<<

Frederiksoordweg 29 te Pieterburen gemeente Pieterburen

Bureauonderzoek

Opdrachtgever Projectleider Versie 01 Dhr. Hommes drs. F. Stevens Oudedijk 19 9968 TC Pieterburen

Projectnummer Autorisatie Datum Synthegra Rapport S200034 drs. M. Spanjer 30-07-2020

Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden Telefoon +31 (0)88 81 81 981, Internet: www.synthegra.nl Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

COLOFON

Opdrachtgever : Dhr. Hommes te Pieterburen Project : Frederiksoordweg 29 te Pieterburen Projectnummer : S200034 Titel : Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek Datum : 30-07-2020 Projectleider : drs. F. Stevens Auteurs : drs. F. Stevens Autorisatie : drs. M. Spanjer Druk : Synthegra B.V., Leusden Afbeeldingen : Synthegra B.V., tenzij anders vermeld ISSN : 1874-9771

Synthegra B.V. is gecertificeerd voor de BRL 4000 protocollen 4001 t/m 4004 (landbodems)

Synthegra B.V. Olmenlaan 6a NL-3833 AV Leusden T: +31 (0)88 81 81 981 E: www.synthegra.nl

© Synthegra B.V., 2020

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 2 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

INHOUD

ADMINISTRATIEVE GEGEVENS 4

SAMENVATTING 5

1 INLEIDING 6 1.1 Onderzoekskader 6 1.2 Onderzoeksdoel en vraagstellingen 6 1.3 Ligging en huidige situatie plangebied 7 1.4 Toekomstige situatie plangebied 7

2 BUREAUONDERZOEK 9 2.1 Methode 9 2.2 Landschapsgenese 9 2.3 Historische ontwikkeling 12 2.4 Archeologische waarden in en rondom het plangebied 15 2.5 Gespecificeerde archeologische verwachting 17

3 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 18 3.1 Inleiding 18 3.2 Conclusies / beantwoording onderzoeksvragen 18 3.3 Aanbevelingen 18

BRONNEN 19

Bijlagen: Bijlage 1: Overzicht van de relevante geologische en archeologische tijdvakken

Afbeelding voorblad: Ligging van het plangebied op de topografische kaart uit circa 1950 (Bron:www.topotijdreis.nl).

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 3 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

Administratieve gegevens

Toponiem Frederiksoordweg 29 Plaats Pieterburen Gemeente Provincie Projectnummer S200034 Bevoegde overheid Gemeente Het Hogeland. Deskundige namens bevoegd gezag: Dhr. W. Dijkstra Opdrachtgever Dhr. Hommes Uitvoerende instantie Synthegra B.V. Onderzoeksmelding (ARCHIS) 4876269100 Datum onderzoeksmelding 16-07-2020 Kaartblad 03C Periode Late Middeleeuwen – Nieuwe tijd Oppervlakte Circa 265 m2 op een perceel van 6653 m2 Perceelnummer(s) Kadastrale gemeente , sectie F. nummer 956 Grond eigenaar/ beheerder Dhr. Hommes Grondgebruik Deels bebouwd, begroeid en tuin Geologie Fries-Gronings kustgebied (Formatie van Naaldwijk) Geomorfologie Kwelderwal (B75) Bodem Kalkarme poldervaaggronden (Mn15C) Depot Documentatie en vondsten zullen worden aangeleverd aan het Provinciaal Depot van Groningen, te Groningen.

De onderzoekslocatie wordt omsloten door de volgende coördinaten:

Noord: x 225906 y 602314 Oost: x 225930 y 602312 Zuid: x 225917 y 602288 West: x 225928 y 602285

Centrum: x 225919 y 602302

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 4 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

Samenvatting

Synthegra B.V. heeft in opdracht van dhr. Hommes een archeologisch bureauonderzoek1 uitgevoerd op een terrein aan de Frederiksoordweg te Pieterburen. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie van een woning met een oppervlakte van 265 m2 (inclusief carport).

Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Het plangebied ligt op een kwelderwal bestaand uit zandige tot zandig kleiige afzettingen die rond het begin van de Late Middeleeuwen bewoonbaar geweest kan zijn. Oudere resten worden niet binnen een bereikbare diepte verwacht. Op basis van historisch kaartmateriaal worden er geen resten van bewoning verwacht. De AMK-terreinen in de omgeving zijn gebaseerd op de militair topografische kaart van 1853. Het beschermingsvlak in het bestemmingsplan richt zich op de gehele moderne bebouwde kom en de relatie met het AMK-terrein is afwezig. Er is op de locatie een gebouw aanwezig uit de 21e eeuw met een onbekende funderingsdiepte, de kans is aannemelijk dat het bodemprofiel reeds verstoord is. Op basis van de bekende gegevens is er een lage verwachting voor archeologische resten en wordt er geen vervolgonderzoek aanbevolen.

Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.

Bovenstaande vormt een advies. Met nadruk willen wij de opdrachtgever erop wijzen dat dit advies nog niet betekent dat in deze fase van het vergunningsverleningstraject reeds bodem verstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek dienen vooraleerst te worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Het Hogeland). Deze neemt een definitief selectiebesluit aangaande de vrijgave van het plangebied voor verdere ontwikkeling zoals omschreven in de vergunningsaanvraag.

Er is getracht een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Synthegra B.V. wil de opdrachtgever er daarom op wijzen dat, indien tijdens de werkzaamheden een (mogelijke) archeologische vondst wordt gedaan dan geldt de wettelijke meldingsplicht, zoals omschreven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet bij de minister. Uit praktisch oogpunt kan een dergelijke toevalsvondst bij de gemeente worden gemeld.

1 BO, protocol 4002

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 5 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

1 Inleiding

1.1 Onderzoekskader Synthegra B.V. heeft in opdracht van dhr. Hommes een archeologisch bureauonderzoek2 uitgevoerd op een terrein aan de Frederiksoordweg te Pieterburen (afbeelding 1). De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie van een woning met een oppervlakte van 265 m2 (inclusief carport).

De diepte van de toekomstige bodemverstoring is ongeveer 1,0 meter benden maaiveld voor wat betreft de fundering. Het gebouw wordt niet onderkelderd.

Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een omgevingsvergunning. Het plangebied ligt in het bestemmingsplangebied Grote Kernen dat is vastgesteld op 27-01-15. Voor het plangebied geldt een dubbelbestemming “archeologisch waardevol terrein”. Voor terreinen gemarkeerd als “archeologisch waardevol terrein” geldt, dat een rapport dient te worden overlegd waaruit blijkt dat de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld bij elke ingreep dieper dan 0,4 meter beneden maaiveld. De bevoegde overheid, de gemeente Het Hogeland, heeft verder geen specifiek archeologisch beleid vastgesteld en beschikt niet over een Archeologische Verwachtings- of Beleidsadvieskaart.

De bevoegde overheid, gemeente Het Hogeland, zal de resultaten van het onderzoek toetsen en een definitief besluit nemen aangaande de vrijgave van het plangebied voor verdere ontwikkeling zoals omschreven in de vergunningsaanvraag.

1.2 Onderzoeksdoel en vraagstellingen Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting aan de hand van bestaande bronnen over bekende of verwachte landschappelijke, historische en archeologische waarden.

De volgende onderzoeksvragen zullen worden beantwoord:  Wat is de opbouw van de ondergrond en is het bodemprofiel intact?  Zijn in het plangebied archeologische vindplaatsen aanwezig? Indien ja (dan zijn de volgende twee sub-vragen van toepassing)? o Wat is te zeggen over de horizontale en verticale verspreiding van de archeologische waarden? o Wat is de vermoedelijke aard en datering van de archeologische resten?  In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische resten bedreigd door de voorgenomen ontwikkeling van het gebied?

