Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer colofon A eelding voorblad: ‘Naaukeurige kaart van Waterlandt’, jaartal onbekend. Bron: Noord-Hollands Archief / Provinciale Atlas – Kaarten en kaartboeken

Gemeente , Ruimtelijk Domein, Team Ontwikkeling, december 2019 Auteurs: bc. Mar n Deinum, BA Dipl. Ing. Marc Jansen

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 3 inhoud 1. Inleiding 6 1.1 Aanleiding 8 1.2 Doel 8 1.3 Opbouw 8 2. Ontwikkelingsgeschiedenis tot de tweede hel 20ste eeuw 10 2.1 Droogmaking 11 2.2 Inrich ng 11 2.3 Bestuur 14 2.4 Grondgebruik 16 2.5 Beplan ng 16 2.6 Bebouwing 16 2.6.1 Boerderijen 16 2.6.2 Buitenplaatsen 17 2.6.3 Molens 18 2.6.4 Overige bebouwing 18 3. Ontwikkelingsgeschiedenis vanaf tweede hel twin gste eeuw 20 3.1 Uitbreiding 21 3.2 Bedrijventerrein Baanstee 22 3.3 Overige bedrijvigheid 22 3.4 Purmerbos 22 4. Toestand in 2019 24 5. Ruimtelijke analyse van de Purmer 28 5.1 Algemeen 29 5.2 Analyse op het niveau van het landschap 29 5.3 Analyse op het niveau van het erf 30 5.3.1 Het erf van een stolpboerderij 30 5.3.2 Het erf van een buitenplaats 35 5.4 Analyse op het niveau van bebouwing 38 5.4.1 Bebouwing stolpboerderijen 38 5.4.2 Bebouwing buitenplaats 39 6. Ruimtelijk beleid voor de Purmer 42 6.1 Landelijk beleid 43 6.2 Provinciaal beleid 43 6.3 Regionaal beleid 44 6.4 Gemeentelijk beleid 44 7. Richtlijnen voor toekoms ge ruimtelijke ontwikkelingen 46 7.1 Richtlijnen voor grootschalige ontwikkelingen in de Purmer 47 7.2 Ontwikkelprincipes voor de Westerweg 47

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 5 1Inleiding Samenvaƫ ng bij er weinig en lage bebouwing tus- sen de stolpen staat. De droogmakerij De Purmer is in 1622 drooggemalen en vanaf dat Bovenstaande inzichten leiden tot moment gebruikt als landbouw- een aantal ontwikkelprincipes voor grond. De bebouwing beperkte zich toekoms ge bebouwing in de Pur- tot aan de jaren ’80 van de twin g- mer. Voor grootschalige ontwikke- ste eeuw voornamelijk tot boerderij- lingen worden in deze verkenning en en buitenplaatsen. Het overgrote geen richtlijnen gegeven, hiervoor deel van de Purmer was lege, open moeten aparte stedenbouwkundige landbouwgrond. Vanaf de jaren ’80 plannen opgesteld worden. Voor is het Purmerendse deel van de kleinschalige ontwikkelingen aan de Purmer voor een deel bebouwd, Westerweg gelden de volgende ont- wat resulteerde in de woonwijken wikkelprincipes: Purmer-Noord en –Zuid en een be- • Het bestaande karakter van de drijventerrein. Ook zijn hier een bos Westerweg moet behouden en een gol aan aangelegd. blijven • De omgeving van de Westerweg Een ruimtelijke analyse van de is te onderscheiden in vier de- Purmer toont dat de Purmer op len: een open landelijk deel, een landschappelijk niveau wordt ge- bos, een stedelijk gebied en een kenmerkt door grote openheid, een gol aan. Vanwege de verschei- orthogonale verkaveling in smalle, denheid is het niet mogelijk om langwerpige kavels, met een grote een enkel ontwikkelingsprincipe symmetrie aan beide zijden van de te formuleren en hangt de toe- weg. Op erfniveau is onderscheid te laatbaarheid van ontwikkelingen maken tussen erven behorende bij af van de maatvoering van een boerderijen en erven behorende bij te ontwikkelen perceel. buitenplaatsen. Kenmerkend is dat • De Westerweg is een kralen- deze erven zo ingedeeld zijn dat een ke ng van erven met een grote openheid ontstaat, met lange vergelijkbare omvang en inrich- zichtlijnen naar het achterliggende ngskarakteris ek. Nieuwe ont- land. Een analyse op bebouwingsni- wikkelingen moeten binnen deze veau wijst uit dat grote, monumen- ritmiek passen. tale bebouwing zoals stolpboerderij- • De sloop van een oorspronkelij- en, karakteris ek voor de Purmer is. ke stolp is ongewenst. • Het bos is belangrijk omdat het Het provinciale beleid voor de Pur- iden teit kan verlenen en sa- mer, zoals vastgelegd in de Leidraad menhang kan creeëren binnen Landschap en Cultuurhistorie, richt het landschap. zich op het behouden van de voor • Voor de bebouwing van een erf droogmakerijen typische stolpen- zijn de inrich ngstypen voor een structuur. Deze structuur kenmerkt stolpkavel of buitenplaatskavel zich door stolpen die aan kaarsrech- uitgangspunt. te wegen op de kop van agrarische • Alleen de kavels die direct aan erven liggen, waarbij de stolpen de Westerweg grenzen worden prominent in het zicht liggen, goed ook direct op de Westerweg ont- zichtbaar zijn vanaf de weg en waar- sloten.

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 7 De cultuurhistorische verkenning die u nu onder ogen hee , gee een veel uitvoeriger historische beschrij- ving van dit gebied. Het gee een beeld van bijna 400 jaar geschie- denis, van de droogmaking van het Purmermeer in 1622 tot aan de dag van vandaag, 2019.

De aanleiding voor deze verkenning is de wens om de ontwikkelingsge- schiedenis van de Purmer in beeld te brengen, aan de hand hiervan een ruimtelijke analyse van dit gebied te maken en hiermee uit- gangspunten te ontwikkelen voor toekoms ge ruimtelijke ontwikke- lingen. De gemeente ontvangt met enige regelmaat verzoeken voor nieuwe ontwikkelingen, met name woningbouw, langs de Westerweg. Kort geleden zijn daar de plannen Kavelkaart van de Purmer, vervaardigd door tot woningbouw op het terrein van J. Leupenius. Het toont de Purmer in 1622, 1. Inleiding net na de drooglegging en de verdeling van golfclub BurgGolf en in de bocht Ver- de grond in kavels. Bron: archief. 1.1 Aanleiding zetslaan/Purmer-Zuid bijgekomen. De gemeente Purmerend hecht veel (1) J.L. Terwen, Het Koningkrijk der Nederlan- belang aan het borgen en versterken den voorgesteld in eene reeks van 136 naar “Van de drie drooggemaakte, in de van de cultuurhistorische kenmerken de natuur getekende schilderach ge gezigten weligste landdouwen veranderde en beschreven door J.L. Terwen (herdruk, van de Purmer en de Westerweg. Dit 1979. Oorspronkelijk: Gouda, 1868) 102. meeren, die de stad [Purmerend] begint met het in beeld brengen van omringen, werd de Purmer, dat uit- deze kenmerken. muntenden visch, vooral veel heer- lijke paling bevaƩ e, en waarin de 3 Deze verkenning kan in de toekomst omliggende steden het regt hadden het fundament worden voor een om te visschen, in 1622 droogge- omgevingsplan, zodra dit onder de maakt; het is 2.712 bunders groot, dan in werking getreden Omgevings- bevat 6 wegen, 80 boerderijen, wet opgesteld moet worden. ongeveer 650 inw. en 17 watermo- lens; vroeger waren er verscheidene 1.2 Doel schoone buitenplaatsen”(1). Deze cultuurhistorische verkenning In zijn boek Het Koningkrijk der Ne- gee antwoord op de volgende vra- derlanden voorgesteld in eene reeks gen: van 136 naar de natuur getekende  Hoe ziet de ontwikkelings- schilderachƟ ge gezigten en beschre- geschiedenis van de Purmer ven door J.L. Terwen, verschenen in eruit, vanaf het moment van 1868, beschreef de onderwijzer J.L. ontstaan tot aan heden? Terwen (1813-1873) in één zin de  Hoe hee de bebouwing en droogmakerij De Purmer in zijn jd. het grondgebruik er door de

8 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer eeuwen heen uitgezien?  Wat kan als karakteris eke bebouwing voor de Purmer gezien worden?  Met welk ruimtelijk beleid moet bij ruimtelijke ontwik- kelingen rekening gehouden worden?  Wat zijn de uitgangspunten voor toekoms ge bebou- wing van de Westerweg, waarbij de cultuurhistorie zoveel mogelijk gerespec- teerd wordt?

1.3 Opbouw De verkenning is opgebouwd in drie delen. In het eerste deel, vervat in hoofdstukken 2 tot en met 4, wordt de historie en de huidige toestand van de Purmer beschreven. In het tweede deel, bestaande uit hoofd- stuk 5 en 6, wordt een ruimtelijke analyse gegeven van de Purmer, op landschappelijk, erf-, en bebou- wingsniveau en wordt het ruimtelijk beleid dat op de Purmer van toepas- sing is, uiteengezet. Het derde en laatste deel, vastgelegd in hoofdstuk 7, bevat richtlijnen voor toekoms ge ruimtelijke ontwikkelingen.

