Wijngaart Van Der Binnenwerk Handel DEF.Indd 5 20-07-11 08:55 6 Inhoudsopgave

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Wijngaart Van Der Binnenwerk Handel DEF.Indd 5 20-07-11 08:55 6 Inhoudsopgave Bondgenootschap onder spanning Wijngaart van der_binnenwerk Diss DEF.indd 1 19-07-11 12:11 Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt dankzij financiële steun van de J.E. Jur- riaanse Stichting, het Dr Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds en het Roosevelt Study Center. Afbeeldingen omslag: foto voorzijde Gerald R. Ford Library; foto’s achterzijde respectievelijk Gerald R. Ford Library en National Archives and Records Administration. Dit proefschrift heeft geen eigen isbn. Het isbn van de handelsuitgave is 978-90-8704-243-1. ©2011 Kim van der Wijngaart & Uitgeverij Verloren Torenlaan 25, 1211 ja Hilversum www.verloren.nl Omslagontwerp: Robert Koopman, Hilversum Typografie: Rombus, Hilversum Druk: Wilco, Amersfoort Brochage: Van Strien, Dordrecht No part of this book may be reproduced in any form without written permission from the publisher. Wijngaart van der_binnenwerk Diss DEF.indd 2 19-07-11 12:11 Bondgenootschap onder spanning Nederlands-Amerikaanse betrekkingen, 1969-1976 An Alliance under Pressure Dutch-American Relations, 1969-1976 (with a summary in English) Proefschrift Ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof.dr. G.J. van der Zwaan, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 16 september 2011 des middags te 2.30 uur door Kim van der Wijngaart geboren op 26 november 1980 te Utrecht Wijngaart van der_binnenwerk Diss DEF.indd 3 19-07-11 12:11 Promotoren: Prof.dr. D.A. Hellema Prof.dr. C.A. van Minnen Wijngaart van der_binnenwerk Diss DEF.indd 4 19-07-11 12:11 Inhoudsopgave Inleiding 9 Een Nederlandse special relationship? 11 Trouw en kritisch NAVO-lidmaatschap 13 Afbakening en verantwoording 16 De jaren zeventig 16 Betrekkingen en actoren 18 Bronnenmateriaal 19 Indeling 20 1 Over de grenzen van een gepolariseerde polder 22 Verschuivende machtsverhoudingen en transatlantische malaise Inleiding 22 De verhoudingen tussen de grootmachten 24 Europees reveil en neue Ostpolitik 27 Economische ontwikkelingen 33 De oorlog in Vietnam 35 Het Amerikaanse imagoprobleem en het antwoord van Nixon en Kissinger 39 Amerikaans buitenlands beleid onder Nixon en Kissinger 40 De bondgenoten in het Amerikaanse buitenlandse beleid onder Nixon 44 Herdefiniëring van het Atlantisch Bondgenootschap 46 Conclusie 48 2 ‘At least one consistent friend’ 49 Het eindschot van minister Luns (januari 1969-juli 1971) Inleiding 49 Joseph Luns 50 Maatschappelijke veranderingen: herijking van de betrekkingen 52 De Verenigde Staten 52 Nederland 55 Nederland aan het eind van de jaren zestig in Amerikaanse ogen 57 Overgeslagen maar niet afgeslagen: een felbevochten overwinning in 59 Washington Wijngaart van der_binnenwerk Handel DEF.indd 5 20-07-11 08:55 6 inhoudsopgave ‘Luns at the Boiling Point’ 59 De Amerikaanse reactie 63 Defensie en détente 68 Defensie onder druk in Nederland 68 Zorgen ten aanzien van ontspanning 71 Amerikaanse troepenvermindering en burden-sharing 75 Vietnam: ‘at least one consistent friend’ 78 Economische spanningen 83 Conclusie 86 3 Een frisse wind en nieuwe zakelijkheid 88 Atlantische samenwerking voor een nieuwe generatie (juli 1971-mei 1973) Inleiding 88 Een nieuwe minister in Den Haag: veranderingen op komst 89 Uitgenodigd door het State Department 91 Een nieuwe koers? 