2 BO, protocol 4002

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 6 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

1.3 Ligging en huidige situatie plangebied Het plangebied beslaat een oppervlak van circa 265 m2 en is gelegen aan de Frederiksoordweg te Pieterburen (afbeelding 1). Het plangebied is in gebruik als grasland, deels begroeid met bomen en deels bebouwd met een schuur.

Afbeelding 1: Het plangebied, rood omkaderd, op de Topografische Kaart van Nederland 1:25.000 (Bron: www.pdok.nl).

1.4 Toekomstige situatie plangebied De huidige inrichting zal worden gewijzigd. De bestaande schuur wordt gesloopt en er wordt een woonhuis gebouw op deze locatie (afbeelding 2). Ten behoeve van de fundering wordt de grond tot maximaal 1,0 meter beneden maaiveld verstoord. Het gebouw wordt voorzien van een berging en een carport.

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 7 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

Afbeelding 2: Toekomstige situatie binnen het plangebied. (Bron: opdrachtgever)

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 8 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

2 Bureauonderzoek

2.1 Methode Tijdens het bureauonderzoek is met behulp van bestaande bronnen een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel voor het plangebied opgesteld. Dit is gedaan door het raadplegen van voor de archeologie relevante (schriftelijke) bronnen. Voor het bureauonderzoek zijn met name gegevens over bekende archeologische vindplaatsen in en rond het plangebied verzameld. Dit is aangevuld met historisch en fysisch- geografisch onderzoek, waarbij informatie over vroeger grondgebruik is verkregen door de analyse van historische kaarten en tevens gegevens over de geologie, geomorfologie en bodem zijn bestudeerd.

2.2 Landschapsgenese Voor het bepalen of, waar en uit welke periode archeologische resten kunnen worden verwacht, zijn de volgende bronnen met betrekking tot de landschapsgenese geraadpleegd:

 Geomorfologische Kaart 1:50.000 (Afbeelding 3)  Digitaal hoogtemodel, Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) (Afbeelding 4)  Bodemkaart 1:50.000 (Afbeelding 5)  Relevante achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst)

Voor de geologische beschrijving is gebruik gemaakt van de Lithostratigrafische Indeling van de Ondiepe Ondergrond.3 Zie voor een overzicht van de geologische en archeologische perioden bijlage 1.

Geo(omorfo)logie en landschap De diepere ondergrond van het Hogeland is gevormd in het Pleistoceen. Tussen en Den Andel bevindt zich een langgerekt keileemplateau, dat plaatselijk tot minder dan twee meter onder het maaiveld diep ligt. Dit zogenoemde ‘hoog’ van is een voortzetting van de Hondsrug, die ten noordwesten van Groningen onder recentere kleiafzettingen wegduikt. Het verbindende stuk ter hoogte van de Koningslaagte is tijdens de voorlaatste IJstijd (het Saalien, 300.000-130.000 jaar geleden) door smeltwater weggespoeld. Het Hogeland kwam vanaf 6000 tot 4000 vóór Chr. onder invloed van de zee te staan, waardoor de diepste geulen en slenken werden gevuld met metersdikke pakketten zeezand, klei en veen. Het keileemplateau van Winsum stak als een bosrijk eiland boven de rietmoerasssen en kwelders uit. De vondst van stenen bijlen en aardewerk (onder andere bij en Lutke Saaksum) geven aan dat dit gebied omstreeks 3400 vóór Chr. door mensen werd bewoond. De eerste bewoners hadden zich aan het maritieme milieu aangepast. Ze maakten aardewerk van zeeklei, jaagden op de dieren en vogels die hier voorkwamen en verzamelden vuursteenknollen om die te bewerken. De keileem-rug verdronk omstreeks 2200 vóór Chr. in de veenmoerassen en werd vervolgens overdekt met klei. Later kwam de veengroei opnieuw op gang, waarna het gebied tussen 1000 en 700 vóór Chr. definitief onder kleiafzettingen verdween. Langs de randen van het verdronken keileemplateau en de oevers van de Hunzeboezem vormde zich een hogere kwelder-rug, die afboog in de richting van , en . Deze verhoging was het gevolg van periodieke stormen, waarbij zandig sediment vanuit het wad op de kwelderrand werd afgezet.

