Nummer Toegang: 1.10.75.01

Inventaris van het archief van de familie Van Schinne, 1683-1855

Versie: 15-08-2019

J.H. Rombach

Nationaal Archief, Den Haag 1962

This finding aid is written in Dutch. 1.10.75.01 Schinne, van 3

INHOUDSOPGAVE Beschrijving van het archief...... 5 Aanwijzingen voor de gebruiker...... 6 Openbaarheidsbeperkingen...... 6 Beperkingen aan het gebruik...... 6 Materiële beperkingen...... 6 Andere toegang...... 6 Aanvraaginstructie...... 6 Citeerinstructie...... 6 Archiefvorming...... 7 Geschiedenis van de archiefvormer...... 7 De familie van Schinne...... 7 Stamboom 1...... 10 Stamboom 2...... 12 Geschiedenis van het archiefbeheer...... 12 De lotgevallen van het archief:...... 12 Inhoud en structuur van het archief...... 14 Inhoud...... 14 Ordening van het archief...... 15 Verwant materiaal...... 16 Beschikbaarheid van kopieën...... 16 Afgescheiden archiefmateriaal...... 16 Verwante archieven...... 16 Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...... 17 I STUKKEN VAN GENEALOGISCHE AARD...... 17 II STUKKEN BETREFFENDE LEDEN VAN DE FAMILIE VAN SCHINNE...... 18 a ISAAC I VAN SCHINNE (1640 - 1686) en CATHARINA DAMMAERT (1646 - 1683) en ALETTA DE BITTER (1654 - 1708)...... 18 b ISAAC II VAN SCHINNE (1668 - 1737) en MAGDALENA ADRIANA VAN QUAELBERGEN (1674 - 1726) met haar moeder HENRIETTE CHASTELEYN...... 18 c ISAAC III VAN SCHINNE (1693 - 1744) en EVERDINA DE JOODE (1702 - 1749)...... 19 d ALETTA JACOBA VAN SCHINNE (1698 - 1724) en MAARTEN VLAARDINGERWOUT...... 19 e SUZANNA IGNATIA VAN SCHINNE (1706 - 1755) en JAN CORNELIS RADEMACHER...... 19 f SUZANNA IGNATIA VAN SCHINNE (1725 - 1767) en JACOBA DE MEY, weduwe van CORNELIS MATHEUS VAN SCHINNE...... 20 g ISAAC IV VAN SCHINNE (1721 - 1779) en SARA ANNA VAN RUSTER (1735 - 1793) met haar vader Abraham...... 20 Correspondentie:...... 20 Personalia en diversen:...... 21 h ISAAC V VAN SCHINNE (1759 - 1831) en JOHANNA THEODORA MOSSEL (1767 - 1835)...... 23 Personalia en diversen:...... 25 Financiële stukken betreffende de huishouding:...... 26 Financiële stukken betreffende kapitaal:...... 26 Stukken betreffende onroerend goed:...... 28 Den Haag:...... 28 Overschie:...... 28 Rotterdam:...... 28 Spijkenisse:...... 28 Wassenaar en Zuidwijk:...... 29 Zevenhuizen (Z.H.):...... 29 Stukken betreffende de openbare ambten van Isaac V van Schinne:...... 30 Baljuw van Voshol:...... 30 Baljuw, schout, secretaris en ontvanger der verpondingen van Rijnsburg:...... 30 Lid van de vroedschap van Rotterdam:...... 32 4 Schinne, van 1.10.75.01

Hoogheemraad van Schieland:...... 32 Officier van de jacht in het 7e district van Maasland:...... 33 Maire van den Haag:...... 34 Lid van de Ridderschap en de Staten van Holland:...... 35 i CATHARINA VAN SCHINNE (1757 - 1840)...... 36 Correspondentie:...... 36 Personalia en diversen:...... 36 Financiële stukken:...... 37 j EVERDINA ANNA VAN SCHINNE (1760 - 1831)...... 37 k MAGDALENA ANTOINETTE VAN SCHINNE (1762 - 1840)...... 37 l ANTHONY JAN VAN SCHINNE (1765 - 1837)...... 38 m ABRAHAM VAN SCHINNE (1767 - 1805)...... 38 Correspondentie:...... 38 Personalia en diversen:...... 39 n JACOBA THEODORA VAN SCHINNE (1791 - 1854) en HENDRIK DE GIJSELAAR (1789 - 1848) met zijn vader NICOLAAS...... 39 o PIETER ISAAC VAN SCHINNE (1793 - 1812)...... 40 p WILLEM FREDERIK JOHAN VAN SCHINNE (1794 - 1808)...... 40 III STUKKEN WAARVAN DE SAMENHANG MET HET ARCHIEF NIET IS GEBLEKEN...... 41 1.10.75.01 Schinne, van 5

Beschrijving van het archief BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF

Naam archiefblok: Collectie Van Schinne

Archiefbloknummer: 1208

Omvang: 230 inventarisnummer(s); 2,49 meter

Taal van het archiefmateriaal: Het merendeel der stukken is in het Nederlands, enkele stukken zijn in het Latijn gesteld.

Soort archiefmateriaal: Normale geschreven en gedrukte teksten, de Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de Oud-Hollandse klerkencursief. Het archief bevat ook tekeningen en een kaart.

Archiefbewaarplaats: Nationaal Archief, Den Haag

Archiefvormers: Schinne, Van

Samenvatting van de inhoud van het archief: De oudste stukken uit dit archief dateren van 1683. Het betreft een uitnodiging voor het bijwonen van de begrafenis van Catharina Dammaert, echtgenote van Isaac I van Schinne (1640-1686) en een vers voor de 15de verjaardag van Isaac II van Schinne. Voorts overlijdensaankondigingen en correspondentie afkomstig van Isaac IV (1742-1776) en Isaac V (1785-1831). Van de laatste zijn diverse documenten bewaard gebleven: financiële stukken betreffende huishouding en kapitaal en stukken inzake onroerend goed, bijvoorbeeld over de droogmaking van polder Zestienhoven, met een getekende en ingekleurde kaart (1793-1797). Isaac V van Schinne heeft verschillende openbare ambten bekleed. Hij was onder meer baljuw van Voshol, hoogheemraad van Schieland en maire van Den Haag. De stukken uit deze rubriek behandelen onderwerpen als een jachtongeval, mishandelingen en de vermeende patriotse gezindheid van een dominee. 6 Schinne, van 1.10.75.01

Aanwijzingen voor de gebruiker

Aanwijzingen voor de gebruiker Openbaarheidsbeperkingen

OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar.

Beperkingen aan het gebruik

BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.

Materiële beperkingen

MATERIËLE BEPERKINGEN Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.

Andere toegang

ANDERE TOEGANG 1.10.75.02

Aanvraaginstructie

AANVRAAGINSTRUCTIE Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen: 1. Creëer een account of log in . 2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk. 3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.

Citeerinstructie

CITEERINSTRUCTIE Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.

VOLLEDIG: Nationaal Archief, Den Haag, Collectie Van Schinne, nummer toegang 1.10.75.01, inventarisnummer ...

VERKORT: NL-HaNA, Schinne, van, 1.10.75.01, inv.nr. ... 1.10.75.01 Schinne, van 7

Archiefvorming

Archiefvorming Geschiedenis van de archiefvormer

GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER De familie van Schinne

DE FAMILIE VAN SCHINNE In zijn "genealogie van het oud-adelijk geslacht van van Schinne" , waarvan zich een exemplaar in de bibliotheek van het Koninklijk Genootschap voor geslacht-en wapenkunde bevindt, leidt Isaac V. 1 de afstamming af van een ridder Tielman van Scinne in 1285, 2 en de geregelde opvolging laat hij beginnen met Jan van Schinne omstreeks 1530. In het maandblad De Nederlandsche Leeuw (1920 p. 19) wordt evenwel de onhoudbaarheid van deze stamreeks tot en met de eerste 3 generaties vanaf Jan van Schinne aangetoond en een verbeterde genealogie vanaf laatstgenoemde gegeven.

Het oudste stuk in het archief is afkomstig van Isaac I geboortig uit Middelburg, die in 1676 tot onderkoopman werd benoemd van het kantoor van de Oost-Indische Compangie in Japan en vervolgens koopman, opperkoopman en opperhoofd in Japan werd (1680). 3

Na hem hebben nog twee leden van de familie een rol gespeeld in het toenmalig Nederlands- Indië, nl. Isaac II als Raad-fiscaal bij, en voorzitter van de Raad van Indië en Isaac III als lid van deze Raad. Isaac III was een van de tegenstanders van Gouverneur-Generaal , en werd wegens zijn optreden tijdens de opstand van de Chinezen in 1740 door de Gouverneur- Generaal met enkele medestanders, o.w. de latere Gouverneuer-Generaal G.W. van Imhoff, in arrest gesteld en naar het vaderland teruggezonden. 4

Na hun terugkeer in Nederland vestigden deze van Schinne's zich te Rotterdam en werden daar reeds spoedig lid van de vroedschap.

Twee dochters van Isaac II huwden met belangrijke ambtenaren: Henriette Anna met Jan de Back, geheim secretaris van Willem IV, Suzanna Ignatia met Jan Cornelis Radermacher, rekenmeester der domeinen van deze Stadhouder.

Een van de dochters van Isaac III, Magdalena Adriana, huwde met Anthony Patras, die erfgenaam werd van het aanzienlijke vermogen van zijn oom de Gouverneur-Generaal Abraham Patras. Zij vestigden zich eerst in Wijckel en later in den Haag, waar Anthony Patras het paleis aan het Voorhout liet bouwen. 5 Een andere dochter, Everdina Henriette, huwde in 1762 in Breda met de Waalse predikant Gabriel Mingard en volgde hem naar Beaulieu bij Lausanne.

Isaac IV volgt een geheel Nederlandse ambtelijke carrière: advocaat bij het Hof van Holland, raad en IV, 6 van diens weduwe Prinses Anna van Hannover en van Stadhouder Willem V en tenslotte baljuw van Voshol. Een groot vermogen bezat Isaac IV nog niet, waaraan ook het baljuwschap van Voshol te danken was, hem zeer welkom moet zijn geweest. Wel zien we hem reeds als de door zijn ontwikkeling en positie aangewezen persoon om ook in familie-aangele-genheden leiding te geven, binnen het eigen gezin als enige broeder van vijf zusters, maar ook in de gezinnen van zijn tantes, zoals uit de correspondentie blijkt.

1 De rangcijfers van de leden van het geslacht met Isaac als voornaam zijn voor het gemak van de gebruiker van deze inventaris gegeven, te beginnen met de eerste Isaac die in het archief voorkomt 2 Zie hierover een brief van de Rijksarchivaris van Wijn aan Isaac van Schinne in inv. nr 42. J.M. van Winter, Ministerialiteit en Ridderschap in Gelre en Zutphen, (Utrecht 1962), vermeldt in tabel C onder nr 33 Thilmannus en Henricus van Schinne als nobiles in resp. 1276-1277 en 1285-1286. 3 W. Wijnaendts van Resandt, De gezaghebbers der Oost-Indische Compagnie op hare buitencomptoiren in Azië (, 1944), p. 148. 4 Zie over deze episode: J.K.J. de Jonge, Opkomst van het Nederlandse gezag in Oost-Indië dl IX p. 337 vgl. 5 Dit is het latere paleis van Koningin Emma. Zie Jaarboek Die Haghe 1957 p. 33. 6 Deze post kreeg hij als opvolger van zijn oom J.C. Radermacher. 8 Schinne, van 1.10.75.01

De andere tak van de familie, die van zijn oom Cornelis Matheus, stierf reeds uit met het kinderloos overlijden van diens enige zoon Isaac Evert Cornelis, die schepen van het ambacht Cool bij Rotterdam was, zodat de staak van Isaac IV als enige overbleef.

Deze Isaac Evert Cornelis van Schinne bezit te Rotteram een hortus botanicus (medicus) gelegen tussen de Binnenweg en de Schiedamse poorten. Blijkens de processen-verbaal van de vergaderingen van de Rotterdamse muncipaliteit van 13 augustus en 17 september 1813 is deze tuin toen door de eigenaar aan de gemeente verkocht onder voorwaarde dat hij in het bijbehorende huis mocht blijven wonen en chef van de tuin zou zijn.

