Lustige Geesten Onderzoeksnetwerk Performative Literary Culture

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Lustige Geesten Onderzoeksnetwerk Performative Literary Culture De rederijkerskamers in de Noordelijke Nederlanden stimuleerden vanaf 1480 tot het midden van de zeventiende eeuw de ontwikkeling van een volkstalige wereld van welsprekendheid, geestig- heid, beschaving en geletterde burgerlijkheid. In een sfeer van onderlinge Lustige geesten competitie en broederlijkheid bloeide een cultuur die scherp zinnigheid, nieuwsgierigheid, inventiviteit en liefde voor kennis, debat, en het gesproken en geschreven woord stimuleerde. In wekelijkse bijeenkom- sten en in competitieverband oefende men in het voordragen en schrijven van gedichten, liederen en toneel. Naast het aankweken van de kern- kwaliteiten van een beschaafd burger legden kamers zich ook toe op het vormen van experts in de welsprekendheid. Zowel in intieme kring als in de publieke feestcultuur werd de leden een podium geboden voor het tonen van hun schrijf- en spreekkunst en hun organisatietalent. Meester-rederijkers die zich aan de kamers verbonden of die de kamers zelf aankweekten, werden opgenomen in lokale en regionale net- werken van liefhebbers, humanisten, volkstalige geleerden en publicisten. Hun brede intellectuele belangstelling uitte zich in toenemende mate ook in de productie en publicatie van pamfletten, vertalingen (vooral uit het Frans, Engels en Latijn) en andere werken. Rederijkerskamers verbonden verschillende lokale en regionale circuits en sociale milieus met elkaar, van kleine groepjes aristocraten, bestuurders, academisch geschoolden, priesters, schoolmeesters en inter- nationale handelaren en producenten tot grotere groepen ambachts- lieden. Mede dankzij die netwerkfunctie en hun verbondenheid met Arjan van Dixhoorn de media van voordracht, manuscript en drukwerk waren kamers en hun leden aanjagers van en deelnemers aan het maatschappelijk debat. Arjan van Dixhoorn Arjan van Dixhoorn is als postdoctoraal onderzoeker van FWO-Vlaanderen verbonden aan het Departement Nieuwe Geschiedenis van de Universiteit Gent. Hij is coördinator van het Lustige geesten onderzoeksnetwerk Performative Literary Culture. Rederijkers in de Noordelijke Nederlanden www.aup.nl (1480-1650) A U P A U P AUP_dixhoorn.indd 1 06-10-2009 14:49:45 Lustige geesten Lustige geesten Rederijkers in de Noordelijke Nederlanden (1480-1650) Arjan van Dixhoorn Ter nagedachtenis aan Catharina van Dixhoorn- Van Langevelde (1916-2009). Dit boek is tot stand gekomen met financiële steun van Gravin van Bylandt Stich- ting, Hendrik Mullers Vaderlandsch Fonds, de J.E. Jurriaanse Stichting en de Thijssen-Schoute Stichting Omslagillustratie: Anoniem schilderij, gedateerd 1659, 46 × 43,5 cm. Inv.-no. OSI-552, Frans Halsmuseum, Haarlem Ontwerp omslag: Geert de Koning, Ten Post Lay-out: Prografici, Goes ISBN 9789089641045 E-ISBN 9789048508716 NUR 621 © Arjan van Dixhoorn/Amsterdam University Press, 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomati- seerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stich- ting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Inhoudsopgave Voorwoord / 9 1. In een traditie gevangen: rederijkers in het onderzoek / 11 Inleiding / 11 De prijs van literaire vooruitgang / 13 Een burgercultuur / 16 Het culturele, intellectuele en literaire veld / 19 Publieke sfeer en publieke opinievorming / 26 2. Een literaire netwerksamenleving / 35 De opkomst van het kamernetwerk / 35 Expansie en contractie / 40 Centrum en periferie / 43 Conjuncturen / 48 Kamernetwerken en samenleving / 50 Besluit / 54 3. Organisatieprincipes: