Opmars Van De Zuidelijke Boomsprinkhaan Meconema Meridionale in Nederland

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Opmars Van De Zuidelijke Boomsprinkhaan Meconema Meridionale in Nederland MECONEMA MERIDIONALE () Bart de Knegt & Floris Brekelmans Sinds de eerste waarnemingen, in het begin van de jaren , wordt de zuidelijke boomsprinkhaan op steeds meer locaties in Nederland waargenomen. Hoewel de soort ook voorkomt in het buitengebied, lijkt de verspreiding zich grotendeels te beperken tot het stedelijke milieu. Bij een gerichte inventarisatie in de stad Utrecht in het najaar van is de soort in alle bezochte kilometerhokken aangetroffen. Het is nu een van de meest voorkomende sprinkhanen in de stad Utrecht. Klimaatverandering en passief transport door verkeer over de weg zijn waarschijnlijk de belangrijkste factoren voor de recente uitbreiding in Nederland en Noordwest-Europa. (Kleukers et al. ). Sindsdien is sprake van een In werden in een wijk in Vlaardingen tien- flinke toename in het aantal waarnemingen van tallen exemplaren van een tot dan toe niet uit M. meridionale, voornamelijk in het stedelijk Nederland bekende sprinkhaan aangetroffen, de gebied. zuidelijke boomsprinkhaan Meconema meridionale Costa, (fig. , ). De dieren werden opval- De laatste decennia neemt het aantal uitheemse lend vaak rond buitenverlichting van flats aan- diersoorten in Nederland steeds sneller toe. getroffen (Van As & Kleukers ). Het bleek Ten opzichte van is het aantal uitheemse niet om de eerste Nederlandse waarnemingen diersoorten in Nederland meer dan verdubbeld. te gaan. Een in Dordrecht in verzamelde Een deel van de nieuwkomers is door de mens boomsprinkhaan bleek na herdeterminatie even- ingevoerd, uit gevangenschap ontsnapt of op eens de zuidelijke boomsprinkhaan te betreffen eigen kracht naar Nederland gekomen. Figuur . Meconema meridionale, mannetje. Foto Floris Brekelmans. Figure . Meconema meridionale, male. Photo Floris Brekelmans. ‒ Figuur . Meconema meridionale, vrouwtje. Foto Floris Brekelmans. Figure . Meconema meridionale, female. Photo Floris Brekelmans. Door klimaatverandering is Nederland voor geven. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag hoe een aantal zuidelijke planten- en diersoorten een de soort zich zo snel in Nederland heeft weten geschikt leefgebied geworden. Klimaatverandering te verspreiden. heeft ervoor gezorgd dat de acht warmste jaren van de afgelopen drie eeuwen in de laatste twee decennia vielen ( ). De temperatuur- stijging is in de stedelijke omgeving zelfs nog Adulte exemplaren van M. meridionale zijn enkele graden hoger dan in het buitengebied eenvoudig te onderscheiden van de inheemse (Arnfield ). Vooral in de nacht is het verschil boomsprinkhaan M. thalassinum omdat zowel tussen de stad en het omliggende landelijke mannetjes als vrouwtjes sterk gereduceerde schub- gebied groot (Graves et al. ). Een aantal vormige vleugels hebben. De soort is te onder- zuidelijke nieuwkomers weet te profiteren van scheiden van juveniele exemplaren van M. thalas- de opschuivende temperatuurgrenzen en mildere sinum door de opvallende netvormige adering winters. Het zijn vooral soorten die op eigen op de tot mm lange voorvleugels, die de kracht naar Nederland zijn gekomen, waaronder achtervleugels bedekken. De soort is lichtgroen de zuidelijke heidelibel Sympetrum meridionale van kleur en heeft een lichtgele streep die midden (Selys, ), zuidelijke keizerlibel Anax parthe- over de kop, het halsschild en de bovenkant van nope (Selys, ), wespenspin Argiope bruennichii het achterlijf loopt. (Scopoli, ), zuidelijk spitskopje Conocephalus discolor (Thunberg, ) en sikkelsprinkhaan Phaneroptera falcata (Poda, ) (Kleukers , Van der Linden ). Vanaf eind juli worden in Nederland adulte exemplaren van M. meridionale aangetroffen. In dit artikel wordt ingegaan op de huidige ver- De hoofdtijd van