Van de drie zoons van Isaac bleven er twee ongehuwd, zodat slechts Isaac V het geslacht voortzette. Diens beide zoons stierven op jeugdige leeftijd en met zijn dochter Jacoba Theodora stierf dus het geslacht van Schinne in 1854 uit.

De familieband lijkt betrekkelijk hecht, met tussen Everdina Henriette en haar broeder Isaac IV en zijn gezin. Toen voor haar nicht Catharina om gezondheidsredenen verandering van klimaat wenselijk was heeft deze langer dan een jaar bij de familie Mingard in Zwitserland gelogeerd.

Toen Isaac IV in 1779 overleed was de financiele positie van zijn weduwe zeker niet rooskleurig, al was haar moeder blijkbaar niet onbemiddeld, en niets wees nog op de latere welstand van Isaac V toen deze zijn vader als baljuw van Voshol opvolgde. De omkeer zou eerst komen door zijn huwelijk met Johanna Theodora Mossel in 1790. Zij was de kleindochter van Gouverneur-Generaal , en ook haar vader Jacob Mossel jr was een ondernemend man, zoals blijkt uit zijn aandeel in de drooglegging van de polder Zestienhoven. De erfenis van Johanna Theodora Mossel, afkomstig van haar beide ouders, want ook de moeder Maria van Herzeele had landerijenbezit, vormt de grondslag van de rijkdom van Isaac V van Schinne.

Deze laatste werd naast baljuw van Voshol in 1785 baljuw, schout, secretaris en ontvanger van de verpondingen te Rijnsburg, welke heerlijkheid voor de Staten van Holland beheerd werd door de Ridderschap van dit gewest en in 1788 lid van de vroedschap van Rotterdam. De omwenteling van 1795 maakte een eind aan deze ambten. Van Schinne was geen patriot en werd zelfs een aantal dagen gevangen gehouden in het stadhuis van Rotterdam. Door het wegvallen van de inkomsten uit Voshol en Rijnsburg zag hij zich genoodzaakt met zijn gezin goedkoper te gaan wonen en huurde daartoe het huis Buitenzorg bij Vianen. Wanneer in 1797 zijn schoonvader Jacob Mossel jr sterft, geraakt hij in gemakkelijker omstandigheden en keert terug naar Rotterdam, om vervolgens in Wassenaar het landgoed van Jacob Mossel, Groot Haesebroek (thans residentie van de Canadese ambassade) te gaan bewonen. In 1802 koopt hij dan tevens voor f14000.– van A.H. graaf van Rechteren het kapitale huis aan het Voorhout te den Haag (later nr 1, waar thans het kantoorgebouw van de Zeven Provinciën staat). Sindsdien woonden de van Schinne's afwisselend te Wassenaar en den Haag. Ook de drie ongehuwde zusters, Catharina, Everdina Anna en Magdalena Antoinette, woonden toen in den Haag, eerst aan de Denneweg, later in de Molenstraat.

De verkrijging van het Mossel-kapitaal ging voor Isaac van Schinne met vele verwikkelingen gepaard. De Gouverneur-Generaal Jacob Mossel had een deel van zijn vermogen, belegd in aandelen in de Amphioen Societeit te Batavia, onder fideicommis gesteld met eenvoor verschillende uitleg vatbare bepaling over de uiteindelijke verdeling onder zijn nakomelingen. Het faillissement van de Amphioen Societeit en de uiterst moeilijke verbindingen met Indië vormden belangrijke complicaties bij een geregelde uitkering van de vrijkomende gelden. In nauw contact met zijn schoonzuster en zwager Brantsen te Arnhem en met de andere belanghebbende (Taets van Amerongen en Higgins) trachtte Isaac van Schinne de gelden uit Indië getransfereerd te krijgen. Met de hulp van A. Buiskes, kapitein van een uitvarend schip, is dit gelukt. Dat volgens het fideicommis de toen levende erfgenamen geen recht hadden op dit kapitaal werd bij deze 1.10.75.01 Schinne, van 9 transactie verzwegen. Het nog te Batavia achtergebleven kapitaal is sinds 1827 in beheer bij de weeskamer aldaar geweest en vormt het familiefonds, dat tenslotte door de familie Brantsen tot finale verdeling is gebracht.

Een deel van het kapitaal van de Gouverneur-Generaal was uit Batavia overgemaakt naar , de vaderstad van de familie Mossel, en werd door de weeskamer aldaar beheerd.

Ook Jacob Mossel jr had een fideicommissaire bepaling gemaakt en daarbij een deel van zijn vermogen voor een periode van 20 jaar onder beheer gesteld van de makelaar Bisschop te Rotterdam. Met diens opvolgers heeft Isaac van Schinne eveneens moeilijkheden gehad over de afwikkeling van de administratie.

Na jaren van ambteloosheid trad Isaac V van Schinne na 1804 weer in het openbare leven. Hij wordt dan Hoogheemraad van Schieland, een functie die hij tot zijn dood bekleed heeft. Het daardoor opnieuw gelegde contact met zijn vroegere woonplaats Rotterdam is in 1807 nog versterkt toen hij benoemd werd tot Officier van de jacht in het 7e district van Maasland, waarvan Rotterdam de kern vormde. In het volgende jaar volgt zijn benoeming als lid van de vroedschap van den Haag. We kunnen ons voorstellen dat hij met zijn ijdelheid en praalzucht gemakkelijk in de ban raakte van de hof-sfeer in het nieuwe Koninkrijk Holland. Zijn zoon Pieter Isaac wordt page van Koning Lodewijk Napoleon, doch later doet de vader vergeefse pogingen deze zoon vrij te houden van dienst in het franse leger. Pieter Isaac is niet teruggekeerd van de veldtocht tegen Rusland.

Het hoogtepunt van aanzien bereikte Isaac van Schinne in 1811 toen hij maire van den Haag werd en in hetzelfde jaar Napoleon in den Haag kon ontvangen. Bij deze gelegenheid betoonde hij zich de onderworpen dienaar van de grote keizer, maar kwam tevens op voor de belangen van zijn sterk verarmde stad. Onder druk van de prefect van het departement van de Monden van de Maas, baron de Stassart, besloot de vroedschap van den Haag in 1813 een deputatie naar Parijs te zenden om de Keizerin de hulde van de stad (den Haag was in 1811 door Napoleon na zijn bezoek tot bonne ville verheven) te brengen, van Schinne moest zich wel aan het hoofd van de stedelijke deputatie stellen. Zijn vrouw en dochter (enig overgeblevene van de drie kinderen) vergezelden hem op deze reis. De gebeurtenissen van November 1813 waren er oorzaak van dat het Haagse gezelschap veel langer in Parijs moest blijven dan in de bedoeling lag. Het gedwongen verblijf in de franse hoofdstad heeft geduurd tot Mei 1814. Over de hieruit voor de gemeente den Haag ontstane aanzienlijke extra onkosten is later veel te doen geweest, doch van Schinne en zijn deputatiegenoten hebben de representatiekosten door de gemeente vergoed gekregen.

Uit de tijd dat hij maire van den Haag was dateert de kwalificatie van Isaac van Schinne als een wel bekwaam doch door zijn ijdelheid niet zeer gezien man, 7 welke typering in het onderhavige archief bevestiging kan vinden.

Dat de maire van den Haag bij zij terugkomst in 1814 niet geestdriftig ontvangen werd is begrijpelijk. In een adres aan de Koning heeft van Schinne getracht zijn houding in de afgelopen jaren te rechtvaardigen. Hoewel de gevraagde honoraire betrekking hem niet is gegeven werd Isaac van Schinne wel in de adelstand verheven, bij K.B. van 16 September 1815. Als Jhr van Schinne had hij later nog zitting in de Ridderschap van Holland en als plaatsvervangend lid in de Staten van Holland. Het volledig lidmaatschap van dit college zal hij nauwelijks meer hebben kunnen bekleden want kort na zijn benoeming overleed hij op 29 Augustus 1831.

7 H.T. Colenbrander, Gedenkstukken van de algemeene geschiedenis van Nederland van 1795 tot 1840. ('s-Gravenhage, 1911) 1810-1813 p. 372, 1081. 10 Schinne, van 1.10.75.01

De familie van Schinne behoorde tot de Waalse gemeente, doch Isaac V had tevens een band met de Hervormde Kerk. Zijn zoon Willem Frederik Johan is in de Grote Kerk te den Haag begraven en later heeft hij vaste plaatsen in de Kloosterkerk gehad. Evenals zijn schoonvader Jacob Mossel jr is Isaac van Schinne begraven op de begraafplaats "Ter Navolging" te Scheveningen. Het echtpaar de Gijselaarvan Schinne wordt als Hervormd vermeld.

Isaac V van Schinne behoorde in 1813 tot de tien hoogst aangeslagen en van den Haag. 8 Desondanks had hij in 1805 de nalatenschap van zijn broeder Abraham slechts willen aanvaarden onder het voorrecht van beraad. Deze broeder was officier in staatse dienst en na 1795 in dienst van de Prins van Oranje in Engeland. Als gepensioneerd kolonel vestigde hij zich in Elten, waar hij in 1805 eenzaam overleed.

De andere broeder, Anthony Jan, was reeds op jeugdige leeftijd naar Indië vertrokken, blijkbaar omdat zijn gedrag in Nederland te wensen overliet. Hij volgde in Indië een bescheiden ambtelijke carrière, werd ontvanger te Makassar, lid van de Raad van Justitie te Semarang (1824) en overleed eenzaam in Batavia in 1837. Met hem stierf toen dus het geslacht van Schinne in mannelijke lijn uit.

De dochter van Isaac V, Jacoba Theodora, huwde in 1819 met Jhr Hendrik de Gijselaar (sinds 1842 baron). 9 Het echtpaar had geen kinderen, zodat met haar in 1854 het geslacht van Schinne uitstierf. Haar aanzienlijke vermogen, f474.705.--, kwam voor de helft aan de kinderen van haar tante A.H. Brantsen-Mossel, terwijl ook het archief toen aan Mr.D.W.G.J.H. Brantsen van de Zijn kwam.

Stamboom 1

STAMBOOM 1

8 Economisch Historisch Jaarboek deel XIX (1935) p. 49. 9 Zie voor zijn geslacht: Nederlands Adelboek 1909. Hij was een van de aangewezen leden van de garde d'honneur die deze dienst weigerden. Zie b.v. G.J.W. Koolemans Beijnen, Historisch gedenkboek der herstelling van Neêrlands onafhankelijkheid in 1813 (Haarlem 1913) deel III p. 28. e.v. 1.10.75.01 Schinne, van 11 12 Schinne, van 1.10.75.01

Stamboom 2

STAMBOOM 2

Geschiedenis van het archiefbeheer

GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER De lotgevallen van het archief:

DE LOTGEVALLEN VAN HET ARCHIEF: Na het uitsterven van het geslacht met de dood van Jacoba Theodora de Gijselaar-van Schinne in 1854 kwam het archief van Schinne aan haar neef Mr. D. W.G.J.H. Brantsen van de Zijp te Arnhem. Bij hem kwamen door toevallige omstandigheden ook de verschillende delen van het archief Brantsen samen, zodat de van Schinne papieren daarin werden opgenomen. Deze deelden daarna de lotgevallen van het Brantsen-archief, waarbij de correspondentie kwam te berusten op het kasteel Zijpestein en o.a. de stukken betreffende het Mossel-kapitaal op huize Wielbergen bij Angerlo. Met het Brantsen-archief kwam tenslotte ook het familie-archief van Schinne in gedeelten aan het Rijksarchief in Gelderland, waar het als een afzonderlijk archief is afgescheiden en in 1958 en volgende jaren aan het Algemeen Rijksarchief werd overgedragen.

Nadat de inventarisatie van het familie-archief Van Schinne door Mr.J.H. Rombach was afgesloten, werden nog een aantal stukken gevonden die tot dit archief behoren. Zij zijn door Drs. J.J.Temminck ingevoegd. De genealogie kon met één generatie worden aangevuld. 1.10.75.01 Schinne, van 13 14 Schinne, van 1.10.75.01

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud en structuur van het archief Inhoud

INHOUD In het voorgaande kan men reeds een aanduiding vinden van wat in het archief aanwezig is. Het daar medegedeelde berust vnl. op in het archief aanwezige stukken. Zoals te verwachten was zijn de meeste stukken afkomstig van Isaac IV en Isaac V. In tegenstelling tot bv. het familie-archief Brantsen is veel correspondentie ook van niet zakelijke aard bewaard gebleven, zoals reeksen brieven van Anthony Jan aan zijn moeder, broeders en zusters, de brieven uit Zwitserland van Catharina aan haar moeder en die van E.H. Mingard-van Schinne aan haar verwanten in Nederland.

