’, ‘maatschappij’ en ‘klimaat’.

Binnen de gedeelde zorgen bestaan er toch nog verschillen tussen de manier waarop iedere politieke arena door de politieke partijen of burgers is opgebouwd. Zo zien we dat de partijen binnen de categorieën ‘buitenlandse zaken’, ‘economie’ en ‘maatschappij’ sneller naar een bredere verscheidenheid aan onderwerpen verwijzen in vergelijking met de door burgers geuite zorgen, die grotendeels op de Europese Unie en het referendum zijn gericht. Binnen het cluster economie worden door de politieke partijen tien onderwerpen aangesneden, terwijl burgers over veel minder onderwerpen hun zorgen uiten. Hetzelfde geldt in het algemeen voor het cluster maatschappij. Opvallend genoeg is deze trend in het cluster klimaat omgekeerd: daarin uiten gebruikers veelal hun zorgen over kernenergie, terwijl dat onderwerp op de platforms van de partijen niet te vinden is (wederom met uitzondering van de SGP). Tenslotte geldt dat hoewel het gebruik van enkele trefwoorden op de partijplatforms en in de opmerkingenvelden van Facebook min of meer hetzelfde is, dit voor andere trefwoorden verschilt, zoals het geval is voor onderwijs. Dit wordt door de politieke partijen als een maatschappelijke kwestie gezien, terwijl het in het debat op Facebook wordt besproken in het kader van de vraag of het voor burgers betaalbaar is.

Er zijn visuele weergaven gemaakt om de analyse te vergemakkelijken; in een oogopslag is dan voor iedere zoekopdracht de aanwezigheid en plaats in de ranglijst van junknieuws in de loop van de tijd duidelijk. De kolommen vertegenwoordigen de dagen in het onderzochte tijdsbestek

14 De islam was bij de partijplatforms aanwezig (grotendeels bij de PVV en SGP), maar werd daar als een maatschappelijke kwestie besproken. 77

(13-22 maart of 22-24 mei 2019). De rode cellen geven aan dat de bron als junknieuws is aangemerkt. Ook de verspreiding ervan in de tijd kan hieruit worden afgelezen.

Afbeelding 1. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende buitenlandse zaken, 13-22 maart 2019.

Standpunten van politieke partijen In het onderzoek naar de standpunten van de politieke partijen is globaal geconstateerd dat alle junknieuwspagina’s die zijn gevonden in de subcategorie ‘politiek sterk gekleurd’ vallen. De enige uitzondering valt binnen het cluster klimaat, in de vorm van een complotwebsite die in de top twintig voorkomt. Er zijn drie specifieke websites die verantwoordelijk zijn voor de grootste hoeveelheid junknieuws: De Dagelijkse Standaard, Stop de Bankiers en Opiniez. Een tweede algemene waarneming is dat bij de zoekopdrachten met betrekking tot rechtse partijen een groter aandeel politiek sterk gekleurde bronnen in de resultaten voorkomt dan bij de zoekopdrachten voor partijen met een andere politieke oriëntatie. Met name bij de zoekopdrachten met betrekking tot FvD is het aandeel politiek sterk gekleurde bronnen zeer groot. Ten derde lijken de zoekopdrachten met betrekking tot partijen in het midden van het politieke spectrum resultaten met minder twijfelachtige bronnen voort te brengen. In die gevallen waarin voor de middenpartijen in de bovenste twintig resultaten politiek sterk gekleurde websites voorkomen, komen de sites meestal niet in de hogere regionen voor (hoewel er wel uitzonderingen zijn).

Voor wat betreft de standpunten van de politieke partijen lijkt de meeste junk verband te houden met zoekopdrachten op trefwoorden op het gebied van ‘buitenlandse zaken’ en ‘polariserende onderwerpen’. De trefwoorden in het cluster buitenlandse zaken hebben voornamelijk betrekking op de Europese Unie en de Nederlandse relatie daarmee. Kwesties met betrekking tot politieke partijen in het midden van het politieke spectrum lijken het minst aan junk gekoppeld te zijn, zoals we zien voor 50Plus, Partij voor de Dieren en D66 (zie afbeelding 1). Omgekeerd worden partijen die zichzelf sterk tegen de Europese Unie keren met een hoge concentratie

78 junknieuwsresultaten in verband gebracht. Wanneer we bijvoorbeeld naar FvD en de PVV kijken, zien we dat politiek sterk gekleurde sites respectievelijk 37% en 47% uitmaken van alle resultaten waarin de Europese Unie wordt behandeld. De politiek sterk gekleurde bronnen zijn bovendien gedurende vrijwel de gehele tijdsperiode in de bovenste vijf resultaten te vinden.

Afbeelding 2. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende polariserende onderwerpen, 13-22 maart 2019.

Met betrekking tot de trefwoorden binnen het cluster polariserende onderwerpen (afbeelding 2) leiden twee gerelateerde onderwerpen in de voor politieke partijen afgebakende omgeving tot zoekresultaten met een groot aandeel politiek sterk gekleurde bronnen: islam en islamisering. Deze trefwoorden worden slechts door twee rechtse partijen besproken: PVV en SGP. De SGP is religieus rechts. In het bijzonder wanneer samen met het trefwoord ‘islamisering’ op PVV wordt gezocht, lijken de politiek sterk gekleurde websites gedurende de hele tijdsperiode boven in de resultaten voor te komen en bezetten zij zelfs de hoogste plaatsen. Dit is voor slechts drie dagen anders (16, 19 en 20 maart). In die dagen is de hoeveelheid junk over het algemeen toegenomen.

Ook de zoekopdrachten op klimaatgerelateerde trefwoorden (afbeelding 3) leiden tot aanzienlijke hoeveelheden junknieuws. Ten eerste is het vermeldenswaardig dat de hoeveelheid afnam naarmate de verkiezingen dichterbij kwamen, hoewel de junknieuwswebsites nog altijd een prominente plaats in de bovenste tien resultaten behielden. Ook hier geldt dat zoekopdrachten met rechtse partijen zoals FvD in grotere mate junknieuwsbronnen in de resultaten voortbrengen. De site ninefornews.nl is hierbij de enige complotwebsite die in de volledige dataset is gevonden. Toen de zoekopdracht [milieu FvD -www.fvd.nl] werd ingevoerd, kwam deze site op de achtste plaats naar voren. Dat houdt in dat de site op de eerste pagina van de Google-resultaten is verschenen (met de standaardinstelling op 10). Voor middenpartij D66 zijn eveneens aanzienlijke hoeveelheden junk gevonden voor de zoekopdracht ‘klimaat’, wat ook het geval was voor de centrumlinkse arbeiderspartij PvdA.

Het cluster met betrekking tot economische kwesties, het op een na grootste in onze set resultaten, bevat negen trefwoorden, zoals belasting, eerlijk delen en werklozen (zie afbeelding 4). Ook hier geldt dat (onder meer) met name de zoekopdrachten met FvD politiek sterk gekleurde resultaten voortbrengen, in het bijzonder voor wat betreft de trefwoorden ‘economie’, ‘pensioen’ en ‘belasting’. Wanneer we de resterende partijen bestuderen (met als mogelijke uitzondering de PVV), kunnen we constateren dat het aantal junknieuwsresultaten als geheel

79 betrekkelijk laag is en dat deze junknieuwsresultaten zelden op de eerste plaats van de zoekresultaten verschijnen.

Het cluster maatschappij is het grootste cluster: in dat cluster zijn twintig onderwerpen vastgesteld, variërend van zorgen over waarden tot drugs (zie afbeelding 5). Bij de maatschappelijke kwesties zien we een gevarieerde verspreiding van politiek sterk gekleurde bronnen in de tijd, waarbij de politiek sterk gekleurde websites minder prominent naar voren komen. Slechts drie zoekopdrachten, twee met FvD en één met de VVD, springen er in dit cluster uit omdat ze door junk worden gedomineerd: drugs, democratie en verantwoordelijkheid.

Afbeelding 3. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende het klimaat, 13-22 maart 2019.

80

Afbeelding 4. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende de economie, 13-22 maart 2019.

Tenslotte wordt het thematische cluster ‘toekomst’ (afbeelding 6), met onderwerpen zoals duurzaamheid, innovatie en schone energie, door partijen aan beide uiteinden van het politieke spectrum behandeld en worden in de zoekresultaten politiek sterk gekleurde bronnen waargenomen. Dit is met name duidelijk voor FvD, waarvoor haast iedere dag twijfelachtige bronnen verschijnen. In vier gevallen komen deze bronnen op de bovenste twee plaatsen voor, hoewel niet dichtbij de dag van de verkiezingen. Die dag is grotendeels vrij gebleven van junknieuwsbronnen op het gebied van deze onderwerpen.

Populaire politieke onderwerpen Op basis van de trefwoorden die aan de Facebookpagina's van de Nederlandse politieke partijen zijn ontleend, is naast de andere zes categorieën uit de eerdere oefening nog een nieuwe categorie (‘geloof’) aangemaakt. De resultaten zijn over het algemeen vergelijkbaar. Zoekopdrachten waarin rechtse partijen zoals de PVV en FvD worden genoemd, brengen meer politiek sterk gekleurde bronnen voort in de bovenste 20 resultaten van Google en de plaats van deze junknieuwsbronnen in de ranglijst is doorgaans hoger dan bij zoekopdrachten voor andere partijen.

81

Afbeelding 5. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende maatschappelijke kwesties, 13-22 maart 2019.

Afbeelding 6. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende toekomstige innovatie, 13-22 maart 2019.

82

Bij de populaire politieke onderwerpen in de spreektaal zien we in het cluster buitenlandse aangelegenheden de meeste resultaten met junknieuws: bijna 25% van de bovenste 20 resultaten wordt als politiek sterk gekleurde website beschouwd. Daarna volgen migratie en polariserende onderwerpen met 19% respectievelijk 17% junk. De resultaten voor trefwoorden zoals immigranten en islam bevatten bijzonder veel politiek sterk gekleurde bronnen. Bij kwesties met betrekking tot het klimaat, maatschappij en financiën zagen we minder junknieuwsresultaten (minder dan 10%). In het cluster geloof werden de minste politiek sterk gekleurde resultaten gevonden.15

Het cluster klimaat (dat voor veel begrippen met het cluster toekomstige innovaties zou kunnen worden samengevoegd) is het grootste cluster voor de onderwerpen in spreektaal. Het trefwoord ‘klimaat’ is door Facebook-gebruikers op de pagina’s van vijf verschillende partijen besproken, en ‘milieu’ op drie. Voor GroenLinks, D66, PvdA en VVD zijn voor het trefwoord ‘klimaat’ in de bovenste resultaten politiek sterk gekleurde (rechtse) bronnen gevonden. Vanaf de dag van de verkiezingen zijn in de bovenste 20 resultaten minder junknieuwswebsites verschenen. Hetzelfde patroon is in het cluster ‘buitenlandse zaken’ te zien (zie afbeelding 8). Politiek sterk gekleurde websites bezetten gedurende vijf dagen in onze onderzoeksperiode van tien dagen de eerste plaats bij zoekopdrachten met betrekking tot FvD en VVD. Junknieuwspagina’s werden voornamelijk gevonden bij zoekopdrachten op FvD en EU.

Met betrekking tot de trefwoorden die binnen het cluster polariserende onderwerpen vallen, werd ‘islam’ door Facebook-gebruikers genoemd op de pagina’s van vier politieke partijen: PVV, SGP, FvD en DENK.16 Daarbij kwamen voor FvD in de bovenste 20 resultaten de meeste junknieuwspagina’s voor en behielden de politiek sterk gekleurde resultaten gedurende zeven dagen hun eerste plaats (afbeelding 9). Op de dag van de verkiezingen waren voor alle partijen deze resultaten echter geheel of vrijwel afwezig in het cluster polariserende onderwerpen, met uitzondering van FvD. Het aantal junknieuwsbronnen en de plaats daarvan in de ranglijst daalden die dag scherp. Voor wat betreft DENK geldt dat hoewel zoekopdrachten met die partij als geheel niet veel junknieuwswebsites hebben opgeleverd, de gevonden sites betrekking hebben op de onderwerpen moslim, discriminatie en racisme.

15 Ook hier is de islam uitgesloten, omdat het (gezien de wijze waarop in de spreektaal over het onderwerp wordt gesproken) als een maatschappelijke kwestie wordt beschouwd. 16 Voor de politieke partij DENK kan ‘islam’, hoewel het als een maatschappelijke kwestie wordt besproken, ook in de categorie ‘geloof’ worden geplaatst. 83

Afbeelding 7. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende het klimaat, gebruikmakend van het taalgebruik in de opmerkingenvelden van de politieke partijen, 13-22 maart 2019.

Afbeelding 8. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende buitenlandse aangelegenheden, gebruikmakend van het taalgebruik in de opmerkingenvelden van de politieke partijen, 13-22 maart 2019.

84

Afbeelding 9. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende polariserende onderwerpen, gebruikmakend van het taalgebruik in de opmerkingenvelden van de politieke partijen, 13-22 maart 2019.

Het cluster migratie (afbeelding 10) was in de discussies op de Facebook-pagina’s prominenter aanwezig dan op de platforms van de politieke partijen. Trefwoorden zoals ‘migranten’, ‘migratie’, ‘immigranten’ en ‘gelukszoekers’ werden vaak genoemd in de opmerkingen op de Facebookpagina's van politieke partijen. (Daarbij kan ‘gelukszoekers’ als een pejoratief begrip om economische migranten mee aan te duiden worden gezien.) In de resultaten voor met name drie partijen (FvD, PVV en VVD) zijn in de bovenste tien zoekresultaten op Google junknieuwspagina’s gevonden, die gelijk over de onderzoeksperiode van tien dagen zijn verdeeld. Het is ook opvallend dat er in dit cluster vanaf de dag van de verkiezingen een dalende tendens in het junknieuws lijkt te zijn, zowel qua hoeveelheid als voor wat betreft de plaats in de ranglijst.

Afbeelding 10. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende migratie, gebruikmakend van het taalgebruik in de opmerkingenvelden van de politieke partijen, 13-22 maart 2019.

85

Europese Parlementsverkiezingen Ook de resultaten voor de standpunten van de politieke partijen gedurende de Europese Parlementsverkiezingen laten een constante aanwezigheid van junknieuws zien. Drie belangrijke bevindingen zijn vermeldenswaardig. Ten eerste waren, zoals uit afbeelding 11 en 12 blijkt, junknieuwsbronnen gedurende de Europese Parlementsverkiezingen minder aanwezig in de zoekresultaten van Google dan gedurende de Provinciale Statenverkiezingen. In veel gevallen hebben onze zoekopdrachten als combinatie van onderwerp met een partij geen verband met politiek sterk gekleurd materiaal opgeleverd, of maar voor één dag. Bij slechts 25% van onze zoekopdrachten zien we in de resultaten meer dan één dag gedurende de onderzochte periode van drie dagen junk terug. Van de vier ingevoerde trefwoorden is ‘economie’ het trefwoord dat in combinatie met een partijnaam de minste hoeveelheid junknieuws opleverde. ‘Migratie’ is daarentegen het meest gevoelig voor junknieuwsresultaten. De desbetreffende zoekopdrachten met betrekking tot vijf partijen leverden tussen 22 en 24 mei consequent junknieuwswebsites op (zie afbeelding 11).

De zoekopdrachten in combinatie met de politieke partij DENK werden in het bijzonder door junk gedomineerd. Op de dag van de verkiezingen en de dag erna is bijna de helft van de uit de zoekmachine van Google voortkomende resultaten problematisch. Het is met name relevant dat politiek sterk gekleurde websites op 24 mei op de bovenste zeven plaatsen eindigden.

Een tweede relevante bevinding is dat de aanwezigheid van politiek sterk gekleurde bronnen op de dag na de verkiezingen groter was dan de dag ervoor, in tegenstelling tot wat we voor de Provinciale Statenverkiezingen hebben gezien. Hoewel dit het geval is voor alle partijen en trefwoorden waarbij junknieuwsbronnen zijn gesignaleerd, was dit met name duidelijk voor de onderwerpen migratie, economie en klimaat. In de meeste gevallen bezetten junknieuwsbronnen ook op 24 juni de eerste plekken in de resultaten. We hebben geen antwoord op de vraag of dit verschijnsel kan worden toegeschreven aan de reactie van het zoekalgoritme van Google op een stijging in het aantal zoekopdrachten met betrekking tot de verkiezingen, op een sterke toename van de activiteit van politiek sterk gekleurde websites na de verkiezingen of op een combinatie daarvan. Wanneer we de bovenste resultaten goed bekijken, zien we echter dat de politiek sterk gekleurde bronnen zich gedragen zoals we gedurende verkiezingstijd van een informatieverstrekker kunnen verwachten, hoewel ze daarbij wel hun radicale toon behouden. Vóór de verkiezingen bieden ze voorspellingen over de resultaten ervan, op de dag van de verkiezingen nodigen ze de burger uit om zijn stem uit te brengen en op de dag na de verkiezingen bespreken ze de resultaten. Een artikel in De Dagelijkse Standaard, dat consequent voor verschillende trefwoorden en partijen bovenaan stond, bestaat uit een beschouwing over de noodzaak voor FvD en de leider Thierry Baudet om zijn radicale toon te matigen en zodoende een meer invloedrijke politieke kracht te worden.

Tenslotte geldt dat terwijl de zoekopdrachten betreffende rechtse partijen gedurende de Provinciale Statenverkiezingen door de zoekmachine sterker aan junknieuwsbronnen werden verbonden, dit tijdens de Europese verkiezingen niet het geval was. Zo kwamen bij zoekopdrachten in mei betreffende FvD ook resultaten naar voren die op politiek sterk gekleurde websites wezen (vergelijkbaar met de in maart verkregen resultaten), maar het waren juist de zoekopdrachten met betrekking tot DENK die in totaal meer junknieuws opleverden (25

86 voor FvD en 27 voor DENK). DENK is echter een moeilijk te beoordelen geval, omdat het naast de naam van een partij ook een normaal Nederlands woord is. Hoewel dit niets verandert aan het feit dat mensen die op zoek zijn gegaan naar informatie over deze partij naar alle waarschijnlijkheid aan junknieuwsbronnen zijn blootgesteld, hoeft de inhoud ervan niet specifiek verband te houden met DENK. Sterker nog: het hoogstgeplaatste resultaat voor de zoekopdracht [migratie DENK -bewegingdenk.nl] is een artikel op de politiek sterk gekleurde website De Dagelijkse Standaard waarin deze partij niet specifiek wordt genoemd, maar waarin juist de verkiezingsresultaten en met name het grote verlies van de PVV worden besproken.

Afbeelding 11. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende de onderwerpen migratie en Europese Unie, 22-24 juni 2019.

87

Afbeelding 12. Aanwezigheid van junknieuws in de resultaten van de zoekmachine Google.nl voor politieke zoekopdrachten betreffende de onderwerpen klimaat en economie, 22-24 juni 2019.

Conclusies: junk in zoekresultaten Het doel van dit onderzoek is de aanwezigheid en plaats vast te stellen van junknieuwswebsites in de top twintig resultaten op Google.nl voor zoekopdrachten betreffende Nederlandse politieke partijen en hun belangrijkste onderwerpen gedurende de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese Parlementsverkiezingen in 2019. De zoekopdrachten met trefwoorden zijn opgebouwd door de naam van een politieke partij te combineren met een trefwoord dat aan de platforms en de opmerkingenvelden (ofwel de ‘comments’) op de Facebookpagina van die politieke partij (in het geval van de Provinciale Statenverkiezingen) is ontleend. Om een vergelijkende analyse te kunnen uitvoeren, hebben we de trefwoorden in categorieën ingedeeld. De onderzoeksvragen zijn in het begin als volgt geformuleerd: Welke plaats in de ranglijst kent de zoekmachine aan junknieuwsbronnen toe wanneer op politieke partijen en hun onderwerpen wordt gezocht? Zijn er specifieke politieke onderwerpen en partijsferen waar junknieuws overheerst of grotendeels afwezig is? Nemen de plaats in de ranglijst en de hoeveelheid toe naarmate de verkiezingen dichterbij komen?

Uit onze resultaten blijkt dat de junknieuwswebsites die in de resultaten van de politieke zoekopdrachten op Google.nl aanwezig zijn vrijwel uitsluitend politiek sterk gekleurd zijn en dus geen bronnen betreffen die desinformatie, complottheorieën of clickbait verspreiden. Drie websites, namelijk De Dagelijkse Standaard, Stop de Bankiers en Opiniez, nemen het grootste deel van de vastgestelde junknieuwsbronnen voor hun rekening. We hebben geen nepactiegroepen of buitenlandse desinformatie-operatives gevonden. Daarnaast hebben we geconstateerd dat zoekopdrachten over rechtse partijen vaker leidden tot blootstelling aan politiek sterk gekleurde bronnen dan de zoekopdrachten over (centrum)linkse partijen. Voor de meeste trefwoorden zijn

88 in de topresultaten politiek sterk gekleurde websites gevonden, en zeker altijd op de eerste pagina van de resultaten. Onze bevindingen wijzen erop dat er op Google.nl een zeer grote kans is dat junknieuws op de eerste pagina van de resultaten wordt getoond waar het gaat om de zoekopdrachten met betrekking tot rechtse partijen en hun onderwerpen.

Een andere bevinding is dat de politiek sterk gekleurde resultaten gedurende onze onderzoeksperiode niet gelijkmatig waren verspreid. Voor de Provinciale Statenverkiezingen waren ze vóór de dag van de verkiezingen meer aanwezig en daalde de aanwezigheid en plaats daarvan in de ranglijst (in sommige gevallen scherp) op de dag van de verkiezingen en onmiddellijk daarna, bijvoorbeeld in het geval van migratieonderwerpen waarover door gebruikers in de reacties wordt gesproken. Tijdens de Europese Parlementsverkiezingen was dit verschijnsel juist omgekeerd en waren junknieuwsbronnen de dag na de verkiezingen prominenter aanwezig.

Voor wat betreft de vergelijking tussen de twee omgevingen is voor de onderwerpen in de reacties het hoogste percentage junknieuwsresultaten te zien, met name in de categorieën buitenlandse aangelegenheden en migratie. Voor de standpunten van de politieke partijen is het verschil tussen de thema’s kleiner. Met andere woorden: de zoekopdrachten die aan de hand van het politieke taalgebruik van de Nederlandse Facebook-gebruikers zijn opgesteld, hebben vaker tot politiek sterk gekleurde resultaten geleid dan de zoekopdrachten die met het taalgebruik van de politieke partijen over hun standpunten zijn opgebouwd. Hoewel op dit gebied meer onderzoek moet worden verricht, wijst een dergelijke bevinding erop dat de uitingen van de gewone burgers, of degenen die op de Facebookpagina’s van partijen een opmerking achterlaten, meer politiek omstreden zijn dan die van de politieke partijen.

De resultaten geven een indicatie van de hoeveelheid politiek sterk gekleurd materiaal in de politieke arena op Google.nl, maar vormen daarvoor geen sluitend bewijs. De resultaten komen namelijk uit een specifieke zoekstrategie voort en niet uit meerdere strategieën. Bovendien zijn ze slechts een momentopname in een bepaald tijdsbestek dat betrekking heeft op een bepaalde gebeurtenis. De door ons opgebouwde dataset kan ook nader worden bestudeerd en er kunnen aanvullende junknieuwsbronnen worden gevonden, wat zou inhouden dat we te weinig (in plaats van teveel) bronnen hebben geteld.

Gezien het feit dat het onze bedoeling was te bepalen in welke mate de zoekmachine van Google vatbaar is voor junknieuws, resteert de vraag of de plaats van de resultaten van politiek beladen zoekopdrachten kan worden toegeschreven aan een optimalisatie-inspanning aan de zijde van de makers van politiek sterk gekleurde content, een algehele neiging van het zoekalgoritme van Google om de gebruikers ervan twijfelachtige content voor te schotelen, de voorkeur van consumenten voor informatie van lage kwaliteit, of een combinatie van deze drie factoren.

Hoewel voor een bespreking van de laatste twee hypothesen meer ruimte nodig is, kan er wel iets over de eerste worden gezegd. Een mogelijke manier om strategieën voor zoekmachineoptimalisatie op te sporen, bestaat uit het gebruik van een van de vele online diensten die SEO-analyses aanbieden. Gezien het feit dat de daarbij gebruikte methodieken eigendom zijn van die diensten, moeten de resultaten echter met enige behoedzaamheid worden

89 geïnterpreteerd. We hebben de drie meest voorkomende junknieuwswebsites in ons onderzoek aan de dienst SEO Tester Online voorgelegd. Dit is een tool die meet in hoeverre een website binnen de zoekresultaten een hoge plaats kan bereiken. Met deze tool kan in vier verschillende categorieën een analyse worden uitgevoerd: basic, dat betrekking heeft op de algehele online aanwezigheid van de website; content, waarbij wordt gemeten in welke mate de website rijk is aan trefwoorden die ertoe leiden dat de website in zoekresultaten naar voren komt; web performance, waarbij wordt gemeten hoe snel de website op mobiele apparaten en desktopapparaten kan worden weergegeven; en social, waarbij informatie wordt gegeven over de interactie die de website via sociale netwerken heeft met gebruikers. De Dagelijkse Standaard krijgt een score van 56/100, met de laagste score voor web performance en de hoogste voor social engagement. Opiniez krijgt een score van 62/100, met de hoogste score voor web performance en de laagste voor content, hoewel het voor het aantal unieke trefwoorden uitstekend scoort. Met 74/100 krijgt Stop de bankiers de hoogste score, met 100/100 in de beoordeling van trefwoorden die via zoekmachines tot de site kunnen leiden. De site krijgt ook de hoogste score voor social engagement en de laagste voor web performance.

De door SEO Tester Online aangemaakte rapporten, die voor alle websites een aanzienlijke hoeveelheid suggesties bevatten voor verbetering van de websitecode, wijzen erop dat de makers van de content (in ieder geval op dit moment) niet actief pogingen ondernemen om de prestaties van hun site kunstmatig te veranderen. Het is dan ook waarschijnlijker dat de aanwezigheid van deze junknieuwsbronnen in onze analyse te maken heeft met een inherente gevoeligheid van de zoekmachine van Google of een natuurlijk resultaat is van gebruikersvoorkeuren.

Verder onderzoek is nodig om een duidelijker beeld te kunnen schetsen van de toenemende consumptie van junknieuws. Het werk kan gedurende langere tijdsperioden worden herhaald om vast te stellen in welke mate deze of andere dubieuze soorten bronnen steeds algemener aanwezig zijn in de bovenste resultaten van politieke zoekopdrachten of daaruit juist verdwijnen, zoals op dit moment het geval is voor clickbait. Daarnaast kunnen specifieke bronnen door de tijd heen worden bijgehouden om de prestaties van hun content (en de veranderingen in hun code) te volgen en zodoende vast te stellen welke pogingen worden ondernomen om de relevantie – en daarmee de plaats in de ranglijst die door de algoritmes van de zoekmachines worden toegekend – kunstmatig te verhogen.

90

Twitter, junknieuws en trol-achtige gebruikersaccounts tijdens de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese verkiezingen

Sabine Niederer en Maarten Groen17

Inleiding In 2018 publiceerde het Nederlandse dagblad de Volkskrant een artikel met de titel “Het trollenleger van popartiest Dotan”, waarin werd onthuld hoe de Nederlandse singer-songwriter gebruik had gemaakt van fictieve accounts die zich als fan voordeden (Misérus en Van der Noordaa, 2018a). De nepfans waren op verschillende sociale mediaplatforms (waaronder Facebook, Twitter en Instagram) actief en verspreidden daar hartverwarmende verhalen over de artiest, vroegen op Nederlandse en Duitse radiozenders zijn liedjes aan en probeerden de Wikipedia-pagina’s over hem en zijn moeder (die ook een Nederlandse zangeres is) te wijzigen. Aan deze activiteiten lagen 140 accounts ten grondslag die door de krant werden achterhaald. Tenminste één daarvan was rechtstreeks verbonden aan het eigen Gmail-account van de artiest en andere aan die van medeplichtigen. Het geval van Dotan is wellicht het bekendste voorbeeld van kunstmatig versterkte accounts en content in Nederland, maar het is zeker niet het enige bekende geval van dergelijk gedrag. Van de politici Geert Wilders en leden van de politieke partij DENK is bekend geworden dat het aantal volgers op verdachte wijze kunstmatig was verhoogd, wat naar boven kwam toen Twitter niet-gevalideerde accounts verwijderde (NOS, 2018).

Deze studie bouwt voort op eerder digitaal onderzoek waarin het sociale mediaplatform Twitter, dat maandelijks door meer dan 326 miljoen actieve gebruikers wordt gebruikt die per dag 500 miljoen tweets versturen, voor maatschappelijk onderzoek wordt ingezet (Omnicore, 2019). Net zoals bij de voorbeelden van Dotan en de voornoemde Nederlandse politici, wordt hier gekeken naar het gebruik van sociale media en de kwestie van manipulatie, met name omtrent politieke en polariserende onderwerpen ten tijde van verkiezingen. Daarbij wordt trol-achtige en kunstmatige versterking bestudeerd, alsmede de verspreiding van junknieuwsbronnen en tendentieuze nieuwsbronnen tijdens twee perioden in 2019 waarin verkiezingscampagnes hebben plaatsgevonden. Deze studie, die in eerste instantie bedoeld is om de mogelijke aanwezigheid van Russische desinformatie in de Nederlandse Twitter-omgeving op te sporen, is in bredere zin gericht op gecoördineerde campagnes rondom polariserende onderwerpen. Hierbij wordt getoetst in welke mate binnenlands junknieuws op het Nederlandse politieke Twitter voorkomt, met inbegrip van politiek sterk gekleurde bronnen, bronnen met complottheorieën en clickbaitbronnen. Zogenaamde (en zelfbenoemde) tendentieuze bronnen zoals Geenstijl.nl en TPO.nl worden als zodanig aangemerkt. Gezien de manier waarop ze worden gedeeld, zou men kunnen stellen dat dit mainstream bronnen zijn, zoals hierna wordt besproken. Deze twee bronnen zijn onderdeel van de set “gevestigde bronnen die zich tegen de gevestigde orde verzetten” en houden daarmee nauw verband met een opkomend alternatief medialandschap (zie Tuters, dit document).

17 Het hier beschreven onderzoek is in samenwerking met Layal Boulos, Peter Fussy, Oana Patrichi, Maria Stenzel Timmermans, Emile den Tex, Carlo De Gaetano en Federica Bardelli uitgevoerd. 91

Bij het inzetten van digitale onderzoeksmethoden en -technieken wordt gebruikgemaakt van de eigen functies en gebruiksculturen van het platform, die een ingebouwde content-indeling bieden die we in de analyse kunnen volgen (Rogers, 2019). De verschillende aspecten van het platform worden dan gebruikt voor maatschappelijk of politiek onderzoek. Hashtags kunnen dienen als contentcategorieën of aanwijzingen voor activiteit rondom een bepaald onderwerp, retweeten duidt op “pass-along value” en de functionaliteiten @reply en @mention verbinden gebruikers en hun content aan medegebruikers en -content (Niederer, 2018). Aan de hand van een analyse van @replies kan Twitter worden bestudeerd “as a conversation-maker, where one may explore the extent to which there is dialogue, or broadcasting” (Honeycutt en Herring, 2009; Boyd e.a., 2010). De @mentions kunnen bijdragen aan de bestudering van de overheersende stem: bepaalde inzichten in onderwerpen kunnen worden gevormd door de actoren die het meest in een twittercorpus worden genoemd, en ook door de actoren die zich het meest uiten. Twitter kan worden bestudeerd als een sociaal netwerk van professionele informatiedelers (Java, 2007). Ook kan het worden beschouwd als een ‘rebroadcaster’ van (politiek) nieuws, waarbij de in het platform geïntegreerde algoritmes ervoor zorgen dat de daar besproken onderwerpen en framings worden versterkt tot zogenoemde ‘trending topics’ (Kwak e.a., 2010). Daarnaast beweegt informatie zich op Twitter vaak sneller dan het nieuws. In sommige gevallen wordt de content op Twitter zelf nieuws (Niederer, 2018). Omdat de nieuwsmedia en massamedia ernaar streven hun content “platform-ready” te maken (Helmond, 2015), raken het politieke nieuws, andere content van de massamedia en nieuwe platforms verder met elkaar verweven en vormen ze samen een hybride mediastelsel (Chadwick, 2013). Daarbij nemen professionele journalisten tweets op in hun verhalen en wanneer hun werk is gepubliceerd, kunnen ze op Twitter en andere sociale media een link naar dat artikel plaatsen. Ze gebruiken daarmee het platform als een bron van informatie én als een kanaal voor de verspreiding van hun eigen werk.

Vanuit digitaal maatschappelijk onderzoek is er kritiek op het feit dat dit onderzoek afhankelijk is van de toch al problematische hegemonie van de sociale mediaplatforms zelf. Op een methodologisch niveau hebben onderzoekers gewaarschuwd voor de onmogelijkheid om platform-artefacten te herkennen, die een product zijn van de werkingslogica van internetplatforms (Marres, 2015; Marres en Weltevrede, 2013; Rogers, 2013; Niederer, 2017). Hoe weten we bijvoorbeeld of het meest geretweete Twitter-bericht ook het relevantst is of enkel het meest Twitter-vriendelijk is (Marres, 2015)? Eén manier om deze kwestie te benaderen is om rekening te houden met de specifieke socio-technische kenmerken van elk platform en om Twitter en andere sociale mediaplatforms voor een bepaald onderwerp als verschillende vensters op het onderwerp te behandelen. We stellen dan niet de vraag in of het platform van belang is voor de verkiezingen, maar vragen in plaats daarvan: hoe worden de verkiezingen op Twitter weergegeven? En hoe verhoudt zich dat tot de manier waarop het onderwerp op andere sociale mediaplatforms wordt behandeld? Met dergelijke vragen wordt de weg vrijgemaakt naar kwalitatief en empirisch digitaal onderzoek betreffende politieke gebeurtenissen en maatschappelijke kwesties die online worden besproken en wordt inzicht verkregen in de gebruiksculturen van de verschillende platforms. In deze studie wordt vastgesteld dat Twitter politieke subarena’s creëert rondom polariserende onderwerpen. In die subarena’s is een klein aantal trol-achtige gebruikers uiterst actief en is er op sommige momenten meer interactie met junknieuws dan met mainstream nieuws.

92

Trol-achtige gebruikersactiviteit tijdens de Nederlandse algemene verkiezingen in 2017 Deze studie volgt op een eerdere studie, die betrekking had op de Nederlandse verkiezingen. In de aanloop naar de Nederlandse algemene verkiezingen voor het nationale parlement in 2017 werd door journalisten het gebruik van ‘sock puppets’ (d.w.z. valse online identiteiten die worden aangenomen om een valse voorstelling van zaken te geven en de opinie te beïnvloeden) door de politieke partij DENK onthuld. Het doel van deze sock puppets was de eigen online berichten te versterken en de politieke tegenstanders op Twitter en Facebook aan te vallen (Kouwenhoven en Logtenberg, 2017). In een empirisch onderzoek in het kader van de Field Guide to Fake News (Bounegru e.a., 2017) hebben we trol-achtig gedrag op Twitter onderzocht. Daarbij hebben we een onderzoeksprotocol ontwikkeld voor het signaleren en analyseren van politieke trolactiviteiten, die in dit geval herhaalde aanvallen op politici op Twitter betroffen. De aandacht ging daarbij uit naar de bronnen van trol-achtige activiteiten (d.w.z. met welke gebruikersaccounts worden politici getarget?), hun doelwitten (tot wie richten deze trol-achtige gebruikers zich?) en de kenmerken van deze praktijken (wat doen trol-achtige gebruikers?) (Borra e.a., 2017).

De opsporing van gebruikersaccounts waarmee politieke trolactiviteiten worden uitgevoerd, begint met het opstellen van een lijst mogelijke doelwitten. In de voornoemde studie is gekeken naar de gebruikersaccounts van 28 leiders van politieke partijen die in 2017 aan de verkiezingen deelnamen. De gebruikers die hen in een @mention hadden genoemd, werden onderzocht. Voor de meest actieve gebruikers per @mention werden hun posts waarin zij de politieke leiders met een @mention noemden, kwalitatief bestudeerd. In een volgende stap werden alleen degenen behouden die ten minste honderd keer gedurende een periode van een maand (8 februari tot 8 maart 2017) een of meer politieke leiders in een @mention hadden genoemd en werden hun tweets gecategoriseerd als zijnde positief of negatief over de politicus. In de studie is in het gehele politieke spectrum een asymmetrie in het trol-achtige gedrag gevonden. Linkse politici werden namelijk meer door negatieve vermeldingen getarget, terwijl de meeste rechtse politici in dit geval juist steun ontvingen (zie afbeelding 1). Er zijn ook enkele uitzonderingen gevonden, zoals Emile Roemer (SP) en Marianne Thieme (PvdD), die in deze tijdsperiode alleen maar steun van trol-achtige gebruikers ontvingen, en minister-president Mark Rutte (VVD), die negatieve vermeldingen ontving, met name op zijn persoonlijke account en minder op zijn officiële account @MinPres.

Afbeelding 1: Leiders van politieke partijen als doelwit van trolactiviteit tijdens de Nederlandse algemene verkiezingen in 2017. Rood geeft het aandeel targeting aan. Bron: Borra e.a., 2017.

93

Om de bronnen van het politieke trollen in categorieën te kunnen plaatsen, hebben we dezelfde lijst met 24 uiterst actieve trol-achtige gebruikers (die de politieke leiders in het tijdsbestek van één maand ten minste honderd keer hadden genoemd) gebruikt en uit de interface van Twitter hun profielinformatie verzameld (beschrijving, profielfoto en banner). Wanneer in een profiel een profielfoto was opgenomen, werd ‘reverse image search’ van Google gebruikt om de echtheid van de afbeelding te controleren. Vervolgens werd met behulp van de API van Twitter de aanmaakdatum van elk account opgevraagd, zodat kon worden beoordeeld of de accounts in onze dataset op dezelfde datum waren aangemaakt. Uit deze analyse kwam een genuanceerder beeld naar voren van de gebruikersaccounts die voor de trolactiviteit verantwoordelijk waren. Van de 24 accounts die ten tijde van de studie nog actief waren, bleken drie gebruikers sock puppets te zijn die ten behoeve van de trolactiviteiten waren gecreëerd. De profielen leken sterk op elkaar en waren binnen een kort tijdsbestek aangemaakt. Nog eens zes accounts in de dataset propageerden dezelfde anti-islamagenda, maar daarvan is niet vastgesteld dat het nepaccounts waren.

Om de trolactiviteit inhoudelijk te kunnen karakteriseren, is bij het onderzoek gekeken naar de onderwerpen en de mediabronnen die uit de reeks tweets naar voren komen. Om vast te kunnen stellen om welke onderwerpen het ging, werden de hashtags verzameld en geanalyseerd die door de meest actieve en ‘trol-achtige’ gebruikers in hun tweets werden gebruikt (waarin een politieke leider in een @mention werd genoemd). De meeste tweets waarin een hashtag was opgenomen, bleken de rechtse populistische kandidaat Geert Wilders te noemen. De meeste hashtags verwezen naar de onderwerpen in de politieke berichtgeving van de PVV uit 2017 (“Nexit”, “StopIslam” en “BanIslam”) en naar uitingen van Nederlands patriottisme (Borra e.a., 2017: 188). Om te kunnen beoordelen welke mediabronnen door de trol-achtige gebruikers waren verspreid, werden de meest verspreide URL’s in de tweets verzameld en in een categorie geplaatst. Voor de algemene verkiezingen in 2017 waren de mediabronnen die het meest door de 24 trol-achtige gebruikers waren getweet het Nederlandse alt-right blog fenixx.org, gevolgd door de anti-islamsite Jihad Watch en de rechtse denktank Gatestone Institute (Borra e.a., 2017: 192).18

Onderzoeksvragen en gegevensverzameling Voor de in het volgende deel gepresenteerde studie is de belangrijkste onderzoeksvraag in welke mate junknieuwsbronnen en trol-achtige gebruikers in Nederland op Twitter aanwezig waren rondom de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese Parlementsverkiezingen in 2019. Om deze vraag te beantwoorden, bestuderen we de activiteit op Twitter rondom de verkiezingen, de

18 Het is van belang te wijzen op de ethische gevolgen van deze lijnen van empirisch onderzoek. Het is met de juiste tools redelijk gemakkelijk vast te stellen welke gebruikers betrokken zijn bij het aanvallen of amplificeren van politieke leiders. Een kwalitatieve analyse kan vervolgens meer inzicht geven in de echtheid van een bepaald account en door middel van een analyse van de verspreiding in de media een kader bieden voor de politieke zienswijzen die daarin worden gepropageerd. Ook gebruikers die een sock puppet hebben gecreëerd, maken echter fouten. Zo kan het gebeuren (zoals in de studie uit 2017 het geval was) dat in een voor trolactiviteiten aangemaakt nepaccount plotseling een trots verhaal wordt geplaatst over de kleindochter van de gebruiker of een foto van de desbetreffende persoon die voor zijn/haar net geopende bloemenzaak staat. De persoon achter de activiteit kan dan gemakkelijk worden geïdentificeerd en de publicatie van zijn/haar naam wordt een overweging van het algemeen belang tegenover de ethische en mogelijk juridische gevolgen met betrekking tot privacy. In de Field Guide hebben we ons dan ook voornamelijk gericht op netwerken en relaties tussen gebruikersaccounts en hebben we ons niet op afzonderlijke gebruikers gericht. Persoonlijke identificatiegegevens zijn uit de dataset en de visuele weergaven verwijderd. 94 partijleiders en de politieke kandidaten en besteden we specifiek aandacht aan mogelijk polariserende onderwerpen, waaronder Zwarte Piet en MH17.

Voor het beantwoorden van deze onderzoeksvragen zijn zoekopdrachten geformuleerd om de politieke en maatschappelijke onderwerpen op Twitter af te bakenen (zie tabel 1). De gegevens zijn verzameld met behulp van een commerciële tool voor het monitoren van sociale media, Coosto, en de door het Digital Methods Initiative ontwikkelde Twitter Capturing and Analysis Toolkit (DMI-TCAT). Coosto is gebruikt om data op te vragen over de perioden van zowel de Provinciale Statenverkiezingen als de Europese verkiezingen, zodat een vergelijkende analyse kon worden uitgevoerd van de interactie van gebruikers met mainstream nieuwsbronnen en junknieuwsbronnen binnen de verschillende politieke en polariserende onderwerpen. Daarnaast is per onderwerp gekeken naar de aanwezigheid van trol-achtige gebruikers, zoals in de volgende paragrafen uitgebreid wordt besproken. DMI-TCAT, een tool die “provides robust and reproducible data capture and analysis and interlinks with existing analytical software” (Borra en Rieder, 2014), is gebruikt om de interactie met junknieuwsbronnen en tendentieuze nieuwsbronnen en de voor deze interactie verantwoordelijke gebruikers te analyseren. Terwijl sommige verzamelingen (of ‘bins’, in de terminologie van de TCAT-tool) uitsluitend voor deze studie zijn aangelegd, liepen andere al maandenlang, zoals MH17, of in het geval van Zwarte Piet zelfs jarenlang (met een bin die in december 2017 is aangemaakt). De dataset voor de schietpartij in de tram in Utrecht is op de dag van de gebeurtenis aangemaakt, dus op 18 maart 2019. Voor deze studie zijn de sets beperkt tot de campagneperiode voor de Provinciale Statenverkiezingen (18 februari - 25 maart 2019) en de campagneperiode voor de Europese verkiezingen (26 april - 24 mei). De enige uitzondering is de dataset voor de schietpartij in de tram in Utrecht, die alleen in de campagneperiode voor de Provinciale Statenverkiezingen is opgenomen, omdat de gebeurtenis in dat tijdsbestek plaatsvond.

Verkiezingen Onderwerp Zoekopdracht

PS Algemeen Ps2019, Ps19, verkiezingen

EU Algemeen EUverkiezingen2019, euverkiezingen, ep2019, eu2019, euelections2019, verkiezingen, verkiezingen2019, EU, Europa, Europese Unie, europeseverkiezingen

PS Partijleiders Mark Rutte, MinPres, markrutte, Geert Wilders, geertwilderspvv, Thierry Baudet, thierrybaudet, Jesse Klaver, jesseklaver, Rob Jetten, RobJetten, Liliane Marijnissenm, MarijnissenL, Marianne Thieme, mariannethieme, Gert-Jan Segers, gertjansegers, Lodewijk Asscher, LodewijkA, Tunahan Kuzu, tunahankuzu, Henk Krol, HenkKrol, Klaas-Jan Dijkhoff, dijkhoff, Sybrand Buma, sybrandbuma,Kees van der Staaij, keesvdstaaij

EU Partijleiders SophieintVeld, Esther_de_Lange, mjrldegraaff, malikazmani, arnouthoekstra, TimmermansEU, petervdalen, BasEickhout, anjahazekamp, ToineManders, florens0148, atonca, paulbeasd,

95

djeppink, sentwierda, RLanschot, MinPres, markrutte, geertwilderspvv, thierrybaudet, jesseklaver, RobJetten, MarijnissenL, mariannethieme, gertjansegers, LodewijkA, tunahankuzu, HenkKrol, dijkhoff, sybrandbuma, keesvdstaaij

PS en EU MH17 mh17

PS en EU Zwarte Piet Zwartepiet, zwarte piet

PS en EU Klimaat klimaat

PS en EU Nepnieuws Fake news, fakenews, nepnieuws, desinformatie, junknieuws

PS Utrecht utrecht, 24oktoberplein, gokmen tanis, gokman tanis Tabel 1: Overzicht van zoekopdrachten waarin wordt getoond: de campagneperiode voor de verkiezingen (Provinciale Staten, EU of beide), het onderwerp en de uitgevoerde zoekopdracht die tot de Twitter-datasets heeft geleid.

