Edmund Lauf en Rini A. Negenborn Lokale berichtgeving in Nederlandse dagbladen. Een vergelijking tussen 1987 en 2006 Regionale dagbladen bieden naast algemene bovenregionale informatie ook doelgericht regionaal en lokaal nieuws. Tussen 1987 en 2006 zijn vele regi- onale titels en kernkranten verdwenen en is er een duidelijke afname van de bovenregionale pluriformiteit te constateren.

Inleiding1

In Nederland is een grote hoeveelheid landelijke nieuwsmedia aanwezig: televisie, radio, internet, opiniebladen en dagbladen. Samen bieden zij een pluriform aanbod. Echter, geldt deze situatie ook op lokaal niveau? Het belang van lokaal nieuws moet niet worden onderschat, lokale onderwerpen maken een belangrijk deel uit van de dagelijkse belevingswereld. Informatie over gebeurtenissen uit de directe omgeving van een lezer wordt meestal belangrijker gevonden dan wat er in Den Haag of Brussel wordt besloten. In verhouding tot het landelijke nieuws is het aanbod op de lokale nieuws- markten echter schaars. Desalniettemin toont onderzoek van Vergeer aan dat er in Nederland geen gemeente zonder een lokale informatievoorzie- ning bestaat (2006: 23). De voornaamste leveranciers zijn huis-aan-huisbla- den, nieuwsbladen en de lokale edities van regionale dagbladen. Van deze printmedia is het regionale dagblad nog steeds het meest belangrijke medi- um, omdat het dagelijks universeel over de gebeurtenissen in de leefomge- ving informeert, maar ook over de gehele regio, binnen- en buitenland. Regionale dagbladen zijn dus een landelijk, regionaal en lokaal nieuwsme- dium tegelijk. Daarbij staan ze in mindere mate in concurrentie met andere dagelijkse lokale media zoals regionale of lokale omroepen en in sterkere mate met landelijke dagbladen. De in verhouding tot landelijke dagbladen toegevoegde waarde van regionale dagbladen is hun centrale rol in de lokale informatie. Op gemeenteniveau is er (nog) geen goed alternatief voor het papieren dagblad. Diverse onderzoeken hebben de Nederlandse dagbladenmarkt door de jaren heen geanalyseerd en zijn tot de conclusie gekomen dat er sprake is van een toenemende concentratie wanneer gekeken wordt naar het aantal uitgevers en dagbladtitels (onder meer Bakker & Hendriks, 1994; Van Witteloostuijn, 1998). Ook op regionaal niveau is de positie van de uitgevers in de loop der

De auteurs zijn verbonden aan de Hoofdafdeling Strategie, Beleid en Onderzoek van het Commis- sariaat voor de Media. Correspondentie met de eerste auteur: Postbus 1426, 1200 bk Hilversum. E-mail:[email protected].

3 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 3 19-02-2009 16:58:37 Lokale berichtgeving in Nederlandse dagbladen. Een vergelijking tussen 1987 en 2006

jaren sterk veranderd. Zo had de grootste uitgever in 1978 (Audet) slechts 16 procent van de totale regionale dagbladenmarkt in handen, terwijl in 2002 Wegener als grootste uitgever verantwoordelijk was voor 52 procent van de regionale markt (Broersma, 2003: 38). Broersma noemt deze groei van Wegener ‘het natuurlijke eindresultaat van de concentratie in de regio- nale dagbladpers van de afgelopen twintig jaar’ (Broersma, 2003: 40). Of dit daadwerkelijk een eindresultaat is, zal moeten blijken. De regionale dag- bladtitels hadden op zowel titel- als op oplageniveau met een terugloop te maken (Bakker, 2004: 3-4). De door het Commissariaat voor de Media op basis van de door Cebuco-oplagemetingen in kaart gebrachte oplageontwik- kelingen laten zien dat deze teruggang nog steeds aanhoudt (Commissariaat voor de Media, 2007). De situatie voor regionale dagbladen is anno 2006 niet rooskleurig: adver- tentie-inkomsten nemen af en productiekosten worden steeds hoger. Door samenwerking bij het drukken en verspreiden is een deel van de kosten te besparen. In toenemende mate wordt ook bij de redactie bespaard, bij de productie van inhoud. Aan de formule ‘minder inhoud voor hetzelfde geld’ zit het nadeel dat mensen hun abonnement opzeggen als ze dit herkennen. Om dat te voorkomen, kan ervoor gekozen worden om op een ander formaat te verschijnen. De toenemende overgang naar tabloidformaat en een luchti- ger opmaak kan dus voor ‘minder inhoud in een nieuwe verpakking’ staan en toch aantrekkelijker voor de lezer zijn. Zulke formaataanpassingen zijn niet meer dan een cosmetische ingreep. De centrale vraag is hoe de omvang en diversiteit van de lokale berichtgeving bij behoud van de bovenregionale berichtgeving kunnen worden gewaarborgd.