literaire corporaties / 57 Een corporatieve samenleving / 57 Corporatie en gezelschap / 58 Devotie en gezelschapsleven / 58 Bezit, inkomsten en administratie / 60 Een zelfstandige rechtspersoon / 62 Het bestuur / 64 De bestuursfuncties / 64 Bestuurstaken / 65 Verkiezing, besluitvorming en verantwoording / 66 Opkomst van de factor / 67 Bestuursloopbanen / 69 Cameristen en beminnaars / 73 Lidmaatschappen / 73 Rekrutering van rederijkers / 75 Introductie en intrede / 82 Rederijkersjaren / 83 5 Kosten van lidmaatschap / 88 Besluit / 91 4. Het menselijk kapitaal: de kamerbroeders / 93 Inleiding / 93 Een handvol mannen / 97 Rederijkersgeneraties en hun maatschappelijk kapitaal / 99 Bourgondisch-Habsburgse connecties, 1480-1520 / 99 Hervormingsgeneraties, 1520-1560 / 105 Opstandelingen, 1560-1600 / 109 Gouden Eeuwers, 1600-1650 / 110 Integratiemechanismen: migranten en dissenters / 119 Migranten / 119 Religieuze diversiteit / 120 Leeftijd, loopbaan en vorming / 121 Besluit / 127 5. De missie: scholen van retorica / 129 Idealen en pretenties / 129 Kamerethos en zelfbeeld / 129 Intellectuele pretenties / 131 Scholing en vorming / 132 Van ideaal naar praktijk / 139 Socialiseren en vormen / 139 De wekelijkse bijeenkomst / 140 Competitie / 143 Oefenen en spelen / 146 Wellevenskunst / 150 Collectievorming / 153 Status en reputatie / 155 Besluit / 158 6. De uitvoering: meesters en scholieren / 161 Inleiding / 161 Informele openbaarheid / 162 Oefening en vorming / 168 Informeren en opiniëren / 170 Discussiëren en disputeren / 174 Status van meesterschap / 177 Strijd om meesterschap / 179 Toekomstdebatten / 185 Traditie en kritiek / 188 Besluit / 191 6 LUSTIGE GEESTEN 7. Media en loopbanen: feesten en publieksschrijvers / 193 Theaterstaat en theatermaatschappij / 193 Verbeelding van de staat / 196 Verstrooiing voor heren, regenten en intimi / 200 Optredens tijdens algemene en politieke feesten / 202 Subsidies en geschenken / 204 Feesten en netwerken / 206 Besluit / 207 8. Strijd om het publieke domein / 209 Monopolievorming en openbaarheid / 209 Katholieke autoriteiten tegen de rederijkers / 210 Gereformeerden autoriteiten tegen de rederijkers / 214 Argumenten tegen openbaar toneel / 219 Besluit: weg van straten en pleinen / 224 9. Media en loopbanen: festivals en prijsschrijvers / 227 Festivals en openbaarheid / 227 Festivalcultuur / 230 Festivalconjunctuur / 234 Kernen en periferie / 238 Prijsvragen en maatschappelijke discussies / 243 Het hervormingsdebat / 245 Constructie van de Republiek / 249 Het armoededebat / 252 Bestandstwisten / 256 Vertegenwoordigers en particulieren / 262 Besluit: einde van de festivalcultuur / 265 10. Publicisten en volkstalige geleerden: media, netwerken en loopbanen / 267 Inleiding / 267 Kennisnetwerken in Holland en Zeeland / 270 Rederijkers en vroege Reformatie in Holland / 270 Rederijkers en culturele vernieuwing rond 1560 / 274 Van Manders connecties: 1580-1615 / 276 Radermacher en het Middelburgse rederijkersmilieu rond 1600 / 279 Haarlem en Middelburg tussen 1580 en 1620 / 280 Continuïteit in Haarlem en Middelburg na 1620 / 283 Schrijvers en publicisten / 285 Besluit / 292 11. Lustige geesten: vrolijke welsprekendheid / 295 INHOUD 7 Bijlagen / 307 Lijst van afkortingen / 309 Noten / 311 Bibliografie / 373 Index / 409 Plaatsnamen / 409 Persoonsnamen / 414 Trefwoorden / 422 8 LUSTIGE GEESTEN Voorwoord Dit boek wijkt op een aantal kleine punten af van het proefschrift waarop het is gebaseerd, maar aanpak en argumentatie zijn ongewijzigd. De conclusie in hoofdstuk 11 is uitgebreid met een korte behandeling van de lustige of vrolijke cultuur waarnaar de titel verwijst. De lustige