Een in het oog vallend onderdeel van het archief vormen de vele rouwbrieven, gericht aan Isaac IV en aan N. de Gijselaar (vader van H. de Gijselaar). Van hem zijn ook vele andere familieberichten bewaard gebleven.

Naast de correspondentie en familieaankondigingen vormen de rekeningen en kwitanties van Isaac V een omvangrijk onderdeel. Zij geven over een vrij lange periode een beeld van wat et in een aanzienlijke huishouding omging.

De verdere financiele bescheiden (de Mossel-erfenissen!) nemen vanzelfsprekend een belangrijke plaats in. Daaronder verdienen vermelding de stukken betreffende het contract uit overleving "Uit Voorzorg" 10 van 1770 waarin Catharina van Ruster-van den Bergh deelnam ten behoeve van haar kleinkinderen van Schinne. De drie ongehuwde dames van Schinne, Catharina, Everdina Anna en Magdalena Antoinette hebben tot hun dood een pensioen uit dit kapitaal genoten.

Merkwaardig zijn ook de beide diploma's voor Isaac IV en V van de orde van de vijf degens onder de zinspreuk "Vitam Impendere Vero", waarvan één met het grootzegel van de orde. 11

De papieren die Isaac IV en V van hun ambtelijke betrekkingen hebben nagelaten zijn voornamelijk van belang voor de plaatselijke geschiedenis van de dorpen van Voshol (Zwammerdam, TerAar, Korteraar, Langeraar en Reeuwijk), Rijnsburg en den Haag. De correspondentie van Isaac V met de nieuwe gezagsdragers te Rijnsburg in 1795 geeft een beeld van de samenleving ten plattelande in dat bewogen jaar. Doordat Boskoop vanouds tot Rijnsburg behoorde treffen we in het archief ook gegevens over dit dorp aan, waaronder een dossier betreffende de anti-orangistische houding van de plaatselijke Ds. Catz van Smallenburg tijdens de woelingen van 1787.

Voor den Haag kan vermeld worden de memorie over de staat van den Haag, waarmede van Schinne als maire in 1811 de aandacht van Keizer Napoleon vestigde op de economische achteruitgang van zijn gemeente. Over het behoud van het Haagse Bos dat volgens Rietstap 12 aan Isaac V te danken zou zijn, is in het archief niets gevonden. Uit de Haagse periode vinden we in het archief ook een serie "cartes civiques" van inwoners van den Haag welke formulieren blijkbaar niet zijn uitgereikt.

Dat Jacob Mossel jr inderdaad een indernemend man is geweest blijkt uit de stukken met betrekking tot de droogmaking van de plassen in de polder Zestienhoven onder Overschie, waaruit de gang van zaken bij een dergelijk project naar voren komt. Verder bevat het archief geen stukken

10 Over dit soort contracten in het algemeen: H. Wagenvoort, Tontines, diss. Utrecht, 1961, over het contract "Uit Voorzorg": Bouwstoffen voor de geschiedenis van de levensverzekeringen en lijfrenten in Nederland, Amsterdam, 1897, p. 343 11 Zie over deze orde: J.P. Vaillant, De ridder der vijf degens, in Jaarboek voor Nederlandse Vrijmetselaren 1874, p. 53, en het gedenkboek 1757-1957 van de Leidse orde La Vertu, p. 96 12 Wapenboek der Nederlandsche Adel dl II p. 143. 1.10.75.01 Schinne, van 15 over de familie Mossel, doordat bij de splitsing tussen het familie-archief Brantsen en dat van van Schinne (waarover hieronder nader) de, overigens niet talrijke, Mossel-archivalia in het archief Brantsen zijn gebleven.

Ordening van het archief

ORDENING VAN HET ARCHIEF Een oorspronkelijke ordening was in het archief niet te onderkennen. Slechts waren de brieven en familierichten gebundeld, evenals de stukken betreffende Voshol en ten dele Rijnsburg.

De veel gebruikte indeling van een familie-archief in personalia en realia is voor de ordening van dit archief niet gevolgd, om dezelfde reden waarom dit niet geschiedde in de inventarissen van de familie-archieven Brants, Heshuysen, Hooft en Hooft-Woudenberg door Dr. I.H. van Eeghen. Van Schinne was een regentenfamilie, waarvan slechts één lid (Isaac V) vaste goederen heeft bezeten. Hetzelfde geldt te aanzien van de ambtelijke stukken. Slechts het baljuwschap van Voshol is door twee opvolgende leden van de familie bekleed. De stukken hierop betrekking hebbende vindt men onder de ambtsdragers Isaac IV en V.

In afdeling I zijn enige genealogische geschriften opgenomen, waarvan de samenhang met het geslacht van Schinne in stamboom 1 verduidelijkt wordt. Stamboom 2 van van Schinne is een complilatie van de genealogiëen uit het reeds genoemde geschrift van Isaac V, Nederlands Adelbok 1917 en Rietstap's Wapenboek.

In afdeling II zijn de stukken betreffende afzonderlijke personen orgenomen. Bij personen met een groot aantal stukken is voor de overzichtelijkheid een onderverdeling in afzonderlijke rubrieken toegepast. De zelfde volgorde van stukken is zonder uitdrukkelijke vermelding van deze rubrieken ook bij de andere personen aangehouden. Stukken betreffende de afwikkeling van een nalatenschap zijn geplaatst onder de erflater, hoewel vanzelfsprekend niet van deze afkomstig.

De enkele stukken afkomstig van aangehuwde personen (het betreft slechts Abraham van Ruster en Nicolaas de Gijselaar) zijn opgenomen na die van de personen bij wie ze door huwelijk zijn aangekomen.

Bij de familieberichten afkomstig van Nicolaas de Gijselaar is geen lijst gemaakt van de personen op wie de berichten betrekking hebben zoals bij de andere dergelijke berichten wel is gedaan. Deze collectie omvat gegevens uit de jaren 1792-1818 toen er nog geen relatie bestond tussen de families de Gijselaar en van Schinne, zodat de erin voorkomende personen geen betrekking hebben tot de familie van Schinne.

In afdeling III zijn de stukken ondergebracht waarvan de samenhang met het archief niet is gebleken. 16 Schinne, van 1.10.75.01

Verwant materiaal

Verwant materiaal Beschikbaarheid van kopieën

BESCHIKBAARHEID VAN KOPIEËN Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Afgescheiden archiefmateriaal

AFGESCHEIDEN ARCHIEFMATERIAAL Enkele brieven afkomstig van Nicolaas de Gijselaar zijn na de inventarisatie overgedragen aan het gemeente archief van Gorinchem waar zij hun aard in aanmerking genomen thuis behoren.

Verwante archieven

VERWANTE ARCHIEVEN Collectie Van Schinne, Supplement, 17e-19e eeuw. 1.10.75.01 Schinne, van 17

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen BESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN

I STUKKEN VAN GENEALOGISCHE AARD

I STUKKEN VAN GENEALOGISCHE AARD Zie voor de verhouding van de in de volgende nrs genoemde geslachten tot van Schinne stamboom 2.

1 Aantekeningen en attestatiën van doop, huwelijk en overlijden van leden van de familie Van Schinne. 1686 - 1817. 1 omslag Betreft: Judith van Schinne, Pieter van Schinne, Jan van Schinne, Isaac van Schinne, Susanna van Schinne - geb. Vrolijk, Isaac I van Schinne, Catherina van Schinne - geb. Dammaert, Isaac van Schinne, Isaac II van Schinne, Magdalena Adriana van Schinne - geb. Van Qualbergen, Isaac III van Schinne, Everdina van Schinne - geb. de Joode, Cornelis Matheus van Schinne, Isaac IV van Schinne, Sara Anna van Schinne - geb. van Ruster, Isaac V van Schinne, Johanna Theodora van Schinne - geb. Mossel, Jacoba Theodora de Gijselaar - geb. van Schinne, Pieter Isaac van Schinne, Rebecka van Quaalbergen.

1A Genealogie van de nakomelingen van Johan de Moucheron en Margaretha de Rottenes, 17e eeuw. 1 stuk

2 Genealogie van de nakomelingen van Pierre de Moucheron en Isabelle de Gerbier, 17e eeuw. 3 katerns + 1 deel Een katern bevat wapentekeningen en tevens genealogische aantekeningen van Hendrik Schenkenberg en Cornelis van Quaelbergen; het deel bevat achterin een genealogie van de nakomelingen van Jhr Gijsbert van Zoelen en Dirckje van der Leck, 17e eeuw.

3 Genealogie van de nakomelingen van Adriaan Dammaert, 17e eeuw. 1 katern +1 stuk 18 Schinne, van 1.10.75.01

II STUKKEN BETREFFENDE LEDEN VAN DE FAMILIE VAN SCHINNE

II STUKKEN BETREFFENDE LEDEN VAN DE FAMILIE VAN SCHINNE Zie voor de onderlinge verwantschap stamboom 1. a ISAAC I VAN SCHINNE (1640 - 1686) en CATHARINA DAMMAERT (1646 - 1683) en ALETTA DE BITTER (1654 - 1708).

A ISAAC I VAN SCHINNE (1640 - 1686) EN CATHARINA DAMMAERT (1646 - 1683) EN ALETTA DE BITTER (1654 - 1708). Hij was opperkoopman der Oost-Indische Compagnie en opperhoofd in Japan.

4 Uitnodiging tot de begrafenis van Caterina Dammaert, Batavia, (gedrukt). 1683. 1 stuk

5 Brief van Isaac I van Schinne aan Maria Dammaert, waarin hij zijn huwelijk met Aletta de Bitter aankondigt, Batavia, 1684. 1 stuk

6 Lijst van bloedverwanten en vrienden die Isaac I van Schinne en Aletta de Bitter bij hun vertrek uit Batavia aldaar en in de nederzettingen der Oost-Indische Compagnie in Azië hebben achtergelaten, 1684. 1 stuk b ISAAC II VAN SCHINNE (1668 - 1737) en MAGDALENA ADRIANA VAN QUAELBERGEN (1674 - 1726) met haar moeder HENRIETTE CHASTELEYN.

B ISAAC II VAN SCHINNE (1668 - 1737) EN MAGDALENA ADRIANA VAN QUAELBERGEN (1674 - 1726) MET HAAR MOEDER HENRIETTE CHASTELEYN. Hij was achtereenvolgers koopman, raadfiscaal bij de Raad van Nederlands-Indië, voorzitter van deze Raad en president-schepen van Rotterdam.

7 Vers ter gelegenheid van de 15e verjaardag van Isaac II van Schinne, door J. Dammaert, Batavia, (gedrukt). 1683. 1 stuk

8 Gedicht ter gelegenheid van het huwelijk van Isaac II van Schinne met Magdalena Adriana van Quaelbergen door Johannes Clayer, Rotterdam, (gedrukt). 1690. 1 stuk

9 Brief aan Isaac II van Schinne van Christiaan Klaarbout, met gelukwens en gedicht ter gelegenheid van het huwelijk van zijn zoon Cornelis Matheus met Jacoba de Mey, 1734. 1 stuk Zie ook nrs 24, 25.

10 Lijfrentebrief voor Isaac II van Schinne ten laste van den lande van Utrecht, 1689. 1 charter

11 Aanstelling van Isaac II van Schinne tot koopman, Batavia, 1727. 1 stuk

12 Extract uit de notulen van de Raad van Indië (1729, mei 10), betreffende de aanvaarding door Isaac II van Schinne van het ambt van advocaat - fiscaal van Indië, 1729. 1 stuk

13 Extract uit de notulen van de Raad van Indië (1736, aug. 22), betreffende de verwelkoming van Isaac II van Schinne als voorzitter van de Raad, 1736. 1 stuk

14 Gedicht ter ere van Henriette Chasteleyn, echtgenote van Cornelis van 1.10.75.01 Schinne, van 19

Quaelbergen, Gouverneur van de provincie Banda, en andere gedichten, z.d. 1 katern Zij was de moeder van Magdalena Adriana van Schinne - van Quaelbergen. c ISAAC III VAN SCHINNE (1693 - 1744) en EVERDINA DE JOODE (1702 - 1749).