Concentratie en lokale differentiatie

De geschetste concentratie op de regionale dagbladenmarkt komt niet ten goede aan de pluriformiteit van het aanbod, wat een uitwerking heeft op de opinievorming en de Nederlandse democratie (Van Cuilenburg et al., 1990: 20-24; Vergeer, 2006: 1). Redacties zijn tegenwoordig op een dusdanige manier samengevoegd dat verschillende dagbladen dezelfde bovenregionale berichten presenteren. Dat zijn voornamelijk titels die op een bepaald moment opgaan in een bestaande titel of die worden samengevoegd tot één nieuwe titel. Deze titels blijven soms nog enige tijd functioneren onder hun eigen hoofdredacteur. Daarnaast wordt op het gebied van bovenregionaal nieuws door verschillende regionale dagbladtitels samengewerkt, met als resultaat een vrijwel identieke landelijke en internationale berichtgeving. Verschillende titels met identieke bovenregionale berichten worden in Duitstalige landen samengevat met de term Publizistische Einheit (Schütz, 2005). Het Commissariaat voor de Media (2007: 6) noemt dit verschijnsel ‘kernkrant’. Kernkrant staat voor de unieke bovenregionale berichtgeving van een redac- tionele producteenheid, die kan bestaan uit slechts één dagbladtitel met ei- gen, uniek landelijk en internationaal nieuws (bijvoorbeeld ) of uit meerdere samenwerkende kranten met dezelfde bovenregionale berichtge- ving. Dit laatste blijkt in de praktijk uit nagenoeg identieke voorpagina’s en overeenstemmende pagina’s voor landelijk en internationaal nieuws zoals bij de a d -dagbladen (onder andere Utrechts Nieuwsblad, Rotterdams Dagblad, Haagsche Courant) en de h d c -dagbladen (onder andere ,

4 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 4 19-02-2009 16:58:37 Edmund Lauf en Rini A. Negenborn

Gooi- en Eemlander, ). Deze regionale dagbladen on- derscheiden zich alleen nog door een enkel regionaal of lokaal bericht op de voorpagina en afzonderlijke pagina’s met regionaal nieuws, al dan niet on- dergebracht in een apart katern. Het gebruik van kernkranten komt vooral voor bij regionale dagbladen. Een reden hiervoor is dat de verschillende re- gionale titels niet op dezelfde markt opereren en dat daardoor de kans klein is dat een lezer twee edities van dezelfde kernkrant leest. De algehele concentratie op de markt voor regionale dagbladen zet zich voort bij de kernkranten. In 1987 waren er in totaal 38 regionale kernkran- ten. In 2006 was dit aantal tot 17 gedaald. Met name deze terugloop zorgt voor een vermindering van de pluriformiteit. Immers, hoe meer kernkran- ten, des te groter het verschil tussen de verschillende titels. Het aantal regi- onale dagbladen per gemeente is volgens Bakker (2004) in de periode 1981- 2003 sterk afgenomen: in 2001 kon in 18 procent van de gemeenten gekozen worden tussen verschillende regionale dagbladen, in 1981 was dit nog 52 procent. Daarbij dient opgemerkt te worden dat er in 1981 809 gemeenten waren en in 2003 nog maar 489 (Bakker, 2004: 4). Het samengaan van ge- meenten heeft logischerwijze ook gevolgen voor de regionale informatie- voorziening. Zo kan het uitbreiden van een bestaande krant ervoor zorgen dat er over een groter gebied bericht wordt, waardoor een andere krant over- bodig wordt. Dat lokale monopolies ontstaan is nadelig voor de pluriformi- teit, maar hier ligt ook een kans voor de lokale informatievoorziening. Als er geen sprake is van concurrentie tussen lokale edities van dagbladen, dan is er ook geen noodzaak voor verscheidenheid in de bovenregionale berichtge- ving. Er kunnen vijf verschillende modellen voor besparingen bij de produc- tie van bovenregionale inhoud van regionale dagbladen worden onderschei- den: 1. Landelijke hoofdkrant. Hierbij wordt een landelijke kernkrant samenge- voegd met regionale kernkranten. Een voordeel van dit model is dat er al een centrale bovenregionale redactie bestaat. Er komen vervolgens titelspe- cifieke regionale en lokale katernen. Door het opheffen van de bovenregio- nale redacties worden kosten bespaard. Dit is het model dat in Nederland in de vorm van het a d gerealiseerd is. Deze constructie heeft vooralsnog tot een sterke daling van de totale oplage geleid. 2. Samengevoegde regionale kernkranten. Bij dit model worden regionale kernkranten samengevoegd met of zonder behoud van de eigen titel. Media Groep heeft er zowel met de h d c -dagbladen als met de twee Limburgse dagbladen, nu in het bezit van Mecom, voor gekozen de titel in stand te houden, maar dat de bovenregionale berichtgeving centraal te laten verzorgen. Anders dan bij het bovenstaande theoretische alternatief van een landelijke hoofdkrant, in dit geval zou dat een samenvoeging van de lande- lijke De Telegraaf met de regionale kernkranten kunnen betekenen, moet eerst uit de bestaande redacties een centrale redactie voor algemeen nieuws worden opgebouwd. 3. Samenwerkende regionale kernkranten. Het ontbreken van directe con- currentie tussen regionale dagbladen biedt nog een andere kans: samen- werking. Als een hogere oplage van het Haarlems Dagblad niet nadelig is voor het , waarom zouden deze titels hun bovenregionale berichtgeving dan niet delen? Zo kan de een bijvoorbeeld het nieuws over politiek, cultuur en binnenland produceren, terwijl de ander zich met bui- tenland en sport bezighoudt. Samenwerking kan ook grootschaliger plaats-