Junknieuwsbronnen en trol-achtige gebruiksaccounts op Twitter tijdens de Provinciale Statenverkiezingen We hebben zowel gedurende campagnes voor de Provinciale Statenverkiezingen als die voor de Europese verkiezingen gevolgd in welke mate mainstream bronnen, junknieuwsbronnen en tendentieuze bronnen op Twitter zijn gedeeld. We hebben dit gedaan rond de mogelijk polariserende onderwerpen Zwarte Piet en MH17 en hebben ervoor gekozen klimaat en nepnieuws (als onderwerp) op te nemen. Daarnaast hebben we gevolgd in welke mate nieuwsbronnen voor de politieke arena’s van de verkiezingen (Provinciale Staten en EU), alsmede de partijleiders en de politieke kandidaten, weerklank hebben gevonden. Voor elk van deze verkiezingen hebben we een campagneperiode van vijf weken afgebakend. Voor de Provinciale Statenverkiezingen betrof dit 18 februari tot 25 maart en voor de Europese Parlementsverkiezingen in Nederland betrof dit 26 april tot 24 mei. Per politieke arena en per onderwerp en voor elk van de vijf weken van de campagne zijn de meest gedeelde links (tot maximaal 500) verzameld en gecategoriseerd (als mainstream nieuws of verschillende typen junknieuws aan de hand van de voornoemde deskundigenlijst). De scores voor de gebruikersinteractie (‘engagement’) met mainstream nieuwsbronnen en junknieuwsbronnen per week zijn visueel als lijngrafieken weergegeven, net zoals in de bekende studie van BuzzFeed News (Silverman, 2016).

96

Afbeelding 2: Lijngrafieken waarin de interactie met mainstream nieuws (blauw) en junknieuwsbronnen (roze) gedurende de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen (links) en de campagneperiode voor de Europese verkiezingen (rechts) visueel is weergegeven. Visualisatie door Federica Bardelli.

Voor beide campagneperioden presteert het mainstream nieuws over het algemeen beter dan junknieuws (zie afbeelding 2). Wanneer we specifiek kijken naar de politieke arena’s van de verkiezingen, de partijleiders en de politieke kandidaten, zien we dat de mainstream nieuwsbronnen veel meer engagement genieten dan junknieuws. Kijkend naar de 500 links met de meeste interactie is direct duidelijk in welke mate de verspreiding van mainstream nieuwsbronnen per onderwerp is gestegen en gedaald en zien we ook de betrekkelijk kleine maar gestage resonantie van junknieuwsbronnen, die in de laatste week van de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen licht toeneemt.

Polariserende onderwerpen: Zwarte Piet en MH17 Zowel voor Zwarte Piet als voor MH17 zijn er gevallen waarin junknieuws beter presteert dan het mainstream nieuws. De lijngrafieken in afbeelding 3 betreffen een ingezoomd beeld waaruit zichtbaar wordt op welke momenten er meer interactie met junknieuws plaatsvindt dan met het mainstream nieuws. Voor het controversiële onderwerp Zwarte Piet geniet het mainstream nieuws gedurende de periode van de Provinciale Statenverkiezingen meer engagement. In de weken drie en vier van de Europese Parlementsverkiezingen presteert junknieuws beter dan het mainstream nieuws. Het artikel dat het grootste aandeel heeft in deze piek in week drie is een kort commentaar op de tendentieuze-politiek sterk gekleurde website tpo.nl over het voorstel van de Nederlandse politica Sylvana Simons (gericht aan de gemeente Amsterdam) om de “racistische karikatuur” van Zwarte Piet in de stad Amsterdam te verbieden. (Wanneer TPO uit de grafiek wordt verwijderd, blijven de resultaten hetzelfde, met uitzondering van het resultaat voor die ene week in mei gedurende de periode van de Europese Parlementsverkiezingen waarin het mainstream nieuws beter presteert dan junk (zie de bijlage).) Daarnaast is in week vier, een artikel op Cultuurondervuur.nu met de titel “Jerry Afriyie ontvangt subsidie voor lespakket tegen Zwarte Piet” verantwoordelijk voor de toegenomen activiteit. Daarin wordt activist Jerry Afriyie beschreven als “Zwarte Piethater” (cultuurondervuur.nu, 2019).

97

Afbeelding 3: Lijngrafieken waarin het engagement met mainstream nieuws (blauw) en junknieuwsbronnen (magenta) voor het onderwerp MH17 (rechtsboven) en Zwarte Piet (linksboven) gedurende de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese verkiezingen (rechts- en linksonder) visueel is weergegeven. Visualisaties door Federica Bardelli.

Voor het onderwerp MH17 zijn er tijdens de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen momenten waarop junknieuws voor wat betreft engagement beter presteert dan het mainstream nieuws. Voor de Europese Parlementsverkiezingen trekt mainstream meer engagement aan, maar gedurende bepaalde perioden presteert junknieuws op een vergelijkbaar niveau als mainstream. De pieken die zich tijdens de Provinciale Statenverkiezingen voordoen, worden voornamelijk veroorzaakt door de interactie met een artikel van burgerjournalist Max van der Werff op zijn website kremlintroll.nl, waarin hij de rectificatie eist van een artikel in De Groene Amsterdammer (van augustus 2018) over Russische internettrollen (Van der Werff, 2019). Twee andere artikelen die engagement aantrekken, komen van de politiek sterk gekleurde website jdreport.nl, waarin de integriteit van het onderzoek naar de MH17 in twijfel wordt getrokken; in één artikel wordt Frans Timmermans (die in de Europese Parlementsverkiezingen een zetel voor de PvdA zou winnen) genoemd als onderdeel van een ‘MH17-doofpot’ (jdreport.nl, 2019). In week vier van de

98 campagneperiode voor de Provinciale Statenverkiezingen wordt het artikel van Kremlintroll waarin rectificatie wordt geëist bijzonder actief gedeeld. Tegelijkertijd geniet ook het daaraan gekoppelde artikel met de feitelijke kritiek op het artikel uit De Groene Amsterdammer meer engagement.

Tijdens de campagne voor de Europese verkiezingen geniet het mainstream nieuws meer engagement. Het is echter van belang op te merken dat het interactieniveau van het mainstream nieuws, met uitzondering van een piek in week drie van de campagne, gelijk is aan dat van junknieuwsbronnen. Terwijl bij mainstream bepaalde gebeurtenissen voor een piek in de media- aandacht zorgen, lijken deze polariserende onderwerpen voor het junknieuws continu en gedurende het hele jaar aanwezig te zijn. Zo is Zwarte Piet in de lente niet echt een onderwerp in het mainstream nieuws, maar in de junknieuwsmedia blijft het een punt van zorg en een bron van engagement.

Trol-achtige gebruikersaccounts tijdens de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese verkiezingen op Twitter Voor de campagneperiode voor de Provinciale Statenverkiezingen is de volgende stap in de studie een nadere bestudering van de gebruikersactiviteit rondom deze verkiezingen en de leiders van politieke partijen, alsmede de aandacht voor de mogelijk polariserende onderwerpen Zwarte Piet, MH17 en de schietpartij in de tram in Utrecht. Als eerste stap zijn de URL’s (hosts) uit de Twitter sets gefilterd en getoetst aan een in samenspraak opgestelde deskundigenlijst van junknieuwsbronnen en tendentieuze nieuwsbronnen. Zo zijn ook de in elke set actieve gebruikers getoetst aan een lijst met gelabelde gebruikers. Daarbij hebben we gebruikgemaakt van bestaande lijsten uit het eerdere project The Field Guide to Fake News (Borra e.a., 2017) en hebben we deze lijsten aangevuld. Daarvoor hebben we de meest actieve gebruikers uit de datasets van Zwarte Piet, MH17, de schietpartij in de tram in Utrecht, de Provinciale Statenverkiezingen en de leiders van politieke partijen gefilterd en een uitgebreid protocol uit de voornoemde studie toegepast, en deze gecombineerd met onderzoek omtrent metrische gegevens over geloofwaardigheid (Groot e.a., 2019; Borra e.a., 2017).19

Met de Compare List Tool (Borra, 2013) is in de studie beoordeeld of de gelabelde gebruikers op een of meer van de politieke onderwerpen actief waren. Voor Zwarte Piet bestond er in eerste instantie een lijst van 26 accounts die nader bekeken moesten worden. Vijf daarvan waren op het moment van het onderzoek alweer offline gehaald. Elk van de 21 resterende accounts werd gelabeld; één daarvan beschreef zichzelf (in het gebruikersprofiel) als een retweet bot. Voor

19 Voor dit specifieke onderzoek zijn, om vast te stellen welke gebruikersaccounts in de datasets mogelijk trolactiviteit vertonen, de 15 meest actieve gebruikers in de set geselecteerd, en ook de 15 gebruikers die het meest actief waren maar tegelijkertijd weinig zichtbaar (d.w.z. zelden of nooit in een @mention genoemd). Vervolgens zijn de profielen van deze gebruikersaccounts op de volgende signalen gecontroleerd: voornamelijk retweets, of retweets in verschillende talen (een mogelijke aanwijzing voor automatisering), wat van belang is gezien de brede verspreiding van gemakkelijk te verkrijgen retweet bots (McGarry, 2013); eigenaardigheden in het profiel, zoals een opvallende profielfoto van de gebruiker, die met Google Image Search is gecontroleerd om de authenticiteit ervan te beoordelen; een onlangs aangemaakt account of een groot aantal volgers (meer dan 1000); een gebruikersnaam met meer dan drie cijfers erin; een opvallend hoge twitterfrequentie, d.w.z. meer dan 200 tweets waarin het onderwerp wordt genoemd of het posten van 20 tweets of meer per dag; en of de gebruiker vaker berichten retweet dan zijn/haar eigen content twittert. 99

MH17 bestond er in eerste instantie een lijst van 26 gebruikersaccounts. Twee daarvan waren op het moment van het onderzoek al niet meer actief. Van de resterende gebruikersaccounts werden er 13 gelabeld. Voor de schietpartij in de tram in Utrecht was er een oorspronkelijke lijst van 23 accounts, waarvan er na bestudering 10 werden gelabeld. Voor de dataset betreffende de Provinciale Statenverkiezingen omvatte de lijst 24 accounts, waarvan er op basis van onze criteria 17 werden gelabeld en waarvan er één zichzelf als een bot beschreef.

Deze accounts werden vervolgens gecontroleerd op activiteit in meer dan één politiek of polariserend onderwerp. Dat zou logisch zijn voor de datasets met onderwerpen die met elkaar samenhangen, zoals de Provinciale Statenverkiezingen en de politieke leiders. Wanneer gebruikers op verschillende controversiële kwesties actief waren, zoals Zwarte Piet, MH17 en de schietpartij in Utrecht, die gemeen hebben dat er verdeeldheid over kan bestaan, werden deze ‘multi-kwestie’-gebruikersaccounts en de door hen verspreide content aan nader onderzoek onderworpen. Zo zijn 14 accounts in alle vijf de politieke onderwerpen gevonden en waren maar liefst 29 gebruikersaccounts actief in vier van de datasets. Dat kan een indicatie zijn van een poging tot polarisatie gedurende de verkiezingsperiode.

In afbeelding 4 wordt een overzicht gegeven van de hashtags, tweets en bronnen die het meeste zijn gedeeld en van de meest genoemde en meest actieve gebruikersaccounts in de periode rond de verkiezingen (18 februari - 25 maart 2019). Gelabelde gebruikers, junknieuwsbronnen en tendentieuze nieuwsbronnen zijn gemarkeerd, waarbij junknieuws zodanig breed wordt gedefinieerd dat daaronder ook politiek sterk gekleurde bronnen vallen, alsmede complottheorieën, clickbait en desinformatie. Uit het overzicht blijkt dat er in de bovenste 10 bronnen per politieke arena en onderwerp geen desinformatie aanwezig is. De bovenste bronnen zijn voornamelijk (Nederlandse en internationale) mainstream nieuwsmedia. De politiek sterk gekleurde/tendentieuze site Opiniez.nl bevindt zich onder de bovenste 10 bronnen voor Zwarte Piet en de Provinciale Statenverkiezingen, en geenstijl.nl wordt gedeeld voor MH17 en PS2019. Junknieuwsbronnen zijn in elke politieke arena en voor elk onderwerp rondom MH17, Zwarte Piet, Utrecht, PS2019 en de Nederlandse partijleiders aanwezig. Sommige bronnen van junknieuws zijn bij alle vijf de onderwerpen te vinden: Ninefornews.nl, fenixx.org, tref.eu, ejbron.wordpress.com, drimble.nl (een specifiek verhaal) en dagelijksestandaard.nl. Politiek sterk gekleurde bronnen en bronnen met complottheorieën worden het meest door gelabelde gebruikers verspreid. Enkele politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen zijn echter in de mainstream terechtgekomen en worden door niet-gelabelde gebruikers verspreid. Hieronder vallen GeenStijl, dat als onderdeel van de mainstream wordt beschouwd, maar dat hier vanwege zijn zelfverklaarde tendentieuze kenmerken wordt meegenomen, de tendentieuze-politiek sterk gekleurde bron TPO en de politiek sterk gekleurde bronnen De Dagelijkse Standaard en Fenixx.

Wanneer we kijken naar de tijdsperiode rondom de Provinciale Statenverkiezingen, zien we dat gelabelde gebruikersaccounts zich voor alle onderwerpen onder de meest actieve gebruikersaccounts bevinden. Dat geldt met name voor Zwarte Piet en MH17: zes van de tien meest actieve gebruikers hebben een gelabeld account. De gebruikers die in de meeste @mentions worden genoemd, verschillen per onderwerp. In de tweets over Zwarte Piet en MH17 zijn er onder de 10 gebruikers met de meeste @mentions twee gelabelde gebruikersaccounts. Bij een analyse van de meest gebruikte hashtags voor de onderwerpen valt 100 op dat de hashtags die voor het onderwerp MH17 het meest zijn gebruikt allemaal pro-Russisch lijken te zijn. Voor de onderwerpen Zwarte Piet, MH17 en PS2019 zien we dat de hashtags van rechtse politieke partijen zoals PVV en FvD weerklank vinden. Zwarte Piet bevat hashtags vóór Zwarte Piet (zoals ‘blokkeerfriezen’, wat verwijst naar het Friese tegenprotest in Dokkum tegen anti-Zwarte Piet-demonstranten van Kick Out Zwarte Piet, te vinden in de dataset met hashtag kozp, waarbij ze de snelweg blokkeerden om te voorkomen dat anti-Zwarte Piet-demonstranten hun stad zouden kunnen binnenkomen) en tegen Zwarte Piet, zoals ‘SamenTegenRacisme’.

Voor de campagnes voor de Europese verkiezingen hebben we op een soortgelijke manier de activiteit van gelabelde gebruikers in de politieke arena en per onderwerp onderzocht. Voor de politieke arena verzamelden we de 1000 meest actieve gebruikers van de algemene hashtags voor de Europese verkiezingen en de politieke leiders die voor de Europese verkiezingscampagnes van belang waren. Voor de andere onderwerpen werden de 1000 meest actieve gebruikers verzameld voor de onderwerpen klimaatverandering, Zwarte Piet, MH17 en nepnieuws. Deze lijsten met meest actieve gebruikers werden vergeleken met de lijst gelabelde gebruikers uit het eerste deel van het empirische onderzoek. Omdat binnen sommige onderwerpen meer activiteit was dan in andere, varieert de hoeveelheid tweets van de 1000 meest actieve gebruikers per dataset. Voor de meer algemene EU-set werden door elk van de 1000 meest actieve gebruikers in de periode van de Europese verkiezingen meer dan 44 tweets gepost. Ter vergelijking: in de dataset van Zwarte Piet werden door de 1000 meest actieve gebruikers twee of meer tweets gepost.

Van de lijst met gelabelde gebruikers waren acht gebruikers gedurende de periode van de Europese campagne op alle zes de onderwerpen actief. Drie gebruikers waren op vijf van de onderwerpen actief en nog eens drie gebruikers waren op vier van de onderwerpen actief. Vier van de acht gebruikers die op alle onderwerpen actief waren, waren ook in alle datasets over de periode van de Provinciale Statenverkiezingen actief. Van de gebruikers die in alle datasets actief waren, werden door de meest actieve gebruiker 2781 tweets gepost. 2578 van die tweets bevonden zich in de algemene dataset betreffende de EU en partijleiders. Deze gebruiker retweet niet alleen andere content, maar post ook zijn eigen content. De content in de periode van de Europese verkiezingen kan worden getypeerd als anti-EU, anti-immigratie, pro-PVV/FvD en kritisch over alle andere partijen.

101

Afbeelding 4: Meest gevonden hashtags, meest actieve gebruikersaccounts, top @mentions, top bronnen en meest geretweete tweets gedurende de periode van de Provinciale Statenverkiezingen in 2019. Visualisatie door Carlo De Gaetano.

102

De verspreiding van junknieuws en tendentieus nieuws tijdens de Provinciale Statenverkiezingen Om een beter beeld te krijgen van deze trol-, junk- en tendentieuze nieuwsactiviteiten wordt in de volgende stap voor elk van de politieke onderwerpen ingezoomd op de verspreiding van deze nieuwsbronnen gedurende de campagneperiode. De analyse is in netwerkdiagrammen visueel weergegeven en is gericht op de vraag of deze nieuwsbronnen door gelabelde of reguliere (niet- gelabelde) gebruikers worden verspreid.20 De netwerkdiagrammen tonen een overzicht van welke bronnen de meest actieve gebruikers binnen verschillende onderwerpen delen. Uit de diagrammen wordt duidelijk dat aantal niet-gelabelde gebruikersaccounts en de verspreiding van mainstream nieuws meer bedraagt dan het aantal gelabelde gebruikers en de verspreiding van junknieuwsbronnen of tendentieuze nieuwsbronnen. Deze visualisaties zijn derhalve te lezen als een ingezoomde blik op een specifieke, kleine set van bronnen die van belang zijn voor het onderzoek naar de aanwezigheid en verspreiding van junknieuws en tendentieus nieuws en de gebruikers die dat nieuws verspreiden.

Voor ieder onderwerp geldt dat politiek sterk gekleurde bronnen het meest verspreid worden. En terwijl het onderwerp Zwarte Piet wordt gedomineerd door de verspreiding van politiek sterk gekleurde bronnen die door zowel gelabelde als reguliere gebruikers worden gedeeld, is de samenstelling van de belangrijkste junknieuwsbronnen voor MH17 diverser. Daar zien we een mengeling van tendentieuze, politiek sterk gekleurde bronnen en complotwebsites. Voor de schietpartij in Utrecht zijn tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen door gelabelde en reguliere gebruikers het meest verspreid, waardoor ze mainstream lijken. De junknieuwsbronnen en tendentieuze bronnen in beide politieke arena’s (PS2019 en de partijleiders) hebben voornamelijk betrekking op politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen.

De netwerkvisualisatie van het onderwerp Zwarte Piet (afbeelding 5) is compact en wordt, zoals gezegd, gedomineerd door de verspreiding van politiek sterk gekleurde bronnen zoals dagelijksestandaard.nl, fenixx.org, cultuurondervuur.nu en opiniez.nl en in iets mindere mate de tendentieuze bron geenstijl.nl. Deze centrale nodes zijn voor de meerderheid van de gelabelde gebruikersaccounts de voorkeursnieuwsbronnen, maar ze zijn ook door niet-gelabelde gebruikers gedeeld, die een voorkeur laten zien voor de politiek sterk gekleurde bron dagelijksestandaard.nl. Eén clickbait-bron (tpook.nl), die aan de rand van het diagram te vinden is, valt op omdat hij door zowel gelabelde als niet-gelabelde gebruikers wordt verspreid.

20 In dit geval betekent ‘regulier’ strikt genomen: ‘niet gelabeld’. Daar kunnen ook gebruikers onder vallen die (nog) niet als zodanig zijn herkend. 103

Afbeelding 5: Gephi-visualisatie van netwerkdiagram voor Zwarte Piet gedurende de campagneperiode voor de Provinciale Statenverkiezingen, waarin alleen junknieuwsbronnen en tendentieuze bronnen en de gebruikers die deze bronnen verspreiden, worden weergegeven. Visualisatie door Carlo De Gaetano.

De netwerkvisualisatie van de verspreiding van junknieuwsbronnen voor MH17 (afbeelding 6) laat een andere bronsamenstelling zien dan bij Zwarte Piet, waar de kern wordt gevormd door politiek sterk gekleurde bronnen. Voor MH17 zien we een meer diverse set aan bronnen die in het netwerk centraal staan: de tendentieuze bron geenstijl.nl, de politiek sterk gekleurde/complotbron novini.nl en een set met twee andere complotwebsites (ninefornews.nl en niguru.co).

104

Afbeelding 6: Gephi-visualisatie van netwerkdiagram voor MH17 gedurende de campagneperiode voor de Provinciale Statenverkiezingen, waarin alleen junknieuwsbronnen en tendentieuze nieuwsbronnen en de gebruikers die deze bronnen verspreiden, worden weergegeven. Visualisatie door Carlo De Gaetano.

De gelabelde gebruikers voor dit onderwerp verspreiden met name tendentieuze bronnen, zoals geenstijl.nl, en politiek sterk gekleurde en complotsites (herstelderepubliek.wordpress.com en novini.nl). De bron die door reguliere gebruikers het meest wordt gedeeld is het tendentieuze geenstijl.nl.

105

Afbeelding 7: Gephi-visualisatie van netwerkdiagram voor de schietpartij in Utrecht gedurende de campagneperiode voor de Provinciale Statenverkiezingen, waarin alleen junknieuwsbronnen en tendentieuze bronnen en de gebruikers die deze bronnen verspreiden, worden weergegeven. Visualisatie door Carlo De Gaetano.

Voor wat betreft de schietpartij in Utrecht (afbeelding 7) wordt het midden van het netwerk door tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen bevolkt (geenstijl.nl, tpo.nl en dagelijksestandaard.nl). Verscheidene kleinere clusters aan junknieuwsbronnen die door reguliere gebruikers zijn verspreid, zijn gelijkmatig over de buitenzijde van het diagram verdeeld (bijv. drimble.nl (verhaalniveau), evendelen.net, dagelijksekrant.nl of hardewaarheid.nl). Slechts een minderheid van de gelabelde gebruikers verspreidt clickbait (tpook.ml, nietbarkie.nl) of pagina’s met complottheorieën (martinvrijland.nl, ninefornews.nl, brekendnieuws.nl, ellaster.nl, wanttoknow.nl). Het is van belang op te merken dat de politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen in dit netwerk over het algemeen door zowel gelabelde als reguliere gebruikers zijn verspreid, waardoor ze mainstream lijken te zijn of te worden.

106

Afbeelding 8: Gephi-visualisatie van netwerkdiagram voor PS2019 gedurende de campagneperiode voor de Provinciale Statenverkiezingen, waarin alleen junknieuwsbronnen en tendentieuze bronnen en de gebruikers die deze bronnen verspreiden, worden weergegeven. Visualisatie door Carlo De Gaetano.

De netwerkvisualisatie voor PS2019 (Provinciale Statenverkiezingen) lijkt rond twee grote bronnen te zijn georganiseerd: de politiek sterk gekleurde bron opiniez.com en de tendentieuze bron geenstijl.nl (afbeelding 8). De (marginale) aanwezigheid van clickbait-bron aboutmedia.nl wordt veroorzaakt door de activiteit van slechts één reguliere gebruiker. De complotwebsites ninefornews.nl en dimplus.nl zijn slechts marginaal verspreid door gebruikers die ook andere junknieuwsbronnen hebben gedeeld. Twee recent aangemaakte gebruikersaccounts in het netwerk (in december 2018 aangemaakt) laten een uitzonderlijk hoog aantal tweets en likes zien. Eén daarvan heeft zo’n 39.300 posts en 31.900 likes binnen de vier maanden van zijn bestaan. Dit activiteitenniveau duidt op automatisering en kunstmatige verhoging.21

21 Het grote aantal likes komt tevens overeen met het activiteitenpatroon: voornamelijk retweets en antwoorden met GIF’s of grappige afbeeldingen.

107

Afbeelding 9: Gephi-visualisatie van netwerkdiagram voor partijleiders gedurende de campagneperiode voor de Provinciale Statenverkiezingen, waarin alleen junknieuwsbronnen en tendentieuze bronnen en de gebruikers die deze bronnen verspreiden, worden weergegeven. Visualisatie door Carlo De Gaetano.

Voor het netwerk betreffende de partijleiders zijn de tendentieuze-politiek sterk gekleurde bron tpo.nl en de politiek sterk gekleurde bron dagelijksestandaard.nl de grootste knooppunten in het netwerk. Deze worden zowel door gelabelde als door reguliere gebruikers verspreid (afbeelding 9). Kleinere clusters van politiek sterk gekleurde bronnen, zoals fenixx.org, opiniez.com en verenoflood.nu, zijn iets meer richting de rand van het netwerk gepositioneerd. Een compact cluster van gelabelde gebruikers ligt midden in het netwerk en heeft voornamelijk tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen verspreid, maar ook complotwebsites zoals ninefornews.nl of ellaster.nl. De rest van het netwerk wordt door reguliere gebruikers bevolkt, die voornamelijk tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen hebben verspreid (bijv. tpo.nl, dagelijksestandaard.nl en opiniez.com) en in mindere mate ook complotwebsites (bijv. donquijotte.wordpress.com of stoppasfamiliedrama.blogspot.com); zij zijn aan de randen van het diagram te vinden.

108

Conclusies: trol-activiteit op het gebied van polariserende onderwerpen Zoals in onderzoeken naar de campagnes van het Russische Internet Research Agency en zogenoemde ‘binnenlandse actoren’ is benadrukt, is het op Twitter gemakkelijk om automatisering door te voeren. Dat maakt het platform vatbaar voor misbruik door bots en trol- achtige gebruikers (boyd e.a., 2018; DiResta e.a., 2018; Howard e.a., 2018). We hebben gedurende de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 dergelijke activiteit gevonden rond zowel de politieke als de polariserende onderwerpen. Trol-achtige gebruikersaccounts zijn zelfs in elke politieke arena en op elk onderwerp rondom MH17, Zwarte Piet, Utrecht, PS2019 en de Nederlandse partijleiders aanwezig. In het bijzonder zijn er 14 gelabelde gebruikers gevonden die in alle politieke arena’s en op alle onderwerpen actief bleken te zijn. De 29 die in vier van de vijf omgevingen verschijnen, verdienen een nadere beschouwing. Vier gelabelde gebruikers die gedurende de periode van de Provinciale Statenverkiezingen actief waren, waren gedurende de periode van de Europese verkiezingen op alle onderwerpen ook (of nog steeds) actief. Enkele van deze gebruikersaccounts waren in eerder onderzoek uit 2017 reeds gelabeld, wat inhoudt dat zij ruim twee jaar op het gebied van nieuwe en bestaande onderwerpen actief zijn geweest. Globaal gesproken is in ons onderzoek geconstateerd dat dergelijke gelabelde gebruikers voornamelijk politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen verspreiden, gevolgd door complotwebsites. Dit zou een indicatie kunnen zijn van een gecoördineerde campagne, waarin trol-achtige gebruikers (onder meer sock puppets, geautomatiseerde accounts en semi- geautomatiseerde gebruikersaccounts) zowel retweets als originele content posten om verdeeldheid te zaaien, maar die is hier niet aangetroffen.

Op het gebied van polariserende onderwerpen is er het hele jaar door activiteit te vinden. Voor de onderwerpen Zwarte Piet en MH17 zien we van 18 februari (het begin van de officiële campagne) tot 25 maart 2019 nog altijd activiteit, terwijl Sinterklaas in december wordt gevierd en het neerhalen van het Maleisische vliegtuig niet in het nieuws was, noch vanwege nieuwe ontwikkelingen noch vanwege officiële herdenkingen. Een fors aantal van de meest actieve gebruikers voor elk onderwerp gedurende deze periode vertoont door hun grote activiteit trol- achtig gedrag (30% in het geval van Utrecht en 60% voor MH17 en Zwarte Piet). Ondanks de activiteit is de invloed van de meeste gebruikersaccounts echter beperkt. Slechts twee van deze gebruikers bevinden zich in de top tien van gebruikers met de meeste @mentions voor ieder onderwerp.

Tegelijkertijd hebben we ten minste drie zeer actieve nieuwe accounts gevonden die vlak voor de verkiezingen waren aangemaakt met het duidelijke doel om polariserende content te verspreiden. Daaruit blijkt op welke manier het platform rondom de verkiezingen mogelijk wordt ingezet. Wanneer deze trol- of bot-achtige gebruikers niet agressief de tegenstanders aanvallen, functioneren ze als versterkende mechanismen voor activiteiten op het gebied van online nieuws, variërend van tendentieuze bronnen zoals GeenStijl en The Post Online tot politiek sterk gekleurde bronnen zoals De Dagelijkse Standaard, Opiniez en Fenixx. We hebben herhaaldelijk gezien hoe deze tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen breed worden verspreid door reguliere gebruikers die de gelabelde gebruikers verdringen (zoals te zien is in de netwerkdiagrammen). Dat tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen door deze reguliere gebruikers worden overgenomen, betekent dat deze bronnen ten tijde van verkiezingen mainstream worden.

109

Al met al verspreiden de gelabelde gebruikers voornamelijk tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen, gevolgd door complotwebsites, die in alle datasets voorkomen, maar sterker aanwezig zijn waar het gaat om tragedies zoals MH17 en de schietpartij in de tram in Utrecht. De clickbait-domeinen komen in alle onderzochte sferen marginaal voor, terwijl complotwebsite novini.nl, een bron die incidenteel (op verhaalniveau) als politiek sterk gekleurd of desinformatie kan worden aangemerkt, in alle vijf de datasets door gebruikers werd gedeeld. Daarbij vond de bron voor MH17 meer weerklank en kwam hij in de set betreffende politieke leiders slechts marginaal voor.

Gedurende de periode van de Europese verkiezingen presteerde junknieuws op verschillende momenten beter dan mainstream bronnen rondom de controversiële onderwerpen Zwarte Piet en MH17. Op beide onderwerpen presteerde junknieuws in twee van de vijf weken beter dan het mainstream nieuws. In deze weken is er ten opzichte van de andere weken geen grote stijging zichtbaar in het engagement van junknieuwsbronnen. In plaats daarvan wordt de grote aanwezigheid voornamelijk veroorzaakt door een daling in de aandacht van de mainstream media voor die onderwerpen, terwijl de aandacht daarvoor voortduurt in de junknieuwsbronnen die daarmee het debat voeden.

Op basis van deze resultaten lijkt de Nederlandse politieke Twitter-omgeving geen ‘nepnieuwsprobleem’ te hebben, hoewel er enkele trol-achtige gebruikersaccounts voorkomen die bepaalde stemmen amplificeren. Hoewel we geen professionele of grootschalige trollencampagne hebben gevonden, is de activiteit op de verschillende onderwerpen met betrekking tot het verspreiden van polariserende content door verschillende soorten gebruikersaccounts veroorzaakt, zowel bot-achtige (geautomatiseerde) als trol-achtige (die herhaaldelijk interactie aangaan met polariserende onderwerpen en het targeten van politici), en accounts die semi-geautomatiseerd lijken te zijn. Polariserende onderwerpen zijn gedurende de onderzochte perioden (hoewel soms marginaal) actueel gebleven in het junknieuws en het tendentieuze nieuws, wat erop duidt dat deze onderwerpen gedurende het hele jaar spelen en niet slechts in een bepaald seizoen (zoals met Zwarte Piet kan worden verwacht) of bij een bepaalde gebeurtenis.

110

Bijlage: Alternatieve visualisaties

Alternatieve afbeelding 2: Lijngrafieken waarin het engagement met mainstream nieuws (blauw) en junknieuwsbronnen (roze) gedurende de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen (PS) en de campagneperiode voor de Europese verkiezingen (EU) visueel is weergegeven, exclusief de tendentieuze bronnen. Visualisatie door Federica Bardelli.

Alternatieve Alternatieve afbeelding 3: Lijngrafieken waarin het engagement met mainstream nieuws (blauw) en junknieuwsbronnen (roze) voor de onderwerpen MH17 en Zwarte Piet gedurende de Provinciale Statenverkiezingen (PS) en de Europese verkiezingen (EU) visueel is weergegeven, exclusief de tendentieuze bronnen. Visualisaties door Federica Bardelli.

111

De aanwezigheid van ‘junk’ op het Nederlandse politieke Instagram: junknieuws, nepvolgers en kunstmatige versterking

Gabriele Colombo en Carlo De Gaetano22

Inleiding: nepvolgers, computationele propaganda en de opsporing van junk op Instagram Terwijl Facebook als de “fake news machine” is aangemerkt (Herrman, 2016) en Twitter vanwege de beschikbaarheid van datasets routinematig is bestudeerd, is voor Instagram na onderzoek geconstateerd dat het goed presteert als kanaal voor de verspreiding van nepnieuws, junknieuws of politiek sterk gekleurd nieuws, kunstmatig versterkte interactie en andere vormen van problematische content en gebruik.

De relatie tussen Instagram en verschillende soorten “information disorders” (Jack, 2017) is onderzocht in verband met de Russische poging om in 2016 de Amerikaanse verkiezingen te beïnvloeden. Uit een studie van New Knowledge (2018) is gebleken dat Russische propagandatactieken op Instagram goed aanslaan. In het rapport worden gegevens van verschillende platforms bestudeerd om de pogingen op te sporen die het Internet Research Agency (IRA) heeft gedaan om desinformatie en polariserende content te verspreiden. Uit de studie is gebleken dat Instagram, met “187 million engagements” van “116,000 Instagram posts across 133 accounts” (New Knowledge, 2018: 7), centraal staat in de IRA-activiteiten. De nepaccounts presteren op Instagram namelijk beter en het engagement is er groter dan op Facebook.

Het belang van Instagram, dat “outperformed Facebook” (New Knowledge, 2018: 8), als strijdtoneel in de Russische desinformatieonderneming houdt volgens het rapport verband met twee mogelijke oorzaken. Omdat het platform is bedoeld om visueel materiaal te delen, kan Instagram ten eerste bij uitstek geschikt zijn voor de zogenoemde “image-centric memetic (meme) warfare” (2018: 8), dat wil zeggen: de inzet van image macro’s als wapen om online conflicten aan te wakkeren en verdeeldheid aan te moedigen. Ten tweede wordt in het rapport vermeld dat de aanzienlijke interactie met content van de IRA-accounts op Instagram ook het gevolg kan zijn van ‘clickfarming’. Enkele accounts in de dataset leken inderdaad te zijn gekoppeld aan “a live engagement farm” (2018: 8).

Ten aanzien van Nederland is de Russische invloed voornamelijk voor Twitter onderzocht, waarbij met name na tragische en polariserende gebeurtenissen in zowel Nederland als België trolactiviteiten zijn gevonden. Zo zijn in twee journalistieke studies pieken gevonden in de Russische trolactiviteit na het neerhalen van de MH17 in 2014 (Kist en Wassens, 2018; Van der Noordaa en Van de Ven, 2018a), terwijl in een ander onderzoek een (vrij tevergeefse) georganiseerde Russische poging werd ontdekt om na de aanvallen op de luchthaven van Brussel

22 Het in dit hoofdstuk beschreven onderzoek is verricht in samenwerking met Rama Adityadarma, Joris van Breugel en Vic Krens. 112 in 2016 via Twitter anti-islamcontent te verspreiden (Van der Noordaa en Van de Ven, 2018b). Ondanks het gebrek aan empirisch onderzoek betreffende de Russische invloed op Instagram wijst één studie van NRC Handelsblad (Kist en Wassens, 2018) erop dat er op andere platforms naast Twitter, waaronder Instagram, grotere georganiseerde trolactiviteit kan worden gevonden.

Het gebruik van computationele middelen om misinformatie en politiek sterk gekleurde content op Instagram te versterken wordt niet uitsluitend in verband gebracht met de Russische propaganda-activiteiten in het Westen, maar is tevens beschreven als een binnenlandse tactiek die ook door nationale campagnevoerders is overgenomen. In een wereldwijd vergelijkend onderzoek naar manipulatie op sociale media in 48 landen (Bradshaw en Howard, 2018) worden verschillende computationele tactieken beschreven om online politieke invloed te kunnen uitoefenen, waaronder het gebruik van nepaccounts om andere gebruikers aan te vallen, geautomatiseerde accounts die kunstmatig engagement genereren, en door mensen beheerde accounts waarbij automatisering wordt ingezet om de doeltreffendheid te vergroten. Ten aanzien van Nederland is uit de studie gebleken dat dergelijke geautomatiseerde activiteit voornamelijk te maken heeft met het versterken van de hashtags van Geert Wilders op Twitter. Hoewel Twitter in het onderzoek wordt beschreven als het platform waar automatisering het best gedijt, zijn tekenen van “cyber troop activity” (Bradshaw en Howard, 2018: 13) bij 25% van de onderzochte landen eveneens op andere platforms, waaronder Instagram, te vinden.

Dat nepvolgers en kunstmatige interactie op Instagram welig tieren, kan ook worden opgemaakt uit de gerapporteerde gevallen in het nieuws. Een goed voorbeeld hiervan is de Russische journalist Vasily Sonkin, die in juni 2017 een afbeelding plaatste van een verkoopautomaat in een winkelcentrum in Moskou waar gebruikers Instagram-volgers en -likes kunnen kopen. Het nieuws dat men voor de (uitzonderlijk lage) prijs van 50 Russische roebel (ca. EUR 0,70) 100 nep-likes op Instagram kon kopen werd door talloze kanalen voor tech- en nieuwsmedia gebracht (Matsakis, 2017; Feldman, 2017; Tan, 2017).

Instagram heeft zelf ook pogingen ondernomen om de kunstmatig geamplificeerde activiteiten op het platform tegen te gaan. In december 2014 kondigde Instagram een actie aan waarin in de zogenoemde “Instagram rapture” (Lorenz, 2014) tegen nepprofielen (of op ongeoorloofde wijze verkregen profielen) zou worden opgetreden en waarbij inderdaad honderdduizenden accounts werden verwijderd. En later, in december 2018, leidde de “Christmas crackdown” (Lorenz, 2018) tot het sluiten van 500 meme-accounts, enkele met miljoenen volgers, die werden verdacht van het gebruik van gestolen of verhandelde profielen. In dat verband spande Facebook in april 2019 tegen een in Nieuw-Zeeland gevestigde onderneming een rechtszaak aan, waarin de onderneming werd beschuldigd van het verschaffen van “fake likes, views and followers to Instagram users” (Romero, 2019). De rechtszaak wordt gepresenteerd als onderdeel van een grotere inspanning door het platform om “inauthentic behavior” op Instagram te voorkomen. Terwijl actie is ondernomen om kunstmatige interactie en nepaccounts of op ongeoorloofde wijze verkregen accounts aan te pakken, is het platform klaarblijkelijk minder actief waar het gaat om het beperken van de verspreiding van extreem gekleurde of politiek sterk gekleurde content en is het zelfs de “Alt-Right’s new favorite haven” geworden (Sommer, 2018). Dat betekent dat het een toevluchtsoord is voor extreemrechtse figuren wanneer hun account op Twitter is verwijderd. 113

De aanwezigheid van een grote geautomatiseerde engagement-infrastructuur op Instagram blijkt eveneens uit de stortvloed aan tools die opsporen wat nep is en die door commerciële diensten online worden aangeboden. Niet-authentieke geautomatiseerde activiteit op Instagram kan bijvoorbeeld worden opgespoord door de nationaliteit van de volgers van één account in kaart te brengen en specifieke geografische locaties, zoals Brazilië, Turkije of China, met verdachte botactiviteit in verband te brengen (Maheshwari, 2018). Zo is één van de beschikbare tools Hypeauditor, een “100% AI-powered” dienst die “fake followers and engagement” op Instagram opspoort en bepaalde landen, zoals Brazilië, aanmerkt als geografische locaties die kunnen duiden op de aanwezigheid van nepvolgers (Komok, 2018).

Ondanks dat Instagram (met name in de Nederlandse context) onderbelicht is gebleven, lijkt het platform wel vatbaar te zijn voor verschillende verschijningsvormen van ‘nep’. ‘Nep’ (ook wel aangeduid als junknieuws) kan verwijzen naar de aanwezigheid van content die kan worden beschreven als vals of slechts als politiek sterk gekleurd en polariserend, maar die opzettelijk online wordt verspreid om zowel vanuit het buitenland als van binnenuit in een politieke arena conflicten aan te wakkeren. Dit kan verschillende computationele tactieken betreffen (zoals via bots, nep-likes en nepvolgers) die worden ingezet als een middel om die content kunstmatig te amplificeren.

Onderzoek naar de aanwezigheid van nep in de Nederlandse politieke arena op Instagram Instagram is in enkele studies beschreven als vruchtbare bodem voor de verspreiding van content in verschillende maten van ‘nep’, in het bijzonder voor de verspreiding van tot hevige emoties leidende content in de vorm van memes, maar ook als effectieve infrastructuur voor de kunstmatige amplificatie van engagement. In dit empirische onderzoeksproject hebben we drie complementaire benaderingen opgezet om te kunnen beoordelen wat op het Nederlandse politieke Instagram junk is: junkcontent die op het platform wordt gedeeld, junknieuwsbronnen binnen de relevantste informatiebronnen en niet-authentieke volgers die nep-engagement kunnen genereren (zie afbeelding 1).

In het eerste deel van deze studie zoeken we naar wat junk is in de content die op het platform wordt gedeeld. Dat doen we door de vraag te stellen in welke mate de content met de meeste likes in een afgebakende Nederlandse politieke arena op Instagram als ‘junk’ kan worden aangemerkt (d.w.z. desinformatie, complottheorieën, clickbait of politiek sterk gekleurd)? Ten tweede wordt het werk uitgebreid door junk op Instagram op bronniveau op te sporen, omdat de inschatting van junknieuws ook door “online source criticism” kan worden gemaakt (Rogers en Niederer, dit document). Hierbij bestuderen we junknieuwsbronnen die mainstream worden door te kijken wat de relatie is tussen de volgersbestanden van de Nederlandse politieke entiteiten en de volgersbestanden van aanbieders van junknieuws (dat door experts als zodanig is aangemerkt) en vragen we ons af in welke mate het publiek van de Nederlandse politieke entiteiten gelijk is aan het publiek van junknieuwsbronnen op Instagram. Ten derde zoeken we, om ook een beschrijving te kunnen geven van de tactieken voor kunstmatige interactie die politieke partijen en nieuwsbronnen op Instagram kunnen inzetten om hun content te

114 stimuleren, naar tekenen van niet-authentieke activiteit onder de volgers in de Nederlandse politieke arena en stellen we daarbij de vraag in welke mate de pogingen tot kunstmatige versterking (door middel van nepvolgers) zich op Instagram voordoen rondom polariserende onderwerpen.

In dit onderzoek gebruiken we de benadering van “digital methods” (Rogers, 2013), waarbij kenmerken die eigen zijn aan Instagram worden gebruikt om data over het platform te verzamelen. In het bijzonder stellen we een lijst met hashtags en profielen samen, zodat we de Nederlandse politieke arena op Instagram kunnen afbakenen. Binnen deze omgeving verzamelen en analyseren we de berichten (ook wel ‘posts’ genoemd) met de meeste likes (d.w.z. posts die een bepaald aantal likes ontvangen) om te bestuderen in welke mate de gedeelde content junknieuws betreft. Daarnaast verzamelen we volgers van de accounts van Nederlandse politieke entiteiten, mainstream nieuwsbronnen en junknieuwsbronnen om de overlap tussen hun publiek te onderzoeken en meer in het algemeen op bronniveau te beoordelen in welke mate binnen de Nederlandse politieke arena sprake is van junk. Tenslotte baseren we ons op profielkenmerken (zoals de omschrijving van 150 karakters in een profiel of het bijschrift bij een post) om het aantal nepvolgers in de Nederlandse politieke arena vast te stellen.