3 De Mulder et al. 2003 en via www.dinoloket.nl: Dinoloket, Standaarden, Lithostratigrafische Nomenclator van de Ondiepe Ondergrond.

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 9 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

Achter deze kwelder-rug ontstond een getij-afzettingsvlakte, waar fijnere deeltjes in de vorm van een dunne laag knipklei terecht kwamen. Aan de achterzijde van dit schiereiland vormde zich een tweede kwelder-rug rond het getijdenbekken van de Fivel. Deze kwelder-rug reikte van Usquert via Middelstum, Westerwijtwerd en Lellens tot Wittewierum. De eerste bewoning concentreerde zich op deze beide kwelderruggen. Hier vinden we dan ook de oudste wierdedorpen. Aan het begin van jaartelling had de Hunzemonding zich inmiddels een stuk naar het noorden verplaatst, ergens tussen Wehe en Eenrum. Parallel aan de Waddenkust ontstonden haakvormige strandwallen, waarachter de getijdenbekkens langzaam dichtslibden. Nieuwgevormde kwelderruggen boden plaats aan een volgende generatie wierdedorpen, waaronder Groot Maarslag, , Lutke Saaksum en Eenrum. In de Fivelboezem vormde zich een uitgestrekte kweldervlakte die naar het oosten toe aangroeide, doorsneden door bochtige kreken of maren. Aan de zuidkant ontstonden nieuwe kwelderruggen met de wierdedorpen Huizinge, Stedum en Westeremden. Het aangevoerde sediment uit de Waddenzee zorgde ervoor dat er langs de Waddenkust telkens nieuwe kwelder- of strandwallen werden gevormd. Door de stijging van de zeespiegel slibden de nieuwere kwelders hoger op dan de oude. Een van de oudste strandwallen loopt van Usquert tot voorbij , de beide volgende reiken tot , een vierde tot . In de luwte van deze strandwallen ontstond een zeeboezemvlakte, die vanaf de dertiende eeuw werd bedijkt. Ook aan de westzijde van het Hogeland vormde zich een volgende generatie kwelderwallen, die het oude land afschermde en de monding van de Hunze verder afsloot. De kwelderwal van Pieterburen (afbeelding 3) en Westernieland dateert vermoedelijk uit de elfde of twaalfde eeuw na Christus.4

Afbeelding 3: Ligging van het plangebied op de Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000. (Bron: www.pdok.nl).

Bodem Op basis van de bodemkaart ligt het plangebied in een zone met kalkarme poldervaaggronden met lichte zavel (zie afbeelding 4)

4 http://landschapsgeschiedenis.nl/deelgebieden/8-Hogeland.html

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 10 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

Afbeelding 4: Ligging van het plangebied op de Bodemkaart van Nederland 1:50.000. (Bron: www.pdok.nl).

AHN Op basis van het digitale hoogtemodel zoals weergegeven in het AHN ligt het plangebied ongeveer op een hoogte tussen de 1,0 en 1,5 m +NAP.

Afbeelding 5: Ligging van het plangebied op het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN), (Bron: www.ahn.nl).

