Henriette Roland Holst

samenstelling Garmt Stuiveling

bron Garmt Stuiveling, Henriette Roland Holst (Schrijversprentenboek 16). De Bezige Bij, Amsterdam / Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag 1977 (tweede druk)

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/stui002henr01_01/colofon.htm

© 2007 dbnl / erven Garmt Stuiveling

i.s.m. 2

Kleine kroniek

1869 - 24 december: geboorte van Henriette Goverdine Anna, tweede kind uit het huwelijk van de Noordwijkse notaris Mr. Theodoor Willem van der Schalk en Anna Ida van der Hoeven. Het oudste kind, Willem Cornelis Theodoor was geboren op 16 januari 1868. 1877 - 2 februari: geboorte van Maria Jacoba Arnoldina, derde kind in het gezin Van der Schalk. 1884 - juni: vroegste datum in het jeugdwerk van Henriette van der Schalk, voorzover dit bewaard bleef. 1884 - oktober: vertrek naar het internaat Oosterwolde bij Arnhem. Ofschoon Henriette, vereenzaamd en onbegrepen, er overspannen raakt, keert zij na een rustkuur te Amsterdam toch naar Oosterwolde terug. 1888 - oktober: vertrek naar Luik, waar Henriette terwille van het Frans een winter en pension is bij een ingenieursweduwe. Verliefdheid-op-afstand op een operazanger. 1889 - voorjaar: kort verblijf in Brussel, samen met haar ouders, en terugkeer naar . 1890 - voorjaar: en Kitty van Vloten vestigen zich te Noordwijk in Villa Nova. Vriendschappelijke contacten van Henriette met het gezin Verwey. 1891 - 10 december: sterfdag van prof. dr. Abraham Kuenen, als kritisch theoloog een der woordvoerders van het Modernisme. Aan zijn nagedachtenis wijdt Henriette van der Schalk twee sonnetten. 1892 - maart-april: ontstaan van enkele heftig bewogen sonnetten voor Verwey. 1892 - april: bezoek aan het atelier van Jan Toorop te Katwijk, samen met haar vader en met een vriendin. Diep onder de indruk schrijft Henriette een reeks sonnetten voor Toorop. 1892 - eerste publikatie van Henriette van der Schalk, doordat Toorop het sonnet ‘Ze zijn heel oud - veel ouder dan ze 't weten’ laat afdrukken in de Catalogue de la première exposition annuelle, Anvers Mai-Juin 1892. 1892 - 29 juni: noodlottig ongeval waarbij notaris Van der Schalk tezamen met zijn jongste dochter in het Galgewater te Leiden verdrinkt. 1892 - juli: beoordeling van de gedichten van Henriette van der Schalk door Albert Verwey, die dan in Amersfoort bij logeert. 1892 - november: huldigingsavond van Paul Verlaine in Den Haag. Temidden van andere artiesten ziet Henriette van der Schalk daar voor het eerst de jonge schilder R.N. Roland Holst. 1893 - eind januari: kennismaking met Herman Gorter, die op schaatsen naar Noordwijk is gekomen en bij de Verwey's logeert; de volgende dag bezoekt hij Henriette thuis. 1893 - begin februari: kennismaking met R.N. Roland Holst, ook ten huize van de Verwey's. De ontmoeting leidt tot vriendschap, de vriendschap tot een verloving. 1893 - juni: debuut met zes sonnetten in De Nieuwe Gids, jrg. VIII, afl. 5, hetzelfde nr. waarin ook J.H. Leopold debuteert. 1895 - zomer: verhuizing van Mevrouw Van der Schalk naar Hilversum.

Henriette Roland Holst 1896 - 7 januari: verschijning van de bundel Sonnetten en verzen in terzinen geschreven, typografisch verzorgd door R.N. Roland Holst, en in de colofon gedateerd: december 1895. 1896 - 16 januari: huwelijk van Henriette van der Schalk en R.N. Roland Holst in het gemeentehuis te Hilversum. Na hun huwelijksreis naar de Rivièra en de Italiaanse kunststeden, vestigen de Holsten zich te 's-Graveland in de tuinmanswoning van het buiten Schoonoord. 1897 - april: Paascongres van de SDAP te Arnhem. Herman Gorter en het echtpaar Roland Holst, als gasten aanwezig, worden lid. 1898 - februari: aflevering van de Nieuwe Tijd, jrg. II, nr. 8, met op het omslag voor het eerst de mededeling: onder redactie van Henriette Roland Holst, F. van der Goes en H. Gorter. 1900 - Internationaal Socialistisch Congres te Parijs, waar HRH aan deelneemt. 1903 - januari en april: eerste en tweede spoorwegstaking; ernstige represailles van overheidszijde. 1903 - 15 mei: verhuizing naar Laren, waar Berlage een huis voor Henriette en Rik Roland Holst heeft gebouwd: De Heidreef, nu Drift nr. 21. 1904 - augustus: Internationaal Socialistisch Congres te Amsterdam; contact met de Russische delegatie. 1907 - augustus: Congres te Stuttgart, waar HRH spreekt. Eerste ontmoeting met Trotzky. 1908 - winter: maandenlang verblijf van HRH en haar man in Londen. 1909 - februari: buitengewoon congres te Deventer; de groep rondom het weekblad De Tribune, circa 500 leden waaronder Gorter, verlaat de SDAP en richt in maart de SDP op. Van een nieuw discussie-orgaan binnen de SDAP, Het Weekblad, worden HRH en Wibaut redacteur. 1910 - juli: HRH legt het redacteurschap en haar andere partijfuncties neer. 1911 - 21 januari: eerste opvoering van De opstandelingen. Later in het jaar bedankt HRH als lid van de SDAP. 1914 - 24 april: sterfdag van mevrouw Van der Schalkvan der Hoeven. HRH erft de helft van het buitengoed De Buissche Heide, nabij Zundert. 1915 - 2 mei: oprichting van het Revolutionair Socialistisch Verbond. 1915 - september: Conferentie te Zimmerwald, met HRH als enige Nederlander. Tweede ontmoeting met Trotzky. 1916 - mei: samengaan van RSV met SDP. 1918 - november: omvorming van de SDP tot Communistische Partij. 1919 - april: verhuizing naar De Buissche Heide. R.N. Roland Holst wordt hoogleraar aan de Rijksacademie voor beeldende kunsten te Amsterdam. 1921 - juni-juli: reis naar Moskou ter bijwoning van het congres der Komintern. Derde ontmoeting met Trotzky. 1922 - na de opheffing van De Nieuwe Tijd wordt De Communistische Gids gesticht, met HRH in de redactie. 1924 - mei: HRH bedankt als lid van de CPH, maar sluit zich na de politieke nederlaag van Wijnkoop en Van Ravesteyn in juni 1925 weer aan. 1926 - R.N. Roland Holst wordt hoogleraar-directeur van de Rijksacademie. September: verhuizing naar Bloemendaal, Zomerzorgerlaan 27. 1927 - 16 november: definitieve breuk met de CPH. Overtuigd religieus-socialiste. Samenwerking met Sneevliet.