cultuur was cruciaal in de wereld van de rederijkers, en speelt een rol in het hele boek, maar verdiende afzonder- lijke aandacht. Het is de cultuur die ook is weergegeven in de allegorische satire uit het Frans Halsmuseum (anoniem, gedateerd 1659), waarvan een fragment de omslag van dit boek siert. Het schilderij beeldt een groep Haarlemse rederij- kers af die uit naam van Retorica, Charitas en Bacchus, en onder het genot van een glas wijn, hun waanwijze meningen vormen. Die (klassiek-geïnspireerde) nauwe band tussen rederijkerskunst, liefdadigheid (en burgerzin), en vrolijke gezelligheid staat ook centraal in dit boek. Ontelbare collega´s zijn in de afgelopen jaren bij de totstandkoming van dit boek en bij de uitwerking van de belangrijkste ideeën betrokken geweest. Zon- der hen allen bij naam te kunnen noemen wil ik een speciaal woord van dank wijden aan de collega´s van het rederijkersproject: Anne-Laure Van Bruaene, Bart Ramakers en Susie Sutch, en mijn promotoren, Marijke Spies, Johan Koppenol, Koen Goudriaan, en vooral aan Hilde de Ridder-Symoens, aan wie ik bijzonder veel te danken heb. De afgelopen jaren heb ik gedachten uit mijn proefschrift verder kunnen uitwerken, met dank aan Paul Dekker van het Sociaal-Cultureel Planbureau, de collega´s uit het publieke opinieproject (Hilde de Ridder-Symoens, Bart Ra- makers, Henk van Nierop, Guido Marnef, en vooral Femke Deen), en aan de deelnemers van het internationale netwerk Performative Literary Culture, voor ons onderzoek naar de Europese dimensie van de Nederlandse rederijkerscultuur en vergelijkbare culturen in andere vroegmoderne verstedelijkte regio´s. Fouten uit het proefschrift zijn in dit boek rechtgezet, met dank aan vooral Mieke Smits-Veldt, Ed Grootes,
Recommended publications
  • Reserve Number: E14 Name: Spitz, Ellen Handler Course: HONR 300 Date Off: End of Semester
    Reserve Number: E14 Name: Spitz, Ellen Handler Course: HONR 300 Date Off: End of semester Rosenberg, Jakob and Slive, Seymour . Chapter 4: Frans Hals . Dutch Art and Architecture: 1600-1800 . Rosenberg, Jakob, Slive, S.and ter Kuile, E.H. p. 30-47 . Middlesex, England; Baltimore, MD . Penguin Books . 1966, 1972 . Call Number: ND636.R6 1966 . ISBN: . The copyright law of the United States (Title 17, United States Code) governs the making of photocopies or electronic reproductions of copyrighted materials. Under certain conditions specified in the law, libraries and archives are authorized to furnish a photocopy or electronic reproduction of copyrighted materials that is to be "used for...private study, scholarship, or research." You may download one copy of such material for your own personal, noncommercial use provided you do not alter or remove any copyright, author attribution, and/or other proprietary notice. Use of this material other than stated above may constitute copyright infringement. http://library.umbc.edu/reserves/staff/bibsheet.php?courseID=5869&reserveID=16583[8/18/2016 12:48:14 PM] f t FRANS HALS: EARLY WORKS 1610-1620 '1;i no. l6II, destroyed in the Second World War; Plate 76n) is now generally accepted 1 as one of Hals' earliest known works. 1 Ifit was really painted by Hals - and it is difficult CHAPTER 4 to name another Dutch artist who used sucli juicy paint and fluent brushwork around li this time - it suggests that at the beginning of his career Hals painted pictures related FRANS HALS i to Van Mander's genre scenes (The Kennis, 1600, Leningrad, Hermitage; Plate 4n) ~ and late religious paintings (Dance round the Golden Calf, 1602, Haarlem, Frans Hals ·1 Early Works: 1610-1620 Museum), as well as pictures of the Prodigal Son by David Vinckboons.