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 11 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

2.3 Historische ontwikkeling Voor de historische ontwikkeling is historisch kaartmateriaal (Afbeeldingen 6 t/m 10) en relevante achtergrondliteratuur geraadpleegd (zie literatuurlijst). Uit het beschikbare kaartmateriaal blijkt dat het plangebied ver van bewoningslinten af ligt en het gedurende geen enkele periode bebouwd is geweest. Het huidig aanwezige gebouwtje is pas in de 21e eeuw opgetrokken

Afbeelding 6: Ligging van het plangebied, rood omkaderd, op het kadastrale minuutplan5 uit het begin van de 19e eeuw. (Bron: http://hisgis.nl).

5 Kadastrale Minuutplans zijn ten behoeve van de belastingheffing vervaardigde kaarten. De opnames zijn gestart in 1811, ten tijde van Frans bestuur en gecontinueerd tot 1832 (vanaf 1815 onder Nederlands bewind. Het zijn grondbeschrijvingen van de gemeenten met hierop aangegeven de percelen, perceelnummers en gebouwen.

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 12 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

Afbeelding 7: Ligging van het plangebied, rood omkaderd, op de topografische kaart uit circa 1850 (Bron: www.topotijdreis.nl).

Afbeelding 8: Ligging van het plangebied, rood omkaderd, op de topografische kaart uit 1909 (Bron:www.topotijdreis.nl).

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 13 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

Afbeelding 9: Ligging van het plangebied, rood omkaderd, op de topografische kaart uit circa 1950 (Bron:www.topotijdreis.nl).

Afbeelding 10: Ligging van het plangebied, rood omkaderd, op de meest recente luchtfoto (Bron:www.pdok.nl)

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 14 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

Bekende bodemverstoring Binnen het plangebied zijn voor zover bekend geen grondroeringen veroorzaakt door saneringen van munitie, bodemverontreinigingen of ondergrondse olietanks, benzinepompinstallaties en dergelijke bekend waardoor archeologische resten mogelijk verloren zijn gegaan.6

2.4 Archeologische waarden in en rondom het plangebied In deze paragraaf wordt gekeken of binnen en rond het plangebied archeologische en/of ondergrondse bouwhistorische waarden bekend zijn. Hiervoor is het Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS III) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geraadpleegd en in aanvulling daarop achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst).

2.4.1 Monumenten, waarnemingen en onderzoeksmeldingen in (de nabijheid van) het plangebied Er zijn in (de nabijheid van) het plangebied, binnen een straal van 500 m, in ARCHIS III gegevens bekend aangaande archeologische monumenten, vondstlocaties en onderzoeksmeldingen (afbeelding 12)

Afbeelding 12: Overzicht van de monumenten, waarnemingen en onderzoeksmeldingen binnen een straal van 200 m van het plangebied, (Bron: Zoeken.Cultureelerfgoed.nl).

AMK-terrein 15179: Terrein met sporen van bewoning. Het betreft de bebouwingsconcentratie bij de haven van Pieterburen zoals weergegeven op de topografische militaire kaart van 1853. Zie CMA nr. 3C-030.

6 www.bodemloket.nl, http://www.explosievenopsporing.nl/veo-bommenkaart/

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 15 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

AMK-terrein 15181: Terrein met sporen van bewoning. Het betreft het dorp Pieterburen, zoals weergegeven op de topografische militaire kaart van 1853. Het dorp bestaat uit twee bebouwingsconcentraties. Bij de haven, aan het eind van de Pieterbuurstermaar, bevindt zich het andere deel. Zie CMA nr. 3C-31.