94 Schmelzers pièce de résistance: de China-vn kwestie 95 Vietnam: niet langer tegen de stroom in 99 Diplomatieke betrekkingen met Noord-Vietnam 100 De kerstbombardementen 104 De Parijse vredesakkoorden en opnieuw betrekkingen met Noord-Vietnam 107 Defensie en Oost-Westbetrekkingen: geen reden tot verslapping 110 Defensie 110 Détente: een Europese veiligheidsconferentie en wederzijdse troepenverminderingen 113 Een low-key bezoek van Biesheuvel 115 Een uitnodiging van het Witte Huis 115 Op het Witte Huis 117 Een mogelijk bezoek van minister Rogers en nieuwe parlementsverkiezingen 121 plan en het Year of Europe: een herdefiniëring van het Atlantisch Bond- 123 genootschap Conclusie 129 4 Van Keerpunt naar Watergate 131 Het ‘meest linkse kabinet in de Nederlandse geschiedenis’ en een moreel verzwakt Amerika (mei 1973-augustus 1974) Inleiding 131 ‘Making the best of a bad bargain’: de nieuwe regering in Amerikaanse ogen 132 ‘Prudence, caution and common sense’: de eerste socialistische minister van 135 Buitenlandse Zaken Een eerste gesprek met Rogers 138 Een officieel bezoek aan Washington 140 Een oefening in geduld: het Year of Europe en een Atlantische verklaring 143 Van der Stoels initiatief 144 Overleg met Kissinger en Amerikaanse imagoproblemen 146 Wijngaart van der_binnenwerk Handel DEF.indd 6 20-07-11 08:55 inhoudsopgave 7 Transatlantische verschillen nog verder uitvergroot 149 De Oktoberoorlog en de oliecrisis 152 In het Amerikaanse schuitje 154 Wapenleveranties 159 Schipperen 160 Een nieuwe defensienota 166 Conclusie 172 5 ‘Zaken die hoger gaan dan de F-16 kan vliegen’ 175 Schipperen tussen landings- en mensenrechten (augustus 1974-december 1976) Inleiding 175 De koopman en de dominee: de afweging van buitenlands beleidsdoelen 176 De Amerikaanse gezagscrisis in Nederlandse ogen 178 Ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten 183 Het beleid van Pronk 183 Van der Stoel en mensenrechten 187 Opnieuw hoog oplaaiende emoties over de luchtvaart 191 Nederland en de arms deal of the century 197 Contacten op de ambassade in Den Haag 199 Amerikaanse twijfels over de Nederlandse keuze 201 De keuze voor de F-16 en Van der Stoels Atlanticisme 203 ‘A kind of Dutch reform school’: een bezoek van Den Uyl aan het Witte Huis 207 Conclusie 214 6 Conclusie 216 Summary 223 Afkortingen 238 Geraadpleegde bronnen 229 Literatuur 231 Dankwoord 239 Personenregister 241 Wijngaart van der_binnenwerk Handel DEF.indd 7 20-07-11 08:55 Wijngaart van der_binnenwerk Handel DEF.indd 8 20-07-11 08:55 Inleiding Een mogelijk bezoek van de Amerikaanse president Nixon aan Nederland in 1972 bracht de minister van Buitenlandse Zaken Norbert Schmelzer in een lastig parket. In een ver- kennend gesprek dat hij met koningin Juliana had, bleek dat een dergelijk treffen voor het staatshoofd geen vanzelfsprekendheid was. Ze voerde hierbij haar morele bezwa- ren tegen de zich voortslepende oorlog in Vietnam aan. De koningin deelde de minister mee dat zij ‘bepaald níet bereid was deze president te ontvangen’. Schmelzer kon zich in haar bezwaren inleven, maar benadrukte dat de diplomatieke regels een ontvangst bij de koningin vereisten. Uiteindelijk stemde de koningin in met een ontmoeting, maar op één voorwaarde: zou zij dan éénmaal heel snel ‘Nixon moordenaar!’ mogen zeggen? Zo zacht dat niemand het zou horen? Zij liet op geen enkele manier blijken dat het haar geen ernst was. Schmelzer nam geen enkel risico en drukte de koningin op het hart dat een dergelijke uitspraak politiek onaanvaardbaar zou zijn. Na aandringen van zijn kant stemde zij hier uiteindelijk in toe.1 Deze anekdote illustreert de dwingende aanwezigheid van kritische geluiden ten aan- zien van de Verenigde Staten in het Nederland van de vroege jaren zeventig, die zelfs het staatshoofd niet onberoerd lieten. Verschillende historici hebben de jaren zeventig be- schreven als een tijd waarin de betrekkingen met de Verenigde Staten onder druk kwa- men te staan. Een aantal van hen karakteriseert dit tijdvak als een periode van publieke ‘contestatie’ en oppositie, en linkse invloed op de Nederlandse buitenlandse politiek.2 Het was de tijd van maatschappelijk protest: tegen de oorlog in Vietnam, tegen autocra- tische regimes in Zuid-Europa, tegen Apartheid, tegen atoomwapens – het buitenlandse beleid was onderwerp van publieke discussie geworden. Ook in het Atlantisch Bondgenootschap tekenden zich eind jaren zestig en begin ja- ren zeventig grote veranderingen af. Het bevond zich op een keerpunt: in deze periode vonden er ontwikkelingen plaats in de wereldpolitiek die zulke ingrijpende gevolgen 1 Norbert Schmelzer, Herinneringen van een politiek dier (Amsterdam: Balans, 2004) 173-175. 