Henriette Roland Holst 1931 - buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde te Gent. 1937-1938 - lange periodes van ernstige ziekte. 1938 - 31 december: sterfdag van R.N. Roland Holst. 1939 - verhuizing naar Blaricum, later naar Heemstede, naar Santpoort en in augustus 1943 naar De Buissche Heide. 1947 - 20 mei: eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. 1947 - oktober: fractuur van het heupbeen als gevolg van een val; langdurig verblijf in het ziekenhuis. 1949 - 31 januari: verhuizing naar Van Eeghenstraat 64 te Amsterdam. 1949 - 24 december: tachtigste verjaardag met bescheiden huldiging. 1952 - 21 november: HRH overlijdt te Amsterdam.

Henriette Roland Holst 3

[Schrijversprentenboek]

1 - Lindenhof, het geboortehuis van Henriette van der Schalk te Noordwijk, Lindenplein 1.

2 - Beginregels van een gedicht uit: ‘De nieuwe geboort’ (verschenen november 1902).

Ruik ik de reuk der bloesemende linden, ruik ik de reuken waar ik eens van zong toen zang en geur aanwiekte' op alle winden, dan glijdt een vroeger zoet over de tong ...

Henriette Roland Holst 4

3 - Mr. Theodoor Willem van der Schalk.

4 - Uit: ‘Het vuur brandde voort’ (1949).

Mijn vader was notaris te Noordwijk, een bloeiend dorp tusschen de bollenvelden, op een half uurtje afstand van de zee. Zooals ik hem mij herinner uit mijn kinderjaren was hij van een zeldzame manlijke schoonheid. Hij had een edel gevormden schedel, kleine diepliggende donkere oogen, een arendsneus, fijngevormde zinnelijke lippen en een frissche gelaatskleur.

Henriette Roland Holst 5 - Anna Ida van der Schalk-van der Hoeven.

6 - Henriette als kind.

7 - Uit: ‘Het vuur brandde voort’.

Mijn moeder voldeed niet aan de klassieke schoonheidsnormen, daarvoor was haar gelaatskleur niet bloeiend genoeg en waren haar trekken te

Henriette Roland Holst weinig regelmatig. Maar er ging een zeldzame bekoring van haar uit en iedereen werd getroffen door haar lieftalligheid en gratie, meer nog door het zielvolle in haar blik, haar stem en haar gebaren.

Henriette Roland Holst 5

8 - Op vijftienjarige leeftijd.

9 - Uit: Dr. K. Proost, ‘Henriëtte Roland Holst in haar strijd om gemeenschap’ (1937).

...zij was een teruggetrokken, droomerig, maar ook een wild en slordig kind, dat zich moeilijk schikken kon, vaak recalcitrant was en uit den band sprong, waarbij vooral de gouvernantes het nog al eens moesten ontgelden. Maar ook haar familie kon zij het lastig genoeg maken en toen op haar twaalfde jaar een oom eens bemiddelend optrad en haar poogde duidelijk te maken dat zij toch met haar familie leven moest, was haar eenige reactie: ‘ik word toch dichteres’.

Henriette Roland Holst 10 - Een der vroegste gedichten; onder de tweede strofe gedateerd: Noordwijk 26 October (1884).

Henriette Roland Holst 6

11 - Prof. Dr. A. Kuenen, bij wiens dood Henriette van der Schalk twee sonnetten schreef.

12 - Albert Verwey.

13 - Kitty Verwey-van Vloten.

Henriette Roland Holst 15 - Gedicht van Henriette van der Schalk, door Toorop gedrukt in de ‘Catalogue de la première exposition annuelle’ Anvers Mai-Juin 1892. In vs. 1 is ‘om’ een drukfout voor ‘oud’.

16 - Uit een brief van Verwey aan Toorop, 6 of 7 juni 1892.

Haar sonnet in die Catalogus is een uiligheid. 't Zit vol fouten. Drukfouten. Bovendien heeft ze 't later veel verbeterd. Maar uitgegeven - onder goeie lui bederft 't 'r reputatie. Grooter ondienst kun je haar niet doen dan haar op de spraak te brengen. Haar - ik bedoel haar talent en haar later - mogelijken goeden naam als auteur.

Henriette Roland Holst 7

14 - Jan Th. Toorop.

17 - Bericht uit het Leidsch Dagblad, 30 juni 1892.

Henriette Roland Holst 18 - Mevrouw Van der Schalk, naar een tekening van R.N. Roland Holst, 1895.

Henriette Roland Holst 8

19 - Herman Gorter.

20 - Uit: ‘Sonnetten en verzen in terzinen geschreven’ (verschenen januari 1896).

Ik leefde, en wijsheid was voor mij een woord; toen werd ik genoodigd haar gast te wezen door Dante's princelijk en machtig woord. Rijkelijk at mijn ziel van wat hij bood en zoo is al mijn kennis van haar wezen van hem afkomstig, als van koren brood.

Henriette Roland Holst 21 - Begin van een ongepubliceerd gebleven vertaling van Dantes ‘Convivio’.

Henriette Roland Holst 9

22-23 - De Nieuwe Gids, jrg. VIII, afl. 5, juni 1893, met op blz. 226-231 het eigenlijke debuut: Verzen, van Henriëtte van der Schalk.

23

Henriette Roland Holst 24 - Henriette met haar moeder.

Henriette Roland Holst 10

25 - Verlovingsfoto.

26 - Briefje aan Albert Verwey ter gelegenheid van de verloving.

Henriette Roland Holst 27 - Uit: ‘Sonnetten en verzen in terzinen geschreven’.

Ik werd geboren met een aard die sterk van zelf gaat naar de kern van alle zaken maar veel stond tusschen mij in en mijn werk. Groeiende heb ik dat op zij gezet: het werd al lichter, alle duisters braken en ik zag liefde als de levenswet.

Henriette Roland Holst 11

28 - Twee bladzijden uit ‘Sonnetten en verzen’, gedrukt rood en zwart.

29 - Uit: ‘Kinderjaren en jeugd van R.N. Roland Holst’ (verschenen februari 1941).

De eerste moeilijkheid, die zich voordeed, was die van de titels, zoowel van de enkele verzen als van de afdeelingen, waarin de bundel was gesplitst. Die titels waren veel te kort, luidde der Kinderens verdict, om voor den kunstenaar, die het geheel verzorgde, bruikbaar te zijn. Zij moesten worden vervangen door uitgebreide opschriften. Dan pas kon elke bladzijde en elk onderdeel tot een zorgvuldig overwogen harmonisch geheel worden gemaakt. Ik moet bekennen, dat de schrik mij om het hart sloeg, toen mij gevraagd werd, titels van ‘passende’ lengte te bedenken.