Zaakidentificatienummer 2233723100 en 2233845100: MUG -rapport 2009-187. Het betreft een onderzoek waarvan het noordelijke einde ongeveer 500 meter ten oosten van het plangebied ligt. Uit het bureauonderzoek blijkt dat binnen het te verstoren gebied een wierde aanwezig is en dat er bij Pieterburen een historische huisplaats ligt. Hoewel de kans niet groot is, kan niet worden uitgesloten dat zich binnen het overige tracédeel nog meer (huis)wierden bevinden. De historische huisplaats ligt op circa 600 meter ten zuidoosten van het plangebied. Het veldonderzoek bestond uit een archeologisch booronderzoek. Tijdens het booronderzoek is gebleken dat er bij Pieterburen daadwerkelijk sprake is van een voormalige huisplaats. Er ligt hier subrecent baksteenpuin en er zijn fosfaatvlekken in de bodem aanwezig. Ook de vermoedelijke wierde is aangetroffen. De wierde is landschappelijk als een verhoging zichtbaar. Op het maaiveld is laat kogelpotaardewerk en baksteenpuin aanwezig. In de boringen zijn verstoorde bodemlagen aangetroffen met een maximale dikte van circa 1 m. Hoewel de kern van de wierde buiten de zone van natuurontwikkeling ligt, lopen de wierdelagen door in de te verstoren zone. Voor beide gebieden wordt planaanpassing aanbevolen, zodat er geen bodemverstoring zal plaatsvinden. Indien dit niet mogelijk is, wordt vervolgonderzoek aanbevolen.

Zaakidentificatienummer 4698199100: Onderzoek van de Antea Group, rapport 2019/1258: Voorafgaand aan het onderzoek heeft geen inventariserend archeologisch vooronderzoek zoals een bureau- of inventariserend booronderzoek plaatsgevonden. Wel is voorafgaand aan de archeologische begeleiding door Antea Group een QuickScan uitgevoerd. Op basis daarvan is aanbevolen het grootste deel van het tracé vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het AMK-terrein waarin een gedeelte van het tracé aanwezig is, heeft een bekende archeologische waarde. Voor het gedeelte van het tracé dat in open ontgraving plaatsvond (en het in- en uittredepunt van de persing) is een archeologische begeleiding geadviseerd. Er zijn geen sporen aangetroffen die in direct verband gebracht kunnen worden met een voorganger van de huidige molen of het molenaarshuis. Wel zijn ten zuidoosten van de molen twee bakstenen fundamenten aangetroffen die ongeveer 1,5 m uit elkaar liggen. Het zou kunnen gaan om de fundamenten van een oud bijgebouwtje.

Vondstlocatie 1092466 In boring 3 tot 5 zijn archeologische indicatoren aangetroffen die bestaan uit baksteenfragmenten en fosfaatvlekken. Het betreft hier de vondsten behorende tot Zaakidentificatienummer 2233723100 en 2233845100.

Geconcludeerd kan worden dat er weinig onderzoek heeft plaatsgevonden in de omgeving, maar dat de verwachting buiten de bestaande AMK-terreinen laag is buiten aangetoonde huisplaatsen op historisch kaartmateriaal. Bestaande wegen kunnen uit de middeleeuwen stammen, echter is bewoning buiten deze wegen niet waarschijnlijk.

7 De Roller 2009 8 Sibma & Tuinstra 2020

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 16 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

2.5 Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van bovenstaand bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. De essentie hiervan is weergegeven in tabel 1.

Het plangebied ligt op een kwelderwal bestaand uit zandige tot zandig kleiige afzettingen die rond het begin van de Late Middeleeuwen bewoonbaar geweest kan zijn. Oudere resten worden niet binnen een bereikbare diepte verwacht. Op basis van historisch kaartmateriaal worden er echter geen resten van bewoning verwacht. De AMK-terreinen in de omgeving zijn gebaseerd op de militair topografische kaart van 1853. Het beschermingsvlak in het bestemmingsplan richt zich op de gehele moderne bebouwde kom en de relatie met het AMK-terrein is afwezig. Er is op de locatie een gebouw aanwezig uit de 21e eeuw met een onbekende funderingsdiepte, de kans is aannemelijk dat het bodemprofiel reeds verstoord is. Op basis van de bekende gegevens is er een lage verwachting voor archeologische resten en wordt er geen vervolgonderzoek aanbevolen.