2 Zie o.a. Hans Blom, ‘Jaren van ‘contestatie en continuïteit’, in: Jan Hoffenaar et al. (red.), Confrontatie en ontspanning. Maat- schappij en krijgsmacht in de Koude Oorlog 1966-1989 (Den Haag: Sdu, 2004) 13-14; Walter Laqueur, ‘Hollanditis: A New Stage in European Neutralism’, in: Commentary, 72 (1981) 21; James Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig (Am- sterdam: Boom, 1995) 77-81; Alfred van Staden, ‘De rol van Nederland in het Atlantisch Bondgenootschap. Wat veranderde en wat uiteindelijk bleef’, in: N.C.F. van Sas (red.), De kracht van Nederland. Internationale positie en buitenlands beleid (Haarlem: H.J.W. Becht, 1991) 220-221; Alfred E. Pijpers, ‘Dekolonisatie, compensatiedrang en de normalisering van de Nederlandse buiten- landse politiek’, in: Van Sas (red.), De kracht van Nederland, 210-213. Wijngaart van der_binnenwerk Handel DEF.indd 9 20-07-11 08:55 10 inleiding hadden voor de verhoudingen binnen het bondgenootschap, dat door verschillende his- torici wordt gesproken van een dieptepunt of crisis.3 Het bondgenootschap was op een punt gekomen dat een herdefiniëring van de gemeenschappelijke belangen en doelen onvermijdelijk leek. Het was deze context van spanningen, onzekerheid over de toe- komst van het Atlantisch Bondgenootschap en de daarmee in verband staande negatieve beeldvorming over de regering-Nixon (met name door Vietnam en het Watergate-schan- daal) die sterk bepalend was voor de Europees-Amerikaanse, en ook de Nederlands- Amerikaanse betrekkingen in deze periode. Onder deze ontwikkelingen viel ook de periode
Recommended publications
  • Opmaak Both/Definitief 02-08-2000 15:13 Pagina 1
    * From Indifference to 19-12-2003 17:26 Pagina 1 NORBERT BOTH NORBERT NORBERT BOTH Fr om Indifference to Entrapment to om Indifference The Yugoslav crisis represents a formidable foreign policy challenge to many Western and Islamic government bureaucracies. From Indifference to Entrapment deals with the question of how the Netherlands faced up to this challenge during the years 1990-1995. It was during this period that the crisis erupted into armed conflict and the single worst war crime in Europe since the end of World War II took place in the ‘safe area’ of Srebrenica. The role of the Netherlands is particularly interesting, as the country held the EC/EU Presidency during the recognition debate in 1991 and supplied the peacekeeping presence in Srebrenica. The questions addressed in this book include: Did early warning work? What role did the Dutch Presidency (July-December 1991) play in the recognition debate? What motiv- ated the Dutch opposition to the Vance-Owen Peace Plan? Why did the Netherlands become From Indifference entrapped, as symbolised through its isolated peacekeeping commitment to Srebrenica? Finally, what can this story tell us about the ability of small and medium powers to in- fluence international affairs? This study is based on interviews with key players, including former Cabinet Minis- ters, and on documents from the Netherlands Ministry to Entrapment of Foreign Affairs, made available under the Dutch ‘freedom of information act’. ISBN 90-5356-453-5 Dr. Norbert Both, formerly a research assistant The Netherlands for David Owen, now works at the Netherlands Ministry of Foreign Affairs.