30 - De eerste bundel.

Henriette Roland Holst 12

31 - Jan Veth, een van de getuigen bij het huwelijk

32 - Trouwkaart.

33 - Trouwboekje.

Henriette Roland Holst 34 - Uit: ‘Het vuur brandde voort’.

Ons huis te 's Graveland had maar één verdieping en een groote zolder, waarin wij een logeerkamertje en een kamer voor het dienstmeisje lieten timmeren. Er behoefde verder niets aan verbouwd te worden, maar het had jaren lang leeg gestaan en alles moest nieuw geverfd en behangen worden. Mijn man koos zuivere lichte kleuren tot ontsteltenis van den ambtenaar, die het huis kwam zien voor het vaststellen der belasting. ‘Ik ril nog, Edelachtbare, als ik er aan denk’, zei hij tegen den burgemeester.

35 - Interieur van het huis in 's-Graveland.

Henriette Roland Holst 13

36 - Lithografie van R.N. Roland Holst (1898).

Henriette Roland Holst 14

37 - Frank van der Goes, oprichterredacteur van De Nieuwe Tijd.

38 - J. Saks (= P. Wiedijk), redacteur sinds 1902.

39 - Herman Heijermans redacteur sinds 1903.

40 - J. Fortuyn, uitgever van De Nieuwe Tijd.

Henriette Roland Holst 41 - Eén-Mei-plaat van R.N. Roland Holst met tekst van Henriette Roland Holst.

42 - De Nieuwe Tijd, febr. 1898, met voor het eerst de namen van der redacteuren op het omslag.

Henriette Roland Holst 15

43 - Brief van het partijbestuur van de SDAP.

44 - Uit: ‘Opwaartsche wegen’ (1907).

O strijd van nu, schoon zijt ge die als een stroom zwelt; onze ziel verwijdt ge: levensfeest bereidt ge waar het hart naar zwelt.

Henriette Roland Holst 45-48 - Publikaties van HRH uit de jaren 1898-1899.

46

47

Henriette Roland Holst 48

Henriette Roland Holst 16

49 - Tekening van Albert Hahn.

50 - Herman Gorter in ‘De school der poëzie’, (1905).

30 Januari 1903

Er is iets groots in ons klein land geschied. Hebt ge 't gehoord? de spoorarbeiders hebben uit vrijen wil de havenarbeiders gesteund, niet voor zichzelf maar slechts voor hen.

Henriette Roland Holst 51 - P.L. Tak.

57-60 - Publikaties uit de jaren 1902-1903.

58

Henriette Roland Holst 17

52 - P.J. Troelstra.

53 - J. Oudegeest, een van de leiders van de spoorwegstaking.

54 - F.M. Wibaut.

55 - Uit: ‘De nieuwe geboort’.

Voor mij is de avond te gast en om mij stroomt het volk in de zaal; ik grijp ze en houd ze vast met de macht der taal.

Henriette Roland Holst 56 - Uit: P.J. Troelstra ‘Gedenkschriften II: Groei’ (1928).

De wetenschappelijke propaganda, die Mevrouw Holst en Gorter de eerste jaren hebben gevoerd, is voor de ontwikkeling van de arbeidersklasse van groot belang geweest. Nooit zal ik vergeten, hoe op een stralenden voorjaarsdag mevrouw Holst, zoo jong en opgewekt, op mijn bureau aan ‘Het Volk’ bij mij kwam en mij twee door haar geschreven boeken aanbood. Het eene was de dichtbundel ‘De Nieuwe Geboort’, het andere was ‘Kapitaal en Arbeid in Nederland’.

59

60

Henriette Roland Holst 61 - HRH tijdens een toespraak.

Henriette Roland Holst 18

62-65 - Deelnemers aan het Internationaal socialistisch congres te Amsterdam, augustus 1904: August Bebel, , Jean Jaurès, Henry Mayers Hyndman.

63

66 - Tekening van Albert Hahn in het Zondagsblad van Het Volk, 21 augustus 1904.

Henriette Roland Holst 19

64

65

67 - Het bureau van het Congres. Bovenste rij Van Kol, Ugarte, Nemec, Vaillant, Adler, Kautsky, Walecki, Van der Velde; tweede rij: Cypriani, Troelstra, Belfort Bax, Soukup, , Bracke, Cambier, Longuet, Anseele; voorste rij: Hyndman, Olaf Kringen, Katayama, Plekhanow, Kundsen, Hilquitt, Navroji.

68 - Uit: ‘Het vuur brandde voort’.

Henriette Roland Holst De russische partij had een groote afvaardiging gestuurd, waarbij zich een aantal politieke ballingen bevonden. Onder hen was Katarina Breschkofskaja, de grootmoeder der revolutie. Een groep hollandsche afgevaardigden verzocht mij om aan de oude vrouw, voor wie alle russische socialisten, tot welke fractie zij ook behoorden, de diepste vereering hadden, namens hen bloemen aan te bieden. Een diepe ontroering maakte zich van mij meester, toen zij met een vriendelijken glimlach tegen mij zei: ‘Merci, mon enfant’.

Henriette Roland Holst 20

69 - Henriette en Rik Roland Holst voor hun woning.

70 - Samen met Herman Gorter, Wies Gorter, R.N. Roland Holst en mevrouw Van der Schalk, haar moeder, op de Buissche Heide.

Henriette Roland Holst 21

71 - Op het congres te Stuttgart, 1907, waar HRH als een der sprekers kennis maakte met Trotzky.

72-75 - Publikaties uit de jaren 1906-1910.

73

Henriette Roland Holst 74

75

Henriette Roland Holst 22

76 - Prent uit het Handelsblad; overgenomen in het Zondagsblad van 6 mei 1906: Tak en Schaper als helpers van Troelstra, tegen de linkse groep van De Nieuwe Tijd

Het Congres van de S.D.A.P. Iene miene mukken, Nieuwe Tijd moet bukken...... Troelstra is de baas!

77 - Deventer 1909; uit: ‘Het vuur brandde voort’.

Het grootste deel der partijgenoten, die in Deventer bijeen waren, zou de Tribune-redakteuren geen traan naweenen, maar zij wisten, dat met hen vijf à zeshonderd leden de partij zouden verlaten; het meerendeel daarvan waren stoere werkers. Niemand dacht er aan, den algemeen beminden Gorter uit te sluiten, maar hij had nu eenmaal zijn lot aan dat der

Henriette Roland Holst Tribunisten verbonden en was niet van plan hen in den steek te laten. Na afloop van het kongres zat Wibaut in een hoekje van de zaal te schreien. Hij hield veel van Gorter en voorzag, dat deze op den duur niet met de Tribune-redakteuren zou kunnen samenwerken.