Periode Verwachting Verwachte kenmerken vindplaats Diepteligging sporen

laat- Laag Bewoningssporen, tijdelijke onbekend paleolithicum - kampementen: vuursteen artefacten, mesolithicum haardkuilen

neolithicum - laag Bewoningssporen: (semi permanente) onbekend vroege nederzettingen, sporen van middeleeuwen agrarisch/industrieel landgebruik, percelering: cultuurlaag, Mobilia: fragmenten keramiek, glas, metaal, natuursteen, bouwmaterialen

late laag vanaf maaiveld tot 100 cm - middeleeuwen - Mv nieuwe tijd Tabel 1: Gespecificeerde archeologische verwachting.

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 17 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

3 Conclusies en aanbevelingen

3.1 Inleiding Het doel van het archeologisch bureauonderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Voor het plangebied geldt een lage verwachting voor nederzettingsresten uit de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd.

3.2 Conclusies / beantwoording onderzoeksvragen

 Wat is de opbouw van de ondergrond en het verwachte bodemtype? De bodem bestaat uit een kwelderwal die is opgebouwd uit zandige to zandig kleiige afzettingen, de bodem bestaat uit kalkarme poldervaaggronden.

 Worden archeologische vindplaatsen in het onderzoeksgebied verwacht? Er worden geen archeologische vindplaatsen in het onderzoeksgebied verwacht.

 Wat is naar verwachting de omvang, ligging, aard en datering hiervan? Niet van toepassing.

 In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische resten bedreigd door de voorgenomen ontwikkeling van het gebied? Niet van toepassing.

3.3 Aanbevelingen Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.

Bovenstaande vormt een advies. Met nadruk willen wij de opdrachtgever erop wijzen dat dit advies nog niet betekent dat in deze fase van het vergunningsverleningstraject reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek dienen vooraleerst te worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Het Hogeland). Deze neemt een definitief selectiebesluit aangaande de vrijgave van het plangebied voor verdere ontwikkeling zoals omschreven in de vergunningsaanvraag.

Er is getracht een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Synthegra B.V. wil de opdrachtgever er daarom op wijzen dat, indien tijdens de werkzaamheden een (mogelijke) archeologische vondst wordt gedaan dan geldt de wettelijke meldingsplicht, zoals omschreven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet bij de minister. Uit praktisch oogpunt kan een dergelijke toevalsvondst bij de gemeente worden gemeld.

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 18 van 19

Project: Frederiksoordweg 29 te Pieterburen. Bureauonderzoek, Versie 01 Projectnummer: S200034

Bronnen

Literatuur

Bakker, H. de en J. Schelling, 1989: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland, de hogere niveaus. Staring Centrum, Wageningen.

Berendsen, H.J.A., 2004: De vorming van het land. Van Gorcum, Assen.

Berendsen, H.J.A., 2005: Landschappelijk Nederland. Van Gorcum, Assen.

Mulder, E.F.J. de, M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhoff en T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen/Houten

Nederlands Normalisatie-instituut, 1989: NEN 5104 Geotechniek - Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft.

Roller, de G.J. 2009: Archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van bureau- en booronderzoek langs het Pieterbuurstermaar te Pieterburen, gemeente (GR). MUG-rapport 2009/18, Leek.

Sibma, T. & S.J. Tuinstra 2020: Aanleg kabels aan de Oosterweg te Pieterburen, gemeente Het Hogeland. Opgraving – variant archeologische begeleiding. Antea Group Archeologie 2019/125, ’s-Hertogenbosch

Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 2006: Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (aanvulling op de KNA 3.1). SIKB, Gouda.

Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 2018: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 4.1. SIKB, Gouda.