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 9 Ontwikkelingsgeschiedenis tot 2tweede helft 20e eeuw 2.1 Droogmaking Kleine polder in het noorden, de De Purmer was oorspronkelijk een Grote polder in het midden en de meer, ontstaan in de middeleeuwen. Monnikendammerpolder in het zui- Het hele gebied rond Purmerend den. bestond in die jd uit uitgestrekte veengebieden. De Purmer begon als 2.2 Inrichting een aantal kleine veenstroompjes. De ontwerper van de Purmer is Wind, golven en stroming zorgden niet bekend, wel is de naam van voor oeverafslag, de ontginning van de Amsterdamse landmeter Lucas het veen leidde tot inklinking en bo- Jansz Sinck nauw verbonden aan de demdaling. De laaggelegen gebieden droogmaling en inrich ng van zowel overstroomden en zo ontstonden de als de Purmer. Andere Jan Adriaenszn Leeghwater. Bron: Wikimedia verschillende meren, als de Beem- bij de ontginning betrokken landme- Commons ster, de Wormer en de Purmer. In ters waren Gerrit Dirksz. Langedijk het begin van de zeven ende eeuw en Sijmon Willemsz. Boonakker. werden deze meren drooggemalen, beginnend met de Beemster in 1612. De droogmaling en de inrich ng van De Beemster bleek een groot com- de Nederlandse droogmakerijen mercieël succes te zijn, de vrucht- hee een ontwikkeling doorgemaakt bare landbouwgrond leverde veel waarbij elke nieuwe droogmakerij oogsten van landbouwproducten op een nieuwe ontwikkelingsstap ver- en daarmee veel rendement voor de tegenwoordigd wat betre techniek investeerders. Het droogmaken van en ontwerp. De directe voorganger meren was voor herhaling vatbaar van de droogmaling van de Purmer en in 1617 verleenden de Staten van was de Beemster. De ra onaliteit Holland een octrooi aan de steden van de verkaveling kwam hier tot Edam en Monnickendam om ook het volle wasdom. Anders dan bij de Purmermeer droog te malen. Dijken voorgangers is de hele ruimte inge- De ‘ideale vierkanten’ van de Beemster. werden opgeworpen, een ringsloot richt vanuit een ontwerpprincipe en Bron: Beemster omgevingsnota 2012 werd gegraven en onder leiding van is de aanpassing aan natuurlijke om- de beroemde waterbouwkundige standigheden geminimaliseerd. De (2) Beemster Omgevingsnota (2012), 15. Jan Adriaenszn Leeghwater werden verkaveling werd in de natuurlijke vij ien molens rond het meer ge- omstandigheden van het landschap bouwd. Deze molens begonnen in geprojecteerd. Het consequente 1620 het water uit het meer in de gebruik van vierkanten komt voort ringsloot te malen. Twee jaar later, uit de vormgevingsprincipes van in 1622, viel het meer droog. Aan de de klassieke propor eleer en als de zuidkant van de Purmer bevond zich “ideaal” beschouwde maatvoering een uitstekende tong oud veenland, (2). Het vierkant gold als een sym- de Nes genaamd. Deze werd even- bool voor vastheid en hechtheid. Het eens ingepolderd en is nu nog steeds vierkant komt niet alleen terug in de een aparte, hoger gelegen polder verkaveling maar ligt ook ten grond- binnen de droogmakerij. Op plat- slag aan veel elementen van de ar- tegronden en luch oto’s is de Nes chitectuur van de gebouwen. De tuin duidelijk te herkennen als afwijkend of in het algemeen het gecul veerde element in de verder regelma g landschap werd in deze jd geassoci- verkavelde polder. De Purmer werd eerd met een school. De schoonheid opgedeeld in drie onderpolders, de en vrijheid van de natuur werd in de

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 11 kerij gescheiden. Anders gezegd: In het voormoderne landschap liggen de boerderijen noodzakelijkerwijs langs de doorgaande weg, in de droogmakerij hoe dat niet. Vaak liggen de erven en de boerderijen meer verspreid langs de polderwe- gen. In de Beemster verspringen de wegen die boerderijen “dragen” in die zin dat soms de noord-zuid-ge- richte wegen soms de oost-west-ge- richte wegen door boerderij-reeksen worden gefl ankeerd. De Purmer is wat dat betre een meer regulier landschap omdat alle erven langs de twee noord-zuid-gerichte wegen of langs de ringdijk gelegen zijn.

De Purmer hee de vorm van een ovaal, ruim 2.600 hectare groot, o ewel in de meeteenheden van des jds: 2.981 Rijnlandse Morgen De Purmer in 1622, vlak na de drooglegging tuin geordend door ra onele geo- (3). De Purmerringvaart loopt als en de opdeling in percelen. Vervaardigd door metrische principes. De tuin werd boezemwater rond de polder. Als L.J. Sinck. Bron: Noord-Hollands Archief / Col- lec e Provinciale Atlas – Kaarten en kaartboe- op die manier een opvoedkundige eerste werd in het midden van de ken kwaliteit toegeschreven. ovaal, van noord naar zuid, een af- De Purmer is op het eerste oog een wateringskanaal gegraven: de Mid- (3) Een morgen was ca. 8.516 m2, W. Reh, stap terug omdat de verkaveling dentocht. Deze verdeelde de polder C. Steenbergen, D. Aten, Zee van Land. De eerder overeenkomst vertoont met in twee hel en. Vrijwel parallel aan droogmakerij als atlas van de Hollandse land- schapsarchitectuur (2005) 151. de middeleeuwse veenontginning de Middentocht legden de inrich- met zijn langgerekte opstrekkende ters twee polderwegen aan, aan de kavels. In de Purmer is niet een ab- westzijde de Ilpendammerweg (nu: stract principe over het landschap Westerweg) en aan de oostzijde de gelegd maar werd door een nauw- Oosterweg. Haaks op deze wegen keurige lijnvoering van de twee licht liggen de dwarswegen die de omlig- uit elkaar lopende hoofdwegen een gende dorpen ontsluiten, te weten op male inpassing in het landschap de Purmerenderweg, Kwadijkerweg, nagestreefd. De Purmer is op die Monnikendammerweg (nu: Groene- manier beschouwd een verdere weg) en de Edammerweg. Doordat doorontwikkeling in de effi ciën e de Purmer ruim de hel kleiner van de verkaveling. De Purmer is een was dan de Beemster, was het ras- typische droogmakerij in die zin dat terprincipe dat in de Beemster was wegenstructuur en bebouwing niet toegepast, in de Purmer niet goed per defi ni e overeenkomen. Waar in bruikbaar. de middeleeuwse veenontginning de De grond werd verdeeld in zeer ontginningsas zowel de primaire ont- smalle, rechthoekige kavels, lopend slui ngsstructuur als de drager van van de Middeltocht tot de ringdijk, de nederze ngsstructuur voorstelde grotendeels 20 morgen groot (ca zijn die twee func es in de droogma- 17 hectare). In het midden van de

12 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer De hoofdstructuur van de Purmer: Purmer- ringvaart, de Ooster- en de Westerweg en de Middeltocht.

De Purmer, pla egrond van L.J. Sinck, anno 1622, met daarop duidelijk weergegeven de kavelnummers. Bron: Provinciale Atlas – Kaarten kaartboeken, archief Noord-Holland.

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 13 kavels door aan veelal vermogende inwoners van de betreff en- de steden.

In hoofdstuk 5 wordt dieper ingegaan op de inrich ng van de polder, daar wordt een ruimtelij- ke analyse van het landschap van de Pur- mer gegeven.

De gemeentegrenzen in de 19e eeuw kavels werden de Westerweg en de Oosterweg aangelegd, waardoor de kavels in tweeën gesneden werden 2.3 Bestuur en er kavels van ca. 10 morgen groot Het ini a ef voor de droogmaking ontstonden. Deze verkaveling is kwam van Edam en Monnickendam, alleen in het zuiden van de Purmer deze steden hadden dus uiteraard anders: de Nessepolder is onder- een groot deel van de gronden in verdeeld in kavels die bijna haaks bezit. De steden en Pur- op de kavels in de Purmer staan. De merend hadden echter meebetaald gronden ten oosten en ten zuiden aan de bedijking en kochten ook ervan werden in veel grotere kavels grote stukken land in de polder. verdeeld. Geïnteresseerden in land- Deze vier gemeenten s ch en een bouwgrond moesten twee naast apart polderbestuur. Toch had de elkaar gelegen kavels afnemen, in Purmer lange jd haar eigen be- totaal dus 40 morgen. Maar vaak stuur, het polderbestuur, bestaande Polder de Nes, detail van de kaart van J. Leu- zochten de kopers mede-investeer- penius uit 1622. uit een dijkgraaf en heemraden. ders en werden de gekochte kavels De gemeente Amsterdam hee op naderhand in tweeën of zelfs in een onbekend moment het bezit vieren gesplitst. Uiteindelijk ont- in de Purmer overgedragen aan Il- stonden zo 139 kavels die in de kaart pendam. In latere eeuwen was het van Sinck op pagina 13 zijn weerge- grondgebied zodoende verdeeld geven. Grote delen van de ruimte over de vier steden Purmerend, Il- kwamen in de hand van de gemeen- pendam, Edam en Monnickendam. schap Ilpendam (kavels 1 tot 25), de Begin twin gste eeuw is gepoogd steden Purmerend (26 tot 52), Edam om tot een zelfstandige gemeen- (52 tot 109) en Monnickendam (109 te Purmer te komen, maar daarin tot 140). De steden verkochten de

14 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer Ligging voormalige buitenplaatsen

De molengang in de Purmer bij Edam, datum foto onbekend. Bron: Waterlands archief

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 15 is het comité dat hiervoor streed, als veehouderij. niet geslaagd (4). Bij wet van 19 maart 1980 is door een gemeente- 2.5 Beplanting grenswijziging een groot deel van Bij de aanleg van de wegen in de de westelijke hel , gezien vanaf de Purmer vlak na de drooglegging in Heerschapsboerderij aan de Oosterweg. Middentocht, grondgebied van Pur- 1622 zijn bomenrijen aangelegd merend geworden. Het oostelijke langs de wegen. Deze versterken de deel behoort nu bij de gemeente rechte lijnen van de droogmakerij. Edam-Volendam. Het zuidelijk deel, Om de hoeven heen werden sin- waaronder de polder De Nes, valt gelgrachten aangelegd, welke ook onder de gemeente . beplant werden met bomen (6). Een aantal nieuwe grondeigenaren in de 2.4 Grondgebruik 18e eeuw was houthandelaar en ves- De gronden in de Purmer waren gden boomkwekerijen op de wei- vanaf het eerste begin bedoeld landen. Deze produc ebossen zullen als landbouwgrond. Vlak na de de Purmer voor een deel hetzelfde droogmaking bestond de grond uit aanzien hebben gegeven als het hui- vruchtbare, zware zeeklei. Eerst dige Purmerbos (7). werd er vooral aan akkerbouw ge- Stolpboerderij De Eenhoorn aan de Midden- daan: koolzaad, rogge, gerst en gras. 2.6 Bebouwing weg, Beemster, feitelijk ook een heerschaps- Al snel bleek echter dat de teelt boerderij. van landbouwproducten niet goed 2.6.1 Boerderijen mogelijk was. De grondwaterstand was te hoog voor akkerbouw en er Het aantal boerderijen dat de heerste een gebrek aan personeel Purmer hee gekend is lange jd dat in de arbeidsintensieve land- redelijk constant geweest. In 1732 bouw kon werken. Door de slechte en 1825 bevonden zich circa 100 staat van de wegen (de Westerweg boerderijen in de Purmer (8). In werd pas deels verhard in 1859) (5) 1868 werd geschreven dat het er 80 was de oogst daarnaast moeilijk af waren (9), in 1905 werd een getal te voeren. Het grootste deel van de van 110 genoemd (10). Veel van de gronden werd daarom omgezet in boerderijen zullen uitgevoerd zijn grasland voor de veehouderij. De als stolpboerderij. Een stolpboer- eerste boeren in de Purmer waren derij kenmerkt zich door de grote, geen zelfstandigen, maar zetboeren. piramidevormige kap, wat voor de bijnaam ‘de piramide van de polder’ De twee molengangen in de Purmer nabij Dat wil zeggen dat ze voor de ste- Purmerend, afgebeeld op een pla egrond uit delijke grondbezi ers werkten. De hee gezorgd. Dit type ontstond 1680. Bron: Waterlands archief opbrengsten uit de landbouw vielen omstreeks 1550 en is typerend toe aan de steden die de gronden in voor het Noordhollandse agrarische (4) W. Korenaar, G.J. de Goede, C. Groot, De landschap. Stolpboerderijen werden Purmer (1916). eigendom hadden. Later kwamen er ook melkveehouderijbedrijven bij en vooral gebouwd in de droogmakerij- (5) P. Huurdeman, Drie en halve eeuw “De schapenhouderijen. Aan het begin en, zoals de Purmer (11). Een uitge- Purmer”, 25. van de twin gste eeuw verrezen er breide analyse van de stolpboederij is in hoofdstuk 5 opgenomen. (6) H. Ba jes, De soet stemmende swaen van aan de Oosterweg en de Westdijk Waterlant. Een cultuurhistorische en plano- twee kaasfabrieken. In de huidige logische verkenning. Deel 3 van de uitgave jd is de afwatering verbeterd en Boerderijen waren ook wel uitge- ‘Purmer-Meer. Ontwerpen aan de Purmer als is akkerbouw weer mogelijk. Het voerd als heerschapsboerderij, dat bundelingsgebied in het Na onaal Landschap grootste deel bleef echter in gebruik wil zeggen een boerderij met één of Laag Holland' (2008) 24. meer vertrekken voor de eigenaar,