    [Show full text]
  • During the Seventeenth Century, Dutch Portraits Were Actively Commissioned by Corporate Groups and by Individuals from a Range of Economic and Social Classes
    Cambridge University Press 978-1-107-69803-1 - Public Faces and Private Identities in Seventeenth-Century Holland: Portraiture and the Production of Community Ann Jensen Adams Frontmatter More information PUBLIC FACES AND PRIVATE IDENTITIES IN SEVENTEENTH-CENTURY HOLLAND During the seventeenth century, Dutch portraits were actively commissioned by corporate groups and by individuals from a range of economic and social classes. They became among the most important genres of painting. Not merely mimetic representations of their subjects, many of these works create a new dialogic rela- tionship with the viewer. In this study, Ann Jensen Adams examines four portrait genres – individuals, family, history portraits, and civic guards. She analyzes these works in relation to inherited visual traditions; contemporary art theory; chang- ing cultural beliefs about the body, sight, and the image itself; and current events. Adams argues that as individuals became unmoored from traditional sources of identity, such as familial lineage, birthplace, and social class, portraits helped them to find security in a self-aware subjectivity and the new social structures that made possible the “economic miracle” that has come to be known as the Dutch Golden Age. Ann Jensen Adams is associate professor of art history at the University of California, Santa Barbara. A scholar of Dutch painting, she curated the exhibi- tion Dutch Paintings from New York Private Collections (1988) and edited Rembrandt’s “Bathsheba Reading David’s Letter” (1998). She has contributed essays to numer- ous exhibition catalogues and essay collections including Leselust. Niederl¨andische Malerei von Rembrandt bis Vermeer (1993), Landscape and Power (1994), Looking at Seventeenth-Century Dutch Painting: Realism Reconsidered (1997), Renaissance Culture and the Everyday (1999), and Love Letters: A Theme in Dutch Seventeenth-Century Genre Painting (2003) and published articles in The Art Bulletin and the Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek.
    [Show full text]
  • Evolution and Ambition in the Career of Jan Lievens (1607-1674)
    ABSTRACT Title: EVOLUTION AND AMBITION IN THE CAREER OF JAN LIEVENS (1607-1674) Lloyd DeWitt, Ph.D., 2006 Directed By: Prof. Arthur K. Wheelock, Jr. Department of Art History and Archaeology The Dutch artist Jan Lievens (1607-1674) was viewed by his contemporaries as one of the most important artists of his age. Ambitious and self-confident, Lievens assimilated leading trends from Haarlem, Utrecht and Antwerp into a bold and monumental style that he refined during the late 1620s through close artistic interaction with Rembrandt van Rijn in Leiden, climaxing in a competition for a court commission. Lievens’s early Job on the Dung Heap and Raising of Lazarus demonstrate his careful adaptation of style and iconography to both theological and political conditions of his time. This much-discussed phase of Lievens’s life came to an end in 1631when Rembrandt left Leiden. Around 1631-1632 Lievens was transformed by his encounter with Anthony van Dyck, and his ambition to be a court artist led him to follow Van Dyck to London in the spring of 1632. His output of independent works in London was modest and entirely connected to Van Dyck and the English court, thus Lievens almost certainly worked in Van Dyck’s studio. In 1635, Lievens moved to Antwerp and returned to history painting, executing commissions for the Jesuits, and he also broadened his artistic vocabulary by mastering woodcut prints and landscape paintings. After a short and successful stay in Leiden in 1639, Lievens moved to Amsterdam permanently in 1644, and from 1648 until the end of his career was engaged in a string of important and prestigious civic and princely commissions in which he continued to demonstrate his aptitude for adapting to and assimilating the most current style of his day to his own somber monumentality.