5 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 5 19-02-2009 16:58:37 Lokale berichtgeving in Nederlandse dagbladen. Een vergelijking tussen 1987 en 2006

vinden, door een netwerk waaraan alle deelnemers participeren. De centrale redactie van een titel blijft dan wel bestaan, maar kan worden verkleind. De omvang van de besparing is afhankelijk van de gezamenlijke gedeelde berichtgeving. De Geassocieerde Pers Diensten (g p d ) is een vroege maar beperkte vorm van dit type samenwerking tussen regionale dagbladen. 4. Externe leveranciers. Een regionaal dagblad kan ervoor kiezen het boven- regionaal nieuws helemaal door een andere partij te laten produceren, bij- voorbeeld door een persbureau. Nederland heeft de Barneveldse Krant, die volledig is overgestapt op bovenregionale berichtgeving van het a n p . In andere landen leveren persbureaus niet alleen beknopte berichten, maar hele katernen of themapagina’s, inclusief opmaak op maat.2 5. Geen bovenregionaal nieuws. Een laatste optie is helemaal geen bovenre- gionaal nieuws te publiceren. Tot nu toe heeft geen enkele aanbieder in Ne- derland voor deze optie gekozen. Die lijkt ook niet erg voor de hand te lig- gen, omdat regionale dagbladen juist om hun universele informatie bekendstaan.

Naarmate er op het niveau van de bovenregionale berichtgeving is bezuinigd, kan er meer worden geïnvesteerd in de lokale berichtgeving, bijvoorbeeld in de vorm van doelgerichte lokale edities. De lokale editie is immers het concrete product dat de lezer bereikt. Voor de toekomst van een regionaal dagblad is het van minder belang of de bovenregionale berichtgeving uniek is, maar lokaal nieuws is onmisbaar. ‘Het merk van de regionale krant moet uitgebuit worden, de urgentie van het nieuws moet hoger. Het is vooral die urgentie die lijkt te ontbreken: de krant bevat te weinig verhalen waar men op verjaardagen, bij de bakker en langs de lijn over napraat. Als je krant niet meer automatisch onmisbaar is, moet je jezelf onmisbaar maken’ (Bakker, 2008). Onderzoek in het buitenland laat zien dat een concentratie van kernkranten niet noodzakelijk een concentratie van lokale edities betekent. De verande- ringen in Oost-Duitsland van 1989 tot 1999 leidden bijvoorbeeld tot een halvering van het aantal kernkranten, maar niet tot een duidelijke terugloop van het aantal edities (Schneider, Möhring & Stürzebecher, 2000). De alge- mene centrale redacties van de kernkranten verzorgen dus meer edities met bovenregionaal nieuws, wat leidt tot een minder pluriform aanbod van bovenregionaal nieuws, maar niet noodzakelijk tot een verminderde lokale pluriformiteit. De samenvoeging van redacties tot newsrooms levert een synergie op die voor het behouden van de lokale redacties nodig is (Meier, 2007). Regionale dagbladen moeten zich dus concentreren op de lokale informatie en niet in concurrentie treden met andere regionale dagbladen. Bakker constateert dat er sprake is van een daling in het aantal gemeenten waar helemaal geen regionaal dagblad te ontvangen was: veertien gemeen- ten in 1990 en vijf in 2003 (Bakker, 2004: 4). In 2003 kan er dus weliswaar in minder gemeenten gekozen worden tussen verschillende regionale dag- bladen, maar er zijn verhoudingsgewijs meer gemeenten waarin een regio- naal dagblad verspreid wordt. Dat leidt ertoe dat ook in Nederland het aantal edities, in tegenstelling tot het aantal uitgevers en kernkranten, door de ja- ren heen juist is toegenomen: de 120 edities in 1987 zijn in 2006 uitge- groeid tot 138 edities (Commissariaat voor de Media, 2007: 78). De toename van het aantal edities lijkt erop te wijzen dat de regionale dag- bladen in Nederland het concept van de lokale specialisatie volgen. De rede- nen om een lokale editie uit te brengen, kunnen losstaan van journalistieke