16 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer gelegen aan de representa eve voorzijde. De pachter bewoonde vertrekken die aan de achterzijde van de boerderij gelegen waren. In de ach ende eeuw zijn in de Pur- mer veel heerschapsboerderijen ver- bouwd tot buitenhuizen, ofwel ver- vangen door nieuwe buitenhuizen. Het verschil tussen een stolpboerde- rij en een heerschapsboerderij is dat de stolpboerderij geen aparte ver- trekken voor de eigenaar en aparte vertrekken voor de pachter bezat en een heerschapsboerderij wel (12).

De Purmerbuurt, op een detail van een 2.6.2 Buitenplaatsen ducten, de heffi ngen en belas ngen die hierop geheven werden en de pla egrond van de Purmer uit de 19e eeuw. Bron: Waterlands archief In de zeven ende en ach ende vele veepestuitbraken leidden tot eeuw lieten verschillende welge- een verminderde winstgevendheid stelde kooplieden uit Amsterdam van de agrarische sector. Ook kregen en andere steden in de omliggende beleggers winstgevender alterna- landelijke gebieden een buitenplaats even om hun geld in te beleggen, bouwen. Zij verbleven in de zomer zoals waardepapier van overheids- op deze landhuizen om de stank en instellingen. Daarnaast kwam in de de drukte van de overvolle steden 18e eeuw de Engelse tuinaanleg in te ontvluchten. Favoriete gebieden de mode. Hierbij werden tuinen hiervoor waren de Vecht, de Beem- aangelegd met slingerende paden ster en het duingebied. Hoewel en hoogteverschillen, wat in het zeker niet de voornaamste ves - geheel niet paste bij de strakke geo- gingsplaats, hebben ook in de Pur- metrische inrich ng van polders als mer enkele buitenplaatsen gestaan. de Purmer. Natuurlijke omgevingen Binnen de Purmer lagen de meeste als het duingebied en de Vecht- en buitenplaatsen niet langs de Wester- Amstelregio sloten beter aan bij de De Purmerbuurt in 1913. Links is de school weg maar langs de Oosterweg. Het mode van de Engelse tuin. Amster- afgebeeld die hier des jds stond. Bron: Wa- zijn er in totaal zo’n zes en tot ne- dams kapitaal trok zich terug uit de terlands archief gen en geweest, het exacte aantal is Purmer. De buitenplaatsen en de niet bekend. Het (nu) Purmerendse (7) Boschma, Buitenplaatsen in de Purmer, gronden werden tegen een rela ef 55. deel hee er zeven geteld, drie aan lage prijs overgenomen door koop- de Purmerdijk (Popta, Calverdansch lieden uit de omliggende steden en (8) G.J. de Goede, Purmer gedenkboek 1612- en Kalverlaan) en vier aan de Wes- dorpen, Edam, Monnickendam en, 1922 (Beemster, 1922) 68. terweg (Swarte Os, Groenewoud, in mindere mate, Purmerend. Deze (9) Terwen, Het Koningkrijk der Nederlan- De Waert en Westwijck, later omge- nieuwe eigenaren woonden vaak den, 102. doopt tot Spieringshof). permanent op hun bezi ngen en boerden er zelf. Dit gaf de buiten- (10) De Goede, Purmer gedenkboek, 68. e Ontwikkelingen in de 18 eeuw plaatscultuur een kortstondige ople- leidden ertoe dat de Purmer haar (11) A. Aartsen en C. ten Oever-van Dijk, ving. Maar enkele notabele families Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Hol- aantrekkingskracht op rijke Am- in de kleinere steden s erven uit als land. De Cultuurhistorie van Zaanstreek en sterdamse beleggers kwijtraakte. gevolg van het ontbreken van erfge- Waterland (inclusief Beemster en ) Dalende prijzen voor agrarische pro- namen en het kleiner worden van (Haarlem, 2001) 68.

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 17 zodanig verbeterd dat het het werk van alle resterende molens over kon nemen. In 1909 werden daarop de laatste molens afgebroken (14).

2.6.4 Overige bebouwing Overige bebouwing in de Purmer is vóór de jaren ’80 van de twin g- ste eeuw al jd beperkt geweest. De vier steden planden geen dor- pen in de Purmer, zoals dat wel in andere droogmakerijen zoals de Beemster gebeurde. Het ging hen in de Purmer voornamelijk om het Slot Ilpenstein, in het jaar van de sloop, 1872. families. Ook door ontwikkelingen beschikbaar hebben van goede Bron: Waterlands archief in de agrarische sector versnipper- landbouwgronden. Alleen langs de de het grondbezit en ontstond een (12) Boschma, Buitenplaaten in de Purmer, Pumerenderweg ontstond in de loop nieuwe boerenstand. Deze had geen 25-26. van de jd een klein buurtje. Het be- connec e meer met de regenteske gin hiervan lag rond 1633, toen een (13) Boschma, Buitenplaatsen in de Purmer, buitenplaatscultuur. Het instandhou- school gebouwd werd aan de Pur- 68. den van de buitenplaatsen kos e merenderweg, bij de Middeltocht. hen teveel geld en zij lieten de bui- (14) Reh, Van Steenbergen, Aten, Zee van Deze school zal bedoeld zijn voor de tenplaatsen dan ook in rap tempo Land, 150-151 kinderen van de polderbewoners. In slopen. De laatste buitenplaats in de 1710 werd de school verplaatst naar (15) Huurdeman, Drie en halve eeuw “De Purmer, Zantwijck, gelegen aan de Purmer”, 73. het kruispunt met de Westerweg. Oosterweg, werd gesloopt in 1859 De eerste kerk in de Purmer werd in (13). Een uitgebreide analyse van het (16) De Goede, Purmer gedenkboek, 68. 1865 ges cht door de Nederlands erf en de bebouwing van de buiten- Hervormde Gemeente, nabij de (17) G.J. de Goede, Ons polderland de Pur- plaats is opgenomen in hoofdstuk 5. mer (Purmer, 1939) 4. school (15). In datzelfde jaar werd een café gebouwd. Hier ontstond (18) Ibidem, 15 2.6.3 Molens de Kerkbuurt, later de Purmerbuurt In 1622 beva e de Purmer vijf mo- genoemd. Ook een smid, een wa- lengangen met elk drie molens. genmaker, mmerman, bakker, Later in de zeven ende eeuw zijn manufacturier en een schilder ves- enkele molens verplaatst en zijn er gden zich in dit buurtschap (16). In twee bijgebouwd. In 1833 lieten de 1922 werd het 300-jarig bestaan van hoofdingelanden van de Purmer een de Purmer gevierd. Ter gelegenheid proef doen door één van de molens daarvan werd in dat jaar op de hoek met een vijzel uit te laten rusten. van de Westerweg en de Purmeren- De proef slaagde en alle molens, op derweg het Leeghwatermonument één na, werden met vijzels uitgerust. gebouwd, dat hier nog steeds staat Hierdoor werden enkele molens (17). Ook werden vele verenigin- overbodig en werden gesloopt. In gen opgericht, wat een bloeiend 1877 verscheen voor het eerst een gemeenschapsleven tot gevolg had. stoomgemaal, aan de noordzijde van In de jaren ’30 waren hier nog een de Purmer. Dit maakte twee molen- ves ging van de Coöpera eve Boe- gangen overbodig en deze werden renleenbank ‘De Purmer’ aanwezig, gesloopt. In 1908 werd dit gemaal

18 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer een telegraafsta on, een school en een café (18). De kerk uit 1865 ging verloren door een brand op 22 juni 1959. De huidige Purmerkerk stamt uit 1961. In de jaren 60 sloot het café Purmerwapen in de Purmer- buurt zijn deuren en werd tot gara- gebedrijf omgebouwd. Het laatste café (Havik) in de Purmer, gelegen in de Driesprongbuurt, aan de kant van de Oosterweg, beeindigde zijn ac vi- teiten in 1967. De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn. De man op de voorgrond met het zwarte kostuum en de rode sjerp is Frans Banningh Jonkheer Volckert van Overlander, Cocq, kapitein van het schu ersvendel van heer van Purmerland en Ilpendam, de Amsterdamse Kloveniersdoelen en tevens liet in 1622 in de zuidhoek van de kasteelheer van Slot Ilpenstein van 1632 tot Nessepolder het slot Ilpenstein 1655. Bron: Wikimedia Commons bouwen. Tien jaar later verkocht hij het aan Frans Banningh Cocq, burge- meester van Amsterdam en kapitein van de schu ersvendel van de Klo- veniersdoelen. In zijn laatste func e is hij wereldberoemd geworden. Het is zijn compagnie dat afgebeeld staat op Rembrandts De Nachtwacht, hij is de man vooraan het schilderij, met het zwarte kostuum en de rode sjerp. Slot Ilpenstein werd gesloopt in 1872 en vervangen door een boerderij.

In de topografi sche kaart uit 1980 hiernaast is te zien hoe de Purmer er gedurende haar eerste 350 jaar eruit gezien moet hebben. Langgerekte kavels, lege landbouwgrond, veel open ruimte en een beperkte hoe- veelheid bebouwing, voornamelijk langs de Wester- en de Oosterweg en langs de ringdijk.