Afbeelding 1. Schematische voorstelling van het onderzoeksprotocol, waarin het soort hashtags en accounts voor de zoekopdrachten op Instagram wordt getoond, alsmede de tools die zijn gebruikt om de data te verzamelen, visueel weer te geven en te analyseren.

Opsporing van junknieuws in de content met de meeste likes

Het doel van de onderstaande analyse is om de content met veel interactie in de Nederlandse politieke arena op Instagram in kaart te brengen en vast te stellen in welke mate deze omgeving junknieuws bevat, in de zin van de hoeveelheid interactie met content die desinformatie, complottheorieën, clickbait of politiek sterk gekleurd nieuws betreft.

115

Om de Nederlandse politieke arena op Instagram af te bakenen, hebben we een lijst met hashtags samengesteld (zie afbeelding 2) die op het sociale netwerk worden gebruikt om de leiders van Nederlandse politieke partijen (bijv. #markrutte), de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 (#PS2019) en politiek beladen onderwerpen zoals klimaatverandering (#klimaatverandering) mee aan te duiden. We hebben de door het Digital Methods Initiative aangeboden tool Instagram Scraper23 gebruikt om de 1000 meest recente posts per hashtag (data verzameld tussen 25 en 28 maart 2019) en de metadata ervan (datum van de post, media-URL, caption, aantal opmerkingen en aantal likes) te verzamelen. Voor iedere hashtag hebben we alleen de 20 posts met de meeste likes geselecteerd, waarbij we handmatig alle posts hebben verwijderd die voor de zoekcriteria niet van belang zijn, alsmede identieke posts die verhinderden dat meer diverse resultaten binnen de top 20 konden voorkomen.24

Deze gecontroleerde lijst van posts met de meeste likes hebben we goed bestudeerd door te kijken naar de bijschriften bij de posts en de daarin opgenomen media (afbeeldingen en filmpjes), zodat we inzicht kregen in de manier waarop de leiders van politieke partijen en politiek beladen onderwerpen binnen de grenzen van de Nederlandse politieke arena op Instagram worden besproken, en zodat we met name de aanwezigheid van junkcontent in kaart konden brengen.

Als gevolg van deze evaluatie (zie afbeelding 3) hebben we kunnen constateren dat van de 400 posts met de meeste likes binnen onze dataset er (slechts) 45 posts zijn die als nep of junk kunnen worden aangemerkt; er zijn 4 satirische posts en 351 posts die geen junk lijken te zijn. Wanneer we kijken naar het engagement dat door de posts is gegenereerd, zien we dat de junkcontent 79.466 keer is geliket, de satirische content 37.532 keer en de authentieke content 838.794 keer.

In afbeelding 4 zijn de 400 posts met de meeste likes in kolommen met specifieke hashtags verdeeld, waarin ze tevens zijn gerangschikt van de post met de meeste likes in de eerste rij tot de post met de minste likes in de laatste rij. Junkcontent is met drie verschillende kleuren aangegeven: lichtblauw voor politiek sterk gekleurde content, roze voor complottheorieën en blauw voor clickbait. De satirische posts zijn met donkerblauw aangegeven. Ten slotte zijn de kolommen van links naar rechts geordend naargelang de hoeveelheid junkcontent, zoals berekend op basis van het totale aantal likes voor iedere hashtag.

Uit de analyse blijkt dat de hashtags #zwartepiet, #geertwilders en #tunahankuzu de politieke arena’s met de meeste verdeeldheid vertegenwoordigen, waarbij respectievelijk 56,1%, 42,8% en 42,7% van het totale aantal likes op junkcontent is gericht. Bovendien constateren we dat de meerderheid van de als zodanig aangemerkte posts als politiek sterk gekleurd kan worden beschouwd en voornamelijk een bepaalde rechtse ideologie of bepaalde rechtse figuren ondersteunt en/of aanvalt, terwijl slechts één post als clickbait kan worden aangemerkt en één

23 De tool is via deze link beschikbaar: https://wiki.digitalmethods.net/Dmi/ToolInstagramScraper. 24 Zo hebben we posts verwijderd over de Slowaakse professionele voetballer Marek Hamšík, die met het nummer 17 speelt en op Instagram met dezelfde hashtag wordt aangeduid als vlucht 17 van Malaysia Airlines (#MH17). Ook hebben we in de dataset niet de identieke posts opgenomen met condoleanceberichten voor de aanslag in Utrecht die onder de hashtag #Utrecht door spelers van het Nederlandse nationale voetbalteam zijn gepost.

116 post als een complottheorie. Over het algemeen kan worden gezegd dat we geen spoor hebben gevonden van desinformatie die zou zijn gekoppeld aan de content met de meeste likes. De bevindingen wijzen erop dat bepaalde onderwerpen of politieke leiders, zoals het debat rondom Zwarte Piet en de leider van de politieke partij DENK, Tunahan Kuzu, meer polariserende content aantrekken dan andere(n). In de 20 posts met de meeste likes hebben we echter geen sterke aanwezigheid van junk gevonden.

Hashtags betreffende Hashtags betreffende

leiders van Nederlandse politieke partijen politiek beladen discussies

#markrutte, #rutte, #geertwilders, #wilders, #PS2019, #klimaatverandering, #immigranten, #thierrybaudet, #baudet, #jetten, #tunahankuzu, #utrecht, #zwartepiet, #MH17, #jesseklaver, #lodewijkasscher, #alexanderpechtold, #24oktoberplein #gertjansegers, #sybrandbuma, #mariannethieme

Afbeelding 2. Lijsten met hashtags met betrekking tot politieke leiders en politiek beladen discussies die zijn gebruikt om de Nederlandse politieke arena op Instagram rond de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 af te bakenen.

Afbeelding 3. Percentages content met de meeste likes die rond de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 is gedeeld, gecategoriseerd als junk, satire en niet junk. Databron: Instagram Scraper; gegevensverzameling: 25-28 maart 2019; cirkeldiagrammen. 117

We hebben over het algemeen in deze politieke arena met groot engagement relatief gezien weinig junkcontent aangetroffen. In de bovenste resultaten voor de Provinciale Statenverkiezingen, #PS2019, hebben we uitsluitend positieve content aangetroffen, waarin ofwel positief wordt gesproken over de voorlopige opiniepeilingen ofwel mensen worden aangemoedigd om gebruik te maken van hun kiesrecht. Voor de hashtags #24oktoberplein en #utrecht hebben we voornamelijk condoleanceposts gevonden en het nieuws dat de aanvaller was gevonden en gearresteerd. Bijna alle content die we als junk beschouwen is politiek sterk gekleurd en betreft met name een bepaalde rechtse ideologieën of personen. We hebben in de resultaten met de meeste likes binnen de afgebakende politieke arena geen desinformatie aangetroffen.

Om de aanwezigheid van junknieuws op Instagram rondom de Europese Parlementsverkiezingen in 2019 in Nederland te kunnen bepalen, hebben we een tweede hashtag-analyse uitgevoerd op content die in de maanden voorafgaand aan de dag van de verkiezingen (23 mei) was gepost. Met als doel de Nederlandse politieke arena rondom de Europese verkiezingen in 2019 af te bakenen, hebben we een nieuwe lijst hashtags samengesteld (zie afbeelding 6) die worden gebruikt om de Nederlandse politieke partijen (bijv. #fvd) en hun leiders (bijv. #thierrybaudet), de Europese verkiezingen (#EUverkiezingen2019, #EUverkiezingen) en verschillende politiek beladen onderwerpen zoals immigratie (#immigratie, #migratie, #immigranten) en klimaatverandering (#klimaat, #klimaatverandering) mee aan te duiden.

Met de tool Instagram Scraper hebben we de 1000 meest recente posts per hashtag (data verzameld op 22 mei 2019) en de metadata ervan verzameld. Voor iedere hashtag hebben we alleen de posts behouden die na 28 maart waren gedeeld, zodat we ons konden richten op het opsporen van junk in de periode vóór de Europese verkiezingen maar na die van de Provinciale Statenverkiezingen. Voor iedere hashtag hebben we de 20 posts met de meeste likes geselecteerd, met uitzondering van de posts die zich in de dataset bevonden maar voor de zoekcriteria niet van belang waren.25 Vervolgens hebben we, om de hoeveelheid junk in de dataset vast te stellen, gekeken naar de daarin opgenomen media en tekstuele bijschriften en hebben we posts wanneer van toepassing als junk aangemerkt, waarbij we een onderscheid hebben gemaakt tussen desinformatie, complottheorie, clickbait en politiek sterk gekleurde content.

De analyse (zie afbeelding 7) bevestigt de relatieve afwezigheid van junkcontent in de Nederlandse politieke arena, ook rond de Europese Parlementsverkiezingen in 2019: van de 452 posts met de meeste likes hebben we er slechts 41 gevonden die als junk (in het bijzonder als politiek sterk gekleurd) kunnen worden beschouwd. Deze vertegenwoordigen minder dan 10% van het totale aantal posts. De politiek sterk gekleurde posts scoren bovendien laag op interactie en genereren slechts 4,66% van het totale aantal likes.

25 Voor enkele minder populaire hashtags leverde de zoekopdracht binnen de aangegeven periode minder dan 20 posts op. 118

Afbeelding 4. 20 posts met de meeste likes per hashtag die rond de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 zijn gedeeld, geordend van rechts (meeste junk) naar links (minste junk). Databron: Instagram Scraper; gegevensverzameling: 25-28 maart; image wall.

119

Afbeelding 5. Voorbeelden van posts die als politiek sterk gekleurd of als satire zijn aangemerkt. Databron: Instagram Scraper; dataverzameling: 25-28 maart 2019; visualisatie: image wall.

In afbeelding 8 zijn de posts met de meeste likes in kolommen met per hashtag verdeeld. De kolommen zijn per soort hashtag gegroepeerd en geordend van rechts naar links op basis van het aantal likes dat door politiek sterk gekleurde content wordt gegenereerd. Uit de analyse blijkt dat de hashtags met betrekking tot politieke partijen die meer polariserende content aantrekken #pvda en #christenunie zijn, waarvoor respectievelijk 27,6% en 25,1% van de likes gericht is op politiek sterk gekleurde content. Vergeleken met de dataset rond de Provinciale Statenverkiezingen blijft Geert Wilders (#geertwilders, #wilders) de politieke leider die het hoogste percentage likes ontvangt dat gericht is op politiek sterk gekleurde content (28,4%), gevolgd door Jesse Klaver (#jesseklaver) met 13,4%, die in de eerdere analyse juist laag scoorde op junkcontent. We hebben voor andere politieke leiders geen sporen gevonden van politiek sterk gekleurde content in de posts met de meeste likes. Zoals ook het geval was met de hashtags die worden gebruikt om naar de Provinciale Statenverkiezingen te verwijzen, betreffen #EUverkiezingen2019 en #EUverkiezingen hoofdzakelijk aansporingen om gebruik te maken van het kiesrecht. Van de onderzochte onderwerpen blijft #zwartepiet het onderwerp waarover de meeste verdeeldheid heerst. Voor dat onderwerp is 22,9% van de likes gericht op politiek sterk gekleurde content.

We hebben in het algemeen geen duidelijke aanwijzingen gevonden dat de content met de meeste likes rondom de Europese verkiezingen in 2019 junk zou zijn, met uitzondering van

120 enkele politiek sterk gekleurde posts. Deze bevinding komt overeen met die van de hashtag- analyse die voor de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 is uitgevoerd.

Hashtags betreffende Hashtags betreffende Hashtags betreffende

leiders van Nederlandse Nederlandse politieke partijen politiek beladen discussies politieke partijen

#markrutte, #rutte, #cdavandaag, #pvv, #duurzaamheid, #klimaat, #geertwilders, #wilders, #socialistischepartij, #pvda, #klimaatverandering, #thierrybaudet, #baudet, #christenunie, #immigratie, #migratie, #jesseklaver, #jetten, #partijvoordedieren, #immigranten, #mh17, #mariannethieme, #50pluspartij, #groenlinks, #zwartepiet #tunahankuzu #fvd, #stempiraat, #voltnederland, #d66, #degroenen

Afbeelding 6. Lijsten met hashtags met betrekking tot politieke leiders en politiek beladen discussies die zijn gebruikt om de Nederlandse politieke arena op Instagram in de maanden voor de Europese verkiezingen in 2019 af te bakenen.

Afbeelding 7. Percentages content met de meeste likes die rond de Europese verkiezingen in 2019 is gedeeld, gecategoriseerd als junk en niet junk. Databron: Instagram Scraper; dataverzameling: 22 mei 2019; cirkeldiagrammen.

121

Afbeelding 8. 20 posts met de meeste likes per hashtag die rond de Europese verkiezingen in 2019 zijn gedeeld, geordend van rechts (meest nep) naar links (minst nep) en per soort gegroepeerd (verkiezingen, onderwerpen, politieke leiders en partijen). Posts die als politiek sterk gekleurd zijn aangemerkt, zijn in rood weergegeven. Databron: Instagram Scraper; gegevensverzameling: 22 mei 2019; image wall.

Volgersecologieën en junknieuwsbronnen Om te ontdekken in welke mate junknieuwsbronnen binnen de Nederlandse politieke arena op Instagram een rol van betekenis spelen en om te kunnen beoordelen of en hoeveel junknieuwsbronnen mainstream worden, hebben we de overlap onderzocht tussen de volgers van Nederlandse politieke entiteiten, mainstream nieuwssites en Nederlandstalige ‘junknieuwssites’.26 Daarbij hebben we in het bijzonder de vraag gesteld in welke mate de volgers van aanbieders van vals nieuws gelijk zijn aan de volgers van de Nederlandse politieke entiteiten.

Allereerst hebben we de Nederlandse politieke arena op Instagram afgebakend door drie lijsten met profielen samen te stellen: een lijst met Nederlandse politieke partijen en de leiders daarvan, een lijst met Nederlandse mainstream mediakanalen en de profielen van Nederlandse

26 We gebruiken daarbij de lijst met gerapporteerde sites van de Hoax-Wijzer (www.hoax-wijzer.be), die door onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam is geredigeerd en uitgebreid en wordt aangeduid als de ‘deskundigenlijst’. 122 informatiebronnen die in de deskundigenlijst als ‘nep’ zijn aangemerkt. Daarna hebben we gebruikgemaakt van de API Instagram Follower Collector van Phantombuster27 om een lijst met volgers van elk Instagram-account te verzamelen. Vervolgens hebben we een medevolgersnetwerk aangemaakt en gekeken naar het aantal volgers dat voor de politieke entiteiten en de verdachte Nederlandse informatiebronnen uit de deskundigenlijst hetzelfde is.

Bij het in kaart brengen van het volgersnetwerk van de Nederlandse politieke arena hebben we drie onderscheiden volgersecologieën gevonden (zie afbeelding 9). Ten eerste een ecosysteem van volgers van grotendeels gevestigde mainstream nieuwsorganisaties zoals de Nederlandse publieke omroep NOS. De volgersbestanden van deze nieuwsorganisaties zijn de grootste in het netwerk. Dat wijst erop dat de Nederlandse aanbieders van mainstream nieuws nog altijd relevanter zijn dan de aanbieders die als junk worden aangemerkt, in ieder geval voor wat betreft het aantal volgers. Vanwege een relatief groot aantal gedeelde volgers zijn er weinig sites uit de deskundigenlijst die zich dicht bij het cluster van mainstream nieuwsorganisaties bevinden (of daar deel van uitmaken). Dat de volgers van de mainstream nieuwsorganisaties en verdachte nieuwssites voor een deel dezelfde zijn, kan er inderdaad op wijzen dat er sprake is van een bijzondere relatie daartussen, of het kan er juist op duiden dat de aanbieders van nepnieuws mainstream worden.

Het tweede ecosysteem bestaat uit politieke partijen en de jongerenorganisaties daarvan. De verdeling van de partijen is van linkse tot rechtse partijen gerangschikt, waarbij we toch hechte clusters zien. Dat kan erop duiden dat de meeste volgers ofwel meerdere partijen aan dezelfde zijde van het politieke spectrum volgen ofwel alle politieke partijen, ongeacht de politieke kleur, volgen. Wat ook te zien is, is de betrekkelijk grote afstand tussen het cluster van politieke partijen en het cluster van nieuwsorganisaties. Dat wijst erop dat de volgers van de politieke entiteiten grotendeels niet de volgers zijn van de nieuwsorganisaties.

Het derde cluster bestaat uit rechtse politieke entiteiten, die ver van de andere politieke entiteiten afstaan en dichterbij enkele politiek sterk gekleurde sites of clickbaitsites en enkele minder gevestigde aanbieders van mainstream nieuws staan. Binnen dit cluster wordt het account van PVV-leider Geert Wilders omringd door GeenStijl, een tendentieus mainstream ‘shock blog’ en PowNed, de publieke omroep die uit GeenStijl is voortgekomen. Het officiële profiel van FvD (Forum voor Democratie) en de jongerenorganisatie van die partij bevinden zich zelfs nog verder van de andere partijen en zijn nog meer geïsoleerd: ze worden omringd door afzonderlijke politieke commentatoren en delen een groot aantal volgers met de politiek sterk gekleurde nieuwssite De Dagelijkse Standaard. Deze topologie kan erop wijzen dat hoewel deze partijen en persoonlijkheden enkele volgers delen met de andere zijden van het politieke spectrum, ze voornamelijk op zichzelf staan en content maken die door een uniek publiek wordt geconsumeerd.

27 Phantombuster is een API store die “provides ready-made cloud APIs to collect data from various social networks and improve marketing strategies” (phantombuster.com). 123

Nepvolgers en kunstmatig engagement

Om het volgersbestand van de hiervoor afgebakende Nederlandse politieke arena te kunnen karakteriseren, hebben we ieder account28 (van politieke entiteiten, maar ook van mainstream media en die van de deskundigenlijst) in de tool HypeAuditor ingevoerd om de echtheid van de accounts te controleren en te kijken of er aanwijzingen zijn voor kunstmatige versterking en nepvolgers. Met HypeAuditor kan een Instagram-account worden ingevoerd om te bepalen of de volgers authentiek zijn. Om te beoordelen in welke mate voor Nederlandse politieke accounts kunstmatige engagementtactieken worden ingezet, gebruiken we de rapporten van HypeAuditor voor het percentage echte volgers en hun geografische herkomst.29 Het percentage nepvolgers dat door de tool wordt weergegeven, is vervolgens gebruikt om ieder account te rangschikken van minder nep tot meer nep (zie afbeelding 10). Daarnaast hebben we ons geconcentreerd op de accounts met een hoger percentage nepvolgers om hun geografische herkomst (waarbij we in het bijzonder aandacht hebben besteed aan verdachte landen) en de segmentatie van het volgersbestand door HypeAuditor te bestuderen. De tool verdeelt de volgers in “real people” (echte mensen), “influencers”, “mass followers” (massavolgers) en “suspicious accounts” (verdachte accounts) (zie afbeelding 11).

Over het algemeen hebben we geconstateerd dat de meerderheid van de profielen geen verdacht volgersbestand heeft. De meeste accounts scoren hoger dan 70% in de metrische gegevens van echte volgers die door de tool worden gegenereerd. Er zijn echter enkele accounts die ervan worden verdacht nepvolgers te hebben. Zo heeft de media-entiteit PowNed 32,6% verdachte volgers. De clickbaitsite Prankster scoort eveneens betrekkelijk hoog voor wat betreft nepvolgers. Binnen de groep politieke entiteiten hebben het persoonlijke account van Mark Rutte en het account van Geert Wilders het grootste aantal nepvolgers. Opvallend genoeg heeft het ‘werkaccount’ van minister-president Mark Rutte een lager percentage nepvolgers dan zijn persoonlijke account. Het account voor de politieke partij ChristenUnie daarentegen heeft bijna geen nepvolgers, evenals dat van de SGP en van minister Gert-Jan Segers.

Wanneer we de nationaliteit van de volgers nader bestuderen, vinden we geen verdachte resultaten. De meeste accounts worden gevolgd door gebruikers uit Nederland. Voor beide accounts van Mark Rutte komen de meeste volgers uit Nederland. Voor het account van Geert Wilders daarentegen zien we dat 36% van zijn volgers uit Brazilië komt. Dit roept vragen op over de authenticiteit van het volgersbestand van Geert Wilders, want Brazilië wordt vaak genoemd als een locatie die kan duiden op de aanwezigheid van nepvolgers (Maheshwari, 2018).

Al met al blijkt uit de volgersanalyse geen georganiseerde poging van kunstmatige versterking binnen de omgeving van het Nederlandse politieke Instagram en komt wel, met uitzondering van Geert Wilders, een vrij authentiek volgersbestand naar voren.

28 HypeAuditor analyseert alleen accounts met meer dan 1000 volgers. Daarom hebben we de opsporing van nep beperkt tot de accounts met meer dan 1000 volgers. 29 Volgens HypeAuditor kan de geografische herkomst van een volgersbestand worden bepaald door profielbeschrijvingen en plaatsnamen in bijschriften bij posts te analyseren (twitter.com/hypeauditor/status/1077143110432538624).

124

Afbeelding 9. Volgersecologieën in de Nederlandse politieke arena, visueel weergegeven als een mede-volgersnetwerk en handmatig geannoteerd. In het netwerk zijn accounts met een groter aantal gedeelde volgers (roze) dichter bij elkaar geplaatst. Databron: Phantombuster; dataverzameling: 25-28 maart 2019; netwerkdiagram.

125

Afbeelding 10. Mate waarin een gebruikersaccount nepvolgers heeft volgens een rapport van de tool HypeAuditor. Accounts meer naar rechts hebben meer verdachte ‘nepvolgers’ dan accounts aan de linkerzijde van het diagram. Databron: HypeAuditor; gegevensverzameling: 25-28 maart 2019; beeswarm plot.

Afbeelding 11. Visuele weergave van het volgersbestand van het persoonlijke account en het werkaccount van Mark Rutte en het account van Geert Wilders, op basis van resultaten uit de tool HypeAuditor. Ieder volgersbestand is gesegmenteerd op basis van het ‘soort publiek’ en de geografische herkomst. Populaire verdachte landen die op een niet-authentiek volgersbestand kunnen duiden, zijn in rood weergegeven. Databron: HypeAuditor; gegevensverzameling: 25-28 maart 2019; cirkeldiagrammen.

126

Conclusies: bevindingen en beperkingen Het doel van dit onderzoek is in de Nederlandse politieke Instagram-omgeving aanwijzingen voor junknieuws en kunstmatige versterking te vinden. Meer in het algemeen kan het worden beschouwd als een poging om de stelling in het rapport van New Knowledge (2018), dat Instagram het goed doet voor wat betreft de verspreiding van junkcontent en strategieën voor kunstmatige versterking, op de Nederlandse content toe te passen. Daarbij wordt tevens ingegaan op de uitnodiging in de studie van NRC Handelsblad om ook andere platforms dan Facebook en Twitter te onderzoeken op desinformatiecampagnes en computationele propaganda.

De aan- of afwezigheid van junk is op drie niveaus onderzocht: op verhaalniveau (door te kijken naar de verspreiding van junkcontent in politieke arena’s op Instagram waar de interactie hoog is), op bronniveau (door te kijken naar de overlap tussen de volgersbestanden van Nederlandse politieke entiteiten en die van nieuwsbronnen die als junk zijn aangemerkt), en door in de profielen van Nederlandse politieke entiteiten en in Nederlandse informatiebronnen kunstmatige versterkingstactieken, met name nepvolgers, op te sporen.

Over het algemeen hebben we een redelijk gezonde politieke arena aangetroffen met weinig duidelijke tekenen van junkactiviteit. De content met de meeste likes in de Nederlandse politieke arena bleek slechts in zeer geringe mate junknieuws te zijn, hoewel we rondom de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese verkiezingen in 2019 wel een kleine hoeveelheid politiek sterk gekleurde en polariserende content hebben gevonden rondom meer polariserende kwesties en figuren. Ten aanzien van de overeenkomsten tussen het publiek van Nederlandse politieke partijen en dat van nieuwsaanbieders (mainstream of junk) hebben we geconstateerd dat mainstream nieuwsorganisaties in deze politieke arena nog altijd relevanter zijn. Dat bevestigt de stelling dat in Nederland “de overgrote meerderheid van de nieuwsconsumptie [...] nog altijd de mainstream bronnen” betreft (Rogers en Niederer 2019, dit document). Daarnaast is uit de analyse van het volgersbestand van Nederlandse politieke entiteiten (en van nieuwssites, zowel mainstream als junk) een duidelijk authentiek publiek gebleken dat vrijwel geen tekenen van kunstmatige interactie vertoont.

Binnen een betrekkelijk gezond politiek spectrum komen nep- en junk-elementen alleen aan de uiteinden naar boven. In dit onderzoek hebben we gewezen op een bijzondere relatie tussen extreemrechtse politieke entiteiten en enkele informatiebronnen die als junknieuws (of in ieder geval als politiek sterk gekleurd) kunnen worden beschouwd. Daarnaast bevinden de weinige aanwijzingen voor kunstmatig interactie die we hebben gevonden zich aan de uitersten van het politieke spectrum, waarbij het account van Geert Wilders het meest van niet-authentieke activiteit wordt verdacht.

In de volgersanalyse hebben we geconstateerd dat extreme politieke entiteiten een uniek volgersbestand hebben dat niet met andere partijen of de mainstream nieuwssites overlapt. Uiterst rechtse politieke partijen staan relatief gezien (voor wat betreft de gedeelde volgers) dichterbij verdachte bronnen (waarvan sommige in de expertlijst zijn opgenomen). Bovenal staat het account van Geert Wilders (op basis van gedeelde volgers) het dichtst bij politiek sterk

127 gekleurde nieuwsbronnen. In datzelfde opzicht is het account van Geert Wilders het enige van alle onderzochte accounts dat tekenen van kunstmatige interactie zou kunnen vertonen, waar het geografisch dubieuze volgersbestand op duidt. Deze bevinding komt overeen met het schandaal in 2015 over een verdachte stijging in het aantal volgers van het profiel van Geert Wilders op Twitter. Daarnaast wordt in het reeds genoemde vergelijkende onderzoek naar strategieën voor manipulatie op sociale media van het Oxford Internet Institute (Bradshaw en Howard, 2018) ook verwezen naar Geert Wilders, die in Nederland van verschillende kunstmatige versterkingsstrategieën gebruikmaakt, zoals bleek uit een analyse door een ‘social media analytics’-bedrijf, dat in februari 2016 op Twitter 26 nepaccounts aantrof waarmee de hashtag #geertwilders werd versterkt.

De conclusie die we in dit onderzoek trekken dat junkcontent, dubieuze bronnen en nepvolgers betrekkelijk afwezig zijn, gaat wel met een aantal methodologische beperkingen gepaard. Ten eerste hebben we in de zoektocht naar junk in de gedeelde content data verzameld op basis van een beperkte lijst hashtags met betrekking tot Nederlandse politici en controversiële onderwerpen. De analyse zou met andere politiek beladen onderwerpen kunnen worden herhaald. Daarnaast hebben we alleen gekeken naar de 20 posts met de meeste likes per hashtag. Ook het aantal commentaren per bericht zou kunnen worden geteld om de content met de meeste interactie te analyseren. Bovendien hadden we in de analyse een grotere set posts kunnen opnemen die niet noodzakelijkerwijs in de top voorkomen (omdat ze minder likes of minder commentaren hebben). Dan had de aanwezigheid van junk in omgevingen met minder interactie kunnen worden beoordeeld. Voorts is dit onderzoek, gezien het feit dat we voor de dataverzameling gebruik hebben gemaakt van de DMI Instagram Scraper, dat “scrapes Instagram to retrieve posts” (Digital Methods Initiative, 2019), gebonden aan de grenzen van die scraping, waaronder de ‘rate limits’ van Instagram die niet gedocumenteerd zijn en onbekende veiligheidsproblemen (Instaloader, 2019). Het is ook geen platform dat uitnodigt tot onderzoek door middel van scraping. Zoals door anderen al is aangegeven, zijn sociale mediaplatforms opgezet om de commerciële waarde van het platform te verhogen en niet om aan de behoeften van onderzoekers tegemoet te komen (Borra en Rieder, 2014). Om de beperkingen te ondervangen, zouden aanvullende tools voor dataverzameling kunnen worden gebruikt en zou een grotere dataset kunnen worden samengesteld.

Ten tweede hebben we nep-elementen in het Nederlandse politieke volgersbestand vastgesteld aan de hand van metrische gegevens die uit één enkele tool (HypeAuditor) zijn verkregen. De resultaten kunnen ook met die van andere, soortgelijke diensten worden vergeleken (om daarbij als het ware de controleurs te controleren). Daarnaast hebben we alleen gezocht naar tekenen van kunstmatig verhoogde interactie in de Nederlandse politieke arena door te kijken naar de demografische kenmerken van volgers. Ook zou aandacht kunnen worden besteed aan andere signalen, zoals herhalingspatronen in de opmerkingen van posts. Zo zou, om andere tactieken voor kunstmatige interactie op Instagram op te sporen, op een afgebakend onderwerp een co- hashtag-analyse30 kunnen worden uitgevoerd om aanwijzingen voor (semi-automatische) boosting

30 Naast de meest recente lijst met posts geeft de tool Instagram Scraper ook een netwerk van ‘hashtag co-occurrence’ weer. Dat is een bestand met hashtags die ten minste eenmaal samen met de onderzochte hashtag zijn gebruikt. Voor ieder paar hashtags geeft de tool een numerieke waarde die een weergave vormt van het totale aantal posts 128 te vinden, zoals het gebruik van een lange lijst populaire hashtags die niets met elkaar te maken hebben, die opzettelijk in het bijschrift bij een post worden opgenomen om de zichtbaarheid van de content te vergroten.31 Daarnaast kunnen de gebruikers die bij deze activiteit betrokken zijn, worden herleid en geprofileerd om de authenticiteit van die accounts vast te stellen.

waarin de twee hashtags samen in de dataset voorkomen. Een soortgelijke benadering wordt voornamelijk gebruikt voor empirisch onderzoek op Twitter: aan de hand van co-hashtag-analyse kan een beeld worden verkregen van de relatie tussen subonderwerpen in een gesprek (Borra en Rieder, 2014) of kunnen aanvullende en/of meer “significant hashtags” (Rogers, 2017) worden gevonden waarop een zoekopdracht kan worden uitgevoerd, zodat een datacorpus kan worden uitgebreid, of kunnen hashtag-praktijken worden ontdekt die erop zijn gericht de zichtbaarheid van bepaalde content te vergroten (Wang e.a., 2016) of de oorspronkelijke betekenis door middel van ‘hashtag hijacking’ (Berg, 2017) teniet te doen. 31 In tegenstelling tot Twitter, waar maximaal 280 karakters kunnen worden gebruikt, is het maximale aantal karakters op Instagram 2200 en kunnen gebruikers daar maximaal 30 hashtags opnemen in het bijschrift en in de opmerkingen bij een post. Dat heeft tot gevolg dat bepaalde gebruikers een blok van min of meer met elkaar samenhangende hashtags aan de post toevoegen om hun zichtbaarheid te vergroten. Zelfs als Instagram tegenmaatregelen zou inzetten om het gebruik van bepaalde hashtags te blokkeren (Drewe, 2016), zijn er verschillende websites die lijsten met veilige en populaire hashtags aanbieden die gebruikers kunnen kopiëren en direct in hun post kunnen plakken (zoals tagblender.net). 129

Nederlands junknieuws op Reddit en 4chan/pol Sal Hagen en Emilija Jokubauskaite32

Inleiding: het onderbelichte ‘deep vernacular Web’ Recente discussies over online nepnieuws en desinformatie zijn voornamelijk gericht op de sociale mediagiganten in de context van een “platformized” internetecosysteem (Helmond, 2018), waarbij Facebook, Twitter, Instagram en YouTube in het middelpunt van de belangstelling staan. En dat is niet zonder reden: gezien het gigantische aantal gebruikers ervan, de open publicatie en de microtargeting zijn ze gevoelig voor desinformatiecampagnes en dubieuze informatie – eigenlijk net zoals het internet zelf. Desalniettemin bestaan ze niet in een vacuüm. Aan de randen van het internet, maar toch nauwelijks als marginaal te karakteriseren, vinden we pseudonieme of anonieme platforms zoals Reddit en 4chan. In tegenstelling tot publieksgerichte ‘e-celebs’ of anderszins identificeerbare accounts worden deze omgevingen gekenmerkt door ‘verborgen’ gebruikers met een eigen subcultuur, spreektaal en iconografie. De pseudonieme en anonieme gebruikers op Reddit en 4chan komen niet alleen samen rondom gedeelde interesses of gemeenschappelijke doelen, maar ook (en in sommige gevallen voornamelijk) rondom een diepgaand begrip van de gedeelde kennis en normen van de subcultuur. De onconventionele en soms ronduit esoterische culturele voortbrengselen van enkele groepen voeden het beeld dat de leden van de community van zichzelf hebben als ‘ondergronds’, ‘tegencultureel’ of ‘internet native’. 4chan en (delen van) Reddit kunnen in verband worden gebracht met de term “deep vernacular Web” (Tuters en De Zeeuw, 2019). Deze term verwijst naar online discussiefora waar geen sprake is van stabiele gebruikersidentiteiten en waarvan de verborgen deelnemers vaak over de grenzen van de ‘mainstream’ conventies heen gaan, veelal door een complexe mengeling van oprechte ideologie en ironisch vermaak.

Terwijl Facebook, Twitter, Instagram en YouTube reeds zijn bestudeerd met betrekking tot kwesties rondom ‘nepnieuws’, zouden de voornoemde “virality-oriented subcultures” van het deep vernacular Web ook een “cruciale rol” spelen in het systeem van de verspreiding van verschillende soorten junknieuws (Venturini, 2019). 4chan en bepaalde delen van Reddit zijn inderdaad gekarakteriseerd als een broeinest van desinformatie (Shiebel, 2017; Collins en Russell, 2018; Lagorio-Shafkin, 2018), trollencampagnes (Phillips, 2015) en complottheorieën (Marwick en Lewis, 2017; Tuters e.a., 2018). Ondanks hun betrekkelijk marginale aantal gebruikers vergeleken met de meer mainstream platforms, worden gebruikers van 4chan en delen van Reddit beschouwd als zijnde bijzonder bekwaam in het “agenda-setting” van de bredere nieuwsmedia (Phillips, 2018). In een rapport uit 2017 wordt door Marwick en Lewis aangegeven hoe een ondergrondse stroom van subculturen op internet die met 4chan en Reddit in verband worden gebracht, “gebruikmaken van het huidige media ecosysteem om nieuwsonderwerpen en agenda's te manipuleren en ideeën te verspreiden" (Phillips, 2018: 1). Een recent rapport door Phillips borduurt hierop voort. Zij onderzoekt hoe en waarom de valse verhalen van deze online

32 Het onderzoeksteam bestaat (onder meer) uit Lucie Chateau, Gabriele Colombo, Ognjan Denkovski, Carmen Ferri en Holly Foxton.

130 kwaadwillenden door grote Amerikaanse nieuwsorganen zijn versterkt (2018). Ze stelt vast dat journalisten graag verslag deden van de verhalen met valse informatie of een donkere ondertoon, onder meer vanwege een fascinatie met de bizarre culturele verschijnselen of eenvoudigweg vanwege een gebrek aan tijd om de problematische codetaal te ontcijferen. Zij stelt dat de algemene aanwezigheid ervan door de berichtgeving is versterkt (‘amplified’). Nu, in 2019, zijn er bekende neveneffecten van deze cyclus van de normalisatie van valse content die vanuit de online omgevingen aan de randen van het internet (de ‘fringe’) opduikt. Om maar een voorbeeld te geven: in de complottheorie betreffende ‘Pizzagate’, die uit 4chan voortkomt, werd aangenomen dat de familie Clinton een netwerk van kinderhandel ten behoeve van kindermisbruikers in stand hield. Dat leidde tot media-aandacht en tot een daadwerkelijke schietpartij in een Amerikaanse pizzeria (Tokmetzis, 2018; Tuters e.a., 2018). Een daarmee verband houdende complottheorie, ‘QAnon’, verspreidde zich geleidelijk vanuit 4chan naar Reddit en naar mainstream nieuwsbronnen (Hagen e.a., 2019), waaruit zelfs internationale steungroepen zoals ‘QAnon Nederland’ voortkwamen.

De invloed die subculturen aan de randen van het internet op het nieuwsecosysteem hebben, is voornamelijk met betrekking tot Engelstalige omgevingen en de Amerikaanse politiek onderzocht. Zodoende blijft het onduidelijk in welke mate de verspreiding van problematische content vanuit het ‘deep vernacular Web’ van invloed is op andere nieuwsecosystemen, zoals het Nederlandse. Dergelijke activiteit heeft reeds de aandacht van Nederlandse mediakanalen getrokken. Zo is ‘QAnon’ in grote kanalen zoals RTL Nieuws (2018) en Algemeen Dagblad (Van Huet, 2018) behandeld, terwijl De Correspondent de daarmee samenhangende complottheorie ‘Pizzagate’ redelijk uitgebreid heeft geanalyseerd (Tokmetzis, 2018). In de Volkskrant zijn Nederlandse gebruikers besproken die actief zijn op het extreemrechtse “politically incorrect” subforum van 4chan, /pol/, waar een toenemende aanwezigheid van antisemitische complottheorieën werd waargenomen (Kranenberg en Bahara, 2018). In bredere zin lijkt de conspiratieve retoriek die eigen is aan het deep vernacular Web nu normaal te worden binnen het algemene debat in de Nederlandse politiek en media. Zo verschijnt het concept “cultureel marxisme” in toenemende mate in de Nederlandse nieuwsmedia (Van den Bos, 2018). Dit betreft een theorie waarin wordt aangenomen dat er een marxistisch en/of joods netwerk is dat in Europese instellingen de touwtjes in handen heeft: een verhaal dat met name op 4chan/pol/ populair is. Nederlandse politici zijn vervolgens met deze radicale theorieën aan de haal gegaan. Zo is door de partij Forum voor Democratie getwitterd dat Mark Rutte een loopjongen is van het grootkapitaal, waaronder de filantroop George Soros.33 Daarbij steunde partijleider Thierry Baudet de meest conspiratieve aspecten van het debat over “cultuurmarxisme” en twitterde hij dat de Europese Unie “een cultuurmarxistisch project is dat tot doel heeft de vernietiging van de Europese beschaving”.34 De publieke omroep NOS publiceerde vervolgens een artikel waarin George Soros werd neergezet als een “invloedrijke bemoeial met tentakels ver in de

33 De originele tweet van Forum voor Democratie luidt: “@MinPres [i.e. Mark Rutte] draait er niet eens meer omheen: De belangen van NDO’s (lees: Soros) gaan boven het beleid van de democratisch gekozen regering van #Hongarije. Hoogste tijd dat deze loopjongen van het grootkapitaal nu van het toneel verdwijnt. Reken af met #Rutte op 20 maart! Stem #FVD” (@fvdemocratie, 14 sep. 2018). 34 @thierrybaudet, 19 aug. 2017. 131 wereldpolitiek”.35 Het artikel werd later na zware kritiek weer ingetrokken, waarbij erop werd gewezen dat de karakterisering in lijn lag met antisemitische retoriek (Peek, 2018). Terwijl directe verbanden tussen die mainstream aandacht en de retoriek op het ‘fringe’ internetplatform niet kunnen worden gelegd, kan ieder incident op zichzelf wel worden gerelateerd tot de voornoemde dynamiek van amplificatie, hier in een Nederlandse context.

De onwaarheden die op het deep vernacular Web worden verzonnen, zijn moeilijk te vatten in de concepten van ‘desinformatie’ of ‘nepnieuws’, omdat de ‘nepheid’ ervan veel breder is dan doelbewust gecoördineerde campagnes of duidelijk onware informatie. In plaats daarvan vinden ze gehoor bij wat Muirhead en Rosenblum (2019) een “new conspiracism” noemen, waarbij zonder bewijs of samenhangende onderbouwing radicale beschuldigingen worden gedaan en complexe verschijnselen worden ‘verklaard’ door “conspiracy without theory”. Van dergelijk “conspiratisme” wordt gezegd dat het gevaarlijk is, omdat daarbij de kennismakende instellingen die de grondslag vormen van een democratische maatschappij worden gedelegitimeerd (Muirhead en Rosenblum, 2019). Nederlands conspiratisme kan daarnaast worden gevoed door, of kan bestaan naast, een combinatie van buitenlandse inmengers, oprechte gelovigen en politiek sterk gekleurde actoren.

Om inzicht te krijgen in dit brede scala aan actoren en belangen die de opkomst van problematische informatie stimuleren, is het concept ‘junknieuws’ (of ‘pulpnieuws’) meer van toepassing. Bij junknieuws wordt de aandacht verlegd van duidelijke en gecoördineerde onwaarheden naar een breder begrip van nieuws, dat uitnodigt tot interactie en circulatie en dat op zijn beurt een stimulans vormt voor polariserende of “eenzijdige informatie die het publieke debat aantast” (Venturini, 2019). Junknieuws vormt daarbij een overkoepelende term voor complottheorieën, politiek sterk gekleurde laster, ‘ironische’ onwaarheden, clickbaitartikelen waarvoor weinig inspanning nodig is en opzettelijke desinformatie. Deze soorten junknieuws worden om talloze redenen verspreid, maar zoals eerder opgemerkt zouden “tightly-knit communities” (Zannettou, 2017) en “virality-oriented” subculturen die deze uiterst “deelbare” content maken en er interactie mee hebben een cruciale factor zijn in de doeltreffendheid ervan (Venturini, 2019).

Er is al veel gezegd over de manier waarop valse verhalen binnen omgevingen zoals Reddit en 4chan tot stand komen (Marwick en Lewis, 2017; Phillips, 2018; Tuters e.a., 2018; Benkler e.a., 2018). Een meer fundamentele vraag blijft doorgaans echter onaangeroerd: op welke soorten nieuwsbronnen baseren deze actoren zichzelf? Zannettou e.a. (2017) constateerden:“‘fringe’ communities often succeed in spreading alternative news to mainstream social networks and the greater Web” (1). Ze hebben daarbij gebruikgemaakt van een statistisch model (het Hawkes- proces), waaruit blijkt dat vrij marginale omgevingen zoals het pro-Trump subforum op Reddit r/The_Donald en het /pol/ board op 4chan vaak als eerste een URL naar alternatief nieuws posten, dat pas later op Twitter aandacht trekt. Daarnaast hebben ze onderzocht welke alternatieve bronnen op Reddit, 4chan en Twitter worden gedeeld. Daaruit blijkt dat alternatief

35 In het originele artikel gebruikte NOS de kop “George Soros: invloedrijke bemoeial met tentakels ver in de wereldpolitiek” en merkte daarbij op: “De jood Soros steunt organisaties die regeringen openlijk bekritiseren [...]. Dat moet stoppen, zeggen tegenstanders” (Peek, 2018). 132 nieuws vaker op 4chan/pol/ en bepaalde subreddits wordt gedeeld dan op Twitter en dat op alle drie de platforms het gebruik van breitbart.com, rt.com, infowars.com en sputniknews.com populair is.

Hoe zit het met junknieuws in een Nederlandse context? Is er een Nederlands alternatief ‘junknieuwsnetwerk’ binnen het deep vernacular Web of baseren deze platforms zich voornamelijk op mainstream bronnen? Als een dergelijk netwerk wordt gevonden, wat is dan de omvang van het Nederlandse junknieuws in deze omgevingen? Wanneer wordt gekeken naar de websites waarnaar wordt gelinkt, kunnen dan aanwijzingen voor gecoördineerde desinformatiecampagnes worden gevonden? Of zijn de soorten junknieuws die worden gedeeld voornamelijk politiek sterk gekleurd, clickbait of van een andere ‘junkcategorie’? Deze vragen zijn van belang wanneer ze worden toegepast op ‘fringe’ en ‘extreme’ omgevingen zoals 4chan/pol/, maar ze kunnen tevens bijdragen aan de positionering van meer algemeen gebruikte en toch nog altijd ‘alternatieve’ omgevingen, zoals de grootste Nederlandse subreddit: r/thenetherlands. Het onderzoek waarover hier verslag wordt gedaan, begint met de vraag waar Nederlands junknieuws op Reddit en 4chan/pol/ voorkomt (als het al voorkomt). Vervolgens wordt de vraag gesteld welke soorten junknieuws weerklank vinden. Tot slot wordt een korte paragraaf gewijd aan YouTube als mogelijk alternatief nieuwsnetwerk door de links naar het videoplatform van Google te volgen.