voorkomen van adulte exem- spreiding en habitatvoorkeur van M. meridionale plaren valt in september-oktober. Daarmee lijkt in Nederland, waar nog weinig over bekend is. M. meridionale zijn piek in voorkomen een paar Op basis van literatuuronderzoek, anekdotische weken later te hebben dan M. thalassinum informatie en gericht onderzoek in het najaar (Kleukers et al. , landelijk sprinkhanen- van , is geprobeerd daar nader inzicht in te bestand -Nederland en www.waarneming.nl). ‒ Figuur . Verspreiding van Meconema meridionale in Figuur . Verspreiding van Meconema meridionale in Nederland vóór . Bron: landelijk sprinkhanen- Nederland sinds . Bron: landelijk sprinkhanen- bestand -Nederland en www.waarneming.nl. bestand -Nederland en www.waarneming.nl. Figure . Distribution of Meconema meridionale in the Figure . Distribution of Meconema meridionale in the Netherlands before . Source: national Orthoptera Netherlands since . Source: national Orthoptera database of -the Netherlands and www.waarneming.nl. database of -the Netherlands and www.waarneming.nl. Het is niet bekend hoe oud M. meridionale in ). In de eerste jaren na de ontdekking het veld kan worden. Een op november kwamen de meeste waarnemingen uit de weste- in Utrecht verzameld volwassen (ei-afzettend) lijke en zuidelijke helft van het land. Zo bleek de vrouwtje is gedurende dagen in een terrarium soort in al verspreid in Rotterdam voor te in leven gehouden op een dieet van bladluizen komen (Brekelmans & Backerra ). De soort en gedroogde, ongezouten ham. is recent ook aangetroffen in Groningen en op de Waddeneilanden Vlieland en Texel (fig. ). Alleen uit de provincie Drenthe zijn nog geen waar- nemingen bekend. In , jaar na de eerste De zuidelijke boomspinkhaan komt van origine waarneming in Nederland, is de soort in voor in Italië, Zuid-Frankrijk tot Kroatië en ×km-hokken ( kilometerhokken) aangetrof- Slovenië. De noordelijke areaalgrens in Europa fen, een exponentiële toename (fig. ). werd tot voor kort gevormd door de Alpen (Detzel ). De laatste jaren zijn echter nieuwe Ook in de ons omringende landen wordt de soort populaties aangetroffen in de landen ten noorden op steeds meer locaties aangetroffen. In Duitsland van de Alpen. Met het verschijnen van de eerste is er bewijs voor een areaaluitbreiding (Sczepanski editie van de ‘De sprinkhanen en krekels van & Jacobi , Grünitz & Hochkirch , Nederland’ (Kleukers et al. ), was de soort Richarz et al. ). Van België zijn recentelijk van in totaal acht ×km-hokken bekend. waarnemingen bekend uit het stedelijk milieu In waren dat er al (fig. ) (Kleukers van Brussel, Gent, Oostende en Mechelen ‒ Figuur . Vindplaatsen van Meconema meridionale in aantal km-hokken Utrecht-stad. De soort werd in bijna alle onderzochte kilometerhokken aangetroffen. Figure . Records of Meconema meridionale in the Figuur . Het aantal kilometerhokken waaruit city of Utrecht. The species was found in almost all Meconema meridionale bekend is groeit exponentieel. surveyed km squares. Bron: landelijk sprinkhanenbestand -Nederland en www.waarneming.nl. Figure . The number of 1 km squares of which Meconema meridionale is recorded shows an exponenti- onal growth. Source: national Orthoptera database of vrouwtjes of vrouwtjes die op zoek waren naar -the Netherlands and www.waarneming.nl. een geschikte ei-afzetplek. Er werden vaak meer- dere exemplaren per boom aangetroffen. Aan de rand van de stad werd op één iep Ulmus spec. (www.waarnemingen.be). In is de soort begin november ei-afzettende vrouwtjes voor het eerst aangetroffen in Londen (Hawkins waargenomen. Meestal koste het niet meer dan , Widgery ). vijf minuten zoeken om de soort in een boomrijk gebied vast te stellen. Gelet op de hoeveelheid bomen in het stedelijk gebied van de stad Utrecht, in combinatie met het gegeven dat Door de auteurs is in het najaar van onder- de soort overal in de stad