    [Show full text]
  • Hoe De Dominee De Koopman Versloeg Nederlandse Ontwikkelingssamenwerking Gewogen
    Paul Hoebink Hoe de dominee de koopman versloeg Nederlandse ontwikkelings- samenwerking gewogen De Nederlandse ontwikkelingssamenwerking wordt bedragen, waarop zelfs nog bezuinigd werd, en die veelal gezien als de zachte onderbuik van de Neder- ook nog voor het grootste deel naar Nieuw Guinea landse buitenlandse politiek. Dat is dan – in weerwil gingen. Nederland had zeer snel gereageerd op de van de internationale roem die Nederland vanwege afkondiging van ‘Point Four’ door president Truman dat beleid vergaart – tegelijkertijd een plaatsje aan in januari 1949, dat algemeen wordt gezien als het de onderkant van de ladder, een omstreden positie. begin van de moderne ontwikkelingssamenwer- Dat wordt alleen al zichtbaar aan de status die de king.3 Al in juli 1949 was er een interdepartementale ontwikkelingssamenwerking heeft binnen het bui- werkgroep opgericht, die de Nederlandse bijdrage tenlands beleid, waarin zij in de ‘pecking order’ ver aan deze plannen moest bestuderen en die vanuit het onder de klassieke diplomatie of het veiligheidsbeleid Ministerie van Overzeese Gebiedsdelen werd geco- komt.1 ordineerd. Nederland was zo snel, omdat er nieuw In dat zachte deel zouden de idealen van het emplooi gezocht werd voor de tropische deskundig- buitenlands beleid gelden, daar zou de dominee heid die men in Indië had opgebouwd. Bovendien het te zeggen hebben over de koopman.2 Dat is een was er door het uitzenden van deskundigen en het uiterst oppervlakkige analyse. In haar bijna zestig- opleiden van mensen in Nederland: ‘... meer kans op jarige geschiedenis is ook de Nederlandse ontwik- bestellingen bij onze industrie dan bij uitblijven van kelingssamenwerking, evenals andere velden van de Nederlandse deelneming.
    [Show full text]
  • Member Focal Points Update 1 September 2021
    Member Focal Points update 1 September 2021 DANA Petroleum Sander Pols / Robin Smit NAM Dinand Gerritsen Neptune Energy Lizzie Paton / Peter Hendriks ONE-Dyas Dirk Drijver Petrogas Emanuele Gemelli Spirit Energy Garry Begg TAQA Energy Ronald Pijtak TOTAL Maarten Liebreks Tulip Oil Martin Heijmeriks Vermilion Energy Martijn ter Haar Wintershall Frits van der Wilt 06-GPS Frank Dentz 12hoist4u Peter Verhoef A. Hak Leidingbouw BV Jan Verhoeven / Irma Obbink Aannemersbedrijf Gebroeders Min BV Shannon Bongers ABB BV Harold Vaanhold / Marcel Jansen ABB Power Grids The Netherlands BV Wim Buysse ACEBI SA Bénédicte Chaduteau Actief Techniek BV Gerwin Dekker / Jeffrey Kindt Actief Techniek BV Gerwin Dekker ADDVALUE Hendrik Schimmel Advanced Control Strategics Martin de Jong AEG Power Solutions Warner Gielen Aggreko Rick Bakker Aisus Offshore Ltd Mark Mosgrove Alatas UK Ltd John Mackintosh Altena Group Guus Euwen Analytical Solutions and Products BV Fulco van Neijenhof Antea Group Rob Konijnenberg / Geke Wouda Applitech BV Marc Kirchner Applus RTD Lindsay Noteboom APOLLO Kirstie Langan ARCADIS Nederland Paul Vossen AREPA Harrie Steenbergen Astava BV Jojanneke Postma Atlas Copco Compressors Nederland Ruud Blom Atlas Services Group Energy BV Stefan Boven August Storm GmbH & Co.KG Anna Jahnke AUMA Benelux BV René Zoet AxFlow Ron van der Elst Baker Hughes PL Pressure Pumping BV Irmak Albayrak / Wilco Korver Bakker Groep Coevorden Lynn Jansen Bakker Repair BV Jan Pronk Bavak Beveiligingsgroep BV Herwin van Denderen Member Focal Points Member Focal Points
    [Show full text]
  • 2 the Reform of the Warsaw Pact