    [Show full text]
  • Mars and Venus Surprised by Vulcan
    Joachim Wtewael MARS AND VENUS SURPRISED BY VULCAN Joachim Wtewael MARS AND VENUS SURPRISED BY VULCAN Anne W. Lowenthal GETTY MUSEUM STUDIES ON ART Malibu, California Christopher Hudson, Publisher Cover: Mark Greenberg, Managing Editor Joachim Wtewael (Dutch, 1566-1638). Cynthia Newman Bohn, Editor Mars and Venus Surprised by Vulcan, Amy Armstrong, Production Coordinator circa 1606-1610 [detail]. Oil on copper, Jeffrey Cohen, Designer 20.25 x 15.5 cm (8 x 6/8 in.). Malibu, J. Paul Getty Museum (83.PC.274). © 1995 The J. Paul Getty Museum 17985 Pacific Coast Highway Frontispiece: Malibu, California 90265-5799 Joachim Wtewael. Self-Portrait, 1601. Oil on panel, 98 x 74 cm (38^ x 29 in.). Utrecht, Mailing address: Centraal Museum (2264). P.O. Box 2112 Santa Monica, California 90407-2112 All works of art are reproduced (and photographs provided) courtesy of the owners unless otherwise Library of Congress indicated. Cataloging-in-Publication Data Lowenthal, Anne W. Typography by G & S Typesetting, Inc., Joachim Wtewael : Mars and Venus Austin, Texas surprised by Vulcan / Anne W. Lowenthal. Printed by C & C Offset Printing Co., Ltd., p. cm. Hong Kong (Getty Museum studies on art) Includes bibliographical references and index. ISBN 0-89236-304-5 i. Wtewael, Joachim, 1566-1638. Mars and Venus surprised by Vulcan. 2. Wtewael, Joachim, 1566-1638 — Criticism and inter- pretation. 3. Mars (Roman deity)—Art. 4. Venus (Roman deity)—Art. 5. Vulcan (Roman deity)—Art. I. J. Paul Getty Museum. II. Title. III. Series. ND653. W77A72 1995 759-9492-DC20 94-17632 CIP CONTENTS Telling the Tale i The Historical Niche 26 Variations 47 Vicissitudes 66 Notes 74 Selected Bibliography 81 Acknowledgments 88 TELLING THE TALE The Sun's loves we will relate.
    [Show full text]
  • Keyser, Thomas De Dutch, 1596 - 1667
    National Gallery of Art NATIONAL GALLERY OF ART ONLINE EDITIONS Dutch Paintings of the Seventeenth Century Keyser, Thomas de Dutch, 1596 - 1667 BIOGRAPHY Thomas de Keyser was the second son of Hendrick de Keyser (1565–1621), the famed Dutch architect, sculptor, and municipal stonemason of the city of Amsterdam, and his wife Beyken (Barbara) van Wildere, who hailed from Antwerp.[1] The family lived in a house that was part of the municipal stone yard along the Amstel River, between the Kloveniersburgwal and the Groenburgwal.[2] Thomas and his brothers Pieter and Willem were trained by their father in architecture, and each also became a highly regarded master stonemason and stone merchant in his own right. On January 10, 1616, the approximately 19-year-old Thomas became one of his father’s apprentices. As he must already have become proficient at the trade while growing up at the Amsterdam stone yard, the formal two-year apprenticeship that followed would have fulfilled the stonemasons’ guild requirements.[3] Thomas, however, achieved his greatest prominence as a painter and became the preeminent portraitist of Amsterdam’s burgeoning merchant class, at least until the arrival of Rembrandt van Rijn (Dutch, 1606 - 1669) in 1632. Nothing is known about his artistic training as a painter, which likely occurred in his younger years. Four Amsterdam portraitists have been considered his possible teacher. Ann Jensen Adams, in her catalogue raisonné of Thomas de Keyser, posits (based on circumstantial evidence) that Cornelis van der Voort (c. 1576–1624)
    [Show full text]
  • Ricardo De Mambro Santos
    Ricardo De Mambro Santos Holy Beauty Northern Renaissance Prints and the Making of the Hexham Abbey Bible (Cambridge, 1629) Hallie Ford Museum of Art Mario Adda Editore Holy Beauty Northern Renaissance Prints and the Making of the Hexham Abbey Bible (Cambridge, 1629) Ricardo De Mambro Santos Holy Beauty Northern Renaissance Prints and the Making of the Hexham Abbey Bible (Cambridge, 1629) With an essay by Bruce T. Martin and contributions by Olivia Barry and Virginia van Dine Hallie Ford Museum of Art, Salem (Oregon) Mario Adda Editore, Bari (Italy) Holy Beauty. Northern Renaissance Prints Discovered in an Early English Book February 10 to April 29, 2018 Exhibition at the Hallie Ford Museum of Art (Willamette University, Salem, OR) Curator: Ricardo De Mambro Santos Photo credit Dale Peterson (for all reproductions from the The authors of the catalog entries are identified by Hexham Abbey Bible) their initials: Emma Ahern [EA] Acknowledgments McCall Concannon [MC] I would like to thank my wonderful colleagues at the Sarah Crabb [SC] Department of Art History at Willamette University, Ricardo De Mambro Santos [RDMS] Prof. Ann Nicgorski and Prof. Abigail Susik, for their Shalini Grover [SG] continual support. A special, truly genuine, thanks Kel Mandigo-Stoba [KMS] also to my friends from the Hallie Ford Museum Melissa Riede [MR] of Art, in particular to John Olbrantz, Jonathan Emma Sargent [ES] Bucci and Elizabeth Garrison for their tireless help Matthew Swart [MS] and insightful work. My profound gratitude goes Maya Zavala [MZ] to Bruce T. Martin for his friendly (and patient) Natalie Zhang [NZ] companionship throughout this entire intellectual journey.