Afbakening van de Nederlandse omgevingen en Nederlands junknieuws in het deep vernacular Web

Casussen Reddit en 4chan Voor de Nederlandse ‘virality-oriented’ subculturen richten we ons op Reddit en 4chan/pol/. Hoewel Reddit minder bekend is dan Twitter, Facebook, Instagram en YouTube, is het een van de grootste discussiesites ter wereld. De metrische gegevens van Alexa laten op dit moment maar liefst 234 miljoen unieke bezoekers per maand zien. Het platform is in verschillende subreddits verdeeld, die zijn gewijd aan de bespreking van bepaalde onderwerpen, zoals r/tennis of r/politics. De posts op deze subreddits kunnen door gebruikers met een ‘upvote’ of ‘downvote’ worden beoordeeld. Hoe hoger de score van een post is (upvotes min downvotes), des te hoger de post in een ranglijst van content wordt geplaatst en des te zichtbaarder de post is. In het opmerkingenveld onder iedere post wordt door ‘redditors’ overlegd of gediscussieerd of worden simpelweg grapjes gemaakt. Het Nederlandse gebruikersbestand van Reddit lijkt te groeien (zoals hierna is getoond). De grootste Nederlandse subreddit, r/thenetherlands, had op het moment van schrijven 236.000 ‘subscribers’. De toenemende populariteit ervan maakt dat het in een Nederlandse context een steeds belangrijker onderwerp van onderzoek wordt. Dit wordt nog versterkt door het feit dat Reddit het doelwit is gebleken van meerdere Russische desinformatiecampagnes, waarin “op zijn minst honderd” IRA-accounts de Amerikaanse verkiezingen en campagnes in 2016 beïnvloedden, wat tot eind 2018 voortduurde (Collins en Russel 2018; Lagorio-Shafkin 2018). Aldus heeft dit onderzoek mede tot doel na te gaan of dergelijke campagnes ook binnen de Nederlandse omgevingen van Reddit aan het licht zijn gekomen.

133

Afbeelding 1. Homepage van Reddit (op 11 juni 2019 opgevraagd).

De tweede casus betreft 4chan, een berucht imageboard waar gebruikers anoniem binnen een van de subfora (‘boards’ genaamd) posts plaatsen die betrekking hebben op verschillende onderwerpen, zoals games of fitness. Posts op 4chan zijn kortstondig, wat inhoudt dat posts na een paar dagen of zelfs uren van de site worden verwijderd. Het is een visuele omgeving die aanzet tot het maken van virale content en junknieuws (Venturini, 2019). De creativiteit van de omgeving omvat meer dan alleen de ontwikkeling van alternatieve theorieën: 4chan is tevens berucht als de “geboorteplek van internetmemes” en als een broeinest van vage politieke bewegingen. Onder die laatste vallen “Anonymous”, het anonieme collectief van geeks en hackers die berucht zijn om hun trolactiviteiten en DDOS-aanvallen op de Church of Scientology en MasterCard (Coleman, 2014), en recenter de “alt-right”, ooit gekarakteriseerd als een “amalgam of conspiracy theorists, techno-libertarians, white nationalists, Men’s Rights advocates, trolls, anti-feminists, anti-immigration activists, and bored young people” (Marwick en Lewis 2017, 3), maar tegenwoordig bekend als voornamelijk wit-suprematistisch. Voor dit onderzoek hebben we ervoor gekozen om ons uitsluitend op het politieke board van 4chan, /pol/, te richten. Dit is het relevantste board met betrekking tot de onderzoeksvragen, omdat het momenteel een van de actiefste boards op de website is,36 en ook een vruchtbare bodem voor complottheorieën (Tuters e.a., 2018) en alternatieve nieuwsbronnen (Zannettou, 2017) vormt. 4chan/pol/ is een extreemrechtse omgeving waarvan is vastgesteld dat daar neo-Nazi’s worden gerekruteerd (Wendling, 2018) en die met verschillende gevallen van extreem geweld in verband is gebracht (Hankes en Amend, 2018). Dit radicale karakter is uiteraard van invloed op de soorten nieuws die op dit platform worden gedeeld. Voor het evenwicht zijn ook andere gebieden in het deep vernacular Web bekeken (bijv. 8chan/leftypol/), maar die zijn uiteindelijk voor wat betreft de Nederlandse activiteit te onbeduidend gebleken.

36 Op het moment van schrijven worden /pol/ en /v/ (videospelletjes) door de website 4stats.io, die de activiteit op ieder 4chan-board bijhoudt, als de actiefste boards genoemd, met bijna 50 posts per minuut en 120.000 posts per dag (waarbij de afgelopen 4 weken als uitgangspunt zijn genomen). Deze aantallen worden bevestigd door metrische gegevens uit onze eigen tools (Peeters en Hagen, 2018). 134

Afbeelding 2. De indexpagina van 4chan/pol/ (op 11 jun. 2019 opgevraagd).

Tools en tijdsbestek In tegenstelling tot mainstream platforms zoals Facebook en Twitter zijn de gegevens over Reddit en 4chan vrij goed toegankelijk. Voor het grootste deel van de gegevensverzameling hebben we 4CAT gebruikt (Peeters en Hagen, 2018), een door het Digital Methods Initiative ontwikkelde tool die sinds november 2013 gegevens vastlegt uit een verscheidenheid aan bronnen, waaronder 4chan/pol/, vastlegt. Voor Reddit maakt 4CAT gebruik van de Pushshift API, waarmee toegang wordt verkregen tot een archief van bijna alle posts en opmerkingen op Reddit (Baumgartner, 2018).

We hebben een tijdsbestek gekozen van 1 december 2015 tot 1 juni 2019, dat in totaal vier en een half jaar beslaat. Terwijl bij de meeste studies in dit document de aangegeven perioden op specifieke gebeurtenissen zijn gebaseerd, past dit langere tijdsbestek hier om verscheidene redenen beter. Ten eerste is, zoals we zullen zien, de activiteit met betrekking tot junknieuws op deze platforms redelijk marginaal gebleken ten opzichte van de meer mainstream sociale mediawebsites. Een groter tijdsbestek helpt dan om in deze betrekkelijk kleine datastroom toch patronen te kunnen zien. Ten tweede is het voor zover wij weten de eerste keer dat de aanwezigheid van twijfelachtig Nederlands nieuws op deze platforms wordt onderzocht. Het is dan ook zinvol om te beginnen met een breed perspectief op het studieobject en het onderzoek niet tot een specifiek geval te beperken. Daarnaast omvat dit tijdsbestek een verscheidenheid aan grote politieke gebeurtenissen in Nederland, waaronder de algemene verkiezingen in 2017 en recenter de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese Parlementsverkiezingen in 2019.

135

Analyses: van hooiberg naar speld en van speld naar hooiberg Omdat het onderzoek is gericht op de aanwezigheid van junknieuws waarnaar wordt gelinkt op Reddit en 4chan/pol/, zijn URL’s het voornaamste onderwerp van onderzoek. Om een overzicht te geven van de soorten nieuws waarnaar wordt gelinkt, hebben we besloten ons te richten op domeinnamen (bronnen) in plaats van op links naar afzonderlijke artikelen (verhalen). Om de domeinen in kaart te brengen en te categoriseren hebben we met elkaar samenhangende benaderingen gebruikt, die overdrachtelijk worden aangeduid als ‘van hooiberg naar speld en ‘van speld naar hooiberg’. De benadering ‘van hooiberg naar speld’ duidt op een ‘macro naar micro’-onderzoek waarin alle geposte domeinen in een categorie worden ingedeeld, zodat vervolgens de aanwezigheid van Nederlands junknieuws binnen deze grotere gegevensverzameling kan worden vastgesteld. Bij ‘van speld naar hooiberg’ gebeurt het omgekeerde: er wordt begonnen bij een deskundigenlijst van Nederlandse junknieuwsdomeinen37 en vervolgens wordt er onderzocht wat er het vaakst is gedeeld, waar deze bronnen voorkomen en (voor Reddit) welke soorten gebruikers deze domeinen posten. In de volgende twee paragrafen worden deze twee benaderingen uitgebreider besproken.

Van hooiberg naar speld De benadering ‘van hooiberg naar speld’ houdt in dat er vanuit een vogelperspectief van alle domeinnamen naar een specifieke categorisatie van domeinnamen wordt gewerkt. De categorisatie is op basis van (1) nieuws van niet-nieuws, (2) Nederlands nieuws van niet- Nederlands nieuws en (3) soorten junknieuws (mainstream/junk en soorten junk) te onderscheiden. Daarvoor moest voor Reddit en 4chan/pol/ eerst een Nederlandse omgeving worden afgebakend waaruit een eerste lijst met domeinen kon worden geselecteerd. Voor Reddit is de volledige dataset van ‘opening posts’ gefilterd op een lijst met Nederlandse subreddits (dus zonder comments, want URL’s komen daar minder vaak voor en zijn daar minder goed zichtbaar). De desbetreffende subreddits zijn samengesteld uit een set ‘gerelateerde communities’ die door beheerders van r/thenetherlands38 zijn gepost en zijn aangevuld door een zoekopdracht naar Nederlandse onderwerpen op Reddit. Zo is een definitieve verzameling van 182 subreddits ontstaan (zie bijlage I). Op 4chan/pol/ is bij alle posts een vlaggetje weergegeven dat de locatie van het IP-adres van de poster aangeeft. Om op /pol/ een Nederlandse omgeving af te bakenen, zijn alle posts met de Nederlandse vlag geselecteerd. Het is van belang op te merken dat hiermee slechts een deel van de Nederlandse posters wordt verkregen, omdat gebruikers er ook voor kunnen kiezen een standaardvlag (zoals ‘Hippie’) te laten zien in plaats van een vlag die op geolocatie is gebaseerd, of ze kunnen hun IP-adres spoofen. Al met al bestaat de verzamelde dataset uit meer dan 2 miljoen posts met de Nederlandse vlag. Die steekproef is groot genoeg om de aanwezigheid van Nederlands junknieuws aan de hand van de benadering ‘van hooiberg naar speld’ te meten.

Nadat de Nederlandse omgeving op Reddit en 4chan/pol/ was afgebakend, werden de domeinen van de geposte URL’s aan alle posts onttrokken. Voor Reddit resulteerde dit in 3489

37 De deskundigenlijst bestaat uit een oorspronkelijke lijst van de Hoax-Wijzer, die zodanig is geredigeerd dat inactieve bronnen zijn verwijderd en door een kwalitatieve analyse door onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam aanvullende sites zijn toegevoegd. 38 Zie: https://www.reddit.com/r/theNetherlands/wiki/related. Op 25 maart 2019 geraadpleegd. 136 unieke domeinen. Om een steekproef uit deze grote dataset kwalitatief te kunnen analyseren, werden de domeinen behouden die vijf keer of meer waren gepost. Zo ontstond een lijst met 372 domeinen. Op gelijke wijze werden de domeinnamen uit de Nederlandse posts op 4chan/pol/ met behulp van 4CAT onttrokken, wat 8048 domeinen opleverde.39 Om een steekproef te krijgen die voor vergelijkingsdoeleinden geschikt was, behielden we de domeinen die twintig keer of meer waren gepost. Dat leverde 352 unieke domeinen op.

De twee lijsten zijn vervolgens in categorieën onderverdeeld op basis van de vraag (1) of de domeinen nieuwswebsites waren, (2) of ze Nederlandstalige nieuwswebsites of Nederlandse aangelegenheden betroffen en (3) in welke categorie nieuwswebsites ze zouden vallen. ‘Nieuwswebsites’ verwijst hier naar een vrij brede selectie van websites die zijn gericht op de productie van nieuws en opiniërende columns, die ook actueel nieuws bevatten. Daaronder vallen blogs over actuele onderwerpen, nieuws over specifieke interesses en websites van nieuwsprogramma’s die op televisie worden uitgezonden. Daarna zijn de nieuwsbronnen in de volgende categorieën onderverdeeld:

● Mainstream: berichtgeving door ‘gevestigde’ algemene nieuwsorganen met een hoofdzakelijk neutrale toon. ● Mainstream overig: alle andere mainstream nieuwswebsites betreffende specifieke interesses, zoals zakelijk nieuws of sportnieuws. ● Desinformatie: bronnen die doelbewust valse informatie publiceren, vaak met de bedoeling om schade toe te brengen, en die deel uitmaken van een netwerk of campagne. ● Politiek sterk gekleurd: extreem gekleurde en “openly ideological” (‘openlijk ideologische’) berichtgeving en opiniërende artikelen vanuit een uiteinde van het politieke spectrum (Herrman, 2016). ● Clickbait: bronnen die voornamelijk bestaan uit artikelen met schokkende koppen en roddel, veelal in de vorm van sensatieverhalen en listicles, met een financiële prikkel om advertentie-inkomsten te genereren. ● Complottheorie: bronnen die voornamelijk gewijd zijn aan het propageren van uiteenlopende verklaringen voor gebeurtenissen, waaraan geheime samenzweringen en intriges met meerdere actoren ten grondslag liggen.

Twee onderzoekers hebben de domeinen in de categorieën onderverdeeld en hebben voor een grotere betrouwbaarheid de twijfelgevallen met andere onderzoekers in dit document besproken en externe bronnen zoals mediabiasfactcheck.com gebruikt. Deze discussies zijn met name gevoerd voor websites die in meerdere categorieën vallen of die tussen politiek sterk gekleurd en mainstream in vallen, zoals de tendentieuze websites (Peeters en Rogers, dit document). Een voorbehoud bij deze methode is dat het categoriseren van websites op bronniveau en niet op verhaalniveau ertoe leidt dat verhalen bijvoorbeeld als ‘politiek sterk gekleurd’ worden aangemerkt, terwijl de categorisering per verhaal kan verschillen. Websites als The Post Online bijvoorbeeld bevatten berichten van persbureaus, maar ook tendentieuze en politiek sterk

39 Dit is een groter aantal dan voor Reddit, omdat voor 4chan niet alleen de eerste posts in een thread werden behouden, maar ook de opmerkingen. Dit past namelijk bij de infrastructuur van 4chan van meer ‘horizontale’ gesprekken. 137 gekleurde berichten. Desondanks konden door de rigoureuze categorisering van de domeinen wel voorlopige overzichten worden gemaakt. Voor het algemene perspectief van dit onderzoek was dit dan ook gepast. Om deze verschillende categoriseringen (nieuws of niet-nieuws, Nederlands of niet-Nederlands, soorten nieuws) in beeld te brengen, zijn ze met behulp van de software RAWGraphs visueel in treemapdiagrammen weergegeven (Mauri e.a., 2017).

Van speld naar hooiberg Daarna is de benadering ‘van speld naar hooiberg’ ingezet om de prominente aanwezigheid van Nederlands junknieuws op Reddit en 4chan/pol/ als geheel te analyseren, deze keer door te beginnen met een lijst URL’s die al als twijfelachtig waren aangemerkt. Deze lijst is opgesteld door een geredigeerde lijst van de Hoax-Wijzer (“Valse Nieuwssites”, z.d.) te combineren met websites die onderzoekers in dit document aan de hand van een engagement-analyse hebben gevonden (zie bijlage II hierna). De lijst betreft Nederlandse domeinen die erom bekendstaan nieuws van twijfelachtige aard te publiceren met een sterk partijgebonden toon, maar daarnaast soms ook met conspiratieve trekken. De lijst is gecategoriseerd door de onderzoekers die hem hebben samengesteld en bevat de categorieën politiek sterk gekleurd, clickbait, complottheorie en desinformatie.40 We hebben alle posts die deze domeinen bevatten met 4CAT verzameld. Dat leverde voor Reddit 1714 posts op en voor 4chan/pol/ 443 posts.

Vervolgens hebben we gekeken hoe vaak junknieuws in de loop van de tijd voorkomt en de resultaten in histogrammen weergegeven. Om deze junkposts met Reddit als geheel te kunnen vergelijken, is Google BigQuery gebruikt. Het totale aantal posts binnen subreddits waarin ten minste één Nederlands junkdomein voorkomt, is gebruikt om de relatieve aanwezigheid van junknieuws te berekenen. Daarnaast is de ‘grootte’ van de Nederlandse omgeving op Reddit en Reddit als geheel vastgesteld door het totale aantal posts op Nederlandse subreddits en op Reddit als geheel op te vragen. De data zijn met RAWGraphs als circle-pack diagrammen weergegeven. Voor 4chan/pol/ hebben we 4CAT gebruikt om alle posts (zowel de ‘opening posts’ als de opmerkingen) op te vragen waarin in het volledige tijdsbestek één van de domeinnamen uit de deskundigenlijst werd genoemd. Om tijdelijke trends te kunnen waarnemen, is het aantal posts met een Nederlands junkdomein per maand in een histogram weergegeven.

Karakterisering van de verspreiding van junknieuws op Reddit Ten slotte zijn, om te kunnen vaststellen welke soorten actoren Nederlands junknieuws propageren en hoe doeltreffend hun activiteiten zijn, verschillende metrische gegevens berekend voor (verder geanonimiseerde) posters van junknieuws op Reddit. Een soortgelijke analyse was voor 4chan/pol/ onmogelijk vanwege de anonimiteit van het imageboard en het gebrek aan ‘herbruikbare’ objecten die licht zouden kunnen werpen op de posters. Bij de benadering ‘van naald naar hooiberg’ zijn 4CAT en de Pushshift API gebruikt om alle posts op te vragen van Reddit-accounts die ten minste tweemaal een bron uit de deskundigenlijst hebben gepost. De

40 Daarbij bestaat ook de categorie tendentieus-politiek sterk gekleurd, waaronder bronnen vallen als The Post Online. Deze bronnen publiceren berichten van persbureaus, maar ook politiek sterk gekleurde columns en andere bijdragen die kunnen worden beschreven als “scherp”, tegen de gevestigde orde en tegen politieke correctheid (Tuters, dit document). 138 daaruit voortgekomen gebruikers worden in het kader van dit onderzoek als ‘verspreiders van junknieuws’ beschouwd. Voor het totale corpus en voor afzonderlijke gebruikers zijn de volgende metrische gegevens berekend:

● de subreddits waarin het meest is gepost; ● de gemiddelde score van alle posts; ● de gemiddelde score van de posts waarin naar een Nederlands junknieuwsdomein wordt verwezen; ● de domeinen waar het meest naar wordt gelinkt; ● het totale aantal posts met een link naar een Nederlands junkdomein; ● het percentage posts met een link naar een Nederlands junkdomein; ● het totale aantal posts per gebruiker.

De pseudoniemen van de Reddit-gebruikers zijn verder geanonimiseerd, omdat hun gedrag hier van belang zijn en niet hun identiteit. De eerste vier metrische gegevens in de bovenstaande lijst zijn voor het hele corpus in histogrammen en cirkeldiagrammen grafisch weergegeven. Ook zijn alle metrische gegevens van de tien actiefste posters van Nederlands junknieuws (d.w.z. degenen die het vaakst een link naar een domein uit de deskundigenlijst hebben gepost) visueel in een matrix weergegeven.

Volgen en categoriseren van links naar YouTube YouTube is naar voren gekomen als een van de populairste websites waar op het ‘Nederlandse Reddit’ en het ‘Nederlandse 4chan/pol/’ naar wordt gelinkt. Omdat het videoplatform vaak wordt beschreven als een platform dat alternatieve nieuwsconsumptie aanbiedt, hebben we ook de links naar YouTube-video’s gevolgd in alle posts op Nederlandse subreddits en posts op 4chan/pol/ met een Nederlandse vlag. Nadat we deze links hadden verzameld, hebben we de module ‘YouTube metadata’ van 4CAT gebruikt (dat weer gebruikmaakt van de API van YouTube) om metadata op te vragen over de video’s waarnaar wordt gelinkt, zoals de titel van de video, het aantal keer dat de video is bekeken en het onderwerp. Vervolgens hebben we aan de hand van een standaard Python-script op image walls de thumbnails in kaart gebracht van de 100841 video’s waar het meest naar was gelinkt. Om visueel weer te geven welk soort video’s dit betreft, hebben we de ‘videocategorieën’ van YouTube (zoals die zijn geselecteerd door degenen die de video hebben geplaatst) boven aan de image wall weergegeven. Ten slotte hebben we een rangschikking gemaakt van de YouTube-kanalen waar het meest naar werd gelinkt, die we hebben ontleend aan de volledige lijst met video’s waar op 4chan en Reddit naar is gelinkt, zodat we inzicht konden krijgen in het soort videocontent dat wordt gepost.

Omvang van Nederlands junknieuws In deze paragraaf wordt de omvang van het Nederlandse junknieuws op beide onderzochte platforms bestudeerd. We doen dit door het aantal posts weer te geven die een link bevatten naar

41 We hebben genoegen genomen met het vreemde aantal van 1008, omdat we een grote steekproef wilden en we met dit aantal in de image wall de gebruikelijke beeldverhouding van 18:9 konden aanhouden. 139 een van de URL’s in de deskundigenlijst (d.w.z. de benadering ‘van naald naar hooiberg’). Deze worden dan vergeleken met het totale aantal (Nederlandse) posts op Reddit en 4chan/pol/.

Omvang van junknieuws op Reddit Allereerst wordt, om het corpus vast te leggen, in afbeelding 3 het totale aantal posts weergegeven dat op een van de Nederlandse subreddits is geplaatst (bijlage I). Evenals de activiteit op Reddit in het algemeen neemt ook de Nederlandse activiteit toe: in december 2015 waren er net iets meer dan 2000 posts en opmerkingen per maand, terwijl dit aantal in januari 2019 al tot 14.000 was gestegen en nog altijd lijkt toe te nemen.

Afbeelding 3. Totaal aantal posts en comments op een van de Nederlandse subreddits (bijlage I). Databron: 4CAT en Pushshift; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; lijngrafiek.

Betekent deze toename in activiteit tevens een stijging van het Nederlandse junknieuws waar op Nederlandse subreddits naar wordt gelinkt? Zoals uit afbeelding 4 blijkt, bedroeg het aantal posts met een link naar een van de domeinen uit de deskundigenlijst in 2016 slechts maximaal achttien. Daarna zijn er twee pieken te zien. De eerste loopt van april tot juli 2017 en heeft te maken met het feit dat enkele delen van Reddit vrij gevoelig zijn voor spam, omdat één gebruiker frequent op een Engelse subreddit een Nederlands junknieuwsdomein (ninefornews.nl) heeft gepost. De tweede piek is echter gevarieerder en laat een scala aan websites zien, zoals boinnk.nl, worldunity.me en ninefornews.nl. Bij nadere beschouwing zijn deze wederom door één account, mrthirdeye, gepost. Dit komt het dichtst bij een ‘nepnieuwstrol’, hoewel de posts van dat account (bijna) geen engagement genoten (zoals in paragraaf 4 uitgebreider wordt besproken). De daaropvolgende dip in november kan worden toegeschreven aan een wijziging van het

140 contentbeleid in 2017. Mogelijk heeft dat geleid tot de verwijdering van dit kwaadaardige account (Alexander, 2017). In de daaropvolgende maanden werd iets meer junknieuws gedeeld dan in 2016, maar de omvang daarvan bleef vrij constant op circa vijftig gevallen per maand. Een stijging in het aantal posts waarin naar een tendentieuze-politiek sterk gekleurde website, The Post Online, wordt gelinkt is in 2019 te zien, hoewel er gedurende de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese verkiezingen in 2019 geen piek van belang kan worden waargenomen. Wanneer we deze aantallen in perspectief plaatsen, lijken ze niet extreem zorgwekkend te zijn. Dit is met name omdat de meeste posts een link naar politiek sterk gekleurde bronnen bevatten en niet naar pure desinformatie (zie paragraaf 3) en daarnaast omdat ze niet veel engagement genieten (zie paragraaf 4).

Afbeelding 4. Frequentie van posts met een link naar een Nederlands junknieuwsdomein op Reddit. Databron: Google BigQuery; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; stream graph.

Om de omvang van het Nederlandse junknieuws op Reddit verder in perspectief te plaatsen, bevatten de afbeeldingen 5 tot 8 circle-pack diagrammen waaruit de omvang blijkt ten opzichte van Reddit als geheel, zoals gemeten voor wat betreft de postactiviteit (exclusief comments). In afbeelding 5 is de omvang van alle subreddits weergegeven waarin ten minste eenmaal een link naar een Nederlandse junknieuwsbron is gedeeld. Vanwege de prominente aanwezigheid van Engelstalige subreddits op de site is het aantal Nederlandse subreddits uiterst gering vergeleken met de niet-Nederlandse subreddits (afbeelding 5). Er zijn enkele gevallen waarin Nederlands junknieuws op zeer grote subreddits zoals r/viral, r/news en r/worldnews werd gedeeld, alsmede op de beruchte pro-Trump subreddit The_Donald. Het valt op dat het aandeel junknieuws echter ook op de Nederlandse subreddits zeer laag is. Zoals kort zal worden besproken, bevat een subreddit

141 slechts incidenteel meer dan 5% posts die een link naar Nederlands junknieuws bevatten. Voor het merendeel van de subreddits is dit percentage minder dan 1%.

Afbeelding 5. Nederlandse tegenover niet-Nederlandse subreddits waarin Nederlands junknieuws voorkomt. De omvang van de cirkel vertegenwoordigt het totale aantal posts in die subreddit binnen het tijdsbestek en kleur vertegenwoordigt het relatieve aantal posts met junknieuws. Databron: Google BigQuery. Tijdsbestek: 1 dec. 2015 tot 31 jan. 2019. Visualisatie: circle-pack diagram.

Wanneer we ons op de Nederlandse subreddits richten (afbeelding 6), zien we een duidelijkere variatie in de omvang van het junknieuws. Er zijn nog steeds weinig subreddits waar deze bronnen voorkomen. De hoogste percentages zien we bij r/Forum_Democratie (5,37% van alle posts), r/meerderheidnederland (5,67%), r/de_thierry (4,93%), r/Duindorp (13%), r/The_Wilders (1,97%) en r/FreeDutch (3,04%). De meeste van deze subreddits hebben betrekking op rechtse politieke partijen, ideologieën of politici, zoals Geert Wilders of Thierry Baudet. Deze subreddits komen voornamelijk voor omdat frequent links naar politiek sterk gekleurde websites zoals De Dagelijkse Standaard worden gepost.

In vergelijking met de algemene Nederlandse omgeving op Reddit (afbeelding 6) is bij een vrij groot deel van de Nederlandse subreddits junknieuws uit de deskundigenlijst ten minste in enige mate aanwezig. Toch bevatten de grootste en meest mainstream Nederlandse subreddits (r/thenetherlands, r/cirkeltrek, r/Amsterdam) een verwaarloosbare hoeveelheid junknieuws. Nederlands junknieuws is vooral zichtbaar binnen reeds gepolariseerde of partijgebonden omgevingen, zoals de hiervoor genoemde rechtse subreddits. ‘Neutrale’ subreddits zoals

142 r/thenetherlands lijken er redelijk immuun voor te zijn, waarschijnlijk vanwege een ander gebruikersbestand en andere contentmoderatie.

Ten slotte wordt in de afbeeldingen 7 en 8 een uitgezoomde visuele weergave gegeven van de relatieve hoeveelheid Nederlands junknieuws in alle posts op Reddit. Hoewel in een aantal zowel Nederlandse als niet-Nederlandse subreddits wel enig Nederlands junknieuws voorkomt, valt dit in het niet bij het totale aantal posts op andere subreddits in de onderzochte periode. Bovendien geldt dat hoewel er op een aantal grote internationale subreddits (waardoor de omgeving weer groot lijkt) wel wat Nederlands junknieuws voorkomt, het relatieve aantal gevallen van Nederlands junknieuws in die subreddits bijna nul is. De conclusie ten aanzien van frequentie is dan ook dat links naar twijfelachtige Nederlandstalige nieuwsbronnen op Reddit buiten enkele partijgebonden subreddits slechts een kleine rol spelen.

Afbeelding 6. Nederlandse subreddits waar Nederlands junknieuws voorkomt, vergeleken met de omvang van alle Nederlandse subreddits. De omvang van de cirkel vertegenwoordigt het totale aantal posts in die subreddit en kleur vertegenwoordigt het relatieve aantal posts met junknieuws. Databron: Google BigQuery. Tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 31 jan. 2019. Visualisatie: circle-pack diagram.

143

Afbeelding 7 en 8. Alle Nederlandse en niet-Nederlandse subreddits waar Nederlands junknieuws voorkomt, vergeleken met de omvang van Reddit als geheel. De omvang van de cirkel vertegenwoordigt het totale aantal posts in die subreddit en kleur vertegenwoordigt het relatieve aantal posts met junknieuws. Databron: Google BigQuery. Tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 31 jan. 2019. Visualisatie: circle-pack diagram.

Omvang van junknieuws op 4chan/pol/ De infrastructuur van 4chan leent zich minder goed voor een vergelijkende benadering dan Reddit, maar enkele metrische gegevens kunnen wel licht werpen op de relatieve omvang van Nederlands junknieuws op /pol/. Allereerst kunnen we zien dat, om de omvang van de

144

Nederlandse omgeving aan te geven, de hoeveelheid posts met de Nederlandse vlag sinds eind 2015 redelijk stabiel is (afbeelding 9). Iedere maand worden zo’n 40.000 posts met de Nederlandse vlag gepubliceerd. Vanwege de Nederlandse algemene verkiezingen nam het aantal posts in maart 2017 toe. Hoewel deze aantallen lager zijn dan wat we zien voor Nederlandse gebruikers op mainstream platforms zoals Facebook, zijn ze redelijk vergelijkbaar met Reddit en vormen ze toch een niet te verwaarlozen hoeveelheid. Dit laatste is een vrij belangrijk inzicht, gezien de extreme politieke ideeën die op /pol/ aanwezig zijn. Het is echter onmogelijk te zeggen hoeveel individuen er precies achter deze posts zitten.

Afbeelding 9. Lijngrafiek met posts met Nederlandse vlag op 4chan/pol/. Databron: 4CAT; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; lijngrafiek.

Ondanks de frequente Nederlandse posts op /pol/ is de hoeveelheid posts die een link naar Nederlands junknieuws bevatten vrij laag (afbeelding 10). Links naar Nederlandse junknieuwsdomeinen komen slechts zo’n tien keer per maand voor. Eén belangrijke piek doet zich in maart 2017 voor. Deze piek wordt voornamelijk veroorzaakt door links naar The Post Online en De Dagelijkse Standaard, wederom met betrekking tot de algemene verkiezingen op 15 maart. Interessant genoeg is een soortgelijke piek in verband met de verkiezingen niet bij Reddit te zien. Daarna daalt echter het aantal posts die een link naar Nederlands junknieuws bevatten en blijft dat aantal zowel tijdens de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 als tijdens de Europese verkiezingen in 2019 laag. Gezien het totale aantal posts van Nederlandse gebruikers van /pol/ (gemiddeld circa 40.000 posts per maand) kan de hoeveelheid verwijzingen naar URL’s met junknieuws als verwaarloosbaar worden beschouwd. Dit moet echter niet worden gelijkgesteld met de afwezigheid van problematische nieuwscontent, zoals hierna wordt besproken.

145

Categorieën Nederlands junknieuws Hoe groot is de rol die online nieuwsmedia binnen 4chan/pol/ en Reddit spelen? Naar welke soorten domeinen wordt gelinkt wanneer op deze fora geposte nieuwsdomeinen in categorieën worden onderverdeeld? Welke soorten junknieuws kunnen we onderscheiden? In deze paragraaf wordt de benadering ‘van hooiberg naar speld’ gebruikt om door een aantal treemapdiagrammen heen te lopen. Elk van deze diagrammen laat een andere categorisatie zien van de domeinen waar het meest naar wordt gelinkt. Eerst wordt het percentage nieuwswebsites vergeleken met niet- nieuwsdomeinen. Daarna worden de nieuwswebsites op Nederlands en niet-Nederlands gesorteerd. Ten slotte worden de categorieën van deze nieuwsbronnen (mainstream, politiek sterk gekleurd, desinformatie, etc.) geschetst en besproken.

Afbeelding 10. Frequentie van posts met een link naar een Nederlands junknieuwsdomein op 4chan/pol/. databron: 4CAT; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; stroomdiagram.

Uit afbeelding 11 en 12 blijkt allereerst welke domeinen uit de steekproef met de meest geposte domeinen in de categorie ‘nieuws’ vallen. Voor Reddit (afbeelding 11) verwijst 21,6% van alle posts op Nederlandse subreddits naar ‘nieuwswebsites’. Het is opmerkelijk dat tweedekamer.nl 15.694 keer voorkomt. Dat wordt veroorzaakt door de bot u/kamerstukken-bot, die op de subreddit r/kamerstukken parlementaire teksten post. Wanneer deze bot wordt verwijderd, stijgt het percentage nieuws naar 50%: dat is toch wel een aanzienlijke hoeveelheid. Andere niet- nieuwswebsites zijn onder meer reddit.com zelf, dat vaak wordt gebruikt om afbeeldingen en tekst te hosten, en youtube.com en youtu.be, die samen 951 keer voorkomen.

146

Afbeelding 11. Links naar nieuwsbronnen (rood) en niet-nieuwsbronnen (blauw) in posts op Nederlandse subreddits. Databron: 4CAT en Pushshift; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; treemapdiagram.

Bij 4chan/pol/ komt een totaal ander beeld over nieuws/niet-nieuws naar voren. Met 16,6% is het percentage links naar nieuwswebsites lager dan de 50% van Reddit. Na twitter.com en en.wikipedia.org verwijst een gigantisch percentage van 50% van de URL’s naar YouTube. Vanwege deze grote aanwezigheid van de videodienst van Google wordt deze in paragraaf 5 nader onderzocht als een alternatieve nieuwsomgeving.

In afbeelding 13 en 14 zijn de nieuwsdomeinen op Reddit respectievelijk 4chan/pol/ naar herkomst (Nederlands of niet-Nederlands) weergegeven. Op Reddit zijn de op Nederlandse subreddits gedeelde domeinen vrijwel uitsluitend uit Nederland afkomstig. Dat is waarschijnlijk het gevolg van de contentmoderatie in deze omgevingen, waarbij vereist is dat de posts specifiek over Nederland moeten gaan (bijv. op r/thenetherlands). De nieuwsbronnen op 4chan/pol/ (afbeelding 4) daarentegen zijn hoofdzakelijk Engelstalige bronnen, zoals The Daily Mail, The Guardian, BBC en Reuters. Dit is niet echt verrassend, gezien het feit dat 4chan/pol/ (in tegenstelling tot de Nederlandse subreddits) een Engelstalige omgeving is. Toch is het noemenswaardig dat de Nederlandse gebruikers op 4chan/pol/ zich met name met Engelse bronnen bezighouden en zodoende voor wat betreft de verspreiding van nieuws meer internationaal georiënteerd zijn dan de gebruikers van Nederlandse subreddits. Dit suggereert

147 tevens dat buitenlandse nieuwsbronnen veel invloed zouden kunnen hebben op hun nieuwsconsumptie. Zoals hieronder wordt weergegeven, wordt Engels junknieuws inderdaad door deze Nederlandse ‘anons’ gepost.

Afbeelding 12. Links naar nieuwsbronnen (rood) en niet-nieuwsbronnen (blauw) in Nederlandse posts op 4chan/pol. Databron: 4CAT; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; treemapdiagram.

Afbeelding 13. Links naar Nederlands (oranje) en niet-Nederlands (blauw) nieuws op Nederlandse subreddits. Databron: 4CAT en Pushshift; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; treemapdiagram

148

Afbeelding 14. Links naar Nederlands (oranje) en niet-Nederlands (blauw) nieuws op Nederlandse subreddits. Databron: 4CAT; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; treemapdiagram.

Vervolgens kijken we naar de soorten nieuwsbronnen en, indien ze tot de ‘junk’ categorie behoren, kijken we in welke categorie ‘junk’ ze vallen. In afbeelding 15 en 16 wordt de categorisatie van de gedeelde nieuwsdomeinen weergegeven als mainstream, overig (mainstream), complottheorie, desinformatie, politiek sterk gekleurd en clickbait, zoals gedefinieerd in paragraaf 1.3.1. Zoals uit de visuele weergaven blijkt, bestaat het grootste deel van de geposte URL’s op beide platforms uit mainstream bronnen of bronnen over specifieke interesses (mainstream overig): 99,6% voor Reddit en 81% voor 4chan/pol/. Ondanks het feit dat pseudonieme omgevingen zoals Reddit veelal als ‘alternatief’ worden gekarakteriseerd, gaan deze resultaten dus enigszins tegen de verwachtingen in. De mainstream bronnen maken namelijk het grootste deel uit van de gedeelde links. Op beide sites is NOS.nl de nieuwsbron waar het meest naar wordt gelinkt. Dat geeft aan dat de gevestigde bron uiterst relevant is. Voor Reddit in het bijzonder is de afwezigheid van problematische content in de Nederlandse omgevingen opmerkelijk, omdat in deze meest geposte domeinen vrijwel geen websites uit de deskundigenlijst zijn gevonden, met uitzondering van enkele gevallen waarin een link naar dagelijksestandaard.nl of tpo.nl is opgenomen. Het platform en de Nederlandse gebruikers laten juist zien dat ze tegen ‘pulpnieuws’ gewapend zijn.

149

Afbeelding 15. Categorieën nieuwsdomeinen in posts op Nederlandse subreddits. databron: 4CAT en Pushshift; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; treemapdiagram.

150

Afbeelding 16. Gecategoriseerde soorten nieuws uit nieuwsbronnen die op 4chan/pol/ zijn gepost. Databron: 4CAT; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; treemapdiagram.

De posts op 4chan/pol/ met de Nederlandse vlag blijken van een meer problematische, politiek sterk gekleurde aard te zijn. Hier is 21% van de meest geposte nieuwsdomeinen ‘junk’, grotendeels bestaand uit politiek sterk gekleurde bronnen. Enkele van deze bronnen worden door een buitenlandse staat beïnvloed en/of zijn politiek sterk gekleurd, zoals RT en Breitbart, en andere zijn zonder meer extremistisch, zoals de neonazi-website The Daily Stormer. Zoals hiervoor al terloops is vermeld, lijkt Nederlands junknieuws hier minder een rol te spelen. Er is in enkele sporadische gevallen in de Nederlandse posts extreemrechtse desinformatie gevonden (in oranje weergegeven), waarvan de herkomst zonder uitzondering buiten Nederland ligt. Dit zijn onder meer links naar Sputnik, de grote Russische nieuwswebsite die erom bekendstaat desinformatie te verspreiden (MacFarquhar, 2016; EUvsDisinfo, 2017), en twee extreemrechtse websites die een grote hoeveelheid islamofobe verhalen posten: Speisa.com en The Gatestone Institute. In posts waarin een link naar Russische bronnen is opgenomen, zoals naar RT en Sputnik, verwijzen de meest geposte URL’s doorgaans naar laster over vluchtelingen, met name in Zweden (zie bijlage IV). Gezien de anonimiteit die eigen is aan 4chan is het onmogelijk vast te stellen wie deze links heeft gepost, maar ze zouden op buitenlandse inmenging kunnen duiden.

151

Kenmerken van de verspreiding van Nederlands junknieuws op Reddit Wat zijn de kenmerken van online actoren die Nederlands junknieuws delen? En zijn hun daden doeltreffend? Hoewel het gezien de anonimiteit vrijwel onmogelijk is om deze vragen voor 4chan te beantwoorden, biedt Reddit wel “natively digital” (Rogers, 2013) middelen om de kenmerken en doeltreffendheid van de verspreiders van junknieuws te onderzoeken. In deze paragraaf wordt dan ook een scala aan metrische gegevens en lijsten met betrekking tot Nederlands junknieuws op Reddit besproken.

Afbeelding 17. Gemiddelde scores voor Reddit-posts van verspreiders van Nederlands junknieuws (gebruikers die ten minste tweemaal een link naar een Nederlands junknieuwsdomein hebben gepost). Databron: 4CAT en Pushshift; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; staafdiagram.

Binnen het tijdsbestek zijn 298 Reddit-accounts gevonden die een link hebben gepost naar een domein uit de deskundigenlijst met Nederlandse junknieuwsdomeinen. Daarvan hebben 193 accounts slechts eenmaal een URL naar Nederlands junknieuws gepost. Slechts zestien accounts hebben dit tien keer of vaker gedaan. Dat houdt in dat er veel accounts zijn die slechts incidenteel junknieuws posten. Wanneer naar deze junknieuwsbronnen wordt gelinkt, ontvangen ze bovendien gemiddeld een lagere score dan andere posts van deze verspreiders (afbeelding 17). Om te herhalen: de scores op Reddit komen tot stand doordat gebruikers een post met een ‘upvote’ of ‘downvote’ waarderen. Een hoge score betekent dat de post naar een hogere positie op een subreddit stijgt en daardoor beter zichtbaar is. Zoals uit afbeelding 17 blijkt, presteren de posts van deze verspreiders met een link naar niet-junknieuws beter dan de posts waarin een link is opgenomen naar een van de sites in de deskundigenlijsten. De gemiddelde score van de verspreiders is 9,8 en het gemiddelde van hun posts waarin een link naar een Nederlandse junkbron is opgenomen is 5,6. Dit wordt voornamelijk door geautomatiseerde ‘spamposts’ veroorzaakt. De mediaan voor elk van deze posts is 1 en in totaal hebben 1,24 van de 1,72 junknieuwsposts een score van 1 of lager (72%). Dat houdt in dat de Nederlandse junknieuwsposts gemiddeld weinig zichtbaar zijn en weinig goedkeuring ontvangen.

152

Deze lage gemiddelde scores betekenen echter niet dat junknieuwsverhalen nooit succesvol zijn. 33 van de 1761 posts ontvangen een score van 50 of meer. De infrastructuur van Reddit stimuleert een sneeuwbaleffect waarin al populaire posts steeds populairder worden, en enkele van deze posts hadden zelfs een score boven de 1000. Wanneer we op URL-niveau kijken in plaats van op domeinniveau, blijkt dat de meeste van deze verhalen politiek sterk gekleurd van toon zijn. In tabel 1 is de top drie weergegeven van de posts met de hoogste scores op Reddit die een link bevatten naar een domein uit de deskundigenlijst (zie bijlage V voor de top 25). Deze drie kennen zonder uitzondering een ‘junk-achtige’ en islamofobe toon. De eerste betreft een bericht van De Dagelijkse Standaard over verkrachting en vluchtelingen. De tweede en derde bevatten allebei een link naar hetzelfde verhaal van Fenixx waarin een man die op het Centraal Station van Amsterdam met een auto op een groep mensen inreed als een Marokkaanse terrorist werd afgeschilderd, terwijl officieel was verklaard dat hij onwel was geworden en verward was. Het is opvallend dat deze verhalen op Engelstalige subreddits worden gepost, met name de pro- Trump subreddit r/The_Donald en de nu verwijderde r/CringeAnarchy, waaruit blijkt hoe junknieuws zich vanuit Nederland naar buitenlandse omgevingen verspreidt.

datum en onderwerp URL subreddit tijd score Amsterdam Square driver (terrorist) before declared a dagelijksestandaard.nl/201 confused and sick Dutch 7/08/onthulling- national is now revealed to werkelijke-naam-van-de- be KHALID K. from amserdamse- Casablanca. The media stationsrammer-blijkt-dus- 22-08-2017 cover up doesn’t stop! khalid-karmaoui/ The_Donald 13:31 1811 fenixx.org/2017/05/14/ja Japan ONLY Admits 27 pan-only-admits-27- Muslim “Refugees”, Two muslim-refugees-two- Already Arrested For Gang already-arrested-for-gang- 15-05-2017 Rape. rape/ The_Donald 06:02 1211 fenixx.org/2017/05/14/ja Japan ONLY Admits 27 pan-only-admits-27- Muslim “Refugees”, Two muslim-refugees-two- Already Arrested For Gang already-arrested-for-gang- 10-08-2017 Rape. rape/ CringeAnarchy 5:13 936 Tabel 1. De top 3 best presterende posts op Reddit waarin een link naar een Nederlands junkdomein is opgenomen. Databron: 4CAT en Pushshift. Tijdsbestek: 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019.

Samenvattend: de algemene aanwezigheid van Nederlands junknieuws op Reddit als geheel is vrij marginaal. De berichten met een hoge score zijn bovendien doorgaans politiek sterk gekleurd en kunnen niet zonder meer als desinformatie worden aangemerkt. Nederlands junknieuws kan daarbij op Reddit veel engagement genieten, maar dat gebeurt niet regelmatig. In deze zin is

153

Reddit beter ‘bestand’ tegen junknieuws dan (bijvoorbeeld) Facebook zou zijn (Burger e.a., 2019).

Afbeelding 18. Subreddits waar Nederlandse junknieuwsdomeinen het meest worden gepost. Databron: 4CAT en Pushshift; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 31 jun. 2019; circle-pack diagram.

Op welke subreddits worden Nederlandse junknieuwsdomeinen gepost? Uit afbeelding 18 blijkt dat r/viral, met 543 gevallen, het meest naar Nederlands junknieuws linkt, maar dit wordt voor een groot deel door één ‘spamaccount’ veroorzaakt, dat geen enkel engagement geniet. Het is interessant dat r/Forum_Democratie, de officieuze subreddit voor de op dit moment grootste partij in de Eerste Kamer, met 312 links naar junknieuwssites op de tweede plaats staat. Andere rechtse partijgebonden en politiek sterk gekleurde subreddits komen veel lager in de lijst voor, zoals r/The_Wilders, r/FreeDutch, r/meerderheidnederland, r/The_Donald en r/de_thierry. Dat is met name het gevolg van posts op deze subreddits waarin een link naar The Post Online of De Dagelijkse Standaard is opgenomen.