    Research Collection Working Paper Learning from the enemy NATO as a model for the Warsaw Pact Author(s): Mastny, Vojtech Publication Date: 2001 Permanent Link: https://doi.org/10.3929/ethz-a-004148840 Rights / License: In Copyright - Non-Commercial Use Permitted This page was generated automatically upon download from the ETH Zurich Research Collection. For more information please consult the Terms of use. ETH Library Zürcher Beiträge zur Sicherheitspolitik und Konfliktforschung Nr.58 Vojtech Mastny Learning from the Enemy NATO as a Model for the Warsaw Pact Hrsg.: Kurt R. Spillmann und Andreas Wenger Forschungsstelle für Sicherheitspolitik und Konfliktanalyse der ETH Zürich CONTENTS Preface 5 Introduction 7 1 The Creation of the Warsaw Pact (1955-65) 9 2The Reform of the Warsaw Pact (1966-69) 19 3 The Demise of the Warsaw Pact (1969-91) 33 Conclusions 43 Abbreviations 45 Bibliography 47 coordinator of the Parallel History Project on NATO and the Warsaw PREFACE Pact (PHP), closely connected with the Center for Security Studies and Conflict Research (CSS) at the ETH Zürich. The CSS launched the PHP in 1999 together with the National Security Archive and the Cold War International History Project in Washington, DC, and the Institute of Military History, in Vienna. In 1955, the Warsaw Pact was created as a mirror image of NATO that could be negotiated away if favorable international conditions allowed Even though the Cold War is over, most military documents from this the Soviet Union to benefit from a simultaneous dissolution of both period are still being withheld for alleged or real security reasons.
    [Show full text]
  • Commission on Sustainable Development
    E/2000/29 E/CN.17/2000/20 United Nations Commission on Sustainable Development Report on the eighth session (30 April 1999 and 24 April-5 May 2000) Economic and Social Council Official Records, 2000 Supplement No. 9 Economic and Social Council Official Records, 2000 Supplement No. 9 Commission on Sustainable Development Report on the eighth session (30 April 1999 and 24 April-5 May 2000) United Nations • New York, 2000 E/2000/29 E/CN.17/2000/20 Note Symbols of United Nations documents are composed of capital letters combined with figures. ISSN 1020-3559 Contents Chapter Page I. Matters calling for action by the Economic and Social Council or brought to its attention .. 1 A. Draft decision recommended by the Commission for adoption by the Council........ 1 Report of the Commission on Sustainable Development on its eighth session and provisional agenda for the ninth session of the Commission....................... 1 B. Matters brought to the attention of the Council ................................. 1 Decision 8/1. Preparations for the 10-year review of progress achieved in the implementation of the outcome of the United Nations Conference on Environment and Development ............................................................ 2 Decision 8/2. Report of the Intergovernmental Forum on Forests on its fourth session . 5 Decision 8/3. Integrated planning and management of land resources .............. 8 Decision 8/4. Agriculture .................................................. 14 Decision 8/5. Financial resources ........................................... 22 Decision 8/6. Economic growth, trade and investment .......................... 28 Decision 8/7. Subprogramme entitled “Sustainable development” of the draft medium- term plan of the United Nations for the period 2002-2005 ........................ 34 Decision 8/8.
