Ondergronds Bankieren
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/49505 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wolthekker, Dirk Title: Alleen omdat ik een Van Hall ben : Gijs van Hall 1904-1977 Issue Date: 2017-06-06 Wolthekker-Van Hall-bw-druk(01).qxp 12-04-17 13:29 Pagina 122 hoofdstuk 5 Ondergronds bankieren Het komt mij voor dat het in wezen geen verschil zal maken of de Duitschers de oorlog winnen of verliezen: in geen van beide gevallen zullen zij één vriend ter wereld meer bezitten of één volk wat hen eenigerlei achting toedraagt, een achting die zij toch zo gemakkelijk zouden kunnen verwerven.1 In augustus 1939 werd Emma door de neutrale, apolitieke (lees: libe- rale) Algemene Vereniging Radio Omroep (avro) benaderd om on- der de naam ‘Politiek voor vrouwen’ wekelijks op dinsdag- of don- derdagochtend ‘een radiocauserie voor huisvrouwen’ te houden over de buitenlandse politiek. Haar expertise bestond eruit dat ze dertien jaar eerder haar kandidaatsexamen geschiedenis had ge- haald en nadien vanuit en over New York artikelen had geschreven voor Nederlandse media, waaronder De Groene Amsterdammer en Propria Cures. Bij terugkeer uit New York was ze recensent van Ameri- kaanse literatuur geworden bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Bij elkaar leek het een mooie basis voor een radiorubriek, maar zelf vond ze het nog niet voldoende. Om goed beslagen ten ijs te komen, had ze diverse abonnementen genomen op buitenlandse kranten; die waren in haar ogen beter geïnformeerd dan de Nederlandse pers ‘die van onze regering geen berichten mocht geven die het “bevrien- de” staatshoofd Hitler niet zouden bevallen’.2 Om welke buitenlandse media het dan wel ging is niet bekend, maar gezien haar Atlantische gezindheid ging het ongetwijfeld om Amerikaanse en Britse dagbladen, al is het de vraag in hoeverre 122 Wolthekker-Van Hall-bw-druk(01).qxp 12-04-17 13:29 Pagina 123 die wél voldoende informatie naar buiten brachten om een buiten- landrubriek op te baseren. Het merendeel van de Britse dagbladen bijvoorbeeld toonde zich tot 1938 tamelijk naïef tegenover de ont- wikkelingen in Duitsland. ‘Hitler werd door de meeste kranten afge- schilderd als een respectabel internationaal staatsman.’3 Meer dan een informatief praatje was haar causerie dan ook niet. Bovendien had ook de radio al sinds 1929 te maken met preventieve censuur, uitgeoefend door de Radio-omroep Controle Commissie, die erop lette dat radio-uitzendingen niet in strijd waren ‘met de belangen van de staat, de openbare orde of de goede zeden’. De radiocensuur werd in de loop van de jaren dertig ‘steeds strakker’.4 In haar radiopraatje richtte Emma zich steevast tot ‘luisteraar- sters’ die een actualiteitenlesje met historische invalshoek kregen voorgeschoteld zonder al te veel opinie, analyse en pretentie. De pro- gramma’s waren naar eigen zeggen dan ook niet meer dan ‘een sa- menvatting van de gebeurtenissen van de afgelopen week’, waarbij ze er niettemin naar streefde ‘iets meer te geven dan een opsomming van nieuwsberichten’.5 Maar heel veel meer dan dat kon ze toch ei- genlijk niet geven vanwege de censuur. Op het hoe en waarom van het achterwege blijven van geallieerde hulp aan Polen moest ze het antwoord schuldig blijven, want ‘de plannen van de Engelse en Fran- se legerleiding worden niet bekend gemaakt’.6 Emma’s radiopro- gramma’s beperkten zich tot de haar – en veel anderen – bekende feiten, ‘daar deze op het ogenblik belangrijker zijn dan de begelei- dende verklaringen en betogen der regeringen’.7 De Duitse invasie van Denemarken en Noorwegen en de Neder- landse a≈ondiging op 19 april 1940 van de staat van beleg luidden het einde in van Emma’s carrière als radiomaakster. Die maand had- den Emma en Gijs voor het eerst het gevoel dat het in Europa echt mis zou gaan. Hadden zij de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland twee jaar eerder nog enigszins lacherig afgedaan als ‘een zeer speciale situatie’ die er tussen de twee landen zou bestaan, daarvan was in het geval van Noorwegen en Denemarken geen sprake en Nederland zou wel spoedig volgen. Het was natuurlijk wijsheid achteraf, maar Van Hall herinnerde zich later: ‘Wij hadden het gevoel dat ons land wel niet lang meer neutraal zou blijven.’8 123 Wolthekker-Van Hall-bw-druk(01).qxp 12-04-17 13:29 Pagina 124 Met hun jonge gezin – de meisjes waren intussen negen en vier – woonden Gijs en Emma in het Noord-Hollandse katholieke brink- dorp Laren, in het Gooi.9 Bij het uitbreken van de oorlog woonden ze er al vijf jaar en Laren had zich inmiddels bewezen als een dorp met vele voordelen boven Amsterdam: het was goedkoper en het buiten- leven was zeer geschikt voor een gezin met jonge kinderen. De regio- nale stoomtram, bus, trein en auto maakten bovendien een echt fo- rensenleven mogelijk op een steenworp afstand van de hoofdstad. ‘De stoomtram heeft Laren uit zijn middeleeuwse isolement gehaald en mede het dorp gemaakt tot wat het is.’10 Naast praktische