78 - Groep SDP; derde van links: Herman Gorter.

Henriette Roland Holst 23

79 - Uit: De Notenkraker, 16 april 1911.

‘DE OPSTANDELINGEN’. (Slot van het laatste bedrijf). De opvoering van het lyrisch drama van onze partijgenoote H. Roland Holst is een groote gebeurtenis geweest in tweeërlei opzicht. Het was een gebeurtenis in letterkundig opzicht, wijl de bloeiende pracht en de eindelooze beeldenrijkdom dezer verzen thans, van de planken gesproken, gelijk hun bestemming is, een overweldigenden indruk maakten, waardoor het tot het besef der hoorders doordrong, dat hier het schoonste woord gesproken werd, dat sinds twee eeuwen in onze taal geschreven werd. Een gebeurtenis echter was het ook niet minder groot voor onze socialistische arbeidersbeweging. De kunst en de revolutionaire gedachte reikten elkaar de hand tot een verbond, waarvan het vruchtdragend vermogen voor beide, dit was het inzicht dat zich den aanwezigen onweerstaanbaar opdrong, zegenrijk moet zijn.

Henriette Roland Holst De afbeeldingen die wij geven, zijn tevens te beschouwen als een hulde aan het talent dat aan de opvoering besteed is. De drie hoofdpersonen, wier portretten wij opnemen in het wezen waarin zij optraden, hebben de voorstelling gedragen door hun volkomen toewijding, door hun dramatische kracht en hun gevoel voor de schoonheid van den klank. Er waren ongenoemden, uit het koor te voorschijn tredend, die bij hen nauwelijks achterstonden. Wanneer wij hun beeltenis niet plaatsen, is het slechts omdat wij de door hen gewenschte naamloosheid eerbiedigen. De groep, waarvan wij een foto reproduceeren, stelt een tooneel op het eind van het laatste bedrijf voor: het afscheid van de ter dood veroordeelden in de gevangenis, terwijl het op den grond gelegerd koor hun woorden van troost en moed met echo's van gevoel beantwoordt. Laat ons hopen dat nog velen in allerlei oorden des lands in staat gesteld mogen worden om aan deze openbaring van Kunst en Socialisme deel te nemen. En zij die daartoe niet in de gelegenheid zullen komen, kunnen, het drama lezend, hun fantasie aanvullen met de beelden die wij hierbij geven.

Henriette Roland Holst 24

80 - Uit: ‘De vrouw in het woud’ (1912).

Ik die had kameraadschap uitgegeven tot levenswachtwoord in mijn jong getij, ik word nu door de makkers uitgedreven en kan geen schred meer houden met hun rij.

81 - Het echtpaar Roland Holst met hun neef Adrianus

Henriette Roland Holst 82 - Aantekeningen uit 1913, inzake de ten geschenke gegeven boeken.

84-87 - Publikaties uit de jaren 1911-1913.

Henriette Roland Holst 25

83 - Brief aan HRH.

85

Henriette Roland Holst 86

87

Henriette Roland Holst 26

88 - Uit: ‘Het vuur brandde voort’

De bijeenkomst van Zimmerwald was voor millioenen in de loopgraven - zooals sommigen hunner mij later persoonlijk verzekerden - de eerste lichtstraal in den donkeren nacht. Het bericht, dat socialisten van alle oorlogvoerende landen bij elkaar waren geweest en niets onbeproefd zouden laten om zoo spoedig mogelijk een vrede ‘zonder annexaties en oorlogsschattingen’ tot stand te brengen, deed hun harten opspringen van hoop en vreugde.

89-92 - Enkele deelnemers aan de conferentie te Zimmerwald, 1915: Trotzky, Ledebour, Grimm en Angelica Balabanoff.

Henriette Roland Holst 93 - Het orgaan van de kleine groep radicaal-socialistische antimilitaristen.

94 - HRH in 1915.

Henriette Roland Holst 27

90

91

92

Henriette Roland Holst 95 - De Buissche Heide, nabij Zundert, het buitengoed dat voor de helft eigendom werd van HRH na de dood van haar moeder op 24 april 1914. Het werd voorgoed een tweede huis.

96-99 - Publikaties uit de jaren 1915-1919.

97

98

Henriette Roland Holst 99

Henriette Roland Holst 28

100-101 - Rosa Luxemburg en , beiden te Berlijn vermoord op 15 januari 1919.

101

102-103 - Lenin en zijn vrouw Kroepskaja.

103

Henriette Roland Holst 104 - Uit een brief van A. Roland Holst aan P.N. van Eyck, juni 1921.

105 - Uit een brief van Ignazio Silone aan HRH, 30 mei 1950.

Je vous ai connue à Moscou, en 1921, lors du magnifique discours que vous avez prononcé en défense du K.A.P.D. et des éléments libertairs au sein du mouvement communiste. Vous étiez alors l'incarnation de cette folle espérance: un developpement libertaire des soviets.

Henriette Roland Holst 29

106 - Tekening van R.N. Roland Holst, 1921.

107 - Tekening van M. de Klerk, op de Buissche Heide ontstaan op dezelfde dag als de vorige.

108 - Uit: ‘Tusschen twee werelden’ (1923).

Wij zullen u niet zien, lichtende Vrede, wij zullen niet voelen uw weligheid

Henriette Roland Holst van onze lippen naar ons hart gegleden, en niet wikklen om onze leden den weeken plooi uwer broederlijkheid.

109-112 - Publikaties uit de jaren 1919-1924.

110

111

Henriette Roland Holst 112

Henriette Roland Holst 30

113 - Uit: ‘Heldensage’ (1927).

Toen zonk het leven uit zijn duizelende hoogten, als in een droom wel, naar omlaag, naar d' angsten en zorgen, de kleingewende. De koorts van exaltatie die gestaag de harten had doorgloeid, nam af. Gelijk een afgrond gaapte, zwart en diep, de vraag: ‘Waartoe? waarvoor?’ -

114 - Klare Zetkin.

115 - Luise Kautsky.

Henriette Roland Holst 116 - Het nieuwe maandblad, gesticht nadat De Nieuwe Tijd als te onafhankelijk was opgeheven.

121-124 - Publikaties uit de jaren 1927-1929.

Henriette Roland Holst 31

117 - Rik en Henriette Roland Holst omstreeks 1927.

118 - M. Wibaut-Berdenis van Berlekom.

Henriette Roland Holst 119 - Augusta de Wit.