    [Show full text]
  • A Hopeful Pessimist
    INTERVIEW A HOPEFUL PESSIMIST Jan Pronk is a development thinker with vast experience as an academic, economist, diplomat, and politician. Pip Robertson talks to him about his views on conflict, globalisation, and poverty elimination. Jan Pronk is currently Professor at the Institute of the United Nations (UN) in Sudan from 2004 until Social Studies in The Hague. He has a background he was thrown out by the Sudanese Government as an economist, studying under Nobel Prize in 2006. The New York Times describes Jan winner Jan Tinbergen, and has been a politician, Pronk as “known for his candour” and the former serving three separate terms as a minister in the Netherlands Prime Minister Wim Kok has called Netherlands government, holding environment him “the minister for the national conscience”. Jan and development portfolios. He has worked in an Pronk visited New Zealand in December 2008 as international multilateral context, notably as the keynote speaker at the DevNet conference, whose Special Representative of the Secretary-General of theme was Peripheral Vision. Pip ROBERtsON: You emphasise the need for PR: How can you tell it is helping? the ownership of development to be given to the JP: Go there, ask questions, observe. It is people within the region or country receiving the very important to have people there, on the development aid. Why is this so important? ground. We cannot deliver aid from a distance. Jan PRONK: It is their country, their The poor and the excluded need to be the development, their lives. And the development judges of aid’s success and worth.
    [Show full text]
  • PDF Download
    79 The Idea of Europe at the Origins of the European People’s Party. The Making of the European Manifesto and of the EPP’s Political Programme Jacopo CELLINI The history of an idea. European Christian Democracy and the idea of Europe after the Second World War After the Second World War, Christian Democratic parties (hereinafter, CD parties) of Western Europe had no institutionalized form of party cooperation.1 The frail transnational organisation Secrétariat International des Partis Démocrates d’Inspira- tion Chrétienne (SIPDIC), created in the 1920s, had been dismantled in the early 1930s, when most of its members were forbidden from doing political activity by authoritarian regimes in their home countries. Contacts between Christian Demo- cratic representatives were mostly maintained on a personal and informal level, often by personalities who were forced to live in exile.2 After the war, when political freedom was restored in Western Europe, a new or- ganisation had to be built from scratch. Thanks to the initiative of the Swiss Katholisch- Konservative Partei der Schweiz, the first official meeting between CD parties took place in Lucerne in 1947. Here two main lines confronted each other: the Swiss party, the Italian Democrazia Cristiana (DC) and the Austrian Österreichische Volkspartei (ÖVP) pushed for the creation of a strong International, ideologically consistent and institutionally formalized, while the French Mouvement Républicain Populaire (MRP) and the Belgian Christelijke Volkspartij-Parti Social Chrétien (CVP-PSC) pre- ferred a looser network, impervious to accusations of confessionalism. The second line prevailed, leading to the creation of the Nouvelles Équipes Internationales (NEI), which consisted of individuals or groups (and also political parties) that shared some general principles like a personalist and communitarian view of society, and the pursuit of peace and international cooperation, especially in Europe.
    [Show full text]
  • History, Grand Strategy and NATO Enlargement 145 History, Grand Strategy And
    History, Grand Strategy and NATO Enlargement 145 History, Grand Strategy and NATO Enlargement ○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○ John Lewis Gaddis Some principles of strategy are so basic that when stated they sound like platitudes: treat former enemies magnanimously; do not take on unnecessary new ones; keep the big picture in view; balance ends and means; avoid emotion and isolation in making decisions; be willing to acknowledge error. All fairly straightforward, one might think. Who could object to them? And yet – consider the Clinton administration’s single most important foreign-policy initiative: the decision to expand NATO to include Poland, Hungary and the Czech Republic. NATO enlargement, I believe, manages to violate every one of the strategic principles just mentioned. Perhaps that is why historians – normally so contentious – are in uncharacteristic agreement: with remarkably few exceptions, they see NATO enlargement as ill-conceived, ill-timed, and above all ill-suited to the realities of the post-Cold War world. Indeed I can recall no other moment in my own experience as a practising historian at which there was less support, within the community of historians, for an announced policy position. A significant gap has thus opened between those who make grand strategy and those who reflect upon it: on this issue at least, official and accumulated wisdom are pointing in very different directions. This article focuses on how this has happened, which leads us back to a list of basic principles for grand strategy. First, consider the magnanimous treatment of defeated adversaries. There are three great points of reference here – 1815–18, 1918–19 and 1945–48 – and historians are in general accord as to the lessons to be drawn from each.