6 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 6 19-02-2009 16:58:37 Edmund Lauf en Rini A. Negenborn

gedachten en alleen gebaseerd zijn op doelgerichte lokale werving en ver- spreiding van advertenties. In het meest extreme geval is de regionale berichtgeving van verschillende lokale edities identiek. Er is daarom infor- matie nodig over de mate waarin uitgevers van dagbladen in Nederland daadwerkelijk voor meer lokale specialisatie kiezen. Om te kunnen beoorde- len hoe doelgericht lokale edities van regionale dagbladen hun lezer met toegepaste informatie verzorgen, wordt aan de kant van de productie nage- gaan in hoeverre een editie door lokale journalisten in een gemeente is ver- tegenwoordigd en aan de kant van de berichtgeving hoeveel en hoe exclusief de regionale informatie is. Dit leidt tot de volgende drie deelvragen:

o v 1a: In hoeverre beschikken regionale dagbladedities over eigen redac- ties? o v 1b: Hoe omvangrijk is de regionale berichtgeving van regionale dagblad- edities? o v 1c: Hoe exclusief is de regionale berichtgeving van regionale dagblad- edities?

Uitgevers van regionale dagbladen maken gebruik van verschillende model- len om op het niveau van het bovenregionale nieuws synergie-effecten te bereiken. In totaal leidt dit tot een afname van het aantal kernkranten. Dat er meer edities worden uitgegeven, geeft aan dat uitgevers meer investeren in het verspreiden van lokale informatie. Dat betekent niet noodzakelijk dat in 2006 de burger in een gemeente ook over meer aanbod aan lokale infor- matie uit een editie kan putten. Daarom vormt de verandering van de hoe- veelheid regionale en lokale berichtgeving in lokale edities van regionale dagbladen in de afgelopen twintig het tweede aandachtspunt voor dit onder- zoek.

o v 2a: Is de omvang van de regionale berichtgeving toegenomen? ov 2b: Is het aantal lokale berichten toegenomen? ov 2c: Zijn de lokale berichten omvangrijker geworden?

Methode

Onderzoeksvraag 1

De vraag naar het bestaan van een eigen lokale redactie per editie en de hoe- veelheid en exclusiviteit van de regionale berichtgeving van een dagblad wordt beantwoord met een inhoudsanalyse van alle regionale dagbladen op één dag. Voor dit onderzoek is ervan uitgegaan dat het voor een indicatie van de exclusiviteit van de berichtgeving voldoende is om te kijken naar de dagbladen op één willekeurige dag, omdat een lokale redactie iedere dag een bepaald aantal pagina’s moet vullen. Geheel willekeurig is gekozen voor 7 december 2006. Alle uitgevers van regionale dagbladen zijn benaderd, waarna zij van alle 138 edities die verschenen zijn op 7 december 2006 een exemplaar hebben opgestuurd. Alleen de edities van titels met meer dan één editie zijn geanalyseerd. De acht titels met slechts één editie en de twee regionaal sterk gescheiden -edities en Rotterdam zijn uit- gezonderd.

7 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 7 19-02-2009 16:58:37 Lokale berichtgeving in Nederlandse dagbladen. Een vergelijking tussen 1987 en 2006

Per editie zijn de volgende variabelen gemeten: – Aanwezigheid van een lokale redactie: wanneer in de betreffende editie een lokaal redactieadres wordt genoemd, wordt verondersteld dat er sprake is van een lokale redactie. Wanneer er bijvoorbeeld alleen een hoofdredactie wordt genoemd, wordt de editie gecodeerd als ‘geen lokale redactie’. – Hoeveelheid regionale berichten: de titel van elk regionaal bericht afkomstig uit het regionaal/lokaal deel is genoteerd. Al deze berichten bij elkaar opgeteld vormen de ‘hoeveelheid regionale berichten’. – Hoeveelheid exclusieve regionale berichten: wanneer in verschillende edities dezelfde titel voorkomt (minimale aanpassingen in grootte of positie zijn toegestaan) is er geen sprake van een exclusief bericht. Als een bericht in geen enkele andere editie voorkomt, is het een exclusief bericht. Al deze exclusieve berichten bij elkaar opgeteld vormen de ‘hoe- veelheid exclusieve berichten’.

Het codeerwerk is uitgevoerd door één onderzoeker. Omdat het voorname- lijk om de registratie van de titels gaat, is er geen betrouwbaarheidstoets uitgevoerd.