C ISAAC III VAN SCHINNE (1693 - 1744) EN EVERDINA DE JOODE (1702 - 1749). Hij was lid van de Raad van Nederlands-Indië en later schepen van Rotterdam.

15 Brieven aan Everdina van Schinne - de Joode, 1747 - 1748 1 omslag + 56 stukken Afkomstig van: Gouverneur-Generaal G. W. van Imhoff, 1748 ---en P. Wentholt, 1747 - 1748,

16 Aankondiging aan Everdina van Schinne - de Joode van het overlijden van J. R. van Kretschmar, stiefzoon van Maarten Vlaardingerwout, 1746. 1 stuk

17 "Disputatio juridica inauguralis de usucapionibus", ter verkrijging van de graad van doctor in de rechten door Isaac III van Schinne, Utrecht, (gedrukt). 1713. 1 katern

17A Doctorsbul voor Isaac III van Schinne van de Universiteit van Utrecht. 1713. 1 charter

17B Acte van aanstelling voor Isaac II van Schinne als advocaat-fiscaal van Nederlands- Indië. 1729. 1 charter

18 Memoriën van Isaac III van Schinne betreffende zijn arrestatie en gedwongen vertrek uit Nederlands-Indië in 1740 door toedoen van de Gouverneur-Generaal Adriaan Valckenier met schadevergoedingseis, (afschriften). 1742 - 1759. 2 stukken

19 Schetsmatige kaart van de omgeving van Batavia, z.d. 1 stuk

20 Aankondiging van het overlijden van Isaac III van Schinne en van Everdina de Joode, (gedrukt). 1744, 1749. 2 stukken d ALETTA JACOBA VAN SCHINNE (1698 - 1724) en MAARTEN VLAARDINGERWOUT.

D ALETTA JACOBA VAN SCHINNE (1698 - 1724) EN MAARTEN VLAARDINGERWOUT.

21 Gedicht ter gelegenheid van het huwelijk van Aletta Jacoba van Schinne met Maarten Vlaardingerwout door Cornelis Matheus van Schinne, 1722. 1 stuk

22 Gedicht ter gelegenheid van het overlijden van Aletta Jacoba Vlaardigerwout - van Schinne door D. Havart, Med. Dr., (gedrukt). 1724. 1 stuk e SUZANNA IGNATIA VAN SCHINNE (1706 - 1755) en JAN CORNELIS RADEMACHER.

E SUZANNA IGNATIA VAN SCHINNE (1706 - 1755) EN JAN CORNELIS RADEMACHER.

23 Gedicht ter gelegenheid van het huwelijk van Suzanna Ignatia van Schinne met Jan Cornelis Rademacher, Rotterdam, 1723. 1 stuk 20 Schinne, van 1.10.75.01

f SUZANNA IGNATIA VAN SCHINNE (1725 - 1767) en JACOBA DE MEY, weduwe van CORNELIS MATHEUS VAN SCHINNE.

F SUZANNA IGNATIA VAN SCHINNE (1725 - 1767) EN JACOBA DE MEY, WEDUWE VAN CORNELIS MATHEUS VAN SCHINNE.

24 Aantekeningen betreffende het graf in de Franse kerk te Rotterdam, waarin begrave liggen Suzanna Ignatia van Schinne en Jacoba de Mey, weduwe van Cornelis Matheus van Schinne, z.d. 1 stuk Zie voor Jacoba de Mey ook nrs 9, 25. g ISAAC IV VAN SCHINNE (1721 - 1779) en SARA ANNA VAN RUSTER (1735 - 1793) met haar vader Abraham.

G ISAAC IV VAN SCHINNE (1721 - 1779) EN SARA ANNA VAN RUSTER (1735 - 1793) MET HAAR VADER ABRAHAM. Hij werd in 1746 advocaat bij het Hof van Holland, Raad van Stadhouder Willlem IV, Prinses douarière Anna en Willem V en in 1767 baljuw van Voshol. Correspondentie:

CORRESPONDENTIE:

25 Brieven aan Isaac IV van Schinne, 1742 - 1776. 1 omslag + 103 stukken Afkomstig van: A. de Back, Utrecht, 1751 - 1776, J. de Back, Utrecht, 1751, J. Collot d'Escury, den Haag, 1760, D. Diesbach, Parijs, 1774, L. W. von Drebber, Breda, 1754, S. C. von Drebber-Versluys, Breda, 1757, F. R. Frisching, Frankrijk, z.d., E. H. Mingard - van Schinne, Lausanne, 1762 - 1773, A. Patras en M. A. van Schinne, Wijekel, 1750 - 1762, I. III van Schinne, Rotterdam, 1742 - 1744, J. van Schinne - de Mey, Rotterdam, 1766 - 1744, A. M. C. Versluys, Breda, 1754, C. Z. Versluys, Hulst, 1754, M. C. Versluys, Breda, 1767, en een onbekende, Rotterdam, 1757,

26 Aankondigingen aan Isaac IV van Schinne van het huwelijk van J. van Zuylen van Nyevelt met A. K. Cornets de Groot, Rotterdam en van B. J. Pielat Bulderen met A. S. Vromans, Leiden, 1770, 1774. 2 stukken

27 Overlijdensaankondigingen aan Isaac IV van Schinne en Sara Anna van Schinne - van Ruster, 1752 - 1782. 1 omslag Van het overlijden van: A. Abeleven, Amsterdam, 1752; E. A. van Beaumont, Leiden, 1759; G. Beurs, Amsterdam, 1762; Mr. A. Boddens Ezn, Amsterdam, 1751; Mr. A. A. du Bois, Rotterdam, 1776; A. H. Bondt-van der Sluys, Rotterdam, 1777; A. C. Chasteleyn- de Bye, Leiden, 1752; Mr. N. Dassonville, Vere, 1762; Mr. L. J. Dibbets, Amsterdam, 1764; I. W. von Drebber, Princenhage, 1782; F. van Gheyn-van den Bergh, Amsterdam, 1766; A. E. van Groenewegen- Chasteleyn, Delft, 1773; C. Groeninx van Zoelen, Rotterdam, 1754; N. A. Groeninx van Zoelen-Koordthey, St. Maartensdonk, 1761; T. M. van Heek-Groenhout, Rotterdam, 1764; 1.10.75.01 Schinne, van 21

F. Helbereghts, Vlissingen, 1775; Mr. A van Helsdingen, Amsterdam, 1758; A. M. van Helsdingen-Ruymveld, Amsterdam, 1757; J. ?. Hofstede-Visch, Rotterdam, 1774; D. Hoppenaar-Veltenburgh, Amsterdam, 1759; ?. de Jonge, Middelburg, 1766; J. Koning, Rotterdam, 1758; A. N. Larcher van Keenenburg-van Raesfelt, Zaltbommel, 1769; S. I. Larcher van Keenenburg-van Schinne, Keenenburg, 1755; Ds. J. ?eyendecker, Bemmel, 1755; M. S. van Nierop-le Petit, Rotterdam, 1771; J. B. de Peyrouvan Loon, Amsterdam, 1765; J. F. du Pire, Amsterdam, 1752; G. A. Schenkenberg, Rotterdam, 1771; J. D. Schenkenberg, Rotterdam, 1758; G. Schepers-Visch, Rotterdam, 1766; Ds. T. Sibelius, Gouda, 1771; C. A. Sichenberg-Spruytenburg, Amsterdam, 1773; A. C. E. van Sloterdijk, Leeuwarden, 1774; F. J. B. van Sloterdijk, Leeuwarden, 1763; W. A. van Sloterdijk, Leeuwarden, 1763; E.Spruytenburg-Hinte, Amsterdam, 1770; A. Vermeer, Utrecht, 1762; C. J. Versluys, Hulst, 1762; D. Versluys, Dwingelo, 1768; R. M. E. Versluys-van Schinne, Hulst, 1755; A. M. A. Vreeland, Utrecht, 1777; G. J. Vreeland, Utrecht, 1753; C. D. de Vriese, Groningen, 1762; L. E. de Vriese, Groningen, 1774; A. A. A. de Wit Haganaeus-Parvé, Haarlem, 1769; A. J. van Zuylen van Nyevelt-Timmers, Rotterdam, 1775; J. J. van Zuylen van Nyevelt-Timmers, Rotterdam, 1957.

28 Brieven aan Sara Anna van Schinne-van Ruster, 1778 - 1792. 1 omslag + 82 stukken Afkomstig van: C. van Gennep a / b. 's lands schip "Tromp", 1782, W. L. van Hardenberg a / b. "Tromp", 1782 A. Krayenstein a / b. "Tromp", 1782, E. H. Mingard-van Schinne, Zwitserland, 1781 - 1785, J. Patras, den Haag, 1779, A. J. van Schinne, onderweg naar Indië, Makassar, 1782 - 1792, C. van Schinne, Zwitserland, 1773 - 1775, I. IV van Schinne, den Haag, 1778, Personalia en diversen:

PERSONALIA EN DIVERSEN:

28A Acte van eedsaflegging voor Isaac IV van Schinne als burger en poorter van de stad Rotterdam. 1738. 1 stuk

29 Horoscopen voor Isaac IV van Schinne en Sara Anna van Ruster, door A. Leedeman, Amsterdam en F. Sterk, Rotterdam, 1754, 1760. 3 stukken

30 Aankondiging van het huwelijk van Isaac IV van Schinne met Sara Anna van Ruster, (gedrukt). 1755. 1 stuk

30A Gedicht ter gelegenheid van het huwelijk van Isaac IV van Schinne met Sara Anna 22 Schinne, van 1.10.75.01

van Ruster, door A. Perrenot. Gedrukt. Met begeleidend schrijven van de auteur. 1755. 1 katern en 1 brief

30B "Dissertatio juridica inauguralis de conjunctionibus aanguini vel affinitati contumeliosis", ter verkrijging van de graad van doctor in de rechten door Isaac IV van Schinne. Gedrukt. 1746. 2 exemplaren

31 Doctorsbul voor Isaac IV van Schinne van de Universiteit van Leiden, 1746. 1 charter

32 Acte van admissie voor Isaac IV van Schinne als advocaat bij het Hof van Holland, 1746. 1 charter

33 Aanstellingsakten voor Isaac IV van Schinne als ordinaris-auditeur van de rekeningen der domeinen van Stadhouder Willem IV en als Raad-ordinaris en rekenmeester van de domeinen van Prinses Gouvernante Anna, 1746, 1754. 2 charters

34 Paspoort voor Isaac IV van Schinne van de Staten-Generaal voor een reis naar Frankrijk, 1751. 1 stuk

35 Stukken betreffende het proces van Albrecht Nicolaas van Aerssen als heer van Voshol tegen de baljuw Isaac IV van Schinne en welgeboren mannen van die heerlijkheid wegens het maken of wijzigen van keuren zonder voorkennis van de ambachtsheer, met retroacta, 1769 - 1770. 1 omslag Isaac van Schinne verkreeg in 1767 het ambt van baljuw van Voshol van de Staten van Holland, na het overlijden van Cornelis van Aerssen. Deze laatste werd als heer van Voshol opgevolgd door zijn zoon Albrecht Nicolaas van Aerssen.

36 Diploma voor Isaac Schinne als adspirant in de ordre des cinq épées onder de zinspreuk "Vitam Impendere Vero" te Leiden, 1778. 1 stuk Zie ook nr 48.

37 Inventaris door Isaac IV van schinne van zijn juwelen, zilverwerk, curiosa en verdern meubilaire goederen, z.d. 1 deel In dit deel ook opgaven van huishoudelijke aard door Isaac V van Schinne en Johanna Theodora Mossel, 1805 - 1839. Voorin het deel ligt een kwitantie van J Guckenbiel, juwelier, 1758.