    [Show full text]
  • De Oorlog Tussen De Generaals
    De oorlog tussen de generaals Het conflict in de top van de Koninklijke Landmacht, 1971-1973 drs. H.P.M. Kreemers* Inleiding ciële ondergang. De marine, land- Slechts één zesde van het legerkorps macht en luchtmacht hadden na de bevond zich in het mogelijke opera- et de Prinsjesdagbrief (sep- Tweede Wereldoorlog gretig geprofi- tiegebied. ‘Met geen mogelijkheid tember 2003) zetten minister teerd van de vrijgevigheid van met zouden de resterende vijf zesden tij- Mvan Defensie Henk Kamp name de Amerikaanse en Britse bond- dig ter plaatse zijn’, aldus De Jong. en staatssecretaris Cees van der Knaap genoten die de Nederlandse krijgs- Voorraden zouden niet op tijd kunnen het mes in de Nederlandse krijgs- macht aan een grote verscheidenheid worden aangevoerd en anti-tank - macht. Op weg naar een nieuw even- aan militaire middelen hielpen. De wapens en luchtverdedigingsmidde- wicht tussen operationele taken en de instandhouding van dat omvangrijke len waren in onvoldoende mate be- voor Defensie beschikbare financiële defensieapparaat, ‘de Amerikaanse schikbaar. middelen verdwenen 11.700 functies krijgsmacht door een verkleinglas’, in het defensieapparaat, werden een- legde echter een steeds groter beslag De erbarmelijke staat waarin de Ne- heden opgeheven, legerplaatsen en op de financiële middelen. De krijgs- derlandse krijgsmacht zich bevond vliegbases gesloten. En dat alles zon- macht dreigde zo van binnen uit te weet De Jong aan het ontbreken der veel tromgeroffel uit de eigen worden uitgehold. van voldoende verantwoordelijkheids - organisatie. Opmerkelijk, omdat ver- besef bij grote delen van de Neder- anderingen in de krijgsmacht in het landse bevolking. In dat opzicht trok verleden tegenkrachten opriepen die Uitholling Nederlandse hij een parallel met de jaren dertig, tot ver buiten de defensieorganisatie krijgsmacht toen niemand ‘in ons overheids- en te horen waren.
    [Show full text]
  • Rondom De Nacht Van Schmelzer Parlementaire Geschiedenis Van Nederland Na 1945
    Rondom de Nacht van Schmelzer Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945 Deel 1, Het kabinet-Schermerhorn-Drees 24 juni 1945 – 3 juli 1946 door F.J.F.M. Duynstee en J. Bosmans Deel 2, De periode van het kabinet-Beel 3 juli 1946 – 7 augustus 1948 door M.D. Bogaarts Deel 3, Het kabinet-Drees-Van Schaik 7 augustus 1948 – 15 maart 1951 onder redactie van P.F. Maas en J.M.M.J. Clerx Deel 4, Het kabinet-Drees II 1951 – 1952 onder redactie van J.J.M. Ramakers Deel 5, Het kabinet-Drees III 1952 – 1956 onder redactie van Carla van Baalen en Jan Ramakers Deel 6, Het kabinet-Drees IV en het kabinet-Beel II 1956 – 1959 onder redactie van Jan Willem Brouwer en Peter van der Heiden Deel 7,Hetkabinet-DeQuay 1959 – 1963 onder redactie van Jan Willem Brouwer en Jan Ramakers Deel 8, De kabinetten-Marijnen, -Cals en -Zijlstra 1963 – 1967 onder redactie van Peter van der Heiden en Alexander van Kessel Stichting Parlementaire Geschiedenis, Den Haag Stichting Katholieke Universiteit, Nijmegen Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945, Deel 8 Rondom de Nacht van Schmelzer De kabinetten-Marijnen, -Cals en -Zijlstra 1963-1967 PETER VAN DER HEIDEN EN ALEXANDER VAN KESSEL (RED.) Centrum voor Parlementaire Geschiedenis Auteurs: Anne Bos Charlotte Brand Jan Willem Brouwer Peter van Griensven PetervanderHeiden Alexander van Kessel Marij Leenders Johan van Merriënboer Jan Ramakers Hilde Reiding Met medewerking van: Mirjam Adriaanse Miel Jacobs Teun Verberne Jonn van Zuthem Boom – Amsterdam Afbeelding omslag: Cals verlaat de Tweede Kamer na de val van zijn kabinet in de nacht van 13 op 14 oktober 1966.[anp] Omslagontwerp: Mesika Design, Hilversum Zetwerk: Velotekst (B.L.