154

Volgens afbeelding 19 zijn de junkdomeinen waar het vaakst naar wordt gelinkt voornamelijk de bekende rechtse tendentieuze en politiek sterk gekleurde blogs, waarbij de lijst door The Post Online en De Dagelijkse Standaard wordt aangevoerd. De ‘alternatieve’ nieuwswebsite NineForNews, die een platform biedt voor complottheorieën en politiek sterk gekleurde berichten (Roermund, 2017), is ook een van de meest gedeelde domeinen. Dat is echter voornamelijk te danken aan een geautomatiseerde bot die links naar de website post (u/ninefornews). De meeste gedeelde junknieuwsdomeinen kunnen dus als politiek sterk gekleurd worden aangemerkt, vaak met een ‘alternatief’ rechts perspectief. De tekenen van desinformatie of gecoördineerde Russische beïnvloeding zijn vrij marginaal. Novini, een website die bekendstaat om het pro- Poetinsentiment, komt 22 keer voor (Heck, 2017). In deze methode ‘van speld naar hooiberg’ is partijgebonden en politiek sterk gekleurde content dan ook gemakkelijk te vinden, maar gecoördineerde desinformatie of Russische inmenging lijkt in deze omgevingen minder een rol te spelen.

Afbeelding 19. Junknieuwsdomeinen op Reddit als geheel waar het meest naar wordt gelinkt. Databron: 4CAT en Pushshift; tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019; circle-pack diagram.

155

Gem. score met NL % NL NL Totaal junkbr Gem. junkpo junkpo Meest geposte Meest geposte NL Populairste aantal auteur on score sts sts domeinen junkdomeinen subreddits posts youtube.com: 416 welingelichtekringen.nl: boinnk.nl: 82 153 earth-matters.nl: 77 gebruiker1 1 1 13,5 591 rt.com: 125 stopdebankiers.com: 61 viral: 4390 4390 gebruiker2 1 1 100 294 ninefornews.nl: 294 ninefornews.nl: 294 news: 294 294 russiawarinukraine: 6470 112.international: 9891 dagelijksestandaard.nl: meerderheidnederla unian.info: 6238 23 fenixx.org: 9 nd: 788 gebruiker3 1 1,1 0,1 70 liveuamap.com: 6210 politiek.tpo.nl: 4 oekraineukraine: 707 66860 dagelijksestandaard.nl: Forum_Democratie: i.redd.it: 431 22 1337 twitter.com: 352 tpo.nl: 19 FreeDutch: 83 gebruiker4 11,2 28 3,9 60 imgur.com: 106 politiek.tpo.nl: 12 The_Donald: 21 1525

twitter.com: 126 tpo.nl: 50 youtu.be: 60 opiniez.com: 10 Forum_Democratie: gebruiker5 16 18,2 12,7 62 tpo.nl: 50 tpook.nl: 1 489 489 Forum_Democratie: geenstijl.nl: 52 tpo.nl: 28 263 twitter.com: 42 politiek.tpo.nl: 12 The_Donald: 11 gebruiker6 11,5 74,7 16,8 48 tpo.nl: 28 tpook.nl: 2 FreeDutch: 9 286 dagelijksestandaard.nl: Forum_Democratie: youtube.com: 118 13 954 twitter.com: 91 tpo.nl: 11 test_forum: 3 gebruiker7 8,4 9 3 29 i.redd.it: 64 opiniez.com: 3 JFVD: 2 961 youtube.com: 32 verenoflood.nu: 6 The_Wilders: 113 imgur.com: 14 politiek.tpo.nl: 5 The_Europe: 60 gebruiker8 25,6 23,7 7,7 19 twitter.com: 14 opiniez.com: 4 The_Donald: 46 246 youtube.com: 5859 news: 5813 gellerreport.com: 1698 worldnews: 5537 gebruiker9 1,5 1,5 0,1 19 bitchute.com: 1677 fenixx.org: 19 worldpolitics: 4232 22477

Tabel 2. Metrische gegevens van gebruikers die het Nederlandse junknieuws op Reddit hebben gedeeld. Databron: 4CAT en Pushshift. Tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2019.

Ten slotte bespreken we de Reddit-accounts die het meest actief zijn in het verspreiden van junknieuws, zodat we de soorten actoren kunnen profileren. In tabel 2 zijn verschillende metrische gegevens over de tien accounts opgenomen, gerangschikt naar de hoeveelheid posts

156 waarin een link naar een van de domeinen in de deskundigenlijst is opgenomen. Zoals uit het totale aantal posts en de gemiddelde score blijkt, wordt door enkele accounts veelvuldig gepost maar zien we daar geen engagement. De meeste daarvan zijn ‘spamaccounts’ of geautomatiseerde bots. Het is opvallend dat gebruiker 1, de eerdergenoemde u/mrthirdeye68, veel URL’s naar Russische en pro-Russische websites zoals RT.com en novini.nl post, maar ook naar mainstream bronnen en politiek sterk gekleurde websites zoals de extreemrechtse website Red Ice TV. Het is mogelijk dat gebruiker 1 een Russische ‘trol’ is. Gebruiker 1 heeft echter geen ‘upvotes’ ontvangen en alleen links geplaatst op de obscure subreddit r/viral, wat inhoudt dat er geen sprake is van engagement. Het is dan ook waarschijnlijk dat deze gebruiker een geautomatiseerde bot of een hybride is. Andere bots lijken evenwel meer effect te hebben. Zo worden de posts van gebruiker 2, de eerder genoemde bot van ninefornews.nl, op deze website allemaal gepost op de subreddit voor algemeen nieuws r/news. Het is hier van belang dat gebruiker 2 wel engagement geniet en een betrekkelijk hoge gemiddelde postscore van 570 heeft en een score voor junknieuwsposts van 50. Reddit is dan ook in ieder geval enigszins vatbaar voor manipulatie, afhankelijk van de ‘strategie’ die door de gebruikers wordt ingezet.

Voor wat betreft de onderwerpen kan worden geconcludeerd dat de actiefste accounts ofwel zien op Nederlandse rechtse partijen ofwel op onderwerpen rondom Oekraïne. Ondanks dat frequent links naar junknieuwswebsites worden gepost, linken de actiefste accounts nog altijd naar platforms zoals YouTube en Twitter.42 Er kan een cohort van vier aanhangers van rechts worden onderscheiden, die het meest actief zijn op r/Forum_Democratie en veelvuldig links plaatsen naar websites zoals GeenStijl en The Post Online. In de meeste accounts wordt de Nederlandse taal gebruikt en deze zijn bij nadere beschouwing waarschijnlijk ook van Nederlanders. We kunnen dan ook concluderen dat buitenlandse accounts niet in groten getale proberen zich in de Nederlandse aangelegenheden te mengen, met als mogelijke uitzondering de nu verbannen u/mrthirdeye68.

YouTube als alternatief nieuwsnetwerk Hiervoor is ‘nieuws’ behandeld in de traditionele zin van speciaal daarvoor opgezette kanalen die berichten over actuele onderwerpen publiceren. Zoals in de inleiding is besproken, doet de consumptie van zowel amateurberichtgeving als professionele berichtgeving zich echter in toenemende mate op sociale media voor. Deze moderne, alternatieve manieren van nieuwsconsumptie kunnen niet worden ontdekt wanneer de ‘speld’ wordt geformuleerd als ‘traditionele nieuwsorganen’. Zoals we in paragraaf 3 hebben geconcludeerd, worden er met name op 4chan veelvuldig URL’s naar YouTube gepost. Zoals elders in dit document is besproken, herbergt de videodienst verschillende omgevingen voor alternatief nieuwscommentaar en opinies. Zeynep Tufekci heeft de dienst daarom als “the Great Radicalizer” omschreven (2018). Kunnen we inderdaad een ‘alternatief nieuwsnetwerk’ afbakenen dat met 4chan/pol/ en Reddit samenhangt? In deze paragraaf wordt deze vraag kort behandeld door de video’s die het meest op 4chan/pol/ en Reddit worden gepost en de populairste kanalen visueel weer te geven en te categoriseren.

42 In verder onderzoek zou kunnen worden bekeken naar welke YouTube-video’s of tweets een link wordt geplaatst, bijvoorbeeld om verdere ‘nieuws-achtige’ bronnen of invloeden in kaart te brengen. 157

In afbeelding 20 en 22 worden de thumbnails van de 1008 meest geposte YouTube-video’s in onze corpora voor het Nederlandse Reddit en 4chan/pol/ weergegeven. In afbeelding 21 en 23 is de ‘videocategorie’ voor elk van deze video’s opgenomen. Voor de bovenste video’s op Nederlandse subreddits hebben er 161 betrekking op “People and Blogs” (mensen en blogs), 129 op “Entertainment” en 118 op “News & Politics” (nieuws en politiek). De daarbij gedeelde content is redelijk divers van aard. 4chan/pol/ is meer op nieuws en politiek gericht, waarbij 196 video’s als zodanig zijn gecategoriseerd. “People & Blogs” volgt met 95 video’s en “Entertainment” met 64.

Het aantal ontbrekende video’s voor 4chan (de zwarte vlakken) is opmerkelijk en bestaat uit bijna de helft van het totaal. Dat geeft aan hoe extremistisch 4chan is en heeft ook te maken met de contentmoderatie van YouTube. Het aantal verwijderde video’s is aanzienlijk minder op Reddit.

Wanneer we de video’s in de categorie “News & Politics” zien als ‘nieuwsbronnen’, zoals we die in de bovenstaande paragrafen hebben gecategoriseerd, kunnen we de rol van YouTube als nieuwsbron op de twee platforms kwantificeren. De categorie “News & Politics” bestaat voor 11,7% uit de video’s voor Reddit uit de bovenstaande steekproef die nog altijd online zijn, en voor 19,4% uit die voor 4chan/pol/. Gezien het totale aantal links naar YouTube-video’s binnen dit tijdsbestek die nog altijd online zijn (7667 voor Reddit en 26.635 voor 4chan/pol/), kunnen we inschatten dat zo’n 896 video’s in “News & Politics” op Nederlandse subreddits zijn gepost en 3748 op 4chan/pol/ door gebruikers met een Nederlandse vlag.43 Wanneer deze aantallen met die in paragraaf 3 worden vergeleken, vormen YouTube-nieuwsvideo’s de grootste en op een na grootste bron van nieuwscontent. Op Reddit zouden ze de op een na grootste nieuwsbron vormen en komen ze slechts na NOS.nl met 1615 vermeldingen. Bij 4chan is YouTube veruit de grootste speler met betrekking tot de verspreiding van nieuws, omdat de bron die daarna het populairst is, NOS.nl (861 vermeldingen), slechts uit een derde van het aantal YouTube-nieuwsvideo’s bestaat. De rol van YouTube als nieuwe speler in de verspreiding en consumptie van nieuws moet dan ook niet worden onderschat.

Is deze dominante aanwezigheid van YouTube van groot belang in het onderzoek naar junknieuws? In tabel 3 zijn de 25 meest voorkomende kanalen uit alle YouTube-links in onze twee Nederlandse corpora weergegeven. De platforms zijn hier zeer verschillend. Op Reddit kunnen enkele partijgebonden kanalen worden waargenomen, zoals het kanaal voor Forum voor Democratie en PVVpers, maar de lijst bestaat hoofdzakelijk uit ‘gevestigde’ bronnen zoals NOS, GeenStijl en VPRO Zondag met Lubach. Op 4chan/pol/ zijn ze echter veel extremer en potentieel ook schadelijker. Het kanaal waarop het meest wordt gepost is SouthFront, dat is gewijd aan video’s over de burgeroorlog in Syrië. Daaronder vinden we Stefan Molyneux, een populaire Canadese YouTuber die ‘wetenschappelijk racisme’ propageert en de opvatting huldigt dat het blanke ras superieur is. Verderop in de lijst vinden we partijgebonden of politiek sterk

43 Deze aantallen zullen in werkelijkheid iets lager uitvallen, omdat niet elke YouTube-URL een link is naar een video (de URL kan bijvoorbeeld ook een link zijn naar een kanaal), hoewel dit voor het overgrote deel van ons corpus wel het geval is. 158 gekleurde nieuwskanalen zoals Fox News en het Russische RT en Ruptly. Ook andere extreemrechtse YouTubers en kanalen komen voor, zoals Paul Joseph Watson en Rebel Media, en enkele linkse kanalen zoals The Young Turks en VICE. Bij elkaar hebben de kanalen waar Nederlandse posters naar verwijzen dus een politiek sterk gekleurde, soms extreemrechtse samenstelling. De YouTube-video’s op Nederlandse subreddits lijken zodoende overeen te komen met de consumptie van ‘gevestigde’ en ‘traditionele’ kanalen voor nieuwsmedia, terwijl die op 4chan/pol/ een uiterst sterk politiek gekleurd en gepolariseerd landschap laten zien.

Conclusies Ondanks het feit dat Reddit en 4chan vaak als ‘alternatieve’ zones op internet worden gekarakteriseerd, blijkt uit deze tekst over het algemeen niet dat alternatieve nieuwsnetwerken op grote schaal binnen de platforms desinformatie verspreiden, tenminste niet in een Nederlandse context. Ondanks enkele gevallen van pro-Russische websites zoals Novini en een verdacht Reddit-account lijken gecoördineerde campagnes van kwaadwillige gebruikers die links naar desinformatie posten grotendeels afwezig. Dubieuze content kan zeker worden waargenomen, maar vergeleken met de totale activiteit (zoals in paragraaf 2 is gebleken) moet deze content binnen de door ons onderzochte omgevingen als redelijk marginaal worden beschouwd. Reddit in het bijzonder lijkt bestand te zijn tegen de verspreiding van junknieuws. Op zijn beurt moet de karakterisering van de actoren binnen 4chan en delen van Reddit als invloedrijke ‘agenda setters’ dan ook waarschijnlijk met een korrel zout worden genomen.

Afbeelding 20. De 1008 meest geposte YouTube-video’s op Nederlandse subreddits. Zwarte vlakken geven verwijderde video’s/kanalen aan. Gerangschikt van links naar rechts, van boven naar beneden. databron: 4CAT, Pushshift en API YouTube.

159

Afbeelding 21. De 1008 meest geposte YouTube-video’s op Nederlandse subreddits, met videocategorie als overlay. Zwarte vlakken geven verwijderde video’s/kanalen aan. Gerangschikt van links naar rechts, van boven naar beneden. databron: 4CAT, Pushshift en API YouTube. Image wall.

Afbeelding 22. De 1008 meest geposte YouTube-video’s op 4chan/pol/ in posts met de Nederlandse vlag. Zwarte vlakken geven verwijderde video’s/kanalen aan. Gerangschikt van links naar rechts, van boven naar beneden. databron: 4CAT en API YouTube. Image wall.

160

Afbeelding 23. De 1008 meest geposte YouTube-video’s op 4chan/pol/ in posts met de Nederlandse vlag, met videocategorie als overlay. Gerangschikt van links naar rechts, van boven naar beneden. Zwarte vlakken geven verwijderde video’s/kanalen aan. Databron: 4CAT en API YouTube. Image wall.

Wat we echter zien, zijn de soorten junknieuws die als politiek sterk gekleurd kunnen worden aangemerkt, met name op 4chan/pol/. Deze komen voornamelijk voor bij links naar populaire tendentieuze en politiek sterk gekleurde blogs zoals The Post Online en De Dagelijkse Standaard, maar ook NineForNews, dat meer evident ‘nep’ is (in die zin dat het complottheorieën betreft). Deze rechtse neiging is voor 4chan/pol/ te verwachten, omdat het berucht is als een extreemrechtse ‘hub’; voor Reddit is dit opmerkelijker, omdat we een breed politiek scala aan URL’s en subreddits als uitgangspunt hebben genomen. Hoewel deze websites eigenlijk niet als ‘nep’ kunnen worden aangemerkt, vertegenwoordigen ze wel een niet te verwaarlozen hoeveelheid polariserende content. In paragraaf 4 is ook gebleken dat de artikelen van deze websites met de meeste interactie vaak onderwerpen betreffen zoals migratie en islam, en niet andere geopolitieke gebeurtenissen zoals Russische inmenging.

161

4chan/pol/ - 25 meest voorkomende kanalen Reddit - 25 meest voorkomende kanalen aanta aanta kanaal l kanaal l kanaal aantal kanaal aantal FOX 10 South Front 191 Phoenix 49 AFC Ajax 476 AT5 38 Stefan Molyneux 177 sanderson1611 46 VitesseTV 269 FvD Meems 37 Forum Fox News 156 PewDiePie 41 Democratie 143 De Speld 36 Paul Joseph Omroep RT 155 Watson 39 PowNed 107 Football-Oranje 32 The White Acts17Apologe Politie House 136 tics 38 #PRO247 95 LISSAUER 31 BRAXATOR Ruptly 125 Rebel Media 37 ES 82 vpro.nl 30 Right Side Broadcasting VPRO Zondag Network 112 VICE 37 met Lubach 69 De Telegraaf 30 Omroep PowNed 108 Fullwhiskey 36 GeenStijl 67 NOS op 3 30 U.S. Department of Cafe State 76 VICE News 34 Weltschmerz 51 Hoop Stront 29 CNN 68 ABC News 34 NOS 51 PVVpers 28 Forum Democratie 67 DeroVolk 33 WNL 48 RTL Z 27 Politie Den Fox Business 65 corbettreport 31 Xbox 47 Haag 24 The Young Turks 56 TopNotch 43

Tabel 3. De meest voorkomende YouTube-kanalen van alle links naar YouTube die op het onderzochte deel van het Nederlandse Reddit en 4chan/pol/ zijn gepost. Databron: 4CAT, Pushshift en API YouTube. Tijdsbestek: van 1 dec. 2015 tot 1 jun. 2016.

Toch blijven mainstream bronnen zoals NOS.nl populaire domeinen waar zowel op Reddit als op 4chan/pol/ naar wordt gelinkt. Dit gaat enigszins tegen de verwachtingen in, omdat is gesteld dat het ‘fringe’ karakter van deze pseudonieme en anonieme omgevingen suggereert dat de gebruikers ervan in verschillende epistemologische ‘laatjes’ kennis zoeken. Ondanks deze

162 aannames blijkt uit de prominente aanwezigheid van mainstream bronnen dat ze in ieder geval enig gezag hebben binnen deze online omgevingen. Het is echter van belang op te merken dat we niet hebben bekeken op welke manier er over deze mainstream websites wordt gesproken. Het is waarschijnlijk dat domeinen zoals NOS.nl op Reddit als een betrouwbare bron worden beschouwd, terwijl er op 4chan/pol/ misschien puur naar wordt verwezen om die domeinen zelf te bespotten of als ‘nepnieuws’ neer te zetten, zoals elders in dit document wordt besproken.

Daarnaast moet men niet de fout begaan om alleen te kijken naar websites die over actuele onderwerpen verslag uitbrengen als zijnde de enige bron van nieuws: YouTube is met betrekking tot nieuwsconsumptie en -verspreiding als bijzonder grote ‘nieuwe’ speler opgekomen, met name op 4chan/pol/. Op Reddit zijn YouTube-video’s over “News & Politics” naar schatting de op een na grootste nieuwsbron, terwijl ze op 4chan/pol/ naar schatting een veel grotere bron vormen dan welke andere nieuwsbron dan ook. Na een kort onderzoek naar de YouTube- kanalen die op beide platforms worden gepost, kan worden geconcludeerd dat het Nederlandse Reddit grotendeels naar redelijk gevestigde bronnen lijkt te linken, zoals PowNed, Zondag met Lubach en NOS, terwijl op 4chan/pol/ alternatieve, politiek sterk gekleurde en problematische informatiekanalen naar voren zijn gekomen, zoals Mike Cernovich en RT. Niet-Nederlandse content op YouTube kan op Nederlandse gebruikers binnen bepaalde internetfora dan ook een ‘radicaliserende’ invloed hebben.

Omdat dit verslag betrekking heeft op de nieuwsbronnen waar actoren op Reddit en 4chan een link naar plaatsen, werpt het geen licht op de manier waarop alternatief nieuws of complottheorieën binnen deze omgevingen zelf tot stand komen. Zoals Tuters e.a. (2018) met betrekking tot de complottheorie genaamd ‘Pizzagate’ laten zien, kunnen in deze omgevingen de wildste theorieën worden verzonnen in een korte uitbarsting van een ‘vlindereffect’ van “bullshit”, die niet wordt waargenomen wanneer alleen naar de prominente aanwezigheid van URL’s wordt gekeken. Een meer integrale benadering, waarin ook rekening wordt gehouden met tekst en afbeeldingen, kan dus bijdragen aan de verdere contextualisering van het huidige debat over ‘nepnieuws’. In plaats van het in kaart brengen van geïsoleerde voorbeelden van ‘nepnieuws’ kan in een dergelijke bredere benadering de daarmee samenhangende problematiek rondom de verspreiding van “junk news” (Venturini, 2019) en “network propaganda” (Benkler e.a., 2018) worden behandeld, van de conspiratieve houding van ‘virality-oriented’ subculturen tot de prominente aanwezigheid van politiek sterk gekleurde polariserende content.

163

Bijlagen

Bijlage I: Samengestelde lijst met Nederlandse subreddits

ADODenHaag,AjaxAmsterdam,Alkmaar,Aluhoedjes,Amersfoort,Amsterdam,AmsterdamEnts ,Appiememes,Arnhem,Aruba,Assen,avd,AZAlkmaar,Bassie_en_Adriaan,BeermoneyNL,BeNe Lux,Bier,Binnenhof,BitcoinNL,Boeken,Bonaire,BuurmanEnBuurman,CariceVanHouten,Celeb sNL,Cirkeltrek,CreatieveKoppen,Curacao,de_thierry,de_thierry,DeCorrespondent,DeGraafsch ap,Delain,Delft,Depressie,DeSpeldOfNietDeSpeld,DeStaat,DeStagiair,DeTandenborstel,DirkJ an,Dordrecht,DoucheGedachten,DoutzenKroes,Drenthe,Duindorp,Dumoulin,Dunglish,dutch ,Dutch,DutchBoardgames,DutchComedy,DutchDesign,DutchEnts,DutchFIRE,DutchHipHo p,DutchHouse,DutchKeto,DutchMusic,DutchPoetry,DutchProblems,DutchSkincare,DutchTe ch,Eindhoven,Elfstedentocht,Enschede,Epica,,Ethtradernl,FCGroningen,FCTwente ,FCUtrecht,,Formule1,Forum_Democratie,FreeDutch,Frisia,Frysk,GekkeJongens,G eldzaken,Geschiedenis,Gezellig,Glitterplaatjes,groenlinks,Groningen,Haarlem,HanzeMemes,H eilzameMeems,Hulpdiensten,ik_ihe,JuridischAdvies,Kamerstukken,KatholiekeNederlanden,Ki bbeling,KNVB,Koffie,Kut_Doen_Op_Tinder,Kutleven,Kutreclames,LearnDutch,LeCutInsid eMan,Leiden,Leraren,LimburgMan,Lowlands,Maastricht,MamaAppelsap,Marktplaats,MaxV,M edejongeren,meerderheidnederland,Metal_NL,Motorfietsen,NACBreda,NEC,Nedercringe,Ne derporn,NepParlement,netherlands,NetherlandsPics,NietDeSpeld,Nijmegen,NLvsFI,Nuenen, NuJijInActie,oekraineukraine,ossem,otonde,Papgrappen,ParadoxPlaats,PECZwolle,PodcastNe d,PokemonGoNL,Poldersocialisme,Politiek,Politiekmemes,PSV,RijmenDichten,RMTK,RodaJ C,RomeeStrijd,,Saba,SCCambuur,SCHeerenveen,ScoutsNL,SportNL,Spyker,Stefani eJoosten,Strips,Stroopwafels,StudyInTheNetherlands,SXM,SylvieMeis,Tenenkrommend,The_ Klaver,The_Wilders,TheHague,theNetherlands,theNetherlandsFree,theNetherlandsNature,Tie sto,tokkiefeesboek,tokkiefeesboek,TokkieFeesboek,Top2000,TUDelft,TuurlijkIsDatEenDing, Twente,Utrecht,VeganNL,Veluwe,VitesseArnhem,Voetbalnieuws,VraagDerNederlanden,Vraa gHetAanTonyQuark,Wetenschap,WIDM,WithinTemptation,XboxNederland,Zitkamer,Zonde rContext,Zwolle

Tabel 4. Samengestelde lijst met Nederlandse subreddits.

Bijlage II: Deskundigenlijst met Nederlandse junknieuwsdomeinen naam domeinnaam categorie politiek sterk Opiniez opiniez.com gekleurd politiek sterk Stop de Bankiers stopdebankiers.com gekleurd t Pallieterke pallieterke.net politiek sterk

164

gekleurd politiek sterk E.J. Bron ejbron.wordpress.com gekleurd politiek sterk Dagelijkse Standaard dagelijksestandaard.nl gekleurd politiek sterk Climategate climategate.nl gekleurd politiek sterk De Staat van het klimaat destaatvanhet-klimaat.nl gekleurd politiek sterk JDreport.com jdreport.com gekleurd tpook.nl tpook.nl clickbait Nine for news ninefornews.nl complottheorie politiek sterk Daily Paper dailypaper.org gekleurd Parra parra.nu clickbait Viraaltjes viraaltjes.nl clickbait about media aboutmedia.nl clickbait Martin Vrijland martinvrijland.nl complottheorie The Loyalist loyalist.nl complottheorie desportgek desportgek.nl clickbait Even Delen evendelen.net clickbait nietbarkie.nl nietbarkie.nl clickbait hardewaarheid.nl hardewaarheid.nl clickbait tendentieus- politiek sterk The Post Online tpo.nl gekleurd politiek sterk Saltmines.nl saltmines.nl gekleurd politiek sterk eunmask.wordpress.com eunmask.wordpress.com gekleurd politiek sterk novini.nl novini.nl gekleurd niburu.nl niburu.nl complottheorie politiek sterk React nieuws reactnieuws.net gekleurd DMLplus dlmplus.nl complottheorie martinvrijland.nl martinvrijland.nl complottheorie world unity worldunity.me complottheorie politiek sterk cultuur onder vuur cultuurondervuur.nu gekleurd

165 volks nieuws uit Amsterdam noir volksnieuwsuitamsterdamnoir.com complottheorie stop pas familie drama stoppasfamiliedrama.blogspot.com complottheorie politiek sterk Obed Brinkman obedbrinkman.noblogs.org gekleurd politiek sterk veren of lood verenoflood.nu gekleurd politiek sterk De fouten van Rutte defoutenvanvvdrutte.nl gekleurd Finding voices finding-voices.blogspot.com complottheorie politiek sterk ik was in haren ikwasinharen.nl gekleurd Piet Kei pietkei.nl complottheorie politiek sterk bewiseman bewiseman.nl gekleurd politiek sterk Alternatieve Media Nederland alternatievemedianederland.com gekleurd Apokalypsnu apokalypsnu.nl complottheorie Don Quijotte donquijotte.wordpress.com complottheorie politiek sterk Drimble drimble.nl gekleurd politiek sterk Fenixx fenixx.org gekleurd politiek sterk Hector Reban hectorreban.wordpress.com gekleurd politiek sterk Herstelde Republiek herstelderepubliek.wordpress.com gekleurd politiek sterk Kremlin Troll kremlintroll.nl gekleurd Magilando magilando.wordpress.com complottheorie Niburu niburu.co complottheorie Absolute Duality nl.absoluteduality.com complottheorie politiek sterk Stan van Houcke stanvanhoucke.blogspot.com gekleurd Stelling stelling.nl complottheorie politiek sterk Tref tref.eu gekleurd Want to know wanttoknow.nl complottheorie politiek sterk Xandernieuws xandernieuws.punt.nl gekleurd APost apost.com clickbait Best Gezond bestgezond.nl clickbait Bewust Nieuws bewustnieuws.nl complottheorie

166

politiek sterk Blik Op NOSjournaal blikopnosjournaal.blogspot.nl gekleurd Bovendien bovendien.com complottheorie Brekend Nieuws brekendnieuws.nl complottheorie Dagelijks.nu dagelijks.nu clickbait Dagelijkse Krant dagelijksekrant.nl clickbait politiek sterk De Stille Waarheid destillewaarheid.nl gekleurd Earth Matters earth-matters.nl complottheorie Ella’ster ellaster.nl complottheorie Health Bytes healthbytes.me complottheorie Healthwatch gezondheidswaakhond healthwatch.nu complottheorie Leeshetnu leeshetnu.nl clickbait Lekkerwonen lekkerwonen.org clickbait LikeMag likemag.com clickbait Lijstverse lijstverse.nl clickbait Live kijken livekijken.nl clickbait Nieuwsdump nieuws-dump.nl clickbait Not100 not100.nl clickbait Ongelooflijke Verhalen smullen-maar.nl clickbait Prankster prankster.nl clickbait politiek sterk Revolutionair Online revolutionaironline.com gekleurd Snuggerd snuggerd.nl clickbait politiek sterk Time 2 Wake Up time2wakeup.me gekleurd Tips & Weetjes tipsenweetjes.nl clickbait Tis Wat tis-wat.nl clickbait TrendBuzz trendbuzz.nl clickbait Trendnieuws trendnieuws.nl clickbait Trendnova trendnova.nl clickbait United-Lightworkers united-lightworkers.be complottheorie Vaccinatieraad vaccinatieraad.nl complottheorie Viraalpunt viraalpunt.nl clickbait Viral Mundo viralmundo.nl clickbait Viraaltje Viraaltje.nl clickbait Vrouwen Dingen vrouwendingen.com clickbait politiek sterk Vrijspreker vrijspreker.nl gekleurd

167

tendentieus- politiek sterk The Post Online - Politiek politiek.tpo.nl gekleurd politiek sterk Erkenbrand erkenbrand.eu gekleurd politiek sterk Das Kapital daskapital.nl gekleurd politiek sterk Glop glop.nl gekleurd

Tabel 5. Categorisering junknieuws (deskundigenlijst). Geredigeerde en uitgebreide lijst, afkomstig van Hoax- Wijzer.

168

Bijlage III: Metrische gegevens betreffende op Reddit en 4chan/pol/ gedeelde domeinen

Reddit 01-12-2015 tot 01-06- 2019 OP’s Categorie Aantal Percentage Positief Negatief Percentage Mainstream 5255 89,9% Nieuws 5959 27594 21,64% Overig 580 9,7% Nederlands Politiek sterk nieuws 5557 402 93,3% gekleurd 24 0,4% Nederlands junknieuws 24 5935 0,4% Desinformatie 0 0%

Clickbait 0 0%

Complottheorie 0 0% Tabel 6. Metrische gegevens voor het aandeel nieuws, Nederlands nieuws en Nederlands junknieuws en categorieën in posts op Nederlandstalige subreddits, 01-12-2015 tot 01-06-2016.

Reddit 01-12-2015 tot 01-06- 2019 OP’s Categorie Aantal Percentage Positief Negatief Percentage Mainstream 10399 71,5% Nieuws 14541 87301 16,6% Overig 1414 9,5% Nederlands Politiek sterk nieuws 3403 11138 23,41% gekleurd 2091 14,4% Nederlands junknieuws 2809 11732 19,3% Desinformatie 241 1,7%

Clickbait 45 0,3%

Complottheorie 351 2,4%

Tabel 7. Metrische gegevens voor het aandeel nieuws, Nederlands nieuws en Nederlands junknieuws en categorieën in posts op 4chan/pol/ met de Nederlandse vlag, 01-12-2015 tot 01-06-2016.

169

Bijlage IV: Meeste geposte URL’s uit posts op 4chan/pol/ die een link bevatten naar RT.com en Sputnik

Titel URL Aantal keer dat de URL voorkomt

https://www.rt.com/news/32924 9 Stabbing death of 15yo schoolboy by 3-sweden-migrant-stabbed- ‘Arab migrant’ classmate in Sweden teenager/ sparks outrage

Sweden: Rape Capital of the West https://www.gatestoneinstitute.or 9 g/5195/sweden-rape

https://www.rt.com/news/36941 9 5-sweden-refugees-rape-afgan- Sweden charges 5 teenage refugees with boy/ beating, gang-raping boy for over an hour

https://www.rt.com/news/33727 8 6-belgium-nuclear-guard-killed/ Belgian prosecutor’s office denies terrorist track in murder of guard at nuclear center

Sex Slave Found Chained in Basement http://speisa.com/modules/article 8 of Immigrant Cafe in Sweden s/index.php/item.3584/sex-slave- found-chained-in-basement-of- immigrant-cafe-in-sweden.html (now offline)

Tabel 8. Meest voorkomende URL’s uit posts op 4chan/pol/ met de Nederlandse vlag die een link bevatten naar RT.com en Sputnik. Ontleend aan 4CAT.

170

Nepnieuws en de Nederlandse politieke arena op YouTube

Marc Tuters44

Inleiding: YouTube als platform dat radicalisering in de hand werkt De Volkskrant en De Correspondent publiceerden op 1 februari 2019 een langverwacht verslag over YouTube als platform dat radicalisering in de hand werkt: “Leidt het algoritme van YouTube je naar extreme content?” (Bahare e.a., 2019). Aan de hand van een data-analyse van enkele auteurs die ook aan dit rapport hebben meegewerkt, was het doel te onderzoeken in hoeverre YouTube een drijvende kracht achter online ‘radicalisering’ vormt (Tufekci, 2018; Holt, 2017). Zoals in deze en andere verslagen is gesteld, lijkt YouTube een grote rol te spelen in de ontwikkeling van een nieuwe antagonistische debatcultuur waarin een “alternative influence network” het vermogen zou hebben om de publieke opinie te beïnvloeden, met name onder een bevolkingsgroep van jonge en politiek naar rechts neigende mannen (Lewis, 2018). Onder de mensen die in deze YouTube-debatcultuur een prominente plaats hebben ingenomen, is bijvoorbeeld de inmiddels internationaal bekende Canadese psycholoog en wetenschapper Jordan Peterson. Peterson wordt vaak gezien als een conservatief politiek figuur, en zelfs als lid van het zogenaamde ‘alt-right’ (Lynskey, 2018). Deze laatste term, die staat voor ‘alternative right’, of ‘alternatief rechts’, is na de Amerikaanse verkiezingen in 2016 steeds populairder geworden als benaming voor een ogenschijnlijk nieuw soort conservatief online activisme waarin een diverse verzameling van actoren zich heeft verenigd om te strijden tegen de vermeende hegemonie van ‘politiek correcte’ liberale waarden, vaak door middel van een spottende en grensoverschrijdende stijl (Hawley, 2017; Heikkilä, 2017; Nagle, 2017). Terwijl Peterson ieder verband met het alt-right heeft ontkend, lijkt het erop, wanneer we kijken naar de manier waarop het algoritme van YouTube zelf Peterson categoriseert, dat de platforms hem toch nog altijd in dit licht bezien. De precieze werking van deze categorisering is ondoorgrondelijk, behalve voor de eigenaren van het platform. En hoewel dit niet als sluitend bewijs moet worden gezien voor de inhoud van een bepaald kanaal, kunnen we toch aannemen dat de categorisering van YouTube uitdrukking geeft aan een belangrijk uitgangspunt van de dienst, namelijk om zoveel mogelijk mensen zo lang mogelijk te laten kijken.

In dit hoofdstuk wordt dezelfde platform-centrische categoriseringsmethode toegepast voor de bestudering van het Nederlandse parlementaire politieke debat op YouTube. Hoewel de aanleiding voor dit onderzoek in eerste instantie werd gevormd door de vraag hoe deze omgeving zich verhoudt tot het onderwerp ‘nepnieuws’, wordt nepnieuws hier niet als ‘desinformatie’ gedefinieerd (d.w.z. de opzettelijke manipulatie van feiten), maar wordt het juist opgevat als een vorm van ‘politiek sterk gekleurde’ informatie die in “openly ideological web operations” tot stand komt (Herrman, 2016). Deze laatste opvatting van nepnieuws strookt ook met de nieuwe definitie van het begrip zoals het steeds vaker door politici wereldwijd wordt gebezigd om nieuwsorganisaties mee aan te duiden die hun onwelgevallige (“disagreeable”) berichten publiceren (Wardle en Derakshan, 2017, 16): in het bijzonder door Donald Trump, die vaak naar “establishment” (‘gevestigde’) mediakanalen zoals CNN en de New York Times verwijst

44 Het hier beschreven onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Camille Godineau, Daniel Jurg, Lieve Keizer, Dana Lamb, Aikaterini Mniestri and Ashley Snoei. (Bijzondere dank gaat uit naar Daniel Jurg). 171 als nepnieuws (Weisman, 2018). In de Europese context, waar op landelijk niveau wetten zoals het Duitse Netz DG zijn aangenomen waarin platforms de verantwoordelijkheid krijgen om op dit probleem toezicht uit te oefenen, hebben dergelijke critici de poging om nepnieuws te reguleren afgedaan als een “blueprint” voor censuur door de staat (Wardle en Derakshan, 2017: 71). Ondanks deze controverses blijft de verbazingwekkende kwestie van nepnieuws, verweven als die is met bredere veranderingen in politieke sferen en mediasferen op verschillende niveaus, een onderwerp dat buiten de Amerikaanse context betrekkelijk weinig wordt onderzocht. In veel opzichten is deze Amerikaanse context overigens om verschillende redenen vrij uniek (Benkler e.a., 2018: 381-387).

Hoewel het precieze mechanisme achter de algoritmes van YouTube onbekend is, is wel duidelijk dat ze zodanig zijn opgezet dat de interactie of het “engagement”, bepaald op basis van het aantal “views” en het aantal “comments”, “likes” en dergelijke, wordt geoptimaliseerd (Covington e.a., 2016). De afgelopen jaren is het algoritme van YouTube het onderwerp geweest van kritiek, omdat het een zogenaamd “rabbit-hole effect” (Holt, 2017) zou creëren waarbij de algoritmes van het platform, zoals hiervoor genoemd, ervan werden beschuldigd steeds extremere content aan te bevelen in een poging de interactie met de kijker te behouden. Zo is gesteld dat deze specifieke omgeving eraan heeft bijgedragen dat er een verschuiving van het publiek van mainstream naar de randen (‘fringe’) heeft plaatsgevonden. In het verlengde hiervan is ook gesteld dat op YouTube “far-right ideologies such as ethnonationalism and anti-globalism seem to be spreading into subcultural spaces in which they were previously absent” (Marwick en Lewis, 2017: 45). Academisch onderzoekers die dit verschijnsel hebben onderzocht, hebben bijvoorbeeld ontdekt dat het “recommendation algorithm” van YouTube in het verleden video’s waarin bizarre complottheorieën worden gepropageerd, heeft voorgesteld aan kanalen waar politieke content (vrijwel) geheel afwezig is (Kaiser en Rauchfleisch, 2018). Naast deze stelling over actuele ‘radicalisering’ zien onderzoekers van nieuwe media al enkele jaren dat YouTube extreme standpunten lijkt uit te vergroten terwijl het ook een uitwisseling of dialoog daartussen zou kunnen faciliteren, zoals bijvoorbeeld is opgemerkt in een eerder onderzoek naar de publieksbeleving van een polemische documentaire, geproduceerd door de Nederlandse parlementariër Geert Wilders en op YouTube geplaatst (Van Zoonen e.a., 2011).

We zouden wellicht de groei van een nieuwe strijdlustige en conspiratieve debatcultuur op YouTube, zoals in deze recentere YouTube-studies is gedocumenteerd, willen bekijken in de context van bredere wereldwijde politieke verschuivingen die in het tweede deel van de jaren tien van deze eeuw aan snelheid hebben gewonnen. Deze laatstgenoemde verschuivingen kunnen worden gevat onder de overkoepelende term ‘nationaal populisme’ (Eatwell en Goodwin, 2018). Populisme wordt wel aangeduid als “thin ideology” (Mudde en Kaltwasser, 2017) en gekarakteriseerd door argwaan jegens de “elite” en een puristisch begrip van de “general will” van de echte mensen, die niet noodzakelijkerwijs gelijk zijn aan het democratische electoraat (Muller, 2016). In recente literatuur over nieuwe media is overtuigend aangetoond dat dit populistische sentiment tegen de elite zich snel heeft vertaald in een omarming van de alternatieve nieuwsmedia. Dat geldt met name voor de Amerikaanse context, waarin de opkomst van een “alternative partisan news system” in de laatste presidentsverkiezing een cruciale rol zou hebben gespeeld (Benkler e.a., 2018). Hoewel er rechtse en linkse varianten van het concept bestaan, hebben rechtse populisten vaak een voordeel wanneer het om nationalistische kwesties 172 gaat (Goodwin en Eatwell, 2018). In de analyse van de politicologen Matthew Goodwin en Roger Eatwell kan nationaal populisme door vier factoren, die zij de ‘vier D’s’ noemen, worden getypeerd. Dit betreft achterdocht (distrust) jegens het liberale ‘establishment’, de vernietiging (destruction) van een lang gekoesterde gemeenschappelijke identiteit vanwege globaliserende krachten, relatieve armoede (deprivation) omdat de ‘neoliberale’ economie tot grotere ongelijkheid leidt en ten slotte de politieke losmaking (de-alignment) van de traditionele politieke partijen. Hoe groot de politieke verbindingskracht van nationaal populisme in de toekomst ook mag zijn, Goodwin en Eatwell concluderen dat deze vier factoren wel “a powerful effect” móéten hebben “on the politics of many Western countries for many years to come” (Goodwin en Eatwell, 2018).

De concepten ‘nep’ en ‘politiek sterk gekleurd’ Tot nu toe is het probleem van nepnieuws voornamelijk in de context van Anglo-Amerikaans nationaal populisme bestudeerd, in het bijzonder de politieke communicatie rondom het brexit- referendum en de rebelse campagne en het daaropvolgende presidentschap van Trump. Daarnaast zijn de meeste actuele onderzoeken naar nepnieuws op de Amerikaanse context gericht, waar het institutioneel vertrouwen in de media en de overheid zich in een historisch dieptepunt zou bevinden (Edelman, 2018) en de politieke polarisatie een historisch hoogtepunt beleeft (boyd, 2017). Tegen die achtergrond is opgemerkt dat in de standaard aanduiding van ‘nep’ als diagnose die door middel van ‘factchecken’ kan worden verholpen, niet wordt erkend dat er sprake is van een omvangrijk achterliggend epistemologisch probleem. Zoals in de literatuur over de sociologie van wetenschappelijke kennis reeds lang is gesteld, worden ‘feiten’ beter begrepen als producten van tussen domeinexperts onderhandelde overeenstemming (Latour en Woolgar, 1976). Het klimaat van algemeen wantrouwen jegens deskundigheid dat aan de opkomst van nationaal populisme grondslag ligt, vormt dus een fundamenteel epistemologisch probleem. Hetzelfde algemene klimaat van wantrouwen heeft bovendien tot gevolg dat het vertrouwen in professionele media-instellingen als instellingen die de feiten vaststellen, wordt ondermijnd. Er wordt wel gesteld dat deze specifieke context onder meer het gevolg is van een natuurlijke psychologische neiging om informatie op te zoeken die de eigen vooroordelen bevestigt.45

Een gezaghebbende wetenschapper op dit gebied heeft het dilemma onlangs als volgt verwoord: in de Verenigde Staten wordt door ergens tussen de “25 and 30 percent of Americans willingly and intentionally” aandacht besteed aan “media outlets that consistently tell that audience what it wants to hear, and what that audience wants to hear is often untrue” (Benkler e.a., 2018: 367, cursivering toegevoegd). In de hiervoor beschreven context wordt door de wetenschappers bovendien gesuggereerd dat technocratische oplossingen die zijn bedoeld om dit nepnieuws te reguleren en te censureren “neither feasible nor normatively attractive” zijn, “as they would certainly generate heated protest from a large spectrum of the populace” (367). Zelfs in minder politiek gepolariseerde omgevingen is het probleem omtrent regulering een enorme uitdaging. Niet de opzichzelfstaande gevallen van nepnieuws zijn het probleem, maar het grotere vraagstuk van wat

45 Vanuit sociaal-psychologisch oogpunt zou ‘nepnieuws’ inderdaad een meer ‘natuurlijke’ menselijke voorkeur vertegenwoordigen dan ‘feiten’, in die zin dat nepnieuws gemakkelijker de bevestiging biedt die overeenstemt met de “moral foundations theory” van menselijke waarden (zie: Haidt, 2012). 173 deze wetenschappers “network propaganda” noemen, waarbij op basis van een aaneenschakeling van feiten “materially misleading” verhalen tot stand komen (102). Omdat het bijzonder moeilijk is om de “ground truth” vast te stellen, zijn betrouwbare technologische oplossingen voor het probleem rondom nepnieuws op dit moment onwaarschijnlijk (377).