Onderzoeksvraag 2

De omvang van de regionale berichtgeving, het aantal lokale berichten en de grootte ervan zijn door middel van een inhoudsanalyse van een aantal dag- bladedities bepaald. Voor deze analyse zijn edities geselecteerd die zowel in 1987 als in 2006 hebben bestaan en in de Koninklijke Bibliotheek beschik- baar waren. Per jaar is een virtuele week geanalyseerd, met de volgende zes data in 2006: maandag 27 maart, dinsdag 20 juni, woensdag 11 januari, donderdag 7 december, vrijdag 21 maart en zaterdag 1 juli. Voor een verge- lijking is in 1987 voor de volgende virtuele week met vergelijkbare data gekozen: maandag 30 maart, dinsdag 23 juni, woensdag 14 januari, donder- dag 10 december, vrijdag 24 maart en zaterdag 4 juli. In totaal zijn er dus 120 uitgaven, 60 in elk jaar, gecodeerd. Voor elke gekozen lokale dagblad-

Tabel 1 Editie 1987 Editie 2006 Grote Kleine Steekproef edities en gemeente gemeente gemeenten Alkmaarsche Courant Alkmaarsche Courant Alkmaar Heiloo Haarlems Dagblad, stad Haarlems Dagblad Haarlem Heemstede Brabants Dagblad, Den Bosch Brabants Dagblad, Den Bosch Den Bosch Vught Twentsche Courant, Hengelo De Twentsche Courant , Hengelo Hengelo Borne Provinciale Zeeuwse Courant Provinciale Zeeuwse Courant, Walcheren Middelburg Veere de Dordtenaar AD de Dordtenaar, Drechtsteden – Dordrecht Dordrecht Papendrecht Utrechts Nieuwsblad AD Utrechts Nieuwsblad, Utrecht Stad Utrecht Breukelen Limburgs Dagblad (Dagblad voor Oostelijk Zuid-Limburg) Limburgs Dagblad, editie Parkstad Heerlen Brunssum Nieuwsblad van het Noorden , Stad en Haren Groningen Haren Friesch Dagblad Leeuwarden Sneek

8 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 8 19-02-2009 16:58:37 Edmund Lauf en Rini A. Negenborn

editie is uit het kernverspreidingsgebied een grote (groter dan 40.000 inwo- ners) en een kleine gemeente (kleiner dan 40.000 inwoners) gekozen. Vervolgens zijn alle dorpen/steden binnen de geselecteerde gemeenten op een rij gezet, omdat alle berichten uit deze dorpen/steden moesten worden gecodeerd. Het aantal gemeenten waarvoor het aantal lokale berichten is vastgesteld is 240. Het aantal gecodeerde lokale berichten is 3219. De steekproef van geanalyseerde dagbladedities omvat zowel verschillende regio’s als verschillende uitgevers (Tabel 1), maar sluit de edities die in 1986 of in 2006 niet bestonden uit.

Per dagblad zijn de volgende variabelen gemeten: – Omvang van het lokale en regionale deel: het aantal pagina’s dat volledig is gevuld met lokale en/of regionale berichten. Daarbij zijn pagina’s die volledig uit advertenties bestaan niet meegerekend. Wanneer een krant op tabloidformaat verschijnt, is het aantal pagina’s gehalveerd. – Hoeveelheid lokale berichten: elk bericht dat betrekking heeft op de geselecteerde grote of kleine gemeente uit het kernverspreidingsgebied wordt gecodeerd. Om te bepalen of een bericht betrekking heeft op de geselecteerde gemeente moet het voldoen aan een van de volgende crite- ria: de naam van de betreffende gemeente (bijvoorbeeld Amsterdam, maar ook ‘onze gemeente’), een inwoner uit de betreffende gemeente (bijvoorbeeld een Amsterdammer, maar ook lokale bekendheden) en een plaats/wijk uit de betreffende gemeente (bijvoorbeeld de Jordaan). Wanneer de naam van een gemeente, een bepaalde inwoner, een plaats of wijk uit de gemeente in de titel of in de eerste zin van het bericht wordt vermeld, kan worden verondersteld dat de gemeente een promi- nente rol in het bericht speelt. Om te bepalen of een bericht daadwerke- lijk lokaal is, kijkt de codeur naar de titel en de plaats die onder de titel wordt genoemd en wordt de eerste alinea gelezen. Wanneer in berichten buiten de lokale of regionale katernen de betreffende gemeente wordt vermeld, kan het eveneens om een lokaal bericht gaan. Berichten buiten het regionale en lokale gedeelte moeten aan minimaal een van de vol- gende criteria voldoen om als ‘lokaal’ te worden geclassificeerd: de meer- derheid van de bij het bericht betrokken bevolking bevindt zich binnen de gekozen gemeente, de hoofdrolspelers van het bericht zijn afkomstig uit de gemeente of de in de berichtgeving centraal staande gebeurtenis vindt plaats in de gemeente. Het aantal lokale berichten bepaalt de ‘hoe- veelheid lokale berichten’. – Grootte van het lokale bericht: van elk lokaal bericht wordt vastgesteld of dit klein (=1, één kolom, waarbij het bericht maximaal twee keer zo lang als breed is), groot (=3, groter dan een kwart pagina) of middel (=2) is.