lijkt voor te komen, zoek gedaan naar de verspreiding van M. meridio- is M. meridionale een van de meest talrijke nale in de stad Utrecht. Op oktober en , , sprinkhanen in het stedelijk gebied van Utrecht. en november werd in de avonduren, met behulp van een zaklamp, gezocht naar boom- sprinkhanen op bomen. De inventarisatie was primair gericht op het vaststellen van de soort Op basis van de bekende waarnemingen lijkt per kilometerhok. Na een waarneming van M. meridionale in Nederland vooralsnog sterk M. meridionale werd dan ook verder gegaan de voorkeur te geven aan stedelijk gebied. Veruit naar een volgend kilometerhok. het grootste deel van de waarnemingen is gedaan in stedelijk gebied. Meconema meridionale werd in bijna de gehele stad aangetroffen (fig. ). In nagenoeg elke groen- Meconema meridionale is bij de inventarisatie in strook, plantsoen of park, tot midden in het Utrecht op diverse soorten bomen aangetroffen centrum, werd M. meridionale waargenomen. (fig. ). De voorkeur lijkt uit te gaan naar iep De meeste waarnemingen betroffen ei-afzettende Ulmus spec., zomereik Quercus robur en gewone es ‒ Iep Zwarte els vrouwtjes zijn tot op centimeter boven de Zomereik Populier Es Wilg grond waargenomen. Paardenkastanje Plataan Spaanse aak Beuk Esdoorn Acacia Meconema meridionale en M. thalassinum zijn in de stad Utrecht nauwelijks samen aangetroffen. Slechts van de in totaal waarnemingen betrof M. thalassinum. Op slechts % van de bomen waar boomsprinkhanen waren aange- troffen werd zowel M. meridionale als M. thalassi- num aangetroffen. Bedacht dient te worden dat de inventarisatie heeft plaatsgevonden na de piek- tijd van M. thalassinum en dat na de eerste waar- neming van M. meridionale in een kilometerhok niet gericht verder is gezocht naar M. thalassinum. Figuur . Diverse soorten loofbomen, maar vooral Dit zou het lager aantal waarnemingen van iepen in de stedelijke omgeving worden door de vrouw- M. thalassinum kunnen verklaren.
Recommended publications
  • Eupholidoptera Garganica (Orthoptera: Tettigoniidae) in Budapest, Hungary
    See discussions, stats, and author profiles for this publication at: https://www.researchgate.net/publication/331893795 Eupholidoptera garganica (Orthoptera: Tettigoniidae) in Budapest, Hungary Article in Acta Phytopathologica et Entomologica Hungarica · December 2018 DOI: 10.17112/FoliaEntHung.2018.79.37 CITATIONS READS 0 102 1 author: Gellért Puskás Hungarian Natural History Museum 29 PUBLICATIONS 101 CITATIONS SEE PROFILE Some of the authors of this publication are also working on these related projects: Orthoptera fauna of the Hungarian Middle Mountain View project Local and Global Factors in Organization of Central-European Orthopteran Assemblages View project All content following this page was uploaded by Gellért Puskás on 20 March 2019. The user has requested enhancement of the downloaded file. FOLIA ENTOMOLOGICA HUNGARICA ROVARTANI KÖZLEMÉNYEK Volume 79 2018 pp. 37–43 Eupholidoptera garganica (Orthoptera: Tettigoniidae) in Budapest, Hungary Gellért Puskás Hungarian Natural History Museum, Department of Zoology, H-1088 Budapest, Baross u. 13, Hungary. E-mail: [email protected] Abstract – A small introduced population of Eupholidoptera garganica La Greca, 1959 (Orthop- tera: Tettigoniidae: Tettigoniinae: Pholidopterini) was found in a garden suburb of Albertfalva, part of Budapest. Altogether 8 singing males were detected in July 2018, on a less than 2 hectare area. Th e origin of the population is unknown; the species arrived most probably accidentally with horticultural plants from Italy. With 4 fi gures. Key words – established population, faunistics, introduced species, urban environment INTRODUCTION Th e anthropogenic spread of insects is a world-wide phenomenon (e.g. Kenis et al. 2009). In Hungary 170 invertebrates are regarded as invasive spe- cies (Báldi et al.