    [Show full text]
  • Discord & Consensus
    c Discor Global Dutch: Studies in Low Countries Culture and History onsensus Series Editor: ulrich tiedau DiscorD & Discord and Consensus in the Low Countries, 1700–2000 explores the themes D & of discord and consensus in the Low Countries in the last three centuries. consensus All countries, regions and institutions are ultimately built on a degree of consensus, on a collective commitment to a concept, belief or value system, 1700–2000 TH IN IN THE LOW COUNTRIES, 1700–2000 which is continuously rephrased and reinvented through a narrative of cohesion, and challenged by expressions of discontent and discord. The E history of the Low Countries is characterised by both a striving for consensus L and eruptions of discord, both internally and from external challenges. This OW volume studies the dynamics of this tension through various genres. Based C th on selected papers from the 10 Biennial Conference of the Association OUNTRI for Low Countries Studies at UCL, this interdisciplinary work traces the themes of discord and consensus along broad cultural, linguistic, political and historical lines. This is an expansive collection written by experts from E a range of disciplines including early-modern and contemporary history, art S, history, film, literature and translation from the Low Countries. U G EDIT E JANE FENOULHET LRICH is Professor of Dutch Studies at UCL. Her research RDI QUIST AND QUIST RDI E interests include women’s writing, literary history and disciplinary history. BY D JAN T I GERDI QUIST E is Lecturer in Dutch and Head of Department at UCL’s E DAU F Department of Dutch.
    [Show full text]
  • Duizend Jaar Gouda
    Historische Vereniging Die Goude NIEUWE 14TIJD – CULTUUR (1572-1795) Bladgoud bladdert af Een slecht kunstklimaat? De Goudse tekenaar, schilder en etser Aert van Waes, wiens arbeidzame leven zich in de eerste helft van de zeventiende eeuw voltrok, is niet de geschiedenis ingegaan als een groot kunstenaar. Van hem is slechts een beperkt aantal werken overgeleverd. Het betreft vooral etsen van boeren, landlopers en zigeuners. ‘Aartige boerteryen’ noemt Walvis deze prenten, die een sterke ver- wantschap vertonen met het werk van de vermaarde Vlaming David Teniers II. Van Waes’ oeu- vre is weliswaar ook over de hele wereld verspreid geraakt, doch het leverde hem geen rijkdom of eeuwige roem op. Hij was hierover bijzonder teleurgesteld en bracht dit aan het eind van zijn leven tot uitdrukking met behulp van de etsnaald, zijn voornaamste wapen. In 1645, een jaar nadat hij nog een fraai stadsgezicht van Gouda tekende vanaf de overzijde van de Hollandsche IJssel, graveerde hij een afbeelding die later door kunsthistorici werd genegeerd als ‘nogal in het triviale vallende’.1 De ets toont een kunstenaar – mogelijk Van Waes zelf – die gehurkt voor een lege schildersezel zijn behoefte doet op een palet. De boodschap van deze curieuze afbeelding wordt ons duidelijk uit het onderschrift. Van Waes laat daarin weten, dat hij wegens gebrek aan succes ‘in de pinseel [heeft] ghescheten’. De afbeelding mag misschien getuigen van een slechte smaak, maar is toch veelzeggend; zij drukt niet alleen de persoonlijke frustratie uit van een in- dividuele kunstenaar, maar wijst op plastische wijze eveneens op het slechte Goudse kunstkli- maat van die dagen.