De Purmer in 1980

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 19 Ontwikkelingsgeschiedenis vanaf de tweede helft van de twintigste 3eeuw 3.1 Uitbreiding Purmerend beperkt bleef tot 65.000 Het deel van de Purmer dat nu Pur- inwoners. De landelijke Verstedelij- merends grondgebied is, bleef vanaf kingsnota uit 1978 wees Purmerend het verdwijnen van de buitenplaat- aan als groeikern, waar 8.500 wonin- sen grotendeels onveranderd tot gen gebouwd moesten worden. Op aan de jaren 80 van de twin gste 10 maart 1978 besloot de gemeen- eeuw. Vanaf het begin van dat de- teraad van Purmerend de Wester- cennium wijzigde de situa e in dit weg als harde grens aan te houden deel de Purmer zich volkomen met voor de verstedelijking. Het ‘concen- de komst van de woonwijken Pur- trische bebouwingsmodel’ liet de mer-Noord en Purmer-Zuid. Deze gronden ten oosten van de Wester- enorme toename aan bebouwing weg ongemoeid en voorzag enkel in vond zijn oorsprong in de enorme bebouwing van de noordwestelijke Het structuurplan uit 1972, hierin blij de woningbehoe e in de regio Amster- en de zuidwestelijke kant van de Westerweg groen dam. De aanzet tot de uitbreiding Purmer. Hiervoor werd gekozen werd gegeven in 1963, wanneer omdat in dit model de woonwijken Gedeputeerde Staten van de pro- stedenbouwkundig meer tot de rest vincie Noord-Holland in een brief van de stad zouden gaan behoren aan het gemeentebestuur van Pur- dan in het zogenaamde blokmodel, merend uitspreekt dat Purmerend dat in bouw tot aan de Middentocht een deel van deze woningbehoe e voorzag. Ook zouden de openheid moet opvangen. In 1966 verscheen en de landschappelijke waarden be- de Tweede Nota Ruimtelijke Orde- ter gewaarborgd zijn in het concen- ning, waarin werd uitgegaan van trische model (20). Echter, het had een bevolking van 100.000 inwoners wel tot gevolg dat het voornemen voor Purmerend, op te vangen in de om de Westerweg als groene onbe- Purmer. In het rapport van de pro- bouwde strook te bewaren, verlaten vincie Noord-Holland, Woningbouw werd. Daardoor kon de woningbouw oprukken tot pal aan de Westerweg. Het streekplan van 1974 voorziet in bebou- Noordelijk Deel Randstad uit april wing tot pal aan de Westerweg 1971, kreeg Purmerend een concre- te woningbouwtaak opgelegd: tus- In 1982 begon de bouw van de Pur- (19) Stad Purmerend, Struktuurplan Purme- sen 1970 en 1975 moesten er 4.000 mer-Noord, in 1987 gevolgd door de rend 1972. Ontwikkelingsplan (Purmerend, 1973) 65. woningen bij, tussen 1975 en 1980 Purmer-Zuid. In lange, rechte lijnen werden straten aangelegd. In 2016 nog eens 12.000. Het in het daar- (20) Raadsvoorstel bij Keuzevoorstel voor opvolgende jaar vastgestelde Struk- telde de Purmer-Noord 6.313 wonin- ontwikkelingsmodel bebouwing Purmer, tuurplan Purmerend 1972 voorzag gen, de Purmer-Zuid 5.101 woningen behorende bij raadsbesluit 10 maart 1978, (21). De bebouwing in de Purmer is in: Archief gemeente Purmerend 1975-1989, in bebouwing van zowel de west- als inv. nr. 83. de oostzijde van de Westerweg. De ontworpen volgens het stedenbouw- kundige principe van de ‘compacte Westerweg zelf zou een groen, re- (21) Deze cijfers zijn van 2016 en ontleend la ef onbebouwd gebied blijven te stad’, wat aansloot bij de in die jd aan Purmerend in Cijfers. midden van de woningbouw (19). heersende gedachten over de inrich- Alleen de agrarische bebouwing ng van steden. Dit hield in lange blij staan en gee aan het groen lijnen, aaneengesloten woonblok- een bijzonder karakter. ken, een orthogonale blokkenstruc- tuur, een kleine openbare ruimte en Twee jaar later, in 1974, stelde veel appartementen. De rich ng en Provinciale Staten het Streekplan orthogonale structuur van de histori- Waterland vast, waarin de groei van sche strokenverkaveling is op enkele plekken voortgezet in de structuur Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 21 terrein Baanstee-West. De eerste be- drijven verschenen hier vanaf 1986. In 1997 is dit terrein uitgebreid, deze uitbreiding werd Baanstee-Oost ge- noemd. De uitgi e van deze gronden verliep sneller dan verwacht, reden waarom in 2004 een start is gemaakt met de voorbereiding van het gebied Baanstee-Noord, ten noorden van de provinciale weg N244. De eerste bebouwing op dit terrein verscheen in 2012.

3.3 Overige bedrijvig- heid De agrarische bedrijvigheid in de Purmer is in de tweede hel van de twin gste eeuw snel teruggelopen. De in juni 1989 door de gemeente opgestelde No e Westerweg maak- te melding van negen veehouderij- In het Struktuurplan Purmerend 1972 wer- van de wegen en waterlopen. Op bedrijven, twee akkerbouwbedrijven den ook de gronden tussen de Westerweg en een aantal plaatsen echter is deze en één agrarisch loonwerkersbedrijf de Middentocht aangewezen als toekoms g rich ng doorbroken. Langs de Wes- langs de Westerweg. Hiervan is der- woongebied. Bron: Struktuurplan Purmerend g jaar later, in 2019, nog maar één 1972 terweg is op veel plaatsen geen sprake meer van voortze ng van de veehouderijbedrijf over. In 2006 is historische bebouwingsritmiek maar de manege aan de Westerweg 36 ge- zijn woningen in hoge dichtheid ge- bouwd. Het golfcomplex werd begin bouwd. Het historische beeld langs jaren ’90 aangelegd. de Westerweg is hier aangetast. 3.4 Purmerbos In de loop van de twin gste eeuw Op 28 juni 1984 besloot de gemeen- is langs de Westerweg een aantal teraad een bos van 260 hectare in de vrijstaande huizen gebouwd, los van Purmer aan te leggen. De redenen de bebouwing van de Purmer-Noord hiervoor waren dat Purmerend een en –Zuid. Deze huizen hebben niet schromelijk tekort aan recrea ef de vorm van een (stolp)boerderij en groen van bovenstedelijk niveau had hebben ook geen agrarische func e. en geen mogelijkheid om in de na- In 2017 is een omgevingsvergun- bije omgeving (Na onaal Landschap ning verleend voor de bouw van 30 Waterland) deze func e te compen- De Purmer-Zuid in aanbouw, jaren ’80. Bron: woningen aan de Purmerbuurt, ten seren. Het bosgebied paste binnen Waterlands archief noorden van de Purmerenderweg. de gewenste ontwikkeling van de Randstadgroenstructuur. Purmerend 3.2 Bedrijventerrein lag in het stadswestelijk gebied Am- Baanstee sterdam, waarbinnen de ontwikke- ling van bosgebieden een hoge pri- Begin tach ger jaren is gestart met oriteit had. Daarnaast was het ook de ontwikkeling van het bedrijven- regeringsbeleid om het bosareaal

22 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer in Nederland uit te breiden. Naast recrea e zou het bos ook gebruikt worden voor houtproduk e. Op 25 maart 1987 werd de eerste boom aangeplant. Het bos en de gol aan fungeren als een groene schil tussen het stedelijke gebied en het open polderlandschap (22). De Biowarm- tecentrale op de Baanstee-Oost maakt daarnaast gebruik van het houtafval uit het Purmerbos.

Op deze pla egrond uit 1982 is de net ge- reedgekomen Purmer-Noord afgebeeld. Bron: Waterlands archief

(22) Gemeente Purmerend, Struktuurschets Purmerend 2005, samenva ng.

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 23 Recente luch oto van de Purmer. Bron: ‘Zee van Land’ door Wouter Reh, Clemens Steenbergen en Diederik Aten

4Toestand in 2019 4. Toestand in 2019 woonhuizen of door andere typen boerderijen. Alle stolpboerderijen Op het moment van totstandkoming die langs de Westerweg staan, wor- van deze verkenning is de toestand den door de gemeente Purmerend van de polder De Purmer als volgt te erkend als cultuurhistorisch waar- kenschetsen. De ovale vorm van de devol. Langs de Westerweg is één polder is nog steeds goed te herken- rijksmonument gelegen. Dit betre nen. In het westelijke, Purmerendse de voormalige pastorie uit 1865, deel is de openheid echter groten- op Westerweg 48. De naastgelegen deels verdwenen. De bouw van de Purmerkerk en het oorlogsmonu- woonwijken Purmer-Noord en –Zuid ment staan op de Cultuurhistorische en het bedrijventerrein Baanstee Waardenkaart van Purmerend te hebben voor een grote verstening boek als cultuurhistorisch waarde- gezorgd. De aanleg van het Pur- volle objecten. merbos eind jaren ’80 hee deze openheid verder weggenomen. De De percelen grond waar het Pur- aanleg van de gol aan zorgde voor merbos op staat, zijn in eigendom het verdwijnen van het karakteris- bij Staatsbosbeheer. De niet onbe- eke verkavelingspatroon van lange, bouwde en niet-beboste percelen rechthoekige kavels. In het weste- zijn voor een deel in eigendom bij lijke deel is deze strokenverkaveling projectontwikkelaars en voor een alleen aan de onbebouwde zuidkant deel bij de gemeente Purmerend. nog aanwezig. Aan de oostelijke zij- Het zuidelijke gedeelte van het ‘Pur- de van de Purmer, vallend onder de merendse deel’ van de Purmer hee gemeente Waterland, is de openheid nog de oorspronkelijke strokenver- nog wel bewaard gebleven. Hier is kaveling. Dit deel is daarom op de de bebouwing beperkt tot (stolp) Cultuurhistorische Waardenkaart boerderijen en woonhuizen langs de van Purmerend gewaardeerd als Oosterweg. cultuurlandschap.

Het grondgebied van de Purmer valt Langs de Westerweg staan nog 22 bestuurlijk onder drie gemeenten: stolpboerderijen. Het adres en het Purmerend, Edam-Volendam en Wa- bouwjaar van deze boerderijen terland. wordt in de tabel op pagina 27 weer- gegeven (Bron: Boerderijens ch ng Noord-Holland, www.boerderijen- s ch ng.nl).

Uit deze tabel blijkt dat langs de Westerweg nog negen boerde- rijen uit de 18e en de 19e eeuw staan en dat één boerderij zelfs uit de 17e eeuw stamt. Zoals in heel Noord-Holland zijn er ook in de Purmer in de loop van de jd echter ook veel stolpboerderijen verloren gegaan. Velen zijn vervangen door

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 25

.

De foto’s op deze pagina’s zijn door een van de auteurs van deze verkenning genomen op 3 mei 2018 en geven een indruk van het aan- zicht op verschillende punten op de Wester- weg op dat moment.