In het licht van de eerdere diagnose wordt in het onderstaande empirische onderzoek de kwestie van ‘nepnieuws’ in de Nederlandstalige YouTube-omgeving geherdefinieerd door een karakterschets te geven van de opkomst van een netwerk aan kanalen die zich in het politieke debat mengen en politiek commentaar geven. Daarbij worden elementen in dit netwerk als politiek sterk gekleurd aangemerkt, in die zin dat ze “openly ideological web operations” zijn (Hermann, 2016). Hoewel deze kanalen in vergelijking met mainstream Nederlandse nieuwsorganisaties marginaal zijn, lijkt er toch veel interactie mee te zijn, in ieder geval vanuit het oogpunt van het YouTube-algoritme. Als alternatieve nieuwsorganisaties zijn bijna al deze kanalen uitsluitend op YouTube te vinden, wat inhoudt dat ze “natively digital objects” zijn (Rogers, 2013: 1). Het onderstaande empirische onderzoek heeft dus tot doel inzicht te krijgen in de werking van deze kanalen, de onderwerpen die er worden behandeld, hoe ze de Nederlandse landelijke politiek behandelen en hoe ze van de mainstream verschillen.

Afbeelding 1. Gerelateerde kanalen op YouTube. Tabel waarin in de bovenste rij de naam van iedere Nederlandse politieke partij wordt weergegeven; de kolommen daaronder zijn de mediaorganisaties die met het YouTube-kanaal van iedere partij in verband worden gebracht. 29 maart 2019.46

‘Gerelateerde kanalen’ op YouTube en de Nederlandse politieke arena We volgen hier de benadering van “digital methods” (Rogers, 2013). De discussie hieronder kan dan ook worden beschouwd als een poging om YouTube te gebruiken als onderzoeksmiddel

46 NB Voor de PvdA, helemaal rechts in het overzicht, zijn geen kanalen gevonden. 174 door te denken langs de lijnen die het platform aan het publiek ter beschikking stelt. In deze benadering wordt in het bijzonder gebruikgemaakt van het YouTube-algoritme van ‘gerelateerde kanalen’ als de basis van een analytische methode waarbij een reeks alternatieve Nederlandse nieuwskanalen als primaire onderzoekslocatie worden gebruikt. Hierbij moet worden opgemerkt dat het van belang is de geforceerde of ‘kunstmatige omstandigheden’ te onderkennen waarmee het medium het object in een kader plaatst (Rieder e.a., 2016: 3). Deze omstandigheden maken het voor de onderzoeker die gebruikmaakt van digitale methoden onmogelijk om vast te stellen waar het medium eindigt en waar het sociale begint. Hoewel we op basis van zowel de officiële ‘corporate statement’ (Press, 2019) als pogingen van wetenschappers om het platform aan ‘reverse engineering’ te onderwerpen of te ‘ontleden’ (Bessi e.a., 2016) wel een idee hebben van de werking van enkele YouTube-algoritmes, is het precieze functioneren ervan onbekend en zal het in ieder geval aan verandering onderhevig zijn, waardoor onze bevindingen niet exact kunnen worden gereproduceerd. YouTube kan bovendien op ieder moment zijn algoritmes plotseling en op een onvoorspelbare manier wijzigen. Sowieso zijn de algoritmes voor iedereen behalve bepaalde technici bij YouTube onzichtbaar. Wellicht ten overvloede is het nog van belang te melden dat het door de grilligheid van de platforms vrijwel onmogelijk is om de variabelen doeltreffend te beheersen. Hoewel dit voor digitale methoden vanzelfsprekend is, moet het ook worden erkend als een inherente beperking van de methoden. Om deze redenen kan dit onderzoeksverslag het best worden benaderd als een weergave van ‘momentopnames’ van een omgeving die constant in beweging is.

Het empirische onderzoek is er primair op gericht de ‘gerelateerde kanalen’ van YouTube geschikt te maken voor een analyse van de Nederlandse politieke arena. Om de omgeving af te bakenen die we hier de Nederlandse ‘politieke arena’ op YouTube noemen, zijn we begonnen bij de kanalen die bij de Nederlandse politieke partijen horen. Omdat alle 13 Nederlandse landelijke politieke partijen die op dit moment in het parlement zitten op YouTube actief zijn, hebben we deze kanalen als een ‘seed list’, of als reeks uitgangspunten, voor het verdere onderzoek gebruikt. Op basis van deze ‘seed list’ worden in de eerste techniek alle kanalen vergeleken die door YouTube zijn aangemerkt als betrekking hebbend op die van de Nederlandse politieke partijen. Bij deze specifieke categorisering is naar alle waarschijnlijkheid geen menselijk toezicht betrokken; deze is eerder het resultaat van de manier waarop het object in samenhang met de hiervoor genoemde metrische gegevens over ‘engagement’ door het algoritme wordt ‘gewaardeerd’. Bij het volgen van de benadering met digitale methoden is het analytische startpunt dat de kanalen die door YouTube worden voorgesteld, kunnen worden beschouwd als een maatstaf voor de manier waarop het platform die partijen ziet.47

De meest opmerkelijke bevinding is dat het algoritme één specifiek kanaal aan bijna alle partijen in het politieke spectrum koppelt: Forum voor Democratie (FvD). Als een nieuwe ‘eurosceptische’ partij met een jongere doelgroep dan de gevestigde nationalistische, populistische Partij Voor de Vrijheid (PVV) lijkt de discussie in het politieke debat door FvD en

47 Hierbij moet worden opgemerkt dat sociale media gebruikmaken van ‘machine learning’ voor “predictive models of consumers” (Kitchen/Dodge) waarin ‘succes’ een maatstaf is voor de mate waarin het algoritme juist voorspelt waar een gebruiker interactie mee zal hebben. Een bekend punt van kritiek is hier het begrip van de ‘filterbubbel’ (Pariser, 2011), waarbij wordt gesteld dat algoritmische categorisering tot gevolg kan hebben dat de verscheidenheid aan alternatieve standpunten waaraan men wordt blootgesteld, wordt beperkt. 175 zijn agenda te worden gedomineerd in een netwerk van ‘alternatieve’ kanalen (zoals hierna besproken). Een aantal daarvan worden door YouTube aan de partijen gekoppeld, en dan met name ‘TheLvkrijger’. Voordat we deze alternatieve nieuwskanalen uitgebreid bespreken, is de volgende opvallende bevinding hier dat het algoritme het politieke spectrum lijkt te organiseren aan de hand van verschillende ‘gevestigde’ nieuwsorganisaties. Eén cluster van partijen wordt met CNN, ABC en NOS48 in verband gebracht en een ander cluster met De Telegraaf. Dit zijn mediaorganisaties die respectievelijk als betrekkelijk liberaal en als conservatief/populistisch worden beschouwd. Hoewel het niet noodzakelijkerwijs gemakkelijk is om de Nederlandse politieke partijen op een lijn van links naar rechts te rangschikken (omdat veel kleinere partijen zich meer op bepaalde onderwerpen concentreren), is de manier waarop het algoritme de nieuwe partijen GroenLinks en DENK bij de centrumrechtse partijen en de partijen rechts van het midden groepeert vermeldenswaardig. Het algoritme brengt alle partijen in dit laatste cluster niet alleen in verband met De Telegraaf, maar ook met de alternatieve Nederlandse nieuwsorganisatie Omroep PowNed, een publieke radio- en televisieomroep die bekendstaat om zijn satirische nieuwsprogramma PowNews. Daarin worden politici vaak met provocerende vragen belachelijk gemaakt. Hieronder categoriseren we Omroep PowNed, naast GeenStijl, een blog dat populair is om zijn soortgelijke provocerende stijl, als onderdeel van de gevestigde anti-establishment alternatieve nieuwsorganisaties.

Afbeelding 2. Post van TheLvkrijger.

48 N.B. We hebben de meeste Amerikaanse kanalen uit de onderstaande visuele weergave van het Nederlandse medianetwerk verwijderd. 176

Dat het algoritme de partijen ook aan enkele grote Nederlandse commerciële en publieke mediakanalen koppelt (WNL, RTL Nieuws, NPO Radio 1, Veronica Inside) is niet verrassend, gezien het feit dat deze kanalen waarschijnlijk voor de gemiddelde Nederlander onderdeel zijn van zijn ‘media-dieet’. Wat waarschijnlijk wel verrassend is voor degenen die niet bekend zijn met de Nederlandse politieke arena op YouTube is het netwerk van alternatieve of ‘alt’-kanalen die YouTube aan de partijen koppelt, in het bijzonder het voornoemde “TheLvkrijger”, maar ook “ARNews”, “Leukste YouTube fragmenten”, “Lissauer” en “Rafiek de Bruin”. Met de mogelijke uitzondering van ARNews kunnen al deze kanalen als “openly ideological web operations” worden gecategoriseerd. Zoals we zullen zien, zijn deze Nederlandse kanalen voor het politieke debat “natively digital objects… ‘born’ in the new medium” (Rogers, 2013: 19), in tegenstelling tot bijvoorbeeld Omroep PowNed. Hoewel enkele van deze kanalen, zoals TheLvkrijger, zonder meer partijgebonden zijn, lijken nationale populistische sentimenten in deze omgeving gemeengoed, zoals bijvoorbeeld blijkt uit een post van TheLvkrijger waarin de kijker wordt aangemoedigd tijdens de aanstaande verkiezingen zijn stem uit te brengen. Daarin zien we de slogan: “Wie zwijgt stemt toe! Dit is jouw land! Eis het op!” (afbeelding 2).

De Nederlandse mediasfeer op YouTube In een poging een panoramisch overzicht te krijgen van de bredere Nederlandse mediasfeer op YouTube die ook in verband zou blijven staan met de Nederlandse politieke omgeving op het platform, hebben we het algoritme van YouTube voor gerelateerde kanalen gebruikt om -met een sneeuwbaleffect uit de ‘seed list’ van de 13 partijen- de relaties tot in de derde graad in kaart te brengen. Vervolgens hebben we het daarmee samenhangende kanalennetwerk met behulp van software voor netwerkanalyse visueel weergegeven, waarbij de knooppunten de kanalen vertegenwoordigen en de lijnen de relaties vertegenwoordigen volgens het algoritme van YouTube. De relatieve grootte van de tekst vormt een weergave van het relatieve belang binnen het netwerk. Ten slotte is de kleur bepaald door de relatieve overeenkomsten tussen de kanalen. We hebben de clusters vervolgens aangemerkt als overheid, militair, commercieel, vlog, publiek, sport en tenslotte ons specifieke onderwerp van onderzoek. De grootste knooppunten in het diagram zijn allemaal ‘gevestigde’ mediaorganisaties, waarbij NOS Jeugdjournaal, RTL Nieuws en De Telegraaf in het midden staan. Net buiten het midden vinden we een ander groot knooppunt: het gevestigde, anti-establishment kanaal Omroep PowNed, dat ook hier weer bekendstaat om zijn ‘scherpe’ manier van verslaggeving die gericht is op confrontatie. Wanneer we deze lijn volgen, komen we het cluster alternative media ecology (‘alternatieve media-ecologie’) tegen. In het midden daarvan worden de meeste verbindingen met FvD gemaakt, maar er zijn ook enkele overheidskanalen zichtbaar (de Eerste Kamer bijvoorbeeld) en een aantal van de eerder genoemde ‘alt’-kanalen voor het politieke debat die we ook eerder al zijn tegengekomen (zoals “Leukste YouTube Fragmenten”). In de volgende stappen van de analyse graven we dieper in deze ‘alt’-debatkanalen door enkele kwalitatieve analyses op de content ervan te verrichten.

Volgende pagina: Afbeelding 3a en b. Gerelateerde kanalen op YouTube. Panoramische overzichten van de bredere Nederlandse mediasfeer op YouTube. Dit diagram is met een interval van twee maanden op 29 maart 2019 en nogmaals op 22 mei 2019 tweemaal met een identieke uitkomst gegenereerd.

177

178

Op zowel de panoramische kaart als in de daaraan voorafgaande analyse (alleen op basis van relaties met de ‘seed list’ in de eerste graad) vinden we een aantal ‘natively digital’ politieke debatkanalen, zoals Leukste YouTube Fragmenten en TheLvkrijger. Wanneer we deze kanalen als een soort mini-genre beschouwen, kunnen we de stijl ervan vergelijken en bekijken op welke manier ze aan Nederlandse politiek ‘doen’. Op voorhand moet worden opgemerkt dat enkele van deze kanalen volgens bepaalde maatstaven vrij marginaal lijken te zijn. TheLvkrijger bijvoorbeeld, dat door YouTube aan de helft van de partijen wordt gekoppeld, heeft 6,5 duizend abonnees. CNN, dat door YouTube eveneens aan de helft van de partijen wordt gekoppeld, heeft 6,5 miljoen abonnees. De Nederlandse politieke arena op YouTube is echter niet zo groot en ondanks dat ze in orde van grootte verschillend zijn, worden CNN en TheLvkrijger door het YouTube-algoritme voor gerelateerde kanalen aan elkaar gelijkgesteld. Met een relatie in de eerste graad krijgen we een verzameling van ‘alt’-kanalen voor het politieke debat, waaronder ‘Leukste YouTube Fragmenten’, ‘Rafiek de Bruin’, ‘LISSAUER.COM’, ‘Res Cogitans’, ‘Omroep PowNed’ en ‘ARNews’, waar we er nog een aantal aan kunnen toevoegen door de relaties daarvan te bekijken, waaronder ‘GeenStijl’, ‘AllePolitiek’ en ‘Deweycheatumnhowe’. Uit een analyse van de stijl ervan blijkt dat ‘TheLvkrijger’, ‘Leukste YouTube Fragmenten’, ‘Rafiek de Bruin’, ‘AllePolitiek’ en ‘Deweycheatumnhowe’ allemaal van een bepaalde soort zijn, in die zin dat ze allemaal filmpjes of interviews met debatten plaatsen. Daarnaast maken sites zoals ‘ARnews’ en ‘LISSAUER’ gebruik van memes, een stijl die ook door PowNed en GeenStijl wordt gebruikt en zelfs tot op zekere hoogte door hen is geïntroduceerd. GeenStijl staat bekend om zijn provocerende, niet-politiek correcte toon en heeft een stijl die vergelijkbaar is met die van Omroep PowNed. Gevestigd als ze zijn in het Nederlandse medialandschap (waarbij PowNed ook structureel geld van de overheid ontvangt) kunnen ze dus goed worden aangemerkt als ‘gevestigd anti-establishment’. Met als belangrijke uitzondering AllePolitiek, zetten deze kanalen clickbaittactieken in om de aandacht te trekken. Zij lijken tot doel te hebben de verdeeldheid in de Nederlandse politieke arena te vergroten. Hoewel deze aanpak in schril contrast staat met de lange geschiedenis van consensuspolitiek in het land, hangt het van iemands democratische politieke opvattingen af hoe men hier normatief in staat. Hoewel verscheidene kanalen zonder meer partijgebonden zijn, is het bovendien opvallend dat het merendeel van de meest bekeken video’s op de meeste kanalen op FvD- en PVV-figuren is gericht.

Voor een samenvattend beeld van de onderwerpen waar de ‘natively digital’ debatkanalen zich mee bezighouden, kan worden gekeken naar de woorden die het meest in de titels van alle kanalen worden gebruikt. Dat kan in de vorm van ‘woordwolken’, waarbij de woorden een kleur krijgen en al naargelang hun frequentie groter of kleiner zijn. De zwarte woorden betreffen onderwerpen zoals referendum, klimaatakkoord, dividendbelasting en brexit, terwijl de gekleurde woorden de namen van partijen en hun woordvoerders betreffen. Wat op het eerste gezicht opvalt is dat ARNews en AllePolitiek voornamelijk op bepaalde onderwerpen zijn gericht, terwijl de andere kanalen zich meer met Nederlandse politieke persoonlijkheden bezig lijken te houden. Ook zien we de relatieve overeenkomst tussen ResCogitans en Leukste YouTube Fragmenten als kanalen die beide naar FvD lijken te neigen; bij een nadere beschouwing blijkt dat inderdaad het geval te zijn (en lijken ze zelfs door dezelfde persoon te worden beheerd). Zo lijkt TheLvkrijger naar de PVV te neigen, wat eveneens bij nadere beschouwing het geval blijkt te zijn. Net als met de hiervoor besproken thumbnails, komen de namen van de personen uit beide partijen in de videotitels van al deze kanalen veelvuldig voor. Uit nader onderzoek blijkt dat al deze kanalen in 179 ieder geval enigszins sensatiebelust zijn, waarbij ARNews vaak begrippen zoals ‘verhit debat’ gebruikt om content te beschrijven. Bij de meer partijgebonden kanalen wordt in het becommentariëren van parlementaire debatten een antagonistische logica gevolgd, waarbij de winnaar of verliezer van een bepaald debat wordt aangewezen. Dit doet op bepaalde momenten denken aan een debatgenre dat op YouTube veel te zien is, bijvoorbeeld in video’s waarin Jordan Peterson voorkomt. Deze video’s worden dan veelal beschreven in de stijl: Jordan Peterson VERNIETIGT dit of dat.

Afbeelding 4. Thumbnail-diagram van de tien populairste video’s op ‘fringe-kanalen’.

Naast de bevindingen over gerelateerde kanalen lijkt het een eigenaardig feit dat de officiële Nederlandse parlementskanalen samen met Forum voor Democratie (maar niet de andere Nederlandse politieke partijen) zich naast deze ‘alt’-debatkanalen in een cluster lijken te bevinden. Zouden deze bevindingen gezien de hiervoor genoemde grilligheid van de platforms toegeschreven kunnen worden aan een geprikkeld algoritme na het verrassende succes van FvD in de verkiezingen voor de Eerste Kamer? Als dat het geval is, dan zou men verwachten dat deze bevindingen anders zijn wanneer de analyse op een ander moment wordt herhaald, waarbij dan ofwel een stabiele achterliggende netwerksamenstelling ofwel een andere geprikkelde toestand blijkt. Met deze vraag in het achterhoofd hebben we deze eerste twee methoden gereproduceerd. In eerste instantie was het onderzoek gericht op de periode rond de Eerste Kamerverkiezingen, en nu op de periode rond de Europese verkiezingen. Opvallend genoeg hebben we geen groot verschil gevonden in de kanalen die door YouTube met de partijen in verband zijn gebracht (zie bijlage 1). Daarnaast is het panoramische overzicht identiek gebleven.49 Dat zou kunnen wijzen op een stabiele achterliggende toestand van de manier waarop de bredere Nederlandse mediasfeer op YouTube op dit moment door het algoritme wordt gecategoriseerd (zie afbeelding 3). Omdat

49 Kort nadat we deze analyse hadden afgerond, is de functie voor gerelateerde video’s door YouTube beëindigd (YouTube, 2019). 180 aan de Europese verkiezingen verschillende andere partijen meededen, hebben we in het panoramische overzicht echter wel twee nieuwe clusters ontdekt: één daarvan, die in verband wordt gebracht met de nieuwe pan-Europese partij Volt, zweeft op zichzelf, volledig los van het netwerk als geheel; het andere, dat met de Nederlandse Piratenpartij in verband wordt gebracht, is aan het grotere netwerk gekoppeld via een kanaal ‘talking-head chat show’ genaamd ‘Cafe Weltschmertz’. Cafe Weltschmertz ligt vlak bij het hiervoor besproken alternatieve media- ecosysteem en lijkt zijn politieke debatten in een tendentieuze stijl te voeren die vergelijkbaar is met enkele van de hiervoor gekarakteriseerde kanalen; Cafe Weltschmertz omschrijft zijn eigen aanpak bijvoorbeeld als ‘politiek incorrect’. In ditzelfde cluster vinden we echter ook linkse kanalen voor onderzoeksjournalistiek zoals ‘Follow the Money’ en De Correspondent, alsmede de verwachte kanalen die op het onderwerp privacy zijn gericht: ‘Bits of Freedom’, ‘Privacy First’, en tenslotte een debatkanaal genaamd ‘Potkaars Podcast’, waar op de homepage een video is geplaatst met de titel “Potkaars praat met iedereen”. In het licht van onze navolgende bespreking van nepnieuws als een onderwerp van discussie is het de moeite waard om de beschrijving van de video volledig te citeren: “Wil je echt nieuws [in plaats] van nep nieuws? Dan moet je door de rook -smoke & mirrors- naar het vuur; sta op vrije toegang tot informatie en een controleerbare overheid. Informatie wegzetten als ‘nepnieuws’ is makkelijk. Wat stel jij er tegenover?”

Afbeelding 5. Screenshot van de “about”-pagina op het YouTube-kanaal van Cafe Weltschmertz, waarop een sarcastische “trigger warning” is opgenomen voor kijkers bij wie de oprechte benadering van het politieke debat en de cryptonormatieve ondersteuning van “hygiënische democratische processen” woede zou kunnen oproepen.50

Nepnieuws als onderwerp De laatste analyse betreft de vraag waarom kanalen in de Nederlandse politieke arena zich met name met één onderwerp bezighouden: nepnieuws. We beginnen met een video van

50 Kortheidshalve en ten behoeve van de scherpstelling wordt geen analyse van dit specifieke unieke begrip gegeven, maar het is hier toch vermeldenswaardig dat een van de karakteristieke prestaties van enkele onderdelen van het Amerikaanse alternatieve partijgebonden nieuwssysteem, met name de extreemrechtse, de introductie van nieuwe terminologie is geweest in de hoop bepaalde conceptuele kaders, die eerder als radicaal werden gezien, te normaliseren (Hatewatch Staff, 2015; Benkler e.a., 2018: 128-132). Door politieke deskundigen wordt deze techniek ook wel aangeduid als “opening the Overton window” (Marwick en Lewis, 2017: 11). 181

TheLvkrijger waarin volksvertegenwoordiger Martin Bosma van de PVV de minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren in een Tweede Kamerdebat confronteert met het nepnieuws dat in haar portefeuille centraal is komen te staan. In de video beschuldigt Bosma Ollongren ervan dat zij “een raar spelletje” speelt en vraagt of het wel aan de minister is om te besluiten “dat klopt wel en dat klopt niet”.

Bosma wijst op een fundamenteel gebrek aan consensus over wat er in de controverse rondom nepnieuws meer in het algemeen speelt en beweert dat Ollongren voor haar eigen politieke doeleinden haar eigen definitie van wat nepnieuws vormt, verandert. Wanneer we kijken naar het opmerkingenveld onder deze video, zien we dat de reacties de opvattingen van Bosma herhalen en de integriteit van Ollongren in twijfel trekken, waarbij wordt gesproken over een behoefte aan een concrete definitie van nepnieuws (45 likes). De reacties spreken daarnaast over de Nederlandse publieke omroep als nepnieuws en dat “[h]et enige wat die omroep doet is misleiden” (78 likes).51 In dit laatste gebruik van het concept ‘nepnieuws’ weerklinkt het gebruik door Trump van de term als een middel om de gevestigde media mee aan te vallen.

In een andere interessante video, eveneens door TheLvkrijger gepubliceerd, zien we een door de PVV georganiseerd populistisch debat met experts over het onderwerp nepnieuws en de Europese Unie. Vergelijkbaar met de hiervoor genoemde definitie van nepnieuws die aan Trump doet denken, wordt in het debat de vermeende linkse neiging in de gevestigde media besproken, zoals die tot uitdrukking komt in de algemene stelling van het debat dat de media “de ideologie van de gevestigde orde” dienen. Ook hier zien we de positieve ontvangst in het opmerkingenveld, waarin een commentator over de Nederlandse publieke omroep schrijft: “NOS = FAKE NEWS” en de kijker aanmoedigt om zijn nieuws uit alternatieve bronnen op YouTube te halen.52

In een andere video over dit onderwerp, ditmaal gepubliceerd door GeenStijl, worden politici die de Tweede Kamer verlaten door een verslaggever bevraagd over de kwestie ‘nepnieuws’. Deze keer hebben de vragen van de verslaggever betrekking op de voorgenomen Europese wetgeving en niet op de betrokkenheid van Ollongren bij het onderwerp. In overeenstemming met de provocerende stijl van het kanaal wordt het eigen standpunt over het onderwerp niet verhuld en is de titel van de video: “GSTV. Brussel censureert VVMU kapot”. Wederom verschijnt hier volksvertegenwoordiger Bosma, ditmaal met een aanval op de liberale politieke correctheid die van de liberale technocraten in Brussel zou uitgaan, waarbij hij zegt dat “alles wat niet politiek correct is [...] aangepakt gaat worden”.53 Daarentegen zien andere politici die door de journalist worden geïnterviewd wel de noodzaak in van overheidsoptreden in antwoord op de ‘nepnieuwscrisis’. In het opmerkingenveld wordt door meerdere commentatorens wederom het thema herhaald dat de Nederlandse overheid zelf “nepnieuws” is.

51 Het aantal likes bij een reactie kan hier worden beschouwd als een maatstaf voor de mate van overeenstemming met de gevoelens die daarin tot uitdrukking worden gebracht. 52 Dit thema van de karakterisering van ‘NOS is nepnieuws’ en ‘NOS is linkse propaganda’ kwam in meerdere reacties onder meerdere video’s naar voren. 53 Politieke correctheid is onder figuren van het “dark intellectual web” zoals Jordan Peterson aan de rechterzijde (Weiss, 2018), maar ook onder linkse figuren zoals Slavoj Zizek, een zeer populair stokpaardje. 182

In een video die op Leukste YouTube Fragmenten is gepubliceerd, zien we een fragment uit een Tweede Kamerdebat, wederom over het concept van vrijheid van meningsuiting, deze keer door FvD-leider Thierry Baudet. In dit filmpje maakt Baudet een conceptueel punt over de aetiologie (de studie van de waarheid) en probeert met behulp van logica Ollongrens concept van nepnieuws te weerleggen. Hij stelt, in algemene zin, dat als God voor een atheïst niet waar is, dat niet betekent dat het verspreiden van geloof een vorm van desinformatie is. Op basis van dit argument stelt hij vervolgens de kritische vraag of met de voorgestelde aanpak niet ook “de leerstellingen van het Christendom onwaar” en daarmee ook een vorm van “disinformatie [sic]” zouden zijn. Na deze sofistiek stelt Baudet vervolgens dat statelijke actoren niet zouden mogen beslissen wat waar is en wat niet. Hij stelt: “Je kunt de staat niet vertrouwen”. Wat we “nodig” hebben, stelt hij, is “een vrije pers”. In het opmerkingenveld zeggen commentatoren dat alle politici, behalve Baudet, nepnieuws subjectief definiëren, waarbij ze met name terugvallen op het verhaal van de Russische ‘kwade actoren’, dat door een commentator als ‘orwelliaans’ wordt gekarakteriseerd.

Hoewel onze analyse in het rapport niet de Nederlandse centrumlinkse politieke commentatoren bevat, betekent dat niet dat ze op YouTube niet aanwezig zijn. Het betekent slechts dat ze in de door ons gebruikte methode niet naar voren zijn gekomen. Naast de hiervoor geschetste ‘alt’- kanalen vinden we inderdaad ook een video van Zondag met Lubach van Arjen Lubach, de uitzending van de VPRO waarin de commentator kritiek uit op het verhaal van de Russische ‘kwade actoren’, net zoals het geval is in de video van GeenStijl. Naar het oordeel van Lubach is de werkelijke dreiging een alt-right complottheorie in de trant van Pizzagate, die door Russische actoren slechts wordt versterkt.

Conclusie: neiging naar links? Academici worden er door conservatieven vaak van beschuldigd een neiging naar links te hebben. Deze beschuldigingen worden inderdaad ook door bewijs gestaafd (Abrams, 2016). Dit verhaal van ‘liberale vooringenomenheid’ is een van de centrale thema’s van het Amerikaanse nieuw rechts, dat zich uitstrekt van de hedendaagse “neo-reactionaries” (Malice, 2019) tot de “culture warriors” uit de jaren negentig (Nagle, 2017) en terug naar de “messengers of the right” uit de jaren zestig, die nieuwe mediaformules introduceerden om hun boodschap te verspreiden (Hemmer, 2016). En terwijl de beschuldigingen van een dergelijke vermeende liberale vooringenomenheid ook tegen dit verslag kunnen worden gericht, blijft het feit dat de data die aan onze bevindingen ten grondslag liggen, zijn verzameld door simpelweg het platform te volgen en de manier waarop de Nederlandse politieke partijen daar worden gecategoriseerd. Daarbij hebben we een aantal ‘alternatieve’ debatkanalen in kaart gebracht waarvan een groot aantal politiek sterk gekleurd bleek te zijn – wanneer we de oorspronkelijke definitie volgen die Herrmann aan het concept geeft: “openly ideological web operations”. Als we de politieke vooringenomenheid van deze ‘alternatieve’ politieke debatkanalen ten opzichte van de ‘gevestigde’ mediaorganisaties in Nederland zouden situeren, zouden veel ervan ruwweg overeenkomen met de conservatieve en populistische toon van De Telegraaf. Nog dichter bij de antagonistische debatstijl die we in veel van deze kanalen hebben waargenomen, ligt de grenzen overschrijdende stijl van verslaggeving die door het ‘gevestigde anti-establishment’ van GeenStijl en Omroep PowNed is geïntroduceerd.

183

Afbeelding 6. Woordwolken van de titels van alle video’s uit de kanalen die zich met politiek commentaar bezighouden.

184

Afbeelding 7. Screenshot van een reactie onder de video van ‘Leukste YT Fragmenten’, waarin wordt verwezen naar een ‘hopeloos debat’ en het gebrek aan overeenstemming over de definitie van ‘nepnieuws’.

Nederland staat er ook om bekend nieuwe mediaformules te hebben bedacht, in het bijzonder reality-tv. Daarnaast zou gezegd kunnen worden dat Nederland ook innovatief is geweest in het ontwikkelen van nieuwe standpunten en onderwerpen aan de rechterzijde, met name voor wat betreft het onderwerp homonationalisme (Aydemir, 2011). Wat we in dit onderzoek echter ook zouden kunnen zien, is de mogelijke opkomst van uitingen van rechtse experts naar Amerikaanse stijl in de Nederlandse sfeer. Hoewel dit verschijnsel in de huidige ‘alternatieve’ debatarena in de YouTube-omgeving nog altijd marginaal lijkt, is een voorbeeld ervan het kanaal van ‘Paul Nielsen’ (24.531 abonnees), een Engelstalig Nederlands ‘alt-lite’-kanaal waarop titels zijn te vinden als: “NOS is the Dutch CNN | Biased News in Holland” en “How Marxists took over the Netherlands”. Op de site wordt beweerd dat prof. dr. Paul Cliteur het kanaal onderschrijft. Hij is in de rechtszaak tegen Wilders getuige en was tevens de promotor van Thierry Baudet. Dit kanaal kan een brugfunctie hebben naar de figuren in wat wel het “dark intellectual web” (Weiss, 2018) of het “alternative influence network” (Lewis, 2018) van YouTube is genoemd, zoals Stephan Molyneux, die een video heeft geplaatst met de titel: “The Truth About Immigration and Crime in the NL”. Tegelijkertijd moeten we bij het onderzoeken van een netwerk waken voor de ‘guilt by association fallacy’. Het gaat er juist om de nabijheid van een actief en controversieel debatgebied binnen het platform te erkennen.

Terwijl de mogelijke inmenging van ‘Russische trollen’ als een factor in de Amerikaanse verkiezingen in 2016 overtuigend is aangetoond (Jamieson, 2018), ligt dit voor Nederland anders. Naast de afwezigheid van een Anglo-Amerikaans kiesstelsel op basis van ‘first past the post’ is het media-ecosysteem in Nederland ook compleet anders. In Nederland bestaat er bijvoorbeeld nog altijd veel meer vertrouwen in de algemene ‘gevestigde orde’ dan in de Verenigde Staten (Edelman, 2018). Bovendien zijn de Nederlandse nieuwsmedia altijd partijgebonden geweest, in tegenstelling tot de vanzelfsprekende ‘neutraliteit’ die de Amerikaanse nieuwsmedia van de twintigste eeuw typeert. Dat gezegd hebbende: wat we op YouTube zien, duidt op de opkomst van een politiek sterk gekleurde nieuwe Nederlandse media-politieke arena. Deze arena wordt momenteel voornamelijk door één partij gedomineerd, maar andere partijen kunnen hier de uitdaging aangaan. Voor zover YouTube in Nederland (met name voor jongeren) een mediabron vertegenwoordigt, kan de Nederlandse ‘alt’ politieke debatarena op YouTube een herpolitisering van jongeren vertegenwoordigen die ingaat tegen het historische project van preventieve depolitisering van het neoliberalisme (Foucault, 2008). Wanneer het politieke pluralisme ervoor

185 pleit dat verschillende belangen vreedzaam naast elkaar bestaan, kan de strijdlustige en niet- politiek correcte toon van een groot deel van het politieke debat op YouTube hiertegen indruisen. Kan de lange traditie van consensus in de Nederlandse cultuur ook in deze nieuwe debatcultuur worden ingezet of is Nederland op weg naar veramerikaanste polarisatie in navolging van Trump? Als laatste slotwoord kunnen we zeggen dat in een onderzoek naar nepnieuws, waarbij deze term wordt gedefinieerd als de opzettelijke manipulatie van feiten, ook de inherente problematische aspecten van dit begrip zelf in ogenschouw moeten worden genomen. Om die reden kan de regulering van desinformatie als orwelliaanse ‘thought control’ worden aangemerkt, wat weer weerklank vindt binnen de anti-establishment, conspiratieve kaders van de populisten.

186

Bijlage 1 Gerelateerde kanalen op YouTube, 22 mei 2019. Tabel waarin in de bovenste rij de naam wordt weergegeven van iedere Nederlandse politieke partij die aan de Europese verkiezingen heeft meegedaan. Net als in afbeelding 1 zijn de kolommen daaronder de mediaorganisaties die met het YouTube-kanaal van iedere partij in verband worden gebracht. De gerelateerde kanalen voor de partijen zijn identiek aan afbeelding 1, met uitzondering van enkele kleine verschillen en het feit dat voor D66 nu geen gerelateerde kanalen meer naar boven komen, wat voor de PvdA ook het geval is. Merk ook op dat de twee Europese partijen waar kanalen voor worden gevonden in een andere categorie worden geplaatst dan de andere Nederlandse landelijke politieke partijen.

187

Conclusies: mainstream onder vuur

Richard Rogers en Sabine Niederer

Scheiden van desinformatie en nepnieuws en verdere ontwikkeling van andere begrippen Desinformatie en nepnieuws zijn hedendaagse verschijnselen met een rijke geschiedenis. Desinformatie, of de moedwillige introductie van valse informatie met als doel schade te veroorzaken, doet denken aan beruchte buitenlandse inmengingsactiviteiten in nationale mediastelsels, zoals de Russische campagne ‘Operation Infektion’. Daarin werd in het begin van de jaren tachtig op een doeltreffende manier het hiv-virus in verband gebracht met een vermeend geheim laboratorium voor biologische wapens in de Verenigde Staten. Protesten tegen nepnieuws, of dubieuze verhalen die de uiterlijke kenmerken van nieuws hebben, hebben zich herhaaldelijk voorgedaan bij de introductie van nieuwe mediatechnologieën die de publicatie, verspreiding en consumptie van nieuws verstoren: van de zogenaamde geruchten-verspreidende kwaliteitskranten eeuwen geleden tot meer recent de blogosfeer. Sociale media zijn slechts de meest recente media ‘zonder waarheid’. Het aanmerken van een nieuwsorganisatie als ‘nep’, of het der Lügenpresse noemen, kent echter een donkerder geschiedenis die in verband wordt gebracht met autoritaire regimes of populistische bombast die de reputatie van ‘elitaire media’ en de waarde van ‘ongemakkelijke waarheden’ in het algemeen aantasten.

Sociale mediaplatforms zijn tegenwoordig betrokken bij zowel de praktijk van de verspreiding van desinformatie als de opkomst van deze twee soorten nepnieuws. Zoals in de theoretische en empirische literatuur tot op heden is besproken, is het door sociale media mogelijk geworden dat buitenlandse desinformatieactiviteiten binnendringen, dat dubieuze content op grote schaal wordt gepubliceerd en verspreid en dat extreme commentatoren met een groot aantal volgers de mainstream media aanvallen door te zeggen dat ze nep zijn.

Desinformatie en nepnieuws worden wereldwijd in toenemende mate in samenhang bestudeerd, maar ook kan worden beargumenteerd dat ze zouden moeten worden gescheiden. Het bewijs voor buitenlandse desinformatiecampagnes is in Nederland dan ook schaars; gevallen van binnenlandse actoren die het ‘Russian playbook’ aan desinformatietactieken inzetten worden zelden gedocumenteerd. In tegenstelling tot de Verenigde Staten, waar veel van de literatuur op is gericht, hebben we in Nederland nog niet de opkomst meegemaakt van namaak- nieuwsorganisaties of de totstandkoming van actiegroepen die doen alsof ze maatschappelijke groepen of doelen vertegenwoordigen. Wanneer we een enge definitie van ‘desinformatie’ en ‘nepnieuws’ hanteren, vinden we dit dan ook nagenoeg niet in Nederland.

Maar de definitie van ‘nepnieuws’ en het verwante begrip ‘junknieuws’ strekt zich vaak ook uit tot clickbait, complottheorieën en politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen, maar ook tot kunstmatig versterkte content en accounts op sociale media. Een bekend voorbeeld hiervan is Buzzfeed News, dat in 2016 berichtte dat ‘nepnieuws’ groter was dan het mainstream nieuws op Facebook, maar dat daarbij clickbait en politiek sterk gekleurde bronnen zoals Breitbart News in zijn definitie had opgenomen. Wanneer de definitie op die manier wordt verruimd, zou dat betekenen dat dergelijke bronnen in Nederland relatief gezien in overvloed aanwezig zijn.

188

Uit inleidende onderzoeken is gebleken dat de Nederlanders veel clickbait en ‘pulpcontent’ consumeren; er bestaan een aantal tendentieuze en politiek sterk gekleurde nieuws-achtige bronnen waar veel interactie mee plaatsvindt, met name aan de rechterzijde van het politieke spectrum, en de kunstmatige amplificatie van accounts op sociale media, waaronder die van bepaalde politici en muzikanten, is goed gedocumenteerd. De invloed ervan varieert. Clickbait zou vaker worden geconsumeerd dan het mainstream nieuws, maar daar bestaat ook meer van. Er wordt wellicht het minst op complottheorieën geklikt, tenminste volgens onze bevindingen per platform, zoals hierna besproken. In de online politieke arena’s wordt nog altijd verwezen naar het nieuws dat door commerciële en publieke omroepen wordt geleverd en het wordt nog altijd geliket en gedeeld, en ook in grotere hoeveelheden dan de tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen. De laatstgenoemde is echter wel aanwezig in de lijsten met bronnen rond verkiezingsonderwerpen waarmee de meeste interactie plaatsvindt. Door kunstmatige versterking kan iemands imago worden opgepoetst, maar het heeft ook geleid tot kleine schandalen waarin nepvolgers aan het licht kwamen door nieuwe online opsporingsmiddelen en nieuwsberichten.

Steeds vaker wordt de vraag gesteld of deze bronnen de lezer ook overtuigen. De eerste stroom wetenschappelijke artikelen over de productie en verspreiding van desinformatie heeft plaatsgemaakt voor de volgende stroom over de gevolgen ervan. Gezien de verharding is het de vraag of de invloed van desinformatie en nepnieuws ooit meer dan ‘minimaal’ is.

In dat verband is de opkomst van extreme content (waaronder extreme clickbait) die op sociale mediaplatforms wordt verspreid een bron van voortdurende ontzetting en metingen, die leiden tot de roep om regulering van platforms en die sociale mediabedrijven ertoe beweegt om meer mensen aan te nemen die de content beoordelen en aan geautomatiseerde opsporing werken. Een ander aandachtspunt is dat twijfel en wantrouwen jegens publieke instellingen en de media mainstream worden, wat gelijk opgaat met de opkomst van ‘alternatieve feiten’ en de infrastructuren die daaraan ten grondslag liggen. De ‘post-truth conditie’, zoals dit ook wel wordt genoemd, is besproken als een ‘gevecht om de feiten’ van de eerste orde, maar ook als concurrentie van de tweede orde tussen ‘sektarische kennisregimes’ en concurrerende media- ecologieën. Neemt het gezag van mainstream nieuws en kennisinstellingen af voor de steeds grotere delen van de samenleving die de alternatieven consumeren? Een bevinding die vaak wordt aangehaald is dat oudere consumenten een ‘gewillig publiek’ vormen voor ‘fringe’ media en daar ook betrekkelijk veel gebruik van maken.

Het consumeren en delen van nepnieuws is ook het aandachtsgebied van initiatieven ter bevordering van mediawijsheid, middels bijvoorbeeld quizzen, serious games en publiekscampagnes. Door verhoogde bewustwording, vooral rond de verkiezingen, kan een al te grote invloed van desinformatie en dubieuze content op consumenten worden afgewend en kunnen de instellingen weerbaar worden gemaakt, zo is de gedachte. Vrijwillige en professionele factcheck-initiatieven worden in dit verband ook besproken, net als het (automatisch) rapporteren van content die door mensen gecontroleerd zou moeten worden. De vraag die hierbij regelmatig wordt gesteld is of de hoeveelheid junk op deze platforms niet veel groter is dan de capaciteit die beschikbaar is om de content te beoordelen. Daaraan gerelateerd is de vraag wie de reviewers controleert.

189

Tenslotte worden er in de literatuur volop zorgen geuit over de beperkte publieke toegankelijkheid tot de data van sociale media, ook bekend als de discussie van de ‘gesloten platforms’. Toekomstig onderzoek zou zich moeten richten op de mate waarin desinformatie en junknieuws in al hun verschijningsvormen online nog altijd floreren. De vraag is dan of er voldoende capaciteit is om deze te volgen, zodat het algemene gebruik en de overtuigingskracht ervan kunnen worden vastgesteld, de bredere maatschappelijke gevolgen kunnen worden bestudeerd en op basis daarvan kan worden gehandeld.

Empirische bevindingen betreffende junknieuws rond de Nederlandse verkiezingen in 2019 Deze studie bestaat uit een reeks empirische casestudy’s omtrent de interactie met junknieuws, alsmede met politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen, in Nederlandse politieke arena’s op sociale media in de aanloop naar twee verkiezingen in 2019. Deze arena’s zijn afgebakend middels zoekopdrachten naar de namen van de politici en politieke partijen, en naar maatschappelijke kwesties. Sommige van deze kwesties hebben betrekking op de verkiezingen (zoals het klimaat en de EU) en andere zijn controversiëler van aard (zoals Zwarte Piet). Hier worden de bevindingen samengevat en vervolgens in perspectief geplaatst in een bespreking van de gevolgen ervan, onder meer voor het beleid.

De algemene onderzoeksvraag waarop de studie is gebaseerd, is als volgt. In hoeverre resoneren desinformatie en zogenaamd junknieuws in de online politieke arena’s op sociale media (en in de resultaten van zoekopdrachten) rond de Provinciale Statenverkiezingen en de Europese Parlementsverkiezingen van 2019 in Nederland?

De bevindingen worden hier kort weergegeven.

1) Wij hebben geen buitenlandse desinformatie(campagne) of nep-actiegroepen gevonden die rond de Provinciale Staten- en Europese Parlementsverkiezingen van 2019 actief waren.

2) Het mainstream nieuws wordt meer geconsumeerd en heeft meer interactie dan junknieuws, maar dit geldt niet voor alle onderzochte platforms in alle onderzochte perioden (8 februari - 25 maart 2019, 26 april - 24 mei 2019 of langere perioden). Voor de onderwerpen Zwarte Piet en MH17 zijn verhoudingsgewijs grotere hoeveelheden junknieuws zichtbaar dan voor de verkiezingsonderwerpen en deze onderwerpen spelen ook gedurende het hele jaar.

3) Met betrekking tot sociale mediamanipulatie zijn trol-achtige gebruikers rondom meerdere Nederlandse politieke kwesties actief (op Twitter). We vermoeden ook kunstmatige versterking (nepvolgers op Instagram).

4) Er is een opkomende alternatieve mediasfeer, die met het mainstream nieuws concurreert en ook mainstream wordt in die zin dat deze bronnen niet alleen door trol-achtige sociale mediagebruikers maar ook door reguliere (niet-gelabelde) gebruikers worden verspreid.

190

5) Facebook heeft verhoudingsgewijs de grootste hoeveelheid junknieuws vergeleken met de andere platforms, gevolgd door Twitter. YouTube is een belangrijke alternieve nieuwssfeer in het algemeen en een debatarena voor de kwestie ‘nepnieuws’.

6) Het Nederlandse 4chan en Reddit verspreiden aanzienlijk meer Nederlands mainstream nieuws dan junknieuws. Daarbij wordt door gebruikers van 4chan meer op de verhalen gereageerd dan dat ze worden overgenomen. 4chan is een incubator voor extreemrechtse activiteit in Nederland, wat blijkt uit het soort YouTube-video’s waarnaar wordt verwezen.