38 Kwitanties voor Sara Anna van Schinne-van Ruster, 1777, 1789. 2 stukken

39 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Sara anna van Schinne-van Ruster, 1793 - 1795. 5 stukken

39A "Dissertatio juridica inauguralis de poenis" ter verkrijging van de graad van doctor in de rechten door Abraham van Ruster. Gedrukt. 1724. 2 exemplaren

39B Doctorsbul voor Abraham van Ruster van de Universiteit van Utrecht. 1.10.75.01 Schinne, van 23

1724. 1 charter

40 Akte van aanstelling voor Abraham van ruster als advocaat bij het Hof van Holland, 1724. 1 charter

40A Acte van admissie voor Abraham van Ruster als advocaat bij de Hoge Raad van Holland. 1725. 1 stuk

40B Acte van aanstelling voor Abraham van Ruster als advocaat bij de Raad en het Leenhof van Brabant en de Landen van Overmaze. 1726. 1 stuk

41 Extract uit de resolutiën van de vroedschap van Rotterdam betreffende de aanstelling van Abraham van Ruster als raad en pensionaris aldaar, 1746. 1 stuk

41A Acte van eedsaflegging voor Abraham van Ruster als burger en poorter van de stad Rotterdam. 1746. 1 stuk

41B Acte van aanstelling voor Abraham van Ruster als raadsheer in de Hoge Raad van Holland. 1748 1 charter h ISAAC V VAN SCHINNE (1759 - 1831) en JOHANNA THEODORA MOSSEL (1767 - 1835).

H ISAAC V VAN SCHINNE (1759 - 1831) EN JOHANNA THEODORA MOSSEL (1767 - 1835). Hij was baljuw van Voshol (1779 - 1795), baljuw, schout, secretaris en ontvanger der verpondingen te Rijnburg (1785 - 1795), vroedschap van Rotterdam (1788 - 1795), hoogheemraad van Schieland (1804 - 1831), officier van de jacht in het 7e district van Holland (1807 - 1810), maire van den Haag (1811 - 1813), lid van de Ridderschap on de Staten van Holland (1816 - 1831).

42 Brieven aan en minuten van Isaac V van Schinne, 1785 - 1831. 1 omslag + 88 stukken Afkomstig van: W. Brouwer, Zwamzerdam, 1798, 1799, A. van Byland-van der Duyn, z.d., A. J. van der Duyn, Breda, 1785, L. Gerling, Haarlem, 1826, 1 st. D. Gevers Reynoot, 1829, 1 st. G Haagen, den Haag, 1816, 2 st. W. R. van Heeckeren, Utrecht, 1821, Chr. Higgins, Amsterdam, 1814, P. A. 't Hoen, den Haag, 1794, F. van der Hoop, den Haag, 1779, K. van Hogendorp, den Haag, 1814, F. van Maanen, 1820, E. H. Mingard-van Schinne, Lausanne, 1806 - 1811 + bijlagen; J. H. Mollerus, 1808, 1827, T. J. Prins, Rotterdam, 1823, W. F. Roëll, 1806, A. van Schinne, Princenhage, Lymington, 1793, 1801, A. J. van Schinne, Nederlands-Indië, 1789 - 1831, C. van Schinne, 1799, ?.I. van Schinne 1810, 1812, P. Snellen, Rotterdam, 1809, H. van Stralen, 1807, 1814, 24 Schinne, van 1.10.75.01

A. van Twist, den Haag, 1794, G. Volkert, Deventer, 1813, G. de Vriese, Groningen, 1796, Z. M. Koning Willem I, 1814, 1815, H. van Rijn, den Haag, 1821, B. G. van Zuylen, 1809, 1 st. en een onbekende, 1814, J. Mossel, 1796,

43 Overlijdenaankondigingen aan Isaac V van Schinne, 1817 - 1829 3 stukken Van het overlijden van: A. van Beeftingh, Rotterdam, 1829; J. Graafland Pzn, Amsterdam, 1821; F. van Herzeele, de Bilt, 1817.

44 Brieven aan Johanna Theodora van Schinne-Mossel, 1772 - 1835. 1 omslag + 35 stukken Afkomstig van: Th. Brantsen, Soestdijk, 1834, A. H. Brantsen-Mossel, Amsterdam, 1831 - 1835, J. F. N. Certon-Rigail, z.d., J. van Heeckeren, Utrecht, 1834 -1835, S. van Heeckeren-Taets van Amerongen, Utrecht, 1834, S. L. Janssens-Harten, 1833, J. Mossel, Rotterdam, 1772, 1796, S. Petit, Rotterdam, 1835, I. van Schinne, den Haag, 1804, Th. van Schinne, den Haag, 1804, P. I. van Schinne, 1804, W. F. J. van Schinne, 1804, A. C. Snouckart van Schaumberg, den Haag, 1834, S. van Stralen, z.d. W. de With van Citters, z.d., en onbekenden, z.d.

45 Brieven van rouwbeklag aan Johanna Theodora van Schinne-Mossel bij het overlijden van Isaac V van Schinne, 1831. 1 omslag Afkomstig van: J. van Amerongen van Renswoude; A. Backer; A. Backer jr.; C Backer, de Zijp bij Arnhem; J. Backer, Utrecht; W. Backer, Amsterdam; J. M. L. C. Backer-Brantsen; Th. Brantsen, Hilvarenbeek; Brantsen van de Zijp, Arnhem; H. Collot d'Escury, Alkmaar; R. Collot d'Escury; Baronesse de Constant Rebecque-van Zijnden (namens Prinses Frederik); van der Duyn, president Ridderschap van Holland; Mevr. d'Estorf (namens de Koningin); W. F. van Heeckeren, Utrecht; J. Heuft, douairière Six, Baarn; C. Hutscher, 's Graveland; H. B. C. van Leyden van Pallandt, Warmond; van Limburg Stirum (namens de Prins van Oranje); P. C. J. van Nierop; J. H. Minouts, Maastricht; Baronesse Nagell-Rengers (namens Prinses van Oranje); S. Petit, Rotterdam; F. Rendorp, Amsterdam; 1.10.75.01 Schinne, van 25

Ds. T. G. Schomaker, de Zijpe; A. Taets van Amerongen, Utrecht; C. R. Vaillant, Amsterdam; M. C. Vaillant, Amsterdam; Versteeg, secretaris van Schieland.

46 Overlijdensaankondigingen aan Johanna Theodora van Schinne-Mossel, 1832 - 1834. 3 stukken Van het overlijden van: J. C. Collot d'Escury van Heinenoord-Rees, Leiden, 1832; H. C. Taets van Amerongen van Renswoude, Renswoude, 1834; A. J. Witsen Elias-Sloet van Hogendorp, Zutphen, 1833. Personalia en diversen:

PERSONALIA EN DIVERSEN:

47 Horoscoop voor Isaac V van Schinne door C. M. Sterk, 1776. 1 stuk

47A "Oratio scholastica de tacurnitate", door Isaac V van Schinne ter gelegenheid van het verlaten van de Latijnse School. 1756. 1 deel

48 Diploma voor Isaac V van Schinne als adspirant in de ordre des cinq épées onder de zinspreuk "Vitam Impedere Vero" te Leiden, 1779. 1 stuk Zie ook nr. 36

48A Gedicht ter gelegenheid van het huwelijk van Isaac V van Schinne en Johanna Theodora Mossel, door Jan de Breet Jr. 1790. 1 stuk

49 Stukken betreffende het tijdelijk verblijf van Isaac V van Schinne te Vianen, 1796 - 1798. 1 omslag

50 Memorie door George Craufurd, strekkende ten betoge, dat zonder don gratuit de achterstallige schulden der stad Rotterdam kunnen worden betaald en in het jaarlijks deficit kan worden voorzien, Rotterdam, (gedrukt). 1804. 1 stuk

51-51A Jacht-en visserijacten en vergunningen voor Isaac V van Schinne, 1809 - 1810. 11 stukken 51 Akten 51A Charter (afzonderlijk geborgen)

52 Stukken betreffende de verheffing van Isaac V van Schinne in de adelstand, 1815 - 1817. 9 stukken

53 Aantekeningen van Isaac V van Schinne over de politieke en economische situatie van het Koninkrijk, z.d. (na 1815). 1 stuk

54 Dossier inzake een proces tussen Isaac V van Schinne, gedaagde en L. baron van Heeckeren,oud-opperjagermeester, eiser, 1820 - 1823. 7 stukken

55 Instructie voor de opzichters der jacht, behorende bij K. B. van 26 Juli 1826, nr 166. 26 Schinne, van 1.10.75.01

(gedrukt). 1826 1 stuk

56 Memorie van onkosten n. a. v. het overlijden van Isaac V Schinne, 1831. 1 stuk

57 Schoolschrift van Johanna Theodora Mossel, 1780. 1 katern

58 Etat de la maison de charité walonne, den Haag, met taakomschrijving voor Johanna Theodora van Schinne-Mossel als jongste regentes, 1808. 1 katern + 1 stuk

59 Huishoudelijke recepten, z.d. 1 omslag Financiële stukken betreffende de huishouding:

FINANCIËLE STUKKEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING: Isaac V van Schinne woonde met zijn gezin te Rotterdam aan de Houttuinen en het Haringvliet tot 1795, te Vianen op het huis Buitenzorg tot 1798, weer te Rotterdam aan het Haringvliet tot 1802, vervolgens afwisselend te 's Gravenhage aan het Voorhout en te Wassenaar op de buitenplaats Groot Haesebroek.

60 Rotterdamse almanak van 1793 met aantekeningen door Isaac V van Schinne over zijn ontvangsten en uitgaven, 1793 - 1804. 1 deeltje

61 Kasboekjes van ontvangsten en uitgaven ten behoeve van de kinderen van Isaac V van Schinne met kwitanties, 1796 - 1801 2 deeltjes

62 Kasboekjes van de huishouding op het landgoed Groot Haesebroek te Wassenaar, 1816 - 1820. 6 deeltjes

63 Kasboekje van de huisbewaarder op het huis Groot Haesebroek te Wassenaar, 1828 - 1829. 1 deeltje

64-71 Rekeningen en kwitanties van winkeliers en ambachtslieden, in hoofdzaak te den Haag en Wassenaar, 1790 - 1834. 8 omslagen 64 1790 - 1799. 65 1800 - 1805. 66 1806 - 1810. 67 1811 - 1815. 68 1816 - 1820. 69 1821 - 1825. 70 1826 - 1831. 71 1832 - 1834. Financiële stukken betreffende kapitaal:

FINANCIËLE STUKKEN BETREFFENDE KAPITAAL:

72 Aantekenboek met losse financiële notities door Isaac V van Schinne en anderen, 1796 - 1797. 1 deeltje

73 Stukken betreffende Engelse effecten, 1793 - 1794. 6 stukken 1.10.75.01 Schinne, van 27

74 Schuldbekentenissen van Isaac V van Schinne aan notaris J. Huygen te Rotterdam met finale afrekening tussen beide partijen, 1789 - 1800. 6 stukken

75 Schuldbekentenis aan Isaac V van Schinne van Jan van Groos Chrzn, 1793. 1 stuk

76 Schuldbekentenis aan Isaac V van Schinne van C. M. de Texsmeden, gezant van Zweden bij de Betaafse Republiek, met 3 verzoeken om uitstel van betaling, 1805 - 1806. 4 stukken

76A Wissel ten name van Decheane en Hovelinau, voor Isaac V van Schinne. 1810. 1 stuk

77 Notulen van de vergadering van participanten om de gewezen Oost-Indische Compagnie bijeengeroepen door agent van financiën van de Bataafse Republiek, (afschrift). 1800. 1 stuk Isaac V van Schinne was een van de geïnteresseerden.