26 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer Huidige ligging van de gemeentegrenzen

Stolpboerderijen Westerweg bouwjaar 8 1900 9 1880 12 1876 17 1991 18 1780 19 1740 21 1623 24 1875 25 1928 27 1903 28 2007 30 1900 31 1828 38 2017 44 1912 45C/47 1925 58 1979 59 1863 64 1993 68 1900 69 1740 70 1887

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 27 Ruimtelijke analyse van de Pur- 5mer 5.1 Algemeen Uit de voorgaande hoofdstukken blijkt hoe de Purmer zich hee ont- wikkeld. Het Purmerendse deel van de Purmer kent een bijna 400-jarige geschiedenis, waarin de ruimtelijke situa e circa 370 jaar redelijk con- stant is gebleven en pas in ruwweg de laatste der g jaar radicaal is veranderd. Nu deze geschiedenis in beeld is, wat kan er gezegd wor- den over de karakteris eken van de Purmer en de Westerweg? Hiervoor wordt gekeken naar de eerste 370 jaar, het beeld van die jd is te zien als karakteris ek voor de Purmer. Dit was de jd van de rela ef geringe hoeveelheid bebouwing, de grote landelijkheid en openheid en de beeldbepalende stolpboerderijen. Om te ontdekken wat die karakte- ris eken zijn, moet een ruimtelijke es: ontslui ng van de fl ankerende (23) Reh, Van Steenbergen, Aten, Zee van analyse van de Purmer gemaakt bebouwing en aanslui ng op de dor- Land, 21. worden. In dit hoofdstuk wordt deze pen in de omgeving. De ligging van analyse gemaakt en door in te zoo- dorpen werd niet ontworpen maar men van groot naar klein: eerst de verdich ng van de bebouwing ont- kenmerken van het landschap, dan stond vaak op kruispunten (23). van het individuele erf en ten slo e van de bebouwing. De droogmakerij kent een eigen gramma ca van inrich ngselemen- 5.2 Analyse op het ni- ten van klein naar groot. De kleinste veau van het landschap eenheid is de (standaard)kavel. Een aantal standaardkavels vormen Kenmerkend voor het oorspron- samengevoegd langs de weg een kelijke landschap van de Purmer kavelbundel; twee kavels vormen is allereerst de ovale vorm van de gespiegeld over de tocht een kavel- ringvaart- en dijk, de structuur van strook. De dwarslijnen haaks op de de noord-zuid lopende waterloop polderwegen door dwarswegen en Middeltocht, de hieraan vrijwel dwarstochten begrenzen het polder- parallel lopende wegen Westerweg blok. De polderblokken in de Pur- en Oosterweg en de hier haaks op mer hebben veelal eenzelfde aantal staande, west-oostgerichte stroken- kavelstroken. Dat betekent dat het verkaveling. De bomenrijen langs ritme van gelijkma ge kavels om de wegen versterken deze lijnen in de zoveel kavels wordt onderbro- het landschap. De enige uitzonde- ken door bredere dwarselementen ring hierop vormen de gronden in als wegen of bredere tochten. Dat het zuiden van de Purmer, rond de betrof de vijf molentochten die het polder de Nes. Het wegenpatroon water naar de ringdijk afvoerden en in de droogmakerij had twee func- Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 29 dwarswegen gericht op de omliggen- de plaatsen om en om met de toch- ten. In de grotere droogmakerijen vormen de uit poldermodules (waar- in alle cultuurtechnische elementen voorhanden zijn) samengestelde poldervlakken de zuivere geometrie van de verkaveling. Zoals gezegd is er in de Purmer voor gekozen om niet een geïdealiseerde verkaveling op het landschap te projecteren maar om in te spelen op het landschap dat wil zeggen de voormalige oeverlijn van het Purmermeer. Het poldervlak ontbreekt in de Purmer.

5.3 Analyse op het ni- veau van het erf Onder het erf wordt verstaan het gedeelte van het perceel waar het hoofdgebouw en de bijgebouwen Het systeem van de polderblokken, van elkaar staan. Dit deel moet onderscheiden gescheiden door wegen en brede tochten is worden van het agrarisch deel van goed te zien als deze geprojecteerd wordt op het perceel, het grootste deel van een luch oto van de Purmer. de kavel, dat tot aan de ringdijk dan wel de Middentocht loopt. Het erf en de rest van de kavel zijn vrijwel al jd van elkaar gescheiden door een sloot.

Op het niveau van het erf is er een onderscheid te maken in het erf dat bij een stolpboerderij behoort en het erf dat deel uitmaakt van een bui- tenplaats. Beide typen bebouwing zijn karakteris ek voor de Purmer.

5.3.1 Het erf van een stolp- boerderij Het oorspronkelijke erf bij een stolp- boerderij hee een aantal kenmer- ken. Deze kenmerken zijn uiteraard De ‘gramma ca’ van de droogmakerij de Pur- niet bij ieder erf in even sterke mate mer met standaardkavels, kavelstroken, ka- aanwezig, maar over het algemeen velbundels en polderblokken als elementen genomen geldt dat een tradi oneel van deze gramma ca. erf bij een stolpboerderij in de Pur- mer de volgende elementen hee . Het erf bestaat uit een rechthoekig

30 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer LandschapskarakterisƟ ek 1: grote schaal van de open ruimte en lange zichtlijnen. Doordat de bebouwing vrijwel allemaal aan de Wes- terweg en de Oosterweg geconcentreerd is en (vrijwel) niet aan de dwarswegen en de Middeltocht, zijn in de Purmer drielanggerek- te ruimten waarneembaar. Hierdoor is er een grote openheid van de ruimte ontstaan, met lange zichtlijnen. Deze openheid is één van de belangrijkste karakteris eken van de Purmer.

LandschapskarakterisƟ ek 2: orthogonale verkaveling. Lijnen in de Purmer vormen een hoek van 90° met elkaar. Schuine lijnen ko- men er niet voor. Uitzondering is het zuidelij- ke deel, rond de polder de Nes.

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 31 vlak. Dit vlak is in vier kwadran- ten verdeeld. De gebouwen, de zogenaamde melkbocht (een deel van het erf waar de koeien bijeen werden gedreven om gemolken te worden) (24), de moestuin en de boomgaard nemen elk een kwadrant in beslag. De stolp ligt excentrisch op de kavel, meestal aan de noordkant, en dichtbij de weg. De melkbocht ligt achter de boerderij, de moestuin met bleek ligt naast de boerderij. In het overgebleven kwadrant bevindt zich de boomgaard. Het erf is omge- ven door een ‘laaning’ of boomwal, die wind opvangt en hout oplevert. Ook is het erf omgeven door een sloot. De sloten staan in open ver- binding met de kavelsloten. Het erf wordt ontsloten door een weg die centraal op het erf is gelegen en langs de boerderij naar de melk- LandschapskarakterisƟ ek 3: strenge maat- bocht aan de achterzijde loopt. Deze voering van de agrarische percelen. Purmer- melkbocht is door een slootje afge- kavels zijn vrijwel allemaal circa 85 m breed scheiden zodat het vee niet verder het erf op kan lopen. De ‘laaning’ is bij de melkbocht onderbroken, vanaf dat punt is er uitzicht op het ach- terliggende land. Er is onderscheid tussen het voor- en het achtererf: het voorerf is netjes, opgeruimd: het visitekaartje. De voorgevel van het hoofdgebouw is duidelijk zicht- baar vanaf de weg. De achterkant is de kant waar gewerkt wordt en is minder netjes en onderhouden. Hier LandschapskarakterisƟ ek 4: de symmetrie lagen de bedrijfsgebouwen: stallen ten opzichte van de weg. Vanaf de polder- en een hooiberg (25). weg gezien (hier: de Westerweg) kent het landschap aan beide zijden een bepaalde opbouw: berm met bomenrij, sloot, voortuin, Om bovenstaande gedeeltelijk ver- hoofd- en bijgebouwen en het open land der te illustreren wordt op pagina 34 daarachter. een viertal voorbeelden gegeven van (24) Reh, Van Steenbergen, Aten, Zee van erven bij bestaande stolpboerderijen Land, 317. aan de Westerweg. De tradi onele bomenrij, boomgaard, melkbocht en (25) Reh, Van Steenbergen, Aten, Zee van moestuin zijn hier niet meer aanwe- Land, 71. zig. Wel is te zien hoe de erven een

rechthoekige en vaak een (vrijwel) vierkante vorm hebben, en omgeven

32 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer Schema sche weergave van een tradi oneel erf bij een (stolp)boerderij.

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 33 worden door sloten. De stolpboer- derijen liggen in een hoek van het erf, dichtbij de weg. Hierbij moet wel meteen gezegd worden dat lang niet bij alle overgebleven stolpboer- derijen dit het beeld van het erf is. Westerweg 24 Westerweg 44 Onbekend is of dit tradi onele beeld in het verleden op deze kavels wel aanwezig is geweest.

Vanaf een topografi sche kaart van de Purmer uit 1906 zijn verschillen- de maten van de toen aanwezige stolpboerderijen opgemeten. Hierbij is gebruik gemaakt van GIS (geo- grafi sch informa esysteem) om de exacte maatvoering en de onderlin- ge verhoudingen van gebouwen en ruimten te achterhalen.Hieruit blijkt het volgende. Westerweg 69 Westerweg 38  De gemiddelde diepte van een erf in de Purmer is 90 meter, gerekend vanaf de wegsloot. Dit is echter slechts een gemiddelde. Bij een groot deel van de erven is de afstand ca. 60 meter, bij een ander groot deel is de afstand ca. 120 meter.  De gemiddelde oppervlakte van de stolpen bedroeg 360 meter. Maar ook hier is dit maar een gemiddelde, er zijn twee veel voorkomende oppervlaktematen te onder- scheiden. Veel stolpen wa- ren ca. 200 m2 groot, maar ook stolpen van ca. 400 m2 kwamen vaak voor. Gemid- deld besloeg een stolp ca. 5% van het erf.  De gemiddelde afstand van de stolp tot aan de weg be- droeg 25 meter. Globaal kan gezegd worden dat de af- stand groter werd naarmate situa e in 1906, basis voor het GIS-onderzoek de stolp groter was.  De afstand tussen twee erven onderling bedroeg gemiddeld 263 meter, maar 34 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer ook hier was weer veel Schilderij van Cornelis Holsteyn, Portret van varia e in. De tekening op een familie, olieverf op linnen, gedateerd 1637. Het huis dat hier afgebeeld is zou de de linker pagina toont heel buitenplaats Westwijck in de Purmer zijn. schema sch weergegeven Bron: RKD-Nederlands Ins tuut voor Kunst- de toestand in 1906. Aan de geschiedenis. zuidkant van de Purmer was er sprake van rela ef kleine afstanden tussen de erven, aan de noordkant was er juist meer ruimte.