    [Show full text]
  • The Tragedy of American Diplomacy? Rethinking the Marshall Plan
    LSE Research Online Article (refereed) Michael Cox and Caroline Kennedy-Pipe The tragedy of American diplomacy? Rethinking the Marshall Plan Originally published in Journal of Cold War studies, 7 (1), pp. 97-134 © 2005 MIT Press. You may cite this version as: Cox, Michael and Kennedy-Pipe, Caroline (2005). The tragedy of American diplomacy? Rethinking the Marshall Plan [online]. London: LSE Research Online. Available at: http://eprints.lse.ac.uk/archive/00000764 Available online: May 2006 LSE has developed LSE Research Online so that users may access research output of the School. Copyright © and Moral Rights for the papers on this site are retained by the individual authors and/or other copyright owners. Users may download and/or print one copy of any article(s) in LSE Research Online to facilitate their private study or for non-commercial research. You may not engage in further distribution of the material or use it for any profit-making activities or any commercial gain. You may freely distribute the URL (http://eprints.lse.ac.uk) of the LSE Research Online website. http://eprints.lse.ac.uk Contact LSE Research Online at: [email protected] CoxThe Tragedyand Kennedy-Pipe of American Diplomacy? Special Forum: The Marshall Plan and the Origins of the Cold War Reassessed The Tragedy of American Diplomacy? Rethinking the Marshall Plan ✣ Rethinking the Cold War If we take seriously E. H. Carr’s dictum that history is not a single, well- deªned narrative but a terrain of contestation between competing and evolv- ing interpretations whose inºuence is as much shaped by time and place as by any given set of facts, it should come as no great shock to discover that the past is constantly being reassessed or, to use the more familiar term, “revised” by successive generations of historians.1 The post-1945 period in general, and the Cold War conºict in particular, has been no exception to this simple but im- portant historiographic rule.
    [Show full text]
  • Bezinning Op Het Buitenland
    Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.) Bezinning op het buitenland Het Nederlands buitenlands beleid Zijn de traditionele ijkpunten van het naoorlogse Nederlandse buitenlandse beleid in een onzekere wereld nog up to date? In hoeverre kan het bestaande buitenlandse beleid van Nederland nog gebaseerd worden op de traditionele consensus rond de drie beginselen van (1) trans-Atlantisch veiligheidsbeleid, (2) Europese economische integratie volgens de communautaire methode, en (3) ijveren voor versterking van de internationale (rechts)orde en haar multilaterale instellingen? Is er sprake van een teloorgang van die consensus en verwarring over de nieuwe werkelijkheid? Recente internationale ontwikkelingen op veiligheidspolitiek, economisch, financieel, monetair en institutioneel terrein, als mede op het gebied van mensenrechten en Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.) ontwikkelingssamenwerking, dagen uit tot een herbezinning op de kernwaarden en uitgangspunten van het Nederlandse buitenlandse beleid. Het lijkt daarbij urgent een dergelijke herbezinning nu eens niet louter ‘van buiten naar binnen’, maar ook andersom vorm te geven. Het gaat derhalve niet alleen om de vraag wat de veranderingen in de wereld voor gevolgen (moeten) hebben voor het Nederlandse buitenlands beleid. Ook dient nagegaan te worden in hoeverre de Nederlandse perceptie van de eigen rol in de internationale politiek (nog) adequaat is. In verlengde hiervan zijn meer historische vragen te stellen. In hoeverre is daadwerkelijk sprake van constanten in het
    [Show full text]