    [Show full text]
  • 13 CHAPTER 2 LITERATURE REVIEW 2.1 Biology of Tree Species
    13 CHAPTER 2 LITERATURE REVIEW 2.1 Biology of tree species in interaction with their insect pests The description of the tree species examined in this thesis is meant to provide a general background of the biology, growing conditions, properties and uses of those species, describing the interactions and stages of the considered insect pest. Each of the species are well known and widely distributed urban tree species which enhances their pest problems to a larger scale of consideration. 2.1.1 Oak tree with Oak processionary moth The Oak trees considered are of the species Quercus robur L., which are native to most of Europe, Anatolia, Caucasus and parts of North Africa. Q. robur is a large deciduous tree reaching heights of 25–35 m in average and circumferences exceeding other tree species reaching four meters to exceptional twelve meters. The species is known for its hard and durable timber and counts as one of the most common and important deciduous forest species with attributes for many desired uses. Construction, furniture, toys, firewood with high calorific value and even for the barrels of the “Barrique wine”, a special treat, this high quality timber is expedient. The hard and durable wood allows the trees to reach ages up to around 1000 years, even in Europe’s temperate and humid climate. 14 The leaves are lobed, nearly sessile and very distinct. Q. robur is also valued for its importance to insects and other wildlife. Numerous insects live on the leaves, the fine bark of the twigs, the nutritious buds and fruits, which are called acorns and shown in Figure 2.1a-c.
    [Show full text]
  • Orthoptera Recording Scheme for Britain and Ireland
    ORTHOPTERA RECORDING SCHEME FOR BRITAIN AND IRELAND Newsletter 25 - February 1999 Editor: John Widgery 2I FieldYiew Road Potters Bar Herts EN6 2NA Tel: 01707 642708 INTRODUCTION It seems incredible that another year has passed since the last newsletter (NL24). This current newsletter is inænded to update all readers of the most significant developments since then. Of course, those of you who take British Wildlife magazine may already be awarg tlrough my 'rWildlife Notes', of some of the information contained herein. The success ofthe scheme relies upon your endeavours and, once again, I am indebted to the many of you who have submitted records and also to Paul Pearce-Kelly, Rachel Jones and Bryan Pinchen for their contributions on rare species. SUMMARY OF HIGHLIGHTS In comparison with recent years, the summer of 1998 was disappointing, although parts of southern England did have some reÍlsonably warm and dry weather during August and early September which is probably the most important period for the breeding success of many species. It was, perhaps, not surprising that there were fewer records submitted during 1998 as compared with the previous yàr but, even so, there were still several thousand which involved a total of 349 new l0hn squares (including 68 post-1970 refinds). Of these, 195 (including 23 post-1970s) were for 1998, including first ever records for Roesel's Bush Cricket, Metrioptera roeselii, in the Channel Islands, Long-winged Conehead, Conocephalus discolor, in Cambridgeshire and Lesnets Earwig, Forfcula lesnei,in Worcestershire and also a national first for this latter species in lreland. Additionally, we had the most northerly yet records for Lesser Marsh Grasshopper, Chorthippus albomarginqtus.