5.3.2 Het erf van een bui- tenplaats

De typische indeling van het erf van omvang footprint gebouwen in m2 langs de een buitenplaats in de Purmer is niet Westerweg in 1906 volgens het GIS-onder- overgeleverd. Sowieso is er erg wei- zoek nig informa e over hoe buitenplaat- sen in de Purmer eruit hebben ge- zien en welke bebouwing hier stond. Pla egronden en a eeldingen van het erf van Purmerse buitenplaatsen zijn niet overgeleverd. Enige, moge- lijke, uitzondering hierop vormt het schilderij van de 17e eeuwse schilder Cornelis Holsteyn, dat de buiten- plaats Westwijck af zou beelden. Het toont dat vóór het huis een in

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 35 Franse, geometrische s jl aangeleg- de tuin lag, voorzien van klassieke standbeelden. Of dit in werkelijkheid er precies zo uitgezien hee blij de vraag. Schilders verplaatsten op het doek nog wel eens objecten, om de composi e beter uit te laten komen. Ook schilderden ze nog wel eens elementen die niet aanwezig waren, om er een interessanter schilderij van te maken. Echter, het aanzicht van de voorgevel op Holsteyns schil- derij komt exact overeen met een tekening van de voorgevel die door De pla egrond van de buitenplaats “Rans- Johannes Vingboons is vervaardigd bosch”, gelegen aan de Oosterweg, is weer- gegeven in een kadastrale kaart uit 1832. De (afgebeeld in paragraaf 5.4.2). Dit func es van de verschillende delen van het versterkt het vertrouwen dat het perceel zijn echter niet overgeleverd. terrein vóór het pand ook natuurge- trouw is weergegeven.

Het boek Buitenplaatsen in de Pur- mer (26) gee een indica e van de situering van de bebouwing van Westwijck. Hieronder wordt deze geprojecteerd op de huidige bebou- wing van het buurtje Spieringshof.

Er zijn wel meerdere voorbeelden van buitenplaatsen in andere droog- makerijen zoals de Beemster. Hier kan naar gekeken worden om een idee te krijgen hoe de erven van buitenplaatsen ingedeeld waren. Het is verleidelijk om te denken dat, gezien de nabijheid van de twee gebieden, de buitenplaatsen in de Purmer op eenzelfde manier zullen zijn ingericht als die in de Beemster. Echter, een waarschuwing is hier op zijn plaats. De vorm en indeling van een erf hingen nauw samen met verschillende factoren. Een daarvan is het omringende landschap (27) De Er zijn wel meerdere voorbeelden van bui- inrich ng van de buitenplaatserven tenplaatsen in andere droogmakerijen zoals in de Beemster was sterk verbonden de Beemster. Hier kan naar gekeken worden met het patroon van de Beemster om een idee te krijgen hoe de erven van zelf. Een Beemster buitenplaatserf buitenplaatsen ingedeeld waren. was opgebouwd uit rechthoekige of vierkante blokken, omringd door

36 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer sloten. Deze ‘eilanden’ waren aan elkaar gekoppeld door lanen met bomenrijen. Dit is goed te zien op de ontwerptekening die architect Pieter Post maakte van de buitenplaats Vredenburgh. Deze indeling hangt sterk samen met de structuur van de Beemster zelf: vierkante blokken die omgeven werden door bomenrijen. De Purmer was geheel anders van structuur. Hier was sprake van zeer langgestrekte kavels van 85 meter breedte, niet van vierkante blokken. De erfi ndeling van de buitenplaat- sen in de Beemster één op één van toepassing verklaren op de Purmer is derhalve historisch incorrect. Een andere factor was de herkomst van de eigenaren. Van de buitenplaatsen in de Schermer is bekend dat die minder voornaam waren dan in de Beemster, wellicht omdat die toebe- boven: buitenplaats Vredenburg in de maat hoorden aan minder gefortuneerde gezet eigenaren dan in de Beemster (28). links: Buitenplaats Vredenburgh, in de Beem- Zo zullen er nog meer factoren zijn ster (Zuiderweg 68). Ontwerptekening van die ertoe leiden dat niet alle buiten- Pieter Post (tekening gemaakt tussen 1639 plaatsen in Noord-Holland hetzelfde en 1642). Duidelijk te zien is de indeling van het erf in vierkante en rechthoekige blokken, in elkaar zaten. Bij het doen van omringd door bomenrijen. Bron: Waterlands uitspraken over de indeling van een archief. erf van een Purmerse buitenplaats moeten deze omstandigheden en (26) C. Boschma-Aarnoudse, Buitenplaatsen verschillen daarom goed in het oog in de Purmer. worden gehouden. (27) Gemeente Beemster en Landschap Noord-Holland, Handboek Ontwerp uw eigen Met inachtneming van deze omstan- erf. Maak van uw erf het visitekaartje van de digheden kan het volgende globale Beemster (Beemster, 2014) 6. beeld van een buitenplaatserf ge- (28) Reh, Van Steenbergen, Aten, Zee van onder: schema sche weergave buitenplaats schetst worden. Het erf rondom het Land, 274. hoofdgebouw was verdeeld in een boomgaard, een moestuin, vijvers, lanen, tuinhuizen, koetshuizen, paardenstal, en een plantagie, of siertuin. Het hoofdgebouw met de woonvertrekken van de eigenaar stond centraal op het erf, al is de algehele opzet minder formeel en symmetrisch dan bij voorbeeld de Franse voorbeelden van landgoede- ren en paleizen. Bijgebouwen waren

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 37 op een vrije manier bij het hoofdge- Bovenaanzicht van een Noord-Hollandse bouw gesitueerd op een zodanige normaalstolp.Bron: Vierkant achter de stolp manier dat het hoofdgebouw de 2.0 – een handreiking voor gemeentelijk visuele voorrang bleef houden. Het stolpenbeleid. hoofdgebouw stond over het alge- meen op een behoorlijke afstand van de weg, In Beemsterlust was dat omstreeks 80 meter, in Westwijck misschien wel meer dan 100 meter. De weelderige architectuur van de buitens komt bij deze afstand volle- dig tot zijn recht. Aan de andere kant waren er ook buitenplaatsen die dicht op de weg waren gesitueerd. De enige nog bestaande Beemster buitenplaats “Rustenhove” staat op minder dan 20 meter afstand van de weg.

5.4 Analyse op het ni- veau van bebouwing

5.4.1 Bebouwing stolp- boerderijen Qua bebouwing is de stolpboerderij het meest typerende bouwwerk voor de Purmer. Sowieso is dit type kenmerkend voor Noord-Holland. Met name in de droogmakerijen als de Beemster, Schermer en Purmer werden stolpboerderijen gebouwd. Er zijn verschillende basisvormen voor een stolp. In de droogmakerijen Westerweg 17 is vaak de Noordhollandse normaal- (29) Steunpunt Monumenten & Archeolo- stolp toegepast (29). gie Noord-Holland en Boerderijens ch ng Noord-Holland Vrienden van de stolp, Deze bestaat uit een vierkante Vierkant achter de stolp 2.0 – een handrei- king voor gemeentelijk stolpenbeleid, nu en construc e van houten balken of onder de Omgevingswet (2018) 10. scheepsmasten waarop het dak rust. Deze ruimte of barg werd gebruikt (30) Boschma, 23. om hooi op te slaan. De ruimte daaromheen werd gebruikt als woongedeelte, stal, wagenschuur en werktuigenberging. De zijwanden hebben geen dragende func e. Het dak is gemaakt van riet, soms met kuns g uitgesneden patronen. Het woongedeelte ligt aan de zuidkant,

38 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer met de bedsteden aan de kant van het hooi. Het hooi en het rieten dak werken isolerend. Ook de koeien en paarden geven veel warmte af. Boven het woongedeelte werd vaak een gedeelte van het rieten dak weggelaten, met rechte of gebogen Westerweg 25 begrenzingen. Het vrijgekomen ge- deelte en de nok werd met gitzwart geglazuurde dakpannen bedekt. Dit levert vaak fraaie dakspiegels op. Boven het woongedeelte was het brandgevaar ook groter en het riet was niet noodzakelijk voor de uitwaseming van het vee. Andere kenmerken waren de symmetrische indeling hoofdvolume: spiegel, uit- springend middengedeelte. De ra- men zijn vaak gekoppeld geplaatst in de gevel. Meestal ver cale gevelope- ningen. De diepte van het gebouw is Westerweg 28 meestal iets groter dan de breedte. Hierdoor ontstaat een korte nok op het dak. Op deze basisvorm zijn vele varianten mogelijk, met een verleng- de stalruimte of woonruimte.

5.4.2 Bebouwing buiten- plaats Over het uiterlijk aanzien van de buitenplaatsen die in de Purmer hebben gestaan, is weinig bekend. Alleen van de buitenplaatsen Westwijck aan de Westerweg en Westerweg 70 Ransbosch aan de Oosterweg is een bouwtekening van de voorgevel overgebleven. Deze bouwtekeningen tonen twee in classicis sche s jl ontworpen gebouwen. De voorge- vel van Westwijck is voorzien van pilasters, frontons, festoenen en een monumentale poortomlijs ng. De voorgevel van Ransbosch is eenvou- diger en hee geen pilasters. Van alle andere Purmer buitenplaatsen is niet meer bekend hoe zij eruit gezien hebben. De voorgevel van Westwijck was 22,5 meter breed (30). Het pand was maar één vertrek diep.

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 39 Van vele andere buitenplaatsen in andere delen van Noord-Holland, zoals de Beemster, zijn wel a eel- dingen bewaard gebleven. Vaak was dit een gebouw zoals Westwijck en Ransbosch: een rechthoekig bouw- blok, met monumentale uitstraling. Qua groo e liep het uiteen van kleine buitenplaatsen met maar één verdieping, niet breder dan vijf traveeën (ramen of deuren) en niet al te diep tot grotere buitenplaatsen van twee verdiepingen met een kel- derverdieping en vijf of zeven tra- Gevel van de buitenplaats Westwijck aan de Westerweg. Kopergravure door Johannes Ving- boons naar ontwerp van Philips Vingboons. Jaartal: 1648. Bron: Beeldbank archief provincie veeën. Nog grotere buitenplaatsen Noord-Holland. bestonden wel, maar waren een uit- zondering (31). Het gebouw was re- la ef breed en ondiep. Meestal was het bouwvolume één vertrek diep. Soms maakte een oranjerie deel uit van een tuin (32). De rest van het kavel was in gebruik als weiland.

Er zijn nog vele overgebleven bui- tenplaatsen in Nederland. Belangrijk blij te benadrukken dat er geen specifi eke ‘buitenplaatsarchitectuur’ is geweest. De toegepaste architec- tuur liep uiteen, mede a ankelijk van de periode waarin de buiten- plaats werd gebouwd en van de mate van welstand van de eigenaar. Was de eigenaar rijk, dan liet hij een Westerweg 17 groter, rijker gedecoreerd buitenhuis bouwen. Was hij minder welgesteld, dan was dat terug te zien aan de omvang en de decora e van zijn buitenhuis. Bovendien zijn vrijwel alle buitenplaatsen in de loop van Voorgevel en pla egrond van de buitenplaats Ransbosch van Jeronimus Rans (Ranst), aan de hun bestaan meermalen verbouwd, Oosterweg. ‘Opstal van ‘t huys anno 1644 door de heer Jeronimus Rans doen bouwen in de waarbij gebouwdelen verdwenen of Purmer op de Oosterweg een klijn half uur van de stad Edam’. Kopergravure door Johannes Vingboons naar ontwerp van Philips Vingboons. Jaartal: 1648. Bron: Beeldbank archief provin- juist bijgebouwd zijn en voorgevels cie Noord-Holland. soms geheel van aanzien zijn veran- derd. De voorbeelden op de volgen- (31) R. Mulder, Op a raak. De sloop van buitenplaatsen in de periode 1780-1830 (doctoraals- crip e Universiteit Utrecht, 2006) 11. de pagina geven alleen een indruk van het volume en het karakter van (32) Een oranjerie was een gebouw, een soort kas, voor exo sche tropische bomen en planten een buitenplaats in andere delen in de winter-periode van Nederland.