Het coderen van de berichten is uitgevoerd door acht studenten. Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te waarborgen, is een hele dag besteed aan een training op het gebied van coderen. Voor deze training is speciaal een codeurhandleiding geschreven, die uitgebreid is behandeld. De betrouw- baarheidstoets vond plaats aan het einde van de trainingsdag. De acht codeurs moesten een gehele editie coderen. De categorieën leverden vrijwel geen problemen op. De overeenstemming met de mastercodering van de onderzoekers was bijna 100 procent voor het aantal pagina’s van de regio- nale en lokale delen. Gemiddeld stemden 92 procent van alle door de

9 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 9 19-02-2009 16:58:38 Lokale berichtgeving in Nederlandse dagbladen. Een vergelijking tussen 1987 en 2006

codeurs als lokaal gecodeerde berichten met de mastercodering overeen, de grootte is met 94,8 procent overeenstemming gecodeerd. Het daadwerke- lijke codeerwerk heeft plaatsgevonden in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. De betrouwbaarheid van het coderen werd gegarandeerd door twee onderzoekers (supervisors) rond te laten lopen, zodat deze problemen en onduidelijkheden die tijdens het coderen ontstonden zo veel mogelijk kon- den verhelpen.

Resultaten

Het aandeel lokale edities met een eigen lokale redactie (o v 1a) is groot: in bijna twee van de drie edities wordt een redactie voor de lokale editie ver- meld (Tabel 2). Opvallend zijn hier de verschillen tussen de uitgevers: de edities van de h d c -dagbladen van de Telegraaf Media Groep en de overige uitgevers (in dit geval n d c en de Limburgse dabladen van Mecom) hebben het hoogste aandeel edities met een eigen redactie. De dagbladen van Wegener (sinds oktober 2007 in handen van Mecom) volgen op korte afstand. In de edities van het a d is echter nauwelijks een adres van een loka- le redactie te vinden. Dat er geen eigen lokale redactie aanwezig is, kan door besparingen van de uitgever worden verklaard. Ook kan het verspreidings- gebied van invloed zijn: de Wegener- of h d c -dagbladen omvatten een groot verspreidingsgebied met weinig dominante steden. De a d -titels daarente- gen omvatten bijvoorbeeld Utrecht en Rotterdam, waar een eigen redactie voor de verschillende lokale edities minder voor de hand liggend is.

Tabel 2 Aantal edities met een Kenmerken edities 2006 eigen lokale redactie Gemiddeld aantal Aantal exclusieve (in procenten) regionale berichten berichten n

AD Nieuwsmedia 26,7 44,5 13,9 15 Telegraaf Media Groep 70,6 40,8 15,0 17 Koninklijke Wegener 62,5 38,3 15,3 72 Overige uitgevers 70,8 34,2 11,2 24

Totaal 60,9 38,6 14,3 128

Gemiddeld verschijnen in één editie bijna veertig regionale berichten (o v 1b). Verrassend is dat de edities van het a d de meeste regionale berichten omvatten en de edities buiten de Randstad van Wegener, maar ook de ove- rige uitgevers zoals n d c , de minste. Als het om exclusieve berichtgeving gaat (o v 1c), dus berichten die in geen andere editie te vinden zijn, dan is dit aan- tal bij de a d -edities laag. Dit is anders bij de edities van de Wegener-titels: deze hadden gemiddeld een lager totaal aantal regionale berichten, maar het aantal en aandeel exclusieve berichten is in deze edities het hoogst. Wegener gebruikt dus relatief veel exclusieve berichten per editie. De h d c - edities van t m g zijn qua exclusiviteit van de berichten met de dagbladen van Wegener te vergelijken. Het aantal regionale berichten is niet gecorreleerd met het bestaan van een lokale redactie (r = -.04, n.s.) en ook niet met het aantal exclusieve berichten

10 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 10 19-02-2009 16:58:38 Edmund Lauf en Rini A. Negenborn

(r= .04, n.s.). Het aantal exclusieve berichten en het bestaan van een eigen lokale redactie hangen wel sterk met elkaar samen (r = .31, p <.001). Dat de samenhang niet hoger is, kan worden verklaard door het aantal berichtge- vingrelevante gebeurtenissen, dat vooral afhankelijk is van criteria van het verspreidingsgebied, zoals de aanwezigheid van een eigen bestuur, het aan- tal inwoners en de urbanisatiegraad. Lokale edities van regionale dagbladen beschikken in 2006 over een rede- lijk aanbod aan exclusieve regionale berichten die in meer edities dan in 1987 verschijnen. Niet alleen het aantal edities is toegenomen, ook het aan- tal regionale pagina’s (o v 2a). De toename van één pagina (20 procent) is significant (Tabel 3). Vooral bij de a d -titels, hier was al de grootste hoeveel- heid regionale berichten geconstateerd, maar ook bij Wegener is er sprake van duidelijke en significante toenames. Voor de overige regionale dagbla- den zijn geen significante afwijkingen gevonden.