120 - Uit een brief van 16 november 1927 aan het partijbestuur van de CPH, waarbij HRH bedankt als lid (De Nieuwe Stem, november 1954).

De geestelijke domperij, het ontbreken van wrijving en toetsing der denkbeelden, zal ieder ontwikkelingsproces in de communistische partijen verhinderen.

122

123

Henriette Roland Holst 124

Henriette Roland Holst 32

125 - Uit: ‘Vernieuwingen’ (1929).

Door groote kontinenten zwelt gefluister: zij bezinnen zich op hun oude pracht; - reeds rekken zich naar nieuwen levensluister die eeuwenlang morden, vertrapt-ontkracht.

126-129 - De vier auteurs van de socialistische dichtbundel ‘Tijdsignalen’ (1929) door HRH samengesteld en ingeleid: Jan W. Jacobs, Jef Last, Freek van Leeuwen, Garmt Stuiveling.

127

Henriette Roland Holst 131 - HRH en Mohammed Hatta als sprekers op een conferentie van de Jongeren Vredes Actie, Haarlem, 21 april 1929.

133-136 - Vier biografieën uit de jaren 1930-1933.

Henriette Roland Holst 33

128

129

130 - Uit: ‘Kinderen van dezen tijd’ (1931).

Er zijn strijders, die denken tegen God te staan en toch zijn het Gods wegen, die zij gaan -

132 - ‘Kinderen van dezen tijd’, onder leiding van Abraham van der Vies door leden van de Vrijzinnig Christelijke Studenten Bond opgevoerd in een vijftal steden tussen 13 december 1930 (Arnhem) en 2 februari 1931 ('s-Gravenhage).

Henriette Roland Holst 134

135

136

Henriette Roland Holst 34

137 - Uit: ‘De moeder’ (1932).

Er is een kracht, haar naam weten wij niet, maar wij kennen haar werking in ons en and'ren: 't is door haar, dat het wonder aldoor geschiedt, zij doet alle duister in licht verand'ren. Zij werd in ons vóór de tijden geplant, een stek uit een eeuwig vaderland.

138 - H. Sneevliet.

142 - Opvoering van ‘De moeder’ onder leiding van Abraham van der Vies (1931).

Henriette Roland Holst 144-147 - Vier lekenspelen uit de jaren 1931-1933.

145

Henriette Roland Holst 35

139 - Bart de Ligt.

140 - Prof. Dr. Leonard Ragaz.

141 - Dr. W. Banning.

143 - HRH in 1935 tussen de medespelenden aan ‘Kinderen van den geest’ (verschenen in ‘De stem die roept’, 1936).

Henriette Roland Holst 146

147

Henriette Roland Holst 36

148 - Uit: ‘Tusschen tijd en eeuwigheid’ (1934).

het leed der menschheid laat mij vaak niet slapen, haar schuld doorvlaagt mij als een bittre vlaag.

149 - Prof. Dr. Johan Huizinga.

150 - Marie Belpaire.

Henriette Roland Holst 153 - Tekening van E. Reitsma-Valença (1933).

Henriette Roland Holst 37

151 - M.R. Radermacher Schorer.

152 - S.A. Baelde, de samenstelster van de ‘Keur’ (1928).

154 - HRH als buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, oktober 1932. Zittende, 2de en 3de van links: Is. Teirlinck en Herman Teirlinck, 2de van rechts August Vermeylen; staande: 1ste en 8ste van links F. Toussaint van Boelaere en Maurits Sabbe, 1ste en 5de van rechts Em. de Bom en Stijn Streuvels.

Henriette Roland Holst 155-158 - Publikaties uit de jaren 1932-1935.

156

157

Henriette Roland Holst 158

Henriette Roland Holst 38

159 - R.N. Roland Holst.

160 - Uit: ‘Het vuur brandde voort’

Den dag van mijn verjaardag werd hij ziek. Eerst leek het een gewone griepaanval, zooals hij wel meer had, toen kwam er bronchitis bij en op het eind kreeg hij pijn door een beginnende longontsteking. Maar het voornaamste was de degeneratie van het hart. Dat op zichzelf zou hem den dood hebben aangedaan. Op Oudejaarsdag 1938 stierf hij, even rustig, onvervaard en nobel als hij geleefd had. Zijn laatste woorden waren: ‘Ik heb mijn taak volbracht’.

Henriette Roland Holst 161 - Verschenen in februari 1941.

Henriette Roland Holst 39

162 - D. de Lange in De Volkskrant 24 november 1952.

Het was een merkwaardig feodaal geheel, het landgoed de Buissche Hei (bewesten Zundert tegen de Belgische grens aan gelegen) waar ik in September-October 1943 een paar weken onderdak vond. Een vrije heerlijkheid midden in een bezet land, beheerst door een vorstelijke figuur, Henriëtte Roland Holst, en door ongeschreven wetten welke aan haar hoogheid hun rechtskracht ontleenden.

163 - De Buissche Heide, juli 1942. Zittende van links naar rechts: Saartje Iansen, HRH, Adrie Iansen-Baelde, Ina Santhagens-Waller; staande: Jopie de Stoppelaar, A.M.W.J. Hammacher en het echtpaar Bruins, de pachters van de boerderij.

164 - HRH op de Buissche Heide gelijktijdig getekend door Ali Goubitz en door Charley Toorop.

Henriette Roland Holst 40

165-168 - Portretten van HRH getekend door Ali Goubitz, Charley Toorop, Annie Roland Holst-de Meester en Dick Broos.

166

Henriette Roland Holst 167

168

Henriette Roland Holst 41

169 - Het eerste nummer van De Vlam.

170 - Verhuiskaartje na een maandenlang verblijf in het ziekenhuis.

171 - Uit de bundel: ‘Uit de diepte’ (1946).

Wij hebben genoeg geleden, Wij hunkren állen naar vrede ... Laat hij ónze vrede zijn!

172 - HRH sprekende in de bovenzaal van Vrij Nederland, 20 april 1948.

Henriette Roland Holst 173-176 - Publikaties uit de jaren 1945-1948.

174

175

Henriette Roland Holst 176

Henriette Roland Holst 42

177-180 - Vier van de vele jarenlange vrienden: S. Delprat-Veth, Jan Rogge, Mea Verwey, M. Roland Holst.

178

179

180

Henriette Roland Holst 181 - Prof. Dr. Jan Romein bij de erepromotie van HRH op 20 mei 1947.

Uw Kapitaal en Arbeid uit 1902 is een meesterwerk, in opzet en van uitvoering. Ik ben mij van overdrijving niet bewust als ik het een geniale greep noem en deze aula zou vijf en veertig jaren eerder van deze plechtigheid getuige zijn geweest, als de Universiteit vijf en veertig jaar geleden haar sociale roeping zou hebben verstaan, zoals zij haar nu hoopt te leren verstaan.