    [Show full text]
  • Memory Before Modernity Studies in Medieval and Reformation Traditions
    Memory before Modernity Studies in Medieval and Reformation Traditions Edited by Andrew Colin Gow, Edmonton, Alberta In cooperation with Sylvia Brown, Edmonton, Alberta Falk Eisermann, Berlin Berndt Hamm, Erlangen Johannes Heil, Heidelberg Susan C. Karant-Nunn, Tucson, Arizona Martin Kaufhold, Augsburg Erik Kwakkel, Leiden Jürgen Miethke, Heidelberg Christopher Ocker, San Anselmo and Berkeley, California Founding Editor Heiko A. Oberman † VOLUME 176 The titles published in this series are listed at brill.com/smrt Memory before Modernity Practices of Memory in Early Modern Europe Edited by Erika Kuijpers Judith Pollmann Johannes Müller Jasper van der Steen LEIDEN • BOSTON 2013 The digital edition of this title is published in Open Access. Cover illustration: Memorial tablet in the façade of the so-called ‘Spanish House’ in the Holland town of Naarden, located on the spot of the former town hall. In 1572 during the Dutch Revolt, 700 men from Naarden were gathered here and killed by Habsburg troops. The town hall was burnt down and rebuilt in 1615. (Photo Ralf Akemann). Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Memory before modernity : practices of memory in early modern Europe / edited by Erika Kuijpers, Judith Pollmann, Johannes Müller, Jasper van der Steen. pages cm. — (Studies in medieval and Reformation traditions, ISSN 1573-4188; volume 176) Includes bibliographical references and index. ISBN 978-90-04-26124-2 (hardback : acid-free paper) — ISBN 978-90-04-26125-9 (e-book) 1. Memory—Social aspects—Europe—History—16th century. 2. Memory—Social aspects— Europe—History—17th century. 3. Loss (Psychology)—Social aspects—Europe—History. 4. Social conflict—Europe—History.
    [Show full text]
  • Diplomarbeit
    DIPLOMARBEIT Titel der Diplomarbeit „Pendantbildnisse bei Rembrandt von 1631 bis 1634“ Verfasserin Ingeborg Wilfinger angestrebter akademischer Grad Magistra der Philosophie (Mag. phil.) Wien, 2008 Studienkennzahl lt. Studienblatt: A 315 Studienrichtung lt. Studienblatt: Kunstgeschichte Betreuer: O. Univ. – Prof. Dr. Artur Rosenauer INHALTSVERZEICHNIS 1.0 EINLEITUNG………………………………………………………………..……..3 1.1 Zielsetzung…………………………………………………………….….…..…..5 2.0 FORSCHUNGSLAGE ZU REMBRANDTS FRÜHEM PORTRÄTSCHAFFEN………………………………………...……..7 2.1 Alois Riegl: Das holländische Gruppenporträt…………...……………...15 3.0 DAS PORTRÄT IN DEN NÖRDLICHEN NIEDERLANDEN DES SPÄTEN 16. UND FRÜHEN 17. JAHRHUNDERTS…..……………...26 3.1 Exkurs: Das Schützenbild als Beispiel für ein neues Bewusstsein der bürgerlichen Oberschicht Amsterdams………….…..26 3.2 Die Porträtproduktion in Amsterdam von 1580 – 1630……………….…27 4.0 PENDANTPORTRÄTS..…………………………………………………….….30 4.1 Porträtbüsten……………….………………………………………….………..30 4.1.1 Jacques de Gheyn III. (London, The Dulwich Picture Gallery)- Maurits Huygens (Hamburg, Kunsthalle).………………………………………30 4.1.2 Porträt eines 41- jährigen Mannes (Pasadena, Norton Simon Museum of Art) - Porträt einer 40 – jährigen Frau (Louisville, J.B. Speed Art Museum) Dirck Jansz. Pesser (Los Angeles, Los Angeles County Museum of Art) - Haesje Jacobsdr. van Cleyburg (Amsterdam, Rijksmuseum)……….………36 4.2 Kniestücke….……………………………………………………………….…..41 4.2.1 Porträt eines sitzenden Mannes (Wien, Kunsthistorisches Museum)- Porträt einer sitzenden Frau (Wien, Kunsthistorisches Museum).…………...41
    [Show full text]
  • Download Download