78 Stukken betreffende belastingen over fideicommissair kapitaal uit de nalatenschap van Pieter van Herzeele, grootvader-maternel van Johanna Theodora van Schinne- Mossel, 1795 - 1799 1 omslag

79 Stukken betreffende de in Batavia berustende nalatenschap van Gouverneur- Generaal Jacob Mossel, met correspondentie tussen Isaac V van Schinne en P. C. W. Mossel, A. Buiskes en F. Gruttner, 1801 - 1804. 1 omslag

80 Afrekeningen van de weeskamer te Enkhuizen van het aldaar beheerde fideicommissaire kapitaal uit de nalatenschap van Gouverneur-Generaal Jacob Mossel, met 2 brieven van J. Mossel van Stralen aan Isaac V van Schinne, 1799 - 1818. 1 omslag

81 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Jacob Mossel jr. met afrekeninge door D. A. Bisschop en W. J. van Rijp te Rotterdam, administrateurs van het onder fideicommis gestelde kapitaal, 1800 - 1820. 1 omslag

82 Stukken betreffende de uitkeringen uit het in Batavia berustende familiefonds Mossel, met brieven van A. Backer en J. Roelofsz te Amsterdam, beheerder van het kapitaal van Isaac V van Schinne en Johanna Theodora van Schinne-Mossel, 1827 - 1835. 1 omslag

83 Bewijs van inschrijving in het grootboek van de "dette perpétuelle" te Parijs ten name van Johanna Theodora van Schinne-Mossel, 1826. 1 stuk

84 Bewijs van overschrijving van een kapitaal van de rekening van Adriana Johanna Mossel, weduwe van Nicolaas Tersmitten, in het grootboek der nationale schuld naar die van Johanna Theodora van Schinne-Mossel, 1826. 1 stuk 28 Schinne, van 1.10.75.01

85 Stukken betreffende verschillende heffingen op de bezittingen en de inkomsten, 1801 - 1805. 8 stukken

86 Stukken betreffende het verlenen van steun aan de weduwe van Ds. T. G. Schomaker, betreffende haar nalatenschap en het beheer door Isaac V van Schinne van de zakelijke belangen van hun dochters C. G. en M. J. M. Schomaker met 12 brieven van Ds. T. G. Schomaker aan Isaac V van Schinne. 1800 - 1828. 1 omslag

87 Inventarissen van de nalatenschap van Johanna Theodora van Schinne-Mossel, 1835. 1 omslag Stukken betreffende onroerend goed:

STUKKEN BETREFFENDE ONROEREND GOED: Den Haag:

DEN HAAG:

88 Stukken betreffende de aankoop door Isaac V van Schinne van een huis met erf aan het Voorhout (thans Lange Voorhout nr 1) te den Haag, met kwitanties voor door hem van dit huis en een in 1808 aangekochte stal en koetshuis aanhet Nachtegaalspad (thans Parkstraat) betaalde grond -en personele belasting en straat -en lantaarngelden, 1802 - 1830. 1 omslag Overschie:

OVERSCHIE: Voor het droogmaken van de plassen in de polders Zetienhoven en de Oudendijk onder Overschie, werd in 1786 octroy verleend door de Staten van Holland aan een aantal participanten, o. w. Jacob Mossel jr. Uit diens nalatenschap verwerf Isaac V van Schinne landerijen in deze polder. Als zaakwaarnemer trad op A. Munro, beëdigd landmeter van Scieland te Rotterdam.

89 Octroy voor het droogmaken van de polders Zestienhoven en de Oudendijk, met reglement, keuren en ordonnantiën, (gedrukt). 1786, 1799, 1800. 3 stukken

90 Stukken betreffende het uitvoeren van de droogmaking van de polders Zestienhoven en de Oudendijk, met een getekende en gekleurde kaart van de polder Zestienhoven, 1793 - 1797. 1 omslag

91 Stukken betreffende de verhuur en de exploitatie van landerijen in de polders Zestienhoven en de Oudendijk, met brieven van A. Munro, 1795 - 1819 1 omslag Rotterdam:

ROTTERDAM: Uit de nalatenschap van Martha Mossel- van Herzeele verkreeg Isaac V van Schinne in 1799 een stal en koetshuis te Rotterdam.

92 Acten van verhuur van de stal met koetshuis te Rotterdam aan de Noordzijde van de Oostpoort door Isaac V van Schinne aan B. Verbrugge-van Beeftingh, 1807 - 1810. 3 stukken Spijkenisse:

SPIJKENISSE: In 1777 verkreeg Jacob Mossel jr een aantal landerijen in de polder van Spijkenisse, welke goederen na zijn dood overgingen op Isaac V van Schinne. 1.10.75.01 Schinne, van 29

93 Stukken betreffende de exploitatie van de landerijen onder Spijkenisse, met brieven van D. A. Bisschop te Rotterdam, notaris A. R. Krayenhof van de Keur te Brielle, J. van der Loo te kortenoord, notaris D. Los te Nieuw-Beyerland, D. Preuyt te Geervliet, 1800 - 1831. 1 omslag

94 Stukken betreffende diverse belastingen door Isaac V van Schinne te Spijkenisse verschuldigd, 1816 - 1830. 1 omslag

95 Stukken betreffende een hypotheek op landerijen onder Spijkenisse door Isaac V van Schinne gegeven aan G. van Gennep te Rotterdam. 1810 - 1816. 3 stukken Wassenaar en Zuidwijk:

WASSENAAR EN ZUIDWIJK: Het landgoed Groot Haesebroek onder Wassenaar en Zuidwijk kwam aan Isaac V van Shinne uit de nalatenschap van Jacob Mossel jr. In 1806 kocht Isaac van Schinne nog stukken land aan op de veiling van het landgoed Persijn en in 1826 de hofstede Wildrust.

96 Stukken betreffende de aankoop van landerijen van het huis Persijn en andere stukken land, 1806 - 1826. 1 omslag

97 Stukken betreffende de aanleg van een weg en een sloot op het landgoed Groot Haesebroek, z.d. en 1827 1 omslag

98 Lijsten van stemgerechtigde ingelanden in het ambacht van Wassenaar en dat van Zuidwijk, (gedrukt). z.d. 2 stukken

99 Stukken betreffende de in Wassenaar en Zuidwijk verschuldigde rechter en belastingen, 1799 - 1830 1 omslag Zevenhuizen (Z.H.):

ZEVENHUIZEN (Z.H.): De landerijen in de Eendrachtspolder onder Zevenhuizen verwierf Isaac V van Schinne uit de nalatenschap van Jacob Mossel jr.

100 Stukken betreffende de exploitatie van de landerijen in de Eendrachtspolder onder Zevenhuizen, met brieven van A. Munro, 1816 - 1831. 1 omslag

101 Stukken betreffende te Zevenhuizen door Isaac V van Schinne verschuldigde belastingen, 1829 - 1832. 1 omslag

102 Extract uit de kadastrale leger van de gemeente Zevenhuizen, 1833. 1 stuk 30 Schinne, van 1.10.75.01

Stukken betreffende de openbare ambten van Isaac V van Schinne:

STUKKEN BETREFFENDE DE OPENBARE AMBTEN VAN ISAAC V VAN SCHINNE: Baljuw van Voshol:

BALJUW VAN VOSHOL: Isaac V van Schinne werd in 1779 als opvolger van zijn vader door de Staten van Holland benoemd tot baljuw van Voshol en bekleedde dit ambt tot de omwenteling van 1795. Tot de heerlijkheid Voshol behoorden de dorpen Zwammerdam, Ter Aar, Langeraar, Kortenaar en Reewijk.

103 Acte van aanstelling als baljuw van Voshol voor Isaac V van Schinne van de Staten van Holland, 1779. 1 charter

104 Rekeningen van Isaac V van Schinne als baljuw van Voshol aan de provinciale rekenkamer van Holland, (afschriften). 1779 - 1792. 3 stukken

105 Stukken inzake een civiel geding tussen Nicolaas van der Geer en Jan en Dirk van Ravenswaay te Reeuwijk, over een geldlening, 1782. 2 stukken

106 Stukken betreffende gerechtelijke vervolgingen door Isaac V van Schinne als baljuw van Voshol van Marritje van der Bijl, Willem Gijswijk en Jan Paling, inzake o.m. het niet maken van een behoorlijk huurcontract, mishandeling, 1783, 1792. 9 stukken

107 Proces-verbaal van een verhoor door baljuw en welgeboren mannen van Voshol inzake de patriotse bewegingen te Langeraar, 1788. 1 stuk

108 Extracten uit de decreten van het comité van finantiën en van het provinciaal comité van Holland, gezonden aan Isaac V van Schinne als baljuw van Voshol, (gedrukt). 1795, 1796. 2 stukken Baljuw, schout, secretaris en ontvanger der verpondingen van Rijnsburg:

BALJUW, SCHOUT, SECRETARIS EN ONTVANGER DER VERPONDINGEN VAN RIJNSBURG: Isaac V van Schinne werd in deze functies door Ridderschap van Holland benoemd in 1785 en behield ze tot de omwenteling van 1795. Tot het ambacht Rijnsburg behoorde het dorp Boskoop.

109 Rekeningen door Isaac V van Schinne gedaan aan de Ridderschap van Holland wegens de door hem te Rijnsburg beklede functies, met een brief van en concepten van antwoord aan D. J. Heeneman, commies van de Ridderschap, 1789 - 1799 1 omslag

110 Rekeningen van burgemeesters en kerkmeesters van Rijnburg aan de Ridderschap van Holland, 1794. 2 stukken

111 Afrekeningen van A. van Ginhoven, bode van het ambacht Rijnsburg, aan Isaac V van Schinne, 1785 - 1794. 1 omslag

112 Declaraties van salaris door Mr J. A. van der Spijk, advocaat en G. Mijné, procureur, aan schout, schepen en ingezetenen van Rijnsburg, wegens het vragen aan de Staten van Holland van pardon, abolitie, of generale amnestie, 1785. 2 stukken 1.10.75.01 Schinne, van 31

113 Stukken inzake het geding voor de vierschaar van Rijnsburg, tussen Isaac V van Schinne, baljuw, eiser en Jacobus Lotte, behanger te Leiden, gedaagde, over een declaratie voor behangerswerkzaamheden in het baljuwshuis te Rijnsburg, 1787 - 1791. 1 omslag

114 Brieven van Isaac V van Schinne van J. van Diemen te Oestgeest en J. P. van der Staal op huize Voorlinden, betreffende een jachtongeval onder Rijnsburg waarbij een zekere Brussé dodelijk gewond werd, 1792. 1 omslag

115 Rondschrijven van de procureur-generaal bij het Hof van Holland, W. C. Vosmaer, waarin deze de plaatselijke gezagsdragers verzoekt de verspreiding van een tegen de regering gericht adres tegen te gaan, (gedrukt). 1793. 1 stuk

116 Extracten uit de decreten van het comité van finantiën en van het provinciaal comité van Holland, gezonden aan Isaac V van Schinne als baljuw van Rijnsburg, (gedrukt). 1795, 1796. 2 stukken

117 Stukken betreffende de bezwaren door de kerkeraad van Boskoop ingebracht tegen Ds. W. Catz van Smallenburg aldaar wegens diens vermeende patriotse gezindheid, 1789. 1 omslag

118 Stukken betreffende twee gevallen van onwettige geboorte te Boskoop, 1790, 1794. 2 stukken

119 Stukken betreffende de vervolging door Isaac V van Schinne als baljuw van Rijnsburg van Cornelis van Donk te Boskoop ter zake van door deze gepleegde mishandeling van zijn knecht, 1793. 1 omslag

120 Stukken betreffende door Isaac V van Schinne als secretaris van Rijnsburg gehouden openbare verkopingen en boedeltransacties, met bijlagen, 1782 - 1793. 1 omslag + 20 stukken De verkopingen vonden plaats ten laste of ten verzoeke van: J. van Alphen-Vangst, 1788; Armmeesteren der Roomsgezinde armen, 1792; N. van Beek en C. van Egmond, echtelieden, 1782; H. van Beek-Verkade, 1789, G. J. Bogaards, 1785, G. Dedel, 1783, A. van Ginhoven, 1791 - 1792, G. G. Herkenhoek-Camper, 1788, M. Klinkenberg, 1792, C. van der Mey, 1793, G. van der Mey, 1791, D. van der Quaak,1785, A. van Rhijn, 1785, E Swaan-Nagtegaal, 1789.

121 Lijsten van tienden, huizen en andere onroerende goederen gelegen onder Rijnsburg en behorende aan de abdij van Rijnsburg, met opgave van hun aandeel in de verpondingen, 1787, 1788. 2 stukken 32 Schinne, van 1.10.75.01

122 Stukken betreffende de 100e penning en de verpondingen te Rijnsburg, 1770 - 1795. 1 omslag

123 Brieven aan Isaac V van Schinne betreffende de beëindiging van zijn ambtsuitoefening in het ambacht van Rijnburg en de daarop volgende afwikkeling, van J. Heemskerk, Rijnburg; J Hoepeling, Katwijk; L. Lammers Lzn, Rijnsburg; J. van Leeuwen, Boskoop; Th. van Schravendijk, Rijnsburg. 1 omslag Lid van de vroedschap van Rotterdam:

LID VAN DE VROEDSCHAP VAN ROTTERDAM: Isaac V van Schinne was lid van de vroedschap in zijn woonplaats Rotterdam van 1788 tot 1795, toen hij uit het ambt ontzet werd ten gevolge van de omwenteling.