182 - HRH ontvangt de koker met de doctorsbul.

Henriette Roland Holst 183 - Mohammed Hatta bij HRH; Het Vrije Volk, november 1949.

Henriette Roland Holst 43

184 - Gedicht uit omstreeks 1947.

Henriette Roland Holst 44

185-188 - Vier foto's door H.J.A. Nieuwenhuijs, kort voor de tachtigste verjaardig van HRH gemaakt.

186

Henriette Roland Holst 187

188

Henriette Roland Holst 45

189 - Aart van Dobbenburgh tekent HRH.

190 - Zanghulde van socialistische jongeren, 27 december 1949.

191-194 - Publikaties uit de jaren 1948-1949.

Henriette Roland Holst 192

193

194

Henriette Roland Holst 46

195 - HRH plant met hulp van Tom Rot een boom op het terrein van het Henriëtte Roland Holst-Oord te Doornspijk, 12 mei 1951. Dit huis heeft maar enkele jaren kunnen bestaan.

196 - Met Achilles Mussche bij de boerderij van de Buissche Heide.

197 - Advertentie.

Henriette Roland Holst 47

198 - In memoriam, Haarlems Dagblad, 24 november 1952.

Maandag 24 November 1952 Henriëtte Roland Holst In memoriam

De poëzie van Henriëtte Roland Holst heeft niet het karakter van een reeks afzonderlijke, in zichzelf besloten kunstwerken, maar is één ononderbroken belijdenis van wat haar hart bewoog. In nauwgezet zelfonderzoek heeft zij sedert haar jeugd zich rekenschap gegeven van haar gevoelens en gedachten en gedragingen; de hartstochtelijke spanning, die met dit voortdurend zelfbesef gepaard ging, is de voornaamste inspiratiekracht geweest van haar lyriek. Zij voelde zich verantwoordelijk voor het lot van haar medemensen; zij kende haar gaven en krachten, en zij begreep hoe rijk die waren, gemeten aan de gemene maat. Zij wist ook, dat haar rijke jeugd en de aristocratische opvoeding, die zij genoten had, haar aanleg hadden doen ontplooien en uitgroeien, en zij erkende dit als een voorrecht, in wezen onverdiend. Reeds als kind voelde zij de diepe bewondering,

Henriette Roland Holst die het kenmerk is van de groten van hart, en levenslang behield zij de ootmoed die haar deed ópzien naar wat hoog was van zielskracht en zedelijk vermogen. In dit opzicht golden bij haar geen klein-menselijke beperkingen: haar eerbied omvatte Victor Hugo en Kosciuszko, Lenin en Tolstoi, Gorter en Gezelle, Rosa Luxemburg en Gandhi. Zij wist dat het hart hoor velerlei drang bewogen wordt, en zij had vooral hén lief die, onvoorwaardelijk hun hartstocht volgend, vrij bleken van berekening of compromis. In hen herkende zij zichzelf. Aanvankelijk zocht zij de zegepraal van het zedelijke langs individuële weg. Bij Dante, bij Spinoza en Plato leerde zij de waarden van de wijsbegeerte en de goede mystiek kennen, en op gezag van hun woord wilde zij in haar gedichten voor de mensen een pad maken naar het ware geluk. Nog jaren later - in haar drama ‘Thomas More’ - formuleert zij het in duidelijke zinnen:

Niet allen kunnen strijden op één wijs noch kan op d' eigen wijze één altijd strijden, maar één ding doet allen die strijden nood t' allen tijde voor meer gerechtigheid en meer geluk op aard: zich zelven niet te zoeken, de zoete dingen van 't leven niet liever te hebben dan 't klaar gebod van d' innerlijke stem......

Zo is het dus de zelfverloochening waarin, voor haar besef, de wezenlijke zelfvoltooiïng bestaat. In de liefde zag zij niet maar een menselijke gevoelsverhouding of een evangelisch gebod, maar de grondwet van al het bestaande, speciaal al het levende. Trouw te zijn aan deze liefde, was dus de voorwaarde van alle zedelijk handelen en het kenmerk van de zedelijk volwassen mens. En zonder déze liefde geen inneriijke vrede, en dus geen geluk. Toen zij had ingezien dat zelfverloochening onmogelijk verwacht kon worden van hen, die in deze maatschappij nauwelijks tot zelfbewustzijn konden komen, heeft Henriëtte Roland Holst daaruit de onvermijdelijke consequenties met de haar eigen onvoorwaardelijkheid aanvaard. In dienst van het socialisme is haar tijd, haar werkkracht, haar talent gebruikt, tot boven het mogelijke. Zij heeft aan die periode van politieke strijd de vriendschap met grote leidende figuren en het geluk van menige hoopgevende ervaring te danken. Maar reeds in 1903 stond zij voor de tragische taak de verloren spoorwegstaking als groot en glorieus te blijven zien, ondanks het vreselijke lot van de ontslagen arbeiders en hun gezinnen. Haar vrouwelijk gemoed heeft zich altijd verzet tegen de overheersing van het massale over het menselijke. Anders dan Gorter, die zich liet leiden door een toekomstvisioen dat hem in staat stelde ook de mens-vannu uitsluitend te zien in dat komende licht, was Henriëtte Roland Holst zich ervan bewust, dat het leed van de levenden haar geweten raakte. De gang der historie heeft haar telkens weer doen ervaren, dat het individuële nauwelijks belang heeft in de grote conflicten, of dit nu stakingen, oorlogen of revoluties zijn. Maar zij heeft die ervaringen nooit als beslissend aanvaard: integendeel, bij voortduring was zij, vooral in latere jaren, zoekende naar de weg die leidt naar het geluk van állen. Hoe diep zij verbonden was met een partij, een groep, een kring: toch bleef die voor haar een middel dat slechts bruikbaar was voorzover het doel erdoor gediend werd. Wie meent dat zij gemakkelijk omstreeks 1910 de S.D.A.P. en vijftien jaar later de communistische partij verlaten heeft, vergist zich. Maar wie het haar kwalijk neemt dát zij ging, vergist zich evenzeer. Buiten haar wil kwam er een ogenblik, dat