40 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer Buitenplaats Fogelsangh, te Veenklooster (Friesland). Bron: Wikimedia Commons.

Westerweg 25

Landgoed Clingendael, Wassenaar (Zuid-Hol- land). Bron: Wikimedia Commons.

Westerweg 28

Buitenplaats Welgelegen, Serooskerke (Zeel- and). Bron: Wikimedia Commons.

Buitenplaats Sparrendaal, Driebergen-Rijs- senburg (Utrecht). Bron: Wikimedia Com- mons.

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 41 Bestaand ruimtelijk beleid voor 6de Purmer Op het Purmerendse deel van de Purmer zijn op het moment van totstandkoming van deze verken- ning, 2019, verschillende ruimtelijke beleidskaders van toepassing. In dit hoofdstuk wordt het landelijke, pro- vinciale, regionale en gemeentelijke ruimtelijk beleid dat voor de Purmer van toepassing is, behandeld.

6.1 Landelijk beleid Het landelijke ruimtelijk beleid is vastgelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SvIR), vastgesteld op 13 maart 2012. Deze tuurhistorie van belang. De Leidraad Bron: Leidraad Landschap en Cultuurhistorie, Structuurvisie laat het beleid ten beschrij de kernkwaliteiten van een Provincie Noord-Holland aanzien van landschap over aan de gebied en gee aan op welke manier provincies en wil provincies meer de cultuurhistorische kenmerken van ruimte geven bij de afweging tussen een gebied ingezet kunnen worden verstedelijking en landschap, om zo om de ruimtelijke kwaliteit ervan te meer ruimte te laten voor regionaal verhogen. Op 8 januari 2018 is een maatwerk. Van na onale belangen is actualisa e van de Leidraad gepubli- in de Purmer geen sprake. ceerd. Als het gaat om gronden in de Purmer gee de Leidraad de volgen- 6.2 Provinciaal beleid de richtlijnen. Het provinciale ruimtelijk beleid voor Droogmakerijen liggen verspreid het landelijk gebied is vastgelegd in in het veenpolderlandschap en zijn de Provinciale Ruimtelijke Verorde- herkenbaar door hun afwijkende ning (PRV), voor het laatst vastge- hoogteligging en boezemkaden en steld op 12 december 2016. De ge- hun afwijkende opbouw en verkave- bieden die niet als bestaand stedelijk lingsrich ng. De algemene ambi e is gebied aangemerkt kunnen worden, om ruimtelijke ontwikkelingen: vallen onder het landelijk gebied. • bij te laten dragen aan het zicht- Het uitgangspunt van het provinciale baar en herkenbaar houden van beleid voor het landelijk gebied is de landschappelijke karakteris- het behouden en verder ontwikke- ek; len van de kwaliteit en diversiteit • bij te laten dragen aan het ver- van het Noord-Hollands landschap. sterken van (de beleving van) De PRV bepaalt dat een gemeente- openheid en lijk bestemmingsplan uitsluitend kan • helder te posi oneren ten op- voorzien in een nieuwe stedelijke zichte van de ruimtelijke dragers. ontwikkeling als deze ontwikkeling in overeenstemming is met de bin- De ruimtelijke kwaliteit is, als het nen de regio gemaakte schri elijke gaat om de droogmakerijen, gebaat afspraken (art 5a PRV). Bij nieuwe bij: ruimtelijke ontwikkelingen in het  het voortbouwen op de bestaan- Noord-Hollandse landschap is daar- de structuur van de droogmake- naast de Leidraad Landschap en Cul- rij bij ruimtelijke ontwikkelingen. Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 43 (Nieuwe) agrarische bebouwing vuldigheid is geboden als het gaat moet worden geconcentreerd om de samenhang tussen stolp, erf aan de hoofdontslui ng. en bepla ng en de rela e met het  het herkenbaar houden van landschap (openheid). Nieuwe ruim- randen van droogmakerijen en telijke ontwikkelingen zijn in hoogte, boezemkaden. De randen van de beeld en beleving ondergeschikt en droogmakerijen moeten worden respectvol ten opzichte van de stol- vrijgehouden van bebouwing. pen. Nieuwe bijgebouwen moeten Op die manier blijven de ring- al jd achter de stolp liggen en niet dijken vrij en herkenbaar in het ernaast. weidse Waterland en blij het contrast tussen veenpolders en 6.3 Regionaal beleid droogmakerijen ook zichtbaar. De Metropoolregio Amsterdam (MRA) is het samenwerkingsverband Belangrijk als het gaat om de Purmer tussen 33 gemeenten, 2 provincies en bebouwing langs de Westerweg, en de vervoersregio Amsterdam. zijn de zogenaamde ‘stolpenstructu- Doel van de samenwerking is het ren’. De Leidraad onderscheidt di- versterken van de regio rond Am- verse stolpenstructuren: samenhan- sterdam. Hiervoor wordt op een gende reeksen van stolpboerderijen. aantal thema’s samengewerkt. Het De stolpenstructuur in de Purmer is Metropolitane Landschap is een gekenmerkt als ‘polderlint’. Een pol- van deze thema’s. De ambi e is om derlint kenmerkt zich door een grote de veenweidegebieden, de droog- openheid met lange zichtlijnen. De makerijen en de boorden van het stolpen zijn heel prominent aanwe- IJsselmeer te behouden. Dit kan zig, staan vlak aan de weg, zijn vanaf alleen door vanuit een visie ac ef hier goed te zien en zijn beeldbepa- in te ze en op ontwikkeling van het lend. Tussen de stolpen staat rela ef landschap, waarin ook agrarische weinig andere, lage bebouwing. De bedrijfsvoering plaatsvindt. Het land- Leidraad gee aan dat de ruimtelijke schap moet beter bereikbaar, be- kwaliteit gebaat is bij: lee aar en toekomstbestendig ge- 1. het herkenbaar en belee aar maakt worden. Regels voor gebruik houden van de stolpenstructuur in of bebouwing van het landschap het landschap; worden echter niet gesteld door de 2. de samenhang binnen de stolpen- MRA. structuur het uitgangspunt te laten zijn; 3. de karakteris ek van het type stol- 6.4 Gemeentelijk beleid penstructuur trouw te blijven. De structuurvisie 2005-2020 van de De openheid moet behouden wor- gemeente Purmerend, vastgesteld den door eventuele ruimtelijke op 6 maart 2006, merkt de onbe- ontwikkelingen naast de stolpen- bouwde delen van de Purmer aan structuur zodanig in te passen dat als deel van de groene krans van de de stolpenstructuur als autonoom stad. Dit wordt beschreven als een geheel behouden blij en de stolpen bijzondere ruimte die bestaat uit een in de structuur dominant zichtbaar verzameling van groene en recrea- blijven. Bij nieuwe ruimtelijke ont- eve func es. wikkelingen moet belemmering van het zicht van de ene naar de andere Voor de gehele Purmer, met uitzon- stolp voorkomen worden. Zorg- dering van een zeer beperkt aantal 44 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer kleine ontwikkelingsloca es, is het Purmerbos en de golĩ aan (33) Toelich ng bestemmingsplan De bestemmingsplan 'De Purmer 2016' verloren gegaan.” (33) Purmer 2016 van kracht, vastgesteld op 23 augus- tus 2017. Dit plan is voor het over- Voor de volledigheid, hoewel deze grote deel een conserverend plan, niet als staand beleid wordt erkend, wat wil zeggen dat het bestaande is de in 1989 door de gemeente gebruik en bebouwing wordt vast- Purmerend opgestelde No e Wes- gelegd. Nieuwe ruimtelijke ont- terweg. Deze no e had tot doel wikkelingen worden slechts in zeer een duidelijk beeld te krijgen van beperkte mate mogelijk gemaakt. In de toenmalige func e en inrich ng de toelich ng wordt het volgende van de Westerweg, met het oog opgemerkt : op een inrich ng die op dit gebruik afgestemd was. Hierin is een inven- “Zeer kenmerkend voor tarisa e gemaakt van de steden- droogmakerijen is de raƟ o- bouwkundige, verkeerskundige, nele inrichƟ ng ervan: wegen, landschappelijke, civieltechnische waterlopen, verkavelingen en juridische aspecten. Daarnaast en nederzeƫ ngen hangen beschreef de no e de wensen allen met elkaar samen, vaak op deze gebieden, de fi nanciële in een strak geometrisch aspecten, woog deze wensen af en patroon. In De Purmer zijn gaf een aantal aanbevelingen voor de onderdelen van de droog- de verkeerskundige inrich ng van makerij zoals de polderstruc- de Westerweg en de stedenbouw- tuur, de Purmerringvaart en kundige inrich ng van de directe de Purmerringdijk van hoge omgeving van de weg. Deze laatste waarde. Van waarde zijn ook aanbevelingen kwamen neer op het de kaarsrechte waterlopen, behoud van de Westerweg als een de Middentocht, de Molen- structuurbepalende overgangszone tocht en de Weergangsmolen- én scheiding tussen het stedelijke tocht. De Purmerenderweg, en het recrea eve gebied. Dit hield Westerweg en Groeneweg, ondermeer in: woonfunc es aan de allen kaarsrechte polderwe- westzijde en recrea eve func es aan gen, zijn van waarde. De ste- de oostzijde van de weg en te ont- denbouwkundige plannen van wikkelen randbebouwing in vorm- de jaren tachƟ g en negenƟ g geving, materiaalgebruik, afstand hebben ook geheel nieuwe en volume aan te laten sluiten bij de structuurlijnen aangebracht bestaande bebouwing. Deze no e die niet overeenkomen met is echter, mede vanwege het jds- de richƟ ng van de (oorspron- verloop, op verschillende punten kelijke) polderstructuur. Met gedateerd en wordt niet als staand deze stedenbouwkundige beleid beschouwd. plannen is ook een sterke nadruk komen te liggen op een aantal nieuwe wegen in het gebied die duidelijk niet samenhangen met de (oor- spronkelijke) polderstructuur en is het doorzicht op het doorlopende water en de we- gen door de aanleg van het Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 45 Richtlijnen voor toekomstige 7ruimtelijke ontwikkelingen (34) Provincie Noord-Holland, Verkenning Dit hoofdstuk gee richtlijnen voor boerenland. De verkenning stelde Bouwen voor Waterland 2020. Invulling van toekoms ge ruimtelijke ontwikke- dat het van belang was om de polder het regionaal woningbouwprogramma voor lingen in de Purmer. Hierbij is de vanuit zijn iden teit van droogmake- Waterland vanuit een landschappelijk en cul- tuurhistorisch perspec ef (Haarlem, 2004) 8. cultuurhistorische ontwikkelings- rij weer tot een eenheid te smeden. geschiedenis, zoals beschreven in Nieuwe ontwikkelingen zouden hier hoofdstukken 2 en 3, het uitgangs- een bijdrage aan moeten leveren. punt. Ook het in hoofdstuk 6 be- Dit zou kunnen worden bereikt door schreven ruimtelijk beleid van de de nog onbebouwde percelen een verschillende overheidslagen is een func e als woonbos te geven. De uitgangspunt. verschillende onderdelen van de droogmakerij worden hierdoor visu- 7.1 Richtlijnen voor eel aan elkaar gekoppeld. grootschalige ontwikke- De provinciale Leidraad Landschap lingen in de Purmer en Cultuurhistorie, waarvan in 2018 Deze verkenning poogt niet om voor een vernieuwde versie is uitgeko- concrete, grootschalige ontwikke- men, gee aan dat er niet aan de lingen in de Purmer, zoals (gedeel- randen van de droogmakerij ge- telijke) bebouwing van de gol aan, bouwd mag worden, om zo de ring- stedenbouwkundige eisen en rand- dijken vrij en herkenbaar te houden voorwaarden te geven. Hiervoor en het contrast tussen de veenpol- zullen aparte stedenbouwkundig ders en de droogmakerijen zichtbaar programma’s van eisen opgesteld te houden. Bovendien bevat het de moeten worden. De resultaten van beleidslijn voor de voor een droog- deze cultuurhistorische verkenning makerij typische stolpenstructuur, zullen wel als input dienen voor deze besproken in het vorige hoofdstuk. programma’s. Daarbij wil deze ver- kenning nog wijzen op twee docu- 7.2 Ontwikkelprincipes menten waarmee in het eerste geval voor de Westerweg rekening kan worden gehouden en in het tweede geval rekening moet worden gehouden. Het belang van deze ontwikkelprinci- pes ligt erin dat het landelijke, agra- De provinciale verkenning Bouwen rische karakter voor een groot deel voor Waterland 2020, uitgekomen in van de Westerweg niet meer aan- 2004, onderzocht de manier waarop wezig is. Vanwege de toekoms ge in de regio Waterland woningbouw verdich ng (bebouwing Gol aan en kon plaatsvinden, zodanig dat vanuit Purmer-Zuid-Zuid) is het van belang een landschappelijk en cultuurhisto- om te beschikken over deze princi- risch perspec ef ruimtelijke kwaliteit pes, om de historische beleving voor gemaakt kon worden (34). Hierin zover die er nog is, te behouden. werd ook de Purmer onderzocht. Gesteld werd dat de Purmer zijn De Purmer als geheel is een bescher- eenheid had verloren. De polder menswaardig of in ieder geval her- valt uiteen in drie totaal van elkaar inneringswaardig landschap omdat verschillende delen: een stedelijk het als een en teit is vormgegeven. gebied met nieuwbouwwijken en Func onaliteit en een ritmiek in industrieterreinen, een bosgebied maatvoering golden daarbij als uit- met recrea eterreinen en een open gangspunt, zij het eenvoudiger dan Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 47 in de Beemster. De Ooster- en Wes- terweg vormen, naast de Purmer- ringdijk, belangrijke structurerende elementen waarlangs de agrarische bedrijvigheid en bebouwing is ont- staan. Waardering van die ontstaansge- schiedenis kan langs de Westerweg bij nieuwe ini a even een deel van die iden teit inhoud geven en ver- sterken. De ontwikkelgeschiedenis van Purmerend is in belangrijke mate sturend geweest in het veran- deren van het open polderlandschap tot de huidige verschijningsvorm. De Westerweg is op zichzelf beschouwd echter nog al jd één van de oor- spronkelijke structuren die in stand is gebleven.