    Early Modern Low Countries 4 (2020) 2, pp. 205-233 - eISSN: 2543-1587 205 Disputed State, Contested Hospitality: Dutch Ambassadors in Search of a New Overlord at the French Court of King Henry iii, 1584-1585 Bram van Leuveren Bram van Leuveren is Lecturer in Arts, Culture, and Media Studies at the University of Gronin- gen. His research focusses on the salient role of the performing arts and ceremonial protocol in supporting diplomatic relations between France and its most important European associates in the late sixteenth to seventeenth centuries, including England, Spain, and the Low Countries. His first monograph, Early Modern Diplomacy and French Festival Culture, 1572-1615, based on his doctoral research at the University of St Andrews, is under contract with Brill. Abstract In December 1584, the States-General of the Union of Utrecht dispatched a special embassy to Paris to offer King Henry iii of France the titular rule of their estates. Henry was to replace Philip ii of Spain, the legitimate overlord of the seventeen provinces, whom the States-General had deposed in July 1581 in direct violation of the sacred institution of the monarchy. Although largely overlooked by historians, the special embassy provides a fascinating insight into the intricate European ram- ifications of the Union of Utrecht’s search for overlordship prior to the foundation of the Dutch Republic in April 1588. This article focuses on the divided reception of the special embassy to France from the perspective of the Union of Utrecht, espe- cially among the powerful nobility of Holland, many of whom shared anti-French sentiments, and from the vantage point of the English and Spanish ambassadors in Paris, who tried to either intervene or obstruct the Dutch-French negotiations in a bid to alter Europe’s balance of power to their advantage.
    [Show full text]
  • Philippe De Marnix, Sieur De Sainte Aldegonde, and the Dutch Revolt
    University of Tennessee, Knoxville TRACE: Tennessee Research and Creative Exchange Doctoral Dissertations Graduate School 8-1988 The Ideology of Rebellion: Philippe de Marnix, Sieur de Sainte Aldegonde, and the Dutch Revolt Fred Edwin Beemon University of Tennessee - Knoxville Follow this and additional works at: https://trace.tennessee.edu/utk_graddiss Part of the History Commons Recommended Citation Beemon, Fred Edwin, "The Ideology of Rebellion: Philippe de Marnix, Sieur de Sainte Aldegonde, and the Dutch Revolt. " PhD diss., University of Tennessee, 1988. https://trace.tennessee.edu/utk_graddiss/3535 This Dissertation is brought to you for free and open access by the Graduate School at TRACE: Tennessee Research and Creative Exchange. It has been accepted for inclusion in Doctoral Dissertations by an authorized administrator of TRACE: Tennessee Research and Creative Exchange. For more information, please contact [email protected]. To the Graduate Council: I am submitting herewith a dissertation written by Fred Edwin Beemon entitled "The Ideology of Rebellion: Philippe de Marnix, Sieur de Sainte Aldegonde, and the Dutch Revolt." I have examined the final electronic copy of this dissertation for form and content and recommend that it be accepted in partial fulfillment of the equirr ements for the degree of Doctor of Philosophy, with a major in History. John Bohstedt, Major Professor We have read this dissertation and recommend its acceptance: John R. Finger, Michael McDonald, Paul Barette Accepted for the Council: Carolyn R. Hodges Vice Provost and Dean of the Graduate School (Original signatures are on file with official studentecor r ds.) To the Graduate Council : I am submitting herewith a dissertation written by Fred Edwin Beemon entitled "The Ideology of Rebellion : Philippe de Marnix , Sieur de Sainte Aldegonde , and the Dutch Revolt ." I have examined the final copy of this dissertation for form and content and recommend that it be accepted in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy , with a major in History .
    [Show full text]