    [Show full text]
  • Entomologist's Gazette 61
    2010, Entomologist’s Gazette 61: 53–64 Hedgerow species richness influences the presence of Orthoptera and Dermaptera along green lanes in Essex, U.K. Tim Gardiner 2 Beech Road, Rivenhall,Witham, Essex CM8 3PF,U.K. [email protected] Synopsis a small-scale beating survey of the Orthoptera (bush-crickets) and dermaptera (earwigs) of green lane hedgerows was undertaken in essex. Hedgerow dating (Hooper’s rule) was used to ascertain whether insects were related to woody plant species richness. Orthopteroid abundance and species richness was significantly correlated with the number of woody plants in the hedgerows. Byways had particularly species-rich, ancient hedgerows (often over 500 years in age) favourable for bush-crickets such as Meconema thalassinum. Sunlit patches of Blackthorn Prunus spinosa and Bramble Rubus fruticosus hedgerow were especially important for orthopteroids in this survey. Keywords: earwig, bush-cricket, footpath, bridleway, byway, highways, Hooper’s rule, microclimate. Introduction Green lanes (double-hedged tracks) are important for insects, particularly butterflies, in areas of intensive agriculture (dover & Sparks, 2001). Hedgerows can also be valuable corridors for the dispersal of sedentary insects such as Lampyris noctiluca (Linnaeus) (Gardiner, 2008b), particularly along green lanes in epping Forest where the beetle has declined in the last 50 years (Gardiner, 2007c). Hedgerows provide sheltered conditions where reduced wind speed can create a warm microclimate suitable for insects (dover, Sparks & Greatorex-davies, 1997; Gardiner & dover, 2008). Green lanes often have public rights of way (PrOW) running down them, the most common are public footpaths (pedestrian use only), bridleways (use by pedestrians, cyclists and horse riders) and byways (open to all traffic: use by pedestrians, cyclists, horse riders, horse drawn and motorised vehicles).
    [Show full text]
  • A Guide to the Shropshire Orthoptera and Dermaptera by David W. Williams
    A Guide to the Shropshire Orthoptera and Dermaptera by David W. Williams Excluding escapes and naturalised aliens (eg Egyptian grasshopper, house cricket) thirteen species of Orthoptera (grasshoppers, crickets etc) and three species of Dermaptera (earwigs) have been recorded in Shropshire. Two further species currently occur in adjacent counties. Cockroaches & mantids (Dictyoptera) are also included within the 'orthopteroid' insects (as are phasmids). Britain has three native species of cockroach, but it is unlikely that any of them will turn up in Shropshire (though there are old records of Oriental cockroach, an established alien inhabitant of artificially heated places). This guide is intended to cover all the species likely to be encountered in the field in Shropshire. Orthoptera; Caelifera: grasshoppers (5 spp.), groundhoppers (2 spp.) Grasshoppers are insects of high Summer. They overwinter as eggs, hatch in Spring and mature during June and July, persisting into Autumn. Groundhopper life-cycles are more variable. They overwinter as either nymphs or adults and can be found as adults in any month of the year, though there is a peak of activity in Spring. Sexing Grasshoppers Identification of grasshoppers can sometimes be helped if the gender of the insect is established. Several features separate the sexes. The main picture, left, shows a pair of meadow grasshoppers. Notice that the male is smaller than the female, but has obviously longer antennae. This is true of all British grasshoppers. He also has relatively larger eyes and longer wings, though these differences can be very subtle in some species (in meadow grasshoppers, females have particularly short wings). The lower pair of photographs show the difference in the abdominal tips of the two sexes (in this case both are mottled grasshoppers).
    [Show full text]
  • THE CURRENT STATUS of ORTHOPTEROID INSECTS in BRITAIN and IRELAND by Peter G
    THE CURRENT STATUS OF ORTHOPTEROID INSECTS IN BRITAIN AND IRELAND by Peter G. Sutton, Björn C. Beckmann & Brian Nelson INTRODUCTION This article provides an overview of the changes that have occurred within the orthopteroid fauna of Britain and Ireland since the last distribution atlas was published in 1997 (Haes & Harding, 1997). It provides the current IUCN status of the scarce and threatened species in Britain in accordance with their recent reassessment (Sutton, 2015a) and discusses the future prognosis for this group of insects in Britain and Ireland. It also highlights recent developments of the Orthoptera Recording Scheme with particular reference to the collection of distribution map data using new technologies. Changes to the orthopteroid fauna of Britain and Ireland have been assessed in the landmark publications by Ragge (1965), Marshall & Haes (1988), Haes & Harding (1997) and more recently, Benton (2012), and have also been comprehensively reviewed by Marshall (1974, 2001, 2010). In addition, a regular and ongoing summary of these changes has been provided by the Grasshoppers and Relatives section of British Wildlife magazine (Haes, 1990‒1995; Widgery 1995‒2002; Sutton, 2002‒2016), and in the Orthoptera Recording Scheme newsletters (1‒22 (Haes, 1979‒1995); 23‒28 (Widgery, 1996‒2002) and 29‒33 (Beckmann & Sutton, 2013‒2016)). Field Cricket Gryllus campestris . Adult male at a West Sussex reintroduction site, 1 June 2013 (Photo: D. Browne). 6 Atropo s 59 www.atropos.info THE ORTHOPTEROID FAUNA The orthopteroid insects include some of the largest and most spectacular insects to be found in Britain and Ireland, such as the beautiful Large Marsh Grasshopper Stethophyma grossum .