124 Declaraties van onkosten door Isaac V van Schinne gemaakt als lid van de vroedschap van Rotterdam, 1790. 2 stukken

125 Stukken betreffende de behandeling van de admiraliteitszaken door de vroedschap van Rotterdam, (gedrukt). 1793. 3 stukken

126 Stukken betreffende het huisarrest aan Isaac V van Schinne opgelegd als lid van de vroedschap, (afschrift). 1795. 2 stukken Hoogheemraad van Schieland:

HOOGHEEMRAAD VAN SCHIELAND: Isaac V van Schinne werd in 1804 door het departementaal bestuur van Holland aangesteld tot hoogheemraad van Schieland en behield deze functie tot zijn Overlijden in 1831.

127 Akte van aanstelling voor Isaac V van Schinne als hoogheemraad van Schieland, met extract uit het register der besluiten van het departementaal bestuur van Holland, 1804. 1 charter + 1 stuk

128 Brieven aan Isaac V van Schinne in zijn kwaliteit van hoogheemraad van Schieland, 1809 - 1831. 8 stukken Afkomstig van: C. van Cattenbroek, den Haag, 1830, A. van Gennep, Amsterdam, 1729, A. van der Heim, Rotterdam, z.d., O. van Heinenoord, Amsterdam, 1830, J. M. van Mees, Rotterdam, 1829, H. Schepman, den Haag, 1809, A. Versteeg, loco-secretaris van Schieland, 1831,

129 Publicaties van het Hoogheemraadschap Schieland, (gedrukt). 1800, 1825.1824 6 stukken Het betreft: verkiezing van hoogheemraden 1800; ampliatie van de keur van 1770 op het malen van de watermolens in Schieland; aanbesteding van aarden bermen achter Schielands hoge zeedijk, 1825; bestekken en conditiën van aanbestedongen van het afdammen van de Schutsluis "het Spuy" te Rotterdam, z.d.; van het bouwen van een houten schutverlaat te Overschie, z.d.

130 Nota's voor Isaac V van Schinne wegens zijn tractement als hoogheemraad van 1.10.75.01 Schinne, van 33

Schieland, 1811 - 1828. 13 stukken

131 Brief van Dijkgraaf en hoogheemraaden van Schieland aan de "commissie tot onderzoek der beste rivierafleidingen", betreffende de Noorder Lekdijk, (afschrift). 1824. 1 stuk

132 Afrekeningen tussen Isaac V van Schinne en hoogheemraad E. de Gijselaar wegens gezamenlijke reiskosten tussen den Haag en Rotterdam, 1822 -1825. 1 omslag

133 Brief van Isaac V van Schinne (als hoogheemraad van Schieland) aan een onbekende betreffende een tractement voor schout, vroedvrouw en schoolmeester te Hillegersberg, (concept). z.d. 1 stuk Officier van de jacht in het 7e district van Maasland:

OFFICIER VAN DE JACHT IN HET 7E DISTRICT VAN MAASLAND: In 1807 werd Isaac V van Schinne in deze functie benoemd. Met de opheffing van het departement van de jacht in 1810 verviel het ambt. Tot het 7e district van het departement Maasland behoorde Rotterdam en deszelfs rechtsgebied, en het baljuwschap Schieland met de stad Schiedam.

134 Publicaties van de Koning van Holland. houdende wet op de jacht en visserij en reglement op de jacht, (gedrukt). 1807. 2 stukken

135 Missieven aan Isaac V van Schinne als officier der jacht van de kapitein-generaal der jacht van het Koninkrijk Holland, later opperjager-meester der Kroon, L. van Heeckeren, met bijlagen, 1807 - 1811. 1 omslag

136 Brieven van Isaac V van Schinne als officier der jacht van inwoners van Bleiswijk, Hillegersberg, Maassluis, ?oerkapelle, ?oordrecht, Nieuwerkerk a / d IJsel, Overschie, Rotterdam en Schiedam, met verzouk om een jachtacte te mogen ontvangen, 1808 - 1810. 1 omslag

137 Lijsten van door het departement der jacht aan Isaac V van Schinne als officier der jacht verzonden jachtacten, 1808 - 1809. 1 omslag

138 Lijsten van door het departement der jacht aan Isaac V van Schinne als officier der jacht verzonden visacten, 1809. 4 stukken

139 Vervallen jachtacten, 1807 - 1808. 4 stukken

140 Afrekeningen van Isaac V van Schinne van als officier der jacht gedane ontvangsten en uitgaven, z.d. en 1810. 1 omslag

141 Stukken betreffende de huur door C. J. Bosschaard te Schiedam van de jacht op landerijen onder Vlaardingerambacht, 1807 - 1808. 1 omslag 34 Schinne, van 1.10.75.01

142 Brief van de burgemeester van Schiedam aan Isaac V van Schinne als officier der jacht, met verzoek om aan C. Claversdijk een vergunning te verstrekken tot het vangen van otters aan de oevers van de Maas, 1809. 1 stuk

143 Stukken betreffende bekeuringen wegens overtredingen van jacht - en visserijbepalingen in het 7e district van het departement Maasland, 1808 - 1809. 1 omslag

144 Brief van de secretaris van Kralingen aan Isaac V van Schinne als officier der jacht houdende verzoek om toelichting op de bepalingen omtrent het vissen op aal en paling in de verboden tijd en andere visserijbepalingen, met concept antwoord van het departement der jacht, 1809. 2 stukken

145 Brieven aan Isaac V van Schinne als officier der jacht houdende verzoeken om landerijen te mogen afpalen en het recht van duiventil of zwaandrift te behouden, 1808. 1 omslag Afkomstig van: A. W. Beelaerts, Rotterdam (land onder Kralingen); P. Kleiweg, Hillegersberg, namens de graaf van Spangen, Brussel (zwaandrift bij huis te Spangen); 2 st.; B. van Lockhorst, Rotterdam (duiventil op Woudenstein onder Kralingen, land onder Kralingen en elders, Zwaandrift in heerlijkheid Veenhuizen bij Eekhuizen); Dr. D. P. Scheltema (land onder Bleiswijk); F. van Vollenhoven, Rotterdam; (land onder Bleiswijk); A. Voorendonk, te Rotterdam (land onder Sciebroek); secretaris van Zevenhuizen (namens vele ingezetenen voor land aldaar).

146 Kwitanties voor Isaac V van Schinne als officier der jacht van M. van Bezouwen te Zevenhuizen en J. P. Kolff te Overschie wegens ontvangen tractement als "s Konings jagter, 1810. 1 omslag

147 Betalingsopdracht voor Isaac V van Schinne als officier der jacht van de secretaris- generaal van het departement der jacht, ten behoeve van J. Ploeg, 1810. 1 stuk Geëndosseerd door J. Ploeg. Maire van den Haag:

MAIRE VAN DEN HAAG: Isaac V van Schinne werd in 1808 benoemd tot lid van de vroedschap van den Haag en in 1811 maire van deze stad, elke functie hij bekleedde tot het herstel van de onafhankelijkheid in 1813.

148 Journal du departement des Bouches de la Meuse, 1811, août 6, met het verslag van de installatie van Isaac V van Schinne als maire van den Haag, (gedrukt). 1811. 1 stuk

149 Brieven aan en consepten van antwoorden van Isaac V van Schinne in zijn kwaliteit van maire van den Haag, 1811 - 1814. 1 omslag Afkomstig van of gericht aan: Dedel, in tendant van de goederen van de Kroon in Holland, 1811; M. van der Goes, Parijs, 1813; hertog van Plaisance, prins-aartstresaurier van Holland, Amsterdam, 1812, 1813; baron de Stassart, prefect van het departement van de monden van de Maas, (sie ook nr 152). 1.10.75.01 Schinne, van 35

150 Stukken behelzende de tekst van de toespraken van Isaac V van Schinne als maire van den Haag ter gelegenheid van het bezoek van Keizer Napoleon aan den Haag, (minuten). 1811. 1 omslag

151 "Cartes ciciques" van inwoners van het 1e en 2e canton van den Haag, welke niet zijn uitgereikt, 1811. 1 omslag

152 Stukken betreffende de deputatie uit het gemeentebestuur van den Haag naar Parijs onder leiding van Isaac V van Schinne en de financiële afwikkeling van deze reis, november 1813 - mei 1814. 1 omslag Hierby 3 brieven aan Isaac van Schinne van baron de Stassart, prefect van het departement van de monden van de Maas.

153 Stukken betreffende de finantiële afwikkeling tussen Isaac V van Schinne als gewezen maire en de gemeente den Haag en de overdracht door eerstgenoemde van onder zijn berusting zijnde archiefstukken van de stad, 1814 - 1818. 1 omslag Hierbij staten van de bureau-onkosten over 1811 - 1813, en kwitanties van door Isaac van Schinne in zijn kwaliteit van maire van den Haag uitbetaalde tractementen aande secretarieambtenaren A. C. van Daal, G. D. Haartlein, P. van der Hoop, P. T. de Mazure, J. H. Oosthoek, J. J. Scheps, R Schott, C. Steffen, J. G. Tromp, Vrijdag, J. J. van Weemen. Zie ook nr 152. Lid van de Ridderschap en de Staten van Holland:

LID VAN DE RIDDERSCHAP EN DE STATEN VAN HOLLAND: Sinds 1816 lid van de Ridderschap van Holland, werd Isaac V van Schinne in 1823 wegens deze ridderschap gekozen tot plaatsvervangend lid van de Staten van Holland. Deze verkiezing werd op formele gronden niet geldig bevonden, doch in 1825 volgde opnieuw zijn verkiezing tot plaatsvervangend lid en in 1829 tot lid van de Staten van Holland.

154 Mededelingen aan Isaac V van Schinne als lid van de Ridderschap van Holland, betreffende het overlijden van de Prinses douarière van Oranje-Nassau (met Staatscourant waarin programme der begrafenis) 1820, het overlijden van de Prinses douarière van Brunswijk-Lunenburg, 1820, het klein costuum van de leden van de Ridderschap, (gedrukt). 1821. 3 stukken

155 Stukken betreffende de verkiezing van Isaac V van Schinne wegens de Ridderschap tot plaatsvervangend lid en lid van de Staten van Holland, 1823 - 1829. 5 stukken

156 Missive van de gouverneur van Noord-Holland aan Isaac V van Schinne als lid van de Staten van Holland houdende oproeping ter verkiezing van leden der Staten- Generaal, 1829. 1 stuk 36 Schinne, van 1.10.75.01

i CATHARINA VAN SCHINNE (1757 - 1840).

I CATHARINA VAN SCHINNE (1757 - 1840). Correspondentie:

CORRESPONDENTIE: De hieronder opgenomen brieven zijn ten dele mede gericht aan Everdina Anna en Magdalena Antoinette van Schinne, die met Catharina van Schinne samenwoonden.

157 Brieven aan Catharina van Schinne, 1771 - 1838. 1 omslag + 103 stukken Afkomstig van: D. Ballas-Smit, Oosterhout, 1775, L. E. Beaujon, den Haag, 1771, C. van Borselen, 1773, C. van Buren, Zwitserland, 1773, P. W. L. van Byland, 1777, F. E. A. van der Capellen, 1780 -1782, E. Connod-Mingard, Zwitserland, 1809 - 1818, C. Estorff, 1812, J. M. de Goltz-de Perponcherf, z.d., F. E. A. van Goltstein- van der Capellen, 1782, F. Gonin, Londen, 1777, M. E. Hallingius, Breda, 1777, C. Hartsinck, 1803, Legras-Mingard, 1782, E. H. Mingard- van Schinne, Zwitserland, 1772 - 1784, M. van Muiden, 1824, S. Petit, Rotterdam, 1813, P. Quant, den Haag, 1816, C. van Ruster- van den Bergh, den Haag, 1773, I. IV van Schinne, den Haag, 1773, J. Th van Schinne-Mossel, 1791 - 1814 en z.d., M. A. van Schinne, 1776 - 1779, P. I. van Schinne, 1809, S. A. van Schinne- van Ruster, Rotterdam en den Haag, 1771 - 1787, ?. Stevens, Dyon, 1773, A. E. de With, 1778. en onbekenden,

158 Aankondiging aan Catharina van Schinne van het huwelijk van C. Backer met J. M. L. C. Brantsen en van het overlijden van A. H. Brantsen- Mossel, (gedrukt). 1826, 1840. 2 stukken Personalia en diversen:

PERSONALIA EN DIVERSEN:

158A Gedicht ter gelegenheid van de geboorte van Catharina van Schinne, door A. Perrenot. 1757. 1 stuk

159 Horoscoop van Catharina van Schinne door M. Sterk, 1776. 1 stuk

160 Gelukwens van een leermeester ter gelegenheid van de 6e verjaardag van Catharina van Schinne, 1763. 1 stuk

161 Memoire de la maladie de Mille. C. van Schinne, z.d. 1 stuk

162 Gedichten en dagboekbladen geschreven door Catharina van Schinne, 1.10.75.01 Schinne, van 37

1796 - 1804 en z.d. 1 omslag Financiële stukken:

FINANCIËLE STUKKEN:

163 Acten van verhuur door A. E. Basters aan de dames Catharina, Everdina Anna en Magdalena Antionette van Schinne van een huis in de Molenstraat te den Haag, met kwitanties van betaalde huur, 1808 - 1829. 1 omslag

164 Stukken betreffende een lijfrente voor Catharina van Schinne van de Nederlandsche Algemeene Levensverzekering Compagnie te Amsterdam, 1825 - 1828. 7 stukken

165 Stukken betreffende het contract van overleving "Uit Voorzorg", 1761 - 1841. 1 omslag Niet raadpleegbaar In dit contract (zie de inleiding) werd deelgenomen door C. van Ruster-van den Bergh ten behoeve van haar kleinkinderen.