Henriette Roland Holst zij de besluiten en gedragingen van haar partijgenoten onaanvaardbaar moest achten, omdat de spanning in haarzelf tussen uiterlijk optreden en zedelijke gehoorzaamheid tot een crisis dreigde te leiden. Kon de massa niet anders, zij zelf kon ook niet anders: in zulk een schuldeloze schuld ligt de diepste tragiek. Maar welke kritiek men ook mag hebben op de vormen van haar politieke werkzaamheid, niemand is tot een oordeel in staat als hij niet uitgaat van die lichtende spreuk die zij Thomas More laat zeggen: ‘Ik erken geen trouw die bindt in het slechte’. Als een jarenlange dialoog tussen hart en tijd, tussen ik en wereld, is de poëzie van Henriëtte Roland Holst geschreven. Deze poëzie is niet alleen een uiting van haar wezen, het is de uitdrukking van geheel haar bestaan. Haar proza verschilt niet van haar gedichten, en haar brieven verschillen niet van haar proza. Wie haar vertrouwelijk sprak, wist dat er een zeldzame eenheid was in deze zo veelzijdige vrouw, een eenheid dieper dan de tegenstellingen van hart en verstand. Haar eenvoud, die soms op het armelijke af scheen, haar deemoed die haar uiterst voorzichtig maakte in haar oordeel, haar blijdschap om de kleine genietingen van het leven - eigenschappen die in haar laatste jaren overheersten - waren van geen andere orde dan de offervaardigheid uit haar strijdbaarder periode, haar liefde voor de armen, voor de vrouwen, voor de kinderen, en haar verrukking om de hoogste uitingen van het menselijk scheppingsvermogen in poëzie en in muziek. Nu is de hand verstild, die meer dan een halve eeuw in karakteristieke letters getuigd heeft van wat dit grote vrouwelijke, menselijke hart bewoog. Ons volk verloor een kunstenares wier werk zal blijven leven; haar vele vrienden verliezen meer dan dat: een moederlijke vriendin, die zij dankbaar en bedroefd gedenken in duurzame genegenheid. GARMT STUIVELING.

Henriette Roland Holst 48

Bibliografie

De jaartallen in de marge duiden op het jaar van verschijnen. Wijkt dit af van de opgave in het boek dan is deze laatste achter de titel geplaatst. Het aantal bladzijden per uitgave staat onmiddellijk achter de titel. Uitsluitend eerste of enige drukken zijn vermeld, ook als deze in het buitenland zijn verschenen. Dramatisch werk is voorzien van een asterisk.

POËZIE EN DRAMATISCH WERK 1896 SONNETTEN EN VERZEN IN TERZINEN GESCHREVEN (148) 1895 1902 DE NIEUWE GEBOORT (216) 1903 1907 OPWAARTSCHE WEGEN (188) 1910 *DE OPSTANDELINGEN (128) 1912 DE VROUW IN HET WOUD (160) 1913 *THOMAS MORE (116) 1912 1915 MEILIEDEREN EN PROPAGANDA VERZEN (24) HET FEEST DER GEDACHTENIS (264) 1918 VERZONKEN GRENZEN (128) 1921 *HET OFFER (124) 1922 *DE KINDEREN (96) *GIBEL' [= DE ONDERGANG] in: Liričeskie dramy (292) uitgave in het Russisch 1923 TUSSCHEN TWEE WERELDEN (112) waarin opgenomen: *Arbeid 1927 VERWORVENHEDEN (48) HELDENSAGE (124) 1928 *DE HEELING in: Verworvenheden, 2de uitgave (56) 1929 VERNIEUWINGEN (80) 1931 *KINDEREN VAN DEZEN TIJD (68) *WIJ WILLEN NIET (64) 1932 *DE MOEDER (68) 1933 *DE ROEP DER STAD (56) *DER VROUWEN WEG (32) 1934 TUSSCHEN TIJD EN EEUWIGHEID (72) *OPGANG TOT HET HUIS DER GEMEENSCHAP (16) 1936 *DE STEM DIE ROEPT (76) 1937 *GEDROOMD GEBEUREN (48) 1943 IN MEMORIAM [H. SNEEVLIET] (8) 1944 DE LOOP IS BIJNA VOLBRACHT (16) 1946 DE STERREN (2) rijmprent BELIJDENIS (32) UIT DE DIEPTE (96) 1947 WINTER 1947 (4) 1948 IN DE WEBBE DER TIJDEN (108) 1947 EEN REQUIEM VOOR GANDHI (32) 1949 WORDINGEN (264 + 2) 1957 TWINTIG NAGELATEN GEDICHTEN (28)

Henriette Roland Holst 1962 VROEGSTE SONNETTEN (32) 1970 JEUGDWERK 1884-1892 (112) 1969

PROZA 1898 EEN WOORD AAN DE VROUWEN DER ARBEIDENDE KLASSE (20) DANTE GABRIËL ROSSETTI ALS DICHTER EN SCHILDER (1828-1882) (40) met Richard Roland Holst 1899 SOCIALISME EN LITERATUUR (92) 1902 VROUWEN, LUISTERT EENS! (4) ARBEIDERS EN ALCOHOL (32) KAPITAAL EN ARBEID IN NEDERLAND (212) 1903 DE GROOTE SPOORWEGSTAKING (24) VOLKSLEGER OF ONTWAPENING? (20) GEEN REAKTIE? (24) DE VROUW, DE ARBEIDSWETGEVING EN DE SOCIAALDEMOKRATIE (36) 1905 GENERALSTREIK UND SOZIALDEMOKRATIE (184) I. MISTICIZM V SOVREMENNOJ LITERATURE. II. METERLINK (100) uitgave in het Russisch 1907 SOCIAAL-DEMOKRATIE EN ANTI-MILITARISME (16) DE SOCIALISTISCHE OPVOEDING DER JEUGD (32) ÈTJUDY O SOCIALISTICESKOJ ÈSTETIKE (36) uitgave in het Russisch 1909 GESCHIEDENIS VAN DEN PROLETARISCHEN KLASSENSTRIJD (224) KLASSENSTRIJD IN SPANJE EN ZWEDEN (32) 1910 REVISIONISTISCHE EN MARXISTISCHE TAKTIEK IN DE KIESRECHT-BEWEGING (84) JOSEF DIETZGENS PHILOSOPHIE GEMEINVERSTÄNDLICH ERLÄUTERT IN IHRER BEDEUTUNG FÜR DAS PROLETARIAT (100) 1911 DE INTELLEKTUEELEN, HET KAPITALISME EN DE SOCIAALDEMOKRATIE (56) 1912 JEAN JACQUES ROUSSEAU (300 + 10) 1914 DE MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING EN DE BEVRIJDING DER VROUW (64) 1915 HET SOCIALISTISCHE PROLETARIAAT EN DE VREDE (40) WAAROM DE-MOBILISATIE? (8) DE STRIJD TEGEN HET MILITAIRISME IN NEDERLAND (8) WAAROM OOK SOCIAAL-DEMOCRATEN HET ‘MANIFEST DER DIENSTWEIGERAARS’ ONDERTEEKENDEN (8) 1916 IMPERIALISME, DEMOKRATIE EN HERVORMINGEN (8) VERZAMELEN? (4) 1918 SOLDATENPLICHT (16) DE REVOLUTIONAIRE MASSA-AKTIE (440) DE STRIJDMIDDELEN DER SOCIALE REVOLUTIE (104) OPEN BRIEF AAN MAXIM GORKI (2) 1919 DE EERSTE GEDENKDAG DER SOCIALE REVOLUTIE IN RUSLAND (8) DEN GEVALLEN HELDEN TER EERE (16) Rosa Luxemburg † en Karl Liebknecht † DE DADEN DER BOLSCHEWIKI (80)