    [Show full text]
  • Tve-463 Sugisima.Qxp
    T E, 148, 2005 BOOK REVIEWS R.M.J.C. Kleukers, E.J. van Nieukerken, B. Odé, described in detail: morphology, biology (cycle, food, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden, 1997. flight and dispersal powers, song), identification, spe- De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). cific distribution, occurrence in the Netherlands (pre- [Reprint] – Nederlandse Fauna 1: 1-415, numerous fig- ures, either numbered per chapter or unnumbered, and post-1980, habitat, associated species), conserva- 1 -. Nationaal Natuurhistorisch Museum tion and recording. Each facet is accompanied with Naturalis, Leiden, KNNV Uitgeverij, Utrecht, European clear figures and/or tables with a summary of avail- Invertebrate Survey – Nederland, Leiden, Netherlands. able data to substantiate the text. It should be noted, Hardback [ 1386-3762; 90-5011-202-1]. Û however, that several developments in the Dutch or- Price 49.95 (excluding P&P). thopteroid fauna after the original volume was pub- lished have not been addressed. The rediscovery of a This monumental volume was the first to be pub- species that was thought to be extinct from the lished in the series Nederlandse Fauna (Fauna of the Netherlands (Gampsocleis glabra: Van den Berg et al. Netherlands) in 1997 and now has reached its first 2000), two species new to the fauna (Oecanthus pellu- reprint. That in it self is already one of the best re- cens: Felix & Van Kleef 2004, Metrioptera bicolor: Fe- commendations the book can get. One might expect lix 2004) and a number of notable range expansions that a monograph like this, not dealing with the most (e.g.
    [Show full text]
  • Kolejne Stanowiska Nadrzewka Południowego Meconema Meridionale Costa, 1860 (Orthoptera: Tettigoniidae) W Polsce
    Przegląd Przyrodniczy XXX, 3 (2019): 27-37 Seweryn Grobelny, Przemysław Żurawlew, Marcin Kutera, Michał Brodacki, Michał Kupczyk, Mariusz Gwardjan, Paweł Radzikowski, Aneta Itczak, Szymon Czyżewski KOLEJNE STANOWISKA NADRZEWKA POŁUDNIOWEGO MECONEMA MERIDIONALE COSTA, 1860 (ORTHOPTERA: TETTIGONIIDAE) W POLSCE Further stands of Southern Oak Bush-cricket Meconema meridionale Costa, 1860 (Orthoptera: Tettigoniidae) in Poland ABSTRAKT: W artykule przedstawiono nowe dane z lat 2013–2019 o 29 stanowiskach pasikonika Meco- nema meridionale w Polsce, na tle rdzennego i ekspansywnego zasięgu występowania tego gatunku w Eu- ropie. Zgromadzony materiał pozwala przypuszczać, że owad ten obecnie może występować już w niemal całej południowej Polsce. Rozprzestrzenianiu tego gatunku sprzyja transport samochodowy i kolejowy. SŁOWA KLUCZOWE: Meconema meridionale, ekspansja w Europie, stanowiska w Polsce, środowiska synantropijne z zadrzewioną zielenią miejską, transport i tranzyt ABSTRACT: The paper presents new data from 2013–2019 for bush–cricket Meconema meridionale for Poland, against the background of its native and expansive range of occurrence in Europe. Basing on the collected data, we consider that this species is now probably present in almost whole area of southern Poland. The spread of this bush–cricket is favored by road and rail transport. KEY WORKS: Southern Oak Bush–cricket Meconema meridionale, expansion in Europe, localities in Poland, antropogenous wooded habitats in urban areas, transportation and transit Wstęp cegowinie (Vahed 1996,
    [Show full text]
  • Checklist of Dorset Orthoptera and Allies