Tabel 3 1987 2006 Verschil t-test n Verandering aantal regio- nale pagina’s gemiddeld Koninklijke Wegener 5,0 6,6 1,6 p <.05 36 per dagbladuitgave, 1987 AD Nieuwsmedia 3,7 7,6 3,9 p <.001 24 en 2006 Telegraaf Media Groep 6,1 5,7 -0,4 n.s. 24 Koninklijke Wegener 5,0 6,6 1,6 p <.05 36 Overige uitgevers 5,2 4,6 -0,6 n.s. 36

Alle uitgevers 5,0 6,0 1,0 p <.05 120

Dat het aantal regionale berichten en exclusieve berichten niet samenhangt, toont aan dat een toename van het regionale aanbod niet noodzakelijk tot meer lokale berichten leidt. Daarnaast kunnen lokale berichten buiten het regionale deel verschijnen. In dit onderzoek wordt lokale berichtgeving geoperationaliseerd als berichtgeving over één bepaalde gemeente. Per edi- tie is gelet op de berichten over één kleine en één grote gemeente. Het aan- tal berichten op regionale pagina’s is van 1198 tot 1210 toegenomen, terwijl de lokale berichtgeving buiten de regionale delen van 467 tot 344 is afgeno- men. De analyse-eenheid is het gemiddelde aantal berichten op een wille- keurige dag per gemeente. Het aantal lokale berichten per dag (o v 2b), berichten over één gemeente, is in de afgelopen twintig jaar niet significant veranderd. Voor alle uitgevers geldt dat de verschillen niet significant zijn.

Tabel 4 1987 2006 Verschil t-test n Verandering aantal lokale berichten gemiddeld per AD Nieuwsmedia 15,7 17,1 1,4 n.s. 48 dagbladuitgave, 1987 en Telegraaf Media Groep 15,7 11,2 -3,5 n.s. 48 2006 Koninklijke Wegener 14,4 13,0 -1,4 n.s. 72 Overige uitgevers 10,9 11,3 0,4 n.s.. 72

Alle uitgevers 13,9 13,0 -0,9 n.s. 240

11 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 11 19-02-2009 16:58:38 Lokale berichtgeving in Nederlandse dagbladen. Een vergelijking tussen 1987 en 2006

De omvang van de berichtgeving (o v 2c) – of een lokaal bericht kort, gemid- deld of groot is – is in de afgelopen twintig jaar afgenomen (Tabel 5). Significant korter zijn de berichten in de a d -edities en de h d c -edities van de Telegraaf Media Groep.

Tabel 5 1987 2006 Verschil t-test n Verandering gemiddelde grootte* van lokale berich- AD Nieuwsmedia 2,00 1,53 -0,48 p <.001 787 ten gemiddeld per dag- Telegraaf Media Groep 2,24 2,03 -0,21 p <.05 646 bladuitgave, 1987 en 2006 Koninklijke Wegener 1,92 1,85 -0,07 n.s. 988 Overige uitgevers 2,06 1,95 -0,12 n.s. 798

Alle uitgevers 2,05 1,90 -0,15 p<.001 3219 * 1 = klein, 2 = gemiddeld, 3 = groot.

Conclusie

Regionale dagbladen leveren met hun zelfstandige bovenregionale verslag- geving een bijdrage aan de pluriformiteit en zijn daarmee van grote beteke- nis voor het maatschappelijke discours. Waren de jaren tachtig nog het gou- den decennium voor dagbladen, inmiddels heeft op de dagbladenmarkt een enorme concentratie plaatsgevonden. De laatste jaren is de oplage van regi- onale dagbladen en hun aandeel in de reclamebestedingen afgenomen. Sommige uitgevers hebben er daarom voor gekozen om op de bovenregio- nale berichtgeving te besparen. Verschillende besparingsmodellen (zie hier- boven), zoals overname van bovenregionaal nieuws uit een landelijke krant (a d ) en het samenvoegen van verschillende algemenen redacties (h d c ), zijn toegepast. Van de drie grootste uitgevers biedt alleen Wegener nog titels met onderscheidend bovenregionaal nieuws. Het is de vraag of besparingen op bovenregionaal niveau leiden tot een onveranderd, een groter of een klei- ner aanbod aan lokaal nieuws. De analyse laat zien dat alle regionale dagbladen voor een regionale en doel- gerichte lokale informatievoorziening zorgen, meer dan de helft van de edi- ties door een lokale redactie geproduceerd worden en de exclusiviteit van de berichtgeving hoog is. Omdat er meer lokale edities zijn in 2006 dan in 1987 en in deze edities het aantal berichten niet significant is afgenomen, kan worden gesteld dat het totale aanbod aan niet alleen regionaal, maar ook aan lokaal nieuws is toegenomen. Het model dat a d Nieuwsmedia aanhoudt – een leidende landelijke hoofd- krant – biedt de lezer vele regionale berichten op meer regionale pagina’s dan vroeger, maar de berichten zijn minder exclusief en duidelijk korter. Het model dat bij de h d c -dagbladen gehanteerd wordt – de samengevoegde regionale kernkranten –, gaat samen met weinig exclusieve berichten en lokale berichten die korter zijn dan in 1987. De regionale titels van Wegener hebben in de afgelopen jaren geen duidelijk model voor bezuinigingen bij de algemene berichtgeving gebruikt, maar deze titels zijn wel, net zoals de h d c -titels, ook bij g p d aangesloten. De Wegenertitels beschikken in 2006 over meer regionale pagina’s dan twintig jaar ervoor. Het aantal en de groot-