Henriette Roland Holst 1920 DE HELD EN DE SCHARE (416) Een verbeelding van Garibaldi en de Italiaansche vrijheidsbeweging 1921 PARTEI UND REVOLUTION (64) DE VROUW EN HET COMMUNISME (8) UIT SOWJET-RUSLAND (136) 1922 KOMMUNISMEN OCH DE INTELLEKTUELLA (64) uitgave in het Zweeds MOLIÈRE (32) uitgave in het Tsjechisch

Henriette Roland Holst binnenkant achterplat

1924 DE VOORWAARDEN TOT HERNIEUWING DER DRAMATISCHE KUNST (336) 1925 OVER LEVEN EN SCHOONHEID (504) COMMUNISME EN MORAAL (224) HET HUIDIGE RUSLAND (64) 1926 DE ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDSCHE KAPITALISME IN DE LAATSTE KWART-EEUW (48) 1928 DE WEG TOT EENHEID (196) 1930 SOCIALISME EN WERELDBESCHOUWING (24) GEWELD EN GEWELDLOOSHEID IN DEN STRIJD VOOR HET SOCIALISME (48) met Dr. Mr. J. Valkhoff DE TAAK DER HEDENDAAGSCHE VROUW IN DE MAATSCHAPPIJ (16) TOLSTOI (232) DER UMSCHWUNG IN DER GEISTIGEN LAGE UND DIE NEUEN AUFGABEN DES SOZIALISMUS (56) DE ZEKERHEID VAN HET SOCIALISME (32) 1931 DE STRIJD OM DE JEUGD (32) GUSTAAF LANDAUER (160 + 4) GUIDO GEZELLE (116) 1932 GRONDSLAGEN EN PROBLEMEN DER NIEUWE KULTUUR IN SOWJET-RUSLAND (168) VLAG EN LADING (16) 1933 BROEDERSCHAP IN DE LEVENSPRAKTIJK (56) met Dr. H.P. Berlage, Kunst en broederschap HERMAN GORTER (160) DE KRISIS DER WESTERSCHE KULTUUR (68) 1934 STERFT, OUDE VORMEN EN GEDACHTEN! (16) TELEURGESTELDEN? (4) OVER ANTIMILITARISTISCHE STRIJDMIDDELEN EN HUN GEBRUIK (8) 1935 ROSA LUXEMBURG (324 + 2) POËZIE EN MAATSCHAPPELIJKE VERNIEUWING (96) 1937 CLARA MEIJER-WICHMANN HERDACHT (48) 1941 KINDERJAREN EN JEUGD VAN R.N. ROLAND HOLST (132 + 10) 1940 TEGEN HAAT EN WRAAK (4) onder pseudoniem In liefde bloeiende 1945 EEN OVERGANG TOT HET SOCIALISME (96) 1946 VAN DE SCHADUW NAAR HET LICHT (48) 1947 GANDHI (212) KERSTMIS ALS BOODSCHAP IN EEN GEBROKEN WERELD (24) 1948 ROMAIN ROLLAND (192) 1949 HET VUUR BRANDDE VOORT (288 + 32) Levensherinneringen 1950 ROMANKUNST ALS LEVENSSCHOOL (40 + 10) 1955 VRIENDEN TER GEDACHTENIS (32) 1956 KÄTHE KOLLWITZ (24 + 4) 1958 WAT HET OOSTEN MIJ SCHONK (24) 1960 HET RIJKERE LEVEN EN ANDERE LITERAIRE BESCHOUWINGEN (32)

Henriette Roland Holst 1963 ERASMUS HERDACHT (24)

VERTALINGEN 1898 WILLIAM MORRIS. JOHN BALL EN ANDERE VERTALINGEN (208) met Herman Gorter ----- EUG. POTTIER, DE INTERNATIONALE (4) 1923 F.M. DOSTOJEWSKI. POLITIEKE GESCHRIFTEN (292) onder toezicht van H. Roland Holst 1951 L.N. TOLSTOI. WAARDOOR DE MENSEN LEVEN (388) met Wils Huisman

BLOEMLEZINGEN 1928 KEUR UIT DE GEDICHTEN VAN HENRIETTE ROLAND HOLST (164 + 4)

verzorgd door S.A. Baelde 1945 LYRIEK VAN HENR. ROLAND HOLST (148) verzorgd door Dr. Rob. Antonissen 1951 BLOEMLEZING UIT DE GEDICHTEN VAN HENRIËTTE ROLAND HOLST (204 + 8) verzorgd door dr G. Stuiveling 1954 VIERENTWINTIG SONNETTEN VAN HENRIËTTE ROLAND HOLST (32) verzorgd door Garmt Stuiveling 1959 PORTRETTEN EN VERZEN VAN HENRIËTTE ROLAND HOLST (40) verzorgd door Garmt Stuiveling

OVER HENRIETTE ROLAND HOLST VERSCHEEN O.M. AFZONDERLIJK: 1905 KRITIEK OP DE PROLETARISCHE MORAAL VAN MEVROUW ROLAND HOLST (200) door S.R. Steinmetz 1925 DE ZIELEGANG VAN H. ROLAND HOLST (96) door Bernard Verhoeven 1934 OVER HENRIËTTE ROLAND HOLST (20 + 4) door J. Greshoff 1935 INLEIDING TOT DE POËZIE VAN HENRIËTTE ROLAND HOLST (112) door Meia Kaas Albarda 1937 HENRIËTTE ROLAND HOLST IN HAAR STRIJD OM GEMEENSCHAP (296) door Dr. K.F. Proost 1941 MESSIAANSCH VERLANGEN (312 + 2) door Dr K.H. Miskotte 1943 HET JEUGDWERK VAN HENRIËTTE ROLAND HOLST GEZIEN IN VERBAND MET DE TIJD VAN ONTSTAAN (284 + 2) door Margaretha Maria Ariëns 1946 HERMAN GORTER EN HENRIËTTE ROLAND HOLST (644 + 4) door Dr. Rob. Antonissen HENRIËTTE ROLAND HOLST (228 + 16) door Dr J.P. van Praag 1957 BEELDSPRAAK, KLANK EN BOUW VAN ‘DE NIEUWE GEBOORT’ (32)

door Th. Weevers 1969 HENRIËTTE ROLAND HOLST (52) door Wim J. Simons

Henriette Roland Holst