voorde- len paste de verhuizing naar het landelijke Laren helemaal in de nieuwe forensentraditie van de gegoede burgerij en alles wat zich daarmee vergeleek, om naar buiten te trekken en de overlast, stank, drukte en kosten van het stadsleven achter zich te laten, daarbij gefa- ciliteerd door snelle (elektrische) tramverbindingen met de hoofd- stad. De ouders van Gijs woonden in het duingebied rond Aerden- hout en Emma’s ouders waren naar Laren vertrokken. Haar zus Maria en Gijs’ broer Floor vestigden zich er ook. Maar Laren was niet zomaar een forensendorp. Het koesterde de artistieke erfenis van de negentiende-eeuwse kunstschilder Anton Mauve, een aangetrouwde neef van Vincent van Gogh. Mauve woon- de aan het einde van zijn leven enige tijd te Laren en schilderde er be- roemd geworden doeken als Heide bij Laren, Larens binnenhuis en De Torenlaan te Laren. Het brinkdorp was van oorsprong een tamelijk armoedig weversdorp, omgeven door heidevelden en daarop gra- zende schaapskuddes, maar had glans, aantrekkingskracht en pres- tige gekregen door de schildersgroep rond Mauve en diens tijdge - noten Wally Moes en Albert Neuhuys. Ze werden er bezield door de geheimzinnige eenvoud en de mystieke en inspirerende stilte van heide, zand en bos. Dit ‘land van Mauve’ trok niet alleen kunstschil- ders, maar ook schrijvers, dichters, zweverige figuren en wereldver- beteraars, die hunkerden naar ‘een hoger bewustzijn’. In Laren en Blaricum zouden ‘de gevoelsgolven langer dan elders blijven han- gen, doordat de twee dorpen in een kom tussen de heuvels liggen’. Rond de eeuwwisseling stonden Laren en Blaricum in sommige kringen dan ook bekend als ‘een museum van menselijke rariteiten’, waar de ‘Lari-Blari-geest’ rondwaarde.11 Wie er gevoelig voor was, 124 Wolthekker-Van Hall-bw-druk(01).qxp 12-04-17 13:29 Pagina 125 woonde en werkte er graag: Henriëtte Roland Holst-van der Schalk, Adriaan Roland Holst, Carry van Bruggen, Victor van Vriesland en Martinus – ‘de wandelende dichter’ – Nijhoff, de favoriete neef van Emma. Met haar belangstelling voor spiritualiteit voelde Emma zich ongetwijfeld thuis in het dorp waar de kunstzinnige en esoterische sfeer nog altijd heerste. Gijs en Emma woonden aan een grenslaantje tussen Laren en Bla- ricum, in een vrijstaande cottage-achtige villa met tuin voor de rela- tief lage huurprijs van 65 gulden per maand.12 Met zo’n huur kon het goede leven, ondanks de oorlogsdreiging, nog wel even worden voortgezet.13 Met een vast jaarsalaris van 4100 gulden – plus een eventuele tantième – was deze huur gemakkelijk te betalen.14 Als een echte bankier hield Gijs de inkomsten en uitgaven bovendien minu- tieus bij in jaarlijkse kasboeken van kantoorboekenfabriek en hofle- verancier Blikman & Sartorius op het Rokin. Gedetailleerd hielden Gijs en Emma bij wat ze uitgaven aan de slager, de bakker, postzegels en kaarten, de stomerij, een stuk zeep, sigaretten, de kapper, schoen- reparatie en de tram.15 De administratie werd sowieso nauwgezet ge- voerd en bewaard: er werd een register bijgehouden van door hem opgenomen geld, loonstaten van de huishoudelijke hulpen en reke- ningen en kwitanties.16 Veel mogelijkheden tot vertier bood het Gooise dorp in relatie tot Amsterdam of New York natuurlijk niet, al stond het mondaine hotel Hamdorff van oudsher bekend om zijn dansavonden. Gijs en Emma hielden het op vertier in eigen kring met familie en vrienden: had- den zij in de Amsterdamse Cliostraat aan huis de ‘Clio-bar’ ingericht, in Laren richtten zij in januari 1939 de besloten huisbar ‘Gooi-Savooi – formerly Clio-bar’ in, een ‘nightclub die volgens geheel nieuwe prin- cipes zal worden geëxploiteerd, namelijk géén leden, géén bestuur, géén introducés en géén consumptieprijzen. U bent allen de gasten der directie,’ schreven ze in de uitnodiging.17 Hoewel zij verwachtten dat ook Nederland onder de voet gelopen zou worden door de Wehrmacht – ‘wij hadden in ons hart de over- tuiging dat Hitler Holland niet ongemoeid zou laten’ – stonden Gijs en Emma, zoals zoveel Nederlanders, toch raar te kijken in de vroege ochtend van de tiende mei. Hoewel het Gooi wel niet direct tot het 125 Wolthekker-Van Hall-bw-druk(01).qxp 12-04-17 13:29 Pagina 126 eerste doelwit van het vijandige leger zou behoren, vreesde Gijs toch dat het huis dat zij bewoonden niet al te veel bescherming zou bie- den tegen een eventuele aanval. ‘Ik begon achter in onze tuin tussen de dennenbomen een schuilkelder te graven.’18 Het was oorlog, maar voorlopig zou er nog niet zo veel veranderen in het leven van Gijs en Emma. Toch zou Gijs in de oorlog een be- langrijke verzetsrol spelen en zou hij meerdere familieleden aan het oorlogsgeweld verliezen. De vroegere hoop van Emma dat haar man in een oorlog niet dapper zou hoeven te zijn, zou ijdel blijken.19 Na de capitulatie De oorlog had vijf dagen geduurd toen het Nederlandse leger zich op 15 mei – een dag nadat de Luftwaffe haar bommen op Rotterdam had afgeworpen – overgaf en de bezetting een aanvang nam.