    CHECKLIST OF DORSET ORTHOPTERA & ALLIES v1.0 February 2019 Number of species recorded in the UK 40 Number of species recorded from Dorset 36 Number of species recorded from VC9 36 Number of species recorded since 1990 34 Number of species presumed extinct 2 Coverage of records for Orthoptera in Dorset Species richness map for Orthoptera in Dorset v1.0 February 2019 The Checklist ORTHOPTERA Tettigoniidae Phaneroptera falcata Sickle-bearing Bush-cricket Leptophyes punctatissima Speckled Bush-cricket Meconema thalassinum Oak Bush-cricket Meconema meridionale Southern Oak Bush-cricket Conocephalus discolor Long-winged Conehead Conocephalus dorsalis Short-winged Conehead Ruspolia nitidula Large Conehead Tettigonia viridissima Great Green Bush-cricket [Decticus verrucivorus Wart Biter]1 EN Platycleis albopunctata Grey Bush-cricket NS Metrioptera brachyptera Bog Bush-cricket NS Metrioptera roeselii Roesel's Bush-cricket Pholidoptera griseoaptera Dark Bush-cricket Gryllidae Acheta domestica House Cricket Nemobius sylvestris Wood Cricket NS Pseudomogoplistes vicentae Scaly Cricket VU Tetrigidae Tetrix ceperoi Cepero's Ground-hopper NS Tetrix subulata Slender Ground-hopper Tetrix undulata Common Ground-hopper Acrididae Stethophyma grossum Large Marsh Grasshopper NT Omocestus rufipes Woodland Grasshopper NS Omocestus viridulus Common Green Grasshopper Stenobothrus lineatus Stripe-Winged Grasshopper Gomphocerippus rufus Rufous Grasshopper NS Myrmeleotettix maculatus Mottled Grasshopper Chorthippus brunneus Common Field Grasshopper Chorthippus vagans Heath Grasshopper NT Chorthippus parallelus Meadow Grasshopper Chorthippus albomarginatus Lesser Marsh Grasshopper DICTYOPTERA Blattellidae Ectobius lapponicus Dusky Cockroach NS Ectobius pallidus Tawny Cockroach NS Ectobius panzeri Lesser Cockroach NS DERMAPTERA Labiidae Labia minor Lesser Earwig Forficulidae Forficula lesnei Lesne’s Earwig Forficula auricularia Common Earwig Labiduridae [Labidura riparia Giant Earwig]1 RE 1[ ] = species in brackets are considered extinct in the county v1.0 February 2019 .
    [Show full text]
  • Environmental DNA a Review of the Possible Applications for the Detection of (Invasive) Species RAVON
    environmental DNA a review of the possible applications for the detection of (invasive) species RAVON 1 Colophon © 2014 Stichting RAVON, Nijmegen Text: Jelger Herder1, Alice Valentini2, Eva Bellemain2, Tony Dejean2, Jeroen van Delft1, Phillip Francies Thomsen3 en Pierre Taberlet4. 1 Stichting RAVON 2 SPYGEN 3 Center for GeoGenetics - Natural History Museum of Denmark, University of Copenhagen 4 Laboratoire d’ Ecologie Alpine (LECA) English text editing: Cleo Graf Cover photo: eDNA sampling - © Jelger Herder Other photography - © Jelger Herder Commisioned by: Bureau Risicobeoordeling & Onderzoeksprogrammering (BuRO), onder- deel van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Citation: Herder, J.E., A. Valentini, E. Bellemain, T. Dejean, J.J.C.W. van Delft, P.F. Thomsen en P. Taberlet. Environmental DNA - a review of the possible applications for the detection of (invasive) species. Stichting RAVON, Nijmegen. Report 2013-104. RAVON Table of contents Summary 5 1 Introduction 11 1.1 Why this report? 11 1.2 Definitions 12 1.3 Aim of this rapport 12 1.4 Reading guide 14 2 What is eDNA? 15 2.1 Origins of eDNA in the environment 15 2.2 Persistence of eDNA in different environments 15 2.3 Factores influencing the amount of eDNA 16 2.4 Limitations of eDNA 17 3 How can a single species be detected with eDNA? 19 3.1 Primerdesign and validation for species specific eDNA primers 19 3.2 Sampling methods and strategies 22 3.3 Importance of ecological knowledge 27 3.4 Storage 28 3.5 Analysis of samples 28 3.6 Quality control and basic lab requirements
    [Show full text]
  • Red List of Grasshoppers, Bush-Crickets and Crickets (Orthoptera) of the Carpathian Mountains