Facebook: een vruchtbare bodem voor junknieuws De methode die aan het hier gepresenteerde onderzoek ten grondslag ligt, is op datajournalistiek van met name BuzzFeed News en later NRC Handelsblad gebaseerd. Beide hebben vastgesteld met welke verhalen op Facebook de meeste interactie heeft plaatsgevonden in de aanloop naar de landelijke verkiezingen. BuzzFeed News concludeerde dat ‘nepnieuws’ op Facebook beter presteerde dan het mainstream nieuws in de maanden voorafgaand aan de Amerikaanse federale verkiezingen in 2016, wat aan de algehele ‘nepnieuwscrisis’ heeft bijgedragen. NRC Handelsblad daarentegen, dat een veel striktere definitie hanteerde, vond voorafgaand aan de Nederlandse landelijke verkiezingen in 2017 slechts weinig van dat materiaal. Uit onze studie is gebleken dat Facebook in Nederland niet een vruchtbare bodem is voor desinformatie en nepnieuws, maar wel voor junknieuws. Daarvoor wordt een bredere definitie gehanteerd dan voor nepnieuws, zoals hiervoor is besproken. Hoewel de hoeveelheid ervan niet groter is dan de hoeveelheid mainstream nieuws, is het ook verre van marginaal. In enkele onderzochte perioden was de aanwezigheid ervan in de populairste verhalen op Facebook (op basis van interactiemetingen) gelijk aan of groter dan die van het mainstream nieuws. Het engagement, gemeten naar interactie zoals shares en likes, moet echter verder worden onderzocht, want dat moet in geen geval worden gelijkgesteld aan steun of instemming.

Terwijl Facebook een aanzienlijke stroom junknieuws bevat, waaronder politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen en bronnen met complottheorieën, blijken buitenlandse desinformatie en nepnieuws (zoals organisaties die zich voordoen als nieuwsbronnen of actiegroepen) afwezig. Dat geldt in ieder geval voor de verhalen met de meeste interactie die betrekking hebben op de verkiezingen en zijn verzameld door middel van zoekopdrachten naar politieke leiders, partijen en maatschappelijke kwesties op basis van trefwoorden (of in langere longitudinale onderzoeken naar bepaalde onderwerpen op Twitter en in Nederlandse omgevingen op Reddit en 4chan). Ook al zijn desinformatie en nepnieuws niet aangetroffen, junknieuws is wel een factor in de Nederlandse politieke arena’s op sociale media en de gevolgen ervan moeten kritisch worden bestudeerd.

Google Web Search: zoekopdrachten in spreektaal resulteren in junknieuws De studie betreffende Google Web Search draait om het lokaliseren van junknieuws in de eerste twintig resultaten op Google.nl voor zoekopdrachten naar Nederlandse politieke partijen en belangrijke maatschappelijke kwesties voorafgaand aan de Provinciale Staten- en Europese Parlementsverkiezingen van 2019. De zoekopdrachten zijn geformuleerd door de namen van de politieke partijen te combineren met trefwoorden voor maatschappelijke kwesties. De trefwoorden komen zowel uit het ‘officiële’ taalgebruik dat op de partijplatforms is verzameld als 191 uit de ‘spreektaal’ in de opmerkingen op de Facebookpagina’s van de politieke partijen. Het junknieuws dat is gevonden, betreft vrijwel uitsluitend politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen en niet zozeer desinformatie, complottheorieën of clickbait. Voor zoekopdrachten naar bepaalde groepen onderwerpen bleek tot 25% van de resultaten politiek sterk gekleurd te zijn. Evenals bij de andere onderzochte platforms waren tijdens de verkiezingsperioden in de ‘bovenste content’ geen buitenlandse desinformatie, nepnieuwsorganisaties of nep-actiegroepen aanwezig.

Zoekopdrachten met trefwoorden rondom maatschappelijke kwesties in combinatie met centrumrechtse politieke partijen resulteren in meerdere mate in junknieuwsbronnen dan zoekopdrachten betreffende centrumlinkse partijen. Ook is gebleken dat de aanwezigheid van junknieuws door de tijd heen niet stabiel is. Voorafgaand aan de Provinciale Statenverkiezingen steeg de hoeveelheid ervan, om op de dag van de verkiezingen en direct daarna weer te dalen, zoals uit het onderwerp migratie blijkt. Bij de Europese Parlementsverkiezingen zien we juist het tegenovergestelde effect. Wanneer we de twee soorten zoekopdrachten (resp. gebaseerd op officiële taal en spreektaal) met elkaar vergelijken, zien we dat de laatstgenoemde tot een hoger percentage junknieuws in de resultaten leidt.

Twitter: junknieuws en trolactiviteit rond polariserende kwesties In de Twitter-studie is gekeken naar de aanwezigheid van junknieuws, tendentieus nieuws en trol-achtige activiteit tijdens de campagneperioden van de Provinciale Statenverkiezingen en Europese Parlementsverkiezingen in Nederland in 2019. Rondom de Provinciale Statenverkiezingen is trol-achtige activiteit aangetroffen rond zowel politieke begrippen, zoals de aanduiding voor de verkiezingen zelf (‘PS2019’) en bepaalde partijleiders, als mogelijk polariserende onderwerpen zoals MH17, Zwarte Piet en de schietpartij in de tram in Utrecht in maart 2019. Trol-achtige activiteit verwijst naar een reeks gedragsindicatoren, waaronder het targeten van politici met een opvallend hoog aantal tweets in een korte periode of door een reeks accounts die op ongeveer hetzelfde moment zijn aangemaakt. Uit de analyse blijkt dat 14 trol- achtige Twitter-gebruikers op alle onderzochte onderwerpen actief waren, en 29 waren op de meeste onderwerpen actief. Vier van deze profielen waren rond de Europese Parlementsverkiezingen nog altijd (of wederom) actief. Ze verspreiden allemaal vooral politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen, qua hoeveelheid gevolgd door complotwebsites.

Bij het beantwoorden van de vraag in welke mate junknieuws in de Nederlandse politieke Twitter-sfeer aanwezig is, hebben we vastgesteld welke bronnen het meest zijn gedeeld. Daarbij hebben we een stabiele resonantie van junknieuws gevonden, die echter in het niet valt bij de mainstream bronnen. Eén opmerkelijke bevinding is dat gedurende de Provinciale Statenverkiezingen voor zowel Zwarte Piet als MH17 verhoudingsgewijs een grote mate van activiteit is gevonden, ook al vindt het sinterklaasfeest in december plaats en was er in die periode geen specifiek nieuws over MH17, bijvoorbeeld betreffende de onderzoeken naar de oorzaak van het neerstorten van het vliegtuig. Politiek sterk gekleurde en tendentieuze bronnen zijn door trol-achtige gebruikers het meest gedeeld, gevolgd door complotwebsites die theorieën aandragen rond MH17 en de schietpartij in de tram in Utrecht. De pro-Russische site novini.nl, die op verhaalniveau schommelt tussen sterk politiek gekleurd en complottheorie, is ook door trol-achtige gebruikers rond alle onderzochte maatschappelijke kwesties gedeeld, maar slechts 192 zelden met betrekking tot de politieke leiders. Tijdens de Europese Parlementsverkiezingen vond junknieuws op verschillende momenten meer weerklank dan het mainstream nieuws rond polariserende onderwerpen als Zwarte Piet en MH17. Het presteerde vooral beter dan het mainstream nieuws vanwege een afname van de berichtgeving over deze onderwerpen in de onderzochte perioden, terwijl het junknieuws stabiel blijft.

Op basis van de bevindingen lijkt de Nederlandse Twitter-sfeer geen desinformatieprobleem te hebben; er zijn geen professionele of grootschalige desinformatiecampagnes of campagnes van nepactiegroepen aangetroffen. Trol-achtige gebruikers, zowel in de vorm van bots als van semi- geautomatiseerde gebruikers die originele content automatisch retweeten en posten, verlenen wel wat symbolische macht aan polariserende standpunten rondom verschillende maatschappelijke kwesties. Rond polariserende onderwerpen blijft de activiteit, gevoed door politiek sterk gekleurd en tendentieus nieuws, in beide onderzoeksperioden vrij stabiel (hoe marginaal ook), wat erop wijst dat deze kwesties het gehele jaar door leven en niet alleen in het verwachte seizoen.

Instagram: een aparte extreemrechtse media-ecologie en tekenen van kunstmatige amplificatie In de Instagram-studie is de aanwezigheid (en afwezigheid) van desinformatie en nep- /junknieuws vanuit drie invalshoeken onderzocht: op postniveau, op bronniveau en op het niveau van de volgers. Op postniveau kijken we naar de verspreiding van nep-/junknieuws in politieke arena’s, op bronniveau vergelijken we het publiek van nep-/junknieuws en de politieke leiders en partijen, en ten slotte bestuderen we de volgers van de politieke entiteiten, waarbij we op zoek gaan naar tekenen van niet-authentiek gedrag. In het algemeen troffen wij op Instagram een betrekkelijk gezonde Nederlandse politieke arena aan met slechts kleine hoeveelheden junknieuws en kleine aantallen nepvolgers. De overgrote meerderheid van de gelikete content op het Nederlandse politieke Instagram, dat door middel van zoekopdrachten op politieke trefwoorden is afgebakend, betreft geen junknieuws, al zien we rond bepaalde rechtse politieke leiders en polariserende onderwerpen wel een kleine hoeveelheid tendentieus en politiek sterk gekleurd nieuws. In de posts met betrekking tot politieke partijen en leiders was in beide onderzochte perioden het mainstream nieuws prominenter aanwezig dan junknieuws. De gebruikers van het platform die in de Nederlandse politieke Instagram-arena het meest actief zijn, lijken authentiek te zijn en vertonen vrijwel geen tekenen van kunstmatige manipulatie.

Binnen deze betrekkelijk gezonde online politieke arena is er alleen uiterst rechts in het politieke spectrum verdachte activiteit waargenomen. Daar vindt de verspreiding van junknieuws plaats en daar zien we dat degenen die de uiterst rechtse partijen en leiders volgen ook de junknieuwsbronnen volgen. Ook zien we hier signalen van kunstmatige manipulatie. Bepaalde rechtse leiders (en het persoonlijke account van de minister-president) vertonen tekenen van een groot aantal nepvolgers. De kunstmatige activiteit die we hier aantreffen komt overeen met het incident rondom nepvolgers in 2015, toen Twitter nepvolgers verwijderde en bleek dat bepaalde Nederlandse politici (en bekende Nederlanders) zwaar werden getroffen.

Reddit en 4chan: YouTube-video’s als nieuwsbron dragen bij aan polarisatie Ondanks dat ze vaak worden beschreven als alternatieve zones op het web, blijkt uit onze bevindingen dat het ‘Nederlandse’ Reddit en 4chan geen alternatieve nieuwsbronnen verspreiden, maar juist vaker (en zelfs voor het overgrote deel) naar mainstream nieuwsbronnen 193 verwijzen. Naast twee voorbeelden waarin de pro-Russische site novini.nl wordt verspreid en de activiteit vanuit één specifiek verdacht Reddit-account zien we hier geen gecoördineerde desinformatie- of nepnieuwscampagnes. Er is zeker junknieuws te vinden, maar vergeleken met de algehele verspreiding van bronnen blijft het aandeel daarvan marginaal. Met name Reddit lijkt goed ‘bestand’ tegen desinformatie. Voor 4chan zijn in het onderzoek wel verschillende soorten junknieuws gevonden, in het bijzonder van politiek sterk gekleurde aard, die met name op 4chan/pol/ zijn aangetroffen.

In het onderzoek is junknieuws aangetroffen, in het bijzonder van politiek sterk gekleurde aard, en dan met name op 4chan/pol/. Dit zijn hoofdzakelijk links naar tendentieuze en politiek sterk gekleurde bronnen als The Post Online en De Dagelijkse Standaard, maar ook naar de complotwebsite NineForNews. Een rechtse oriëntatie was te verwachten op 4chan/pol/, dat bekendstaat als uiterst rechtse hub. Voor Reddit lag dit echter minder voor de hand, omdat het ‘Nederlandse’ Reddit, dat we als uitgangspunt hebben genomen, een aantal politiek diverse subreddits bevat. De artikelen die de meeste gebruikersinteractie vertonen, betreffen migratie en de islam, en niet geopolitieke content zoals de Russische betrokkenheid bij MH17. Hoewel deze bronnen niet als ‘nep’ kunnen worden bestempeld, kunnen ze wel als polariserend worden aangemerkt.

Desalniettemin is de overgrote meerderheid van de links naar nieuwsbronnen gericht op mainstream kanalen zoals NOS.nl, op zowel 4chan/pol/ als Reddit. Deze bevindingen gaan tegen de verwachtingen in, in die zin dat de platforms (zoals gezegd) vaak als ‘alternatief’ worden beschreven en de anonieme en pseudonieme gebruikers verwijzen naar marginale of alternatieve kennisbronnen zoals alternatieven voor Wikipedia. Onze bevindingen weerleggen een dergelijke karakterisering en laten zien dat mainstream bronnen enige autoriteit genieten op deze platforms. We hebben tot op heden echter niet onderzocht hoe deze bronnen worden besproken, bijvoorbeeld als startpunt voor een discussie of om er de spot mee te drijven. Het is mogelijk dat het mainstream NOS.nl op Reddit als een betrouwbare bron wordt beschouwd, terwijl deze site op 4chan/pol/ als ‘nepnieuws’ wordt bestempeld.

Tenslotte is het belangrijk om mainstream nieuws en junknieuws niet te beschouwen als de enige bronnen van nieuwsvoorziening op internet. In het onderzoek naar Reddit en 4chan, maar ook in de YouTube-studie, hebben we kunnen vaststellen dat YouTube tot een grote nieuwsbron is uitgegroeid. Dat is met name het geval voor 4chan/pol/, maar ook voor Reddit, waar video’s op het gebied van “News & Politics” een belangrijke bron vormen. Op 4chan/pol/ zijn ze waarschijnlijk het belangrijkst, waarbij ze alle andere bronnen ver achter zich laten. Uit een klein verkennend onderzoek naar de YouTube-kanalen die op Reddit worden gepost, blijkt dat naar gevestigde bronnen wordt verwezen, zoals PowNed, Zondag met Lubach en NOS, terwijl op 4chan/pol/ juist aan alternatieve, buitenlandse en politiek sterk gekleurde bronnen wordt gerefereerd, zoals aan Mike Cernovich en Russia Today. Als het plaatsen van deze links en dit engagement voortduren, zou dergelijke polariserende content in de Nederlandse politieke arena een polariserende werking kunnen hebben.

194

Van bevindingen tot gevolgtrekkingen: mainstream onder vuur In de literatuur houdt een kleine maar groeiende groep wetenschappers zich bezig met de vraag hoe nepnieuws kan worden beschouwd als morele paniek (Morozov, 2017; Hirst, 2017). Die term verwijst naar zich herhalende momenten in de geschiedenis wanneer ‘weldenkende mensen’ (in de klassieker van Stanley Cohen gedefinieerd als “editors, bishops and politicians”) een maatschappelijke toestand waarnemen die het verval van maatschappelijke normen en waarden veroorzaakt (1972). Wanneer nepnieuws door die lens wordt beschouwd, rijst de zorg dat de traditionele journalistiek als steunpilaar of ‘4th estate’ van de democratie thans wordt uitgehold door sociale media en daar wordt vervangen door clickbait van lage kwaliteit en openlijk ideologische commentaren, die op zo’n wijze worden verpakt dat de consumptie ervan doet denken aan die van ongezond junkfood. De algehele gezondheid van de media als sociaal weefsel staat op het spel, omdat burgers die sociale media als bron van politieke informatie gebruiken worden benadeeld in de mogelijkheden om een oordeel te vormen over maatschappelijke kwesties en politiek in algemenere zin (Carlson, 2018). In een tweede subset in de literatuur wordt beschreven hoe de media-aandacht voor nep- of junknieuws, en in het bijzonder de relatie daarvan tot de groei van een uiterst rechtse media-ecologie, hier juist ‘zuurstof’ aan geeft (Phillips, 2018). Ook klinkt de oproep om niet langer aandacht te besteden aan het fascinerende subculturele milieu waarin extreemrechts zichzelf cultiveert, en in de journalistieke berichtgeving juist aandacht te schenken aan de slachtoffers van deze praktijken. Er zijn ook voorbeelden van politici die extremistische of polariserende content doorsturen en daarmee dat materiaal ook zuurstof geven. Door het te delen dragen zij namelijk bij aan de verspreiding en wellicht zelfs aan de normalisering ervan. In lijn met deze literatuur zien de beleidsaanbevelingen op het signaleren van en reageren op bedreigingen van de mainstream, zowel vanuit sociale mediaplatforms als vanuit journalisten en de journalistieke praktijk, online contentcreatie en politieke leiders.

We hebben geconstateerd dat er bepaalde platforms en onderwerpen zijn waar de bedreiging van de mainstream acuter lijkt. Hoewel het geen platform is waarop Nederlandse junknieuwsbronnen op grote schaal worden verspreid, is het Nederlandse 4chan een incubator van extremistisch sentiment, vooral waar het gaat om antisemitisme en anti-immigratie. Andere platforms zijn om andere redenen problematisch. Nederlandse politieke arena’s op Facebook en Twitter, die aan de hand van zoekopdrachten naar politici, partijen en kwesties zijn afgebakend, hebben de grootste hoeveelheden junknieuws waarmee interactie plaatsvindt, maar deze hoeveelheden zijn nog altijd kleiner dan de algemene consumptie van mainstream nieuws op die platforms. Binnen het junknieuws zijn politiek sterk gekleurde bronnen populairder dan complottheorieën. Voor polariserende onderwerpen zoals klimaatverandering, MH17 en Zwarte Piet behalen de verhalen daarover soms meer engagement dan verhalen uit de mainstream pers. Zo zien we dat op Twitter, tijdens de campagneperiode voor de Europese Parlementsverkiezingen, een pro- Nexitverhaal in de politiek sterk gekleurde krant De Dagelijkse Standaard over het uit de EU treden van Nederland het beter deed dan een artikel over datzelfde onderwerp in het mainstream NRC Handelsblad. Ook zijn er sporen van een meer algemene gepolariseerde media-ecologie te vinden. Op YouTube is een alternatieve (rechtse) mediasfeer ontstaan, waarin extreme YouTubers (‘micro-celebrities’) de scepter zwaaien. Instagram heeft ook een dergelijke alternatieve mediasfeer, die in de analyse kon worden opgespoord via gedeelde volgers van rechtse politici en politiek sterk gekleurde mediaorganisaties. Deze zijn vooral te typeren als ‘alt lite’, dat wil zeggen: tegen de gevestigde orde en tegen politieke correctheid, met content die ook als anti-islam kan 195 worden beschouwd. Hiervan zijn geen linkse equivalenten gevonden. Deze sferen concurreren juist met de meer mainstream sferen.

In tegenstelling tot de situatie in andere landen tijdens de Europese Parlementsverkiezingen hebben we in onze studie geen buitenlandse desinformatie gevonden, maar wel zogenaamd ‘junknieuws’, met name rond bepaalde kwesties, zoals Zwarte Piet, MH17, het klimaat en de Europese Unie (Peel, 2019). Ook bij het onderwerp ‘nepnieuws’, hier bestudeerd als een maatschappelijke kwestie, was dit het geval. Hoewel er een flinke hoeveelheid junknieuws werd aangetroffen, deed het mainstream nieuws het over het algemeen toch beter. De grootste hoeveelheden junknieuws circuleerden niet zozeer rond politieke partijen en politieke leiders (enkele uitzonderingen daargelaten), maar juist rond specifieke polariserende onderwerpen. De activiteit van junknieuws rond deze kwesties werd in sommige gevallen tijdens de verkiezingsperioden waargenomen, maar voor andere kwesties bleef de activiteit gedurende het jaar constant, zelfs voor seizoensgebonden kwesties zoals Zwarte Piet. Hiermee is de vraag niet alleen of er junknieuws aanwezig is rond de verkiezingen, maar ook meer in het algemeen wanneer junknieuws zich manifesteert, met welke intensiteit en hoelang.

De onderstaande beleidsaanbevelingen die uit ons werk voortvloeien, zijn op het fenomeen junknieuws toegespitst en niet zozeer op buitenlandse desinformatie en nepnieuws vanuit organisaties die zich voordoen als nieuwsorganisaties of nepactiegroepen. Deze hebben we namelijk niet gevonden, tenminste niet in de content met de meeste interactie betreffende de Nederlandse politiek op het internet en op sociale mediaplatforms. Onze aanbevelingen zijn gericht op het herkennen en monitoren van de polarisatie van het medialandschap, het devitaliseren of verminderen van de interactie met extreme content, een nationale discussie over kwesties die veel in junknieuws voorkomen (zoals Zwarte Piet) in plaats van over desinformatie of nepnieuws in algemene zin, trainingen voor beroepsgroepen die online content produceren en het toegankelijk maken van de (in toenemende mate ontoegankelijke) data op sociale mediaplatforms voor onderzoek en mediamonitoring.

Beleidsthema’s in het kort 1) Het monitoren van de polarisatie van het medialandschap en het mainstreamen van polariserende media met extreme content op sociale mediaplatforms.

Sociale mediaplatforms zetten software, gebruikers en content reviewers in om extreme content op te sporen. Steeds meer van dergelijke content wordt dan ook verwijderd. Maar historisch bezien hebben sociale mediabedrijven wisselend aandacht besteed aan extreme content en is ook de definitie daarvan niet stabiel gebleken. Daarmee blijft het wenselijk om onafhankelijke monitoring te organiseren. Hier zien wij een rol weggelegd voor academisch onderzoekers, niet- gouvernementele organisaties, overheidsdiensten die gespecialiseerd zijn in extremisme en polarisatie, en mediawaakhonden.

2) Mediatraining voor professionele contentmakers – van journalisten tot producenten van digitale media – op het gebied van online bronkritiek en het amplificeren van of ‘zuurstof geven’ aan actoren die in de maatschappij extreme uitspraken doen. 196

Nederland kent al mediawijsheidstrainingen, bijvoorbeeld gericht op senioren of op kinderen op de basisschool en de middelbare school. Deze aanbeveling is echter expliciet gericht op professionele contentmakers zoals journalisten en redacteuren. De training zou kunnen worden opgezet binnen bestaande of nieuwe mediawijsheidsprogramma’s en kan zijn gericht op online bronkritiek en het omgaan met polariserende content (zie ook punt 3 hierna). Een dergelijke training is ook nuttig voor docenten in hoger en wetenschappelijk onderwijs, beleidsmakers en het maatschappelijk middenveld.

3) Geen zuurstof geven aan extreme actoren en hun (online) content.

In onze studie zien wij hoe tendentieuze nieuwsverhalen ruimschoots circuleren tijdens de campagneperioden voor de verkiezingen en daarna. De artikelen worden door trol-achtige accounts gedeeld en geliket, maar ook door reguliere nieuwsconsumenten, die we bijvoorbeeld tijdens de Provinciale Statenverkiezingen op Twitter tegenkwamen. In dezelfde omgevingen hebben we ook, hoewel in mindere mate, gezien dat gebruikers discriminerende, antisemitische, vrouwonvriendelijke en xenofobische content delen en liken.

Het is van belang om tendentieuze en extremistische media niet aan elkaar gelijk te stellen, ook niet wanneer zij bepaalde standpunten lijken te delen zonder daarbij dezelfde woorden te gebruiken. Dat tendentieuze media in opkomst zijn en mainstream worden, betekent evenmin dat evenveel gewicht moet worden toegekend aan extreme media en in het bijzonder aan rechtse extremistische media. De aanbeveling is om geen zuurstof (als in: aandacht) te geven aan extreme mediabronnen en hun content, wat inhoudt dat die content niet wordt gedeeld of geliket, er niet op wordt gereageerd, er geen commentaar op wordt gegeven, het niet wordt geretweet en er niet in YouTube-video’s over wordt gesproken. Iedere vorm van interactie met die content vergroot de zichtbaarheid en de metrische gegevens ervan en levert een bijdrage aan het normaliseren daarvan. Deze aanbeveling gaat uiteraard op voor publieke omroepen en commerciële mediaorganisaties, maar ook voor de tendentieuze media. In plaats van journalistieke aandacht te besteden aan extreemrechtse subculturen zelf, kan men de blik beter vestigen op de slachtoffers daarvan (Philips, 2018).

4) Erkenning van polariserende onderwerpen zoals Zwarte Piet en het faciliteren van gesprek.

Uit het onderzoek is gebleken dat polariserende onderwerpen zoals Zwarte Piet het hele jaar door te vinden zijn en niet seizoensgebonden zijn. Deze erkenning van toenemende polarisatie in de maatschappij zou ook moeten leiden tot een gesprek over waar raakvlakken kunnen worden gevonden. Nederland kent rond grote maatschappelijke vraagstukken een traditie van collectief debat via mechanismen zoals de Brede Maatschappelijke Discussie en interactieve beleidsvorming. Daarnaast zijn er andere eigentijdse vormen van burgerparticipatie en (regionaal) gesprek die bij de omgang met polariserende onderwerpen en culturele geschillen kunnen worden ingezet. Instellingen die ervaring hebben met het organiseren van maatschappelijke discussies en debat zouden daartoe moeten worden opgeroepen en daarin moeten worden ondersteund, en bottom-up initiatieven zouden mogelijk moeten worden gemaakt. 197

5) Belangenbehartiging van onderzoekers, journalisten en waakhonden voor het verkrijgen van toegang tot data over sociale media, en het aanleggen van onderzoeksarchieven voor verwijderde content.

De huidige kwestie van ‘gesloten platforms’ draait om de mate waarin sociale mediabedrijven hun data ontoegankelijk maken voor onderzoekers, journalisten en niet-gouvernementele organisaties. Als antwoord op zorgen van de overheid omtrent ‘dark political posts’ (politieke advertenties die alleen in de nieuwsfeed van een bepaald gebruikerssegment te zien zijn) en andere politieke advertenties zonder duidelijke herkomst heeft Facebook recentelijk een tool voor de archivering van politieke advertenties en een bijbehorende API geïntroduceerd. Maar tegelijkertijd heeft Facebook onderzoekers geheel of gedeeltelijk de toegang ontzegd tot diensten zoals de Pages API en Graph Search, die door onderzoekers veel werden gebruikt. Wij zien een belangrijke rol voor de sociale mediabedrijven zelf bij het ontsluiten van de data die onderzoekers, journalisten en niet-gouvernementele organisaties graag willen gebruiken ten behoeve van onderzoek, monitoring en archivering. Overheidsinstellingen kunnen hier, in samenspraak met de gebruikers en de hiervoor genoemde manieren van gebruik, een faciliterende en sturende rol in spelen.

198

Literatuur

Abbruzzese, Jason (2018) ‘Facebook became your news diet. Now, it’s going to serve you junk’, Mashable, 17 januari. Abrams, Sam (2016) ‘Professors Moved Left Since 1990s, Rest of Country Did Not’, Heterodox Academy, 9 januari 9. https://heterodoxacademy.org/2016/01/09/professors-moved-left-but- country-did-not/ Access Now, Civil Liberties Union For Europe, and European Digital Rights (2018) Informing the “disinformation” debate, Report, online gepubliceerd op 18 oktober. https://edri.org/files/online_disinformation.pdf Albright, Jonathan (2017) ‘Itemized Posts and Historical Engagement - 6 Now-Closed FB Pages’, Data set, Tableau Public, 5 oktober, https://public.tableau.com/profile/d1gi#!/vizhome/FB4/TotalReachbyPage _____ (2016) ‘The #Election2016 Micro-Propaganda Machine’, Medium, 18 november. Alexander, Julia (2017) ‘Reddit’s New Policy Won’t Affect Some of Its Most Notorious, Hate-Filled Subreddits’, Polygon (blog). 2 november. https://www.polygon.com/2017/11/2/16591508/reddit-content-policy-update-subreddit-ban- the-donald-kia Allcott, Hunt, en Matthew Gentzkow (2017) ‘Social Media and Fake News in the 2016 Election’, Journal of Economic Perspectives, 31(2): 211–236. https://doi.org/10.1257/jep.31.2.211 Alvarez, R. Michael, Ines Levin, Alexander H. Trechsel en Kristjan Vassil (2014) ‘Voting Advice Applications: How Useful and for Whom?’, Journal of Information Technology & Politics, 11(1): 82- 101, DOI: 10.1080/19331681.2013.873361 Angwin, Julia, Madeleine Varner en Ariana Tobin (2017) ‘Facebook Enabled Advertisers to Reach “Jew Haters”‘, ProPublica, 14 september. https://www.propublica.org/article/facebook-enabled- advertisers-to-reach-jew-haters Aydemir, Murat (2011) ‘Dutch Homonationalism and Intersectionality’, ARC-GS Lecture. https://arcgs.uva.nl/videos/video-artikelen/dutch-homonationalism-and- intersectionality.html?1556011447190 Bahara, Hassan, Annieke Kranenberg en Dimitri Tokmetzis (2019) ‘Leidt het Algoritme van Youtube je Naar Extreme Content?’, De Volkskrant, 11 februari. https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/leidt-het-algoritme-van-youtube-je-naar- extreme-content~bea101e3/ Barbrook, Richard (1998) ‘The Hi-Tech Gift Economy’, First Monday, 3(12). https://ojphi.org/ojs/index.php/fm/article/view/631 Baumgartner, Jason (2018) ‘Pushshift API (version 1.0)’, API Documentation, Pushshift. https://pushshift.io/api-parameters/ Beiler, Markus, en Johanna Kiesler (2018) ‘“Lügenpresse! Lying press!” Is the Press Lying?’, in Otto, Kim and Andreas Köhler (Red.) Trust in Media and Journalism, Wiesbaden: Springer, 155-179. Belk, Russell (2007) ‘Why Not Share Rather Than Own?’, The ANNALS of the American Academy of Political and Social Science, 611: 126-140. Bell, Emily, en Taylor Owen (2017) ‘The Platform Press’, Report, Columbia University: Tow Center for Journalism. Bellingcat Investigation Team (2016) ‘Behind the Dutch Terror Threat Video: The St. Petersburg “Troll Factory” Connection’, Bellingcat, 3 april. Benkler, Yochai, Robert Faris, Hal Roberts en Ethan Zuckerman (2017) ‘Study: Breitbart-Led Right- Wing Media Ecosystem Altered Broader Media Agenda’, Columbia Journalism Review, 3 maart. Benkler, Yochai, Robert Faris en Hal Roberts (2018) Network Propaganda: Manipulation, Disinformation, and Radicalization in American Politics, Oxford: Oxford University Press.

199

Berg, Kati Tusinski (2017). ‘Social Media, Hashtag Hijacking, and the Evolution of an Activist Group Strategy.’ in Lucinda Austin and Yan Jin (Red.), Social media and crisis communication, Londen: Routledge, p. 141-156 Bergstrom, Kelly. 2011. ‘‘Don’t Feed the Troll’: Shutting down Debate about Community Expectations on Reddit.Com’, First Monday, 16(8). https://doi.org/10.5210/fm.v16i8.3498 Bessi, Alessandro, en Emilio Ferrara (2016) ‘Social bots distort the 2016 US presidential election online discussion’, First Monday, 21(11). https://firstmonday.org/article/view/7090/5653 Bessi, Alessandro, e.a. (2016) ‘Users Polarization on Facebook and Youtube’, PLoS ONE, 11(8): 1– 13. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0159641 Boczkowski, Pablo (2016) ‘Fake news and the future of journalism’, NiemanLab, december. https://www.niemanlab.org/2016/12/fake-news-and-the-future-of-journalism/ Boghardt, Thomas (2009) ‘Soviet Bloc Intelligence and Its AIDS Disinformation Campaign’, Studies in Intelligence, 53(4): 1-24. Borra, Erik (2013). ‘DMI Tools’, wiki. https://wiki.digitalmethods.net/Dmi/ToolDatabase. Borra, Erik, en Bernhard Rieder (2014) ‘Programmed method: developing a toolset for capturing and analyzing tweets’, Aslib Journal of Information Management, 66(3): 262-278. Borra, Erik, Sabine Niederer, Johannes Preuß en Esther Weltevrede (2017) ‘Mapping troll-like practices on Twitter’, in Liliana Bounegru, Jonathan Gray, Tomasso Venturini en Michele Mauri (Red.), A Field Guide to ‘Fake News’ and Other Information Disorders: A collection of recipes for those who love to cook with digital methods, Amsterdam: Public Data Lab, p. 161-196. Bos, Menno van den (2018) ‘Nee, Jíj Bent Een Cultuurrelativist! Hoe Academische Begrippen Strijdwapens Werden’, Vrij Nederland, 12 december. https://www.vn.nl/identiteitspolitiek- cultuurmarxisme-intersectionaliteit/. Bounegru, Liliana, Jonathan Gray, Tommaso Venturini en Michele Mauri (2018) A Field Guide to “Fake News” and Other Information Disorders: A Collection of Recipes for Those Who Love to Cook with Digital Methods, Amsterdam: Public Data Lab. Bowden, Ian (2016) ‘How Google is tackling fake news, and why it should not do it alone,’ Search Engine Land, 30 november, https://searchengineland.com/google-tackling-fake-news-not-alone- 264058. boyd, danah (2017) ‘Did Media Literacy Backfire?’, Points blog post, Data & Society, 5 januari, https://points.datasociety.net/did-media-literacy-backfire-7418c084d88d. boyd, danah, Scott Golder en Gilad Lotan (2010) ‘Tweet, tweet, retweet: Conversational aspects of retweeting on Twitter’, in 43rd Hawaii International Conference on System Sciences, Honolulu, HI: IEEE, January, p. 1-10, DOI: 10.1109/HICSS.2010.412. Boyd, Ryan, Alexander Spangher, Adam Fourney, Besmira Nushi, Gireeja Ranade, James Pennebaker en Eric Horvitz (2018) ‘Characterizing the Internet Research Agency’s Social Media Operations During the 2016 U.S. Presidential Election Using Linguistic Analyses’, DataCite, DOI:10.31234/osf.io/ajh2q. Bradshaw, Samantha (2018) ‘Responding to Fake News through regulation and automation’, in Fake News, Authentic Views, Report, Londen: Carter-Ruck. https://www.carter- ruck.com/images/uploads/documents/RESPONDING_TO_FAKE_NEWS.pdf Bradshaw, Samantha, en Phillip N. Howard (2018) ‘Challenging Truth and Trust: A Global Inventory of Organized Social Media Manipulation’, Computational Propaganda Data Memo, Oxford: Oxford Internet Institute. Brattberg, Erik, en Tim Mauer (2018) ‘Russian Election Interference: Europe’s Counter to Fake News and Cyber Attacks’, White Paper, Washington, DC: Carnegie Endowment for International Peace, mei. Brennen, Bonnie (2017) ‘Making Sense of Lies, Deceptive Propaganda, and Fake News’, Journal of Media Ethics, 32(3): 179-181. Broderick, Ryan, en Jules Darmanin (2018) ‘The “Yellow Vest” Riots In France Are What Happens When Facebook Gets Involved With Local News’, Buzzfeed News, 6 december.

200

Bruns, Axel, Anja Bechmann, Jean Burgess e.a. (2018) ‘Facebook shuts the gate after the horse has bolted, and hurts real research in the process’, Internet Policy Review, 25 april. Bump, Philip (2017) ‘The investigation goes digital: Did someone point Russia to specific online targets?’ Washington Post, 12 juli. Burger, Peter (2016) ‘Moslims vernielen kerstmarkt in Litouwen? Nee: rellen in de VS’, De Gestolen Grootmoeder blog, 14 december. http://www.gestolengrootmoeder.nl/wordpress/moslims- vernielen-kerstmarkt-in-litouwen-nee-rellen-in-de-vs/ Burger, Peter, Soeradj Kanhai, Alexander Pleijter en Suzan Verberne (2019) ‘The Reach of Commercially Motivated Junk News on Facebook’. ArXiv:1901.07290 [Cs], 22 januari. http://arxiv.org/abs/1901.07290. Butac, Maicolengel (2018) ‘The Reuters Institute for the Study of Journalism vs fake news’, BUTAC blog, 8 februari. Cadwalladr, Carole, en Emma Graham-Harrison (2018) ‘Revealed: 50 million Facebook profiles harvested for Cambridge Analytica in major data breach’, The Guardian, 17 maart. Cadwalladr, Carole (2016) ‘Google, democracy and the truth about internet search’, The Guardian, 4 december. Canadian Security Intelligence Service (2018) Who said what? The Security Challenges of Modern Disinformation, World Watch: Expert Notes series publication (No. 2016-12-05), Canada: Canadian Security Intelligence Service. Carlson, Matt (2018) ‘Fake news as an informational moral panic: the symbolic deviancy of social media during the 2016 US presidential election’, Information, Communication & Society, DOI: 10.1080/1369118X.2018.1505934, online gepubliceerd op 1 augustus. Cary, Stephen G. (1955) Speak Truth to Power: A Quaker Search for an Alternative to Violence, Philadelphia: American Friends Service Committee. Chadwick, Andrew (2013) The Hybrid Media System: Politics and Power. Oxford: Oxford University Press. Chen, Adrian (2015) ‘The Agency’, The New York Times, 2 juni. Claussen, Victor (2018) ‘Fighting hate speech and fake news. The Network Enforcement Act (NetzDG) in Germany in the context of European legislation’, Media Laws 3, online gepubliceerd op 14 oktober. Cohen, Stanley (1972) Folk Devils and Moral Panics. Londen: Routledge. Colbert Report (2005) ‘The WØRD “Truthiness”, Comedy Central, 17 oktober. Collins, Ben, en John Russell (2018) ‘Russians Used Reddit and Tumblr to Troll the 2016 Election’, The Daily Beast, 2 maart. https://www.thedailybeast.com/russians-used-reddit-and-tumblr-to- troll-the-2016-election. Collins, Keith, en Sheera Frenkel (2018) ‘Can you spot the deceptive Facebook post?’ New York Times, 4 september. Confessore, Nicholas, en Daisuke Wakabayashi (2017)’How Russia Harvested American Rage to Reshape U.S. Politics’, New York Times, 9 oktober. Covington, Paul, Jay Adams en Emre Sargin (2016) ‘Deep Neural Networks for YouTube Recommendations’, Proceedings of the 10th ACM Conference on Recommender Systems (RecSys ‘16) New York, NY: ACM, p. 191-198. DOI: https://doi.org/10.1145/2959100.2959190 Dahlgren, Kristen en Daniel Arkin (2017) ‘11-Year-Old Texas Boy Invents Device to Prevent Hot Car Deaths’, NBC News, 29 juni. Dan, Ovidiu en Brian D. Davison (2016) ‘Measuring and Predicting Search Engine Users’ Satisfaction’, ACM Computing Surveys, 49(1), art. 18. Daniels, Jessie (2018) ‘The algorithmic rise of the alt-right’, Contexts, 17(1): 60-65. Darnton, Robert (2010) Poetry and the Police: Communication Networks in Eighteenth-Century Paris. Cambridge, MA: Harvard University Press. _____ (2017) ‘The True History of Fake News’, New York Review of Books, 13 februari.