166 Stukken betreffende het beheer door Isaac V van Schinne en Hendrik de Gijselaar van de financiële zaken van Catharina, Everdina Anna en Antoinette van Schinne. 1 omslag

167 Rekeningen en kwitanties voor huishoudelijke uitgaven van Catharina van Schinne, 1778 - 1841. 1 omslag

168 Aanslagbiljetten betreffende diverse belastingen verschuldigd door Catharina van Schinne, met kwitanties, 1788 - 1840. 1 omslag j EVERDINA ANNA VAN SCHINNE (1760 - 1831)

J EVERDINA ANNA VAN SCHINNE (1760 - 1831)

169 Brieven aan Everdina Anna van Schinne van Catharina van Schinne, 1787 - 1792. 1 omslag Zie ook nr 157.

170 Extract uit het doopregister van de Waalse kerk te den Haag van de inschrijving van de doop van Everdina Anna van Schinne, 1828. 1 stuk

171 Lijfrentebrief voor Everdina Anna van Schinne van de Nederlandsche Algemeene Levensverzekering Compagnie te Amsterdam, met bijbehorende tafels, 1828. 1 stuk

172 Memorie van onkosten bij het overlijden van Everdina Anna van Schinne, 1831. 1 stuk

173 Kwitantie voor de door Catharina en Magdalena Antoinette van Schinne betaalde successierechten over de boedel van Everdina Anna van Schinne, 1832. 1 stuk k MAGDALENA ANTOINETTE VAN SCHINNE (1762 - 1840).

K MAGDALENA ANTOINETTE VAN SCHINNE (1762 - 1840).

174 Brieven aan Magdalena Antoinette van Schinne, 38 Schinne, van 1.10.75.01

1801 - 1826. 1 omslag + 33 stukken Afkomstig van: A.A.C. van Heusden, Leiderdorp, 1824 - 1826, Louise, 1802, A. van Schinne, Engeland, 1801 - 1805, Zie ook nr 157.

175 Extract uit het doopregister van de Waalse kerk te den Haag van de inschrijving van de doop Magdalena Antoinette van Schinne, 1828. 1 stuk

176 Schoolcahiers van Magdalena Antoinette van Schinne betreffende geschiedenis, mythologie, aardrijkskunde en natuurlijke historie, met enkele los inliggende gedichten in afschrift, ca. 1770 5 deeltjes In enkele cahiers is ook door Catharina van Schinne geschreven.

177 Lijfrentebrief voor Magdalena Antoinette van Schinne van de Nederlandsche Algemeene Levensverzekering compagnie te Amsterdam, 1828. 1 stuk l ANTHONY JAN VAN SCHINNE (1765 - 1837).

L ANTHONY JAN VAN SCHINNE (1765 - 1837). Hij was ontvanger te Makassar.

178 Acte van aanstelling van Anthony Jan van schinne tot cadet op 's lands schip "Tromp" door gecommitteerde raden ter admiraliteit op de Maze, 1785. 1 stuk

179 Octroy van de Staten van Holland waarbij Anthony Jan van Schinne de vrije beschikking wordt verleend over zijn aandeel in de nalatenschap van zijn grootmoeder C. van Ruster- van den Bergh, 1788. 1 charter

180 Brieven aan Hendrik de Gijselaar van I. H. Tobias, Batavia, betreffende het overlijden en de afwikkeling van de nalatenschap van Anthony Jan van Schinne, met concepten van antwoord van Hendrik de Gijselaar aan I. H. Tobias, 1837 - 1838. 1 omslag m ABRAHAM VAN SCHINNE (1767 - 1805).

M ABRAHAM VAN SCHINNE (1767 - 1805). Hij was kapitein van de Hollandse garde te voet, luitenant-kolonel in staatse dienst, vervolgens kolonel in Engelse dienst. Correspondentie:

CORRESPONDENTIE:

181 Brieven aan Abraham van Schinne, 1802 - 1815. 1 omslag + 20 stukken Afkomstig van: C. Bentick, Berlijn, 1805, F. A. van Goltz, 1802, E. M.L. O'Connor, Cork, 1803, C. Nollie, Engeland, 1803, Mrs Hulstein, Lymington, 1802, de Erfprins van Oranje, Granienstein, 1802, H. S. Roche, Lymington, 1802 - 1807, A. J. van Schinne, Makassar, 1805, M. Woodyear, Lymington, 1803 en een onbekende, 1803, 1805 1.10.75.01 Schinne, van 39

Personalia en diversen:

PERSONALIA EN DIVERSEN:

182 Acten van aanstelling van Abraham van Schinne als vaandrig, 2e luitenant, 1e luitenant en luitenant-kolonel door zijn Hoogheid de Prins van Oranje, 1783 - 1799. 6 stukken

183 Octroy van de Staten van Holland waarbij Abraham van Schinne de vrije beschikking wordt verleend over zijn aandeel in de nalatenschap van zijn grootmoeder C. van Ruster-van den Bergh, 1787. 1 charter

184 Rekeningen, kwitanties en schuldbekentenissen voor Abraham van Schinne, 1792 - 1805. 1 omslag

185 Mededelingen van het gerecht te Emmerik betreffende het overlijden van Abraham van Schinne en de wijze waarop diens nalatenschap afgewikkeld kan worden, aan Isaac V van Schinne en D. Brantsen van de Zijp, 1805 - 1806. 1 omslag

186 Briewe van rouwbeklag bij het overlijden van Abraham van Schinne aan Isaac V van Schinne en D. Brantsen van de Zijp van H.H.K.K.H.H. Wilhelmina van Oranje en Louise van Brunswijk, Brunswijk, 1806 en van Mevrouw d'Ortho, Emmerik, 1805. 3 stukken

187 Acte waarbij Catharina, Isaac V, Everdina Anna, Magdalena Antoinette en Anthony Jan van Schinne verklaren de nalatenschap van Abraham van Schinne te aanvaarden onder benefecie van het recht van beraad, 1806. 1 stuk

188 Brieven aan Isaac V van Schinne betreffende de boedel van Abraham van Schinne, 1805 - 1814. 1 omslag + 22 stukken Afkomstig van: A. Barchon, Elten, 1805 - 1806, R. T. van Kruissen, Loenen a / d Vecht, Amsterdam, 1807 - 1814 + minuut van antwoord; J. G. Otterhein, Elten, 1805

189 Rekeningen en kwitanties voor Abraham van Schinne voldaan na zijn dood door A. Barchon als executeur, met lijst van de bezittingen van Abraham van Schinne en afrekeningen van de executeur, 1805 - 1806. 1 omslag n JACOBA THEODORA VAN SCHINNE (1791 - 1854) en HENDRIK DE GIJSELAAR (1789 - 1848) met zijn vader NICOLAAS.

N JACOBA THEODORA VAN SCHINNE (1791 - 1854) EN HENDRIK DE GIJSELAAR (1789 - 1848) MET ZIJN VADER NICOLAAS.

190 Uitnodiging voor Jacoba Theodora van Schinne van de hertog de Plaisance, Gouverneur-Generaal van de departementen van Holland, om te komen dineren, 1813. 1 stuk

191 Kwitantie voor Jacoba Theodora de Gijselaar -van Schinne voor geleverd satijn, 1821. 1 stuk

192 Brief aan Hendrik de Gijselaar van Johanna Theodora van Schinne-Mossel, ca. 1820 1 stuk 40 Schinne, van 1.10.75.01

192A Toespraak van Ds. Ruitenschild, uitgesproken bij de begrafenis van Jacoba Theodora baronesse de Gijselaar- geb. van Schinne. 1854. 1 stuk

193 Acte van scheiding en deling van de nalatendschap van Jacoba Theodora de Gijselaar-van Schinne mede inhoudende de aanbedelingen aan de kinderen van haar neef Mr. D. W. G. J. H. baron Brantsen van de Zijp, met inliggende notities over het aandeel von J. M. L. C. Backer-Brantsen, (extract). 1855. 1 deel

194-196 Geboorte-, huwelijks-, en overlijdens-aankondigingen aan Nicolaas de Gijselaar, 1791 - 1818. 194 Geboorteaankondigingen,1792 - 1796. 195 Huwelijksaankondigingen,1791 - 1811. 196 Overlijdensaankondigingen,1792 - 1818., 3 omslagen

197 Brieven van rouwbeklag aan Nicolaas de Gijselaar bij het overlijden van zijn echtgenote F. C. Collot d'Escury, 1800. 1 omslag

198 Stukken betreffende effectentransacties van Nicolaas de Gijselaar, 1786 - 1798. 1 omslag o PIETER ISAAC VAN SCHINNE (1793 - 1812).

O PIETER ISAAC VAN SCHINNE (1793 - 1812).

199 Brief van de kapitein-generaal der jacht D. van Heeckeren aan Isaac V van Schinne met mededeling van de benoeming van Pieter Isaac van Schinne tot page van de Koning van Holland, 1810 1 stuk

200 Stukken betreffende de dienst van Pieter Isaac van Schinne in het Franse leger tijdens de Russische veldtocht, 1810 - 1813. 1 omslag

200A Tekeningen van de hand van Pieter Isaac van Schinne. ca. 1810 p WILLEM FREDERIK JOHAN VAN SCHINNE (1794 - 1808).

P WILLEM FREDERIK JOHAN VAN SCHINNE (1794 - 1808).

201 Aankondiging van het overlijden van Willem Frederik Johan van Schinne, (gedrukt). 1808. 3 stukken 1.10.75.01 Schinne, van 41

III STUKKEN WAARVAN DE SAMENHANG MET HET ARCHIEF NIET IS GEBLEKEN

III STUKKEN WAARVAN DE SAMENHANG MET HET ARCHIEF NIET IS GEBLEKEN

202 Gedicht op het overlijden van A. Blum, Med. Dr., Gorinchen, door J. Th. Alberti, 1779. 1 stuk

202A Acte van burgerschap voor Johanna Visser, als burgeres en poorteres van Amsterdam. 1784. 1 stuk

203 Aankondiging aan G. ter Neulen, den Haag, van het huwelijk van F.P.Q. Bos met M. Casoubs, Leiden, (gedrukt). 1784. 1 stuk

204 Verklaring namens de baljuw van Rijnland, dat Simon van der Dee te Zoetermeer zijn nering aan hem heeft aangegeven, (concept). 1778. 1 stuk

205 Kwitanties voor vuilnis- en lantaarngeld ontvangen van M.A. Viel, den Haag, 1797. 2 stukken

205A Doctorsbul voor Henricus Josephus Draper van de Universiteit van Groningen. 1806. 1 charter in rol

206 Kwitantie voor pachtgelden ontvangen door de rentmeester van het kapittel ten Hoogeland te Leiden van I.A. Schiefbaan, 1813. 1 stuk

207 Hugo de Groot, "Inleydinge tot de Hollandsche regtsgeleertheyt", 2e boek 1e en 2e deel, (afschrift). z.d. 6 katerns

208 Register op de "Papagaay" van Willem van Alphen, A - D, (handschrift). z.d. 1 omslag

209 Tekeningen en ontwerpen voor een boerenhuis en bijbehorende gebouwen, met opgave van maten in het Engels. 1 omslag