12 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 12 19-02-2009 16:58:38 Edmund Lauf en Rini A. Negenborn

te van de lokale berichten is daarentegen nauwelijks veranderd. Te concluderen valt dat ongeacht de sterk gedaalde bovenregionale plurifor- miteit het lokale en regionale aanbod voor de lezer nauwelijks is veranderd. De regionale dagbladen leveren nog steeds een onmisbare dagelijkse bij- drage aan de lokale informatievoorziening. Het einde van de lokale infor- matievoorziening via regionale dagbladen is dan ook nog niet in zicht.

Noten

1 Resultaten van dit onderzoek zijn eerder verschenen in het rapport Mediaconcentratie in Beeld 2006 van het Commissariaat voor de Media (2007). Op deze plek willen wij Jan van Cuilenburg, Nancy Dingshoff en Quint Kik bedanken voor hun bijdragen aan dit onder- zoek. 2 Zie o.a. http://www.ddp.de/produkte_dienste/publishing/: daardoor zijn besparingen tot 80 procent van de kosten van een eigen redactie mogelijk (Vogel, 2007).

Literatuur

Bakker, P. (2004). Lokale & regionale media in Nederland. Verschuivingen in aanbod en gebruik 1981-2003. Den Haag: Bedrijfsfonds voor de Pers. Bakker, P. (2008). De krant: het wordt nooit meer zoals ’t was. Geraadpleegd september 2008, http://www.brabantsdagblad.nl/algemeen/opinie/debatregionalejournalistiek/ 3598151/Meepraten-over-de-toekomst-van-de-krant.ece. Bakker, P. & P. Hendriks (1994). Dagbladen: Nederland monopolieland?. I&I, 3(12), 59-67. Broersma, M. (2003). Tegen de trend. Regionale journalistiek in een veranderende samenleving. Meppel: Krips. Commissariaat voor de Media (2007). Concentratie en pluriformiteit van de Nederlandse media 2006. Hilversum: Commissariaat voor de Media. Cuilenburg, J.J. van et al. (1990). De redactionele zelfstandigheid van dagbladen. Studie van de Stichting Het Persinstituut ten behoeve van het Bedrijfsfonds voor de Pers over instru- menten ter meting en beoordeling van de zelfstandigheid van kranten. Den Haag: Bedrijfsfonds voor de Pers. Meier, K. (2007). Innovations in Central European Newsrooms: Overview and case study. Journalism Practice, 1(1), 4-19. Schneider, B., W. Möhring & D. Stürzebecher (2000). Ortsbestimmung. Lokaljournalismus in den neuen Ländern. Konstanz: u v k Medien. Schütz, W.J. (2005). Redaktionelle und verlegerische Struktur der deutschen Tagespresse. Übersicht über den Stand 2004. Media Perspektiven, (5), 233-242. Vogel, A. (2007). Perspektiven von Kooperationen und Fusionen bei regionalen Tageszeitungen: Zusammenarbeit in Content-Produkten, Herstellung und Vertrieb. Berlijn: Friedrich-Ebert- Stiftung. Vergeer, M. (2006). Lokale medialandschappen in Nederland 2005. Den Haag: Bedrijfsfonds voor de Pers. Witteloostuijn, A. van, C.A.J.J. Boone, W. Hendriks, A.Th.M. van Iterson, R.L. Olie & R. van Well (1998). Van courantier tot strateeg. De rol van markt en management in het Nederlandse krantenbedrijf. Den Haag: Bedrijfsfonds voor de Pers.

13 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 13 19-02-2009 16:58:38 Lokale berichtgeving in Nederlandse dagbladen. Een vergelijking tussen 1987 en 2006 Abstract

Edmund Lauf and Rini A Negenborn how many pages with news articles with region- al and local news are spread by the newspapers Local news in Dutch newspapers and how exclusive are these articles. To analyze the trend of the amount of pages with regional Today there are a lot of news media: radio, tele- and local news and the actual amount of the vision, magazines, internet and paid and free news articles, there is a comparison between papers. There is no doubt about the high amount newspapers in 1987 and newspapers in 2006. of news. In this research we focus on the quan- These results show that there are more pages tity and diversity of regional and especially local devoted to regional and local news in 2006 with news of daily newspapers in the Netherlands: nearly the same amount of local articles.

Keywords:

news, newspapers, local news.

14 Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, Jaargang 37/2009 nr. 1

Guest (guest) IP: 170.106.35.76 B_BOOM018_TvC 2009-1.indd 14 19-02-2009 16:58:38