Bij een toekoms ge verdere ver- stedelijking van de Purmer aan de Delen de Purmer oostkant van de Westerweg biedt • func oneel en ruimtelijk uiteenlopend een groen en ruim aanzien van de weg de mogelijkheid het stadsdeel (1) stad/bedrijventerrein visueel te geleden en de oriënta e (2) gol aan (3) bos binnen de stad te vergemakkelijken. (4) open agrarisch gebied De ontwikkelingsmogelijkheden die hieronder geformuleerd worden, zijn gericht op het bieden van een ruim- telijk kader voor kleinschalige ont- wikkelingen langs de Westerweg.

48 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer Ontwikkelprincipes:

1. Het bestaande karakter van de Westerweg (een rus ge, landelijke polderweg) moet behouden blijven.

2. De omgeving van de Westerweg is te onderscheiden in vier delen: een open, landelijk deel, een bos, een stedelijk gebied waar ook het bedrijventerrein onder valt en een gol aan. Vanwege deze verschei- denheid is het niet mogelijk om één enkel ontwikkelprincipe te formule- ren. Of een ontwikkeling toelaatbaar is, hangt af van waar deze ontwik- keling plaats vindt. Een bepaalde ontwikkeling kan in het stedelijk deel wel toelaatbaar zijn, terwijl deze niet in het open, landelijke deel zou passen.

In principe vergt een in het landelijk gebied gelegen ontwikkeling meer ruimte voor de maatvoering van de betreff ende ontwikkeling dan een ontwikkeling omgeven door stedelijk gebied.

3. De Westerweg is als een kralen- Kralenkeƫ ng ke ng. De weg met de aan weerszij- • erven van vergelijkbare omvang zijn ook nu al onderdeel van het lint • met uitzondering van enkele situa es in gebied onder (1) is langs de hele Westerweg de den liggende sloten en bomen is het tradi onele kavelbreedte (85 m) nog zichtbaar snoer waaraan de erven als kralen geregen zijn. Nieuwe ontwikkelingen moeten binnen de ritmiek van deze kralenke ng passen.

4. De sloop van een stolp is in princi- pe ongewenst.

5. Het bos is belangrijk omdat het bos iden teit kan verlenen aan grotere ruimten en daarmee sa- menhang kan creeeren binnen het landschap. Medewerking aan de kap van bomen ten behoeve van een bouwvoornemen wordt alleen ver- leend met inachtneming van de na te streven samenhang en iden teit langs de Westerweg. Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 49 6. Om de karakteris ek van de Wes- terweg te waarborgen zijn voor de bebouwing van een erf de inrich- ngstypen voor een stolpkavel of een buitenplaatskavel uitgangspunt (zie volgende pagina).

7. Alleen kavels die direct aan de Westerweg grenzen, worden ook direct op de Westerweg ontsloten.

Erven langs de Westerweg • erven met vergelijkbare inrich ng geven kleur aan de Westerweg • kleine elementen zoals deze erven kunnen samenhang creeëren als zij over de hele leng- te zichtbaar zijn langs de Westerweg • bos kan samenhang en iden teit bieden • typering van het betreff ende gebied is bepalend voor de intensiteit van de inrich ngsmo- gelijkheden

50 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer EssenƟ es stolpkavel

• bij benadering vierkante kavel passend bij de bebouwing • groot bouwvolume (grondvlak mini- maal 200 m2) • maximale goothoogte circa 3 meter • volume haaks op de weg • vóór op de kavel en uit het midden • bijgebouwen achter de achtergevel • markering zij- en achterkavelgrens door water en bomenrijen

EssenƟ es buitenplaatskavel

• bij benadering vierkante kavel passend bij de bebouwing • groot bouwvolume (grondvlak mini- maal 200 m2) • 2 bouwlagen zijn mogelijk • volume parallel aan de weg • achter op de kavel en in het midden • bijgebouwen achter de achtergevel • markering zij- en achterkavelgrens door water en bomenrijen

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 51 De foto’s op deze pagina’s moeten een indruk geven van het soort volume en s jl woningen dat de ge- meente Purmerend voor staat aan de Westerweg. Het provinciaal be- leid voor het landelijk gebied, zoals beschreven in hoofdstuk 6, gee aan dat het toevoegen van bebouwing maatwerk is. Met de provincie zal daarom afgestemd moeten worden of de voorgenomen bebouwing bin- nen dit beleid past.

52 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 53 Literatuuropgave

Aartsen, A. en Ten Oever-van Dijk, C., Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Holland. De Cultuurhistorie van Zaanstreek en Waterland (inclu- sief Beemster en Schermer) (Haarlem, 2001).

Ba jes, H. De soet stemmende swaen van Waterlant. Een cultuurhistorische en planologische verkenning. Deel 3 van de uitgave ‘Purmer-Meer. Ontwerpen aan de Purmer als bundelingsgebied in het Na onaal Landschap Laag Holland’ (2008).

Boschma-Aarnoudse, C., Buitenplaatsen in de Purmer. Investeren en buiten leven in een Noord-Hollandse polder (Wormer, 2016).

Direk e gemeentewerken, Afdeling Verkeer, projec eam Stadsuitbreiding, NoƟ Ɵ e Westerweg (1989).

Gemeente Beemster en Landschap Noord-Holland Handboek Ontwerp uw eigen erf. Maak van uw erf het visitekaartje van de Beemster (Beem- ster, 2014).

Gemeente Beemster, Beemster omgevingsnota 2012.

Gemeente Purmerend, Bestemmingsplan De Purmer 2016, toelichƟ ng (2016).

Goede, G.J. de, Purmer gedenkboek 1612-1922 (Beemster, 1922).

Goede, G.J. de, Ons polderland de Purmer (Purmer, 1939).

Huurdeman, P. Drie en halve eeuw “De Purmer” (Purmerend, 1967).

Korenaar, W., De Goede, G.J., Groot, C., De Purmer (1916).

Mulder, R., Op aĩ raak. De sloop van buitenplaatsen in de periode 1780-1830 (doctoraalscrip e Universiteit Utrecht, 2006).

Provincie Noord-Holland, Verkenning Bouwen voor Waterland 2020. Invulling van het regionaal woningbouwprogramma voor Waterland vanuit een landschappelijk en cultuurhistorisch perspecƟ ef (Haarlem, 2004).

Reh, W., Steenbergen, C., Aten, D., Zee van Land. De droogmakerij als atlas van de Hollandse landschapsarchitectuur (onderzoeksproject van de TU Del , 2005).

Stad Purmerend, Struktuurplan Purmerend 1972. Ontwikkelingsplan (Purme- rend, 1973)

Steunpunt Monumenten & Archeologie Noord-Holland en Boerderijens ch-

54 Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer ng Noord-Holland Vrienden van de stolp, Vierkant achter de stolp 2.0 – een handreiking voor gemeentelijk stolpenbeleid, nu en onder de Omgevingswet (2018).

Terwen, J.L., Het Koningkrijk der Nederlanden voorgesteld in eene reeks van 136 naar de natuur getekende schilderachƟ ge gezigten en beschreven door J.L. Terwen (herdruk, 1979. Oorspronkelijk: Gouda, 1868).

Cultuurhistorische verkenning droogmakerij De Purmer 55