Internet (geraadpleegd juli 2020)

https://zoeken.cultureelerfgoed.nl/ www.ahn.nl www.bodemloket.nl www.dinoloket.nl www.ruimtelijkeplannen.nl http://www.explosievenopsporing.nl/veo-bommenkaart/ pdok.nl topotijdreis.nl

© Synthegra B.V., Olmenlaan 6a, NL-3833 AV Leusden 19 van 19

Bijlagen:

Bijlage 1: Overzicht van relevante geologische en archeologische tijdvakken Overzicht geologische en archeologische tijdvakken

Ouderdom Chronostratigrafie MIS Lithostratigrafie in jaren Formaties: Naaldwijk Holoceen 1 (marien), Nieuwkoop (veen), Echteld (fluviatiel) 11.755 Late Dryas (koud) 12.745 Laat- Allerød Weichselien (warm) 13.675 (Laat- Vroege Dryas 2 Glaciaal) (koud) 14.025 Bølling (warm) 15.700 Laat- Pleniglaciaal 29.000 Midden- Weichselien Midden- 3 Formatie (Pleniglaciaal) Pleniglaciaal van 50.000 Kreftenheye Formatie Vroeg- van 4 Pleniglaciaal Boxtel 75.000 5a Vroeg- Formatie Weichselien 5b van (Vroeg- 5c Beegden Glaciaal) 5d 115.000 Eemien Eem 5e (warme periode) Formatie 130.000 Formatie van Drente Saalien (ijstijd) 6

370.000 Formatie Holsteinien van (warme periode) 410.000 Urk Formatie Elsterien (ijstijd) van Peelo 475.000 Cromerien (warme periode) 850.000 Formatie van Sterksel Pre-Cromerien

2.600.000 Cal. jaren Pollen Archeologische 14C jaren Chronostratigrafie Vegetatie v/n Chr. zones perioden

1950 0 Nieuwe tijd Loofbos 1500 Vb2 eik en hazelaar Middeleeuwen Subatlanticum overheersen Vb1 450 koeler haagbeuk Romeinse tijd 0 vochtiger veel cultuurplanten 12 rogge, boekweit, IJzertijd Va korenbloem 800 815 2650 Bronstijd IVb Loofbos eik en hazelaar 2000 Subboreaal overheersen koeler beuk>1% invloed droger IVa landbouw (granen) 3755 5000 Neolithicum

4900 Loofbos Atlanticum eik, els en hazelaar warm III overheersen 5300 vochtig in zuiden speelt linde een grote rol

7020 8000 den overheerst Mesolithicum Boreaal II hazelaar, eik, iep, warmer linde, es 8240 9000 eerst berk en later Preboreaal I den overheersend 8800 warmer 11.755 10.150 parklandschap Late Dryas LW III 12.745 10.800 dennen- en Laat- Allerød LW II berkenbossen 13.675 11.800 Weichselien open (Laat- Vroege Dryas parklandschap Laat-Paleolithicum 14.025 12.000 Glaciaal) LWI open vegetatie met Bølling kruiden en 15.700 13.000 berkenbomen

perioden met een Midden- 35.000 poolwoestijn en Weichselien perioden met een (Pleniglaciaal) toendra 75.000 Vroeg- perioden met bos Weichselien en perioden met (Vroeg- een subarctisch Glaciaal) open landschap 115.000 Midden-Paleolithicum Eemien loofbos 130.000 (warme periode)

Saalien (ijstijd) 300.000

Vroeg-Paleolithicum

Chronostratigrafie voor Noordwest-Europa volgens Zagwijn (1974), Vandenberghe (1985) en De Mulderet al . (2003). Lithostratigrafie volgens De Mulderet al . (2003). Mariene isotoop stadium (MIS) volgens Bassinot et al . (1994). Atmosferische data volgens Stuiver et al . (1998). Zuurstofisotoop calibratie (OxCal) versie 3.9 Bronk Ramsey (2003), toegepast op het Laat-Weichselien en het Holoceen. Archeologische periode-indeling en ouderdom volgens de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Vegetatie bewerkt volgens Berendsen (2000). Pollenzones volgens P. Vos & P. Kiden (2005).