    RED LIST OF GRASSHOPPERS, BUSH-CRICKETS AND CRICKETS (ORTHOPTERA) OF THE CARPATHIAN MOUNTAINS Anton Krištín (Slovakia) & Iorgu Ionuț Ștefan (Romania) (eds) Data and assessment process contributors and authors of relevant and cited publications: Anton Krištín (Slovakia), Iorgu Ionuț Ștefan (Romania), Miklós Heltai, Barnabas Nagy (Hungary), Jevhen Lyushenko, Vasil Chumak (Ukraine), Jaroslav Holuša, Petr Kočárek (Czech Republic), Axel Hochkirch (Germany) Introduction pathian region: Data was collected from the literature, from sources given by BioREGIO project partners in Orthoptera are among the most important bio-indicators particular countries (see data contributors above) and of the status of integrity of natural habitats, especially own published and unpublished data (see literature for habitats with small plot sizes. Therefore, Orthoptera section, unpublished records only by KRIŠTÍN A. & assemblages provide valuable information on habitat con- IORGU I. Ş.). ditions and status of sites (MARINI et al. 2009). 2. Data was entered in the online database platform of Global assessments of the conservation status of ca. 1000 the project BioREGIO Carpathians as well as into a European species of grasshoppers, crickets and bush-c- Microsoft Excel database. rickets for the IUCN Red List of Threatened SpeciesTM 3. All 142 Orthoptera species present in the Carpathian started in 2011. The Red List status of 60 species has been orographic units (excluding Serbia due to missing data) published in 2012. Altogether, the global Red List status were evaluated according to the IUCN Red List criteria of 236 Orthoptera species has been assessed (IUCN (IUCN 2001). Only one species (not native and intro- 2013), 14 of which occur in the Carpathians (Chorthippus duced, Meconema meridionale) could not be assessed and acroleucus VU, Gampsocleis glabra LC, Isophya harzi VU, Metri- was included in the category “Not Applicable” (NA).
    [Show full text]
  • Spring 2013.Pdf
    Orthoptera and allied Insects Recording Scheme of Britain and Ireland grasshoppers crickets stick-insects earwigs cockroaches mantids www.orthoptera.org.uk Newsletter 29, Spring 2013 Contents • New atlas: working draft maps and • Recording grasshoppers with your call for records smartphone • Invitation to the annual • Grasshopper and cri cket sounds Orthopterists’ meeting, Wednesday • Website forum 6th November 2013 in the Natural History Museum London • County atlases • Identification courses in 2013 • Publications, media and other news • Next issue – Autumn 2013 New atlas: working draft maps and call for records As many of you will be aware, we are working towards a Towards a new Atlas of Grasshoppers and R elatives new atlas of Orthoptera and allied insects in Britain and – data holdings spring 2013 Ireland. This will be the third, after Marshall & Haes’ best surveyed squares comprehensive “Grasshoppers and allied Insects of Great . Britain and Ireland” published in 1988, and Haes & least surveyed squares Harding’s “Atlas of Grasshoppers, Crickets and Allied Insects in Britain and Ireland”, published in 1997. We have produced a set of working draft maps, which are appended to this newsletter . We hope the maps illustrate some of the drama tic changes affecting Orthoptera and will inspire you to fill gaps in recording. Despite earlier plans to finish in 2012, we will now collect records for two further seasons, 2013 and 2014 , although we are beginning to write the atlas this year , with publication envisaged in 2015. There are many ways of submitting your records – details at the end of this section. The summary map on the right shows which areas are best and least recorded according to our current data.
    [Show full text]