201

Day, Amber en Ethan Thompson (2012) ‘Live from New York, it’s the fake news! Saturday night live and the (non)politics of parody,’ Popular Communication 10(1-2): 170-182. DeAmicis, Carmel (2014) ‘Facebook shifts its algorithm to fight clickbait. Will it kill off Upworthy and Buzzfeed?’, GIGAOM, Austin: Giga Omni Media. De Hoax-Wijzer (n.d.) ‘Valse Nieuwssites’. https://sites.google.com/site/dehoaxwijzer/valse- nieuwssites. Digital Methods Initiative (2015) ‘Instagram scraper’. https://wiki.digitalmethods.net/Dmi/ToolInstagramScraper DiResta, Renee, Kris Shaffer, Becky Ruppel, e.a. (2018) ‘The Tactics & Tropes of the Internet Research Agency’, Report, New Knowledge. https://disinformationreport.blob.core.windows.net/disinformation-report/NewKnowledge- Disinformation-Report-Whitepaper.pdf. Drewe, Nick (2016) ‘The Hilarious List Of Hashtags Instagram Won’t Let You Search’, The Data Pack, 10 mei. http://thedatapack.com/banned-instagram-hashtags-update/ Drog (2018) ‘Slecht Nieuws: Serious game over propaganda’, Website, https://www.slechtnieuws.nl/. Duke Reporters Lab (2019) ‘Fact Checking News’, Website. https://reporterslab.org/fact- checking/ Dumont, P. en Kies, R. (2012) ‘Smartvote.lu: Usage and impact of the first VAA in Luxembourg’, International Journal of Electronic Governance 5(3/4): 388–410. Dupuy, Lisa (2018) ‘GeenStijl Staat Niet Meer Op EU-Lijst Nepnieuws’, NRC Handelsblad, 29 januari. https://www.nrc.nl/nieuws/2018/01/29/geenstijl-staat-niet-meer-op-eu-lijst- nepnieuws-a1590216. Edelman (2018) ‘2018 Edelman Trust Barometer’, Rapport. https://www.edelman.com/sites/g/files/aatuss191/files/2018- 10/Edelman_Trust_Barometer_Employee_Experience_2018_0.pdf Ellick, Adam B. en Adam Westbrook (2018) ‘Operation Infektion’, New York Times, 12 november. EU HLEG (2018) A multi-dimensional approach to disinformation, Report of the independent High level Group on fake news and online disinformation, Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie. EU vs Disinfo. 2017. ‘Sputnik’s Short-Lived Presence in the Slovak Press Agency’. 2017. EU vs Disinfo (blog). 1 april. https://euvsdisinfo.eu/sputniks-short-lived-presence-in-the-slovak-press- agency/. Fandos, Nicholas (2017) ‘White House Pushes ‘Alternative Facts.’ Here Are the Real Ones’, New York Times, 22 januari. Faris, Robert M., Hal Roberts, Bruce Etling, Nikki Bourassa, Ethan Zuckerman en Yochai Benkler (2017) ‘Partisanship, Propaganda, and Disinformation: Online Media and the 2016 U.S. Presidential Election’, Berkman Klein Center for Internet & Society Research Paper. Farkas, Johan en Marco Bastos (2018) ‘IRA Propaganda on Twitter: Stoking Antagonism and Tweeting Local News’, SMSociety ‘18, Kopenhagen. Feldman, Brian (2017) ‘In Russia, You Can Buy Instagram Likes From a Vending Machine’, New York Magazine, 8 juni. Feuz, Martin, Matthew Fuller en Felix Stalder (2011) ‘Personal Web Searching in the Age of Semantic Capitalism: Diagnosing the Mechanisms of Personalisation’, First Monday, 16(2), 7 februari. https://doi.org/10.5210/fm.v16i2.3344. Fink, Christina (2018) ‘Dangerous Speech, Anti-Muslim Violence, and Facebook in Myanmar’, Journal of International Affairs 71(1.5): 43–52. Finkel, Jacob, Steven Jiang, Luo Mufan, Rebecca Mears, Danaë Metaxa-Kakavouli, Camille Peeples, Brendan Sasso, Arjun Shenoy, Vincent Sheu en Nicolás Torres-Echeverry (2017) Fake News and Misinformation: The Roles of the Nation’s Digital Newsstands, Facebook, Google, Twitter and Reddit,

202

Stanford, CA: Stanford Law School. https://www-cdn.law.stanford.edu/wp- content/uploads/2017/10/Fake-News-Misinformation-FINAL-PDF.pdf FireEye (2018) ‘Suspected Iranian Influence Operation’, Report, Milpitas, CA: FireEye. Fitts, Alexis Sobel (2017) ‘Welcome to the Wikipedia of the Alt-right’, Wired, 21 juni. Fletcher, Richard, Alessio Cornia, Lucas Graves, and Rasmus Kleis Nielsen (2018) ‘Measuring the reach of “fake news” and online disinformation in Europe’, Reuters Institute for the Study of Journalism, Oxford University, februari. Flynn, Kerry (2018) ‘Facebook will elevate “trusted” news outlets after surveying U.S. users’, Mashable, 19 januari. Foucault, Michel (2008) The Birth of Biopolitics: Lectures at the Collège De France, 1978-1979, New York, NY: Palgrave Macmillan. Frenkel, Sheera, Kate Conger en Kevin Roose (2019) ‘Russia’s Playbook for Social Media Disinformation Has Gone Global’, New York Times, 31 januari. Frenkel, Sheera, Nicholas Casey en Paul Mozur (2018) ‘In Some Countries, Facebook’s Fiddling Has Magnified Fake News’, New York Times, 14 januari. Fubini, Federico (2018) ‘Tweet populisti dalla Russia sulla politica italiana. Come negli Usa’, Corriere della Sera, 1 augustus. Gartenberg, Chaim (2018) ‘Facebook is going to start surveying users to determine trustworthy news sources’, The Verge, 19 januari. Garzia, Diego and Marschall, Stefan (2012) ‘Voting Advice Applications Under Review: The State of Research’, International Journal of Electronic Governance, 5: 203-22. Duitse Auswärtiges Amt (2018) ‘Fake news, bots and provocative statements – disinformation on the internet’, website Auswaertiges Amt, online gepubliceerd op 7 augustus. Gessen, Masha (2018) ‘Why the Russian Influence Campaign Remains So Hard to Understand’, The New Yorker, 18 december. Gitelman, Lisa (2006) Always Already New: Media, History, and the Data of Culture. Cambridge, MA: MIT Press. Glowacki, Monika, Vidya Narayanan, Sam Maynard, Gustavo Hirsch, Bence Kollanyi, Lisa-Maria Neudert, Phil Howard, Thomas Lederer en Vlad Barash (2018) ‘News and Political Information Consumption in Mexico: Mapping the 2018 Mexical Presidential Election on Twitter and Facebook,’ 2018.2, COMPROP Data Memo. Oxford: Oxford Internet Institute. Goodwin, Matthew, en Roger Eatwell (2018) National Populism: The Revolt Against Liberal Democracy, Londen: Penguin Books. Gottfried, Jeffrey, en Elisa Shearer (2016) ‘News Use Across Social Media Platforms 2016’, Washington, DC: Pew Research Center. Government Offices of Sweden (2017) A practical approach on how to cope with disinformation, website Government Offices of Sweden, online gepubliceerd op 6 oktober. Gramer, Robbie (2017) ‘Denmark Creates the World’s First Ever Digital Ambassador’, Foreign Policy, online gepubliceerd op 27 januari. Graves, Lucas (2016) Deciding What’s True: The Rise of Political Fact-Checking in American Journalism. New York: Columbia University Press. Graves, Lucas, en Federica Cherubini (2016) The Rise of Fact-checking Sites in Europe. Oxford: University of Oxford, Reuters Institute for the Study of Journalism. Grinberg, Nir, Kenneth Joseph, Lisa Friedland, Briony Swire-Thompson en David Lazer (2019) ‘Fake news on Twitter during the 2016 U.S. presidential election’, Science 363(6425): 374-378. Groll, Elias (2018) ‘Battling the Bots’, Foreign Policy, 12 november. Groot, Tim, Sophie Minihold, Jessica Robinson, Manuel Schneider, Joanna Sleigh en Dydimus Zengenene (2019). ‘Russia, Twitter & Authenticity: Establishing Credibility Metrics’, Digital Methods Initiative, Winter School 2019. https://wiki.digitalmethods.net/Dmi/WinterSchool2019CredibilityMetrics

203

Guess, Andrew, Brendan Nyhan en Jason Reifler (2018) ‘Selective Exposure to Misinformation: Evidence from the consumption of fake news during the 2016 U.S. presidential campaign’, Report, Hannover, NH: Dartmouth College, https://www.dartmouth.edu/~nyhan/fake-news- 2016.pdf. Haciyakupoglu, Gulizar, Jennifer Yang Hui, V. S. Suguna, Dymples Leong en Muhammad Faizal Bin Abdul Rahman (2018) Countering Fake News: A Survey Of Recent Global Initiatives, Singapore: Nanyang Technological University. Hagen, Sal, Daniël de Zeeuw, Stijn Peeters, Emilija Jokubauskaitė en Ángeles Briones (2019). ‘Understanding Normiefication: A Cross-Platform Analysis of the QAnon Conspiracy Theory’, Digital Methods Initiative, 21 februari. https://wiki.digitalmethods.net/Dmi/WinterSchool2019Normiefication. Haidt, Jonathan (2012) The Righteous Mind: Why Good People Are Divided by Politics and Religion. New York: Pantheon Books. Haim, Mario, Andreas Graefe en Hans-Bernd Brosius (2018) ‘Burst of the Filter Bubble? Effects of personalization on the diversity of Google News’, Digital Journalism, 6(3):1-14. Halavais, Alexander M. Campbell (2017) Search Engine Society, tweede druk, Cambridge (Verenigd Koninkrijk): Polity Press. Hall, Jim (2001) Online journalism: a critical primer. Londen: Pluto Press. Hameleers, Michael, en Toni van der Meer (2019) ‘Fact-checks helpen tegen desinformatie! Maar dan moeten ze wel gezien worden’, De Nieuwe Reporter, 29 januari. Hankes, Keegan, en Alex Amend (2018) ‘The Alt-Right Is Killing People’, Southern Poverty Law Center, 5 februari. https://www.splcenter.org/20180205/alt-right-killing-people. Haque, Md Mahfuzul, Mohammad Yousuf, Zahedur Arman, Md Main Uddin Rony, Ahmed Shatil Alam, Kazi Mehedi Hasan, Md Khadimul Islam en Naeemul Hassan (2018) ‘Fact-Checking Initiatives in Bangladesh, India, and Nepal: A Study of User Engagement and Challenges’, ArXiv:1811.01806 [Cs], november. http://arxiv.org/abs/1811.01806. Harsin, Jayson (2018) ‘A Critical Guide to Fake News: From Comedy to Tragedy’, Pouvoirs, 2018/1:164, 99-119. Harvey, Del, en Yoel Roth (2018) ‘An update on our elections integrity work’, Twitter blog, 1 oktober. Hatewatch Staff (2015) ‘Getting Cucky: A Brief Primer On The Radical Right’s Newest ‘cuckservative’ Meme’, Southern Poverty Law Center, 7 augustus. https://www.splcenter.org/hatewatch/2015/08/07/getting-cucky-brief-primer-radical-rights- newest-cuckservative-meme Hawley, George (2017) Making Sense of the Alt-Right, New York: Colombia University Press. Haynes, Gavin (2016) ‘Can you spot the ‘real’ fake news story?’ The Guardian, 28 december. Heck, Wilmer (2018) ‘Nederlandse media dagen EU voor rechter na beschuldigingen desinformatie’, NRC Handelsblad, 20 februari. Heck, Wilmer (2017) ‘Rusland Beïnvloedt Ons Vooral Online’, NRC Handelsblad, 8 januari. Hedman, Freja, Fabian Sivnert, Lisa-Maria Neudert, Bence Kollanyi, Philip N. Howard en Vidya Narayanan (2018) ‘News and Political Information Consumption in Sweden: Mapping the 2018 Swedish General Election on Twitter’, Computational Propaganda Data Memo, Oxford: Oxford Internet Institute, 6 september. Hedrick, Ashley, Dave Karpf en Daniel Kreiss (2018) ‘The Earnest Internet vs. the Ambivalent Internet’, International Journal of Communication, 12:1057-1064. Heikkilä, Niko (2017) ‘Online Antagonism of the Alt-Right in the 2016 Election,’ European Journal of American Studies 12(2): 1-23, DOI:10.4000/ejas.12140. Helmond, Anne (2015) ‘The Platformization of the Web: Making Web Data Platform Ready’, Social Media + Society 1(2):1-11. https://doi.org/10.1177/2056305115603080. Hemmer, Nicole (2016) Messengers of the Right: Conservative Media and the Transformation of American Politics, Philadelphia: University of Pennsylvania Press.

204

Hendricks, Vincent F., en Mads Vestergaard (2019) Reality Lost: Markets of Attention, Misinformation and Manipulation, Cham: Springer. Herderscheê, Gijs, en Remco Meijer (2019) ‘Kabinet krijgt bitter voorproefje van regeren zonder meerderheid in Eerste Kamer’, De Volkskrant. 31 januari. https://www.volkskrant.nl/gs- b378d420. Hern, Alex (2017) ‘Google acts against fake news on search engine’, The Guardian, 25 april. Hern, Alex, en Jim Waterson (2018) ‘Facebook cracks down on ‘dark ads’ by British political groups’, The Guardian, 16 oktober. Herrman, John (2016) ‘Inside Facebook’s (Totally Insane, Unintentionally Gigantic, Hyperpartisan) Political-Media Machine’, The New York Times, 28 augustus. https://www.nytimes.com/2016/08/28/magazine/inside-facebooks-totally-insane- unintentionally-gigantic-hyperpartisan-political-media-machine.html. Hindman, Matthew Scott (2008) The Myth of Digital Democracy, Princeton: Princeton University Press. Hirst, Martin (2017) ‘Towards a political economy of fake news’, The Political Economy of Communication 5(2), 82–94. Hirzalla, Fadi, en Liesbet van Zoonen (2015) ‘Online voting applications. Foci, findings and future of an emerging research field’ in Coleman, S. & Freelon, D. (eds), Handbook of Digital Politics, Northampton, MA: Edward Elgar: 87-103. Holt, Jared (2017) ‘White Supremacy Figured Out How to Become YouTube Famous | Right Wing Watch,’ oktober. http://www.rightwingwatch.org/report/white-supremacy-figured-out-how-to- become-youtube-famous/. Holzman, Michael (2008) James Jesus Angleton, the CIA and the Craft of Counterintelligence, Amherst: University of Massachusetts Press. Honeycutt, Courtenay, en Susan C. Herring (2009) ‘Beyond microblogging. Conversation and collaboration’, 42nd Hawaii International Conference on System Sciences. Los Alamitos, CA: IEEE Press. House of Commons (2019) ‘Disinformation and “Fake News”: Final Report Eighth Report of Session 2017–19’, Digital, Culture, Media and Sport Committee, Londen: Brits Parlement. Howard, Philip N., Gillian Bolsover, Bence Kollanyi, Samantha Bradshaw en Lisa-Maria Neudert (2017) ‘Junk news and bots during the U.S. election: What were Michigan voters sharing over Twitter?’ Computational Propaganda Data Memo, Oxford: Oxford Internet Institute. Howard, Philip N., Bharath Ganesh, Dimitra Liotsiou, John Kelly en Camille Francoiş (2018) ‘The IRA, Social Media and Political Polarization in the United States, 2012-2018’, Rapport, Computational Propaganda Research Project, Oxford: Oxford Internet Institute. Hughes, Taylor, Jeff Smith en Alex Leavitt (2018) ‘Helping People Better Assess the Stories They See in News Feed with the Context Button | Facebook Newsroom’, Facebook Newsroom (blog). April. https://newsroom.fb.com/news/2018/04/news-feed-fyi-more-context/ Instaloader (2019). Instaloader software, versie 4.2.5, project GitHub, https://instaloader.github.io/ Isaac, Mike (2016) ‘Facebook, in Cross Hairs After Election, Is Said to Question Its Influence’, New York Times, 12 november. Jack, Caroline (2017) Lexicon of Lies: Terms for Problematic Information New York: Data & Society Research Institute. Jamieson, Kathleen Hall. 2018. Cyberwar: How Russian Hackers and Trolls Helped Elect a President. Oxford: Oxford University Press. Jankowski, Nicholas W. (2018) ‘Researching Fake News: A Selective Examination of Empirical Studies’, Javnost - The Public, 25(1-2): 248-255. Jansen, Bernard J., en Amanda Spink (2003) ‘An Analysis of Web Documents Retrieved and Viewed’, 4th International Conference on Internet Computing, Las Vegas, Nevada, 23-26 juni, p. 65-69.

205

Java, Akshay, Xiaodan Song, Tim Finin en Belle Tseng (2007) ‘Why we twitter: understanding microblogging usage and communities’. In Proceedings of the 9th WebKDD and 1st SNA-KDD 2007 workshop on Web mining and social network analysis, New York, NY: ACM, p. 56-65. Jeangène Vilmer, Jean-Baptiste, Alexandre Escorcia, Marine Guillaume en Janaina Herrera (2018) Information Manipulation: A Challenge for Our Democracies, report by the Policy Planning Staff (CAPS) of the Ministry for Europe and Foreign Affairs and the Institute for Strategic Research (IRSEM) of the Ministry for the Armed Forces, Parijs, augustus. Johnson, Brett G., en Kimberly Kelling (2018) ‘Placing Facebook’ Journalism Practice 12(7): 817–33. https://doi.org/10.1080/17512786.2017.1349546 Jonker, Jorn (2017) ‘Nepnieuws gevaar voor Nederland’, De Telegraaf, 14 november. Kaiser, Jonas, en Adrian Rauchfleisch (2018) ‘Unite the Right? How YouTube’s Recommendation Algorithm Connects the U.S. Far-Right.’ Data & Society Media Manipulation, 11 april. doi:10.1093/acprof:oso/9780199641260.001.0001/acprof-9780199641260. Kanne, Peter, en Milan Driessen (2017) Desinformatie leidt tot verwarring bij nieuwsconsument, Amsterdam: I&O Research. Kasteleijn, Nando (2017) ‘Nepnieuws groot gevaar voor Nederland? Dat lijkt dus wel mee te vallen’, NOS, 28 augustus. Van Keulen, Ira, Iris Korthagen, Paul Diederen en Pieter van Boheemen (2018) ‘Digitalisering van het nieuws: Online nieuwsgedrag, desinformatie en personalisatie in Nederland’, Den Haag: Rathenau Instituut. King, Gary, en Nathaniel Persily (2018) ‘A New Model for Industry-Academic Partnerships’, Working Paper, 9 april. http://j.mp/2q1IQpH Kist, Reinier (2019) ‘Factchecken Facebook loopt stuk op aansprakelijkheid’, NRC Handelsblad, 26 februari. Kist, Reinier, en Rik Wassens (2017) ‘Ook Nederlandse media werden misleid door Russische trollen’, NRC Handelsblad, 8 december. Kist, Reinier, en Rik Wassens (2018a) ‘Russische trollen actief in Nederland’, NRC Handelsblad, 15 juli. Kist, Reinier, en Rik Wassens (2018b) ‘Russisch trollenleger ook actief in Nederland’, NRC Handelsblad, 15 juli. Kist, Reinier, en Peter Zantingh (2017) ‘Geen grote rol nepnieuws in aanloop naar verkiezingen’, NRC Handelsblad, 6 maart. https://www.nrc.nl/nieuws/2017/03/06/fake-news-nee-zo-erg-is- het-hier-niet-7144615-a1549050 Kitta, Andrea (2018) ‘Alternative Websites and Fake News: Taking a Stab at Definition, Genre and Belief’, The Journal of American Folklore 131(522): 405-412. Komok, Anna (2018) ‘How to Check Instagram Account for Fake Followers’, HypeAuditor, 6 juli. https://hypeauditor.com/blog/how-to-check-instagram-account-for-fake-followers/ Kouwenhoven, Andreas, en Hugo Logtenberg (2017) ‘Hoe Denk met ‘trollen’ politieke tegenstanders monddood probeert te maken’, NRC Handelsblad, 10 februari. Kranenberg, Annieke (2017) Wie weet nog wat er waar is?, De Volkskrant, 23 december. Kranenberg, Annieke, en Hassan Bahara (2018) ‘Hoe alt-right online Jodenhaat verspreidt’, De Volkskrant, 9 november. https://www.volkskrant.nl/gs-b1714693 Kwak, Haewoon, Changhyun Lee, Hosung Park en Sue Moon (2010). ‘What is Twitter? A social network or a news media?’, in Proceedings of the 19th International Conference on World Wide Web, New York: ACM, April, p. 591-600. Lagorio-Chafkin, Christine (2018) ‘Reddit Confirms New Russian Meddling Efforts’, Inc., 4 oktober. https://www.inc.com/christine-lagorio/reddit-finds-new-russian-interference-campaign.html. Laquintano, Timothy, en Annette Vee (2017) ‘How Automated Writing Systems Affect the Circulation of Political Information Online’, Literacy in Composition Studies, 5(2): 43-62. Latour, Bruno (2008) What is the style of matters of concern? Assen: Van Gorcum.

206

Latour, Bruno, en Steve Woolgar (1979) Laboratory Life: The Social Construction of Scientific Facts. Princeton, NJ: Princeton University Press. Lazarsfeld, Paul F., Bernard R. Berelson en Hazel Gaudet (1948) The People’s Choice: How the Voter Makes Up His Mind in a Presidential Campaign, New York, NY: Columbia University Press. Lazer, David M.J., Matthew A. Baum, Yochai Benkler, Adam J. Berinsky, Kelly M. Greenhill, Filippo Menczer, Miriam J. Metzger, Brendan Nyhan, Gordon Pennycook, David Rothschild, Michael Schudson, Steven A. Sloman, Cass R. Sunstein, Emily A. Thorson, Duncan J. Watts en Jonathan L. Zittrain (2018) ‘The science of fake news’, Science, 359(6380):1094-1096. Lee, Alexis (2019) ‘What Is a ‘Facebook Engagement’?’, BuzzSumo Knowledge Base. https://help.buzzsumo.com/faqs-and-troubleshooting/product-faqs/what-is-a-facebook- engagement. Lewis, Rebecca (2018) ‘Alternative Influence: Broadcasting the Reactionary Right on YouTube’, Data & Society. https://datasociety.net/wp- content/uploads/2018/09/DS_Alternative_Influence.pdf. Liotsiou, Dimitra, Bence Kollanyi en Philip N. Howard (2019) ‘The Junk News Aggregator: Examining Junk News Posted on Facebook, Starting with the 2018 US Midterm Elections’, ArXiv:1901.07920 [Cs], januari. http://arxiv.org/abs/1901.07920. Lippmann, Walter (1922) Public Opinion, New York, NY: Harcourt, Brace, en Co. Lomas, Natasha (2018) ‘Google is surfacing Texas shooter misinformation in search results — thanks also to Twitter’, TechCrunch, 11 juni. Lorenz, Taylor (2014) ‘Instagram Rapture Claims Millions Of Celebrity Instagram Followers’, Business Insider, 18 december. Lorenz, Taylor (2018) ‘Instagram’s Christmas Crackdown. No meme account is safe—not even @God’, The Atlantic, 27 december. Louwerse, Tom en Martin Rosema (2014) ‘The design effects of voting applications: Comparing methods of calculating matches’, Acta Politica 49(3):286-312. Luders,̈ Marika, Lin Prøitz en Terje Rasmussen (2010) ‘Emerging personal media genres’, New Media & Society, 12(6): 947–963. Lynskey, Dorian (2018) ‘How Dangerous Is Jordan B Peterson, the Rightwing Professor Who ‘Hit a Hornets’ Nest’?’ The Guardian, 7 februari. https://www.theguardian.com/science/2018/feb/07/how-dangerous-is-jordan-b-peterson-the- rightwing-professor-who-hit-a-hornets-nest. MacFarquhar, Neil (2018) ‘A Powerful Russian Weapon: The Spread of False Stories’, The New York Times, 20 januari. https://www.nytimes.com/2016/08/29/world/europe/russia-sweden- disinformation.html. Maheshwari, Sapna (2018) ‘Uncovering Instagram Bots With a New Kind of Detective Work’, The New York Times, 12 maart. Malice, Michael (2019) The New Right: A Journey to the Fringe of American Politics, New York, NY: All Points Books. Marchal, Nahema, Lisa-Maria Neudert, Bence Kollanyi en Philip N. Howard (2018) ‘Polarization, Partisanship and Junk News Consumption on Social Media During the 2018 US Midterm Elections’ 2018.5, COMPROP Data Memo, Oxford: Oxford Internet Institute. Margolis, Joseph (1995) ‘Beyond postmodernism: Logic as rhetoric’, Argumentation, 9(1): 21-31. Marres, Noortje (2018) ‘Why We Can’t Have Our Facts Back’, Engaging Science, Technology, and Society, 4: 423-443. Marres, Noortje, en Esther Weltevrede (2013), ‘Scraping the Social?’ Journal of Cultural Economy, 6(3): 313–35, DOI:10.1080/17530350.2013.772070. Martens, Bertin, Luis Aguiar, Estrella Gomez-Herrera en Frank Mueller-Langer (2018) ‘The Digital Transformation of News Media and the Rise of Disinformation and Fake News,’ SSRN Electronic Journal, DOI:10.2139/ssrn.3164170. Marvin, Carolyn (1988) When Old Technologies were New. New York, NY: Oxford University Press.

207

Marwick, Alice E. (2018) ‘Why Do People Share Fake News? A Sociotechnical Model of Media Effects’, Georgetown Law Technology Review, 2(2): 474-512. Marwick, Alice, en Rebecca Lewis (2017) ‘Media Manipulation and Disinformation Online’, Data & Society, New York. Matsakis, Louise (2017) ‘This Russian Vending Machine Will Sell You Fake Instagram Likes’, Motherboard Vice, 7 juni. Mauri, Michele, Tommaso Elli, Giorgio Caviglia, Giorgio Uboldi en Matteo Azzi (2017) ‘RAWGraphs: A Visualisation Platform to Create Open Outputs’, in Proceedings of the 12th Biannual Conference on Italian SIGCHI Chapter, 28:1–28:5. CHItaly ‘17, New York, NY: ACM. https://doi.org/10.1145/3125571.3125585. McGarry, Caitlin (2013) ‘Twitter bots, fake retweets rake in big bucks’, PCWorld, 10 april. McGonagle, Tarlach (2017) ‘“Fake news”: False fears or real concerns?’, Netherlands Quarterly of Human Rights, 35(4): 203–209. McKernon, Edward (1925) ‘Fake News and the Public’, The Harper’s Monthly, oktober, p. 528-536. McKernon, Edward (1928) ‘News Fakers’, The Outlook, 149(4): 130-141. McNeil, Maureen (2013) ‘Between a Rock and a Hard Place: The Deficit Model, the Diffusion Model and Publics in STS’, Science as Culture, 22(4): 589-608. McQueen, Sharon (2018) ‘From Yellow Journalism to Tabloids to Clickbait: The Origins of Fake News in the United States’, in Agosto, Denise E. (Red.) Information Literacies and Libraries in the Age of Fake News, Santa Barbara, CA: Libraries Unlimited, p. 12-35. Merrill, Jeremy B., en Ariana Tobin (2019) ‘Facebook Moves to Block Ad Transparency Tools — Including Ours’, ProPublica, 29 januari. Milneil, Christian (2018) ‘Data: Read the tweets from alleged Russian troll accounts targeting Maine politicians’, Portland Press Herald, 2 augustus. Mina, An Xiao (2019). Memes to Movements: How the World’s Most Viral Media Is Changing Social Protest and Power, Boston, MA: Beacon Press. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2019) ‘Campagne nepnieuws vandaag van start - Nieuwsbericht’, Rijksoverheid.nl. 11 maart. https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/03/11/campagne-nepnieuws-vandaag-van- start. Misérus, Mark, en Robert van der Noordaa (2018a) ‘Het trollenleger van popartiest Dotan’, De Volkskrant, 14 april. Misérus, Mark, en Robert van der Noordaa (2018b) ‘Dotan erkent aanmaken nepfans: “Ik was heel naïef, veel te ambitieus en onzeker”‘, De Volkskrant, 16 april. Monbiot, George (2019) ‘Dark money is pushing for a no-deal Brexit. Who is behind it?’, The Guardian, 13 februari. Morozov, Evgeny (2017) ‘Moral panic over fake news hides the real enemy – the digital giants’, The Guardian, 8 januari. Mosseri, Adam (2017a) ‘Working to Stop Misinformation and False News | Facebook Newsroom’, Facebook Newsroom, blog post, april. https://newsroom.fb.com/news/2017/04/working-to-stop- misinformation-and-false-news/. ———. 2017b. “Showing More Informative Links in News Feed | Facebook Newsroom.” Facebook Newsroom, blog post, 30 juni. https://newsroom.fb.com/news/2017/06/news-feed-fyi-showing- more-informative-links-in-news-feed/ Mudde, Cas, en Cristóbal Rovira Kaltwasser (2017) Populism: a Very Short Introduction, Oxford: Oxford University Press. Muirhead, Russell, en Nancy L. Rosenblum (2019) A Lot of People Are Saying: The New Conspiracism and the Assault on Democracy, Princeton, NJ: Princeton University Press. Muller, Jan-Werner (2016) What Is Populism? Philadelphia, PA: University of Pennsylvania Press. Nagle, Angela (2017) Kill All Normies: Online Culture Wars From 4Chan and Tumblr to Trump and the Alt- Right. Londen: Zero Books.

208

Neudert, Lisa-Maria N. (2017) ‘Computational Propaganda in Germany: A Cautionary Tale’, Computational Propaganda Working Paper, 2017.7, COMPROP Data Memo, Oxford: Oxford Internet Institute. Neudert, Lisa-Maria, Bence Kollanyi en Philip N. Howard (2017) ‘Junk News and Bots during the German Parliamentary Election: What Are German Voters Sharing over Twitter?’, 2017.7, COMPROP Data Memo, Oxford: Oxford Internet Institute. New Knowledge (2018) ‘The Tactics & Tropes of the Internet Research Agency’, White Paper, Austin, TX: New Knowledge. Newman, Michelle C. (2010) ‘The Daily Show and Meta-Coverage: How Mock News Covers the Political Communications System’, The Elon Journal of Undergraduate Research in Communications, 1(2). NewsGuard (2019), ‘Restoring Trust and Accountability’, webpage, https://www.newsguardtech.com. Niederer, Sabine (2017) ‘The Study of Networked Content: Five Considerations for Digital Research in the Humanities,’ in Giovanni Schiuma en Daniela Carlucci (Red.), Big Data in the Arts and Humanities: Theory and Practice, Boca Raton, FL: CRC Press, p. 89-100. Nijmeijer, Bert (2018) ‘Zelf nepnieuws maken om daarna de echte trollen te kunnen herkennen’, NRC Handelsblad, 22 juli. Noble, Safiya Umoja (2018) Algorithms of Oppression: How Search Engines Reinforce Racism. New York, NY: New York University Press. Van der Noorda, Robert, en Coen van de Ven (2019) ‘Het MH17 Complot’, De Groene Amsterdammer, 29 mei. Van der Noorda, Robert, en Coen van de Ven (2018a) ‘Hoe Russische trollen inspelen op westerse angsten’, De Groene Amsterdammer, 28 augustus. Van der Noordaa, Robert, en Coen van de Ven (2018b) ‘3 Miljoen “trollentweets” onderzocht: hoe Rusland via sociale media ook in België verdeeldheid zaait’, Knack, 27 november. NOS (2017a) ‘Baby van 20 kilo heeft de primeur: eerste nepnieuws in Nederland’, NOS, 8 juni. NOS (2017b) ‘Ollongren: Russische desinformatie bij Oekraïne-referendum’, NOS, 15 november. NOS (2018) ‘Twitters grote schoonmaak: Wilders en Denk-politici verliezen volgers’, NOS, 13 juli. Nuzzi, Olivia (2017) ‘Kellyanne Conway Is a Star’, New York Magazine, maart. Nyhan, Brendan, Ethan Porter, Jason Reifler en Thomas J. Wood (2019) ‘Taking Fact-Checks Literally But Not Seriously? The Effects of Journalistic Fact-Checking on Factual Beliefs and Candidate Favorability’, Political Behavior, online gepubliceerd op 21 januari. O’Brien, Chris (2019) ‘Sheryl Sandberg says Facebook is now blocking 1 million fake accounts every day’, Venture Beat, 21 januari. O’Donovan, Caroline (2014) ‘What is clickbait?’, Niemanlab, 25 augustus. Omnicore. (2019) ‘Twitter by the numbers’, Omnicore Agency. https://www.omnicoreagency.com/twitter-statistics/ Opper, F. (1894) ‘The fin de siècle newspaper proprietor’, Puck, 35(887). Oudenampsen, Merijn (2013) ‘Met de Tjoeki Tjoeki Naar Takki Takki’. De Groene Amsterdammer, 3 juli. https://www.groene.nl/artikel/met-de-tjoeki-tjoeki-naar-takki-takki. Panagopoulos, Costas (2016) ‘All about that base: Changing campaign strategies in US presidential elections’ Party Politics, 22(2): 179–90. Pariser, Eli (2011) The Filter Bubble: What the Internet Is Hiding From You. New York, NY: Penguin. Parlapiano, Alicia, en Jasmine C. Lee (2018) ‘The Propaganda Tools Used by Russians to Influence the 2016 Election’, New York Times, 16 februari. Peck, Reece (2019) Fox Populism: Branding Conservatism as Working Class, Cambridge: Cambridge University Press. Pedersen, David B., en Vincent F. Hendricks (2014) ‘Science Bubbles’, Philosophy and Technology, 27(4): 503-518.

209

Peek, Simone (2018) ‘NOS-Hoofdredacteur Over Bericht Soros: “Zo Had Het Niet Gemoeten”‘, NRC Handelsblad, 24 oktober. Peel, Michael (2019) ‘EU election suffered Russian disinformation, Brussels finds’, Financial Times, 14 juni. Persily, Nathaniel (2017) ‘The 2016 U.S. Election: Can Democracy Survive the Internet?’. Journal of Democracy, 28(2): 63-76. Phillips, Whitney (2015) This Is Why We Can’t Have Nice Things: Mapping the Relationship Between Online Trolling and Mainstream Culture. Cambridge, MA: MIT Press. Phillips, Whitney (2018) ‘The Oxygen of Amplification: Better Practices for Reporting on Extremists, Antagonists and Manipulators Online’, Rapport, New York: Data & Society Research Institute. Phillips, Whitney, en Ryan Milner (2018) The Ambivalent Internet: Mischief, Oddity, and Antagonism Online, Cambridge: Polity Press. Pleijter, Alexander (2017) ‘De nepnieuwslawine zonder nepnieuws’, Villamedia, 17 november. Pohjonen, Matti, en Sahana Udupa (2017) ‘Extreme Speech Online: An Anthropological Critique of Hate Speech Debates’, International Journal of Communication, 11: 1173-1191. Posetti, Julie, en Alice Matthews (2018) A short guide to the history of ‘fake news’ and disinformation. A learning module for journalists and journalism educator, Washington, DC: International Center for Journalists. Poynter (2019) A guide to anti-misinformation actions around the world, St. Petersburg, FL: The Poynter Institute. Puschmann, Cornelius (2018) ‘Beyond the Bubble: Assessing the Diversity of Political Search Results’ Digital Journalism, online gepubliceerd op 28 november. https://doi.org/10.1080/21670811.2018.1539626 Puschmann, Cornelius (2017) ‘How significant is algorithmic personalization in searches for political parties and candidates?’, Algorithmed Public Spheres blog, https://aps.hans-bredow- institut.de/personalization-google/ Ratkiewicz, Jacob, Michael D. Conover, Mark Meiss, Bruno Goncalves, Alessandro Flammini en Filippo Menczer (2011) ‘Detecting and Tracking Political Abuse in Social Media’, Proceedings of the Fifth International AAAI Conference on Weblogs and Social Media, Barcelona, Spanje, juli. Reid, John, Bastiaan Geleijnse en Jean-Marc van Tol (2018) ‘Fokke en Sukke hebben zitting in de taskforce nepnieuws’, Cartoon, 17 januari. Renner, Nausicaa (2017) ‘Memes trump articles on Breitbart’s Facebook page’, Columbia Journalism Review, 30 januari. Rieder, Bernhard (2018) “Facebook’s app review and how independent research just got a lot harder”. Politics of Systems blog, 11 augustus. _____ (2012). The refraction chamber: Twitter as sphere and network. First Monday, 17(11). _____, Ariadna Matamoros-Fernández en Òscar Coromina (2018). “From ranking algorithms to ‘ranking cultures’: Investigating the modulation of visibility in YouTube search results.” Convergence: The International Journal of Research into New Media Technologies, 24(1): 50-68. _____, Rasha Abdulla, Thomas Poell, Robbert Woltering en Liesbeth Zack (2016) ‘Data Critique and Analytical Opportunities for Very Large Facebook Pages. Lessons Learned from Exploring “We Are All Khaled Said”‘, Big Data & Society, 2.2: 1-22 RNTC (2019). ‘Challenging fake news’, webpagina, Hilversum: RNTC. Https://rntc.com/blog/challenging-fake-news. Roberts, Sarah T. (2016) ‘Commercial Content Moderation: Digital Laborers’ Dirty Work’, in Safiya Umoja Noble en Brendesha M. Tynes (Red.) The Intersectional Internet, New York, NY: Peter Lang, p. 147-160. Robertson, Adi (2017) ‘After its 4chan slip-up, is it time for Google to drop Top Stories?’, The Verge, 3 oktober. RoBhat Labs (2017) ‘Identifying Propaganda Bots on Twitter’, Medium, 31 oktober.

210

Roeder, Oliver (2018) ‘We Gave You 3 Million Russian Troll Tweets. Here’s What You’ve Found So Far’, FiveThirtyEight, 8 augustus. Roermund, Jannes van (2017) ‘Wie Zijn de Mensen Achter Het Nepnieuws in Nederland?’ Nieuwe Revu, 26 april. Roig-Franzia, Manuel (2019) ‘Inside the Spectacular Fall of the Granddaddy of Right-Wing Conspiracy Sites’, The Washington Post, 2 april. https://www.washingtonpost.com/lifestyle/style/inside-the-spectacular-fall-of-the-granddaddy- of-right-wing-conspiracy-sites/2019/04/02/6ac53122-3ba6-11e9-a06c- 3ec8ed509d15_story.html?utm_term=.7032f27e6939. Rogers, Richard (2019) Doing Digital Methods, Londen: Sage. ______(2018a) ‘Otherwise Engaged: Social Media from Vanity Metrics to Critical Analytics’, International Journal of Communication, 12: 450-472. ______(2018b) ‘Digital Methods for Cross-Platform Analysis’, in Jean Burgess, Alice Marwick en Thomas Poell (Red.), SAGE Handbook of Social Media. Londen: Sage, p. 91-110. ______(2017) ‘Foundations of digital methods: Query design’ in Mirko Tobias Schäfer en Karin Van Es (Red.) The Datafied Society. Studying Culture through Data, Amsterdam: Amsterdam University Press, p. 75-94. ______(2013) Digital Methods, Cambridge, MA: MIT Press. ______(2013). Debanalizing Twitter: The transformation of an object of study, in Proceedings of the 5th Annual ACM Web Science Conference, New York, NY: ACM, p. 356-365. ______(2005) ‘Poignancy in the US political blogosphere’, Aslib Proceedings: New Information Perspectives, 57(4): 356-368. Romero, Jessica (2019) ‘Preventing Inauthentic Behavior on Instagram’, Facebook Newsroom, 25 april. https://newsroom.fb.com/news/2019/04/preventing-inauthentic-behavior-on-instagram/ Rone, Julia (2019) ‘Why talking about “disinformation” misses the point when considering radical right “alternative” media’, LSE Media Policy project blog, 9 januari. Rony, Md Main Uddin, Naeemul Hassan en Mohammad Yousuf (2017) “BaitBuster: Destined to Save You Some Clicks”. Proceedings of Computation+Journalism Symposium, Northwestern University, oktober. Roozenbeek, Jon, en Sander van der Linden (2018) ‘The fake news game: actively inoculating against the risk of misinformation’, Journal of Risk Research, DOI: 10.1080/13669877.2018.1443491. RTL Nieuws (2018) ‘Alles Over Complottheorie QAnon - #TrumpUpdate 77’, RTL Nieuws, 15 september. https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/laatste-videos-nieuws/video/4417801/alles-over- complottheorie-qanon-trumpupdate-77. Ruusuvirta, Outi (2010) ‘Much Ado About Nothing? Online Voting Advice Applications in Finland’, in Cedroni, Lorella, en Diego Garzia (Red.), Voting Advice Applications in Europe. The State of the Art, Napels: ScriptaWeb, p. 47-77. Sängerlaub, Alexander, Miriam Meier en Wolf-Dieter Rühl (2017) ‘Fakten statt Fakes: Das Phänomen “Fake News”‘, Berlijn: Stiftung Neue Verantwortung. Shane, Scott (2018) ‘How Unwitting Americans Encountered Russian Operatives Online’, New York Times, 18 februari. Shao, Chengcheng, Giovanni Luca Ciampaglia, Onur Varol, Kai-Cheng Yang, Alessandro Flammini en Filippo Menczer (2018) ‘The spread of low-credibility content by social bots’, Nature Communications, (9)4787, 20 november. Shaw, Eugene (1979) ‘Agenda-Setting and Mass Communication Theory’, International Communication Gazette, 25(2): 96-105. Shead, Sam (2019) ‘Facebook Reacts to Live-Streamed Footage of the Deadly New Zealand Mass Shooting That Was Posted on Its Platform’, Business Insider Australia, 15 maart. https://www.thisisinsider.com/facebook-responds-to-alleged-live-stream-of-christchurch- shooting-2019-3.

211

Shieber, Jason (2017) ‘How Reports from 4chan on the Las Vegas Shooting Showed Up on Google Top Stories’, TechCrunch (blog), 2 oktober. http://social.techcrunch.com/2017/10/02/how- reports-from-4chan-on-the-las-vegas-shooting-showed-up-on-google-top-stories/ Silverman, Craig, J. Lester Feder, Saska Cvetkovska en Aubrey Belford (2018) ‘Macedonia’s Pro- Trump Fake News Industry Had American Links, And Is Under Investigation For Possible Russia Ties’, Buzzfeed News, 18 juli. Silverman, Craig (2016) ‘This Analysis Shows How Viral Fake Election News Stories Outperformed Real News On Facebook’, Buzzfeed News, 16 november. Silverman, Craig and Lawrence Alexander (2016) ‘How Teens In The Balkans Are Duping Trump Supporters With Fake News’, Buzzfeed News, 3 november. Silverman, Craig, en Jeremy Singer-Vine (2016) ‘The True Story Behind The Biggest Fake News Hit Of The Election’, Buzzfeed News, 16 december. Silverman, Craig, Lauren Strapagiel, Hamza Shaban, Ellie Hall en Jeremy Singer-Vine (2016) ‘Hyperpartisan Facebook Pages Are Publishing False And Misleading Information At An Alarming Rate’, Buzzfeed News, 20 oktober. Sismondo, Sergio (2017) ‘Post-truth?’, Social Studies of Science, 47(1): 3–6. Snyder, Timothy (2018) The Road to Unfreedom: Russia, Europe, America, New York, NY: Tim Duggan Books. Solon, Olivia en Sam Levin (2016) ‘How Google’s search algorithm spreads false information with a rightwing bias’, The Guardian, 16 december. Sommer, Will (2018) ‘Instagram Is the Alt-Right’s New Favorite Haven’, The Daily Beast, 30 oktober. Southern Poverty Law Center (z.d.), ‘WorldNetDaily’, blog, Southern Poverty Law Center. https://www.splcenter.org/fighting-hate/extremist-files/group/worldnetdaily. Srnicek, Nick (2017) Platform Capitalism. Cambridge: Polity Press. Statista (2019) ‘Most famous social network sites worldwide as of January 2019, ranked by number of active users (in millions)’, Statista. https://www.statista.com/statistics/272014/global-social- networks-ranked-by-number-of-users/ Still, Keith (2017) ‘Inauguration Crowd Size’, Crowd Safety and Risk Analysis blog, Manchester: Manchester Metropolitan University. http://www.gkstill.com/CV/Projects/Counting.html. Swedish Civil Contingencies Agency (2018) Countering information influence activities: A handbook for communicators, Karlstad: Swedish Civil Contingencies Agency (MSB). Swedish Media Council (2019) Källkritik — en utmaning, webpage, https://statensmedierad.se/larommedier/kallkritikvemvadvarfor/kallkritikenutmaning.422.html, 5 maart. Tan, Yvette (2017) ‘There’s a vending machine selling fake Instagram likes, because this is what we’ve become’, Mashable, 7 juni. Tandoc Jr., Edson C., Zheng Wei Lim en Richard Ling (2018) ‘Defining “Fake News”: A typology of scholarly definitions’, Digital Journalism, 2: 137-153. Thomas, David R. (z.d.) ‘A General Inductive Approach for Analyzing Qualitative Evaluation Data’, American Journal of Evaluation 27 (2): 238–46. https://doi.org/10.1177/1098214005283748. Timberg, Craig (2017) “Russian propaganda may have been shared hundreds of millions of times, new research says”. Washington Post, 5 oktober. Tripodi, Francesca (2018) ‘Alternative Facts, Alternative Truths’, Data & Society: Points blog, 23 februari. Tucker, Joshua A., Andrew Guess, Pablo Barberá, Cristian Vaccari, Alexandra Siegel, Sergey Sanovich, Denis Stukal en Brendan Nyhan (2018) ‘Social Media, Political Polarization, and Political Disinformation: A Review of the Scientific Literature’, Rapport, Menlo Park, CA: William and Flora Hewlett Foundation. Tufekci, Zeynep (2018) ‘YouTube, the Great Radicalizer’, The New York Times, 10 maart. https://www.nytimes.com/2018/03/10/opinion/sunday/youtube-politics-radical.html. Turner, Stephen (2001) ‘What is the problem with experts?’, Social Studies of Science, 31(1): 123–149.

212

Tuters, Marc, en Daniël De Zeeuw (2019) ‘Teh Internet Is Serious Business: On the Deep Vernacular Web Imaginary’, ANSOC Working Paper. Tuters, Marc, Emilija Jokubauskaitė en Daniel Bach (2018) ‘Post-Truth Protest: How 4chan Cooked Up the Pizzagate Bullshit’, M/C Journal 21(3). http://journal.media- culture.org.au/index.php/mcjournal/article/view/1422. Tuters, Marc, Emilija Jokubauskaitė en Daniel Bach (2018) ‘Post-Truth Protest: How 4chan Cooked Up the Pizzagate Bullshit’, M/C: A Journal of Media and Culture, 21(3). Vaidhyanathan, Siva (2018) ‘Why Facebook Will Never Be Free of Fakes’, New York Times, 5 september. Vaidhyanathan, Siva (2017) ‘Facebook Wins, Democracy Loses’, New York Times, 8 september. Vassil, Kristjan (2011) Voting smarter? The impact of voting advice applications on political behavior, PhD dissertation, European University Institute, Tartu, Estland. Venturini, Tommaso (2019) ‘From Fake to Junk News, the Data Politics of Online Virality’, in Didier Bigo, Engin Isin en Evelyn Ruppert (Red.), Data Politics: Worlds, Subjects, Rights. Londen: Routledge. https://hal.archives-ouvertes.fr/hal-02003893. Volkova, Svitlana, Kyle Shaffer, Jin Yea Jang en Nathan Hodas (2017) ‘Separating facts from fiction: Linguistic models to classify suspicious and trusted news posts on Twitter’, in Proceedings of the 55th Annual Meeting of the Association for Computational Linguistics, 2: 647-653. Volpicelli, Gina (2019) ‘This is how Facebook’s news feed fact-checking will work in the UK,’ Wired, 11 januari. Vosoughi, Soroush, Deb Roy en Sinan Aral (2018) ‘The spread of true and false news online’, Science, 359(6380): 1146-1151. Walgrave, Stefaan, Michiel Nuytemans en Koen Pepermans (2009) ‘Voting Aid Applications and the Effect of Statement Selection’, West European Politics, 32(6): 1161-1180. Wang, Rong, Wenlin Liu en Shuyang Gao (2016). ‘Hashtags and information virality in networked social movement: Examining hashtag co-occurrence patterns’, Online Information Review, 40.7: 850- 866. Wardle, Claire (2018) Information Disorder: The Essential Glossary, Shorenstein Center, Cambridge, MA: Harvard Kennedy School. Wardle, Claire, en Hossein Derakhshan (2017) Information Disorder: Toward an interdisciplinary framework for research and policy making, Straatsburg: Raad van Europa, 27 september. Waters, Richard (2017) ‘Facebook and Google help showcase Las Vegas fake news’, Financial Times, 3 oktober. Weisman, Jonathan (2018) (((Semitism))): Being Jewish in America in the Age of Trump, New York, NY: St. Martin’s Press. Weiss, Ben (2018) ‘Opinion | Meet the Renegades of the Intellectual Dark Web’, New York Times, 8 mei. https://www.nytimes.com/2018/05/08/opinion/intellectual-dark-web.html. Wendling, Mike (2018a) ‘The (almost) complete history of ‘fake news’’, BBC News, 22 januari. _____ (2018b). Alt-Right: From 4chan to the White House. Londen: Pluto Press. Wieringa, Maranke, Tim de Winkel en Callum Lewis (2017) ‘Wie is de waakhond op sociale media?’, rapport, Utrecht: Utrecht Data School. Woolley, Samuel en Philip N. Howard (2016) ‘Social media, revolution, and the rise of the political Bot’, in Piers Robinson, Philip Seib, Romy Fröhlich (Red.), Handbook of Media, Conflict and Security. New York, NY: Routledge, 282-292. Wynne, Brian (1991) ‘Knowledge in context’, Science, Technology & Human Values, 16(1): 111-121. YouTube (2019) ‘Related channels discontinued May 2019’. https://support.google.com/youtube/answer/7216516?hl=en _____ (2018) ‘Press - YouTube’ https://www.youtube.com/intl/en-GB/yt/about/press/. Zannettou, Savvas, Tristan Caulfield, Emiliano De Cristofaro, Nicolas Kourtelris, Ilias Leontiadis, Michael Sirivianos, Gianluca Stringhini en Jeremy Blackburn (2017) ‘The Web Centipede:

213

Understanding How Web Communities Influence Each Other through the Lens of Mainstream and Alternative News Sources’, 17th ACM Internet Measurement Conference, 405–17. Van Zijl, Frank en Huib Modderkolk (2017) ‘Generaal: Nederland kan digitale dreiging niet aan’, De Volkskrant, 29 augustus. Van Zoonen, Liesbet, e.a. (2011) ‘YouTube Interactions between Agonism, Antagonism and Dialogue: Video Responses to the Anti-Islam Film Fitna’, New Media & Society, 13(8): 1283–300. DOI:10.1177/1461444811405020.

214